Casio CTK-571 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

CTK571/573-FDI-1
P
MODE D’EMPLOI
GEBRUIKSAANWIJZING
GUIDA DELL’UTILIZZATORE
01.8.1, 2:50 PMPage 1
702A-F-002A
D-1
Welkom...
Bij de club van tevreden eigenaars van CASIO electronische muziekinstrumenten! Om het meest profijt
te kunnen trekken van de vele eigenschappen en functies van het keyboard dient u deze handleiding
zorgvuldig door te lezen en bij de hand te houden ter naslag.
Belangrijk!
Vervang de batterijen of gebruik de AC adapter wanneer één de volgende symptomen optreedt.
Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet ingeschakeld worden.
Donkere, moeilijk afleesbare display
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een hoog volume
Donker worden van de display bij weergave met een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen
De klank is totaal verschillend
Abnormale weergave van ritmepatronen en demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI
toestel
702A-F-045A
CASIO ELECTRONICS CO., LTD.
Unit 6, 1000
North Circular Road
London NW2 7JD, U.K.
Dit teken is alleen geldig in de EG-landen.
Bewaar a.u.b. alle informatie ter naslag.
Het gebruik van de naam van een ander fabrikaat of product dient niet te worden geïnterpreteerd als
van invloed zijnde op de kwaliteit van een handelsmerk of een onderhoudsmerk. Alle andere product-
en bedrijfsnamen die in deze gebruiksaanwijzing voorkomen kunnen de handelsmerken zijn van hun
respectievelijke eigenaren.
D-2
137 tonen
Alles van orkestinstrumenten tot synthetische geluiden, drums en nog meer.
100 ritmes
Een keuze van ritmes inclusief rock, pops, jazz en zo’n beetje elke andere denkbare muziekstijl.
Automatische begeleiding
Speel gewoonweg een akkoord en en de corresponderende ritme-, bas- en de akkoordonderdelen spelen automatisch mee. Eén-toets voorkeuzes
roept de meest geschikte toon en tempo-instellingen op die passen bij het ritme dat u gebruikt.
100 ingebouwde melodieën, inclusief pianomelodieën
Ingebouwde melodieën vallen onder drie groepen: Song Bank (melodiebank - 50 automatische begeleidingsmelodieën), Etude (20 pianomelo-
dieën) en Concert Piece (concertstukken - 30 pianomelodieën). In elke groep kunt u de weergavemelodieën gebruiken voor uw eigen luisterple-
zier of het melodiedeel of een ander deel ‘wegknippen’ (achterwege laten) van een melodie en zelf meespelen.
3-staps lessen
De 3-staps lessen voorzien u in schermhulp met een gids van de vingerzettingen om mee te spelen met de melodieën van de Song Bank (melo-
diebank), Etude of Concert Piece (concertstukken). Oefen eerst de timing van de noten. Speel daarna mee in uw eigen tempo. Na verloop van tijd
zult u dan klaar zijn voor stap drie waarbij u met de normale snelheid meespeelt.
Muziek informatiesysteem
Een groot LCD scherm toont u de vingerzettingen en, klaviertoetsen die moeten worden aangeslagen en noten waardoor spelen op een keyboard
nog informatiever en leuker wordt dan ooit te voren. Een ingebouwd achtergrondlicht houd de display goed leesbaar zelfs in het totale duister.
Geheugenfunctie
Neem maximaal twee stukken op in het geheugen voor latere weergave. Door de automatische begeleidingsfunctie te gebruiken kunt u ook
realistisch ensemblespel creëren.
De schermhulp toetsenbordgids toont vingerzettingen voor de melodie terwijl de opgenomen melodieën worden weergegeven.
Algemene MIDI geschiktheid
Algemene MIDI tonen laten u een aansluiting maken met een PC zodat u kunt genieten van de “desktop muziek” mogelijheden. Dit keyboard
kan ook gebruikt worden als een desktop toestel voor het invoeren van muziek of als een geluidsbron en het is in het bijzonder geschikt voor de
weergave van in de vakhandel verkrijgbare voorbespeelde MIDI muziek software.
Display aanduidingen voor ontvangen MIDI boodschappen
Tijdens het spelen van algemene MIDI data kunt u informatie (data voor toetsenbord en pedalen) laten verschijnen op de display. U kunt ook een
bepaald kanaal uitschakelen en dat deel meespelen op het toetsenbord. U kunt zelfs de weergave van een kanaal uitschakelen en dat meespelen
via het toetsenbord.
702A-F-046A
Voornaamste kenmerken
D-3
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
702A-F-047A
Symbolen
Verschillende symbolen worden in deze gebruiksaan-
wijzing en op het product zelf gebruikt om er voor te
zorgen dat dit product op een juiste en veilige wijze
wordt gebruikt en om letsel bij de gebruiker en andere
personen en materiële schade te voorkomen. Deze sym-
bolen worden hier samen met hun betekenis aangege-
ven.
WAARSCHUWING
Deze aanduiding geeft zaken aan die het risico op
ernstig letsel en zelfs de dood met zich mee kunnen
brengen als het product onjuist bediend en deze aan-
duiding in de wind geslagen wordt.
VOORZICHTIG
Deze aanduiding geeft zaken aan die het risico op
letsel met zich mee kunnen brengen alsmede zaken
die waarschijnlijk materiële schade kunnen veroorza-
ken als het produkt onjuist bediend en deze aandui-
ding in de wind geslagen wordt.
Voorbeelden van symbolen
Deze driehoek ( ) wijst erop dat de ge-
bruiker voorzichtigheid dient te betrachten.
(Het voorbeeld links duidt op een waarschu-
wing t.a.v. electrische schokken.)
Deze cirkel met een lijn erdoor (
) wijst
erop dat de aangegeven handeling niet uit-
gevoerd dient te worden. Deze handelingen
zijn in het bijzonder verboden binnen deze
aanduiding of in de buurt van het symbool.
(Het voorbeeld links geeft aan dat demonte-
ren verboden is.)
De zwarte stip (
) geeft aan dat de aange-
geven handeling uitgevoerd dient te wor-
den. Aanduidingen binnen dit symbool zijn
handelingen die uitgevoerd dienen te wor-
den. (Het voorbeeld links geeft aan dat de
netstekker uit het stopcontact getrokken
dient te worden.)
WAARSCHUWING
Wees a.u.b. voorzichtig bij het hanteren van de
netadapter.
Gebruik geen andere netspanning dan het
aangegeven voltage. Het gebruik van een
ander voltage kan brand of electrische schok
veroorzaken.
Mocht het netsnoer beschadigd raken (ont-
blote draden, knik, enz.) schaf dan a.u.b.
een nieuwe netadapter aan. Het gebruik
van een beschadigd netsnoer kan brand of
electrische schok veroorzaken.
Snijd niet in en beschadig het netsnoer niet.
Plaats er tevens geen zware voorwerpen op
en stel het niet bloot aan hoge temperatu-
ren. Een beschadigd netsnoer kan brand of
electrische schok veroorzaken.
Vervorm het netsnoer niet door het te knik-
ken, te draaien of er aan te trekken. Dit kan
brand of electrische schok veroorzaken.
Gebruik a.u.b. enkel de adapter aangege-
ven voor dit instrument. Gebruik van een
andere adapter kan vuur, electrische schok
of defecten veroorzaken.
Plaats het instrument of de standaard niet op een onef-
fen of instabiele ondergrond
• Door het instrument of de standaard op
een oneffen of instabiele ondergrond te
plaatsen kan het vallen met de kans op per-
soonlijk letsel.
Plaats geen bekers met water of een andere vloeistof op
het instrument.
Plaats de volgende voorwerpen niet op het
instrument. Word dit toch gedaan dan kan
dit brand of electrische schok veroorzaken
wanneer de inhoud gemorst wordt en het
instrument binnendringt.
Bekers met water of andere vloeistoffen
(inclusief vazen, gepotte planten, kopjes,
cosmetica artikelen en medicijnen).
Kleine metalen voorwerpen (inclusief
haarpinnen, naalden en munten)
Ontvlambare voorwerpen
Mocht een vreemd voorwerp toch het in-
strument binnendringen, neem dan de vol-
gende maatregelen:
1. Schakel de spanning uit.
2. Trek de netstekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de batterijen mochten deze in-
gelegd zijn.
Raak de batterijen bij het verwijderen niet
met uw handen aan. Ze kunnen warm
zijn of vloeistof lekken.
4. Raadpleeg de winkel waar u het keyboard
kocht of een erkende CASIO onderhouds-
plaats.
Niet demonteren of er aan knutselen.
Probeer het instrument, het toebehoren en
de apart verkrijgbare producten niet te de-
monteren of er aan te knutselen. Dit kan nl.
brand, electrische schok of defecten veroor-
zaken. Controle, bijstellingen en reparaties
dient u te laten uitvoeren door uw dealer.
D-4
702A-F-048A
Niet gebruiken mocht er zich iets abnormaals of een
defect voordoen.
Gebruik het instrument niet als er zich ab-
normale toestanden voordoen zoals de aan-
wezigheid van rook of een vreemde geur.
Gebruik dit instrument niet als er zich een
defect schijnt voor te doen zoals wanneer
de spanning niet lijkt te werken of er geen
geluid wordt weergegeven. Het gebruik on-
der dergelijke omstandigheden kan brand
of electrische schokken veroorzaken. Neem
in dergelijke gevallen onmiddellijk de vol-
gende stappen. Probeer nooit zelf het in-
strument te repareren daar dit bijzonder
gevaarlijk kan zijn.
1. Schakel de spanning uit.
2. Trek de netstekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de batterijen mochten deze in-
gelegd zijn.
Raak de batterijen bij het verwijderen niet
met uw handen aan. Ze kunnen warm
zijn of vloeistof lekken.
4. Raadpleeg de winkel waar u het keyboard
kocht of een erkende CASIO onderhouds-
plaats.
Wanneer het instrument gevallen is:
Neem de volgende maatregelen wanneer
het instrument gevallen of beschadigd is.
Bij gebruik hierna kan brand ontstaan of
electrische schokken optreden.
1. Schakel de spanning uit.
2. Trek de netstekker uit het stopcontact.
3. Verwijder de batterijen mochten deze in-
gelegd zijn.
Raak de batterijen bij het verwijderen niet
met uw handen aan. Ze kunnen warm
zijn of vloeistof lekken.
4. Raadpleeg de winkel waar u het keyboard
kocht of een erkende CASIO onderhouds-
plaats.
Wees voorzichtig met tassen in de buurt van kinderen.
Laat kinderen de tassen, waarin het instru-
ment, het toebehoren, en de apart verkrijg-
bare producten geleverd worden, niet over
hun hoofd halen. Let hier in het bijzonder
bij kleine kinderen op. Dit kan verstikking
veroorzaken.
VOORZICHTIG
Netadapter
Leg het netsnoer niet vlak in de buurt van
kachels en andere warmte producerende
apparatuur. Hierdoor kan het snoer smel-
ten, wat mogelijk tot brand en electrische
schokken kan leiden.
Wanneer u het netsnoer loskoppelt van het
stopcontact, neem dan altijd de stekker beet,
dus niet het snoer. Bij te hard trekken aan
het snoer kan dit beschadigd raken of bre-
ken, waardoor mogelijk brand of electri-
sche schokken worden veroorzaakt.
Raak de netadapter niet met natte handen
aan wanneer deze op het stopcontact aan-
gesloten is. Dit kan nl. electrische schokken
veroorzaken.
Vergeet niet de netadapter uit het stopcon-
tact te trekken tijdens onweer of wanneer u
van plan bent het keyboard voor langere
tijd ongebruikt te laten staan zoals wan-
neer u op vakantie gaat.
Schakel het toestel na gebruik uit en haal
de stekker uit het stopcontact.
Minstens eens per jaar dient u de stekker
van de netadapter uit het stopcontact te
halen en de stekers grondig schoon te ma-
ken. Stof dat zich op en in de buurt van de
stekers bevindt kan namelijk het gevaar op
brand met zich meebrengen.
Batterijen
Bij onjuist gebruik kunnen de batterijen bar-
sten en lekken. Dit kan letsel, defecten van
het instrument of verkleuring van meubels
en andere zaken veroorzaken door het ont-
snappen van batterijvloeistof. Neem het vol-
gende in acht:
Leg de batterijen juist in zodat de polari-
teit (+, –) overeenkomt met de aandui-
dingen op het instrument.
Vergeet ten behoeve van de veiligheid en
om te vermijden dat batterijvloeistof weg-
lekt niet de batterijen te verwijderen wan-
neer u het instrument voor langere tijd
niet gebruikt, bijvoorbeeld wanneer u op
reis gaat.
Gebruik altijd hetzelfde type batterijen.
Combineer de nieuwe batterijen nooit met
oude.
Gooi batterijen niet weg door ze te ver-
branden en sluit ze niet kort, demonteer
ze niet en stel ze niet bloot aan overma-
tige hitte.
Vervang de batterijen onmiddellijk.
Probeer nooit de batterijen op te laden.
Vervoer
• Zorg er om het instrument te vervoeren
altijd voor de netadapter los te koppelen
van het stopcontact en controleer dat alle
uitwendige aansluitingen zijn losgemaakt.
Pas dan mag het toestel vervoerd worden.
Als er geen rekening met het bovenstaande
gehouden wordt, kan het netsnoer moge-
lijk beschadigd raken en brand en
electrische schokken veroorzaken.
Onderhoud
• Bij het uitvoeren van onderhoud van het
toestel dient u er altijd eerst op te letten de
netadapter los te koppelen van het stop-
contact; dit voor de veiligheid. Verwijder
tevens de batterijen mocht het instrument
deze bevatten.
Plaatsing van het toestel
Plaats het instrument niet op plaatsen met
een hoge vochtigheidsgraad of een opeen-
hoping van stof. Dit kan brand en electrische
schokken veroorzaken.
D-5
Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht.
Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats
dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme plaats.
Gebruik het toestel niet in de buurt van een
TV of radio.
Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit
gebeuren, zet het toestel dan verder weg van de TV of de radio.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit
lak, verdunner of dergelijke chemicaliën.
Maak het toetsenbord schoon met een zachte doek bevochtigd in water
met een milde oplossing van een neutraal schoonmaakmiddel. Dom-
pel de doek in de oplossing en wring hem uit totdat hij bijna droog
is.
Vermijd het gebruik op plaatsen met een bij-
zonder hoge of lage temperatuur.
Extreem hoge of lage temperaturen kunnen de cijfers op het LCD
scherm mogelijk donker of moeilijk te zien maken. Deze situatie zou
zichzelf moeten corrigeren wanneer de temperatuur van het keyboard
weer normaal is geworden.
OPMERKING
Misschien heeft u lijnen in de afwerking van dit keyboard opgemerkt. Deze
lijnen zijn het resultaat van het vormgieten om het plastic van de kast in de
juiste vorm te maken. Het zijn geen breuken of krassen in het plastic en
geen reden voor ongerustheid.
Onderhoud
van het toestel
702A-F-049A
Plaats het instrument niet op plekken die
blootstaan aan vettige luchtjes of stoom zo-
als in de keuken of in de buurt van een
luchtbevochtiger. Dit kan brand en
electrische schokken veroorzaken.
Plaats het keyboard niet op gelakte meubels.
De rubberen voetjes onder het instrument
kunnen op het oppervlak van gelakte meu-
bels een zwarte afdruk achterlaten of het
meubel anderzijds beschadigen. Gebruik
vilten onderzetters o.i.d. en bij voorkeur
een CASIO standaard of muziekinstrumen-
ten dat precies ontworpen is voor uw
keyboard.
Plaats geen zware voorwerpen op het instrument.
Plaats geen zware voorwerpen op het in-
strument. Hierdoor kan het instrument
overhellen, omvallen en breken terwijl te-
vens letsel kan ontstaan.
Volume
Erg hoge volumeniveau’s kunnen het ge-
hoor beschadigen. Vermijd langdurig ge-
bruik van het instrument bij erg hoge vo-
lume-instellingen. Raadpleeg onmiddelijk
een arts wanneer u verminderd gehoor of
piepende oren ondervindt.
Voorzorgsmaatregelen voor de vloeibare kristaldisplay
(LCD)
Vermijd dat de LCD van het toetsenbord
aan harde stoten wordt blootgesteld waar-
door het glas ervan kan breken met de kans
op persoonlijk letsel.
• Mocht het glas van de LCD ooit breken,
laat dan in geen geval de vloeistof in con-
tact met uw huid daar dit brandwonden en
irritatie kan veroorzaken.
Mocht de LCD vloeistof in uw mond ko-
men, spoel dan onmiddellijk uw mond
met water en raadpleeg een arts.
Mocht de LCD vloeistof in uw ogen ko-
men, spoel dan onmiddellijk uw ogen ge-
durende 15 minuten met water en raad-
pleeg een arts.
Ga niet op het instrument of de standaard staan.*
Sta niet bovenop het instrument of de stan-
daard. Wees in het bijzonder voorzichtig
met kleine kinderen. Hierdoor kan het in-
strument overhellen, omvallen en breken
terwijl tevens letsel kan ontstaan.
Los verkrijgbare standaard*
Volg de bijgeleverde montage-instructies en
zet de standaard zorgvuldig in elkaar. Draai
alle bouten, schroeven en klemmen stevig
aan en zorg dat het instrument correct op
de standaard gezet wordt. Onjuist of on-
voldoende aangedraaide schroeven, of het
instrument onjuist op de standaard plaat-
sen kan tot gevolg hebben dat de standaard
omvalt of het instrument van de standaard
valt, wat tot verwondingen kan leiden.
* De standaard is verkrijgbaar als optie.
D-6
702A-F-050A
Inhoudsopgave
Welkom.................................. D-1
Voornaamste kenmerken ..... D-2
Voorzorgsmaatregelen ten
behoeve van de veiligheid ... D-3
Onderhoud van het toestel ...
D-5
Inhoudsopgave ..................... D-6
Algemene gids ...................... D-8
Betreffende de display ....................... D-9
Een snelle naslag ............... D-10
Aansluitingen....................... D-11
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT) ......................... D-11
Aansluiten op een computer of
andere apparatuur .............................D-11
Toewijsbare aansluiting ..................... D-11
Accessoires en opties .......................D-11
Stroomvoorziening............. D-12
Werking op batterijen ....................... D-12
Gebruik van de netadapter............... D-12
Automatische stroomonderbreking ...
D-13
Instellingen en geheugeninhoud ...... D-13
Basisbediening ....................D-14
Spelen op het keyboard ................... D-14
Instellen van een toon ...................... D-14
Gebruik van de metronoom.............. D-15
Gebruik van automatisch
begeleiding ......................... D-16
Instellen van een ritme ..................... D-16
Spelen van een ritme ....................... D-16
Regelen van het tempo .................... D-16
Automatische begeleiding gebruiken ...
D-17
Gebruik van een intro patroon ......... D-19
Gebruik van een fill-in patroon ......... D-19
Gebruik van een ritmevariatie .......... D-19
Gebruik van een fill-in patroon met
een variatieritme ............................... D-19
Begeleiding en ritmespel tegelijk
starten .............................................. D-19
Afsluiten met een eindpatroon ......... D-20
Instellen van het begeleidingsvolume ...
D-20
Gebruik van één-toets voorkeuzes ...
D-20
Weergeven van een
ingebouwde melodie .......... D-21
Weergeven van een melodie uit de
melodiebank ..................................... D-21
Spelen van een Etude melodie ........ D-22
Spelen van een Concert Piece stuk ...
D-22
Muziekinformatiesysteem................. D-22
Instellen van het tempo .................... D-23
Pauzeren van de weergave ............. D-23
Achteruitspoelen .............................. D-23
Vooruitspoelen ................................. D-23
D-7
702A-F-051A
Veranderen van melodietoon ........... D-23
Om alle melodieën achter elkaar
weer te geven ................................... D-23
3-staps les ........................... D-24
Stap 1 - De timing machtig worden
.... D-25
Stap 2 - De melodie machtig worden. ...
D-25
Stap 3 - Spelen bij normale snelheid. ....
D-26
Geheugenfunctie ................ D-27
Sporen .............................................. D-27
Real-time opnemen naar Spoor 1 .... D-28
Weergave van het geheugen ........... D-29
Real-time opname op Spoor 2 ......... D-30
Uitwissen van de inhoud van een
specifiek spoor ................................. D-31
Instellingen van het
keyboard ..............................D-32
Gebruik van lagen ............................ D-32
Gebruik van splitsen......................... D-32
Gebruik van lagen en splitsen
tegelijkertijd ...................................... D-33
Gebruik van toetsrespons ................ D-34
Transpositie van het toetsenbord ..... D-34
Stemmen van het keyboard ............. D-35
MIDI .......................................D-36
Wat is MIDI? ..................................... D-36
Algemene MIDI ................................ D-36
Veranderen van MIDI instellingen .... D-37
Boodschappen ................................. D-39
Oplossen van moeilijkheden ...
D-41
Technische gegevens ........ D-42
Appendix ............................... A-1
Notentabel ...........................................A-1
Drumklankenlijst ..................................A-3
Fingered akkoordkaarten ....................A-4
Toonlijst ...............................................A-6
Ritmelijst ..............................................A-7
MIDI Implementation Chart
D-8
ETUDE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONCE
MEMORY
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
RIGHT/TRACK2
LEFT/TRA
CK1
F
F
R
E
W
PLAY/PAUSE
STOP
BEAT
METRO
NO
ME
FULL RANGE
MAX
MIN
CHORD
FINGERED
CASIO CHORD
NORMAL
RIGHT/TRACK2
LEFT/TRACK1
FF
REW
PLAY/PAUSE
STOP
BEAT
M
ETR
O
N
O
M
E
Luidspreker Luidspreker
Vooruitspoeltoets (FF)
Terugspoeltoets (REW)
Stoptoets (STOP)
Weergave/pauzetoets
(PLAY/PAUSE)
Demonstratietoets
(DEMO)
Etudetoets (ETUDE)
Concertstuktoets (CONCERT PIECE)
Geheugentoets
(MEMORY)
Lijst van
percussie-instrumenten
Stap 2 toets
Stap 3 toets
Stap 1 toets
Spanningstoets (POWER)
Toonlijst
(TONE)
Spanningsindicator
Functieschakelaar (MODE)
Melodiebankregeltoets
(SONG BANK)
Display
*
Etudelijst
(ETUDE)
Ritmelijst (RHYTHM)
Tempotoets (TEMPO)
Volumeschuifregelaar
(VOLUME)
Concertstuklijst (CONCERT PIECE)
Namen van grondakkoorden
(CHORD ROOT NAMES)
Normaal/fill-in toets
(NORMAL/FILL-IN)
Introtoets
(INTRO)
Variatie/fill-in toets
(VARIATION/FILL-IN)
Synchro/eindtoets (SYNCHRO/ENDING)
Begeleidingsvolumetoets
(ACCOMP VOLUME)
Rechts/spoor 2 toets
(RIGHT/TRACK 2)
Links/spoor 1 toets
(LEFT/TRACK 1)
Start/stoptoets
(START/STOP)
Tranaponeer/stem/MIDI toets
(TRANSPOSE/TUNE/MIDI)
Toetsresponstoets (TOUCH RESPONSE)
Metronoomtoets (METRONOME)
Eéntoets voorkeuzetoets
(ONE TOUCH PRESET)
Maatslagtoets (BEAT)
Algemene gids
De namen van klaviertoetsen, toetsen en andere namen worden aangegeven in de tekst van deze gebruiksaanwijzing in vetdruk.
*
Monteren van de bladmuziekstandaard
Steek de standaard in de gleuf aan ed bovenkant van het
toetsenbord zoals aangegeven in de afbeelding.
702A-F-052A
D-9
OUT IN
ASSIGNABLE
JACK
MIDI
PHONES/
OUTPUT
DC 9V
LAYER
SPLIT
E
)
Laag-toets (LAYER)
Splitstoets (SPLIT)
t
en
Cijfertoetsen
Melodiebanktoets
(SONG BANK)
Toontoets (TONE)
[+]/[] toetsen
Voor het invoeren van
cijfers om een
aangegeven nummer
of instelling te
veranderen.
Negatieve waarden
kunnen niet worden
ingevoerd met de
cijfertoetsen. Gebruik
in plaats daarvan de
[+] (verhogen) en []
(verlagen) toets.
Achter Paneel
MIDI OUT aansluiting
MIDI IN aansluiting
Toewijsbare aansluiting (ASSIGNABLE JACK)
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT)
9V gelijkstroomaansluiting
(DC 9V)
Ritmetoets (RHYTHM)
702A-F-053A
Weergave van een demonstratiemelodie
Bij indrukken van de DEMO toets begint weergave van
de demonstratiemelodieën waardoor 100 ingebouwde
melodieën doorlopend achter elkaar afgespeeld worden.
Druk op de DEMO, START/STOP of STOP toets om
weergave van de demonstratiemelodie te stoppen.
OPMERKINGEN
Bij indrukken van de [+] (voorwaarts) of [] (achterwaarts) toets
wordt naar de volgende of vorige demonstratiemelodie gegaan.
De toon van het keyboard (pagina D-14) kan ingesteld worden
voor het begin van de demonstratiemelodieën en dan kan deze
toon gebruikt worden om mee te spelen op het toetsenbord.
De functies voor MIDI, lagen en splitsen zijn uitgeschakeld
tijdens weergave van een demonstratiemelodie.
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Betreffende de display
5.
Dit deel toont vingerzettingen,
dynamische markeringen, en andere
vingerinformatie tijdens de 3-staps les
en melodieweergave. De letters L
(links) en R (rechts) verschijnen om de
automatische begeleidingsdelen en
geheugensporen voor de linker- en de
rechterhand aan te geven.
6.
Dit deel toont maatnummer, maatslagnummer, een grafische metronoom en de
tempowaarde (maatslagen per minuut) tijdens weergave van ritmes en de
automatische begeleiding en bij gebruik van het geheugen. Tevens wordt hier de
lesstapnummer getoond tijdens de 3-staps les.
3.
Dit deel is de notenbalknotatiedisplay die noten aangeeft die van
ingebouwde melodieën of op het toetsenbord worden gespeeld of
uit het geheugen, van akkoordvormen en MIDI ontvangstdata.*
1
Noten binnen het bereik F
#
6 - C7 worden door de
notenbalknotatiedisplay aangegeven als een lagere octaaf samen
met een octaaf omhoog-teken ( ).*
2
Bij gebruik van een pedaal verschijnt hier het ( ) teken telkens
bij indrukken van het pedaal.
*1 Ontvangen noten buiten het bereik C2 - C7 verschijnen niet in
de display.
*2 Noten binnen het bereik C2 - B2 worden niet getoond terwijl
het octaaf omhoog-teken ( ) in de display aangegeven
wordt.
2.
Dit deel toont het toonnummer en de -naam, het
ritmenummer en de -naam en het melodienummer en de
-naam. Het toont ook andere informatie bij gebruik van
de geheugenfunctie en andere functies. Indicators
verschijnen hier ook om aan te geven wat voor soort
data getoond wordt: TONE (toondata), RHYTHM
(ritmedata) en SONG BANK (melodiebankdata).
1.
Er verschijnen een punt en een
pianoteken naast de groep die in
gebruik is: étude, concertstuk.
7.
Dit deel toont de akkoordnamen tijdens weergave van de
automatische begeleiding en de melodiebank.
4.
Een wijzer of
indicator verschijnt
naast een functie
die in gebruik is:
toetsrespons,
algemene MIDI
functie, lagen,
splitsing,
geheugen en stap.
8.
Gebruik een
grafisch toetsenbord
om noten te laten
zien die gespeeld
worden van de
ingebouwde
melodieën, op het
toetsenbord of van
het geheugen,
akkoordvormen en
MIDI ontvangstdata.
OPMERKING
Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de display verschijnen kunnen
verschillen van de voorbeelden die hier inde gebruiksaanwijzing worden gegeven.
D-10
Een snelle naslag
Dit hoofdstuk geeft een snel overzicht van de bediening van het key-
board mt stappen één en twee van de 3-staps lesfunctie.
Bij de 3-staps lesfunctie gaan de schermhulp toetsenbordgidstoetsen
branden om de volgende noot van de melodie te tonen.
Spelen op het toetsenbord
1. Druk op de POWER toets om de spanning in te scha-
kelen.
Hierdoor gaat de spanningsindicator branden.
2. Zet de MODE schakelaar in de NORMAL stand.
3. Druk op de SONG BANK toets.
4. Vind de melodie die u wilt spelen van de SONG BANK
lijst en voer dan het 2-cijferige nummer in m.b.v. de
cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voor keuze van 42 ALOHA OE , voert u eerst 4 en
daarna 2 in.
5. Druk op de Stap 1 toets of op de Stap 2 toets.
Het toetsenbord geeft een aftelmaat weer en wacht tot u iets
op het toetsenbord speelt. De toetsen die u eerst moet in-
drukken gaan knipperen in de display.
6. Speel de melodie mee met de begeleiding van de in-
gestelde melodie.
Speel en gebruik daarbij de klaviertoetsen vingerzettingen
en noten die aangegeven worden in de display.
7. Druk op de START/STOP of STOP toets om weergave
op elk gewenst moment te stoppen.
Als u stap 1 van de les koos.
Speel de noten op het toetsenbord.
Een sub-melodie (obbligato) speelt mee in het tempo van de
melodie.
Bij Stap 1 wordt de correcte melodienoot gespeeld ongeacht
welke klaviertoets ingedrukt wordt.
Als u stap 2 van de les koos.
Speel de juiste noten op het toetsenbord.
Terwijl een schermhulp toetsenbordgidstoets brandt, druk
op de corresponderende toets van het werkelijke toetsenbord.
Tijdens een Etude of Concert Piece melodie gaan de toetsen-
bordgids aanduidingen uit wanneer u op een klaviertoets
drukt en de schermhulp toetsenbordgidstoets gaat branden
voor de volgende noot die moet worden gespeeld.
Een sub-melodie (obbligato) speelt mee in het tempo van de
melodie zolang u de correcte klaviertoetsen blijft indrukken.
Spelen van een Etude of Concert Piece melodie
1. Wanneer u bij stap 3 van de bovenstaande procedure
komt, druk dan op de ETUDE of CONCERT PIECE
toets in plaats van de SONG BANK toets.
2. Zoek het stuk op dat u wilt spelen in de lijst die be-
hoort bij de toets die u indrukte (ETUDE of CONCERT
PIECE) en voer dan het betreffende twee-cijferige num-
mer in m.b.v. de cijfertoetsen.
3. Ga daarna verder met stap 5 van de bovenstaande
procedure.
702A-F-054A
Number buttons
SONG BANK
POWER
MODE
CONCERT PIECE
ETUDE
Power indicator
Step 2
Step 1
Spanningsindicator
Cijfertoetsen
Stap 1
Stap 2
FULL RANGE
CHORD
FINGERED
CASIO CHORD
NORMAL
Brandt
Brandt
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Vingerzetting Noot
toonhoogte
Gebruikte klaviertoets
D-11
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting
(PHONES/OUTPUT)
Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangeslo-
ten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere
uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het
maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste
niveau instellen.
[Achterpaneel]
OUT IN
ASSIGNABLE
JACK
MIDI
PHONES/
OUTPUT
DC 9V
LINKS
RECHTS
AUX IN of overeenkomstige
aansluiting van de geluidsversterker
Wit
Rood
Pinstekker
Stereo standaard
stekker
Audio aansluitingen
PHONES/OUTPUT aansluiting
Keyboardversterker,
gitaarversterker,enz.
1
2
3
Aansluiten van een hoofdtelefoon (Afbeelding
11
11
1)
Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het geluid
van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat u 's nachts kunt
spelen zonder de buren wakker te houden.
Geluidsapparatuur (Afbeelding
22
22
2)
Sluit het keyboard aan op geluidsapparatuur m.b.v. een los verkrijg-
baar aansluitsnoer met een standaardstekker aan de ene kant en twee
pinstekkers aan het andere uiteinde, Merk op dat de op het keyboard
aangesloten standaardstekker een stereostekker dient te zijn anders
kunt u slechts via een van de twee stereo kanalen geluid verkrijgen.
Bij deze opstelling zet u de ingangskeuzeschakelaar van de aangeslo-
ten geluidsapparatuur gewoonlijk in de daarvoor bedoelde stand (nor-
maliter aangeduid als AUX IN of iets in die geest) die dus overeen-
komt met waar het snoer van het keyboard op aangesloten is. Zie de
gebruiksaanwijzing van de geluidsapparatuur voor volledige details.
Versterker voor muziekinstrumenten (Afbeelding
33
33
3)
Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer aan op
de versterker voor muziekinstrumenten.
OPMERKING
Gebruik een aansluitsnoer met een stereo standaardstekker aan het uit-
einde dat u op het keyboard aansluit en een stekker, die voorziet in een
dubbele signaalingang (links en rechts), op de versterker waarop u de
aansluiting tot stand brengt. Bij gebruik van een verkeerde stekker aan
een van beide uiteinden kan het stereo-effect verloren gaan.
Bij aansluiting op een versterker voor muziekinstrumenten kunt u
het volume van het keyboard relatief laag zetten en veranderingen in
het volume maken met de bedieningsorganen van de versterker.
Aansluitvoorbeeld
Aansluiten op een computer of andere
apparatuur
U kunt het keyboard tevens op een computer of sequencer aanslui-
ten. Zie MIDI op pagina D-36 voor details.
Toewijsbare aansluiting
U kunt een los verkrijgbaar aanhoudpedaal (model SP-2 of SP-10)
aansluiten op de toewijsbare aansluiting om de onderstaande moge-
lijkheden te benutten.
Zie ASSIGNABLE JACK op pagina D-39 voor details aangaande
de pedaalfunctie.
Aanhoudpedaal
Bij pianotonen zal het geluid aangehouden worden als het pedaal
wordt ingetrapt, net zoals bij het demppedaal van een piano.
Bij orgeltonen wordt het geluid doorlopend aangehouden totdat
het pedaal wordt losgelaten.
Sostenutopedaal
Zoals bij het aanhoudpedaal hierboven zal het geluid aangehou-
den worden bij intrappen van het sostenutopedaal.
Het verschil tussen een aahoudpedaal en een sostenutopedaal is
de timing. Bij een sostenutopedaal slaat u eerst de klaviertoetsen
aan en trapt u vervolgens op het pedaal voordat u de toetsen los-
laat. Dan worden alleen die klanken aangehouden die op het mo-
ment van intrappen van het pedaal nog te horen zijn.
Zacht pedaal
Bij intrappen van het pedaal wordt de weergegeven noten verzacht.
Ritme start/stoppedaal
In dit geval vervult het pedaal dezelfde functies als de START/STOP
toets.
Accessoires en opties
Gebruik enkel de accesoires en opties die genoemd worden voor dit
keyboard. Bij gebruik van niet-erkende items bestaat er gevaar op
brand, electrische schok en persoonlijk letsel.
Aansluitingen
INPUT 1
INPUT 2
Pinstekker
Pinstekker (rood)
Pinstekker (wit)
Standaard
stereostekker
Keyboard- of
gitaarversterker
Naar de
PHONES/OUTPUT
aansluiting
Standaardstekker
702A-F-055A
OUT IN
ASSIGNABLE
JACK
MIDI
PHONES/
OUTPUT
DC 9V
Toewijsbare aansluiting
SP-10
D-12
BELANGRIJK!
Bij onjuist behandelen van de batterijen kunnen deze gaan barsten
of lekken waardoor persoonlijk letsel of schade veroorzaakt kan wor-
den door in contact komen met batterijvloeistof. Merk de volgende
voorzorgsmaatregelen op.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve () polen in de juiste
richting wijzen zoals aangegeven binnenin het batterijvak.
Teneinde te vermijden dat batterijen gaan lekken dient u de deze
uit het keyboard te halen wanneer u dit voor langere tijd niet ge-
bruikt (zoals wanneer u op vakantie gaat).
Gebruik batterijen van verschillende makelij niet samen.
Gebruik oude en nieuwe batterijen niet samen.
Gooi nooit batterijen weg door ze te verbranden, laat ze geen kort-
sluiting maken (door de polen te verbinden), haal ze nooit uit el-
kaar en stel ze niet bloot aan open vuur.
Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk bij tekenen van zwakker
worden.
Probeer nooit de batterijen op te laden.
Gebruik van de netadapter
Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter
te gebruiken.
Voorgeschreven netadapter: AD-5
Merk tevens de volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatrege-
len op bij gebruik van de netadapter.
WAARSCHUWING!
Let erop nooit enige schade toe te brengen aan het netsnoer of dit te
breken. Plaats nooit zware voorwerpen op het snoer en stel het nooit
bloot aan open vuur. Hierdoor kan nl. schade, brand of electrische schok
optreden.
Gebruik enkel de voorgeschreven netadapter. Bij gebruik van een an-
der type adapter bestaat er gevaar op brand en electrische schok.
LET OP!
Zorg er uit veiligheidsoverwegingen voor de netadapter uit het stopcon-
tact te halen wanneer u het keyboard voor langere tijd zonder toezicht
laat staan (zoals wanneer u op vakantie gaat).
Schakel altijd de spanning van het keyboard uit en haal de stekker uit
het stopcontact wanneer u het toestel niet gebruikt.
BELANGRIJK!
Zorg ervoor dat het keyboard uitgeschakeld is alvorens de
netadapter in het stopcontact te steken of hem er uit te trekken.
Bij langdurig gebruik van de netadapter kan deze warm worden.
Dit is normaal en duidt niet op een defect.
702A-F-056A
OUT IN
ASSIGNABLE
JACK
MIDI
PHONES/
OUTPUT
DC 9V
9V gelijkstroomaansluiting
Wisselstroomadapter AD-5
Stopcontact
Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de voor-
geschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard
uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt.
Werking op batterijen
Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u batterijen
inlegt of ze vervangt.
Inleggen van de batterijen
1. Verwijder het deksel van het batterijvak.
2. Leg 6 batterijen maat D in het batterijvak.
Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve () polen in de
juiste richting wijzen.
3. Steek de nokjes aan het deksel van het batterijvak in
de daarvoor bedoelde gaatjes en sluit het deksel.
Dit keyboard kan mogelijk niet goed functioneren als u batterijen in-
legt of vervangt met de spanning ingeschakeld. Mocht dit gebeuren
dan zal het toestel weer normaal functioneren door de spanning uit
en daarna weer in te schakelen.
Belangrijke informatie aangaande de batterijen
Hieronder wordt aangegeven wat de geschatte levensduur van
de batterijen is.
Mangaanbatterijen ............................. 6 uur
De bovenstaande waarde is de standaard levensduur van de bat-
terijen bij een normale temperatuur met het volume ingesteld op
een middenstandje. Bij extreme temperaturen of bij weergave bij
een hard volume kan de levensduur van de batterijen korter zijn.
Een van de volgende symptomen kan op een lage batterijspan-
ning duiden. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk wanneer
een van deze symptomen optreedt.
Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet ingeschakeld worden.
Donkere, moeilijk afleesbare display
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een hoog
volume
Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een hoog
volume
Donker worden van de display bij weergave met een hoog vo-
lume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen
De klank is totaal verschillend
Abnormale weergave van ritmepatronen en demonstratieme-
lodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij
spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel
Stroomvoorziening
D-13
702A-F-057A
Automatische stroomonderbreking
De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen auto-
matisch na ca. 6 minuten na het laatst indrukken van een toets uitge-
schakeld. Druk op de POWER toets om de spanning opnieuw in te
schakelen wanneer dit gebeurt.
OPMERKING
De automatische stroomonderbreking werkt niet wanneer het keyboard
op stroom van het lichtnet werkt.
Permanent uitschakelen van de automatische
uitschakelfunctie
Houd tijdens het inschakelen van het keyboard de TONE toets inge-
drukt om de automatische uitschakelfunctie permanent uit te scha-
kelen.
Nadat deze functie is uitgeschakeld zal de spanning niet automa-
tisch uitgeschakeld worden ongeacht hoelang er geen bediening
plaatsvindt.
De automatische uitschakelfunctie wordt opnieuw ingeschakeld
wanneer u de spanning met de hand eerst uit- en vervolgens weer
inschakelt.
Instellingen en geheugeninhoud
Instellingen
Belangrijke instellingen van het keyboard zoals toon en ritme die
gemaakt waren vóór het automatisch of met de hand uitschakelen
van de spanning zullen weer van kracht zijn als de spanning weer
ingeschakeld wordt.
Belangrijke instellingen van het keyboard
Belangrijke instellingen omvatten die voor toonnummer,
laag, splits, splitspunt, toetsrespons, ritmenummer, tem-
po, begeleidingsvolume, algemene MIDI functie aan/uit, be-
geleiding MIDI OUT aan/uit, toewijsbare aansluitinginstel-
ling, keyboardkanaal en melodienummer.
Geheugeninhoud
Naast de bovenstaande instellingen blijft met de geheugenfunctie op-
geslagen data ook behouden.
Electrische spanning
De hierboven beschreven instellingen en geheugendata blijven be-
houden zolang het keyboard van stroom voorzien wordt. Als de stek-
ker uit het stopcontact getrokken wordt terwijl geen batterijen inge-
legd zijn of de ingelegde leeg zijn, zal de spanning dus onderbroken
worden. Hierdoor zullen alle instellingen opnieuw die stand aanne-
men die eerder in de fabriek was vooringesteld en alle data zal uit
het geheugen worden gewist.
Stroomvereisten
Merk de volgende voorzorgsmaatregelen op wanneer u er zeker van
wilt zijn dat de huidige keyboardinstellingen en geheugeninhoud niet
verloren gaan.
Zorg ervoor dat het keyboard van stroom voorzien is via de
netadapter alvorens de batterijen te vervangen.
Mocht u de stekker uit het stopcontact willen nemen, zorg er dan
voor dat er geladen batterijen in het keyboard zitten.
Zorg ervoor dat de spanning van het keyboard uitgeschakeld is
voordat u de batterijen vervangt of de netadapter uit het stopcon-
tact trekt.
D-14
Basisbediening
Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis
keyboardbediening.
Spelen op het keyboard
1. Druk op de POWER toets om het keyboard in te scha-
kelen.
2. Zet de MODE schakelaar in de NORMAL stand.
3. Stel het VOLUME schuifregelaar m.b.v. de volume in
op een relatief lage stand.
4. Speel iets op het keyboard.
Instellen van een toon
Dit keyboard heeft 137 ingebouwde tonen. Volg de hieronder gege-
ven procedure om de gewenste toon in te stellen.
Instellen van een toon
1. Zoek de te gebruiken toon op in de toonlijst van het
keyboard en schrijf het toonnummer op.
2. Druk op de TONE toets.
3. Voer het driecijferige toonnummer in van de bewuste
toon m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voer 0, 3 en daarna 2 in om 032 ACOUSTIC BASS
in te stellen.
702A-F-058A
OPMERKINGEN
Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief eventuele
voorafgaande nullen. Als u slechts een of twee cijfers invoert en dan
niets doet zal de display na enkele seconden automatisch de ingevoer-
de cijfers uitwissen.
U kunt het ingevoerde nummer tevens vergroten met de [+] toets en
verkleinen met de [] toets.
De namen van de nummers 080 - 103 en 112 - 127 zijn niet aangege-
ven op het console van het keyboard. Zie de Toonlijst (pagina A-6)
voor details.
Bij keuze van een van de drumsets (nummer 128 - 136) wordt aan elke
klaviertoets een andere percussieklank toegekend. Zie pagina A-3 voor
details.
Polyfonie
De term polyfonie verwijst naar het maximum aantal noten dat u
tegelijkertijd kunt spelen. De keyboard heeft 24-noots polyfonie, wat
zowel de noten die u speelt als de ritmes en de door het keyboard
gespeelde auto-begeleidingspatronen omvat. Dit betekent dat wan-
neer een ritme of auto-begeleidingspatroon door het keyboard ge-
speeld wordt het aantal noten (de polyfonie) voor toetsenbordspel
zal afnemen. Merk op dat met sommige klanken slechts 12-noots po-
lyfonie bereikt kan worden.
Tijdens ritme- of autobegeleidingspel is het aantal geluiden dat te-
gelijkertijd gespeeld kan worden beperkt.
Digitale gesampling
Veel van de klanken die beschikbaar zijn op dit keyboard zijn opge-
nomen en bewerkt met behulp van een techniek die digital sampling
wordt genoemd. Om een hoge klankkwaliteit te verzekeren worden
monsters (samples) genomen in de lage, midden en hoge frequen-
tiegebieden en vervolgens weer gecombineerd om u te voorzien van
geluiden die verbazingwekkend veel overeenkomen met de origine-
len. Soms zult u minieme verschillen in volume of geluidskwaliteit
horen voor sommige klanken wanneer u ze op verschillende plaat-
sen op het toetsenbord speelt. Dit is een onvermijdelijke bijwerking
van meervoudig samplen en is geen teken van onjuist functioneren.
Number buttons
TONE
MODE
VOLUME
START/STOP
[+]/[–]
TEMPO
BEATMETRONOME
POWER
Cijfertoetsen
Indicator verschijnt
D-15
Gebruik van de metronoom
De metronoomfunctie van dit keyboard produceert een belklank voor
de eerste maatslag van elk maat, gevolgd door klikgeluiden voor elke
volgende maatslag van de maat. Het is een perfecte oplossing voor
het oefenen van melodieën zonder begeleiding (ritme).
Starten van de metronoom
1. Druk op de METRONOME toets om het geluid van
de metronoom aan te zetten.
2. Druk op de BEAT toets en verander dan het aantal sla-
gen per maat m.b.v. de cijfertoetsen of de [+] en [–]
toetsen.
U kunt het aantal slagen per maat instellen op een waarde
van 1 - 6.
OPMERKING
De bel (om de eerste maatslag van een maat aan te geven) klinkt niet
wanneer één slag per maat ingesteld is. Alle maatslagen worden dan aan-
gegeven door een klikgeluid. Hierdoor kunt u oefenen met een regelmatig
ritme zonder u druk te hoeven over hoeveel slagen er in elke maat zitten.
3. Stel het tempo in m.b.v. de TEMPO toetsen.
Druk op de toets om het tempo te verhogen (sneller te
maken) of op de toets om het tempo te verlagen (langza-
mer te maken).
OPMERKINGEN
Terwijl de tempowaarde knippert kunt u ook een 3-cijferige waarde in-
voeren m.b.v. de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen. Merk op dat nul-
len aan het begin ingevoerd moeten worden, zodat 90 dus als 090 moet
worden ingevoerd.
Door zowel de
als TEMPO toets tegelijkertijd in te drukken wordt
de default (oorspronkelijke) waarde van het momenteel ingestelde rit-
me weer automatisch verkregen.
4. Druk op de METRONOME of START/STOP toets om
de metronoom uit te schakelen.
OPMERKINGEN
De metronoom wordt uitgeschakeld wanneer stap 1 of stap 2 wordt ge-
bruikt van de 3-staps les.
Door het starten van een begeleidingsmelodie voor twee handen of stap
3 van de 3-staps les terwijl de metronoom in werking is of wanneer de
metronoom geactiveerd wordt terwijl één van de twee hierboven ge-
noemde functies reeds in werking is, dan zal de metronoom gesynchro-
niseerd worden met de tijd van de auto-begeleiding gespeeld door het
keyboard. Op dat moment verandert het tempo van de metronoommaats-
lag naar dat van de default tempo van de gespeelde automatische be-
geleiding.
702A-F-059A
Tempowaarde
Knippert
D-16
Gebruik van automatisch begeleiding
Dit keyboard speelt automatisch het bas- en akkoordgedeelte over-
eenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en akkoordgedeelten
worden m.b.v. automatisch ingestelde klanken en tonen gespeeld voor
instelling van het door u gebruikte ritme. Dit betekent dat u volledi-
ge, realistische begeleiding krijgt voor de melodienoten die u met de
rechterhand speelt waardoor u een one-man ensemble creëert.
Instellen van een ritme
Dit keyboard heeft 100 opwindende ritmes die u via de volgende
procedure kunt instellen.
Instellen van een ritme
1. Zoek het te gebruiken ritme op op de Ritmelijst (pa-
gina A-7) en schrijf het ritmenummer op.
2. Druk op de RHYTHM toets.
3. Voer het tweecijferige ritmenummer in van het be-
wuste ritme m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voer 7 en daarna 6 in om 76 RHUMBA in te stellen.
OPMERKING
U kunt het ingevoerde nummer tevens vergroten met de [+] toets en ver-
kleinen met de [] toets.
702A-F-060A
Number buttons
RHYTHM
MODE
START/STOP
[+]/[]
TEMPO
Cijfertoetsen
Indicator verschijnt.
Spelen van een ritme
Gebruik de volgende procedure om weergave van het ritme te star-
ten en te stoppen.
Spelen van een ritme
1. Zet de MODE schakelaar in de NORMAL stand.
2. Druk op de START/STOP toets om weergave van het
huidig ingestelde ritme te beginnen.
3. Druk om ritmeweergave te stoppen nogmaals op de
START/STOP toets.
OPMERKING
Alle klaviertoetsen zijn melodietoetsen wanneer de MODE schakelaar in
de NORMAL stand staat.
Regelen van het tempo
Het tempo (maatslagen per seconde) kan ingesteld worden op een
waarde tussen 40 en 255. De ingestelde tempowaarde wordt gebruikt
voor weergave van bankmelodie, de 3-staps les, akkoorden van de
automatische begeleiding en voor weergave van het geheugen en
werking van de metronoom.
Instellen van het tempo
Stel het tempo in m.b.v. de TEMPO toetsen.
toets : Verhoogt de tempowaarde.
toets : Verlaagt de tempowaarde.
OPMERKINGEN
Terwijl de tempotoetsen aan het knipperen zijn kunt u ook de cijfertoet-
sen of [+] en [] toetsen gebruiken om een waarde van 3 cijfers in te
voeren. Merk op dat nullen aan het begin ingevoerd moeten worden,
zodat 90 dus als 090 moet worden ingevoerd.
Door zowel de
als TEMPO toets tegelijkertijd in te drukken wordt
de default (oorspronkelijke) waarde van het momenteel ingestelde rit-
me weer automatisch verkregen.
Knippert
Maatslag
nummer
Metronoom
Tempowaarde
D-17
OPMERKING
Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden voor het spelen
van akkoorden. Er wordt geen geluid geproduceerd als u probeert melo-
dienoten op dit toetsenbord te spelen.
Akkoordtypes
Met CASIO CHORD begeleiding kunt u vier types akkoorden spelen
met minimale vingerzettingen.
CASIO CHORD
Met deze methode kan iedereen gemakkelijk akkoorden spelen on-
geacht zijn of haar muzikale kennis en ervaring. Hieronder volgt een
beschrijving van het CASIO CHORD Begeleidingstoetsenbord en
Melodietoetsenbord en er wordt verteld hoe u CASIO CHORDs
speelt.
CASIO CHORD begeleidingstoetsenbord en melodietoet-
senbord
702A-F-061A
Melodietoetsen
Begeleidingstoetsen
Automatische begeleiding gebruiken
De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische bege-
leidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor u begint dient
u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te stellen en het ritmetempo
in te stellen op de gewenste waarde.
Gebruik van automatische begeleiding
1. Zet de MODE schakelaar in de CASIO CHORD, FIN-
GERED, of FULL RANGE CHORD stand.
2. Druk op de START/STOP toets om weergave van het
momenteel ingestelde ritme te beginnen.
3. Speel een akkoord.
De procedure die u dient te gebruiken om een akkoord te
spelen hangt af van de huidige stand van de MODE schake-
laar. Zie de volgende paginas voor details aangaande spe-
len van akkoorden.
CASIO CHORD............................... Op deze pagina
FINGERED .............................................. Pagina D-18
FULL RANGE CHORD ........................ Pagina D-18
4. Druk nogmaals op de START/STOP toets om de auto-
matische begeleiding te stoppen.
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Akkoordnaam
Basisakkoordvorm
(De akkoordvorm die hier verschijnt kan noten
tonen die verschillen van die in werkelijkheid op
het toetsenbord zijn ingedrukt. Bij sommige ak-
koorden, kunnen mogelijk omgekeerde akkoord-
vormen worden getoond.)
Majeur akkoorden
De namen van majeur akkoorden
worden aangegeven boven de kla-
viertoetsen van het begeleidingstoet-
senbord. Merk op dat het geprodu-
ceerde akkoord bij indrukken van
een begeleidingstoetsenbord toets
niet van octaaf verandert ongeacht
welke klaviertoets gebruikt wordt
om hem te spelen.
Mineur akkoorden (m)
Om een mineur akkoord te spelen,
drukt u op de klaviertoets van het
majeur akkoord en willekeurig wel-
ke andere klaviertoets op het bege-
leidings-toetsenbord rechts van de
klaviertoets van het majeur akkoord.
Septiem akkoorden (7)
Om een septiem akkoord te spelen,
drukt u op de klaviertoets van het
majeur akkoord en willekeurig wel-
ke andere twee klaviertoetsen op het
begeleidingstoetsenbord rechts van
de klaviertoets van het majeur ak-
koord.
Mineur septiem akkoorden (m7)
Om een mineur septiem akkoord te
spelen, drukt u op de klaviertoets
van het majeur akkoord en willekeu-
rig welke andere drie klaviertoetsen
op het begeleidingstoetsenbord
rechts van de klaviertoets van het
majeur akkoord.
Voorbeeld
Akkoordtypes
CDEFGABCDEF
C majeur (C)
CDEFGABCDE F
C mineur (Cm)
CDEF GABCDEF
C septiem (C7)
CDEFGABCDEF
C mineur septiem (Cm7)
OPMERKING
Het maakt geen verschil of u zwarte of witte klaviertoetsen rechts van de
klaviertoets van het majeur akkoord indrukt bij het spelen van mineuren
en septiemen.
D-18
OPMERKINGEN
Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking
*1
hierboven zullen
omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. E-G-C of G-C-E i.p.v. C-E-G) de-
zelfde akkoorden produceren als de standaard vingerzetting.
Behalve bij de uitzondering aangegeven in opmerking
*2
hierboven die-
nen alle toetsen te worden ingedrukt die tesamen een akkoord vormen.
Wanneer zelfs een enkele klaviertoets niet wordt ingedrukt zal het ge-
wenste FINGERED akkoord niet worden gespeeld.
FULL RANGE CHORD
Deze begeleidingsmethode geeft u in totaal de beschikking over 38
verschillende akkoordtypes: de 15 akkoordtypes van FINGERED plus
23 andere types. Het keyboard interpreteert elke combinatie van drie
of meer klaviertoetsen die klopt als een FULL RANGE CHORD pa-
troon als een akkoord. Andere combinaties (die dus geen FULL RAN-
GE CHORD patroon vormen) worden als melodiespel geïnterpre-
teerd. Daarom is er geen reden om een apart begeleidingstoetsen-
bord te hebben, zodat dus het gehele toetsenbord van begin tot einde
gebruikt kan worden voor zowel melodieën als akkoorden.
FULL RANGE CHORD begeleidingstoetsenbord en me-
lodietoetsenbord
< Akkoorden die dit keyboard herkent >
Begeleidingstoetsen/Melodietoetsen
702A-F-062A
Akkoordtypes
Corresponderend
FINGERED akkoord
Aantal types
15 (op deze pagina)
Andere akkoorden
F
C
G
C
A
C
B
C
Fm
C
Gm
C
Am
C
B m
C
Dm7
-5
C
A 7
C
F7
C
Fm7
C
Gm7
C
A
add9
C
C6 Cm6 C69
D
C
C
C
E
C
B
C
C m
C
Dm
C
FINGERED
De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking over 15
verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een beschrijving van
het FINGERED Begeleidingstoetsenbord en Melodietoetsenbord
en er wordt verteld hoe u de grondtoon C kunt spelen met FINGE-
RED.
FINGERED begeleidingstoetsenbord en melodietoetsen-
bord
OPMERKING
Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden voor het spelen
van akkoorden. Er wordt geen geluid geproduceerd als u probeert melo-
dienoten op dit toetsenbord te spelen.
Zie de Fingered akkoordkaarten op pagina A-4 voor details betref-
fende het spelen van akkoorden met andere grondtonen.
*1: Omgekeerde vingerzettingen kunnen niet worden gebruikt. De
laagste noot is de grondtoon.
*2: Hetzelfde akkoord kan gespeeld worden zonder op de 5de G kla-
viertoets te drukken.
Melodietoetsen
Begeleidingstoetsen
NORMAL/FILL-IN
INTRO
VARIATION/FILL-IN
START/STOP
C7
*2
( )
Cm7
*2
( )
C Cm Cdim
Caug
*1
Csus4
Cmaj7
*2
( )
Cm7
-5
C7
-5 *1
C7sus4 Cadd9
*2
( )
Cmadd9
*2
( )
CmM7
*2
( )
Cdim7
*1
23
Volgend zijn voorbeelden van akkoorden
met C als de bastoon.
D-19
702A-F-063A
Voorbeeld: Spelen van een C majeur akkoord.
Elk van de vingerzettingen in de onderstaande illustratie zal C ma-
jeur produceren.
OPMERKINGEN
Beperkingen voor het gebruik van omgekeerde vingerzettingen zijn iden-
tiek aan die bij FINGERED (pagina D-18) (1).
De laagste noot wordt als grondnoot geïnterpreteerd wanneer het ver-
schil tussen de laagste noot in de vingerzetting en de volgende noot
rechts zes of meer noten bedraagt (2).
< Voorbeeld >
Toon: 016, Ritme: 05, Tempo: 070
Gebruik van een intro patroon
Met dit keyboard kunt u een korte intro toevoegen aan een ritmepa-
troon om het begin soepeler en natuurlijker te laten zijn.
De volgende procedure beschrijft hoe de intro functie wordt gebruikt.
Alvorens deze te starten, dient u eerst het te gebruiken ritme te kie-
zen en het tempo in te stellen.
Tussenvoegen van een intro
Druk op de INTRO toets om het ingestelde ritme met een
intro patroon te starten.
Bij de opzet hierboven wordt het intro patroon gespeeld en de au-
tomatische begeleiding met intropatroon begint zodra u akkoor-
den op het begeleidingstoetsenbord begint te spelen.
OPMERKINGEN
Het standaard ritmepatroon begint te spelen nadat het intropatroon klaar
is.
Bij indrukken van de VARIATION/FILL-IN toets terwijl een intropatroon
gespeeld wordt, gaat het variatiepatroon spelen nadat het intropatroon
voltooid is.
Bij indrukken van de SYNCHRO/ENDING toets terwijl een intropatroon
gespeeld wordt, gaat het eindpatroon spelen nadat het intropatroon
voltooid is.

4
4

DBmGA
4
4
D
C
#
Bm
A
E
7
A
A
G
C
E
11
11
1 ...... C akkoord
22
22
2 ...... akkoord
E
EG C
GC
2
1
Gebruik van een fill-in patroon
Met Fill-in patronen kunt u het ritmepatroon kortstondig verande-
ren om een interessante variatie toe te voegen aan uw spel.
De volgende procedure beschrijft hoe de fill-in functie wordt gebruikt.
Tussenvoegen van een fill-in
1. Druk op de START/STOP toets om ritmeweergave te
starten.
2. Druk op de NORMAL/FILL-IN toets om een fill-in
patroon tussen te voegen voor het gebruikte ritme.
OPMERKING
Het fill-in patroon wordt niet gespeeld als u op de NORMAL/FILL-IN toets
drukt terwijl een intro patroon weergegeven wordt.
Gebruik van een ritmevariatie
Naast het standaard ritmepatroon kunt u ook overstappen op een
secundair ritmepatroon voor de nodige afwisseling.
Tussenvoegen van het ritme variatie patroon
1. Druk op de START/STOP toets om ritmeweergave te
starten.
2. Druk op de VARIATION/FILL-IN toets om over te stap-
pen op het variatiepatroon voor het gebruikte ritme.
OPMERKING
Druk op de NORMAL/FILL-IN toets om terug te gaan naar het standaard
ritmepatroon.
Gebruik van een fill-in patroon met een
variatieritme
Het is ook mogelijk een fill-in patroon toe te voegen terwijl een va-
riatieritme weergegeven wordt.
Tussenvoegen van een fill-in bij een ritmeva-
riatie
Druk op de VARIATION/FILL-IN toets terwijl een ritmeva-
riatie wordt weergegeven om een invulpatroon (fill-in) in
te voegen voor de gebruikte ritmevariatie.
Begeleiding en ritmespel tegelijk star-
ten
U kunt het keyboard zo instellen dat ritmeweergave op hetzelfde
moment begint als wanneer u begint met spelen van de begeleiding
op het keyboard.
De volgende procedure beschrijft hoe u synchronische start kunt ge-
bruiken. Alvorens te beginnen dient u eerst het te gebruiken ritme te
kiezen, het tempo in te stellen en de MODE schakelaar te gebruiken
voor keuze van de gewenste akkoordspelmethode (NORMAL, CA-
SIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD).
D-20
Instellen van het begeleidingsvolume
U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen als een
waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.).
1. Druk op de ACCOMP VOLUME toets.
2. Verander de momenteel ingestelde waarde van het
volume m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+]/[]
toetsen.
Voorbeeld: 110
OPMERKINGEN
De huidige volumewaarde van de begeleiding die in Stap 1 verschijnt,
verdwijnt weer automatisch uit de display als er binnen ongeveer 5 se-
conden niets ingevoerd wordt.
Door tegelijkertijd op de [+] en [] toetsen te drukken wordt het begelei-
dingsvolume op 075 ingesteld.
Gebruik van één-toets voorkeuzes
Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder vermelde in-
stellingen in overeekomstig het ritmepatroon dat u aan het gebrui-
ken bent.
Keyboardtoon
Laag, splits of laag/splits aan/uit
Gelaagde toon (wanneer laag ingeschakeld is), splitstoon (wanneer
splits is ingeschakeld) of gelaagde splitstoon (wanneer laag en splits
beide ingeschakeld zijn).
Tempo
Begeleidingsvolume
Eén-toets voorkeuzes gebruiken
1. Stel het te gebruiken ritme in.
2. Stel het te gebruiken begeleidingsvolume in m.b.v. de
MODE toets.
3. Druk op de ONE TOUCH PRESET toets.
Hierdoor worden de één-toets voorkeuzes automatisch in-
gesteld overeenkomstig het ingestelde ritme.
4. Speel een akkoord en het ritmepatroon begint auto-
matisch met spelen.
De begeleiding wordt gespeeld m.b.v. de instellingen van de
één-toets voorkeuzes.
Gebruik van synchronische start
1. Druk op de SYNCHRO/ENDING toets om de syn-
chro-start functie van het keyboard in standby te zet-
ten.
2. Speel een akkoord en het ritmepatroon begint auto-
matisch met spelen.
OPMERKINGEN
Alleen het ritme speelt (zonder akkoord) bij spelen op het toetsenbord,
als de MODE schakelaar in de NORMAL stand staat.
Als u op de INTRO toets drukt zonder daarvoor iets op het keyboard te
spelen, begint het ritme automatisch met een intro patroon wanneer u
daarna iets op het keyboard speelt.
Bij indrukken van de VARIATION/FILL-IN toets alvorens iets op het toet-
senbord te spelen, gaat de muziek beginnen met het variatiepatroon
zodra u wel op het toetsenbord gaat spelen.
Druk nogmaals op de SYNCHRO/ENDING toets om standby van syn-
chro-start ongedaan te maken.
Afsluiten met een eindpatroon
U kunt uw spel met een eindpatroon beëindigen waardoor het ge-
bruikte ritmepatroon tot een natuurlijk klinkend einde wordt afge-
rond.
De volgende procedure beschrijft hoe u een eindpatroon kunt tus-
senvoegen. Merk op dat het in feite weergegeven eindpatroon afhangt
van het gebruikte ritmepatroon.
Afsluiten met een eindpatroon
Druk tijdens weergave van het ritme op de SYNCHRO/
ENDING toets.
Hierdoor wordt het eindpatroon weergegeven die de ritmebege-
leiding afrondt.
De timing van het begin van het eindpatroon hangt af van wan-
neer u op de SYNCHRO/ENDING toets drukt. Drukt u voor de
tweede maatslag van de huidige maat op de toets, dan begint het
eindpatroon ogenblikkelijk te spelen. Bij indrukken van de toets
na de tweede maatslag van de huidige maat zal het eindpatroon
gespeeld worden vanaf het begin van de volgende maat.
Number buttons
ONE TOUCH PRESET
MODE
SYNCHRO/ENDING
ACCOMP VOLUME
[+]/[]
Cijfertoetsen
Knippert
Huidige instelling van het begeleidingsvolume.
702A-F-064A
D-21
Weergeven van een ingebouwde melodie
Het instrument heeft 100 ingebouwde melodieën voor uw luisterple-
zier en meespeelgenot. U kunt het linker- of rechterhand gedeelte
uitschakelen om te oefenen met het overgebleven deel en de display
laat u zelfs zien welke klaviertoetsen u moet indrukken en welke vin-
gers u daarvoor moet gebruiken.
Er zijn drie ingebouwde melodiegroepen die hieronder vermeld zijn:
Melodiebank (Song Bank): 50 automatische begeleidingsmelodie-
ën
Etude: 20 pianoles melodieën
Concertstuk (Concert Piece): 30 pianomelodieën
Weergeven van een melodie uit de
melodiebank
1. Zoek de te spelen melodie op in de SONG BANK lijst
en schrijf het nummer op.
2. Stel het hoofdvolume en het begeleidingsvolume in.
3. Druk op de SONG BANK toets om de melodiebank-
functie in te schakelen.
4. Gebruik de cijfertoetsen om het twee-cijferige num-
mer van de melodie in te voeren.
Voorbeeld: Om 42 ALOHA OE in te stellen, voer 4 en daarna
2 in.
OPMERKINGEN
Toonnummer 00 is de oorspronkelijke default melodiebankmelodie die
ingesteld staat wanneer u de spanning van het keyboard inschakelt.
U kunt tevens het aangegeven toonnummer verhogen door op de [+]
toets te drukken en verlagen met de [] toets.
Number buttons
SONG BANK
STOP
PLAY/PAUSE
[+]/[]
Cijfertoetsen
Melodienummer Melodienaam
5. Druk op de PLAY/PAUSE toets om weergave van de
melodie te beginnen.
6. Druk op de STOP toets om weergave van de melodie
uit de melodiebank te stoppen.
702A-F-065A
Brandt
Gebruikte klaviertoetsen Gebruikte vingers
Staafaanduiding
Akkoordnaam
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
D-22
Spelen van een Etude melodie
1. Zoek de melodie die u wilt spelen op in de ETUDE
lijst en maak een notitie van het nummer.
2. Druk op de ETUDE toets om de Etude groep in te
stellen.
3. Voer het twee-cijferige melodienummer dat u in Stap
1 opzocht in m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voer bijvoorbeeld 0 en 8 in om melodienummer 08
(Ode To Joy) in te stellen.
OPMERKING
U kunt het aangegeven melodienummer veranderen m.b.v. de [+] en []
toetsen.
4. Druk op de PLAY/PAUSE toets om de weergave te
starten.
5. Druk op de STOP toets om de weergave te stoppen.
Spelen van een Concert Piece stuk
1. Zoek de melodie die u wilt spelen op in de CON-
CERT PIECE lijst en maak een notitie van het nummer.
2. Druk op de CONCERT PIECE toets om de Concert
Piece groep in te stellen.
3. Voer het twee-cijferige melodienummer dat u in Stap
1 opzocht in m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voer bijvoorbeeld 2 en 2 in om melodienummer 22
(FÜR ELISE) in te stellen.
OPMERKING
U kunt het aangegeven melodienummer veranderen m.b.v. de [+] en []
toetsen.
4. Druk op de PLAY/PAUSE toets om de weergave te
starten.
5. Druk op de STOP toets om de weergave te stoppen.
OPMERKING
Door op de ETUDE toets of CONCERT PIECE toets in te drukken veran-
dert de toon naar vleugelpiano (toonnummer 000).
Muziekinformatiesysteem
Terwijl het keyboard één van de ingebouwde melodieën aan het spe-
len is, toont de display een verscheidenheid aan informatie aangaan-
de de melodie.
Voorbeeld: Display tijdens Song Bank weergave
OPMERKING
Bij Etude en Concert Piece melodieën worden akkoordnamen niet aange-
geven.
ETUDE
TONE Number buttons
CONCERT PIECE
[+]/[]
FF
DEMO
REW
TEMPO
START/STOP
PLAY/PAUSE
STOP
Cijfertoetsen
Gebruikte klaviertoetsen Gebruikte vingers
Staafaanduiding
Akkoordnaam
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
702A-F-066A
ETUDE
CONCERT
PIECE
Knippert
Brandt
ETUDE
CONCERT
PIECE
Knippert
Brandt
D-23
Vooruitspoelen
1. Houd tijdens de weergave of het pauzeren van een
melodie de FF toets ingedrukt om met hoge snelheid
naar voren te gaan.
Het vooruitspoelen springt maat voor maat naar voren.
De maat- en maatslagnummers in de display veranderen ter-
wijl vooruitgespoeld wordt.
2. Door de FF toets los te laten wordt weergave begon-
nen vanaf de maat waarvan het nummer in de display
te zien is.
OPMERKING
Vooruitspoelen werkt niet wanneer weergave van de bankmelodie gestopt is.
Veranderen van melodietoon
1. Druk tijdens de weergave of het pauzeren van een
melodie op de TONE toets.
2. Zoek de gewenste toon in de TONE lijst en voer dan
het 3-cijferige nummer in m.b.v. de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Voor keuze van 040 VIOLIN, voert u eerst o, dan 4
en daarna 0 in.
U kunt kiezen uit 137 ingebouwde tonen.
OPMERKINGEN
De melodietonen kunnen ook veranderd worden d.m.v. de [+] en []
toetsen.
Bij melodieën voor twee handen (Etude en Concert Piece melodieën),
is dezelfde toon van toepassing bij zowel het rechter- als het linkerhand
gedeelte.
Bij instellen van het melodienummer van dezelfde melodie die momen-
teel ingesteld is, wordt teruggegaan naar de oorspronkelijke instellin-
gen (default) van die melodie.
Om alle melodieën achter elkaar weer
te geven
1. Druk op de DEMO toets.
De weergave begint bij bankmelodienummer 00 en daarna in
volgorde de Etude melodieën en de Concert Piece melodieën.
2. Druk op de DEMO, STOP of START/STOP toets om
weergave van bankmelodieën te stoppen.
OPMERKINGEN
Tijdens weergave van een melodie kunt u de cijfertoetsen [+] en []
gebruiken om naar een andere melodie te veranderen.
U kunt op het toetsenbord meespelen met de melodieën.
Als de SONG BANK, ETUDE of CONCERT PIECE toets ingedrukt wordt
terwijl weergave plaatsvindt, dan wordt deze voortgezet vanaf nummer
00 van de corresponderende groep.
Instellen van het tempo
Elke melodie heeft een vooringesteld (default) tempo (maatslagen
per minuut) dat automatisch ingesteld telkens wanneer u een melo-
die kiest. Terwijl de melodie aan het spelen is kunt u de tempo-in-
stelling veranderen binnen een bereik van 40 - 255.
Het tempo instellen
Stel het tempo in m.b.v. de TEMPO toetsen.
: Verhoogt het tempo.
: Verlaagt het tempo.
OPMERKINGEN
Terwijl de tempowaarde aan het knipperen is kunt u ook de cijfertoetsen
gebruiken of de [+] en [] toetsen om een waarde van drie cijfers in te
voeren. Merk op dat nullen aan het begin ingevoerd moeten worden,
zodat 90 dus als 090 moet worden ingevoerd.
Door zowel de
als TEMPO toets tegelijkertijd in te drukken wordt
de default (oorspronkelijke) waarde van het momenteel ingestelde rit-
me weer automatisch verkregen.
De Etude en Concert Piece melodieën bevatten halverwege tempover-
anderingen om speciale muziekeffecten te produceren. Merk op dat de
tempo-instellingen automatisch terugkeren naar de default waarde wan-
neer een tempoverandering in één van de melodieën plaatsvindt.
Pauzeren van de weergave
1. Druk om een melodie te stoppen op de PLAY/PAUSE
toets terwijl hij weergegeven wordt.
2. Door de PLAY/PAUSE toets nogmaals in te drukken
wordt de weergave hervat vanaf het punt waar werd
gepauzeerd.
OPMERKING
Nadat de STOP toets gebruikt is om de weergave te stoppen, begint de
weergave opnieuw vanaf het begin van de melodie als de PLAY/PAUSE
toets ingedrukt wordt.
Achteruitspoelen
1. Houd tijdens de weergave of het pauzeren van een
melodie de REW toets ingedrukt om met hoge snel-
heid terug te gaan.
Het achteruitspoelen springt maat voor maat naar achteren.
De maat- en maatslagnummers in de display veranderen ter-
wijl achteruitgespoeld wordt.
2. Door de REW toets los te laten wordt weergave be-
gonnen vanaf de maat waarvan het nummer in de dis-
play te zien is.
OPMERKING
Terugspoelen werkt niet wanneer weergave van de bankmelodie gestopt is.
702A-F-067A
Knippert
Tempowaarde
MaatslagnummerMaatnummer
Geeft aan dat de TONE toets ingedrukt werd.
MaatslagnummerMaatnummer
D-24
3-staps les
De 3-staps lesfunctie begeleidt u door de drie verschillende stappen
die hieronder beschreven zijn om u erbij te helpen uw spel op het
keyboard te verbeteren.
Stap 1 - De timing machtig worden.
In deze eerste stap drukt u op een willekeurige klaviertoets en het
keyboard zal de juiste noot spelen, zodat u zich ondertussen kunt
concentreren op de timing zonder u druk te maken over het spelen
van de juiste noot. De sub-melodie (obbligato) wacht met doorgaan
naar de volgende frase totdat u een toets indrukt.
Stap 2 - De melodie machtig worden.
In deze stap leert u welke klaviertoetsen u dient aan te slaan om de
melodie te spelen. De klaviertoetsen die u dient aan te slaan gaan
branden in de schermhulp toetsenbordgids en u kunt de gids dus
gewoon volgen terwijl u piano leert spelen. De sub-melodie (obbli-
gato) wacht totdat u de juiste noot aanslaat zodat u op uw gemak in
uw eigen tempo kunt leren.
Stap 3 - Speel met normale snelheid.
Hier gaat u eigenlijk genieten van het spelen van de melodieën die u
leerde in Stap 1 en Stap 2. De schermhulp toetsenbordgids geeft nog
steeds aan welke klaviertoetsen ingedrukt dienen te worden maar de
begeleiding gaat met normale snelheid door ongeacht of u al dan
niet de juiste noten speelt.
Melodietypes en hun onderdelen
De ingebouwde melodieën van dit keyboard zijn verdeeld over twee
basisgroepen: Automatische begeleidingsmelodieën (melodiebank)
en twee-handen begeleidingsmelodieën (Etude en Concert Piece). De
onderdelen die beschikbaar zijn voor 3-staps lesoefeningen hangen
af van welk type melodie u aan het gebruiken bent.
Automatische begeleidingsmelodieën (melodiebank)
Zoals de naam als suggereert bestaan deze melodieën uit een auto-
matisch begeleidingsgedeelte en een melodiegedeelte. Bij gebruik van
deze melodieën voor een 3-staps les kunt u enkel met het melodiege-
deelte (rechterhand) meespelen.
Twee-handen melodieën (Etude en Concert Piece)
Deze soorten melodieën worden met twee handen gespeeld, zoals in
een piano solo. Bij gebruik van deze melodieën voor een 3-staps les
kunt u met zowel het linker- als het rechterhand gedeelte meespelen.
Inhoud van de display tijdens 3-staps lesspel
Telkens wanneer u een automatische begeleidingsmelodie voor 3-
staps lesspel instelt, tonen de schermhulp toetsenbordgids en de no-
tenbalknotatie de noot die u dient te spelen en voor hoe lang. De
schermhulp toetsenbordgids laat ook zien welke noten u aanslaat op
het toetsenbord. Het onderstaande omschrijft de informatie die in de
display verschijnt.
Knippert
Volgende
noot
Huidige
noot
Brandt Knippert
Brandt
Knippert
1ste noot 2de noot 3rd Note
Brandt
Schermhulp
toetsenbordgids
Voorbeeld: Wanneer het spelen gedaan dient te worden met
de vingers 3, 2 en 1
OPMERKINGEN
De nootlengte wordt niet aangegeven wanneer u twee-handen melodieën
gebruikt bij Stap 1 en 2 van de 3-staps les. Zodra u een klaviertoets aan-
slaat die aangegeven wordt door de schermhulp toetsenbordgids gaat
deze uit en gaat de volgende in te drukken klaviertoets knipperen.
De nootlengte wordt aangegeven door de schermhulp toetsenbordgids
wanneer u twee-handen melodieën gebruikt bij Stap 3. In dit geval gaat
de volgende in te drukken klaviertoets niet knipperen wanneer u een
brandende toets aanslaat en het volgende vingernummer verschijnt niet
in de display. Alleen het huidige vingernummer wordt getoond.
Tempo-instelling bij de 3-staps les
Volg de procedure onder Bijstellen van het tempo op pagina D-16
voor het bijstellen van het tempo voor 3-staps lesweergave.
702A-F-068A
Toonhoogte van noten
De klaviertoets die u dient aan te slaan licht op in de schermhulp
toetsenbordgids terwijl de feitelijke toonhoogte van de noot in het
notenbalknotatiegebied in de display verschijnt. De vingers die u dient
te gebruiken om de noten aan te slaan worden ook in de display aan-
gegeven.
Lengte van de noot
De klaviertoets in de schermhulp toetsenbordgids blijft branden zo-
lang als de noot aangehouden moet worden. De notenbalknotatie en
de vingerzettingen blijven ook gedurende de lengte van de noot in
de display.
Volgende noot
Een klaviertoets in de schermhulp toetsenbordgids gaat knipperen
om de volgende te spelen noot aan te geven terwijl een nummer ver-
schijnt in de display bij de vinger die u moet gebruiken voor het aan-
slaan van de volgende noot.
Series van noten met dezelfde toonhoogte
De klaviertoets van de schermhulp toetsenbordgids gaat eventjes uit
tussen de noten en gaan dan weer aan voor elke volgende noot. De
notenbalknotatie en de vingerzettingen gaan ook aan en uit.
Step 2
Step 1
STOP
LEFT/TRACK 1
START/STOP
Stap 1
Stap 2
D-25
Stap 1 - De timing machtig worden.
1. Stel de melodie in die u wilt gebruiken.
2. Druk op de Stap 1 toets om Stap 1 weergave te be-
ginnen.
Na het klinken van het aftellen, staat het keyboard standby
en wacht totdat u de eerste noot van de melodie speelt.
De te gebruiken hand wordt aangegeven door de pijlen er
omheen.
3. Druk op willekeurige klaviertoetsen om het melodie-
gedeelte (rechterhand gedeelte) te spelen.
De klaviertoets voor de volgende te spelen noot gaat knip-
peren in de schermhulp toetsenbordgids en het keyboard
wacht voor u totdat u de noot speelt. Wanneer u een wille-
keurige klaviertoets aanslaat om de noot te spelen blijft de
klaviertoets in de schermhulp toetsenbordgids branden ter-
wijl de noot weergegeven wordt.
De begeleiding (linkerhand gedeelte) wacht tot u een wille-
keurige toets indrukt voor de noot.
Mocht u per ongeluk meer dan één toets achter elkaar in-
drukken, dan wordt de begeleiding gespeeld voor het cor-
responderende aantal noten.
Indrukken van meer dan één toets op hetzelfde moment
wordt geteld als een enkele melodienoot. Indrukken van een
toets terwijl een andere ingedrukt gehouden wordt, telt als
twee melodienoten.
4. Druk op de START/STOP of STOP toets om weergave
op elk gewenst moment te stoppen.
OPMERKINGEN
Oefenen van de linkerhand kan ook gedaan worden met begeleidings-
melodieën voor twee handen. Stel eenvoudigweg één van de begelei-
dingsmelodie voor twee handen in stap 1 van de bovenstaande proce-
dure in en druk daarna op de LEFT/TRACK 1 toets na stap 2.
De 3-staps les staat tegelijkertijd oefenen van beide handen niet toe.
U kunt ook vooruit- en terugspoelen gebruiken met Stap 1 weergave.
Stap 1 weergave kan niet gepauzeerd worden.
Het ritme klinkt niet tijdens Stap-1 weergave.
Stap 2 - De melodie machtig worden.
1. Stel de melodie in die u wilt gebruiken.
2. Druk op de Stap 2 toets om Stap 2 weergave te be-
ginnen.
Na het klinken van het aftellen, staat het keyboard standby
en wacht totdat u de eerste noot van de melodie speelt.
3. Speel de melodie (rechterhand deel) zoals aangege-
ven door de schermhulp toetsenbordgids.
De klaviertoets voor de volgende te spelen noot gaat knip-
peren in de schermhulp toetsenbordgids en het keyboard
wacht voor u totdat u de noot speelt. Wanneer u een wille-
keurige klaviertoets aanslaat om de noot te spelen blijft de
klaviertoets in de schermhulp toetsenbordgids branden ter-
wijl de noot weergegeven wordt.
Als meerdere klaviertoetsen in de schermhulp toetsenbord-
gids gaan branden terwijl u een twee-handen melodie aan
het gebruiken bent, dan moet u alle klaviertoetsen aanslaan
die branden.
4. Druk op de START/STOP of STOP toets om weergave
op elk gewenst moment te stoppen.
OPMERKINGEN
Oefenen van de linkerhand kan ook gedaan worden met begeleidings-
melodieën voor twee handen. Stel eenvoudigweg één van de begelei-
dingsmelodie voor twee handen in stap 1 van de bovenstaande proce-
dure in en druk daarna op de LEFT/TRACK 1 toets na stap 2.
De 3-staps les staat tegelijkertijd oefenen van beide handen niet toe.
U kunt ook vooruit- en terugspoelen gebruiken met Stap 2 weergave.
Stap 2 weergave kan niet gepauzeerd worden.
Het ritme klinkt niet tijdens Stap 2 weergave.
702A-F-069A
Vingerzetting
Noot
toonhoogte
Indicator verschijnt.
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Brandt
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Vingerzetting
Indicator verschijnt.
Gebruikte klaviertoets
Gebruikte klaviertoets
D-26
Stap 3 - Spelen bij normale snelheid.
1. Stel de melodie in die u wilt gebruiken.
2. Druk op de Stap 3 toets om Stap 3 weergave te be-
ginnen.
De begeleiding (linkerhand gedeelte) begint op normale snel-
heid te spelen.
3. Speel de melodie (rechterhand deel) zoals aangege-
ven door de schermhulp toetsenbordgids.
4. Druk op de START/STOP of STOP toets om weergave
op elk gewenst moment te stoppen.
OPMERKINGEN
Oefenen van de linkerhand kan ook gedaan worden met begeleidings-
melodieën voor twee handen. Stel eenvoudigweg één van de begelei-
dingsmelodie voor twee handen in stap 1 van de bovenstaande proce-
dure in en druk daarna op de LEFT/TRACK 1 toets na stap 2.
De 3-staps les staat tegelijkertijd oefenen van beide handen niet toe.
U kunt ook pauze, vooruit- en terugspoelen gebruiken met Stap 3 weer-
gave.
702A-F-070A
Step 3
STOP
LEFT/TRACK 1
START/STOP
Stap 3
Indicator verschijnt.
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Vingerzetting
Gebruikte klaviertoets
D-27
Geheugenfunctie
U kunt maximaal twee verschillende melodieën opslaan in het ge-
heugen voor latere weergave. De geheugenfunctie neemt uw toet-
senbordspel in real-time op zoals u het speelt.
Sporen
Het geheugen van dit keyboard neemt noten op en geeft ze weer
ongeveer zoals een normale bandrecorder. Er zijn twee sporen die
gescheiden opgenomen kunnen worden. Naast noten kan elk spoor
haar eigen toonnumer toegewezen worden. Tijdens de weergave kunt
u het tempo aanpassen om de weergavesnelheid te veranderen.
OPMERKINGEN
Spoor 1 is het basisspoor die gebruikt kan worden voor het opnemen
van de automatische begeleiding naast de melodie. Spoor 2 kan enkel
gebruikt worden voor de melodie en om toe te voegen aan wat reeds
opgenomen is op spoor 1.
Merk op dat elk spoor onafhankelijk is van het andere. Dat betekent dat
als u een fout maakt tijdens het opnemen, u enkel dat spoor opnieuw
hoeft op te nemen waarin de fout gemaakt werd.
Bediening van de geheugentoets
Telkens bij indrukken van de MEMORY toets wordt de volgende func-
tie van de cyclus ingeschakeld zoals hieronder aangegeven.
Spoor 1
Start Einde
Spoor 2
Automatische begeleiding
(ritme, baslijn, akkoorden), melodie
Melodie
Data opgenomen op het spoor
Brandt Knippert Uit
MEMORY MEMORY MEMORY
Weergave-
standby
Opname-
standby
Normaal
Instellen van een spoor
Druk op de LEFT/TRACK 1 toets om spoor 1 en op de RIGHT/
TRACK 2 toets om spoor 2 in te stellen. De letter L verschijnt in de
display om aan te geven dat Spoor 1 ingesteld is en letter R ver-
schijnt in de display om aan te geven dat Spoor 2 ingesteld is.
Weergave
Telkens bij indrukken van de LEFT/TRACK 1 toets of de RIGHT/
TRACK 2 toets terwijl de weergavestandbyfunctie ingeschakeld is
(zie Bediening van de geheugentoets) wordt de weergave van het
corresponderende spoor in- of uitgeschakeld. De letter die het spoor
aangeeft (L of R) verschijnt in de display telkens wanneer de weerga-
ve van dat spoor ingeschakeld is.
Bij de bovenstaande instelling wordt Spoor 1 wel en Spoor 2 niet
weergegeven.
Opname
Telkens bij indrukken van de LEFT/TRACK 1 toets of de RIGHT/
TRACK 2 toets terwijl de opnamestandbyfunctie ingeschakeld is (zie
Bediening van de geheugentoets) wordt de weergave van het cor-
responderende spoor in- of uitgeschakeld. De letter die het spoor
aangeeft (L of R) verschijnt in de display telkens wanneer de opname
van dat spoor ingeschakeld is.
Het bovenstaande geeft aan dat Spoor 1 weergegeven wordt ter-
wijl Spoor 2 opgenomen wordt.
702A-F-071A
Weergave
ingeschakeld
Weergave
uitgeschakeld
Spoor 1 Spoor 2
Weergave
ingeschakeld
Opname
ingeschakeld
D-28
5. Druk op de START/STOP toets om real-time opname
naar Spoor 1 te starten.
6. Speel iets op het toetsenbord.
Elke melodie en begeleiding die u op het toetsenbord speelt
(inclusief automatische begeleidingsakkoorden gespeeld op
he begeleidingstoetsenbord) wordt opgenomen.
Pedaalbediening wordt ook opgenomen als u het pedaal ge-
bruikt tijdens de opname.
7. Druk op de START/STOP toets om de opname te
beëindigen wanneer u klaar bent met spelen.
Als u een fout maakt tijdens het opnemen, stop de opname dan en
begin opnieuw vanaf stap 1.
OPMERKING
Bij gebruik van real-time opname om een spoor op te nemen dat reeds
opgenomen data bevat, wordt de bestaande opname vervangen door de
nieuwe data.
Spoor 1 Inhoud na real-time opname
Naast noten van de klaviertoetsen en begeleidingsakkoorden wordt
de volgende data ook opgenomen op Spoor 1 tijdens real-time opna-
me. Deze data wordt gebruikt wanneer Spoor 1 afgespeeld wordt.
Toonnummer
Ritmenummer
Bediening van de INTRO, SYNCHRO/ENDING, NORMAL/FILL-
IN, VARIATION/FILL-IN toetsen
Pedaalbediening
Geheugencapaciteit
Dit keyboard heeft een geheugen dat ca. 5.200 noten kan bevatten. U
kunt alle 5.200 noten gebruiken voor een enkele melodie of u kunt
het geheugen verdelen tussen twee verschillende melodieën.
De maatnummer en de nootnummer knipperen in de display tel-
kens wanneer het resterende geheugen minder dan 100 noten is.
De opname stopt automatisch (en de automatische begeleiding en
het ritme stoppen met spelen wanneer ze gebruikt worden) wan-
neer het geheugen vol is.
Real-time opnemen naar Spoor 1
Bij real-time opnemen worden de op het toetsenbord gespeelde no-
ten en akkoorden opgenomen terwijl u ze aan het spelen bent.
Opnemen naar Spoor 1 m.b.v. real-time opne-
men
1. Schakel opnamestandby in m.b.v. de MEMORY toets.
2. Stel m.b.v. de [+] en [] toetsen 0 en 1 in als het me-
lodienummer.
Het spoor is op dat moment nog niet ingesteld.
Het bovenstaande scherm met melodienummer blijft voor
ca. vijf seconden in de display. Mocht het verdwijnen voor-
dat u een melodienummer heeft kunnen instellen, toon het
opnieuw door op de MEMORY toets te drukken.
3. Druk op de LEFT/TRACK 1 toets om Spoor 1 in te
stellen.
De aanduiding L verschijnt in de display om het spoor aan
te geven waarnaar wordt opgenomen.
4. Maar één van de volgende instellingen, indien ge-
wenst.
Toonnummer (pagina D-14)
Ritmenummer (pagina D-16)
MODE schakelaar (pagina D-17)
Als u er geen vertrouwen in hebt om met een hoog tempo te
spelen, probeer dan eerst een langzame tempo-instelling (pa-
gina D-16).
702A-F-072A
Knippert
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Melodienummer
Knippert
MEMORYSTART/STOP
SYNCHRO/ENDING
[+]/[]
LEFT/TRACK 1 RIGHT/TRACK 2MODE
VARIATION/FILL-IN
NORMAL/FILL-IN
INTRO
Knippert
D-29
Weergave van het geheugen
Gebruik de volgende procedure voor het weergeven van de geheu-
geninhoud.
Van het geheugen weergeven
1. Schakel weergavestandby in m.b.v. de MEMORY toets
en stel dan 0 of 1 als melodienummer in m.b.v. de [+]
en [] toetsen.
Het bovenstaande melodienummer blijft voor ca. 5 secon-
den in de display. Mocht het verdwijnen voordat u een me-
lodienummer heeft kunnen instellen, toon het opnieuw door
op de MEMORY toets te drukken.
2. Druk op de START/STOP toets voor weergave van de
ingestelde melodie.
Tijdens geheugenweergave kunt u de LEFT/TRACK 1 en
RIGHT/TRACK 2 toetsen gebruiken om de weergave van
één van beide sporen in of uit te schakelen.
Het tempo kan ingesteld worden met de TEMPO toetsen.
3. Druk nogmaals op de START/STOP toets om de weer-
gave te stoppen.
OPMERKINGEN
Tijdens geheugenweergave fungeert het gehele toetsenbord als melo-
dietoetsenbord ongeacht de stand van de MODE schakelaar.
U kunt meespelen op het toetsenbord tijdens geheugenweergave.
U kunt ook lagen (pagina D-32) en splitsen (pagina D-32) gebruiken
om met meer dan 1 toon mee te spelen.
Tijdens geheugenweergave kunt u pauze, vooruitspoelen en terugspoe-
len niet gebruiken.
702A-F-073A
Opslag van geheugendata
Alles wat eerder opgeslagen was in het geheugen wordt vevangen
telkens wanneer u een nieuwe opname maakt.
De geheugeninhoud blijft behouden zolang het keyboard van
stroom voorzien wordt via het netsnoer. Als het netsnoer losge-
koppeld wordt en de batterijen leeg zijn of er geen batterijen inge-
legd zijn en de electrische stroomtoevoer dus afgesneden wordt,
zal alle data in het geheugen worden gewist. Zorg ervoor het key-
board aan te sluiten op het lichtnet alvorens de batterijen te ver-
vangen.
Als het keyboard uitgeschakeld wordt tijdens het opnemen wordt
de inhoud van het geheugen van het op dat moment opgenomen
spoor uitgewist.
Spoor 1 Real-time opnamevariaties
Hieronder wordt een aantal verschillende variaties beschreven die u
kunt gebruiken tijdens het opnemen van Spoor 1 met real-time opna-
me. Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure Opnemen naar
Spoor 1 m.b.v. real-time opname op pagina D-28.
Opnemen zonder ritme
Sla stap 5 over. Real-time opname zonder ritme start zodra u een kla-
viertoets indrukt.
Starten van de opname met synchro-start
Druk i.p.v. stap 5 op de SYNCHRO/ENDING toets. Automatische
begeleiding en de opname beginnen tegelijkertijd wanneer u een ak-
koord op het begeleidingstoetsenbord speelt.
Opnemen m.b.v. intros, eindpatronen en fill-ins.
Tijdens het opnemen kunnen de INTRO, SYNCHRO/ENDING, NOR-
MAL/FILL-IN, en VARIATION/FILL-IN toetsen (paginas D-19 - D-
20) alle gebruikt worden zoals gewoonlijk.
Synchro-starten van een automatische begeleiding met
een intropatroon
Druk i.p.v. stap 5 op de SYNCHRO/ENDING toets en daarna op de
INTRO toets. Automatische begeleiding en het intropatroon begin-
nen tegelijkertijd wanneer u een akkoord op het begeleidingstoet-
senbord speelt.
Beginnen van automatische begeleiding halverwege een
opname
Druk i.p.v. stap 5 op de SYNCHRO/ENDING toets en speel daarna
iets op het toetsenbord om te beginnen. Wanneer u het punt bereikt
waarop u de automatische begeleiding wilt laten beginnen, dient u
dan een akkoord te spelen op het begeleidingstoetsenbord.
Indicator verschijnt
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
D-30
Real-time opname op Spoor 2
Na op Spoor 1 te hebben opgenomen kunt u real-time opnames ma-
ken om een melodie toe te voegen op Spoor 2.
Opnemen op Spoor 2 tijdens weergave van
Spoor 1
1. Schakel opnamestandby in m.b.v. de MEMORY toets
en stel dan 0 of 1 als melodienummer in m.b.v. de [+]
en [] toetsen.
Het melodienummer dat u instelt zou de melodie moeten
zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
Het spoor is op dit moment nog niet ingesteld.
2. Druk op de RIGHT/TRACK 2 toets om Spoor 2 in te
stellen.
3. Maak naar wens één van de volgende instellingen.
Toonnummer (pagina D-14)
Als u er geen vertrouwen in heeft om met een hoog tempo te
spelen probeer dan een langzame instelling voor het tempo
(pagina D-16).
4. Druk op de START/STOP toets om real-time opname
naar Spoor 2 te beginnen samen met weergave van
Spoor 1.
5. Luister naar Spoor 1 terwijl u speelt wat u wilt opne-
men op Spoor 2.
6. Druk op de START/STOP toets om het opnemen te
beëindigen nadat u klaar bent met spelen.
Als u een fout maakt tijdens het opnemen, stop de opname
dan en begin opnieuw vanaf stap 1.
OPMERKING
Spoor 2 is een spoor enkel voor de melodie, zodat akkoorden er niet op
kunnen worden opgenomen. Hierdoor fungeert het gehele toetsenbord als
melodietoetsenbord ongeacht de stand van de MODE schakelaar.
Opnemen naar Spoor 2 zonder weergave van
Spoor 1
1. Schakel weergavestandby in m.b.v. de MEMORY toets.
2. Druk op de LEFT/TRACK 1 toets om weergave van
Spoor 1 uit te schakelen.
3. Ga door vanaf stap 1 Opnemen op Spoor 2 tijdens
weergave van Spoor 1
Merk op dat de bovenstaande procedure het ritme en de au-
tomatische begeleiding niet uitschakelt.
Spoor 2 Inhoud na real-time opname
De volgende data wordt opgenomen naar Spoor 2 tijdens real-time
opname.
Toonnummer
Pedaalbediening
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
KnippertKnippert
702A-F-074A
MEMORYSTART/STOP
[+]/[]
LEFT/TRACK 1 RIGHT/TRACK 2
D-31
Uitwissen van de inhoud van een
specifiek spoor
Gebruik de volgende procedure om alle data uit te wissen die op het
moment opgeslagen is op een bepaald spoor.
Alle data op een bepaald spoor te wissen
1. Schakel opnamestandby in m.b.v. de MEMORY toets
en stel dan m.b.v. de [+] en [] toetsen de melodie (0
of 1) in waarvan het spoor moet worden uitgewist.
2. Houd de MEMORY toets ingedrukt totdat het spoor-
wisscherm in de display verschijnt .
3. Druk op de LEFT/TRACK 1 of RIGHT/TRACK 2 toets
om het spoor dat moet worden uitgewist in te stellen.
Voorbeeld: Om Spoor 1 in te stellen
4. Druk op de [+] toets.
Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en de geheu-
genweergave in de standbystand gezet.
OPMERKINGEN
Het spoorwisscherm verdwijnt automatisch na circa 5 seconden uit de
display als u het keyboard laat staan met de spoorwisboodschap in de
display zonder iets te doen.
Nadat u eenmaal een spoor in stap 3 in te stellen kunt u niet veranderen
naar een ander spoor zonder de spoorwisfunctie uit te schakelen en
opnieuw in te schakelen.
Een spoor kan niet voor wissen ingesteld worden als dat spoor geen
data bevat.
Bij indrukken van de MEMORY toets terwijl het spoorwisscherm in de
display wordt aangegeven, wordt teruggegaan naar opnamestandby.
702A-F-075A
Knippert
ETUDE
CONCERT
PIECE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
D-32
Gebruik van splitsen
Bij splitsen worden twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een
splitstoon) toegewezen aan de linker- en rechterkant van het toetsen-
bord, zodat u deze ene toon dus met de linker- en de andere met de
rechterhand speelt. U kunt bijvoorbeeld STRINGS instellen als de
hoofdtoon (hoog bereik) en PIZZICATO als de splitstoon (laag be-
reik) zodat u een volledig snarenensemble aan uw vingerstoppen
heeft.
Met deze functie kunt u tevens het splitspunt instellen,welke de plaats
is waar van de ene naar de andere toon wordt overgeschakeld.
Splitsen van het toetsenbord
1. Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld: Druk om 048 STRINGS 1 als de hoofdtoon in te
stellen op de TONE toets en voer 0, 4 en daarna 8 in
m.b.v. de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen.
2. Druk op de SPLIT toets.
3. Stel de splitstoon in.
Voorbeeld: Voer om 045 PIZZICATO STR als de gelaagde toon
in te stellen 0, 4 en daarna 5 in m.b.v. de cijfertoetsen
of de [+] en [] toetsen.
Instellingen van het keyboard
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u lagen (om twee tonen met slechts een
klaviertoets te spelen), splitsen (om verschillende tonen te hebben
aan de linker- en rechterkant van het toetsenbord) en toetsrespons,
transponeren en steminstellingen gebruikt.
Gebruik van lagen
Met lagen kunt u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een
gelaagde toon) aan het toetsenbord toewijzen, zodat ze beide klin-
ken bij indrukken van een klaviertoets. U kunt bijvoorbeeld de
FRENCH HORN toon en de BRASS toon gebruiken om een rijk en
koperachtig geluid te krijgn.
Lagen van tonen
1. Stel eerst de hoofdtoon in.
Voorbeeld: Druk om 061 BRASS als de hoofdtoon in te stellen
op de TONE toets en voer 0, 6 en daarna 1 in m.b.v.
de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen.
2. Druk op de LAYER toets.
3. Stel de gelaagde toon in.
Voorbeeld: Druk om 060 FRENCH HORN als de gelaagde
toon in te stellen op de toontoets en voer 0, 6 en daar-
na 0 in m.b.v. de cijfertoetsen of de [+] en [] toetsen.
4. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Beide tonen klinken nu op hetzelfde moment.
5. Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te
ontlagen en het keyboard terug te brengen in de
normale staat.
Hoofdtoon (BRASS) + Gelaagde toon (FRENCH HORN)
702A-F-076A
Ingestelde gelaagde toon Indicator verschijnt
LAYER
SPLIT
LAGEN
LAYER
SPLIT
Indicator verschijnt
LAYER
TONE
SPLIT
Number buttons
[+]/[]
Cijfertoetsen
D-33
3. Druk op de LAYER toets en voer daarna het nummer
van de laagtoon in.
Merk op dat u de stappen 2 en 3 kunt omwisselen door eerst
de laagtoon en vervolgens de splitstoon in te stellen.
4. Druk op de SPLIT toets of de LAYER toets zodat zo-
wel de splits- (SPLIT) als de laagindicator (LAYER) op
de display staan.
5. Voer het nummer van de gelaagde splitstoon in.
6. Stel het splitspunt in.
Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de kla-
viertoets die de meest linkertoets van het hoge bereik dient
te worden.
7. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te ontla-
gen en druk nogmaals op de SPLIT toets om het toetsen-
bord te ontsplitsen.
GELAAGD EN GESPLITST
Gebruik van lagen en splitsen tegelij-
kertijd
Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een ge-
laagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil tussen eerst
gelaagde tonen creëren en vervolgens het toetsenbord splitsen en deze
handelingen in omgekeerde volgorde doen. Als lagen en splitsen te-
gelijkertijd gebruikt worden, worden twee tonen (hoofdtoon + ge-
laagde toon) aan het hoge bereik van het toetsenbord en twee aan het
lage bereik (splitstoon en gelaagde splitstoon) toegewezen.
Splitsen van het toetsenbord en daarna het
lagen van tonen
1. Druk op de TONE toets en voer daarna het toonnum-
mer van de hoofdtoon in.
2. Druk op de SPLIT toets en voer daarna het nummer
van de splitstoon in.
Druk na instellen van de splitston op de SPLIT toets om het
toetsenbord te ontsplitsen.
4. Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de
klaviertoets die de meest linkertoets van het hoge be-
reik dient te worden.
Voorbeeld: Druk op de G3 klaviertoets om G3 als splitspunt in
te stellen.
5. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
Elke klaviertoets vanaf de F
3 toets en lager heeft nu PIZZI-
CATO als toon terwijl elke klaviertoets vanaf G3 en hoger
STRINGS als toon heeft.
6. Druk nogmaals op de SPLIT toets om het toetsenbord
te ontsplitsen en hem terug in de normale staat te
brengen.
SPLITSEN
Hoofdtoon (STRINGS1)Splitstoon
(PIZZICATO STR)
Splitspunt
Splitstoon (PIZZICATO STR)
+
Gelaagde splitstoon
(STRINGS1)
Hoofdtoon (BRASS)
+
Gelaagde toon
(FRENCH HORN)
Splitspunt
702A-F-077A
LAYER
SPLIT
Indicator verschijnt
LAYER
SPLIT
Indicator verschijnt
LAYER
SPLIT
D-34
Transpositie van het toetsenbord
Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord verhogen en
verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als u een begeleiding
wilt spelen voor een vocalist die in een andere sleutel zingt dan het
keyboard bijvoorbeeld, kunt u eenvoudigweg de sleutel van het key-
board veranderen met de transpositiefunctie.
Transponeren van het toetsenbord
1. Druk op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets totdat het
transponeerscherm in de display verschijnt.
2. Verander de transponeerinstelling van het keyboard
met [+], [] en de cijfertoetsen.
Voorbeeld: Om het toetsenbord met vijf halve tonen hoger te
transponeren.
OPMERKINGEN
Het toetsenbord kan getransponeerd worden binnen een bereik van 12
(een octaaf lager) tot +12 (een octaaf hoger).
De default instelling voor transponeren is 00 telkens bij inschakelen
van het keyboard.
Het scherm verdwijnt automatisch als het transponeerscherm voor ca.
vijf seconden in de display aangegeven staat terwijl u niets doet.
De transponeerinstelling heeft tevens invloed op de weergave van het
geheugen en de automatische begeleiding.
TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
Telkens bij indrukken van de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets wordt
naar het volgende van 12 instelschermen gegaan: het transponeer-
scherm, het stemscherm en 10 MIDI instelschermen (pagina D-36).
Mocht u per ongeluk het te gebruiken scherm voorbijgaan, blijf dan
op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets drukken totdat het scherm
opnieuw verschijnt.
Gebruik van toetsrespons
Bij inschakelen van toetsrespons hangt het relatieve volume van het
geluid van het keyboard af van de kracht die er op de klaviertoetsen
uitgeoefend wordt, precies zoals bij een akoestische piano.
In- en uitschakelen van toetsrespons
1. Druk op de TOUCH RESPONSE toets om deze func-
tie in en uit te schakelen.
Toetsrespons is ingeschakeld wanneer het TOUCH RESPON-
SE indicatorlampje brandt.
Toetsrespons is uitgeschakeld wanneer het TOUCH RES-
PONSE indicatorlampje gedoofd is.
OPMERKINGEN
U kunt toetsresponsgevoeligheid bijregelen volgens de procedure on-
der TOUCH CURVE op pagina D-39.
Toetsrespons heeft niet alleen invloed op de interne klankbron van het
keyboard maar ze wordt tevens als MIDI data afgegeven.
De instelling van de toetsrespons wordt niet beïnvloed door data van de
geheugenweergave, begeleiding en externe MIDI noten.
702A-F-078A
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
TOUCH
RESPONSE
MEMORY
Brandt
TRANSPOSE/TUNE/MIDI
TOUCH RESPONSE
Number buttons
[+]/[]
Cijfertoetsen
D-35
Stemmen van het keyboard
Gebruik de volgende procedure om het keyboard af te stemmen op
een ander muziekinstrument.
Stemmen van het keyboard
1. Druk tweemaal op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
om het stemscherm te tonen.
2. Stel de stemwaarde in m.b.v. de [+], [] en de cijfer-
toetsen.
Voorbeeld: Om het stemmen met 20 te verlagen
OPMERKINGEN
Het keyboard kan binnen een bereik van 50 tot +50 cent gestemd wor-
den.
*100 cent komt overeen met een halftoon.
De default steminstelling is 00 telkens wanneer het keyboard inge-
schakeld wordt.
Het scherm verdwijnt automatisch als het stemscherm voor ca. vijf se-
conden in de display aangegeven staat terwijl u niets doet.
De steminstelling heeft tevens invloed op de weergave van het geheu-
gen en de automatische begeleiding.
702A-F-079A
D-36
702A-F-080A
Dit keyboard is uitgerust met multi-klankkleur mogelijkheden wat
zoveel betekent als dat het tegelijkertijd boodschappen kan ontvan-
gen via alle 16 MIDI kanalen en 16 onderdelen kan spelen.
Bediening van keyboard en pedalen die uitgevoerd wordt op dit key-
board wordt uitgezonden door een MIDI kanaal in te stellen (1 - 16)
en daarna de juiste boodschap te zenden.
Algemene MIDI
Zoals we reeds gezien hebben maakt MIDI het mogelijk om muziek-
data uit te wisselen tussen toestellen die geproduceerd zijn door ver-
schillende fabrikanten. Deze muzikale data bestaat niet uit de noten
zelf maar meer uit informatie of een klaviertoets ingedrukt wordt of
losgelaten en het toonnummer.
Als bijvoorbeeld toonnummer 1 op een keyboard geproduceerd door
Bedrijf A PIANO is terwijl toonnummer 1 op een keyboard geprodu-
ceerd door Bedrijf B BASS dan zal bij zenden van data van het key-
board geproduceerd door Bedrijf A naar het keyboard geproduceerd
door Bedrijf B een resultaat geven dat geheel anders is dan het origi-
neel. Als een computer, sequencer of ander toestel met mogelijkhe-
den voor automatische begeleiding gebruikt wordt om muziekdata
te produceren voor het keyboard geproduceerd door Bedrijf A dat 16
onderdelen (16 kanalen) heeft en die data wordt gezonden naar het
keyboard geproduceerd door Bedrijf B dat enkel 10 onderdelen (10
kanalen) kan produceren dan kunnen de onderdelen die niet kunnen
worden geproduceerd ook niet gehoord worden.
De standaard voor de toonnummerreeks, het aantal drumplaatjes en
andere algemene factoren die de opzet van de geluidsbron bepalen,
werd vastgesteld door onderlinge afspraken tussen de fabrikanten
en wordt algemene MIDI genoemd.
Deze algemene MIDI standaard definieert de nummerreeks, de num-
merreeks van de drumgeluiden, het aantal MIDI kanalen dan gebruikt
kan worden en andere algemene factoren die de opzet van de ge-
luidsbron bepalen. Hierdoor kan op een algemene MIDI geluidsbron
geproduceerde data weergegeven worden met gelijkwaardige tonen
en identieke nuances als het origineel zelfs bij weergave via de ge-
luidsbron van andere fabrikanten.
Dit keyboard komt overeen met de algemene MIDI standaard zodat
het aangesloten kan worden op een computer of ander toestel en ge-
bruikt voor weergave van algemene MIDI data die gekocht, vanaf
het internet geplukt of via andere bronnen verkregen worden.
MIDI
Wat is MIDI?
MIDI is een afkorting van Musical Instument Digital Interface, wat
de Engelse naam is voor de wereldstandaard voor digitale signalen
en aansluitingen die het uitwisselen van muziekdata mogelijk maakt
tussen muziekinstrumenten en computers (machines) die door ver-
schillende fabrikanten gemaakt zijn. MIDI aangepaste apparatuur kan
boodschappen als drukken op en loslaten van klaviertoetsen, toon-
veranderingen en andere data uitwisselen.
Hoewel u niet over speciale kennis over MIDI hoeft te beschikken
om dit toestel op zichzelf te gebruiken, is het nodig enige kunde te
hebben om MIDI bediening uit te voeren. Dit hoofdstuk geeft u een
overzicht van MIDI zodat u voorlopig uit de voeten kunt.
MIDI aansluitingen
MIDI boodschappen worden verzonden via de MIDI OUT aanslui-
ting van de ene naar de MIDI IN aansluiting van een tweede machi-
ne via een MIDI kabel. Om bijvoorbeeld een boodschap van dit key-
board naar een andere machine te verzenden dient u met een MIDI
kabel de MIDI OUT aansluiting van dit toestel aan te sluiten op de
MIDI IN aansluiting van de andere machine. Om nu MIDI boodschap-
pen terug te zenden naar dit keyboard dient u de MIDI OUT aanslui-
ting van de andere machine m.b.v. een MIDI kabel aan te sluiten op
de MIDI IN aansluiting van dit keyboard.
Om een computer of ander MIDI toestel te gebruiken om met dit key-
board geproduceerde MIDI data op te nemen en weer te geven dient
u zowel de MIDI IN als de MIDI OUT aansluitingen van beide ma-
chines aan te sluiten om data te zenden en te ontvangen.
Zorg ervoor de LOCAL CONTROL functie van dit keyboard uit te
schakelen (pagina D-38) om de MIDI THRU functie van een aan-
gesloten computer, sequencer of ander MIDI toestel te gebruiken.
MIDI kanalen
MIDI maakt het mogelijk de data voor meerdere onderdelen op het-
zelfde moment te zenden waarbij elk onderdeel via een gescheiden
MIDI kanaal verzonden wordt. Er zijn 16 MIDI kanalen, genummerd
1 tot en met 16, en MIDI kanaaldata wordt altijd bijgesloten bij het
oversturen van data (toetsindrukken, pedaalbediening, etc.)
Het zendende en het ontvangende toestel dienen op hetzelfde ka-
naal te worden ingesteld opdat het ontvangende toestel de data juist
kan ontvangen en spelen. Als het ontvangende toestel bijvoorbeeld
op kanaal 2 ingesteld is, zal het enkel MIDI kanaal 2 data ontvangen
en alle andere kanalen negeren.
Computer of ander MIDI toestel
MIDI OUT MIDI IN
MIDI IN
MIDI keyboard of MIDI geluidsbron
MIDI keyboard of MIDI geluidsbron
MIDI kanaal 1 Melodie
MIDI kanaal 2 Bas
MIDI kanaal 10 Drums
MIDI keyboard of MIDI geluidsbron
MIDI IN
Ontvangend MIDI kanaal = 1
Speelt de melodie.
Ontvangend MIDI kanaal = 2
Speelt de baslijn.
Ontvangend MIDI kanaal = 10
Speelt het drumgedeelte.
Computer of ander MIDI toestel
MIDI IN MIDI OUT
MIDI IN MIDI OUT
ETUDE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONCE
MEMORY
CONCERT
PIECE
SPLIT
Number buttons
[+]/[]
TRANSPOSE/TUNE/MIDI
LEFT/TRACK 1 RIGHT/TRACK 2
Cijfertoetsen
D-37
NAVIGATE CHANNEL (Default: 4)
Bij ontvangst van MIDI boodschappen van een extern toestel voor
weergave op dit keyboard is het navigeerkanaal het kanaal waarvan
de data in de display verschijnt. Als navigeerkanaal kunt u één ka-
naal van 1 t/m 8 instellen. Daar deze instelling u data op elk kanaal
van in de handel verkrijgbare MIDI software laat gebruiken om kla-
vietoetsen in de schermhulp toetsenbordgids te laten branden, kunt
u analyzeren hoe verschillende onderdelen van een arrangement ge-
speeld worden.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het NAVIGATE CHANNEL scherm ver-
schijnt.
2. Verander van kanaalnummer m.b.v. de [+], [] en
cijfertoetsen [1] - [8].
Voorbeeld: om kanaal 2 in te stellen
OPMERKING
Het navigeerkanaal wordt automatisch ingesteld op 1 wanneer u MIDI IN
CHORD JUDGE inschakelt.
Om bepaalde klanken uit te schakelen tijdens weergave
van MIDI data die ontvangen wordt
<<Navigeerkanaal aan/uit>>
Druk op de RIGHT/TRACK 2 toets alvorens MIDI data te
spelen.
Hierdoor wordt het geluid van het navigeerkanaal uitgeschakeld
maar klaviertoetsen in de schermhulp toetsenbordgids blijven op-
lichten in overeenkomst met de via dat kanaal ontvangen data. Druk
nogmaals op de RIGHT/TRACK 2 toets om het kanaal opnieuw in
te schakelen.
<<Volgende lagere kanaal van het navigeerkanaal aan/uit>>
Druk op de LEFT/TRACK 1 toets alvorens MIDI data te spe-
len.
Hierdoor wordt het geluid uitgeschakeld van het kanaal waar van
het nummer lager is dan het navigeerkanaal maar klaviertoetsen
in de schermhulp toetsenbordgids blijven oplichten in overeen-
komst met de via dat kanaal ontvangen data. Druk nogmaals op
de LEFT/TRACK 1 toets om het kanaal opnieuw in te schakelen.
Voorbeeld: Als het navigeerkanaal is 4, dan zal de bovenstaande han-
deling kanaal 3 uitschakelen. Als het navigeerkanaal 1 of 2
is, schakelt de bovenstaande handeling kanaal 8 uit.
LAYER
SPLIT
GM
702A-F-081A
LAYER
SPLIT
GM
Brandt
Veranderen van MIDI instellingen
U kunt dit keyboard gebruiken samen met een externe sequencer,
synthesizer of ander MIDI toestel om mee te spelen met verkrijgbare
algemene MIDI software. Dit hoofdstuk vertelt u hoe de vereiste MIDI
instellingen gemaakt kunnen worden bij het aansluiten van een ex-
tern toestel.
TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
Telkens bij indrukken van de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets wordt
naar het volgende van 12 instelschermen gegaan: het transponeer-
scherm, het stemscherm en 10 MIDI instelschermen. Mocht u per
ongeluk het te gebruiken scherm voorbijgaan, blijf dan op de TRANS-
POSE/TUNE/MIDI toets drukken totdat het scherm opnieuw ver-
schijnt. Merk tevens op dat wanneer een instelscherm automatisch
uit de display verdwijnt als u gedurende vijf seconden geen bedie-
ning uitvoert.
GM MODE (Default: uit)
on: Dit keyboard speelt algemene MIDI data van een computer of
ander extern toestel. De MIDI IN CHORD JUDGE functie kan niet
gebruikt worden wanneer de MODE functie ingeschakeld (on) is.
oFF: De MIDI IN CHORD JUDGE functie kan gebruikt worden.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het GM MODE scherm verschijnt.
Voorbeeld: Wanneer de GM MODE functie uitgeschakeld (off) is
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om de GM MODE functie in te schakelen
KEYBOARD CHANNEL (keyboardkanaal)
Dit keyboardkanaal is het kanaal dat gebruikt wordt om MIDI bood-
schappen van dit keyboard te zenden naar een extern toestel. Als
keyboardkanaal kunt u één kanaal van 1 t/m 16 instellen.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het KEYBOARD CHANNEL scherm ver-
schijnt.
2. Verander van kanaalnummer m.b.v. de [+] en [] cij-
fertoetsen.
Voorbeeld: om kanaal 4 in te stellen
D-38
702A-F-082A
MIDI IN CHORD JUDGE (Default: uit)
on: Bij instelling van een akkoordinstelmethode gekozen wordt met
de MODE schakelaar, worden akkoorden ingesteld door de ka-
naalnootdata die binnenkomt via de MIDI IN aansluiting.
oFF: MIDI IN CHORD JUDGE is uitgeschakeld.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het MIDI IN CHORD JUDGE scherm ver-
schijnt.
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om de MIDI IN CHORD JUDGE functie in te scha-
kelen
OPMERKING
De MIDI IN CHORD JUDGE functie wordt automatisch uitgeschakeld wan-
neer u naar een ander navigeerkanaal dan 01 verandert.
LOCAL CONTROL (Default: aan)
Deze instelling bepaalt of het toetsenbord en de klankbron van dit
keyboard intern aangesloten zijn of niet. Bij opname naar een com-
puter of een ander extern toestel aangesloten op de MIDI IN/OUT
aansluiting, helpt het als LOCAL CONTROL uitgeschakeld is.
on: Alles dat op het toetsenbord gespeeld wordt, zal ook weergege-
ven worden door de interne klankbron en tegelijkertijd worden
afgegeven als een MIDI boodschap via de MIDI OUT aanslui-
ting.
oFF: Alles dat gespeeld wordt op dit toetsenbord wordt als MIDI
boodschap afgegeven via de MIDI OUT aansluiting zonder te
worden weergegeven door de interne klankbron. Schakel LO-
CAL CONTROL uit (off) wanneer de MIDI THRU functie van
een computer of extern toestel gebruikt wordt. Merk tevens op
dat geen geluid geproduceerd zal worden door het keyboard
als LOCAL CONTROL uitgeschakeld en geen extern toestel aan-
gesloten is.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het LOCAL CONTROL scherm verschijnt.
Voorbeeld: Als LOCAL CONTROL ingeschakeld is
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om LOCAL CONTROL uit te schakelen
LOCAL CONTROL ingescha-
keld (On)
Op het toetsenbord gespeelde
noten worden weergegeven door
de interne klankbron en afgege-
ven als MIDI boodschap via de
MIDI OUT aansluiting.
LOCAL CONTROL uitgescha-
keld (Off)
Op het toetsenbord gespeelde no-
ten worden afgegeven als MIDI
boodschap via de MIDI OUT aan-
sluiting maar niet weergegeven
door de interne klankbron. De
MIDI THRU aansluiting van het
aangesloten toestel kan gebruikt
worden om de MIDI boodschap
terug te sturen en weer te geven
via zijn eigen geluidsbron.
ETUDE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONCE
MEMORY
CONCERT
PIECE
MIDI OUT
Klenkbron
ETUDE
LAYER
SPLIT
GM
TOUCH
RESPONCE
MEMORY
CONCERT
PIECE
MIDI OUT
MIDI IN
MIDI THRU
MIDI IN
MIDI OUT
Klenkbron
ACCOMP MIDI OUT (Default: uit)
on: De automatische begeleiding wordt gespeeld door het keyboard
en de corresponderende MIDI boodschap afgegeven via de MIDI
OUT aansluiting.
oFF: MIDI boodschappen van de automatische begeleiding worden
niet afgegeven via de MIDI OUT aansluiting.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het ACCOMP MIDI OUT scherm verschijnt.
Voorbeeld: Als ACCOMP MIDI OUT uitgeschakeld is
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om ACCOMP MIDI OUT in te schakelen
Number buttons
[+]/[]
TRANSPOSE/TUNE/MIDI
Cijfertoetsen
D-39
SOUND RANGE SHIFT (Default: aan)
on: Verschuift tonen in het lage bereik naar een lagere octaaf en 072
PICCOLO naar een hogere oktaaf.
oFF: Speelt tonen in het lage bereik en 072 PICCOLO op hun norma-
le niveau.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het SOUND RANGE SHIFT scherm verschijnt.
2. Verander de stand m.b.v. de [+] en [] of [0] en [1]
toetsen.
Voorbeeld: Om SOUND RANGE SHIFT uit te schakelen
Boodschappen
Er is een grote hoeveelheid boodschappen gedefinieerd onder de MIDI
standaard en dit hoofdstuk geeft de details betreffende die boodschap-
pen die verzonden en ontvangen kunnen worden door dit keyboard.
Een asterisk wordt gebruikt om boodschappen aan te duiden die in-
vloed hebben op het gehele keyboard. Die zonder asterisk betreffen
boodschappen die slechts op een kanaal invloed hebben.
Note on/off (noot aan/uit)
Deze boodschap zendt data bij het indrukken (NOTE ON) of loslaten
(NOTE OFF) van klaviertoetsen.
Een NOTE ON/OFF boodschap bevat een nootnummer (om aan te
geven welke toets ingedrukt of losgelaten wordt) en snelheid (druk
op het toetsenbord tussen 1 en 127). NOTE ON snelheid wordt altijd
gebruikt om het relatieve volume van de noot te bepalen. Dit key-
board ontvangt geen NOTE OFF snelheidsdata.
Bij indrukken of loslaten van een klaviertoets bij dit keyboard wordt
de corresponderende NOTE ON of NOTE OFF boodschap verzon-
den via de MIDI OUT aansluiting.
TOUCH CURVE (Default: 0)
0: Normale curve
1: Luider dan een normale toon zelfs wanneer weinig druk gebruikt
wordt om op klaviertoets te drukken. Als de toetsrespons uitge-
schakeld is, wordt geluid bij een luider volume dan gewoonlijk
weergegeven.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het TOUCH CURVE SELECT scherm ver-
schijnt.
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [] of [0]
en [1] toetsen.
Voorbeeld: Om toetscurve 1 in te stellen
ASSIGNABLE JACK
SUS (aanhouden): Stelt een aanhoudeffect*
1
in bij indrukken van
het pedaal.
SoS (sostenuto): Stelt een sostenuto-effect*
2
in bij indrukken van het
pedaal.
SFt (zacht): Bewerkstelligt een vermindering van het geluid in bij
indrukken van het pedaal.
rHy (ritme): Bewerkstelligt bediening van de START/STOP toets bij
indrukken van het pedaal.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets druk-
ken totdat het ASSIGNABLE JACK scherm verschijnt.
Voorbeeld: Als aanhouden ingeschakeld is
2. Verander de stand m.b.v. de [+] en [] of [0], [1], [2]
en [3] toetsen.
Voorbeeld: Om het ritme in te stellen
*1 Aanhouden
Bij pianotonen an andere klanken die wegsterven, werkt het pedaal
als een demppedaal waarbij de klanken langer aangehouden wor-
den dan het pedaal ingedrukt gehouden wordt. Bij orgeltonen en
andere doorlopende klanken blijven op het keyboard gespeelde no-
ten aangehouden worden totdat het pedaal wordt losgelaten. In bei-
de gevallen wordt het aanhoudeffect tevens uitgeoefend op noten
die gespeeld worden terwijl het pedaal reeds ingedrukt is.
*2 Sostenuto
Dit effect werkt hetzelfde als bij aanhouden behalve dat het enkel
uitgeoefend wordt op noten die reeds klinken op het moment dat het
pedaal ingedrukt wordt. Noten die dus gespeeld worden als het pe-
daal reeds ingedrukt is, worden niet beïnvloed.
Pedaal ingedrukt
Pedaal losgelaten
Wanneer SUS ingesteld is
Wanneer SoS ingesteld is
= Toetsenbord ingedrukt
= Aangehouden noten
Pedaal ingedrukt
Pedaal losgelaten
MIDI OUT
aansluiting
NOTE ON (noot aan)
MIDI OUT
aansluiting
Nootnummer (toon)
Snelheid (volume)
NOTE OFF (noot uit)
Nootnummer (toon)
Snelheid (volume)
Laat de toets los
Druk op de toets
702A-F-083A
D-40
OPMERKING
De toonhoogte van een noot hangt af van de gebruikte toon zoals aange-
geven in de Notentabel op pagina A-1. Wanneer dit keyboard een noot-
nummer ontvangt dat buiten zijn bereik van noten valt wordt dezelfde noot
van de dichtstbijliggende octaaf gesubstitueerd.
Program Change (programmaverandering)
Dit is de toonkeuzeboodschap. De progammaverandering kan toon-
data bevatten binnen het bereik van 0 - 127.
Een programmaveranderboodschap wordt verzonden via de MIDI
OUT aansluiting van het keyboard telkens wanneer u het toonnum-
mer met de hand verandert. Ontvangst van een programmaveran-
derboodschap van een externe machine verandert de tooninstelling
van dit keyboard.
OPMERKING
Dit keyboard ondersteunt 128 tonen in het bereik van 0 t/m 127. Kanaal 10
is echter het percussie-enkel kanaal en de kanalen 0, 8, 16, 24, 25, 32,
40, 48 en 62 corresponderen aan de negen drumklanken van dit keyboard.
Pitch Bend (toonhoogtebereik)
Deze boodschap bevat informatie betreffende buigen van de toon-
hoogte zodat de toonhoogte tijdens spelen op het toetsenbord soe-
peltjes omhoog en omlaag gaat. Dit keyboard zendt geen toonhoog-
tebuigdata maar kan welke dergelijke data ontvangen.
Control Change (bedieningsverandering)
Deze boodschap voegt effecten toe zoals vibrator en veranderingen
in het volume die optreden tijdens spelen op het keyboard. Bedie-
ningsveranderdata bevatten een bedieningsnummer (om het type
effect te identificeren) en een bedieningswaarde (om de aan/uit sta-
tus en de effectdiepte in te stellen).
Hieronder volgt een lijst van data die verzonden of ontvangen kan
worden met de bedieningsverandering.
geeft enkel-ontvangst boodschappen aan
* RPN is de afkorting van Registered Parameter Nummer (geregis-
treerd parameternummer) dat een speciale bedieningsverande-
ringsnummer is, gebruikt voor het combineren van meervoudige
bedieningsveranderingen. De bediende parameter wordt ingesteld
met de bedieningswaarden 100 en 101 waarna instellingen wor-
den gemaakt m.b.v. de bedieningswaarden van voor DATA EN-
TRY (regelnummers 6 en 38).
Dit keyboard gebruikt RPN om transponeren (de algehele afstem-
ming van dit keyboard in stapjes van een halve toon) en de afstem-
ming (de algehele fijnafstemming van dit keyboard en de gevoe-
ligheid van toonhoogtebuiging (toonhoogtebreedte in overeen-
komst met buigdata) van een ander extern MIDI toestel te regelen
bij dit keyboard.
OPMERKING
De met het voetpedaal uitgeoefende aanhoud- (regelnummer 64) soste-
nuto (regelnummer 66) en het zachte (regelnummer 67) effecten zijn ook
van kracht.
All Sound Off (alle geluid uit)
Deze boodschap dwingt al het via het betreffende kanaal geprodu-
ceerde geluid te stoppen.
All Notes Off (alle noten uit)
Deze boodschap schakelt alle via het betreffende kanaal geprodu-
ceerde noten uit.
Eventueel via een aanhoudpedaal of een sostenutopedaal aange-
houden noten blijven klinken tot de volgende pedaal uit boodschap
ontvangen wordt.
Reset All Controllers (alle regelaars terugstel-
len)
Deze boodschap stelt toonhoogteregeling en andere bedieningsver-
anderingen terug naar de normale staat.
System Exclusive* (systeem-exclusief)
Deze boodschap wordt gebruikt om systeemexclusieve kenmerken
te regelen zoals toonfijnregelingen die uniek zijn voor een bepaalde
machine. Oorspronkelijk betekende systeemexclusief dat het kenmer-
kend was voor een bepaald model maar tegenwoordig zijn er als je
het zo mag omschrijven universele systeemexclusieve kenmerken
die van toepassing zijn bij machines van verschillende modellen en
zelfs van verschillend fabrikaat.
Hieronder volgen de systeemexclusieve boodschappen die door dit
keyboard worden ondersteund.
GM SYSTEM ON ([F0][7E][7F][09][01][F7])
De GM SYSTEM functie wordt door een externe machine gebruikt
om het GM systeem van dit keyboard in te schakelen. GM betekent
General MIDI ofwel algemene MIDI.
GM SYSTEM ON neemt meer tijd in beslag dan andere boodschap-
pen zodat wanneer GM SYSTEM ON in de sequencer opgeslagen
is het meer dan 100 msec kan duren tot de volgende boodschap.
GM SYSTEM OFF ([F0][7E][7F][09][02][F7])
GM SYSTEM OFF wordt door een externe machine gebruikt om het
GM systeem van dit keyboard uit te schakelen.p
702A-F-084A
Effect Bedieningsnummer
Modulatie 1
Volume 7
Pan 10
Expressie 11
Hold1 64
Sostenuto 66
Zacht pedaal 67
RPN* 100 / 101
Data-invoer 6 / 38
D-41
Oplossen van moeilijkheden
Probleem
Geen geluid van het keyboard
Een van de volgende symptomen tijdens
werking op batterijen.
Zwak brandende stroomindicator
Het instrument kan niet ingeschakeld
worden.
Donkere, moeilijk afleesbare display
Abnormaal laag luidspreker-/hoofdte-
lefoonvolume
Vervorming van het geluid
Af en toe onderbreken van geluid tijdens
weergave bij een hoog volume
Plotseling uitvallen van de stroom tij-
dens weergave bij een hoog volume
Donker worden van de display bij weer-
gave met een hoog volume
Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van
de toetsen
De klank is totaal verschillend
Abnormale weergave van ritmepatro-
nen en demonstratiemelodieën
Uitvallen van stroom, geluidsvervor-
ming of laag volume bij spelen via een
aangesloten computer of MIDI toestel
Automatische begeleiding klinkt niet.
Geen verandering in het volume bij ver-
andering in druk op de klaviertoetsen.
De klavoertoetsen in de schermhulp toet-
senbordgids blijven branden.
Bij spelen van een ander MIDI instrument
kloppen de sleutel of de afstemming niet.
Automatische begeleiding of ritme kan
niet worden opgenomen.
Bij spelen van algemene MIDI data met-
een computer komen de weergavenoten
niet overeen met de noten die geprodu-
ceerd worden wanneer de verlichte kla-
viertoetsen worden ingedrukt op de
schermhulp toetsenbordgids.
Bij spelen op het toetsenbord wordt een
onnatuurlijk geluid verkregen terwijl het
keyboard op een computer is aangesloten.
Niet mogelijk om data van de akkoordbe-
geleiding bij een computer op te nemen.
Mogelijke oorzaak
1. Probleem met de stroomvoorziening.
2. De stroom is niet ingeschakeld.
3. Het volume is te laag ingesteld.
4. De MODE schakelaar staat in de
CASIO CHORD of FINGERED stand.
5. De LOCAL CONTROL functie is uitge-
schakeld.
6. MIDI data heeft de VOLUME en EX-
PRESSION instellingen ingesteld op 0.
Lage batterijspanning
Volume van automatische begeleiding
staat op 000.
De toetsresponsfunctie is uitgeschakeld.
Het keyboard is aan het wachten op het
spelen van de juiste noot tijdens weergave
met Stap 1 of Stap 2.
Transponeren of stemmen is op een ande-
re waarde dan 00 ingesteld.
Een spoor anders dan Spoor 1 is ingesteld
als opname spoor.
Verkeerde SOUND RANGE SHIFT instel-
ling
De MIDI THRU functie van de computer
is ingeschakeld.
De ACCOMP MIDI OUT functie is uitge-
schakeld.
Handeling
1. Sluit de adapter op de juiste wijze aan,
let erop dat de polen (+/) van de bat-
terijen in de juiste richting wijzen en
controleer dat de batterijen niet leeg zijn.
2. Druk op de POWER toets om de span-
ning in te schakelen.
3. Verhoog het volume met de VOLUME
schuifregelaar.
4. Normaal spel is niet mogelijk op het be-
geleidingstoetsenbord terwijl de MODE
schakelaar op CASIO CHORD of FIN-
GERED staat. Zet de MODE schakelaar
in de NORMAL stand.
5. Schakel de functie voor lokale bediening
in (ON).
6. Stel beide parameters in.
Vervang de batterijen door een set nieuwe
of gebruik de netadapter.
Verhoog met de ACCOMP VOLUME toets
het volume.
Druk op de TOUCH RESPONSE toets om
deze in te schakelen.
1. Druk op de verlichte toets om met Stap
1 of Stap 2 weergave te spelen.
2. Druk op de START/STOP toets om Stap
1 of Stap 2 weergave uit te schakelen.
Gebruik de TRANSPOSE/TUNE/MIDI
toets om de van toepassing zijnde instel-
schermen te verkrijgen en zowel transpo-
neren als stemmen op 00 in te stellen.
Stel Spoor 1 in m.b.v. de spoorkeuzetoet-
sen. (Spoor 2 is het melodiespoor.)
Gebruik de TRANSPOSE/TUNE/MIDI
toets om het SOUND RANGE SHIFT
scherm te verkrijgen en de instelling te cor-
rigeren.
Schakel de MIDI THRU functie van de com-
puter uit of schakel de LOCAL CONTROL
functie bij dit keyboard uit.
Schakel de ACCOMP MIDI OUT functie in.
Zie pagina
Pagina D-12
Pagina D-14
Pagina D-14
Pagina D-17
Pagina D-38
Pagina D-40
Pagina D-12
Pagina D-20
Pagina D-34
Pagina D-25
Pagina D-25
Pagina D-37
Pagina D-28
Pagina D-39
Pagina D-38
Pagina D-38
702A-F-085A
D-42
Technische gegevens
Model: CTK-571/CTK-573
Toetsenbord: 61 toetsen van standaard grootte, 5 octaven (met toetsrespons aan/uit)
Tonen: 137 (128 algemene MIDI tonen + 9 drumklanken); met lagen en splitsen
Ritme-instrumenttonen: 61
Polyfonie: 24 noten maximaal (12 voor bepaalde tonen)
Automatische begeleiding
Ritmepatronen: 100
Tempo: Variabel (216 stappen,
= 40 - 255)
Akkoorden: 3 vingerzetmethoden (CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD)
Ritmeregeling: START/STOP, INTRO, NORMAL/NORMAL FILL-IN, VARIATION/VARIATION FILL-IN, SYN-
CHRO/ENDING
Begeleidingsvolume: 0 - 127 (128 stappen)
Eén-toets voorkeuzes: Roept instellingen op voor toon, tempo, laag, splits en begeleidingsvolume in overeenstemming
met het ritme.
3-staps les: 3 lessen (stap 1, 2, 3)
Weergave: Herhaalde weergave van een enkele melodie
Song Bank (melodiebank), Etude,
Concert Piece (concertstuk)
Aantal melodieën: 100 (Melodiebank: 50, Etude: 20, Concertstuk: 30)
Bedieningsregelaars: PLAY/PAUSE, STOP, FF, REW, LEFT/TRACK 1, RIGHT/TRACK 2
Muziekinformatiefunctie: Toon, automatische begeleiding, bankmelodienummers en -namen; staafnotatie, tempo, metronoom,
maat- en maatslagnummer, stapjesdisplay, akkoordnaam, vingerzetting, pedaalbediening, toetsen-
bord, pianoteken
Metronoom: Aan/Uit
Maatslag: 1 - 6
Geheugen
Melodieën: 2
Opnamesporen: 2
Opnamemethode: Real-time
Geheugencapaciteit: Ca. 5.200 noten (totaal voor twee melodieën)
MIDI: 16 meervoudige ontvangst, GM niveau 1 standaard
Overige functies
Transponeren: 25 stappen (12 halftonen tot +12 halftonen)
Stemmen: 101 stappen (A4=ca. 440Hz
+_
50 cent)
Aansluitingen
MIDI aansluitingen: IN, OUT
Toewijsbare aansluiting: Standaard aansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop)
Hoofdtelefoon/uitgangs-aansluiting:
Stereo standaard aansluiting
Uitgangsimpedantie: 66
Uitgangsspanning: Max. 3,0V (RMS)
Stroomaansluiting: 9V gelijkstroom (9V DC)
Stroomvoorziening: 2-wegs
Batterijen: 6 batterijen maat D
Levensduur batterijen: Circa 6 uur onafgebroken gebruik op mangaanbatterijen.
Netadapter: AD-5
Automatisch uitschakelen stroom: Schakelt spanning uit ca. 6 minuten na laatste bediening. Werkt enkel tijdens werking op batterijen,
kan met de hand uitgeschakeld worden.
Luidsprekervermogen: 2,0 w + 2,0 w
Stroomverbruik: 9V 7,7w
Afmetingen: 96,1 x 37,5 x 14,3 cm
Gewicht: Ca. 5,3 kg (zonder batterijen)
Ontwerp en technische gegevens onder voorbehoud.
702A-F-086B
A-1
Appendice / Appendix/ Appendice
Table de notes
Notentabel
Tabella delle note
(1) (4)(3)(2)
000
001
002
003
004
005
006
007
008
009
24
24
12
12
24
24
24
24
24
24
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A0 - C8
A0 - C8
A0 - C8
A0 - C8
E1 - G7
E1 - G7
F2 - F6
C2 - C7
C4 - C8
C5 - C8
010
011
012
013
014
015
016
017
018
019
12
24
24
24
24
12
12
12
12
12
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C4 - C6
F3 - F6
C3 - C6
F4 - C7
C4 - F5
C4 - C6
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
A0 - C8
020
021
022
023
024
025
026
027
028
029
24
12
24
12
24
24
24
24
24
24
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C2 - C7
F3 - F6
C4 - C6
F3 - F6
E2 - C6
E2 - C6
E2 - D6
E2 - D6
E2 - D6
E2 - D6
030
031
032
033
034
035
036
037
038
039
24
24
24
24
24
24
24
24
24
24
A
A
B
B
B
B
B
B
B
B
E2 - D6
E2 - D6
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
E1 - G3
080
081
082
083
084
085
086
087
088
089
12
12
12
12
12
12
12
12
12
24
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A0 - C8
A0 - C8
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
A0 - C8
C2 - C7
C2 - C7
*120
121
*122
*123
*124
*125
*126
*127
24
24
12
24
24
24
12
24
D
A
D
D
D
D
D
D
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
090
091
092
093
094
095
096
097
098
099
12
12
12
12
12
12
12
12
12
12
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
12
12
12
12
24
24
24
24
24
12
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
C3 - F5
C3 - C6
D3 - G5
G3 - C6
C3 - G5
C2 - F5
110
111
112
113
114
*115
*116
*117
*118
*119
12
24
24
24
12
24
24
24
12
24
A
A
A
A
A
D
D
D
D
D
G3 - C7
C3 - C5
C5 - C6
C4 - C5
E3 - E5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
C4 - C5
040
041
042
043
044
045
046
047
048
049
24
24
24
24
24
24
24
24
24
24
A
A
A
B
A
A
A
B
A
A
G3 - C7
C3 - C6
C2 - C5
E1 - G3
E1 - C7
E1 - C7
B0 - G7
C2 - A3
E1 - C7
E1 - C7
050
051
052
053
054
055
056
057
058
059
24
12
24
24
12
12
24
24
24
24
A
A
A
A
A
A
A
A
B
A
C2 - C7
C2 - C7
C3 - G5
C3 - G5
C3 - C6
C3 - C5
A
3 - A
6
A
1 - D
5
F1 - G3
A
3 - A
5
060
061
062
063
064
065
066
067
068
069
12
24
12
12
24
24
24
24
24
24
A
A
A
A
A
A
A
B
A
A
F2 - F5
C2 - C7
C2 - C7
C2 - C7
F
3 - D
6
C
3 - G
5
F
2 - D
5
C
2 - G
4
A
3 - G6
E3 - A5
070
071
072
073
074
075
076
077
078
079
24
24
24
24
24
24
12
24
24
24
B
A
C
A
A
A
A
A
A
A
A
1 - C5
D3 - G6
D5 - C8
C4 - C7
C4 - C7
C4 - C7
C4 - C7
G3 - C6
C4 - C7
C4 - C6
(1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2)
(1) (4)(3)(2)
(1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2) (1) (4)(3)(2)
(1) (4)(3)(2)
(1) (4)(3)(2)
(1) (4)(3)(2)
REMARQUES
(1)
La signification de chaque type d'échelle est indiquée àdroite.
(2) La hauteur des notes marquées d'une astérisque ne change pas, quelle que soit la touche du clavier sur laquelle vous
appuyez.
(3) Les sons de percussions (numéros de sonorité 128 à 136) ont une polyphonie maximale de 12 notes.
(4) La mise en service de SOUND RANGE SHIFT (page F-39) sert àdécaler d'une octave les sonorités à échelles B et C.
702A-F-129A
OPMERKINGEN
(1)
De betekenis van elk bereiktype wordt hier boven beschreven.
(2) De met een asterisk aangegeven toonhoogte veranderen niet ongeacht welke klaviertoets ingedrukt wordt.
(3) Percussieklanken (toonnummers 128 - 136) hebben een maximale polyfonie van 12.
(4)
Bij inschakelen van SOUND RANGE SHIFT (pagina D-39) zullen tonen van bereiktype B en C één octaaf verschoven
worden.
NOTE
(1) Il significato di ciascun tipo di gamma è descritto a destra.
(2)
L'altezza di toni contrassegnati da un asterisco non cambia indipendentemente da quale tasto della tastiera viene
premuto.
(3) I suoni delle percussioni (numeri di tono da 128 a 136) hanno una polifonia massima di 12.
(4)
L'attivazione di SOUND RANGE SHIFT (pagina I-39) causa lo spostamento di un'ottava dei toni del tipo di gamma B e C
.
A-2
Range Type
C-1 C9C8C7 G7C6C5C4C3C2C1C0 G9
D
(Effet sonore)
(
Geluidseffect
)
(Effetto sonoro)
a
b
c
d
A=440Hz
Sonorités sans gamme.
Geen schaal voor tonen.
Nessuna scala per i toni.
C
072 PICCOLO
seulement
Alleen
072 PICCOLO
Solo
072 PICCOLO
B
Lage toonsoort-
instrumenten
Instruments à
registre bas
Strumenti con
altezza bassa
A
(Type standard)
(Normale soort)
(Tipo normale)
........Echelle disponible (en utilisant la transposition ou la réception MIDI)
........Verkrijgbaar bereik (met gebruik van transponeren of MIDI ontvangst)
........Gamma disponibile (usando la trasposizione o la ricezione MIDI)
........Echelle du clavier (SOUND RANGE SHIFT en service)
........Toetsenbordbereik (SOUND RANGE SHIFT ingeschakeld)
........Gamma tastiera (SOUND RANGE SHIFT attivato)
........Echelle du clavier (SOUND RANGE SHIFT hors service)
........Toetsenbordbereik (SOUND RANGE SHIFT uitgeschakeld)
........Gamma tastiera (SOUND RANGE SHIFT disattivato)
........Les notes dans ces écelles sont produites en jouant les notes de l'échelle c qui sont à
l'octave la plus près, suite à la transposition et la réception des données MIDI
........Noten in dit bereik worden geproduceerd door noten in bereik c te spelen die zich in de
dichtstbijzijnde octaaf bevinden en die het resultaat zijn van transponeren of ontvangst
van MIDI data.
........
Le note in queste gamme sono prodotte suonando le note nella gamma c che sono
nell'ottava più vicina come risultato delle operazioni di trasposizione e ricezione dati MIDI.
702A-F-130A
A-3
Key/Note number
Drumset 1
STANDARD SET
HIGH Q
SLAP
SCRATCH PUSH
SCRATCH PULL
STICKS
SQUARE CLICK
METRONOME CLICK
METRONOME BELL
ACOUSTIC BASS DRUM
BASS DRUM
SIDE STICK
ACOUSTIC SNARE 1
HAND CLAP
ACOUSTIC SNARE 2
LOW FLOOR TOM
CLOSED HI-HAT
HIGH FLOOR TOM
PEDAL HI-HAT
LOW TOM
OPEN HI-HAT
LOW MID TOM
HIGH MID TOM
CRASH CYMBAL 1
HIGH TOM
RIDE CYMBAL 1
CHINESE CYMBAL
RIDE BELL
TAMBOURINE
SPLASH CYMBAL
COWBELL
CRASH CYMBAL 2
VIBRA-SLAP
RIDE CYMBAL 2
HIGH BONGO
LOW BONGO
MUTE HIGH CONGA
OPEN HIGH CONGA
LOW CONGA
HIGH TIMBALES
LOW TIMBALES
HIGH AGOGO
LOW AGOGO
CABASA
MARACAS
SHORT WHISTLE
LONG WHISTLE
SHORT GUIRO
LONG GUIRO
CLAVES
HIGH WOOD BLOCK
LOW WOOD BLOCK
MUTE CUICA
OPEN CUICA
MUTE TRIANGLE
OPEN TRIANGLE
SHAKER
JINGLE BELL
BELL TREE
CASTANETS
MUTE SURDO
OPEN SURDO
POWER BASS DRUM 2
POWER BASS DRUM 1
ROOM SNARE 1
ROOM SNARE 2
ROOM LOW FLOOR TOM
ROOM HIGH FLOOR TOM
ROOM LOW TOM
ROOM LOW MID TOM
ROOM HIGH MID TOM
ROOM HIGH TOM
POWER BASS DRUM 2
POWER BASS DRUM 1
POWER SNARE 1
POWER SNARE 2
ROOM LOW FLOOR TOM
ROOM HIGH FLOOR TOM
ROOM LOW TOM
ROOM LOW MID TOM
ROOM HIGH MID TOM
ROOM HIGH TOM
POWER BASS DRUM 2
ELEC BASS DRUM
ELEC SNARE
DANCE SNARE
ELEC LOW FLOOR TOM
ELEC HIGH FLOOR TOM
ELEC LOW TOM
ELEC LOW MID TOM
ELEC HIGH MID TOM
ELEC HIGH TOM
REVERSE CYMBAL
Drumset 2
ROOM SET
Drumset 3
POWER SET
Drumset 4
ELEC SET
E1
F1
G1
A1
B1
C2
D2
E2
F2
G2
A2
B2
C3
D3
E3
F3
G3
A3
B3
C4
D4
E4
F4
G4
A4
B4
C5
D5
E5
F5
G5
A5
B5
C6
D6
E6
28
29
31
33
35
36
38
40
41
43
45
47
48
50
52
53
55
57
59
60
62
64
65
67
69
71
72
74
76
77
79
81
83
84
86
88
E 1
F#1
A 1
B 1
C#2
E 2
F#2
A 2
B 2
C#3
E 3
F#3
A 3
B 3
C#4
E 4
F#4
A 4
B 4
C#5
E 5
F#5
A 5
B 5
C#6
E 6
27
30
32
34
37
39
42
44
46
49
51
54
56
58
61
63
66
68
70
73
75
78
80
82
85
87
Drumset 5
SYNTH SET
Drumset 6
JAZZ SET
Drumset 7
BRUSH SET
Drumset 8
ORCHESTRA SET
Drumset 9
VOICE SET
SYNTH BASS DRUM 1
VOICE BASS DRUM
SYNTH RIM SHOT
VOICE SNARE
SYNTH SNARE 1
SYNTH LOW FLOOR TOM
VOICE CLOSED HI-HAT
SYNTH HIGH FLOOR TOM
VOICE PEDAL HI-HAT
SYNTH LOW TOM
VOICE OPEN HI-HAT
SYNTH LOW MID TOM
SYNTH HIGH MID TOM
SYNTH CYMBAL
SYNTH HIGH TOM
SYNTH COWBELL
SYNTH MUTE HIGH CONGA
SYNTH OPEN HIGH CONGA
SYNTH LOW CONGA
SYNTH MARACAS
SYNTH CLAVES
JAZZ BASS DRUM 2
JAZZ BASS DRUM 1
JAZZ SNARE 1
JAZZ SNARE 2
JAZZ BASS DRUM 2
JAZZ BASS DRUM 1
BRUSH TAP
BRUSH SLAP
BRUSH SWIRL
SYNTH BASS DRUM 2
SYNTH BASS DRUM 1
SYNTH RIM SHOT
SYNTH SNARE 1
SYNTH SNARE 2
SYNTH LOW FLOOR TOM
SYNTH CLOSED HI-HAT 1
SYNTH HIGH FLOOR TOM
SYNTH CLOSED HI-HAT 2
SYNTH LOW TOM
SYNTH OPEN HI-HAT
SYNTH LOW MID TOM
SYNTH HIGH MID TOM
SYNTH CYMBAL
SYNTH HIGH TOM
SYNTH COWBELL
SYNTH MUTE HIGH CONGA
SYNTH OPEN HIGH CONGA
SYNTH LOW CONGA
SYNTH MARACA
SYNTH CLAVES
CLOSED HI-HAT
PEDAL HI-HAT
OPEN HI-HAT
RIDE CYMBAL 1
JAZZ BASS DRUM 1
CONCERT BASS DRUM
CONCERT SNARE
CASTANETS
CONCERT SNARE
TIMPANI F
TIMPANI F
TIMPANI G
TIMPANI A
TIMPANI A
TIMPANI B
TIMPANI B
TIMPANI C
TIMPANI C
TIMPANI D
TIMPANI E
TIMPANI E
TIMPANI F
CONCERT CYMBAL 2
CONCERT CYMBAL 1
APPLAUSE
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
앴앶
Liste des sons de percussions (
indique le même son que ST
ANDARD SET)
Drumklankenlijst (
geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET)
Lista dei suoni di percussione (
indica lo stesso suono di STANDARD SET)
702A-F-131A
A-4
Charte des accords FINGERED
Fingered akkoordkaarten
Tavola degli accordi a diteggiatura normale
dimm7
-5
M7
Mm 7
m7
dim7
Chord
Type
Root
C
D
E
F
G
A
B
C /(D )
(D )/E
F /(G )
(G )/A
(A )/B
702A-F-132A
A-5
aug
sus4
Chord
Type
Root
C
D
E
F
G
A
B
C /(D )
(D )/E
F /(G )
(G )/A
(A )/B
m add9
7sus4
mM7
7
-5
add9
702A-F-133A
A-6
702A-F-134A
Liste des sonorités
Toonlijst
Lista dei toni
SYNTH-LEAD 080-087
080 SQUARE WAVE
081 SAWTOOTH WAVE
082 CALLIOPE
083 CHIFF LEAD
084 CHARANG
085 VOICE LEAD
086 FIFTH LEAD
087 BASS+LEAD
SYNTH-PAD 088-095
088 NEW AGE
089 WARM PAD
090 POLYSYNTH
091 SPACE CHOIR
092 BOWED GLASS
093 METALLIC PAD
094 HALO PAD
095 SWEEP PAD
SYNTH-SFX 096-103
096 RAIN DROP
097 SOUNDTRACK
098 CRYSTAL
099 ATMOSPHERE
100 BRIGHTNESS
101 GOBLINS
102 ECHOES
103 SF
PERCUSSIVE 112-119
112 TINKLE BELL
113 AGOGO
114 STEEL DRUM
115 WOOD BLOCK
116 TAIKO
117 MELODIC TOM
118 SYNTH-DRUM
119 REVERSE CYMBAL
SOUND EFFECTS 120-127
120 GT FRET NOISE
121 BREATH NOISE
122 SEASHORE
123 BIRD
124 TELEPHONE
125 HELICOPTER
126 APPLAUSE
127 GUNSHOT
A-7
Liste des rythmes
Ritmelijst
Lista dei ritmi
POPS
00 POPS 1
01 WORLD POP
02 SOUL BALLAD 1
03 POP SHUFFLE
04 POP BALLAD
05 POPS 2
06 BALLAD
07 FUSION SHUFFLE
08 POPS 3
09 SOUL BALLAD 2
10 16 BEAT 1
11 16 BEAT 2
12 16 BEAT 3
13 8 BEAT 1
14 8 BEAT 2
15 8 BEAT 3
16 POPS 4
17 DANCE POP
18 POP FUSION
19 POP WALTZ
DANCE/FUNK
20 JUNGLE
21 RAVE
22 TECHNO
23 GROOVE SOUL
24 DISCO
25 EURO BEAT
26 RAP
27 TRANCE
28 FUNK
29 VERY FUNKY
ROCK
30 ROCK WALTZ
31 SLOW ROCK 1
32 SLOW ROCK 2
33 SOFT ROCK 1
34 SOFT ROCK 2
35 SOFT ROCK 3
36 FOLKIE POP
37 POP ROCK 1
38 60'S SOUL
39 POP ROCK 2
40 ROCK 1
41 ROCK 2
42 POP ROCK 3
43 RIFF ROCK
44 HEAVY METAL
45 50'S ROCK
46 TWIST
47 N'AWLINS R&R
48 CHICAGO BLUES
49 R & B
JAZZ/FUSION
50 BIG BAND
51 JAZZ VOICES
52 SLOW SWING
53 SWING 1
54 SWING 2
55 FOX TROT
56 MODERN JAZZ
57 ACID JAZZ
58 LATIN FUSION
59 JAZZ WALTZ
EUROPEAN
60 POLKA 1
61 POLKA 2
62 MARCH 1
63 MARCH 2
64 SLOW WALTZ
65 VIENNESE WALTZ
66 WALTZ
67 FRENCH WALTZ
68 SERENADE
69 TANGO
LATIN/VARIOUS
70 BOSSA NOVA 1
71 BOSSA NOVA 2
72 SAMBA 1
73 SAMBA 2
74 JAZZ SAMBA
75 MAMBO
76 RHUMBA
77 CHA-CHA-CHA
78 MERENGUE
79 BOLERO
80 SALSA
81 REGGAE
82 PUNTA
83 CUMBIA
84 PASODOBLE
85 RUMBA CATALANA
86 SEVILLANA
87 SKA
88 TEX-MEX
89 FOLKLORE
90 COUNTRY
91 BLUEGRASS
92 TOWNSHIP
93 FAST GOSPEL
94 SLOW GOSPEL
95 RAI
96 ADANI
97 BALADI
98 ENKA
99 STR QUARTET
702A-F-135A
A-8
702A-F-136A











A-9
702A-F-137A











A-2
Basic Default
Channel Changed
Default
Mode Messages
Altered
Note
Number: True voice
Velocity Note ON
Note OFF
After Key's
Touch Ch's
Pitch Bender
1
6,38
7
10
Control 11
Change 64
66
67
100, 101
120
121
Transmitted Recognized Remarks
Function ...
1-16
*
1
1-16
Mode 3
X
❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
36 - 96
❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
O
9nH v = 1-127
X
9nH v = 0
X
X
X
X
O*
4
X
X
X
O*
5
O*
5
O*
5
O*
4
X
X
Model
CTK-571/CTK-573 MIDI Implementation Chart
XX
= no relation
Modulation
Data entry
Volume
Pan
Expression
Hold1
Sostenuto
Soft pedal
RPN LSB, MSB
All sound off
Reset all controller
*
1
Hold in memory as long as
the power is supplied
*
2
See Note Table on page
A-1.
1-16
1-16
Mode 3
X
❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
0-127
12 - 108
*
2
O
9nH
v = 1-127
X
9nH
v = 0, 8nH
v =
XX
X
O*
3
O
O*
3
O*
4
O
O
O
O
O
O
O*
4
O
O
Version: 1.0
702A-F-138B
A-3
702A-F-139A
67
100, 101
120
121
Program
Change: True #
System Exclusive
System : Song Pos
Common : Song Sel
: Tune
System : Clock
Real Time :
Commands
Aux
: Local ON/OFF
: All notes OFF
Messages : Active Sense
: Reset
Remarks
O*
5
O*
4
X
X
O
0-127
❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
O*
6
X
X
X
O
O
X
X
X
X
S
o
f
t pe
d
a
l
RPN LSB, MSB
All sound off
Reset all controller
O
O*
4
O
O
O
0-127
❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
O*
6
X
X
X
X
X
X
O
O
X
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 2 : OMNI ON, MONO
O
: Yes
Mode 3 : OMNI OFF, POLY Mode 4 : OMNI OFF, MONO
X
: No
*
3
Modulation and after touch for each channel are the same effect.
*
4
FINE TUNE, COARSE TUNE send/receive, and PITCH BEND SENSE, RPN Null receive
*
5
In accordance with assignable jack setting
*
6
GM on/off GM ON : [F0] [7E] [7F] [09] [01] [F7] GM OFF : [F0] [7E] [7F] [09] [02] [F7]
MA0103-B Printed in Malaysia
P
Imprimé en Malaisie
CTK571/573-FDI-1
Ce sigle signifie que l'emballage est conforme à la législation
allemande en matière de protection de l'environnement.
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de
wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
Questo marchio di riciclaggio indica che la confezione è conforme
alla legislazione tedesca sulla protezione dell'ambiente.
CASIO COMPUTER CO.,LTD.
6-2, Hon-machi 1-chome
Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
01.8.1, 2:51 PMPage 3
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Casio CTK-571 Handleiding

Categorie
Digitale piano's
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor