Documenttranscriptie
HET UITPAKKEN VAN HET APPARAAT
In het gas apparaat vindt u het boekje en een zak met:
- Indien u het type gas dient te veranderen: nieuwe pitten voor aanpassingen aan het gas, Butaangas G30 28-30 mbar of Propaangas
G31-37 mbar,
- Een zacht rubberen slang, met een uiteinde geschikt voor aansluiting op Aardgas en één geschikt voor Butaan- of Propaangas met
dichtingmateriaal.
AANBEVELINGEN
86,5 - 87,5 cm
142 - 143 cm (Apparaat met klep)
cm
66 NL
60
• DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG LEZEN OM
• Identificatieplaat
OPTIMAAL GEBRUIK TE KUNNEN MAKEN VAN UW APPARAAT.
We raden u aan de installatie- en gebruiksaanwijzing te bewaren
Productcode:.................
voor eventuele latere raadpleging en hieronder voor de installatie
Serienummer:................
van het kookfornuis het serienummer te noteren van het apparaat
in geval van een eventueel verzoek tot interventie van de
klantendienst.
WE KUNNEN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD IN GEVAL VAN NIET-NALEVING VAN DE INSTRUCTIES VERSTREKT
IN DE GEBRUIKSAANWIJZING.
• De afwasmachine is gemaakt van materialen die hergebruikt
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
kunnen worden zodat men het apparaat op een milieuvriendelijke
manier kan wegdoen.
• De gasinstallatie van uw apparaat en de elektrische aansluiting
. Verzeker u ervan dat de afwasmachine geen elektriciteitskabels
ervan dient u toe te vertrouwen aan een goedgekeurd installateur
platdrukt.
of technicus met gelijkwaardige kwalificaties.
. Het is niet aan te bevelen om adapters, verdeelstekkers en/of
• De Trio bestaat uit drie onderdelen, een kookplaat, een oven en
verlengkabels te gebruiken.
een vaatwasser. Om veiligheidsredenen dienen er onder geen
. Alle mogelijke vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen
enkele omstandigheid aanpassingen van welke aard dan ook aan
te worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een
dit apparaat te worden gedaan.
gekwalificeerd technicus.
Het niet opvolgen van welk bovengenoemd advies dan ook kan
• Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
ernstige
gevolgen hebben voor de veiligheid van het apparaat.
• Indien de Trio ook maar het kleinste mankement vertoont, sluit
Wij raden aan om tijdens de installatie van het fornuis er goed op
u hem dan niet aan. Haal de stroom er af en neem onmiddellijk
te letten dat het fornuis recht staat en dat hij niet kan verschuiven.
contact op met een er kende ser vice medewer ker.
Teneinde de kwaliteit van de producten te verbeteren, kan CANDY
• Er zijn bepaalde basis veiligheidsregels welke gelden voor ieder
aanpassingen doen die verband houden met technische
huishoudelijk apparaat. Ze luiden als volgt:
verbeteringen.
- Raak het apparaat nooit aan met natte of vochtige handen of
Dit apparaat voldoet aan de Europese Richtlijnen
voeten.
73/23/EEC en 89/336/EEC, vervangen door 2006/95/EC
- Gebruik het niet blootsvoets.
and 2004/108/EC en eventuele wijzigingen
- Verwijder de stekker niet uit de contactdoos voor de hoofdtoevoer
door aan de elektriciteitskabel of de machine zelf te trekken.
- Stel het apparaat niet bloot aan de elementen (regen, zon etc.).
TECHNISCHE GEGEVENS
- Laat kinderen (of anderen die het apparaat niet kunnen bedienen)
de machine niet zonder toezicht gebruiken.
- Leun niet op de deuren en sta het ook kinderen niet toe dit te
doen.
• Alle toegankelijke onderdelen zijn heet wanneer de Trio in werking
is. Houd jonge kinderen weg bij de Trio als deze wordt gebruikt.
• Het gebruik van dit apparaat is niet bedoeld voor personen
(inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke capaciteiten of tekort van ervaring en kennis, tenzij er
toezicht of instructie is van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten in de gaten worden gehouden worden, om er
zeker van te zijn dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
• Na ieder gebruik raden we aan om enig schoonmaakwerk aan
de Trio te verrichten. Dit voorkomt de opeenhoping van vuil of vet
dat opnieuw wordt bereid en verbrandt, waardoor onaangename
geuren ontstaan en zich rook ontwikkelt.
• Gebruik nooit een stoom- of hogedrukspuitbus om het apparaat
schoon te maken.
• Bewaar geen ontvlambare producten in de Trio aangezien ze
vlam kunnen vatten als het apparaat per ongeluk wordt aangezet.
• Gebruik ovenwanten als u een schotel in de oven plaatst of eruit
haalt.
• Bekleed de ovenwanden niet met aluminiumfolie of
ovenbeschermers voor eenmalig gebruik die in sommige winkels
verkrijgbaar zijn. Aluminium of ieder ander beschermingsmateriaal
dat direct in aanraking komt met het hete email, riskeert het
smelten van het email of kan een beschadiging aan de binnenkant
veroorzaken.
• Indien u kookt met vet of olie, houdt u het kookproces dan
voortdurend in de gaten aangezien verhitte vetten en oliën snel
vlam kunnen vatten.
• klep van de gaskookplaat:
- Laat de klep, terwijl het kooktoestel in gebruik is, rechtop staan.
59,6 cm
- Verwijder, voordat de klep wordt geopend, alle voorwerpen die
zich er op bevinden om morsen te vermijden.
TRIO 9501
TRIO 9503
- Laat, voordat u de klep sluit, alle hete onderdelen van het
kooktoestel afkoelen.
Vermogen
2100 W
8570 W
- Bewaar geen zware of metalen voorwerpen op de klep.
• De afwasmachine is ontworpen voor normaal keukengereedschap.
kleine mijorose
Rechtsvoor
hilight Ø 165/1200 W
Voorwerpen die zijn vervuild door benzine, verf, sporen van staal
1 kW
of ijzer, agressieve chemicaliën, zuren of logen dienen niet in de
Rechtsachter
super snel 3,5 kW hilight Ø 220/2300 W
afwasmachine te worden afgewassen.
• Aan het eind van het wasprogramma kan er beter geen water
Linksvoor
snel 2,50 kW
hilight Ø 200/1800 W
in de machine of op de vaat achterblijven.
• Indien u een oude vaatwasser kwijt wilt, wees dan zo zorgvuldig
Linksachter
half snel 1,75 kW
hilight Ø 140/1200 W
om de deur te verwijderen om het risico uit te sluiten dat kinderen
Capaciteit couverts EN50242
6
6
er in opgesloten raken.
• Indien het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, moet
8
lt
8
lt
Water verbruik
erop gelet worden dat het zeker is dat er zich geen obstakels
bevinden bij de ventilatieopeningen aan de onderkant.
Waterdruk mini 0,08 - max 0,8 MPa
INSTALLATIE
Het installeren van een huishoudelijk apparaat kan een ingewikkelde operatie zijn die, als hij niet correct wordt uitgevoerd,
de veiligheid van de consument ernstig kan aantasten.
Dat is de reden waarom een vakkundig gekwalificeerd persoon de opdracht op zich zou moeten nemen, die hem kan
uitvoeren in overeenstemming met de van kracht zijnde technische voorschriften.
In het geval dit advies genegeerd wordt en de installatie door een niet-gekwalificeerd persoon wordt uitgevoerd, wijst
CANDY alle verantwoordelijkheid voor ieder mogelijk technisch falen van het product af, of dat nu wel of niet resulteert
in schade aan goederen of in verwondingen bij personen.
GASAPPARAAT
• VOORDAT HET APPARAAT WORDT GEÏNSTALLEERD, DIENT DE
TECHNICUS:
- De compatibiliteit tussen de Trio en de gasinstallatie te controleren.
De Trio is fabrieksklaar en gereed om gebruikt te worden met het type gas
dat vermeld staat op de verpakking en nogmaals op het typeplaatje dat is
bevestigd op het kooktoestel.
Aardgas G 20-20 mbar / G 25-25 mbar: hoofdleiding gas
- Indien nodig, verander het gas.
Om de gasbranders van het kooktoestel aan te passen, moeten passende
pitten worden gemonteerd die de nominale toevoer verstrekken; ga naar
pagina 68.
• VOOR INSTALLATIE DIENT DE TECHNICUS:
De Trio valt onder Klasse 2 - Subklasse 1; meubilair dat aansluit aan de unit
dient niet hoger te zijn dan de bovenkant van het apparaat.
- Het kooktoestel heeft verstelbare pootjes voor een perfecte, egale plaatsing
op de vloer.
- De gasaansluiting naar de installatie te maken in overeenstemming met
de gastoevoer.
- Het kooktoestel op de elektriciteit aan te sluiten met de informatie die wordt
gegeven op pagina 69.
- Als het type gas is veranderd, de minimum toevoer van iedere gasbrander
af te stellen op pagina 68.
- De Trio aan te sluiten op de watertoevoer en de waterafvoer (zie pagina
70).
IEDERE AANPASSING AAN DE GASMODUS DIENT TE WORDEN GENOTEERD OP HET TYPEPLAATJE DAT IS BEVESTIGD
OP HET KOOKTOESTEL.
• GASAANSLUITING
Deze moet gemaakt worden overeenkomstig de van kracht zijnde regelgeving in het land van installatie. In alle gevallen worden op de
gastoevoerleiding een plugkraan, een regulatiemechanisme of een regulatie afvalinstrument voor propaangas geleverd. Gebruik alleen
kleppen, regulatiemechanismen, uiteinden en flexibele slangen, regulatiemechanismen met het officiële merk van het land van installatie.
Gasaansluiting overeenkomstig de installatie:
Aardgas Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
Butaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
Propaan Stugge, Flexibele slang met mechanische fittingen (1) - Zacht rubberen slang (2)
1 - Op voorwaarde dat de flexibele slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden.
2- Op voorwaarde dat de zacht rubberen slang over de gehele lengte geïnspecteerd kan worden, de lengte ervan de 1,5 meter niet
overschrijdt en hij is uitgerust met passende klemmen aan de uiteinden.
1, 2 - er moeten zachte pijpen en flexibele slangen met mechanische fittingen worden geregeld om bij iedere vlam uit de buurt te kunnen
blijven, en om niet beschadigd te raken door de verbrandingsgassen, hete onderdelen van het kooktoestel of door het morsen van heet
voedsel.
DRIE AANSLUITMOGELIJKHEDEN:
• STUGGE PIJPAANSLUITING- Sluit rechtstreeks aan op het spruitstuk van de fittingen.
• AANSLUITING VIA EEN FLEXIBELE SLANG MET MECHANISCHE FITTINGEN
Wij bevelen dit type aansluiting aan.
Schroef de slangbevestigingen rechtstreeks op het spruitstuk van de fitting aan de ene kant en op de plugkraan van de pijpleiding
aan de andere kant.
• AANSLUITING VIA ZACHT RUBBER
Wij bevelen dit type aansluiting niet aan. Dient enkel en alleen als reservemogelijkheid gehouden te worden voor oude installaties
waarvoor geen andere optie voorhanden is.
Schroef het flexibele
uiteinde (2)
Butaan- / Propaangas
Aardgas
Monteer de zachte pijp aan het
uiteinde aan de ene kant en aan
het regulatiemechanisme of aan
de klep van de Aardgasafvoer
aan de andere kant.
(2) Zorg er in ieder geval voor dat het dichtingmateriaal is aangebracht. Volg de aansluithandelingen en test de lekdichtheid,
met gebruikmaking van zeepwater, het testen d.m.v. een vlam is streng verboden.
67 NL
INSTALLATIE
VERANDERING VAN HET TYPE GAS:
Het calorisch vermogen en de druk van het gas variëren overeenkomstig het type gas.
Indien het gas wordt veranderd, zou de technicus achtereenvolgens: de gaspitten moeten veranderen, de gasaansluiting maken naar
de installatie en de minimum toevoer van alle gasbranderkraantjes instellen.
• VERANDERING VAN HET TYPE GAS
GAS/GAZ/Pression (mbar)
• Fabrieksinstelling: Aardgas = G20-20 mbar/G2525 mbar
Instelling van het gas is mogelijk overeenkomstig
de installatie van Butaangas G30-29 mbar of
Propaangas G 31-37 mbar
G20/20 G20/25 G25/25 G30/29 G30/36 G31/30 G31/37 G350/13
CAT.
II 2E+3+
BE-FR
II 2H3+
CH-ES-GB
IT-PT
II 2H3B/P
CZ-DK-FI
NO-SE
II 2H3B/P
HU
I 2E
DE
II 2L3B/P
NL
II 2ELs3B/P PL
• VERANDERING VAN DE PITTEN VAN DE GASBRANDERS
.GASPITTEN BRANDERS
KOOKPLAAT
Om de gaspitten te kunnen bereiken:
. til de klep van de kookplaat op,
. verwijder de bovenkant, de roosters,
doppen en kapjes van alle branders,
. gebruik een pijpsleutel (7) in de
gasbrander,
. installeer de gaspitten die geschikt
zijn voor het geleverde type brander
en gas volgens de informatie die in
de tabel staat.
Monteer vóór herinstallatie de kapjes,
brander en roosters aan de
bovenkant.
Iedere gaspit is herkenbaar aan een merkteken.
BRULEUR
GASPIT
Kleine Mijorose
Half snel
Snel
Ultre-snel
Rechtsvoor
Linksachter
Linksvoor
Rechtsachter
Gaspit
G20 20 mbar
G20 25 mbar
76
G25 25 mbar
G30 29 mbar
G31 30 mbar
G31 37 mbar
50
kW
Gaspit
kW
1,00
1,20 101
0,90
1,00
1,75
2,00
1,60
1,75
0,90
1,00
1,60
1,75
66
Gaspit
118
80
kW
Gaspit
2,50
2,80
2,30
2,50
3,50
144 4,00
3,20
3,50
2,25
2,50
94
• HET INSTELLEN VAN DE WAAKVLAM
Als het type gas is veranderd, moet de stabiliteit van de vlam in de minimale
toevoer gecontroleerd en ingesteld worden door afstelling van het schroefje
van de waakvlam.
Verwijder, om de bovenste brander van het waakvlamschroefje te kunnen
bereiken, de knoppen van het bedieningspaneel. Trek om te beginnen de schijf
naar voren en verwijder de gecombineerde bedieningsknop.
a) Butaan- propaangas: het instellen wordt gedaan door het waakvlamschroefje
rechts in te schroeven (zonder kracht uit te oefenen). De geijkte holte ervan
is voorzien van de minimum stroom.
b) Aardgas:
. schroef het waakvlamschroefje één slag los,
. plaats de gecombineerde bedieningsknop terug, steek de brander aan en
zet de vlam laag,
. verwijder de gecombineerde bedieningsknop nog eens, schroef het
waakvlamschroefje tot een kleine vlam is verkregen die stabiel blijft als hij van
een hoge naar een lage stand wordt gedraaid.
. plaats de gecombineerde bedieningsknop terug.
68 NL
Schroef
Waarschuwing:
Draai in geen geval de
andere schroeven losser!
kW
3,20
3,50
INSTALLATIE
ELEKTRISCHE AANSLUITING
"De installatie dient zich te conformeren aan de standaard
richtlijnen".
CANDY wijst alle verantwoordelijkheid voor iedere schade die kan
zijn veroorzaakt door ongeschikt of buitensporig gebruik af.
Waarschuwing:
. Controleer altijd vóór iedere mogelijke handeling met elektriciteit,
de toevoerspanning die op de elektriciteitsmeter staat
aangegeven, de afstelling van de stroomonderbreker, de
continuïteit van de aardeaansluiting naar de installatie en
controleer dat de zekering geschikt is.
. De elektrische aansluiting naar de installatie zou gemaakt
moeten worden via een stopcontact met een stekker met
randaarde, of via een stroomonderbrekingschakelaar met
universele pool.
Indien het apparaat een stopcontact uitgang heeft, moet deze
zodanig worden geïnstalleerd dat de uitgang van het stopcontact
bereikbaar is.
CANDY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor
ongelukken die het gevolg zijn van het gebruik van een apparaat
dat niet geaard is, of met een ondeugdelijke aardeaansluiting
continuïteit.
. Alle vragen over het snoer van de stroomtoevoer dienen te
worden voorgelegd aan de Serviceafdeling of aan een
gekwalificeerd technicus.
Om aan te sluiten:
. schroef de kabelklem los,
. haal de kabel door de kabelklem,
. strip het isolatiemateriaal aan het eind van iedere afzonderlijke
draad af en verbindt ze met de uiteinden volgens de nummers
die in de tabel vermeld staan, evenals de "bar parallelle
schakelingen".
Voorbeeld van een aansluiting in monofase
1 - Plaats de bar
2 - Plaats de draden
parallelle schakelingen
3 - Haal de kabel
door de kabelklem
Let op: het niet juist vastzetten kan gevaarlijke risico's
veroorzaken op verhitting van de stroomtoevoerkabel.
Wanneer de aansluitingsoperatie aan de uiteinden van het apparaat
gereed is, zet dan de kabelklem vast en sluit het dekseltje.
Waarschuwing! Dit apparaat moet geaard worden. Indien een
adequate aarding ontbreekt, zult u merken dat bij aanraking
van de metalen onderdelen van uw apparaat mogelijk een
elektrische spreiding wordt gevoeld vanwege de aanwezigheid
van een storingseliminator van radio-interferenties.
Monofase Drie phases Drie phases
220-230V~ 220-230V3~ 380-415V3N~
Zekering
TRIO 9501
Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd waarmee het
apparaat alleen op een stroomtoevoer van 220-230 V tussen
fases, of tussen fase en neutraal aangesloten kan worden.
Sluit aan op een 10/16 Ampère contactdoos.
Kabel
Type Doorsne
AANSLUITING
OP
KLEMMENPLAAT
TRIO 9503
Bij deze Trio wordt een stroomsnoer geleverd, maar hij is
uitgevoerd met een eindblok dat u in staat stelt de juiste
aansluiting voor de specifieke stroomtoevoer te kiezen.
25 A
25 A
16 A
H05VV-F H05RR-F, H05VV-Fof,
3 G 2,5 mm2 H05VV-Fof, H05RR-F
4 G 2,5 mm2 5 G 1,5 mm2
L2
L3
Het eindblok bevindt zich aan de achterkant van de Trio.
Om het eindblok te openen:
. Plaats de twee klepjes aan de zijkanten,
. plaats het uiteinde van een schroevendraaier aan de voorkant
van het klepje, steek hem erin en druk hem naar beneden,
2 Fase
1 Fase
1 Fase
Shunter 1-2 Shunter 1-2
2 Fase
overbrugging Shunter 2-3
3 Fase
maken met
Shunter 3-4 3 Fase
shuntstaafje 5 Neutraal
Shunter 4-5
5 Fase
5 Neutraal
Shunter 4-5
T Aard
T Aard
T Aard
Shunter:
Eindblok
x 3 bar parallelle
69 NL
GEBRUIK
INSTALLATIE
DE GASBRANDERS
WATERAANSLUITING - WATERAFVOER
WATERAANSLUITING :
De aan- en afvoerslangen kunnen naar wens links of rechtsom
geleid worden. De afwasmachine kan zowel op koud als op warm
water (max. 60 C) worden aangesloten.
De waterdruk kan variëren van een minimum van 8 N/cm• tot een
maximum van 80 N/cm•. Vraag bij een waterdruk lager dan
8 N/cm• uw plaatselijke waterleidingbedrijf om advies.
Aansluiting op een wasmachinekraan met terugslagklep is
voorschrift (Fig. 1). De afwasmachine is voorzien van een drukvaste waterslang met een 3/4 aansluitnippel (Fig. 2) voor aansluiting
op de waterkraan. De waterslang "A" wordt vastgedraaid op een
waterkrann "B" met een 3/4" aansluiting, zodanig dat de nippel
stevig vast zit.
Bij aansluiting van de machine op een nieuwe waterleiding of op
een leiding die langere tijd niet gebruikt is, doet men er goed aan
het water eerst enkele minuten door laten kopen, alvorens de
toevoer aan te sluiten. Dit voorkomt verstopping van het filter bij
de watertoevoer door zandafzetting of roest.
Elke brander is voorzien van een kraan
· een ruimere keus tussen de hoogste en laagste stand
· een makkelijke vlam regeling
· geen risico dat de vlam uit gaat bij het te snel terugdraaien
van de vlam.
ONTSTEKING
Basis gastoevoer moet altijd dichtgedraaid zijn.
• Draai de gaskraan open
• Een symbool naast elke knop geeft aan welke brander het is.
• Druk en draai de gewenste knop op het
symbool, ingedrukt
houden tot de vlam ontsteekt.
Op modellen met vonkontsteking wordt de vlam ontstoken door
een vonk. Dit gebeurt dmv een toets of het indrukken van de knop.
Modellen zonder vonkontsteking moeten met een lucifer worden
aangestoken.
Modellen met een Veilligheids thermokoppel, hou de knop
een paar seconden ingedrukt om het veiligheidssysteem
te activeren. Als de knop meteen word losgelaten zal het
veiligheidssysteem niet ingeschakeld worden en de vlam
zal uitgaan. Als dit gebeurd, herhaal dan de
onstekingsprocedure vanaf het begin en wacht wat langer
nadat de vlam aan is.
Als er speciale locale gas condities zijn welke het ontsteken
moeilijker maken, adviseren wij de onstekingsprocedure te
herhalen, en de knop naar het minimum te draaien.
WATERAFVOER :
Let er bij de opstelling op dat er geen knikken in de afvoerslang
zitten (Fig. 4). De permanente afvoer dient minimaal een binnen
doorsnede te hebben van 4 cm en een hoogte boven de vloer van
40 cm. Wij adviseren de installatie van een antireuk sifon (Fig.
4x).
De afvoerslang kan eventueel met 2.6 m verlengd worden; de
maximale hoogte is 85 cm.
Neem hier voor contact op met de Ser vice Desk.
4
• Stel de vlam in naar uw eigen kook wensen, u kunt kiezen uit
verschillende posities tussen de ( ) en ( ) op de bedieningsknop.
• Draai de vlam uit, draai de knop naar de uit positie.
• Als de brander per ongeluk ontstoken word. Draai de knop naar
“0” wacht een minuut en probeer opnieuw te ontsteken.
PANNEN
Voor het juiste gebruik van de branders kiest u pannen welke aan
de onderstaande afmetingen voldoen.
* Erg snel Ø 18 cm and more
* Snel Ø van 16 to 18 cm
* Normaal Ø 12 cm
* langzaam Ø 10 cm
• Pannen met gebogen, geribbelde en scheefgetrokken bodems
worden niet geadviseerd.
• Aluminium pannen kunnen sporen achterlaten op de
geëmailleerde pandragers, deze kunnen verwijderd worden met
een vochtige doek of een licht schuurmiddel.
TIPS
• Vermijt het extreem laten koken van voedsel, het wordt hierdoor
niet sneller gaar. Uit onderzoek is gebleken dat het voedsel dan
een deel van zijn smaak kan verliezen.
• Gas bespare, zorg ervoor dat de vlam niet onder de pan vandaan
komt.
• Zet nooit een lege pan op de brander.
Het kromme uiteinde van de afvoerslang kan in de gootsteen
worden gehangen (dit mag niet onder water staan, aangezien het
water dan tijdens het wasprogramma weer opgezogen zou kunnen
worden, Fig. 4y).
Controleer bij de opstelling of er geen knikken in de toevoeren
afvoerslang zitten. Verleng, zo nodig, de toevoerslang. Hiervoor
is art. 9225014 van max. 1.5 m in de handel.
70 NL
GEBRUIK
DE GLASKERAMISCHE ZONE
Posities
ADVIEZEN
Wat de kookplaat betreft is het gebruik van keukengereedschap
van hoge kwaliteit belangrijk om goede kookresultaten te verkrijgen:
. Gebruik altijd pannen van goede kwaliteit met volledig vlakke en
dikke bodems.
. Zorg ervoor dat de bodem van de kookpot of pan droog is:
. Gebruik pannen met een doorsnee groot genoeg om het oppervlak
van de eenheid volledig te bedekken.
1-2 Erg laag
Bord warm houden, boter/chocolade smelten...
2
3-4 Laag
Langzaam koken, gepocheerde eieren ...
3
5-6 Gemiddeld Gedroogde bonen, bevroren voedsel, fruit,
kokend water ...
Gestoofde appels, groente, pasta, vis,
7-8 Matig
crêpes...
5 9-10 Hoog
Aanbevelingen:
. Bereid nooit voedsel direct op de glaskeramische kookplaat.
Gebruik altijd het juiste kookgerei.
. Plaats de pan altijd in het midden van de unit waarop u aan het
koken bent.
. Gebruik het oppervlak niet als snijplank.
. Schuif het kookgerei niet over de kookplaat.
. Bewaar geen zware voorwerpen boven de kookplaat. Als ze op
de kookplaat vallen, kunnen ze schade veroorzaken.
. Gebruik de kookplaat niet als werkblad.
. Aluminiumfolie en plastic pannen dienen niet op hittezones te
worden geplaatst.
Controleer op het label het
teken dat aangeeft of de pan
aangepast is aan glaskeramisch koken.
Roestvrij Staal: Met klem aanbevolen. Vooral goed met een
sandwich bodem. De sandwich bodem combineert de voordelen
van roestvrij staal (uiterlijk, duurzaamheid en stabiliteit) met de
voordelen van aluminium of koper (hittegeleiding, gelijkmatige
hitteverspreiding).
Aluminium: zwaar gewicht wordt aanbevolen. Goed
geleidingsvermogen. Soms verschijnen er aluminium restanten
als krassen op de kookplaat, maar deze zijn te verwijderen als ze
direct worden schoongemaakt.
Vanwege het lage smeltpunt, kan beter geen dun aluminium
worden gebruikt.
Gietijzer: bruikbaar, maar niet aanbevolen. Slecht resultaat. Kan
het oppervlak bekrassen.
Koperen Bodem / kookpotten van steen: zwaar gewicht wordt
aanbevolen. Goed resultaat, maar het koper kan restanten
achterlaten die als krassen kunnen verschijnen. De restanten
kunnen verwijderd worden, als de kookplaat maar onmiddellijk
wordt schoongemaakt. Laat deze potten echter niet droogkoken
. Oververhit metaal kan een verbinding aangaan met glazen
kookplaten. Een oververhitte koperen kookpot zal een restant
achterlaten dat de kookplaat permanent vlekken zal geven.
Porselein / email: Goed resultaat alleen met een dunne, gladde
en vlakke bodem.
Het wordt ten zeerste aanbevolen om kinderen weg te houden bij
de kookzones terwijl deze in werking zijn of wanneer ze uit zijn
gezet, zolang de resthitte indicator aan staat, om het risico van
ernstige verbrandingen te voorkomen.
OVEN APPARATUUR (Volgens model)
Het is noodzakelijk de apparatuur een eerste schoonmaakbeurt
te geven alvorens de verschillende onderdelen voor de eerste
keer te gebruiken. Was ze met een spons. Spoel uit en droog af.
DE ZONES
. Highlightzone: Werkt binnen 3 seconden en is geschikt voor
rustig, homogeen en langdurig koken.De keramische kookplaat
heeft voordeel door de grotere warmte afgifte, voortgebracht door
de Hightligt kookzones, waardoor het kookproces versnelt. De
modificatie van de kookplaat heeft geen invloed gehad hitte
bestendigheid van het glas, maar heeft wel de veiligheid verbeterd.
