Documenttranscriptie
'
[de]
[en]
[fr]
[nl]
Gebrauchsanleitung
Instruction manual
Notice d’utilisation
Gebruiksaanwijzing
CN462253
Mikrowelle
Microwave
Micro-ondes
Magnetron
2
24
46
70
é Inhoudsopgave
gni z j iwna skiurbeG] ln[
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ..................................... 70
Oorzaken van schade ..................................................................... 72
Opstellen en aansluiten........................................................... 73
Uw nieuwe apparaat ................................................................ 73
Het bedieningspaneel ..................................................................... 73
Toetsen en indicatie ........................................................................ 73
Functiekeuzeknop............................................................................ 73
Temperatuurkeuzeknop .................................................................. 73
Koelventilator .................................................................................... 74
De toebehoren.................................................................................. 74
Voor het eerste gebruik ........................................................... 74
Tijd instellen ...................................................................................... 74
De oven opwarmen ......................................................................... 74
Toebehoren reinigen ....................................................................... 75
Oven instellen .......................................................................... 75
Verwarmingsmethode en temperatuur instellen ........................ 75
Snelvoorverwarming........................................................................ 75
Automatische veiligheidsuitschakeling ........................................ 75
De magnetron........................................................................... 75
Aanwijzingen voor de vormen ....................................................... 76
Magnetronvermogens ..................................................................... 76
Magnetron instellen ......................................................................... 76
CombiSpeed ............................................................................. 76
Magnetroncombifunctie instellen ................................................. 76
Automatische programma's.................................................... 77
Programma instellen ....................................................................... 77
Ontdooiprogramma's ...................................................................... 77
Bereidingsprogramma's ................................................................. 78
Combigaarprogramma's................................................................ 78
Tijdfuncties instellen ............................................................... 78
Wekker instellen............................................................................... 78
Tijdsduur instellen ............................................................................ 79
Tijd instellen ...................................................................................... 79
Kinderslot ................................................................................. 80
Kinderslot inschakelen.................................................................... 80
Kinderslot uitschakelen................................................................... 80
Kinderslot bij de automatische programma's............................. 80
Basisinstellingen wijzigen ...................................................... 80
Basisinstellingen .............................................................................. 80
Onderhoud en reiniging .......................................................... 80
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 81
Storingstabel ............................................................................ 81
Storingstabel ..................................................................................... 81
Servicedienst ........................................................................... 82
Enummer en FDnummer .............................................................. 82
Technische gegevens ..................................................................... 82
Acrylamide in levensmiddelen ............................................... 83
Energie en milieutips ............................................................. 83
Energie besparen ............................................................................ 83
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 83
Voor u in onze kookstudio getest........................................... 83
Ontdooien, verwarmen en garen met de magnetron ............... 83
Tips voor de magnetron ................................................................. 86
Taart, cake en gebak ...................................................................... 86
Tips voor het bakken ...................................................................... 87
Braden en grillen.............................................................................. 88
Tips voor het braden en grillen ..................................................... 90
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 90
Kant-en-klare producten, diepvries............................................... 91
Testgerechten........................................................................... 92
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.constructa.de en in de
online-shop: www.constructa-eshop.com
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u het toestel goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
70
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
■ Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
■ Het is gevaarlijk wanneer het toestel niet
volgens de voorschriften wordt gebruikt en
er kan schade ontstaan.
Het is niet toegestaan om gerechten of
kleding te drogen of pantoffels, warmte- of
graankussens, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes en dergelijke te
verwarmen.
Verwarmde pantoffels, warmte- of
graankussens kunnen bijvoorbeeld ook na
uren nog vlam vatten. Gebruik het
apparaat uitsluitend voor het bereiden van
gerechten en drank.
■ Levensmiddelen kunnen vlam vatten.
Nooit levensmiddelen opwarmen in
verpakkingen die bestemd zijn om ze
warm te houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht
verwarmen in voorwerpen van kunststof,
papier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot
vermogen of te lange tijdsduur instellen.
Houd u aan de opgaven in deze
gebruiksaanwijzing.
Nooit levensmiddelen drogen met de
magnetron.
Nooit levensmiddelen met weinig water,
zoals bijv. brood, met een te hoog
magnetronvermogen of te lange -tijd
ontdooien of verwarmen.
■ Spijsolie kan vlam vatten. Warm nooit
uitsluitend spijsolie op met de magnetron.
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in
dicht afgesloten vormen kunnen
exploderen. Nooit vloeistof of andere
voedingsmiddelen verhitten in dicht
afgesloten vormen.
Ernstig gezondheidsrisico!
Bij een gebrekkige reiniging kan het
oppervlak van het toestel beschadigd
raken. Dan kan er microgolfenergie
vrijkomen. Het toestel regelmatig reinigen
en voedingsresten direct verwijderen.
Binnenruimte, deurdichting, deur en
deuraanslag altijd schoon houden; zie ook
het hoofdstuk Onderhoud en reiniging.
■ Wanneer de deur van de binnenruimte of
de deurdichting beschadigd is, kan er
microgolfenergie vrijkomen. Het toestel
nooit gebruiken wanneer de deur van de
binnenruimte of deurdichting beschadigd
is. Contact opnemen met de
klantenservice.
■ Bij toestellen waarvan de afdekking van
de behuizing niet is afgedekt komt
microgolfenergie vrij. De afdekking van de
behuizing nooit verwijderen. Neem voor
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
contact op met de klantendienst.
■
Ernstig gezondheidsrisico!
Ernstig gezondheidsrisico!
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
■ De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Stel het apparaat nooit bloot
aan grote hitte en vochtigheid. Het toestel
alleen gebruiken in gesloten ruimtes.
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
■ Het apparaat werkt met hoogspanning.
Nooit de behuizing verwijderen.
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
71
Risico van verbranding!
■ Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
■ Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
■ Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het
opwarmen, exploderen. Nooit eieren
koken in de schil of hardgekookte eieren
opwarmen. Nooit schaal- en kreeftachtige
dieren koken. Bij spiegeleieren of eieren in
een glas dient u eerst de dooier door te
prikken. Bij levensmiddelen met een vaste
schil of pel, bijv. appels, tomaten,
aardappelen en worstjes, kan de schil
knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes
in de schil of pel.
■ De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld
in de babyvoeding. Warm nooit
babyvoeding op in gesloten vormen.
Verwijder altijd het deksel of de speen. Na
het verwarmen goed roeren of schudden.
Controleer de temperatuur voordat u het
kind de voeding geeft.
■ Verhitte gerechten geven warmte af. De
vormen kunnen heel heet worden. Neem
vormen en toebehoren altijd met behulp
van een pannenlap uit de binnenruimte.
■ De verpakking van luchtdicht verpakte
levensmiddelen kan barsten. Houd u altijd
aan de opgaven op de verpakking. Neem
gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
trilling van de vorm kan de hete vloeistof
dan plotseling hevig overkoken en
opspatten. Zorg ervoor dat er tijdens het
verwarmen altijd een lepel in de vorm
staat. Zo wordt kookvertraging
voorkomen.
Risico van letsel!
■ Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
■ Ongeschikte vormen kunnen barsten.
Vormen van porselein en keramiek
kunnen kleine gaatjes hebben in de
handgrepen en deksels. Achter deze
gaatjes bevindt zich een lege ruimte. Als
er vocht in deze ruimte komt, kan dit
barsten veroorzaken in de vormen. Alleen
vormen gebruiken die geschikt zijn voor
de magnetron.
Risico van letsel!
Oorzaken van schade
Attentie!
■
■
Risico van verbranding!
■
■
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
■ Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■ Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
■ Bij het verwarmen van vloeistof kan er
kookvertraging ontstaan. Dit houdt in dat
de kooktemperatuur wordt bereikt zonder
dat er bellen ontstaan. Al bij een kleine
■
■
■
■
■
Kans op verbrandingen!
■
Risico van verbranding!
72
■
Het ontstaan van vonken: Metaal - bijv. de lepel in het glas moet minstens 2 cm van de ovenwanden en de binnenkant
van de deur verwijderd zijn. Door vonken kan het glas aan de
binnenkant van de deur worden vernietigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren.
Sla geen gerechten op in het apparaat. Dit kan tot leiden tot
corrosie.
Afkoelen met de deur open: De binnenruimte alleen laten
afkoelen wanneer deze afgesloten is. Zorg ervoor dat er niets
tussen de deur klemt. Ook wanneer de deur slechts op een
kier openstaat, kunnen aangrenzende voorzijden van
meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde dichting: Als de dichting sterk vervuild is, sluit
de deur tijdens het gebruik niet meer goed. De
aangrenzende voorzijden van meubels kunnen worden
beschadigd. De dichting altijd schoon houden.
Gebruik van de magnetron zonder etenswaar: Wordt het
toestel gebruikt zonder etenswaar erin, dan leidt dit tot
overbelasting. Het toestel nooit inschakelen als er geen
gerecht in de binnenruimte staat. Een uitzondering hierop is
de korte serviestest, zie het hoofdstuk Magnetron, servies.
De deur van het apparaat als vlak om op te zitten of iets op te
plaatsen: Niet op de open deur zitten of staan. Geen vormen
of toebehoren op de deur plaatsen.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Magnetron-popcorn: Nooit een te hoog magnetronvermogen
instellen.Maximaal 600 watt gebruiken.De popcornzak altijd
op een glazen bord leggen. Door overbelasting kan de ruit
springen.
Overgekookte vloeisof mag niet door de aandrijving van de
draaischijf binnen in het toestel komen. Houd het
bereidingsproces in de gaten. Stel eerst een korte
bereidingsduur in en verleng deze wanneer nodig.
De magnetron nooit gebruiken zonder draaischijf.
Opstellen en aansluiten
Houd u aan het speciale installatievoorschrift.
Het toestel is aansluitklaar en mag alleen worden aangesloten
op een volgens de voorschriften geïnstalleerd geaard
stopcontact. De beveiliging dient 16 ampère (L of Bautomaat)
te bedragen. De netspanning dient overeen te komen met de
spanning die op het typeplaatje is aangegeven.
Het stopcontact mag alleen worden aangelegd en de
aansluitleiding alleen worden vervangen door een
elektrotechnicus. Wanneer de stekker na het inbouwen niet
meer toegankelijk is, moet een schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstalleerd.
U mag geen multistekkers, stopcontactdozen en verlengkabels
gebruiken. Bij overbelasting bestaat het risico van brand.
Uw nieuwe apparaat
Hier leert u uw nieuwe apparaat kennen. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Het bedieningspaneel
Draaiknop
De draaiknoppen kunnen worden ingedrukt. Om een draaiknop
te ver- of ontgrendelen zet u hem in de nulstand en drukt hem
vervolgens in.
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u de verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Symbool
Functie van de toets
3
Menu Tijdfuncties openen en sluiten
h
Gewicht kiezen
f
Snelvoorverwarming of kinderslot kiezen
†
kort indrukken: werking starten/onderbreken
lang indrukken: werking afbreken
Stand
Gebruik
3
Hete lucht
Voor het bakken van cakes in vormen, biscuit en kwarktaart en
cake, pizza en klein gebak op de
bakplaat.
4
Circulatiegrill
Gevogelte wordt knapperig bruin.
Ovenschotels en gegrilde gerechten lukken u hiermee het best.
0
Pizzastand
Voor kant-en-klare diepvriesproducten en voor gerechten waarvoor
veel warmte van onderen nodig is.
(
Grill
Kies tussen de standen sterk,
gemiddeld of zwak. U kunt meerdere steaks, worstjes, vissen of
sneetjes brood grillen.
X
Programma's
4 ontdooiprogramma's
@ Plus
Instelwaarden verhogen
11 bereidingsprogramma's
A Min
Instelwaarden verlagen
90
Magnetronvermogen 90 watt kiezen
180
Magnetronvermogen 180 watt kiezen
Verwarmingsmethode en tijdsduur
zijn afhankelijk van het gewicht
vastgelegd.
360
Magnetronvermogen 360 watt kiezen
600
Magnetronvermogen 600 watt kiezen
900
Magnetronvermogen 900 watt kiezen
Functiekeuzeknop
Aanwijzingen
Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de
functiekeuzeknop.
■
■
Na het indrukken van de toets † gaat de ovenlamp in de
binnenruimte aan.
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Temperatuurkeuzeknop
Stand
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Gebruik
Û
Nulstand
De oven is uitgeschakeld.
Ç
Magnetron
Magnetronvermogen kiezen.
Stand
Ú
Betekenis
Nulstand
De oven warmt niet op.
73
Stand
Betekenis
50, 100-230 Temperatuurbereik
De temperatuur in de binnenruimte in °C.
û, ûû, ûûû
Grillstanden
Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd lang na.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het apparaat
oververhit.
û = stand 1, zwak
Aanwijzingen
Bij gebruik van de magnetron wordt het apparaat niet warm.
Toch wordt de koelventilator ingeschakeld. Hij kan ook
doorlopen wanneer de magnetronfunctie beëindigd is.
ûû = stand 2, gemiddeld
■
ûûû = stand 3, sterk
Aanwijzing: Het indicatielampje boven de
temperatuurkeuzeknop brandt totdat de ingestelde temperatuur
bereikt is. Tijdens het grillen brandt het lampje niet.
■
Koelventilator
Bij het deurvenster, de binnenwanden en op de bodem kan
condenswater optreden. Dit is normaal, de werking van de
magnetron wordt hierdoor niet gehinderd. Veeg het
condenswater na de bereiding weg.
Uw apparaat heeft een koelventilator. De koelventilator schakelt
in bij gebruik. De warme lucht ontsnapt via de deur.
De toebehoren
Draaischijf
Als plaats om het rooster op te zetten.
U kunt gerechten die bijzonder veel warmte nodig hebben direct
op de draaischijf klaarmaken.
De draaischijf kan naar links of rechts draaien. Hij kan gesneden
worden. U kunt pizza's direct op de draaischijf in stukken snijden.
■
Gebruik het apparaat nooit zonder draaischijf.
■
U mag de draaischijf met maximaal 5 kg belasten.
■
De draaischijf moet bij alle verwarmingsmethoden draaien.
Laag rooster
Voor de magnetron en voor het bakken en braden in de oven.
Hoog rooster
Voor het grillen van bijv. steaks, worstjes en toast.
Als plaats om platte ovenschalen op te zetten.
Draaischijf
$
$
Plaats de draaischijf met de rolletjes “A”, zoals in de afbeelding,
op de houder “B” in het midden van de bodem van de
binnenruimte.
De draaischijf moet recht op de houder zijn geplaatst.
%
$
%
%
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
3. De toets 0 indrukken.
De tijd is ingesteld.
Tijd instellen
Aanwijzing: Om het stand byverbruik van uw apparaat te
verminderen kunt u de tijdsweergave uitschakelen. Lees
hierover het hoofdstuk Basisinstellingen veranderen na.
Na de aansluiting zijn op het display drie nullen en de
symbolen À 0 verlicht. Stel de tijd in.
De oven opwarmen
1. De toets @ of A indrukken.
Voorgestelde waarde @: 12:00
Voorgestelde waarde A: 23:59
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur met hete
lucht 3bij 180 °C. Let erop dat zich geen verpakkingsresten in
de binnenruimte bevinden.
1. Met de functiekeuzeknop Hete lucht 3 instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 180 °C instellen.
74
3. De toets † indrukken.
De oven begint op te warmen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur instellen. Lees hierover het
hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.
Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Het voorbeeld in de afbeelding: Hete lucht 3 bij 200 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Snelvoorverwarming
Met de functie Snelvoorverwarming bereikt de oven de
ingestelde temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de functie Snelvoorverwarming bij ingestelde
temperaturen boven de 100 °C. Voor de volgende
verwarmingsmethoden is de functie Snelvoorverwarming
beschikbaar:
■
3 Hete lucht
■
0 Pizzastand
■
4 Circulatiegrill
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, plaatst u het gerecht
pas in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen
beëindigd is.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets † indrukken.
De oven begint voor te verwarmen.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. De toets f indrukken.
Op het display is het symbool c verlicht.
3. De toets † indrukken.
De oven begint voor te verwarmen.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het symbool c verdwijnt van het display.
Plaats uw gerecht in de oven.
Snelvoorverwarming afbreken
De toets f kort indrukken. Het symbool c verdwijnt van het
display.
Automatische veiligheidsuitschakeling
Ovendeur openen tijdens het gebruik
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de
toets † indrukken. De werking wordt voortgezet.
Werking onderbreken
Op de toets † drukken, de werking wordt onderbroken. De
toets † indrukken, de werking wordt voortgezet.
De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd
wanneer het apparaat gedurende langere tijd zonder ingestelde
tijdsduur in gebruik is. Het moment waarop uw apparaat
uitschakelt, is afhankelijk van de ingestelde functie en
temperatuur.
Voorbeeld: Gebruikt u de oven met hete lucht bij 160 °C, dan
schakelt hij na ca. 5 uur automatisch uit.
Op het display verschijnt “ƒ. Het apparaat gaat uit. Druk ter
bevestiging op de toets †.
De magnetron
De microgolven worden in de levensmiddelen omgezet in
warmte. U kunt de magnetron solo, d.w.z. alleen, of in
combinatie met een andere verwarmingsmethode gebruiken. U
krijgt informatie over de vormen en u kunt nalezen hoe de
magnetron moet worden ingesteld.
Aanwijzing:
In het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest vindt u
voorbeelden voor het ontdooien, verwarmen en garen met de
magnetron.
75
Aanwijzingen voor de vormen
Geschikte vormen
Geschikt zijn hittebestendige vormen van glas, glaskeramiek,
porselein, keramiek of temperatuurvaste kunststof. Deze
materialen laten microgolven door.
U kunt ook servies voor het opdienen gebruiken. Zo hoeft u de
gerechten niet over te plaatsen. Als uw serviesgoed een
versiering van goud of zilver heeft, mag u het uitsluitend
gebruiken indien de fabrikant garandeert dat het geschikt is
voor de magnetron.
Ongeschikte vormen
Vormen van metaal zijn niet geschikt. Metaal laat geen
microgolven door. In gesloten metalen voorwerpen blijven de
gerechten koud.
Attentie!
Het ontstaan van vonken: metaal - bijv. een lepel in het glas
dient zich op minstens 2 cm van de ovenwanden en de
binnenzijde van de deur te bevinden. Door vonken kan het glas
aan de binnenkant van de deur worden vernietigd.
Vormtest
De magnetron nooit inschakelen als er geen levensmiddelen in
zitten. De enige uitzondering hierop is de volgende vormtest.
Wanneer u niet zeker weet of een vorm geschikt is voor de
magnetron, doet u deze test:
1. Plaats de lege vorm ½ tot 1 minuut bij maximaal vermogen in
het apparaat.
2. Controleer tussentijds de temperatuur.
Aanwijzingen
Wanneer u op een toets drukt, is het gekozen vermogen
verlicht.
■
■
Het magnetronvermogen 900 watt kunt u voor maximaal
30 minuten instellen. Bij alle andere vermogens is een
tijdsduur tot 1 uur en 30 minuten mogelijk.
Magnetron instellen
Voorbeeld: magnetronvermogen 360 W, tijdsduur 17 minuten.
1. De functiekeuzeknop op Ç zetten.
2. De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
De toets wordt verlicht en er wordt een voorgestelde tijdsduur
weergegeven.
3. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
4. De toets † indrukken.
De bereiding start. De tijdsduur loopt zichtbaar af.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De magnetronfunctie is beëindigd. De
functiekeuzeknop op de nulstand draaien. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets 0 wissen.
Ovendeur openen tijdens het gebruik
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de
toets † indrukken. De werking wordt voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is altijd mogelijk. Met de toets @ of A de tijdsduur
veranderen.
De vorm moet goed koud of handwarm zijn.
Magnetronvermogen veranderen
Als hij heet wordt of als er vonken ontstaan, is hij niet geschikt.
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met
de toets @ of A de tijdsduur instellen en weer starten.
Magnetronvermogens
Met de toetsen stelt u het gewenste magnetronvermogen in.
90 W
voor het ontdooien van gevoelige gerechten.
180 W
voor het ontdooien en doorgaren
360 W
voor het garen van vlees en het opwarmen van
gevoelige gerechten.
600 W
voor het verwarmen en garen van gerechten
900 W
voor het verwarmen van vloeistoffen
Werking afbreken
De toets † ca. 4 seconden lang ingedrukt houden en de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Aanwijzingen
■ Wanneer u de functiekeuzeknop op Ç zet, wordt als voorstel
altijd het hoogste magnetronvermogen verlicht.
■
Wanneer u de deur van het apparaat tussentijds opent, kan
de ventilator verder lopen.
CombiSpeed
Hierbij is de grill gelijktijdig in combinatie met de magnetron in
gebruik. Uw gerechten zijn door de microgolven sneller klaar
en worden toch mooi bruin.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Combi is geëindigd. U kunt het
geluidssignaal voortijdig met de toets 0 wissen.
U kunt alle magnetronvermogens inschakelen.
Uitzondering: 900 watt.
Ovendeur tussentijds openen
Magnetroncombifunctie instellen
De werking wordt onderbroken. Na het sluiten van de deur de
toets † kort indrukken. De functie wordt voortgezet.
Voorbeeld: magnetron 360 W, 17 minuten en hete lucht 3
190 °C.
Functie pauzeren
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode en de
temperatuurkeuzeknop de temperatuur instellen.
2. De toets voor het gewenste magnetronvermogen indrukken.
Er verschijnt een voorgestelde tijdsduur.
3. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
4. De toets † indrukken.
De oven start. U kunt het verloop van de tijdsduur aflezen.
76
De toets † kort indrukken. De oven bevindt zich nu in de
pauzestand. Opnieuw op † drukken, de werking wordt
voortgezet.
Tijdsduur veranderen
Dit is altijd mogelijk. Met de toets @ of A de tijdsduur
veranderen.
Magnetronvermogen veranderen
Werking afbreken
De toets voor het nieuwe magnetronvermogen indrukken. Met
de toets @ of A de tijdsduur instellen en weer starten.
De toets † ca. 4 seconden lang ingedrukt houden en de
functiekeuzeknop en temperatuurkeuzeknop weer op de
nulstand draaien.
Automatische programma's
Met de automatische programma's kunt u heel eenvoudig twee
gerechten klaarmaken. U kiest het programma en voert het
gewicht van uw gerecht in. Automatisch wordt de optimale
instelling gekozen. U kunt kiezen uit 15 programma's.
4. Met de toets @ of A het gewicht instellen.
Zet de levensmiddelen altijd in de onverwarmde binnenruimte.
Programma instellen
Wanneer u een programma heeft gekozen stelt u de oven in.
De temperatuurkeuzeknop dient op de nulstand te staan.
Het voorbeeld in de afbeelding: Programma 2 met 1 kilogram
gewicht.
1. De functiekeuzeknop op Automatische programma's X
zetten.
Op het display verschijnt het eerste programmanummer.
5. De toets † indrukken. Het programma start. De tijdsduur
loopt zichtbaar af en de symbolen N en x verschijnen.
Het programma is beëindigd
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De functiekeuzeknop naar de nulstand
draaien. De oven is uitgeschakeld. U kunt het geluidssignaal
voortijdig met de toets 0 wissen.
Programma wijzigen
Na de start kunnen het programmanummer en het gewicht niet
veranderd worden.
Programma afbreken
2. Met de toets @ of A het programmanummer kiezen.
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Tijdsduur en eindtijd wijzigen
Bij de automatische programma's kunt u de tijdsduur en
eindtijd niet veranderen.
3. De toets h indrukken. Op het display verschijnt als voorstel
voor het gewicht 0,50 kilogram.
Ontdooiprogramma's
Met de 4 ontdooiprogramma's kunt u vlees, gevogelte en
brood ontdooien.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Gebruik levensmiddelen die zo plat mogelijk zijn en per portie
bij -18 °C zijn ingevroren en opgeslagen.
Neem het te ontdooien product altijd uit de verpakking en
weeg het. U heeft het gewicht nodig om het programma in te
stellen.
■
■
■
Bij het ontdooien van vlees en gevogelte ontstaat vloeistof.
Dit tijdens het keren verwijderen en in geen geval verder
gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking laten
komen.
Vormen
Leg de levensmiddelen op een platte vorm die geschikt is
voor de magnetron, bijv. een schaal of bord van glas of
porselein en doe er geen deksel op.
Bij het ontdooien van kip en stukken kip (P03) klinkt
tweemaal het signaal om te keren.
77
■
Rusttijd
Laat het ontdooide product nog 10 tot 30 minuten rusten,
voor een gelijkmatige temperatuurverdeling. Grote stukken
vlees hebben een langere rusttijd nodig dan kleine. Platte
stukken en gehakt dient u voor de rusttijd uit elkaar te halen.
Hierna kunt u de levensmiddelen verder verwerken, ook
wanneer dikke vleesstukken van binnen eventueel nog
bevroren zijn. Bij gevogelte kunt u nu de ingewanden
verwijderen.
Programma-nr.
Gewichtsbereik in kg
Ontdooien
P 01
Gehakt
0,20 - 1,00
P 02
Vleesstukken
0,20 - 1,00
P 03
Kip, stukken kip
0,40 - 1,80
P 04
Brood
0,20 - 1,00
Bereidingsprogramma's
Met de 3 bereidingsprogramma's kunt u rijst, aardappels of
groente garen.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Weeg het product. U heeft het gewicht nodig om het
programma in te stellen.
■
Vormen
Maak de levensmiddelen altijd klaar in een voor de
magnetron geschikte vorm met deksel. Voor rijst dient u een
grote, hoge vorm te gebruiken. Plaats de vorm op het lage
rooster.
Rijst (P05)
Aanwijzing: Gebruik geen rijst in kookbuideltjes. Rijst schuimt
sterk bij de bereiding. Stel het brutogewicht (zonder vloeistof)
in. Twee tot tweeënhalf keer zoveel vloeistof bij de rijst doen.
Aardappels (P06)
Aanwijzing: Gekookte aardappels:
snijd deze in stukken van gelijke grootte. Per 100 g aardappels
1 eetlepel water en wat zout toevoegen.
Groente (P07)
Aanwijzingen
■ verse groente:
in stukken van gelijke grootte snijden. 1 eetlepel water per
100 g groente toevoegen.
■
Rusttijd
Wanneer het programma afgelopen is, roert u het product
nog een keer om. Om tot een gelijkmatige
temperatuurverdeling te komen dient het nog 5-10 minten te
rusten.
De bereidingsresultaten zijn afhankelijk van de kwaliteit en de
aard van de levensmiddelen.
Programma-nr.
Gewichtsbereik
in kg
Garen
05
Rijst
0,05 - 0,20
06
Aardappels
0,15 - 1,00
07
Groente
0,15 - 1,00
Combigaarprogramma's
Aanwijzingen
■ Neem het product uit de verpakking en weeg het. Kunt u het
exacte gewicht niet invoeren, rond het dan naar boven of
beneden af.
■
Vormen
Gaar de levensmiddelen in een niet al te grote,
hittebestendige vorm, die geschikt is voor de magnetron.
Plaats de vorm op het lage rooster.
Lamsvlees, medium (P12)
Geschikt is lamsvlees van de schouder of lamsbout zonder
been.
Gehakt (P13)
Het programma is geschikt voor vlees dat niet hoger is dan
7 cm.
Vis, heel (P14)
Snijd het vel van de vis van tevoren in. Leg de vis in de
“zwemstand" in de vorm.
Eenpansgerecht met rijst (P15)
Voer alleen het gewicht van de rijst in. Geschikt zijn gerechten
met rijst en groente, vis of gevogelte. Gebruik alleen verse
ingrediënten. Gebruik een hoge vorm met deksel.
Rusttijd
Het product na afloop van het programma nog ca 5-10 minuten
laten rusten voor een gelijkmatige temperatuurverdeling.
Programmanr.
Gewichtsbereik
in kg
Combigaren
08
Ovenschotel, diepvries*
(tot 3 cm hoog)
0,40 ,1,20
09
Kip, heel*
0,50 - 2,00
10
Rosbief, medium*
0,50 - 1,50
11
Gebraden varkenshals
0,50 - 2,00
12
Lamsvlees, medium
0,80 - 2,00
13
Gehakt*
0,50 - 1,50
14
Vis, heel*
0,30 - 1,00
15
Eenpansgerecht met rijst en 0,05 - 0,20
verse ingrediënten
* Gebruik een vorm zonder deksel
Tijdfuncties instellen
Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt
u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie.
Zolang u kunt instellen zijn alle tijdsymbolen verlicht. Aan de pijl
N kunt u zien bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al
ingestelde tijdfunctie kunt u direct met de toets @ of A wijzigen,
wanneer voor het tijdsymbool de pijl N staat.
1. De toets 0 eenmaal indrukken.
Wekker instellen
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De
wekker start. Op het display is het symbool NS verlicht en kunt
u het verloop van de wekkertijd aflezen. De andere
tijdsymbolen verdwijnen.
U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt
onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
78
Op het display is het tijdsymbool verlicht, de pijl N staat
voor S.
2. Met de toets @ of A de wekkertijd instellen.
Voorgestelde waarde toets @ = 10 minuten
Voorgestelde waarde toets A = 5 minuten
De wekkertijd is afgelopen
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat 0:00. Met de toets 0
de wekker uitschakelen.
Wekkertijd veranderen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 0:00. De toets 0 indrukken. Het signaal verdwijnt.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Met de toets @ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen.
De tijdsduur is afgelopen
Wekkertijd wissen
Met de toets A de wekkertijd weer op 0:00 zetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is
uitgeschakeld.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. De wekker loopt
op de voorgrond. Voor het symbool S staat de pijl N en u kunt
het verloop van de wekkertijd aflezen.
Om Kookwekker S, Tijdsduur x of Tijd 0 op te vragen, de
toets 0 zo vaak indrukken tot de pijl om het betreffende
symbool staat. De daarbij behorende waarde verschijnt enkele
seconden op het display.
Tijdsduur instellen
U kunt de bereidingstijd van uw gerecht bij de oven instellen.
Wanneer de tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te
onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd
wordt niet per ongeluk overschreden.
Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display staat 20:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de
pijl N staat voorx.
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 0:00. De toets 0 indrukken. Het signaal gaat uit.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Tijdsduur wissen
Met de toets A de tijdsduur naar 0:00 terugzetten. Na enkele
seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is
gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de
toets 0.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Voor het
symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat de pijl N.
Om Kookwekker V, Tijdsduur x of Tijd 0 op te vragen de
toets 0 zo vaak indrukken tot de pijl N om het betreffende
symbool staat. De waarde hiervoor verschijnt een paar
seconden op het display.
Tijd instellen
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking zijn op het
display de symbolen N0 en drie nullen verlicht. Stel de tijd in.
1. De toets @ of A indrukken.
Voorgestelde waarde @: 12:00
Voorgestelde waarde A 23:59
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
3. De toets 0 indrukken. De tijd is ingesteld.
Tijd wijzigen
Voowaarde: uw apparaat moet uitgeschakeld zijn.
1. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de pijl N staat
voor het symbool 0.
2. Met de toets @ of A de tijd veranderen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijdsweergave uit
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
U kunt ervoor kiezen de tijd niet meer weer te geven. Lees
hierover het hoofdstuk Basisinstellingen veranderen na.
5. De toets † indrukken.
De oven start. Op het display kunt u het verloop van de
tijdsduur aflezen en het symbool Nx is verlicht. De andere
tijdsymbolen verdwijnen.
79
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen per ongeluk de oven
inschakelen, is deze voorzien van een kinderslot.
Op het display verschijnt het symbool @. Het kinderslot is
ingeschakeld.
De oven reageert op geen enkele instelling. Kookwekker en tijd
kunt u ook instellen wanneer het kinderslot is ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
De toets R ca. vier seconden lang indrukken.
Kinderslot inschakelen
Voorwaarde: er mag geen tijdsduur zijn ingesteld en de
functieknop staat in de nulstand.
De toets R ca. vier seconden lang indrukken.
Het symbool @ verdwijnt van het display. Het kinderslot is
uitgeschakeld.
Kinderslot bij de automatische programma's
Wanneer er een automatisch programma is ingesteld,
functioneert het kinderslot niet.
Basisinstellingen wijzigen
Uw apparaat heeft verschillende basisinstellingen die u op elk
moment kunt veranderen.
Basisinstellingen
In de tabel vindt u alle basisinstellingen en de
wijzigingsmogelijkheden.
Basisinstellingen
Mogelijkheden
Toelichting
™‚
Klokdisplay
‚ = aan
Klokdisplay
ƒ = uit
Tijdsindicatie
™ƒ
Geluidssignaal tijdsduur
ƒ = gemiddeld = 2 minuten
‚ = kort = 10 seconden
„ = lang = 5 minuten
Signaal na afloop van een tijdsduur
™„
Geluidssignaal tijdsduur
ƒ = gemiddeld
‚ = zacht
„ = hard
Volume van het signaal
™…
Wachttijd
ƒ = gemiddeld = 5 seconden
‚ = kort = 2 seconden
„ = lang = 10 seconden
Wachttijd tussen afzonderlijke stappen, na een
instelling
Voorwaarde: het apparaat is uitgeschakeld.
3. Met de toets 0 bevestigen.
In het display verschijnt de volgende basisinstelling. Met de
toets 0 kunt u alle basisinstellingen doorlopen en met de
toets @ of A veranderen.
1. De toets 0 een paar seconden indrukken.
Op het display verschijnt de eerste basisinstelling.
2. Met de toets @ ofA de basisinstelling wijzigen.
4. Ten slotte de toets 0 een paar seconden lang ingedrukt
houden.
Alle instellingen zijn overgenomen.
U kunt de instellingen op elk moment weer wijzigen.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de magnetron goed verzorgt en schoonmaakt, blijft
hij lang mooi en intact. Hieronder leggen wij u uit hoe u het
apparaat op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt.
: Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen
hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
: Risico van verbranding!
Het apparaat nooit direct na het uitschakelen schoonmaken.
Het apparaat laten afkoelen.
: Ernstig gezondheidsrisico!
Wanneer de deur van de binnenruimte of de deurdichting
beschadigd is, kan er microgolfenergie vrijkomen. Het toestel
nooit gebruiken wanneer de deur van de binnenruimte of
80
deurdichting beschadigd is. Contact opnemen met de
klantenservice.
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van het apparaat
zijn het gevolg van het gebruik van verschillende materialen,
zoals glas, kunststof en metaal.
■
■
■
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Onaangename geurtjes, zoals na het bereiden van vis, kunt
u op een hele eenvoudige manier opheffen. Doe een paar
druppels citroensap in een kopje water. Zet er ook een lepel
in, om kookvertraging te voorkomen. Verwarm het water
gedurende 1 tot 2 minuten op maximaal
magnetronvermogen.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd worden, dient u
zich te houden aan de gegevens in de tabel. Gebruik
■
■
■
Bereik
Schoonmaakmiddelen
Binnenruimte
Warm zeepsop of water met azijn:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen.
Bij sterke vervuiling: gebruik geen
ovenspray en geen andere agressieve
reinigingsproducten voor de oven of
schuurmiddelen. Ook schuur- en pannensponsjes zijn niet geschikt. Deze
middelen maken krassen op het oppervlak. De binnenvlakken grondig laten
drogen.
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
geen metalen of glazen schrapers om het glas van de deur
schoon te maken.
geen metalen of glazen schrapers voor het schoonmaken
van de deurdichting.
■
geen harde schuur- en schoonmaaksponsjes,
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Laat alle oppervlakken zeer goed drogen voordat u het
apparaat weer gaat gebruiken.
Bereik
Verlaagde deel in de Vochtige doek:
binnenruimte
Er mag geen water door de aandrijving
van de draaischijf binnen in het toestel
komen.
Rooster
Warm zeepsop:
Reinigen met reinigingsmiddel voor
roestvrij staal of in de vaatwasmachine.
Ruiten van de deur
Glasreiniger:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Geen glazen schraper gebruiken.
Dichting
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen,
niet schuren. Geen metalen of glazen
schraper gebruiken voor het schoonmaken.
Schoonmaakmiddelen
Voorkant van het toe- Warm zeepsop:
stel
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Voorkant van het toe- Warm zeepsop:
stel met roestvrij
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
staal
met een zachte doek nadrogen. Kalk-,
vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk verwijderen. Onder zulke
vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan. Bij de klantenservice of in speciaalzaken zijn speciale
schoonmaakmiddelen voor roestvrij
staal verkrijgbaar. Geen glasreiniger,
metalen of glazen schraper gebruiken
voor het schoonmaken.
Storingstabel
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Probeer voordat u de servicedienst belt om de storing zelf op te
lossen met behulp van de tabel.
Wanneer een gerecht een keer niet lukt, raadpleeg dan het
hoofdstuk Voor u getest in onze kookstudio. Hier vindt u vele
tips en aanwijzingen voor het koken.
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
Storingstabel
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing / aanwijzing
Het apparaat werkt niet.
Zekering defect.
In de meterkast controleren of de zekering
voor het toestel in orde is.
Stekker niet in het stopcontact gestoken.
Stekker in het stopcontact steken.
Stroomonderbreking
Controleren of de keukenverlichting werkt.
Apparaat werkt niet. In het indicatie- Kinderslot is actief.
veld verschijnt @.
Kinderslot deactiveren (zie hoofdstuk: Kinderslot).
In het indicatieveld staat ‹:‹‹ en 0. Stroomonderbreking
Tijd opnieuw instellen.
81
Storing
Mogelijke oorzaak
Oplossing / aanwijzing
Magnetron wordt niet ingeschakeld. Deur is niet helemaal gesloten.
Controleren of er resten van een gerecht of
een voorwerp tussen de deur klem zitten.
Gerechten in de magnetron worden
langzamer warm dan gewoonlijk.
Hogere vermogensstand kiezen.
Te lage vermogensstand voor de magnetron
ingesteld.
Er is een grotere hoeveelheid dan gebruikelijk Voor dubbele hoeveelheid bijna dubbele
in het apparaat gedaan.
tijdsduur instellen.
Draaiplateau schuurt of sleept.
Gerechten zijn kouder dan gewoonlijk.
Gerechten tussentijds omroeren of keren.
Verontreiniging of oneigenlijk voorwerp bij
aandrijving draaiplateau.
Wieltjes onder het draaiplateau en de groef
in de ovenbodem goed schoonmaken.
Een bepaalde functie of vermogens- Instelling voor temperatuur, vermogensstand
stand kan niet worden ingesteld.
of combinatie is voor deze functie niet mogelijk.
Mogelijke instellingen kiezen.
In het indicatieveld verschijnt “‚.
Thermische veiligheidsuitschakeling is geacti- Contact opnemen met de servicedienst.
veerd.
In het indicatieveld verschijnt “ƒ.
Automatische veiligheidsuitschakeling is geac- Willekeurige toets aanraken of aan de draaitiveerd.
knop draaien.
In het indicatieveld verschijnt “„.
Storing in ovenfunctie.
In het indicatieveld verschijnt “….
Thermische veiligheidsuitschakeling is geacti- Contact opnemen met de servicedienst.
veerd.
In het indicatieveld verschijnt “‚‚.
Vocht in het bedieningspaneel.
Bedieningspaneel laten drogen.
In het indicatieveld verschijnt “‚ˆ.
Snel voorverwarmen mislukt.
Contact opnemen met de servicedienst.
Contact opnemen met de servicedienst.
Apparaat kan worden ingesteld maar Demoschakeling is geactiveerd.
warmt niet op. De dubbele punt knippert.
Stroomtoevoer voor het apparaat onderbreken en weer tot stand brengen. De toets R
zo lang indrukken tot het symbool @ op het
display verschijnt en de dubbele punt
ophoudt te knipperen. Binnen 4 seconden
met de toets R bevestigen.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Technische gegevens
Enummer en FDnummer
Stroomvoorziening
220-230 V, 50 Hz
Magnetronvermogen
900 W
Microgolven-frequentie
2450 MHz
Zekering
16 A
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te
hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u
hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Enr.
FDnr.
Servicedienst O
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL
088 424 4080
B
070 222 145
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
82
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
VDEgetest
ja
CEmarkering
ja
Dit apparaat beantwoordt aan de norm EN 55011 resp. CISPR
11. Het is een product van groep 2, klasse B.
Groep 2 betekent dat er microgolven worden geproduceerd om
levensmiddelen te verwarmen. Klasse B houdt in dat het
apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
Acrylamide in levensmiddelen
Om welke gerechten gaat het?
Acrylamide ontstaat vooral bij met hoge verhitting
klaargemaakte graan- en aardappelproducten, zoals
bijv. aardappelchips, frites, toast, broodjes, brood, fijne
bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas).
Tips voor een acrylamidearme bereiding van gerechten
Algemeen
Zo kort mogelijke bereidingstijden aanhouden. Gerechten goudgeel, niet te donker
laten worden. Grote, dikke gerechten bevatten minder acrylamide.
Bakken koekjes
Met boven- en onderwarmte max. 200 °C, met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Met boven- en onderwarmte max. 190 °C, met 3D-hete lucht of hete lucht max.
170 °C. Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Oven-frites
Gelijkmatig en in één laag over de plaat verdelen. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de aardappels niet uitdrogen.
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste
manier afvoert.
Energie besparen
■
■
■
■
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Voor u in onze kookstudio getest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode, temperatuur of welk
magnetronvermogen het meest geschikt is voor uw gerecht. U
krijgt informatie over de juiste toebehoren en de hoogte waarop
ze ingeschoven dienen te worden. U krijgt tips over vormen en
de bereiding.
Aanwijzingen
■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst. Alleen
voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt aangegeven.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren die u niet nodig
heeft uit de binnenruimte.
■
■
■
■
Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op de toebehoren.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in speciaalzaken kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Gebruik altijd pannenlappen wanneer u hete accessoires of
serviesgoed uit de binnenruimte neemt.
Ontdooien, verwarmen en garen met de
magnetron
In de volgende tabellen vindt u vele mogelijkheden en
instelwaarden voor de magnetron.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de vorm, de kwaliteit, de temperatuur en de
aard van de levensmiddelen.
In de tabellen zijn vaak tijdsbereiken aangegeven. Stel eerst de
kortste tijd in en verleng deze zo nodig.
Het kan zijn dat u andere hoeveelheden heeft dan in de
tabellen staan aangegeven. Hiervoor geldt een vuistregel:
dubbele hoeveelheid - bijna dubbele tijdsduur, halve
hoeveelheid - halve tijdsduur.
Zet de vorm midden op het lage rooster. Zo kunnen de
microgolven de gerechten van alle kanten bereiken.
Ontdooien
Aanwijzingen
■ Zet de diepvriesproducten in een open vorm op het rooster.
■
Kwetsbare delen, bijv kippenvleugels en -poten of vette
randen van braadstukken, kunt u afdekken met kleine
stukken aluminiumfolie. De folie mag de wanden van de
binnenruimte niet raken. Halverwege het ontdooien kunt u de
aluminiumfolie verwijderen.
83
■
De gerechten tussendoor 1 tot 2 maal keren of omroeren.
Grote stukken meerdere keren omdraaien. Verwijder tijdens
het keren de vloeistof die door het ontdooien is ontstaan.
Ontdooien
Gewicht
■
Laat het ontdooide gerecht nog 10 tot 60 minuten rusten bij
kamertemperatuur, zodat de temperatuur gelijkmatig wordt
verdeeld. Bij gevogelte kunt u dan de ingewanden
verwijderen.
Magnetronvermogen in watt, tijdsduur Aanwijzingen
in minuten
Vlees, heel, van rund, kalf of varken 800 g
(met en zonder been)
1 kg
180 W, 15 min. + 90 W, 10-20 min.
1,5 kg
180 W, 30 min. + 90 W, 20-30 min.
Vlees in stukken of plakken van
rund, kalf of varken
Gehakt, gemengd
Gevogelte of stukken gevogelte
meerdere malen keren
180 W, 20 min. + 90 W, 15-25 min.
200 g
180 W, 3 min. + 90 W, 1015 min.
500 g
180 W, 5 min. + 90 W, 15-20 min.
800 g
180 W, 8 min. + 90 W, 15-20 min.
200 g
90 W, 10-15 min.
500 g
180 W, 5 min. + 90 W, 1015 min.
800 g
180 W, 8 min. + 90 W, 15-20 min.
600 g
180 W, 8 min. + 90 W, 1015 min.
1,2 kg
180 W, 15 min. + 90 W, 25-30 min.
tijdens het keren de ontdooide delen
van elkaar scheiden
zo vlak mogelijk invriezen
meerdere malen keren, al ontdooid
vlees verwijderen
tussendoor keren
Eend
2 kg
180 W, 20 min. + 90 W, 30-40 min.
meerdere malen keren
Visfilet, viskotelet of plakken
400 g
180 W, 5 min. + 90 W, 1015 min.
ontdooide delen van elkaar scheiden
Hele vis
300 g
180 W, 3 min. + 90 W, 1015 min.
-
600 g
180 W, 8 min. + 90 W, 1015 min.
300 g
180 W, 10-15 min.
600 g
180 W, 10 min. + 90 W, 10-15 min.
300 g
180 W, 7-10 min.
500 g
180 W, 8 min. + 90 W, 5-10 min.
tussendoor voorzichtig roeren en ontdooide delen van elkaar scheiden
125 g
180 W, 1 min. + 90 W, 2-4 min.
Verpakking volledig verwijderen
250 g
360 W, 1 min. + 90 W, 2-4 min.
500 g
180 W, 6 min. + 90 W, 5-10 min.
1 kg
180 W, 12 min. + 90 W, 15-25 min.
500 g
90 W, 15-20 min.
750 g
180 W, 5 min. + 90 W, 1015 min.
500 g
180 W, 5 min. + 90 W, 1015 min.
750 g
180 W, 7 min. + 90 W, 10-15 min.
Groente, bijv. erwten
Fruit, bijv. frambozen
Boter, ontdooien
Heel brood
Gebak, droog, bijv. cake
Gebak, vochtig, bijv. vruchtentaart,
kwarktaart
Ontdooien, verhitten of garen van diepvriesgerechten
Aanwijzingen
Neem de kant-en-klare gerechten uit de verpakking In
vormen die geschikt zijn voor de magnetron worden ze
sneller en gelijkmatiger opgewarmd. Verschillende
bestanddelen van de gerechten kunnen snel of minder snel
worden opgewarmd dan andere.
■
■
■
Platte gerechten zijn sneller klaar dan hoge. Verdeel de
gerechten daarom zo plat mogelijk in de vorm. U dient geen
levensmiddelen in lagen op elkaar te leggen.
■
■
■
■
tussendoor voorzichtig roeren
tussendoor keren
alleen voor gebak zonder glazuur,
room of crème, stukken van elkaar
scheiden
alleen voor gebak zonder glazuur,
room of gelatine
Tussendoor dient u de gerechten 2 tot 3 maal om te roeren
of te keren.
Laat de gerechten nadat ze opgewarmd zijn nog 2 tot
5 minuten rusten, met het oog op een gelijkmatige
temperatuurverdeling.
Gebruik altijd keukenhandschoenen of pannenlappen
wanneer u de vorm eruit neemt.
De eigen smaak van de gerechten blijft in hoge mate
behouden. Daarom kunt u spaarzaam omgaan met zout en
kruiden.
Dek de gerechten altijd af. Wanneer u geen geschikte deksel
voor uw vorm heeft, neemt u een bord of speciaal folie voor
de magnetron.
Ontdooien, verhitten of garen van
diepvriesgerechten
Magnetronvermogen in watt,
tijdsduur in minuten
Aanwijzingen
Menu, schotel, kant-en-klaar gerecht 300-400 g
600 W, 10-15 min.
Gerecht uit de verpakking nemen, voor
het verwarmen afdekken
Soep
400-500 g
600 W, 8-10 min.
gesloten vorm
Eenpansgerechten
500 g
600 W, 10-15 min.
gesloten vorm
1 kg
600 W, 20-25 min.
500 g
600 W, 15-20 min.
1 kg
600 W, 25-30 min.
Lapjes of stukken vlees in saus,
bijv. goulash
84
Gewicht
gesloten vorm
Ontdooien, verhitten of garen van
diepvriesgerechten
Gewicht
Magnetronvermogen in watt,
tijdsduur in minuten
Aanwijzingen
Vis, bijv. stukken filet
400 g
600 W, 10-15 min.
afgedekt
800 g
600 W, 18-20 min.
250 g
600 W, 2-5 min.
Bijgerechten, bijv. rijst, pasta
500 g
600 W, 8-10 min.
Groente, bijv. erwten, broccoli, wortels
300 g
600 W, 8-10 min.
600 g
600 W, 15-20 min.
Spinazie à la crème
450 g
600 W, 11-16 min.
gesloten vorm; vloeistof toevoegen
gesloten vorm; 1 el water toevoegen
zonder toevoeging van water klaarmaken
Gerechten verhitten
Attentie!
: Kans op verbrandingen!!
Metaal - bijv. de lepel in het glas - moet minstens 2 cm van de
ovenwanden en de binnenkant van de deur verwijderd zijn.
Door vonken kan het glas aan de binnenkant van de deur
worden vernietigd.
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kookvertraging ontstaan.
Dit houdt in dat de kooktemperatuur wordt bereikt zonder dat
er bellen ontstaan. Al bij een kleine trilling van de vorm kan de
hete vloeistof plotseling hevig overkoken en opspatten.
Wanneer u vloeistof verhit, zet dan altijd een lepel in het
voorwerp waarin de vloeistof zich bevindt. Zo voorkomt u
kookvertraging.
Aanwijzingen
Neem kant-en-klare gerechten uit de verpakking. In vormen
die geschikt zijn voor de magnetron worden ze sneller en
gelijkmatiger opgewarmd. Verschillende bestanddelen van
de gerechten kunnen snel of minder snel worden opgewarmd
dan andere.
■
■
■
■
■
Gerechten verhitten
Gewicht
Menu, schotel, kant-en-klaar gerecht 350-500 g
Dranken
Babyvoeding, bijv. flesjes melk
Dek de gerechten altijd af. Wanneer u geen geschikte deksel
voor uw vorm heeft, neemt u een bord of speciaal folie voor
de magnetron.
Tussendoor dient u de gerechten meermaals door te roeren
of te keren. Controleer de temperatuur.
Laat de gerechten nadat ze opgewarmd zijn nog 2 tot
5 minuten rusten, met het oog op een gelijkmatige
temperatuurverdeling.
Gebruik altijd keukenhandschoenen of pannenlappen
wanneer u de vorm eruit neemt.
Magnetronvermogen in watt,
tijdsduur in minuten
Aanwijzingen
600 W, 5-10 min.
Gerecht uit de verpakking nemen, voor
het verwarmen afdekken
Attentie!
Lepel in het glas zetten, alcoholische
dranken niet oververhitten, tussendoor
controleren
150 ml
900 W, 1-2 min.
300 ml
900 W, 2-3 min.
500 ml
900 W, 3-4 min.
50 ml
360 W, ca. 1 min.
100 ml
360 W, 1-2 min.
200 ml
360 W, 2-3 min.
Soep
1 kop
175 g
900 W, 2-3 min.
2 koppen
à 175 g
900 W, 45 min.
Flesjes zonder speen of deksel op de
bodem van de binnenruimte plaatsen, na
het verwarmen goed schudden of omroeren, beslist de temperatuur controleren
-
4 koppen
à 175 g
900 W, 5-6 min.
Lapjes of stukken vlees in saus,
bijv. goulash
500 g
600 W, 10-15 min.
afgedekt
Eenpansgerecht
400 g
600 W, 5-10 min.
gesloten vorm
800 g
600 W, 10-15 min.
Groente
150 g
600 W, 2-3 min.
300 g
600 W, 3-5 min.
Gerechten garen
Aanwijzingen
Platte gerechten zijn sneller klaar dan hoge. Verdeel de
gerechten daarom zo plat mogelijk in de vorm. U dient geen
levensmiddelen in lagen op elkaar te leggen.
■
■
Bereid alle gerechten in een gesloten vorm. Wanneer u geen
geschikte deksel voor uw vorm heeft, neemt u een bord of
speciaal folie voor de magnetron.
■
■
■
een beetje vloeistof toevoegen
De eigen smaak van de gerechten blijft in hoge mate
behouden. Daarom kunt u spaarzaam omgaan met zout en
kruiden.
Laat de gerechten met het oog op een gelijkmatige
temperatuurverdeling na het garen nog 2 tot 5 minuten
rusten.
Gebruik altijd keukenhandschoenen of pannenlappen
wanneer u de vorm eruit neemt.
85
Gerechten garen
Magnetronvermogen in watt
Tijdsduur in minuten
Aanwijzingen
Hele kip, vers, zonder inge- 1,5 kg
wanden
600 W, 30-35 min.
halverwege de bereidingstijd keren
Visfilet, vers
400 g
600 W, 5-10 min.
-
Groente, vers
250 g
600 W, 5-10 min.
500 g
600 W, 10-15 min.
In stukken van gelijke grootte snijden, per
100 g 1 tot 2 el water toevoegen, tussendoor
roeren
Aardappels
Gewicht
250 g
600 W, 8-10 min.
500 g
600 W, 11-14 min.
750 g
600 W, 1522 min.
125 g
250 g
600 W, 7-9 min. + 180 W, 15-20 min.
dubbele hoeveelheid vloeistof toevoegen;
600 W, 10-12 min. + 180 W, 20-25 min. een hoge, gesloten vorm gebruiken
Zoete desserts,
bijv. pudding (instant)
500 ml
600 W, 7-9 min.
tussendoor met de garde 2 tot 3 keer roeren
Fruit, compote
500 g
600 W, 9-12 min.
-
Rijst
In stukken van gelijke grootte snijden, per
100 g 1 tot 2 el water toevoegen, tussendoor
roeren
Popcorn voor de magnetron
Aanwijzingen
■ Gebruik hittebestendige, ondiepe vormen, bijv. de deksel van
een ovenschaal, een glazen bord of een glazen schaal
(pyrex)
■
Plaats de vorm altijd op het rooster.
■
Geen porseleinen of zeer gewelfde borden gebruiken.
■
Instellen volgens de beschrijving in de tabel. Afhankelijk van
product en hoeveelheid kan een tijdsaanpassing nodig zijn.
Popcorn voor de magnetron
■
Om te voorkomen dat de popcorn aanbrandt, de popcornzak
er na 1 minuut en 30 seconden even uitnemen en schudden.
Let op: heet!
: Risico van verbranding!
■
Popcornzak voorzichtig openen, er kan hete damp vrijkomen.
■
Nooit het volledige magnetronvermogen instellen.
Gewicht
Toebehoren
Magnetronvermogen in watt
Tijdsduur in minuten
1 zak à 100 g
Vorm, rooster
600 W, 3-5 min.
Tips voor de magnetron
U vindt geen instelgegevens voor de voorbereide hoeveelheid Verleng of verkort de gaartijden aan de hand van de volgende vuisvoedsel.
tregel:
dubbele hoeveelheid is = bijna de dubbele tijd
halve hoeveelheid = halve tijd
Het gerecht is te droog geworden.
Stel de volgende keer een korte gaartijd in of kies een laag magnetronvermogen. Dek het gerecht af en voeg meer vloeistof toe.
Het gerecht is na afloop van de ingestelde tijd nog niet ontdooid, warm of gaar.
Stel een langere tijd in. Grotere hoeveelheden en hogere gerechten
hebben meer tijd nodig.
Aan het einde van de gaartijd is het gerecht bij de randen te
heet, maar in het midden nog niet klaar.
Roer tussendoor om en kies de volgende keer een lager vermogen
en een langere tijdsduur.
Na het ontdooien is het gevogelte of het vlees van buiten
gaar, maar in het midden nog niet ontdooid.
Kies de volgende keer een lager magnetronvermogen. Bij grotere
hoeveelheden dient u het te ontdooien gerecht ook meerdere
malen te keren.
Taart, cake en gebak
Bakvormen
Bij de tabellen
Aanwijzing. Het meest geschikt zijn donkere metalen
bakvormen.
Aanwijzingen
■ De opgegeven tijden gelden voor producten die in de
onverwarmde oven worden geplaatst.
■
■
■
Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de kwaliteit en
de hoeveelheid van het deeg. In de tabellen zijn bereiken
aangegeven. Begin met de laagste waarde en stel zo nodig
de volgende keer een hogere waarde in. Een lage
temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin
wordt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Zet de vorm altijd in het midden van het lage rooster.
86
Gebak in vormen
Toebehoren
Verwarmingsmethode
Cake, eenvoudig
Krans/rechthoekige vorm 3
Temperatuur °C
Magnetronvermo- Tijdsduur in
gen in watt
minuten
170-180
90
40-50
Cake, fijn (bijv. zandtaart)*
Krans/rechthoekige vorm 3
150-170
-
70-90
Taartbodem van roerdeeg
Vorm vruchtentaartbodem 3
160-180
-
30-40
Vruchtentaart fijn, roerdeeg
Springvorm/tulbandvorm
3
170-180
90
35-45
Biscuitbodem, 2 eieren
Vorm vruchtentaartbodem 3
160-170
-
20-25
Biscuittaart, 6 eieren
donkere springvorm
170-180
-
35-45
Bodem zandtaartdeeg met rand
3
donkere springvorm
3
170-190
-
30-40
Vruchten- of kwarktaart met bodem donkere springvorm
van zandtaartdeeg*
3
170-190
180
35-45
Zwitserse vruchtentaart**
donkere springvorm
0
190-200
-
45-55
Tulband
Tulbandvorm
3
170-180
Pizza, dunne bodem, weinig
bedekking**
ronde pizzaplaat
0
220-230
40-50
-
15-25
Hartig gebak**
donkere springvorm
0
200-220
-
50-60
Notentaart
donkere springvorm
3
170-180
90
35-45
Gistdeeg met droge bedekking
ronde pizzaplaat
3
160-180
-
50-60
Gistdeeg met vochtige bedekking
ronde pizzaplaat
3
170-190
-
55-65
Broodvlecht van 500 g bloem
ronde pizzaplaat
3
170-190
-
35-45
Kerststol van 500 g bloem
ronde pizzaplaat
3
160-180
-
60-70
Strudel, zoet
ronde pizzaplaat
3
190-210
180
35-45
* Gebak ca. 20 minuten in de oven laten afkoelen.
** Vorm direct op de draaischijf plaatsen.
Klein gebak
Toebehoren
Verwarmings- Temperatuur in°C
methode
Tijdsduur in minuten
Koekjes
ronde pizzaplaat
3
150-170
25-35
Bitterkoekjes
ronde pizzaplaat
3
110-130
35-45
Schuimgebak
ronde pizzaplaat
3
100
80-100
Muffins
Muffinplaat op het rooster
3
160-180
35-40
Deeg van bijv. soesjes
ronde pizzaplaat
3
200-220
35-45
Bladerdeeggebak
ronde pizzaplaat
3
190-200
35-45
Gistdeeggebak
ronde pizzaplaat
3
200-220
25-35
Brood en broodjes
Toebehoren
Verwarmingsmethode
Temperatuur in°C
Tijdsduur in minuten
Zuurdeegbrood van 1,2 kg bloem
ronde pizzaplaat
3
210-230
50-60
Plat rond brood*
ronde pizzaplaat
3
220-230
25-35
Broodjes
ronde pizzaplaat
3
210-230
25-35
Broodjes van gistdeeg, zoet
ronde pizzaplaat
3
200-220
15-25
* Vorm direct op de draaischijf plaatsen.
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept.
Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
U wilt een vorm van silicone, glas, kunststof De vorm moet tot 250 °C hittebestendig zijn. In deze vormen wordt het gebak minder
of keramiek gebruiken.
bruin. Wanneer u de magnetron inschakelt, wordt de tijdsduur eventueel korter dan
wat in de tabel staat aangegeven.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken Steek ongeveer 10 minuten voor het einde van de opgegeven baktijd een houten
is.
prikker in op de plek waar het gebak het hoogst is. Wanneer er geen deeg meer aan
de prikker zit, is het gebak klaar.
Het gebak zakt in.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden
lager in en houd een langere baktijd aan. Houd rekening met de omroertijden in het
recept.
87
Het gebak is in het midden hoog gerezen
en lager bij de randen.
Vet nu de bodem van de springvorm in. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker.
Kies een lagere temperatuur en een wat langere baktijd.
Het gebak is te droog.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer
10 graden hoger in en houd kortere baktijden aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere
temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor,
deze bestrooit u met amandelen of paneermeel en vervolgens brengt u de bovenste
laag erop aan. Let op recepten en baktijden.
Het gebak laat niet los wanneer u het uit de Laat het gebak na het bakken nog 5 tot 10 minuten afkoelen, dan komt het gemakkevorm wilt storten.
lijker los uit de vorm. Als het er nog steeds niet uit komt, maakt u de rand voorzichtig
los met een mes. Stort het gebak opnieuw en bedek de vorm meerdere keren met
een natte, koude doek. Vet de vorm de volgende keer goed in en strooi er ook
paneermeel in.
U heeft met uw eigen thermometer de
oventemperatuur gemeten en daarbij een
afwijking vastgesteld.
De oventemperatuur wordt door de fabrikant met een testrooster na een bepaalde tijd
in het middelpunt van de binnenruimte gemeten. Alle vormen en toebehoren hebben
invloed op de gemeten waarde, zodat u altijd een verschil zult vaststellen wanneer u
zelf meet.
Tussen vorm en rooster ontstaan vonken.
Controleer of de vorm van buiten schoon is. Verander de positie van de vorm in de
binnenruimte. Als dat niet helpt, bakt u zonder magnetron verder. De bakduur wordt
dan langer.
Braden en grillen
klaar is, moet het nog 10 minuten in de uitgeschakelde,
gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan beter verdelen.
Bij de tabellen
■
Temperatuur en braadtijd zijn afhankelijk van de kwantiteit en
de kwaliteit van de gerechten. In de tabellen zijn bereiken
aangegeven. Begin met de laagste waarde en stel zo nodig de
volgende keer hoger in.
Aanwijzingen voor het grillen
Aanwijzingen
■ Gril altijd met de ovendeur dicht, zonder voorverwarmen.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor het braden en
grillen" na de tabellen.
■
Vormen
U kunt elke vorm gebruiken die hittebestendig en geschikt voor
de magnetron is. Braad- en bakvormen van metaal zijn alleen
geschikt voor gebruik zonder de magnetronfunctie.
■
De vorm kan heel heet worden. Gebruik pannenlappen
wanneer u hem uit de oven haalt.
■
Zet hete vormen van glas op een droge keukendoek. Wanneer
u deze op een natte of koude ondergrond zet, kan het glas
knappen.
■
Aanwijzingen voor het braden
Aanwijzingen
■ Gebruik voor het bakken en braden van vlees en gevogelte
een hoge vorm.
■
■
Gevogelte:
Keer de stukken vlees na Z van de bereidingstijd.
Gebruik zoveel mogelijk stukken van gelijke dikte voor het
grillen. Steaks moeten minstens 2 tot 3 cm dik zijn. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals. Zout de
steaks pas na het grillen.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met een
vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het droog.
Donker vlees, bijv. rundvlees, wordt sneller bruin dan licht
kalfs- of varkensvlees. Grillstukken van licht vlees of vis zijn
vaak alleen aan de oppervlakte lichtbruin, maar van binnen
gaar en sappig.
Het grillelement schakelt automatisch uit en weer in. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de
ingestelde grillstand.
Rundvlees
Aanwijzingen
■ Keer het stoofrundvlees na Y en Z van de bereidingstijd. Tot
slot nog ca. 10 minuten laten staan.
Controleer of de vorm in de binnenruimte past. Deze mag
niet te groot zijn.
Vlees:
Zorg ervoor dat de bodem van de vorm net met vloeistof
bedekt is. Voeg aan stoofvlees wat meer vloeistof toe. Keer
stukken vlees na de helft van de bereidingstijd. Als het vlees
■
■
Runderfilet en rosbief halverwege de bereidingstijd keren. Tot
slot nog ca. 10 minuten laten staan.
Steaks na Z van de bereidingstijd keren.
Rundvlees
Toebehoren
Verwarmingsmethode
Temperatuur °C, Magnetronvermogen Tijdsduur in minuten
grillstand
in watt
Gestoofd rundvlees,
ca. 1 kg
gesloten vorm
3
180-200
-
120-143
Runderfilet, medium,
ca. 1 kg
open vorm
4
180-200
90
30-40
Rosbief, medium, ca. 1 kg
open vorm
4
210-230
180
30-40
Steak, medium, 3 cm dik
hoog rooster
(
3
-
elke kant: 10-15
Kalfsvlees
Aanwijzing: Kalfsvlees en -schenkel halverwege de
bereidingstijd keren. Tot slot nog ca. 10 minuten laten staan.
88
Kalfsvlees
Toebehoren
Temperatuur °C
Verwarmingsmethode
Magnetronvermogen
in watt
Tijdsduur in minuten
Gebraden kalfsvlees,
ca. 1 kg
gesloten vorm
3
180-200
-
110-130
Kalfsschenkel, ca. 1,5 kg
gesloten vorm
3
200-220
-
120-130
Varkensvlees
Aanwijzingen
■ Keer mager varkensvlees en vlees zonder zwoerd
halverwege de bereidingstijd. Tot slot nog ca. 10 minuten
laten staan.
■
■
■
Leg het vlees met het zwoerd naar boven in de vorm. Zwoerd
insnijden. Het vlees niet keren. Tot slot nog ca. 10 minuten
laten staan.
Varkensfilet en casselerrib niet keren. Tot slot nog
ca. 5 minuten laten staan.
Het halsstuk na Z van de bereidingstijd keren.
Varkensvlees
Toebehoren
Verwar- Temperatuur °C, Magnetronvermomings- grillstand
gen in watt
methode
Tijdsduur in minuten
Vlees zonder zwoerd
(bijv. nek), ca. 750 g*
gesloten vorm
4
220-230
180
40-50
Braadstuk met zwoerd
(bijv. schouder) ca. 1,5 kg
open vorm
3
190-210
-
130-150
Varkensfilet, ca. 500 g*
gesloten vorm
4
220-230
90
25-30
Varkensvlees, mager, ca. 1 kg
gesloten vorm
4
210-230
90
60-80
Casselerrib met been, ca. 1 kg* open vorm
-
-
360
45-45
Halsstuk 2 cm dik**
š
3
-
1e kant: ca. 15-20
2e kant: ca. 10-15
* laag rooster
** hoog rooster
Lamsvlees
Aanwijzing: Keer de lamsbout na de helft van de tijd.
Lamsvlees
Toebehoren
Verwar- Temperatuur °C Magnetronvermo- Tijdsduur in minumingsgen in watt
ten
methode
Lamszadel met been, ca. 1 kg
open vorm
3
210-230
-
40-50
Lamsbout zonder been,
medium, ca. 1,5 kg
gesloten vorm
4
190-210
-
90-95
Diversen
Aanwijzingen
Laat het gehakt tot slot nog ca. 10 minuten staan.
■
Keer de worstjes na Z van de bereidingstijd.
■
Diversen
Toebehoren Verwarmingsme- Temperatuur °C, Magnetronvermogen
thode
grillstand
in watt
Tijdsduur in minuten
Gehakt, ca. 1 kg*
open vorm
4
180-200
600 W +
180 W
-
Worstjes om te grillen,
4 tot 6 stuks
Stuks à ca. 150 g**
-
š
3
-
elke kant: 10-15
* laag rooster ** hoog
rooster
Gevogelte
■
Aanwijzingen
Leg hele kippen, kipfilets en kalkoen met de borstzijde naar
beneden. Na Z van de bereidingstijd keren.
■
■
■
■
Leg de poularde met de borstzijde naar beneden. Na
30 minuten keren en het magnetronvermogen op 180 watt
zetten.
■
Leg eend- en ganzenborst met de kant van het vel naar
boven. Niet omdraaien.
Ganzenbouten halverwege de bereidingstijd keren. Gaatjes in
het vel prikken.
Leg kalkoenfilet en bouten met de kant van het vel naar
beneden. Na Z van de bereidingstijd keren.
Leg halve kippen en stukken kip met de kant van het vel
naar boven. Niet omdraaien.
89
Gevogelte
Toebehoren
Verwar- Temperatuur
mings°C, grillstand
methode
Magnetronvermo- Tijdsduur in
gens in watt
minuten
Kip, heel, ca. 1,2 kg
gesloten vorm
4
220-230
360
35-45
Poularde, heel, ca. 1,6 kg
gesloten vorm
4
220-230
360
180
30
20-30
Kip, gehalveerd, elk 500 g
open vorm
4
180-200
360
30-35
Stukken kip, ca. 800 g
open vorm
3
210-230
360
20-30
Kipfilet met vel en been, 2 stuks,
ca. 350-450 g
open vorm
4
190-210
180
30-40
Eendenborst met vel, 2 stuks à
300-400 g
open vorm
š
3
90
20-30
Ganzenborst, 2 stuks à 500 g
open vorm
4
210-230
90
25-30
Ganzenbouten, 4 stuks ca. 1,5 kg
open vorm
3
210-230
180
30-40
Kalkoenfilet, ca. 1 kg
gesloten vorm
3
200-220
-
90-100
Kalkoenbout, ca. 1,3 kg
gesloten vorm
4
200-220
180
50-60
Vis
■
Vet het rooster van te voren in met olie.
Aanwijzingen
■ Leg om te grillen de hele vis, bijv. forel op het hoge rooster.
Vis
Toebehoren
Verwar- Temperatuur °C
mingsmethode
Tijdsduur in minuten
Viskotelet, bijv. zalm, 3 cm dik, gegrild
Hoog rooster
š
3
20-25
Vis, heel, 2-3 stuks à 300 g, gegrild
Hoog rooster
š
3
20-30
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan geen
gegevens in de tabel.
Kies voor kleinere stukken vlees een hogere temperatuur en een kortere bereidingstijd. Kies voor grotere stukken vlees een lagere temperatuur en een langere
bereidingstijd.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar is?
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest". Druk met de lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft
het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is aangebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is te
licht en te waterig.
Neem de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Het vlees is niet doorbakken.
Snijd het vlees open. Maak de saus klaar in het braadgerei en leg de plakken
vlees in de saus. Bereid het vlees verder alleen met de magnetron.
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Aanwijzingen
■ De tabel geldt voor producten die in de onverwarmde oven
worden geplaatst.
■
Gebruik voor ovenschotels, gegratineerde aardappels en
lasagne een 4 tot 5 cm hoge magnetron- en hittebestendige
vorm
■
■
■
Plaats de vorm op het lage rooster.
Laat ovenschotels en gegratineerde gerechten nog
5 minuten in de uitgeschakelde oven nagaren.
Gegrilde toast:
sneetjes brood voortoasten.
Ovenschotels, gegratineerde
gerechten, toast
Toebehoren
Verwar- Temperatuur °C, Magnetronvermogen Tijdsduur in
mingsgrillstand
in watt
minuten
methode
Ovenschotel, zoet, ca. 1,5 kg
open vorm
4
140-160
360
25-35
Ovenschotel hartig, van
open vorm
gegaarde ingrediënten, ca. 1 kg
4
150-170
600
20-25
Lasagne, vers
open vorm
3
200-220
360
25-35
Gegratineerde aardappels van
rauwe ingrediënten, ca. 1,1 kg
open vorm
4
180-200
600
25-30
š
3
-
8-10
Toast grillen, 4 stuks
* hoog rooster
90
Kant-en-klare producten, diepvries
■
Aanwijzingen
■ Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
■
■
De tabel geldt voor producten die in de onverwarmde oven
worden geplaatst.
Patates frites, kroketten en rösti niet op elkaar leggen, na de
helft van de tijd keren.
Leg de levensmiddelen direct op de draaischijf.
Kant-en-klaar producten
Toebehoren
Verwarmingsmethode
Temperatuur °C
Magnetronvermogen in watt
Tijdsduur in
minuten
Pizza met dunne bodem*
Draaischijf
0
220-230
-
10-15
Pizza met dikke bodem
Draaischijf
!
0
220-230
600
-
3
13-18
Minipizza*
Draaischijf
0
220-230
-
10-15
Pizza-baguette*
Draaischijf
!
0
220-230
600
-
2
13-18
Frites
Draaischijf
0
220-230
-
8-13
Kroketten*
Draaischijf
0
210-220
-
13-18
Rösti, gevulde aardappelflappen
Draaischijf
0
200-220
-
25-30
Afbakbroodje of -stokbrood
Laag rooster
3
170-180
-
13-18
Vissticks
Draaischijf
0
210-230
-
10-20
Kipsticks, nuggets
Draaischijf
0
200-220
-
15-20
Strudel
Draaischijf
0
210-220
180
20-30
Lasagne, ca. 400 g**
Laag rooster
3
220-230
600
12-17
* Binnenruimte 5 minuten voorverwarmen en het product vervolgens op de hete draaischijf leggen.
** Levensmiddelen in een geschikte, hittebestendige vorm doen.
91
Testgerechten
De kwaliteit en de werking van magnetron-combiapparaten
worden aan de hand van deze gerechten getest door
keuringsdiensten.
Volgens de norm EN 60705, IEC 60705 resp. DIN 44547 en
EN 60350 (2009)
Ontdooien met de magnetron
Gerecht
Magnetronvermogen watt, tijdsduur in N.B
minuten
Vlees
180 W, 5 min. + 90 W, 1015 min.
Pyrexvorm Ø 22 cm op het lage rooster plaatsen. Na ca.
13 minuten ontdooid vlees verwijderen.
Bereiden met de magnetron
Gerecht
Magnetronvermogen watt, tijdsduur in
minuten
N.B
Vla
600 W, 10-13 min. + 180 W, 25-30 min. Pyrexvorm 24 x 19 cm op het lage rooster plaatsen.
Biscuittaart
600 W, 9-10 min.
Pyrexvorm Ø 22 cm op het lage rooster plaatsen.
Gebraden gehakt
600 W, 18-23 min.
Pyrexvorm 28 cm op het lage rooster plaatsen.
Garen in combinatie met de magnetron
Gerecht
Magnetronvermogen watt, tijdsduur in Verwar- Temperatuur N.B
minuten
mings- °C
methode
Gegratineerde aard- 600 W, 25-30 min.
appels
0
210-220
Pyrexvorm Ø 22 cm op het lage rooster
plaatsen.
Gebak
180 W, 1520 min.
3
180-200
Pyrexvorm Ø 22 cm op het lage rooster
plaatsen.
Kip
360 W, 35-40 min.
4
200-220
Na Z van de bereidingstijd keren.
Aanwijzing: De tabel geldt voor producten die in de
onverwarmde oven worden geplaatst.
Bakken
Gerecht
Vormen
VerwarTemperatuur °C
mingsmethode
Tijdsduur, minuten
Waterbiscuit
Springvorm Ø 26 cm, laag rooster
3
160-180
30-40
Bedekte appeltaart
Springvorm Ø 20 cm, laag rooster
0
190-210
50-60
Grillen
Gerecht
Toebehoren
Verwarmingsmethode
Grillstand
Tijdsduur, minuten
Brood roosteren
Hoog rooster
š
3
4-5
Beefburger 9 stuks
Hoog rooster
š
3
30-35
92