Toro TimeMaster 76cm Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
FormNo.3418-939RevC
TimeMaster76cmLawnMower
20976,20978
TimeMaster-Rasenmäher(76
cm)
20976,20978
TondeuseTimeMasterde76
cm
20976,20978
TimeMaster76cm
gazonmaaier
20976,20978
www.T oro.com.
*3418-939*C
CV
FormNo.3418-933RevB
TimeMaster®76cmgazonmaaier
Modelnr.:20976—Serienr.:402100000enhoger
Modelnr.:20978—Serienr.:402100000enhoger
Gebruikershandleiding
Inleiding
Dezeloopmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulieren.Demachineis
voornamelijkontworpenvoorhetmaaienvangrasop
goedonderhoudenparticulieregazons.Demachine
isnietontworpenvoorhetmaaienvanstruikgewasof
voorgebruikindelandbouw.
Leesdezeinformatiezorgvuldigdoor,zodatuweet
hoeudemachineopdejuistewijzemoetgebruiken
enonderhoudenenomletselenschadeaande
machinetevoorkomen.Ubentverantwoordelijkvoor
hetjuisteenveiligegebruikvandemachine.
UkuntrechtstreekscontactopnemenmetT orovia
www.T oro.comvoorinformatieoverproductenen
accessoires,omeendealertevindenofomuw
productteregistreren.
Alsuservice,origineleToroonderdelenofaanvullende
informatienodighebt,kuntucontactopnemenmet
eenerkendeServiceDealerofmetdeklantenservice
vanT oro.Udienthierbijaltijdhetmodelnummeren
hetserienummervanuwmachinetevermelden.De
locatievanhetplaatjemethetmodelnummeren
hetserienummervanhetproductisaangegevenop
Figuur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Scanmetuwsmartphoneoftabletde
QR-codeophetplaatjemethetserienummerom
toegangtekrijgentotdegarantie,onderdelenen
andereproductinformatie.
g226630
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
(Figuur2)metdevolgendewaarschuwingssymbolen,
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebben
wanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
g000502
Figuur2
Waarschuwingssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspeciî‚¿eke
conformiteitsverklaring.
Bruto-ennettokoppel:Hetbruto-ennettokoppel
vandezemotorisdoordemotorfabrikantin
laboratoriumomstandighedengemetenvolgens
standaardJ1940ofJ2723vandeSocietyof
AutomotiveEngineers(SAE).Omdatbijde
conî‚¿guratierekeningisgehoudenmetdeveiligheids-
engebruiksvoorschriften,zaldittypemaaiersin
depraktijkeenveellagermotorkoppelhebben.
Raadpleegdeinformatievandemotorfabrikantdie
wordtmeegeleverdmetdemachine.
Inhoud
Inleiding....................................................................1
Veiligheid..................................................................2
Algemeneveiligheid...........................................2
Veiligheids-eninstructiestickers........................3
Montage....................................................................5
1Dehandgreepmonteren..................................5
2Debedieningsstangvoorhetmaaimes
monteren.........................................................6
3Demotorbijvullenmetolie...............................6
©2017—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
GedruktinMexico
Allerechtenvoorbehouden
*3418-933*B
4Deaccuopladen..............................................7
5Degrasvangermonteren.................................7
Algemeenoverzichtvandemachine.........................8
Speciî‚¿caties......................................................9
Gebruiksaanwijzing..................................................9
Voorgebruik..........................................................9
Veiligheidvóórgebruik........................................9
Brandstoftankvullen.........................................10
Hetmotoroliepeilcontroleren.............................11
Hoogtevanhandgreepinstellen........................11
Demaaihoogteinstellen....................................11
Tijdensgebruik....................................................12
Veiligheidtijdensgebruik..................................12
Motorstarten....................................................13
Dezelfaandrijvinggebruiken............................13
Demotorafzetten.............................................14
Demaaimesseninschakelen............................14
Demaaimessenuitschakelen...........................15
Dewerkingvanhetstopsysteemvanhet
maaimescontroleren....................................15
Maaiselrecyclen...............................................15
Hetmaaiselopvangen......................................16
Hetmaaiselzijwaartsafvoeren.........................17
Tipsvoorbedieningengebruik.........................17
Nagebruik...........................................................18
Veiligheidnahetwerk.......................................18
Deonderkantvandemachinereinigen.............18
Onderhoud..............................................................19
Aanbevolenonderhoudsschema.........................19
Demachineveiligonderhouden........................19
Voorbereidingenvooronderhoudswerk-
zaamheden...................................................20
Onderhoudvanhetluchtî‚¿lter............................20
Motorolieverversen..........................................21
Deaccuopladen...............................................22
Dezekeringvervangen.....................................22
Deaccuvervangen...........................................22
Zelfaandrijvingafstellen....................................23
Onderhoudvanhetmesaandrijfsysteem...........24
Onderhoudvandemaaimessen.......................24
Controleopkrommemessen............................26
Maaimessenverwijderen..................................26
Maaimessenmonteren.....................................27
Stalling....................................................................28
Algemeneinformatie.........................................28
Hetbrandstofsysteemgebruiksklaar
maken...........................................................28
Demotorgebruiksklaarmaken.........................28
Demaaimachineuitdestallinghalen................29
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Gebruikvanditproductvooranderedoeleindendan
dezekangevaarlijkzijnvooruofomstanders.
•Voordatudemotorstart,moetudeinstructiesen
waarschuwingenindezeGebruikershandleiding
enopdemachineendewerktuigenlezen,
begrijpenenuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenvanofonderdemachine.
Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietwerken.
•Houdomstandersenkinderenopeenveilige
afstandvandemachine.Laatkinderennooit
demachinebedienen.Laatenkelmensendie
verantwoordelijkengetraindzijnendiebovendien
vertrouwdzijnmetdeinstructiesenfysiekertoein
staatzijndemachinebedienen.
•Stopdemachine,zetdemotoruitenverwijder
decontactsleutel(indiendemachinehiermee
isuitgerust)voordatuservicewerkzaamheden
uitvoert,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekentVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke
veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan
leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Uvindtbijkomendeveiligheidsinformatiewaarnodig
indezehandleiding.
2
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
decaloemmarkt
Merktekenvanfabrikant
1.Ditmerktekengeeftaandathetmesonderdeelvaneen
origineleToromaaimachineis.
decal104-7953
104-7953
Uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem
1.Waarschuwing–RaadpleegdeGebruikershandleidingvoorinformatieoverhetopladenvandeaccu.Bevatlood,nietweggooien.
2.RaadpleegdeGebruikershandleiding.
decal108-9751
108-9751
Uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem
1.Motorafzetten3.Motor–Starten
2.Motor–Lopen
decal112-8760
112-8760
1.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houdomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
–Blijfuitdebuurtvanbewegendeonderdelen.
decal120-9570
120-9570
1.Waarschuwing:Blijfopafstandvanbewegendedelen;zorg
datallebeschermendedelenophunplaatszijn.
3
decal131-4514b
131-4514
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegende
onderdelen;houdallebeschermendedelenophunplaats.
3.Handenkunnenwordengesneden/geamputeerddoor
hetmaaimes–Trekdebougiekabellosenraadpleegde
instructiesvóóruservice-ofonderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
4.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Houomstanders
opeenveiligeafstandvandemachine;zetdemotoraf
voordatudebestuurderspositieverlaat;verwijdervuil
voordatugaatmaaien.
5.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Maainooitheuvelopwaartsen
heuvelafwaarts;gebruikdemachinedwarsophellingen;
kijkachteromalsuachteruitloopt.
decal132-4470
132-4470
Tractieafstelling
1.Leeseerstde
Gebruikershandleiding–
1)Maakdeknoplosdoor
dezelinksomtedraaien;
2)Trekdekabel(s)weg
vandemotoromdetractie
teverminderen,ofduw
dekabel(s)naardemotor
omdetractietevergroten;
3)Zetdeknopvastdoor
dezerechtsomtedraaien.
2.ScandeQR-codevoor
meerinformatieoverhet
afstellenvandetractie.
4
Montage
Belangrijk:Verwijderhetplasticwaarmeede
motorisafgedekteneventueelanderplasticof
verpakkingsmateriaalopdemachine.
Belangrijk:Omtevoorkomendatdemotor
perongelukstart,magudesleutelpasinhet
contactslotplaatsenalsuklaarbentomdemotor
testarten(uitsluitendopmodelmetelektrisch
startsysteem).
1
Dehandgreepmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
WAARSCHUWING
Alsdehandgreepverkeerdwordtgemonteerd
enuitgeklapt,kunnendekabelsschade
oplopen,waardoordemachinenietveiligkan
wordengebruikt.
•Zorgervoordatudekabelsnietbeschadigt
alsudehandgreepuitklapt.
•Indieneenkabelisbeschadigd,moetu
contactopnemenmeteenerkendeService
Dealer.
1.Draaihetbovenstedeelvandehandgreepzo
dathetinhetonderstedeelvandehandgreep
past(Figuur3)endraaidetweeknoppenopde
handgreepvastomhetbovenstedeelvande
handgreepteborgen(Figuur4).
g016547
Figuur3
1.Bovenstedeelvande
handgreep
2.Knop(2)
2.Maakdehandgreepgrendellos(Figuur4).
g016551
Figuur4
1.Handgreepgrendel
3.Trekdehandgreepnaarachterenenborgdeze
opzijnplaats(Figuur4).
5
2
Debedieningsstangvoor
hetmaaimesmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
Plaatsdebedieningsstangvanhetmaaimesinhet
bovenstedeelvandehandgreep(Figuur5).
g017217
Figuur5
3
Demotorbijvullenmetolie
Geenonderdelenvereist
Procedure
Belangrijk:Demachinewordtgeleverdzonder
olieinhetcarter,maaruontvangtaparteenes
motorolie.Vulhetcartermetolievoordatude
motorstart.
Motorolietype
Motoroliecapaciteit0,53l
OlieviscositeitSAE30ofSAE10W-30
reinigingsolie
API-onderhoudsclassiî‚¿ca-
tie
SJofhoger
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokdoordedoplinksomte
draaieneneruittetrekken(Figuur6).
g193261
Figuur6
1.Vol3.Laag
2.Hoog
3.Gietlangzaamongeveer¾vandeinhoudvan
hetoliecarterindevulbuis.
4.Wacht3minutentotdeolieindemotorgezakt
is.
5.Veegdepeilstokmeteenschonedoekschoon.
6
6.Steekdepeilstokvolledigindevulbuisen
verwijderdepeilstok.
7.Leeshetoliepeilafvandepeilstok(Figuur6).
•Alshetpeilopdepeilstoktelaagstaat,giet
danvoorzichtigeenkleinehoeveelheidolie
indevulbuis,wacht3minutenenherhaal
stappen5totenmet7totdatdepeilstokhet
juistepeilaangeeft.
•Alshetoliepeilopdepeilstoktehoogis,
taptudeovertolligeolieaftotdepeilstok
hetjuisteoliepeilaangeeft;zieMotorolie
verversen(bladz.21).
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetmotorte
hoogoftelaagisenulaatdemotortoch
draaien,kuntudezebeschadigen.
8.Plaatsdepeilstokgoedindevulbuis.
Belangrijk:Verversdemotorolienadeeerste
5bedrijfsuren;daarnamoetditelkjaargebeuren.
ZieMotorolieverversen(bladz.21).
4
Deaccuopladen
Geenonderdelenvereist
Procedure
Uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem
ZieDeaccuopladen(bladz.22).
5
Degrasvangermonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
1.Schuifdegrasvangeroverhetframe;zieFiguur
7.
g027215
Figuur7
1.Handgreep
3.Grasvanger
2.Frame
Opmerking:Schuifdegrasvangernietover
dehandgreep(Figuur7).
2.Haakhetonderstekanaalvandegrasvanger
overdeonderzijdevanhetframe(Figuur8).
7
g027216
Figuur8
3.Haakhetbovensteendezijkanalenvan
degrasvangerachtereenvolgensoverde
bovenzijdeendezijkantenvanhetframe(Figuur
8).
Algemeenoverzicht
vandemachine
g191969
Figuur9
1.Zijafvoergeleider9.Contactschakelaar
(uitsluitendopmodelmet
elektrischstartsysteem)
oftuimelschakelaar
(uitsluitendop
standaardmodel).
2.Bougie
10.Accu(uitsluitendop
modelmetelektrisch
startsysteem;niet
getoond)
3.Handgreepvanstartkoord11.Achteruitworpgeleider
4.Vulbuis/Peilstok
12.Achterste
maaihoogtehendel
5.Handgreepgrendel13.Zekering
6.Handgreepknop(2)
14.Luchtî‚¿lter
7.Regelknopvande
zelfaandrijving
15.Wasaansluiting
8.Bovenstedeelvande
handgreep
16.Voorstemaaihoogtehen-
del
8
g191981
Figuur10
Bovenstedeelvandehandgreep
1.Regelknopvande
zelfaandrijving
4.Bedieningsstangvoor
maaimes
2.Handgreeptractiehulp
5.Contactsleuteltje
(uitsluitendmodelmet
elektrischstartsysteem)
3.Vergrendelingvan
bedieningsstangvoor
maaimes
6.Contactschakelaar
(uitsluitendopmodelmet
elektrischstartsysteem)
oftuimelschakelaar
(uitsluitendop
standaardmodel).
g017219
Figuur11
1.Grasvanger
3.Zijuitwerpkanaal
2.Afsluitervan
achteruitwerpkanaal
(gemonteerd)
4.Acculader(uitsluitend
modellenmetelektrisch
startsysteem)
Speciî‚¿caties
Type
Gewicht
Lengte
BreedteHoogte
2097665kg
2097868kg
163cm81cm112cm
Gebruiksaanwijzing
Opmerking:Bepaalvanuitdenormale
bestuurderspositiedelinker-enrechterzijdevande
machine.
Voorgebruik
Veiligheidvóórgebruik
Algemeneveiligheid
•Zorgervoordatuvertrouwdraaktmetde
bedieningsorganenendeveiligheidssymbolen,en
weethoeudemachineveiligkuntgebruiken.
•Controleerofdebeschermplatenen
veiligheidsvoorzieningenzoalsgrasgeleiders
en/ofdegrasvangerophunplaatszittenennaar
behorenwerken.
•Controleerdemessen,bevestigingsboutenenhet
maaimechanismealtijdopslijtageofbeschadiging.
•Controleerhetwerkgebiedenverwijderalle
voorwerpendiehetgebruikvandemachine
zoudenkunnenhinderenofdiedemachinezou
kunnenuitwerpen.
•Bijhetinstellenvandemaaihoogtekuntuin
aanrakingkomenmeteenbewegendmes.Ditkan
ernstigletselveroorzaken.
–Zetdemotoraf,verwijderhetcontactsleuteltje
(alleenopmodelmetelektrischstartsysteem)
enwachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
–Plaatsuwvingersnietonderdemaaikastalsu
demaaihoogteinstelt.
Veiligomgaanmetbrandstof
•Brandstofisuiterstontvlambaarenzeerexplosief.
Brandofexplosievanbrandstofkanbrandwonden
bijuofanderenenmateriëleschadeveroorzaken.
–Omtevoorkomendateenstatischeladingde
brandstoftotontbrandingkanbrengen,moetu
hetbrandstofreservoiren/ofdemachineopde
grondplaatsenvoordatudetankvult,nietop
eenvoertuigofeenanderobject.
9
–Vuldebrandstoftankindeopenluchtwanneer
demotorkoudis.Neemeventueelgemorste
benzineop.
–Rooknietalsuomgaatmetbrandstof,enhoud
brandstofuitdebuurtvanopenvuurofvonken.
–Alsdemotordraaitofheetis,magde
brandstoftankdopnietwordenverwijderd
enmagdetanknietmetbrandstofworden
bijgevuld.
–Probeerdemotorniettestartenalsu
brandstofmorst.Zorgervoordatergeen
ontstekingsbronnenindebuurtzijntotdatde
brandstofdampenvolledigzijnverdwenen.
–Bewaarbrandstofineengoedgekeurdvatof
blikenbuitenbereikvankinderen.
•Brandstofisschadelijkofdodelijkbijinname.
Langdurigeblootstellingaandampenkanleiden
toternstigletselenziekte.
–Voorkomdatudampenlangetijdinademt.
–Houduwhandenengezichtuitdebuurtvande
vulpijpendeopeningvandebrandstoftank.
–Houdbrandstofuitdebuurtvanuwogenen
huid.
Brandstoftankvullen
•Gebruikvoordebesteresultatenuitsluitend
schone,verse,loodvrijebenzinemeteen
octaangetalvan87ofhoger(indelingsmethode
(R+M)/2).
•Metzuurstofverrijktebenzinemettenhoogste
10%ethanolof15%MTBEisgeschikt.
•Geenethanolmengselsvanbenzinegebruiken
(zoalsE15ofE85)metmeerdan10%ethanolper
volume.Ditkanleidentotverminderdeprestaties
en/ofmotorschadediemogelijknietgedektwordt
doordegarantie.
•Geenbenzinegebruikendiemethanolbevat.
•Tijdensdewintergeenbrandstofbewareninde
brandstoftankofinbrandstofblikken,tenzijeen
stabilizeraandebrandstofwerdtoegevoegd.
•Mengnooitoliedoorbenzine.
Vuldebrandstoftankmetverseloodvrije,normale
benzinevaneenbekendmerk.
Belangrijk:Omstartproblementeverminderen,
moetuhetheleseizoeneenstabilizertoevoegen
aandebenzine.Mengdestabilizermetbenzine
dienietouderisdan30dagen.
1.Reinigdeomgevingvandetankdopenverwijder
dedopvandetank(Figuur12).
g197784
Figuur12
1.Vuldebrandstoftankniethogerdandeonderkantvande
buisvandebrandstoftank.
Belangrijk:Dezemaaierisvoorzien
vaneenspecialebrandstoftankdateen
schuimelementgebruiktomhetklotsenvan
debrandstoftevoorkomen.Verwijderdit
schuimelementnooit,wanthetverzekert
datdemotorallebrandstofindetankkan
gebruiken(Figuur13).
g197639
Figuur13
1.Schuimelement
2.Draaidebrandstofdopstevigvastmetdehand.
10
Hetmotoroliepeil
controleren
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.Verwijderdepeilstokdoordedoplinksomte
draaieneneruittetrekken(Figuur14).
g193261
Figuur14
1.Vol3.Laag
2.Hoog
3.Veegdepeilstokmeteenschonedoekschoon.
4.Steekdepeilstokvolledigindevulbuisen
verwijderdepeilstok.
5.Leeshetoliepeilafvandepeilstok(Figuur14).
•Alshetoliepeilopdepeilstoktelaagis
(Figuur14),gietdanvoorzichtigeenkleine
hoeveelheidSAE30ofSAE10W-30
reinigingsolieindevulbuis,wacht3minuten
enherhaalstappen3totenmet5totdatde
peilstokhetjuistepeilaangeeft.Raadpleeg
Motorolieverversen(bladz.21)voorhet
olietype.
•Alshetoliepeilopdepeilstoktehoogis
(Figuur14),taptudeovertolligeolieaf
totdatdepeilstokhetjuistepeilaangeeft,zie
Motorolieverversen(bladz.21).
Belangrijk:Alshetoliepeilinhetmotorte
hoogoftelaagisenulaatdemotortoch
draaien,kuntudezebeschadigen.
6.Plaatsdepeilstokgoedindevulbuis.
Hoogtevanhandgreep
instellen
Ukuntdehandgreephogeroflagerzettenineen
standdieucomfortabelervindt.
1.Trekdehandgreepgrendelnaarachterenomde
vergrendelpennenvrijtestellen(Figuur15).
g191982
Figuur15
1.Handgreepgrendel3.Inkepingen
2.Vergrendelpennen(2)
2.Draaidehandgreepenlijndegewenste
inkepingvandehandgreepbeugeluitmetde
vergrendelpennen;zieFiguur15.
3.Laatdehandgreephendellosomdehandgreep
opzijnplaatsteborgen.
Demaaihoogteinstellen
VOORZICHTIG
Alsdemotorheeftgelopen,kande
geluiddemperheetzijnenernstige
brandwondenveroorzaken.
Blijfuitdebuurtvaneenhetegeluiddemper.
Zetdemaaihoogteopdegewenstestand;zieFiguur
16enFiguur17.
Opmerking:Omdemachinehogertezetten,moetu
devoorsteenachterstemaaihoogtehendelnaarvoren
bewegen;omdemachinelagertezetten,moetude
maaihoogtehendelsnaarachterenbewegen.Stel
allewieleninopdezelfdehoogte,tenzijbijzondere
omstandighedenandersvereisen,zieTipsvoor
bedieningengebruik(bladz.17).
11
g017634
Figuur16
Voorstemaaihoogtehendel
1.A:10,8cm5.E:5,7cm
2.B:9,5cm6.F:4,4cm
3.C:8,3cm7.G:3,2cm
4.D:7,0cm
g017635
Figuur17
Achterstemaaihoogtehendel
1.A:10,8cm5.E:5,7cm
2.B:9,5cm6.F:4,4cm
3.C:8,3cm7.G:3,2cm
4.D:7,0cm
Tijdensgebruik
Veiligheidtijdensgebruik
Algemeneveiligheid
•Draaggeschiktekledingenuitrusting,
zoalsoogbescherming,eenlangebroek,
stevigeschoenenmeteengripvastezoolen
gehoorbescherming.Draaglanghaarnietlos,
steeklossekledingstukkengoedvastendraag
geenbungelendejuwelen.
•Gebruikdemachinenietalsuziekofmoebentof
onderdeinvloedvanalcoholofdrugsbent.
•Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Zetde
motoraf,verwijderhetcontactsleuteltje(alleen
modellenmetelektrischstartsysteem)enwacht
totdatallebewegendeonderdelentotstilstandzijn
gekomenvoordatudebestuurderspositieverlaat.
•Alsudebedieningsstangloslaat,moetendemotor
enhetmesbinnen3secondenstoppen.Alsdit
niethetgevalis,magudemachinenietmeer
gebruikenenmoetucontactopnemenmeteen
erkendeservicedealer.
•Houdomstanders,inhetbijzonderkleinekinderen,
uitdebuurtvanhetwerkgebied.Stopdemachine
alsiemandhetwerkgebiedbetreedt.
•Kijkaltijdnaarbenedenenachteromvoordatu
achteruitrijdt.
•Gebruikdemachineenkelbijeen
goedezichtbaarheideningeschikte
weersomstandigheden.Gebruikdemachineniet
alshetkanbliksemen.
•Alsunatgrasennattebladerenmaait,kuntu
uitglijden,inaanrakingkomenmethetmesen
ernstigletseloplopen.Gebruikdemachinenietin
vochtigeomstandigheden.
•Weesuiterstvoorzichtigbijhetnaderenvanblinde
hoeken,struiken,bomenenandereobjectendie
uwzichtkunnenbelemmeren.
•Kijkuitvoorgaten,geulen,hobbels,stenenof
andereverborgenobjecten.Oponeffenterrein
kandemachineomslaanofukuntuwevenwicht
verliezenofwegglijden.
•Stopdemachine,zetdemotoruitencontroleerde
maaimessenalsueenvoorwerpheeftgeraaktof
demachineabnormaalbeginttetrillen.Voeralle
noodzakelijkereparatiesuitvoordatudemachine
weeringebruikneemt.
•Voordatudebedieningspositieverlaat,moetude
motorafzetten,hetcontactsleuteltjeverwijderen
(alleenmodellenmetelektrischstartsysteem)
enwachtentotallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
12
•Alsdemotorheeftgelopen,kandegeluiddemper
heetzijnenernstigebrandwondenveroorzaken.
Blijfuitdebuurtvaneenhetegeluiddemper.
•Controleerdeonderdelenvandegrasvanger
enhetuitwerpkanaalregelmatigopslijtageen
beschadigingenvervangzeindiennodigdoor
onderdelendiedefabrikantheeftaanbevolen.
•Gebruikalleenaccessoiresenwerktuigendiedoor
TheT oro®Companyzijngoedgekeurd.
Demachineveiliggebruikenop
hellingen
•Maaimetdehellingmee,nooithellingopenaf.
Gazeerzorgvuldigtewerkalsuvanrichting
verandertopeenhelling.
•Maainietopaltesteilehellingen.Hetniet
goedneerzettenvandevoetenkanongevallen
veroorzakenwaarbijdegebruikerwegglijdtenten
valkomt.
•Maaivoorzichtigindebuurtvansteilehellingen,
greppelsofdijken.
Motorstarten
Standaardmodel
Trekhetstartkoordlangzaamuittotdatuweerstand
voelt;daarnakrachtiguittrekken.Laathetkoord
langzaamterugkeren.
Opmerking:Alsdemotornaenkelepogingenniet
wilstarten,moetucontactopnemenmeteenerkende
ServiceDealer.
Modelmetelektrischestarter
Startdemotorvaneenmodelmetelektrische
starterdoorhetcontactsleuteltjeofhetstartkoordte
gebruiken.
•Contactsleuteltje:Draaihetcontactsleuteltje
naardestandStart(Figuur18);laatdesleutellos
zodrademotorstart.
Belangrijk:Probeernietomdemotorte
startenalsdemesbedieningsstangvoorhet
maaimesingeschakeldis;ditkandezekering
latenspringen.
Opmerking:Houdhetcontactsleuteltjeniet
langerdan5secondenindestartstand.Anders
kandestartmotordoorbranden.
g017516
Figuur18
•Startkoord:
1.Draaihetcontactsleuteltjenaardestand
LOPEN(Figuur18).
2.Trekhetstartkoordlangzaamnaarachteren
totdatuweerstandvoelt;daarnakrachtig
uittrekken.Laathetkoordlangzaam
terugkeren.
Dezelfaandrijving
gebruiken
Omdezelfaandrijvingteactiveren,looptugewoon
vooruit.Neemhetbovenstedeelvandehandgreep
vastenhouduwellebogennaastuwlichaam;
demaaimachinerichtzichautomatischnaaruw
loopsnelheid(Figuur19).
Opmerking:Ukuntdemachinelatenrijdenmetde
maaimesseningeschakeldofuitgeschakeld.
g193359
Figuur19
Opmerking:Gebruikdehandgreepvoortractiehulp
insituatieswaarumeercontrolenodighebtdan
alleendezelfaandrijvingukangeven.
13
Demotorafzetten
Standaardmodel
Drukdetuimelschakelaar(Figuur20)indestand
STOPtotdemotorstopt.
g017636
Figuur20
1.Tuimelschakelaar
Modelmetelektrischestarter
1.DraaihetcontactsleuteltjeopUIT(Figuur21).
g017517
Figuur21
2.Alsdemotorgestoptis,verwijdertuhet
contactsleuteltje.Neemhetmeealsude
machineachterlaat.
Demaaimessen
inschakelen
Alsudemotorstart,mogendemessennietdraaien.
Umoetdemaaimesseninwerkingstellenomte
maaien.
1.Trekdevergrendelingvandemesbedienings-
stangachteruitnaardemesbedieningsstang
(Figuur22).
g016484
Figuur22
1.Vergrendelingvan
bedieningsstangvoor
maaimes
2.Bedieningsstangvoor
maaimes
2.Treklangzaamdemesbedieningsstang
achteruitnaardehandgreep(Figuur22).
3.Houddebedieningsstangvanhetmaaimes
tegendehandgreep(Figuur23).
g193334
Figuur23
14
Demaaimessen
uitschakelen
Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos(Figuur
24).
g193345
Figuur24
Belangrijk:Alsudebedieningsstangloslaat,
moetendemessenbinnen3secondentot
stilstandkomen.Alsditnietgebeurt,magude
machinenietverdergebruikenenmoetucontact
opnemenmeteenerkendeservicedealer.
Dewerkingvanhet
stopsysteemvanhet
maaimescontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
Controleerofdemessenstoppenbinnende
3secondennadatudemesbedieningsstanghebt
losgelaten.
Degrasvangergebruiken
Ukuntdegrasvangergebruikenomhetstopsysteem
vanhetmaaimestecontroleren.
1.Verwijderdeafsluitervanhetachteruitwerpka-
naal.
2.Plaatsdelegegrasvangeropdemaaimachine.
3.Startdemotor.
4.Schakeldemessenin.
Opmerking:Degrasvangermoetgaan
opzwellen.Ditbetekentdatdemessen
ingeschakeldzijnendraaien.
5.Houdegrasvangerinhetoogenlaatde
mesbedieningsstanglos.
Opmerking:Alsdegrasvangernietbinnen
de3secondenleegloopt,ishetstopsysteem
vanhetmaaimesmogelijkbeschadigd.Alsu
hiernietsaandoet,kanhetonveiligworden
omdemachinetegebruiken.Neemcontact
opmeteenerkendeServiceDealeromuw
maaimachinetelateninspecterenenrepareren.
6.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
Degrasvangernietgebruiken
1.Plaatsdemaaimachineopeenverhard
oppervlakenuitdewind.
2.Stelalle4wieleninopdemaaistandvan89mm.
3.Neemeenstukkrantenmaakhiervaneenprop
dieonderhetmaaidekpast(meteendoorsnede
vanongeveer75mm).
4.Plaatsdepropkrantenpapier13cmvóórde
maaimachine.
5.Startdemotor.
6.Schakeldemessenin.
7.Laatdemesbedieningsstanglosenwacht
3seconden.
8.Duwna3tellendemachineineensnelle
bewegingvooruitoverdeprop.
9.Zetdemotoruitenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandgekomenzijn.
10.Ganaardevoorzijdevandemaaimachineen
controleerdepropkrantenpapier.
Opmerking:Alsdepropnietonderdemaaier
isgegaan,herhaaltustappen4totenmet10.
11.Alsdepropuitelkaargevallenofversnipperd
is,duidtditeropdatdemessennietopde
juistemanierzijngestopt.Ditbetekentdatu
demachinenietveiligkuntgebruiken.Neem
contactopmeteenerkendeservicedealer.
Maaiselrecyclen
Alsdemachinewordtgeleverd,isdezegereedom
maaiselenbladafvalnaarhetgazonterecyclen.De
machinevoorbereidenomterecyclen:
•Alsdemaaiervoorzienisvanhetzijuitworpkanaal,
verwijderditdanensluitdeklepvandezijuitworp;
zieHetzijuitwerpkanaalverwijderen(bladz.17).
•Verwijderdegrasvangeralsdezeaandemachine
isbevestigd;zieDegrasvangerverwijderen
(bladz.16).
•Alsdeafsluitervandeachteruitworpnietaande
machineisbevestigd,neemdezedanvastbijde
handgreep,tildeklepaandeachterzijdeop,en
steekdeafsluiterinhetachteruitwerpkanaaltotde
vergrendelingopzijnplaatsvalt;zieFiguur25.
15
g016490
Figuur25
1.Achterklep
3.Afsluitervan
achteruitwerpkanaal
gemonteerd
2.Afsluitervanachteruitworp
WAARSCHUWING
Alsudemachinemaaisellaatrecyclen
zonderdeafsluiter,kunnenervoorwerpen
uitgeworpenwordeninuwrichtingofdie
vanomstanders.Daarnaastkuntuookin
contactkomenmetdemessen.Uitgeworpen
objectenofcontactmetdemessenkanleiden
toternstigletselofdedood.
Controleerofdeafsluitervandeachterafvoer
isgemonteerdalvorenshetmaaiselte
recyclen.Schakelnooitdemessenin
wanneernochdeafsluitervandeachterafvoer
nochdegrasvangeropdemachine
gemonteerdis.
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwilt
verzamelen.
Alshetzijuitwerpkanaalopdemaaierisbevestigd,
moetuditverwijderenvoordatuhetmaaiselgaat
opvangen;zieHetzijuitwerpkanaalverwijderen
(bladz.17).
Montagevandegrasvanger
1.Zetdeachterklepomhoogenhoudhemindeze
stand(Figuur26).
g017408
Figuur26
1.Achterklep3.Vergrendeling
2.Afsluitervanachteruitworp
2.Verwijderdeafsluitervanhetachteruitwerp-
kanaaldoordevergrendelingmetuwduim
naarbenedentedrukkenendeafsluiteruitde
machinetetrekken(Figuur26).
3.Brengdegrasvangerstangaanindeinkepingen
onderaandehandgreepenschuddegrasvanger
heenenweeromzekertezijndatdestang
helemaalindebeideinkepingenzit;zieFiguur
27.
g016513
Figuur27
1.Grasvangerstang2.Inkeping(2)
4.Laatdeachterklepzakkentotdezeopde
grasvangerligt.
Degrasvangerverwijderen
Omdezakteverwijderen,voertudestappen
inMontagevandegrasvanger(bladz.16)in
omgekeerdevolgordeuit.
16
Hetmaaiselzijwaarts
afvoeren
Gebruikdezijafvoeralsuzeerhooggrasmaait.
Alsdegrasvangeropdemachinezit,moetudie
verwijderenendeafsluitervandeachteruitworp
plaatsen(zieDegrasvangerverwijderen(bladz.16))
vóóruhetmaaiselzijwaartsafvoert.
Belangrijk:Controleerofdeafsluitervande
achterafvoerisgemonteerdalvorenshetmaaisel
terecyclen(Figuur25).
Zijuitwerpkanaalmonteren
Ontgrendeldeafsluiterenbrengdezeomhoog;plaats
hetzijuitwerpkanaal(Figuur28).
g235646
Figuur28
Hetzijuitwerpkanaalverwijderen
Omhetzijuitwerpkanaalteverwijderen,brengtude
afsluiteromhoog,verwijdertuhetzijuitwerpkanaalen
brengtudeafsluiterweeromlaagtotdezeveiligsluit.
Tipsvoorbedieningen
gebruik
Algemenemaaitips
•Controleerhetwerkgebiedenverwijderalle
voorwerpendiedemachinezoukunnenuitwerpen.
•Zorgervoordatdemessengeenvastevoorwerpen
raken.Maainooitmetopzetovervoorwerpen.
•Alsdemaaimachinetocheenvoorwerpraakten
beginttetrillen,moetumeteendemotorafzetten,
decontactsleutelverwijderen(indiendemachine
hiermeeisuitgerust)debougiekabellosmakenen
demaaimachineopbeschadigingcontroleren.
•Debesteresultatenkrijgtudoornieuwemessen
temonterenvoordathetmaaiseizoenbegint.
•Vervangindiennodigdemaaimessendoor
Toro-messen.
Grasmaaien
•Umoettelkensnietmeerdanongeveeréénderde
vandegrassprietenafmaaien.Maainietmeteen
standlagerdan51mm,tenzijdegrasmatdunis,
ofalshetlaatinhetnajaariswanneerhetgras
langzamerbeginttegroeien.
•Alsugraswiltmaaiendatlangerdan15cmis,
moetumaaienopdemaximalemaaihoogteen
meteenlangzamereloopsnelheid.Vervolgens
gaatumaaienopeenlageremaaihoogteomhet
gazoneenzofraaimogelijkuiterlijktegeven.Als
hetgrastehoogis,kandemachineverstoptraken
endemotorafslaan.
•Natgrasennattebladerengaanaankoeken,
waardoordemaaimachineverstoptkanrakenof
demotorkanafslaan.Gebruikdemachinenietin
vochtigeomstandigheden.
•Weesbedachtophetrisicovanbrandinzeer
drogeomstandigheden;neemalleplaatselijke
brandwaarschuwingeninachtenhouddemachine
vrijvandrooggrasenbladafval.
•Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid,
zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
•Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet
tevredenbent,probeerdaneenofmeervande
volgendestappen:
–Vervangdemaaimessenoflaatzeslijpen.
–Looplangzamertijdenshetmaaien.
–Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
–Maaihetgrasvaker.
–Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
Bladerenî‚¿jnmaken
•Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof
meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
•Alsereenlaagbladerenvanmeerdan13cm
ophetgazonligt,moetueerstmeteenhogere
maaihoogtewerkenenvervolgensnogmaals
maaienopdegewenstehoogte.
•Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
17
Nagebruik
Veiligheidnahetwerk
Algemeneveiligheid
•Verwijdergrasenvuilvandemachineombrandte
voorkomen.Neemgemorsteolieofbrandstofop.
•Laatdemotorafkoelenvoordatudemachinein
eenafgeslotenruimteopslaat.
•Bewaardemachineofbrandstofhoudernooitbij
eenopenvlam,vonkofwaakvlambijbijv.een
geiserofandereapparaten.
Demachineveiligvervoeren
•Verwijderdecontactsleutel(indiendemachine
hiermeeisuitgerust)voordatudemachinevoor
transportinlaadt.
•Weesvoorzichtigbijhetin-ofuitladenvande
machine.
•Zetdemachinevastzodatzenietkangaanrollen.
Deonderkantvande
machinereinigen
Onderhoudsinterval:Naelkgebruik
Omdebesteresultatenteverkrijgen,dientude
onderkantvandemachinetereinigenzodrauklaar
bentmetmaaien.
1.Zetdemachineinzijnlaagstemaaistand.
2.Plaatsdemachineopeenverhardhorizontaal
oppervlak.
3.T erwijldemotorenhetmaaimesingeschakeld
zijn,spuitueenstraalwatervoorhetrechter
achterwiel(Figuur29).
Opmerking:Hetopspattendewaterkomt
danindebaanvanhetmaaimesenspoelthet
maaiselweg.
g002600
Figuur29
4.Alsergeenmaaiselmeerondervandaankomt,
draaitudekraandichtenbrengtudemachine
naareendrogeplaats.
5.Laatdemotoreenpaarminutenlopenomde
onderzijdevandemachinetedrogen.
18
Onderhoud
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste5bedrijfsuren
•Verversdemotorolie.
Bijelkgebruikofdagelijks
•Werkingvandemesremkoppelingcontroleren.
•Controleerhetluchtlterenreinigofvervanghetindiennodig.
•Controleerdemaaimessen.
Naelkgebruik
•Verwijdermaaiselenvuilvandeonderkantvandemachine.
Omde25bedrijfsuren
•Laaddeaccugedurende24uurop(uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem).
Omde50bedrijfsuren
•Reinigingvanhetluchtlter;reinigingisvakernodigbijgebruikonderstofge
omstandigheden.
•Verversdemotorolie.
•Onderhoudhetmesaandrijfsysteem.
Omde200bedrijfsuren
•Vervangingvanhetluchtlter;vervangingisvakernodigbijgebruikonderstofge
omstandigheden.
Jaarlijks
•Onderhoudvanhetluchtlter;onderhoudisvakernodigbijgebruikonderstofge
omstandigheden.
•Verversdemotorolie.
•Onderhoudvandemaaimessen.
Jaarlijksofvóórstalling
•Laaddeaccuop(uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem).
•Laatdebenzineuitdebrandstoftanklopenvoordatuvereistereparatiesuitvoertof
voordejaarlijksestalling.
Belangrijk:Raadpleegdegebruikershandleidingvandemotorvoorverdereonderhoudsprocedures.
Vervangingsonderdelenzijnverkrijgbaarbijeenerkendeservicedealerofviawww.torodealer.com(alleenvoor
klantenindeVS).Motoronderdelenzijnalleenverkrijgbaarviaeenerkendeservicedealer.
Demachineveilig
onderhouden
•Trekdebougiekabellosvandebougie
enverwijderhetcontactsleuteltje(alleen
modellenmetelektrischstartsysteem)voordatu
onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.
•Draaghandschoenenenoogbescherming
wanneeruservicewerkzaamhedenverricht.
•Hetmaaimesisscherp,contactmethetmaaimes
kanernstiglichamelijkletselveroorzaken.Gebruik
handschoenenalsuhetmesmonteert.Repareer
ofwijzighetmes/demessenniet.
•Knoeinooitmetdeveiligheidsvoorzieningen.
Controleerregelmatigofdezegoedwerken.
•Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuitde
tanklekken.Benzineisontvlambaarenexplosief
enkanlichamelijkletselveroorzaken.Laatde
motordrooglopenofpompdebrandstofmeteen
handpompuitdetank.Gebruiknooiteenhevel.
•Omdebesteprestatiesteverkrijgenenervoor
tezorgendatdeveiligheidscertiî‚¿catenvande
machineblijvengelden,moetutervervanging
altijdorigineleonderdelenenaccessoiresvan
Toroaanschaffen.Gebruiktervervanging
nooitonderdelenenaccessoiresvanandere
fabrikanten,omdatditgevaarlijkkanzijnende
productgarantiehierdoorkanvervallen.
19
Voorbereidingenvooron-
derhoudswerkzaamheden
1.Zetdemotoraf,verwijderdecontactsleutel
(indiendemachinehiermeeisuitgerust)en
wachttotdatallebewegendeonderdelentot
stilstandzijngekomen.
2.Maakdebougiekabellosvandebougie(Figuur
30).
g191983
Figuur30
1.Bougiekabel
3.Nadatudeonderhoudswerkzaamhedenhebt
uitgevoerd,moetudekabelweeraansluitenop
debougie.
Belangrijk:Voordatudemachinekanteltom
olieteverversenofdemessentevervangen,
moetudemachinegebruikentotdatde
benzinetankleegis.Alsudemachinemoet
kantelenvoordatdebenzinetankleegis,
dientudebenzinemeteenhandpompuit
detanktepompen.Kanteldemaaimachine
altijdopdezijkant,metdepeilstokomlaag.
WAARSCHUWING
Alsudemachinekantelt,kanerbenzineuit
detanklekken.Brandstofisontvlambaar
enexplosiefenkanlichamelijkletsel
veroorzaken.
Laatdemotordrooglopenofpompde
brandstofmeteenhandpompuitdetank.
Gebruiknooiteenhevel.
Onderhoudvanhet
luchtî‚¿lter
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetluchtlter
enreinigofvervanghetindien
nodig.
Omde50bedrijfsuren—Reinigingvanhet
luchtî‚¿lter;reinigingisvakernodigbijgebruik
onderstofî‚¿geomstandigheden.
Jaarlijks—Onderhoudvanhetluchtlter;
onderhoudisvakernodigbijgebruikonder
stofî‚¿geomstandigheden.
Omde200bedrijfsuren—Vervangingvanhet
luchtî‚¿lter;vervangingisvakernodigbijgebruik
onderstofî‚¿geomstandigheden.
1.Zetdebevestiginglosenverwijderhetdeksel
vanhetluchtî‚¿lter(Figuur31).
g017216
Figuur31
1.Deksel3.Filter
2.Bevestiging4.Basis
2.Verwijderencontroleerhetî‚¿lter.
•Alshetlterisbeschadigdofnatisvanolie
ofbrandstof,moetuhetvervangen.
•Alshetltervuilis,tikhetdanenkelekeren
tegeneenhardoppervlakofblaashetvuil
vandebinnenkantvanhetî‚¿lternaarbuiten
metpersluchtmeteenmaximaledrukvan
2,07bar.
Opmerking:Vuilnietlangsdebuitenkant
vanhetî‚¿lterborstelenofblazen;ditdrijfthet
vuilindevezels.
3.Maakdebehuizingenhetdekselvanhet
luchtî‚¿lterschoonmeteenvochtigedoek.
Zorgdatergeenvuilindebuurtvande
luchtopeningkomt.
4.Plaatshetî‚¿lteropdebasis.
5.Plaatshetdekselenzetdebevestigingstevig
vast.
20
Motorolieverversen
Onderhoudsinterval:Nadeeerste5bedrijfsuren
Omde50bedrijfsuren
Jaarlijks
Opmerking:Voordatudeolieververst,moetu
demotorenkeleminutenlatenlopenzodatdeolie
warmwordt.Warmeoliestroomtbeterenvoert
verontreinigingenbetermee.
Motorolietype
Motoroliecapaciteit0,53l
OlieviscositeitSAE30ofSAE10W-30
reinigingsolie
API-onderhoudsclassiî‚¿ca-
tie
SJofhoger
1.Plaatsdemachineopeenhorizontaaloppervlak.
2.ZieVoorbereidingenvooronderhoudswerk-
zaamheden(bladz.20).
3.Verwijderdepeilstokdoordedoplinksomte
draaieneneruittetrekken(Figuur32).
g193261
Figuur32
1.Vol3.Laag
2.Hoog
4.Kanteldemachineopdezijkant(methet
luchtî‚¿lternaarboven)omdeoudeolieuitde
vulbuistelatenlopen(Figuur33).
g017281
Figuur33
5.Nadatdegebruikteolieisafgetapt,zetude
maaimachineterugindewerkstand.
6.Gietlangzaamongeveer¾vandeinhoudvan
hetoliecarterindevulbuis.
7.Wacht3minutentotdeolieindemotorgezakt
is.
8.Veegdepeilstokmeteenschonedoekschoon.
9.Steekdepeilstokvolledigindevulbuisen
verwijderdepeilstok.
10.Leeshetoliepeilafvandepeilstok(Figuur32).
•Alshetpeilopdepeilstoktelaagstaat,giet
danvoorzichtigeenkleinehoeveelheidolie
indevulbuis,wacht3minutenenherhaal
stappen8totenmet10totdatdepeilstok
hetjuistepeilaangeeft.
•Alshetoliepeilopdepeilstoktehoogis,tapt
udeovertolligeolieaftotdepeilstokhet
juisteoliepeilaangeeft.
11.Plaatsdepeilstokgoedindevulbuis.
12.Recycleerdegebruikteolieopdejuistewijze.
21
Deaccuopladen
Uitsluitendmodelmetelektrisch
startsysteem
Onderhoudsinterval:Omde25bedrijfsuren
Jaarlijksofvóórstalling
Laaddeaccuvoorheteerstegebruikgedurende
24uurop,doeditvervolgenselkemaand(steeds
na25keerstarten)ofwanneerditnodigis.Gebruik
deacculaderaltijdopeenbeschutteplaatsenlaad
deaccuopbijkamertemperatuur(ongeveer22°C)
indienditmogelijkis.
Opmerking:Demachineisnietuitgerustmeteen
laadsysteemmetwisselstroomdynamo.
1.Sluitdeacculaderaanopdekabelboomvan
demachinediezichonderhetcontactsleuteltje
bevindt(Figuur34).
g017518
Figuur34
2.Sluitdeacculaderaanopeenstopcontact.
Opmerking:Alsdeaccunietmeerkanworden
opgeladen,moetudezeafvoerenofverwerken
volgensdeplaatselijkgeldendevoorschriften.
Opmerking:Deladerismogelijkvoorzienvaneen
LED-displaymettweekleurenwaarmeedevolgende
laadstatuskanwordenweergeven:
•Eenroodlampjegeeftaandatdeladerdeaccu
laadt.
•Eengroenlampjegeeftaandatdeaccuvolledigis
opgeladenofislosgekoppeldvandeaccu.
•Eenknipperendlichtdatwisselttussenrooden
groengeeftaandatdeaccubijnavolledigis
opgeladen.Hetduurthiernanogmaarenkele
minutentotdeaccuvolledigisopgeladen.
Dezekeringvervangen
Uitsluitendmodelmetelektrisch
startsysteem
Alsdeaccunietoplaadtofdemotornietgaatlopen
metbehulpvandeelektrischestarter,isdezekering
waarschijnlijkdoorgebrand.Vervangdooreennieuwe
40Ainsteekzekering.
Belangrijk:Ukuntdemachinepasstartenmet
hetelektrischestartsysteemofdeaccuopladen
alseenzekeringisgemonteerddiewerkt.
1.Opendeafgedichtezekeringhouderenvervang
dezekering(Figuur35).
g020856
Figuur35
1.Zekeringhouder
2.Sluithetdekselvandezekeringhouderenzorg
ervoordathetgoedafgedichtis.
Deaccuvervangen
Uitsluitendmodelmetelektrischstartsysteem
Deoudeaccuverwijderen
1.NeemcontactopmeteenerkendeT oro
onderdelendistributeuromeenvervangaccute
bestellen.
2.Verwijderhetriemdeksel;ziestap1van
Onderhoudvanhetmesaandrijfsysteem(bladz.
24).
3.Verwijderdeafsluitervanhetachteruitwerpka-
naal.
4.Zetdehandgreeprechtop.
5.Verwijderde4kleineboutenwaarmeede
achterklependehandgreephendelbevestigd
zijn.
6.Vouwdehandgreephelemaalnaarvoren.
22
7.Verwijderdeachterklependehandgreephendel
(Figuur36).
g017523
Figuur36
1.Achterklepenhandgreephendel
8.Verwijderhetdekselvandeaccu.
9.Maakdekabelslosvandeaccu.
10.Verwijderenrecycledeaccu.
Opmerking:Verwerkdeaccuvolgensde
plaatselijkevoorschriften.
Denieuweaccumonteren
1.Maakhetaccucompartimentvande
maaierbehuizingschoon.
2.Zetdenieuweaccuopzijnplaatsopde
maaierbehuizing.
3.Sluitdekabelsaanopdenieuweaccu;sluitde
rode(positieve)kabelopdepluspool(+)aan.
4.Sluitdezwarte(negatieve)kabelopdeminpool
(-)aan.
5.Brenghetdekselvandeaccuaan.
Opmerking:Zorgervoordathetdekselgoed
overdekabelboompast.
6.Monteerdeachterklependehandgreephendel
opdemachine.
7.Zetdehandgreeprechtop.
8.Bevestighetschermmetde4kleineboutendie
uhebtverwijderdinstap5vanDeoudeaccu
verwijderen(bladz.22).
9.Monteerdeafsluitervanhetachteruitwerpka-
naal.
10.Zetdehandgreepterugindebedrijfsstand.
Zelfaandrijvingafstellen
Wanneerueennieuwekabelvoordezelfaandrijving
monteertofdezelfaandrijvingontregeldis,moetude
zelfaandrijvingafstellen.
1.Draaidestelknoplinksomomhet
afstelmechanismevandekabelloste
zetten(Figuur37).
g027231
Figuur37
1.Handgreep(linkerzijde)
4.Draaideknoprechtsom
omdeafstellingteborgen.
2.Stelknop
5.Draaideknoplinksomom
hetafstelmechanismelos
tezetten.
3.Kabelvanzelfaandrijving
2.Steldekabelspanningaf(Figuur37)doorde
kabelnaarachterenofnaarvorentebewegen
enhemindezepositietehouden.
Opmerking:Duwdekabelnaardemotorom
detractieteverhogen;trekdekabelwegvande
motoromdetractieteverkleinen.
3.Draaidestelknoprechtsomomdeafstellingvan
dekabelteborgen.
Opmerking:Draaideknopmetdehandstevig
vast.
23
Onderhoudvanhet
mesaandrijfsysteem
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren
1.Verwijderhetdekselvanhetmesaandrijfsysteem
(Figuur38).
g016491
Figuur38
1.Bouten2.Deksel
2.Borstelofblaashetvuiluitdebinnenzijdevan
hetschermenvanalleonderdelen.
3.Houeenvoelmaatvan0,25mm,eenstukje
papierofeenî‚¿chekaarttegendewandenschuif
hetnaarbenedenachterderiemspanveer.
Opmerking:Alserzichtbarespelingistussen
devoelmaatendeveer,moetudestelbouten
-moeraandraaientothetpapiermaarnetvrijin
enuitdetussenruimtekanschuiven(Figuur39).
g017221
Figuur39
1.Riemspanveer
4.Stelmoer
2.Stelbout5.Mesaandrijfriem
3.Tussenruimte6.Wand
Belangrijk:Draaidestelboutniette
vastaan.Ditkandemesaandrijfriem
beschadigen.
4.Plaatshetschermvanhetmesaandrijfsysteem
terug.
Onderhoudvande
maaimessen
Onderhoudsinterval:Jaarlijks
Belangrijk:Uhebteenmomentsleutelnodigom
demessenopcorrectewijzetemonteren.Als
ugeenmomentsleutelhebtofnietgoedweet
hoeudemontagemoetuitvoeren,kuntucontact
opnemenmeteenerkendeservicedealer.
Controleerdemaaimessenwanneerdebrandstoftank
leegis.Alsdemaaimessenbeschadigdzijnof
scheurenvertonen,vervangzedandirect.Als
desnijrandenvandemessenbotzijnofkleine
beschadigingenhebben,laatzedanslijpenen
balanceren,ofvervangze.
GEVAAR
Eenversletenofbeschadigdmeskan
brekeneneenstukvanhetmeskanworden
uitgeworpeninderichtingvandegebruiker
ofomstandersenzoernstiglichamelijkof
dodelijkletseltoebrengen.
•Controleeropgezettetijdende
maaimessenopslijtageofbeschadigingen.
•Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
Opmerking:Zorggedurendehethelemaaiseizoen
voorscherpemaaimessen.Scherpemessensnijden
hetgrasgoedafzonderhettescheurenoftekwetsen.
24
Onderhoudvandemaaimessen:
voorbereiding
1.Borgdehandgreepindeverticalestand(Figuur
40);zieHoogtevanhandgreepinstellen(bladz.
11).
g025927
Figuur40
1.Handgreepvergrendeldindeverticalestand
2.Kanteldemachineopdezijkant,metdepeilstok
naarbeneden,tothetbovenstedeelvande
handgreepopdegrondligt.
Demaaimessencontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
1.Controleerdesnijranden(Figuur41).Alsde
randennietscherpzijnofbramenvertonen,
moetudemaaimessenverwijderenenslijpen
ofvervangen.
g017223
Figuur41
1.Snijrand3.Slijtage/groefvorming
2.Gebogendeel4.Scheur
2.Controleerdemessenzelf,metnamehet
gebogendeel(Figuur41).Alsubeschadiging,
slijtageofgroefvorminginditdeelconstateert,
moetuhetmesdirectvervangendooreen
nieuwexemplaar.
GEVAAR
Alseenmesgaatslijten,kanereen
groefontstaantussendevleugelenhet
plattedeelvanhetmes.Uiteindelijk
kandaneenstukvanhetmesafbreken
envanonderdemaaikastworden
weggeslingerdwaardoordebestuurder
ofeenomstanderernstigletselkan
oplopen.
•Controleeropgezettetijden
hetmaaimesopslijtageof
beschadigingen.
•Probeernooiteenkrommesrechtte
buigenofeengebrokenofgescheurd
mestelassen.
•Vervangeenversletenofbeschadigd
mes.
3.Controleeropkrommemessen;zieControleop
krommemessen(bladz.26).
25
Controleopkromme
messen
1.DraaidemaaimessentotdestandinFiguur42.
g016532
Figuur42
1.Voorkantvanmaaidek
3.Meetvanafdesnijrandtot
opeengelijk,horizontaal
oppervlak
2.MetenbijAenB
2.Meetvaneenhorizontaaloppervlaktotde
snijrandenopdeplaatsenAenB(Figuur42),
ennoteerdemetingen.
3.Draaidemessentotdetegenovergestelde
uiteindenzichopdeplaatsenAenBbevinden
(Figuur42).
4.Herhaaldemetingenvanstap2ennoteerze.
Opmerking:Alshetverschiltussende
metingenAenBdieuverkregenhebtinstap2
en4meerisdan3mm,ishetmesverbogenen
moethetvervangenworden.ZieMaaimessen
verwijderen(bladz.26)enMaaimessen
monteren(bladz.27).
WAARSCHUWING
Eenkromofbeschadigdmeskanbrekenenu
ofomstandersernstigletseltoebrengen.
•Vervangaltijdeenkromofbeschadigdmes
dooreennieuwmes.
•Vijlofmaaknooitscherpeinkepingeninde
snijrandenofhetoppervlakvanhetmes.
Maaimessenverwijderen
Vervangdemessenalsdemachineeenvastobject
raaktofalseenmesgebogenofuitbalansis.Vervang
demessenalleendoororiginelemessenvanT oro.
1.Gebruikeenhoutenblokomdemessente
ondersteunenendraaidemesboutlinksom
zoalsgetoondinFiguur43.
g232790
Figuur43
2.VerwijderdemessenzoalsgetoondinFiguur44.
g016530
Figuur44
1.As(2)3.Mes(2)
2.Mesaandrijving(2)4.Mesbout(2)
3.Inspecteerdepennenvandemesaandrijvingen
opslijtageenbeschadiging.
26
Maaimessenmonteren
1.Monteerheteerstemeshorizontaalenbrengal
hetbevestigingsmateriaalaanzoalsinFiguur
44.
Opmerking:Draaideboutvastmetdehand.
Belangrijk:Degebogenuiteindenvande
messenmoetennaardemachinewijzen.
Zorgervoordatdeuitstekendedelenvan
demesaandrijvingenindeinkepingenin
dekopvandeovereenkomendeaszitten,
endepennetjesaandeanderekantvan
demesaandrijvingenindegatenvanhet
overeenkomendemes.
2.Ondersteundemessenmeteenplankendraai
demesboutrechtsommeteenmomentsleutel
zoalsinFiguur45;draaidemesboutaanmet
82N·m.
Belangrijk:Eenboutdieisaangetrokken
tot82N·mzitergvast.Zetjegewichtopde
momentsleutelendraaideboutstevigvast.
Hetisnietwaarschijnlijkdatdebouttehard
wordtaangedraaid.
g232801
Figuur45
3.Draaihetgemonteerdemeseenkwartslagtot
hetverticaalstaatenmonteerhetanderemes
opdezelfdemanieralsheteerste(ziestap1).
Opmerking:Demessenmoetenloodrecht
opelkaarstaanineenomgekeerdeT ,zoalsop
Figuur46.
g016536
Figuur46
1.Mes(2)
4.Draaihettweedemesvast;zie2.
5.Draaidemessenhandmatig360°rondomzeker
tezijndatzeelkaarnietraken.
Opmerking:Alsdemessenelkaarraken,zijn
zenietjuistgemonteerd.Herhaalstappen1tot
3totdatdemessenelkaarnietmeerraken.
WAARSCHUWING
Eenonjuistemontagevandemaaimessenkan
demachinebeschadigenofuofomstanders
verwonden.
Weesvoorzichtigalsudemaaimessen
plaatst.
27
Stalling
Staldemaaimachineopeenkoele,schone,droge
plaats.
Algemeneinformatie
1.Voerdeaanbevolenjaarlijkseonderhoudspro-
ceduresuit;zieOnderhoud(bladz.19).
2.Ruimteonderdemaaibehuizingreinigen;zieDe
onderkantvandemachinereinigen(bladz.18).
3.Verwijderhaksel,vuilenroetvandebuitenste
motoronderdelen,deuitlaatringendebovenkant
vandemachine.
4.Controleerdeconditievandemaaimessen;
raadpleegDemaaimessencontroleren(bladz.
25).
5.Geefhetluchtî‚¿ltereenonderhoudsbeurt;zie
Onderhoudvanhetluchtî‚¿lter(bladz.20).
6.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoed
aan.
7.Werkallegeroesteofafgebladderde
verfoppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaaris
bijeenerkendeservicedealer.
8.Alleenmodellenmetelektrischstartsysteem:
Laaddeaccuvoorheteerstegebruikgedurende
24uurop,haalvervolgensdeacculaderuit
hetstopcontactenstaldemachineineen
onverwarmderuimte.Alsudemachinestaltin
eenverwarmderuimte,moetudeaccuomde
90dagenopladen.Verwijderhetsleuteltje.
9.Klapdehandgreepinomdemachinetestallen;
zieHoogtevanhandgreepinstellen(bladz.11).
Hetbrandstofsysteem
gebruiksklaarmaken
WAARSCHUWING
Brandstofkanbijlangdurigeopslag
verdampenendedampenkunnenontploffen
alszijincontactkomenmeteenopenvuur.
•Bewaarbrandstofnietvoorlangeretijd.
•Staldemaaimachinenietmetbrandstof
indebrandstoftankofdecarburateurin
eenafgeslotenruimtewaaropenvuuris.
(Bijvoorbeeldeenverwarmingsketelofde
waakvlamvaneenheetwatertoestel.)
•Laatdemotorafkoelenvoordatude
maaimachineineenafgeslotenruimte
stalt.
Alsudetankvoordelaatstekeervanhetjaarvult,
moetueenstabilizertoevoegenaandebenzine
volgensdevoorschriftenvandefabrikant.Maakde
brandstoftankleegnadatudemachinevoordelaatste
keerhebtgebruiktvoordatdezedestallingingaat.
1.Laatdemotorlopentotdathijafslaatdoor
gebrekaanbrandstof.
2.Startdemotoropnieuwenlaathemlopentotdat
hijafslaat.Alsdemotornietmeerwilstarten,is
debrandstofvoldoendeverbruikt.
Demotorgebruiksklaar
maken
1.T erwijldemotornogwarmis,ververstude
motorolie;raadpleegMotorolieverversen(bladz.
21).
2.Trekdekabellosvandebougieenverwijderhet
contactsleuteltje(alleenmodellenmetelektrisch
startsysteem).
3.Verwijderdebougie.
4.Gietmeteenoliekanongeveer30mlmotorolie
indemotorviadebougieopening.
5.Treklangzaamenkelekerenaanhetstartkoord
omdeolieoverdecilinderteverdelen.
6.Monteerdebougie,maarsluitdebougiekabel
nietaanopdebougie.Bevestigdekabelzodat
dezedebougienietraakt.
28
Demaaimachineuitde
stallinghalen
1.Vouwdehandgreepuit;zieHoogtevan
handgreepinstellen(bladz.11).
2.Controleerallebevestigingenendraaideze
vast.
3.Verwijderdebougieendraaidemotorsnelrond
metbehulpvanhetstartkoordomovertollige
olieuitdecilinderteverwijderen.
4.Controleerdebougieenvervangdezeindien
hijvuil,versletenofgebarstenis;ziede
gebruikershandleidingvandemotor.
5.Plaatsdebougieendraaidievastmetde
aanbevolen20N·m.
6.Voerdevereisteonderhoudsproceduresuit;zie
Onderhoud(bladz.19).
7.Controleerhetoliepeilindemotor;zieHet
motoroliepeilcontroleren(bladz.11).
8.Vuldebrandstoftankmetversebrandstof;zie
Brandstoftankvullen(bladz.10).
9.Uitsluitendmodelmetelektrisch
startsysteem:Laaddeaccuop;zie4
Deaccuopladen(bladz.7).
10.Sluitdebougiekabelaanopdebougie.
29
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieToroverzamelt
ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwaanspraakopgarantietebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatie,hetzijdirectofviauwlokaleTorodealer.
HetTorogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONSGEGEVENSZOALS
BESCHREVENINDEZEPRIVACYVERKLARING.
HoeToroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwaanspraakopgarantietebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,
ofvooreenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.T orokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,dealersofanderezakenpartnersin
verbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenste
delenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruiken
ofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme
doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeschermingvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijnemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkeinformatietebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenwijzigingvanuwpersoonsgegevens
Alsutoegangwilttotuwpersoonsgegevensofdezewiltwijzigen,gelievedaneene-mailtesturennaar[email protected].
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleT oroverdelerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC

Documenttranscriptie

Form No. 3418-939 Rev C TimeMaster 76cm Lawn Mower 20976, 20978 TimeMaster-Rasenmäher (76 cm) 20976, 20978 Tondeuse TimeMaster de 76 cm 20976, 20978 TimeMaster 76 cm gazonmaaier 20976, 20978 www.Toro.com. *3418-939* C Form No. 3418-933 Rev B TimeMaster® 76 cm gazonmaaier Modelnr.: 20976—Serienr.: 402100000 en hoger Modelnr.: 20978—Serienr.: 402100000 en hoger Gebruikershandleiding Inleiding Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere gazons. De machine is niet ontworpen voor het maaien van struikgewas of voor gebruik in de landbouw. Lees deze informatie zorgvuldig door, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze moet gebruiken en onderhouden en om letsel en schade aan de machine te voorkomen. U bent verantwoordelijk voor het juiste en veilige gebruik van de machine. U kunt rechtstreeks contact opnemen met Toro via www.Toro.com voor informatie over producten en accessoires, om een dealer te vinden of om uw product te registreren. Als u service, originele Toro onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van uw machine te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. Belangrijk: Scan met uw smartphone of tablet de QR-code op het plaatje met het serienummer om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie. g226630 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Modelnr.: Serienr.: CV © 2017—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. g000502 Figuur 2 Waarschuwingssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Bruto- en nettokoppel: Het bruto- en nettokoppel van deze motor is door de motorfabrikant in laboratoriumomstandigheden gemeten volgens standaard J1940 of J2723 van de Society of Automotive Engineers (SAE). Omdat bij de configuratie rekening is gehouden met de veiligheidsen gebruiksvoorschriften, zal dit type maaiers in de praktijk een veel lager motorkoppel hebben. Raadpleeg de informatie van de motorfabrikant die wordt meegeleverd met de machine. Inhoud Inleiding .................................................................... 1 Veiligheid .................................................................. 2 Algemene veiligheid ........................................... 2 Veiligheids- en instructiestickers ........................ 3 Montage .................................................................... 5 1 De handgreep monteren .................................. 5 2 De bedieningsstang voor het maaimes monteren......................................................... 6 3 De motor bijvullen met olie ............................... 6 Registreer uw product op www.Toro.com.Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) Gedrukt in Mexico Alle rechten voorbehouden *3418-933* B Veiligheid 4 De accu opladen.............................................. 7 5 De grasvanger monteren ................................. 7 Algemeen overzicht van de machine ......................... 8 Specificaties ...................................................... 9 Gebruiksaanwijzing .................................................. 9 Voor gebruik .......................................................... 9 Veiligheid vóór gebruik........................................ 9 Brandstoftank vullen ......................................... 10 Het motoroliepeil controleren.............................11 Hoogte van handgreep instellen ........................11 De maaihoogte instellen ....................................11 Tijdens gebruik .................................................... 12 Veiligheid tijdens gebruik .................................. 12 Motor starten .................................................... 13 De zelfaandrijving gebruiken ............................ 13 De motor afzetten ............................................. 14 De maaimessen inschakelen............................ 14 De maaimessen uitschakelen........................... 15 De werking van het stopsysteem van het maaimes controleren .................................... 15 Maaisel recyclen............................................... 15 Het maaisel opvangen ...................................... 16 Het maaisel zijwaarts afvoeren ......................... 17 Tips voor bediening en gebruik ......................... 17 Na gebruik ........................................................... 18 Veiligheid na het werk ....................................... 18 De onderkant van de machine reinigen ............. 18 Onderhoud .............................................................. 19 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 19 De machine veilig onderhouden........................ 19 Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden ................................................... 20 Onderhoud van het luchtfilter ............................ 20 Motorolie verversen .......................................... 21 De accu opladen............................................... 22 De zekering vervangen..................................... 22 De accu vervangen........................................... 22 Zelfaandrijving afstellen.................................... 23 Onderhoud van het mesaandrijfsysteem........... 24 Onderhoud van de maaimessen ....................... 24 Controle op kromme messen ............................ 26 Maaimessen verwijderen.................................. 26 Maaimessen monteren ..................................... 27 Stalling .................................................................... 28 Algemene informatie......................................... 28 Het brandstofsysteem gebruiksklaar maken ........................................................... 28 De motor gebruiksklaar maken ......................... 28 De maaimachine uit de stalling halen ................ 29 Deze machine is ontworpen in overeenstemming met de EN-norm ISO 5395:2013 Algemene veiligheid Dit product kan handen of voeten afsnijden en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te voorkomen. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders. • Voordat u de motor start, moet u de instructies en waarschuwingen in deze Gebruikershandleiding en op de machine en de werktuigen lezen, begrijpen en uitvoeren. • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen van of onder de machine. Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. • Gebruik de machine niet als er schermen of andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als deze niet werken. • Houd omstanders en kinderen op een veilige afstand van de machine. Laat kinderen nooit de machine bedienen. Laat enkel mensen die verantwoordelijk en getraind zijn en die bovendien vertrouwd zijn met de instructies en fysiek ertoe in staat zijn de machine bedienen. • Stop de machine, zet de motor uit en verwijder de contactsleutel (indien de machine hiermee is uitgerust) voordat u servicewerkzaamheden uitvoert, brandstof bijvult of verstoppingen verwijdert. Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel. U vindt bijkomende veiligheidsinformatie waar nodig in deze handleiding. 2 Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decaloemmarkt Merkteken van fabrikant 1. Dit merkteken geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro maaimachine is. decal104-7953 104-7953 Uitsluitend model met elektrisch startsysteem 1. Waarschuwing – Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor informatie over het opladen van de accu. Bevat lood, niet weggooien. 2. Raadpleeg de Gebruikershandleiding. decal108-9751 108-9751 Uitsluitend model met elektrisch startsysteem 1. Motor afzetten 2. Motor – Lopen 3. Motor – Starten decal112-8760 112-8760 1. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Houd omstanders op een veilige afstand van de machine. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal120-9570 120-9570 1. Waarschuwing: Blijf op afstand van bewegende delen; zorg dat alle beschermende delen op hun plaats zijn. 3 decal131-4514b 131-4514 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 3. Handen kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Trek de bougiekabel los en raadpleeg de instructies vóór u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 4. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Hou omstanders op een veilige afstand van de machine; zet de motor af voordat u de bestuurderspositie verlaat; verwijder vuil voordat u gaat maaien. 5. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Maai nooit heuvelopwaarts en heuvelafwaarts; gebruik de machine dwars op hellingen; kijk achterom als u achteruitloopt. decal132-4470 132-4470 Tractieafstelling 1. Lees eerst de 2. Scan de QR-code voor Gebruikershandleiding – meer informatie over het 1) Maak de knop los door afstellen van de tractie. deze linksom te draaien; 2) Trek de kabel(s) weg van de motor om de tractie te verminderen, of duw de kabel(s) naar de motor om de tractie te vergroten; 3) Zet de knop vast door deze rechtsom te draaien. 4 Montage 2. Maak de handgreepgrendel los (Figuur 4). Belangrijk: Verwijder het plastic waarmee de motor is afgedekt en eventueel ander plastic of verpakkingsmateriaal op de machine. Belangrijk: Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, mag u de sleutel pas in het contactslot plaatsen als u klaar bent om de motor te starten (uitsluitend op model met elektrisch startsysteem). 1 De handgreep monteren Geen onderdelen vereist g016551 Procedure Figuur 4 1. Handgreepgrendel WAARSCHUWING Als de handgreep verkeerd wordt gemonteerd en uitgeklapt, kunnen de kabels schade oplopen, waardoor de machine niet veilig kan worden gebruikt. • Zorg ervoor dat u de kabels niet beschadigt als u de handgreep uitklapt. • Indien een kabel is beschadigd, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. 1. 3. Draai het bovenste deel van de handgreep zo dat het in het onderste deel van de handgreep past (Figuur 3) en draai de twee knoppen op de handgreep vast om het bovenste deel van de handgreep te borgen (Figuur 4). g016547 Figuur 3 1. Bovenste deel van de handgreep 2. Knop (2) 5 Trek de handgreep naar achteren en borg deze op zijn plaats (Figuur 4). 2 3 De bedieningsstang voor het maaimes monteren De motor bijvullen met olie Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Belangrijk: De machine wordt geleverd zonder Procedure olie in het carter, maar u ontvangt apart een fles motorolie. Vul het carter met olie voordat u de motor start. Plaats de bedieningsstang van het maaimes in het bovenste deel van de handgreep (Figuur 5). Motorolietype Motoroliecapaciteit 0,53 l Olieviscositeit SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie API-onderhoudsclassificatie SJ of hoger 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 6). g017217 Figuur 5 g193261 Figuur 6 1. Vol 3. Laag 2. Hoog 6 3. Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van het oliecarter in de vulbuis. 4. Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt is. 5. Veeg de peilstok met een schone doek schoon. 6. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok. 7. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 6). 5 • Als het peil op de peilstok te laag staat, giet De grasvanger monteren dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal stappen 5 tot en met 7 totdat de peilstok het juiste peil aangeeft. Geen onderdelen vereist • Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, Procedure tapt u de overtollige olie af tot de peilstok het juiste oliepeil aangeeft; zie Motorolie verversen (bladz. 21). 1. Schuif de grasvanger over het frame; zie Figuur 7. Belangrijk: Als het oliepeil in het motor te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen. 8. Plaats de peilstok goed in de vulbuis. Belangrijk: Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren; daarna moet dit elk jaar gebeuren. Zie Motorolie verversen (bladz. 21). 4 De accu opladen Geen onderdelen vereist g027215 Procedure Figuur 7 1. Handgreep Uitsluitend model met elektrisch startsysteem 3. Grasvanger 2. Frame Zie De accu opladen (bladz. 22). Opmerking: Schuif de grasvanger niet over de handgreep (Figuur 7). 2. 7 Haak het onderste kanaal van de grasvanger over de onderzijde van het frame (Figuur 8). Algemeen overzicht van de machine g027216 Figuur 8 3. Haak het bovenste en de zijkanalen van de grasvanger achtereenvolgens over de bovenzijde en de zijkanten van het frame (Figuur 8). g191969 Figuur 9 1. Zijafvoergeleider 2. Bougie 9. Contactschakelaar (uitsluitend op model met elektrisch startsysteem) of tuimelschakelaar (uitsluitend op standaardmodel). 10. Accu (uitsluitend op model met elektrisch startsysteem; niet getoond) 3. Handgreep van startkoord 11. Achteruitworpgeleider 8 4. Vulbuis/Peilstok 12. Achterste maaihoogtehendel 5. Handgreepgrendel 13. Zekering 6. Handgreepknop (2) 14. Luchtfilter 7. Regelknop van de zelfaandrijving 15. Wasaansluiting 8. Bovenste deel van de handgreep 16. Voorste maaihoogtehendel Specificaties Type Gewicht 20976 65 kg 20978 68 kg Lengte 163 cm Breedte Hoogte 81 cm 112 cm Gebruiksaanwijzing Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Voor gebruik g191981 Veiligheid vóór gebruik Figuur 10 Bovenste deel van de handgreep Algemene veiligheid 1. Regelknop van de zelfaandrijving 4. Bedieningsstang voor maaimes 2. Handgreep tractiehulp 5. Contactsleuteltje (uitsluitend model met elektrisch startsysteem) 3. Vergrendeling van bedieningsstang voor maaimes 6. Contactschakelaar (uitsluitend op model met elektrisch startsysteem) of tuimelschakelaar (uitsluitend op standaardmodel). • Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de • • • • bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken. Controleer of de beschermplaten en veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar behoren werken. Controleer de messen, bevestigingsbouten en het maaimechanisme altijd op slijtage of beschadiging. Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die het gebruik van de machine zouden kunnen hinderen of die de machine zou kunnen uitwerpen. Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in aanraking komen met een bewegend mes. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. – Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen op model met elektrisch startsysteem) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. – Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de maaihoogte instelt. Veilig omgaan met brandstof • Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer explosief. g017219 Figuur 11 1. Grasvanger 3. Zijuitwerpkanaal 2. Afsluiter van achteruitwerpkanaal (gemonteerd) 4. Acculader (uitsluitend modellen met elektrisch startsysteem) Brand of explosie van brandstof kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. – Om te voorkomen dat een statische lading de brandstof tot ontbranding kan brengen, moet u het brandstofreservoir en/of de machine op de grond plaatsen voordat u de tank vult, niet op een voertuig of een ander object. 9 – Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer de motor koud is. Neem eventueel gemorste benzine op. – Rook niet als u omgaat met brandstof, en houd brandstof uit de buurt van open vuur of vonken. – Als de motor draait of heet is, mag de brandstoftankdop niet worden verwijderd en mag de tank niet met brandstof worden bijgevuld. – Probeer de motor niet te starten als u brandstof morst. Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de buurt zijn totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. g197784 Figuur 12 1. Vul de brandstoftank niet hoger dan de onderkant van de buis van de brandstoftank. – Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat of blik en buiten bereik van kinderen. • Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname. Belangrijk: Deze maaier is voorzien Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte. van een speciale brandstoftank dat een schuimelement gebruikt om het klotsen van de brandstof te voorkomen. Verwijder dit schuimelement nooit, want het verzekert dat de motor alle brandstof in de tank kan gebruiken (Figuur 13). – Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. – Houd uw handen en gezicht uit de buurt van de vulpijp en de opening van de brandstoftank. – Houd brandstof uit de buurt van uw ogen en huid. Brandstoftank vullen • Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend schone, verse, loodvrije benzine met een octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode (R+M)/2). • Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste 10% ethanol of 15% MTBE is geschikt. • Geen ethanolmengsels van benzine gebruiken (zoals E15 of E85) met meer dan 10% ethanol per volume. Dit kan leiden tot verminderde prestaties en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt door de garantie. g197639 Figuur 13 1. Schuimelement • Geen benzine gebruiken die methanol bevat. 2. • Tijdens de winter geen brandstof bewaren in de brandstoftank of in brandstofblikken, tenzij een stabilizer aan de brandstof werd toegevoegd. • Meng nooit olie door benzine. Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale benzine van een bekend merk. Belangrijk: Om startproblemen te verminderen, moet u het hele seizoen een stabilizer toevoegen aan de benzine. Meng de stabilizer met benzine die niet ouder is dan 30 dagen. 1. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder de dop van de tank (Figuur 12). 10 Draai de brandstofdop stevig vast met de hand. Hoogte van handgreep instellen Het motoroliepeil controleren 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 14). U kunt de handgreep hoger of lager zetten in een stand die u comfortabeler vindt. 1. Trek de handgreepgrendel naar achteren om de vergrendelpennen vrij te stellen (Figuur 15). g191982 Figuur 15 g193261 1. Handgreepgrendel Figuur 14 1. Vol 3. Inkepingen 2. Vergrendelpennen (2) 3. Laag 2. Hoog 3. Veeg de peilstok met een schone doek schoon. 4. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok. 5. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 14). • Als het oliepeil op de peilstok te laag is Draai de handgreep en lijn de gewenste inkeping van de handgreepbeugel uit met de vergrendelpennen; zie Figuur 15. 3. Laat de handgreephendel los om de handgreep op zijn plaats te borgen. De maaihoogte instellen (Figuur 14), giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal stappen 3 tot en met 5 totdat de peilstok het juiste peil aangeeft. Raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 21) voor het olietype. VOORZICHTIG Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. • Als het oliepeil op de peilstok te hoog is Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper. (Figuur 14), tapt u de overtollige olie af totdat de peilstok het juiste peil aangeeft, zie Motorolie verversen (bladz. 21). Zet de maaihoogte op de gewenste stand; zie Figuur 16 en Figuur 17. Belangrijk: Als het oliepeil in het motor te hoog of te laag is en u laat de motor toch draaien, kunt u deze beschadigen. 6. 2. Opmerking: Om de machine hoger te zetten, moet u de voorste en achterste maaihoogtehendel naar voren bewegen; om de machine lager te zetten, moet u de maaihoogtehendels naar achteren bewegen. Stel alle wielen in op dezelfde hoogte, tenzij bijzondere omstandigheden anders vereisen, zie Tips voor bediening en gebruik (bladz. 17). Plaats de peilstok goed in de vulbuis. 11 Tijdens gebruik Veiligheid tijdens gebruik Algemene veiligheid • Draag geschikte kleding en uitrusting, • • g017634 Figuur 16 Voorste maaihoogtehendel 1. 2. 3. 4. A: 10,8 cm B: 9,5 cm C: 8,3 cm D: 7,0 cm 5. E: 5,7 cm 6. F: 4,4 cm 7. G: 3,2 cm • • • • • • • g017635 Figuur 17 Achterste maaihoogtehendel 1. 2. 3. 4. A: 10,8 cm B: 9,5 cm C: 8,3 cm D: 7,0 cm • 5. E: 5,7 cm 6. F: 4,4 cm 7. G: 3,2 cm • 12 zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los, steek losse kledingstukken goed vast en draag geen bungelende juwelen. Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent. Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje (alleen modellen met elektrisch startsysteem) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet het geval is, mag u de machine niet meer gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. Houd omstanders, in het bijzonder kleine kinderen, uit de buurt van het werkgebied. Stop de machine als iemand het werkgebied betreedt. Kijk altijd naar beneden en achterom voordat u achteruitrijdt. Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen. Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden. Wees uiterst voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken, struiken, bomen en andere objecten die uw zicht kunnen belemmeren. Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen objecten. Op oneffen terrein kan de machine omslaan of u kunt uw evenwicht verliezen of wegglijden. Stop de machine, zet de motor uit en controleer de maaimessen als u een voorwerp heeft geraakt of de machine abnormaal begint te trillen. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. Voordat u de bedieningspositie verlaat, moet u de motor afzetten, het contactsleuteltje verwijderen (alleen modellen met elektrisch startsysteem) en wachten tot alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. • Als de motor heeft gelopen, kan de geluiddemper heet zijn en ernstige brandwonden veroorzaken. Blijf uit de buurt van een hete geluiddemper. • Controleer de onderdelen van de grasvanger en het uitwerpkanaal regelmatig op slijtage en beschadiging en vervang ze indien nodig door onderdelen die de fabrikant heeft aanbevolen. • Gebruik alleen accessoires en werktuigen die door The Toro® Company zijn goedgekeurd. De machine veilig gebruiken op hellingen • Maai met de helling mee, nooit helling op en af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting verandert op een helling. g017516 Figuur 18 • Maai niet op al te steile hellingen. Het niet goed neerzetten van de voeten kan ongevallen veroorzaken waarbij de gebruiker wegglijdt en ten val komt. • Startkoord: • Maai voorzichtig in de buurt van steile hellingen, greppels of dijken. Motor starten 1. Draai het contactsleuteltje naar de stand LOPEN (Figuur 18). 2. Trek het startkoord langzaam naar achteren totdat u weerstand voelt; daarna krachtig uittrekken. Laat het koord langzaam terugkeren. De zelfaandrijving gebruiken Standaardmodel Trek het startkoord langzaam uit totdat u weerstand voelt; daarna krachtig uittrekken. Laat het koord langzaam terugkeren. Opmerking: Als de motor na enkele pogingen niet wil starten, moet u contact opnemen met een erkende Service Dealer. Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u gewoon vooruit. Neem het bovenste deel van de handgreep vast en houd uw ellebogen naast uw lichaam; de maaimachine richt zich automatisch naar uw loopsnelheid (Figuur 19). Model met elektrische starter Opmerking: U kunt de machine laten rijden met de maaimessen ingeschakeld of uitgeschakeld. Start de motor van een model met elektrische starter door het contactsleuteltje of het startkoord te gebruiken. • Contactsleuteltje: Draai het contactsleuteltje naar de stand Start (Figuur 18); laat de sleutel los zodra de motor start. Belangrijk: Probeer niet om de motor te starten als de mesbedieningsstang voor het maaimes ingeschakeld is; dit kan de zekering laten springen. g193359 Figuur 19 Opmerking: Houd het contactsleuteltje niet Opmerking: Gebruik de handgreep voor tractiehulp in situaties waar u meer controle nodig hebt dan alleen de zelfaandrijving u kan geven. langer dan 5 seconden in de startstand. Anders kan de startmotor doorbranden. 13 De maaimessen inschakelen De motor afzetten Standaardmodel Als u de motor start, mogen de messen niet draaien. U moet de maaimessen in werking stellen om te maaien. Druk de tuimelschakelaar (Figuur 20) in de stand STOP tot de motor stopt. 1. Trek de vergrendeling van de mesbedieningsstang achteruit naar de mesbedieningsstang (Figuur 22). g017636 Figuur 20 g016484 1. Tuimelschakelaar Figuur 22 1. Vergrendeling van bedieningsstang voor maaimes Model met elektrische starter 1. 2. Bedieningsstang voor maaimes Draai het contactsleuteltje op UIT (Figuur 21). 2. Trek langzaam de mesbedieningsstang achteruit naar de handgreep (Figuur 22). 3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de handgreep (Figuur 23). g193334 Figuur 23 g017517 Figuur 21 2. Als de motor gestopt is, verwijdert u het contactsleuteltje. Neem het mee als u de machine achterlaat. 14 De maaimessen uitschakelen om de machine te gebruiken. Neem contact op met een erkende Service Dealer om uw maaimachine te laten inspecteren en repareren. 6. Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 24). Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. De grasvanger niet gebruiken 1. Plaats de maaimachine op een verhard oppervlak en uit de wind. 2. Stel alle 4 wielen in op de maaistand van 89 mm. 3. Neem een stuk krant en maak hiervan een prop die onder het maaidek past (met een doorsnede van ongeveer 75 mm). 4. Plaats de prop krantenpapier 13 cm vóór de maaimachine. 5. Start de motor. 6. Schakel de messen in. 7. Laat de mesbedieningsstang los en wacht 3 seconden. 8. Duw na 3 tellen de machine in een snelle beweging vooruit over de prop. 9. Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. g193345 Figuur 24 Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de messen binnen 3 seconden tot stilstand komen. Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. De werking van het stopsysteem van het maaimes controleren 10. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Opmerking: Als de prop niet onder de maaier is gegaan, herhaalt u stappen 4 tot en met 10. Controleer of de messen stoppen binnen de 3 seconden nadat u de mesbedieningsstang hebt losgelaten. 11. De grasvanger gebruiken U kunt de grasvanger gebruiken om het stopsysteem van het maaimes te controleren. 1. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine. 3. Start de motor. 4. Schakel de messen in. Als de machine wordt geleverd, is deze gereed om maaisel en bladafval naar het gazon te recyclen. De machine voorbereiden om te recyclen: • Als de maaier voorzien is van het zijuitworpkanaal, verwijder dit dan en sluit de klep van de zijuitworp; zie Het zijuitwerpkanaal verwijderen (bladz. 17). Opmerking: De grasvanger moet gaan opzwellen. Dit betekent dat de messen ingeschakeld zijn en draaien. 5. Als de prop uit elkaar gevallen of versnipperd is, duidt dit erop dat de messen niet op de juiste manier zijn gestopt. Dit betekent dat u de machine niet veilig kunt gebruiken. Neem contact op met een erkende servicedealer. Maaisel recyclen Verwijder de afsluiter van het achteruitwerpkanaal. 2. Ga naar de voorzijde van de maaimachine en controleer de prop krantenpapier. • Verwijder de grasvanger als deze aan de machine is bevestigd; zie De grasvanger verwijderen (bladz. 16). Hou de grasvanger in het oog en laat de mesbedieningsstang los. • Als de afsluiter van de achteruitworp niet aan de machine is bevestigd, neem deze dan vast bij de handgreep, til de klep aan de achterzijde op, en steek de afsluiter in het achteruitwerpkanaal tot de vergrendeling op zijn plaats valt; zie Figuur 25. Opmerking: Als de grasvanger niet binnen de 3 seconden leegloopt, is het stopsysteem van het maaimes mogelijk beschadigd. Als u hier niets aan doet, kan het onveilig worden 15 g017408 g016490 Figuur 26 Figuur 25 1. Achterklep 1. Achterklep 3. Afsluiter van achteruitwerpkanaal gemonteerd 3. Vergrendeling 2. Afsluiter van achteruitworp 2. Afsluiter van achteruitworp 2. Verwijder de afsluiter van het achteruitwerpkanaal door de vergrendeling met uw duim naar beneden te drukken en de afsluiter uit de machine te trekken (Figuur 26). 3. Breng de grasvangerstang aan in de inkepingen onderaan de handgreep en schud de grasvanger heen en weer om zeker te zijn dat de stang helemaal in de beide inkepingen zit; zie Figuur 27. WAARSCHUWING Als u de machine maaisel laat recyclen zonder de afsluiter, kunnen er voorwerpen uitgeworpen worden in uw richting of die van omstanders. Daarnaast kunt u ook in contact komen met de messen. Uitgeworpen objecten of contact met de messen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Controleer of de afsluiter van de achterafvoer is gemonteerd alvorens het maaisel te recyclen. Schakel nooit de messen in wanneer noch de afsluiter van de achterafvoer noch de grasvanger op de machine gemonteerd is. Het maaisel opvangen Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen. g016513 Figuur 27 Als het zijuitwerpkanaal op de maaier is bevestigd, moet u dit verwijderen voordat u het maaisel gaat opvangen; zie Het zijuitwerpkanaal verwijderen (bladz. 17). 1. Grasvangerstang 4. Montage van de grasvanger 1. 2. Inkeping (2) Laat de achterklep zakken tot deze op de grasvanger ligt. De grasvanger verwijderen Zet de achterklep omhoog en houd hem in deze stand (Figuur 26). Om de zak te verwijderen, voert u de stappen in Montage van de grasvanger (bladz. 16) in omgekeerde volgorde uit. 16 Het maaisel zijwaarts afvoeren • Gebruik de zijafvoer als u zeer hoog gras maait. Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen en de afsluiter van de achteruitworp plaatsen (zie De grasvanger verwijderen (bladz. 16)) vóór u het maaisel zijwaarts afvoert. • de contactsleutel verwijderen (indien de machine hiermee is uitgerust) de bougiekabel losmaken en de maaimachine op beschadiging controleren. De beste resultaten krijgt u door nieuwe messen te monteren voordat het maaiseizoen begint. Vervang indien nodig de maaimessen door Toro-messen. Gras maaien Belangrijk: Controleer of de afsluiter van de • U moet telkens niet meer dan ongeveer één derde achterafvoer is gemonteerd alvorens het maaisel te recyclen (Figuur 25). Zijuitwerpkanaal monteren • Ontgrendel de afsluiter en breng deze omhoog; plaats het zijuitwerpkanaal (Figuur 28). • • • g235646 • Figuur 28 Het zijuitwerpkanaal verwijderen Om het zijuitwerpkanaal te verwijderen, brengt u de afsluiter omhoog, verwijdert u het zijuitwerpkanaal en brengt u de afsluiter weer omlaag tot deze veilig sluit. Tips voor bediening en gebruik van de grassprieten afmaaien. Maai niet met een stand lager dan 51 mm, tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet u maaien op de maximale maaihoogte en met een langzamere loopsnelheid. Vervolgens gaat u maaien op een lagere maaihoogte om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven. Als het gras te hoog is, kan de machine verstopt raken en de motor afslaan. Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de maaimachine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden. Wees bedacht op het risico van brand in zeer droge omstandigheden; neem alle plaatselijke brandwaarschuwingen in acht en houd de machine vrij van droog gras en bladafval. Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen: – Vervang de maaimessen of laat ze slijpen. – Loop langzamer tijdens het maaien. – Stel de maaimachine in op een hogere maaihoogte. – Maai het gras vaker. – Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien. Bladeren fijnmaken • Na het maaien moet altijd 50% van het gazon Algemene maaitips • Controleer het werkgebied en verwijder alle • voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen. • Zorg ervoor dat de messen geen vaste voorwerpen raken. Maai nooit met opzet over voorwerpen. • • Als de maaimachine toch een voorwerp raakt en begint te trillen, moet u meteen de motor afzetten, 17 zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen. Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere maaihoogte werken en vervolgens nogmaals maaien op de gewenste hoogte. Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien. Na gebruik De onderkant van de machine reinigen Veiligheid na het werk Onderhoudsinterval: Na elk gebruik Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u de onderkant van de machine te reinigen zodra u klaar bent met maaien. Algemene veiligheid • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in 1. Zet de machine in zijn laagste maaistand. 2. Plaats de machine op een verhard horizontaal oppervlak. 3. Terwijl de motor en het maaimes ingeschakeld zijn, spuit u een straal water voor het rechter achterwiel (Figuur 29). een afgesloten ruimte opslaat. • Bewaar de machine of brandstofhouder nooit bij een open vlam, vonk of waakvlam bij bijv. een geiser of andere apparaten. Opmerking: Het opspattende water komt De machine veilig vervoeren dan in de baan van het maaimes en spoelt het maaisel weg. • Verwijder de contactsleutel (indien de machine hiermee is uitgerust) voordat u de machine voor transport inlaadt. • Wees voorzichtig bij het in- of uitladen van de machine. • Zet de machine vast zodat ze niet kan gaan rollen. g002600 Figuur 29 18 4. Als er geen maaisel meer onder vandaan komt, draait u de kraan dicht en brengt u de machine naar een droge plaats. 5. Laat de motor een paar minuten lopen om de onderzijde van de machine te drogen. Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 bedrijfsuren • Ververs de motorolie. Bij elk gebruik of dagelijks • Werking van de mesremkoppeling controleren. • Controleer het luchtfilter en reinig of vervang het indien nodig. • Controleer de maaimessen. Na elk gebruik • Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine. Om de 25 bedrijfsuren • Laad de accu gedurende 24 uur op (uitsluitend model met elektrisch startsysteem). Om de 50 bedrijfsuren • Reiniging van het luchtfilter; reiniging is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. • Ververs de motorolie. • Onderhoud het mesaandrijfsysteem. Om de 200 bedrijfsuren • Vervanging van het luchtfilter; vervanging is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. Jaarlijks • Onderhoud van het luchtfilter; onderhoud is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. • Ververs de motorolie. • Onderhoud van de maaimessen. Jaarlijks of vóór stalling • Laad de accu op (uitsluitend model met elektrisch startsysteem). • Laat de benzine uit de brandstoftank lopen voordat u vereiste reparaties uitvoert of voor de jaarlijkse stalling. Belangrijk: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures. Vervangingsonderdelen zijn verkrijgbaar bij een erkende servicedealer of via www.torodealer.com (alleen voor klanten in de VS). Motoronderdelen zijn alleen verkrijgbaar via een erkende servicedealer. De machine veilig onderhouden machine blijven gelden, moet u ter vervanging altijd originele onderdelen en accessoires van Toro aanschaffen. Gebruik ter vervanging nooit onderdelen en accessoires van andere fabrikanten, omdat dit gevaarlijk kan zijn en de productgarantie hierdoor kan vervallen. • Trek de bougiekabel los van de bougie • • • • • en verwijder het contactsleuteltje (alleen modellen met elektrisch startsysteem) voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Draag handschoenen en oogbescherming wanneer u servicewerkzaamheden verricht. Het maaimes is scherp, contact met het maaimes kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Gebruik handschoenen als u het mes monteert. Repareer of wijzig het mes/de messen niet. Knoei nooit met de veiligheidsvoorzieningen. Controleer regelmatig of deze goed werken. Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Benzine is ontvlambaar en explosief en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. Om de beste prestaties te verkrijgen en ervoor te zorgen dat de veiligheidscertificaten van de 19 Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden Om de 50 bedrijfsuren—Reiniging van het luchtfilter; reiniging is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. Jaarlijks—Onderhoud van het luchtfilter; onderhoud is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. 1. Zet de motor af, verwijder de contactsleutel (indien de machine hiermee is uitgerust) en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. 2. Maak de bougiekabel los van de bougie (Figuur 30). Om de 200 bedrijfsuren—Vervanging van het luchtfilter; vervanging is vaker nodig bij gebruik onder stoffige omstandigheden. 1. Zet de bevestiging los en verwijder het deksel van het luchtfilter (Figuur 31). g191983 Figuur 30 1. Bougiekabel 3. Nadat u de onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd, moet u de kabel weer aansluiten op de bougie. g017216 Figuur 31 Belangrijk: Voordat u de machine kantelt om olie te verversen of de messen te vervangen, moet u de machine gebruiken totdat de benzinetank leeg is. Als u de machine moet kantelen voordat de benzinetank leeg is, dient u de benzine met een handpomp uit de tank te pompen. Kantel de maaimachine altijd op de zijkant, met de peilstok omlaag. 1. Deksel 2. Bevestiging 2. 3. Filter 4. Basis Verwijder en controleer het filter. • Als het filter is beschadigd of nat is van olie of brandstof, moet u het vervangen. • Als het filter vuil is, tik het dan enkele keren WAARSCHUWING tegen een hard oppervlak of blaas het vuil van de binnenkant van het filter naar buiten met perslucht met een maximale druk van 2,07 bar. Als u de machine kantelt, kan er benzine uit de tank lekken. Brandstof is ontvlambaar en explosief en kan lichamelijk letsel veroorzaken. Opmerking: Vuil niet langs de buitenkant van het filter borstelen of blazen; dit drijft het vuil in de vezels. Laat de motor drooglopen of pomp de brandstof met een handpomp uit de tank. Gebruik nooit een hevel. 3. Onderhoud van het luchtfilter Maak de behuizing en het deksel van het luchtfilter schoon met een vochtige doek. Zorg dat er geen vuil in de buurt van de luchtopening komt. 4. Plaats het filter op de basis. 5. Plaats het deksel en zet de bevestiging stevig vast. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het luchtfilter en reinig of vervang het indien nodig. 20 Motorolie verversen Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren Om de 50 bedrijfsuren Jaarlijks Opmerking: Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele minuten laten lopen zodat de olie warm wordt. Warme olie stroomt beter en voert verontreinigingen beter mee. g017281 Motorolietype Figuur 33 Motoroliecapaciteit 0,53 l Olieviscositeit SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie 5. Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de maaimachine terug in de werkstand. API-onderhoudsclassificatie SJ of hoger 6. Giet langzaam ongeveer ¾ van de inhoud van het oliecarter in de vulbuis. 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak. 7. 2. Zie Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden (bladz. 20). Wacht 3 minuten tot de olie in de motor gezakt is. 8. Veeg de peilstok met een schone doek schoon. 9. Steek de peilstok volledig in de vulbuis en verwijder de peilstok. 3. Verwijder de peilstok door de dop linksom te draaien en eruit te trekken (Figuur 32). 10. Lees het oliepeil af van de peilstok (Figuur 32). • Als het peil op de peilstok te laag staat, giet dan voorzichtig een kleine hoeveelheid olie in de vulbuis, wacht 3 minuten en herhaal stappen 8 tot en met 10 totdat de peilstok het juiste peil aangeeft. • Als het oliepeil op de peilstok te hoog is, tapt u de overtollige olie af tot de peilstok het juiste oliepeil aangeeft. g193261 Figuur 32 1. Vol 3. Laag 2. Hoog 4. Kantel de machine op de zijkant (met het luchtfilter naar boven) om de oude olie uit de vulbuis te laten lopen (Figuur 33). 21 11. Plaats de peilstok goed in de vulbuis. 12. Recycleer de gebruikte olie op de juiste wijze. De accu opladen De zekering vervangen Uitsluitend model met elektrisch startsysteem Uitsluitend model met elektrisch startsysteem Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren Als de accu niet oplaadt of de motor niet gaat lopen met behulp van de elektrische starter, is de zekering waarschijnlijk doorgebrand. Vervang door een nieuwe 40 A insteekzekering. Jaarlijks of vóór stalling Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, doe dit vervolgens elke maand (steeds na 25 keer starten) of wanneer dit nodig is. Gebruik de acculader altijd op een beschutte plaats en laad de accu op bij kamertemperatuur (ongeveer 22 °C) indien dit mogelijk is. Belangrijk: U kunt de machine pas starten met het elektrische startsysteem of de accu opladen als een zekering is gemonteerd die werkt. 1. Opmerking: De machine is niet uitgerust met een Open de afgedichte zekeringhouder en vervang de zekering (Figuur 35). laadsysteem met wisselstroomdynamo. 1. Sluit de acculader aan op de kabelboom van de machine die zich onder het contactsleuteltje bevindt (Figuur 34). g020856 Figuur 35 1. Zekeringhouder g017518 Figuur 34 2. 2. Sluit de acculader aan op een stopcontact. Sluit het deksel van de zekeringhouder en zorg ervoor dat het goed afgedicht is. De accu vervangen Opmerking: Als de accu niet meer kan worden opgeladen, moet u deze afvoeren of verwerken volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Uitsluitend model met elektrisch startsysteem De oude accu verwijderen Opmerking: De lader is mogelijk voorzien van een LED-display met twee kleuren waarmee de volgende laadstatus kan worden weergeven: 1. Neem contact op met een erkende Toro onderdelendistributeur om een vervangaccu te bestellen. 2. Verwijder het riemdeksel; zie stap 1 van Onderhoud van het mesaandrijfsysteem (bladz. 24). 3. Verwijder de afsluiter van het achteruitwerpkanaal. 4. Zet de handgreep rechtop. 5. Verwijder de 4 kleine bouten waarmee de achterklep en de handgreephendel bevestigd zijn. 6. Vouw de handgreep helemaal naar voren. • Een rood lampje geeft aan dat de lader de accu laadt. • Een groen lampje geeft aan dat de accu volledig is opgeladen of is losgekoppeld van de accu. • Een knipperend licht dat wisselt tussen rood en groen geeft aan dat de accu bijna volledig is opgeladen. Het duurt hierna nog maar enkele minuten tot de accu volledig is opgeladen. 22 7. Zelfaandrijving afstellen Verwijder de achterklep en de handgreephendel (Figuur 36). Wanneer u een nieuwe kabel voor de zelfaandrijving monteert of de zelfaandrijving ontregeld is, moet u de zelfaandrijving afstellen. 1. Draai de stelknop linksom om het afstelmechanisme van de kabel los te zetten (Figuur 37). g017523 Figuur 36 1. Achterklep en handgreephendel 8. Verwijder het deksel van de accu. 9. Maak de kabels los van de accu. 10. g027231 Figuur 37 Verwijder en recycle de accu. Opmerking: Verwerk de accu volgens de plaatselijke voorschriften. De nieuwe accu monteren 1. Maak het accucompartiment van de maaierbehuizing schoon. 2. Zet de nieuwe accu op zijn plaats op de maaierbehuizing. 3. Sluit de kabels aan op de nieuwe accu; sluit de rode (positieve) kabel op de pluspool (+) aan. 4. Sluit de zwarte (negatieve) kabel op de minpool (-) aan. 5. Zet de handgreep rechtop. 8. Bevestig het scherm met de 4 kleine bouten die u hebt verwijderd in stap 5 van De oude accu verwijderen (bladz. 22). 9. Monteer de afsluiter van het achteruitwerpkanaal. 10. 5. Draai de knop linksom om het afstelmechanisme los te zetten. Stel de kabelspanning af (Figuur 37) door de kabel naar achteren of naar voren te bewegen en hem in deze positie te houden. Opmerking: Duw de kabel naar de motor om de tractie te verhogen; trek de kabel weg van de motor om de tractie te verkleinen. 3. Draai de stelknop rechtsom om de afstelling van de kabel te borgen. Opmerking: Draai de knop met de hand stevig vast. over de kabelboom past. 7. 2. Stelknop 2. Opmerking: Zorg ervoor dat het deksel goed Monteer de achterklep en de handgreephendel op de machine. 4. Draai de knop rechtsom om de afstelling te borgen. 3. Kabel van zelfaandrijving Breng het deksel van de accu aan. 6. 1. Handgreep (linkerzijde) Zet de handgreep terug in de bedrijfsstand. 23 Onderhoud van het mesaandrijfsysteem 4. Plaats het scherm van het mesaandrijfsysteem terug. Onderhoud van de maaimessen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren 1. Verwijder het deksel van het mesaandrijfsysteem (Figuur 38). Onderhoudsinterval: Jaarlijks Belangrijk: U hebt een momentsleutel nodig om de messen op correcte wijze te monteren. Als u geen momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer. Controleer de maaimessen wanneer de brandstoftank leeg is. Als de maaimessen beschadigd zijn of scheuren vertonen, vervang ze dan direct. Als de snijranden van de messen bot zijn of kleine beschadigingen hebben, laat ze dan slijpen en balanceren, of vervang ze. g016491 GEVAAR Figuur 38 1. Bouten 2. 3. Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. 2. Deksel Borstel of blaas het vuil uit de binnenzijde van het scherm en van alle onderdelen. Hou een voelmaat van 0,25 mm, een stukje papier of een fichekaart tegen de wand en schuif het naar beneden achter de riemspanveer. • Controleer op gezette tijden de maaimessen op slijtage of beschadigingen. Opmerking: Als er zichtbare speling is tussen • Vervang een versleten of beschadigd mes. de voelmaat en de veer, moet u de stelbout en -moer aandraaien tot het papier maar net vrij in en uit de tussenruimte kan schuiven (Figuur 39). Opmerking: Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe maaimessen. Scherpe messen snijden het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. g017221 Figuur 39 1. Riemspanveer 4. Stelmoer 2. Stelbout 5. Mesaandrijfriem 3. Tussenruimte 6. Wand Belangrijk: Draai de stelbout niet te vast aan. Dit kan de mesaandrijfriem beschadigen. 24 Onderhoud van de maaimessen: voorbereiding 1. GEVAAR Als een mes gaat slijten, kan er een groef ontstaan tussen de vleugel en het platte deel van het mes. Uiteindelijk kan dan een stuk van het mes afbreken en van onder de maaikast worden weggeslingerd waardoor de bestuurder of een omstander ernstig letsel kan oplopen. Borg de handgreep in de verticale stand (Figuur 40); zie Hoogte van handgreep instellen (bladz. 11). • Controleer op gezette tijden het maaimes op slijtage of beschadigingen. • Probeer nooit een krom mes recht te buigen of een gebroken of gescheurd mes te lassen. • Vervang een versleten of beschadigd mes. 3. g025927 Figuur 40 1. Handgreep vergrendeld in de verticale stand 2. Kantel de machine op de zijkant, met de peilstok naar beneden, tot het bovenste deel van de handgreep op de grond ligt. De maaimessen controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks 1. Controleer de snijranden (Figuur 41). Als de randen niet scherp zijn of bramen vertonen, moet u de maaimessen verwijderen en slijpen of vervangen. g017223 Figuur 41 1. Snijrand 3. Slijtage/groefvorming 2. Gebogen deel 4. Scheur 2. Controleer de messen zelf, met name het gebogen deel (Figuur 41). Als u beschadiging, slijtage of groefvorming in dit deel constateert, moet u het mes direct vervangen door een nieuw exemplaar. 25 Controleer op kromme messen; zie Controle op kromme messen (bladz. 26). Maaimessen verwijderen Controle op kromme messen 1. Vervang de messen als de machine een vast object raakt of als een mes gebogen of uit balans is. Vervang de messen alleen door originele messen van Toro. Draai de maaimessen tot de stand in Figuur 42. 1. Gebruik een houten blok om de messen te ondersteunen en draai de mesbout linksom zoals getoond in Figuur 43. g016532 Figuur 42 1. Voorkant van maaidek 3. Meet vanaf de snijrand tot op een gelijk, horizontaal oppervlak g232790 Figuur 43 2. Meten bij A en B 2. 2. Meet van een horizontaal oppervlak tot de snijranden op de plaatsen A en B (Figuur 42), en noteer de metingen. 3. Draai de messen tot de tegenovergestelde uiteinden zich op de plaatsen A en B bevinden (Figuur 42). 4. Herhaal de metingen van stap 2 en noteer ze. Verwijder de messen zoals getoond in Figuur 44. Opmerking: Als het verschil tussen de metingen A en B die u verkregen hebt in stap 2 en 4 meer is dan 3 mm, is het mes verbogen en moet het vervangen worden. Zie Maaimessen verwijderen (bladz. 26) en Maaimessen monteren (bladz. 27). WAARSCHUWING g016530 Een krom of beschadigd mes kan breken en u of omstanders ernstig letsel toebrengen. Figuur 44 1. As (2) 3. Mes (2) • Vervang altijd een krom of beschadigd mes door een nieuw mes. 2. Mesaandrijving (2) 4. Mesbout (2) • Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de snijranden of het oppervlak van het mes. 3. 26 Inspecteer de pennen van de mesaandrijvingen op slijtage en beschadiging. Maaimessen monteren 1. Monteer het eerste mes horizontaal en breng al het bevestigingsmateriaal aan zoals in Figuur 44. Opmerking: Draai de bout vast met de hand. Belangrijk: De gebogen uiteinden van de messen moeten naar de machine wijzen. Zorg ervoor dat de uitstekende delen van de mesaandrijvingen in de inkepingen in de kop van de overeenkomende as zitten, en de pennetjes aan de andere kant van de mesaandrijvingen in de gaten van het overeenkomende mes. 2. g016536 Figuur 46 1. Mes (2) Ondersteun de messen met een plank en draai de mesbout rechtsom met een momentsleutel zoals in Figuur 45; draai de mesbout aan met 82 N·m. 4. Draai het tweede mes vast; zie 2. 5. Draai de messen handmatig 360° rond om zeker te zijn dat ze elkaar niet raken. Opmerking: Als de messen elkaar raken, zijn ze niet juist gemonteerd. Herhaal stappen 1 tot 3 totdat de messen elkaar niet meer raken. Belangrijk: Een bout die is aangetrokken tot 82 N·m zit erg vast. Zet je gewicht op de momentsleutel en draai de bout stevig vast. Het is niet waarschijnlijk dat de bout te hard wordt aangedraaid. WAARSCHUWING Een onjuiste montage van de maaimessen kan de machine beschadigen of u of omstanders verwonden. Wees voorzichtig als u de maaimessen plaatst. g232801 Figuur 45 3. Draai het gemonteerde mes een kwartslag tot het verticaal staat en monteer het andere mes op dezelfde manier als het eerste (zie stap 1). Opmerking: De messen moeten loodrecht op elkaar staan in een omgekeerde T, zoals op Figuur 46. 27 Stalling Als u de tank voor de laatste keer van het jaar vult, moet u een stabilizer toevoegen aan de benzine volgens de voorschriften van de fabrikant. Maak de brandstoftank leeg nadat u de machine voor de laatste keer hebt gebruikt voordat deze de stalling ingaat. Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats. Algemene informatie 1. Laat de motor lopen totdat hij afslaat door gebrek aan brandstof. 2. Start de motor opnieuw en laat hem lopen totdat hij afslaat. Als de motor niet meer wil starten, is de brandstof voldoende verbruikt. 1. Voer de aanbevolen jaarlijkse onderhoudsprocedures uit; zie Onderhoud (bladz. 19). 2. Ruimte onder de maaibehuizing reinigen; zie De onderkant van de machine reinigen (bladz. 18). 3. Verwijder haksel, vuil en roet van de buitenste motoronderdelen, de uitlaatring en de bovenkant van de machine. 4. Controleer de conditie van de maaimessen; raadpleeg De maaimessen controleren (bladz. 25). 1. Terwijl de motor nog warm is, ververst u de motorolie; raadpleeg Motorolie verversen (bladz. 21). 5. Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie Onderhoud van het luchtfilter (bladz. 20). 2. 6. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. Trek de kabel los van de bougie en verwijder het contactsleuteltje (alleen modellen met elektrisch startsysteem). 3. Verwijder de bougie. 7. Werk alle geroeste of afgebladderde verfoppervlakken bij met lak die verkrijgbaar is bij een erkende servicedealer. 4. Giet met een oliekan ongeveer 30 ml motorolie in de motor via de bougieopening. 8. Alleen modellen met elektrisch startsysteem: Laad de accu voor het eerste gebruik gedurende 24 uur op, haal vervolgens de acculader uit het stopcontact en stal de machine in een onverwarmde ruimte. Als u de machine stalt in een verwarmde ruimte, moet u de accu om de 90 dagen opladen. Verwijder het sleuteltje. 5. Trek langzaam enkele keren aan het startkoord om de olie over de cilinder te verdelen. 6. Monteer de bougie, maar sluit de bougiekabel niet aan op de bougie. Bevestig de kabel zodat deze de bougie niet raakt. 9. De motor gebruiksklaar maken Klap de handgreep in om de machine te stallen; zie Hoogte van handgreep instellen (bladz. 11). Het brandstofsysteem gebruiksklaar maken WAARSCHUWING Brandstof kan bij langdurige opslag verdampen en de dampen kunnen ontploffen als zij in contact komen met een open vuur. • Bewaar brandstof niet voor langere tijd. • Stal de maaimachine niet met brandstof in de brandstoftank of de carburateur in een afgesloten ruimte waar open vuur is. (Bijvoorbeeld een verwarmingsketel of de waakvlam van een heetwatertoestel.) • Laat de motor afkoelen voordat u de maaimachine in een afgesloten ruimte stalt. 28 De maaimachine uit de stalling halen 1. Vouw de handgreep uit; zie Hoogte van handgreep instellen (bladz. 11). 2. Controleer alle bevestigingen en draai deze vast. 3. Verwijder de bougie en draai de motor snel rond met behulp van het startkoord om overtollige olie uit de cilinder te verwijderen. 4. Controleer de bougie en vervang deze indien hij vuil, versleten of gebarsten is; zie de gebruikershandleiding van de motor. 5. Plaats de bougie en draai die vast met de aanbevolen 20 N·m. 6. Voer de vereiste onderhoudsprocedures uit; zie Onderhoud (bladz. 19). 7. Controleer het oliepeil in de motor; zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 11). 8. Vul de brandstoftank met verse brandstof; zie Brandstoftank vullen (bladz. 10). 9. Uitsluitend model met elektrisch startsysteem: Laad de accu op; zie 4 De accu opladen (bladz. 7). 10. Sluit de bougiekabel aan op de bougie. 29 Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land. DOOR UW PERSOONLIJKE GEGEVENS MET ONS TE DELEN STEMT U IN MET DE VERWERKING VAN UW PERSOONSGEGEVENS ZOALS BESCHREVEN IN DEZE PRIVACYVERKLARING. Hoe Toro informatie gebruikt Toro kan uw persoonsgegevens gebruiken om uw aanspraak op garantie te behandelen, contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie, of voor een ander doeleinde waarvan we u op de hoogte brengen. Toro kan uw informatie delen met zijn afdelingen, dealers of andere zakenpartners in verband met deze activiteiten. We verkopen uw persoonsgegevens niet aan andere bedrijven. We behouden ons het recht voor om persoonsgegevens te delen teneinde te voldoen aan geldende wetten en verzoeken van de aangewezen autoriteiten, opdat wij onze systemen naar behoren kunnen gebruiken of met het oog op onze eigen bescherming of die van andere gebruikers. Behoud van uw persoonlijke informatie Wij bewaren uw persoonsgegevens zo lang als nodig is voor de doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk werden verzameld of voor andere legitieme doeleinden (zoals naleving van voorschriften), of zo lang als vereist is door de van toepassing zijnde wet. Toro's engagement voor de bescherming van uw persoonlijke informatie Wij nemen redelijke voorzorgen om uw persoonlijke informatie te beschermen. We proberen bovendien de nauwkeurigheid en geldigheid van persoonlijke gegevens te waarborgen. Toegang tot en wijziging van uw persoonsgegevens Als u toegang wilt tot uw persoonsgegevens of deze wilt wijzigen, gelieve dan een e-mail te sturen naar [email protected]. Australische consumentenwet Australische klanten kunnen voor informatie over de Australische consumentenwet (Australian Consumer Law) terecht bij de lokale Toro verdeler of ze kunnen deze informatie in de doos vinden. 374-0282 Rev C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120

Toro TimeMaster 76cm Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding