4Deaccuopladen..............................................7
5Degrasvangermonteren.................................7
Algemeenoverzichtvandemachine.........................8
Speciî‚¿caties......................................................9
Gebruiksaanwijzing..................................................9
Voorgebruik..........................................................9
Veiligheidvóórgebruik........................................9
Brandstoftankvullen.........................................10
Hetmotoroliepeilcontroleren.............................11
Hoogtevanhandgreepinstellen........................11
Demaaihoogteinstellen....................................11
Tijdensgebruik....................................................12
Veiligheidtijdensgebruik..................................12
Motorstarten....................................................13
Dezelfaandrijvinggebruiken............................13
Demotorafzetten.............................................14
Demaaimesseninschakelen............................14
Demaaimessenuitschakelen...........................15
Dewerkingvanhetstopsysteemvanhet
maaimescontroleren....................................15
Maaiselrecyclen...............................................15
Hetmaaiselopvangen......................................16
Hetmaaiselzijwaartsafvoeren.........................17
Tipsvoorbedieningengebruik.........................17
Nagebruik...........................................................18
Veiligheidnahetwerk.......................................18
Deonderkantvandemachinereinigen.............18
Onderhoud..............................................................19
Aanbevolenonderhoudsschema.........................19
Demachineveiligonderhouden........................19
Voorbereidingenvooronderhoudswerk-
zaamheden...................................................20
Onderhoudvanhetluchtî‚¿lter............................20
Motorolieverversen..........................................21
Deaccuopladen...............................................22
Dezekeringvervangen.....................................22
Deaccuvervangen...........................................22
Zelfaandrijvingafstellen....................................23
Onderhoudvanhetmesaandrijfsysteem...........24
Onderhoudvandemaaimessen.......................24
Controleopkrommemessen............................26
Maaimessenverwijderen..................................26
Maaimessenmonteren.....................................27
Stalling....................................................................28
Algemeneinformatie.........................................28
Hetbrandstofsysteemgebruiksklaar
maken...........................................................28
Demotorgebruiksklaarmaken.........................28
Demaaimachineuitdestallinghalen................29
Veiligheid
Dezemachineisontworpeninovereenstemmingmet
deEN-normISO5395:2013
Algemeneveiligheid
Ditproductkanhandenofvoetenafsnijden
envoorwerpenuitwerpen.Volgaltijdalle
veiligheidsinstructiesopomernstigletselte
voorkomen.
Gebruikvanditproductvooranderedoeleindendan
dezekangevaarlijkzijnvooruofomstanders.
•Voordatudemotorstart,moetudeinstructiesen
waarschuwingenindezeGebruikershandleiding
enopdemachineendewerktuigenlezen,
begrijpenenuitvoeren.
•Houduwhandenenvoetenuitdebuurtvan
bewegendeonderdelenvanofonderdemachine.
Blijfaltijduitdebuurtvanafvoeropeningen.
•Gebruikdemachinenietalserschermenof
anderebeveiligingsmiddelenontbrekenofals
dezenietwerken.
•Houdomstandersenkinderenopeenveilige
afstandvandemachine.Laatkinderennooit
demachinebedienen.Laatenkelmensendie
verantwoordelijkengetraindzijnendiebovendien
vertrouwdzijnmetdeinstructiesenfysiekertoein
staatzijndemachinebedienen.
•Stopdemachine,zetdemotoruitenverwijder
decontactsleutel(indiendemachinehiermee
isuitgerust)voordatuservicewerkzaamheden
uitvoert,brandstofbijvultofverstoppingen
verwijdert.
Onjuistgebruikofonderhoudvandezemachine
kanletseltotgevolghebben.Omhetrisicoop
letselteverkleinen,dientuzichaandevolgende
veiligheidsinstructiestehoudenenaltijdophet
veiligheidssymboolteletten,datbetekentVoorzichtig,
WaarschuwingofGevaar–instructievoorpersoonlijke
veiligheid.Niet-nalevingvandezeinstructieskan
leidentotlichamelijkofdodelijkletsel.
Uvindtbijkomendeveiligheidsinformatiewaarnodig
indezehandleiding.
2