Roland VT-12 de handleiding

Type
de handleiding
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Ontdek wat u allemaal kunt doen!
De toonhoogte controleren
De VT-12 kan de toonhoogte detecteren van één stem, maar ook van twee stemmen.
Als u samen in harmonie zingt met een andere persoon, kunt u de VT-12
gebruiken om te controleren of u beiden in de juiste toonhoogte zingt.
De VT-12 is het ideale hulpmiddel om uw zangvaardigheden te verbeteren.
U kunt de VT-12 altijd en overal gebruiken, alleen of in groep, thuis of in de studio.
Als een metronoom
De VT-12 heeft een begeleidingstoon die u kan helpen het juiste tempo te
behouden wanneer u alleen zingt, of wanneer u a capella of met een zanggroep
oefent.
2
Wat zijn nummers?
De VT-12 bevat ingebouwde nummers die u kunt gebruiken bij het oefenen of opwarmen.
Naast de ingebouwde nummers kunt u ook uw eigen favoriete liedjes opnemen (p. 14).
Zangtraining
De VT-12 is bijzonder geschikt om uw stem op te warmen of om zangoefeningen
te doen. U kunt de ingebouwde nummers gebruiken om het vocaliseren voor
een kooruitvoering of een liveoptreden te oefenen of u kunt het apparaat
gebruiken om uw zangtechnieken en zangexpressie bij te schaven.
3
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
De toonhoogte controleren
Ontdek wat u allemaal kunt doen! ................ 2
Paneelbeschrijvingen ............................ 5
Bovenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Zijpaneel (Uw apparatuur aansluiten) . . . . . . . . . . . 6
Voordat u de VT-12 gebruikt . ..................... 8
De batterijen plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Het apparaat inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Het DoReMi-blad gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Tips voor het gebruik van de VT-12 . ...........10
De standaard gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
De toonhoogte controleren .....................11
Oefenen . .......................................13
Een favoriet liedje opnemen en oefenen . ......14
De metronoom gebruiken . ......................15
Problemen oplossen ............................16
Audiostroom ...................................17
Belangrijkste specicaties . ......................18
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN . ..............19
BELANGRIJKE OPMERKINGEN . ...................22
Inhoud
Lees zorgvuldig onderstaande hoofdstukken voordat u dit apparaat gebruikt: “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
(p. 19) en “BELANGRIJKE OPMERKINGEN” (p. 22). Deze hoofdstukken bevatten belangrijke informatie over de juiste
bediening van het apparaat. Lees bovendien de gehele gebruikershandleiding om er zeker van te zijn dat u elke
functie van uw nieuwe apparaat goed begrijpt. De handleiding moet als handige referentie worden bewaard en
voorhanden zijn.
Copyright © 2012 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden gereproduceerd zonder
schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
ROLAND is een gedeponeerd handelsmerk van Roland Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
4
Paneelbeschrijvingen
Bovenpaneel
[ ] [ ]-knoppen
Gebruik deze om de instellingen
te wijzigen.
Interne microfoon
Gebruik deze om uw stem te
controleren of op te nemen.
Toonhoogte-indicator
Deze geeft de toonhoogte of
de onnauwkeurigheid van het
vocaliseren weer.
p. 11
[ ]-knop
Selecteert de
metronoommodus.
Display
De display geeft informatie weer
zoals het geselecteerde nummer
of het tempo van de metronoom.
[ ]-knop
Gebruik deze knop om de
metronoom of het nummer af te
spelen en te stoppen.
[WARM-UP]-knop
Selecteert de opwarmmodus.
[ ] [ ]-knoppen
Gebruik deze om de
begeleidingstoon die u wilt
horen, te selecteren.
U kunt de referentietoonhoogte
wijzigen door gelijktijdig op de
[
]-knop en de [ ]-knop te
drukken (p. 12).
Interne luidspreker
De begeleidingstoon, het
metronoomgeluid en de nummers
worden via deze luidspreker
afgespeeld.
[EXERCISE]-knop
Selecteert de oefenmodus.
[ ]-knop
Hiermee schakelt u de
begeleidingstoon in/uit. De
begeleidingstoon wordt
afgespeeld bij toonhoogtes met
gelijkzwevende stemming.
p. 13
p. 11
p. 15
p. 13
[REVIEW]-knop
Speelt het opgenomen geluid af
zodat u kunt controleren hoe u
het er vanaf hebt gebracht.
p. 11
5
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
Paneelbeschrijvingen
Zijpaneel (Uw apparatuur aansluiten)
Schakelaar voor toonhoogtedetectie
Hiermee selecteert u de gewenste
methode voor de detectie van de
toonhoogte.
p. 11
[MIC VOLUME]-schakelaar
Hiermee past u het volume van de microfoon aan.
H: Volume is hoog
L: Volume is laag
OFF: Monitor is uitgeschakeld
* Als deze schakelaar op “OFF” staat, kan de
toonhoogte niet worden gedetecteerd.
REC IN-aansluiting
U kunt hier een extern audioapparaat, zoals
een audiospeler of radio/cassettespeler, met
een stereo mini-jackkabel aansluiten.
U kunt uw favoriete liedjes opnemen met
behulp van deze aansluiting om ze te
gebruiken terwijl u oefent.
Als u deze aansluiting wilt gebruiken, sluit u
een kabel aan tussen de uitgang (bijvoorbeeld
van de hoofdtelefoon) van uw externe
audioapparaat en deze aansluiting.
OUTPUT/PHONES-aansluiting
U kunt hier een apart
verkrijgbare hoofdtelefoon
of externe luidspreker
aansluiten.
p. 14
Riemgat
U kunt hier een in de handel verkrijgbare riem
bevestigen.
6
Paneelbeschrijvingen
DC IN-aansluiting
Sluit de netstroomadapter (PSB-6U, apart
verkrijgbaar) hier aan.
* Gebruik alleen de opgegeven
netstroomadapter (PSB-6U) en sluit
deze aan op een stopcontact met de
juiste spanning. Gebruik geen andere
netstroomadapter. Dit kan tot storingen
leiden.
Plaats de netstroomadapter met de
zijde met de indicator (zie afbeelding)
naar boven en de zijde met de
tekstinformatie naar beneden.
De indicator licht op als u de
netstroomadapter in een stopcontact
steekt.
Waarschuwingen bij het aansluiten
t Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u aansluitingen maakt om defecten of
storingen aan de apparatuur te voorkomen
t Als u een externe luidspreker gebruikt, kan akoestische feedback (piepend of loeiend geluid) optreden
afhankelijk van de positie van de externe luidspreker ten opzichte van de interne microfoon. Als dit gebeurt,
voert u de volgende stappen uit:
1. Wijzig de richting van de interne microfoon.
2. Plaats de interne microfoon verder van de externe luidsprekers.
3. Verlaag het volumeniveau.
4. Stel de [MIC VOLUME]-schakelaar in op “OFF”.
[POWER]-knop
Houd deze knop ingedrukt om het
apparaat in en uit te schakelen.
[VOLUME]-wiel
Hiermee past u het volume van de
interne luidspreker of hoofdtelefoon
aan.
p. 9
7
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
Voordat u de VT-12 gebruikt
De batterijen plaatsen
Plaats de batterijen (twee AA-batterijen) zoals getoond in de afbeelding en zorg ervoor dat u de
juiste polariteit gebruikt.
Waarschuwingen bij het gebruik van de batterijen
t Als de batterijspanning laag is, wordt
weergegeven op de display. Als dit gebeurt, moet u
nieuwe batterijen plaatsen.
t Bij verkeerd gebruik kunnen batterijen ontploen
of lekken en schade of letsel veroorzaken. Uit
veiligheidsoverwegingen dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen te lezen en na te leven.
t Volg de installatie-instructies voor batterijen
nauwkeurig en zorg ervoor dat u de juiste
polariteit gebruikt.
t Combineer geen nieuwe batterijen met oude.
Combineer bovendien ook geen verschillende
soorten batterijen.
t Verwijder de batterijen als het apparaat langere
tijd niet zal worden gebruikt.
t Bewaar batterijen nooit samen met metalen
voorwerpen zoals balpennen, halskettingen,
haarspelden enzovoort.
t Gebruikte batterijen moeten worden verwijderd
in overeenstemming met geldende reglementen
voor veilige opruiming die van kracht zijn in uw
regio.
t Onjuist gebruik van batterijen, oplaadbare batterijen
of het oplaadapparaat kan lekkage, oververhitting,
brand of explosie veroorzaken. Voordat u de batterijen,
oplaadbare batterijen of het oplaadapparaat in
gebruik neemt, dient u alle bijgeleverde voorschriften
en instructies te lezen en op te volgen.
t Gebruik alleen oplaadbare batterijen en
oplaadapparaten die worden aanbevolen door de
fabrikant van de batterijen.
t Als u batterijen gebruikt voor dit apparaat, raden
wij u aan alkalinebatterijen of oplaadbare
NiMH-batterijen te nemen.
t Koppel in dit geval ook de netstroomadapter van
het apparaat los.
t Zelfs als er batterijen zijn geplaatst, zal het apparaat
uitschakelen als u het netsnoer aansluit op of
loskoppelt van het stopcontact wanneer het apparaat
is ingeschakeld, of als u de netstroomadapter aansluit
op of loskoppelt van het apparaat.
t
Verwachte levensduur van de batterijen bij
voortdurend gebruik:
Alkaline: 6 uur
* Deze waarden variëren afhankelijk van
de batterijspecicaties en de werkelijke
gebruiksomstandigheden.
8
Voordat u de VT-12 gebruikt
Het DoReMi-blad gebruiken
Door het meegeleverde DoReMi-blad op de toonhoogte-indicator te bevestigen, kunt u de
DoReMi-tekens gebruiken om de namen van de noten te controleren.
Als u de namen van de noten wilt controleren wanneer u het relatieve solmisatiesysteem
(Movable Do of “verplaatsbare do”) gebruikt, plaatst u het DoReMi-blad zodat de “Do”
overeenstemt met de nootnaam van de tonica (of grondtoon) die u gebruikt.
DoReMi-blad
* Zorg ervoor dat u het schutblad en het blauwe blad verwijdert, voordat u het DoReMi-blad
gebruikt.
Het apparaat inschakelen
* Als alle apparaten correct zijn aangesloten (p. 6), volgt u de onderstaande procedure om de
apparaten in te schakelen.
Waarschuwingen bij het in- en uitschakelen van het apparaat
t Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld 30 minuten nadat de knoppen voor het laatst zijn gebruikt
(zelfs wanneer de metronoom wordt gebruikt) of 30 minuten nadat het afspelen van een nummer is gestopt.
t Zet het volume altijd op nul voordat u het apparaat in- of uitschakelt. Zelfs als het volume volledig op nul
staat, kunt u nog geluid horen wanneer het apparaat wordt in- of uitgeschakeld. Dit is normaal en wijst niet
op een defect.
t Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Het duurt even (een paar seconden) voordat het
apparaat normaal functioneert nadat het is ingeschakeld.
Stel het [VOLUME]-wiel in op de
minimumstand.
1
Houd de [POWER]-knop ingedrukt totdat
het apparaat wordt ingeschakeld.
2
9
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
Voordat u de VT-12 gebruikt
Tips voor het gebruik van de VT-12
Houd de VT-12 in de hand en neem de houding aan die in de afbeelding wordt getoond, wanneer u zingt.
Gebruik een hoofdtelefoon als u de nauwkeurigheid van uw toonhoogte wilt controleren terwijl
een nummer of de metronoom wordt afgespeeld.
Als u een hoofdtelefoon gebruikt, zal de toonhoogtedetectie nauwkeuriger gebeuren. U zult ook
makkelijker het opgenomen geluid kunnen horen.
Gebruik een hoofdtelefoon
Houd de rug recht
Ongeveer 30 cm
verwijderd
MEMO
Controleer de instelling van de [MIC VOLUME]-schakelaar (p. 6) als zich een van de volgende
situaties voordoet.
t De toonhoogte-indicator reageert niet of reageert niet naar behoren.
t Het volume van het geluid van de microfoon is te stil.
De standaard gebruiken
U kunt de standaard gebruiken om de VT-12 rechtop te plaatsen.
Als u de VT-12 in groep gebruikt, kunt u de standaard gebruiken om het apparaat rechtop op een
bureau of tafel te plaatsen.
Als u dit doet, moet u de VT-12 ongeveer 1 m van de personen die zingen, houden.
* Als u de standaard in zijn oorspronkelijke positie wilt terugplaatsen, buigt u deze naar binnen
totdat deze in de positie vastklikt.
10
Vocaliseer de toonhoogte die u wilt zingen.
Voordat u begint met het vocaliseren, laat u de begeleidingstoon
(gelijkzwevend gestemd) weerklinken om de juiste toonhoogte te horen.
MEMO
U kunt de [ ]-knop en de [ ]-knop gebruiken om de
begeleidingstoon te wijzigen.
De toonhoogte controleren
U wilt waarschijnlijk starten met uw toonhoogte te controleren.
Met de VT-12 kunt u de toonhoogte van twee stemmen tegelijk controleren.
Het apparaat is dus heel geschikt om de toonhoogte te controleren van twee personen die in
harmonie samen zingen.
2
Druk op de [ ]-knop.
Vocaliseer en controleer uw toonhoogte.
3
MONO EQUAL: Er wordt één stem gedetecteerd met
gelijkzwevende stemming.
CHORD EQUAL:
Er worden twee stemmen gedetecteerd
met gelijkzwevende stemming.
CHORD JUST:
Er worden twee stemmen gedetecteerd
met reine stemming (majeur).
MEMO
De toonsoort voor reine stemming wordt bepaald door de lagere
toonhoogte.
Als de VT-12 een begeleidingstoon weergeeft, wordt de toonsoort
bepaald door de begeleidingstoon. Als een begeleidingstoon
wordt weergegeven, kan er slechts één stem worden gedetecteerd.
Selecteer het type toonhoogtedetectie.
1
* Als de indicator voor de
toonhoogte niet reageert, zelfs
niet wanneer u vocaliseert,
controleert u de instelling van de
[MIC VOLUME]-schakelaar (p. 6).
De naam van de noot die het dichtst bij de gedetecteerde toonhoogte
ligt, licht op.
Wordt helderder wanneer het verschil in toonhoogte kleiner wordt,
wordt donkerder wanneer het verschil in toonhoogte groter wordt.
Als er een begeleidingstoon wordt weergegeven, licht de naam van de
noot van de begeleidingstoon ook op.
Geeft het verschil in toonhoogte op.
MONO EQUAL
Toonhoogte is te laag
Toonhoogte is juist
Toonhoogte is te hoog
CHORD EQUAL
CHORD JUST
De hoge noot is te laag ten
opzichte van de lage noot
Het interval in toonhoogte
tussen de twee noten is juist
De hoge noot is te hoog ten
opzichte van de lage noot
Opgelicht: Gedoofd:
11
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
De toonhoogte controleren
Wat is reine stemming?
Reine stemming is een manier van stemmen die reine kwinten en tertsen garandeert.
Als u reine stemming selecteert, moet u de tonica (voor een majeurladder is dat C)
opgeven die geschikt is voor de toonsoort van uw liedje.
De VT-12 zal de laagste van de stemmen als de tonica aanwijzen.
Als een begeleidingstoon wordt gebruikt, zal deze de tonica zijn.
Informatie over toonhoogtes in reine stemming
De VT-12 kan toonhoogtes met reine stemming alleen detecteren in een majeurtoonsoort.
Als de begeleidingstoon C is, zullen de toonhoogtes worden berekend met de volgende
verhoudingen.
C C# D D# E F
Gelijkzwevende stemming
(cent)
0 100 200 300 400 500
Reine stemming (cent) 0 71 204 316 386 498
Verhouding 1 25/24 9/8 6/5 5/4 4/3
F# G G# A A# B
Gelijkzwevende stemming
(cent)
600 700 800 900 1000 1100
Reine stemming (cent) 569 702 773 884 1018 1088
Verhouding 25/18 3/2 25/16 5/3 9/5 15/8
De referentietoonhoogte wijzigen
1. Druk gelijktijdig op de [ ]-knop en de [ ]-knop.
De display geeft de huidige referentietoonhoogte aan.
2. Gebruik de [ ] [ ]-knoppen om de gewenste referentietoonhoogte op te geven.
Bereik: 415–465 Hz (standaardwaarde: 440 Hz)
* Als u niets doet gedurende een vooraf ingestelde tijd, verdwijnt de indicatie van de
referentietoonhoogte. Het apparaat zal automatisch terugkeren naar de modus voor het
controleren van de toonhoogte.
3. Druk gelijktijdig op de [ ]-knop en de [ ]-knop.
De indicatie van de referentietoonhoogte verdwijnt en het apparaat keert automatisch terug naar
de modus voor het controleren van de toonhoogte.
* Tijdens het afspelen van de vooraf ingestelde nummers, wordt de referentietoonhoogte
vastgelegd op 440 Hz.
12
Oefenen
De VT-12 biedt twee modi om te oefenen: de opwarmmodus (WARM-UP) en de oefenmodus
(EXERCISE). Elke modus bevat nummers (p. 3) die geschikt zijn voor het overeenkomstige type
oefeningen dat u wilt doen.
Het geluid dat u produceert tijdens het oefenen, wordt automatisch opgenomen op de
betreende nummers, zodat u het achteraf kunt beluisteren (de REVIEW- of controlefunctie).
Opwarmmodus Deze bevat nummers voor het vocaliseren om uw stem op te warmen.
Oefenmodus
Deze modus bevat nummers voor het verbeteren van uw stemtechniek, zodat u
uw ademhaling beter onder controle hebt en uw stembereik vergroot.
MEMO
Voor meer informatie over het oefenen, raadpleegt u de afzonderlijke “Oefengids”.
Deze handleiding bevat nuttig advies over het vocaliseren en het zingen, en tips voor alle
nummers die u kunt gebruiken om te oefenen.
* Telkens wanneer een nummer wordt afgespeeld, start er een nieuwe opname. Als u
een nummer afspeelt dat eerder is opgenomen, zal het geluid dat op dat nummer was
opgenomen, worden overschreven. Als u het afspelen van een nummer stopt binnen de
3seconden nadat het is gestart, wordt het geluid op dat nummer niet opgenomen.
De knop van de geselecteerde modus
licht op.
Selecteer een modus.
1
Het afspelen van het nummer en het
opnemen van het geluid worden gestopt.
Druk op de [ ]-knop.
5
Druk op de
[REVIEW]-knop.
6
MEMO
t "MTVEFLOPQWPPSEFHFTFMFDUFFSEF
NPEVTIFSIBBMEFMJKLJOESVLULVOUV
TDIBLFMFOUVTTFOEFWPPSBGJOHFTUFMEF
OVNNFSTFOEFHFCSVJLFSTOVNNFST
t "MTFSHFFOHFCSVJLFSTOVNNFST[JKO
PQHFOPNFOHFFGUEFEJTQMBZi6wXFFS
t 3BBEQMFFHEFBG[POEFSMJKLF
i/VNNFSMJKTUwWPPSNFFSJOGPSNBUJF
PWFSEFOVNNFST
Gebruik de [ ] [ ]-knoppen
om een nummer te selecteren.
2
Het nummer wordt afgespeeld en de
geluidsopname wordt gestart.
Druk op de [ ]-knop.
