Documenttranscriptie
Inhoud
Algemene inleiding............................................................................... 2
Aan- en uitzetten.......................................................................... 2
De batterijen vervangen............................................................... 2
Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off) ................................ 2
Het opnieuw instellen................................................................... 2
Het contrast bijregelen ................................................................. 3
Het beeldscherm.......................................................................... 3
Alvorens het uitvoeren van berekeningen......................................... 4
Een modus selecteren ................................................................. 4
De “2nd" toetsen gebruiken ......................................................... 4
Cursor .......................................................................................... 4
Verbeteringen maken tijdens het intoetsen.................................. 4
De herhaalfunctie......................................................................... 5
Foutieve invoer weergeven.......................................................... 5
Berekeningen met het geheugen ................................................. 5
Het stapelgeheugen..................................................................... 6
Volgorde van de bewerkingen ..................................................... 6
Nauwkeurigheid en capaciteit ...................................................... 7
Foutmeldingen ............................................................................. 8
Basisbewerkingen ................................................................................ 9
Rekenkundige bewerkingen......................................................... 9
Berekeningen met haakjes .......................................................... 9
Procentberekening....................................................................... 9
Weergaveformaten ...................................................................... 9
Doorlopend berekenen .............................................................. 10
Antwoordfunctie ......................................................................... 10
Wetenschappelijke bewerkingen ...................................................... 10
Logaritmes en antilogaritmes ..................................................... 10
Bewerkingen met breuken ......................................................... 11
Hoekconversie ........................................................................... 11
Trigonometrische / inverse trigonometrische functies ................ 11
Hyperbolische en inverse hyperbolische functies ...................... 12
Sexagesimale ↔ decimale transformatie .................................. 12
Coördinaattransformatie ............................................................ 12
Waarschijnlijkheid ...................................................................... 12
Andere functies ( x–1,
, 3 , x , x2, x3, xy ) ........................... 13
Standaardafwijking berekenen.......................................................... 13
Regressie berekenen ......................................................................... 13
-D1-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
Algemene inleiding
Aan- en uitzetten
Om de rekenmachine aan te zetten, drukt u op [ ON/AC ]; Om de
rekenmachine uit te zetten, drukt u op [ OFF ].
De batterijen vervangen
De rekenmachine gebruikt twee G13 (LR44) alkalische- batterijen.
Als het beeldscherm zwakker wordt en de gegevens moeilijk
leesbaar worden, moet u de batterijen vervangen. Let op dat u
zichzelf niet verwondt tijdens het vervangen van de batterij.
1. Draai de schroeven aan de achterkant van de rekenmachine
los.
2. Plaats een platte schroevendraaier in de sleuf tussen de
bovenste en onderste behuizing en draai hem voorzichtig om
de behuizing te verwijderen.
3. Verwijder de oude batterijen en werp ze onmiddellijk weg. Hou
de batterijen buiten bereik van kinderen.
4. Veeg de nieuwe batterijen af met een droge en propere vod
om een goed contact te garanderen.
5. Plaats de nieuwe batterijen in het compartiment met de platte
kant (positieve kant) naar boven.
6. Plaats de bovenste en onderste behuizing terug.
7. Draai de schroeven vast.
Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off)
Deze rekenmachine schakelt automatisch uit na ongeveer 9~15
minuten zonder activiteit. Zet de rekenmachine opnieuw aan door op
de toets [ ON/AC ] te drukken. Het beeldscherm, het geheugen en de
instellingen worden onthouden en zullen niet beïnvloed worden
wanneer de rekenmachine automatisch uitschakelt.
Het opnieuw instellen
Wanneer de rekenmachine tijdens de werking niet reageert of
ongewone resultaten vertoont, drukt u op [ ON/AC ] en vervolgens vier
maal op [ MODE ] om het onderstaande menu weer te geven. Op het
beeldscherm zal nu een bericht verschijnen dat u vraagt of u al dan
niet de rekenmachine opnieuw wil instellen en de geheugeninhoud
wil wissen.
ENG
RESET
RESET : N Y
[ 2]
⎯⎯ ⎯ ⎯
⎯→
1 2
1
2
Druk op [ 2 ] om alle variabelen, programma’s, wachtende taken,
statistische gegevens, antwoorden, vorige invoer en geheugen te
wissen. Druk op [ 1 ] indien u het opnieuw instellen van de
rekenmachine wilt annuleren.
Wanneer de rekenmachine geblokkeerd is en niet op toetsaanslagen
reageert, gebruik dan een fijn, puntig voorwerp om de reset-knop,
aan de achterkant van de rekenmachine, in te drukken en deze
situatie te verhelpen. Deze handeling zal alle instellingen terugzetten
-D2-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
naar de standaardinstellingen.
Het contrast bijregelen
Druk op de [ MODE ] toets en druk vervolgens op [▲] of [▼] om het
contrast te verlagen of te verhogen. Hou één van beide toetsen
ingedrukt om het beeldscherm donkerder of lichter te maken.
Het beeldscherm
Het beeldscherm bestaat uit het de invoerregel, de resultaatregel, en
de indicators.
Indicator
Invoerregel
DEG
ٛ
74-8 / 7
72.85714286
Indicator
Resultaatregel
Invoerregel De rekenmachine kan ingevoerde getallen weergeven
met maximaal 79 cijfers. De ingevoerde getallen
beginnen aan de linkerkant; getallen met meer dan 11
cijfers schuiven op naar links. Druk op [►] of [◄] om
de cursor doorheen een ingevoerd getal te verplaatsen.
Wanneer u het 73st cijfer van een berekening invoert
dan verandert de cursor van “_” in “■” om u te
informeren dat u geheugen bijna vol is. Indien u nog
meer wenst in te voeren, moet u uw berekening
opsplitsen in twee of meerdere delen.
Resultaatregel Het beeldscherm kan een resultaat met 10 cijfers,
weergeven in decimale vorm, met een minteken,
met een " x10 " indicator en met een positieve of
negatieve exponent van 2 cijfers.
Indicators De volgende indicators verschijnen op het
beeldscherm om de huidige status van de
rekenmachine aan te geven.
Indicator Betekenis
M
─
2nd
.A.
Zelfstandig geheugen
Het resultaat is een negatief getal
De tweede functietoets is actief.
De alfabetische toetsen ( .A. ~ .F., .M., .X.
~ .Y. ) zijn actief.
STORCL STO : De modus voor het opslaan van een
variabele is actief
RCL : De modus voor het opvragen van een
variabele is actief
SD
De statistische modus is actief
REG
Regressiemodus is actief
DEGRAD Hoekmodus : DEGrees, GRADs, of RADs
ENG
Technische (engineering) notatie.
SCI
Wetenschappelijke notatie.
FIX
Het aantal decimalen dat getoond wordt
staat vast
HYP
De hyperbolische functie zal berekend
-D3-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
BUSY
Í Î
Ï Ð
worden
Er wordt een bewerking uitgevoerd
Er staan nog meer cijfers aan de linker- of
rechterkant van het beeldscherm
Er zijn vroegere of latere resultaten die
weergegeven kunnen worden
Alvorens het uitvoeren van berekeningen
Een modus selecteren
Telkens u op [ MODE ] drukt, zullen er verschillende functiemenu’s
met hun overeenkomstige argumentwaarden op het beeldscherm
weergegeven worden. Deze rekenmachine heeft drie
bewerkingsmodi (COMP, SD, REG), drie hoekeenheden (DEG, RAD,
GRAD), vier weergaveformaten (FIX, SCI, NORM, ENG) en de
functie voor het opnieuw instellen (RESET).
Toets de argumentwaarde om de rekenmachine in de gewenste
werkingsmodus in te stellen. Voorbeeld: Zet uw rekenmachine in de
modus voor het berekenen van de standaardafwijking door “SD“ te
selecteren :
1. Druk eenmaal op [ MODE ] om het menu met de
bewerkingsmodi te selecteren.
2. Toets [ 2 ] in om de rekenmachine op de modus voor het
berekenen van de standaardafwijking in te stellen.
COMP SD REG
1
2 3
SD DEG
[ 2]
⎯⎯ ⎯ ⎯
⎯→
-
0.
De “2nd" toetsen gebruiken
Wanneer u op de [ 2nd ] toets drukt, zal de " 2nd " indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede functie
gaat openen van de volgende toets die u indrukt. Indien u per
ongeluk op de [ 2nd ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ 2nd ]
toets om de " 2nd " indicator te laten verdwijnen.
Cursor
Druk op de [ W ] of [ X ] toets om de cursor naar links of rechts
verplaatsen. Hou één van beide toetsen ingedrukt om de cursor aan
een hoge snelheid te verplaatsen. Druk op de [ 2nd ] [ T ] of [ 2nd ]
[ S ] toets om het beeldscherm naar boven of beneden te schuiven
en eerdere invoer of antwoorden te bekijken. U kunt eerdere invoer
opnieuw gebruiken of wijzigen wanneer het zich op de invoerregel
bevindt.
Verbeteringen maken tijdens het intoetsen
Om een teken met de cursor te wissen, onderlijnt u het teken door
de cursor aan de hand van de [►] of [◄] toets op de gewenste
plaats te brengen en drukt u op [ DEL ] om het teken te wissen. Elke
-D4-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
keer dat u op [ DEL ] drukt, zal u het teken direct links van de cursor
wissen.
Om een teken te vervangen, onderlijnt u het teken door de cursor
aan de hand van de [►] of [◄] toets op de gewenste plaats te
brengen en toetst u het nieuwe getal in om het vorige teken te
vervangen.
Om een teken in te voegen, verplaatst u de cursor naar de positie
waar u het teken wilt invoegen. Vervolgens drukt u op [ 2nd ] [ INS ]
en toetst u het gewenste teken in.
(Opmerking): De knipperende cursor “ ” betekent dat de
rekenmachine zich in de invoermodus bevindt. Wanneer
de knipperende cursor als “_” weergegeven wordt dan
bevindt de rekenmachine zich in de overschrijfmodus.
ON
Druk op de [
/AC ] toets om alle ingevoerde tekens te wissen.
De herhaalfunctie
• De herhaalfunctie (Replay) slaat de laatst uitgevoerde bewerking
op. Nadat de bewerking is uitgevoerd kunt u op de [ 2nd ] [▲] of
[ 2nd ] [▼] toets drukken om de bewerking vanaf het begin of het
einde weer te geven. U kunt de cursor verder verplaatsen aan de
hand van [►] of [◄]om de waarden of opdrachten te bewerken.
Om een cijfer te verwijderen, drukt u op [ DEL ]. (of, in de
overschrijfmodus, typt u gewoon over het cijfer). Zie Voorbeeld 1.
• De herhaalfunctie van de rekenmachine kan ingevoerde gegevens
tot 256 tekens opslaan. Na de uitvoering of tijdens het invoeren,
kunt u op [2nd ] [▲] of [ 2nd ] [▼] drukken om de invoerstappen
weer te geven en waarden of opdrachten te bewerken voor
volgende uitvoering. Zie Voorbeeld 2.
(opmerking) :De herhaalfunctie wordt niet gewist, zelfs wanneer u op
[ ON/AC ] drukt of de rekenmachine uitschakelt. U kunt
dus zelf de inhoud opvragen nadat u op [ ON/AC ]
gedrukt heeft.
Foutieve invoer weergeven
• Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt
ingevoerd dan zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op [►]
of [◄] om de cursor te verplaatsen en toets vervolgens de
correcte waarde in. U kunt ook een fout wissen door op [ ON/AC ]
te drukken en vervolgens de waarden en de uitdrukking opnieuw
in te toetsen vanaf het begin. Zie Voorbeeld 3.
Berekeningen met het geheugen
Zelfstandig geheugen
• Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actief geheugen toe te
voegen. Druk op [ 2nd ] [ M– ] om de waarde uit het actief
geheugen te wissen. Om de waarde in het actief geheugen op te
vragen, drukt u op [ 2nd ] [ RCL ] [ .M. ]. Om het actief geheugen
te wissen drukt u op [ 0 ] [STO] [ .M. ]. Zie Voorbeeld 4.
(Opmerking): U kunt niet alleen waarden opslaan door op de [ STO ]
toets te drukken, maar u kunt ook waarden toewijzen
-D5-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
aan de geheugenvariabele M door op [ M+ ] of [ M– ] te
drukken.
Geheugenvariabele
• De rekenmachine heeft negen geheugenvariabelen voor
herhaaldelijk gebruik: A, B, C, D, E, F, M, X en Y. U kunt een
werkelijk getal in de negen variabelen opslaan. Zie Voorbeeld 5.
* [ STO ] + .A. ~ .F., .M., of .X. ~ .Y. slaat de waarden op in de
variabelen.
* [ 2nd ] [ RCL ] of [ ALPHA ] + .A. ~ .F., .M., of .X. ~ .Y. vraagt
de waarde van de variabele op.
* [ 0 ] [ STO ] + .A. ~ .F., .M., of .X. ~ .Y. verwijdert de inhoud
van een opgegeven geheugenvariabele.
* [ 2nd ] [ Mcl ] [ = ] verwijdert alle variabelen.
Het stapelgeheugen
Deze rekenmachine gebruikt geheugenplaatsen, die “stapels”
genoemd worden, voor het tijdelijk opslaan van bepaalde waarden
(numerieke stapel) en opdrachten (opdrachtstapel) overeenkomstig
met hun bewerkingsvolgorde. De numerieke stapel heeft 10 niveaus
en de opdrachtstapel heeft 24 niveaus. Een stapelfout (Stk ERROR)
zal zich voordoen wanneer u een bewerking uitvoert die zo complex
is dat de capaciteit van het stapelgeheugen overschreden wordt.
Volgorde van de bewerkingen
Elke berekening wordt uitgevoerd in de volgende prioriteitsvolgorde:
1) Coördinaattransformatie.
2) Functies van het type A die het invoeren van waarden vereisen
alvorens u op de functietoets kunt drukken, bijvoorbeeld, x2,
,
–1
x !, x .
3) xy, x
4) Breuken.
5) Verkort vermenigvuldigingsformaat dat zich voor de variabelen
bevindt, π.
6) Functies van het type B die het indrukken van de functietoets
vereisen alvorens het invoeren, bijvoorbeeld, sin, cos, tan, sin –1,
cos –1, tan –1, sinh, cosh, tanh, sinh –1, cosh –1, tanh –1, log, ln,
10X , eX,
, 3 en (–).
7) Verkort vermenigvuldigingsformaat dat zich voor functies van het
type B, 2 3 , Alog2, enz…. bevindt.
8) nPr, nCr
9) x , ÷
10) +, –
• Wanneer functies met dezelfde prioriteit gebruikt worden in een
reeks, dan worden deze functies uitgevoerd van rechts naar links.
e X ln120→ e X { ln (120 ) }
In andere gevallen gebeurt de uitvoering van links naar rechts.
• Samengestelde functies worden uitgevoerd van rechts naar links.
-D6-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
•
De gegevens binnen de haakjes hebben altijd de hoogste
prioriteit.
Nauwkeurigheid en capaciteit
Uitvoer : tot 10 cijfers.
Berekening: tot 15 cijfers
In het algemeen wordt elke logische berekening weergegeven door
een mantisse (het getal dat voor de exponent staat) met maximum
10 cijfers of een mantisse met 10 cijfers plus een exponent met 2
cijfers tot 10 ± 99.
De ingevoerde getallen moeten zich bevinden in het bereik van de
onderstaande functies:
Functies
Invoerbereik
10
sin x, tan x
Deg : 0≦ | x | ≦ 4.499999999 x 10
Rad : 0≦ | x | ≦ 785398163.3
Grad : 0≦ | x | ≦ 4.499999999 x 10
Voor tan x is dit echter:
Deg : | x | ≠ 90 (2n–1)
Rad : | x | ≠
10
π
(2n–1)
2
Grad : | x | ≠ 100 (2n–1) (n is een geheel getal)
cos x
Deg : 0≦ | x | ≦ 4.500000008 x 10
10
Rad : 0≦ | x | ≦ 785398164.9
Grad : 0≦ | x | ≦ 5.000000009 x 10
sin –1 x, cos –1 x
0≦ | x | ≦ 1
sinh x, cosh x
0≦ | x | ≦ 230.2585092
tan –1 x
0≦ | x | ≦ 9.999999999 x 10
tanh x, tanh –1 x
0≦ | x | ≦ 9.999999999 x 10 –1
sinh –1 x, cosh –1 x
0≦ | x | ≦ 4.499999999 x 10
log x, ln x
x > 0
10
e
x
x
99
99
≦ x ≦ 99.99999999
–9.999999999 x 10
99
≦ x ≦ 230.2585092
100
0≦ x < 1 x 10
2
| x | < 1 x 10
50
x –1
| x | < 1 x 10
100
3
| x | < 1 x 10
x
99
–9.999999999 x 10
x
x
10
,x≠ 0
100
-D7-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
x!
0≦ x ≦ 69 , x is een geheel getal.
Pol ( x, y )
| x |, | y | ≦ 9.999999999 x 10 49
x 2 + y 2 ≦ 9.999999999 x 10 99
Rec (r, θ )
0≦ r ≦ 9.999999999 x 10 99
Deg : 0≦ | x | ≦ 4.499999999 x 10 10
Rad : 0≦ | x | ≦ 785398163.3
Grad : 0≦ | x | ≦ 4.499999999 x 10 10
Voor tan x is dit echter:
Deg : | θ | ≠ 90 (2n–1)
Rad : | θ | ≠
π
(2n–1)
2
Grad : | θ | ≠ 100 (2n–1) (n is een geheel getal)
| a |, b, c < 1 x 10 100, 0 ≦ b, c
| x | < 1 x 10 100
Sexagesimale ↔ Decimale transformatie
0 0 0 ≦ | x | ≦ 999999 ٛ 59
x
y
x > 0 : –1 x 10 100 < y log x < 100
x=0:y>0
x < 0 : y = n, 1/(2n+1), n is een geheel getal.
100
< y log | x | <100
maar –1 x 10
x
y
y > 0 : x ≠ 0, –1 x 10
100
<
1
log y <100
x
y=0: x>0
y < 0 : x = 2n+1, I/n, n is een geheel (n ≠ 0)
100
1
<
maar –1 x 10
log | y | <100
x
nPr, nCr
0≦ n ≦ 99, r ≦ n, n, r zijn gehele getallen.
SD
(REG)
| x |<1x10 ,| y |<1x10 , | n |<1x10
50
50
100
x σ n , y σ n , x , y , A, B, r : n ≠ 0
x σ n–1, y σ n–1 : n ≠ 0,1
Foutmeldingen
Een foutmelding zal op het beeldscherm verschijnen en verdere
berekeningen zullen onmogelijk worden wanneer er zich één van de
onderstaande situaties voordoet.
Ma ERROR
(1) Wanneer het resultaat van de
functieberekeningen het opgegeven bereik
overschrijdt.
(2) U hebt geprobeerd een deling door 0 uit te
-D8-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
voeren.
(3) De invoerwaarden overschrijden het
toegelaten invoerbereik van de
functieberekeningen.
Stk ERROR
De capaciteit van de numerieke stapel of de
operatorstapel is overschreden.
Syn ERROR
U hebt geprobeerd een wiskundige bewerking
uit te voeren die ongeldig is.
Druk op de [ ON/AC ] toets om de bovenstaande foutmeldingen te
wissen.
Basisbewerkingen
Gebruik de COMP modus voor het uitvoeren van
basisbewerkingen.
Rekenkundige bewerkingen
• Voor negatieve waarden, drukt u op [ (−) ] alvorens de waarde in
te geven; U kunt een getal in mantisse en de exponentiële vorm
invoeren aan de hand van de [ EXP ] toets. Zie Voorbeeld 6.
• Rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd door de toetsen in
te drukken in dezelfde volgorde als de uitdrukking. Zie Voorbeeld
7.
Berekeningen met haakjes
• Bewerkingen binnen de haakjes worden altijd eerst uitgevoerd. De
rekenmachine kan 15 niveaus van opeenvolgende haakjes in een
enkele berekening verwerken. Zie Voorbeeld 8.
Procentberekening
• Druk op [ 2nd ] [ % ] om het getal op het beeldscherm te delen
door 100. Gebruik deze knop om percentages, intresten, kortingen
en percentageverhoudingen te berekenen. Zie Voorbeeld 9~10.
Weergaveformaten
De rekenmachine heeft de vier volgende notatiemodi voor het
weergeven van waarden.
Norm notatie :
De rekenmachine kan maximum 10 cijfers weergeven. Waarden die
dit aantal cijfers overschrijden worden automatisch in de
exponentiële vorm weergegeven. Er zijn twee soorten exponentiële
weergaveformaten:
Norm 1 modus : 10 –2 > | x | , | x | ≧ 10 10
Norm 2 modus : 10 –9 > | x | , | x | ≧ 10 10
(Opmerking): Alle voorbeelden in deze handleiding tonen de
resultaten van de bewerkingen aan de hand van de
Norm 1 modus.
Technische notatie : ( ENG )
Het resultaat van de bewerking wordt weergegeven aan de hand van
de technische (engineering) notatie, waarbij de mantisse van de
-D9-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
waarde weergegeven wordt door het opgegeven aantal decimale
plaatsen en de exponent ingesteld is op een veelvoud van drie.
Vaste komma notatie : ( FIX )
Het resultaat van de bewerking wordt weergegeven met het
opgegeven aantal decimale plaatsen.
Wetenschappelijke notatie : ( SCI )
Het resultaat van de bewerking wordt weergegeven aan de hand van
de technische (engineering) notatie, waarbij de mantisse van de
waarde weergegeven wordt door het opgegeven aantal decimale
plaatsen.
• In de FIX, SCI notate, kunt u het aantal decimale plaatsen
instellen op een waarde van 0 tot en met 9. Na het instellen van
het aantal decimale plaatsen, zal de weergegeven waarde
volgens de instelling afgerond worden. Wanneer u het aantal
decimale plaatsen niet ingesteld hebt, dan zal de Norm 1 en Norm
2 modus gebruikt worden. Zie Voorbeeld 11.
• Druk op [ ENG ] of [ 2nd ] [
] om de exponent van het
weergegeven getal te veranderen in een veelvoud van drie. Zie
Voorbeeld 12.
• Zelfs wanneer het aantal decimale plaatsen ingesteld is, zal de
rekenmachine de interne berekening voor een mantisse uitvoeren
tot op 24 cijfers en wordt de weergavewaarde opgeslagen in 10
cijfers. Om deze waarden af te ronden op het ingestelde aantal
decimale plaatsen, drukt u op [ 2nd ] [ RND ]. Zie Voorbeeld 13.
Doorlopend berekenen
• U kunt de laatst uitgevoerde bewerking herhalen door op de [ = ]
toets te drukken voor verdere berekening. Zie Voorbeeld 14.
• Zelfs wanneer de berekeningen beëindigd worden met de [ = ]
toets, kan u het bekomen resultaat toch nog gebruiken voor
verdere berekeningen. Zie Voorbeeld 15.
Antwoordfunctie
• De antwoordfunctie slaat het meest recente resultaat op. Het
resultaat wordt zelfs bewaard wanneer u de rekenmachine afzet.
Eens dat er een numerieke waarde of een numerieke uitdrukking
ingevoerd wordt en u drukt op [ = ], wordt het resultaat opgeslagen
door deze functie. Zie Voorbeeld 16.
(Opmerking): Zelfs wanneer de uitvoering van een berekening
resulteert in een fout wordt de huidige waarde toch nog
bewaard in het antwoordgeheugen.
Wetenschappelijke bewerkingen
Gebruik de COMP modus voor het uitvoeren van
wetenschappelijke bewerkingen.
Logaritmes en antilogaritmes
-D10-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
• De rekenmachine kan algemene en natuurlijke logaritmes en
antilogaritmes berekenen aan de hand van de toetsen [ log ], [ ln ],
[ 2nd ] [ 10X ], en [ 2nd ] [ eX ]. Zie Voorbeeld 17~19.
Bewerkingen met breuken
Breuken worden als volgt op het beeldscherm voorgesteld:
5 」12
56 」5 」12
Op het beeldscherm:
5
12
Op het beeldscherm: 56
5
12
(Opmerking): Waarden worden automatisch in het decimaal formaat
weergegeven wanneer het totaal aantal cijfers van een
breukwaarde (geheel getal + teller + noemer +
scheidingstekens) 10 overschrijdt.
• Om een gemengd getal in te voeren, toetst u het geheel getal in,
drukt u op [ a b/c ], toetst u de teller in, drukt u op [ a b/c ], en toetst
u de noemer in. Om een breuk in te voeren, toetst u de teller in,
drukt u op [ a b/c ], en toets u de noemer in. Zie Voorbeeld 20.
• Door op [ 2nd ] [d/c] te drukken kunt u overschakelen tussen de
meest nauwkeurige waarde en eenvoudigste waarde. Om de
weergave van het resultaat over te schakelen tussen een
decimaal en een breuk, drukt u op [a b/c] .Zie Voorbeeld 21.
• Berekeningen die zowel breuken als decimale getallen bevatten
worden berekend in decimaal formaat. Zie Voorbeeld 22.
Hoekconversie
Druk op [ MODE ] om het hoekmenu weer te geven en de eenheid
van de hoek (DEG, RAD, GRAD) in te stellen. De verhouding tussen
de drie hoekeenheden is:
180° = π rad = 200 grad
Hoekconversies ( Zie Voorbeeld 23.) :
1. Verander de standaard hoekinstelling naar de eenheid
waarnaar u wilt converteren.
2. Voer de waarde van de te converteren eenheid in.
3. Druk op [ DRG→ ] om het menu weer te geven.
D
R
G
1
2
3
De eenheden die u kunt selecteren zijn: D(graden),
R(radialen), G(Gradians).
4. Kies de eenheid waarvan u wilt converteren.
5. Druk op [ = ].
Trigonometrische / inverse trigonometrische
functies
• De rekenmachine is voorzien van de standaard trigonometrische
functies en inverse trigonometrische functies, - sin, cos, tan, sin–1,
cos–1 and tan–1. Zie Voorbeeld 24~26.
-D11-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
(Opmerking): Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Hyperbolische en inverse hyperbolische functies
• De rekenmachine gebruikt [ 2nd ] [ HYP ] om de hyperbolische en
inverse hyperbolische functies, - sinh, cosh, tanh, sinh–1, cosh–1
en tanh–1 te berekenen. Zie Voorbeeld 27~28.
(Opmerking): Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Sexagesimale ↔ decimale transformatie
De sexagesimale notatie is als volgt:
12□ 59□ 45.6□ Stelt 12 graden, 59 minuten en 45.6 seconden voor
• De rekenmachine kan de conversie tussen decimale en
sexagesimale getallen uitvoeren aan de hand van [
] en [ 2nd ]
]. Zie Voorbeeld 29~30.
[
Coördinaattransformatie
Rechthoekige coördinaten
Polaire coördinaten
x + y i = r (cos θ + i sin θ )
Deze rekenmachine kan de conversie tussen rechthoekige en polaire
coördinaten uitvoeren aan de hand van [ ALPHA ] [ Pol ( ] en
[ ALPHA ] [ Rec ( ]. De resultaten van de berekening worden
automatisch in de geheugenvariabelen E en F opgeslagen. Zie
Voorbeeld 31~32.
(Opmerking): Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor zorgen
dat de rekenmachine ingesteld staat op de gewenste
hoekeenheid.
Waarschijnlijkheid
• Deze rekenmachine heeft de volgende waarschijnlijkheidsfuncties:
( Zie Voorbeeld 33~36.)
[ nPr ]
Berekent het aantal mogelijke permutaties van r
uit n objecten.
[ nCr ]
Berekent het aantal mogelijke combinaties van r
uit n objecten.
[ x! ]
Berekent de faculteit van een opgegeven positief
geheel getal n , waarbij n ≦ 69.
[ RANDOM ] Genereert een willekeurig getal tussen 0.000 en
0.999
-D12-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
Andere functies ( x–1,
,
,
3
, x2, x3, xy )
x
• Met de rekenmachine kunt u ook de volgende functies uitvoeren:
inverse machtsverheffing ( [ x –1 ] ), vierkantswortel ( [
] ), 3de
wortel ( [ 3 ] ), universele wortel [ x ], kwadraat ( [ x2 ] ), 3de
macht ( [ x3 ] ) en exponentiële functies ( [ xy ] ).
Zie Voorbeeld 37~40.
Standaardafwijking berekenen
Gebruik de SD modus voor het berekenen van de
standaardafwijking.
• Zorg ervoor dat u het statistische geheugen wist door op [ 2nd ]
[ Scl ] te drukken alvorens het berekenen van de
standaardafwijking uit te voeren.
• Individuele gegevens kunnen ingevoerd worden aan de hand van
[ DT ] ; Om zojuist ingevoerde gegevens te wissen, drukt u op
[ 2nd ] [ CL ]. Meerdere gegevens met dezelfde waarde kunnen
ingevoerd worden aan de hand van [ 2nd ] [ ; ]. Bijvoorbeeld: Om
de gegevens 15, zeven maal in te voeren, drukt u op: 15 [ 2nd ] [ ; ]
7 [ DT ].
• De waarden van de statische variabelen zijn afhankelijk van de
ingevoerde gegevens. U kunt deze gegevens opvragen door de
toetsaanslagen uit te voeren, die getoond worden in de
onderstaande tabel. Zie Voorbeeld 41.
Σx2
[ RCL ] + [ .A. ]
Σx
n
[ 2nd ] + [ x ]
[ RCL ] + [ .B. ]
x
Xσn
[ 2nd ] + [ Xσn ]
[ RCL ] + [ .C. ]
Xσn–1
[ 2nd ] + [ Xσn–1 ]
Regressie berekenen
Gebruik de REG modus voor het berekenen van een
regressie.
Druk op [ MODE ] 3 om het REG menu te openen en kies één van de
zes regressiesoorten door op de overeenkomstige argumentwaarde
te drukken, zoals hieronder aangeduid wordt:
Lin Log Exp Î
1
2
[→]
[←]
Í
Pwr Inv Quad
1
2
3
Lin
Log
Exp
Pwr
Lineaire regressie
Logaritmische regressie
Exponentiële regressie
Machtsregressie
Inv
Inverse regressie
y=A+Bx
y = A + B lnx
y = A • e Bx
y=A•xB
B
y=A+
x
-D13-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
Quad
Kwadratische regressie
y=A+Bx+Cx2
• Zorg ervoor dat u het statistische geheugen steeds wist door op
[ 2nd ] [ Scl ] te drukken alvorens de regressieberekening uit te
voeren.
• Individuele gegevens kunnen ingevoerd worden aan de hand van
[ DT ] ; Om zojuist ingevoerde gegevens te wissen, drukt u op
[ 2nd ] [ CL ]. Meerdere gegevens met dezelfde waarde kunnen
ingevoerd worden aan de hand van [ 2nd ] [ ; ]. Bijvoorbeeld: om
de gegevens 40 en 55, tien maal in te voeren, drukt u op 40: [ , ]
55 [ 2nd ] [ ; ] 10 [ DT ].
• De waarden van de statische variabelen zijn afhankelijk van de
ingevoerde gegevens. U kunt deze gegevens opvragen door de
toetsaanslagen uit te voeren, die getoond worden in de
onderstaande tabel. Om een waarde voor x (of y) te voorspellen
wanneer er een waarde voor y (of x) gegeven is, drukt u op [ 2nd ]
∧
∧
[ y ] (of [ 2nd ] [ x ] ), en drukt u nogmaals op [ = ]. Zie Voorbeeld
42~43.
Σx2
[ RCL ] + [ .A. ]
xσn
[ 2nd ] + [ xσn ]
Σx
[ RCL ] + [ .B. ]
xσn–1
[ 2nd ] + [ xσn–1 ]
n
[ RCL ] + [ .C. ]
y
Σy2
[ RCL ] + [ .D. ]
yσn
Σy
[ RCL ] + [ .E. ]
yσn–1
Σ xy
[ RCL ] + [ .F. ]
A
[ 2nd ] + [ A ]
[ RCL ] + [ .M. ]
B
[ 2nd ] + [ B ]
Σx y
[ RCL ] + [ .X. ]
C
[ 2nd ] + [ C ]
Σx4
[ RCL ] + [ .Y. ]
r
[ 2nd ] + [ r ]
[ 2nd ] + [ x ]
x
Σx
3
2
x
∧
∧
y
[ 2nd ] + [ y ]
[ 2nd ] + [ yσn ]
[ 2nd ] + [ yσn–1 ]
∧
[ 2nd ] + [ x ]
∧
[ 2nd ] + [ y ]
(Opmerking) : De variabelen Σx 4 , Σx 2 y zijn enkel beschikbaar in de
kwadratische regressie.
-D14-
CBM_SR270N_D_HDBR260AT11_100505.doc
SCALE 2:1
2010/7/14
SIZE:140x75mm
Example / Ejemplo / Exemplo / Beispiele / Exemple /
Esempio / Voorbeeld / Eksempel / Пример / Przykład
Example 1
Change 123 x 456 as 12 x 457
Cambiar 123 x 456 como 12 x 457
Mude 123 x 456 como 12 x 457
Änderen Sie 123 x 456 wie 12 x 457
Changez 123 x 456 pour 12 x 457
Modificare 123 x 456 in 12 x 457
Verander 123 x 456 naar 12 x 457
Skift 123 x 456 til 12 x 457
Замените 123 x456 на 12 x 457
Zamień 123 x 456 na 12 x 457
123 [ x ] 456 [ = ]
DEG
123 ∗ 456
[] [] [] [ DEL ]
56088.
DEG
12 ∗ 456
[] [] [] 7
56088.
DEG
12 ∗ 457_
[=]
56088.
DEG
12∗457
5484.
Example 2
After executing 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, use replay function to recall
Después de ejecutar 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, use la función replay para
revocar
Depois de executar 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, use função replay para
rechamar
Nach der Eingabe von 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, benutzen Sie die ReplayFunktion zum Wiederholen
Après avoir exécuté 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, utilisez la fonction de
répétition pour rappeler
Dopo avere eseguito1 + 2, 3 + 4, 5 + 6 usa funzione ripetuta (replay)
perrichiamare / Na het uitvoeren van 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, gebruikt u de
Na het uitvoeren van 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, gebruikt u de herhaalfunctie
om op te vragen
Når du har udført 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, kan du bruge
gentagelsesfunktionen til at hente
После выполнения 1 + 2, 3 + 4, 5 + 6, повторно запустите
функцию выполнения
Po wykonaniu 1+ 2, 3 + 4, 5 + 6, zastosuj funkcję replay aby
wywołać z pamięci
-ex1-
1[+]2[=]3[+]4[=]5[+]6[=]
DEG
5+6
11.
DEG
[ 2nd ] []
5+6
11.
DEG
[ 2nd ] []
3+4
11.
DEG
[ 2nd ] []
1+2
11.
Example 3
14÷0 x 2.3 mistakenly input instead of 14 ÷ 10 x 2.3
14÷0 x 2.3 equivocadamente digitado en lugar de 14 ÷ 10 x 2.3
14 ÷0 x 2.3 eradamente digitada em vez de 14 ÷10 x 2.3
14÷0 x 2.3 irrtümlicherweise an Stelle von 14÷10 x 2.3 eingegeben
Entrée erronée de14÷0 x 2.3 au lieu de 14 ÷ 10 x 2.3
14 ÷ 10 x 2.3 sbagliatamente entrato invece di 14 ÷ 0 x 2.3
In plaats van 14÷10 x 2.3, voerde u 14÷0 x 2.3 in
14 ÷ 0 x 2.3 indtastet ved en fejl i stedet for 14 ÷10 x 2.3
14÷0 x 2.3 ошибочно введено вместо 14 ÷ 10 x 2.3
14÷0 x 2.3 omyłkowo wprowadzono zamiast 14 ÷ 10 x 2.3
DEG
14 [ ÷] 0 [ x ] 2.3 [ = ]
Ma ERROR
After 5 Sec / Después de 5 Seg/Depois de 5
Seg / Nach 5 Sek / Après 5 secondes
/ Dopo 5 Sec / Na 5 seconden / Efter 5 sek /
Через 5 сек / Po 5 Sek
[] [ 2nd ] [ INS ] 1 [ = ]
.
DEG
14 / 0 ∗ 2.3
DEG
14 / 10 ∗ 2.3
3.22
Example 4
[ ( 3 x 5 ) + ( 56 ÷7 ) – ( 74 – 8 x 7 ) ] = 5
DEG
3 [ x ] 5 [ STO ] [ M ]
M=
M
15.
DEG
56 [ ÷] 7 [ M+ ]
56 / 7
M
8.
DEG
[ 2nd ] [ RCL ] [ M ]
M=
M
23.
DEG
74 [ – ] 8 [ x ] 7 [ 2nd ] [ M– ]
74 – 8 ∗ 7
M
-ex2-
18.
DEG
[ 2nd ] [ RCL ] [ M ]
M=
M
5.
DEG
0 [ STO ] [ M ]
M=
0.
Example 5
Put the value 30 into variable A
Ponga el valor 30 en la variable A
Ponha o valor 30 na variável A
Setzen Sie den Wert 30 für die Variable A
Placez la valeur 30 dans la variable A
Metti il valore 30 nella variabile A
Sla de waarde 30 in de variabele A op
Placer værdien 30 i variabel A
Поместите значение 30 в переменную A
Wartoъг 30 zapisz do rejestru pamięci A
DEG
30 [ STO ] [ A ]
A=
30.
Multiple 5 to variable A, then put the result into variable B
Multiplicar 5 a la variable A, entonces ponga el resultado en variable B
Multiplique 5 para variável A, depois ponha o resultado na variável B
Multiplizieren Sie 5 mit der Variablen A und setzen Sie dieses Ergebnis für
die Variablen B
Multipliez 5 par la variable A, puis placez le résultat dans la variable B
Moltiplicare 5 a variabile A, poi metti il risultato nella variabile B
Vermenigvuldig 5 met de variabele A, en sla het resultaat vervolgens in de
variabele B op
Gang 5 med variabel A, og placer resultatet i variabel B
Умножьте 5 на переменную A, после этого поместите результат в
переменную B
Z awartą rejestru pamięci A pomnóż rpzez 5, a wynik zapisz do rejestru
pamięci
DEG
5 [ x ] [ ALPHA ] [ A ] [ = ]
5∗A
150.
DEG
[ STO ] [ B ]
B=
150.
Check the value of variable A
Revoca el valor de variable A
Revoca o valor da variável A
Ruft den Wert der Variabeln ab A
Rappelle les valeur de la variable A
Verificare il valore della variabile A
Controleer de waarde van variabele A
Kontroller værdien for variable A
Вызывает величины переменных A
Wywołuje z odpowiedniego rejestru pamięci zapisaną tam liczbę A
-ex3-
DEG
[ 2nd ] [ RCL ] [ A ]
A=
30.
To clear the contents of all variables
ara cancelar los contenidos de todas las variables
Para apagar os conteύdos de todas as variável B
Löschen Sie den Inhalt aller Variablen
Pour clarifier le contenu de toutes les variables
Per sgombrare i contenuti di tutte le variabili
Wis de inhoud van alle variabelen
For at rydde indholdet i alle variabler
Для того, чтобы очистить содержание всех переменных
Aby wyzerowaг wszystkie rejestry pamięci
DEG
[ 2nd ] [ Mcl ] [ = ]
Mcl
0.
Example 6
( 2 + 3 ) x 10 – 2 = 0.05
[ ( ] 2 [ + ] 3 [ ) ] [ x ] 1 [ EXP ] [ (–) ] 2 [ = ]
DEG
( 2 + 3 ) ∗1 E –2
0.05
Example 7
2 + 3 x ( 5 + 4 ) = 29
DEG
2[+]3[x][(]5[+]4[=]
2+3∗(5+4
29.
Example 8
2 x { 7 + 6 x ( 5 + 4 ) } = 122
2[x][(]7[+]6[x][(]5[+]4[=]
DEG
2 ∗ (7 + 6 ∗+ 4
122.
Example 9
120 x 30 % = 36
DEG
120 [ x ] 30 [ 2nd ] [ % ]
120 ∗ 30
36.
Example 10
88 ÷55% = 160
DEG
88 [ ÷] 55 [ 2nd ] [ % ]
88 / 55
Example 11
-ex4-
160.
C-Type(Scientific)135x75mm
WEEE MARK
En
If you want to dispose this product, do not mix with general household
waste. There is a separate collection systems for used electronics products
in accordance with legislation under the WEEE Directive (Directive
2002/96/EC) and is effective only within European Union.
Ge
Wenn Sie dieses Produkt entsorgen wollen, dann tun Sie dies bitte nicht
zusammen mit dem Haushaltsmüll. Es gibt im Rahmen der WEEEDirektive innerhalb der Europäischen Union (Direktive 2002/96/EC)
gesetzliche Bestimmungen für separate Sammelsysteme für gebrauchte
elektronische Geräte und Produkte.
Fr
Si vous souhaitez vous débarrasser de cet appareil, ne le mettez pas à la
poubelle avec vos ordures ménagères. Il existe un système de
récupération distinct pour les vieux appareils électroniques conformément à la législation WEEE sur le recyclage des déchets des
équipements électriques et électroniques (Directive 2002/96/EC) qui est
uniquement valable dans les pays de l’Union européenne.
Les appareils et les machines électriques et électroniques contiennent
souvent des matières dangereuses pour l’homme et l’environnement si vous
les utilisez et vous vous en débarrassez de façon inappropriée.
Sp
Si desea deshacerse de este producto, no lo mezcle con residuos
domésticos de carácter general. Existe un sistema de recogida selectiva
de aparatos electrónicos usados, según establece la legislación prevista
por la Directiva 2002/96/CE sobre residuos de aparatos eléctricos y
electrónicos (RAEE), vigente únicamente en la Unión Europea.
It
Se desiderate gettare via questo prodotto, non mescolatelo ai rifiuti
generici di casa. Esiste un sistema di raccolta separato per i prodotti
elettronici usati in conformità alla legislazione RAEE (Direttiva
2002/96/CE), valida solo all’interno dell’Unione Europea.
Du
Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het
wilt verwijderen. Erbestaat ingevolge de WEEE-richtlijn (Richtlijn
2002/ 96/EG) een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem
voor gebruikte elektronische producten, welk alleen geldt binnen de
Europese Unie.
Da
Hvis du vil skille dig af med dette produkt, må du ikke smide det ud sammen
med dit almindelige husholdningsaffald. Der findes et separat indsamlingssystem for udtjente elektroniske produkter i overensstemmelse med
lovgivningen under WEEE-direktivet (direktiv 2002/96/EC), som kun er
gældende i den Europæiske Union.
Por
Se quiser deitar fora este produto, não o misture com o lixo comum. De acordo
com a legislação que decorre da Directiva REEE – Resíduos de Equipamentos Eléctricos e Electrónicos (2002/96/CE), existe um sistema de recolha
separado para os equipamentos electrónicos fora de uso, em vigor apenas
na União Europeia.
Pol
JM74932-00F