Liebherr KTPES 1544 de handleiding

Type
de handleiding
! Kringlooppapier !
KT.4 2700
7081 584-03
Gebruiksaanwijzing
voor tafelmodel koelkasten met vak
26
Het apparaat in vogelvlucht
Binnenverlichting, bedienings- en
controlepaneel*
* afhankelijk van model en uitvoering
5 Supercool-controlelampje* voor
ingeschakelde functie
Overzicht van apparaat en
uitrusting
Afb. A
Verschuifbare flessenhouder*
Verplaatsbare* draagplateaus
Conservenblikkenvak
Dooiwaterafvoer
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Typeplaatje
Laden voor groente, sla, fruit
Eierrekje*
Boter- en kaasvak
Vriesvak*, ca. -18 °C
IJsblokjeshouder*
2 Cool-Plus-toets* met controle-
lampje* voor ingeschakelde functie
Bedienings- en
controlepaneel
Afb. A1/2*
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
"1" = warm
"7" = koud
Draai de temperatuurregelaar bij voor-
keur in de middelste stand.
Stelpoten
4 Supercool-toets*
3 Temperatuurdisplay*
Indelingsvoorbeeld
1 boter, kaas
2 eieren
3 flessen en blikken
4 in het vriesvak*: diepvriesproducten,
ijsblokjes
in het ijsblokjesvak*: ijsblokjes
5 kant-en-klare maaltijden, blikken
6 zuivelproducten, bakproducten
7 vlees, vis, worst
8 groenten, sla, fruit
A2
A1
A
27
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van
de modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge
bedrijfszekerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u
en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Overige pluspunten
V Vrij van cfk's en hfk's
V Geoptimaliseerd koelmiddelcircuit
V Energie-efficiënte isolatie
V Laag energieverbruik
V Diepe koelruimte, geschikt voor taarten
V Diep vriesvak, geschikt voor in de handel
gebruikelijke pizzaformaten
V Variabel en praktisch interieur
V Deel- en onderschuifbaar draagplateau* voor
hoge verpakkingen
V Op de praktijk georiënteerde deurindeling en
ruimte voor grote flessen drank
V Automatische ontdooiing in de koelruimte
V Dooiwaterstop in het vriesvak
V Eenvoudig schoon te maken
V In hoogte verstelbare voetjes voor
V Transportwieltjes achter
V Verwisselbare deurscharnieren
V Integreerbaar door afneembaar bovenblad
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef
hem eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene model-
len geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
Het apparaat in vogelvlucht ..............................26
Pluspunten, inhoud ...........................................27
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen .......28
Aanwijzingen m.b.t. afdanken ...........................28
Opstellen ...........................................................28
Aansluiten ..........................................................28
2 Ingebruikneming en controlepaneel..................29
In- en uitschakelen ............................................29
Temperatuur instellen........................................29
Cool-Plus...........................................................29
Supercool ..........................................................29
3 Aanpassen, binnenverlichting ...........................30
Indeling aanpassen ...........................................30
Binnenverlichting ...............................................30
4 Vriesvak, ijsblokjesvak.......................................31
Invriezen van verse levensmiddelen..................31
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren....31
IJsblokjes maken...............................................31
Energiebesparing ..............................................31
5 Ontdooien, reinigen ...........................................32
6 Storingen ...........................................................33
Technische dienst en typeplaatje......................33
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Bepalingen.........................................................33
Afmetingen van het apparaat.............................33
Draairichting deur veranderen...........................33
Onderbouwen....................................................33
28
1 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De verpakking als transportbescherming van het
apparaat en afzonderlijke onderdelen is van recy-
clebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van PS (geschuimd, cfk-vrij
polystyreen)
- Folies en plastic zakken van PE (polyetheen)
- Spanbanden van PP (polypropeen)
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. het verpakkingsmateriaal naar het
dichtstbijzijnde officiële inzamelpunt zodat de
verschillende materialen hergebruikt resp.
verwerkt kunnen worden.
Het afgedankte apparaat
bevat nog waardevolle materialen; niet gewoon met
het huis- of grofvuil meegeven.
W Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar
maken, stekker uit het stopcontact trekken en
aansluitkabel doorsnijden.
Verwijder een evt. snap- of grendelslot, zodat
spelende kinderen zich niet zelf kunnen
insluiten - ze stikken.
W Let erop dat het afgedankte apparaat totdat het
wordt weggevoerd naar een recycle- resp.
inzamelpunt aan het koelmiddelcircuit niet
beschadigd wordt. Op deze wijze is gewaar-
borgd dat het koelmiddel in het circuit of olie niet
ongecontroleerd vrijkomt.
- Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel
vindt u op het typeplaatje. De warmte-isolatiestof
is PU met pentaan.
- Informatie over ophaaldata of inzamelpunten
verkrijgt u bij de plaatselijke stadsreiniging of het
gemeentelijke informatiekantoor.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te
voorkomen, het apparaat alleen verpakt trans-
porteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvrien-
delijk, maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel
veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of
ontstekingsbronnen in de nabijheid van het
lekpunt verwijderen, stekker uit het stopcontact
trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor
het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het appa-
raat alleen volgens de informatie in de gebruiks-
aanwijzing monteren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net
loskoppelen: stekker uit het stopcontact trekken
(hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of
zekering laten aanspringen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat
alleen door de technische dienst laten uitvoe-
ren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de
gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het
vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, pro-
paan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel
vrijkomende gassen zouden door elektrische
componenten kunnen ontbranden. U herkent
dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol
alleen goed afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open
vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat
gebruiken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, ver-
warmingsapparatuur, ijsmakers enz.)
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of
om te leunen misbruiken.
W Kinderen niet met het apparaat laten spelen, bijv.
door ze in laden te laten zitten of aan de deur
laten hangen.
W Consumeer geen levensmiddelen die over de
datum zijn, ze kunnen een voedselvergiftiging
veroorzaken.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen
leidingen van het koelsysteem beschadigd raken.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpo-
ten met de bijgevoegde steeksleutel 10 om het
apparaat stevig en waterpas op te stellen.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht,
naast het fornuis, de radiator en dergelijke,
evenals in vochtige omgevingen met spatwater.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet
volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmas-
sa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval
van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-
singsruimte van het apparaat kan ontstaan.
Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt
u op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg
altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Lees de informatie in de opstel- en ombouwaan-
wijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op
de koel- of diepvrieskast, bijv. magnetron,
broodrooster enz.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje
bevindt zich aan de linker binnenkant, naast de
groenteladen.
W Het apparaat alleen via een correct geïn-
stalleerd randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van
10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed
toegankelijk zijn.
W Apparaten met besturing volgens afb. A1 niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
-
in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers
gebruiken - de elektronica kan beschadigd worden.
W Het apparaat niet samen met andere apparaten
aansluiten via een verlengkabel - gevaar voor
oververhitting.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achter-
zijde van het apparaat de kabelhouder verwij-
deren, om rammelen te voorkomen!
29
Het verdient aanbeveling, het apparaat voor inge-
bruikneming te reinigen, meer hierover in de para-
graaf "Reinigen".
Schakel het apparaat met het vriesvak ongeveer
2 uur voordat u de eerste levensmiddelen erin
plaatst in.
In- en uitschakelen
Afb. A1/2
W Draai de temperatuurregelaar
1 rechtsom van
"0" op "1".
- De binnenverlichting brandt.
- Op het display*
3 knippert kort 8, vervolgens
brandt één segment. Pas na een langere inscha-
kelduur wordt de temperatuur in de koelruimte
weergegeven.
W Uitschakelen: Draai de temperatuurregelaar
1
naar de stand "0" - binnenverlichting en display*
zijn uit.
Temperatuur instellen
Afb. A1/2
W Draai de temperatuurregelaar
1 in de gewenste
stand.
De standen betekenen:
Stand "1" = warm, kleinste koelcapaciteit
Stand "7" = koud, grootste koelcapaciteit
W Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de
middelste stand.
Bij apparaten met een vriesvak geldt:
W Worden diepvriesproducten bewaard en moeten
de lage vaktemperaturen gewaarborgd zijn, dan
verdient een instelling tussen "4" en "7" de
aanbeveling.
Opmerking:
Houd er a.u.b. rekening mee dat de temperaturen
in de koelruimte beïnvloed worden door het aantal
malen dat de apparaatdeur geopend wordt, de
inhoud van het apparaat en de temperatuur van de
plaats waar het apparaat staat. Afhankelijk van de
gewenste temperatuur moet de regelaar worden
bijgesteld.
Cool-Plus*,
Afb. A2/2, gebruikt u:
W Voor het snel door en door bevriezen van verse
levensmiddelen (meer hierover in het hoofdstuk
"Vriesvak, ijsblokjesvak").
W Schakel bij lage kamertemperaturen lager dan
of gelijk aan 18 °C Cool-Plus in: druk hiervoor
op de Cool-Plus-toets
2 - het bijbehorende
controlelampje licht op.
Hierdoor worden de noodzakelijke lage tempera-
turen in het vriesvak gewaarborgd.
- Bij normale kamertemperaturen boven 18 °C
is inschakeling niet noodzakelijk; Cool-Plus dient
uitgeschakeld te zijn - het controlelampje is uit.
Anders loopt het energieverbruik onnodig op.
2 Ingebruikneming en controlepaneel
Het temperatuurdisplay*,
Afb. A1/3, toont de gemiddelde temperatuur in
de koelruimte.
- Bij ingebruikneming van een warm apparaat
brandt een streepje, totdat de temperatuur in
het apparaat binnen het weergavebereik valt
(tussen 2 en 9 °C).
- Door de natuurlijke luchtcirculatie is het boven
de onderste glasplaat kouder en in het bovenste
koelgedeelte warmer; bij evt. vergelijkingsme-
tingen moet hiermee rekening worden gehou-
den.
Supercool*
Afb. A1/4
Met Supercool, schakelt u de koelruimte op de
maximale afkoelcapaciteit.
Supercool verdient met name aanbeveling wan-
neer u grote hoeveelheden net erin gelegde
levensmiddelen of dranken, zo snel mogelijk wilt
afkoelen. De koeltemperatuur daalt hierbij tot de
waarde van de koudste instelling van de tempera-
tuurregelaar.
W In-/uitschakelen: Druk de Supercool-toets
4
kort in zodat het bijbehorende controlelampje
oplicht (donker = uit).
Opmerking: Supercool heeft een hoger energiever-
bruik. Na ca. 6 uur echter schakelt de elektroni-
ca automatisch naar de energiebesparende
normale stand terug.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
W Door de natuurlijke luchtcirculatie bij normaal
gebruik ontstaan verschillende temperatuurzo-
nes, die voor het bewaren van de verschillende
levensmiddelen gunstig zijn.
- Direct boven de groenteladen en tegen de
achterwand is het het koudste - gunstig voor
bijv. worst- en vleeswaren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is
het het warmste - gunstig voor bijv. smeerbare
boter en kaas. Bewaar daarom de levensmidde-
len volgens het "indelingsvoorbeeld", afb. A.
W Plaats levensmiddelen zodanig dat de lucht
goed kan circuleren, dus niet te dicht bij elkaar.
W Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen;
bewaar producten met een hoog percentage
alcohol alleen goed afgesloten en staande.
W Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare
kunststof, metalen, aluminium, glazen verpak-
kingen en vershoudfolie geschikt.
W Ethyleengasproducerende en -gevoelige levens-
middelen zoals fruit, groente en sla, altijd
gescheiden bewaren of verpakken, om de
houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten
niet met kiwi's of kool bewaren.
!
* afhankelijk van model en uitvoering
°C
30
3 Aanpassen, binnenverlichting
Indeling aanpassen
W Alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar,
afb. C1/2: vak omhoog schuiven en naar voren eruit
tillen.
W Door het verschuiven van het flessen- en conserven-
houder kunt u flessen beveiligen tegen omvallen bij het
openen en sluiten van de deur. Voor het reinigen kan de
houder worden weggenomen: Bij een uitvoering
- als in afb. C1: de onderste rand van de houder omhoog
schuiven en losmaken;
- als in afb. C2: de voorste rand van de houder naar
voren trekken en losmaken.
W De draagplateaus* (roosters of glasplaten) kunt u
afhankelijk van de hoogte van de producten verplaat-
sen, afb. D:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk
het weg.
- Het onderste plateau: achter door de onderbreking van
de ribben eruit zwenken.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand
achter naar boven wijzend terug, daar de levensmidde-
len anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig dan
- schuif de halve glasplaat* gewoon naar achteren, afb. D1,
indien nodig
- til het halve achterste plateau* (draadrooster of glasplaat)
volgens afb. D2/3 iets op en schuif het voorste eronder.
Binnenverlichting
Wanneer de binnenverlichting niet brandt, kan de gloeilamp
defect zijn.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 15 W, de stroomsoort en span-
ning moeten met de gegevens op het typeplaatje
overeenstemmen, fitting: E 14.
W Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
W Afb. F1: Steek uw vingers in het afdekkapje
1, druk het
voorste gedeelte omhoog en trek het afdekkapje er naar
de zijkant af
2.
W Afb. F2: De gloeilamp vervangen
3.
W Schuif het afdekkapje er weer op en laat het vastklik-
ken.
* afhankelijk van model en uitvoering
C1
D
D1
C2
F2
31
Aanwijzingen voor het invriezen en
bewaren
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren levensmid-
delen) kunt u onmiddellijk in het koude vak
leggen.
W Leg bij voorkeur geen flessen in het vriesvak om
deze snel te koelen. Wilt u het vriesvak hiervoor
toch gebruiken, haal de flessen dan uiterlijk na
één uur uit het vak zodat ze niet openbarsten.
W Vries eenmaal ontdooide levensmiddelen bij
voorkeur niet opnieuw in, maar bereid ze direct
na het ontdooien. Zo zorgt u ervoor dat voe-
dingswaarde en smaak het beste bewaard
blijven.
W Gebruik het volgende overzicht om na te gaan
hoe lang de verschillende levensmiddelen bij
benadering in het vriesvak kunnen worden
bewaard:
Gevogelte, rundvlees, lam 6 tot 12 maanden
Vis, varkensvlees 2 tot 6 maanden
Wild, konijn, kalfsvlees 4 tot 8 maanden
Worst, ham 2 tot 4 maanden
Kant-en-klare maaltijden 2 tot 4 maanden
Groenten en fruit 6 tot 12 maanden
Kaas, brood, banket 2 tot 6 maanden
Gebak waarin gist is verwerkt 1 tot 5 maanden
Consumptieijs 2 tot 3 maanden
- Of de langste of kortste bewaartijd van toepas-
sing is, is afhankelijk van de kwaliteit van de
levensmiddelen, de behandeling vóór het invrie-
zen en de kwaliteit die u na het ontdooien wenst.
Voor tamelijk vette levensmiddelen geldt steeds
de kortste bewaartijd, aangezien vet snel ranzig
wordt.
- Raadpleeg voor meer informatie a.u.b. de
verpakking van de levensmiddelen of een
speciaal diepvrieshandboek.
IJsblokjesvak*
In het ijsblokjesvak kunt u ijsblokjes maken en
bewaren.
IJsblokjes maken
W Vul de ijsblokjeshouder* voor drie kwart met
water en laat dit bevriezen. Vervorm de houder
enigszins om de ijsblokjes eruit te laten springen
of houd hem even onder stromend water.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het
apparaat; houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt; rijpvorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatu-
ur afkoelen voordat u ze in het apparaat
plaatst.
W Laat diepvriesproducten in de koelruimte ont-
dooien.
W Ontdooi het vriesvak zodra zich een dikkere laag
ijs gevormd heeft. Het apparaat vriest dan beter
èn zuiniger.
Vriesvak*
((vier sterren)
In het vriesvak kunt u bij een bewaartemperatuur
van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf de middelste
stand van de temperatuurregelaar) diepvriespro-
ducten en levensmiddelen verscheidene maanden
lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse
levensmiddelen invriezen.
