Tunturi T90 Rehab Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
40
HANDLEIDING
T90
INHOUD
MONTAGE ................................................................40
(Verlengde handgrepen) ....................................100
FITNESS TRAINING ................................................41
BEGINNEN MET DE TRAINING ..............................42
HARTSLAG ..............................................................42
MONITOR .................................................................43
TRAININGSKEUZE ..................................................45
ONDERHOUD ..........................................................49
GEBRUIKSSTORINGEN ..........................................50
STORINGEN ............................................................50
TRANSPORT EN OPSLAG ......................................50
TECHNISCHE GEGEVENS .....................................51
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN
Deze gids is een essentieel onderdeel van uw
Tunturi looptrainer. Lees deze gids zorgvuldig
door vóórdat u begint met monteren, gebruiken
of onderhouden van uw looptrainer. Bewaar de
gids op een handige plaats. U kunt er, nu en in de
toekomst, nuttige informatie uithalen die u nodig
heeft voor het gebruik en het onderhoud van de
apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg op.
De trainer mag alleen worden aangesloten
op een geaard stopcontact. Het stroomverbruik
bedraagt maximaal 10 A. Spanningsfluctuaties van
meer dan 12 % kunnen storingen in de werking
van de trainer veroorzaken of de elektronische
componenten beschadigen. Indien de netspanning
onvoldoende gereguleerd is of de trainer anderszins
niet overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing wordt
aangesloten, vervalt de garantie.
De T90 mag alleen worden aangesloten op
een geaard stopcontact. Het gebruik van een
verlengsnoer is niet toegestaan.
Beperk u tot het onderhoud en instellingen zoals
in deze handleiding worden beschreven. Stop
direct als zich andere problemen voordoen en vraag
advies bij uw Tunturi specialist.
Laat, voordat u met trainen begint, door een arts
uw gezondheid controleren.
Mocht u tijdens het trainen last krijgen van
misselijkheid, duizeligheid of andere niet normale
verschijnselen, stop dan direct uw training en
raadpleeg een arts.
Bij het afstellen en het onderhouden van
de trainer dient u deze gebruiksaanwijzing
op te volgen. Bij montage- en
onderhoudswerkzaamheden dient u eerst de
hoofdschakelaar van de looptrainer, uit te schakelen
en de stekker uit het stopcontact te nemen.
De T90 mag niet worden gebruikt door personen
die zwaarder zijn dan 150 kg.
Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De
ideale gebruikstemperatuur is tussen +10°C en
+35°C. De luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 90
% zijn.
Nadere informatie over de garantie op uw
trainingstoestel vindt u in het bijgesloten
garantieboekje. De garantie vervalt bij schade
ontstaan tijdens de verzending of door het niet
volgen van de in deze handleiding gegeven
instructies betreffende het monteren, afstellen en
onderhoud van het apparaat.
WELKOM IN DE WERELD VAN
TUNTURI-TRAINING!
Uw keuze toont aan dat u echt in uw gezondheid
en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u
kwaliteit en stijl belangrijk vindt en dit waardeert.
Met deze Tunturi looptrainer heeft u een veilig en
motiverend, kwaliteitsproduct als trainingspartner
gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan
overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste
is, om uw doel te bereiken. Informatie betreffende
het gebruik van Uw trainingsapparatuur en een
efficiënte training hiermede kunt U in deze gids en
Tunturi’s website WWW.TUNTURI.NL vinden.
MONTAGE
Controleer of de verpakking alle onderdelen bevat:
VERPAKKING 1/3
1. Lootrainer
2. Elektriciteitssnoer
VERPAKKING 2/3
3. Voorleuningen
4. Handsteun-monitor combinatie
5. Set met montagebenodigdheden
(met * in de onderdelenlijst): Bewaar de
montagebenodigdheden, omdat u die o.a. nog bij
de bijstelling van de apparatuur kunt gebruiken.
VERPAKKING 3/3
6. Verlengde handgrepen (montage: pagina 100)
De aanduidingen rechts, links, voor en achter
betekenen steeds rechts, links enz. gezien vanuit
de gebruiker, staande op de lootrainer. Neem bij
problemen contact op met uw Tunturi dealer. Voor
de montage zijn twee personen nodig. Monteer de
looptrainer als volgt:
Maak beide verpakkingen open en verwijder alle
losse piepschuimstukken.
VOORLEUNINGEN
NL
HANDLEIDING
T90
41
Bevestig de montagestukken van de voorleuningen
aan de onderste uiteinden van de voorleuningen.
Beide montagestukken worden bevestigd met
6 inbusbouten (A). Draai de bouten strak vast.
De linker handrail en bevestigingsstuk zijn
gemarkeerd met een rode sticker. Bevestig elk van
beide voorleuningen aan het looponderstel met
2 zeskantbouten (B) en ringen (C), 1 zeskantbout
(D) en 1 ring (E). Pas op dat het snoer dat uit de
linker voorleuning komt niet beschadigd raakt.
BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast,
nadat u de handsteun en de monitor gemonteerd
heeft.
HANDSTEUN EN MONITOR
Draai de glijstukken op de zijkanten van de
handsteunen naar beneden, zodat u elk van de
glijstukken via de onderste montageopeningen
in de handsteun kunt bevestigen met de
bevestigingsbout (F). Bevestig de glijstukken in dit
stadium nog zo los mogelijk. Haal de inbusbouten
niet uit de glijstukken, maar draai deze vast.
Laat de combinatie handsteun-monitor op de
vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat de
glijstukken op de zijkanten van de handsteunen
in de groeven van de vóórleuningen komen te
zitten. Verbind het snoer dat uit de linker handsteun
komt met de stekker van de monitor en duw het
zo aangesloten snoer de handsteun in. Duw nu de
combinatie handsteun-monitor op de uiteinden van
de vóórleuningen en draai alle inbusbouten van de
glijstukken vast.
Pas op dat het polssnoer niet beschadigd raakt:
het polssnoer moet in de middelste groef
van de voorleuning liggen. Draai daarna de
bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak.
Trek het beschermende folie van het display af.
Sluit het snoer dat uit de linker handsteun komt aan
op de connector die links onder het looponderstel
zit. Dit gaat gemakkelijker als u de lootrainer aan de
linker kant iets optilt zodat hij op zijn rechter zijkant
komt te rusten.
NOODSTOP
De looptrainer en het bedieningspaneel werken
alleen indien de veiligheidssleutel correct is
geplaatst: als de veiligheidssleutel niet of niet
juist is geplaatst, verschijnt op het display een
foutmelding. (error Insert Safety Key). Controleer of
de knijper van de veiligheidssleutel goed aan uw
kleding is bevestigd. Het koord van de sleutel mag,
wanneer er aan getrokken wordt, niet los kunnen
schieten van uw kleding voordat de sleutel uit het
bedieningspaneel komt.
ELEKTRICITEITSSNOER
Controleer, vóór u het apparaat aansluit op het
elektriciteitsnet, of het voltage overeenkomt met
het voltage dat aangegeven staat op het typeplaatje
van uw apparatuur. Sluit de stroom aan het
toestel met de stroomschakelaar naast de stekker
aan. BELANGRIJK! De T90 mag alleen worden
aangesloten op een geaard stopcontact. Het
gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan.
FITNESS TRAINING
Men moet zich voor de training zorgvuldig op de
hoogte stellen van de werking en het gebruik van
deze motorisch aangedreven lootrainer.
Trainen op een looptrainer is een uitstekende
aërobe training. Het basisidee is een voldoende
lichte training die langere tijd kan worden
volgehouden. Aërobe training bevordert het
zuurstofopnamevermogen van het lichaam,
waardoor ook het uithoudingsvermogen en de
conditie verbeteren. Het menselijk vermogen tot
vermogentot het verbranden van vet is afhankelijk
van dit zuurstofopnamevermogen.
Aerobische lichaamsbeweging moet vooral
prettig aanvoelen. Zweten moet, maar de
hartslag mag niet te hoog worden. Zo kan men
ook langer trainen. De aanbevolen trainingstijd
is drie keer per week 30-60 minuten, afhankelijk
van de basisconditie, het gewenste effect en de
mogelijkheid om te trainen.
Als u wilt trainen door te wandelen, kunt u de
mate en de wijze van inspanning variëren door
de hellingshoek van de lootrainer te wijzigen.
Wandeltraining kan ook worden gevarieerd door
tegelijkertijd de armspieren te trainen door kleine
gewichten in de hand te nemen. Let dan wel op uw
evenwicht en andere veiligheidsaspecten.
42
HANDLEIDING
T90
IInformatie betreffende het gebruik van uw
trainingsapparatuur en eenefficiënte training
hiermede kunt u in deze gids en op Tunturi’s website
www.tunturinl vinden.
OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT
Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed
geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit
voorkomt kouvatten.
Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis.
Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke
ondergrond, met aan de voorkant en aan de
zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte en aan de
achterkant minstens 100x200 cm. Zorg er ook voor
dat er tijdens het gebruik van de lootrainer geen
kinderen of huisdieren in dit gebied kunnen komen.
Het is beter om de apparatuur op een extra stuk
vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij
zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker
schoon te maken.
OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Ouders of volwassenen die verantwoordelijk
zijn voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat
de speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen,
kan leiden tot situaties waarvoor de apparatuur
niet is ontworpen. Gebruik van de apparatuur door
kinderen mag daarom alleen plaatsvinden onder
supervisie van een volwassene.
De T90 mag door slechts één persoon tegelijk
gebruikt worden.
Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de
band wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat
er zich geen obstakels onder het onderstel van de
trainer bevinden en steek geen handen, voeten of
voorwerpen tussen bewegende delen.
Draag tijdens de training de juiste kleding en
schoenen. Zorg ervoor dat uw schoenveters goed
gestrikt zijn. Gebruik schoenen die alleen binnen
worden gedragen. Steentjes, zand en ander vuil
afkomstig van buitenschoenen, kunnen extra
slijtage en/of storingen veroorzaken.
Controleer voordat u met de training begint of de
looptrainer in orde is. Gebruik de looptrainer nooit
indien deze defect is.
Gebruik de trainer alleen indien de behuizing en
de beschermkappen correct zijn aangebracht.
Laat de mat nooit zonder toezicht lopen.
BEGINNEN MET DE TRAINING
Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw
training met enkele rek en strek oefeningen. Rek- en
strekoefeningen.
Ga voordat u de looptrainer start wijdbeens staan
op de grijze treeplanken, die zich aan weerszijden
van de band bevinden en start dan pas de
looptrainer. Start de looptrainer nooit terwijl u er op
staat.
Begin de training met lage snelheid en vergroot
de snelheid en / of de hoek geleidelijk aan. Dat kunt
u doen op gevoel; houd rekening met uw conditie.
Houdt u altijd, bij het op- en afstappen van
de band, of wanneer u tijdens het lopen de
bandsnelheid wijzigt, vast aan de handgrepen.
Spring nooit van een draaiende lootrainer af!
Houd uw rug en nek recht. Zo voorkomt dat uw
nek, schouders en rug vast gaan zitten en pijn gaan
doen. Loop altijd zoveel mogelijk in het midden van
de mat en blijf zo ver van de monitor af dat deze u
niet hindert, maar dat u er wel goed bij kunt.
Als er tijdens de training storingen aan het
apparaat optreden, pak dan de handsteun vast en
ga direct wijdbeens staan, met de voeten op de
randplaten van de mat. Schakel de lootrainer uit en
kijk in de gebruiksaanwijzing bij Storingen.
Mocht u tijdens het trainen last krijgen van
misselijkheid, duizeligheid of ander abnormale
verschijnselen, stop dan direct uw training en
raadpleeg een arts.
NA IEDERE TRAINING
Houd niet plotseling op met de training, maar
verminder de snelheid geleidelijk aan. Vergeet na de
training de cooling down rekoefeningen niet.
Neem de veiligheidssleutel uit het
bedieningspaneel.
Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar.
Neem de stekker uit het stopcontact en neem het
snoer uit de trainer.
Met een vochtige doek de looptrainer
schoonmaken. Gebruik geen oplosmiddelen.
Berg het snoer op een veilige plaats op, buiten
het bereik van kinderen.
HARTSLAG
Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u
bereikt het beste resultaat door te trainen op een
niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw
hartslag de beste graadmonitor.
POLSMETING MET HANDSENSOREN
De polsmeting van de T90 gebeurt met sensoren
die in de handsteunen zijn verwerkt en die de pols
altijd meten wanneer de gebruiker beide sensoren
tegelijktijdig aanraakt. Voor een betrouwbare
polsmeting is het nodig dat de huid voortdurend
in contact met de sensoren is en dat de huid iets
vochtig is. Een te droge of te natte huid is nadelig
voor de werking van de polsmeting. Let er ook op,
dat de hartslagmeting aan de pols soms gestoord
kan worden door sterke trillingen en dus minder
betrouwbaar is, als uw voeten tijdens de training
steeds hard op de lootrainer neerkomen. Vanwege
de veiligheid bevelen wij aan om de polsmeting
alleen te gebruiken bij wandelsnelheden of wanneer
u op de randplaten van de mat staat. BELANGRIJK!
De bekrachtiging van de polsmeting aan het begin
van de meting duurt 8 seconden.
TELEMETRISCHE HARTSLAGMETING
De telemetrische borstbandsensor is het meest
betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband
met meerdere elektrodes waarvan de gemeten
waarden draadloos doorgeseind worden naar de
NL
HANDLEIDING
T90
43
monitor. Als u een pacemaker heeft, moet u eerst
uw arts raadplegen over het gebruik van draadloze
hartslagmeting.
BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u
de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken.
Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze
manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband
vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender
juist onder de borst met de elastische band strak
genoeg om tijdens het lopen de elektroden contact
te laten houden met de huid, maar niet zo strak dat
normaal ademen wordt belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan
de monitor die zich niet verder dan één monitor
van de borstband mag bevinden. Wanneer de
zender verder van de monitor verwijderd is, wordt
het signaal te zwak om te ontvangen. Let er ook
op dat niet meerdere personen met een borstband
om, binnen een straal van één monitor rond de
monitor staan, want de monitor ontvangt dan van
elke elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar
op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes kan
de zender aan blijven staan. Om lege batterijen te
voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed
schoon en droog.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft,
dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals
polyester of polyamide) statische electriciteit
veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele
telefoons, een televisie of andere electronische
apparaten een electromagnetisch veld om zich
heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan.
MAXIMALE HARTSLAG
Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale
hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning
niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw
maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als
leidraad nemen:
220 - DE LEEFTIJD
Het maximum varieert van persoon tot persoon.
De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld
één punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag
dan een arts uw maximale hartslag te bepalen.
Om u te helpen met uw training, hebben wij drie
verschillende hartslag niveaus geselecteerd.
BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en
mensen die lang niet getraind hebben. Drie
trainingen van tenminste een halfuur per week
zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert
bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop
in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar
resultaat.
GEMIDDELDE SPORTER: 60 tot 70 % van de
maximale hartslag
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren
en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale
inspanning - minimaal 3 trainingen van 30 minuten
per week - heeft een positief effect op hart en
longen. Om uw conditie verder te verbeteren kunt
u het aantal keren trainen per week verhogen of
de duur van uw training verlengen. Verhoog echter
nooit beide tegelijkertijd!
GETRAINDE SPORTER: 70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
MONITOR
TOETSEN
START
Begin met de door u gekozen training.
SNELHEID (HAAS / SCHILDPAD)
Door op de toets HAAS te drukken kunt u de
snelheid van de band te doen toenemen in stappen
van 0,1 km/h. De SCHILDPAD - toets dient om de
snelheid van de band laten afnemen in stappen
van 0,1 km/h. Langer op deze toetsen drukken
maakt dat de snelheid sneller verandert. De
loopbandsnelheid is van 0,3 tot 18,0 km/h.
LOOPHOEK
Door op de loophoek omhoog –toets te drukken,
verhoogt u de hellinghoek telkens met 0,5 %; door
op de loophoek omlaag –toets te drukken, verlaagt
u de hellinghoek met telkens 0,5 %. Als u een toets
ingedrukt houdt, versnelt u de verandering. De
hellinghoek kunt u van 0 tot 12 % veranderen.
PIJLTOETSEN
Op de gebruikerinstelling kunt u de
instellingswaarden veranderen met behulp
van de toetsen van de snelheidsregeling. Op
de hartslagaangepaste training kunt u het
hartslagniveau veranderen met behulp van de
toetsen van de snelheidsregeling. Pijl omhoog-toets
te drukken, verhoogt u de moeilijkheidsgraad; door
op de pijl omlaag-toets te drukken, verlaagt u de
moeilijkheidsgraad.
STOP / PAUSE / RESET
U beëindigt de training deer op de STOP-toets te
drukken. Als U éénmaal op de STOP-toets drukt,
gaat de lootrainer over op een 5 minuten durende
pauze, en tegelijk begint de meting van de herstel
hartslag automatisch.Tijdens deze 5 minuten kunt u
de afgebroken training herstarten door het drukken
op de START-toets. U beëindigt de training door nog
eens op de STOP-toets te drukken.
44
HANDLEIDING
T90
SELECT
Voordat u de START-toets indrukt, kunt u via de
SELECT-toets de trainingsmethode kiezen. Wanneer
u de training heeft gestart, kunt u via de SELECT-
toets de profieldisplay kiezen.
ENTER
Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of
-programma, gebruikerinstelling).
SET
Door op de SET-knop te drukken, kunt u de
instellingen van de lootrainer bekijken en
veranderen.
SPEED
Wanneer u de manuale training heeft gestart, kunt
u de snelheid eenvoudig bijregelen met de SPEED-
knop. Bij een keer drukken wordt de snelheid 5.4
km/h, bij twee keer 7.2 km/h en bij drie keer 9.6 km/
h. Daarna dient deze knop voor het verlagen van de
snelheid in dezelfde stappen.
COOL DOWN
Door op de COOL DOWN-knop te drukken, start u
de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna
de lootrainer stopt. In voorgeprogrammeerde
trainingsprogramma’s begint de afkoelfase
automatisch aan het eind van het profiel.
T-WARE PROGRAMMA
Deze trainer is geschikt voor het gebruik van
de T-Ware fitness test- en conditieprogramma.
Informatie betreffende het gebruik van T-Ware kunt
u in Tunturi’s website www.tunturi. www.tunturi.nl
vinden.
FUNCTIES
HEART RATE (HARTSLAGMETING)
45-220 bpm. Het hartslaglampje licht altijd op, als
de monitor het hartsignaal registreert.
KCAL (CALORIEËN)
Calorieverbruik 0-9999 kcal met 1 kcal
nauwkeurigheid
ELEVATION (LOOPHOEK)
0-12 %, met 0,5 % nauwkeurigheid
TIME (TIJD)
Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid,
h1:40-h9:59 met 1 min nauwkeurigheid
DISTANCE (AFSTAND)
Trainingsafstand 0,00-99,99 km met 0,01 km
nauwkeurigheid
SPEED (SNELHEID)
Snelheid van de mat 0,3-18,0 km/h / 0,2-11 mph,
met 0,1 km/h nauwkeurigheid. De controlelamp
geeft de geselecteerde eenheid aan (km/h, mph,
pace = minuut / kilomonitor).
GRAFIEK//TEKSTDISPLAY
Het model T90 heeft een apart grafisch display voor
gedetailleerde informatie over het trainingsprofiel.
Het tekstveld begeleidt de gebruiker aan het begin
van en tijdens de training.
INSTELLINGEN
1. Druk de SET-toets.
2. Stel de meeteenheden in (Metric = gegevens
volgens het metrische systeem / Imperial =
gegevens in Engelse eenheden): verander de
instelling met de pijltoetsen en bevestig de
ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling.
3. Geef uw gewicht op. Verander de instelling met
de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde
met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de
volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor
de inschatting van het energieverbuik.
4. Stel het geslacht in (Male = man / Female =
vrouw): verander de instelling met de pijltoetsen en
bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets;
u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze
gegevens zijn nodig voor de inschatting van het
energieverbuik.
5. Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander
de instelling met de pijltoetsen en bevestig de
waarde van de instelling met de ENTER-toets; u
gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze
gegevens zijn nodig voor de inschatting van het
energieverbuik.
6. Stel het gebruik van het signaalteken in (ON
= signaalteken klinkt / OFF = signaalteken
klinkt niet): Bij profieltraining meldt de monitor
profielwijzigingen van tevoren d.m.v. een
geluidssignaal. Verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met
de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling.
7. Stel de eenheden van het display in (km/h,
min/km (PACE), mph, min/mijl (PACE)). Verander
de instelling met de pijltoetsen en bevestig de
ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling. BELANGRIJK!
U kunt de eenheden tijdens het trainen instellen:
druk de SET-toets, verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig met de ENTER-toets.
8. Stel voor training met hartslagbesturing de
topsnelheid van de lootrainer in met de pijltoetsen:
bij deze trainingsvormen wordt de snelheid gekozen
op basis van de hartslag. Als er geen topsnelheid
is opgegeven, kan deze tijdens te training te hoog
worden. De standaardwaarde voor de topsnelheid
is 12 km/h. Verander de instelling met de pijltoetsen
en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-
toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling.
9. Op het display TOTAL TIME -ziet u de totale
gebruiksduur van de lootrainer. Door de ENTER-
toets in te drukken, gaat u verder naar het volgende
display.
10. Op het display TOTAL DISTANCE -ziet u de totale
loopafstand van de lootrainer. Met de ENTER-toets
laat u de getoonde gebruikerinstelling verdwijnen.
NL
HANDLEIDING
T90
45
TRAININGSKEUZE
Druk de SELECT-toets zo lang in, totdat het
signaallampje brandt naast de door u gewenste
training. U kunt dus kiezen:
1. een manueel doorgevoerde oefening, waarbij u
zelf tijdens de training zowel de snelheid als de hoek
kunt regelen;
2. een hartslagaangepaste HRC-training, waarbij
de lootrainer automatisch wordt geregeld zodat u
permanent bij de door u ingestelde hartslag traint.
Zulke hartslagaangepaste profielen vereisen altijd
het gebruik van de hartslaggordel;
3. conditietest: de mat biedt twee
testmogelijkheden, een wandeltest van 2 km of een
Coopertest van 12 minuten.
4. een voorgegeven trainingsprofiel, waarbij de
snelheid/hellingshoek of het hartslaggniveau op
een vooraf ingestelde manier afwisselen.
P1: MANUELE TRAINING
Direct beginnen:
1. Manuele training is de uitgangsinstelling van de
lootrainer. U kunt de training direct beginnen door
op de START-toets te drukken. De mat beweegt nu
met een snelheid van 1,5 km/h.
Begin via programmakeuze:
2. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de MANUAL-tekst brandt. Met de ENTER-toets
bevestigt u de instelling.
3. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met
een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid
verder regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en
met SPEED toets. Om de minuut verschijnen op
het profieldisplay de snelheidsgegevens van de
training. Na verloop van 20 minuten verdwijnt het
displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de
snelheidsgegevens van de afgelopen 20 minuten
aflezen. Als u tijdens de training op SELECT drukt,
komen op de monitor de cumulatieve snelheids-,
hellings-, hartslag- en atletiekprofiel te staan.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
P2: HARTSLAGGESTUURDE TRAINING
Gecontroleerde hartslagtrainingen geven de
mogelijkheid tot training op een gewenst
hartslagniveau. Hartslagaangepaste profielen
veronderstellen altijd het gebruik van de
borstband. Als de hartslagmeting niet functioneert,
verschijnt er in het tekstveld het foutteken CHECK
TRANSMITTER. Dan moet u controleren of u de
gegeven aanwijzingen voor het gebruik van de
borstband hebt opgevolgd.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de HRC-tekst brandt. Met de ENTER-toets
bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen een van de volgende
hartslagmodellen:
A) Snelheid besturing = De looptrainer houdt uw
hartslag door middel van de snelheidsbesturing
constant. Indien gewenst is de loophoek ook tijdens
de training te veranderen.
B) Loophoek besturing = De besturing van de
hartslag is door de hellinghoek van de band aan te
passen. In deze mode, wordt de snelheid aangepast
door op het Haas of op de Schildpad-toets te
drukken. Bij deze trainingsvorm regelt u zelf de
snelheid van de lootrainer met de SPEED toets of
met behulp van de haas/schildpad-toetsen.
C) Combinatie = De looptrainer houdt uw hartslag
ook constant door de hellinghoek en de snelheid
evenredig aan te passen.
3. Druk ENTER voor bevestiging van uw keuze.
4. Kies het gewenste hartslagniveau (80-180) met de
pijltoetsen.
5. Druk op de START-toets om training met een
constant hartslagniveau te beginnen. Tijdens
de training kunt u het hartslagniveau met de
pijltoetsen veranderen.
6. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay
de snelheidsgegevens van de training. Na verloop
van 20 minuten verdwijnt het displaybeeld van de
monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens
van de afgelopen 20 minuten aflezen. Als u tijdens
de training op SELECT drukt, komen op het monitor
de cumulatieve snelheids-, hellings-, hartslag-
atletiekbaan-profiel te staan.
7. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
P3: CONDITIETEST
Met de lootrainer zijn twee verschillende
conditietests mogelijk. De lichte conditietest is een
wandeltest van 2 km, die u snel wandelend moet
afleggen. Voor personen met een goede conditie is
de Cooper-hardlooptest geschikter, deze duurt 12
minuten.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de TEST-tekst brandt. Met de ENTER-toets
bevestigt u de instelling.
2. Druk op de SELECT-knop, hiermee kunt u kiezen
voor de wandeltest van 2 km of de Coopertest. Met
de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2 KM LOOPTEST
Bij de wandeltest moet de hartslagmonitor worden
gebruikt: de conditie wordt beoordeeld aan de
hand van de hartslag tijdens het lopen en de tijd
die u voor het wandelen van 2 km nodig had. Aan
46
HANDLEIDING
T90
de test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf.
Wij adviseren dan ook aan, om na de test rustig te
blijven door lopen totdat uw hartslagniveau weer
de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de
resultaten geeft de monitor een schatting van uw
maximale zuurstofopname capaciteit de VO2Max.
BEGIN VAN DE WANDELTEST:
1. In het tekstveld van de monitor wordt de lengte
van de deelnemer aan de test gevraagd (HEIGHT):
stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
2. In het tekstveld van de monitor wordt het
geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit
in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
3. In het tekstveld van de monitor wordt het gewicht
van de deelnemer gevraagd (WEIGHT): stel uw
gewicht in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
4. In het tekstveld van de monitor wordt de leeftijd
van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met
de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
5. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld,
dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan
beginnen. Druk op START om te beginnen.
6. De helling van de mat wordt automatisch op 1
% gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt
de snelheid regelen met de snelheidsknoppen.
Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger
wandeltempo dan gemiddeld.
7. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten
terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een
geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST
STARTED!).
UITVOERING VAN DE WANDELTEST:
1. Het is de bedoeling de afstand van 2 km zo
snel mogelijk wandelend af te leggen. U kunt uw
loopsnelheid zelf regelen met de snelheidsknoppen.
Let op: u mag niet hardlopen!
2. Als de hartslagmeting niet werkt, wordt dat in
het tekstveld van de monitor aangegeven met de
mededeling CHECK TRANSMITTER. Controleert u in
dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het
gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier
hebt opgevolgd.
3. Na 2 km geeft de monitor een geluidssignaal. Dan
begint de automatische afkoelfase van 5 minuten,
waarna de lootrainer stopt. In het tekstveld van de
monitor wordt het testresultaat gegeven in de vorm
van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit (de
VO2Max) en een schatting van de conditie.
COOPERTEST
Bij de Coopertest wordt uw conditie berekend
op basis van de afstand die u in 12 minuten heeft
gerend. Hoe verder u bent gekomen, hoe beter
uw conditie is. Aan de test gaat een opwarmfase
van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om
na de test rustig te blijven doorlopen, totdat uw
hartslagniveau weer de normale waarde bereikt
heeft. Op basis van de resultaten geeft de monitor
een schatting van uw maximale zuurstofopname-
capaciteit.
BEGIN VAN DE COOPERTEST:
1. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld
COOPER SELECTED. Met de START-toets bevestigt u
de instelling.
2. In het tekstveld van de monitor wordt het
geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit
in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
3. In het tekstveld van de monitor wordt de leeftijd
van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met
de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
4. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld,
dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan
beginnen. Druk op START om te beginnen.
5. De helling van de mat wordt automatisch op 1
% gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt
de snelheid regelen met de snelheidsknoppen.
Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger
wandeltempo dan gemiddeld.
6. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten
terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een
geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST
STARTED!).
UITVOERING VAN DE COOPERTEST:
1. Het is de bedoeling dat u in 12 minuten een zo
groot mogelijke afstand rennend aflegt. U kunt de
snelheid regelen met de snelheidstoetsen of de
SPEED-toets.
2. In het tekstveld van het display staat een
schatting van het testresultaat bij de gebruikte
snelheid.
3. Na 12 minuten geeft de monitor een
geluidssignaal. Dan begint de automatische
afkoelfase van 5 minuten, waarna de lootrainer
stopt. In het tekstveld van de monitor wordt het
testresultaat gegeven in de vorm van uw maximale
zuurstofopnamecapaciteit en een schatting van de
conditie.
P4-P16: VOORGEPROGRAMMEERDE
TRAININGSPROGRAMMA’S
Om u van een veelzijdige, aangename en
doelbewuste training te verzekeren, heeft Tunturi
een paar duidelijke, op verschillende manier
functionerende trainingsprogrammas ontwikkeld.
Tijdens de training biedt de monitor u bovendien
belangrijke informatie aan over het door u gekozen
programma. De monitor geeft op tijd door een
geluidssignaal aan, als er veranderingen in het
programma optreden. Het profieldisplay geeft zowel
het soort profiel als de gegevens van de volgende
profielbalk aan.
Programma
P4 is manueel, op het display staat
een atletiekbaan van 400 m en uw rondetijd wordt
telkens gemeten.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste profiel (P4) brandt.
2. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met
een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid
verder regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en
met SPEED toets. Om de minuut verschijnen op het
profieldisplay de snelheidsgegevens van de training.
NL
HANDLEIDING
T90
47
3. Als u tijdens de training op SELECT drukt,
komen op het monitor de snelheids-, hellings- en
hartslagprofiel te staan.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
Programma P5 is 5 km lang, P6 is 10 km lang.
Het hellingsprofiel van het programma is
voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling
gebeurt manueel. U kunt een hellingsprofiel kiezen.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste profiel (P5-P6) brandt.
2. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu. U
kunt deze snelheid verder regelen met de Haas/
Schildpad-toetsen en met SPEED toets.
3. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de
pijltoetsen.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt.
De programmas P7 en P8 zijn gebaseerd op de
hartslagfunctie. Programma P7 duurt 15 minuten
en is vooral bedoeld als opwarmprogramma voor
het begin van een andere training. Programma
P8 duurt 30 minuten en is bedoeld als aerobische
basistraining.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P7-P8) brandt.
Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen de hartslagmodel.
3. Druk op de START-toets om de training
te beginnen. Tijdens de training kunt u het
hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt.
De programmas P9-P11 hebben een verschillende
moeilijkheidsgraad. De snelheid en de helling zijn
voorgeprogrammeerd. U kunt de snelheid naar
believen instellen. Voor de trainingslengte kunt u
kiezen uit trainingstijd of trainingsafstand.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P9-P11)
brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de
SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.
U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur
- 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km
– 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km).
3. Druk de START-toets in: de training begint en
de lootrainer zet zich in beweging. U kunt het
snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar
boven of naar beneden op schaal aanpassen. Als u
tijdens de training op SELECT drukt, komen op het
monitor de snelheids- en hellingsprofielen te staan.
4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
5. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt.
Progamma P12 is een soort intervaltraining, waarbij
u tijdens de training de afstand en de duur van
de training kunt instellen en de snelheid van de
lootrainer zelf kunt regelen.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste programma (P12) brandt.
Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de
SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.
U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur
- 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km
– 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km).
3. Druk de START-toets in: de training begint en de
lootrainer zet zich in beweging. U kunt uw snelheid
regelen met behulp van de snelheidsregeltoetsen.
4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de
pijltoetsen.
5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
6. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt.
De HRC-programmas P13-P16 zijn wat het
eisenniveau betreft getrapte hartslaggestuurde
trainingsprofielen, waarbij u de duur van de
training zelf kunt instellen. De hartslaggestuurde
programmas veronderstellen altijd het gebruik
van de borstband. Als de hartslagmonitor niet
functioneert, verschijnt er in het tekstveld
van de display de foutmelding CHECK
TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de
48
HANDLEIDING
T90
gegeven aanwijzingen over het gebruik van de
hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast het door u gewenste programma (P13-P16)
brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen een van de
hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om
de instelling te bevestigen.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op
de monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen
veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10
- en 3 uur - 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5
minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt
1 km). Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende
instelwaarde.Druk de ENTER-toets weer in om de
instelling te bevestigen.
4. Druk de START-toets in: de training begint en
de lootrainer zet zich in beweging. U kunt het
hartslagniveau van het profiel telkens met 1 % naar
boven of naar beneden op schaal aanpassen.
5. U kunt tijdens de training de topsnelheid van de
lootrainer instellen met de snelheidtoetsen.
6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u
de onderbroken training voortzetten door de START-
toets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop
te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde
prestatie en gaat terug in de startmodus.
7. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt.
PROFIELEN VAN DE PROGRAMMA’S (aan het eind van
de gebruiksaanwijzing vind u gedetailleerde uitleg
over de programma’s)
P4 (Track) is manueel, op het display staat een baan
van 400 m en uw rondetijd wordt steeds gemeten.
Dit profiel is speciaal geschikt voor atletiektraining
en voor wedstrijden met uzelf. Door de helling van
de lootrainer te wijzigen kunt u de luchtweerstand
nabootsen.
P5 (5K Course). De vaste lengte van het programma
is 5 km. Het hellingsprofiel van het programma
is voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling
gebeurt met de hand. U kunt een hellingsprofiel
kiezen. Het programma is voor hardlopers en
voor atletiektraining: 5 km is een populaire
wedstrijdafstand, zodat u hiermee uw eigen
prestatie goed kunt inschatten en volgen. Met de
standaardinstellingen is de gemiddelde helling 1,1
% en de grootste helling 3 %.
P6 (10K Course). De vaste lengte van het programma
is 10 km. Het hellingsprofiel van het programma
is voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling
gebeurt met de hand. U kunt een hellingsprofiel
kiezen. Het programma is voor hardlopers en
voor atletiektraining: 10 km is een populaire
wedstrijdafstand, zodat u hiermee uw eigen
prestatie goed kunt inschatten en volgen. Met de
standaardinstellingen is de gemiddelde helling
0,875 % en de grootste helling 3 %.
P7 (15 Min Warm Up). Het programma is gebaseerd
op de hartslagfunctie. De vaste programmalengte
is 15 minuten en het is vooral bedoeld als
opwarmprogramma voor een andere training. Met
standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag
113, de maximale hartslag 122.
P8 (30 Min Health). Het programma is gebaseerd op
de hartslagfunctie. De vaste programmalengte is
30 minuten en het is vooral bedoeld als aerobische
basistraining. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 117, de maximale hartslag 126.
P9 (Hill Walk). Profiel met regelmatige wijzigingen
van de helling en een gelijkmatig, flink
wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners
en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid
5,8 km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %.
P10 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling en
tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel
is geschikt voor beginners en om de conditie op
peil te houden. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid
7,2 km/h, de gemiddelde helling is 1,9 %.
P11 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en lichte
helling en een gelijkmatig afwisselend flink
hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor
hardlopers. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 11,6 km/h en de topsnelheid
12,5 km/h, de gemiddelde helling is 1,8 %.
P12 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt de
lengte van het profiel in kilomonitors instellen. Het
profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak
van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de
conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met
standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar
in stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van
het intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %.
P13 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met lage
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor
gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde hartslag 114, maximaal 125.
P14 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met middelzware
intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen van
de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt
voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met
standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag
122, maximaal 136.
P15 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag, de hartslag blijft bijna de
hele tijd rond de 130-140. Het profiel is uitstekend
voor conditietraining. Met standaardinstellingen is
de gemiddelde hartslag 129, maximaal 145.
NL
HANDLEIDING
T90
49
P16 (Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit,
gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van
de hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd
rond de 135-145. Het profiel is geschikt voor
conditietraining en -verbetering, voor mensen met
een goede conditie. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 133, maximaal 150.
ONDERHOUD
Voor een veilig gebruik van het toestel is het nodig
dit regelmatig te onderhouden en te letten op
bepaalde zaken die kunnen leiden tot storingen
(slijtage van onderdelen enz.). Controleer een keer
per jaar of alle bouten en moeren nog goed vast
zitten. Draai ze echter niet te strak aan. Het toestel
mag alleen worden gebruikt als het geheel in orde
is.
REINIGING EN SMERING VAN DE
LOOPTRAINER
ALS U NALAAT UW LOOPTRAINER TE SMEREN, KAN
UW RECHT OP GARANTIE VERVALLEN!
Verwijder stof en vuil van het bedieningspaneel en
reinig de handgrepen met een licht vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen. Reinig de zichtbare
delen van het frame (o.a. onderstel en zijkanten)
en de band regelmatig met een stofzuiger. Houdt
u ook de omgeving van de loopmat schoon. Bij
gebruik vergaart de loopmat bijvoorbeeld stof, wat
problemen kan veroorzaken bij het functioneren
van de apparatuur.
Bij normaal thuisgebruik (maximaal 60 minuten
per dag) dient u de smering één keer per maand
te controleren. De mat moet echter alleen worden
gesmeerd als het nodig is. Bij veeleisender gebruik
moet de smering met kortere tussenpozen worden
gecontroleerd. Dit kan het best worden gedaan
voordat
u met een trainingssessie begint. Controleer de
smering als volgt:
1. Schakel de looptrainer uit! Stap op de loopmat
en blijf stil staan in plaats van te gaan lopen, zoals u
normaal gesproken doet.
2. Pak de horizontale handgreep vast en beweeg de
mat met uw voeten achterwaarts en voorwaarts.
De mat moet soepel, gelijkmatig en geruisloos
bewegen.
3. Als u vaststelt dat de mat schokkerig beweegt of
niet soepel loopt, schuift u uw hand onder de mat
en
controleert u de smering.
Smeer de mat als volgt:
1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de
T-Lube S-spuitbus.
2. Stel het loopvlak op de maximale hellingshoek in.
3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat.
Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van
het loopvlak te krijgen.
4. Spuit gedurende 2-3 seconden.
5. Laat het loopvlak naar zijn normale positie zakken.
Begin direct met uw trainingssessie. Of zet
de looptrainer aan en wacht vijf minuten voordat u
begint.
BELANGRIJK! Smeer uw looptrainer alleen met
T-Lube S-siliconensmeermiddel. Neem contact op
met uw Tunturi-distributeur voor de aanschaf van
extra T-Lube of voor meer informatie over smering
en onderhoud.
HET CENTREREN VAN DE LOOTRAINER
Controleer tijdens het gebruik of de lootrainer goed
blijft lopen. Indien de band afstelling behoeft, wacht
hier dan niet mee tot na de training maar voer
dit onmiddellijk uit. De band dient altijd over het
midden van de trainer te lopen. Centreren zal over
het algemeen niet nodig zijn wanneer:
de looptrainer op een vlakke ondergrond staat en
de lootrainer goed gespannen is;
de lootrainer correct is gecentreerd.
Het kan echter zijn dat als gevolg van een
bijzondere loopstijl de lootrainer enigszins uit het
midden raakt. Het centreren van de lootrainer:
1. Controleer eerst of de looptrainer horizontaal /
waterpas staat. Laat de lootrainer vrij draaien met
een snelheid van 5 km/u.
2. Indien de band naar links trekt, draai dan de linker
inbusbout achter op de trainer ¼
slag in de richting van de klok mee en de rechter
inbusbout ¼ slag tegen de klok in. Het afstellen
dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren
daar een achtste slag al aanzienlijke gevolgen
heeft voor de loop van de lootrainer. Draai de
inbusbouten dus met maximaal ¼ slag in de richting
van de klok of tegen de klok in. Controleer elke keer
het gevolg hiervan. Laat de mat enkele minuten
draaien, voor weer verder te gaan met afstellen.
Indien de mat naar rechts trekt, draai dan de rechter
inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de richting
van de klok en de linker inbusbout ¼ slag tegen de
klok in.
3. De lootrainer is correct afgesteld wanneer deze
in het midden blijft lopen. Wanneer de mat nog
steeds naar links of naar rechts trekt dient u het
afstellen te herhalen, stapje voor stapje, totdat de
lootrainer recht loopt. Indien de mat gedurende
langere tijd aanloopt kan deze ernstig beschadigen.
De garantie op de trainer dekt geen storingen of
beschadigingen die ontstaan zijn door het niet
centreren van de mat.
HET SPANNEN VAN DE LOOTRAINER
Indien de mat gaat slippen dient u deze wat strakker
te stellen. Het is niet goed om de lootrainer te strak
te zetten; houd de spanning zo laag mogelijk. Het
bijstellen van de spanning doet u met dezelfde
inbusbouten die ook voor het centreren worden
gebruikt.
50
HANDLEIDING
T90
1. Laat de band vrij lopen met een snelheid van
ongeveer 5 km/h.
2. Draai de beide inbusbouten achter op de trainer
¼ slag in de richting van de klok.
3. Controleer of de spanning correct is door op de
looptrainer te gaan lopen en deze af te remmen
(alsof u bergaf loopt).
Indien de band bij licht afremmen nog steeds slipt,
draai dan de inbusbouten nogmaals ¼ slag aan en
herhaal de controle. Bij krachtig afremmen mag de
lootrainer slippen. Als de mat, ondanks het afstellen,
blijft doorslippen, neem dan contact op met uw
Tunturi dealer.
GEBRUIKSSTORINGEN
BELANGRIJK! Ondanks voortdurende
kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen
optreden die het gevolg zijn van het niet goed
functioneren van onderdelen die in de looptrainer
zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig
om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden,
aangezien de storing meestal kan worden opgelost
door het vervangen van het defecte onderdeel.
Mochten er storingen optreden bij het gebruik
van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op
met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het
model en het serienummer van uw Tunturi trainer,
de eventuele storingscode en door wie de trainer is
geïnstalleerd.
Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de
looptrainer, schakelt u direct de looptrainer uit door
de aan- en uitknop in te drukken. Wacht vervolgens
één minuut en schakel de looptrainer weer aan. Op
deze manier moeten incidentele fouten hersteld zijn
en kan de looptrainer opnieuw worden gebruikt.
Indien de looptrainer na het aan- en uitschakelen
door de aan- en uitknop nog steeds niet goed
functioneert, neem dan contact op met uw Tunturi
dealer voor onderhoud.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het
model, het serienummer van het apparaat en het
nummer van het onderdeel. Op de laatste pagina’s
van deze gids vindt u de onderdelenlijst. Voor het
toestel mogen alleen onderdelen worden gebruikt
die in de lijst van reserveonderdelen staan.
STORINGEN
De monitor meldt de storingen op het screen aan.
SYSTEM CHECK FAILED - Eventuele storing van
de motorbesturing. Schakel de stroom van de
lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht
een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de
foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel
verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet
verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper
van het toestel.
SPEED SENSOR ERROR - Storing van de
snelheidssensor. Neem contact op met de verkoper
van het toestel.
MOTOR SPEED ERROR - Storing van de
snelheidsregeling van de mat. Controleer of u de
mat correct gebruikt: duw de mat niet met uw
voeten voort. Schakel de stroom van de lootrainer
uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut
en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding
niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal
gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem
dan contact op met de verkoper van het toestel.
MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de motor.
Controleer of u het toestel correct gebruikt:
de mat niet afremmen. Controleer of de mat
voldoende gesmeerd is; smeer de mat eventueel
(onderhoudsbeurt). Schakel de stroom van de
lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht
een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de
foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel
verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet
verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper
van het toestel.
LIFT MOTOR ERROR - Storing van de hefmotor.
Neem contact op met de verkoper van het toestel.
LIFT MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de
hefmotor. Controleer of u het toestel correct
gebruikt: overbelast de hefmotor niet door steeds
de hellingshoek te wijzigen. Schakel de stroom van
de lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht
een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Bij het
starten voert de mat automatisch het ijken van de
hefmotor uit. Als de foutmelding niet terugkomt,
kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de
foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op
met de verkoper van het toestel.
ONDERHOUD MELDING
CHECK LUBRICATION. Controleer of de mat
voldoende gesmeerd is; smeer de mat eventueel.
Druk
op de ENTER twee keer om de melding te
verwijderen.
TRANSPORT EN OPSLAG
Verplaats de T90 lootrainer als volgt. Schakel de
stroom uit met de schakelaar en trek de stekker uit
het stopcontact en uit de lootrainer. Ga achter het
apparaat staan en pak het aluminiumprofiel aan de
achterkant van het apparaat vast. Til het apparaat
zover op dat het op de transportwielen komt te
rusten. U kunt het apparaat nu verplaatsen door
het te duwen en verrijden op de wielen. Laat het
looponderstel voorzichtig op de grond zakken.
BELANGRIJK! Extra voorzichtigheid is geboden bij
het verplaatsen van de looptrainer over een oneffen
vloer of over een drempel. Ook mag de looptrainer
beslist nooit op de wielen over een trap gereden
worden, in dit geval moet de looptrainer worden
opgetild. Pas op dat de vloer niet beschadigt
wanneer u het toestel verplaatst. Bescherm tere
vloermaterialen zoals parketvloeren enz. Het kan
zijn dat de lootrainer opnieuw gecentreerd moet
NL
HANDLEIDING
T90
51
worden nadat deze verplaatst is.
Berg de trainer op in een droge ruimte met een
redelijk constante temperatuur en dek de trainer af
tegen stof. Haal na gebruik altijd de stekker uit het
stopcontact.
TECHNISCHE GEGEVENS
Lengte .................................................214 cm
Hoogte ...............................................143 cm
Breedte ...............................................91 cm
Gewicht ...............................................126 kg
Lengte loopvlak ..............................158 cm
Breedte loopvlak .............................52 cm
Snelheid .............................................0,3-18,0 km/h
Hellinghoek ......................................0-12 %
Motor ..................................................3,5 pk
Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs
EMC. Directiven betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische
apparatuur ontworpen voor gebruik binnen
bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom
is dit product met de CE label voorzien. De Tunturi
T90 looptrainer voldoen aan EN precisie- en
veiligheidsnormen (Norm SA, EN-957, deel 1 en 6).
In verband met ons beleid van voortdurende
productinnovatie, is Tunturi gerechtigd om
specificaties te veranderen zonder daarover nader te
berichten.
BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als
gevolg van het niet volgen van de instructies in
deze gids betreffende het monteren, het instellen en
het onderhouden van de apparatuur. Veranderingen
of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd
zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product
aansprakelijkheid geheel vervallen.
Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw
nieuwe Tunturi trainingspartner!

Documenttranscriptie

Inhoud MONTAGE.................................................................40 (Verlengde handgrepen).....................................100 FITNESS TRAINING.................................................41 BEGINNEN MET DE TRAINING...............................42 HARTSLAG...............................................................42 MONITOR..................................................................43 TRAININGSKEUZE...................................................45 ONDERHOUD...........................................................49 GEBRUIKSSTORINGEN...........................................50 STORINGEN.............................................................50 TRANSPORT EN OPSLAG.......................................50 TECHNISCHE GEGEVENS......................................51 OPMERKINGEN EN ADVIEZEN Deze gids is een essentieel onderdeel van uw Tunturi looptrainer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u begint met monteren, gebruiken of onderhouden van uw looptrainer. Bewaar de gids op een handige plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige informatie uithalen die u nodig heeft voor het gebruik en het onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg op. mag alleen worden aangesloten •opDeeentrainer geaard stopcontact. Het stroomverbruik bedraagt maximaal 10 A. Spanningsfluctuaties van meer dan 12 % kunnen storingen in de werking van de trainer veroorzaken of de elektronische componenten beschadigen. Indien de netspanning onvoldoende gereguleerd is of de trainer anderszins niet overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing wordt aangesloten, vervalt de garantie. De T90 mag alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan. Beperk u tot het onderhoud en instellingen zoals in deze handleiding worden beschreven. Stop direct als zich andere problemen voordoen en vraag advies bij uw Tunturi specialist. Laat, voordat u met trainen begint, door een arts uw gezondheid controleren. Mocht u tijdens het trainen last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of andere niet normale verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg een arts. Bij het afstellen en het onderhouden van de trainer dient u deze gebruiksaanwijzing op te volgen. Bij montage- en onderhoudswerkzaamheden dient u eerst de hoofdschakelaar van de looptrainer, uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te nemen. De T90 mag niet worden gebruikt door personen die zwaarder zijn dan 150 kg. Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De ideale gebruikstemperatuur is tussen +10°C en +35°C. De luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 90 % zijn. Nadere informatie over de garantie op uw trainingstoestel vindt u in het bijgesloten garantieboekje. De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens de verzending of door het niet volgen van de in deze handleiding gegeven instructies betreffende het monteren, afstellen en • • • • handleiding • T90 • 40 • • • onderhoud van het apparaat. WELKOM IN DE WERELD VAN TUNTURI-TRAINING! Uw keuze toont aan dat u echt in uw gezondheid en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u kwaliteit en stijl belangrijk vindt en dit waardeert. Met deze Tunturi looptrainer heeft u een veilig en motiverend, kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste is, om uw doel te bereiken. Informatie betreffende het gebruik van Uw trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede kunt U in deze gids en Tunturi’s website www.tunturi.nl vinden. MONTAGE Controleer of de verpakking alle onderdelen bevat: Verpakking 1/3 1. Lootrainer 2. Elektriciteitssnoer Verpakking 2/3 3. Voorleuningen 4. Handsteun-monitor combinatie 5. Set met montagebenodigdheden (met * in de onderdelenlijst): Bewaar de montagebenodigdheden, omdat u die o.a. nog bij de bijstelling van de apparatuur kunt gebruiken. Verpakking 3/3 6. Verlengde handgrepen (montage: pagina 100) De aanduidingen rechts, links, voor en achter betekenen steeds rechts, links enz. gezien vanuit de gebruiker, staande op de lootrainer. Neem bij problemen contact op met uw Tunturi dealer. Voor de montage zijn twee personen nodig. Monteer de looptrainer als volgt: Maak beide verpakkingen open en verwijder alle losse piepschuimstukken. VOORLEUNINGEN handleiding • T90 NL van de voorleuning liggen. Draai daarna de bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak. Trek het beschermende folie van het display af. Sluit het snoer dat uit de linker handsteun komt aan op de connector die links onder het looponderstel zit. Dit gaat gemakkelijker als u de lootrainer aan de linker kant iets optilt zodat hij op zijn rechter zijkant komt te rusten. NOODSTOP Bevestig de montagestukken van de voorleuningen aan de onderste uiteinden van de voorleuningen. Beide montagestukken worden bevestigd met 6 inbusbouten (A). Draai de bouten strak vast. De linker handrail en bevestigingsstuk zijn gemarkeerd met een rode sticker. Bevestig elk van beide voorleuningen aan het looponderstel met 2 zeskantbouten (B) en ringen (C), 1 zeskantbout (D) en 1 ring (E). Pas op dat het snoer dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd raakt. BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast, nadat u de handsteun en de monitor gemonteerd heeft. HANDSTEUN EN Monitor De looptrainer en het bedieningspaneel werken alleen indien de veiligheidssleutel correct is geplaatst: als de veiligheidssleutel niet of niet juist is geplaatst, verschijnt op het display een foutmelding. (error Insert Safety Key). Controleer of de knijper van de veiligheidssleutel goed aan uw kleding is bevestigd. Het koord van de sleutel mag, wanneer er aan getrokken wordt, niet los kunnen schieten van uw kleding voordat de sleutel uit het bedieningspaneel komt. ELEKTRICITEITSSNOER Controleer, vóór u het apparaat aansluit op het elektriciteitsnet, of het voltage overeenkomt met het voltage dat aangegeven staat op het typeplaatje van uw apparatuur. Sluit de stroom aan het toestel met de stroomschakelaar naast de stekker aan. BELANGRIJK! De T90 mag alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan. FITNESS TRAINING Men moet zich voor de training zorgvuldig op de hoogte stellen van de werking en het gebruik van deze motorisch aangedreven lootrainer. Draai de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen naar beneden, zodat u elk van de glijstukken via de onderste montageopeningen in de handsteun kunt bevestigen met de bevestigingsbout (f). Bevestig de glijstukken in dit stadium nog zo los mogelijk. Haal de inbusbouten niet uit de glijstukken, maar draai deze vast. Laat de combinatie handsteun-monitor op de vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen in de groeven van de vóórleuningen komen te zitten. Verbind het snoer dat uit de linker handsteun komt met de stekker van de monitor en duw het zo aangesloten snoer de handsteun in. Duw nu de combinatie handsteun-monitor op de uiteinden van de vóórleuningen en draai alle inbusbouten van de glijstukken vast. Pas op dat het polssnoer niet beschadigd raakt: het polssnoer moet in de middelste groef Trainen op een looptrainer is een uitstekende aërobe training. Het basisidee is een voldoende lichte training die langere tijd kan worden volgehouden. Aërobe training bevordert het zuurstofopnamevermogen van het lichaam, waardoor ook het uithoudingsvermogen en de conditie verbeteren. Het menselijk vermogen tot vermogentot het verbranden van vet is afhankelijk van dit zuurstofopnamevermogen. Aerobische lichaamsbeweging moet vooral prettig aanvoelen. Zweten “moet”, maar de hartslag mag niet te hoog worden. Zo kan men ook langer trainen. De aanbevolen trainingstijd is drie keer per week 30-60 minuten, afhankelijk van de basisconditie, het gewenste effect en de mogelijkheid om te trainen. Als u wilt trainen door te wandelen, kunt u de mate en de wijze van inspanning variëren door de hellingshoek van de lootrainer te wijzigen. Wandeltraining kan ook worden gevarieerd door tegelijkertijd de armspieren te trainen door kleine gewichten in de hand te nemen. Let dan wel op uw evenwicht en andere veiligheidsaspecten. 41 IInformatie betreffende het gebruik van uw trainingsapparatuur en eenefficiënte training hiermede kunt u in deze gids en op Tunturi’s website www.tunturinl vinden. OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed •geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit voorkomt kouvatten. Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke ondergrond, met aan de voorkant en aan de zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte en aan de achterkant minstens 100x200 cm. Zorg er ook voor dat er tijdens het gebruik van de lootrainer geen kinderen of huisdieren in dit gebied kunnen komen. Het is beter om de apparatuur op een extra stuk vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker schoon te maken. • • • OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR of volwassenen die verantwoordelijk •zijnOuders voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat de speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen, kan leiden tot situaties waarvoor de apparatuur niet is ontworpen. Gebruik van de apparatuur door kinderen mag daarom alleen plaatsvinden onder supervisie van een volwassene. De T90 mag door slechts één persoon tegelijk gebruikt worden. Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de band wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat er zich geen obstakels onder het onderstel van de trainer bevinden en steek geen handen, voeten of voorwerpen tussen bewegende delen. Draag tijdens de training de juiste kleding en schoenen. Zorg ervoor dat uw schoenveters goed gestrikt zijn. Gebruik schoenen die alleen binnen worden gedragen. Steentjes, zand en ander vuil afkomstig van buitenschoenen, kunnen extra slijtage en/of storingen veroorzaken. Controleer voordat u met de training begint of de looptrainer in orde is. Gebruik de looptrainer nooit indien deze defect is. Gebruik de trainer alleen indien de behuizing en de beschermkappen correct zijn aangebracht. Laat de mat nooit zonder toezicht lopen. • • • • • • BEGINNEN MET DE TRAINING Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw •training met enkele rek en strek oefeningen. Rek- en handleiding • T90 strekoefeningen. 42 u de looptrainer start wijdbeens staan •opGadevoordat grijze treeplanken, die zich aan weerszijden van de band bevinden en start dan pas de looptrainer. Start de looptrainer nooit terwijl u er op staat. Begin de training met lage snelheid en vergroot de snelheid en / of de hoek geleidelijk aan. Dat kunt u doen op gevoel; houd rekening met uw conditie. Houdt u altijd, bij het op- en afstappen van • • de band, of wanneer u tijdens het lopen de bandsnelheid wijzigt, vast aan de handgrepen. Spring nooit van een draaiende lootrainer af! Houd uw rug en nek recht. Zo voorkomt dat uw nek, schouders en rug vast gaan zitten en pijn gaan doen. Loop altijd zoveel mogelijk in het midden van de mat en blijf zo ver van de monitor af dat deze u niet hindert, maar dat u er wel goed bij kunt. Als er tijdens de training storingen aan het apparaat optreden, pak dan de handsteun vast en ga direct wijdbeens staan, met de voeten op de randplaten van de mat. Schakel de lootrainer uit en kijk in de gebruiksaanwijzing bij Storingen. Mocht u tijdens het trainen last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of ander abnormale verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg een arts. • • • NA IEDERE TRAINING Houd niet plotseling op met de training, maar •verminder de snelheid geleidelijk aan. Vergeet na de training de cooling down rekoefeningen niet. Neem de veiligheidssleutel uit het bedieningspaneel. Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar. Neem de stekker uit het stopcontact en neem het snoer uit de trainer. Met een vochtige doek de looptrainer schoonmaken. Gebruik geen oplosmiddelen. Berg het snoer op een veilige plaats op, buiten het bereik van kinderen. • • • • • HARTSLAG Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de beste graadmonitor. POLSMETING MET HANDSENSOREN De polsmeting van de T90 gebeurt met sensoren die in de handsteunen zijn verwerkt en die de pols altijd meten wanneer de gebruiker beide sensoren tegelijktijdig aanraakt. Voor een betrouwbare polsmeting is het nodig dat de huid voortdurend in contact met de sensoren is en dat de huid iets vochtig is. Een te droge of te natte huid is nadelig voor de werking van de polsmeting. Let er ook op, dat de hartslagmeting aan de pols soms gestoord kan worden door sterke trillingen en dus minder betrouwbaar is, als uw voeten tijdens de training steeds hard op de lootrainer neerkomen. Vanwege de veiligheid bevelen wij aan om de polsmeting alleen te gebruiken bij wandelsnelheden of wanneer u op de randplaten van de mat staat. Belangrijk! De bekrachtiging van de polsmeting aan het begin van de meting duurt 8 seconden. TELEMETRISCHE HARTSLAGMETING De telemetrische borstbandsensor is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar de handleiding • monitor. Als u een pacemaker heeft, moet u eerst uw arts raadplegen over het gebruik van draadloze hartslagmeting. in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar resultaat. BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u maximale hartslag de borstband alleen met toestemming van een arts gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze manier wilt controleren, moeten de geribbelde elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens het lopen de elektroden contact te laten houden met de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De zender geeft de hartslag automatisch door aan de monitor die zich niet verder dan één monitor van de borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om te ontvangen. Let er ook op dat niet meerdere personen met een borstband om, binnen een straal van één monitor rond de monitor staan, want de monitor ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes kan de zender aan blijven staan. Om lege batterijen te voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed schoon en droog. Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele telefoons, een televisie of andere electronische apparaten een electromagnetisch veld om zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Maximale hartslag Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad nemen: T90 Gemiddelde sporter: 60 tot 70 % van de Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning - minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week - heeft een positief effect op hart en longen. Om uw conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week verhogen of de duur van uw training verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd! Getrainde sporter: 70 tot 80 % van de maximale hartslag Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie trainingen. Monitor TOETSEN START Begin met de door u gekozen training. SNELHEID (HAAS / SCHILDPAD) Door op de toets HAAS te drukken kunt u de snelheid van de band te doen toenemen in stappen van 0,1 km/h. De SCHILDPAD - toets dient om de snelheid van de band laten afnemen in stappen van 0,1 km/h. Langer op deze toetsen drukken maakt dat de snelheid sneller verandert. De loopbandsnelheid is van 0,3 tot 18,0 km/h. LOOPHOEK Door op de loophoek omhoog –toets te drukken, verhoogt u de hellinghoek telkens met 0,5 %; door op de loophoek omlaag –toets te drukken, verlaagt u de hellinghoek met telkens 0,5 %. Als u een toets ingedrukt houdt, versnelt u de verandering. De hellinghoek kunt u van 0 tot 12 % veranderen. PIJLTOETSEN Het maximum varieert van persoon tot persoon. De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld één punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag niveaus geselecteerd. Op de gebruikerinstelling kunt u de instellingswaarden veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling. Op de hartslagaangepaste training kunt u het hartslagniveau veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling. Pijl omhoog-toets te drukken, verhoogt u de moeilijkheidsgraad; door op de pijl omlaag-toets te drukken, verlaagt u de moeilijkheidsgraad. Beginner: 50 tot 60 % van de maximale hartslag STOP / PAUSE / RESET 220 - de leeftijd Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen, mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop NL U beëindigt de training deer op de STOP-toets te drukken. Als U éénmaal op de STOP-toets drukt, gaat de lootrainer over op een 5 minuten durende pauze, en tegelijk begint de meting van de herstel hartslag automatisch.Tijdens deze 5 minuten kunt u de afgebroken training herstarten door het drukken op de START-toets. U beëindigt de training door nog eens op de STOP-toets te drukken. 43 SELECT GRAFIEK//TEKSTDISPLAY ENTER INSTELLINGEN Voordat u de START-toets indrukt, kunt u via de SELECT-toets de trainingsmethode kiezen. Wanneer u de training heeft gestart, kunt u via de SELECTtoets de profieldisplay kiezen. Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of -programma, gebruikerinstelling). SET Door op de SET-knop te drukken, kunt u de instellingen van de lootrainer bekijken en veranderen. SPEED Wanneer u de manuale training heeft gestart, kunt u de snelheid eenvoudig bijregelen met de SPEEDknop. Bij een keer drukken wordt de snelheid 5.4 km/h, bij twee keer 7.2 km/h en bij drie keer 9.6 km/ h. Daarna dient deze knop voor het verlagen van de snelheid in dezelfde stappen. COOL DOWN Door op de COOL DOWN-knop te drukken, start u de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna de lootrainer stopt. In voorgeprogrammeerde trainingsprogramma’s begint de afkoelfase automatisch aan het eind van het profiel. T-WARE PROGRAMMA Deze trainer is geschikt voor het gebruik van de T-Ware fitness test- en conditieprogramma. Informatie betreffende het gebruik van T-Ware kunt u in Tunturi’s website www.tunturi. www.tunturi.nl vinden. FUNCTIES HEART RATE (hartslagmeting) 45-220 bpm. Het hartslaglampje licht altijd op, als de monitor het hartsignaal registreert. KCAL (Calorieën) Calorieverbruik 0-9999 kcal met 1 kcal nauwkeurigheid ELEVATION (loophoek) 0-12 %, met 0,5 % nauwkeurigheid TIME (tijd) Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid, h1:40-h9:59 met 1 min nauwkeurigheid handleiding • T90 DISTANCE (Afstand) 44 Trainingsafstand 0,00-99,99 km met 0,01 km nauwkeurigheid SPEED (Snelheid) Snelheid van de mat 0,3-18,0 km/h / 0,2-11 mph, met 0,1 km/h nauwkeurigheid. De controlelamp geeft de geselecteerde eenheid aan (km/h, mph, pace = minuut / kilomonitor). Het model T90 heeft een apart grafisch display voor gedetailleerde informatie over het trainingsprofiel. Het tekstveld begeleidt de gebruiker aan het begin van en tijdens de training. 1. Druk de SET-toets. 2. Stel de meeteenheden in (Metric = gegevens volgens het metrische systeem / Imperial = gegevens in Engelse eenheden): verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 3. Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 4. Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw): verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 5. Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de waarde van de instelling met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 6. Stel het gebruik van het signaalteken in (ON = signaalteken klinkt / OFF = signaalteken klinkt niet): Bij profieltraining meldt de monitor profielwijzigingen van tevoren d.m.v. een geluidssignaal. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 7. Stel de eenheden van het display in (km/h, min/km (PACE), mph, min/mijl (PACE)). Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. BELANGRIJK! U kunt de eenheden tijdens het trainen instellen: druk de SET-toets, verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig met de ENTER-toets. 8. Stel voor training met hartslagbesturing de topsnelheid van de lootrainer in met de pijltoetsen: bij deze trainingsvormen wordt de snelheid gekozen op basis van de hartslag. Als er geen topsnelheid is opgegeven, kan deze tijdens te training te hoog worden. De standaardwaarde voor de topsnelheid is 12 km/h. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTERtoets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 9. Op het display TOTAL TIME -ziet u de totale gebruiksduur van de lootrainer. Door de ENTERtoets in te drukken, gaat u verder naar het volgende display. 10. Op het display TOTAL DISTANCE -ziet u de totale loopafstand van de lootrainer. Met de ENTER-toets laat u de getoonde gebruikerinstelling verdwijnen. handleiding TRAININGSKEUZE Druk de SELECT-toets zo lang in, totdat het signaallampje brandt naast de door u gewenste training. U kunt dus kiezen: 1. een manueel doorgevoerde oefening, waarbij u zelf tijdens de training zowel de snelheid als de hoek kunt regelen; 2. een hartslagaangepaste HRC-training, waarbij de lootrainer automatisch wordt geregeld zodat u permanent bij de door u ingestelde hartslag traint. Zulke hartslagaangepaste profielen vereisen altijd het gebruik van de hartslaggordel; 3. conditietest: de mat biedt twee testmogelijkheden, een wandeltest van 2 km of een Coopertest van 12 minuten. 4. een voorgegeven trainingsprofiel, waarbij de snelheid/hellingshoek of het hartslaggniveau op een vooraf ingestelde manier afwisselen. P1: MANUELE TRAINING Direct beginnen: 1. Manuele training is de uitgangsinstelling van de lootrainer. U kunt de training direct beginnen door op de START-toets te drukken. De mat beweegt nu met een snelheid van 1,5 km/h. Begin via programmakeuze: 2. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de MANUAL-tekst brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 3. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid verder regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en met SPEED toets. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20 minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen 20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op de monitor de cumulatieve snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekprofiel te staan. 4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. P2: hartslaggestuurde TRAINING Gecontroleerde hartslagtrainingen geven de mogelijkheid tot training op een gewenst hartslagniveau. Hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het gebruik van de borstband. Als de hartslagmeting niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld het foutteken CHECK TRANSMITTER. Dan moet u controleren of u de gegeven aanwijzingen voor het gebruik van de borstband hebt opgevolgd. • T90 NL 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de HRC-tekst brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Selecteer met de pijltoetsen een van de volgende hartslagmodellen: a) Snelheid besturing = De looptrainer houdt uw hartslag door middel van de snelheidsbesturing constant. Indien gewenst is de loophoek ook tijdens de training te veranderen. b) Loophoek besturing = De besturing van de hartslag is door de hellinghoek van de band aan te passen. In deze mode, wordt de snelheid aangepast door op het Haas of op de Schildpad-toets te drukken. Bij deze trainingsvorm regelt u zelf de snelheid van de lootrainer met de SPEED toets of met behulp van de haas/schildpad-toetsen. c) Combinatie = De looptrainer houdt uw hartslag ook constant door de hellinghoek en de snelheid evenredig aan te passen. 3. Druk ENTER voor bevestiging van uw keuze. 4. Kies het gewenste hartslagniveau (80-180) met de pijltoetsen. 5. Druk op de START-toets om training met een constant hartslagniveau te beginnen. Tijdens de training kunt u het hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen. 6. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20 minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen 20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve snelheids-, hellings-, hartslagatletiekbaan-profiel te staan. 7. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. P3: Conditietest Met de lootrainer zijn twee verschillende conditietests mogelijk. De lichte conditietest is een wandeltest van 2 km, die u snel wandelend moet afleggen. Voor personen met een goede conditie is de Cooper-hardlooptest geschikter, deze duurt 12 minuten. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de TEST-tekst brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Druk op de SELECT-knop, hiermee kunt u kiezen voor de wandeltest van 2 km of de Coopertest. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2 km looptest Bij de wandeltest moet de hartslagmonitor worden gebruikt: de conditie wordt beoordeeld aan de hand van de hartslag tijdens het lopen en de tijd die u voor het wandelen van 2 km nodig had. Aan 45 de test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na de test rustig te blijven door lopen totdat uw hartslagniveau weer de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft de monitor een schatting van uw maximale zuurstofopname­capaciteit de VO2Max. Begin van de wandeltest: 1. In het tekstveld van de monitor wordt de lengte van de deelnemer aan de test gevraagd (HEIGHT): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 2. In het tekstveld van de monitor wordt het geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 3. In het tekstveld van de monitor wordt het gewicht van de deelnemer gevraagd (WEIGHT): stel uw gewicht in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 4. In het tekstveld van de monitor wordt de leeftijd van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 5. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld, dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op START om te beginnen. 6. De helling van de mat wordt automatisch op 1 % gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snelheid regelen met de snelheidsknoppen. Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger wandeltempo dan gemiddeld. 7. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!). Uitvoering van de wandeltest: 1. Het is de bedoeling de afstand van 2 km zo snel mogelijk wandelend af te leggen. U kunt uw loopsnelheid zelf regelen met de snelheidsknoppen. Let op: u mag niet hardlopen! 2. Als de hartslagmeting niet werkt, wordt dat in het tekstveld van de monitor aangegeven met de mededeling CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd. 3. Na 2 km geeft de monitor een geluidssignaal. Dan begint de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna de lootrainer stopt. In het tekstveld van de monitor wordt het testresultaat gegeven in de vorm van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit (de VO2Max) en een schatting van de conditie. handleiding • T90 Coopertest 46 Bij de Coopertest wordt uw conditie berekend op basis van de afstand die u in 12 minuten heeft gerend. Hoe verder u bent gekomen, hoe beter uw conditie is. Aan de test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na de test rustig te blijven doorlopen, totdat uw hartslagniveau weer de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft de monitor een schatting van uw maximale zuurstofopname­ capaciteit. Begin van de Coopertest: 1. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld COOPER SELECTED. Met de START-toets bevestigt u de instelling. 2. In het tekstveld van de monitor wordt het geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 3. In het tekstveld van de monitor wordt de leeftijd van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 4. In het tekstveld van de monitor wordt gemeld, dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op START om te beginnen. 5. De helling van de mat wordt automatisch op 1 % gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snelheid regelen met de snelheidsknoppen. Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger wandeltempo dan gemiddeld. 6. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!). Uitvoering van de Coopertest: 1. Het is de bedoeling dat u in 12 minuten een zo groot mogelijke afstand rennend aflegt. U kunt de snelheid regelen met de snelheidstoetsen of de SPEED-toets. 2. In het tekstveld van het display staat een schatting van het testresultaat bij de gebruikte snelheid. 3. Na 12 minuten geeft de monitor een geluidssignaal. Dan begint de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna de lootrainer stopt. In het tekstveld van de monitor wordt het testresultaat gegeven in de vorm van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit en een schatting van de conditie. P4-P16: VOORGEPROGRAMMEERDE TRAININGSPROGRAMMA’S Om u van een veelzijdige, aangename en doelbewuste training te verzekeren, heeft Tunturi een paar duidelijke, op verschillende manier functionerende trainingsprogramma’s ontwikkeld. Tijdens de training biedt de monitor u bovendien belangrijke informatie aan over het door u gekozen programma. De monitor geeft op tijd door een geluidssignaal aan, als er veranderingen in het programma optreden. Het profieldisplay geeft zowel het soort profiel als de gegevens van de volgende profielbalk aan. Programma P4 is manueel, op het display staat een atletiekbaan van 400 m en uw rondetijd wordt telkens gemeten. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste profiel (P4) brandt. 2. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid verder regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en met SPEED toets. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. handleiding 3. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de snelheids-, hellings- en hartslagprofiel te staan. 4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. Programma P5 is 5 km lang, P6 is 10 km lang. Het hellingsprofiel van het programma is voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling gebeurt manueel. U kunt een hellingsprofiel kiezen. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste profiel (P5-P6) brandt. 2. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu. U kunt deze snelheid verder regelen met de Haas/ Schildpad-toetsen en met SPEED toets. 3. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de pijltoetsen. 4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 5. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt. De programma’s P7 en P8 zijn gebaseerd op de hartslagfunctie. Programma P7 duurt 15 minuten en is vooral bedoeld als opwarmprogramma voor het begin van een andere training. Programma P8 duurt 30 minuten en is bedoeld als aerobische basistraining. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste programma (P7-P8) brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Selecteer met de pijltoetsen de hartslagmodel. 3. Druk op de START-toets om de training te beginnen. Tijdens de training kunt u het hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen. 4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 5. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt. De programma’s P9-P11 hebben een verschillende moeilijkheidsgraad. De snelheid en de helling zijn voorgeprogrammeerd. U kunt de snelheid naar believen instellen. Voor de trainingslengte kunt u kiezen uit trainingstijd of trainingsafstand. • T90 NL 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste programma (P9-P11) brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). 3. Druk de START-toets in: de training begint en de lootrainer zet zich in beweging. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de snelheids- en hellingsprofielen te staan. 4. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 5. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt. Progamma P12 is een soort intervaltraining, waarbij u tijdens de training de afstand en de duur van de training kunt instellen en de snelheid van de lootrainer zelf kunt regelen. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste programma (P12) brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). 3. Druk de START-toets in: de training begint en de lootrainer zet zich in beweging. U kunt uw snelheid regelen met behulp van de snelheidsregeltoetsen. 4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de pijltoetsen. 5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 6. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt. De HRC-programma’s P13-P16 zijn wat het eisenniveau betreft getrapte hartslaggestuurde trainingsprofielen, waarbij u de duur van de training zelf kunt instellen. De hartslaggestuurde programma’s veronderstellen altijd het gebruik van de borstband. Als de hartslagmonitor niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld van de display de foutmelding CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de 47 gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd. standaardinstellingen is de gemiddelde helling 0,875 % en de grootste helling 3 %. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje P7 (15 Min Warm Up). Het programma is gebaseerd op de hartslagfunctie. De vaste programmalengte is 15 minuten en het is vooral bedoeld als opwarmprogramma voor een andere training. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 113, de maximale hartslag 122. naast het door u gewenste programma (P13-P16) brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Selecteer met de pijltoetsen een van de hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om de instelling te bevestigen. 3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:10 - en 3 uur - 3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.Druk de ENTER-toets weer in om de instelling te bevestigen. 4. Druk de START-toets in: de training begint en de lootrainer zet zich in beweging. U kunt het hartslagniveau van het profiel telkens met 1 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen. 5. U kunt tijdens de training de topsnelheid van de lootrainer instellen met de snelheidtoetsen. 6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de STARTtoets te drukken. Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 7. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de lootrainer stopt. Profielen van de programma’s (aan het eind van de gebruiksaanwijzing vind u gedetailleerde uitleg over de programma’s) P4 (Track) is manueel, op het display staat een baan van 400 m en uw rondetijd wordt steeds gemeten. Dit profiel is speciaal geschikt voor atletiektraining en voor wedstrijden met uzelf. Door de helling van de lootrainer te wijzigen kunt u de luchtweerstand nabootsen. P5 (5K Course). De vaste lengte van het programma handleiding • T90 is 5 km. Het hellingsprofiel van het programma is voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling gebeurt met de hand. U kunt een hellingsprofiel kiezen. Het programma is voor hardlopers en voor atletiektraining: 5 km is een populaire wedstrijdafstand, zodat u hiermee uw eigen prestatie goed kunt inschatten en volgen. Met de standaardinstellingen is de gemiddelde helling 1,1 % en de grootste helling 3 %. 48 P6 (10K Course). De vaste lengte van het programma is 10 km. Het hellingsprofiel van het programma is voorgeprogrammeerd, de snelheidsregeling gebeurt met de hand. U kunt een hellingsprofiel kiezen. Het programma is voor hardlopers en voor atletiektraining: 10 km is een populaire wedstrijdafstand, zodat u hiermee uw eigen prestatie goed kunt inschatten en volgen. Met de P8 (30 Min Health). Het programma is gebaseerd op de hartslagfunctie. De vaste programmalengte is 30 minuten en het is vooral bedoeld als aerobische basistraining. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 117, de maximale hartslag 126. P9 (Hill Walk). Profiel met regelmatige wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid 5,8 km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %. P10 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel is geschikt voor beginners en om de conditie op peil te houden. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid 7,2 km/h, de gemiddelde helling is 1,9 %. P11 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en lichte helling en een gelijkmatig afwisselend flink hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor hardlopers. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 11,6 km/h en de topsnelheid 12,5 km/h, de gemiddelde helling is 1,8 %. P12 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt de lengte van het profiel in kilomonitors instellen. Het profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar in stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van het intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %. P13 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met lage intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 114, maximaal 125. P14 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen van de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 122, maximaal 136. P15 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag, de hartslag blijft bijna de hele tijd rond de 130-140. Het profiel is uitstekend voor conditietraining. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 129, maximaal 145. handleiding P16 (Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd rond de 135-145. Het profiel is geschikt voor conditietraining en -verbetering, voor mensen met een goede conditie. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 133, maximaal 150. ONDERHOUD Voor een veilig gebruik van het toestel is het nodig dit regelmatig te onderhouden en te letten op bepaalde zaken die kunnen leiden tot storingen (slijtage van onderdelen enz.). Controleer een keer per jaar of alle bouten en moeren nog goed vast zitten. Draai ze echter niet te strak aan. Het toestel mag alleen worden gebruikt als het geheel in orde is. REINIGING EN SMERING VAN DE LOOPTRAINER ALS U NALAAT UW LOOPTRAINER TE SMEREN, KAN UW RECHT OP GARANTIE VERVALLEN! Verwijder stof en vuil van het bedieningspaneel en reinig de handgrepen met een licht vochtige doek. Gebruik geen oplosmiddelen. Reinig de zichtbare delen van het frame (o.a. onderstel en zijkanten) en de band regelmatig met een stofzuiger. Houdt u ook de omgeving van de loopmat schoon. Bij gebruik vergaart de loopmat bijvoorbeeld stof, wat problemen kan veroorzaken bij het functioneren van de apparatuur. Bij normaal thuisgebruik (maximaal 60 minuten per dag) dient u de smering één keer per maand te controleren. De mat moet echter alleen worden gesmeerd als het nodig is. Bij veeleisender gebruik moet de smering met kortere tussenpozen worden gecontroleerd. Dit kan het best worden gedaan voordat u met een trainingssessie begint. Controleer de smering als volgt: 1. Schakel de looptrainer uit! Stap op de loopmat en blijf stil staan in plaats van te gaan lopen, zoals u normaal gesproken doet. 2. Pak de horizontale handgreep vast en beweeg de mat met uw voeten achterwaarts en voorwaarts. De mat moet soepel, gelijkmatig en geruisloos bewegen. 3. Als u vaststelt dat de mat schokkerig beweegt of niet soepel loopt, schuift u uw hand onder de mat en controleert u de smering. Smeer de mat als volgt: 1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de T-Lube S-spuitbus. 2. Stel het loopvlak op de maximale hellingshoek in. 3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat. Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van • T90 NL het loopvlak te krijgen. 4. Spuit gedurende 2-3 seconden. 5. Laat het loopvlak naar zijn normale positie zakken. Begin direct met uw trainingssessie. Of zet de looptrainer aan en wacht vijf minuten voordat u begint. BELANGRIJK! Smeer uw looptrainer alleen met T-Lube S-siliconensmeermiddel. Neem contact op met uw Tunturi-distributeur voor de aanschaf van extra T-Lube of voor meer informatie over smering en onderhoud. HET CENTREREN VAN DE Lootrainer Controleer tijdens het gebruik of de lootrainer goed blijft lopen. Indien de band afstelling behoeft, wacht hier dan niet mee tot na de training maar voer dit onmiddellijk uit. De band dient altijd over het midden van de trainer te lopen. Centreren zal over het algemeen niet nodig zijn wanneer: looptrainer op een vlakke ondergrond staat en •dedelootrainer goed gespannen is; • de lootrainer correct is gecentreerd. Het kan echter zijn dat als gevolg van een bijzondere loopstijl de lootrainer enigszins uit het midden raakt. Het centreren van de lootrainer: 1. Controleer eerst of de looptrainer horizontaal / waterpas staat. Laat de lootrainer vrij draaien met een snelheid van 5 km/u. 2. Indien de band naar links trekt, draai dan de linker inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok mee en de rechter inbusbout ¼ slag tegen de klok in. Het afstellen dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren daar een achtste slag al aanzienlijke gevolgen heeft voor de loop van de lootrainer. Draai de inbusbouten dus met maximaal ¼ slag in de richting van de klok of tegen de klok in. Controleer elke keer het gevolg hiervan. Laat de mat enkele minuten draaien, voor weer verder te gaan met afstellen. Indien de mat naar rechts trekt, draai dan de rechter inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok en de linker inbusbout ¼ slag tegen de klok in. 3. De lootrainer is correct afgesteld wanneer deze in het midden blijft lopen. Wanneer de mat nog steeds naar links of naar rechts trekt dient u het afstellen te herhalen, stapje voor stapje, totdat de lootrainer recht loopt. Indien de mat gedurende langere tijd aanloopt kan deze ernstig beschadigen. De garantie op de trainer dekt geen storingen of beschadigingen die ontstaan zijn door het niet centreren van de mat. HET SPANNEN VAN DE Lootrainer Indien de mat gaat slippen dient u deze wat strakker te stellen. Het is niet goed om de lootrainer te strak te zetten; houd de spanning zo laag mogelijk. Het bijstellen van de spanning doet u met dezelfde inbusbouten die ook voor het centreren worden gebruikt. 49 1. Laat de band vrij lopen met een snelheid van ongeveer 5 km/h. 2. Draai de beide inbusbouten achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok. 3. Controleer of de spanning correct is door op de looptrainer te gaan lopen en deze af te remmen (alsof u bergaf loopt). Indien de band bij licht afremmen nog steeds slipt, draai dan de inbusbouten nogmaals ¼ slag aan en herhaal de controle. Bij krachtig afremmen mag de lootrainer slippen. Als de mat, ondanks het afstellen, blijft doorslippen, neem dan contact op met uw Tunturi dealer. GEBRUIKSSTORINGEN BELANGRIJK! Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen optreden die het gevolg zijn van het niet goed functioneren van onderdelen die in de looptrainer zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien de storing meestal kan worden opgelost door het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en door wie de trainer is geïnstalleerd. Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de looptrainer, schakelt u direct de looptrainer uit door de aan- en uitknop in te drukken. Wacht vervolgens één minuut en schakel de looptrainer weer aan. Op deze manier moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan de looptrainer opnieuw worden gebruikt. Indien de looptrainer na het aan- en uitschakelen door de aan- en uitknop nog steeds niet goed functioneert, neem dan contact op met uw Tunturi dealer voor onderhoud. Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het onderdeel. Op de laatste pagina’s van deze gids vindt u de onderdelenlijst. Voor het toestel mogen alleen onderdelen worden gebruikt die in de lijst van reserveonderdelen staan. Storingen handleiding • T90 De monitor meldt de storingen op het screen aan. 50 SYSTEM CHECK FAILED - Eventuele storing van de motorbesturing. Schakel de stroom van de lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. SPEED SENSOR ERROR - Storing van de snelheidssensor. Neem contact op met de verkoper van het toestel. MOTOR SPEED ERROR - Storing van de snelheidsregeling van de mat. Controleer of u de mat correct gebruikt: duw de mat niet met uw voeten voort. Schakel de stroom van de lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de motor. Controleer of u het toestel correct gebruikt: de mat niet afremmen. Controleer of de mat voldoende gesmeerd is; smeer de mat eventueel (onderhoudsbeurt). Schakel de stroom van de lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. LIFT MOTOR ERROR - Storing van de hefmotor. Neem contact op met de verkoper van het toestel. LIFT MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de hefmotor. Controleer of u het toestel correct gebruikt: overbelast de hefmotor niet door steeds de hellingshoek te wijzigen. Schakel de stroom van de lootrainer uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Bij het starten voert de mat automatisch het ijken van de hefmotor uit. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. ONDERHOUD MELDING CHECK LUBRICATION. Controleer of de mat voldoende gesmeerd is; smeer de mat eventueel. Druk op de ENTER twee keer om de melding te verwijderen. TRANSPORT EN OPSLAG Verplaats de T90 lootrainer als volgt. Schakel de stroom uit met de schakelaar en trek de stekker uit het stopcontact en uit de lootrainer. Ga achter het apparaat staan en pak het aluminiumprofiel aan de achterkant van het apparaat vast. Til het apparaat zover op dat het op de transportwielen komt te rusten. U kunt het apparaat nu verplaatsen door het te duwen en verrijden op de wielen. Laat het looponderstel voorzichtig op de grond zakken. BELANGRIJK! Extra voorzichtigheid is geboden bij het verplaatsen van de looptrainer over een oneffen vloer of over een drempel. Ook mag de looptrainer beslist nooit op de wielen over een trap gereden worden, in dit geval moet de looptrainer worden opgetild. Pas op dat de vloer niet beschadigt wanneer u het toestel verplaatst. Bescherm tere vloermaterialen zoals parketvloeren enz. Het kan zijn dat de lootrainer opnieuw gecentreerd moet handleiding • T90 NL worden nadat deze verplaatst is. Berg de trainer op in een droge ruimte met een redelijk constante temperatuur en dek de trainer af tegen stof. Haal na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact. TECHNISCHE GEGEVENS Lengte .................................................214 cm Hoogte ................................................143 cm Breedte . ..............................................91 cm Gewicht................................................126 kg Lengte loopvlak ...............................158 cm Breedte loopvlak .............................52 cm Snelheid . ............................................0,3-18,0 km/h Hellinghoek .......................................0-12 % Motor ...................................................3,5 pk Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs EMC. Directiven betreffende elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product met de CE label voorzien. De Tunturi T90 looptrainer voldoen aan EN precisie- en veiligheidsnormen (Norm SA, EN-957, deel 1 en 6). In verband met ons beleid van voortdurende productinnovatie, is Tunturi gerechtigd om specificaties te veranderen zonder daarover nader te berichten. BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als gevolg van het niet volgen van de instructies in deze gids betreffende het monteren, het instellen en het onderhouden van de apparatuur. Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen. Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw nieuwe Tunturi trainingspartner! 51
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Tunturi T90 Rehab Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding