EMAK MISTRAL 72/12,5 K H de handleiding

Type
de handleiding
IT
Motore -
ATTENZIONE: prima di usare la macchina, leggere attentamente il presente libretto.
CS
Motoru
- NÁVOD K POUŽITÍ
UPOZORNĚNÍ: před použitím stroje si pozorně přečtěte tento návod k použití.
DA
Motor
- BRUGSANVISNING
ADVARSEL: læs instruktionsbogen omhyggeligt igennem, før du tager denne maskine i brug.
DE
Motor
- GEBRAUCHSANWEISUNG
ACHTUNG: vor inbetriebnahme des geräts die gebrauchsanleitung aufmerksam lesen.
EL
κινητήρα
- ΟΔΗΓΙΕΣ ΧΡΗΣΠΣ
ΠΡΟΣΟΧΗ: πριν χρησιμοποιησετε το μηχανημα, διαβαστε προσεκτικα το παρον εγχειριδιο.
EN
Engine
- OPERATOR’S MANUAL
WARNING: read thoroughly the instruction booklet before using the machine.
ES
Motor
- MANUAL DE INSTRUCCIONES
ATENCIÓN: antes de utilizar la máquina, leer atentamente el presente manual.
FI
Moottorin
- KÄYTTÖOHJEET
VAROITUS: lue käyttöopas huolellisesti ennen koneen käyttöä.
FR
Moteur
-
MANUEL D’UTILISATION
ATTENTION: lire attentivement le manuel avant d’utiliser cette machine.
HR
Motora
- PRIRUČNIK ZA UPORABU
POZOR: prije uporabe stroja, pažljivo pročitajte ovaj priručnik.
HU
Motor
- HASZNÁLATI UTASÍTÁS
FIGYELEM! a gép használata előtt olvassa el figyelmesen a jelen kézikönyvet.
MK
Моторот
- УПАТСТВА ЗА УПОТРЕБА
ВНИМАНИЕ: прочитајте го внимателно ова упатство пред да ја користите машината.
NL
Motor
- GEBRUIKERSHANDLEIDING
LET OP: vooraleer de machine te gebruiken, dient men deze handleiding aandachtig te lezen.
NO
Motoren
- INSTRUKSJONSBOK
ADVARSEL: les denne bruksanvisningen nøye før du bruker maskinen.
PL
Silnika -
INSTRUKCJE OBSŁUGI
OSTRZEŻENIE: przed użyciem maszyny, należy uważnie przeczytać niniejszą instrukcję.
PT
Motor
-
MANUAL DE INSTRUÇÕES
ATENÇÃO: antes de usar a máquina, leia atentamente o presente manual.
RU
двигателя -
РУKОВОДСТВО ПО ЭKСПЛУАТАЦИИ
ВНИМАНИЕ: прежде чем пользоваться оборудованием, внимательно прочтите зто
руководство по зксплуатации.
SL
Motorja
- PRIROČNIK ZA UPORABO
POZOR: preden uporabite stroj, pazljivo preberite priročnik z navodili.
SV
Motor
- BRUKSANVISNING
VARNING: läs igenom hela detta häfte innan du använder maskinen.
TR
Motor
- KULLANIM KILAVUZU
DİKKAT: makıneyı kullanmadan önce talımatlar ıçeren kilavuzu dıkkatle okuyun.
K 1250 ADV
K 1450 ADV
K 1600 ADV
MANUALE DI ISTRUZIONI
ITALIANO - Istruzioni Originali ...................................................................................................
IT
ČESKY - Překlad původního návodu k používání  ..........................................................................
CS
DANSK - Oversættelse af den originale brugsanvisning  ...............................................................
DA
DEUTSCH - Übersetzung der Originalbetriebsanleitung  ...............................................................
DE
ENGLISH - Translation of the original instruction  ...........................................................................
EN
ΕΛΛΗΝΙΚΑ - Μεταφραση των πρωτοτυπων οδηγιων  ..................................................................
EL
ESPAÑOL - Traducción del Manual Original  .................................................................................
ES
SUOMI - Alkuperäisten ohjeiden käännös  ....................................................................................
FI
FRANÇAIS - Traduction de la notice originale  ...............................................................................
FR
HRVATSKI - Prijevod originalnih uputa  ..........................................................................................
HR
MAGYAR - Eredeti használati utasítás fordítása  ............................................................................
HU
МАКЕДОНСКИ - Превод на оригиналните упатства  ................................................................
MK
NEDERLANDS - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing  .........................................
NL
NORSK - Oversettelse av den originale bruksanvisningen  ...........................................................
NO
POLSKI - Tłumaczenie instrukcji oryginalnej  .................................................................................
PL
PORTUGUÊS - Tradução do manual original  ................................................................................
PT
РУССКИЙ - Перевод оригинальных инструкций  ......................................................................
RU
SLOVENŠČINA - Prevod izvirnih navodil  ......................................................................................
SL
SVENSKA - Översättning av bruksanvisning i original  ..................................................................
SV
TÜRKÇE - Orijinal Talimatların Tercümesi  .....................................................................................
TR
1
NL
1. ALGEMENE INFORMATIE
1.1
AANWIJZINGEN VOOR DE RAADPLEGING
In de  tekst  van  de handleiding  worden  enkele hoofd-
stukken,  die  gegevens  van  bijzonder  belang  bevat-
ten  met  betrekking  tot  de  veiligheid  of  de  werking, 
gekenmerkt  door  diverse  symbolen  die  de  volgende 
betekenis hebben:
OPMERKING
ofwel
BELANGRIJK
Verstrekt nadere gegevens of andere elementen ter
aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te
voor komen dat de motor beschadigd of dat er schade
veroorzaakt wordt.
LET OP!
Gevaar voor persoonlijk let-
sel of letsel aan anderen in geval van niet-
inachtneming.
GEVAAR!
Kans op ernstig persoonlijk
letsel of ernstig letsel aan anderen met gevaar
van dodelijke ongelukken, in geval
van niet-inachtneming.
OPMERKING
Alle aanwijzingen
“voor”, “achter”, “rechts” en “links” heb-
ben betrekking op de mo tor met de
bougie naar voren geri cht ten opzichte
van degene die ernaar kijkt.
INHOUDSOPGAVE
1. Algemene informatie ........................................ 1
2. Veiligheidsvoorschriften ................................... 1
3. Componenten en bedieningselementen .......... 2
4. Handig om te weten ......................................... 3
5. Gebruiksvoorschriften ...................................... 4
6. Onderhoud ....................................................... 6
7. Storingen en oplossingen  ................................. 8
8. Technische gegevens ...................................... 8
De overeenstemming tussen de referenties in de tekst 
en  de  respectieve  figuren  (op  beide  achterflappen) 
wordt aangegeven met het cijfer dat voorafgaat aan de 
titel van de paragraaf.
1.2
VEILIGHEIDSPICTOGRAMMEN
Gebruik uw motor met de nodige voorzichtigheid. Om 
u  tot  voorzichtigheid  te  manen  is  uw  motor  voorzien 
van  een  reeks  van  pictogrammen  die  wijzen  op  de 
belangrijkste  gebruiksvoorschriften.  Hun  betekenis  is 
hieronder weergegeven. 
Wij raden u met klem aan om ook de veiligheidsinstruc-
ties  in  het  volgende  hoofdstuk  van  deze  handleiding 
door te lezen.
Let op! –  Lees en volg de gebruiksaanwij-
zing voor de motor te starten.
Let op! –  Benzine  is  brandbaar.  Laat  de 
motor  minstens  2  minuten  afkoelen  voor 
bij te tanken.
Let op! –  Bij  de  motoren  komt  koolmo-
noxide vrij. NIET  starten  in  gesloten ruim-
tes.
2. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
(Zorgvuldig in acht te nemen)
A) VOORBEREIDING
1) Lees aandachtig de aanwijzingen in deze hand-
leiding en de aanwijzingen van de machine waar
deze motor op gemonteerd is. Leer de motor snel
af te zetten.
2) Laat nooit toe dat de motor gebruikt wordt
door personen die niet vertrouwd zijn met deze
aanwijzingen.
3) Gebruik de motor nooit als er personen, met
name kinderen, of dieren in de buurt zijn
4) Denk eraan dat de persoon die de machine
be dient of de gebruiker aansprakelijk is voor
ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die
personen of hun eigendommen kunnen overko-
men.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Draag geen wijde kleding, koordjes, sieraden
of andere voorwerpen die verstrikt kunnen raken;
lang haar niet los dragen en op veilige afstand
blijven tijdens het starten.
2) Zet de motor af en laat hem afkoelen voor de
dop van de tank te draaien.
3) LET OP: GEVAAR! Benzine is bijzonder brand-
baar.
bewaar de brandstof in speciale reservoirs;
vul de brandstof met een trechter alleen buiten
bij en rook niet tijdens deze werkzaamheden en
wanneer u met de brandstof bezig bent;
giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor
aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag
u geen brandstof toevoegen of de dop van de
tank afdraaien;
als u brandstof gemorst hebt mag u de motor
niet starten maar dient u de machine uit de buurt
van de plek waar u de brandstof gemorst hebt te
brengen en voorkomen dat er brand ontstaat. U
dient te wachten totdat de brandstof verdampt
is en de dampen opgelost zijn;
draai de dop altijd weer goed op de tank van de
machine en het brandstofreservoir.
4) Vervang de geluiddempers als ze defect zijn en
de bescherming indien beschadigd.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar
zich gevaarlijke koolstofmonoxide kan ontwik-
kelen.
2) Gebruik geen startvloeistoffen of soortgelijke
producten.
3) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat
het toerental van de motor niet buitengewoon
hoog oplopen.
4) Laat de machine niet zodanig opzij hellen dat
er brandstof uit de dop van de tank van de motor
loopt.
5) Raak de vinnen van de cilinder en de bescher-
ming van de geluiddemper niet aan voordat de
motor voldoende is afgekoeld.
6) Zet de motor af en maak de kabel van de bou-
gie los voor de machine of de motor na te kijken,
schoon te maken of eraan te werken.
7) Laat de motor niet zonder bougie draaien.
8) Vervoer de machine met lege tank.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Als u regelmatig onderhoud pleegt zal de wer-
king ervan veilig blijven en zal het prestatieniveau
bewaard blijven.
2) Zet de machine niet met brandstof in de tank in
een ruimte waar de brandstofdampen met vlam-
men, vonken of een warmtebron in aanraking
zouden kunnen komen.
3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opber-
gen van de machine in elke willekeurige ruimte.
4) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
dienen de motor, de geluiddemper van de uitlaat
en de brandstoftank vrij gehouden te worden van
gras, bladeren of teveel vet.
5) Als u de tank moet ledigen, dient u dit in de
open lucht te doen en wanneer de motor koud is.
6) Gebruik de motor om veiligheidsredenen nooit
3. COMPONENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
3.1
COMPONENTEN VAN DE MOTOR
1. Oliebijvuldop met peilstok
2. Olieaftapdop
3. Deksel luchtfilter
4. Bougiedop
5. Serienummer van de motor
3.2
VERSNELLINGSBEDIENING
Het  op  de  machine  gemonteerde  bedieningselement 
voor  de  versnelling  (gewoonlijk  een  hendel)  is  door 
middel van een kabel met de motor verbonden.
Raadpleeg  de  Handleiding  van  de  machine  voor  de 
versnellingshendel en zijn standen, die gewoonlijk aan-
gegeven  worden  door  symbolen  die  overeenkomen 
met de volgende standen:
CHOKE = te gebruiken bij het koud starten.
FAST = komt overeen met het maximale 
toerental; te gebruiken tijdens het 
werk.
SLOW = komt overeen met het minimale 
toerental.
met versleten of beschadigde onderdelen. De
onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepa-
reerd worden. Gebruik uitsluitend originele reser-
veonderdelen. Onderdelen van een andere kwali-
teit kunnen de motor beschadigen en gevaarlijk
zijn voor uzelf.
2
NL
Vul hier het serienummer van uw motor in
4. HANDIG OM TE WETEN
De  motor  is  een inrichting  waarvan de  prestaties, de 
goede  werking  en  de  levensduur  afhangen  van  vele 
factoren,  waarvan  sommige  van  buitenaf  komen  en 
andere  strikt  met  de  kwaliteit  van  de  gebruikte  pro-
ducten en de regelmaat van het onderhoud te maken 
hebben.
Als  volgt  wordt  extra  informatie geboden  waardoor  u 
de motor op meer bewuste wijze kunt gaan gebruiken.
4.1
OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN
De werking van een viertakt verbrandingsmotor wordt 
beïnvloed door:
a) Temperatuur:
–  Als  er  bij  lage  temperatuur  gewerkt  wordt  kunnen 
er zich moeilijkheden bij een koude start voordoen.
–  Als er bij erg hoge temperatuur gewerkt wordt kun-
nen er zich moeilijkheden bij een warme start voor-
doen veroorzaakt door de verdamping van de brand-
stof in het bakje van de carburateur of in de pomp.
–  In ieder geval moet het soort olie aangepast worden 
aan de gebruikstemperatuur.
b) Hoogte:
–  Het maximumvermogen van een verbrandingsmotor 
neemt af naarmate de hoogte boven het zeeniveau 
toeneemt.
–  Als de hoogte aanzienlijk mocht toenemen, moet dus 
de  belasting  op de  machine vermindert  worden  en 
moeten  dus  erg  zware  werkzaamheden  vermeden 
worden.
4.2
BRANDSTOF
De  goede  kwaliteit  van  de  brandstof  is  onontbeerlijk 
voor de correcte werking van de motor.
De brandstof moet aan de volgende vereisten voldoen:
a)  Gebruik reine, verse brandstof zonder lood, met mi-
    nimum 90 octaan;
b)  Gebruik geen brandstof met een ethanolgehalte van
    meer dan 10%;
c)   Voeg geen olie bij;
d)  Gebruik een stabilisator om het  carburatiesysteem 
te  beschermen  tegen  de  vorming  van  harsafzet-
tingen.
Het  gebruik  van  niet  toegestane  brandstof  leidt  tot 
beschadiging van de  onderdelen van de motor en tot 
verval van de garantie.
4.3
OLIE
Gebruik altijd olie van goede kwaliteit, met viscositeits-
graad afhankelijk van de gebruikstemperatuur.
a) Gebruik  alleen  detergentolie  minstens  van  SF-SG 
kwaliteit.
b) Kies  de  SAE  viscositeitsgraad  op  basis  van  de 
volgende tabel:
–  5 ÷ 35 °C = SAE 30
–  15 ÷ + 35 °C = 10W-30 (Multigraad)
c) Het gebruik van multigraad olie kan een groter ver-
bruik in de warme periodes met zich meebrengen, 
daarom moet dan het oliepeil  vaker  gecontroleerd 
worden.
d) Meng geen oliesoorten van verschillende merken of 
met verschillende kenmerken.
e) Het gebruik van SAE 30 olie bij temperaturen onder 
de +5°C kan schade aan de motor aanrichten door 
een niet goede smering.
f) Niet bijvullen boven het «MAX» niveau (zie 5.1.1); 
een te hoog niveau kan het volgende veroorzaken:
–  rook in de uitlaat;
–  vervuiling van de bougie of van de luchtfilter en 
dus moeilijkheden bij het starten.
4.4
LUCHTFILTER
De  doelmatigheid  van  de  luchtfilter  is  heel  belangrijk 
om te voorkomen dat afvalmateriaal en stof aangezo-
gen worden door de motor, waarvan de prestaties en 
levensduur verminderd worden.
a) Het  filterelement  moet  vrij  gehouden  worden  van 
resten en altijd perfect doeltreffend zijn (zie 6.5).
b) Indien nodig, het filterelement vervangen door een 
origineel  reserveonderdeel;  niet  compatibele  fil-
terelementen  kunnen  de  doeltreffendheid  en  de 
levensduur van de motor in het gedrang brengen.
c) Start de motor nooit wanneer het filterelement niet 
correct gemonteerd is.
4.5
BOUGIE
De  bougies  voor  verbrandingsmotoren  zijn  niet  alle-
maal hetzelfde!
a) Gebruik alleen bougies van het aangegeven soort, 
voorzien van de juiste thermische graad.
b) Let  op  de  lengte  van  het  draadje;  een  te  lang 
draadje kan de motor onherstelbaar beschadigen.
c) Controleer  of  de  elektroden  schoon zijn  en  op  de 
juiste afstand van elkaar staan (zie 6.6).
3
NL
5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
5.1
VOOR IEDER GEBRUIK
Het beste is, telkens voordat de motor gebruikt wordt, 
een serie controles te verrichten om een goede werking 
te garanderen.
5.1.1
Controle oliepeil
Houd u, voor het soort te gebruiken olie, aan de aanwij-
zingen in het specifieke hoofdstuk (zie 8.1).
a) Zet de machine horizontaal.
b) Maak de zone rondom de vuldop schoon.
c) Draai  de  dop  (1)  los,  reinig  het  uiteinde  van  de 
peilstok (2) en breng hem weer aan met de dop op 
de  opening,  zoals  geïllustreerd,  zonder  hem  vast 
te draaien.
d) Verwijder de dop met de peilstok weer en controleer 
of het niveau van de olie tussen «MIN» en «MAX» 
ligt.
e) Indien  nodig bijvullen met  olie  van hetzelfde  soort 
tot aan het «MAX» niveau, let er hierbij op geen olie 
buiten de vuldop te gieten.
f) Schroef de dop (1) weer volledig vast en verwijder 
elk spoor van eventueel gemorste olie.
5.1.2
Controle luchtfilter
De  doelmatigheid  van  de  luchtfilter  is  van  essentieel 
belang  voor  de  correcte  werking  van  de  motor;  start 
de  motor  niet  wanneer  het  filterelement  ontbreekt  of 
stuk is.
a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter.
b) Verwijder  het  deksel  (1)  door  de  twee  draaiknop-
pen los te draaien (2 – K 1250 - K 1600), of de 
lipjes los te maken (2a – K 1450).
c) Controleer  de  staat  van  het  filterelement  (3),  dit 
moet  heel,  schoon  en  efficiënt  zijn;  verricht  er 
anders onderhoud aan of vervang het (zie 6.5).
d) Hermonteer het deksel (1).
5.1.3
Brandstof bijvullen
BELANGRIJK
Giet geen brandstof op de plas-
tic onderdelen van de motor of de machine, om
schade te voorkomen en verwijder onmiddellijk elk
spoor van brandstof dat eventueel gemorst werd. De
garantie dekt geen schade aan de plastic onderde-
len, veroorzaakt door brandstof.
De eigenschappen van de brandstof worden weerge-
geven in het speciale hoofdstuk (zie 4.2 en 8.1).
De benzine  moet met koude motor  bijgevuld worden, 
volgens  de  aanwijzingen  in  de  Handleiding  van  de 
machine.
5.1.4
Bougiedop
Verbind de dop (1) van de kabel (2) stevig met de bou-
gie, na u er zich van verzekerd te hebben dat de dop 
van binnen en het uiteinde van de bougie niet vuil zijn.
5.2
STARTEN VAN DE MOTOR (koud)
De motor moet  gestart  worden  volgens  de aanwijzin-
gen in de Handleiding van de machine, waarbij iedere 
inrichting (indien aanwezig) die in staat is de voortgang 
van de machine of het stoppen van de motor te veroor-
zaken, uitgeschakeld moet worden.
a) Breng de versnellingshendel in de stand «CHOKE».
b) Bedien  de  startsleutel  zoals  aangegeven  in  de 
Handleiding van de machine.
Na enkele seconden wordt de versnellingshendel gra-
dueel van de stand «CHOKE» naar de stand «FAST» 
of «SLOW» gebracht.
5.3
STARTEN VAN DE MOTOR (warm)
•)  Volg de hele procedure die beschreven is voor het 
koud starten met de versnellingshendel in de stand 
«FAST».
5.4
GEBRUIK VAN DE MOTOR TIJDENS
HET WERK
Om  het  rendement  en  de  prestaties  van  de  motor te 
optimaliseren,  moet  hij  op  zijn  maximale  toerental 
gebruikt  worden,  door  de  versnellingshendel  in  de 
stand «FAST» te zetten.
LET OP!
Houd uw handen uit de
bu urt van de uitlaatdemper en omliggende
zones omdat die erg heet kunnen worden. Met
4
NL
draaiende motor niet in de buurt van de boven-
kant van de motor komen met wapperende kle-
ding (stropdassen, foulards, enz.) of het haar.
BELANGRIJK
Werk niet op hellingen steiler
dan 20° om de correcte werking van de motor niet in
gevaar te brengen.
5.5
STOP VAN DE MOTOR TIJDENS
HET WERKEN
a)
Breng de versnellingshendel in de stand «SLOW».
b) Laat  de  motor  minstens  15–20  seconden  op  zijn 
minimum draaien.
c) Zet  de  motor  af  volgens  de  aanwijzingen  in  de 
Handleiding van de machine.
5.6
STOP VAN DE MOTOR NA HET WERKEN
a) Breng de versnellingshendel in de stand «SLOW».
b) Laat  de  motor  minstens  15–20  seconden  op  zijn 
minimum draaien.
c) Zet  de  motor  af  volgens  de  aanwijzingen  in  de 
Handleiding van de machine.
d) Bij koude motor, koppel de dop (1) van de bougie 
los en verwijder de startsleutel (indien voorzien).
e) Verwijder resten van de motor en in het bijzonder 
van  de  zone  van  de  uitlaatdemper,  om  brandge-
vaar te vermijden.
5.7
SCHOONMAKEN EN STALLEN
a) Gebruik geen waterstralen of hogedrukreinigers om 
de buitenkant van de motor schoon te maken.
b) Gebruik bij voorkeur een persluchtspuit (max. 6 bar) 
maar laat geen resten en stof naar binnen dringen.
c) Stal de machine (met de motor) op een droge vol-
doende  geventileerde  plaats  beschermd  tegen de 
weersomstandigheden.
5.8
LANGE RUSTPERIODE
(langer dan 30 dagen)
Als  de  motor  gedurende  een  lange  periode  niet 
gebruikt  gaat  worden  (bijvoorbeeld  aan  het  eind  van 
het  seizoen), moeten  er  enige  voorzorgsmaatregelen 
getroffen worden om de daaropvolgende inbedrijfstel-
ling te begunstigen.
a) Ter voorkoming van vuil in de brandstoftank, moet 
deze geleegd worden door de dop (1) van het bakje 
van de carburateur los te draaien en alle brandstof 
in  een  geschikte  bak  op  te  vangen.  Vergeet  niet 
daarna de dop (1) er weer stevig op te draaien.
b) Verwijder de bougie en giet ongeveer 3 cl schone 
motorolie in de opening, houd dan de opening met 
een doek dicht en laat de startmotor even draaien 
om  de  motor  een  paar  omwentelingen  te  laten 
maken  en  zo  de  olie  over  de  binnenkant  van  de 
cilinder te verspreiden. Monteer tenslotte de bougie 
weer zonder de dop van de kabel te verbinden.
5
NL
6. ONDERHOUD
6.1
VEILIGHEIDSADVIEZEN
LET OP!
Maak de dop van de bougie
los en lees de aanwijzingen vóór enige onder-
houds– of reinigingswerkzaamheden of repara-
ties te verrichten. Trek geschikte kleding en
werkhandschoenen aan voor alle handelingen
die gevaarlijk kunnen zijn voor de handen.
Verricht geen onderhoud of reparaties als u niet
over het geschikte gereedschap en voldoende
technische kennis daarvoor beschikt.
BELANGRIJK
Gooi afgewerkte olie, oude
brand stof of andere vervuilende produkten nooit
achte loos weg.
6.2
ONDERHOUDSPROGRAMMA
Volg het in de tabel aangegeven onderhoudsprogram-
ma, volgens de termijnen die zich het eerst voordoen.
1)
Vervang de olie om de 25 uur als de motor vol belast 
of bij hoge temperaturen werkt.
2)
Maak  de luchtfilter  vaker schoon  als de  machine in 
een stoffig gebied werkt.
3)
Door een gespecialiseerde werkplaats laten doen.
6.3
OLIE VERVERSEN
Houd u, voor het soort te gebruiken olie, aan de aanwij-
zingen in het desbetreffende hoofdstuk (zie 8.1).
LET OP!
Loos de olie met warme
motor maar let erop de hete onderdelen van de
motor of de afgevoerde olie niet aan te raken.
Mits  anders  aangegeven  in  de  Gebruikshandleiding 
van de machine, als volgt te werk gaan voor de afvoer 
van de olie:
a) Zet de machine horizontaal.
b) Maak de zone rondom de vuldop schoon en draai 
de dop met de oliepeilstok (1) los.
c) Plaats een geschikte bak om de olie op te vangen 
en draai de aftapdop (2) los.
d) Monteer  de  aftapdop  (2)  weer  en  let  er  hierbij  op 
of  de  afdichting  goed  geplaatst  is  en  of  hij  stevig 
aangedraaid is.
e) Nieuwe olie bijvullen (zie 5.1.1).
f) Controleer  op  de  oliepeilstok (3)  of  het oliepeil  tot 
aan «MAX» staat.
g) Schroef de dop (1) weer vast en verwijder elk spoor 
van eventueel gemorste olie.
OPMERKING
De maximale hoeveelheid olie
in de motor is 1,2 liter. Geleidelijk bijvullen met kleine
hoeveelheden olie en telkens het niveau controleren,
zodat het «MAX» streepje op de peilstok niet over-
schreden wordt.
6.4
REINIGING VAN DE GELUIDDEMPER
EN VAN DE MOTOR
De  geluiddemper  moet  met  koude  motor  schoonge-
maakt worden. 
a) Verwijder  met  een  straal  perslucht  resten  en  vuil 
waardoor brand ontstaan kan, van de geluiddemper 
en van zijn beveiliging.
b) Zorg  ervoor  dat  de  koelluchtopeningen  (1)  niet 
verstopt zijn.
c) Maak  de  plastic  onderdelen  schoon  met  een  met 
water en zeep bevochtigde spons (2).
6.5
ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER
a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter.
b) Verwijder het deksel (1) door de twee draaiknoppen 
los te draaien (2 - K 1250 - K 1600 ), of de lipjes 
los te maken (2a - K 1450). 
6
NL
Controle oliepeil
- - -
(zie 5.1.1)
Olie verversen
1)
- -
(zie 6.3)
Reiniging van de geluiddem-
- - -
per en van de motor (zie 6.4)
Controle en reiniging
- - -
van de luchtfilter
2)
(zie 6.5)
Vervanging van
- - -
de luchtfilter (zie 6.5)
Bougie nakijken
- - -
(zie 6.6)
Bougie vervangen
- - -
(zie 6.6)
Benzinefilter
- - -
 nakijken
3)
Handeling
Na de eerste 5 werkuren
Om de 5 werkuren of na
ieder gebruik
Om de 50 werkuren of aan
het eind van het seizoen
Om de 100 werkuren
c) Verwijder het filterelement (3a + 3b).
d) Verwijder het voorfilter (3b) van de patroon (3a).
e) Klop de patroon (3a) tegen een hard oppervlak en 
blaas  perslucht  vanuit  de  binnenkant  om  stof  en 
resten te verwijderen.
f) Was de voorfilterspons (3b) met water en zeep en 
laat hem opdrogen.
BELANGRIJK
Gebruik geen water, benzine,
reinigingsproducten of ander voor de reiniging van de
patroon.
BELANGRIJK
De voorfilterspons (3b) moet
NIET gesmeerd worden.
g) Maak de binnenkant van de filterzitting (4) schoon 
van stof en resten en houd hierbij de afzuigleiding 
dicht met een doek (5) om te voorkomen dat ze de 
motor binnendringen.
h) Verwijder  de  doek  (5),  plaats  het  filterelement
(3b + 3a) in zijn zitting en sluit het deksel (1).
6.6
CONTROLE EN ONDERHOUD
VAN DE BOUGIE
a) Demonteer de bougie (1) met een pijpsleutel (2).
b) Maak  de  elektroden  (3)  schoon  met  een  metalen 
borstel waarbij eventuele koolstofafzettingen verwij-
derd moeten worden.
c) Controleer  met  een diktemeter  (4)  de afstand  tus-
sen de elektroden (0,6 – 0,8 mm).
d) Monteer de bougie (1) weer en draai hem met een 
pijpsleutel (2) stevig vast.
Vervang de bougie als de elektroden verbrand zijn of 
als het keramiek kapot of gebarsten is.
LET OP!
Brandgevaar! Controleer de
startinstallatie niet als de bougie niet in zijn zit-
ting gedraaid is.
BELANGRIJK
Gebruik alleen bougies van het
aangegeven soort (zie 8.1).
7
NL
8
NL
8. TECHNISCHE GEGEVENS
8.1
VLOEISTOFFEN EN RESERVEONDERDELEN
Brandstof  .............................................................................................. Benzine loodvrij (groen) minimum 90 N.O.
Motorolie:  van 5 tot 35 °C ........................................................................................................................... SAE 30
van -15 tot +35 °C ...................................................................................................................... 10W-30
Inhoud carter .............................................................................................................................................. ... 1,2 liter
Soort bougie ................................................................................. QC12YC / RC12YC (Champion) of gelijksoortig
Afstand tussen de elektroden ............................................................................................................. 0,6 - 0,8 mm
7. PROBLEEMOPLOSSING
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
a) Startproblemen
b) Onregelmatige
werking
c) Vermogenverlies
tijdens het werk
–  Geen brandstof
–  Oude brandstof of afzettingen in de tank
De startprocedure is niet correct
–  Losgekoppelde bougie
Bougie nat of elektroden van de bougie
vuil of op onjuiste afstand
–  Verstopte luchtfilter
–  Olie niet gepast aan het seizoen
–  Verdamping van de brandstof in de
carburateur door te hoge temperaturen
–  Brandstofproblemen
–  Startproblemen
–  Elektrodes van de bougie vuil of ongepaste 
afstand
Dop van de bougie niet goed aangebracht
–  Verstopte luchtfilter
Versnellingshendel in de stand «CHOKE»
–  Brandstofproblemen
–  Startproblemen
–  Verstopte luchtfilter
–  Brandstofproblemen
–  Controleren en bijvullen  (zie 5.1.3)
–  Leeg de tank en vul met nieuwe brandstof
Voer de startprocedure goed uit (zie 5.2)
–  Controleren of het kapje goed op
de bougie zit (zie 5.1.4)
–  Controleren (zie 6.6)
–  Controleren en reinigen (zie 6.5)
–  Vervangen door een gepaste olie (zie 6.3)
–  Enkele minuten wachten en een nieuwe 
startpoging ondernemen (zie 5.3)
–  Contact opnemen met een geautoriseerd 
Servicecentrum 
–  Contact opnemen met een geautoriseerd 
Servicecentrum
–  Controleren (zie 6.6)
Controleer of de dop stabiel aangebracht is 
(zie 5.1.4)
–  Controleren en reinigen  (zie 6.5)
Zet de hendel in de stand 
«FAST» 
–  Contact opnemen met een geautoriseerd 
Servicecentrum 
–  Contact opnemen met een geautoriseerd 
Servicecentrum 
–  Controleren en reinigen  (zie 6.5)
–  Contact opnemen met een geautoriseerd 
Servicecentrum 
NL
Technische gegevens
Model
K 1250 ADV
Type EMAK monocilindrisch, 4 takt, ADV
Minimaal toerental 1800 toeren/min
Maximum toerental 3350 toeren/min
Cilinderinhoud 414 cc
Rotatie Tegen de klok in (van de kant van het aandrijfpunt)
Vermogen 8,6 KW
Gewicht 31 Kg
Inbouwverklaring
Deze verklaring is van toepassing bij aparte verkoop van de motor.
1. Ondergetekende, Emak spa – Via Fermi, 4 – 42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy,
2. verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de niet voltooide machine:
3. Soort: MOTOR
4. Merk: / Type: EMAK K 1250
5. Serienummer: T36100 XXXX 0000001 ÷ T36100 XXXX 9999999
6. voldoet aan de voorschriften van de richtlijn 2006/42/EG, aangezien de veiligheidseisen in de
punten 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 en 1.7 van de bijlage I zijn toegepast en nageleefd en de technische
documentatie is ingevuld volgens de bijlage VII B.
7. voldoet bovendien aan de voorschriften van de richtlijn 2014/30/EU en van de verordening (EU)
2016/1628, (EU) 2017/654 en (EU) 2017/656.
8. Verbindt zich ertoe om naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de nationale autoriteiten
meer informatie over de machine in kwestie te verstrekken.
9. Verklaart dat de EMAK-motoren niet in gebruik mogen worden genomen zolang de afgewerkte
machine waarin ze moeten worden gebouwd niet conform de voorschriften van de richtlijn
2006/42/EG en de nationale uitvoeringsbepalingen is verklaard onder de EXCLUSIEVE EN VOLLEDIGE
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE FABRIKANT VAN DE AFGEWERKTE MACHINE.
10. Technische documentatie beschikbaar bij het hoofdkantoor.
11. Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy – Via Fermi,4
12. Datum 20/10/2018
Fausto Bellamico - President
Instructies voor de assemblage
Voor een correcte inbouw van de niet voltooide machine EMAK-motor in de afgewerkte machine moet
aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Geen enkel onderdeel van de motor mag worden vervangen, gewijzigd, aangepast of verwijderd.
De afgewerkte machine waarin de EMAK-motor wordt gebouwd, mag op geen enkele wijze aanleiding
geven voor hogere motorsnelheden dan zijn voorgeschreven.
Tijdens de montage van de motor in de afgewerkte machine moeten de roterende organen correct worden
uitgelijnd; de motor mag niet worden beschadigd of aan ongewenste spanningen worden blootgesteld als
gevolg van de montage van de motor in de afgewerkte machine of van de onderhoudswerkzaamheden.
De afgewerkte machine moet worden vergezeld van de noodzakelijke instructies voor een correct gebruik
van de motor.
Een veilige werking van de motor is alleen gegarandeerd wanneer het onderhoud door gespecialiseerde
werkplaatsen met originele onderdelen wordt uitgevoerd.

Documenttranscriptie

IT K 1250 ADV K 1450 ADV K 1600 ADV CS DA DE EL EN ES FI FR HR HU MK NL NO PL PT RU Motore - MANUALE DI ISTRUZIONI ATTENZIONE: prima di usare la macchina, leggere attentamente il presente libretto. Motoru - NÁVOD K POUŽITÍ UPOZORNĚNÍ: před použitím stroje si pozorně přečtěte tento návod k použití. Motor - BRUGSANVISNING ADVARSEL: læs instruktionsbogen omhyggeligt igennem, før du tager denne maskine i brug. Motor - GEBRAUCHSANWEISUNG ACHTUNG: vor inbetriebnahme des geräts die gebrauchsanleitung aufmerksam lesen. κινητήρα - ΟΔΗΓΙΕΣ ΧΡΗΣΠΣ ΠΡΟΣΟΧΗ: πριν χρησιμοποιησετε το μηχανημα, διαβαστε προσεκτικα το παρον εγχειριδιο. Engine - OPERATOR’S MANUAL WARNING: read thoroughly the instruction booklet before using the machine. Motor - MANUAL DE INSTRUCCIONES ATENCIÓN: antes de utilizar la máquina, leer atentamente el presente manual. Moottorin - KÄYTTÖOHJEET VAROITUS: lue käyttöopas huolellisesti ennen koneen käyttöä. Moteur - MANUEL D’UTILISATION ATTENTION: lire attentivement le manuel avant d’utiliser cette machine. Motora - PRIRUČNIK ZA UPORABU POZOR: prije uporabe stroja, pažljivo pročitajte ovaj priručnik. Motor - HASZNÁLATI UTASÍTÁS FIGYELEM! a gép használata előtt olvassa el figyelmesen a jelen kézikönyvet. Моторот - УПАТСТВА ЗА УПОТРЕБА ВНИМАНИЕ: прочитајте го внимателно ова упатство пред да ја користите машината. Motor - GEBRUIKERSHANDLEIDING LET OP: vooraleer de machine te gebruiken, dient men deze handleiding aandachtig te lezen. Motoren - INSTRUKSJONSBOK ADVARSEL: les denne bruksanvisningen nøye før du bruker maskinen. Silnika - INSTRUKCJE OBSŁUGI OSTRZEŻENIE: przed użyciem maszyny, należy uważnie przeczytać niniejszą instrukcję. Motor - MANUAL DE INSTRUÇÕES ATENÇÃO: antes de usar a máquina, leia atentamente o presente manual. двигателя - РУKОВОДСТВО ПО ЭKСПЛУАТАЦИИ ВНИМАНИЕ: прежде чем пользоваться оборудованием, внимательно прочтите зто руководство по зксплуатации. SL SV TR Motorja - PRIROČNIK ZA UPORABO POZOR: preden uporabite stroj, pazljivo preberite priročnik z navodili. Motor - BRUKSANVISNING VARNING: läs igenom hela detta häfte innan du använder maskinen. Motor - KULLANIM KILAVUZU DİKKAT: makıneyı kullanmadan önce talımatlar ıçeren kilavuzu dıkkatle okuyun. ITALIANO - Istruzioni Originali .................................................................................................... IT ČESKY - Překlad původního návodu k používání ........................................................................... CS DANSK - Oversættelse af den originale brugsanvisning ................................................................ DA DEUTSCH - Übersetzung der Originalbetriebsanleitung ............................................................... DE ENGLISH - Translation of the original instruction ............................................................................ EN ΕΛΛΗΝΙΚΑ - Μεταφραση των πρωτοτυπων οδηγιων .................................................................. EL ESPAÑOL - Traducción del Manual Original .................................................................................. ES SUOMI - Alkuperäisten ohjeiden käännös ..................................................................................... FI FRANÇAIS - Traduction de la notice originale ................................................................................ FR HRVATSKI - Prijevod originalnih uputa ........................................................................................... HR MAGYAR - Eredeti használati utasítás fordítása ............................................................................. HU МАКЕДОНСКИ - Превод на оригиналните упатства ................................................................. MK NEDERLANDS - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing .......................................... NL NORSK - Oversettelse av den originale bruksanvisningen ............................................................ NO POLSKI - Tłumaczenie instrukcji oryginalnej .................................................................................. PL PORTUGUÊS - Tradução do manual original ................................................................................. PT РУССКИЙ - Перевод оригинальных инструкций ....................................................................... RU SLOVENŠČINA - Prevod izvirnih navodil ....................................................................................... SL SVENSKA - Översättning av bruksanvisning i original ................................................................... SV TÜRKÇE - Orijinal Talimatların Tercümesi ...................................................................................... TR NL 1 INHOUDSOPGAVE 1.  Algemene informatie ......................................... 2.  Veiligheidsvoorschriften .................................... 3.  Componenten en bedieningselementen ........... 4.  Handig om te weten .......................................... 5.  Gebruiksvoorschriften ....................................... 6.  Onderhoud ........................................................ 7.   Storingen en oplossingen .................................. 8.  Technische gegevens ....................................... 1 1 2 3 4 6 8 8 1. ALGEMENE INFORMATIE 1.1 AANWIJZINGEN VOOR DE RAADPLEGING In de tekst van de handleiding worden enkele hoofdstukken, die gegevens van bijzonder belang bevatten met betrekking tot de veiligheid of de werking, gekenmerkt door diverse symbolen die de volgende betekenis hebben: OPMERKING BELANGRIJK ofwel Verstrekt nadere gegevens of andere elementen ter aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voor­komen dat de motor beschadigd of dat er schade veroorzaakt wordt. LET OP! Gevaar voor persoonlijk let­ sel of letsel aan anderen in geval van nietinachtneming. GEVAAR! Kans op ernstig persoonlijk letsel of ernstig letsel aan anderen met gevaar van dodelijke ongelukken, in geval van niet-inachtneming. OPMERKING Alle aanwijzingen “voor”, “achter”, “rechts” en “links” hebben betrekking op de mo­tor met de bougie naar voren geri­cht ten opzichte van degene die ernaar kijkt. 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN (Zorgvuldig in acht te nemen) A) VOORBEREIDING 1) Lees aandachtig de aanwijzingen in deze hand­ leiding en de aanwijzingen van de machine waar deze motor op gemonteerd is. Leer de motor snel af te zetten. 2) Laat nooit toe dat de motor gebruikt wordt door personen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. 3) Gebruik de motor nooit als er personen, met name kinderen, of dieren in de buurt zijn 4) Denk eraan dat de persoon die de machine De overeenstemming tussen de referenties in de tekst en de respectieve figuren (op beide achterflappen) wordt aangegeven met het cijfer dat voorafgaat aan de titel van de paragraaf. 1.2 VEILIGHEIDSPICTOGRAMMEN Gebruik uw motor met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw motor voorzien van een reeks van pictogrammen die wijzen op de belangrijkste gebruiksvoorschriften. Hun betekenis is hieronder weergegeven. Wij raden u met klem aan om ook de veiligheidsinstructies in het volgende hoofdstuk van deze handleiding door te lezen. Let op! – Lees en volg de gebruiksaanwijzing voor de motor te starten. Let op! – Benzine is brandbaar. Laat de motor minstens 2 minuten afkoelen voor bij te tanken. Let op! – Bij de motoren komt koolmonoxide vrij. NIET starten in gesloten ruimtes. be­dient of de gebruiker aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigendommen kunnen overko­ men. B) VÓÓR HET GEBRUIK 1) Draag geen wijde kleding, koordjes, sieraden of andere voorwerpen die verstrikt kunnen raken; lang haar niet los dragen en op veilige afstand blijven tijdens het starten. 2) Zet de motor af en laat hem afkoelen voor de dop van de tank te draaien. 3) LET OP: GEVAAR! Benzine is bijzonder brand­ baar. – bewaar de brandstof in speciale reservoirs; 2 NL – vul de brandstof met een trechter alleen buiten bij en rook niet tijdens deze werkzaamheden en wanneer u met de brandstof bezig bent; – giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen brandstof toevoegen of de dop van de tank afdraaien; – als u brandstof gemorst hebt mag u de motor niet starten maar dient u de machine uit de buurt van de plek waar u de brandstof gemorst hebt te brengen en voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te wachten totdat de brandstof verdampt is en de dampen opgelost zijn; – draai de dop altijd weer goed op de tank van de machine en het brandstofreservoir. 4) Vervang de geluiddempers als ze defect zijn en de bescherming indien beschadigd. C) TIJDENS HET GEBRUIK 1) Start de motor niet in gesloten ruimten waar zich gevaarlijke koolstofmonoxide kan ontwik­ kelen. 2) Gebruik geen startvloeistoffen of soortgelijke producten. 3) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen. 4) Laat de machine niet zodanig opzij hellen dat er brandstof uit de dop van de tank van de motor loopt. 5) Raak de vinnen van de cilinder en de bescher­ ming van de geluiddemper niet aan voordat de motor voldoende is afgekoeld. 6) Zet de motor af en maak de kabel van de bou­ gie los voor de machine of de motor na te kijken, schoon te maken of eraan te werken. 7) Laat de motor niet zonder bougie draaien. 8) Vervoer de machine met lege tank. D) ONDERHOUD EN OPSLAG 1) Als u regelmatig onderhoud pleegt zal de wer­ king ervan veilig blijven en zal het prestatieniveau bewaard blijven. 2) Zet de machine niet met brandstof in de tank in een ruimte waar de brandstofdampen met vlam­ men, vonken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen. 3) Laat de motor eerst afkoelen vóór het opber­ gen van de machine in elke willekeurige ruimte. 4) Om brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dienen de motor, de geluiddemper van de uitlaat en de brandstoftank vrij gehouden te worden van gras, bladeren of teveel vet. 5) Als u de tank moet ledigen, dient u dit in de open lucht te doen en wanneer de motor koud is. 6) Gebruik de motor om veiligheidsredenen nooit met versleten of beschadigde onderdelen. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepa­ reerd worden. Gebruik uitsluitend originele reser­ veonderdelen. Onderdelen van een andere kwali­ teit kunnen de motor beschadigen en gevaarlijk zijn voor uzelf. 3. COMPONENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 3.1 COMPONENTEN VAN DE MOTOR 1. 2. 3. 4. 5. Oliebijvuldop met peilstok Olieaftapdop Deksel luchtfilter Bougiedop Serienummer van de motor Vul hier het serienummer van uw motor in 3.2 VERSNELLINGSBEDIENING Het op de machine gemonteerde bedieningselement voor de versnelling (gewoonlijk een hendel) is door middel van een kabel met de motor verbonden. Raadpleeg de Handleiding van de machine voor de versnellingshendel en zijn standen, die gewoonlijk aangegeven worden door symbolen die overeenkomen met de volgende standen: CHOKE = te gebruiken bij het koud starten. FAST = komt overeen met het maximale toerental; te gebruiken tijdens het werk. SLOW = komt overeen met het minimale toerental. NL 4. HANDIG OM TE WETEN De motor is een inrichting waarvan de prestaties, de goede werking en de levensduur afhangen van vele factoren, waarvan sommige van buitenaf komen en andere strikt met de kwaliteit van de gebruikte producten en de regelmaat van het onderhoud te maken hebben. Als volgt wordt extra informatie geboden waardoor u de motor op meer bewuste wijze kunt gaan gebruiken. 4.1 OMGEVINGSOMSTANDIGHEDEN De werking van een viertakt verbrandingsmotor wordt beïnvloed door: a) Temperatuur: – Als er bij lage temperatuur gewerkt wordt kunnen er zich moeilijkheden bij een koude start voordoen. – Als er bij erg hoge temperatuur gewerkt wordt kunnen er zich moeilijkheden bij een warme start voordoen veroorzaakt door de verdamping van de brandstof in het bakje van de carburateur of in de pomp. – In ieder geval moet het soort olie aangepast worden aan de gebruikstemperatuur. b) Hoogte: – Het maximumvermogen van een verbrandingsmotor neemt af naarmate de hoogte boven het zeeniveau toeneemt. – Als de hoogte aanzienlijk mocht toenemen, moet dus de belasting op de machine vermindert worden en moeten dus erg zware werkzaamheden vermeden worden. 4.2 BRANDSTOF De goede kwaliteit van de brandstof is onontbeerlijk voor de correcte werking van de motor. 3 4.3 OLIE Gebruik altijd olie van goede kwaliteit, met viscositeitsgraad afhankelijk van de gebruikstemperatuur. a) Gebruik alleen detergentolie minstens van SF-SG kwaliteit. b) Kies de SAE viscositeitsgraad op basis van de volgende tabel: –   5 ÷ 35 °C – 15 ÷ + 35 °C = SAE 30 = 10W-30 (Multigraad) c) Het gebruik van multigraad olie kan een groter verbruik in de warme periodes met zich meebrengen, daarom moet dan het oliepeil vaker gecontroleerd worden. d) Meng geen oliesoorten van verschillende merken of met verschillende kenmerken. e) Het gebruik van SAE 30 olie bij temperaturen onder de +5°C kan schade aan de motor aanrichten door een niet goede smering. f)  Niet bijvullen boven het «MAX» niveau (zie 5.1.1); een te hoog niveau kan het volgende veroorzaken: – rook in de uitlaat; – vervuiling van de bougie of van de luchtfilter en dus moeilijkheden bij het starten. 4.4 LUCHTFILTER De doelmatigheid van de luchtfilter is heel belangrijk om te voorkomen dat afvalmateriaal en stof aangezogen worden door de motor, waarvan de prestaties en levensduur verminderd worden. a) Het filterelement moet vrij gehouden worden van resten en altijd perfect doeltreffend zijn (zie 6.5). b) Indien nodig, het filterelement vervangen door een origineel reserveonderdeel; niet compatibele filterelementen kunnen de doeltreffendheid en de levensduur van de motor in het gedrang brengen. c) Start de motor nooit wanneer het filterelement niet correct gemonteerd is. De brandstof moet aan de volgende vereisten voldoen: a) Gebruik reine, verse brandstof zonder lood, met mi nimum 90 octaan; b) Gebruik geen brandstof met een ethanolgehalte van meer dan 10%; c)  Voeg geen olie bij; d) Gebruik een stabilisator om het carburatiesysteem te beschermen tegen de vorming van harsafzettingen. Het gebruik van niet toegestane brandstof leidt tot beschadiging van de onderdelen van de motor en tot verval van de garantie. 4.5 BOUGIE De bougies voor verbrandingsmotoren zijn niet allemaal hetzelfde! a) Gebruik alleen bougies van het aangegeven soort, voorzien van de juiste thermische graad. b) Let op de lengte van het draadje; een te lang draadje kan de motor onherstelbaar beschadigen. c) Controleer of de elektroden schoon zijn en op de juiste afstand van elkaar staan (zie 6.6). 4 NL 5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN De eigenschappen van de brandstof worden weergegeven in het speciale hoofdstuk (zie 4.2 en 8.1). 5.1  VOOR IEDER GEBRUIK De benzine moet met koude motor bijgevuld worden, volgens de aanwijzingen in de Handleiding van de machine. Het beste is, telkens voordat de motor gebruikt wordt, een serie controles te verrichten om een goede werking te garanderen. 5.1.4 Bougiedop 5.1.1 Controle oliepeil Houd u, voor het soort te gebruiken olie, aan de aanwijzingen in het specifieke hoofdstuk (zie 8.1). a) Zet de machine horizontaal. b) Maak de zone rondom de vuldop schoon. c) Draai de dop (1) los, reinig het uiteinde van de peilstok (2) en breng hem weer aan met de dop op de opening, zoals geïllustreerd, zonder hem vast te draaien. d) Verwijder de dop met de peilstok weer en controleer of het niveau van de olie tussen «MIN» en «MAX» ligt. e) Indien nodig bijvullen met olie van hetzelfde soort tot aan het «MAX» niveau, let er hierbij op geen olie buiten de vuldop te gieten. f)  Schroef de dop (1) weer volledig vast en verwijder elk spoor van eventueel gemorste olie. 5.1.2 Controle luchtfilter De doelmatigheid van de luchtfilter is van essentieel belang voor de correcte werking van de motor; start de motor niet wanneer het filterelement ontbreekt of stuk is. a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter. b) Verwijder het deksel (1) door de twee draaiknoppen los te draaien (2 – ), of de lipjes los te maken (2a – ). c) Controleer de staat van het filterelement (3), dit moet heel, schoon en efficiënt zijn; verricht er anders onderhoud aan of vervang het (zie 6.5). d) Hermonteer het deksel (1). 5.1.3 Brandstof bijvullen BELANGRIJK Giet geen brandstof op de plastic onderdelen van de motor of de machine, om schade te voorkomen en verwijder onmiddellijk elk spoor van brandstof dat eventueel gemorst werd. De garantie dekt geen schade aan de plastic onderdelen, veroorzaakt door brandstof. Verbind de dop (1) van de kabel (2) stevig met de bougie, na u er zich van verzekerd te hebben dat de dop van binnen en het uiteinde van de bougie niet vuil zijn. 5.2 STARTEN VAN DE MOTOR (koud) De motor moet gestart worden volgens de aanwijzingen in de Handleiding van de machine, waarbij iedere inrichting (indien aanwezig) die in staat is de voortgang van de machine of het stoppen van de motor te veroorzaken, uitgeschakeld moet worden. a) Breng de versnellingshendel in de stand «CHOKE». b) Bedien de startsleutel zoals aangegeven in de Handleiding van de machine. Na enkele seconden wordt de versnellingshendel gradueel van de stand «CHOKE» naar de stand «FAST» of «SLOW» gebracht. 5.3 STARTEN VAN DE MOTOR (warm) •) Volg de hele procedure die beschreven is voor het koud starten met de versnellingshendel in de stand «FAST». 5.4  GEBRUIK VAN DE MOTOR TIJDENS HET WERK Om het rendement en de prestaties van de motor te optimaliseren, moet hij op zijn maximale toerental gebruikt worden, door de versnellingshendel in de stand «FAST» te zetten. LET OP! Houd uw handen uit de bu­ urt van de uitlaatdemper en omliggende zones omdat die erg heet kunnen worden. Met NL draaiende motor niet in de buurt van de boven­ kant van de motor komen met wapperende kle­ ding (stropdassen, foulards, enz.) of het haar. BELANGRIJK Werk niet op hellingen steiler dan 20° om de correcte werking van de motor niet in gevaar te brengen. 5.5  STOP VAN DE MOTOR TIJDENS HET WERKEN a) Breng de versnellingshendel in de stand «SLOW». b) Laat de motor minstens 15–20 seconden op zijn minimum draaien. c) Zet de motor af volgens de aanwijzingen in de Handleiding van de machine. 5.6  STOP VAN DE MOTOR NA HET WERKEN a) Breng de versnellingshendel in de stand «SLOW». b) Laat de motor minstens 15–20 seconden op zijn minimum draaien. c) Zet de motor af volgens de aanwijzingen in de Handleiding van de machine. d) Bij koude motor, koppel de dop (1) van de bougie los en verwijder de startsleutel (indien voorzien). e)  Verwijder resten van de motor en in het bijzonder van de zone van de uitlaatdemper, om brandgevaar te vermijden. 5.7 SCHOONMAKEN EN STALLEN a) Gebruik geen waterstralen of hogedrukreinigers om de buitenkant van de motor schoon te maken. b) Gebruik bij voorkeur een persluchtspuit (max. 6 bar) maar laat geen resten en stof naar binnen dringen. c) Stal de machine (met de motor) op een droge voldoende geventileerde plaats beschermd tegen de weersomstandigheden. 5.8  LANGE RUSTPERIODE (langer dan 30 dagen) Als de motor gedurende een lange periode niet gebruikt gaat worden (bijvoorbeeld aan het eind van het seizoen), moeten er enige voorzorgsmaatregelen getroffen worden om de daaropvolgende inbedrijfstelling te begunstigen. a) Ter voorkoming van vuil in de brandstoftank, moet 5 deze geleegd worden door de dop (1) van het bakje van de carburateur los te draaien en alle brandstof in een geschikte bak op te vangen. Vergeet niet daarna de dop (1) er weer stevig op te draaien. b) Verwijder de bougie en giet ongeveer 3 cl schone motorolie in de opening, houd dan de opening met een doek dicht en laat de startmotor even draaien om de motor een paar omwentelingen te laten maken en zo de olie over de binnenkant van de cilinder te verspreiden. Monteer tenslotte de bougie weer zonder de dop van de kabel te verbinden. 6 NL 6.3 OLIE VERVERSEN 6. ONDERHOUD Houd u, voor het soort te gebruiken olie, aan de aanwijzingen in het desbetreffende hoofdstuk (zie 8.1). 6.1  VEILIGHEIDSADVIEZEN LET OP! Maak de dop van de bougie los en lees de aanwijzingen vóór enige onder­ houds– of reinigingswerkzaamheden of repara­ ties te verrichten. Trek geschikte kleding en werkhandschoenen aan voor alle handelingen die gevaarlijk kunnen zijn voor de handen. Verricht geen onderhoud of reparaties als u niet over het geschikte gereedschap en voldoende technische kennis daarvoor beschikt. BELANGRIJK Gooi afgewerkte olie, oude brand­stof of andere vervuilende produkten nooit achte­loos weg. 6.2 ONDERHOUDSPROGRAMMA Controle oliepeil (zie 5.1.1) Olie verversen 1) (zie 6.3) Reiniging van de geluiddemper en van de motor (zie 6.4) Controle en reiniging van de luchtfilter 2) (zie 6.5) Vervanging van de luchtfilter (zie 6.5) Bougie nakijken (zie 6.6) Bougie vervangen (zie 6.6) Benzinefilter nakijken 3) - - Om de 100 werkuren Om de 5 werkuren of na ieder gebruik Om de 50 werkuren of aan het eind van het seizoen Handeling Na de eerste 5 werkuren Volg het in de tabel aangegeven onderhoudsprogramma, volgens de termijnen die zich het eerst voordoen. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Vervang de olie om de 25 uur als de motor vol belast of bij hoge temperaturen werkt. Maak de luchtfilter vaker schoon als de machine in een stoffig gebied werkt. 3) Door een gespecialiseerde werkplaats laten doen. 1) 2) LET OP! Loos de olie met warme motor maar let erop de hete onderdelen van de motor of de afgevoerde olie niet aan te raken. Mits anders aangegeven in de Gebruikshandleiding van de machine, als volgt te werk gaan voor de afvoer van de olie: a) Zet de machine horizontaal. b) Maak de zone rondom de vuldop schoon en draai de dop met de oliepeilstok (1) los. c) Plaats een geschikte bak om de olie op te vangen en draai de aftapdop (2) los. d) Monteer de aftapdop (2) weer en let er hierbij op of de afdichting goed geplaatst is en of hij stevig aangedraaid is. e) Nieuwe olie bijvullen (zie 5.1.1). f)  Controleer op de oliepeilstok (3) of het oliepeil tot aan «MAX» staat. g) Schroef de dop (1) weer vast en verwijder elk spoor van eventueel gemorste olie. OPMERKING De maximale hoeveelheid olie in de motor is 1,2 liter. Geleidelijk bijvullen met kleine hoeveelheden olie en telkens het niveau controleren, zodat het «MAX» streepje op de peilstok niet overschreden wordt. 6.4  REINIGING VAN DE GELUIDDEMPER EN VAN DE MOTOR De geluiddemper moet met koude motor schoongemaakt worden. a) Verwijder met een straal perslucht resten en vuil waardoor brand ontstaan kan, van de geluiddemper en van zijn beveiliging. b) Zorg ervoor dat de koelluchtopeningen (1) niet verstopt zijn. c) Maak de plastic onderdelen schoon met een met water en zeep bevochtigde spons (2). 6.5  ONDERHOUD VAN DE LUCHTFILTER a) Reinig de zone rond het deksel (1) van de filter. b) Verwijder het deksel (1) door de twee draaiknoppen los te draaien (2 - K 1250 - K 1600 ), of de lipjes los te maken (2a ). NL c) Verwijder het filterelement (3a + 3b). d) Verwijder het voorfilter (3b) van de patroon (3a). e) Klop de patroon (3a) tegen een hard oppervlak en blaas perslucht vanuit de binnenkant om stof en resten te verwijderen. f)  Was de voorfilterspons (3b) met water en zeep en laat hem opdrogen. BELANGRIJK Gebruik geen water, benzine, reinigingsproducten of ander voor de reiniging van de patroon. BELANGRIJK De voorfilterspons (3b) moet NIET gesmeerd worden. g) Maak de binnenkant van de filterzitting (4) schoon van stof en resten en houd hierbij de afzuigleiding dicht met een doek (5) om te voorkomen dat ze de motor binnendringen. h) Verwijder de doek (5), plaats het filterelement (3b + 3a) in zijn zitting en sluit het deksel (1). 6.6  CONTROLE EN ONDERHOUD VAN DE BOUGIE a) Demonteer de bougie (1) met een pijpsleutel (2). b) Maak de elektroden (3) schoon met een metalen borstel waarbij eventuele koolstofafzettingen verwijderd moeten worden. c) Controleer met een diktemeter (4) de afstand tussen de elektroden (0,6 – 0,8 mm). d) Monteer de bougie (1) weer en draai hem met een pijpsleutel (2) stevig vast. Vervang de bougie als de elektroden verbrand zijn of als het keramiek kapot of gebarsten is. LET OP! Brandgevaar! Controleer de startinstallatie niet als de bougie niet in zijn zit­ ting gedraaid is. BELANGRIJK Gebruik alleen bougies van het aangegeven soort (zie 8.1). 7 8 NL 7. PROBLEEMOPLOSSING PROBLEMEN a) Startproblemen b) Onregelmatige werking MOGELIJKE OORZAAK – Geen brandstof – Controleren en bijvullen (zie 5.1.3) – Oude brandstof of afzettingen in de tank – Leeg de tank en vul met nieuwe brandstof – De startprocedure is niet correct – Voer de startprocedure goed uit (zie 5.2) – Losgekoppelde bougie – Controleren of het kapje goed op de bougie zit (zie 5.1.4) – Bougie nat of elektroden van de bougie vuil of op onjuiste afstand – Controleren (zie 6.6) – Verstopte luchtfilter – Controleren en reinigen (zie 6.5) – Olie niet gepast aan het seizoen – Vervangen door een gepaste olie (zie 6.3) – Verdamping van de brandstof in de carburateur door te hoge temperaturen – Enkele minuten wachten en een nieuwe startpoging ondernemen (zie 5.3) – Brandstofproblemen – Contact opnemen met een geautoriseerd Servicecentrum – Startproblemen – Contact opnemen met een geautoriseerd Servicecentrum – Elektrodes van de bougie vuil of ongepaste afstand – Controleren (zie 6.6) – Dop van de bougie niet goed aangebracht – Controleer of de dop stabiel aangebracht is (zie 5.1.4) – Verstopte luchtfilter – Controleren en reinigen (zie 6.5) – Versnellingshendel in de stand «CHOKE» – Zet de hendel in de stand «FAST» – Brandstofproblemen – Startproblemen c) Vermogenverlies tijdens het werk OPLOSSING – Verstopte luchtfilter – Brandstofproblemen – Contact opnemen met een geautoriseerd Servicecentrum – Contact opnemen met een geautoriseerd Servicecentrum – Controleren en reinigen (zie 6.5) – Contact opnemen met een geautoriseerd Servicecentrum 8. TECHNISCHE GEGEVENS 8.1 VLOEISTOFFEN EN RESERVEONDERDELEN Brandstof ............................................................................................... Benzine loodvrij (groen) minimum 90 N.O. Motorolie: van 5 tot 35 °C ............................................................................................................................ SAE 30           van -15 tot +35 °C ....................................................................................................................... 10W-30 Inhoud carter .................................................................................................................................................. 1,2 liter Soort bougie .................................................................................. QC12YC / RC12YC (Champion) of gelijksoortig Afstand tussen de elektroden ..............................................................................................................  0,6 - 0,8 mm NL Technische gegevens Model Type K 1250 ADV EMAK monocilindrisch, 4 takt, ADV Minimaal toerental 1800 toeren/min Maximum toerental 3350 toeren/min Cilinderinhoud Rotatie 414 cc Tegen de klok in (van de kant van het aandrijfpunt) Vermogen 8,6 KW Gewicht 31 Kg Inbouwverklaring Deze verklaring is van toepassing bij aparte verkoop van de motor. 1. Ondergetekende, Emak spa – Via Fermi, 4 – 42011 Bagnolo in Piano (RE) Italy, 2. verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de niet voltooide machine: 3. Soort: MOTOR 4. Merk: / Type: EMAK K 1250 5. Serienummer: T36100 XXXX 0000001 ÷ T36100 XXXX 9999999 6. voldoet aan de voorschriften van de richtlijn 2006/42/EG, aangezien de veiligheidseisen in de punten 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 en 1.7 van de bijlage I zijn toegepast en nageleefd en de technische documentatie is ingevuld volgens de bijlage VII B. 7. voldoet bovendien aan de voorschriften van de richtlijn 2014/30/EU en van de verordening (EU) 2016/1628, (EU) 2017/654 en (EU) 2017/656. 8. Verbindt zich ertoe om naar aanleiding van een gemotiveerd verzoek van de nationale autoriteiten meer informatie over de machine in kwestie te verstrekken. 9. Verklaart dat de EMAK-motoren niet in gebruik mogen worden genomen zolang de afgewerkte machine waarin ze moeten worden gebouwd niet conform de voorschriften van de richtlijn 2006/42/EG en de nationale uitvoeringsbepalingen is verklaard onder de EXCLUSIEVE EN VOLLEDIGE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE FABRIKANT VAN DE AFGEWERKTE MACHINE. 10. Technische documentatie beschikbaar bij het hoofdkantoor. 11. Geproduceerd in Bagnolo in Piano (RE) Italy – Via Fermi,4 12. Datum 20/10/2018 Fausto Bellamico - President Instructies voor de assemblage Voor een correcte inbouw van de niet voltooide machine EMAK-motor in de afgewerkte machine moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: Geen enkel onderdeel van de motor mag worden vervangen, gewijzigd, aangepast of verwijderd. De afgewerkte machine waarin de EMAK-motor wordt gebouwd, mag op geen enkele wijze aanleiding geven voor hogere motorsnelheden dan zijn voorgeschreven. Tijdens de montage van de motor in de afgewerkte machine moeten de roterende organen correct worden uitgelijnd; de motor mag niet worden beschadigd of aan ongewenste spanningen worden blootgesteld als gevolg van de montage van de motor in de afgewerkte machine of van de onderhoudswerkzaamheden. De afgewerkte machine moet worden vergezeld van de noodzakelijke instructies voor een correct gebruik van de motor. Een veilige werking van de motor is alleen gegarandeerd wanneer het onderhoud door gespecialiseerde werkplaatsen met originele onderdelen wordt uitgevoerd.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188

EMAK MISTRAL 72/12,5 K H de handleiding

Type
de handleiding