Opmerking:
De temperatuur van de lucht in het vak (gemeten
met een thermometer of andere meetapparatuur)
kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak
echter weinig invloed op de ingevroren levensmid-
delen. De kerntemperatuur van de ingevroren
levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van
deze schommelingen.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door
en door bevroren worden. Voedingswaarde, vitami-
nen, uiterlijk en smaak van de levensmiddelen
blijven zo het beste bewaard. Ga daarom bij het
invriezen van grotere hoeveelheden verse levens-
middelen als volgt te werk:
W Ca. 24 uur vóór het erin leggen
- stel de temperatuurregelaar op een gemiddelde
tot koude stand (ca. 6) in,
- schakel Cool-Plus
2* in.
Reeds ingevroren diepvriesproducten krijgen een
"koudereserve".
W Leg vervolgens de verse levensmiddelen erin. U
kunt max. 2 kg/24 uur invriezen.
Verdeel de verse levensmiddelen zo breed
mogelijk over de bodem van het vriesvak en laat
ze niet in aanraking komen met reeds ingevroren
diepvriesproducten, om te voorkomen dat deze
ontdooien.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe, in te vriezen
levensmiddelen door en door bevroren.
- Draai de temperatuurregelaar weer in de oor-
spronkelijke stand terug.
- Schakel Cool-Plus
2* weer uit (laat hem uitslui-
tend ingeschakeld indien de kamertemperatuur
voldoende laag is, bijv. lager dan of gelijk aan
18 °C).
Het normale koelproces komt weer op gang. Het
invriezen is voltooid.
4 Vriesvak, ijsblokjesvak
* afhankelijk van model en uitvoering
!
32
5 Ontdooien, reinigen
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit, voor-
dat u het apparaat schoonmaakt.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het inte-
rieur met lauwwarm water en een beetje schoon-
maakmiddel met de hand reinigen. Gebruik geen
stoomreinigingsapparaat teneinde verwondingen
en beschadigingen te voorkomen.
Gebruik nooit schurende/krassende sponsjes of
geconcentreerde schoonmaakmiddelen en ge-
bruik geen producten die zand, zuren of chemi-
sche oplosmiddelen bevatten.
- Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een
pH-neutrale allesreiniger.
- Voor apparaten in rvs-uitvoering* verdient het
aanbeveling om na de reiniging een onderhouds-
middel voor rvs aan te brengen.
- Let erop dat geen schoonmaakwater in de venti-
latieopeningen en elektrische delen dringt en
slechts weinig water in de afvoergoot.
Wrijf het apparaat droog.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat nooit: het is belang-
rijk voor de technische dienst.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in de ach-
terwand boven de groenteladen regelmatig, afb.
A, pijl.
Gebruik indien nodig een spits hulpmiddel,
bijv. een wattenstaafje.
W Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het
metalen rooster aan de achterkant van hat appa-
raat) minimaal één keer per jaar stofvrij en
schoon. Stof verhoogt het energieverbruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere onderdelen
lostrekt, knikt of beschadigt.
W Steek vervolgens de stekker weer
in het stopcontact (of schakel de
zekering in de meterkast weer in)
en schakel het apparaat in. Leg de
levensmiddelen weer terug in het
apparaat zodra de temperatuur
begint te dalen.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld
worden, maak het dan leeg, trek de stekker uit het
stopcontact, maak het op de hierboven beschreven
manier schoon en laat de deur van het apparaat
open staan om geurvorming te voorkomen.
Ontdooien
De koelruimte
bij apparaten met een vriesvak ontdooit automa-
tisch. Het vrijkomende water verdampt door de
vrijkomende warmte van de compressor - water-
druppels op de achterwand zijn normaal en wijzen
niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwa-
ter ongehinderd door de afvoeropening (pijl in
afb. A) in de achterwand kan wegstromen.
In het vriesvak of ijsblokjesvak*
ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs.
Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ontdooi daarom
regelmatig.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische
verwarmings- of stoomreinigingsapparaten,
ontdooisprays, open vuur of metalen voorwer-
pen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwon-
dingen en beschadigingen!
Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak
om het sneller te laten ontdooien.
Om het apparaat te laten ontdooien
W schakel het apparaat uit: trek de stekker uit het
stopcontact of
- draai de temperatuurregelaar in de stand "0".
Bij apparaten met een vriesvak:
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen, in kranten
of dekens gewikkeld, op een koele plaats.
W Laat de deur van het vriesvak en het apparaat
tijdens het ontdooien openstaan.
Wis het dooiwater met een spons of doek op.
Maak het apparaat vervolgens schoon.
Bij apparaten met een ijsblokjesvak:
W Neem de ijsblokjeshouder eruit.
W Schakel het apparaat uit, trek het stopje
1 uit
de druppelschaal
2 en plaats er een bak onder.
W Giet de opvangbak na het ontdooien leeg, trek
de druppelschaal
2 er naar voren uit, maak hem
droog, sluit de opening weer met het stopje
1 af
en schuif de druppelschaal
2 weer onder het
ijsblokjesvak.
- Maak het apparaat vervolgens schoon.
33
Het apparaat werkt niet, het display* blijft donker.
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als
onder "Binnenverlichting" beschreven.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levens-
duur gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening.
Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de
garantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing
6 Storingen
Bepalingen
W Het apparaat is voor het koelen van levensmiddelen en
afhankelijk van het type vak voor het bewaren van
diepvriesproducten, voor het invriezen van kleine
hoeveelheden verse levensmiddelen en voor het maken
van ijs bestemd. Het is bestemd voor huishoudelijk
gebruik.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaat-
klasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur
waaronder en een maximale omgevingstemperatuur
waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U
vindt de klimaatklasse van het apparaat op het type-
plaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG
en 89/336/EEG.
Afmetingen van het apparaat
Zie voor de afmetingen van het apparaat de neven-
staande afbeeldingen S, U en de onderstaande tabel.
Modellen Afmetingen (mm)
Nominale
breedte abcde
1)
f
1)
501 497 539 1076 621 611
554 550 592 1129 624 614
601 597 639 1176 626 616
1)
Voor apparaten in rvs-uitvoering vallen de maten e en f
weg.
Draairichting deur veranderen
Afb. T: Indien nodig kunt u de draairichting ombouwen.
Ga hiervoor volgens afb. T/T1 en in de volgorde van de
positienummers te werk.
Onderbouwen
Afb. U: Voor doorgaande werkbladen kan het bovenblad
van de koelkast worden afgenomen en kan het apparaat
onder het aanrechtblad worden geschoven.
W Het stopcontact
1 moet buiten de achterzijde van het
apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Draai de schroeven
2 aan de achterkant eruit om het
bovenblad eraf te nemen. Til het bovenblad achter op,
schuif het naar voren en til het naar boven weg.
W Voor de luchttoevoer en -afvoer aan de achterkant van
het apparaat is een ventilatieopening in het aanrecht-
blad van min. 140 cm
2
nodig. Het muuraansluitprofiel
aan het aanrechtblad mag bij een onderbouwdiepte
van 600 mm max. 10 mm diep zijn.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond?
Worden meubels/voorwerpen naast het apparaat
door het draaiende aggregaat aan het trillen ge-
bracht? Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel
het met de stelpoten waterpas, zet de flessen en
verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen)
veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koel-
middelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compres-
sor (de motor) automatisch in- of uitgeschakeld
wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets
harder als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig
een lagere temperatuur in.
- Is het apparaat goed gesloten; werd het te vaak
geopend?
- De losse thermometer in het apparaat geeft een
foute temperatuur weer.
- Is de luchttoevoer en -afvoer in orde? Maak de
openingen vrij.
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken
vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem
dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde techni-
sche dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende
gegevens op het typeplaatje door: de typeaanduiding
1,
het servicenummer
2, het apparaatnummer 3. Hierdoor
wordt een snelle en efficiënte service mogelijk. Het type-
plaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat.
Opstel- en ombouwaanwijzingen
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikke-
ling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b.
begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en
techniek moeten voorbehouden.
Vouw voor het lezen de inslagpagina
achterin met de afbeeldingen eruit.
Apparaat voelt aan de binnenkant op sommige plekken
warm aan.
- Dat is helemaal in orde. De afgegeven warmte is
belangrijk voor een goede werking van het appa-
raat.
T
*
610
652
-1
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Liebherr KTPES 1544 de handleiding

Type
de handleiding