Documenttranscriptie

Déroulement de la partie Habermaaß-spel Nr. 4362 1er tour: lancer une fois le dé Celui qui saute le plus loin commence. On joue dans le sens des aiguilles d’une montre. Au premier tour, chacun lance une seule fois le dé. Kwaak! placer les grenouilles Lorsque la couleur indiquée par le dé est encore libre sur l’étang, on peut placer une, voire deux grenouilles sur le nénuphar correspondant. Een dobbelspel voor 2 - 4 kinderen vanaf 4 jaar. prendre les grenouilles a partir du 2ème tour: lancer le dé plusieurs fois poser une grenouille sur chacun des nénuphars jaunes (2 au total) poser une grenouille sur chacun des nénuphars rouges (2 au total) poser 1 grenouille sur le nénuphar violet poser 1 grenouille sur le nénuphar orange poser 1 grenouille sur la grande feuille de nénuphar 1 grenouille plonge à I’eau (trou dans le support) et disparaît. Si la couleur indiquée par le dé est déjà occupée, le joueur doit prendre les grenouilles qui s’y trouvent (sauf, bien sûr, s’il s’agit du bleu). Aux tours suivants, un joueur peut lancer le dé autant de fois qu’il veut. ll ne doit s’arrêter que lorsqu’il est obligé de récupérer une grenouille sur I’étang. Fin de la partie Le premier à avoir fait disparaître toutes ses grenouilles dans I’étang remporte la partie. Spelidee: Bruno Dolch Illustraties: Doris Matthäus Speelduur: 5 -20 minuten Een avond aan een vijver vol waterlelies. Vele kleine kikkers verzamelen zich en organiseren hun dagelijks kwaakconcert. Doch stilaan nemen de kikkers afscheid en springen in het water. Spelinhoud 1 spelbord 48 kleine kikkers 1 dobbelsteen met kleuren Doel van het spel ledere speIer moet zo gauw mogelijk zijn kikkers over de vijver verdelen. Spelvoorbereiding ledere speIer krijgt 8 kikkers. Bij oudere kinderen en als er maar twee personen speIen, krijgt ieder 12 kikkers. Het spelbord blijft in het onderste deel van de spelverpakking liggen. NEDELRLANDS Grenouille plonge jaune: rouge: violet: orange: vert: bleu: 8 9  Spelverloop eerste spelronde: 1 x dobbelen kikkers op de vijver zetten De speIer die het verst kan springen, mag beginnen. Er wordt in de richting van de wijzers van de klok gespeeld. Is de kleur die de dobbelsteen aangeeft op de vijver nog niet bezet, dan mag de speIer hier een of twee kikkers neerzetten. Bij geel : kikker springt in het water kikkers weer van het spelbord wegnemen vanaf de tweede ronde : zolang dobbelen als men wil op iedere gele waterlelie mag 1 kikker gezet worden. (hoogstens 2 stuks op het spelbord) Bij rood: op iedere rode waterlelie mag 1 kikker gezet worden. (hoogstens 2 stuks op het spelbord) Bij paars: 1 kikker op de paarse waterlelie. Bij oranje: 1 kikker op de oranje waterlelie. Bij groen: 1 kikker op het grote waterlelieblad zetten. Bij blauw: 1 kikker springt in het water (gaatje in het spelbord). ls de kleur die de dobbelsteen aangeeft op het spelbord bezet, dan moet de speler de kikkers die er reeds zitten, terug bij zich nemen. Dit geldt niet voor het blauw want in het water mogen veel kikkers onderduiken. Tijdens de eerste spelronde mag iedere speler maar één keer dobbelen. Daarna mag men zolang aan de beurt blijven tot men een kikker van het spelbord moet wegnemen. Einde van het spel De speler die het eerst geen kikkers meer heeft, is de winnaar. 10