Met de "sprinter" optie kan er een kooktijd verkorting gehaald
worden tot wel 15%, afhankelijk van de manier van koken en de
gebruikte pannen.
GEBRUIK
1
12
11
2
3
10
4
9
8
7
6
5
. Het indicatielampje gaat branden om aan te
geven dat de hittezone aan staat.
. Iedere zone is verbonden met een op de kookplaat geplaatste
resthitte indicator. Deze licht op als de temperatuur van de hittezone
de 60 C en hoger bereikt. Hij zal aan blijven, zelfs als de unit is
uitgezet, tot het oppervlak afgekoeld is.
. Draai, om een hittezone uit te zetten, de corresponderende
bedieningsknop naar de stand "O".
. Standen: de onderstaande voorbeelden zijn bedoeld als een
leidraad. Wanneer u vertrouwd begint te raken met het gebruik
van uw kookplaat, kunt u gaan uitvinden welke instellingen u het
beste bevallen.
Omelet, vlees ...
6 11-12 Zeer hoog Frituren, vlees ....
Onderstaande informatie zal u helpen pannen te kiezen, die een
goed resultaat geven.
. Bepaal het teken dat overeenkomt met de
kookzone die u nodig heeft.
. Aanbevolen wordt de hitte op zijn hoogst in te
stellen tot de zone goed warm is geworden en
vervolgens lager te zetten naar de gewenste
kookinstelling.
1
4
KEUZE VAN KEUKENGEREEDSCHAP
Tips
DE OVENPLAAT: bedoeld om
plaats te bieden aan schalen en
borden, en aan braadstukken
vlees als deze met de grill worden
bereid. Hij is uitgerust met rails
die het mogelijk maken dat de
lekbak naar binnen wordt
geschoven.
Dankzij de speciale vorm ervan, blijft de ovenplaat steeds horizontaal, zelfs wanneer hij helemaal naar de voorkant van de oven
is uitgetrokken, en zo voorkomt hij het risico dat schalen eruit
glijden of omkieperen.
DE LEKBAK: vangt vlees- en
gr illsappen op tijdens het
roosteren of grillen. Hij kan op de
ovenplaat worden gezet, of
eronder geschoven. Tenzij de
lekbak met de grill wordt gebruikt,
moet hij niet worden bewaard in
de oven terwijl die in gebruik is.
Gebruik de lekbak nooit als grillbak. Dit zou rookontwikkeling tot
gevolg kunnen hebben, rondspattend vet en de oven zou snel
vlekken krijgen.
• De bakplaat wordt op het
ovenrooster geplaatst. Hierop kunt
u klein gebak zoals soesjes,
zandkoekjes, schuimgebakjes
e.d. leggen.
Plaats de bakplaat nooit direct op de bodem van de oven.
Het draaispit. Dit is uitgerust met een pen, twee vorken en een
penhouder.
DE TIMER VAN DE STROOMONDERBREKER
Zorgt voor het functioneren van de oven,
10
tussen 1 en 120 minuten, met een
20
onmiddellijke start en een automatische
30
120
stop. Als de tijd isverstreken, sluit de
40
110
timer automatisch de stroomtoevoer naar
50
100
de oven af.
60
90
80 70
Maar de oven kan ook zonder
programmering worden gebruikt. In dit geval draait u de
bedieningsknop naar de stand Hand
.
Let op: om een tijd in te stellen, draait u de bedieningsknop met
de klok mee naar de 120 minuten markering en vervolgens draait
u hem terug tot de gewenste tijd.
71 NL
GEBRUIK
DE OVEN
BEREIDINGSADVIEZEN
BIJZONDER BELANGRIJK: De oven en de vaatwasser kunnen
niet tegelijkertijd worden gebruikt. Om de oven te gebruiken,
dient u de afwasmachine te sluiten.
VLEES:
Het is beter om vlees pas te zouten na de bereiding omdat zout
het vlees stimuleert om vet te spetteren.
Dit zal de oven verontreinigen en een hoop rook geven.
Braadstukken wit vlees, varkensvlees, kalfs- , lamsvlees en vis
kunnen koud in de oven geplaatst worden. De bereidingstijd is
langer dan in een voorverwarmde oven, maar het gaart het vlees
beter door en door omdat de hitte meer tijd heeft om het braadstuk
binnen te dringen.
Juiste voorverwarming is de basis voor een succesvolle
bereiding van rood vlees.
BELANGRIJK:
Laat kinderen nooit in de buurt van de Trio als deze in gebruik is.
Als de Trio is voorzien van een afdekplaat moet u deze voor
gebruik omhoog zetten.
DE KOOKMETHODES (Volgens model)
• Conventioneel koken
: de bovenste en onderste
verhittingselementen worden samen gebruikt. Deze methode is
ideaal voor al het traditionele rooster- en bakwerk, voor het
dichtschroeien van rood vlees, rosbief, lamsbout, brood,
laagjesdeeg. Verwarm de oven ongeveer tien minuten voor en
plaats het vlees dat wordt bereid op de middelste plaatstand.
• Gril
: Maakt gebruik van het bovenste verhittingselement.
Succes is verzekerd bij mixed grills, kebabs en "gegratineerde
schotels". Een voorverwarming van vijf minuten is nodig om het
element heet te krijgen.
• Roosterspit : maakt gebruik van het bovenste verhittingselement in combinatie met het roosterspit, wat de echte geur
van traditioneel geroosterd voedsel geeft.
. Verwijder alle accessoires uit de oven.
. Plaats de lekbak op de bodem van de oven.
. Rijg het te bereiden voedsel aan de vleespen en plaats hem
in het midden tussen de twee vorken.
. Zet de vleespen in de steun en schuif de steun en de vleespen
op het tweede niveau.
Het uiteinde van de vleespen zal zich dan tegenover de groef in
het besturingsmechanisme bevinden.
. Zet de vleespen in het besturingsmechanisme.
• Roosterspit en conventioneel koken
: tegelijkertijd
gebruikmaken van het roosterspit en het conventionele koken.
Het kan u een tijdsbesparing opleveren bij het koken. U moet
dan echter zorgen voor het omdraaien van de ovenplaat met
rails, met de rails naar de bovenkant, en de lekbak erop plaatsen.
• Turbogril
: Gebruik van de koepelweerstand en van de
turbine die de lucht in de ovenruimte vermengt. Ideaal voor
dikke omvangrijke bereidingen, volledige stukken zoals
varkensgebraad, gevogelte enz. Voorverwarming is nodig voor
rood vlees, maar nutteloos voor wit vlees. De te bereiden
gerechten rechtstreeks op het rooster in het midden van de
oven plaatsen, op een middelhoog niveau. De sausopvangschotel
onder het rooster schuiven om vetresten op te vangen. Zorgen
dat het gerecht niet te dicht bij de grill staat. Het te roosteren
stuk na de halve bereidingstijd omdraaien.
• Gemengde warmte
: Gelijktijdig gebruik van de ovenvloer,
ovenkoepelweerstand en de turbine die de lucht in de ovenruimte
vermengt. Aanbevolen voor gevogelte, gebak, vis, groenten
enz.... De warmte dringt beter door in de te bereiden gerechten
en verkort de kooktijd, evenals de voorverwarmingstijd.
CAKE - GEBAK EN BISCUIT: Vermijd het gebruik van glanzende
vormen omdat ze hitte kunnen reflecteren en uw cakes kunnen
verpesten. Indien uw cakes te snel bruinen, bedek ze dan met
vetvrij papier of aluminiumfolie.
Let op: de juiste manier om folie te gebruiken is met de glimmende
kant naar binnen. Doet u dat niet, dan wordt de hitte gereflecteerd
door het glimmende oppervlak en dringt hij de cake niet binnen.
Vermijd het openen van de deur gedurende de eerste 20 tot 25
minuten van de bereiding: Moskovisch gebak, soufflés, brioches
etc. zullen de neiging hebben om te vallen.
U kunt controleren of cakes klaar zijn, door er met het lemmet
van een mes of met een metalen breinaald in te prikken. Als het
lemmet er mooi en droog uit komt, is uw cake klaar en kunt u de
bereiding stopzetten. Als het lemmet er vochtig uit komt of met
stukjes cake er aan geplakt, laat hem dan nog verder bakken
maar zet de thermostaat zoveel lager dat hij zonder te verbranden
wordt afgebakken.
De volgende instructies zijn alleen een leidraad. U zult ze
mogelijk willen veranderen overeenkomstig uw eigen ervaring
of persoonlijke smaak.
Voorverwarmingstijden:
. 20 minuten tussen 210 en 230 C
. 15 minuten tussen 140 en 190 C
. 10 minuten tussen 65 en 115 C
GEBRUIK
•
Draai
de
bedieningsknop op de
gevraagde
bereidingsmethode en
stel een temperatuur
in:
C
P
Gewicht
Bereiding
van
Oven
Plaats van
temperatuur
onderaf
C
gerekend
Tijd in
minuten
VIS - PESCE
1 kg
Forel
200
1
15 / 25
Kabeljauw
190
1
50
VLEES
1 - 1,5 kg
190
1
90
1 kg
Rosbief
Kalfsfricandeau
150 / 160
1
120 / 150
2 kg
Kalferagout
170 / 190
1
60 / 90
1 - 1,5 kg
Lamsbout
150 / 160
1
60 / 75
1 - 1,5 kg
Geitebout
150 / 160
1
50 / 60
1 - 1,5 kg
Speen
varkendij
190
1
120
2 kg
Duiven bout
150 / 160
1
45
4 kg
2 - 2,5 kg
1 - 1,5 kg
Gans
Eend
Kalkoen
160
175
170
1
1
1
240 / 270
90 / 150
60 / 80
65
GEVOGELTE
230
90
210
115
190
165
140
Conventioneel koken
Temperatuur van 65 C tot 230 C
Gril
Temperatuur 230 C
Roosterspit
Temperatuur 230 C
Roosterspit en
conventioneel koken
Temperatuur 230 C
Turbogril
Temperatuur van 230 C
Gemengde warmte
Temperatuur van 65 C tot 230 C
VERSCHILLENDE - GERECHTEN
Lasagna
200
1
40
Soufflé’s
Soezen
Pizza
200
200
200
1
1
1
20
20
20
GEBAK
• Draai de bedieningsknop van de timer van de stroomonderbreker
naar de stand Hand of op een programmeringduur.
Het indicatorlampje van het regulatiemechanisme geeft
aan dat de thermostaat werkt. Tijdens de bereidingstijd
gaat het regelmatig aan en uit.
72 NL
Roerdeeg
175
1
40 / 50
Vruchten
vlaai
180 / 190
1
20 / 30
Cakedeeg
160
1
40 / 45
Schuimgebak
100
1
90
Bladerdeeg
200
1
20
GEBRUIK
AFWASMACHINE
BEDIENINGSPANEEL
A Programma selectie indicatie lichtje
B Programma-Keuze Toets
C Omschrijving programma's
D Aan/Uit Knop
PROGRAMMA SELECTIE EN SPECIALE FUNCTIES
HERINNERING! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Instellen van de programma's
Open de deur en druk op de Aan/Uit knop ; de 4 programma lampjes gaan knipperen
- Selecteer het gewenste programma door de het indrukken van de programmakeuze knop, Het lampje van het gekozen programma
gaat branden. (2 lampjes bij het koude spoel programma)
- Sluit de deur (na het signaal) het gekozen programma zal automatisch starten)
GEBRUIK AFWASMACHINE
Het openen van de deur - U opent de deur van de afwasmachine
door de handgreep naar u toe te trekken. Bij opening van de deur
tijdens de werking van de afwasmachine schakelt de machine
automatisch uit.
Tijdens de werking van de afwasmachine wordt het openen van
de deur niet aangeraden. Ingeval van nood, moet u de stop knop
indrukken.
Het sluiten van de deur
U schuift het vaatrek naar binnen. Controleer of de sproeiarmen
vrij kunnen ronddraaien en of er geen bestek, pannen of borden
zijn die de draaibewegingen kunnen belemmeren.
U sluit de deur door deze stevig aan te drukken tot u de
beveiligingsgrendel hoort klikken.
Onderbreken van een programma
Het is niet aan te raden om de deur te openen terwijl een
programma loopt, zeker niet tijdens
de hoofdwasfase en de droogfase. Mocht de deur onverhoopt toch
geopend worden stopt het programma automatisch. Wanneer de
deur weer gesloten wordt gaat het programma automatisch verder.
Wanneer u van programma wil veranderen of een programma
beëindigen, handel volgens de volgende procedure:
Open de deur, druk de programmakeuze knop intot dat alle 4
indicatielampjes knipperen. Het huidige programma is geannuleerd.
Een nieuwe programmakeuze kan nu gemaakt worden.
Voordat u een nieuw programma opstart, verzeker uzelf dat er
nog genoeg wasmiddel in de dispenser zit. Indien nodig kunt u
de dispenser dan bijvullen.
LET OP: Als de deur tijdens een programma wordt geopend zal
er een signaal gaan klinken, dit geeft aan dat het vaatwas
programma nog niet klaar is.
Einde van het programma
Het einde van een programma wordt aangegeven door een
geluidssignaal. Wanneer de deur geopend wordt, knipperen alle
4 indicatielampjes. Zet de aan/uit knop uit.Uitschakelen van het
geluidssignaal
Het geluidssignaal kan op de volgende manier uitgeschakeld
worden:
- Druk de aan/uit knop in.
- Wacht tot de programma lampjes gaan branden.
- Druk binnen 2 minuten de programma knop in, hou deze 30 sec
ingedrukt (het programma lampje gaat knipperen en er klinkt een
signaal)
- Als de eerste 2 lampjes aan de linkerkant branden (zonder te
knipperen) en het signaal is gestopt, laat u de knop los (het
uitschakelen van het signaal is gereed)
- Druk wederom de programmaknop in, de eerste 2 lampjes aan
de linkerkant gaan uit en de andere twee zullen gaan branden.
(het signaal is weer ingeschakeld)
- Een geluidssignaal zal bevestigen dat het inschakelen gereed
is.
- Om het signaal weer uit te zetten herhaal de bovenstaande
stappen.
Attentie - Deze afwasautomaat is uitgevoerd met een "waterblock",
dit is een beveiliging tegen overstroming. Deze beveiliging werkt
zelfs wanneer de machine is uitgeschakeld, en stopt de
watertoevoer als het niveau te hoog wordt door een eventuele
storing.
Waarschuwings Signaal
Als er fouten optreden tijdens een programma, dan gaat het lampje
dat correspondeert met het betreffende programma snel knipperen
en er zal een geluidssignaal klinken.
Mocht dit het geval zijn, zet dan de vaatwasser uit dmv het
indrukken van de aan/uit knop.
Nadat u gekeken heeft of de watertoevoer open is, de slang niet
dubbel zit en het filter niet verstopt is, kunt u de machine weer
aanzetten.
Als dit probleem zich voor blijft doen, bel dan de Service Desk.
Belangrijk
Om te voorkomen dat deze beveiliging onbedoeld in werking
treedt is het aan te bevelen
de machine niet te verplaatsen of op te tillen terwijl deze in
werking is.
Als het nodig is de machine te verplaatsen of op te tillen
wacht dan tot het wasprogramma is afgelopen en het water
uit de kuip is weggepompt.
VOORBEREIDING EN SCHOONMAKEN
VAN HET FILTER
Het filter bestaat uit :
- De filterbeker, die de grofste
etensresten opvangt.
- De filterplaat, die zorgt voor het
voortdurend filteren van het
spoelwater.
- Het microfilter, dat zich onder de
filterplaat bevindt en dat ook de kleinste resten vuil perfect opvangt
en zorgt voor een prima filtering.
Om het beste eindresultaat te verkrijgen is het noodzakelijk om
vóór elke was de filterbeker te controleren en deze zo nodig onder
de kraan te reinigen, eventueel met behulp van een borsteltje. De
filtergroep kan eenvoudig uit de machine gehaald worden door
het bij de handgreep omhoog te lichten. De filterbeker kan ten
behoeve van de reiniging eenvoudig uit de filterplaat gehaald
worden. Omdat de afwasmachine is uitgerust met een zelfreinigend
microfilter, zal het onderhoud beperkt blijven en dient de filtergroep
om de veertien dagen geïnspecteerd te worden. Het is echter
raadzaam om na iedere wassing te controleren of de filterbeker
en de filterplaat niet verstopt zijn.
Waarschuwing : Let er na het reinigen van de filterdelen op dat
alles weer op de juiste plaats is teruggebracht en dat de filterplaat
perfect op de bodem van de afwasmachine geplaatst is.
Een onnauwkeurige terugplaatsing van de filters kan schadelijk
zijn voor een goede werking van de machine.
Let wel : Gebruik de afwasmachine nooit zonder filters.
73 NL
GEBRUIK
BELADING MET COUVERTS
HET TOEVOEGEN VAN Glansspoelmiddel
Voordat u het serviesgoed in uw machine doet, dient u eerst
etensresten zoals botjes, graten, tandenstokers, vlees- en
groenteresten, schillen, enz. te verwijderen. Zo wordt vermeden
dat het filter verstopt raakt en het wasresultaat nadelig wordt
beïnvloed. Het vaatrek kan alle soorten serviesgoed bevatten.
BELADING MET 6 INTERNATIONALE STANDAARD
COUVERTS (IEC 436 - DIN 44990 - NFC 73176)
A - 6 glazen
B - 6 dessert bordjes
C - 6 schoteltjes
D - Kleine kopjes
E - 6 koffie- of theekopjes
F - 6 plaate borden
G - 6 diepe borden
H - Soepkommen
I - Dienschaal
L - Bestekkorf
BELADING MET 4 STANDAARD
COUVERTS+PANNEN OF SCHALEN
In het vaatrek worden kook-, steel-,
soeppannen, slakommen, schalen,
deksels en keukengerei geplaatst.Het
bestek gaat in de speciale plastic
houder die weer wordt opgesteld al
naar gelang de behoefte. Voor een
goed was-resultaat wordt aangeraden
om de lepels af te wisselen met ander
bestek, wordt aangeraden om de
lepels af te wisselen met ander bestek, zodat zij niet aan elkaar
gaan kleven. Plaats het bestek altijd met het handvat of de steel
naar beneden, tenzij de handvatten bijzonder smal zijn: in dat
geval moeten zij andersom geplaatst worden, omdat zij anders
door de bodem van de bestekkorf naar beneden kunnen glijden
en de sproeiarmen kunnen blokkeren.
HET TOEVOEGEN VAN AFWASMIDDEL
Gebruik altijd een afwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines
bestemd is. Gebruik nooit andere wasmiddelen (zoals die voor
de handwas), omdat zij niet de juiste ingrediënten bevatten en
schadelijk kunnen zijn voor een goede werking van de machine.
HET NORMALE WASPROGRAMMA
Het zeepbakje bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur. Indien dit dicht
is, drukt u op de klep: na ieder
wasprogramma gaat het bakje vanzelf
open en is het weer gereed voor gebruik.
De hoeveelheid wasmiddel kan
aangepast worden aan de mate waarin
het serviesgoed vervuild is en aan het
type serviesgoed. Wij raden een
hoeveelheid afwasmiddel aan van 15
gram. In geval van zeer hard water of bijzonder hardnekkig vuil
dient u 25 gram afwasmiddel te gebruiken.
Sluit na invoering van het afwasmiddel de klep. Aangezien niet
alle afwasmiddellen gelijk zijn, raden wij u aan eerst de aanwijzingen
op het afwasmiddelpak te raadplegen.
Gebruikt u te weinig afwasmiddel, dan wordt de afwas onvoldoende
gereinigd. Een te grote hoeveelheid afwasmiddel leidt niet tot een
betere waskwaliteit, maar is slechts verspilling.Door de juiste
hoeveelheid afwasmiddel te gebruiken spaart u het milieu.
EXTRA WASMIDDEL VOOR INTENSIEF WASPROGRAMMA
Bij een intensief afwasprogramma dient
nog een tweede dosis - ongeveer 15
gram (1 eetlepel) - afwasmiddel
toegevoegd te worden. Deze dosis gaat
in de zeepgleuf van de gesloten deur of
recht-streeks in de trommel. Met de
aangeduide hoeveelheid wasmiddel
wordt poeder bedoeld.
Aaan de rechterkant van het zeepbakje bevindt zich het tankje
voor het glansspoelmiddel met een inhoud van plus minus
130 ml.
Open het klepje en giet de vloeistof in de tank.
Let erop dat u niet morst. De vloeistof is
voldoende voor meerdere wasbeur ten.
Doe de deur weer dicht.
