Candy TRIO 9503 X Handleiding

Categorie
Open haarden
Type
Handleiding
DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG LEZEN OM
OPTIMAAL GEBRUIK TE KUNNEN MAKEN VAN UW APPARAAT.
We raden u aan de installatie- en gebruiksaanwijzing te bewaren
voor eventuele latere raadpleging en hieronder voor de installatie
van het kookfornuis het serienummer te noteren van het apparaat
in geval van een eventueel verzoek tot interventie van de
klantendienst.
HET UITPAKKEN VAN HET APPARAAT
66 NL
In het gas apparaat vindt u het boekje en een zak met:
- Indien u het type gas dient te veranderen: nieuwe pitten voor aanpassingen aan het gas, Butaangas G30 28-30 mbar of Propaangas
G31-37 mbar,
- Een zacht rubberen slang, met een uiteinde geschikt voor aansluiting op Aardgas en één geschikt voor Butaan- of Propaangas met
dichtingmateriaal.
AANBEVELINGEN
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
• De gasinstallatie van uw apparaat en de elektrische aansluiting
ervan dient u toe te vertrouwen aan een goedgekeurd installateur
of technicus met gelijkwaardige kwalificaties.
• De Trio bestaat uit drie onderdelen, een kookplaat, een oven en
een vaatwasser. Om veiligheidsredenen dienen er onder geen
enkele omstandigheid aanpassingen van welke aard dan ook aan
dit apparaat te worden gedaan.
• Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
• Indien de Trio ook maar het kleinste mankement vertoont, sluit
u hem dan niet aan. Haal de stroom er af en neem onmiddellijk
contact op met een erkende service medewerker.
• Er zijn bepaalde basis veiligheidsregels welke gelden voor ieder
huishoudelijk apparaat. Ze luiden als volgt:
- Raak het apparaat nooit aan met natte of vochtige handen of
voeten.
- Gebruik het niet blootsvoets.
- Verwijder de stekker niet uit de contactdoos voor de hoofdtoevoer
door aan de elektriciteitskabel of de machine zelf te trekken.
- Stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon etc.).
- Laat kinderen (of anderen die het apparaat niet kunnen bedienen)
de machine niet zonder toezicht gebruiken.
- Leun niet op de deuren en sta het ook kinderen niet toe dit te
doen.
• Alle toegankelijke onderdelen zijn heet wanneer de Trio in werking
is. Houd jonge kinderen weg bij de Trio als deze wordt gebruikt.
• Het gebruik van dit apparaat is niet bedoeld voor personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke capaciteiten of tekort van ervaring en kennis, tenzij er
toezicht of instructie is van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten in de gaten worden gehouden worden, om er
zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
• Na ieder gebruik raden we aan om enig schoonmaakwerk aan
de Trio te verrichten. Dit voorkomt de opeenhoping van vuil of vet
dat opnieuw wordt bereid en verbrandt, waardoor onaangename
geuren ontstaan en zich rook ontwikkelt.
• Gebruik nooit een stoom- of hogedrukspuitbus om het apparaat
schoon te maken.
• Bewaar geen ontvlambare producten in de Trio aangezien ze
vlam kunnen vatten als het apparaat per ongeluk wordt aangezet.
• Gebruik ovenwanten als u een schotel in de oven plaatst of eruit
haalt.
• Bekleed de ovenwanden niet met aluminiumfolie of
ovenbeschermers voor eenmalig gebruik die in sommige winkels
verkrijgbaar zijn. Aluminium of ieder ander beschermingsmateriaal
dat direct in aanraking komt met het hete email, riskeert het
smelten van het email of kan een beschadiging aan de binnenkant
veroorzaken.
• Indien u kookt met vet of olie, houdt u het kookproces dan
voortdurend in de gaten aangezien verhitte vetten en oliën snel
vlam kunnen vatten.
• klep van de gaskookplaat:
- Laat de klep, terwijl het kooktoestel in gebruik is, rechtop staan.
- Verwijder, voordat de klep wordt geopend, alle voorwerpen die
zich er op bevinden om morsen te vermijden.
- Laat, voordat u de klep sluit, alle hete onderdelen van het
kooktoestel afkoelen.
- Bewaar geen zware of metalen voorwerpen op de klep.
• De afwasmachine is ontworpen voor normaal keukengereedschap.
Voorwerpen die zijn vervuild door benzine, verf, sporen van staal
of ijzer, agressieve chemicaliën, zuren of logen dienen niet in de
afwasmachine te worden afgewassen.
• Aan het eind van het wasprogramma kan er beter geen water
in de machine of op de vaat achterblijven.
• Indien u een oude vaatwasser kwijt wilt, wees dan zo zorgvuldig
om de deur te verwijderen om het risico uit te sluiten dat kinderen
er in opgesloten raken.
Indien het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, moet
erop gelet worden dat het zeker is dat er zich geen obstakels
bevinden bij de ventilatieopeningen aan de onderkant.
Teneinde de kwaliteit van de producten te verbeteren, kan CANDY
aanpassingen doen die verband houden met technische
verbeteringen.
Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen
73/23/EEC en 89/336/EEC, vervangen door 2006/95/EC
and 2004/108/EC en eventuele wijzigingen
De afwasmachine is gemaakt van materialen die hergebruikt
kunnen worden zodat men het apparaat op een milieuvriendelijke
manier kan wegdoen.
. Verzeker u ervan dat de afwasmachine geen elektriciteitskabels
platdrukt.
. Het is niet aan te bevelen om adapters, verdeelstekkers en/of
verlengkabels te gebruiken.
. Alle mogelijke vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen
te worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een
gekwalificeerd technicus.
Het niet opvolgen van welk bovengenoemd advies dan ook kan
ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid van het apparaat.
Wij raden aan om tijdens de installatie van het fornuis er goed op
te letten dat het fornuis recht staat en dat hij niet kan verschuiven.
WE KUNNEN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD IN GEVAL VAN NIET-NALEVING VAN DE INSTRUCTIES VERSTREKT
IN DE GEBRUIKSAANWIJZING.
59,6 cm
60 cm
86,5 - 87,5 cm
142 - 143 cm (Apparaat met klep)
TECHNISCHE GEGEVENS
TRIO 9501 TRIO 9503
Vermogen
Rechtsvoor
Rechtsachter
Linksvoor
Linksachter
2100 W
kleine mijorose
1 kW
super snel 3,5 kW
snel 2,50 kW
half snel 1,75 kW
6
8 lt
8570 W
hilight Ø 165/1200 W
hilight Ø 220/2300 W
hilight Ø 200/1800 W
hilight Ø 140/1200 W
6
8 lt
Capaciteit couverts
EN50242
Water verbruik
Waterdruk mini 0,08 - max 0,8 MPa
Identificatieplaat
Productcode:.................
Serienummer:................
67 NL
INSTALLATIE
Het installeren van een huishoudelijk apparaat kan een ingewikkelde operatie zijn die, als hij niet correct wordt uitgevoerd,
de veiligheid van de consument ernstig kan aantasten.
Dat is de reden waarom een vakkundig gekwalificeerd persoon de opdracht op zich zou moeten nemen, die hem kan
uitvoeren in overeenstemming met de van kracht zijnde technische voorschriften.
In het geval dit advies genegeerd wordt en de installatie door een niet-gekwalificeerd persoon wordt uitgevoerd, wijst
CANDY alle verantwoordelijkheid voor ieder mogelijk technisch falen van het product af, of dat nu wel of niet resulteert
in schade aan goederen of in verwondingen bij personen.
VOORDAT HET APPARAAT WORDT GEÏNSTALLEERD, DIENT DE
TECHNICUS:
- De compatibiliteit tussen de Trio en de gasinstallatie te controleren.
De Trio is fabrieksklaar en gereed om gebruikt te worden met het type gas
dat vermeld staat op de verpakking en nogmaals op het typeplaatje dat is
bevestigd op het kooktoestel.
Aardgas G 20-20 mbar / G 25-25 mbar: hoofdleiding gas
- Indien nodig, verander het gas.
Om de gasbranders van het kooktoestel aan te passen, moeten passende
pitten worden gemonteerd die de nominale toevoer verstrekken; ga naar
pagina 68.
• VOOR INSTALLATIE DIENT DE TECHNICUS:
De Trio valt onder Klasse 2 - Subklasse 1; meubilair dat aansluit aan de unit
dient niet hoger te zijn dan de bovenkant van het apparaat.
- Het kooktoestel heeft verstelbare pootjes voor een perfecte, egale plaatsing
op de vloer.
- De gasaansluiting naar de installatie te maken in overeenstemming met
de gastoevoer.
- Het kooktoestel op de elektriciteit aan te sluiten met de informatie die wordt
gegeven op pagina 69.
- Als het type gas is veranderd, de minimum toevoer van iedere gasbrander
af te stellen op pagina 68.
- De Trio aan te sluiten op de watertoevoer en de waterafvoer (zie pagina
70).
• GASAANSLUITING
Deze moet gemaakt worden overeenkomstig de van kracht zijnde regelgeving in het land van installatie. In alle gevallen worden op de
gastoevoerleiding een plugkraan, een regulatiemechanisme of een regulatie afvalinstrument voor propaangas geleverd. Gebruik alleen
kleppen, regulatiemechanismen, uiteinden en flexibele slangen, regulatiemechanismen met het officiële merk van het land van installatie.
Gasaansluiting overeenkomstig de installatie:
Aardgas Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
Butaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
Propaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
1 - Op voorwaarde dat de flexibele slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden.
2- Op voorwaarde dat de zacht rubberen slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden, de lengte ervan de 1,5 meter niet
overschrijdt en hij is uitgerust met passende klemmen aan de uiteinden.
1, 2 - er moeten zachte pijpen en flexibele slangen met mechanische fittingen worden geregeld om bij iedere vlam uit de buurt te kunnen
blijven, en om niet beschadigd te raken door de verbrandingsgassen, hete onderdelen van het kooktoestel of door het morsen van heet
voedsel.
DRIE AANSLUITMOGELIJKHEDEN:
STUGGE PIJPAANSLUITING- Sluit rechtstreeks aan op het spruitstuk van de fittingen.
AANSLUITING VIA EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE FITTINGEN
Wij bevelen dit type aansluiting aan.
Schroef de slangbevestigingen rechtstreeks op het spruitstuk van de fitting aan de ene kant en op de plugkraan van de pijpleiding
aan de andere kant.
AANSLUITING VIA ZACHT RUBBER
Wij bevelen dit type aansluiting niet aan. Dient enkel en alleen als reservemogelijkheid gehouden te worden voor oude installaties
waarvoor geen andere optie voorhanden is.
Schroef het flexibele Butaan- / Propaangas
uiteinde (2)
Aardgas
(2) Zorg er in ieder geval voor dat het dichtingmateriaal is aangebracht. Volg de aansluithandelingen en test de lekdichtheid,
met gebruikmaking van zeepwater, het testen d.m.v. een vlam is streng verboden.
GASAPPARAAT
IEDERE AANPASSING AAN DE GASMODUS DIENT TE WORDEN GENOTEERD OP HET TYPEPLAATJE DAT IS BEVESTIGD
OP HET KOOKTOESTEL.
Monteer de zachte pijp aan het
uiteinde aan de ene kant en aan
het regulatiemechanisme of aan
de klep van de Aardgasafvoer
aan de andere kant.
Het calorisch vermogen en de druk van het gas variëren overeenkomstig het type gas.
Indien het gas wordt veranderd, zou de technicus achtereenvolgens: de gaspitten moeten veranderen, de gasaansluiting maken naar
de installatie en de minimum toevoer van alle gasbranderkraantjes instellen.
VERANDERING VAN HET TYPE GAS:
68 NL
INSTALLATIE
Fabrieksinstelling: Aardgas = G20-20 mbar/G25-
25 mbar
Instelling van het gas is mogelijk overeenkomstig
de installatie van Butaangas G30-29 mbar of
Propaangas G 31-37 mbar
• VERANDERING VAN HET TYPE GAS
.GASPITTEN BRANDERS
KOOKPLAAT
Om de gaspitten te kunnen bereiken:
. til de klep van de kookplaat op,
. verwijder de bovenkant, de roosters,
doppen en kapjes van alle branders,
. gebruik een pijpsleutel (7) in de
gasbrander,
. installeer de gaspitten die geschikt
zijn voor het geleverde type brander
en gas volgens de informatie die in
de tabel staat.
Monteer vóór herinstallatie de kapjes,
brander en roosters aan de
bovenkant.
GASPIT
Iedere gaspit is herkenbaar aan een merkteken.
Kleine Mijorose
G20 20 mbar
G20 25 mbar
G25 25 mbar
G30 29 mbar
G31 30 mbar
Gaspit
kW
Gaspit
kW
Gaspit
kW
Gaspit
kW
1,00
1,20
0,90
76
G31 37 mbar
Rechtsvoor Linksachter Linksvoor Rechtsachter
Half snel Snel Ultre-snel
50
0,90
1,00
1,00
101
66
1,75
2,00
1,60
1,60
1,75
1,75
118
80
2,50
2,80
2,30
2,25
2,50
2,50
144
94
3,50
4,00
3,20
3,20
3,50
3,50
BRULEUR
• VERANDERING VAN DE PITTEN VAN DE GASBRANDERS
Schroef
Waarschuwing:
Draai in geen geval de
andere schroeven losser!
• HET INSTELLEN VAN DE WAAKVLAM
Als het type gas is veranderd, moet de stabiliteit van de vlam in de minimale
toevoer gecontroleerd en ingesteld worden door afstelling van het schroefje
van de waakvlam.
Verwijder, om de bovenste brander van het waakvlamschroefje te kunnen
bereiken, de knoppen van het bedieningspaneel. Trek om te beginnen de schijf
naar voren en verwijder de gecombineerde bedieningsknop.
a) Butaan- propaangas: het instellen wordt gedaan door het waakvlamschroefje
rechts in te schroeven (zonder kracht uit te oefenen). De geijkte holte ervan
is voorzien van de minimum stroom.
b) Aardgas:
. schroef het waakvlamschroefje één slag los,
. plaats de gecombineerde bedieningsknop terug, steek de brander aan en
zet de vlam laag,
. verwijder de gecombineerde bedieningsknop nog eens, schroef het
waakvlamschroefje tot een kleine vlam is verkregen die stabiel blijft als hij van
een hoge naar een lage stand wordt gedraaid.
. plaats de gecombineerde bedieningsknop terug.
CAT.
G20/20 G20/25 G25/25 G30/29 G30/36 G31/30 G31/37
II 2E+3+ BE-FR
II 2H3+ CH-ES-GB
IT-PT
II 2H3B/P CZ-DK-FI
NO-SE
II 2H3B/P HU
I 2E DE
II 2L3B/P NL
GAS/GAZ/Pression (mbar)
II 2ELs3B/P PL
G350/13
ELEKTRISCHE AANSLUITING
"De installatie dient zich te conformeren aan de standaard
richtlijnen".
CANDY wijst alle verantwoordelijkheid voor iedere schade die kan
zijn veroorzaakt door ongeschikt of buitensporig gebruik af.
Waarschuwing:
. Controleer altijd vóór iedere mogelijke handeling met elektriciteit,
de toevoerspanning die op de elektriciteitsmeter staat
aangegeven, de afstelling van de stroomonderbreker, de
continuïteit van de aardeaansluiting naar de installatie en
controleer dat de zekering geschikt is.
. De elektrische aansluiting naar de installatie zou gemaakt
moeten worden via een stopcontact met een stekker met
randaarde, of via een stroomonderbrekingschakelaar met
universele pool.
Indien het apparaat een stopcontact uitgang heeft, moet deze
zodanig worden geïnstalleerd dat de uitgang van het stopcontact
bereikbaar is.
CANDY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor
ongelukken die het gevolg zijn van het gebruik van een apparaat
dat niet geaard is, of met een ondeugdelijke aardeaansluiting
continuïteit.
. Alle vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen te
worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een
gekwalificeerd technicus.
Waarschuwing! Dit apparaat moet geaard worden. Indien een
adequate aarding ontbreekt, zult u merken dat bij aanraking
van de metalen onderdelen van uw apparaat mogelijk een
elektrische spreiding wordt gevoeld vanwege de aanwezigheid
van een storingseliminator van radio-interferenties.
TRIO 9501
Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd waarmee het
apparaat alleen op een stroomtoevoer van 220-230 V tussen
fases, of tussen fase en neutraal aangesloten kan worden.
Sluit aan op een 10/16 Ampère contactdoos.
TRIO 9503
Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd, maar hij is
uitgevoerd met een eindblok dat u in staat stelt de juiste
aansluiting voor de specifieke stroomtoevoer te kiezen.
Het eindblok bevindt zich aan de achterkant van de Trio.
Om het eindblok te openen:
. Plaats de twee klepjes aan de zijkanten,
. plaats het uiteinde van een schroevendraaier aan de voorkant
van het klepje, steek hem erin en druk hem naar beneden,
Eindblok
Om aan te sluiten:
. schroef de kabelklem los,
. haal de kabel door de kabelklem,
. strip het isolatiemateriaal aan het eind van iedere afzonderlijke
draad af en verbindt ze met de uiteinden volgens de nummers
die in de tabel vermeld staan, evenals de "bar parallelle
schakelingen".
Voorbeeld van een aansluiting in monofase
1 - Plaats de bar 2 - Plaats de draden 3 - Haal de kabel
parallelle schakelingen door de kabelklem
Let op: het niet juist vastzetten kan gevaarlijke risico's
veroorzaken op verhitting van de stroomtoevoerkabel.
H05VV-F
3 G 2,5 mm
2
Monofase
220-230V~
25 A
Zekering
Kabel
Type -
Doorsne
2 Fase
Shunter 1-2
Shunter 2-3
5 Neutraal
Shunter 4-5
T Aard
AANSLUITING
OP
KLEMMEN-
PLAAT
Shunter:
overbrugging
maken met
shuntstaafje
H05RR-F,
H05VV-Fof,
4 G 2,5 mm
2
H05VV-Fof,
H05RR-F
5 G 1,5 mm
2
Drie phases
220-230V3~
Drie phases
380-415V3N~
25 A 16 A
1 Fase
Shunter 1-2
3 Fase
Shunter 3-4
5 Fase
T Aard
1 Fase
2 Fase
3 Fase
5 Neutraal
Shunter 4-5
T Aard
L2
L3
69 NL
INSTALLATIE
Wanneer de aansluitingsoperatie aan de uiteinden van het apparaat
gereed is, zet dan de kabelklem vast en sluit het dekseltje.
x 3 bar parallelle
Elke brander is voorzien van een kraan
· een ruimere keus tussen de hoogste en laagste stand
· een makkelijke vlam regeling
· geen risico dat de vlam uit gaat bij het te snel terugdraaien
van de vlam.
ONTSTEKING
Basis gastoevoer moet altijd dichtgedraaid zijn.
Draai de gaskraan open
Een symbool naast elke knop geeft aan welke brander het is.
Druk en draai de gewenste knop op het symbool, ingedrukt
houden tot de vlam ontsteekt.
Op modellen met vonkontsteking wordt de vlam ontstoken door
een vonk. Dit gebeurt dmv een toets of het indrukken van de knop.
Modellen zonder vonkontsteking moeten met een lucifer worden
aangestoken.
Stel de vlam in naar uw eigen kook wensen, u kunt kiezen uit
verschillende posities tussen de ( ) en ( ) op de bedieningsknop.
• Draai de vlam uit, draai de knop naar de uit positie.
• Als de brander per ongeluk ontstoken word. Draai de knop naar
“0” wacht een minuut en probeer opnieuw te ontsteken.
PANNEN
Voor het juiste gebruik van de branders kiest u pannen welke aan
de onderstaande afmetingen voldoen.
* Erg snel Ø 18 cm and more
* Snel Ø van 16 to 18 cm
* Normaal Ø 12 cm
* langzaam Ø 10 cm
• Pannen met gebogen, geribbelde en scheefgetrokken bodems
worden niet geadviseerd.
• Aluminium pannen kunnen sporen achterlaten op de
geëmailleerde pandragers, deze kunnen verwijderd worden met
een vochtige doek of een licht schuurmiddel.
TIPS
Vermijt het extreem laten koken van voedsel, het wordt hierdoor
niet sneller gaar. Uit onderzoek is gebleken dat het voedsel dan
een deel van zijn smaak kan verliezen.
• Gas bespare, zorg ervoor dat de vlam niet onder de pan vandaan
komt.
• Zet nooit een lege pan op de brander.
DE GASBRANDERS
Modellen met een Veilligheids thermokoppel, hou de knop
een paar seconden ingedrukt om het veiligheidssysteem
te activeren. Als de knop meteen word losgelaten zal het
veiligheidssysteem niet ingeschakeld worden en de vlam
zal uitgaan. Als dit gebeurd, herhaal dan de
onstekingsprocedure vanaf het begin en wacht wat langer
nadat de vlam aan is.
Als er speciale locale gas condities zijn welke het ontsteken
moeilijker maken, adviseren wij de onstekingsprocedure te
herhalen, en de knop naar het minimum te draaien.
WATERAANSLUITING :
De aan- en afvoerslangen kunnen naar wens links of rechtsom
geleid worden. De afwasmachine kan zowel op koud als op warm
water (max. 60 C) worden aangesloten.
De waterdruk kan variëren van een minimum van 8 N/cm• tot een
maximum van 80 N/cm•. Vraag bij een waterdruk lager dan
8 N/cm• uw plaatselijke waterleidingbedrijf om advies.
Aansluiting op een wasmachinekraan met terugslagklep is
voorschrift (Fig. 1). De afwasmachine is voorzien van een druk-
vaste waterslang met een 3/4 aansluitnippel (Fig. 2) voor aansluiting
op de waterkraan. De waterslang "A" wordt vastgedraaid op een
waterkrann "B" met een 3/4" aansluiting, zodanig dat de nippel
stevig vast zit.
Bij aansluiting van de machine op een nieuwe waterleiding of op
een leiding die langere tijd niet gebruikt is, doet men er goed aan
het water eerst enkele minuten door laten kopen, alvorens de
toevoer aan te sluiten. Dit voorkomt verstopping van het filter bij
de watertoevoer door zandafzetting of roest.
WATERAFVOER :
Let er bij de opstelling op dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten (Fig. 4). De permanente afvoer dient minimaal een binnen
doorsnede te hebben van 4 cm en een hoogte boven de vloer van
40 cm. Wij adviseren de installatie van een antireuk sifon (Fig.
4x).
De afvoerslang kan eventueel met 2.6 m verlengd worden; de
maximale hoogte is 85 cm.
Neem hiervoor contact op met de Service Desk.
Het kromme uiteinde van de afvoerslang kan in de gootsteen
worden gehangen (dit mag niet onder water staan, aangezien het
water dan tijdens het wasprogramma weer opgezogen zou kunnen
worden, Fig. 4y).
Controleer bij de opstelling of er geen knikken in de toevoeren
afvoerslang zitten. Verleng, zo nodig, de toevoerslang. Hiervoor
is art. 9225014 van max. 1.5 m in de handel.
70 NL
WATERAANSLUITING - WATERAFVOER
GEBRUIK
INSTALLATIE
4
Posities Tips
1
2
3
4
5
6
Erg laag
Laag
Gemiddeld
Matig
Hoog
Zeer hoog
Bord warm houden, boter/chocolade smelten...
Langzaam koken, gepocheerde eieren ...
Gedroogde bonen, bevroren voedsel, fruit,
kokend water ...
Gestoofde appels, groente, pasta, vis,
crêpes...
Omelet, vlees ...
Frituren, vlees ....
1-2
3-4
5-6
7-8
9-10
11-12
71 NL
DE GLASKERAMISCHE ZONE
ADVIEZEN
Wat de kookplaat betreft is het gebruik van keukengereedschap
van hoge kwaliteit belangrijk om goede kookresultaten te verkrijgen:
. Gebruik altijd pannen van goede kwaliteit met volledig vlakke en
dikke bodems.
. Zorg ervoor dat de bodem van de kookpot of pan droog is:
. Gebruik pannen met een doorsnee groot genoeg om het oppervlak
van de eenheid volledig te bedekken.
KEUZE VAN KEUKENGEREEDSCHAP
Onderstaande informatie zal u helpen pannen te kiezen, die een
goed resultaat geven.
Controleer op het label het
teken dat aangeeft of de pan
aangepast is aan glaskeramisch koken.
Roestvrij Staal: Met klem aanbevolen. Vooral goed met een
sandwich bodem. De sandwich bodem combineert de voordelen
van roestvrij staal (uiterlijk, duurzaamheid en stabiliteit) met de
voordelen van aluminium of koper (hittegeleiding, gelijkmatige
hitteverspreiding).
Aluminium: zwaar gewicht wordt aanbevolen. Goed
geleidingsvermogen. Soms verschijnen er aluminium restanten
als krassen op de kookplaat, maar deze zijn te verwijderen als ze
direct worden schoongemaakt.
Vanwege het lage smeltpunt, kan beter geen dun aluminium
worden gebruikt.
Gietijzer: bruikbaar, maar niet aanbevolen. Slecht resultaat. Kan
het oppervlak bekrassen.
Koperen Bodem / kookpotten van steen: zwaar gewicht wordt
aanbevolen. Goed resultaat, maar het koper kan restanten
achterlaten die als krassen kunnen verschijnen. De restanten
kunnen verwijderd worden, als de kookplaat maar onmiddellijk
wordt schoongemaakt. Laat deze potten echter niet droogkoken
. Oververhit metaal kan een verbinding aangaan met glazen
kookplaten. Een oververhitte koperen kookpot zal een restant
achterlaten dat de kookplaat permanent vlekken zal geven.
Porselein / email: Goed resultaat alleen met een dunne, gladde
en vlakke bodem.
DE ZONES
. Highlightzone: Werkt binnen 3 seconden en is geschikt voor
rustig, homogeen en langdurig koken.De keramische kookplaat
heeft voordeel door de grotere warmte afgifte, voortgebracht door
de Hightligt kookzones, waardoor het kookproces versnelt. De
modificatie van de kookplaat heeft geen invloed gehad hitte
bestendigheid van het glas, maar heeft wel de veiligheid verbeterd.
Met de "sprinter" optie kan er een kooktijd verkorting gehaald
worden tot wel 15%, afhankelijk van de manier van koken en de
gebruikte pannen.
OVEN APPARATUUR (Volgens model)
Aanbevelingen:
. Bereid nooit voedsel direct op de glaskeramische kookplaat.
Gebruik altijd het juiste kookgerei.
. Plaats de pan altijd in het midden van de unit waarop u aan het
koken bent.
. Gebruik het oppervlak niet als snijplank.
. Schuif het kookgerei niet over de kookplaat.
. Bewaar geen zware voorwerpen boven de kookplaat. Als ze op
de kookplaat vallen, kunnen ze schade veroorzaken.
. Gebruik de kookplaat niet als werkblad.
. Aluminiumfolie en plastic pannen dienen niet op hittezones te
worden geplaatst.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om kinderen weg te houden bij
de kookzones terwijl deze in werking zijn of wanneer ze uit zijn
gezet, zolang de resthitte indicator aan staat, om het risico van
ernstige verbrandingen te voorkomen.
Het is noodzakelijk de apparatuur een eerste schoonmaakbeurt
te geven alvorens de verschillende onderdelen voor de eerste
keer te gebruiken. Was ze met een spons. Spoel uit en droog af.
DE OVENPLAAT: bedoeld om
plaats te bieden aan schalen en
borden, en aan braadstukken
vlees als deze met de grill worden
bereid. Hij is uitgerust met rails
die het mogelijk maken dat de
lekbak naar binnen wordt
geschoven.
DE TIMER VAN DE STROOMONDERBREKER
Zorgt voor het functioneren van de oven,
tussen 1 en 120 minuten, met een
onmiddellijke start en een automatische
stop. Als de tijd isverstreken, sluit de
timer automatisch de stroomtoevoer naar
de oven af.
Maar de oven kan ook zonder
programmering worden gebruikt. In dit geval draait u de
bedieningsknop naar de stand Hand .
Let op: om een tijd in te stellen, draait u de bedieningsknop met
de klok mee naar de 120 minuten markering en vervolgens draait
u hem terug tot de gewenste tijd.
Dankzij de speciale vorm ervan, blijft de ovenplaat steeds hori-
zontaal, zelfs wanneer hij helemaal naar de voorkant van de oven
is uitgetrokken, en zo voorkomt hij het risico dat schalen eruit
glijden of omkieperen.
DE LEKBAK: vangt vlees- en
grillsappen op tijdens het
roosteren of grillen. Hij kan op de
ovenplaat worden gezet, of
eronder geschoven. Tenzij de
lekbak met de grill wordt gebruikt,
moet hij niet worden bewaard in
de oven terwijl die in gebruik is.
• De bakplaat wordt op het
ovenrooster geplaatst. Hierop kunt
u klein gebak zoals soesjes,
zandkoekjes, schuimgebakjes
e.d. leggen.
Plaats de bakplaat nooit direct op de bodem van de oven.
GEBRUIK
Het draaispit. Dit is uitgerust met een pen, twee vorken en een
penhouder.
GEBRUIK
. Iedere zone is verbonden met een op de kookplaat geplaatste
resthitte indicator. Deze licht op als de temperatuur van de hittezone
de 60 C en hoger bereikt. Hij zal aan blijven, zelfs als de unit is
uitgezet, tot het oppervlak afgekoeld is.
. Draai, om een hittezone uit te zetten, de corresponderende
bedieningsknop naar de stand "O".
. Standen: de onderstaande voorbeelden zijn bedoeld als een
leidraad. Wanneer u vertrouwd begint te raken met het gebruik
van uw kookplaat, kunt u gaan uitvinden welke instellingen u het
beste bevallen.
. Bepaal het teken dat overeenkomt met de
kookzone die u nodig heeft.
. Aanbevolen wordt de hitte op zijn hoogst in te
stellen tot de zone goed warm is geworden en
vervolgens lager te zetten naar de gewenste
kookinstelling
.
. Het indicatielampje gaat branden om aan te
geven dat de hittezone aan staat.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
Gebruik de lekbak nooit als grillbak. Dit zou rookontwikkeling tot
gevolg kunnen hebben, rondspattend vet en de oven zou snel
vlekken krijgen.
72 NL
VLEES:
Het is beter om vlees pas te zouten na de bereiding omdat zout
het vlees stimuleert om vet te spetteren.
Dit zal de oven verontreinigen en een hoop rook geven.
Braadstukken wit vlees, varkensvlees, kalfs- , lamsvlees en vis
kunnen koud in de oven geplaatst worden. De bereidingstijd is
langer dan in een voorverwarmde oven, maar het gaart het vlees
beter door en door omdat de hitte meer tijd heeft om het braadstuk
binnen te dringen.
Juiste voorverwarming is de basis voor een succesvolle
bereiding van rood vlees.
CAKE - GEBAK EN BISCUIT: Vermijd het gebruik van glanzende
vormen omdat ze hitte kunnen reflecteren en uw cakes kunnen
verpesten. Indien uw cakes te snel bruinen, bedek ze dan met
vetvrij papier of aluminiumfolie.
Let op: de juiste manier om folie te gebruiken is met de glimmende
kant naar binnen. Doet u dat niet, dan wordt de hitte gereflecteerd
door het glimmende oppervlak en dringt hij de cake niet binnen.
Vermijd het openen van de deur gedurende de eerste 20 tot 25
minuten van de bereiding: Moskovisch gebak, soufflés, brioches
etc. zullen de neiging hebben om te vallen.
U kunt controleren of cakes klaar zijn, door er met het lemmet
van een mes of met een metalen breinaald in te prikken. Als het
lemmet er mooi en droog uit komt, is uw cake klaar en kunt u de
bereiding stopzetten. Als het lemmet er vochtig uit komt of met
stukjes cake er aan geplakt, laat hem dan nog verder bakken
maar zet de thermostaat zoveel lager dat hij zonder te verbranden
wordt afgebakken.
De volgende instructies zijn alleen een leidraad. U zult ze
mogelijk willen veranderen overeenkomstig uw eigen ervaring
of persoonlijke smaak.
Voorverwarmingstijden:
. 20 minuten tussen 210 en 230 C
. 15 minuten tussen 140 en 190 C
. 10 minuten tussen 65 en 115 C
DE OVEN
BELANGRIJK:
Laat kinderen nooit in de buurt van de Trio als deze in gebruik is.
Als de Trio is voorzien van een afdekplaat moet u deze voor
gebruik omhoog zetten.
BIJZONDER BELANGRIJK: De oven en de vaatwasser kunnen
niet tegelijkertijd worden gebruikt. Om de oven te gebruiken,
dient u de afwasmachine te sluiten.
DE KOOKMETHODES (Volgens model)
Conventioneel koken : de bovenste en onderste
verhittingselementen worden samen gebruikt. Deze methode is
ideaal voor al het traditionele rooster- en bakwerk, voor het
dichtschroeien van rood vlees, rosbief, lamsbout, brood,
laagjesdeeg. Verwarm de oven ongeveer tien minuten voor en
plaats het vlees dat wordt bereid op de middelste plaatstand.
Gril : Maakt gebruik van het bovenste verhittingselement.
Succes is verzekerd bij mixed grills, kebabs en "gegratineerde
schotels". Een voorverwarming van vijf minuten is nodig om het
element heet te krijgen.
Roosterspit : maakt gebruik van het bovenste verhittings-
element in combinatie met het roosterspit, wat de echte geur
van traditioneel geroosterd voedsel geeft.
. Verwijder alle accessoires uit de oven.
. Plaats de lekbak op de bodem van de oven.
. Rijg het te bereiden voedsel aan de vleespen en plaats hem
in het midden tussen de twee vorken.
. Zet de vleespen in de steun en schuif de steun en de vleespen
op het tweede niveau.
Het uiteinde van de vleespen zal zich dan tegenover de groef in
het besturingsmechanisme bevinden.
. Zet de vleespen in het besturingsmechanisme.
Roosterspit en conventioneel koken : tegelijkertijd
gebruikmaken van het roosterspit en het conventionele koken.
Het kan u een tijdsbesparing opleveren bij het koken. U moet
dan echter zorgen voor het omdraaien van de ovenplaat met
rails, met de rails naar de bovenkant, en de lekbak erop plaatsen.
Turbogril : Gebruik van de koepelweerstand en van de
turbine die de lucht in de ovenruimte vermengt. Ideaal voor
dikke omvangrijke bereidingen, volledige stukken zoals
varkensgebraad, gevogelte enz. Voorverwarming is nodig voor
rood vlees, maar nutteloos voor wit vlees. De te bereiden
gerechten rechtstreeks op het rooster in het midden van de
oven plaatsen, op een middelhoog niveau. De sausopvangschotel
onder het rooster schuiven om vetresten op te vangen. Zorgen
dat het gerecht niet te dicht bij de grill staat. Het te roosteren
stuk na de halve bereidingstijd omdraaien.
Gemengde warmte : Gelijktijdig gebruik van de ovenvloer,
ovenkoepelweerstand en de turbine die de lucht in de ovenruimte
vermengt. Aanbevolen voor gevogelte, gebak, vis, groenten
enz.... De warmte dringt beter door in de te bereiden gerechten
en verkort de kooktijd, evenals de voorverwarmingstijd.
GEBRUIK
• Draai de
bedieningsknop op de
gevraagde
bereidingsmethode en
stel een temperatuur
in:
Temperatuur van 65 C tot 230 C
• Draai de bedieningsknop van de timer van de stroomonderbreker
naar de stand Hand of op een programmeringduur.
BEREIDINGSADVIEZEN
GEBRUIK
Conventioneel koken
Gril
Roosterspit
Roosterspit en
conventioneel koken
Turbogril
Gemengde warmte
Temperatuur 230 C
Temperatuur 230 C
Temperatuur 230 C
Temperatuur van 230 C
Temperatuur van 65 C tot 230 C
C
P
65
90
115
140
165
190
210
230
1 - 1,5 kg
Gewicht
Bereiding
van
Oven
temperatuur
C
Plaats van
onderaf
gerekend
Tijd in
minuten
VIS - PESCE
1 kg
Forel 200 1 15 / 25
Kabeljauw 190 1 50
VLEES
1 - 1,5 kg Rosbief 190 1 90
1 kg
Kalfsfri-
candeau
150 / 160 1 120 / 150
2 kg Kalferagout 170 / 190 1 60 / 90
Lamsbout 150 / 160 1 60 / 75
1 - 1,5 kg Geitebout 150 / 160 1 50 / 60
1 - 1,5 kg
Speen
varkendij
190 1 120
GEVOGELTE
2 kg Duiven bout 150 / 160 1 45
4 kg Gans 160 1 240 / 270
2 - 2,5 kg Eend 175 1 90 / 150
1 - 1,5 kg Kalkoen 170 1 60 / 80
VERSCHILLENDE - GERECHTEN
Lasagna
200 1 40
Soufflé’s 200 1 20
Soezen 200 1 20
Pizza 200 1 20
GEBAK
Roerdeeg 175 1 40 / 50
Vruchten
vlaai
180 / 190 1 20 / 30
160 1 40 / 45
Schuimgebak 100
1
90
200 1 20
Cakedeeg
Bladerdeeg
Het indicatorlampje van het regulatiemechanisme geeft
aan dat de thermostaat werkt. Tijdens de bereidingstijd
gaat het regelmatig aan en uit.
GEBRUIK AFWASMACHINE
BEDIENINGSPANEEL
A Programma selectie indicatie lichtje
B Programma-Keuze Toets
C Omschrijving programma's
D Aan/Uit Knop
73 NL
PROGRAMMA SELECTIE EN SPECIALE FUNCTIES
HERINNERING! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Instellen van de programma's
Open de deur en druk op de Aan/Uit knop ; de 4 programma lampjes gaan knipperen
- Selecteer het gewenste programma door de het indrukken van de programmakeuze knop, Het lampje van het gekozen programma
gaat branden. (2 lampjes bij het koude spoel programma)
- Sluit de deur (na het signaal) het gekozen programma zal automatisch starten)
Het openen van de deur - U opent de deur van de afwasmachine
door de handgreep naar u toe te trekken. Bij opening van de deur
tijdens de werking van de afwasmachine schakelt de machine
automatisch uit.
Tijdens de werking van de afwasmachine wordt het openen van
de deur niet aangeraden. Ingeval van nood, moet u de stop knop
indrukken.
Het sluiten van de deur
U schuift het vaatrek naar binnen. Controleer of de sproeiarmen
vrij kunnen ronddraaien en of er geen bestek, pannen of borden
zijn die de draaibewegingen kunnen belemmeren.
U sluit de deur door deze stevig aan te drukken tot u de
beveiligingsgrendel hoort klikken.
Onderbreken van een programma
Het is niet aan te raden om de deur te openen terwijl een
programma loopt, zeker niet tijdens
de hoofdwasfase en de droogfase. Mocht de deur onverhoopt toch
geopend worden stopt het programma automatisch. Wanneer de
deur weer gesloten wordt gaat het programma automatisch verder.
Wanneer u van programma wil veranderen of een programma
beëindigen, handel volgens de volgende procedure:
Open de deur, druk de programmakeuze knop intot dat alle 4
indicatielampjes knipperen. Het huidige programma is geannuleerd.
Een nieuwe programmakeuze kan nu gemaakt worden.
Voordat u een nieuw programma opstart, verzeker uzelf dat er
nog genoeg wasmiddel in de dispenser zit. Indien nodig kunt u
de dispenser dan bijvullen.
LET OP: Als de deur tijdens een programma wordt geopend zal
er een signaal gaan klinken, dit geeft aan dat het vaatwas
programma nog niet klaar is.
Einde van het programma
Het einde van een programma wordt aangegeven door een
geluidssignaal. Wanneer de deur geopend wordt, knipperen alle
4 indicatielampjes. Zet de aan/uit knop uit.Uitschakelen van het
geluidssignaal
Het geluidssignaal kan op de volgende manier uitgeschakeld
worden:
- Druk de aan/uit knop in.
- Wacht tot de programma lampjes gaan branden.
- Druk binnen 2 minuten de programma knop in, hou deze 30 sec
ingedrukt (het programma lampje gaat knipperen en er klinkt een
signaal)
- Als de eerste 2 lampjes aan de linkerkant branden (zonder te
knipperen) en het signaal is gestopt, laat u de knop los (het
uitschakelen van het signaal is gereed)
- Druk wederom de programmaknop in, de eerste 2 lampjes aan
de linkerkant gaan uit en de andere twee zullen gaan branden.
(het signaal is weer ingeschakeld)
- Een geluidssignaal zal bevestigen dat het inschakelen gereed
is.
- Om het signaal weer uit te zetten herhaal de bovenstaande
stappen.
GEBRUIK AFWASMACHINE
Waarschuwings Signaal
Als er fouten optreden tijdens een programma, dan gaat het lampje
dat correspondeert met het betreffende programma snel knipperen
en er zal een geluidssignaal klinken.
Mocht dit het geval zijn, zet dan de vaatwasser uit dmv het
indrukken van de aan/uit knop.
Nadat u gekeken heeft of de watertoevoer open is, de slang niet
dubbel zit en het filter niet verstopt is, kunt u de machine weer
aanzetten.
Als dit probleem zich voor blijft doen, bel dan de Service Desk.
Belangrijk
Om te voorkomen dat deze beveiliging onbedoeld in werking
treedt is het aan te bevelen
de machine niet te verplaatsen of op te tillen terwijl deze in
werking is.
Als het nodig is de machine te verplaatsen of op te tillen
wacht dan tot het wasprogramma is afgelopen en het water
uit de kuip is weggepompt.
Attentie - Deze afwasautomaat is uitgevoerd met een "waterblock",
dit is een beveiliging tegen overstroming. Deze beveiliging werkt
zelfs wanneer de machine is uitgeschakeld, en stopt de
watertoevoer als het niveau te hoog wordt door een eventuele
storing.
VOORBEREIDING EN SCHOONMAKEN
VAN HET FILTER
Het filter bestaat uit :
- De filterbeker, die de grofste
etensresten opvangt.
- De filterplaat, die zorgt voor het
voortdurend filteren van het
spoelwater.
- Het microfilter, dat zich onder de
filterplaat bevindt en dat ook de kleinste resten vuil perfect opvangt
en zorgt voor een prima filtering.
Om het beste eindresultaat te verkrijgen is het noodzakelijk om
vóór elke was de filterbeker te controleren en deze zo nodig onder
de kraan te reinigen, eventueel met behulp van een borsteltje. De
filtergroep kan eenvoudig uit de machine gehaald worden door
het bij de handgreep omhoog te lichten. De filterbeker kan ten
behoeve van de reiniging eenvoudig uit de filterplaat gehaald
worden. Omdat de afwasmachine is uitgerust met een zelfreinigend
microfilter, zal het onderhoud beperkt blijven en dient de filtergroep
om de veertien dagen geïnspecteerd te worden. Het is echter
raadzaam om na iedere wassing te controleren of de filterbeker
en de filterplaat niet verstopt zijn.
Waarschuwing : Let er na het reinigen van de filterdelen op dat
alles weer op de juiste plaats is teruggebracht en dat de filterplaat
perfect op de bodem van de afwasmachine geplaatst is.
Een onnauwkeurige terugplaatsing van de filters kan schadelijk
zijn voor een goede werking van de machine.
Let wel : Gebruik de afwasmachine nooit zonder filters.
74 NL
Het doseerbakje "B" zit onder het deurtje en kan met één vinger
gedraaid worden. Wij adviseren stand "3". De hoeveelheid
aanwezige kalk in het water bepaalt de mate van kalkafzetting en
de drogingsgraad. Het is daarom van belang om de hoeveelheid
toe te dienen glansspoelmiddel te kunnen regelen.
Mocht uw afwas aan het einde van het programma strepen
vertonen, dan dient u de instelling met één streep terug te brengen.
Zijn er echter witachtige kringen op uw afwas te zien, dan dient
u de afstelling met één streep te verhogen.
HET VULLEN VAN HET ZOUTRESERVOIR
De afwasmachine is uitgerust met een automatische
waterverzachter die de harde bestanddelen aan het water
onttrekt. Hard water laat witachtige vlekken op het servies achter.
Op de bodem van de vaatwasser bevindt zich het zoutreservoir
voor de regeneratie van de wasverzachter. De filtermassa van
de zuiveringsin-stallatie dient te worden geactiveerd met speciaal
voor afwasmachines bestemd onthardingszout, dat verkrijgbaar
is in blokjes of in korrelvorm.
Schroef het dekseltje van het
reservoir los.
Bij de eerste vulling het reservoir
eerst met water vullen en daarna
het zout erin gieten tot het reservoir
vol is. Het is normaal dat tijdens
het bijvullen wat water over loopt.
Verwijder de zoutresten en draai
het dekseltje er weer vast op.
Als de afwasmachine niet direkt gebruikt hoeft te worden, schakel
dan het programma "Koud Spoelen" ("Eco+Snel" 2 lampjes) in,
zodat de zoutoplossing die overloopt meteen door water wordt
weggespoeld.
De inhoud van de ontharder is tussen de 1,5, om de ontharder
efficiënt te laten werken, moet het apparaat van tijd tot tijd
gevuld worden met neutraliserend zout, naar gelang het
wateronthardingssysteem.
Belangrijk: Vul de eerste keer het zoutreservoir met water
voor het met regenereerzout te vullen. Laad de afwasmachine
nadat het zoutreservoir is bijgevuld.
Voordat u het serviesgoed in uw machine doet, dient u eerst
etensresten zoals botjes, graten, tandenstokers, vlees- en
groenteresten, schillen, enz. te verwijderen. Zo wordt vermeden
dat het filter verstopt raakt en het wasresultaat nadelig wordt
beïnvloed. Het vaatrek kan alle soorten serviesgoed bevatten.
BELADING MET 6 INTERNATIONALE STANDAARD
COUVERTS (IEC 436 - DIN 44990 - NFC 73176)
A - 6 glazen
B - 6 dessert bordjes
C - 6 schoteltjes
D - Kleine kopjes
E - 6 koffie- of theekopjes
F - 6 plaate borden
G - 6 diepe borden
H - Soepkommen
I - Dienschaal
L - Bestekkorf
BELADING MET 4 STANDAARD
COUVERTS+PANNEN OF SCHALEN
In het vaatrek worden kook-, steel-,
soeppannen, slakommen, schalen,
deksels en keukengerei geplaatst.Het
bestek gaat in de speciale plastic
houder die weer wordt opgesteld al
naar gelang de behoefte. Voor een
goed was-resultaat wordt aangeraden
om de lepels af te wisselen met ander
bestek, wordt aangeraden om de
lepels af te wisselen met ander bestek, zodat zij niet aan elkaar
gaan kleven. Plaats het bestek altijd met het handvat of de steel
naar beneden, tenzij de handvatten bijzonder smal zijn: in dat
geval moeten zij andersom geplaatst worden, omdat zij anders
door de bodem van de bestekkorf naar beneden kunnen glijden
en de sproeiarmen kunnen blokkeren.
BELADING MET COUVERTS
Gebruik altijd een afwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines
bestemd is. Gebruik nooit andere wasmiddelen (zoals die voor
de handwas), omdat zij niet de juiste ingrediënten bevatten en
schadelijk kunnen zijn voor een goede werking van de machine.
HET NORMALE WASPROGRAMMA
Het zeepbakje bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur. Indien dit dicht
is, drukt u op de klep: na ieder
wasprogramma gaat het bakje vanzelf
open en is het weer gereed voor gebruik.
De hoeveelheid wasmiddel kan
aangepast worden aan de mate waarin
het serviesgoed vervuild is en aan het
type serviesgoed. Wij raden een
hoeveelheid afwasmiddel aan van 15
gram. In geval van zeer hard water of bijzonder hardnekkig vuil
dient u 25 gram afwasmiddel te gebruiken.
Sluit na invoering van het afwasmiddel de klep. Aangezien niet
alle afwasmiddellen gelijk zijn, raden wij u aan eerst de aanwijzingen
op het afwasmiddelpak te raadplegen.
Gebruikt u te weinig afwasmiddel, dan wordt de afwas onvoldoende
gereinigd. Een te grote hoeveelheid afwasmiddel leidt niet tot een
betere waskwaliteit, maar is slechts verspilling.Door de juiste
hoeveelheid afwasmiddel te gebruiken spaart u het milieu.
EXTRA WASMIDDEL VOOR INTENSIEF WASPROGRAMMA
Bij een intensief afwasprogramma dient
nog een tweede dosis - ongeveer 15
gram (1 eetlepel) - afwasmiddel
toegevoegd te worden. Deze dosis gaat
in de zeepgleuf van de gesloten deur of
recht-streeks in de trommel. Met de
aangeduide hoeveelheid wasmiddel
wordt poeder bedoeld.
HET TOEVOEGEN VAN AFWASMIDDEL
HET TOEVOEGEN VAN Glansspoelmiddel
HET DOSEREN VAN Glansspoelmiddel (van 1 t/m 6)
Aaan de rechterkant van het zeepbakje bevindt zich het tankje
voor het glansspoelmiddel met een inhoud van plus minus
130 ml.
Open het klepje en giet de vloeistof in de tank.
Let erop dat u niet morst. De vloeistof is
voldoende voor meerdere wasbeurten.
Doe de deur weer dicht.
Dit middel, dat automatisch aan de l aatste
spoeling wordt toegevoegd,
zorgt dat de afwas snel droogt
en geen vlekken en witte strepen
achterlaat.
Gebruik een glansspoelmiddel
dat geschikt is voor automatische
afwasmachines. Het niveau van
de vloeistof in de tank kan gemakkelijk gecontroleerd worden via
een doorkijkglas "A" dat zich tussen de twee deurtjes bevindt.
GEBRUIK
VOL LEEG
Zwart Wit
De automatische waterverzachter kan water met een hardheidsgraad tot 60 fH (Franse weergave) of 33 dH (Duitse weergave) door 5
posities.
In de tabel hieronder zijn de verschillende graden weergegeven die corresponderen met de positiezetting van het systeem.
Regulatie van het onthardingssysteem door een electronisch programma
75 NL
Niveau
Hardheid
fH (Franse weergave)
Hardheid
fH (Duitse weergave)
Gebruik
neutraliserend
zout
Positie
0
1
2
3
4
0-8
9-20
21-30
31-40
41-60
4
5-11
12-17
18-22
23-33
NEE
JA
JA
JA
JA
Lampje N.1
Lampje N.1
Lampje N.2
Lampje N.3
Lampje N.4
De onthardingspositie is door de fabrikant standaard ingesteld op positie 3 (indicatielampje N3). Dit omdat deze positie de meest
gebruikte en voorkomende is.
Om deze positie te veranderen werkt u als volgt:
Open de deur, druk de aan/uit knop in, druk vervolgens minimaal 10 sec. de programmakeuze toets in.
De eerste 3 lampjes aan de linker kant zullen gedurende 3 seconden gaan branden.
Het lampje dat hoort bij het instellen van de waterhardheid, gaat knipperen.
Het indrukken van de opeenvolgende toets zal het waterhardheid niveau wijzigen. (zie tabel)
Informatie voor de testlaboratoria
Algemene programma vergelijking
Ref. EN 50242 standaard:
1) Normale belading
2) Glansstand: 4
3) Hoeveelheid wasmiddel: 18 gr voor hoofdwas.
GEBRUIK
WASPROGRAMMA
LAMPJES
PROGRAMMA KNOP
Wilt u met een volle machine wassen, plaats dan elke keer na de maaltijd het vaatwerk in de machine. Schakel eventueel het programma
KOUD VOORWASSEN in om aangekoekte etensresten los te weken en om het ergste vuil te verwijderen, in afwachting van het
complete wasprogramma. Bij vaatwerk dat licht verontreinigd is of bij een lichte belading schakelt u het DAGELIJKS PROGRAMMA in
volgens de aan-wijzingen op de programma tabel.
HOE U KUNT BESPAREN ...
76 NL
VOOR HET BESTE WASRESULTAAT
1) Plaats het vaatwerk met de opening naar beneden.
2) Plaats, indien mogelijk, het vaatwerk zodanig dat het onderling niet met elkaar in contact komt. Zo verkrijgt u het beste was resultaat.
3) Verwijder, alvorens het vaatwerk in het vaatrek te plaatsen, etensresten zoals graten, tandenstokers, vlees- en groenteresten, koffiedik,
schillen, sigarettenas enz. Zo wordt vermeden dat de afvoer en sproeiers verstopt raken.
4) Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
5) Aangekoekte of aangebrande pannen en vaatwerk dienen eerst in de week te worden gezet met water en zeep dat speciaal bestemd
is voor afwasmachines.
6) Om zilver goed en verantwoord te kunnen afwassen raden wij aan:
a) - het bestek meteen na de maaltijd af te wassen (in het bijzonder indien er mayonaise, ei of vis, enz. gegeten is);
b) - er geen zeep op te strooien;
c) - het zilver niet in aanraking te brengen met andere metalen.
WAT TE DOEN ALS ...
U de afwasmachine wilt stopzetten om bijv. er nog iets in te zetten en het wasprogramma wilt onderbreken.
Open de deur na de O/I knop uit te drukken zodat het programma stopt. Wacht na het sluiten van de deur 3 minuten voordat u de
afwasmachine weer aanzet.
WAT NIET GESCHIKT IS VOOR DE MACHINE-AFWAS:
Niet al het servies is geschikt voor machine-afwas:
Het is af te raden bepaalde voorwerpen in de afwasmachine te wassen zoals: PVC voorwerpen, bestek met houten of plastic handgrepen,
sausschaal met houten handgreep, voorwerpen van aluminium of kristalhoudend glas, tenzij anders aangegeven.
Bepaalde decoraties kunnen verbleken, daarom kunt u eerst beter een exemplaar enkele malen machinaal wassen om er zeker van
te zijn dat de decoratie niet verbleekt.
Het is verstandig zilver en metalen bestek niet bij elkaar te zetten om eventuele chemische reacties te voorkomen.
NA HET GEBRUIK -
Draai na elke afwasbeurt de waterkraan dicht, zodat de afwasmachine van de waterleiding is afgesloten en schakel de AAN/UIT knop
uit.
Indien u de machine langere tijd niet gebruikt, is het aan te raden de volgende punten in acht te nemen:
1 - draai een programma af zonder afwas, maar met een afwasmiddel om de machine te ontvetten;
2 - trek de stekker uit het stopcontact;
3 - draai de waterkraan dicht;
4 - vul de naglanstank;
5 - zet de deur op een kier;
6 - reinig de machine;
7 - indien de machine zich bevindt in een ruimte waar een temperatuur van onder de 0 C heerst, kan het water in de leiding gaan
bevriezen. Breng daarom de temperatuur eerst boven de 0 C en wacht circa 24 uur met het gebruik van de afwasmachine.
GEBRUIK
REINIGING
30 Maxi
Vóórdat u enige vorm van reiniging gaat uitvoeren, dient u:
• Het apparaat van de elektrische toevoer af te koppelen en te wachten tot alle hete delen zijn afgekoeld.
• Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen, staalwol of scherpe voorwerpen om het apparaat te reinigen.
DE EMAILLE ONDERDELEN: gebruik nooit schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen, omdat dit onherstelbare schade
aan het email zal veroorzaken.
Als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u het eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek.
DE GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
Gebruik geen spons die te nat is.
Het is aanbevelenswaardig om elke substantie die de neiging heeft om te smelten, zoals plastic voorwerpen, suiker, of producten op
suikerbasis, uit de buurt te houden van de kookplaat.
Onderhoud:
. Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct op het oppervlak van de kookplaat.
. wrijf alle hardnekkige vlekken in met een zachte doek of met een beetje vochtig keukenpapier.
. wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak schoon is.
Hardnekkige vlekken:
. Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct
op het oppervlak van de kookplaat.
. schraap met een schraper terwijl u hem onder een hoek van 30 houdt,
tot de vlekken verdwijnen.
. wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak
schoon is.
. herhaal de operatie zo nodig.
Een schraper met een scheermesje zal het oppervlak niet beschadigen, zolang hij onder een hoek van 30 wordt gehouden.
. Laat nooit een schraper met een scheermesje achter binnen het bereik van kinderen.
Een paar tips:
Regelmatige reiniging laat een beschermende laag achter die essentieel is ter voorkoming van krassen en slijtage.
Zorgt u ervoor dat het oppervlak schoon is voordat u de kookplaat weer gebruikt.
Voor het verwijderen van vlekken die zijn achtergelaten door water, gebruikt u een paar druppels witte azijn of citroensap. Veegt u dan
af met absorberend papier en een paar druppels gespecialiseerde reinigingsvloeistof.
Het glaskeramische oppervlak zal bestand zijn tegen het schuren door kookpannen met vlakke bodems, maar het is altijd beter om ze
op te tillen als u ze verplaatst.
Dit apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen
2002/96/EC voor elektrische en elektronische
afval.
Door dit apparaat correct te verwijderen, helpt
u het potentiële negatieve gevolg voor de
omgeving en menselijke gezondheid te
voorkomen., welke anders door onjuiste
verwijdering zou kunnen worden veroorzaakt.
Het symbool op het product duidt aan dat dit
product niet behandeld zal worden als
huishuidelijk afval. In plaats daarvan zal het
apparaat naar het verzamelpunt voor de recycling van elektrische
en elektronische uitrusting gaan.
De verwijdering moet in overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking uitgevoerd worden
Voor meer gedetailleerde informatie over de verwijderingvan dit
product, neemt u contact op met uw gemeenlijke reinigingsdienst
of de dealer waar u het apparaat heeft gekocht.
77 NL
REINIGUNG
• OVENVERLICHTING
Het gloeilampje en het kapje eromheen zijn gemaakt van materiaal dat bestand is tegen hoge temperaturen: 230 V~ -E 14 base -
15 W - Temperatuur 300 C mini.
Het vervangen van de gloeilamp: Schakel de stroomtoevoer van de oven uit voordat u probeert de lamp te vervangen. Wacht tot de
oven is afgekoeld alvorens tot enige actie over te gaan.
Om een kapotte gloeilamp te verwisselen, hoeft alleen het glazen kapje losgeschroefd te worden, schroef de gloeilamp los en vervang
hem door een zelfde type. Nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, schroeft u het beschermende glazen kapje er weer op.
ACCESSOIRES
De ovenplaat: Maak de ovenplaat niet schoon met ruwe schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen. Gebruik eenvoudigweg
een doekje dat is uitgewrongen in heet zeepwater. Spoel de plaat na met schoon water en droog hem daarna.
De lekbak: Verwijder na het grillen de lekbak uit de oven en giet het vet in een container. Was en spoel de lekbak in erg heet water,
gebruik een spons en waspoeder. Heeft hij nog steeds plakkerige voedselvlekken, dompel hem dan onder in zeepwater. De lekbak kan
gereinigd worden in de afwasmachine. Zet de lekbak nooit terug in de oven als hij nog vuil is.
• DE RUIT VAN DE OVENDEUR
Het verdient aanbeveling om de ruit van de ovendeur na iedere kookcyclus met absorberend papier af te vegen. Als er sprake is van
sterke vlekvorming, kan het glas gereinigd worden met een sponsreinigingsmiddel.
OVENDEUR
het is mogelijk de ovendeur te reinigen terwijl hij op zijn plaats is of na verwijdering.
Doe, om de deur te verwijderen, het volgende:
. open de deur helemaal,
. maak de haken los,
. trek de deur naar boven, sluit hem gedeeltelijk, tot hij vrijkomt.
Om de deur terug te plaatsen, ervoor zorgen dat u de scharnieren zorgvuldig op hun plaats terugbrengt; een onder de scharnieren
geplaatste inkeping laat u de scharnieren op de juiste manier plaatsen.
Nadat de deur terug is geplaatst op zijn steunen, plaatst u de scharnieren in hun oorspronkelijke positie.
• GASBRANDERS:
voor het schoonmaken wordt aanbevolen alle vette of verbrande aanzettingen te verwijderen met producten op ammoniakbasis of met
de gebruikelijke schoonmaakproducten. Dompel de branderdoppen niet meteen na gebruik onder in water, om te voorkomen dat het
email door de thermische schok barst. Als de gaten verstopt raken, deze afborstelen met zeepwater en drogen met een doekje. Wanneer
u de branders opnieuw in elkaar zet, overtuig u er dan van dat de doppen van de branders en de branders zelf droog zijn en plaats ze
daarna op de juiste wijze. Let op: Pas op dat u geen enkele drup water in de branders laat komen.
• KLEP: als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u hem eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek. Zorg,
voordat u de klep optilt, dat alles wat eraf kan vallen, is verwijderd.
STORINGLIJST
LET OP!! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijk gebruikt worden.
Kleine storingen zelf oplossen.
Wanneer de vaatwasmachine plotseling niet goed werkt of helmaal niet, controleer de onderstaande punten, voordat u de Service dienst
belt.
78 NL

Documenttranscriptie

HET UITPAKKEN VAN HET APPARAAT In het gas apparaat vindt u het boekje en een zak met: - Indien u het type gas dient te veranderen: nieuwe pitten voor aanpassingen aan het gas, Butaangas G30 28-30 mbar of Propaangas G31-37 mbar, - Een zacht rubberen slang, met een uiteinde geschikt voor aansluiting op Aardgas en één geschikt voor Butaan- of Propaangas met dichtingmateriaal. AANBEVELINGEN 86,5 - 87,5 cm 142 - 143 cm (Apparaat met klep) cm 66 NL 60 • DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG LEZEN OM • Identificatieplaat OPTIMAAL GEBRUIK TE KUNNEN MAKEN VAN UW APPARAAT. We raden u aan de installatie- en gebruiksaanwijzing te bewaren Productcode:................. voor eventuele latere raadpleging en hieronder voor de installatie Serienummer:................ van het kookfornuis het serienummer te noteren van het apparaat in geval van een eventueel verzoek tot interventie van de klantendienst. WE KUNNEN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD IN GEVAL VAN NIET-NALEVING VAN DE INSTRUCTIES VERSTREKT IN DE GEBRUIKSAANWIJZING. • De afwasmachine is gemaakt van materialen die hergebruikt VEILIGHEIDSINSTRUCTIES kunnen worden zodat men het apparaat op een milieuvriendelijke manier kan wegdoen. • De gasinstallatie van uw apparaat en de elektrische aansluiting . Verzeker u ervan dat de afwasmachine geen elektriciteitskabels ervan dient u toe te vertrouwen aan een goedgekeurd installateur platdrukt. of technicus met gelijkwaardige kwalificaties. . Het is niet aan te bevelen om adapters, verdeelstekkers en/of • De Trio bestaat uit drie onderdelen, een kookplaat, een oven en verlengkabels te gebruiken. een vaatwasser. Om veiligheidsredenen dienen er onder geen . Alle mogelijke vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen enkele omstandigheid aanpassingen van welke aard dan ook aan te worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een dit apparaat te worden gedaan. gekwalificeerd technicus. Het niet opvolgen van welk bovengenoemd advies dan ook kan • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik. ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid van het apparaat. • Indien de Trio ook maar het kleinste mankement vertoont, sluit Wij raden aan om tijdens de installatie van het fornuis er goed op u hem dan niet aan. Haal de stroom er af en neem onmiddellijk te letten dat het fornuis recht staat en dat hij niet kan verschuiven. contact op met een er kende ser vice medewer ker. Teneinde de kwaliteit van de producten te verbeteren, kan CANDY • Er zijn bepaalde basis veiligheidsregels welke gelden voor ieder aanpassingen doen die verband houden met technische huishoudelijk apparaat. Ze luiden als volgt: verbeteringen. - Raak het apparaat nooit aan met natte of vochtige handen of Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen voeten. 73/23/EEC en 89/336/EEC, vervangen door 2006/95/EC - Gebruik het niet blootsvoets. and 2004/108/EC en eventuele wijzigingen - Verwijder de stekker niet uit de contactdoos voor de hoofdtoevoer door aan de elektriciteitskabel of de machine zelf te trekken. - Stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon etc.). TECHNISCHE GEGEVENS - Laat kinderen (of anderen die het apparaat niet kunnen bedienen) de machine niet zonder toezicht gebruiken. - Leun niet op de deuren en sta het ook kinderen niet toe dit te doen. • Alle toegankelijke onderdelen zijn heet wanneer de Trio in werking is. Houd jonge kinderen weg bij de Trio als deze wordt gebruikt. • Het gebruik van dit apparaat is niet bedoeld voor personen (inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke capaciteiten of tekort van ervaring en kennis, tenzij er toezicht of instructie is van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Kinderen moeten in de gaten worden gehouden worden, om er zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat gaan spelen. • Na ieder gebruik raden we aan om enig schoonmaakwerk aan de Trio te verrichten. Dit voorkomt de opeenhoping van vuil of vet dat opnieuw wordt bereid en verbrandt, waardoor onaangename geuren ontstaan en zich rook ontwikkelt. • Gebruik nooit een stoom- of hogedrukspuitbus om het apparaat schoon te maken. • Bewaar geen ontvlambare producten in de Trio aangezien ze vlam kunnen vatten als het apparaat per ongeluk wordt aangezet. • Gebruik ovenwanten als u een schotel in de oven plaatst of eruit haalt. • Bekleed de ovenwanden niet met aluminiumfolie of ovenbeschermers voor eenmalig gebruik die in sommige winkels verkrijgbaar zijn. Aluminium of ieder ander beschermingsmateriaal dat direct in aanraking komt met het hete email, riskeert het smelten van het email of kan een beschadiging aan de binnenkant veroorzaken. • Indien u kookt met vet of olie, houdt u het kookproces dan voortdurend in de gaten aangezien verhitte vetten en oliën snel vlam kunnen vatten. • klep van de gaskookplaat: - Laat de klep, terwijl het kooktoestel in gebruik is, rechtop staan. 59,6 cm - Verwijder, voordat de klep wordt geopend, alle voorwerpen die zich er op bevinden om morsen te vermijden. TRIO 9501 TRIO 9503 - Laat, voordat u de klep sluit, alle hete onderdelen van het kooktoestel afkoelen. Vermogen 2100 W 8570 W - Bewaar geen zware of metalen voorwerpen op de klep. • De afwasmachine is ontworpen voor normaal keukengereedschap. kleine mijorose Rechtsvoor hilight Ø 165/1200 W Voorwerpen die zijn vervuild door benzine, verf, sporen van staal 1 kW of ijzer, agressieve chemicaliën, zuren of logen dienen niet in de Rechtsachter super snel 3,5 kW hilight Ø 220/2300 W afwasmachine te worden afgewassen. • Aan het eind van het wasprogramma kan er beter geen water Linksvoor snel 2,50 kW hilight Ø 200/1800 W in de machine of op de vaat achterblijven. • Indien u een oude vaatwasser kwijt wilt, wees dan zo zorgvuldig Linksachter half snel 1,75 kW hilight Ø 140/1200 W om de deur te verwijderen om het risico uit te sluiten dat kinderen Capaciteit couverts EN50242 6 6 er in opgesloten raken. • Indien het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, moet 8 lt 8 lt Water verbruik erop gelet worden dat het zeker is dat er zich geen obstakels bevinden bij de ventilatieopeningen aan de onderkant. Waterdruk mini 0,08 - max 0,8 MPa INSTALLATIE Het installeren van een huishoudelijk apparaat kan een ingewikkelde operatie zijn die, als hij niet correct wordt uitgevoerd, de veiligheid van de consument ernstig kan aantasten. Dat is de reden waarom een vakkundig gekwalificeerd persoon de opdracht op zich zou moeten nemen, die hem kan uitvoeren in overeenstemming met de van kracht zijnde technische voorschriften. In het geval dit advies genegeerd wordt en de installatie door een niet-gekwalificeerd persoon wordt uitgevoerd, wijst CANDY alle verantwoordelijkheid voor ieder mogelijk technisch falen van het product af, of dat nu wel of niet resulteert in schade aan goederen of in verwondingen bij personen. GASAPPARAAT • VOORDAT HET APPARAAT WORDT GEÏNSTALLEERD, DIENT DE TECHNICUS: - De compatibiliteit tussen de Trio en de gasinstallatie te controleren. De Trio is fabrieksklaar en gereed om gebruikt te worden met het type gas dat vermeld staat op de verpakking en nogmaals op het typeplaatje dat is bevestigd op het kooktoestel. Aardgas G 20-20 mbar / G 25-25 mbar: hoofdleiding gas - Indien nodig, verander het gas. Om de gasbranders van het kooktoestel aan te passen, moeten passende pitten worden gemonteerd die de nominale toevoer verstrekken; ga naar pagina 68. • VOOR INSTALLATIE DIENT DE TECHNICUS: De Trio valt onder Klasse 2 - Subklasse 1; meubilair dat aansluit aan de unit dient niet hoger te zijn dan de bovenkant van het apparaat. - Het kooktoestel heeft verstelbare pootjes voor een perfecte, egale plaatsing op de vloer. - De gasaansluiting naar de installatie te maken in overeenstemming met de gastoevoer. - Het kooktoestel op de elektriciteit aan te sluiten met de informatie die wordt gegeven op pagina 69. - Als het type gas is veranderd, de minimum toevoer van iedere gasbrander af te stellen op pagina 68. - De Trio aan te sluiten op de watertoevoer en de waterafvoer (zie pagina 70). IEDERE AANPASSING AAN DE GASMODUS DIENT TE WORDEN GENOTEERD OP HET TYPEPLAATJE DAT IS BEVESTIGD OP HET KOOKTOESTEL. • GASAANSLUITING Deze moet gemaakt worden overeenkomstig de van kracht zijnde regelgeving in het land van installatie. In alle gevallen worden op de gastoevoerleiding een plugkraan, een regulatiemechanisme of een regulatie afvalinstrument voor propaangas geleverd. Gebruik alleen kleppen, regulatiemechanismen, uiteinden en flexibele slangen, regulatiemechanismen met het officiële merk van het land van installatie. Gasaansluiting overeenkomstig de installatie: Aardgas Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2) Butaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2) Propaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2) 1 - Op voorwaarde dat de flexibele slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden. 2- Op voorwaarde dat de zacht rubberen slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden, de lengte ervan de 1,5 meter niet overschrijdt en hij is uitgerust met passende klemmen aan de uiteinden. 1, 2 - er moeten zachte pijpen en flexibele slangen met mechanische fittingen worden geregeld om bij iedere vlam uit de buurt te kunnen blijven, en om niet beschadigd te raken door de verbrandingsgassen, hete onderdelen van het kooktoestel of door het morsen van heet voedsel. DRIE AANSLUITMOGELIJKHEDEN: • STUGGE PIJPAANSLUITING- Sluit rechtstreeks aan op het spruitstuk van de fittingen. • AANSLUITING VIA EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE FITTINGEN Wij bevelen dit type aansluiting aan. Schroef de slangbevestigingen rechtstreeks op het spruitstuk van de fitting aan de ene kant en op de plugkraan van de pijpleiding aan de andere kant. • AANSLUITING VIA ZACHT RUBBER Wij bevelen dit type aansluiting niet aan. Dient enkel en alleen als reservemogelijkheid gehouden te worden voor oude installaties waarvoor geen andere optie voorhanden is. Schroef het flexibele uiteinde (2) Butaan- / Propaangas Aardgas Monteer de zachte pijp aan het uiteinde aan de ene kant en aan het regulatiemechanisme of aan de klep van de Aardgasafvoer aan de andere kant. (2) Zorg er in ieder geval voor dat het dichtingmateriaal is aangebracht. Volg de aansluithandelingen en test de lekdichtheid, met gebruikmaking van zeepwater, het testen d.m.v. een vlam is streng verboden. 67 NL INSTALLATIE VERANDERING VAN HET TYPE GAS: Het calorisch vermogen en de druk van het gas variëren overeenkomstig het type gas. Indien het gas wordt veranderd, zou de technicus achtereenvolgens: de gaspitten moeten veranderen, de gasaansluiting maken naar de installatie en de minimum toevoer van alle gasbranderkraantjes instellen. • VERANDERING VAN HET TYPE GAS GAS/GAZ/Pression (mbar) • Fabrieksinstelling: Aardgas = G20-20 mbar/G2525 mbar Instelling van het gas is mogelijk overeenkomstig de installatie van Butaangas G30-29 mbar of Propaangas G 31-37 mbar G20/20 G20/25 G25/25 G30/29 G30/36 G31/30 G31/37 G350/13 CAT. II 2E+3+ BE-FR II 2H3+ CH-ES-GB IT-PT II 2H3B/P CZ-DK-FI NO-SE II 2H3B/P HU I 2E DE II 2L3B/P NL II 2ELs3B/P PL • VERANDERING VAN DE PITTEN VAN DE GASBRANDERS .GASPITTEN BRANDERS KOOKPLAAT Om de gaspitten te kunnen bereiken: . til de klep van de kookplaat op, . verwijder de bovenkant, de roosters, doppen en kapjes van alle branders, . gebruik een pijpsleutel (7) in de gasbrander, . installeer de gaspitten die geschikt zijn voor het geleverde type brander en gas volgens de informatie die in de tabel staat. Monteer vóór herinstallatie de kapjes, brander en roosters aan de bovenkant. Iedere gaspit is herkenbaar aan een merkteken. BRULEUR GASPIT Kleine Mijorose Half snel Snel Ultre-snel Rechtsvoor Linksachter Linksvoor Rechtsachter Gaspit G20 20 mbar G20 25 mbar 76 G25 25 mbar G30 29 mbar G31 30 mbar G31 37 mbar 50 kW Gaspit kW 1,00 1,20 101 0,90 1,00 1,75 2,00 1,60 1,75 0,90 1,00 1,60 1,75 66 Gaspit 118 80 kW Gaspit 2,50 2,80 2,30 2,50 3,50 144 4,00 3,20 3,50 2,25 2,50 94 • HET INSTELLEN VAN DE WAAKVLAM Als het type gas is veranderd, moet de stabiliteit van de vlam in de minimale toevoer gecontroleerd en ingesteld worden door afstelling van het schroefje van de waakvlam. Verwijder, om de bovenste brander van het waakvlamschroefje te kunnen bereiken, de knoppen van het bedieningspaneel. Trek om te beginnen de schijf naar voren en verwijder de gecombineerde bedieningsknop. a) Butaan- propaangas: het instellen wordt gedaan door het waakvlamschroefje rechts in te schroeven (zonder kracht uit te oefenen). De geijkte holte ervan is voorzien van de minimum stroom. b) Aardgas: . schroef het waakvlamschroefje één slag los, . plaats de gecombineerde bedieningsknop terug, steek de brander aan en zet de vlam laag, . verwijder de gecombineerde bedieningsknop nog eens, schroef het waakvlamschroefje tot een kleine vlam is verkregen die stabiel blijft als hij van een hoge naar een lage stand wordt gedraaid. . plaats de gecombineerde bedieningsknop terug. 68 NL Schroef Waarschuwing: Draai in geen geval de andere schroeven losser! kW 3,20 3,50 INSTALLATIE ELEKTRISCHE AANSLUITING "De installatie dient zich te conformeren aan de standaard richtlijnen". CANDY wijst alle verantwoordelijkheid voor iedere schade die kan zijn veroorzaakt door ongeschikt of buitensporig gebruik af. Waarschuwing: . Controleer altijd vóór iedere mogelijke handeling met elektriciteit, de toevoerspanning die op de elektriciteitsmeter staat aangegeven, de afstelling van de stroomonderbreker, de continuïteit van de aardeaansluiting naar de installatie en controleer dat de zekering geschikt is. . De elektrische aansluiting naar de installatie zou gemaakt moeten worden via een stopcontact met een stekker met randaarde, of via een stroomonderbrekingschakelaar met universele pool. Indien het apparaat een stopcontact uitgang heeft, moet deze zodanig worden geïnstalleerd dat de uitgang van het stopcontact bereikbaar is. CANDY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor ongelukken die het gevolg zijn van het gebruik van een apparaat dat niet geaard is, of met een ondeugdelijke aardeaansluiting continuïteit. . Alle vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen te worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een gekwalificeerd technicus. Om aan te sluiten: . schroef de kabelklem los, . haal de kabel door de kabelklem, . strip het isolatiemateriaal aan het eind van iedere afzonderlijke draad af en verbindt ze met de uiteinden volgens de nummers die in de tabel vermeld staan, evenals de "bar parallelle schakelingen". Voorbeeld van een aansluiting in monofase 1 - Plaats de bar 2 - Plaats de draden parallelle schakelingen 3 - Haal de kabel door de kabelklem Let op: het niet juist vastzetten kan gevaarlijke risico's veroorzaken op verhitting van de stroomtoevoerkabel. Wanneer de aansluitingsoperatie aan de uiteinden van het apparaat gereed is, zet dan de kabelklem vast en sluit het dekseltje. Waarschuwing! Dit apparaat moet geaard worden. Indien een adequate aarding ontbreekt, zult u merken dat bij aanraking van de metalen onderdelen van uw apparaat mogelijk een elektrische spreiding wordt gevoeld vanwege de aanwezigheid van een storingseliminator van radio-interferenties. Monofase Drie phases Drie phases 220-230V~ 220-230V3~ 380-415V3N~ Zekering TRIO 9501 Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd waarmee het apparaat alleen op een stroomtoevoer van 220-230 V tussen fases, of tussen fase en neutraal aangesloten kan worden. Sluit aan op een 10/16 Ampère contactdoos. Kabel Type Doorsne AANSLUITING OP KLEMMENPLAAT TRIO 9503 Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd, maar hij is uitgevoerd met een eindblok dat u in staat stelt de juiste aansluiting voor de specifieke stroomtoevoer te kiezen. 25 A 25 A 16 A H05VV-F H05RR-F, H05VV-Fof, 3 G 2,5 mm2 H05VV-Fof, H05RR-F 4 G 2,5 mm2 5 G 1,5 mm2 L2 L3 Het eindblok bevindt zich aan de achterkant van de Trio. Om het eindblok te openen: . Plaats de twee klepjes aan de zijkanten, . plaats het uiteinde van een schroevendraaier aan de voorkant van het klepje, steek hem erin en druk hem naar beneden, 2 Fase 1 Fase 1 Fase Shunter 1-2 Shunter 1-2 2 Fase overbrugging Shunter 2-3 3 Fase maken met Shunter 3-4 3 Fase shuntstaafje 5 Neutraal Shunter 4-5 5 Fase 5 Neutraal Shunter 4-5 T Aard T Aard T Aard Shunter: Eindblok x 3 bar parallelle 69 NL GEBRUIK INSTALLATIE DE GASBRANDERS WATERAANSLUITING - WATERAFVOER WATERAANSLUITING : De aan- en afvoerslangen kunnen naar wens links of rechtsom geleid worden. De afwasmachine kan zowel op koud als op warm water (max. 60 C) worden aangesloten. De waterdruk kan variëren van een minimum van 8 N/cm• tot een maximum van 80 N/cm•. Vraag bij een waterdruk lager dan 8 N/cm• uw plaatselijke waterleidingbedrijf om advies. Aansluiting op een wasmachinekraan met terugslagklep is voorschrift (Fig. 1). De afwasmachine is voorzien van een drukvaste waterslang met een 3/4 aansluitnippel (Fig. 2) voor aansluiting op de waterkraan. De waterslang "A" wordt vastgedraaid op een waterkrann "B" met een 3/4" aansluiting, zodanig dat de nippel stevig vast zit. Bij aansluiting van de machine op een nieuwe waterleiding of op een leiding die langere tijd niet gebruikt is, doet men er goed aan het water eerst enkele minuten door laten kopen, alvorens de toevoer aan te sluiten. Dit voorkomt verstopping van het filter bij de watertoevoer door zandafzetting of roest. Elke brander is voorzien van een kraan · een ruimere keus tussen de hoogste en laagste stand · een makkelijke vlam regeling · geen risico dat de vlam uit gaat bij het te snel terugdraaien van de vlam. ONTSTEKING Basis gastoevoer moet altijd dichtgedraaid zijn. • Draai de gaskraan open • Een symbool naast elke knop geeft aan welke brander het is. • Druk en draai de gewenste knop op het symbool, ingedrukt houden tot de vlam ontsteekt. Op modellen met vonkontsteking wordt de vlam ontstoken door een vonk. Dit gebeurt dmv een toets of het indrukken van de knop. Modellen zonder vonkontsteking moeten met een lucifer worden aangestoken. Modellen met een Veilligheids thermokoppel, hou de knop een paar seconden ingedrukt om het veiligheidssysteem te activeren. Als de knop meteen word losgelaten zal het veiligheidssysteem niet ingeschakeld worden en de vlam zal uitgaan. Als dit gebeurd, herhaal dan de onstekingsprocedure vanaf het begin en wacht wat langer nadat de vlam aan is. Als er speciale locale gas condities zijn welke het ontsteken moeilijker maken, adviseren wij de onstekingsprocedure te herhalen, en de knop naar het minimum te draaien. WATERAFVOER : Let er bij de opstelling op dat er geen knikken in de afvoerslang zitten (Fig. 4). De permanente afvoer dient minimaal een binnen doorsnede te hebben van 4 cm en een hoogte boven de vloer van 40 cm. Wij adviseren de installatie van een antireuk sifon (Fig. 4x). De afvoerslang kan eventueel met 2.6 m verlengd worden; de maximale hoogte is 85 cm. Neem hier voor contact op met de Ser vice Desk. 4 • Stel de vlam in naar uw eigen kook wensen, u kunt kiezen uit verschillende posities tussen de ( ) en ( ) op de bedieningsknop. • Draai de vlam uit, draai de knop naar de uit positie. • Als de brander per ongeluk ontstoken word. Draai de knop naar “0” wacht een minuut en probeer opnieuw te ontsteken. PANNEN Voor het juiste gebruik van de branders kiest u pannen welke aan de onderstaande afmetingen voldoen. * Erg snel Ø 18 cm and more * Snel Ø van 16 to 18 cm * Normaal Ø 12 cm * langzaam Ø 10 cm • Pannen met gebogen, geribbelde en scheefgetrokken bodems worden niet geadviseerd. • Aluminium pannen kunnen sporen achterlaten op de geëmailleerde pandragers, deze kunnen verwijderd worden met een vochtige doek of een licht schuurmiddel. TIPS • Vermijt het extreem laten koken van voedsel, het wordt hierdoor niet sneller gaar. Uit onderzoek is gebleken dat het voedsel dan een deel van zijn smaak kan verliezen. • Gas bespare, zorg ervoor dat de vlam niet onder de pan vandaan komt. • Zet nooit een lege pan op de brander. Het kromme uiteinde van de afvoerslang kan in de gootsteen worden gehangen (dit mag niet onder water staan, aangezien het water dan tijdens het wasprogramma weer opgezogen zou kunnen worden, Fig. 4y). Controleer bij de opstelling of er geen knikken in de toevoeren afvoerslang zitten. Verleng, zo nodig, de toevoerslang. Hiervoor is art. 9225014 van max. 1.5 m in de handel. 70 NL GEBRUIK DE GLASKERAMISCHE ZONE Posities ADVIEZEN Wat de kookplaat betreft is het gebruik van keukengereedschap van hoge kwaliteit belangrijk om goede kookresultaten te verkrijgen: . Gebruik altijd pannen van goede kwaliteit met volledig vlakke en dikke bodems. . Zorg ervoor dat de bodem van de kookpot of pan droog is: . Gebruik pannen met een doorsnee groot genoeg om het oppervlak van de eenheid volledig te bedekken. 1-2 Erg laag Bord warm houden, boter/chocolade smelten... 2 3-4 Laag Langzaam koken, gepocheerde eieren ... 3 5-6 Gemiddeld Gedroogde bonen, bevroren voedsel, fruit, kokend water ... Gestoofde appels, groente, pasta, vis, 7-8 Matig crêpes... 5 9-10 Hoog Aanbevelingen: . Bereid nooit voedsel direct op de glaskeramische kookplaat. Gebruik altijd het juiste kookgerei. . Plaats de pan altijd in het midden van de unit waarop u aan het koken bent. . Gebruik het oppervlak niet als snijplank. . Schuif het kookgerei niet over de kookplaat. . Bewaar geen zware voorwerpen boven de kookplaat. Als ze op de kookplaat vallen, kunnen ze schade veroorzaken. . Gebruik de kookplaat niet als werkblad. . Aluminiumfolie en plastic pannen dienen niet op hittezones te worden geplaatst. Controleer op het label het teken dat aangeeft of de pan aangepast is aan glaskeramisch koken. Roestvrij Staal: Met klem aanbevolen. Vooral goed met een sandwich bodem. De sandwich bodem combineert de voordelen van roestvrij staal (uiterlijk, duurzaamheid en stabiliteit) met de voordelen van aluminium of koper (hittegeleiding, gelijkmatige hitteverspreiding). Aluminium: zwaar gewicht wordt aanbevolen. Goed geleidingsvermogen. Soms verschijnen er aluminium restanten als krassen op de kookplaat, maar deze zijn te verwijderen als ze direct worden schoongemaakt. Vanwege het lage smeltpunt, kan beter geen dun aluminium worden gebruikt. Gietijzer: bruikbaar, maar niet aanbevolen. Slecht resultaat. Kan het oppervlak bekrassen. Koperen Bodem / kookpotten van steen: zwaar gewicht wordt aanbevolen. Goed resultaat, maar het koper kan restanten achterlaten die als krassen kunnen verschijnen. De restanten kunnen verwijderd worden, als de kookplaat maar onmiddellijk wordt schoongemaakt. Laat deze potten echter niet droogkoken . Oververhit metaal kan een verbinding aangaan met glazen kookplaten. Een oververhitte koperen kookpot zal een restant achterlaten dat de kookplaat permanent vlekken zal geven. Porselein / email: Goed resultaat alleen met een dunne, gladde en vlakke bodem. Het wordt ten zeerste aanbevolen om kinderen weg te houden bij de kookzones terwijl deze in werking zijn of wanneer ze uit zijn gezet, zolang de resthitte indicator aan staat, om het risico van ernstige verbrandingen te voorkomen. OVEN APPARATUUR (Volgens model) Het is noodzakelijk de apparatuur een eerste schoonmaakbeurt te geven alvorens de verschillende onderdelen voor de eerste keer te gebruiken. Was ze met een spons. Spoel uit en droog af. DE ZONES . Highlightzone: Werkt binnen 3 seconden en is geschikt voor rustig, homogeen en langdurig koken.De keramische kookplaat heeft voordeel door de grotere warmte afgifte, voortgebracht door de Hightligt kookzones, waardoor het kookproces versnelt. De modificatie van de kookplaat heeft geen invloed gehad hitte bestendigheid van het glas, maar heeft wel de veiligheid verbeterd. Met de "sprinter" optie kan er een kooktijd verkorting gehaald worden tot wel 15%, afhankelijk van de manier van koken en de gebruikte pannen. GEBRUIK 1 12 11 2 3 10 4 9 8 7 6 5 . Het indicatielampje gaat branden om aan te geven dat de hittezone aan staat. . Iedere zone is verbonden met een op de kookplaat geplaatste resthitte indicator. Deze licht op als de temperatuur van de hittezone de 60 C en hoger bereikt. Hij zal aan blijven, zelfs als de unit is uitgezet, tot het oppervlak afgekoeld is. . Draai, om een hittezone uit te zetten, de corresponderende bedieningsknop naar de stand "O". . Standen: de onderstaande voorbeelden zijn bedoeld als een leidraad. Wanneer u vertrouwd begint te raken met het gebruik van uw kookplaat, kunt u gaan uitvinden welke instellingen u het beste bevallen. Omelet, vlees ... 6 11-12 Zeer hoog Frituren, vlees .... Onderstaande informatie zal u helpen pannen te kiezen, die een goed resultaat geven. . Bepaal het teken dat overeenkomt met de kookzone die u nodig heeft. . Aanbevolen wordt de hitte op zijn hoogst in te stellen tot de zone goed warm is geworden en vervolgens lager te zetten naar de gewenste kookinstelling. 1 4 KEUZE VAN KEUKENGEREEDSCHAP Tips DE OVENPLAAT: bedoeld om plaats te bieden aan schalen en borden, en aan braadstukken vlees als deze met de grill worden bereid. Hij is uitgerust met rails die het mogelijk maken dat de lekbak naar binnen wordt geschoven. Dankzij de speciale vorm ervan, blijft de ovenplaat steeds horizontaal, zelfs wanneer hij helemaal naar de voorkant van de oven is uitgetrokken, en zo voorkomt hij het risico dat schalen eruit glijden of omkieperen. DE LEKBAK: vangt vlees- en gr illsappen op tijdens het roosteren of grillen. Hij kan op de ovenplaat worden gezet, of eronder geschoven. Tenzij de lekbak met de grill wordt gebruikt, moet hij niet worden bewaard in de oven terwijl die in gebruik is. Gebruik de lekbak nooit als grillbak. Dit zou rookontwikkeling tot gevolg kunnen hebben, rondspattend vet en de oven zou snel vlekken krijgen. • De bakplaat wordt op het ovenrooster geplaatst. Hierop kunt u klein gebak zoals soesjes, zandkoekjes, schuimgebakjes e.d. leggen. Plaats de bakplaat nooit direct op de bodem van de oven. Het draaispit. Dit is uitgerust met een pen, twee vorken en een penhouder. DE TIMER VAN DE STROOMONDERBREKER Zorgt voor het functioneren van de oven, 10 tussen 1 en 120 minuten, met een 20 onmiddellijke start en een automatische 30 120 stop. Als de tijd isverstreken, sluit de 40 110 timer automatisch de stroomtoevoer naar 50 100 de oven af. 60 90 80 70 Maar de oven kan ook zonder programmering worden gebruikt. In dit geval draait u de bedieningsknop naar de stand Hand . Let op: om een tijd in te stellen, draait u de bedieningsknop met de klok mee naar de 120 minuten markering en vervolgens draait u hem terug tot de gewenste tijd. 71 NL GEBRUIK DE OVEN BEREIDINGSADVIEZEN BIJZONDER BELANGRIJK: De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Om de oven te gebruiken, dient u de afwasmachine te sluiten. VLEES: Het is beter om vlees pas te zouten na de bereiding omdat zout het vlees stimuleert om vet te spetteren. Dit zal de oven verontreinigen en een hoop rook geven. Braadstukken wit vlees, varkensvlees, kalfs- , lamsvlees en vis kunnen koud in de oven geplaatst worden. De bereidingstijd is langer dan in een voorverwarmde oven, maar het gaart het vlees beter door en door omdat de hitte meer tijd heeft om het braadstuk binnen te dringen. Juiste voorverwarming is de basis voor een succesvolle bereiding van rood vlees. BELANGRIJK: Laat kinderen nooit in de buurt van de Trio als deze in gebruik is. Als de Trio is voorzien van een afdekplaat moet u deze voor gebruik omhoog zetten. DE KOOKMETHODES (Volgens model) • Conventioneel koken : de bovenste en onderste verhittingselementen worden samen gebruikt. Deze methode is ideaal voor al het traditionele rooster- en bakwerk, voor het dichtschroeien van rood vlees, rosbief, lamsbout, brood, laagjesdeeg. Verwarm de oven ongeveer tien minuten voor en plaats het vlees dat wordt bereid op de middelste plaatstand. • Gril : Maakt gebruik van het bovenste verhittingselement. Succes is verzekerd bij mixed grills, kebabs en "gegratineerde schotels". Een voorverwarming van vijf minuten is nodig om het element heet te krijgen. • Roosterspit : maakt gebruik van het bovenste verhittingselement in combinatie met het roosterspit, wat de echte geur van traditioneel geroosterd voedsel geeft. . Verwijder alle accessoires uit de oven. . Plaats de lekbak op de bodem van de oven. . Rijg het te bereiden voedsel aan de vleespen en plaats hem in het midden tussen de twee vorken. . Zet de vleespen in de steun en schuif de steun en de vleespen op het tweede niveau. Het uiteinde van de vleespen zal zich dan tegenover de groef in het besturingsmechanisme bevinden. . Zet de vleespen in het besturingsmechanisme. • Roosterspit en conventioneel koken : tegelijkertijd gebruikmaken van het roosterspit en het conventionele koken. Het kan u een tijdsbesparing opleveren bij het koken. U moet dan echter zorgen voor het omdraaien van de ovenplaat met rails, met de rails naar de bovenkant, en de lekbak erop plaatsen. • Turbogril : Gebruik van de koepelweerstand en van de turbine die de lucht in de ovenruimte vermengt. Ideaal voor dikke omvangrijke bereidingen, volledige stukken zoals varkensgebraad, gevogelte enz. Voorverwarming is nodig voor rood vlees, maar nutteloos voor wit vlees. De te bereiden gerechten rechtstreeks op het rooster in het midden van de oven plaatsen, op een middelhoog niveau. De sausopvangschotel onder het rooster schuiven om vetresten op te vangen. Zorgen dat het gerecht niet te dicht bij de grill staat. Het te roosteren stuk na de halve bereidingstijd omdraaien. • Gemengde warmte : Gelijktijdig gebruik van de ovenvloer, ovenkoepelweerstand en de turbine die de lucht in de ovenruimte vermengt. Aanbevolen voor gevogelte, gebak, vis, groenten enz.... De warmte dringt beter door in de te bereiden gerechten en verkort de kooktijd, evenals de voorverwarmingstijd. CAKE - GEBAK EN BISCUIT: Vermijd het gebruik van glanzende vormen omdat ze hitte kunnen reflecteren en uw cakes kunnen verpesten. Indien uw cakes te snel bruinen, bedek ze dan met vetvrij papier of aluminiumfolie. Let op: de juiste manier om folie te gebruiken is met de glimmende kant naar binnen. Doet u dat niet, dan wordt de hitte gereflecteerd door het glimmende oppervlak en dringt hij de cake niet binnen. Vermijd het openen van de deur gedurende de eerste 20 tot 25 minuten van de bereiding: Moskovisch gebak, soufflés, brioches etc. zullen de neiging hebben om te vallen. U kunt controleren of cakes klaar zijn, door er met het lemmet van een mes of met een metalen breinaald in te prikken. Als het lemmet er mooi en droog uit komt, is uw cake klaar en kunt u de bereiding stopzetten. Als het lemmet er vochtig uit komt of met stukjes cake er aan geplakt, laat hem dan nog verder bakken maar zet de thermostaat zoveel lager dat hij zonder te verbranden wordt afgebakken. De volgende instructies zijn alleen een leidraad. U zult ze mogelijk willen veranderen overeenkomstig uw eigen ervaring of persoonlijke smaak. Voorverwarmingstijden: . 20 minuten tussen 210 en 230 C . 15 minuten tussen 140 en 190 C . 10 minuten tussen 65 en 115 C GEBRUIK • Draai de bedieningsknop op de gevraagde bereidingsmethode en stel een temperatuur in: C P Gewicht Bereiding van Oven Plaats van temperatuur onderaf C gerekend Tijd in minuten VIS - PESCE 1 kg Forel 200 1 15 / 25 Kabeljauw 190 1 50 VLEES 1 - 1,5 kg 190 1 90 1 kg Rosbief Kalfsfricandeau 150 / 160 1 120 / 150 2 kg Kalferagout 170 / 190 1 60 / 90 1 - 1,5 kg Lamsbout 150 / 160 1 60 / 75 1 - 1,5 kg Geitebout 150 / 160 1 50 / 60 1 - 1,5 kg Speen varkendij 190 1 120 2 kg Duiven bout 150 / 160 1 45 4 kg 2 - 2,5 kg 1 - 1,5 kg Gans Eend Kalkoen 160 175 170 1 1 1 240 / 270 90 / 150 60 / 80 65 GEVOGELTE 230 90 210 115 190 165 140 Conventioneel koken Temperatuur van 65 C tot 230 C Gril Temperatuur 230 C Roosterspit Temperatuur 230 C Roosterspit en conventioneel koken Temperatuur 230 C Turbogril Temperatuur van 230 C Gemengde warmte Temperatuur van 65 C tot 230 C VERSCHILLENDE - GERECHTEN Lasagna 200 1 40 Soufflé’s Soezen Pizza 200 200 200 1 1 1 20 20 20 GEBAK • Draai de bedieningsknop van de timer van de stroomonderbreker naar de stand Hand of op een programmeringduur. Het indicatorlampje van het regulatiemechanisme geeft aan dat de thermostaat werkt. Tijdens de bereidingstijd gaat het regelmatig aan en uit. 72 NL Roerdeeg 175 1 40 / 50 Vruchten vlaai 180 / 190 1 20 / 30 Cakedeeg 160 1 40 / 45 Schuimgebak 100 1 90 Bladerdeeg 200 1 20 GEBRUIK AFWASMACHINE BEDIENINGSPANEEL A Programma selectie indicatie lichtje B Programma-Keuze Toets C Omschrijving programma's D Aan/Uit Knop PROGRAMMA SELECTIE EN SPECIALE FUNCTIES HERINNERING! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Instellen van de programma's Open de deur en druk op de Aan/Uit knop ; de 4 programma lampjes gaan knipperen - Selecteer het gewenste programma door de het indrukken van de programmakeuze knop, Het lampje van het gekozen programma gaat branden. (2 lampjes bij het koude spoel programma) - Sluit de deur (na het signaal) het gekozen programma zal automatisch starten) GEBRUIK AFWASMACHINE Het openen van de deur - U opent de deur van de afwasmachine door de handgreep naar u toe te trekken. Bij opening van de deur tijdens de werking van de afwasmachine schakelt de machine automatisch uit. Tijdens de werking van de afwasmachine wordt het openen van de deur niet aangeraden. Ingeval van nood, moet u de stop knop indrukken. Het sluiten van de deur U schuift het vaatrek naar binnen. Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien en of er geen bestek, pannen of borden zijn die de draaibewegingen kunnen belemmeren. U sluit de deur door deze stevig aan te drukken tot u de beveiligingsgrendel hoort klikken. Onderbreken van een programma Het is niet aan te raden om de deur te openen terwijl een programma loopt, zeker niet tijdens de hoofdwasfase en de droogfase. Mocht de deur onverhoopt toch geopend worden stopt het programma automatisch. Wanneer de deur weer gesloten wordt gaat het programma automatisch verder. Wanneer u van programma wil veranderen of een programma beëindigen, handel volgens de volgende procedure: Open de deur, druk de programmakeuze knop intot dat alle 4 indicatielampjes knipperen. Het huidige programma is geannuleerd. Een nieuwe programmakeuze kan nu gemaakt worden. Voordat u een nieuw programma opstart, verzeker uzelf dat er nog genoeg wasmiddel in de dispenser zit. Indien nodig kunt u de dispenser dan bijvullen. LET OP: Als de deur tijdens een programma wordt geopend zal er een signaal gaan klinken, dit geeft aan dat het vaatwas programma nog niet klaar is. Einde van het programma Het einde van een programma wordt aangegeven door een geluidssignaal. Wanneer de deur geopend wordt, knipperen alle 4 indicatielampjes. Zet de aan/uit knop uit.Uitschakelen van het geluidssignaal Het geluidssignaal kan op de volgende manier uitgeschakeld worden: - Druk de aan/uit knop in. - Wacht tot de programma lampjes gaan branden. - Druk binnen 2 minuten de programma knop in, hou deze 30 sec ingedrukt (het programma lampje gaat knipperen en er klinkt een signaal) - Als de eerste 2 lampjes aan de linkerkant branden (zonder te knipperen) en het signaal is gestopt, laat u de knop los (het uitschakelen van het signaal is gereed) - Druk wederom de programmaknop in, de eerste 2 lampjes aan de linkerkant gaan uit en de andere twee zullen gaan branden. (het signaal is weer ingeschakeld) - Een geluidssignaal zal bevestigen dat het inschakelen gereed is. - Om het signaal weer uit te zetten herhaal de bovenstaande stappen. Attentie - Deze afwasautomaat is uitgevoerd met een "waterblock", dit is een beveiliging tegen overstroming. Deze beveiliging werkt zelfs wanneer de machine is uitgeschakeld, en stopt de watertoevoer als het niveau te hoog wordt door een eventuele storing. Waarschuwings Signaal Als er fouten optreden tijdens een programma, dan gaat het lampje dat correspondeert met het betreffende programma snel knipperen en er zal een geluidssignaal klinken. Mocht dit het geval zijn, zet dan de vaatwasser uit dmv het indrukken van de aan/uit knop. Nadat u gekeken heeft of de watertoevoer open is, de slang niet dubbel zit en het filter niet verstopt is, kunt u de machine weer aanzetten. Als dit probleem zich voor blijft doen, bel dan de Service Desk. Belangrijk Om te voorkomen dat deze beveiliging onbedoeld in werking treedt is het aan te bevelen de machine niet te verplaatsen of op te tillen terwijl deze in werking is. Als het nodig is de machine te verplaatsen of op te tillen wacht dan tot het wasprogramma is afgelopen en het water uit de kuip is weggepompt. VOORBEREIDING EN SCHOONMAKEN VAN HET FILTER Het filter bestaat uit : - De filterbeker, die de grofste etensresten opvangt. - De filterplaat, die zorgt voor het voortdurend filteren van het spoelwater. - Het microfilter, dat zich onder de filterplaat bevindt en dat ook de kleinste resten vuil perfect opvangt en zorgt voor een prima filtering. Om het beste eindresultaat te verkrijgen is het noodzakelijk om vóór elke was de filterbeker te controleren en deze zo nodig onder de kraan te reinigen, eventueel met behulp van een borsteltje. De filtergroep kan eenvoudig uit de machine gehaald worden door het bij de handgreep omhoog te lichten. De filterbeker kan ten behoeve van de reiniging eenvoudig uit de filterplaat gehaald worden. Omdat de afwasmachine is uitgerust met een zelfreinigend microfilter, zal het onderhoud beperkt blijven en dient de filtergroep om de veertien dagen geïnspecteerd te worden. Het is echter raadzaam om na iedere wassing te controleren of de filterbeker en de filterplaat niet verstopt zijn. Waarschuwing : Let er na het reinigen van de filterdelen op dat alles weer op de juiste plaats is teruggebracht en dat de filterplaat perfect op de bodem van de afwasmachine geplaatst is. Een onnauwkeurige terugplaatsing van de filters kan schadelijk zijn voor een goede werking van de machine. Let wel : Gebruik de afwasmachine nooit zonder filters. 73 NL GEBRUIK BELADING MET COUVERTS HET TOEVOEGEN VAN Glansspoelmiddel Voordat u het serviesgoed in uw machine doet, dient u eerst etensresten zoals botjes, graten, tandenstokers, vlees- en groenteresten, schillen, enz. te verwijderen. Zo wordt vermeden dat het filter verstopt raakt en het wasresultaat nadelig wordt beïnvloed. Het vaatrek kan alle soorten serviesgoed bevatten. BELADING MET 6 INTERNATIONALE STANDAARD COUVERTS (IEC 436 - DIN 44990 - NFC 73176) A - 6 glazen B - 6 dessert bordjes C - 6 schoteltjes D - Kleine kopjes E - 6 koffie- of theekopjes F - 6 plaate borden G - 6 diepe borden H - Soepkommen I - Dienschaal L - Bestekkorf BELADING MET 4 STANDAARD COUVERTS+PANNEN OF SCHALEN In het vaatrek worden kook-, steel-, soeppannen, slakommen, schalen, deksels en keukengerei geplaatst.Het bestek gaat in de speciale plastic houder die weer wordt opgesteld al naar gelang de behoefte. Voor een goed was-resultaat wordt aangeraden om de lepels af te wisselen met ander bestek, wordt aangeraden om de lepels af te wisselen met ander bestek, zodat zij niet aan elkaar gaan kleven. Plaats het bestek altijd met het handvat of de steel naar beneden, tenzij de handvatten bijzonder smal zijn: in dat geval moeten zij andersom geplaatst worden, omdat zij anders door de bodem van de bestekkorf naar beneden kunnen glijden en de sproeiarmen kunnen blokkeren. HET TOEVOEGEN VAN AFWASMIDDEL Gebruik altijd een afwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines bestemd is. Gebruik nooit andere wasmiddelen (zoals die voor de handwas), omdat zij niet de juiste ingrediënten bevatten en schadelijk kunnen zijn voor een goede werking van de machine. HET NORMALE WASPROGRAMMA Het zeepbakje bevindt zich aan de binnenzijde van de deur. Indien dit dicht is, drukt u op de klep: na ieder wasprogramma gaat het bakje vanzelf open en is het weer gereed voor gebruik. De hoeveelheid wasmiddel kan aangepast worden aan de mate waarin het serviesgoed vervuild is en aan het type serviesgoed. Wij raden een hoeveelheid afwasmiddel aan van 15 gram. In geval van zeer hard water of bijzonder hardnekkig vuil dient u 25 gram afwasmiddel te gebruiken. Sluit na invoering van het afwasmiddel de klep. Aangezien niet alle afwasmiddellen gelijk zijn, raden wij u aan eerst de aanwijzingen op het afwasmiddelpak te raadplegen. Gebruikt u te weinig afwasmiddel, dan wordt de afwas onvoldoende gereinigd. Een te grote hoeveelheid afwasmiddel leidt niet tot een betere waskwaliteit, maar is slechts verspilling.Door de juiste hoeveelheid afwasmiddel te gebruiken spaart u het milieu. EXTRA WASMIDDEL VOOR INTENSIEF WASPROGRAMMA Bij een intensief afwasprogramma dient nog een tweede dosis - ongeveer 15 gram (1 eetlepel) - afwasmiddel toegevoegd te worden. Deze dosis gaat in de zeepgleuf van de gesloten deur of recht-streeks in de trommel. Met de aangeduide hoeveelheid wasmiddel wordt poeder bedoeld. Aaan de rechterkant van het zeepbakje bevindt zich het tankje voor het glansspoelmiddel met een inhoud van plus minus 130 ml. Open het klepje en giet de vloeistof in de tank. Let erop dat u niet morst. De vloeistof is voldoende voor meerdere wasbeur ten. Doe de deur weer dicht. Dit middel, dat automatisch aan de l aatste spoeling wordt toegevoegd, zorgt dat de afwas snel droogt en geen vlekken en witte strepen achterlaat. Gebruik een glansspoelmiddel dat geschikt is voor automatische afwasmachines. Het niveau van de vloeistof in de tank kan gemakkelijk gecontroleerd worden via een doorkijkglas "A" dat zich tussen de twee deurtjes bevindt. VOL Zwart LEEG Wit HET DOSEREN VAN Glansspoelmiddel (van 1 t/m 6) Het doseerbakje "B" zit onder het deurtje en kan met één vinger gedraaid worden. Wij adviseren stand "3". De hoeveelheid aanwezige kalk in het water bepaalt de mate van kalkafzetting en de drogingsgraad. Het is daarom van belang om de hoeveelheid toe te dienen glansspoelmiddel te kunnen regelen. Mocht uw afwas aan het einde van het programma strepen vertonen, dan dient u de instelling met één streep terug te brengen. Zijn er echter witachtige kringen op uw afwas te zien, dan dient u de afstelling met één streep te verhogen. HET VULLEN VAN HET ZOUTRESERVOIR De afwasmachine is uitgerust met een automatische waterverzachter die de harde bestanddelen aan het water onttrekt. Hard water laat witachtige vlekken op het servies achter. Op de bodem van de vaatwasser bevindt zich het zoutreservoir voor de regeneratie van de wasverzachter. De filtermassa van de zuiveringsin-stallatie dient te worden geactiveerd met speciaal voor afwasmachines bestemd onthardingszout, dat verkrijgbaar is in blokjes of in korrelvorm. Schroef het dekseltje van het reservoir los. Bij de eerste vulling het reservoir eerst met water vullen en daarna het zout erin gieten tot het reservoir vol is. Het is normaal dat tijdens het bijvullen wat water over loopt. Verwijder de zoutresten en draai het dekseltje er weer vast op. Als de afwasmachine niet direkt gebruikt hoeft te worden, schakel dan het programma "Koud Spoelen" ("Eco+Snel" 2 lampjes) in, zodat de zoutoplossing die overloopt meteen door water wordt weggespoeld. De inhoud van de ontharder is tussen de 1,5, om de ontharder efficiënt te laten werken, moet het apparaat van tijd tot tijd gevuld worden met neutraliserend zout, naar gelang het wateronthardingssysteem. Belangrijk: Vul de eerste keer het zoutreservoir met water voor het met regenereerzout te vullen. Laad de afwasmachine nadat het zoutreservoir is bijgevuld. 74 NL GEBRUIK Regulatie van het onthardingssysteem door een electronisch programma De automatische waterverzachter kan water met een hardheidsgraad tot 60 fH (Franse weergave) of 33 dH (Duitse weergave) door 5 posities. In de tabel hieronder zijn de verschillende graden weergegeven die corresponderen met de positiezetting van het systeem. Niveau Hardheid Hardheid fH (Franse weergave) fH (Duitse weergave) Gebruik neutraliserend zout Positie 0 0-8 4 NEE Lampje N.1 1 9-20 5-11 JA Lampje N.1 2 21-30 12-17 JA Lampje N.2 3 31-40 18-22 JA Lampje N.3 4 41-60 23-33 JA Lampje N.4 De onthardingspositie is door de fabrikant standaard ingesteld op positie 3 (indicatielampje N3). Dit omdat deze positie de meest gebruikte en voorkomende is. Om deze positie te veranderen werkt u als volgt: Open de deur, druk de aan/uit knop in, druk vervolgens minimaal 10 sec. de programmakeuze toets in. De eerste 3 lampjes aan de linker kant zullen gedurende 3 seconden gaan branden. Het lampje dat hoort bij het instellen van de waterhardheid, gaat knipperen. Het indrukken van de opeenvolgende toets zal het waterhardheid niveau wijzigen. (zie tabel) LAMPJES PROGRAMMA KNOP WASPROGRAMMA Informatie voor de testlaboratoria Algemene programma vergelijking Ref. EN 50242 standaard: 1) Normale belading 2) Glansstand: 4 3) Hoeveelheid wasmiddel: 18 gr voor hoofdwas. 75 NL GEBRUIK HOE U KUNT BESPAREN ... Wilt u met een volle machine wassen, plaats dan elke keer na de maaltijd het vaatwerk in de machine. Schakel eventueel het programma KOUD VOORWASSEN in om aangekoekte etensresten los te weken en om het ergste vuil te verwijderen, in afwachting van het complete wasprogramma. Bij vaatwerk dat licht verontreinigd is of bij een lichte belading schakelt u het DAGELIJKS PROGRAMMA in volgens de aan-wijzingen op de programma tabel. VOOR HET BESTE WASRESULTAAT 1) Plaats het vaatwerk met de opening naar beneden. 2) Plaats, indien mogelijk, het vaatwerk zodanig dat het onderling niet met elkaar in contact komt. Zo verkrijgt u het beste was resultaat. 3) Verwijder, alvorens het vaatwerk in het vaatrek te plaatsen, etensresten zoals graten, tandenstokers, vlees- en groenteresten, koffiedik, schillen, sigarettenas enz. Zo wordt vermeden dat de afvoer en sproeiers verstopt raken. 4) Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. 5) Aangekoekte of aangebrande pannen en vaatwerk dienen eerst in de week te worden gezet met water en zeep dat speciaal bestemd is voor afwasmachines. 6) Om zilver goed en verantwoord te kunnen afwassen raden wij aan: a) - het bestek meteen na de maaltijd af te wassen (in het bijzonder indien er mayonaise, ei of vis, enz. gegeten is); b) - er geen zeep op te strooien; c) - het zilver niet in aanraking te brengen met andere metalen. WAT TE DOEN ALS ... U de afwasmachine wilt stopzetten om bijv. er nog iets in te zetten en het wasprogramma wilt onderbreken. Open de deur na de O/I knop uit te drukken zodat het programma stopt. Wacht na het sluiten van de deur 3 minuten voordat u de afwasmachine weer aanzet. WAT NIET GESCHIKT IS VOOR DE MACHINE-AFWAS: Niet al het servies is geschikt voor machine-afwas: Het is af te raden bepaalde voorwerpen in de afwasmachine te wassen zoals: PVC voorwerpen, bestek met houten of plastic handgrepen, sausschaal met houten handgreep, voorwerpen van aluminium of kristalhoudend glas, tenzij anders aangegeven. Bepaalde decoraties kunnen verbleken, daarom kunt u eerst beter een exemplaar enkele malen machinaal wassen om er zeker van te zijn dat de decoratie niet verbleekt. Het is verstandig zilver en metalen bestek niet bij elkaar te zetten om eventuele chemische reacties te voorkomen. NA HET GEBRUIK Draai na elke afwasbeurt de waterkraan dicht, zodat de afwasmachine van de waterleiding is afgesloten en schakel de AAN/UIT knop uit. Indien u de machine langere tijd niet gebruikt, is het aan te raden de volgende punten in acht te nemen: 1 - draai een programma af zonder afwas, maar met een afwasmiddel om de machine te ontvetten; 2 - trek de stekker uit het stopcontact; 3 - draai de waterkraan dicht; 4 - vul de naglanstank; 5 - zet de deur op een kier; 6 - reinig de machine; 7 - indien de machine zich bevindt in een ruimte waar een temperatuur van onder de 0 C heerst, kan het water in de leiding gaan bevriezen. Breng daarom de temperatuur eerst boven de 0 C en wacht circa 24 uur met het gebruik van de afwasmachine. REINIGING • Vóórdat u enige vorm van reiniging gaat uitvoeren, dient u: • Het apparaat van de elektrische toevoer af te koppelen en te wachten tot alle hete delen zijn afgekoeld. • Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen, staalwol of scherpe voorwerpen om het apparaat te reinigen. • DE EMAILLE ONDERDELEN: gebruik nooit schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen, omdat dit onherstelbare schade aan het email zal veroorzaken. Als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u het eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek. • DE GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT Gebruik geen spons die te nat is. Het is aanbevelenswaardig om elke substantie die de neiging heeft om te smelten, zoals plastic voorwerpen, suiker, of producten op suikerbasis, uit de buurt te houden van de kookplaat. Onderhoud: . Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct op het opper vlak van de kookplaat. . wrijf alle hardnekkige vlekken in met een zachte doek of met een beetje vochtig keukenpapier. . wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak schoon is. 30 Maxi Hardnekkige vlekken: . Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct op het oppervlak van de kookplaat. . schraap met een schraper terwijl u hem onder een hoek van 30 houdt, tot de vlekken verdwijnen. . wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak schoon is. . herhaal de operatie zo nodig. Een schraper met een scheermesje zal het oppervlak niet beschadigen, zolang hij onder een hoek van 30 wordt gehouden. . Laat nooit een schraper met een scheermesje achter binnen het bereik van kinderen. Een paar tips: Regelmatige reiniging laat een beschermende laag achter die essentieel is ter voorkoming van krassen en slijtage. Zorgt u ervoor dat het oppervlak schoon is voordat u de kookplaat weer gebruikt. Voor het verwijderen van vlekken die zijn achtergelaten door water, gebruikt u een paar druppels witte azijn of citroensap. Veegt u dan af met absorberend papier en een paar druppels gespecialiseerde reinigingsvloeistof. Het glaskeramische oppervlak zal bestand zijn tegen het schuren door kookpannen met vlakke bodems, maar het is altijd beter om ze op te tillen als u ze verplaatst. 76 NL REINIGUNG • OVENVERLICHTING Het gloeilampje en het kapje eromheen zijn gemaakt van materiaal dat bestand is tegen hoge temperaturen: 230 V~ -E 14 base 15 W - Temperatuur 300 C mini. Het vervangen van de gloeilamp: Schakel de stroomtoevoer van de oven uit voordat u probeert de lamp te vervangen. Wacht tot de oven is afgekoeld alvorens tot enige actie over te gaan. Om een kapotte gloeilamp te verwisselen, hoeft alleen het glazen kapje losgeschroefd te worden, schroef de gloeilamp los en vervang hem door een zelfde type. Nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, schroeft u het beschermende glazen kapje er weer op. • ACCESSOIRES De ovenplaat: Maak de ovenplaat niet schoon met ruwe schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen. Gebruik eenvoudigweg een doekje dat is uitgewrongen in heet zeepwater. Spoel de plaat na met schoon water en droog hem daarna. De lekbak: Verwijder na het grillen de lekbak uit de oven en giet het vet in een container. Was en spoel de lekbak in erg heet water, gebruik een spons en waspoeder. Heeft hij nog steeds plakkerige voedselvlekken, dompel hem dan onder in zeepwater. De lekbak kan gereinigd worden in de afwasmachine. Zet de lekbak nooit terug in de oven als hij nog vuil is. • DE RUIT VAN DE OVENDEUR Het verdient aanbeveling om de ruit van de ovendeur na iedere kookcyclus met absorberend papier af te vegen. Als er sprake is van sterke vlekvorming, kan het glas gereinigd worden met een sponsreinigingsmiddel. • OVENDEUR het is mogelijk de ovendeur te reinigen terwijl hij op zijn plaats is of na verwijdering. Doe, om de deur te verwijderen, het volgende: . open de deur helemaal, . maak de haken los, . trek de deur naar boven, sluit hem gedeeltelijk, tot hij vrijkomt. Om de deur terug te plaatsen, ervoor zorgen dat u de scharnieren zorgvuldig op hun plaats terugbrengt; een onder de scharnieren geplaatste inkeping laat u de scharnieren op de juiste manier plaatsen. Nadat de deur terug is geplaatst op zijn steunen, plaatst u de scharnieren in hun oorspronkelijke positie. • GASBRANDERS: voor het schoonmaken wordt aanbevolen alle vette of verbrande aanzettingen te verwijderen met producten op ammoniakbasis of met de gebruikelijke schoonmaakproducten. Dompel de branderdoppen niet meteen na gebruik onder in water, om te voorkomen dat het email door de thermische schok barst. Als de gaten verstopt raken, deze afborstelen met zeepwater en drogen met een doekje. Wanneer u de branders opnieuw in elkaar zet, overtuig u er dan van dat de doppen van de branders en de branders zelf droog zijn en plaats ze daarna op de juiste wijze. Let op: Pas op dat u geen enkele drup water in de branders laat komen. • KLEP: als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u hem eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek. Zorg, voordat u de klep optilt, dat alles wat eraf kan vallen, is verwijderd. Dit apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen 2002/96/EC voor elektrische en elektronische afval. Door dit apparaat correct te verwijderen, helpt u het potentiële negatieve gevolg voor de omgeving en menselijke gezondheid te voorkomen., welke anders door onjuiste verwijdering zou kunnen worden veroorzaakt. Het symbool op het product duidt aan dat dit product niet behandeld zal worden als huishuidelijk afval. In plaats daarvan zal het apparaat naar het verzamelpunt voor de recycling van elektrische en elektronische uitrusting gaan. De verwijdering moet in overeenstemming met plaatselijke milieuvoorschriften voor afvalverwerking uitgevoerd worden Voor meer gedetailleerde informatie over de verwijderingvan dit product, neemt u contact op met uw gemeenlijke reinigingsdienst of de dealer waar u het apparaat heeft gekocht. 77 NL STORINGLIJST LET OP!! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijk gebruikt worden. Kleine storingen zelf oplossen. Wanneer de vaatwasmachine plotseling niet goed werkt of helmaal niet, controleer de onderstaande punten, voordat u de Service dienst belt. 78 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Candy TRIO 9503 X Handleiding

Categorie
Open haarden
Type
Handleiding