58
Voor het zagen van dikke takken moet u eerst een
ondiepe ondersnede maken en dan de rest van de snede
van boven af zagen. (Fig. 16)
Wanneer u dikke takken vanaf de onderkant van de tak
probeert af te zagen, kan de tak zich sluiten zodat de
zaagketting in de zaagsnede vastgeklemd raakt. Wan-
neer u dikke takken vanaf de bovenkant probeert af te
zagen zonder een ondiepe snede van onderen te maken,
kan de tak splinteren. (Fig. 17)
Indien u niet in één keer recht door het hout kunt zagen:
Oefen lichte druk uit op het handvat en ga door met
zagen en trek de kettingzaag een beetje terug; breng de
spijkers een beetje lager aan en zaag de rest van de
snede door het handvat omhoog te brengen. (Fig. 18)
Dragen van de machine (Fig. 19)
Verwijder altijd de accu uit het gereedschap en plaats de
kettingbeschermer op het zaagblad alvorens het ger-
reedschap te gaan dragen. Plaats ook het accudeksel op
de accu.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
• Draag voor inspectie- of onderhoudswerkzaamheden
altijd handschoenen.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
De zaagketting slijpen
LET OP:
• Haal altijd de accu van het gereedschap af en draag
altijd veiligheidshandschoenen wanneer u werkzaam-
heden uitvoert aan de kettingzaag.
Slijp de zaagketting als:
– Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens het
zagen van vochtig hout;
– De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt,
zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend;
– De zaagsnede duidelijk beschadigd is;
– De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout.
De reden hiervan is een ongelijkmatige scherpte van
de zaagketting, of een beschadiging aan slechts een
kant. (Fig. 20)
Slijp de zaagketting veelvuldig, maar slijp iedere keer
slechts een weinig materiaal weg.
Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans vol-
doende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting
meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer slij-
pen door een in MAKITA gespecialiseerde reparatie-
dienst.
Vijl en vijlbeweging (Fig. 21)
– Gebruik een speciale ronde vijl (optioneel accessoire)
voor het slijpen van een zaagketting met een diameter
van 4 mm. Normale ronde vijlen zij niet geschikt.
– De vijl mag alleen tijdens de voorwaartse beweging
met het materiaal in aanraking komen. Til de vijl van
het materiaal af tijdens de achterwaartse beweging.
– Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes is
vervolgens de maatstaf voor alle andere messen op
de zaagketting.
– Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
– De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijl-
houder (accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder
staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn
de merktekens parallel uit met de zaagketting) en
beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5
van de vijldiameter).
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 22)
– Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het ket-
tingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
– Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel
accessoire).
– Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
– Spoel vuil- en stofdeeltjes van de zaagketting af na
het instellen van de hoogte van de dieptemeter.
Reinigen van het zaagblad (Fig. 23)
Schilfertjes en zaagsel zullen in de groef van het zaag-
blad blijven zitten, zodat de groef verstopt raakt en de
oliestroom wordt belemmerd. Verwijder altijd schilfertjes
en zaagsel uit de groef wanneer u de zaagketting aan-
scherpt of vervangt.
Het oliefilter in de olieuitstroomopening
schoonmaken
Kleine vuil- of stofdeeltjes kunnen zich tijdens gebruik
ophopen in het oliefilter ter plaatse van de olieuitstroom-
opening.
Kleine vuil- of stofdeeltjes die zich in het oiliefilter hebben
verzameld kunnen het uitstromen van de olie belemme-
ren waardoor de hele kettingzaag onvoldoende wordt
gesmeerd.
Wanneer onvoldoende toevoer van kettingolie optreedt
aan het uiteinde van het kettingblad, maakt u het filter als
volgt schoon.
Verwijder de accu van het gereedschap.
Verwijder de afdekking van het kettingwiel en de zaagket-
ting van het gereedschap. (Raadpleeg het gedeelte geti-
teld “Aanbrengen of verwijderen van de zaagketting”.)
Verwijder de drukdop met behulp van een platkopschroe-
vendraaier met een dunne steel of iets dergelijks.
(Fig. 24)
Haal het oliefilter uit de kettingzaag en verwijder kleine
vuil- en stofdeeltjes eruit. Als het oliefilter te vuil is, ver-
vangt u deze door een nieuwe. (Fig. 25)
Steek de accu in het gereedschap.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om opgehoopte vuil- en
stofdeeltjes uit de olieuitstroomopening te persen door
kettingolie te doen stromen. (Fig. 26)
Verwijder de accu van het gereedschap.
Plaats het schoongemaakte oliefilter in de olieuitstroom-
opening. Als het oliefilter te vuil is, vervangt u deze door
een nieuwe. (Fig. 27)
Plaats de drukdop met de juiste kant naar boven gericht,
zoals aangegeven in de afbeelding, terug in de olieuit-
stroomopening om het oliefilter vast te zetten. Als een
nieuw oliefilter niet kan worden vastgezet doordat de
drukdop vervormd is, vervangt u de drukdop door een
nieuwe. (Fig. 28)
Monteer de afdekking van het kettingwiel en de zaagket-
ting weer op het gereedschap.