Fagor CFI-3GLSTABUT Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

EN INSTALLATION AND USER GUIDE
ES MANUAL DE INSTALACIÓN Y UTILIZACIÓN
NL INSTALLATIE- EN GEBRUIKSGIDS
Cooking hob
Placa de cocción
Kookplaat
46
Uit een voortdurend streven naar het verbeteren van onze producten behouden we ons het
recht voor om wijzigingen aan te brengen aan de technische, functionele of esthetische
eigenschappen ervan, om de technische evolutie op de voet te volgen.
BBeellaannggrriijjkk
: voordat u uw apparaat start, dient u deze installatie- en gebruiksgids
aandachtig te lezen om er sneller mee te leren werken.
INHOUD
47
NL
Veiligheidsaanwijzingen
_____________________________________
114
Respect voor het milieu
_____________________________________
115
Beschrijving van uw apparaat
________________________________
116
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Keuze van de plaats
________________________________________
117
Inbouw
___________________________________________________
117
Inbouwtips
________________________________________________
118
Elektrische aansluiting
______________________________________
119
Gasaansluiting
_____________________________________________
120
Vervanging van het gas
_____________________________________
122
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Beschrijving van de bovenzijde
_______________________________
127
In werking stellen van de gasbranders
________________________
128
Recipiënten voor de gasbranders
_____________________________
129
3 / GEWOON ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
Onderhoud van uw apparaat
_________________________________
130
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN
Tijdens het gebruik ________________________________________ 131
5 / KOOKTABEL
Handleiding voor koken met gas
______________________________
132
6 / ENKELE TIPS
________________________________________________
132
7 / SERVICEDIENST EN KLANTENRELATIE
Ingrepen
__________________________________________________
24
48
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Deze kookplaat is bestemd voor particulier
gebruik in een huishoudelijke omgeving.
Dit apparaat dient overeenkomstig de
geldende voorschriften te worden
geïnstalleerd en in een goed geventileerde
ruimte te worden gebruikt. Raadpleeg deze
gids alvorens het apparaat te installeren en te
gebruiken.
Het gebruik ervan moet onder toezicht
gebeuren.
Deze kookplaten zijn uitsluitend bestemd
voor het koken van vaste of vloeibare
levensmiddelen en bevatten geen
asbesthoudende onderdelen.
Dit apparaat is niet aangesloten op een
afvoerkanaal voor rookgassen. Het dient
volgens de geldende voorschriften te worden
geïnstalleerd en aangesloten. Met speciale
aandacht voor de ventilatievoorschriften.
Berg in het meubel onder de kookplaat
geen
REINIGINGSPRODUCTEN of BRANDBARE
PRODUCTEN
op (spuitbussen of recipiënten
onder druk, papier, receptenboeken, ...).
— Als u een schuiflade gebruikt onder de
kookplaat, adviseren wij u hier geen
hittegevoelige voorwerpen in te bewaren
(plastic, papier, spuitbussen enz.).
Uw kookplaat moet losgekoppeld zijn van
het elektriciteits- of gasnet vóór elke ingreep.
Wanneer elektrische apparaten
aangesloten worden op een stopcontact,
dient u na te gaan of de voedingskabel niet in
contact komt met de warme zones.
Uit veiligheidsoverwegingen moet men na
gebruik de hoofdkraan van de gasleiding of
de kraan van de butaan- of propaanfles
dichtdraaien.
Het conformiteitsmerk CE is op deze platen
aangebracht.
De installatie dient door erkende
installateurs en vaklieden te worden
uitgevoerd.
Zorg er vóór de installatie voor dat de
lokale distributievoorwaarden (aard en druk
van gas) overeenkomen met de afstelling van
het apparaat.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
door personen (kinderen inbegrepen)
waarvan de lichamelijke, sensoriële of
mentale capaciteiten beperkt zijn, of
personen zonder ervaring of kennis, behalve
onder toezicht van een persoon die instaat
voor hun veiligheid of na voorafgaande
instructies over het gebruik van het apparaat.
Laat kinderen nooit onbewaakt, om te
vermijden dat ze met het apparaat zouden
spelen.
Dit apparaat is niet bestemd om in werking
te worden gesteld door middel van een
externe schakelklok of een apart
afstandsbedieningssysteem.
Deze plaat is overeenkomstig de norm
EN 60335-2-6 wat betreft het warm worden
van meubels en klasse 3 wat betreft de
installatie (volgens de norm EN 30-1-1).
Let op
De afstelvoorwaarden worden
aangegeven op een label in het plastic zakje
en op de verpakking.
Om de referenties van het apparaat in de
toekomst makkelijk terug te vinden, raden
wij u aan deze op de pagina “Servicedienst
en Klantenrelaties” te schrijven (op deze
pagina wordt tevens de plaats op het
apparaat beschreven waar u de referenties
kunt vinden).
WAARSCHUWING: wanneer het oppervlak
gebarsten is, dient u het apparaat van de
voeding los te koppelen om het risico op
elektrische schokken te vermijden.
Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTANAT* - CFI-3GLSTANAT*
werkt uw kookplaat standaard met aardgas.
Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTABUT* - CFI-3GLSTABUT* - 2MCF-2GSAXBUT*
werkt uw kookplaat standaard met butagas.
RESPECT VOOR HET MILIEU
49
NL
—Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is
recycleerbaar. Doe mee aan de recycling en
draag bij tot de bescherming van het milieu
door dit materiaal in de hiervoor bestemde
gemeentecontainers te deponeren.
— Uw apparaat bevat tevens vele
recycleerbare materialen. Daarom
is het voorzien van dit logo dat
aangeeft dat de gebruikte
apparaten van ander afval dienen
te worden gescheiden. Zo kan uw
fabrikant de apparaten optimaal en
overeenkomstig de Europese richtlijn
2002/96/EG betreffende elektrisch en
elektronisch afval recyclen. Informeer bij uw
gemeente of bij uw verkoper naar de
dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude
apparaten.
— Wij danken u voor uw bijdrage aan de
bescherming van het milieu.
RESPECT VOOR HET MILIEU
BESCHRIJVING VAN UW APPARAAT
50
BESCHRIJVING VAN UW KOOKPLAAT
Kookplaat model 4 gasbranders
met ultrasnelle brander
Kookplaat model 3 gasbranders
met brander met drievoudige krans
Kookplaat model 2 gasbranders
met ultrasnelle brander
A
B
Branderkapje
Branderkop
Injector
C
D
E
Elektrische ontsteking
Thermokoppel
Bedieningsknop
F
G
H
Kraan
Dichtingsring
Advies
Deze installatie- en gebruiksgids is voor meerdere modellen geldig. Er kunnen kleine
verschillen bestaan tussen uw apparaat en de beschrijvingen in deze gids.
D
E
A
B
F
H
G
C
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
KEUZE VAN DE PLAATS
Het apparaat moet worden ingebouwd in het
blad van een draagmeubel van minimaal 3 cm
dik, van hittebestendig materiaal of ermee
bekleed zijn.
Om het keukengerei vrij te kunnen gebruiken,
mag zich links en rechts van de kookplaat, op
minder dan 30 cm afstand, geen meubel of
wand bevinden.
Een eventuele horizontale wand onder de
kookplaat moet zich tussen 10 cm en 15 cm
onder de bovenkant van het werkblad
bevinden. Berg in ieder geval geen spuitbus of
recipiënt onder druk op in het eventuele
compartiment onder de kookplaat (zie
hoofdstuk
Veiligheidsaanwijzingen
).
INBOUW
Voor een goede afdichting tussen kookplaat
en werkblad lijmt u de bijgeleverde afdichting
op de kookplaat alvorens deze te installeren:
Zie schema
(fig. 01)
.
Verwijder de pannendragers, de
branderdoppen en de branderkoppen.
Indien de kabel is beschadigd, moet deze
worden vervangen door de fabrikant, de
aftersalesservice of een persoon van
vergelijkbare kwalificatie. Dit om gevaar te
voorkomen.
— Om de dichtheid tussen het carter en het
werkblad te garanderen, dient u het schuim
aan te brengen op de omtrek van het carter
(fig. 02
).
49 cm mini
3 cm mini
30 cm mini
56 cm / 26,5 cm
30 cm mini
5,8 cm mini
70 cm mini
Fig. 01
Fig. 02
Carter
Dichting
APPARAAT (model van 60 cm)
Uitsnijding
standaard-
meubel
Globale
afmetingen
boven
het
werkblad
Globale
afmetingen
onder
het
werkblad
Breedte
56 cm
71 cm
55,4 cm
Diepte
49 cm
52,2 cm
47 cm
Dikte
naargelang
meubel
5 cm
5,1 cm
APPARAAT (model van 30 cm)
Uitsnijding
standaard-
meubel
Globale
afmetingen
boven
het
werkblad
Globale
afmetingen
onder
het
werkblad
Breedte
26,5 cm
29,3 cm
26,3 cm
Diepte
49 cm
52,5 cm
47,9 cm
Dikte
naargelang
meubel
5,4 cm
5,1 cm
51
NL
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
52
A
A
Leg de kookplaat in de uitsparing van het
draagmeubel en trek de plaat naar u toe.
Zet de branderkoppen, branderdoppen en
de pannendragers op hun plaats.
Sluit het gas (zie hoofdstuk “Gasaansluiting”)
en de elektriciteit aan (zie hoofdstuk
“Elektrische aansluiting”).
U kunt, indien gewenst, de kookplaat
immobiliseren met bevestigingshaken die
samen met de schroeven geleverd worden
(fig. 02)
, op de hoeken van het carter. U moet
de gaten gebruiken volgens bovenstaande
tekening
(fig. 02)
.
Stop met schroeven wanneer het
kozijnanker begint te vervormen.
Geen elektrische schroevendraaier
gebruiken.
Fig. 01
Fig. 03
Schroef
INBOUWTIPS
Bevestigingshaken
A
A
Meubel
Fig. 02
Bevestigingsgaten
waarvan de plaats wordt
bepaald door pijlen
A
Fig. 01
Bevestigingsgaten
A
Bevestigingsgaten
A
A
Model met 4 branders
(bovenaanzicht van het carter)
Model met 3 branders (bovenaanzicht
van het carter)
Model met 2 branders
(bovenaanzicht van het carter)
A
A
A A
Fig. 01
Bevestigingshaak
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Uw kookplaat (die wordt geleverd met een
kabel van het type H05V2V2-F) moet worden
aangesloten op het eenfasige net van 220-
240 V
~
door middel van een tweepolig
stopcontact + genormaliseerde aarding
overeenkomstig de norm CEI 60083, of
worden verbonden met een omnipolaire
schakelaar overeenkomstig de geldende
voorschriften.
Het stopcontact dient na de installatie
toegankelijk te zijn.
DOORSNEDE TE GEBRUIKEN KABEL
Kabel H05V2V2F -
T90
Ref. servicedienst:
77x9060
Doorsnede van de
geleiders in mm
2
Zekering
220-240 V
~
- 50 Hz
3 geleiders
waaronder
1 voor de aarding
1
10 A
53
NL
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
54
De gasaansluiting dient overeenkomstig de
geldende lokale voorschriften te worden
geïnstalleerd.
Gas verdeeld via
aardgasleiding,
Voor uw veiligheid kiest u uitsluitend een van
de volgende 3 aansluitingen:
Aansluiting met harde buis
in koper met
schroefbare mechanische uiteinden (conform
gas G1/2). Breng de aansluiting direct op het
uiteinde van de aansluitbocht van het
apparaat tot stand.
Aansluiting met metalen slang
(roestvrij
staal)
, golvend met schroefbare
mechanische
uiteinden (conform de norm
NF D 36-121) met onbeperkte levensduur
(fig. A).
Aansluiting met slang
in versterkt rubber
met schroefbare mechanische
uiteinden
(conform de norm NF D 36-103) met een
levensduur van 10 jaar
(fig. B).
Let op
Indien u voor de gasaansluiting
van uw kookplaat de richting van de
aansluitbocht op het apparaat moet
veranderen:
Het afdichtingsschijfje vervangen.
Draai de moer van de elleboog vast
met een koppel van maximaal 17 N.m.
GASAANSLUITING
Opmerkingen vooraf
Als de kookplaat boven een oven of in de nabijheid van andere verwarmende elementen is
geïnstalleerd, kan de aansluiting warm worden; u moet dan een harde buis gebruiken.
Als u een flexibele slang of buis gebruikt (voor butagas) mag deze niet in aanraking komen met
een verplaatsbaar gedeelte van het meubel of op een vaak overvolle plaats worden geplaatst.
Fig. A
Fig. B
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
Gas verdeeld via fles of
reservoir (buta-/propaangas)
Voor uw veiligheid kiest u uitsluitend een van
de volgende 3 aansluitingen:
Aansluiting met harde buis
in koper met
schroefbare mechanische uiteinden (conform
gas G1/2). Breng de aansluiting direct op het
uiteinde van de aansluitbocht van het
apparaat tot stand.
Aansluiting met metalen slang
(roestvrij
staal)
, golvend met schroefbare
mechanische
uiteinden (conform de norm NF
D 36-125) met onbeperkte levensduur
(fig. 01).
Aansluiting met slang
in versterkt rubber
met schroefbare mechanische
uiteinden
(conform de norm XP D 36-112) met een
levensduur van 10 jaar
(fig. 02).
A
B
Afdichtingsschijfje (niet geleverd)
UIteinde (niet geleverd)
Aansluitklem (niet geleverd)
C
Let op
Alle slangen en buizen met een
beperkte levensduur mogen maximaal
2 meter lang zijn en moeten over hun hele
lengte controleerbaar zijn. Ze moeten voor
hun uiterste gebruiksdatum vervangen
worden (aangebracht op de buis of slang).
Zorg ongeacht de gekozen manier van
aansluiting voor een goede dichtheid na de
installatie, aan de hand van zeepsop.
In Frankrijk gebruikt u een buis of slang met
de markering NF Gaz
In een bestaande installatie kan een slang
voorzien van aansluitklemmen (conform de
norm XP D 36-110) met een levensduur van 5
jaar gebruikt worden. In dat geval is het
noodzakelijk een afdichtingsschijfje te
plaatsen tussen het uiteinde en de elleboog
van de kookplaat
(fig. 03).
Advies
U vindt het uiteinde en het
afdichtingsschijfje bij de dichtstbijzijnde
servicedienst.
Let op
Schroef vast met een koppel van
maximaal 25 N.m.
Fig. 01
Fig. 02
Fig. 03
A
B
C
55
NL
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
56
VERANDEREN VAN GAS
Telkens u van gas verandert, moet u
opeenvolgend:
De gasaansluiting aanpassen
De injectors veranderen
De kranen regelen.
De gasaansluiting aanpassen: raadpleeg
de paragraaf
“Gasaansluiting”.
De injectors veranderen als volgt:
Verwijder de roosters, kapjes en koppen
van alle branders.
Voor de brander met drievoudige krans:
Gebruik een buistang van 7 (niet geleverd).
Voor de andere branders:
Gebruik de geleverde sleutel.
Schroef de injectors los onderaan elke pot
en verwijder ze
(fig. 01).
Monteer op hun plaats de overeenkomstige
gasinjectors, conform de referenties van de
injectors en de tabel met gaskenmerken op
het einde van het hoofdstuk . Doe het
volgende:
Schroef ze eerst handmatig vast tot de
injector blokkeert.
Zet de sleutel volledig op de injector.
Teken een lijn af op de plaat met behulp van
een potlood, op de aangegeven plaats
(fig. 02).
Draai de sleutel met de wijzers van de klok
mee tot de lijn aan de andere kant
verschijnt
(fig. 03).
Let op
Overschrijd deze limiet niet, omdat dit
het product kan beschadigen.
Fig. 02
Fig. 03
Lijn
Lijn
Sleutel
Sleutel
Fig. 01
Sleutel
Injector
Pot
Let op
- Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTANAT* -
CFI-3GLSTANAT*, werkt uw kookplaat stan-
daard met aardgas.
- Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTABUT* -
CFI-3GLSTABUT* - 2MCF-2GSAXBUT*,
werkt uw kookplaat standaard met butagas.
De injectors die nodig zijn voor de
verandering van gas bevinden zich in het
zakje met deze handleiding.
Let op
Overschrijd deze limiet niet, omdat dit
het product kan beschadigen.
-
Zet de branderkoppen, branderdoppen en de
pannendragers op hun plaats
Advies
Bij elke verandering van gas dient u
het bijbehorende vakje aan te kruisen op
het etiket dat u in het zakje vindt.
Raadpleeg de overeenkomstige paragraaf
“Gasaansluiting”.
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
De kranen regelen: deze bevinden zich
onder de knoppen
(fig. 04)
.
Ga kraan na kraan te werk.
Verwijder de knoppen en dichtingsringen
door ze naar boven te trekken.
- Overschakeling van aardgas op buta-
/propaangas.
-
Gebruik een kleine platte schroevendraaier
om de regelschroef van het element in
messing (geel) volledig vast te draaien
(fig. 05),
met de wijzers van de klok mee.
-
Hermonteer de dichtingsringen en knoppen
en let op hun richting. Zorg ervoor dat de
knoppen goed aangebracht zijn.
- Overschakeling buta-/propaangas op
aardgas
-
Draai de regelschroef van het element in
messing (geel) los
(fig. 05)
, met behulp van
een kleine platte schroevendraaier. Draai
2 slagen tegen de wijzers van de klok in.
-
Hermonteer de knop.
-
Zet de brander aan op de maximale stand
en verminder dan.
-
Verwijder nogmaals de knop en draai de
regelschroef met de wijzers van de klok mee
tot de laagste stand voor het doven van de
vlammen.
-
Hermonteer de dichtingsring en knop.
-
Ga meerdere keren van het maximumdebiet
naar een lager debiet: de vlam mag niet
doven; zo niet wordt de regelschroef
losgedraaid om tijdens deze handelingen een
goede vlam in stand te houden.
-
Zet de branderkoppen, branderdoppen en
de pannendragers op hun plaats.
Kraan
Fig. 04
Fig. 05
As van de kraan
Regelschroef debiet
Dichtingsring
Bedieningsknop
57
NL
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
58
• Plaatsbepaling injectors
De tabel hiernaast geeft de plaats van de
injectors op het apparaat aan naargelang van
het gebruikte gas.
Elk nummer is op de injector aangegeven.
De tabel hiernaast geeft de plaats van de injectors op het apparaat aan naargelang van het
gebruikte gas. Elk nummer is op de injector aangegeven.
PLAATSBEPALING INJECTORS
Kookplaat met 4 gasbranders met drievoudige krans
Kookplaat met 3 gasbranders met drievoudige krans
62
Bijvoorbeeld:
referentie injector 62
Aardgas
Buta-/propaangas
Kookplaat met 2 gasbranders
Aardgas
Buta-/propaangas
137
63
Aardgas
Buta-/propaangas
94
1R
63
62
7R
45
88A
45
092/55B/092
092/55B/092
60/37/60
60/37/60
137
94
88A
62
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
• Plaatsbepaling injectors
PLAATSBEPALING VAN DE INJECTORS VAN DE BRANDER MET DRIEVOUDIGE KRANS
Aardgas
Buta-/propaangas
092
60
55B
37
092
60
59
NL
1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
60
•Gaskenmerken
Apparaat bestemd voor installatie met:
Butaan Butaan Propaan Aard- Aard-
FR.......................cat.: II2E+3+ gas gas
ES - PT ..............cat.: II2H3+ G30 G30 G31 G20 G25
CZ - SK ..............cat.: 2H3B/P 28-30 mbar 30 mbar 37 mbar 20 mbar 25 mbar
Uurdebiet hieronder bij 15 °C en 1013 mbar:
S
NELLE BRANDER
Referentie gemarkeerd op injector 7R 7R 7R 1R 1R
Nominaal warmtedebiet (kW) 2,15 2,15 2,15 2,25 2,25
Beperkt warmtedebiet (kW) 0,830 0,830 0,870 0,870
Uurdebiet (g/u) 156 156 154
Uurdebiet (l/u) 214 249
U
LTRASNELLE BRANDER
Referentie gemarkeerd op injector 88A 88A 88A 137 137
Nominaal warmtedebiet (kW) 3,15 3,15 3,15 3,10 3,10
Beperkt warmtedebiet (met beveiliging) (kW) 0,830 0,830 0,870 0,870
Uurdebiet (g/u) 229 229
Uurdebiet (l/u) 225 295 343
H
ALFSNELLE BRANDER
Referentie gemarkeerd op injector 62 62 62 94 94
Nominaal warmtedebiet (kW) 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
Beperkt warmtedebiet (met beveiliging) (kW) 0,620 0,620 0,615 0,615
Uurdebiet (g/u) 109 109
Uurdebiet (l/u) 107 143 166
H
ULPBRANDER
Referentie gemarkeerd op injector 45 45 45 63 63
Nominaal warmtedebiet (kW) 0,75 0,75 0,75 0,85 0,85
Beperkt warmtedebiet (kW) 0,300 0,300 0,350 0,350
Uurdebiet (g/u) 55 55
Uurdebiet (l/u) 54 81 94
B
RANDER MET DRIEVOUDIGE KRANS
Referentie gemarkeerd op injector 60/37/60 60/37/60 60/37/60 092/055B/092 092/055B/092
Nominaal warmtedebiet (kW) 3,25 3,25 3,25 3,60 3,60
Beperkt warmtedebiet (kW) 1,650 1,650 1,450 1,450
Uurdebiet (g/u) 236 236 232
Uurdebiet (l/u) 343 399
K
OOKPLAAT MET 4 GASBRANDERS MET DRIEVOUDIGE KRANS
Totaal warmtedebiet (kW) 7,65 7,65 7,65 8,20 8,20
Maximumdebiet (g/u) 556 556 547
(l/u) 781 908
K
OOKPLAAT MET 3 GASBRANDERS MET DRIEVOUDIGE KRANS
Totaal warmtedebiet (kW) 7,15 7,15 7,15 7,55 7,55
Maximumdebiet (g/u) 520 520 511
(l/u) 719 836
K
OOKPLAAT MET 2 GASBRANDERS
MET ULTRASNELLE BRANDER
Totaal warmtedebiet (kW) 4,65 4,65 4,65 4,60 4,60
Maximumdebiet (g/u) 338 338 332
(l/u) 438 509
ES - PT -
FR
CZ - SK ES - PT -
FR
FR - ES -
PT - CZ -
SK
FR
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
BESCHRIJVING VAN DE BOVENZIJDE
CFI-4GLSTA*
2MCF-2GSAX*
A
B
C
D
E
C
A
E
B
D
Semisnelbrander 1,50 kW*
Snelbrander 2,25 kW*
Ultrasnelle brander 3,10 kW*
Hulpbrander 0,85 kW*
Brander met drievoudige krans 3,6 kW*
* Vermogens verkregen met aardgas G20
C
A
CFI-3GLSTA*
C
E
D
61
NL
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
62
IN WERKING STELLEN VAN DE
GASBRANDERS
Elke brander is voorzien van een kraan. Deze
wordt geopend door erop te drukken en
vervolgens tegen de wijzers van de klok in te
draaien.
Het punt
betekent dat de kraan dicht is.
Kies de gewenste brander met behulp van
de symbolen naast de bedieningsknoppen
(vb.: brander rechts ).
De kookplaat is uitgerust met een in de bedie-
ningsknoppen geïntegreerde elektrische ont-
steking.
Om een brander te ontsteken, drukt u op de
bedieningsknop en draait u tegen de wijzers
van de klok in tot de maximumstand
.
Houd de bedieningsknop ingedrukt. Dit
veroorzaakt een serie vonken tot de
ontsteking van de brander.
Voor een lager debiet stelt u de
bedieningsknop tussen het symbool en
het symbool .
Advies
Forceer nooit een moeilijk draaiende
bedieningsknop. Laat deze zo snel mogelijk
door een installateur repareren.
Ingeval de gasvlam onverwacht uitgaat,
kunt u deze opnieuw ontsteken door de
instructies voor het ontsteken te volgen.
Fig. 01
2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT
GOED
VERKEERD
BOL
HOLROND
Fig. 01
Fig. 02
Fig. 03
RECIPIËNTEN VOOR DE GASBRANDERS
• Welke brander gebruiken naargelang van het recipiënt?
Let op
— Regel de vlammen zo dat deze niet
langs de zijkant van de recipiënten gaan
(fig. 01).
— Gebruik holle en bolle recipiënten alleen
met de aangepaste drager (fig. 03).
—Gebruik geen recipiënten die gedeeltelijk
de bedieningsknoppen bedekken (fig. 03).
—Zet geen leeg recipiënt op een ontstoken
brander.
— Gebruik geen kookplaatjes,
broodroosters, vleesgrills uit staal en
kookpannen, wanneer de voeten ervan op de
glazen bovenplaat rusten of die bovenplaat
aanraken.
Diameter van recipiënt
20 tot 30 cm
18 tot 28 cm
16 tot 22 cm
12 tot 20 cm
8 tot 14 cm
Diameter van recipiënt
Drievoudige krans
Ultrasnelle brander
Snelle brander
Halfsnelle brander
Hulpbrander
Gebruik
Bakken - koken
Aanbraden
Sauzen - opwarmen
Stoven
63
NL
3 / GEWOON ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
64
PRODUCTEN/ACCESSOIRES
OM TE GEBRUIKEN
. Kleine hardharige borstel.
. Veiligheidsspeld
. Zachte schuurcrème.
. Spons.
- Spons.
- Speciale producten voor
glaskeramische kookplaten
(vb.: Cera-Clean).
Let op
- Reinig het apparaat nooit tijdens het gebruik. Zet alle elektrische en
gasbedieningen op nul.
- WAARSCHUWING: wanneer het oppervlak gebarsten is, dient u het apparaat van de
voeding los te koppelen om het risico op elektrische schokken te vermijden.
Advies
Was de elementen van de kookplaat liever met de hand dan in de vaatwasser.
Gebruik geen schuurspons voor het reinigen van de kookplaat.
Gebruik geen stoomreiniger.
ONDERHOUD VAN UW APPARAAT
ONDERHOUD.......
Van elektrische
ontstekingen en
injectors
Van pannendragers
en gasbranders
Van de glazen
bovenplaat
REINIGINGSMETHODE
Voor het reinigen van de elektrische
ontsteking een hardharige borstel
gebruiken (niet van metaal).
De gasinjector bevindt zich in het midden
van de brander in de vorm van een pot.
Zorg ervoor dat u de injector tijdens het
reinigen niet verstopt; dit beïnvloedt de
kookresultaten van de kookplaat. Bij
verstopping de injector met behulp van
een veiligheidsspeld ontstoppen.
Ingeval er vlekken blijven bestaan, kunt u
een niet-schurende crème gebruiken. Met
helder water afspoelen. Droog elk deel
van de brander goed af voordat u de
kookplaat opnieuw gebruikt.
- Reinig de bovenplaat met warm water en
droog de plaat vervolgens af. Zijn er dan
nog altijd vlekken, gebruik dan speciale
producten voor glaskeramische
kookplaten
4 / SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN
Ontsteking van de branders:
Er komen geen vonken als ik op
de bedieningsknop druk.
Wanneer ik op de bedienings-
knop druk, verschijnen er vonken
op alle branders tegelijk.
Als ik de gasvlam laag zet,
gaat de brander uit of blijven de
vlammen groot.
De vlammen zien er
onregelmatig uit.
Bij het koken worden de
bedieningsknoppen warm.
. Controleer de elektrische aansluiting van het apparaat.
. Controleer of de elektrische ontsteking goed schoon is.
. Controleer of de branders schoon zijn en goed op hun
plaats zitten.
. Als de kookplaat op het werkblad is vastgeschroefd,
controleer dan of de kozijnankers niet vervormd zijn.
. Controleer of de afsluitringen onder de
bedieningsknoppen goed op hun plaats zitten.
Dit is normaal. De ontsteking is gecentraliseerd en
bedient alle branders tegelijkertijd.
. Vermijd tocht in de keuken.
. Controleer of de geïnstalleerde injectors overeenkomen
met het gebruikte gas (zie de plaatsbepaling van de
injectors in hoofdstuk “Veranderen van gas”).
. Controleer de afstelling van de schroeven op laag vuur
(zie alinea “Veranderen van gas”).
. Controleer of de branders en de injectors onder de
branders, de montage van de branders, enz. goed
schoon zijn.
. Controleer of er nog genoeg gas in de fles zit.
. Gebruik kleine pannen op de branders dicht bij de
bedieningsknoppen. Grote recipiënten worden op de
grootste branders geplaatst, zover mogelijk van de
bedieningsknoppen. Zet de pan goed op het midden van
de brander. Ze mag niet boven de bedieningsknoppen
staan.
TIJDENS HET GEBRUIK
U CONSTATEERT HET VOLGENDE: OPLOSSINGEN:
65
NL
5 / KOOKTABEL
66
Advies
Lees in elk geval voor meer informatie elke pagina van het instructieboekje
aandachtig.
6 / ENKELE TIPS
HANDLEIDING VOOR KOKEN MET GAS
Ontsteking met gasbeveiliging
. Houd de knop volledig ingedrukt na het verschijnen
van de vlam, om het veiligheidssysteem in te schakelen.
. Bij een stroomonderbreking kunt u de gekozen
brander ontsteken door er een lucifer tegen te houden
en tegelijkertijd op de overeenkomstige
bedieningsknop te drukken.
. Reinig uw branders regelmatig: dat is essentieel voor
de werking, en om een stabiele en regelmatige vlam te
garanderen.
. Vergeet de elektrische ontsteking niet. Droog de
branders en de branderdoppen naar behoren, voordat
u ze terugplaatst.
. Voltooi de reiniging door op de glazen bovenplaat alle
mogelijke vochtsporen met absorberend papier te
verwijderen.
Algemeen onderhoud
Gebruik van de recipiënten
. Gebruik altijd stabiele, hittebestendige recipiënten met
een platte bodem.
Trucs
. Verlaag het vuur van de brander zodra het water
kookt. Zo vermijdt u dat het gaat overkoken.
. Zet een deksel op de pannen: zo bespaart u.
BEREIDINGEN TIJD DRIE- ULTRA- SNEL HALF- HULP-
VOUDIGE SNEL SNEL BRANDER
KRANS
SOEPEN Bouillon 8-10 minuten XX
Dikke soep X
VIS Court-bouillon 8-10 minuten XX
Gegrilde vis 8-10 minuten
X
SAUZEN Witte saus, bearnaise XX
Bechamelsaus, auroresaus 10 minuten XX
GROENTEN Witlof, spinazie XX
Bereide erwtjes 25-30 minuten XX
Tomaten op Provençaalse wijze
15-20 minuten XX
Gebakken aardappelen XX
Pasta XX
VLEES Steak XX
Ragout, ossobuco 90 minuten X
Lapjes in de pan 10-12 minuten X
Tournedos 10 minuten XX
FRITUREN Frietjes XX
Beignets XX
DESSERTS Rijstebrij 25 minuten XX
Vruchtencompote XX
Pannenkoeken 3-4 minuten XX
Chocolade 3-4 minuten X
Vanillecrème 10 minuten X
Koffie (klein koffiezetapparaat)
X
7/ SERVICEDIENST EN KLANTENRELATIE
Eventuele ingrepen op het apparaat dienen
door een gekwalificeerde alleenvertegenwoor-
diger van het merk te worden uitgevoerd. Ver-
meld de complete referentie van het apparaat
(model, type, serienummer). Deze informatie
staat op het identificatieplaatje dat onder het
apparaat vastgelijmd is
(fig. 01).
OORSPRONKELIJKE ONDERDELEN
Bij een onderhoudsingreep dient u uitsluitend
om oorspronkelijke onderdelen te vragen.
•INGREPEN
Voor het onderhoud van het apparaat bieden wij u de Clearit-producten aan.
Clearit biedt professionele producten en oplossingen voor het dagelijks onderhoud van uw
elektrische apparaten en van uw keuken.
Deze producten, alsmede een hele reeks accessoires, zijn te verkrijgen bij uw gebruikelijke
verkoper.
De expertise van professionals in dienst van particulieren.
FagorBrandt SAS, huurder-beheerder – SAS met maatschappelijk kapitaal van 20 000 000 euro HR Nanterre 440 303 196.
C
E
Fig. 01
Fig. 01
C
E
67
NL

Documenttranscriptie

EN ES NL INSTALLATION AND USER GUIDE MANUAL DE INSTALACIÓN Y UTILIZACIÓN INSTALLATIE- EN GEBRUIKSGIDS Cooking hob Placa de cocción Kookplaat Uit een voortdurend streven naar het verbeteren van onze producten behouden we ons het recht voor om wijzigingen aan te brengen aan de technische, functionele of esthetische eigenschappen ervan, om de technische evolutie op de voet te volgen. Belangrijk: voordat u uw apparaat start, dient u deze installatie- en gebruiksgids aandachtig te lezen om er sneller mee te leren werken. 46 INHOUD NL • Veiligheidsaanwijzingen _____________________________________ 114 • Respect voor het milieu _____________________________________ 115 • Beschrijving van uw apparaat ________________________________ 116 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • Keuze van de plaats ________________________________________ • Inbouw ___________________________________________________ • Inbouwtips ________________________________________________ • Elektrische aansluiting ______________________________________ • Gasaansluiting _____________________________________________ • Vervanging van het gas _____________________________________ 117 117 118 119 120 122 2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT • Beschrijving van de bovenzijde _______________________________ 127 • In werking stellen van de gasbranders ________________________ 128 • Recipiënten voor de gasbranders _____________________________ 129 3 / GEWOON ONDERHOUD VAN UW APPARAAT • Onderhoud van uw apparaat _________________________________ 130 4 / SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN • Tijdens het gebruik ________________________________________ 131 5 / KOOKTABEL • Handleiding voor koken met gas ______________________________ 132 6 / ENKELE TIPS ________________________________________________ 132 7 / SERVICEDIENST EN KLANTENRELATIE • Ingrepen __________________________________________________ 24 47 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN • VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN — Zorg er vóór de installatie voor dat de lokale distributievoorwaarden (aard en druk van gas) overeenkomen met de afstelling van het apparaat. — Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik door personen (kinderen inbegrepen) waarvan de lichamelijke, sensoriële of mentale capaciteiten beperkt zijn, of personen zonder ervaring of kennis, behalve onder toezicht van een persoon die instaat voor hun veiligheid of na voorafgaande instructies over het gebruik van het apparaat. Laat kinderen nooit onbewaakt, om te vermijden dat ze met het apparaat zouden spelen. — Dit apparaat is niet bestemd om in werking te worden gesteld door middel van een externe schakelklok of een apart afstandsbedieningssysteem. — Deze plaat is overeenkomstig de norm EN 60335-2-6 wat betreft het warm worden van meubels en klasse 3 wat betreft de installatie (volgens de norm EN 30-1-1). — Deze kookplaat is bestemd voor particulier gebruik in een huishoudelijke omgeving. — Dit apparaat dient overeenkomstig de geldende voorschriften te worden geïnstalleerd en in een goed geventileerde ruimte te worden gebruikt. Raadpleeg deze gids alvorens het apparaat te installeren en te gebruiken. — Het gebruik ervan moet onder toezicht gebeuren. — Deze kookplaten zijn uitsluitend bestemd voor het koken van vaste of vloeibare levensmiddelen en bevatten geen asbesthoudende onderdelen. — Dit apparaat is niet aangesloten op een afvoerkanaal voor rookgassen. Het dient volgens de geldende voorschriften te worden geïnstalleerd en aangesloten. Met speciale aandacht voor de ventilatievoorschriften. — Berg in het meubel onder de kookplaat geen REINIGINGSPRODUCTEN of BRANDBARE PRODUCTEN op (spuitbussen of recipiënten onder druk, papier, receptenboeken, ...). — Als u een schuiflade gebruikt onder de kookplaat, adviseren wij u hier geen hittegevoelige voorwerpen in te bewaren (plastic, papier, spuitbussen enz.). — Uw kookplaat moet losgekoppeld zijn van het elektriciteits- of gasnet vóór elke ingreep. — Wanneer elektrische apparaten aangesloten worden op een stopcontact, dient u na te gaan of de voedingskabel niet in contact komt met de warme zones. — Uit veiligheidsoverwegingen moet men na gebruik de hoofdkraan van de gasleiding of de kraan van de butaan- of propaanfles dichtdraaien. — Het conformiteitsmerk CE is op deze platen aangebracht. — De installatie dient door erkende installateurs en vaklieden te worden uitgevoerd. Let op De afstelvoorwaarden worden aangegeven op een label in het plastic zakje en op de verpakking. Om de referenties van het apparaat in de toekomst makkelijk terug te vinden, raden wij u aan deze op de pagina “Servicedienst en Klantenrelaties” te schrijven (op deze pagina wordt tevens de plaats op het apparaat beschreven waar u de referenties kunt vinden). WAARSCHUWING: wanneer het oppervlak gebarsten is, dient u het apparaat van de voeding los te koppelen om het risico op elektrische schokken te vermijden. Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTANAT* - CFI-3GLSTANAT* werkt uw kookplaat standaard met aardgas. Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTABUT* - CFI-3GLSTABUT* - 2MCF-2GSAXBUT* werkt uw kookplaat standaard met butagas. 48 RESPECT VOOR HET MILIEU NL • RESPECT VOOR HET MILIEU —Het verpakkingsmateriaal van dit apparaat is recycleerbaar. Doe mee aan de recycling en draag bij tot de bescherming van het milieu door dit materiaal in de hiervoor bestemde gemeentecontainers te deponeren. — Uw apparaat bevat tevens vele recycleerbare materialen. Daarom is het voorzien van dit logo dat aangeeft dat de gebruikte apparaten van ander afval dienen te worden gescheiden. Zo kan uw fabrikant de apparaten optimaal en overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende elektrisch en elektronisch afval recyclen. Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude apparaten. — Wij danken u voor uw bijdrage aan de bescherming van het milieu. 49 BESCHRIJVING VAN UW APPARAAT • BESCHRIJVING VAN UW KOOKPLAAT Kookplaat model 4 gasbranders met ultrasnelle brander A B C Kookplaat model 2 gasbranders met ultrasnelle brander D E Kookplaat model 3 gasbranders met brander met drievoudige krans F G H A Branderkapje D Elektrische ontsteking G Kraan B Branderkop E Thermokoppel H Dichtingsring C Injector F Bedieningsknop Advies Deze installatie- en gebruiksgids is voor meerdere modellen geldig. Er kunnen kleine verschillen bestaan tussen uw apparaat en de beschrijvingen in deze gids. 50 NL 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT 70 cm mini APPARAAT (model van 60 cm) 30 cm ini m cm 5,8 3 cm mini mi ni 56 cm /2 6,5 cm 49 cm 30 i min cm Breedte Diepte Dikte Uitsnijding standaardmeubel 56 cm 49 cm naargelang meubel Globale afmetingen boven het werkblad 71 cm 52,2 cm 5 cm Globale afmetingen onder het werkblad 55,4 cm 47 cm 5,1 cm mi ni APPARAAT (model van 30 cm) Fig. 01 • KEUZE VAN DE PLAATS Het apparaat moet worden ingebouwd in het blad van een draagmeubel van minimaal 3 cm dik, van hittebestendig materiaal of ermee bekleed zijn. Om het keukengerei vrij te kunnen gebruiken, mag zich links en rechts van de kookplaat, op minder dan 30 cm afstand, geen meubel of wand bevinden. Een eventuele horizontale wand onder de kookplaat moet zich tussen 10 cm en 15 cm onder de bovenkant van het werkblad bevinden. Berg in ieder geval geen spuitbus of recipiënt onder druk op in het eventuele compartiment onder de kookplaat (zie hoofdstuk “Veiligheidsaanwijzingen”). Breedte Diepte Dikte Uitsnijding standaardmeubel 26,5 cm 49 cm naargelang meubel Globale afmetingen boven het werkblad 29,3 cm 52,5 cm 5,4 cm Globale afmetingen onder het werkblad 26,3 cm 47,9 cm 5,1 cm — Om de dichtheid tussen het carter en het werkblad te garanderen, dient u het schuim aan te brengen op de omtrek van het carter (fig. 02). Carter • INBOUW Voor een goede afdichting tussen kookplaat en werkblad lijmt u de bijgeleverde afdichting op de kookplaat alvorens deze te installeren: Zie schema (fig. 01). — Verwijder de pannendragers, de branderdoppen en de branderkoppen. — Indien de kabel is beschadigd, moet deze worden vervangen door de fabrikant, de aftersalesservice of een persoon van vergelijkbare kwalificatie. Dit om gevaar te voorkomen. Dichting 51 Fig. 02 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • INBOUWTIPS • Model met 3 branders (bovenaanzicht • Model met 4 branders van het carter) (bovenaanzicht van het carter) A A A A A A A Fig. 01 A Fig. 01 A Bevestigingshaken Bevestigingsgaten • Model met 2 branders (bovenaanzicht van het carter) Bevestigingsgaten waarvan de plaats wordt bepaald door pijlen Fig. 02 A Meubel A Schroef Fig. 01 A Bevestigingshaak Fig. 03 Bevestigingsgaten — Leg de kookplaat in de uitsparing van het draagmeubel en trek de plaat naar u toe. — Zet de branderkoppen, branderdoppen en de pannendragers op hun plaats. Sluit het gas (zie hoofdstuk “Gasaansluiting”) en de elektriciteit aan (zie hoofdstuk “Elektrische aansluiting”). — U kunt, indien gewenst, de kookplaat immobiliseren met bevestigingshaken die samen met de schroeven geleverd worden (fig. 02), op de hoeken van het carter. U moet de gaten gebruiken volgens bovenstaande tekening (fig. 02). — Stop met schroeven wanneer het kozijnanker begint te vervormen. Geen elektrische schroevendraaier gebruiken. 52 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • ELEKTRISCHE AANSLUITING Uw kookplaat (die wordt geleverd met een kabel van het type H05V2V2-F) moet worden aangesloten op het eenfasige net van 220240 V~ door middel van een tweepolig stopcontact + genormaliseerde aarding overeenkomstig de norm CEI 60083, of worden verbonden met een omnipolaire schakelaar overeenkomstig de geldende voorschriften. Het stopcontact dient na de installatie toegankelijk te zijn. DOORSNEDE TE GEBRUIKEN KABEL 220-240 V~ - 50 Hz Kabel H05V2V2F T90 Ref. servicedienst: 77x9060 3 geleiders waaronder 1 voor de aarding Doorsnede van de geleiders in mm2 1 Zekering 10 A 53 NL 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • GASAANSLUITING • Opmerkingen vooraf Als de kookplaat boven een oven of in de nabijheid van andere verwarmende elementen is geïnstalleerd, kan de aansluiting warm worden; u moet dan een harde buis gebruiken. Als u een flexibele slang of buis gebruikt (voor butagas) mag deze niet in aanraking komen met een verplaatsbaar gedeelte van het meubel of op een vaak overvolle plaats worden geplaatst. De gasaansluiting dient overeenkomstig de geldende lokale voorschriften te worden geïnstalleerd. • Gas verdeeld via aardgasleiding, Voor uw veiligheid kiest u uitsluitend een van de volgende 3 aansluitingen: — Aansluiting met harde buis in koper met schroefbare mechanische uiteinden (conform gas G1/2). Breng de aansluiting direct op het uiteinde van de aansluitbocht van het apparaat tot stand. — Aansluiting met metalen slang (roestvrij staal), golvend met schroefbare mechanische uiteinden (conform de norm NF D 36-121) met onbeperkte levensduur (fig. A). Q;@ Q;@ — Aansluiting met slang in versterkt rubber met schroefbare mechanische uiteinden (conform de norm NF D 36-103) met een levensduur van 10 jaar (fig. B). Fig. A Let op Indien u voor de gasaansluiting van uw kookplaat de richting van de aansluitbocht op het apparaat moet veranderen: ① Het afdichtingsschijfje vervangen. ② Draai de moer van de elleboog vast met een koppel van maximaal 17 N.m. 54 Fig. B 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • Gas verdeeld via fles of reservoir (buta-/propaangas) NL In een bestaande installatie kan een slang voorzien van aansluitklemmen (conform de norm XP D 36-110) met een levensduur van 5 jaar gebruikt worden. In dat geval is het noodzakelijk een afdichtingsschijfje te plaatsen tussen het uiteinde en de elleboog van de kookplaat (fig. 03). Voor uw veiligheid kiest u uitsluitend een van de volgende 3 aansluitingen: — Aansluiting met harde buis in koper met schroefbare mechanische uiteinden (conform gas G1/2). Breng de aansluiting direct op het uiteinde van de aansluitbocht van het apparaat tot stand. Advies U vindt het uiteinde en het afdichtingsschijfje bij de dichtstbijzijnde servicedienst. — Aansluiting met metalen slang (roestvrij staal), golvend met schroefbare mechanische uiteinden (conform de norm NF D 36-125) met onbeperkte levensduur (fig. 01). Let op Schroef vast met een koppel van maximaal 25 N.m. — Aansluiting met slang in versterkt rubber met schroefbare mechanische uiteinden (conform de norm XP D 36-112) met een levensduur van 10 jaar (fig. 02). Q;@ Q;@ Fig. 01 A Afdichtingsschijfje (niet geleverd) B UIteinde (niet geleverd) C Aansluitklem (niet geleverd) Fig. 02 Fig. 03 A B C Let op Alle slangen en buizen met een beperkte levensduur mogen maximaal 2 meter lang zijn en moeten over hun hele lengte controleerbaar zijn. Ze moeten voor hun uiterste gebruiksdatum vervangen worden (aangebracht op de buis of slang). Zorg ongeacht de gekozen manier van aansluiting voor een goede dichtheid na de installatie, aan de hand van zeepsop. In Frankrijk gebruikt u een buis of slang met de markering NF Gaz 55 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • VERANDEREN VAN GAS Let op Let op Overschrijd deze limiet niet, omdat dit het product kan beschadigen. - Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTANAT* CFI-3GLSTANAT*, werkt uw kookplaat standaard met aardgas. - Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTABUT* CFI-3GLSTABUT* - 2MCF-2GSAXBUT*, werkt uw kookplaat standaard met butagas. - Zet de branderkoppen, branderdoppen en de pannendragers op hun plaats Advies Bij elke verandering van gas dient u het bijbehorende vakje aan te kruisen op het etiket dat u in het zakje vindt. Raadpleeg de overeenkomstige paragraaf “Gasaansluiting”. De injectors die nodig zijn voor de verandering van gas bevinden zich in het zakje met deze handleiding. Telkens u van gas verandert, moet u opeenvolgend: — De gasaansluiting aanpassen — De injectors veranderen — De kranen regelen. Sleutel • De gasaansluiting aanpassen: raadpleeg de paragraaf “Gasaansluiting”. • De injectors veranderen als volgt: — Verwijder de roosters, kapjes en koppen van alle branders. Voor de brander met drievoudige krans: — Gebruik een buistang van 7 (niet geleverd). Voor de andere branders: — Gebruik de geleverde sleutel. Fig. 01 — Schroef de injectors los onderaan elke pot en verwijder ze (fig. 01). — Monteer op hun plaats de overeenkomstige gasinjectors, conform de referenties van de injectors en de tabel met gaskenmerken op het einde van het hoofdstuk . Doe het volgende: — Schroef ze eerst handmatig vast tot de injector blokkeert. — Zet de sleutel volledig op de injector. — Teken een lijn af op de plaat met behulp van een potlood, op de aangegeven plaats (fig. 02). — Draai de sleutel met de wijzers van de klok mee tot de lijn aan de andere kant verschijnt(fig. 03). Pot Injector Lijn Sleutel Fig. 02 Lijn Let op Overschrijd deze limiet niet, omdat dit het product kan beschadigen. Sleutel Fig. 03 56 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT NL • De kranen regelen: deze bevinden zich onder de knoppen (fig. 04). — Ga kraan na kraan te werk. — Verwijder de knoppen en dichtingsringen door ze naar boven te trekken. Bedieningsknop - Overschakeling van aardgas op buta/propaangas. - Gebruik een kleine platte schroevendraaier Kraan om de regelschroef van het element in messing (geel) volledig vast te draaien (fig. 05), met de wijzers van de klok mee. - Hermonteer de dichtingsringen en knoppen en let op hun richting. Zorg ervoor dat de knoppen goed aangebracht zijn. - Overschakeling aardgas buta-/propaangas Dichtingsring Fig. 04 op Regelschroef debiet - Draai de regelschroef van het element in messing (geel) los (fig. 05), met behulp van een kleine platte schroevendraaier. Draai 2 slagen tegen de wijzers van de klok in. - Hermonteer de knop. - Zet de brander aan op de maximale stand en verminder dan. - Verwijder nogmaals de knop en draai de regelschroef met de wijzers van de klok mee tot de laagste stand voor het doven van de vlammen. - Hermonteer de dichtingsring en knop. - Ga meerdere keren van het maximumdebiet naar een lager debiet: de vlam mag niet doven; zo niet wordt de regelschroef losgedraaid om tijdens deze handelingen een goede vlam in stand te houden. - Zet de branderkoppen, branderdoppen en de pannendragers op hun plaats. As van de kraan Fig. 05 57 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT • Plaatsbepaling injectors PLAATSBEPALING INJECTORS De tabel hiernaast geeft de plaats van de injectors op het apparaat aan naargelang van 62 het gebruikte gas. Elk nummer is op de injector aangegeven. Bijvoorbeeld: referentie injector 62 De tabel hiernaast geeft de plaats van de injectors op het apparaat aan naargelang van het gebruikte gas. Elk nummer is op de injector aangegeven. Kookplaat met 4 gasbranders met drievoudige krans Aardgas Buta-/propaangas 94 62 1R 092/55B/092 7R 63 60/37/60 45 Kookplaat met 3 gasbranders met drievoudige krans Aardgas Buta-/propaangas 137 88A 63 45 092/55B/092 Buta-/propaangas Aardgas Kookplaat met 2 gasbranders 137 94 58 88A 62 60/37/60 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT NL • Plaatsbepaling injectors PLAATSBEPALING VAN DE INJECTORS VAN DE BRANDER MET DRIEVOUDIGE KRANS Aardgas 092 55B 092 Buta-/propaangas 60 37 60 59 1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT •Gaskenmerken ES - PT FR CZ - SK ES - PT FR Butaan Butaan Propaan G30 28-30 mbar G30 30 mbar G31 37 mbar FR - ES PT - CZ SK FR Apparaat bestemd voor installatie met: FR.......................cat.: II2E+3+ ES - PT ..............cat.: II2H3+ CZ - SK ..............cat.: 2H3B/P Uurdebiet hieronder bij 15 °C en 1013 mbar: SNELLE BRANDER Referentie gemarkeerd op injector Nominaal warmtedebiet (kW) Beperkt warmtedebiet (kW) Uurdebiet (g/u) Uurdebiet (l/u) ULTRASNELLE BRANDER Referentie gemarkeerd op injector Nominaal warmtedebiet (kW) Beperkt warmtedebiet (met beveiliging) (kW) Uurdebiet (g/u) Uurdebiet (l/u) HALFSNELLE BRANDER Referentie gemarkeerd op injector Nominaal warmtedebiet (kW) Beperkt warmtedebiet (met beveiliging) (kW) Uurdebiet (g/u) Uurdebiet (l/u) HULPBRANDER Referentie gemarkeerd op injector Nominaal warmtedebiet (kW) Beperkt warmtedebiet (kW) Uurdebiet (g/u) Uurdebiet (l/u) BRANDER MET DRIEVOUDIGE KRANS Referentie gemarkeerd op injector Nominaal warmtedebiet (kW) Beperkt warmtedebiet (kW) Uurdebiet (g/u) Uurdebiet (l/u) 7R 2,15 0,830 156 7R 2,15 0,830 156 7R 2,15 88A 3,15 0,830 229 88A 3,15 0,830 229 88A 3,15 62 1,50 0,620 109 62 1,50 107 45 0,75 0,300 55 45 0,75 0,300 55 45 0,75 54 60/37/60 KOOKPLAAT MET 4 GASBRANDERS MET DRIEVOUDIGE KRANS Totaal warmtedebiet (kW) Maximumdebiet (g/u) (l/u) KOOKPLAAT MET 3 GASBRANDERS MET DRIEVOUDIGE KRANS Totaal warmtedebiet (kW) Maximumdebiet (g/u) (l/u) KOOKPLAAT MET 2 GASBRANDERS 3,25 1,650 236 60/37/60 3,25 1,650 236 7,65 556 7,65 556 7,15 520 7,15 520 Aardgas G25 25 mbar 1R 2,25 0,870 1R 2,25 0,870 154 225 62 1,50 0,620 109 Aardgas G20 20 mbar 60/37/60 3,25 214 249 137 3,10 0,870 137 3,10 0,870 295 343 94 1,50 0,615 94 1,50 0,615 143 166 63 0,85 0,350 63 0,85 0,350 81 94 092/055B/092 092/055B/092 3,60 1,450 3,60 1,450 343 399 8,20 8,20 781 908 7,55 7,55 719 836 4,60 4,60 438 509 232 7,65 547 7,15 511 MET ULTRASNELLE BRANDER Totaal warmtedebiet Maximumdebiet (kW) (g/u) (l/u) 4,65 338 4,65 338 60 4,65 332 2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT NL • BESCHRIJVING VAN DE BOVENZIJDE CFI-4GLSTA* CFI-3GLSTA* A B C C E E D D 2MCF-2GSAX* C A A Semisnelbrander 1,50 kW* B Snelbrander 2,25 kW* C Ultrasnelle brander 3,10 kW* D Hulpbrander 0,85 kW* E Brander met drievoudige krans 3,6 kW* * Vermogens verkregen met aardgas G20 61 2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT • IN WERKING STELLEN VAN DE GASBRANDERS Elke brander is voorzien van een kraan. Deze wordt geopend door erop te drukken en vervolgens tegen de wijzers van de klok in te draaien. Het punt “●” betekent dat de kraan dicht is. — Kies de gewenste brander met behulp van de symbolen naast de bedieningsknoppen (vb.: brander rechts ). De kookplaat is uitgerust met een in de bedieningsknoppen geïntegreerde elektrische ontsteking. — Om een brander te ontsteken, drukt u op de bedieningsknop en draait u tegen de wijzers van de klok in tot de maximumstand . — Houd de bedieningsknop ingedrukt. veroorzaakt een serie vonken tot ontsteking van de brander. Voor een lager debiet stelt u bedieningsknop tussen het symbool het symbool . Fig. 01 Dit de de en Advies Forceer nooit een moeilijk draaiende bedieningsknop. Laat deze zo snel mogelijk door een installateur repareren. Ingeval de gasvlam onverwacht uitgaat, kunt u deze opnieuw ontsteken door de instructies voor het ontsteken te volgen. 62 2 / GEBRUIK VAN HET APPARAAT NL • RECIPIËNTEN VOOR DE GASBRANDERS • Welke brander gebruiken naargelang van het recipiënt? Diameter van recipiënt Diameter van recipiënt Gebruik 20 tot 30 cm Drievoudige krans 18 tot 28 cm Ultrasnelle brander Bakken - koken 16 tot 22 cm Snelle brander Aanbraden 12 tot 20 cm Halfsnelle brander Sauzen - opwarmen 8 tot 14 cm Hulpbrander Stoven Let op — Regel de vlammen zo dat deze niet langs de zijkant van de recipiënten gaan (fig. 01). — Gebruik holle en bolle recipiënten alleen met de aangepaste drager (fig. 03). —Gebruik geen recipiënten die gedeeltelijk de bedieningsknoppen bedekken (fig. 03). —Zet geen leeg recipiënt op een ontstoken brander. — Gebruik geen kookplaatjes, broodroosters, vleesgrills uit staal en kookpannen, wanneer de voeten ervan op de glazen bovenplaat rusten of die bovenplaat aanraken. GOED VERKEERD BOL HOLROND Fig. 01 Fig. 02 Fig. 03 63 3 / GEWOON ONDERHOUD VAN UW APPARAAT • ONDERHOUD VAN UW APPARAAT ONDERHOUD....... REINIGINGSMETHODE PRODUCTEN/ACCESSOIRES OM TE GEBRUIKEN Van elektrische ontstekingen en injectors Voor het reinigen van de elektrische . Kleine hardharige borstel. ontsteking een hardharige borstel . Veiligheidsspeld gebruiken (niet van metaal). De gasinjector bevindt zich in het midden van de brander in de vorm van een pot. Zorg ervoor dat u de injector tijdens het reinigen niet verstopt; dit beïnvloedt de kookresultaten van de kookplaat. Bij verstopping de injector met behulp van een veiligheidsspeld ontstoppen. Van pannendragers en gasbranders Ingeval er vlekken blijven bestaan, kunt u . Zachte schuurcrème. een niet-schurende crème gebruiken. Met helder water afspoelen. Droog elk deel . Spons. van de brander goed af voordat u de kookplaat opnieuw gebruikt. Van de glazen bovenplaat - Reinig de bovenplaat met warm water en droog de plaat vervolgens af. Zijn er dan nog altijd vlekken, gebruik dan speciale producten voor glaskeramische kookplaten - Spons. - Speciale producten voor glaskeramische kookplaten (vb.: Cera-Clean). Let op - Reinig het apparaat nooit tijdens het gebruik. Zet alle elektrische en gasbedieningen op nul. - WAARSCHUWING: wanneer het oppervlak gebarsten is, dient u het apparaat van de voeding los te koppelen om het risico op elektrische schokken te vermijden. Advies — Was de elementen van de kookplaat liever met de hand dan in de vaatwasser. — Gebruik geen schuurspons voor het reinigen van de kookplaat. — Gebruik geen stoomreiniger. 64 4 / SPECIALE MEDEDELINGEN EN INCIDENTEN NL • TIJDENS HET GEBRUIK U CONSTATEERT HET VOLGENDE: OPLOSSINGEN: • Ontsteking van de branders: . Controleer de elektrische aansluiting van het apparaat. . Controleer of de elektrische ontsteking goed schoon is. . Controleer of de branders schoon zijn en goed op hun plaats zitten. . Als de kookplaat op het werkblad is vastgeschroefd, controleer dan of de kozijnankers niet vervormd zijn. . Controleer of de afsluitringen onder de bedieningsknoppen goed op hun plaats zitten. • Wanneer ik op de bedieningsknop druk, verschijnen er vonken op alle branders tegelijk. Dit is normaal. De ontsteking is gecentraliseerd en bedient alle branders tegelijkertijd. • Als ik de gasvlam laag zet, . Vermijd tocht in de keuken. . Controleer of de geïnstalleerde injectors overeenkomen met het gebruikte gas (zie de plaatsbepaling van de injectors in hoofdstuk “Veranderen van gas”). . Controleer de afstelling van de schroeven op laag vuur (zie alinea “Veranderen van gas”). • De vlammen onregelmatig uit. . Controleer of de branders en de injectors onder de branders, de montage van de branders, enz. goed schoon zijn. . Controleer of er nog genoeg gas in de fles zit. Er komen geen vonken als ik op de bedieningsknop druk. gaat de brander uit of blijven de vlammen groot. zien er • Bij het koken worden de bedieningsknoppen warm. . Gebruik kleine pannen op de branders dicht bij de bedieningsknoppen. Grote recipiënten worden op de grootste branders geplaatst, zover mogelijk van de bedieningsknoppen. Zet de pan goed op het midden van de brander. Ze mag niet boven de bedieningsknoppen staan. 65 5 / KOOKTABEL • HANDLEIDING VOOR KOKEN MET GAS BEREIDINGEN TIJD DRIEVOUDIGE KRANS ULTRASNEL SOEPEN Bouillon Dikke soep 8-10 minuten X X VIS Court-bouillon Gegrilde vis 8-10 minuten 8-10 minuten X X X SAUZEN Witte saus, bearnaise Bechamelsaus, auroresaus 10 minuten X VLEES X FRITUREN 90 minuten 10-12 minuten 10 minuten Frietjes Beignets DESSERTS Rijstebrij Vruchtencompote Pannenkoeken Chocolade Vanillecrème Koffie (klein koffiezetapparaat) HALFSNEL HULPBRANDER X GROENTEN Witlof, spinazie Bereide erwtjes 25-30 minuten Tomaten op Provençaalse wijze 15-20 minuten Gebakken aardappelen Pasta Steak Ragout, ossobuco Lapjes in de pan Tournedos SNEL X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 25 minuten 3-4 minuten 3-4 minuten 10 minuten X X X X X X 6 / ENKELE TIPS Ontsteking met gasbeveiliging . Houd de knop volledig ingedrukt na het verschijnen van de vlam, om het veiligheidssysteem in te schakelen. . Bij een stroomonderbreking kunt u de gekozen brander ontsteken door er een lucifer tegen te houden en tegelijkertijd op de overeenkomstige bedieningsknop te drukken. Gebruik van de recipiënten . Gebruik altijd stabiele, hittebestendige recipiënten met een platte bodem. Algemeen onderhoud . Reinig uw branders regelmatig: dat is essentieel voor de werking, en om een stabiele en regelmatige vlam te garanderen. . Vergeet de elektrische ontsteking niet. Droog de branders en de branderdoppen naar behoren, voordat u ze terugplaatst. . Voltooi de reiniging door op de glazen bovenplaat alle mogelijke vochtsporen met absorberend papier te verwijderen. Trucs . Verlaag het vuur van de brander zodra het water kookt. Zo vermijdt u dat het gaat overkoken. . Zet een deksel op de pannen: zo bespaart u. Advies — Lees in elk geval voor meer informatie elke pagina van het instructieboekje aandachtig. 66 7/ SERVICEDIENST EN KLANTENRELATIE NL •INGREPEN Eventuele ingrepen op het apparaat dienen door een gekwalificeerde alleenvertegenwoordiger van het merk te worden uitgevoerd. Vermeld de complete referentie van het apparaat (model, type, serienummer). Deze informatie staat op het identificatieplaatje dat onder het apparaat vastgelijmd is (fig. 01). CE CE Fig. 01 Fig. 01 OORSPRONKELIJKE ONDERDELEN Bij een onderhoudsingreep dient u uitsluitend om oorspronkelijke onderdelen te vragen. Voor het onderhoud van het apparaat bieden wij u de Clearit-producten aan. De expertise van professionals in dienst van particulieren. Clearit biedt professionele producten en oplossingen voor het dagelijks onderhoud van uw elektrische apparaten en van uw keuken. Deze producten, alsmede een hele reeks accessoires, zijn te verkrijgen bij uw gebruikelijke verkoper. FagorBrandt SAS, huurder-beheerder – SAS met maatschappelijk kapitaal van 20 000 000 euro HR Nanterre 440 303 196. 67
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Fagor CFI-3GLSTABUT Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde artikelen