Het zijuitwerpkanaal verwijderen
Om het zijuitwerpkanaal te verwijderen, brengt u de
afsluiter omhoog, verwijdert u het zijuitwerpkanaal en
brengt u de afsluiter weer omlaag tot deze veilig sluit.
T ips voor bediening en
gebruik
Algemene maaitips
•Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.
•Zorg ervoor dat de messen geen vaste voorwerpen
raken. Maai nooit met opzet over voorwerpen.
•Als de maaimachine een voorwerp raakt en
begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten,
wachten totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen, het sleuteltje verwijderen
(indien aanwezig), de bougiekabel losmaken en
de maaimachine op beschadiging controleren.
•De beste resultaten krijgt u door nieuwe T oro
messen te monteren voordat het maaiseizoen
begint of wanneer dit nodig is.
Gras maaien
•U moet telkens niet meer dan ongeveer een derde
van de lengte van het gras afmaaien. Maai niet
met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat
dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het
gras langzamer begint te groeien.
•Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is,
moet u maaien op de maximale maaihoogte en
met een langzamere loopsnelheid. V ervolgens
gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het
gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als
het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken
en de motor afslaan.
•Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken,
waardoor de maaimachine verstopt kan raken of
de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in
vochtige omstandigheden.
•W ees bedacht op het risico van brand in zeer
droge omstandigheden; neem alle plaatselijke
brandwaarschuwingen in acht en houd de machine
vrij van droog gras en bladafval.
•Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor
wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid,
zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest.
•Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet
tevreden bent, probeer dan een of meer van de
volgende stappen:
– V ervang de maaimessen of laat ze slijpen.
– Loop langzamer tijdens het maaien.
– Stel de maaimachine in op een hogere
maaihoogte.
– Maai het gras vaker .
– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Bladeren jnmaken
•Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm
op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere
maaihoogte werken en vervolgens nogmaals
maaien op de gewenste hoogte.
•Als de maaimachine de bladeren niet jn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Na gebruik
V eiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•Zet altijd de machine af, verwijder het
contactsleuteltje (indien aanwezig), wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen en laat de machine afkoelen
voordat u ze afstelt, schoonmaakt, stalt, of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•V erwijder gras en vuil van de machine om brand te
voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
•Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij
een open vlam, vonk of waakvlam bij bv . een
geiser of andere apparaten.
De machine veilig vervoeren
•V erwijder de contactsleutel (indien de machine
hiermee is uitgerust) voordat u de machine voor
transport inlaadt.
•W ees voorzichtig bij het in - of uitladen van de
machine.
•Zet de machine vast zodat ze niet kan gaan rollen.
De onderkant van de
machine reinigen
Onderhoudsinterval : Na elk gebruik
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat.
21