3
Vooraf ingestelde nummers en gebruikersnummers
De VT-12 bevat voor elke modus ingebouwde, vooraf ingestelde nummers (001–). U kunt
ook nummers opnemen via de REC IN-aansluiting en deze gebruiken als gebruikersnummers
(U01–U10). (Gebruikersnummers worden gebruikt in beide modi.)
Let bij het zingen goed op uw eigen
toonhoogte en op de toonhoogtes
van het nummer dat wordt afgespeeld.
Zing mee met het nummer.
4
Opgelicht: De toonhoogtes waarin u zingt
Knipperend:
De toonhoogtes van het nummer
* Bij sommige nummers (gebruikersnummers en
bepaalde vooraf ingestelde nummers) zal het apparaat
de toonhoogtes niet weergeven door te knipperen.
13
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
Oefenen
Een favoriet liedje opnemen en oefenen
U kunt uw favoriete liedjes met behulp van de REC IN-aansluiting op de VT-12 opnemen en deze
gebruiken als gebruikersnummers.
U kunt een opgenomen liedje gebruiken zowel in de opwarmmodus als in de oefenmodus.
Nummerlengte Maximum 10 minuten (per nummer)
Aantal nummers Maximum 10 nummers
* Als u een eerder opgenomen nummer selecteert en vervolgens opneemt, wordt het vorige
liedje overschreven. Als u stopt binnen de drie seconden na de start van de opname, wordt het
liedje niet opgenomen.
* Als u gereed bent met de opname van een liedje, moet u de kabel loskoppelen van de REC
IN-aansluiting. De VT-12 kan geen andere bewerkingen uitvoeren als er een kabel is
aangesloten op de REC IN-aansluiting.
Gebruik de
[ ] [ ]-
knoppen om
het nummer op te geven
van het liedje dat moet
worden opgenomen.
De display geeft afwisselend
rEc” en
“U**” weer. De VT-12 is gereed om het
nummer op te nemen.
Sluit uw externe
audioapparaat aan op de
REC IN-aansluiting (p. 6).
De opname wordt gestart.
Tijdens het opnemen geeft de display
“rEc” weer en de indicator van de
toonhoogte brandt.
Druk op de [ ]-knop.
Speel het liedje af op uw
externe audioapparaat.
De opname wordt gestopt.
Druk op de [ ]-knop.
Het afspelen van het opgenomen
liedje wordt gestart.
Controleer of het liedje correct is
opgenomen. Als het liedje niet is
opgenomen, geeft de display “----” weer.
Druk op de
[REVIEW]-knop.
1
Probeer te oefenen met het
gebruikersnummer dat u hebt
opgenomen (p. 14).
Koppel uw externe
audioapparaat los van de
REC IN-aansluiting.
Pas het volume aan van het geluid dat
moet worden opgenomen.
Terwijl u het geluid op de interne
luidspreker of via de hoofdtelefoon
controleert, kunt u het volume
ervan aanpassen met behulp van de
bedieningselementen van het externe
audioapparaat.
Speel het liedje af op uw
externe audioapparaat.
2
3
4
5
6
7
8
MEMO
Als u de liedjes die u hebt opgenomen, wilt verwijderen, herstelt u de fabrieksinstellingen van
de VT-12 (p. 23).
14
De metronoom gebruiken
U kunt oefenen door te zingen op het tempo van de metronoom.
Het geluid wordt automatisch opgenomen terwijl de metronoom speelt, zodat u nadien naar
uzelf kunt luisteren (de REVIEW- of controlefunctie).
* Telkens wanneer u de metronoom laat weerklinken, wordt er een nieuwe opname gestart.
De eerder gemaakte opname wordt overschreven. Als u de metronoom binnen de drie
seconden stopt, wordt het geluid niet opgenomen.
* U kunt maximaal 10 minuten opnemen in de metronoommodus. Als deze 10 minuten zijn
overschreden, stopt de opname. De metronoom blijft klinken, zelfs nadat de opname is
gestopt.
* U kunt de maatsoort niet instellen.
De metronoommodus van de VT-12
wordt ingeschakeld.
De display geeft de huidige
tempowaarde aan.
Druk op de [ ]-knop.
De metronoom wordt afgespeeld en de
geluidsopname wordt gestart.
De [ ]-knop knippert volgens het tempo.
MEMO
U kunt de metronoom ook laten afspelen
wanneer er een begeleidingstoon (p. 11)
wordt weergegeven.
Druk op de [ ]-knop.
De metronoom en de geluidsopname
worden gestopt.
Druk op de [ ]-knop.
Het opgenomen geluid wordt
afgespeeld.
Het afspelen zal stoppen als u op de
[ ]-knop drukt.
Druk op de
[REVIEW]-knop.
Bereik: 30–250
MEMO
U kunt het tempo ook instellen
door op het gewenste tempo op
de [
]-knop te drukken (de Tap
Tempo-functie).
Gebruik de
[
] [ ]-knoppen om het
tempo aan te passen.
2
1
3
5
6
Let tijdens het zingen op de toonhoogtes waarin u zingt.
Zing op het tempo van de metronoom.
4
Opgelicht: De begeleidingstoon en
de toonhoogte waarin u
zingt
15
MetronoomOefenen
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Toonhoogte controleren
Problemen oplossen
Probleem Controle Actie Pagina
Apparaat kan niet worden
ingeschakeld
Is de batterijspanning te laag? Plaats nieuwe batterijen. p. 8
Is de opgegeven
netstroomadapter (PSB-6U,
apart verkrijgbaar) correct
aangesloten?
Controleer de aansluiting
opnieuw. Gebruik geen
andere netstroomadapter dat het
opgegeven model.
p. 7
Apparaat kan niet worden
uitgeschakeld
Wordt “Err weergegeven op het
scherm?
Zorg ervoor dat alle nummers zijn
gestopt en alle liedjesopnames
zijn voltooid. Schakel vervolgens
het apparaat uit.
Geen geluid / Volume te
zacht
Zijn de andere apparaten
correct aangesloten?
Controleer de aansluitingen
opnieuw.
p. 6
Staat het volume van een
aangesloten externe luidspreker
te laag?
Controleer de instellingen van het
aangesloten apparaat.
Is het [VOLUME]-wiel juist
ingesteld?
Stel het volume juist in. p. 7
Is de [MIC VOLUME]-schakelaar
juist ingesteld?
Selecteer de juiste instelling. p. 6
Is de hoofdtelefoon
aangesloten?
Als de hoofdtelefoon is
aangesloten, wordt het geluid
niet via de interne luidspreker
uitgestuurd.
Te laag volume van de
interne luidspreker
Is de batterijspanning te laag? Plaats nieuwe batterijen. p. 8
Het volumeniveau van
het instrument dat is
aangesloten op de OUTPUT/
PHONES-aansluiting is te
laag.
Gebruikt u een verbindingska-
bel met weerstand?
Gebruik een verbindingskabel
zonder weerstand.
Het geluid is vervormd
Is het [VOLUME]-wiel juist
ingesteld?
Stel het volume juist in. p. 7
De opname stopt wanneer u
een liedje opneemt
Probeert u een opname te
maken die langer duurt dan tien
minuten?
U kunt maximaal gedurende tien
minuten (per liedje) opnemen.
Te laag volume of vervormd
geluid in een opgenomen
liedje
Is het juiste volume ingesteld
voor de opname?
Pas het volume op het externe
audioapparaat aan.
De toonhoogte wordt niet
gedetecteerd / Er treedt een
onverwachte bewerking op
Is de [MIC VOLUME]-schakelaar
juist ingesteld?
Selecteer de juiste instelling. p. 6
Probeert u de toonhoogte
te controleren in een luide
omgeving met veel ruis?
Controleer de toonhoogte in een
ruimte waar geen ruis is.
Is de instelling voor de
referentietoonhoogte correct?
Stel deze in op een correcte
waarde. Tijdens het afspelen van
de vooraf ingestelde nummers,
wordt de referentietoonhoogte
vastgelegd op 440 Hz.
p. 12
Tijdens het afspelen
van nummers lichten de
toonhoogte-indicators voor
en regelmatig op.
De toonhoogte-indicators voor
en lichten snel op, zodat u de
toonhoogte tijdens het afspelen van nummers snel kunt controleren.
Als u de opname afspeelt door op de [REVIEW]-knop te drukken,
lichten deze indicators op de normale manier op.
Het apparaat wordt
onverwachts uitgeschakeld
Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld 30 minuten nadat de
knoppen voor het laatst zijn gebruikt (zelfs wanneer de metronoom
wordt gebruikt) of 30 minuten nadat het afspelen van een nummer
is gestopt.
16
Audiostroom
Als u een nummer afspeelt
Interne
microfoon
Interne luidspreker
[MIC VOLUME]-
schakelaar
[VOLUME]-wiel
Toonhoogtedetectie
OUTPUT/
PHONES-aansluiting
Nummer
Vocale gedeelte van
het nummer (alleen
bij bepaalde vooraf
ingestelde nummers)
Begeleidingsgedeelte
van het nummer
Opgenomen
Toonhoogtedetectie
* Het geluid van de interne microfoon wordt niet uitgestuurd via de interne luidspreker.
Als u het opgenomen geluid afspeelt (controleert)
Interne luidspreker
[VOLUME]-wiel
OUTPUT/
PHONES-aansluiting
Vocale gedeelte van
het nummer (alleen
bij bepaalde vooraf
ingestelde nummers)
Begeleidingsgedeelte
van het nummer
Opgenomen geluid
Nummer
Toonhoogtedetectie
Toonhoogtedetectie
Als u een liedje opneemt
Interne luidspreker
[VOLUME]-wiel
OUTPUT/
PHONES-aansluiting
Gebruikersnummer
Afspelen van het externe
audioapparaat
REC IN-aansluiting
Opgenomen
17
MetronoomOefenenToonhoogte controleren
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
Belangrijkste specicaties
Roland VT-12: Vocal Trainer
Tuner
Stembereik C2 (65,4 Hz) – A5 (880,0 Hz)
Stemnauwkeurigheid +/- 1 cent
Referentietoon
Referentietoonhoogte: A4 = 415–465 Hz (stappen van 1 Hz)
Bereik van referentietoon: A3–G#5 (24 noten op de chromatische
toonladder)
Metronoom
Tempo 30–250, Nauwkeurigheid: +/- 0,1 %
Gebruikersnummer
Nummerlengte Maximum 10 minuten (per nummer)
Aantal nummers Aantal nummers: Maximum 10 nummers
Invoer / Uitvoer
Nominaal ingangsniveau REC IN-aansluiting: 0 dBu
Ingangsimpedantie REC IN-aansluiting: 9,5 k ohm
Uitgangsniveau
OUTPUT/PHONES-aansluiting: 15 mW + 15 mW (bij een belasting van 16 ohm)
Aanbevolen
belastingsimpedantie
16 ohm of hoger
Overige
Luidspreker Mono
Aansluitingen
OUTPUT/PHONES-aansluiting (stereo mini-jack)
REC IN-aansluiting (stereo mini-jack)
DC IN-aansluiting
Display
7 segmenten, 3 tekens (LED)
Toonhoogte-indicator
Voeding
Alkalinebatterij (AA, LR6) of oplaadbare NiMH-batterij (AA, HR6) x 2,
netstroomadapter (PSB-6U, apart verkrijgbaar)
Stroomverbruik 380 mA
Verwachte levensduur van
de batterijen bij voortdurend
gebruik
Alkaline (AA, LR6): ca. 6 uur
* Deze waarden variëren afhankelijk van de batterijspecicaties en de
werkelijke gebruiksomstandigheden.
Afmetingen 70 (B) x 134 (D) x 28 (H) mm
Gewicht 150 g (inclusief batterijen)
Accessoires
Alkalinebatterij (AA, LR6) x 2
DoReMi-blad
Gebruikershandleiding
Oefengids
Nummerlijst
Opties (apart verkrijgbaar)
Beschermhoes (OP-RP1)
Netstroomadapter (PSB-6U)
* Als u een netstroomadapter koopt, moet u controleren of de adapter
(in de onderstaande lijst) ontworpen is voor de regio waarin deze zal
worden gebruikt en de spanning van die regio. (PSB6U-120/PSB6U-
230EU/PSB6U-230UK/PSB6U-240A) (sets met PSB-6U en netsnoer).
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* Met het oog op productverbetering, kunnen de specicaties en/of het uitzicht van dit toestel
worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving.
18
19
HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Demonteer het apparaat niet zelf en breng er geen
wijzigingen in aan
Open het apparaat of de
netstroomadapter niet (en voer er geen
wijzigingen aan uit).
Repareer het apparaat niet zelf en vervang geen
onderdelen ervan
Probeer het apparaat niet te herstellen of
onderdelen ervan te vervangen (behalve
als deze handleiding specieke instructies
geeft om dat te doen). Laat het onderhoud
over aan uw handelaar, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende
Roland-verdeler, zoals vermeld op de
pagina “Informatie”.
Gebruik het apparaat niet en sla het niet op op
plaatsendie
aan extreme temperaturen worden
blootgesteld (bv. rechtstreeks zonlicht
in een gesloten voertuig, in de buurt
van een verwarmingsleiding, op
materiaal dat warmte produceert);
t nat zijn (bv. bad, wasruimte, op natte
vloeren);
t worden blootgesteld aan damp of rook;
t worden blootgesteld aan zout;
t vochtig zijn;
t aan regen worden blootgesteld;
t stog of zanderig zijn;
t worden blootgesteld aan hoge
trillingsniveaus en schokken.
WAARSCHUWING
Plaats het apparaat niet op een instabiele ondergrond
Zorg ervoor dat het apparaat altijd
horizontaal en stabiel is geplaatst.
Plaats het nooit op een standaard
die kan wankelen of op aopende
oppervlakken.
Gebruik alleen de opgegeven netstroomadapter en de
juiste spanning
Gebruik alleen de opgegeven
netstroomadapter (PSB-6U) en
zorg ervoor dat de netspanning
van de installatie overeenkomt
met de invoerspanning die op de
netstroomadapter is vermeld. Andere
netstroomadapters kunnen een
andere polariteit hebben of bedoeld
zijn voor een andere spanning, zodat
deze schade, defecten of elektrische
schokken kunnen veroorzaken.
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer
Gebruik alleen het meegeleverde
netsnoer. Gebruik het meegeleverde
netsnoer niet met andere apparaten.
Verdraai of buig het netsnoer niet overmatig en plaats
er geen zware voorwerpen op
Verdraai of buig het netsnoer niet
te sterk en plaats er geen zware
voorwerpen op. Hierdoor kan het
snoer zowel inwendig als uitwendig
beschadigd raken en kan er kortsluiting
ontstaan. Beschadigde snoeren kunnen
brand of schokken veroorzaken!
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
20
WAARSCHUWING
Vermijd overmatig gebruik aan een te hoog
volumeniveau
Dit apparaat kan, apart of in combinatie
met een versterker en hoofdtelefoon of
luidsprekers, geluidsniveaus produceren
die permanente gehoorschade kunnen
veroorzaken. Gebruik het apparaat niet
langdurig aan een hoog volumeniveau
of aan een niveau dat oncomfortabel
is. Als u gehoorverlies of oorsuizingen
ervaart, moet u onmiddellijk stoppen
met het gebruik van het apparaat en
een audioloog raadplegen.
Laat geen vreemde voorwerpen of vloeistoen in het
apparaat komen
Zorg ervoor dat er nooit vreemde
voorwerpen (bv. brandbare
voorwerpen, munten, draden) of
vloeistoen (bv. water of sap) in het
apparaat terechtkomen. Hierdoor
kunnen kortsluiting, slechte werking of
andere defecten ontstaan.
Schakel het apparaat uit als het afwijkend reageert of
er een defect optreedt
Schakel het toestel onmiddellijk uit,
trek de netstroomadapter uit het
stopcontact en vraag onderhoud aan bij
uw handelaar, dichtstbijzijnde Roland
Service Center of een erkende Roland-
verdeler, zoals vermeld op de pagina
“Informatie” als:
t de netstroomadapter, het netsnoer of
de stekker beschadigd zijn;
t er rook of ongewone geuren uit het
apparaat komen;
t voorwerpen of vloeistof in het
apparaat zijn terechtgekomen;
t het apparaat aan regen is blootgesteld
(of op een andere manier nat is
geworden);
t het apparaat niet normaal lijkt
te werken of opmerkelijk anders
functioneert.
Volwassenen dienen toezicht te houden op plaatsen
waar kinderen aanwezig zijn
Als het apparaat wordt gebruikt op
plaatsen waar kinderen aanwezig zijn,
dient u erop te letten dat het apparaat
niet ruw wordt behandeld. Er moet altijd
een volwassene in de buurt zijn om
toezicht te houden en advies te geven.
WAARSCHUWING
Laat het apparaat niet vallen en bescherm het tegen
zware schokken
Bescherm het apparaat tegen zware
schokken.
(Laat het niet vallen!)
Laat het apparaat geen stopcontact delen met een
buitensporig aantal andere apparaten
Laat het netsnoer van het apparaat
geen stopcontact delen met
een buitensporig aantal andere
apparaten. Wees vooral voorzichtig
met verlengkabels. Het totale
stroomverbruik van alle apparaten die
u op de verlengkabel hebt aangesloten,
mag nooit het maximumvermogen
(watt/ampère) voor de verlengkabel
overschrijden. Buitensporige belasting
kan de isolatie van de kabel opwarmen
en uiteindelijk doen smelten.
Gebruik het apparaat niet in het buitenland
Raadpleeg uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland-verdeler, zoals
vermeld op de pagina “Informatie”,
vooraleer u het apparaat in het
buitenland gebruikt.
Ga voorzichtig om met batterijen
t U mag de batterijen nooit opnieuw
opladen, opwarmen, uit elkaar halen
of in vuur of water gooien.
t Stel batterijen, oplaadbare batterijen
of een oplaadapparaat nooit bloot
aan overmatige warmte zoals zonlicht,
vuur enzovoort.
t Onjuist gebruik van batterijen,
oplaadbare batterijen of het
oplaadapparaat kan lekkage,
oververhitting, brand of explosie
veroorzaken. Voordat u de batterijen,
oplaadbare batterijen of het
oplaadapparaat in gebruik neemt,
dient u alle bijgeleverde voorschriften
en instructies te lezen en op te volgen.
t Gebruik alleen oplaadbare batterijen
en oplaadapparaten die worden
aanbevolen door de fabrikant van de
batterijen.
21
OPGELET
Plaats het apparaat op een goed geventileerde locatie
Plaats het apparaat en de
netstroomadapter zo dat de ventilatie
van het apparaat en de adapter niet
worden verstoord.
Houd de stekker vast als u de netstroomadapter
aansluit of loskoppelt
Neem altijd alleen de stekker van
de netstroomadapter vast bij het
aansluiten op en het loskoppelen van
een stopcontact of dit apparaat.
Maak regelmatig de stekker van de netstroomadapter
schoon
U moet regelmatig de netstroomadapter
loskoppelen en schoonmaken met een
droge doek om al het stof en andere
ophopingen te verwijderen van de
polen. Trek ook de stekker uit het
stopcontact als het apparaat langere tijd
niet zal worden gebruikt. Stofophoping
tussen de stekker en het stopcontact
kan leiden tot slechte isolatie en brand
veroorzaken.
Ga op een veilige manier om met de kabels
Zorg ervoor dat de snoeren en kabels
niet in de war raken. Plaats alle snoeren
en kabels ook buiten het bereik van
kinderen.
Voorkom dat u boven op het apparaat gaat staan of er
zware voorwerpen op plaatst
Ga nooit op het apparaat staan en
plaats er geen zware voorwerpen op.
Neem de netstroomadapter nooit vast met natte
handen bij het aansluiten of loskoppelen
Neem de netstroomadapter of de
stekkers ervan nooit vast met natte
handen bij het aansluiten op of
loskoppelen van een stopcontact of dit
apparaat.
Koppel alles los voordat u het apparaat verplaatst
Koppel de netstroomadapter en alle
snoeren los van externe apparaten
voordat u het apparaat verplaatst.
Trek de netstroomadapter uit het stopcontact voordat u
het apparaat schoonmaakt
Schakel het apparaat uit en trek de
netstroomadapter uit het stopcontact
voordat u het apparaat schoonmaakt (p. 7).
OPGELET
Trek de netstroomadapter uit het stopcontact als u
bliksem verwacht in uw omgeving
Koppel de netstroomadapter los van
het stopcontact als u bliksem verwacht
in uw omgeving.
Ga voorzichtig om met batterijen
Bij verkeerd gebruik kunnen
batterijen ontploen of lekken en
schade of letsel veroorzaken. Uit
veiligheidsoverwegingen dient u de
volgende voorzorgsmaatregelen te
lezen en na te leven (p. 8).
t Volg de installatie-instructies voor
batterijen nauwkeurig en zorg ervoor
dat u de juiste polariteit gebruikt.
t Combineer geen nieuwe batterijen
met oude. Combineer bovendien ook
geen verschillende soorten batterijen.
t Verwijder de batterijen als het
apparaat langere tijd niet zal worden
gebruikt.
t Bewaar batterijen nooit samen met
metalen voorwerpen zoals balpennen,
halskettingen, haarspelden enzovoort.
t Gebruikte batterijen moeten worden
verwijderd in overeenstemming met
geldende reglementen voor veilige
opruiming die van kracht zijn in uw
regio.
Ga voorzichtig om met lekkende batterijen
t Als er vloeistof uit een batterij is
gelekt, moet u ervoor zorgen dat u
deze niet met blote handen aanraakt.
t Als de lekkende vloeistof in de ogen
komt, kan dit leiden tot verlies van
het gezichtsvermogen. Wrijf niet in
de ogen. Spoel ze overvloedig met
schoon water. Raadpleeg vervolgens
onmiddellijk een arts.
t Als de vloeistof op uw huid of kleding
terechtkomt, kan daardoor de
huid verbranden of kan dermatitis
ontstaan. Gebruik schoon water om
de aangetaste plekken grondig af te
spoelen en raadpleeg snel een arts.
t Gebruik een zachte doek om de
restanten van de vloeistof voorzichtig
uit de batterijhouder te verwijderen.
Plaats vervolgens nieuwe batterijen.
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
22
Voeding
t Sluit dit apparaat niet aan op een stopcontact
dat tegelijkertijd door een elektrisch apparaat
wordt gebruikt dat door een signaalomzetter
of een motor (zoals een koelkast, wasmachine,
microgolfoven of airconditioner) wordt bestuurd.
Afhankelijk van de manier waarop elektrische
apparaten worden gebruikt, kan ruis van de
stroomvoorziening defecten aan dit apparaat of
hoorbare ruis veroorzaken. Als het niet praktisch is
om een apart stopcontact te gebruiken, plaats dan
een ruislter voor de stroomvoorziening tussen dit
toestel en het stopcontact.
t De netstroomadapter kan warm worden na enkele
uren ononderbroken gebruik. Dit is normaal en
geen reden tot bezorgdheid.
t Schakel altijd alle apparaten uit voordat u
aansluitingen maakt om defecten of storingen aan
de apparatuur te voorkomen.
t Dit apparaat wordt automatisch uitgeschakeld
30minuten nadat de knoppen voor het laatst zijn
gebruikt (zelfs wanneer de metronoom wordt
gebruikt) of 30 minuten nadat het afspelen van
een nummer is gestopt.
Voeding: Gebruik van batterijen
t Schakel het apparaat uit en koppel andere
apparaten die met het apparaat verbonden zijn,
los als u batterijen plaatst of vervangt. Op die
manier voorkomt u defecten en/of schade.
t De levensduur van de geleverde batterijen kan
beperkt zijn aangezien deze hoofdzakelijk voor
testdoeleinden zijn gebruikt.
t Als u batterijen gebruikt voor dit apparaat, raden
wij u aan alkalinebatterijen of oplaadbare
NiMH-batterijen te nemen.
t Koppel in dit geval ook de netstroomadapter van
het apparaat los.
t Zelfs als er batterijen zijn geplaatst, zal het apparaat
uitschakelen als u het netsnoer aansluit op of
loskoppelt van het stopcontact wanneer het apparaat
is ingeschakeld, of als u de netstroomadapter aansluit
op of loskoppelt van het apparaat.
Onderhoud
t Gebruik een zachte, droge doek of een doek die licht
bevochtigd is met water om het apparaat dagelijks
af te vegen. Gebruik een doek die met een zachte,
niet-schurende zeepoplossing is bevochtigd om
hardnekkig vuil te verwijderen. Veeg vervolgens het
apparaat grondig schoon met een zachte, droge doek.
t Gebruik geen benzine, verdunningsmiddelen,
alcohol of oplosmiddelen om verkleuring en
vervorming te voorkomen.
Plaatsing
t Als u het apparaat gebruikt in de buurt van
eindversterkers (of andere apparatuur met grote
eindversterkers) kan er ruis ontstaan. Om het
probleem te verhelpen kunt u het apparaat
opnieuw richten of verder van de storingsbron
plaatsen.
t Dit apparaat kan radio- en televisieontvangst
verstoren. Gebruik dit apparaat niet in de buurt
van dergelijke ontvangers.
t Ruis kan ontstaan als draadloze
communicatieapparaten, zoals gsms, in de buurt
van dit apparaat worden gebruikt. Dergelijke ruis
kan ontstaan als een oproep wordt ontvangen
of gemaakt of tijdens gesprekken. Verplaats
dergelijke apparaten zodat ze zich op een grotere
afstand van dit apparaat bevinden of schakel ze
uit als u dergelijke problemen ervaart.
t Stel het apparaat niet bloot aan rechtstreeks
zonlicht, plaats het niet in de buurt van
warmtebronnen, laat het niet achter in een
gesloten voertuig en stel het niet bloot aan
extreme temperaturen. Overmatige warmte kan
het apparaat vervormen of verkleuren.
t Bij verplaatsing van een locatie naar een andere
waar de temperatuur en/of vochtigheid sterk
verschilt, kunnen er waterdruppels (condensatie)
gevormd worden in het apparaat. Er kunnen
schade of defecten ontstaan als u het apparaat in
deze toestand gebruikt. Laat het apparaat daarom
enkele uren liggen voordat u het apparaat gebruikt
zodat de condensatie volledig is verdampt.
t Afhankelijk van het materiaal en de temperatuur
van het oppervlak waarop u het apparaat plaatst,
kunnen de rubberen voetstukken mogelijk het
oppervlak verkleuren of ontsieren.
U kunt een stuk vilt of stof onder de rubberen
voetstukken plaatsen om dit te voorkomen. Zorg
er in dit geval voor dat het apparaat niet verschuift
of per ongeluk in beweging komt.
t Plaats geen voorwerpen die water bevatten op het
apparaat. Vermijd ook het gebruik van insecticiden,
parfum, alcohol, nagellak, spuitbussen, enz. in de
nabijheid van het apparaat. Verwijder onmiddellijk
alle vloeistof die op het apparaat gemorst wordt
met een droge, zachte doek.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Reparaties en gegevens
t Het is mogelijk dat alle gegevens in het
apparaatgeheugen worden verwijderd als het
apparaat voor herstelling wordt verzonden.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
dergelijk gegevensverlies.
Extra voorzorgsmaatregelen
t Houd er rekening mee dat de inhoud van het
geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als
gevolg van een defect of onjuist gebruik van het
apparaat.
t Draag voldoende zorg bij het gebruik van
de knoppen, schuifknoppen of andere
bedieningselementen van het apparaat en bij
het gebruik van aansluitingen en ingangen.
Ruw omgaan met de apparatuur kan defecten
veroorzaken.
t Neem het aansluitstuk vast als u kabels loskoppelt.
Trek nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt
u kortsluitingen of schade aan de inwendige
elementen van de kabel.
t Houd het volume van het apparaat binnen
de perken om te vermijden dat u andere
personen stoort. Misschien gebruikt u liever een
hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te
maken over uw omgeving.
t Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik
geen kabels met weerstanden om aansluitingen
op dit apparaat uit te voeren. Het gebruik van
dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem
verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Neem
contact op met de fabrikant van de kabel voor
informatie over kabelspecicaties.
23
Reparaties en gegevens
t Het is mogelijk dat alle gegevens in het
apparaatgeheugen worden verwijderd als het
apparaat voor herstelling wordt verzonden.
Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
dergelijk gegevensverlies.
Extra voorzorgsmaatregelen
t Houd er rekening mee dat de inhoud van het
geheugen onherstelbaar verloren kan gaan als
gevolg van een defect of onjuist gebruik van het
apparaat.
t Draag voldoende zorg bij het gebruik van
de knoppen, schuifknoppen of andere
bedieningselementen van het apparaat en bij
het gebruik van aansluitingen en ingangen.
Ruw omgaan met de apparatuur kan defecten
veroorzaken.
t Neem het aansluitstuk vast als u kabels loskoppelt.
Trek nooit aan de kabel. Op die manier vermijdt
u kortsluitingen of schade aan de inwendige
elementen van de kabel.
t Houd het volume van het apparaat binnen
de perken om te vermijden dat u andere
personen stoort. Misschien gebruikt u liever een
hoofdtelefoon en hoeft u zich geen zorgen te
maken over uw omgeving.
t Sommige kabels bevatten weerstanden. Gebruik
geen kabels met weerstanden om aansluitingen
op dit apparaat uit te voeren. Het gebruik van
dergelijke kabels kan het geluidsniveau extreem
verlagen of zelfs onhoorbaar maken. Neem
contact op met de fabrikant van de kabel voor
informatie over kabelspecicaties.
Auteursrechten / Licenties / Handelsmerken
t Het opnemen met geluids- of beeldmateriaal,
het kopiëren of reviseren van materiaal (muziek,
beelden, uitzendingen, liveoptredens enzovoort)
dat geheel of gedeeltelijk eigendom is van een
derde, en het distribueren, verkopen, leasen,
uitvoeren of uitzenden ervan is wettelijk niet
toegestaan zonder de toestemming van de
auteursrechteigenaar.
t Gebruik dit apparaat niet voor doeleinden
die kunnen leiden tot een inbreuk op de
auteursrechten van een derde. Wij zijn
niet verantwoordelijk voor inbreuken op
auteursrechten van derden die ontstaan uit uw
gebruik van dit apparaat.
t Ze hebben niet het recht deze inhoud in de
oorspronkelijke of een gewijzigde vorm te
extraheren met als doel het distribueren van
opgenomen media van deze inhoud of het
beschikbaar maken ervan op een computernetwerk.
t MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst
naar een patentportfolio in verband met de
architectuur van microprocessoren, die werd
ontwikkeld door Technology Properties Limited
(TPL). Roland heeft deze technologie in licentie
genomen van de TPL Group.
t Dit product bevat het met eCROS geïntegreerde
softwareplatform van eSOL Co.,Ltd. eCROS is een
handelsmerk van eSOL Co.,Ltd. in Japan.
t Bedrijfs- en productnamen in dit document zijn
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van hun respectieve eigenaars.
De fabrieksinstellingen herstellen
U kunt als volgt de fabrieksinstellingen van de VT-12 herstellen.
* Hiermee worden alle geluidsopnamen en gebruikersnummers gewist.
* Als de batterijen onvoldoende capaciteit hebben (“
verschijnt op het scherm), kunt u de
fabrieksinstellingen niet herstellen. In dergelijke gevallen moet u de batterijen vervangen
door nieuwe batterijen of een netstroomadapter gebruiken. Vervolgens kunt u doorgaan met
het herstellen van de fabrieksinstellingen.
1. Houd gelijktijdig de [ ]-knop, de [ ]-knop en de [ ]-knop ingedrukt en schakel
het apparaat in.
Op het display wordt “Factory reset” weergegeven.
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt u ofwel op de [
]-, de [WARM-UP]- of de [EXERCISE]-knop.
2. Druk op de [ ]-knop.
De fabrieksinstellingen van de VT-12 worden hersteld.
* Schakel het apparaat niet uit als de toonhoogte-indicator en afwisselend oplichten.
ENG
DEU
FRA
ITA
ESL
POR
NLD
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Roland VT-12 de handleiding

Type
de handleiding