Documenttranscriptie
137SB / 142SB / 154SB
Gebrauchsanweisung
Originalbetriebsanleitung
Instruction manual
Translation of the original
instructions
Instructions d'emploi
Traduction de la notice originale
Manual de instrucciones
Traducción del manual original
Istruzioni per l'uso
Traduzione delle istruzioni originali
Motorsense
Brushcutter
Débroussailleuse
Desbrozadora
Decespugliatore
Bosmaaier
de
en
fr
Gebruiksaanwijzing
Vertaling van de oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
es
Achtung!
Lesen Sie vor der ersten Inbetriebnahme diese
Gebrauchsanweisung gründlich durch und beachten Sie unbedingt die Sicherheitsvorschriften!
it
Important!
Read this instruction manual carefully before first
operation and strictly observe the safety
regulations!
Attention!
Lire attentivement ce manuel avant la première
mise en service et observer absolument les
prescriptions de sécurité!
nl
¡Atención!
Es indispensable leer con mucha atención las
instrucciones de manejo antes de utilizarla por
primera vez. ¡Preste especial atención a las
recomendaciones de seguridad!
Attenzione!
Prima della prima messa in funzione leggere a
fondo le presenti istruzioni per l'uso e osservare
assolutamente le norme di sicurezza.
Opgelet!
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig voor u de
machine voor het eerst gebruikt en hou altijd
rekening met de veiligheidsvoorschriften!
9 142 109
03/2013
- NEDERLANDS -
Bosmaaier
Gebruiksaanwijzing
Vertaling van de oorspronkelijke
gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing grondig
voor u de machine voor het eerst gebruikt en hou
altijd rekening met de veiligheidsvoorschriften!
Om de prestaties van uw bosmaaier
gedurende lange tijd te vrijwaren, dient u de
onderhoudsaanwijzing nauwkeurig na te leven.
Als u na het bestuderen van deze
gebruiksaanwijzing nog vragen heeft, kunt u altijd
terecht bij uw SOLO-verkoper.
Het ontstekingssysteem van deze machine
produceert tijdens bedrijf een elektromagnetisch
veld. Dit veld kan onder bepaalde omstandigheden
pacemakers storen. Om het risico van ernstig of
fataal letsel te verminderen, raden wij aan dat
personen met een pacemaker contact opnemen
met hun arts en de fabrikant van de pacemaker
voor ze deze machine gaan bedienen.
CE conformiteitsverklaring De CEconformiteitsverklaring in een afzonderlijke
bijlage maakt deel uit van deze
gebruiksaanwijzing.
Verpakking en afvalfase
Bewaar de originele verpakking om de zaag te
beschermen tegen transportschade als ze moet
worden getransporteerd. Als u het
verpakkingsmateriaal niet meer nodig heeft, moet
het overeenkomstig de plaatselijke voorschriften
worden weggedaan. Verpakkingsmateriaal uit
karton is een grondstof die opnieuw kan worden
gebruikt of gerecycleerd.
Als de machine niet meer kan worden gebruikt,
moet ze overeenkomstig de lokale voorschriften
worden weggedaan.
137SB / 142SB / 154SB
Symbolen en kenplaatje
Volgende symbolen worden gebruikt op de
machine en in deze gebruiksaanwijzing:
Voor ingebruikname en voor alle
onderhouds-, montage- en
reinigingswerken de handleiding grondig
lezen
Voor u de motor start, de gehoor- en
gezichtsbescherming opzetten
Wanneer u met en aan de machine werkt,
veiligheidshandschoenen dragen
Vaste schoenen met stevige zolen, bij
voorkeur veiligheidsschoenen dragen
Wees uiterst voorzichtig als u met de
machine omgaat
De minimale afstand ten opzichte
van andere personen bedraagt 15
meter
Opgelet, voorwerpen kunnen hoog
worden weggeslingerd
Opgelet: de machine kan terugslaan als
ze tegen vaste voorwerpen komt
Het maximale toerental niet
overschrijden dat vermeld is in de
technische gegevens
Roken verboden in de omgeving van de
machine en op de plaats van het
bijtanken!
De machine en het bijvulreservoir voor de
brandstof op een veilige afstand houden
van open vuur
- De machine produceert uitlaatgassen
en
- benzinedampen zijn giftig;
niet in gesloten ruimtes starten en tanken
Kenplaatje
a: Typebenaming
b: Serienummer
c: Bouwjaar (10 2010)
NEDERLANDS 2
Met het oog op de constante verdere ontwikkeling
van onze apparaten zijn wijzigingen in de
leveringsomvang op het vlak van vorm, techniek en
uitvoering voorbehouden.
Verder kunnen geen aanspraken worden afgeleid
uit informatie en afbeeldingen in deze handleiding.
Inhoud
Blz.
1. Veiligheidsvoorschriften ...................................................................................................................... 4
1.1 Voorgeschreven gebruik / Algemene veiligheidsvoorschriften
4
1.2 Werkkledij
4
1.3 Tijdens het tanken
5
1.4 Tijdens het transport van de machine
5
1.5 Voor het starten
5
1.6 Tijdens het starten
5
1.7 Tijdens het werk
6
1.8 Tijdens onderhoud en herstellingen
6
2. Leveringsomvang ................................................................................................................................. 7
3. Bedienings- en functie-onderdelen ..................................................................................................... 7
4. Voorbereiding van het werk ................................................................................................................. 7
4.1 Montage van de beveiliging
8
4.2 Montage van het snijwerktuig
9
4.3 Montage tweehandgreep Bike
11
4.4 Dubbele schouderriem instellen
11
5. Brandstof tanken ................................................................................................................................ 12
5.1 Brandstofinformatie
12
5.2 Brandstof vullen
12
6. Motor starten / motor uitzetten .......................................................................................................... 12
6.1 Halfgas-startinstelling
12
6.2 Startklep en primer
12
6.3 Aanslingeren
13
6.4 Motor uitzetten
13
6.5 Als de motor niet aanslaat
13
6.6 Aanvullende instructies voor een correct gebruik van de starter
13
7. Gebruik van de bosmaaier ................................................................................................................. 14
7.1 Toepassingsgebieden
14
7.2 Eerste ingebruikname / inlopen
14
7.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier
14
7.4 Slijpinstructies snoeimes
14
7.5 Gebruik van de als toebehoren leverbare draadkop
15
8. Gebruiks- en onderhoudsinstructies ................................................................................................ 15
8.1 Algemene gebruiks- en onderhoudsinstructies
15
8.2 Smering van het drijfwerk
15
8.3 Instelling carburateur
16
8.4 Bougie-informatie
16
8.5 Luchtfilteronderhoud
17
8.6 Instructies voor de geluiddemper
17
8.7 Brandstoffilter vervangen
17
8.8 Stilleggen en opbergen
17
8.9 Onderhoudsschema
18
9. Accessoires ......................................................................................................................................... 19
10. Technische gegevens ...................................................................................................................... 20
11. Garantie ............................................................................................................................................. 21
12. Slijtage-onderdelen .......................................................................................................................... 21
NEDERLANDS 3
Veiligheidsvoorschriften
1. Veiligheidsvoorschriften
1.1 Voorgeschreven gebruik / Algemene veiligheidsvoorschriften
De bosmaaier mag uitsluitend worden gebruikt om gras, riet, onkruid en wildgroei ter hoogte van de grond te
maaien. Voor andere doeleinden mag de motorzaag niet worden gebruikt
(zie paragraaf 7.1 “Toepassingsgebieden”).
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig voor de eerste ingebruikname en bewaar ze op een veilige
plaats. Wees zeer voorzichtig als u met deze machine werkt.
Het niet naleven van de veiligheidsinstructies kan levensgevaarlijk zijn. Volg de ongevalpreventievoorschriften van de
beroepsverenigingen. De gebruiksaanwijzing moet altijd beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt
gebruikt. Ze moet door iedereen worden gelezen die belast is met werken aan de machine (ook onderhoud,
verzorging en herstelling).
• Als u voor het eerst met een dergelijke machine werkt, dient de verkoper u uit te leggen en te tonen hoe u er
veilig mee dient om te gaan.
• Kinderen en jongeren onder 18 jaar mogen niet met deze machine werken; behalve jongeren boven 16 jaar die
onder toezicht worden opgeleid.
• Hou personen en dieren op een veilige afstand van het werkterrein. De minimale afstand bedraagt 15 meter. Let
goed op kinderen en op dieren die zich in het struikgewas kunnen ophouden. Als een persoon of een dier
naderbij komt, dient u de machine en het snijwerktuig onmiddellijk te stoppen. De gebruiker is verantwoordelijk
voor gevaren of ongevallen die zich tegenover andere personen en hun eigendom kunnen voordoen.
• Dit apparaat mag enkel worden uitgeleend of doorgegeven aan personen die vertrouwd zijn met dit type, zijn
bediening en de gebruiksaanwijzingen. Geef beide gebruiksaanwijzingen altijd mee.
• Als u met deze machine werkt, dient u zich in goede conditie te bevinden en dient u uitgerust en gezond te zijn.
• Deze machine mag niet worden gebruikt als u onder invloed bent van alcohol, drugs of medicijnen die het
reactievermogen kunnen beïnvloeden.
• Voer geen wijzigingen aan bestaande veiligheidsinrichtingen en bedieningselementen uit.
• De machine mag enkel in bedrijfsveilige toestand worden gebruikt – gevaar voor ongevallen! De veilige
toestand van de bosmaaier moet dus voor elk gebruik worden gecontroleerd.
• U mag enkel snijwerktuigen, accessoires en opbouwelementen gebruiken die door de fabrikant geleverd zijn en
door hem uitdrukkelijk goedgekeurd zijn voor bevestiging op dit type machine. Als u de draadkop gebruikt, mag u
de kunststof-snijdraad nooit vervangen door een staaldraad. Bij elk snijwerktuig moet altijd de bijbehorende
aanraakbeveiliging worden gebruikt.
• Als u snijwerktuigen verwisselt, altijd de motor uitschakelen en de bougie uittrekken, zodat de motor niet
ongewenst kan starten.
• De betrouwbare werking en de veiligheid van uw machine hangen ook af van de kwaliteit van de gebruikte
wisselstukken. Gebruik enkel originele wisselstukken. Enkel originele onderdelen komen uit de productie van het
apparaat en waarborgen dus een maximale kwaliteit op het vlak van materiaal, maatvastheid, werking en
veiligheid. Voor originele wisselstukken en accessoires kunt u terecht bij uw vakhandelaar. Hij beschikt ook over
de vereiste wisselstuklijsten om de juiste wisselstuknummers te kunnen opzoeken. Hij wordt constant op de
hoogte gehouden van detailverbeteringen en vernieuwingen op het vlak van wisselstukken. Merk ook op dat, als
niet originele onderdelen worden gebruikt, de garantie vervalt.
• Als de machine niet wordt gebruikt, moet ze zo worden weggezet dat er niemand gevaar loopt. De motor moet
worden uitgeschakeld.
Als u de veiligheids-, gebruiks- of onderhoudsinstructies niet opvolgt, bent u verantwoordelijk voor alle daardoor
veroorzaakte schade en gevolgschade.
1.2 Werkkledij
Om verwondingen te vermijden, draagt u tijdens het gebruik van deze machine de voorgeschreven kledij en
beschermuitrusting. De kleiding moet goed aansluiten (bijv. combinatiepak), maar mag niet hinderlijk zijn.
Onze aanbeveling:
SOLO bos- en landbouwjas EN 340 bestelnr.: 99303000 + maat (2[s] - 6[xxl])
SOLO outdoor-broek bestelnr.: 9902095 + maatindex
of
SOLO outdoor-tuinbroek bestelnr.: 9902094 + maatindex
Draag geen sjaal, das, sieraden of andere kledingstukken die gekneld kunnen raken in struiken of takken. Laag haar
moet worden samengebonden en weggeborgen (hoofddoek, muts, helm e.d.).
Draag stevige schoenen met slipvrije zolen, bij voorkeur veiligheidsschoenen met stalen punt.
Onze aanbeveling: SOLO lederen bottine bestelnr.: 9930510 + maat (36 - 48)
Draag veiligheidshandschoenen met slipvrij greepoppervlak.
Onze aanbeveling: SOLO Fit veiligheidshandschoenen bestelnr.: 9939012 + maatindex
Gebruik persoonlijke gehoorbescherming en gezichtsbescherming (bijv. veiligheidsbril).
Onze aanbeveling: SOLO gezichts-/gehoorbescherming bestelnr.: 993901002 (één maat)
NEDERLANDS 4
Veiligheidsvoorschriften
1.3 Tijdens het tanken
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Benzine is uiterst licht ontvlambaar. Zorg voor voldoende afstand tot open vuur en mors geen brandstof.
Rook niet op de werkplek en op de plaats waar u tankt!
Voor het tanken de motor altijd uitschakelen.
Als de motor nog heet is, mag niet worden bijgetankt - brandgevaar!
Open de tanksluiting altijd voorzichtig, zodat de bestaande overdruk zich langzaam kan afbouwen en er geen
brandstof naar buiten spuit.
Brandstof kan stoffen bevatten die op oplosmiddelen lijken. Vermijd contact van minerale olieproducten met de
huid en de ogen. Draag handschoenen tijdens het tanken. Verwissel regelmatig van beschermkledij en reinig ze.
Adem brandstofdampen niet in.
Tank enkel op goed geventileerde plaatsen.
Let erop dat er geen brandstof of olie in de grond terechtkomt (bescherming van het milieu). Gebruik een
geschikte grondbescherming.
Als brandstof werd gemorst, moet de machine onmiddellijk worden schoongemaakt. Als de kledij bevuild is met
brandstof, dient u ze onmiddellijk uit te trekken.
Zet de tanksluiting altijd goed vast. Zo vermindert u het risico dat de tanksluiting door de trillingen van de motor
loskomt en er brandstof uit de machine loopt.
Let op lekken. Start niet en werk niet met de machine als er brandstof uitloopt. Er bestaat levensgevaar door
brandwonden!
Bewaar brandstof en olie uitsluitend in voorgeschreven en juist gemerkte bussen.
1.4 Tijdens het transport van de machine
•
•
•
•
•
Schakel de motor altijd uit als u de machine moet transporteren.
Draag of transporteer de bosmaaier nooit terwijl het snijwerktuig draait.
Bij transport over grote afstand moet bij metalen snijwerktuigen altijd de mesbescherming worden geplaatst.
Om te vermijden dat er brandstof uitloopt en er beschadigingen optreden, moet de machine tijdens het transport
in voertuigen worden vastgezet, zodat ze niet kan kantelen. De tank moet op dichtheid worden gecontroleerd.
Maak de tank bij voorkeur voor het transport leeg.
In geval van verzending moet de tank in elk geval vooraf worden leeggemaakt.
1.5 Voor het starten
Voor u de machine start, dient u altijd te controleren of de volledige machine in bedrijfsveilige toestand verkeert.
• De stopschakelaar moet gemakkelijk in- en uitschakelen.
• De gashendel moet soepel werken en automatisch terugkeren naar de stationaire positie.
• Het snijwerktuig en de aanraakbeveiliging moeten goed vast zitten en in perfecte staat verkeren.
• Controleer ook of de ontstekingskabel en de bougiestekker goed vast zitten. Als een verbinding los zit, kunnen er
vonken ontstaan, die het eventueel uitlopende brandstof-luchtmengsel kunnen ontsteken – brandgevaar!
Bij onregelmatigheden, duidelijke schade, foutieve instellingen of als de goede werking beperkt is, mag u niet
beginnen werken, maar dient u de machine te laten controleren in een werkplaats.
1.6 Tijdens het starten
•
•
•
•
Start op een afstand van minstens 3 meter van de plaats waar u heeft getankt. Start de machine nooit in een
gesloten ruimte.
Zorg voor een veilige en stabiele houding tijdens het starten. Start altijd op een effen ondergrond en hou de
machine stevig vast.
De machine mag slechts door één persoon worden bediend – ook tijdens het starten mogen er zich geen andere
personen ophouden binnen een cirkel van 15 meter.
Voer de startprocedure uit zoals beschreven in hoofdstuk 6 "Motor starten / motor uitzetten".
NEDERLANDS 5
Veiligheidsvoorschriften
1.7 Tijdens het werk
•
•
•
•
•
•
•
De bosmaaier mag uitsluitend in volledig gemonteerde toestand in gebruik worden genomen.
Zodra de motor draait, produceert de machine giftige gassen, die onzichtbaar en reukloos kunnen zijn. Start
de machine nooit in een gesloten ruimte. Als er weinig plaats is, of als u in sloten of in greppels werkt, dient u
tijdens het werk altijd voor voldoende luchttoevoer te zorgen.
Rook niet op de werkplek – ook niet in de omgeving van de machine. Er bestaat groot brandgevaar!
Werk voorzichtig, met overleg en rustig en breng geen andere personen in gevaar.
- Zorg voor goed zicht en licht.
- Blijf altijd op roepafstand van andere personen, die u in geval van nood kunnen helpen.
- Las tijdig werkpauzes in.
- Wees alert voor mogelijke gevaarbronnen en neem de nodige voorzorgsmaatregelen. Hou er rekening mee
dat, als u gehoorbescherming gebruikt, u geluiden minder goed hoort. Daardoor kunt u ook signalen, kreten
e.d. die op gevaar wijzigen, eventueel niet horen.
- Let op bij natheid, gladheid, op hellingen of oneffen terrein. Er bestaat groot slipgevaar!
- Let op struikelgevaar en hindernissen, zoals boomwortels, boomstronken, randen. Wees zeer aandachtig als u
op hellingen werkt.
- Voor u met de machine begint te werken, controleert u het werkterrein op stenen, gebroken glas, spijkers,
draad en andere vaste voorwerpen. Verwijder ze, zodat ze niet worden weggeslingerd of vastgekneld raken in
het snijwerktuig.
- Hou de machine altijd stevig met beide handen vast en zorg altijd voor een goede en stabiele houding.
- Het snijwerktuig altijd onder de heup houden. Het draaiende werktuig mag niet van de grond worden opgetild.
- Alle lichaamsdelen moeten op een veilige afstand van het roterende snijwerktuig worden gehouden.
- Gebruik een degelijke maaitechniek (zie paragraaf “7.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier”).
- De machine met zo weinig mogelijk lawaai en uitlaatgassen gebruiken – de motor niet nodeloos laten draaien.
Bedenk dat ook lawaai een belasting voor het milieu inhoudt. Hou de eventuele rusttijden in acht (deze kunnen
lokaal verschillend zijn).
- Gebruik geen stompe werktuigen en voorkom dat het roterende snijwerktuig ongecontroleerd tegen een
vreemd voorwerp stoot. Er bestaat groot gevaar voor terugslagen, waardoor de volledige machine heftig kan
worden rondgeslingerd. Daardoor kunnen er ongecontroleerde bewegingen optreden voor de gebruiker, die tot
ernstige en dodelijke verwondingen kunnen leiden.
Schakel de motor uit als het gedrag van de bosmaaier merkbaar wijzigt.
Door de centrifugaalkoppeling blijft het snijwerktuig nog even draaien nadat u de gashendel heeft losgelaten of
de motor heeft uitgeschakeld. Let erop dat het snijwerktuig tot stilstand gekomen is voor u de machine neerlegt.
Voor u het snijwerktuig aanraakt – ook als u een verstopping wenst te verhelpen of als het snijwerktuig
vastgeklemd zit – dient u de motor uit te schakelen, te wachten tot het snijwerktuig stilstaat en de bougiestekker
af te trekken.
Raak de uitlaat en de geluiddemper niet aan zolang ze nog heet zijn; er bestaat verbrandingsgevaar!
Nooit met een defecte geluiddemper of zonder geluiddemper werken. Er bestaat gevaar voor
gehoorbeschadiging en brandwonden!
Eerste hulp
Voor een eventueel ongeval moet er altijd een EHBO-koffer voorhanden zijn op de werkplaats. Verbruikt materiaal
moet onmiddellijk worden bijgevuld.
Opmerking:
Als personen met circulatiestoornissen te vaak worden blootgesteld aan vibraties, kan er schade optreden aan
bloedvaten of aan het zenuwstelsel. Volgende symptomen kunnen ten gevolge van vibraties optreden aan vingers,
handen of polsen: inslapen van lichaamsdelen, prikkelen, pijn, steken, verandering van de huidkleur of van de huid.
Als deze symptomen worden vastgesteld, dient u een arts te raadplegen.
1.8 Tijdens onderhoud en herstellingen
De machine moet regelmatig worden onderhouden. Voer zelf uitsluitend onderhouds- en herstellingswerken uit die in
deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Alle andere werken moeten door een erkende werkplaats worden
uitgevoerd.
• De machine mag niet in de buurt van open vuur worden onderhouden, hersteld of bewaard.
• Voor reinigings-, onderhouds- en herstelwerken moet de motor altijd worden uitgeschakeld en moet de
bougiestekker worden afgetrokken. Dit geldt niet voor de instelling van de carburateur en het stationair toerental.
• Bij alle herstellingen mogen enkel originele wisselstukken van de fabrikant worden gebruikt.
• Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht aan de machine, want dit heeft een negatieve invloed op de
veiligheid en kan gevaar inhouden voor ongevallen en verwondingen!
NEDERLANDS 6
Leveringsomvang; Bedienings- en functie-onderdelen; Voorbereiding van het werk
2. Leveringsomvang
• Bosmaaier, gedeeltelijk voorgemonteerd; volgende onderdelen zijn bijgeleverd en moeten nog worden
gemonteerd
• Tweehandgreep Bike
• Dubbele schouderriem
• Bescherming, beschermstrip (draadafsnijmes voorgemonteerd) en alle vereiste montageonderdelen voor
de beveiliging
• Snijwerktuig: (afhankelijk van het model, bij metaalsnijbladen inclusief overeenkomstige
transportbescherming)
• Alle voor de montage van het snijwerktuig vereiste montageonderdelen
• Gereedschap: combinatiesleutel, bevestigingspen en schroevendraaier
• Deze gebruiksaanwijzing, de CE-conformiteitsverklaring in een afzonderlijke bijlage maakt deel uit van
deze gebruiksaanwijzing
3. Bedienings- en functie-onderdelen
Fig. 1
1
Stopschakelaar
2
Gashendel
3
Gashendelblokkering
4
Halfgasvergrendeling
5
Tweehandgreep Bike
6
Decompressieventiel
7
Choke-hendel
8
Starthulp “primer”
9
Brandstoftank
10 Startergreep
11 Luchtfilterdeksel
12 Draagriemhouder
13 Antivibratiesysteem
14 Greepsteun
15 Snelspanschroef
16 Bougieafdekking
17 Snijwerktuig
18 Bescherming
22 Bevestigingsgedeelte
4. Voorbereiding van het werk
Voor het transport wordt de bosmaaier gedeeltelijk gedemonteerd geleverd. Voor de eerste ingebruikname
moet hij in elkaar worden gezet.
De bosmaaier mag uitsluitend in volledig gemonteerde toestand in gebruik worden genomen.
Let erop dat voor de volledige montage en ook voor de demontage en ombouw, de tank leeggemaakt is.
NEDERLANDS 7
Voorbereiding van het werk
4.1 Montage van de beveiliging
Fig. 3
Fig. 2a
Fig. 2b
Fig. 2c
Schroef (d)
vastdraaien
Fig. 4a
Fig. 2d
Fig 4b
Fig. 2e
NEDERLANDS 8
Schroeven (a) en
(b) vastdraaien
Voorbereiding van het werk
4.2 Montage van het snijwerktuig
Bij de montage en het vervangen van het
snijwerktuig altijd de motor uitschakelen, de
bougiestekker aftrekken en veiligheidshandschoenen
dragen!
Afhankelijk van de levering is één van de hierna
beschreven snijwerktuigen reeds standaard op uw
bosmaaier voorzien. Overeenkomstig het overzicht
van het toegelaten toebehoren in hoofdstuk 9
kunnen de hierna beschreven snijwerktuigen als
origineel toebehoren in de vakhandel worden
aangeschaft en als volgt worden gemonteerd.
Transportbescherming bij metaalsnijbladen
Als u voor het eerst een toegelaten metaalsnijblad
aankoopt (zie hoofdstuk 9 “Toebehoren”) dat niet bij
de bosmaaier geleverd is, dient u ook een passende
transportbescherming te kopen.
Als de metaalsnijbladen gemonteerd zijn
(grassnijblad met 4 tanden en snoeimes met 3
tanden - afhankelijk van het model of als toebehoren)
dient u bij het opbergen, bij het transport of tijdens
werkpauzes met uitgeschakelde motor altijd de
transportbescherming over het snijwerktuig te
plaatsen.
Fig. 6
A) Montage van snoeimes met 3 tanden en
grassnijblad met 4 tanden
Fig. 5
• Plaats de bosmaaier zo, dat de werkas omhoog
staat.
• Het snijwerktuig op het drukstuk (25) plaatsen.
Om het snijblad te centreren, moet de
schouder van het drukstuk precies in de
boring van het snijblad zitten.
• De drukschijf (26) monteren.
• De draaischotel (27) opsteken en de borgmoer
(28) op de as draaien.
Opgelet - linkse schroefdraad - in tegenuurwijzerszin
aanspannen.
Erop letten dat alle onderdelen gecentreerd zijn.
• De as met de hulppen (29) blokkeren en de moer
vastdraaien.
Als de borgmoer (28) te vlot draait doordat ze
te vaak werd los- en vastgedraaid, moet ze
absoluut worden vervangen.
• Plaats de transportbescherming met de
overeenkomstige uitstulping tegen een punt van
het metaalsnijblad.
• Door beide bevestigingsstrips (a) op de
transportbescherming samen te drukken, kunt u
de binnendiameter van de transportbescherming
vergroten.
• Plaats de transportbescherming volledig op het
snijwerktuig. Plaats de binnenschouder (b) tussen
het metaalsnijblad en de draaischotel.
• Open de twee bevestigingsstrips opnieuw en
breng daarbij ook de binnenschouder op de
bevestigingsstrip (c) tussen het metaalsnijwerktuig
en de draaischotel.
Als u de machine opnieuw wenst te gebruiken, dient
u de transportbescherming voor het starten weer af te
nemen door de twee bevestigingsstrips (a) samen te
drukken.
Controleer tenslotte of het snijblad goed vast en
gecentreerd zit.
NEDERLANDS 9
Voorbereiding van het werk
B) Montage nylon draadkop
Fig. 8b
Let op een juiste
uitlijning van de
snijtanden in de
rotatierichting.
Fig. 8c
Bij de snijkop zijn
verschillende
onderlegringen
geleverd.
Bij de montage op dit
type bosmaaier
moeten de juiste
onderlegringen
overeenkomstig de
afmetingen in de
afbeelding worden
gebruikt.
(Buitendiameter,
binnendiameter).
Fig. 7
Om een nylon draadkop te monteren, zijn volgende
onderdelen overeenkomstig afbeelding 5 niet vereist:
Borgmoer (28) (linkse schroefdraad!), draaischotel
(27), drukschijf (26) en het metalen snijwerktuig.
De draadwikkelbeveiliging (30) (bij de draadkop
geleverd) na het drukstuk (25) opzetten. De met
het getal “870” gemerkte zijde van de
draadwikkelbeveiliging wijst naar de
overbrenging, zodat de rand van de
draadwikkelbeveiliging de rand van de
hoekoverbrenging overlapt..
• Blokkeer de as met de hulppen (29).
• Schroef de draadkop met de hand op - linkse
schroefdraad!
• Steek de beschermstrip (31) met voorgemonteerd
draadafsnijmes langs onder op de beveiliging.
Buig de beschermstrip daarbij lichtjes.
•
Belangrijk: Als de draadkop wordt gebruikt, de
bosmaaier nooit starten als de beschermstrip
niet opgestoken is en het draadafsnijmes niet
gemonteerd is.
Als de draadlengte wordt bijgeregeld (zie par. 7.5
“Maaidraad bijregelen"), snijdt het draadmes de
draaduiteinden tijdens de werking automatisch op de
juiste lengte.
Als metaalsnijbladen worden gebruikt, altijd zonder
opgestoken beschermstrip werken.
C) Montage snijkop "Jet-Fit "
Schuif de snijdraad in
Fig. 8a
het basiselement van
de snijkop
overeenkomstig de
pijlen op het
basiselement, zodat
ca. 20 mm van de
snijdraad uit de
tegenoverliggende
opening uitsteekt.
NEDERLANDS 10
De onderste schijf moet met de binnendiameter van
16 mm rond de vertanding van de as liggen.
Blokkeer de as met de hulppen (29) en draai de moer
(28) vast. Controleer of de snijkop goed vast en
gecentreerd zit.
Fig. 8d
Plaats het deksel van
de snijkop, draai in de
richting van de pijl en
draai tot het
vergrendelt vast met
de combinatiesleutel
(zie afbeelding).
Als de snijkop "Jet-Fit" wordt gebruikt, altijd met
standaardbeveiliging en opgestoken beschermstrip
werken.
De snijdraden mogen tijdens de rotatie niet in
aanraking komen de beveiliging. Eventueel de
snijdraden iets verder in het basiselement van de
snijkop schuiven. Het in de beschermstrip
gemonteerde draadafsnijmes is niet geschikt voor
deze snijdraad de lengte van de snijdraad moet
handmatig correct worden ingesteld!
Om een snijdraad te
Fig. 8e
vervangen, deze aan
het uitstekende
uiteinde weer in de
richting van de pijl uit
het basiselement
trekken (eventueel
met een
combinatietang).
Voorbereiding van het werk
4.3 Montage tweehandgreep Bike
4.4 Dubbele schouderriem instellen
Fig. 9
Fig. 10
• De snelspanschroef (15) met de huls (19) en de
vormschijf (20) uit de greepsteun (14) schroeven.
• Neem de twee halve schalen (a) van de
greepsteun af.
• Steek de tweehandgreep “Bike” (5) met de twee
halve schalen (a) op de greepsteun (14).
• De snelspanschroef (15) met de huls (19) en de
vormschijf (20) door de greepsteun indraaien,
maar slechts zover, dat de snelsluiting nog
volledig kan worden omgeklapt en de handgreep
vast zit. De snelspanschroef kan naar voor en
naar achter worden omgeklapt. Als de greep nog
niet volledig vastzit, draait u de snelspanschroef
een halve slag verder in en klapt u ze om naar de
tegenoverliggende zijde.
• De rechter zijde van de tweehandgreep Bike moet
zo dicht mogelijk tegen de greepsteun
aangebracht zijn.
• Voor een optimale instelling van de handgreep de
snelsluiting omhoog klappen en indien nodig één
omwenteling losdraaien.
• De handgreep instellen en de snelsluiting (15)
weer indraaien en omklappen.
Opmerking: De optimale instelling is verzekerd als
het midden van het snijwerktuig overeenkomt met
het midden van het lichaam. De armen moeten in
werkpositie in een kleine hoek staan.
Nadat de haak in de draagriembevestiging (afb. 1
pos. 12) op de maaiboom werd gehaakt, moet de
bosmaaier worden uitgebalanceerd. Daartoe wordt
de haak in een van de mogelijke bevestigingsgaten
gehaakt.
Het snijwerktuig moet net boven de grond (0 cm - 10
cm) pendelen terwijl de hangende bosmaaier niet met
de handen wordt aangeraakt.
Opgelet: Met de tweehandgreep Bike moet de
bosmaaier tijdens het werk altijd rechts van het
lichaam worden gehouden!
NEDERLANDS 11
Brandstof tanken; Motor starten / motor uitzetten
5. Brandstof tanken
6. Motor starten / motor uitzetten
5.1 Brandstofinformatie
6.1 Halfgas-startinstelling
De motor van deze machine is een krachtige
tweetaktmotor, die werkt op een benzineoliemengsel (benzine en olie = brandstofmengsel) of
op in de vakhandel verkrijgbare, speciale
voorgemengde brandstofmengsels voor 2taktmotoren.
Wij adviseren het speciale brandstofmengsel van het
merk „Aspen 2-takt“. De instructies van de fabrikant
van het speciale brandstofmengsel moeten worden
opgevolgd.
Fig. 11
Informatie om zelf het brandstofmengsel te mengen
Om zelf te mengen kan loodvrije normale benzine of
loodvrije superbenzine worden gebruikt (minimaal
octaangehalte 92 RON).
Als een zeer hoogwaardige 2-takt merkmotorolie
wordt gebruikt, zoals de door ons aangeboden
"SOLO Profi 2T-motorolie", adviseren we een
mengverhouding olie:benzine van 1:50 (2%).
Als tweetaktolie van andere merken wordt gebruikt,
adviseren wij een mengverhouding van 1:25 (4%).
• Neem de handgreep vast, de
veiligheidsblokkeerknop (3) wordt door de
handpalm bediend en daardoor wordt de
gashendel (2) vrijgegeven.
• Duw de gashendel volledig door.
• Schuif, terwijl u de gashendel vasthoudt, de
Gebruik uitsluitend 2-takt merkmotorolie!
Bewaar het mengsel niet langer dan 3-4 weken.
Brandstofmengtabel
Benzine
in liter
1
5
10
Olie in liter
SOLO Profi 2Tmotorolie
2% (50 : 1)
Andere
tweetaktolie
4% (25 : 1)
0,020
0,100
0,200
0,040
0,200
0,400
) en laat de
stopschakelaar (1) naar “Start” (
gashendel dan los. De gashendel wordt daarbij in
de halfgasstand vergrendeld.
De halfgasvergrendeling wordt principieel opgeheven
door de gashendel kort te bedienen.
6.2 Startklep en primer
Fig. 12
Ongeschikte brandstoffen of afwijkingen in de
mengverhouding kunnen ernstige schade
veroorzaken aan de motor!
Direct contact tussen huid en benzine
vermijden; adem benzinedampen ook niet in gevaar voor de gezondheid!
5.2 Brandstof vullen
Hou bij het tanken rekening met de
veiligheidsinstructies.
Tank enkel terwijl de motor uitgeschakeld is. De
vulomgeving moet goed worden schoongemaakt.
Plaats de machine zo, dat de tanksluiting omhoog
staat. Schroef de tanksluiting af en giet het
brandstofmengsel slechts tot aan de onderkant van
de opening in de tank. Om verontreiniging in de tank
te vermijden, dient u indien mogelijk een zeeftrechter
te gebruiken. Schroef de tanksluiting weer met de
hand vast.
NEDERLANDS 12
De startklep moet als volgt worden ingesteld:
• Bij koude motor de choke-hendel (7) in de stand
gesloten omhoog zetten.
• Bij warme motor de choke-hendel (7) in de stand
omlaag zetten.
open
Als de machine voor het eerst wordt gestart of als de
brandstoftank volledig leeg werd gemaakt en
opnieuw werd gevuld, drukt u verschillende keren op
de primer (8) (minstens. 5x) tot er brandstof
zichtbaar is in de kunststofballon.
Telkens voor u aan de startergreep trekt, op het
decompressieventiel (6) drukken om gemakkelijker
te kunnen starten. (Na het starten spring het
decompressieventiel automatisch terug naar de
normale stand.)
Motor starten / motor uitzetten
6.3 Aanslingeren
Kort overzicht van de startprocedure:
Hou bij het starten rekening met de
veiligheidsinstructies.
• Machine veilig op platte ondergrond leggen,
• evt. verschillende keren op primer drukken,
• met stopschakelaar en gashendel halfgasstand
arreteren.
• Koude start:
o choke-hendel in stand , met ingedrukt
decompressieventiel aanslaan tot eerste
ontsteking,
o daarna choke-hendel in stand ,
o verder starten tot motor doorloopt.
• Warme start:
o choke-hendel in stand met ingedrukt
decompressieventiel starten tot motor
doorloopt.
• Als motor draait, gashendel kort doortrekken om
halfgasvergrendeling op te heffen.
Fig. 13
De bosmaaier effen en vrij van hindernissen op de
grond leggen en erop letten dat het snijwerktuig niet
tegen voorwerpen en tegen de grond komt.
Bij het starten niet op de maaiboom staan of knielen,
anders kan de as of de maaiboom beschadigd raken.
Neem een veilige houding aan, hou de machine met
de linker hand stevig vast aan de behuizingsflens.
Bij koude motor:
Terwijl de choke-hendel omhoog in de stand staat
en het decompressieventiel ingedrukt is, de
startgreep om te starten verschillende keren in een
rechte lijn uittrekken tot de motor hoorbaar en
kortstondig aanslaat (ontsteekt).
Daarna onmiddellijk de choke-hendel weer omlaag in
zetten. Terwijl het decompressieventiel
de stand
ingedrukt is, verder starten tot de motor doordraait.
Bij warme motor:
Met de choke-hendel omlaag in de stand en bij
ingedrukt decompressieventiel de startgreep om te
starten verschillende keren in een rechte lijn
uittrekken tot de motor doorloopt.
Opmerking: In goede omstandigheden start de
bedrijfswarme machine reeds in standgas. (Een
eventuele halfgasvergrendeling wordt ook bij
stilstaande motor opgeheven door de gashendel te
bedienen.) Start met de stopschakelaar in de
middelste stand
Als de motor met standgas niet aanslaat, de
halfgasvergrendeling arreteren zoals hierboven
beschreven.
Als de motor met halfgas draait: drukt u de
gashendel kort door om de halfgas-vergrendeling op
te heffen. Laat de gashendel weer los, zodat de
motor stationair blijft draaien. U kunt nu beginnen
met het werk.
6.4 Motor uitzetten
Laat de gashendel los en zet de stopschakelaar in
de stand “STOP”.
Opgelet: Door de centrifugaalkoppeling blijft het
snijwerktuig nog even draaien nadat u de gashendel
heeft losgelaten of de motor heeft uitgeschakeld. Let
erop dat het snijwerktuig tot stilstand gekomen is
voor u de machine neerlegt.
6.5 Als de motor niet aanslaat
Als de motor na verschillende startpogingen niet
aanslaat, gaat u na of alle hierboven beschreven
instellingen correct zijn, meer bepaald of de
stopschakelaar niet in de stand “STOP” staat. Start
nogmaals. Als de motor nog steeds niet start, is de
verbrandingskamer reeds te ver gevuld met vet.
In dit geval adviseren wij het volgende:
Verwijder de bougieafdekking.
Trek de bougiestekker daaronder uit.
Schroef de bougie uit en droog hem goed af.
Geef volgas en trek de startgreep verschillende
keren door om de verbrandingskamer te
verluchten.
• Schroef de bougie weer in, en monteer de
bougiestekker en de bougieafdekking.
• Start met de choke-hendel omlaag in de stand
en de stopschakelaar in de stand “Start”.
•
•
•
•
6.6 Aanvullende instructies voor een correct
gebruik van de starter
Volgende instructies zijn bedoeld om de levensduur
van het starttouw en van het startmechanisme te
verlengen:
• Trek het touw altijd in een rechte lijn uit.
• Laat het touw niet over de rand van het oog
schuren.
• Trek het touw niet volledig uit - het touw zou
kunnen breken.
• Breng de startgreep altijd terug naar zijn
uitgangspositie - niet laten terugspringen.
Een beschadigd starttouw kan door de vakman
worden vervangen.
NEDERLANDS 13
Gebruik van de bosmaaier
7. Gebruik van de bosmaaier
7.1 Toepassingsgebieden
De met een snoeimes met 3 tanden uitgeruste
bosmaaier mag uitsluitend worden gebruikt voor het
maaien van gras, licht struikgewas, riet, onkruid en
wildgroei ter hoogte van de grond.
