Inbedrijfstelling
469606_a 27
Instelling startklep (choke):
Afb. 6
Koude start
LET OP!
Risico op terugslag!
Het startkoord steeds recht naar buiten
trekken. Niet abrupt laten terugvliegen.
zie figuur 7
1. De onstekingsschakelaar in de stand "start"
plaatsen.
2. De gashefboom vast zetten.
a) "Lock off" schakelaar (2) naar binnen
drukken. Aansluitend gelijktijdig de gas-
hefboom (3) en de gashefboomvergren-
deling (4) indrukken.
b) De "Lock off" schakelaar loslaten. De
gashefboom klikt vast op volle gas.
zie figuur 6
3. De startklep (1) in de stand "CHOKE"
plaatsen.
4. 10x op de brandstofpomp (2) drukken.
5. De starterkabel 3-4 keer recht uittrekken
tot de motor hoorbaar en kortstondig start
(ontsteekt).
6. Na het starten van de motor: De startklep op
"RUN" zetten.
7. De startkabel uittrekken tot de motor start.
8. Start de motor niet, dan de stappen 1-7 her-
halen.
Warme start
1. De onstekingsschakelaar in de stand "start"
plaatsen.
2. Chokehendel in de stand „RUN“ zetten.
3. De gashefboom vastnemen en de veiligheid
doordrukken.
4. Het startkoord maximaal 6 keer snel uittrek-
ken - de motor slaat aan. De gashendel hele-
maal aangedrukt houden totdat de motor rus-
tig loopt.
De motor springt niet aan
1. Chokehendel in de stand „RUN“ zetten.
2. Startkoord 5 keer uittrekken.
De motor springt nog niet aan
1. 5 minuten wachten en aansluitend nogmaals
proberen met doorgedrukte gashefboom.
BEDIENING
De motor tijdens het trimmen en het snijden
steeds laten lopen in het bovenste toerentalge-
bied.
Veiligheidsvoorschriften
LET OP!
Neem de veiligheidsinstructies en waar-
schuwingen in deze documentatie en op
het product in acht.
LET OP!
Bij langere werken kan het door trillingen
tot storingen aan bloedvaten of van het
zenuwsysteem aan vingers, handen of
polsen komen. Slapende lichaamsdelen,
steken, pijn of huidveranderingen kun-
nen optreden. Wanneer een van deze
symptomen optreedt, laat u dan door
een arts onderzoeken!
Snijdkop nooit hoger dan kniehoogte houden
als de machine in bedrijf is.
Nooit op een gladde, glibberige heuvel of hel-
ling werken.
Bij hangmaaiwerkzaamheden steeds onder
de snijdmachine staan.
Het apparaat nooit gebruiken nabij gemakke-
lijk ontvlambare vloeistoffen of gassen - ex-
plosie- en/of brandgevaar!
Na contact met een vreemd voorwerp:
Motor uitschakelen.
De machine controleren op schade.
Personen, die niet vertrouwd zijn met de trim-
mer, moeten de omgang oefenen met uitge-
schakelde motor.
Vermijden van terugslag
LET OP!
Gevaar voor letsel door ongecontro-
leerde terugslag!
Snijdmessen niet gebruiken in de buurt
van vaste hindernissen.
Dichte vegetatie, jonge bomen of struikgewas,
kunnen het snijdblad blokkeren en tot stilstand
brengen.