■ AANDOEN
LET OP
• Zorg dat de benzine en de olie goed vermengd zijn
anders bestaat de kans dat de motot afslaat.
•Trek de startkabel nooit helemaal uit om te voorkomen
dat u het startmechanisme beschadigt.
• Laat niet zomaar de kabel los als u deze strak hebt
uitgetrokken. Daardoor zou u motoronderdelen kunnen
beschadigen.
1.
U wordt aangeraden om het apparaat te gebruiken met
een mengsel van loodvrije benzine en synthetische olie
om milieuverontreiniging te voorkomen. De
menverhouding moet dan 50:1 (2%) zijn. Als u minerale
olie gebruikt, moet deze verhouding 25:1 (4%) zijn.
• Synthetische olie
: type "FC" volgens de JASO-klassificatie.
• Minerale olie
: type "FB" volgens de JASO-klassificatie.
Voordat u de motor gaat starten
1. Vul de tank met brandstof en laat de bosmaaier/
grastrimmer op de grond rusten.
2. Controleer of er niets in het maaisysteem is
achtergebleven: stukjes glas, spijkers, metaaldraad,
steentjes of iets anders.
3. Zorg dat eventuele omstanders, kinderen en huisdieren
uit de buurt zijn van de werkzone.
• Bescherm uw ogen altijd met een veiligheidsbril en draag
altijd een gehoorbescherming tegen het lawaai.
• Draag altijd een lange broek van stevig materiaal,
een overhemd met lange mouwen, laarzen en
handschoenen als u dit apparaat gebruikt. Draag geen
wijde kleding, sieraden, korte broek of sandalen en werk
nooit blootsvoets. Bind uw haar op tot boven uw schouders.
• Ga niet werken met de bosmaaier/grastrimmer als u
vermoeid of ziek bent of onder invloed bent van alcohol,
drugs of medicijnen.
• Plaats altijd de speciale beschermer over het slagmes
als u het apparaat vervoert of opbergt
.
Procedure voor een koude start (afb. 8)
1. Zet de chokehendel (A) in de "gesloten"-stand ( ).
2. Druk meermalen op de brandstofaanzuigknop (B) totdat
u ziet dat er brandstof door de aanzuigbuis (C) loopt in
de richting van de hoofdtank. Deze benzinestroom moet
bijna helder en zonder schuim of luchtbellen zijn.
3. Zet de stopknop (D) in de stand START/ON (G) en
de gashendel in de tussenstand (E: druk op F);
trek vervolgens aan het trekkoord om te starten. Zodra
de motor aanslaat, zet u de chokehendel in de "open"-
stand ( ). Druk even kort op de gashendel en laat hem
terugkomen in de ruststand (stationair draaien).
Als de motor al is gestopt voordat u de choke aan ( )
kon zetten, probeert u het opnieuw: zet de chokehendel
open en trek aan het trekkoord met de gashendel in
de tussenstand
.
Warme start (zie afb. 8)
Ga als volgt te werk om de maaier te starten als de motor
al warm is (warme start):
1. Zet de chokehendel in de "open"-stand ( ) en zet de
stopknop op START/ON (G).
2. Laat de gashendel in de (lage) ruststand staan en trek
aan het trekkoord om te starten.
3. Als de motor zelfs na drie of vier keer proberen niet wil
aanslaan, gaat u te werk volgens bovenstaande procedure
voor een koude start.
De motor stoppen (zie afb. 8)
1. Laat de gashendel los.
2. Zet de stopknop in de stand STOP/OFF (H).
■ AFSTELLEN VAN HET
STATIONAIRE TOERENTAL
(ZIE AFB. 9)
Als het maaisysteem bij stationair toerental blijft meedraaien,
kunt u het toerental bijstellen.
Draag de voorgeschreven veiligheidsuitrusting en volg alle
veiligheidsvoorschriften.
Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit de buurt van
het maaisysteem.
Als u de gashendel hebt losgelaten, moet de motor teruggaan
naar een onbelast stationair toerental.
Het juiste toerental voor de modellen PBC-4243M en PBC-
5043M is 2400-2800 min
-1
en bedraagt 2700-3300 min
-1
voor
het model PBC-3243M (net iets lager dan het
koppelingstoerental).
Normaal gesproken mag het maaisysteem niet draaien en
mag ook de motor niet afslaan (uitgaan) bij onbelast stationair
draaien.
U kunt het stationaire toerental van de motor regelen door
middel van de stationaire stelschroef (A) die zich op de
carburator bevindt.
■ WERKPOSITIE (ZIE AFB. 10 - 11)
1. U moet de bosmaaier absoluut aan de draaggordel
vastkoppelen en het apparaat aan uw rechterzijde dragen.
[Alleen bij modellen PBC-4243M en PBC-5043M]
2. Grijp het rechterhandvat van het stuur met uw rechterhand
vast en houd uw vingers over de gashendel.
3. Houd met uw linkerhand de linkerarm van het stuur vast,
waarbij u het rubberen handvat met al uw vingers en dus
ook met uw duim stevig omsluit.
[Alleen bij modellen PBC-3243M en PBC-3243ML]
2. U dient de maaiboom met uw rechterhand vast te houden
met uw vingers over de gashendel. Uw rechterarm moet
licht geknikt zijn.
3. Houd de D-vormige handgreep met uw linkerhand vast,
waarbij u het handvat met al uw vingers omsluit.
Uw linkerarm moet gestrekt zijn. Desgewenst kunt u de
D-vormige handgreep hoger of lager op de maaiboom
bevestigen om een comfortabelere werkpositie te krijgen.
4. Druk de gashendel in en laat eerst de motor op
maaisnelheid komen voordat u begint met het maaien
van het struikgewas of het gras.
5. Laat altijd de gashendel los om de motor te laten
teruggaan naar het onbelaste stationaire toerental als u
niet aan het maaien bent.
6. Stop de motor als u van de ene werkplek op weg naar
de andere gaat.
• Stop de motor onmiddellijk als het maaisysteem
geblokkeerd raakt.
• Controleer eerst of alle bewegende delen tot stilstand
zijn gekomen en trek de bougiekabel los voordat u gaat
kijken of er iets beschadigd is aan de machine.
• U mag de bosmaaier/grastrimmer absoluut niet
gebruiken als het maaisysteem of de beschermkap
ingedeukt, gescheurd of gebroken zijn.
PBC-3243M / PBC-3243ML / PBC-4243M / PBC-5043M
38
NL