De bosmaaier is niet geschikt voor andere
doeleinden.
Als de als toebehoren verkrijgbare, uitdrukkelijk voor
deze bosmaaier toegelaten snijwerktuigen worden
gebruikt, zijn bovendien de toepassingsgebieden
toegelaten die uitdrukkelijk vermeld zijn in de
handleidingen van het toebehoren, waarbij rekening
moet worden gehouden met de aldaar vermelde
veiligheidsvoorschriften.
Algemeen geldt dat uitsluitend snijwerktuigen die
uitdrukkelijk voor deze bosmaaier zijn toegelaten,
mogen worden gebruikt. De aanraakbeveiliging die
voor de machine en het snijwerktuig voorgeschreven
is, moet altijd gemonteerd zijn. Als u twijfels heeft,
kunt u terecht bij uw SOLO-vakhandelaar.
7.2 Eerste ingebruikname / inlopen
Bij de eerste vijf ingebruiknames de motor voor het
begin van het werk onbelast in het middelste
toerentalbereik kort iets warm laten draaien.
7.3 Correcte werkwijze met de bosmaaier
terugslagen. Benader het maaigoed dus altijd van
rechts, zodat de linker zijde van het snijwerktuig eerst
in contact komt met het maaigoed. Vooral als u stevig
maaigoed (zoals middelgroot onkruid en wildgroei)
snijdt, dient u erop te letten dat u de voorzijde van het
snijwerktuig niet “in het maaigoed steekt”.
Ga naar het maaigoed terwijl de machine stationair
draait, en geef daarna volgas. Laat de motor zonder
belasting niet te lang op hoog toerental draaien.
Steek het werktuig van rechts voor 2/3 in het
maaigoed en werk met de machine zoals met een
zeis, door stapsgewijs vooruit te gaan en het
maaigoed van rechts naar links te bewerken.
Voor optimale resultaten moet de bosmaaier met
volgas worden gebruikt. Werk niet in het sleepbereik
van de koppeling. De garantie geldt niet voor
indirecte schade door overbelasting of oververhitting.
Als u onregelmatigheden vaststelt of als het
maaigoed vastgeraakt is ter hoogte van het
snijwerktuig of de aanraakbeveiliging, dient u de
motor onmiddellijk uit te schakelen. Rem het
snijwerktuig af door op de grond te duwen tot het
snijwerktuig tot stilstand is gekomen. De
bougiestekker aftrekken en gras, kreupelhout e.d. uit
de werktuighouder verwijderen. De veilige toestand
van de volledige machine controleren.
7.4 Slijpinstructies snoeimes
Fig. 15
Hou tijdens het werk met de bosmaaier rekening met
de veiligheidsvoorschriften.
Fig. 14
Bij een geringe afstomping worden de snijkanten van
de slagpunten in een hoek van 30° met een platte vijl
langs beide zijden bijgeslepen.
Bij sterke slijtage of als snijkanten afgebroken zijn,
worden alle snijkanten gelijkmatig afgeslepen. Daarbij
moet de onbalans worden gecontroleerd en indien
nodig worden verholpen door bij te slijpen. De
slijphoek bedraagt eveneens 30°.
Wegens de draairichting van het snijwerktuig is
snijden aan de linker kant (sectie A) van het
snijwerktuig (gezien vanuit het standpunt van de
gebruiker bij juiste werkhouding) zeer arm aan
NEDERLANDS 14
Gebruiks- en onderhoudsinstructies; Gebruiks- en onderhoudsinstructies
7.5 Gebruik van de als toebehoren leverbare
draadkop
Werk altijd uitsluitend met de toegelaten
snijdraadlengte. Als het draadafsnijmes goed in de
aanraakbeveiliging is gemonteerd, worden de
snijdraden altijd afgekort op de toegelaten lengte. Als
de snijdraad te lang is, bestaat er extreem gevaar
voor verwondingen en kan de motor overbelast en
beschadigd raken.
Als u het snijwerktuig ombouwt van metaalsnijblad
naar draadkop, dient u dus de standaard
aanraakbeveiliging altijd uit te breiden met het
gemonteerde draadafsnijmes.
Maaidraad bijregelen
Als u de halfautomatische draadkop gebruikt:
Fig. 16
Het snijwerktuig moet met korte intervallen en bij
duidelijke onregelmatigheden of verstoppingen ter
hoogte van het snijwerktuig of de bescherming
worden gecontroleerd. Daartoe moet de motor
uitgeschakeld zijn en moet het snijwerktuig stilstaan.
De bougiestekker aftrekken en gras, kreupelhout e.d.
uit de werktuighouder verwijderen. Stompe of
beschadigde werktuigen ook bij kleine barsten klanktest uitvoeren - onmiddellijk vervangen.
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen geen
open vuren of dergelijke in de omgeving voorkomen.
Bij langdurige onderbrekingen (meer dan vier weken)
dient u ook rekening te houden met de instructies in
paragraaf “9.8 Stilleggen en opbergen”.
8.2 Smering van het drijfwerk
Voor de smering van de kegelwieloverbrenging moet
het speciaal transmissievloeivet van SOLO (bestelnr.
008318025) worden gebruikt. Controleer de vulling
met smeervet wekelijks en vul eventueel bij (ca. om
de 20 - 50 bedrijfsuren).
Fig. 17
(schematische voorstelling)
Bij onbelaste werking kort volgas geven en daarbij
met de draadkop verschillende keren op begroeide
ondergrond tikken. De snijdraad komt een stukje
vrij. De draadverlenging bedraagt ca. 30 mm per
ontgrendeling. Overtollige draadlengtes worden
door het draadafsnijmes gecorrigeerd.
Als de maaidraad opgebruikt is, kunt u hem
vervangen door de als toebehoren leverbare
maaidraad Ø 2,4 mm, bestelnr.: 6900942 of
maaidraad Ø 3,0 mm bestelnr.: 6900974.
8. Gebruiks- en onderhoudsinstructies
8.1 Algemene gebruiks- en
onderhoudsinstructies
Voor het onderhoud en de herstelling van moderne
apparaten en hun veiligheidsrelevante componenten
is een gekwalificeerde vakopleiding vereist, alsook
een werkplaats die over speciaal gereedschap en
testapparaten beschikt. De fabrikant adviseert dan
ook alle werkzaamheden die niet in deze
gebruiksaanwijzing beschreven zijn, te laten
uitvoeren door een gespecialiseerde werkplaats. De
vakman beschikt over de vereiste opleiding, ervaring
en uitrusting om u de meest betaalbare oplossing
aan te bieden. Hij helpt u verder met raad en daad.
Na een inlooptijd van ca. 5 bedrijfsuren moet worden
nagegaan of alle bereikbare schroeven en moeren
(behalve de instelschroeven van de carburateur)
goed vastzitten. Indien nodig aanspannen.
Draai de zijdelingse sluitschroef uit. Als er aan de
binnenzijde van de drijfwerkopening geen vet
zichtbaar is, moet het vet worden aangevuld
(bijvulhoeveelheid: ca. 5-10 g).
Zet de sluitschroef terug en draai ze vast.
Opgelet: Niet te veel vet aanbrengen, want dit zou
tot oververhitting in het drijfwerk kunnen leiden. De
behuizing van het drijfwerk mag nooit volledig met vet
gevuld zijn.
Tip: Vul in voorkomend geval slechts maximaal 5g bij
en controleer liever vaker (bijv. telkens voor het werk
begint) of er nog vet zichtbaar is.
Als u niet zeker bent, kunt u gerust contact opnemen
met uw werkplaats.
NEDERLANDS 15
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
8.3 Instelling carburateur
De carburateur wordt in de fabriek optimaal
ingesteld. Afhankelijk van de gebruikslocatie
(gebergte, laagland) moet de instelling van de
carburateur eventueel worden aangepast.
Fig. 18
Voor een correcte instelling van het stationair
toerental moet de luchtfilter schoon zijn!
Laat de motor warmdraaien voor u de instelling
uitvoert.
De carburateur wordt ingesteld om een
maximaal motorvermogen te verzekeren. Voor
de instelling moet in elk geval een toerentalmeter
worden gebruikt!
Stel geen hoger toerental in dan aangegeven, want
dit kan tot motorschade leiden!
8.4 Bougie-informatie
De bougie moet om de 50 bedrijfsuren worden
gecontroleerd.
Fig. 19
De carburateur heeft 3 stelschroeven:
• Stationair-aanslagschroef “T”
• Regelschroef “L” voor het mengsel bij stationair
toerental
• Regelschroef “H” voor het mengsel bij vollast
De regelschroeven voor het mengsel bij
stationair toerental “L” en het mengsel bij
vollast “H” mogen enkel worden ingesteld in de
erkende werkplaats.
Geringe correcties van de instelling van het standgas
op het in de technische gegevens vermelde
gemiddelde stationaire toerental, kunnen als volgt
worden uitgevoerd met de stationair-aanslagschroef
“T” en met behulp van een toerentalmeter:
• Als het stationair toerental te groot is, draait u de
stationair-aanslagschroef “T” iets open door
linksom te draaien.
• Als het stationair toerental te laag is (de motor
blijft dus staan), draait u de stationair
aanslagschroef “T” iets dicht door rechtsom te
draaien tot de motor gelijkmatig loopt.
Het snijwerktuig mag nooit worden
aangedreven bij stationair toerental!
Als een optimale instelling van de carburateur niet
kan worden verkregen door de stationairaanslagschroef “T” te corrigeren, dient u de
carburateur optimaal te laten instellen in een erkende
werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de
erkende werkplaats
Bij D-Cut-carburateurs:
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel om de
regelschroef “L” voor het mengsel bij stationair
toerental en de regelschroef “H” voor het mengsel bij
vollast te corrigeren.
Bij carburateurs met limitercaps:
De regelschroeven voor het mengsel bij stationair
toerental en het mengsel bij vollast kunnen in
beperkte mate worden versteld.
NEDERLANDS 16
• Duw op de achterste beugel van de
bougieafdekking (16) en klap deze langs boven
weg.
• Trek de bougiestekker daaronder uit.
• Schroef de bougie uit en droog hem goed af.
Als de elektroden sterk afgebrand zijn, de bougie
onmiddellijk vervangen - anders om de 100
bedrijfsuren.
Als de bougie uitgeschroefd is of de bougiekabel uit
de stekker verwijderd is, mag de motor niet in
beweging worden gezet. Er bestaat brandgevaar
door vonkvorming!
De ontstoorde bougie (verbrandingswaarde 200) is
bijv. onder volgende benamingen verkrijgbaar:
BOSCH
WSR6F
CHAMPION
RCJ-6Y of vergelijkbaar.
De voorgeschreven elektrodenafstand bedraagt 0,5
mm.
Gebruik enkel bougies met vast gemonteerde, dikke
aansluitmoer aan het bovenste uiteinde. Anders
bestaat er brandgevaar door vonkvorming. Voor u
begint te werken, dient u na te gaan of de
ontstekingskabel perfect aangesloten is en de isolatie
intact is.
• Schroef de bougie weer in.
• Duw de bougiestekker altijd goed vast op de
bougie.
• Plaats de bougieafdekking met de
geleidingstappen op de behuizing, klap de
afdekking weer omlaag en zet ze stevig vast.
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
8.5 Luchtfilteronderhoud
8.6 Instructies voor de geluiddemper
Vervuilde luchtfilters verlagen het vermogen. Ze
verhogen ook het brandstofverbruik en dus de
schadelijke stoffen in de uitlaatgassen. Bovendien
kan de motor dan moeilijker worden gestart.
Voer volgende onderhoudswerken regelmatig uit.
Ga voor u begint te werken na of de geluiddemper in
perfecte staat verkeert. Raak de geluiddemper niet
aan zolang hij nog heet is.
Als de motor niet bevredigend draait hoewel de
luchtfilter gereinigd is en de carburateur correct is
ingesteld, kan de oorzaak ook in een vuile of
beschadigde geluiddemper liggen. Neem in dit geval
contact op met de werkplaats.
Fig. 20
8.7 Brandstoffilter vervangen
Het is aan te bevelen de brandstoffilter (34) jaarlijks
in een werkplaats te laten vervangen.
Fig. 21
Voor u de luchtfilter opent, de startklep sluiten ,
zodat er geen vuil in de carburateur terecht kan
komen.
• De vleugelschroef (31) op het luchtfilterdeksel
(11) naar links draaien.
• Het luchtfilterdeksel aan de bovenzijde naar voor
klappen en afnemen.
• De weefselluchtfilter (32) uitnemen.
• De omgeving van de filter reinigen.
Als u de machine de hele dag gebruikt, moet de
weefselluchtfilter dagelijks worden gereinigd. Als er
veel stofvorming optreedt, ook tussendoor.
Gewoon uitkloppen is meestal de beste manier om te
reinigen.
De luchtfilter niet met perslucht uitblazen en
nooit vochtig of nat reinigen, en niet in een
oliebad of reinigingsoplossing leggen!
Als het motortoerental bij een correcte instelling van
de carburateur duidelijk daalt, zit de luchtfilter
verstopt en moet hij worden vervangen (bestelnr.
2048154).
Een te laag motortoerental ten gevolge van een
verstopte luchtfilter mag in geen geval worden
gecompenseerd door een verkeerde instelling van de
carburateur. Dit zou tot overbelasting en ernstige
motorschade leiden.
De garantie geldt niet voor motorschade ten gevolge
van onvakkundige verzorging.
• De nieuwe of gereinigde weefselluchtfilter weer in
de behuizing plaatsen.
• Het luchtfilterdeksel met de onderste
geleidingstappen op de behuizing plaatsen en
weer op de behuizing klappen.
• Het filterdeksel vastzetten door de vleugelschroef
(31) naar rechts te draaien.
De vakman kan met een draadlus voorzichtig aan de
brandstoffilter trekken om de brandstoftank te
openen. Er moet op worden gelet dat de verdikking
van de brandstofslang aan de tankwand niet in de
tank wordt getrokken.
8.8 Stilleggen en opbergen
Bewaar de machine bij voorkeur op een droge en
veilige plaats met volle brandstoftank. Er mogen geen
open vuren of dergelijke in de omgeving voorkomen.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen –
moet worden vermeden.
Als de machine langer dan vier weken niet zal
worden gebruikt, moeten volgende stappen ook
worden uitgevoerd:
• De brandstoftank op een goed geventileerde plaats
leegmaken en reinigen.
• De motor bij lege brandstoftank starten en de
carburateur lagen leeglopen tot de motor stopt.
Anders kunnen olieresten uit het brandstofmengsel
de carburateurmonden verstoppen en kan het
starten later moeilijk zijn.
• De machine goed reinigen (met name de
luchtaanzuigopeningen, de cilinderkoelribben, de
luchtfilter en de omgeving van de tankopening).
• Bewaar de machine op een droge en veilige plaats.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen –
moet worden vermeden.
NEDERLANDS 17
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
Carburateur
X
reinigen
X
X
elektrodenafstand controleren en eventueel
aanpassen
X
controleren
X
X
vervangen
Metaalsnijwerktuig
X
X X
vervangen
Smering van het drijfwerk
X X
X
controleren
slijpen
X
vervangen
X
X
Koelluchtinlaat
reinigen
Cilinderribben
reinigen
Brandstoftank
reinigen
Brandstoffilter
vervangen
Alle bereikbare schroeven
(behalve instelschroeven)
aanspannen
Bedieningselementen
(stopschakelaar, gashendel,
halfgasvergrendeling, starter)
functiecontrole
X
Geluiddemper
visuele toestandscontrole
X
Volledige machine
visuele toestandscontrole
X
X X
X X
X
X
X
X
X X
reinigen
X
X X
Voer de onderhoudswerken regelmatig uit. Doe indien nodig een beroep op een werkplaats als u niet alle
werken zelf kunt uitvoeren. De eigenaar van de machine is verantwoordelijk voor:
• Schade door onvakkundig of niet tijdig uitgevoerde onderhouds- of herstellingswerken
• Gevolgschade - ook corrosie - bij onvakkundige bewaring
NEDERLANDS 18
voor het maaiseizoen of jaarlijks
X
vervangen
Bougie
Indien nodig
X
stationair toerental controleren
stationair toerental instellen
Luchtfilter
om de 100 bedrijfsuren
om de 50 bedrijfsuren
wekelijks
telkens voor het werk begint
Volgende instructies hebben betrekking op normale werkomstandigheden.
In speciale gevallen, bijv. zeer langdurig, dagelijks werk, moeten de vermelde
onderhoudsintervallen dienovereenkomstig worden verkort.
één keer na 5 bedrijfsuren
8.9 Onderhoudsschema
Accessoires
9. Accessoires
SOLO biedt via de vakhandel een omvangrijk programma accessoires aan voor bosmaaiers. Deze accessoires
mogen uitsluitend worden gebruikt in combinatie met het overeenkomstige type, waarbij de overeenkomstige
beveiliging moet worden gebruikt. Gebruik volgend tabeloverzicht van de voor de modellen 137SB, 142SB en
154SB toegelaten accessoires en vraag informatie aan uw verkoper.
Accessoires
2-draadkop halfautomatisch M 10 x 1,25 LI
(gras ook rond hindernissen, licht onkruid)
Vervangdraad voor draadkop 15 m, Ø2,4 mm
Vervangdraad voor draadkop 15 m, Ø3,0 mm
Snijdraad op rol voor draadkop 90 m, Ø2,4 mm
Grassnijblad met 4 tanden, Ø230 mm
(gras, dikker onkruid)
Snoeimes met 3 tanden Ø250 mm
(struiken, riet, taai gras)
Snijkop met 2 draden “Jet-Fit”
(struiken, riet, taai gras, takken tot 20mm)
Snijkop met 4 draden “Jet-Fit”
(struiken, riet, taai gras, takken tot 20mm)
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
2,5 mm x 260 mm 50 stuks
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
3,5 mm x 260 mm 25 stuks
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
2,5 mm x 53 m
Vervangdraad voor snijkop "Jet-Fit"
3,5 mm x 27 m
Krachtig transmissievet
SOLO Profi 2T-motorolie
SOLO Profi 2T-motorolie
SOLO Profi 2T-motorolie in doseerfles
SOLO gezichts-/gehoorbescherming
SOLO bos- en landbouwjas EN 340
SOLO outdoor-broek
SOLO outdoor-tuinbroek
SOLO lederen bottines
SOLO Fit veiligheidshandschoenen
Bescherming
Standaardbescherming +
beschermstrip
Bestelnr.
69006556
6900942
6900974
0063201
Standaardbescherming
6900948
Standaardbescherming
6900947
Standaardbescherming +
beschermstrip
Standaardbescherming +
beschermstrip
6900160
6900162
6900166
6900168
6900175
6900176
100 ml
1l
1l
008318025
0083103
0083104
0083105
993901002
99303000 + maat (2[s] - 6[xxl])
9902095 + maatindex
9902094 + maatindex
9930510 + maat (36 - 48)
9939012 + maatindex
NEDERLANDS 19
Technische gegevens
10. Technische gegevens
Bosmaaiers
137SB
Motor
142SB
154SB
SOLO ééncilinder-tweetaktmotor
Cilinderinhoud
cm
Boring / slag
3
mm
Motorvermogen bij toerental
kW /
omw
/min
36,5
40,7
54,2
37 / 34
39 / 34
45 / 34
1,5 / 8000
1,7 / 8000
2,0 / 8000
Max. toegelaten toerental
onbelast met snijwerktuig
omw
10800 ± 300
Gemiddeld stationair toerental
omw
2700± 200
/min
/min
Inhoud brandstoftank
l
Brandstofverbruik bij max. prestatie
(ISO 7293)
Specifiek verbruik bij max. prestatie
(ISO 7293)
0,7
kg
/h
0,89
0,89
0,96
/kWh
595
525
480
g
omw
Opstarttoerental
/min
4200
Brandstof-mengverhouding:
met SOLO Profi 2T-motorolie
met andere tweetaktolie
Carburateur
1:50 (2%)
1:25 (4%)
Positie-onafhankelijke membraancarburateur met primer
en geïntegreerde brandstofpomp
Luchtfilter
Weefselfilter
Ontsteking
Elektronisch gestuurde magneetontsteking, niet aan slijtage
onderhevig
Tandwielreductie
Max. toegelaten toerental snijwerktuig
Maaiboomaansluiting
Aandrijfas
Stervertanding
Afmetingen
omw
/min
Spiraal vertande hoekoverbrenging 1,23:1
8800 ± 250
Ø mm
Ø mm
Hoogte
Breedte
Lengte
28
8
9 tanden
mm
Gewicht
zonder bescherming en snijwerktuig
530
665
1760
7,7
7,7
7,7
Bij het berekenen van de hierna vermelde waarden inzake trillingsversnelling en lawaai werden de
verschillende werktoestanden overeenkomstig de geldende norm gewogen
Trillingsversnelling ahv,eq (DIN ISO 22867)
Greep rechts / greep links
2-draadkop
m/s2
Grassnijblad
m/s2
k: ± 0,5 a
k: ± 0,5 a
k: ± 0,5 a
6,6 / 5,7
7,7 / 7,1
6,6 / 5,5
7,7 / 7,3
6,1 / 5,5
7,9 / 7,3
Geluidsdrukniveau LPeq (EN ISO 22868)
2-draadkop
dB(A)
Grassnijblad
dB(A)
k: ± 2,5 dB(A)
97
92
k: ± 2,5 dB(A)
97
92
k: ± 2,5 dB(A)
97
92
Geluidsvermogensniveau LWeq
EN ISO 22868)
2-draadkop
Grassnijblad
k: ± 2,5 dB(A)
k: ± 2,5 dB(A)
k: ± 2,5 dB(A)
108
106
108
106
108
106
NEDERLANDS 20
dB(A)
dB(A)
Garantie; Slijtage-onderdelen
11. Garantie
De fabrikant waarborgt een perfecte kwaliteit en
draagt de kosten voor de verbetering achteraf door
beschadigde onderdelen te vervangen in geval van
materiaal- of fabricagefouten die binnen de
garantieperiode na de verkoopdatum optreden. Merk
op dat in bepaalde landen specifieke
garantievoorwaarden van toepassing zijn. In geval
van twijfel kunt u voor meer informatie terecht bij uw
verkoper. Als verkoper van het product is hij
verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen uw begrip dat volgende schadeoorzaken
niet onder de garantie vallen:
• Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing.
• Achterwege laten van vereiste onderhouds- en
reinigingswerken.
• Schade door verkeerde instelling van de
carburateur.
• Slijtage door normaal gebruik.
• Duidelijke overbelasting door langdurig
overschrijden van de bovenste vermogenslimiet.
• Gebruik van niet toegelaten werktuigen.
• Uitoefening van geweld, onvakkundige
behandeling, misbruik of ongevallen.
• Oververhittingsschade door vervuiling op het
ventilatorhuis.
• Ingrepen door onvakkundige personen of
onvakkundige herstelpogingen.
• Gebruik van ongeschikte wisselstukken of nietoriginele onderdelen, voor zover deze de
schade hebben veroorzaakt.
• Gebruik van ongeschikte of vervallen
werkmiddelen.
• Schade die te wijten is aan
gebruiksvoorwaarden uit de verhuur.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerken worden
niet als garantieprestatie beschouwd.
Alle garantiewerken moeten worden uitgevoerd door
de door de fabrikant erkende vakhandelaar.
12. Slijtage-onderdelen
Diverse componenten zijn onderworpen aan normale
of door het gebruik veroorzaakte slijtage. Ze moeten
tijdig worden vervangen. Volgende
slijtageonderdelen vallen niet onder de
fabrieksgarantie:
• Luchtfilter
• Brandstoffilter
• Alle rubberen onderdelen die in contact komen
met brandstof en sproeimiddel
• Koppeling
• Bougie
• Startsysteem
• Snijwerktuigen
NEDERLANDS 21