Dit middel, dat automatisch aan de l aatste
spoeling wordt toegevoegd,
zorgt dat de afwas snel droogt
en geen vlekken en witte strepen
achterlaat.
Gebruik een glansspoelmiddel
dat geschikt is voor automatische
afwasmachines. Het niveau van
de vloeistof in de tank kan gemakkelijk gecontroleerd worden via
een doorkijkglas "A" dat zich tussen de twee deurtjes bevindt.
VOL
Zwart
LEEG
Wit
HET DOSEREN VAN Glansspoelmiddel (van 1 t/m 6)
Het doseerbakje "B" zit onder het deurtje en kan met één vinger
gedraaid worden. Wij adviseren stand "3". De hoeveelheid
aanwezige kalk in het water bepaalt de mate van kalkafzetting en
de drogingsgraad. Het is daarom van belang om de hoeveelheid
toe te dienen glansspoelmiddel te kunnen regelen.
Mocht uw afwas aan het einde van het programma strepen
vertonen, dan dient u de instelling met één streep terug te brengen.
Zijn er echter witachtige kringen op uw afwas te zien, dan dient
u de afstelling met één streep te verhogen.
HET VULLEN VAN HET ZOUTRESERVOIR
De afwasmachine is uitgerust met een automatische
waterverzachter die de harde bestanddelen aan het water
onttrekt. Hard water laat witachtige vlekken op het servies achter.
Op de bodem van de vaatwasser bevindt zich het zoutreservoir
voor de regeneratie van de wasverzachter. De filtermassa van
de zuiveringsin-stallatie dient te worden geactiveerd met speciaal
voor afwasmachines bestemd onthardingszout, dat verkrijgbaar
is in blokjes of in korrelvorm.
Schroef het dekseltje van het
reservoir los.
Bij de eerste vulling het reservoir
eerst met water vullen en daarna
het zout erin gieten tot het reservoir
vol is. Het is normaal dat tijdens
het bijvullen wat water over loopt.
Verwijder de zoutresten en draai
het dekseltje er weer vast op.
Als de afwasmachine niet direkt gebruikt hoeft te worden, schakel
dan het programma "Koud Spoelen" ("Eco+Snel" 2 lampjes) in,
zodat de zoutoplossing die overloopt meteen door water wordt
weggespoeld.
De inhoud van de ontharder is tussen de 1,5, om de ontharder
efficiënt te laten werken, moet het apparaat van tijd tot tijd
gevuld worden met neutraliserend zout, naar gelang het
wateronthardingssysteem.
Belangrijk: Vul de eerste keer het zoutreservoir met water
voor het met regenereerzout te vullen. Laad de afwasmachine
nadat het zoutreservoir is bijgevuld.
74 NL
GEBRUIK
Regulatie van het onthardingssysteem door een electronisch programma
De automatische waterverzachter kan water met een hardheidsgraad tot 60 fH (Franse weergave) of 33 dH (Duitse weergave) door 5
posities.
In de tabel hieronder zijn de verschillende graden weergegeven die corresponderen met de positiezetting van het systeem.
Niveau
Hardheid
Hardheid
fH (Franse weergave)
fH (Duitse weergave)
Gebruik
neutraliserend
zout
Positie
0
0-8
4
NEE
Lampje N.1
1
9-20
5-11
JA
Lampje N.1
2
21-30
12-17
JA
Lampje N.2
3
31-40
18-22
JA
Lampje N.3
4
41-60
23-33
JA
Lampje N.4
De onthardingspositie is door de fabrikant standaard ingesteld op positie 3 (indicatielampje N3). Dit omdat deze positie de meest
gebruikte en voorkomende is.
Om deze positie te veranderen werkt u als volgt:
Open de deur, druk de aan/uit knop in, druk vervolgens minimaal 10 sec. de programmakeuze toets in.
De eerste 3 lampjes aan de linker kant zullen gedurende 3 seconden gaan branden.
Het lampje dat hoort bij het instellen van de waterhardheid, gaat knipperen.
Het indrukken van de opeenvolgende toets zal het waterhardheid niveau wijzigen. (zie tabel)
LAMPJES
PROGRAMMA KNOP
WASPROGRAMMA
Informatie voor de testlaboratoria
Algemene programma vergelijking
Ref. EN 50242 standaard:
1) Normale belading
2) Glansstand: 4
3) Hoeveelheid wasmiddel: 18 gr voor hoofdwas.
75 NL
GEBRUIK
HOE U KUNT BESPAREN ...
Wilt u met een volle machine wassen, plaats dan elke keer na de maaltijd het vaatwerk in de machine. Schakel eventueel het programma
KOUD VOORWASSEN in om aangekoekte etensresten los te weken en om het ergste vuil te verwijderen, in afwachting van het
complete wasprogramma. Bij vaatwerk dat licht verontreinigd is of bij een lichte belading schakelt u het DAGELIJKS PROGRAMMA in
volgens de aan-wijzingen op de programma tabel.
VOOR HET BESTE WASRESULTAAT
1) Plaats het vaatwerk met de opening naar beneden.
2) Plaats, indien mogelijk, het vaatwerk zodanig dat het onderling niet met elkaar in contact komt. Zo verkrijgt u het beste was resultaat.
3) Verwijder, alvorens het vaatwerk in het vaatrek te plaatsen, etensresten zoals graten, tandenstokers, vlees- en groenteresten, koffiedik,
schillen, sigarettenas enz. Zo wordt vermeden dat de afvoer en sproeiers verstopt raken.
4) Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
5) Aangekoekte of aangebrande pannen en vaatwerk dienen eerst in de week te worden gezet met water en zeep dat speciaal bestemd
is voor afwasmachines.
6) Om zilver goed en verantwoord te kunnen afwassen raden wij aan:
a) - het bestek meteen na de maaltijd af te wassen (in het bijzonder indien er mayonaise, ei of vis, enz. gegeten is);
b) - er geen zeep op te strooien;
c) - het zilver niet in aanraking te brengen met andere metalen.
WAT TE DOEN ALS ...
U de afwasmachine wilt stopzetten om bijv. er nog iets in te zetten en het wasprogramma wilt onderbreken.
Open de deur na de O/I knop uit te drukken zodat het programma stopt. Wacht na het sluiten van de deur 3 minuten voordat u de
afwasmachine weer aanzet.
WAT NIET GESCHIKT IS VOOR DE MACHINE-AFWAS:
Niet al het servies is geschikt voor machine-afwas:
Het is af te raden bepaalde voorwerpen in de afwasmachine te wassen zoals: PVC voorwerpen, bestek met houten of plastic handgrepen,
sausschaal met houten handgreep, voorwerpen van aluminium of kristalhoudend glas, tenzij anders aangegeven.
Bepaalde decoraties kunnen verbleken, daarom kunt u eerst beter een exemplaar enkele malen machinaal wassen om er zeker van
te zijn dat de decoratie niet verbleekt.
Het is verstandig zilver en metalen bestek niet bij elkaar te zetten om eventuele chemische reacties te voorkomen.
NA HET GEBRUIK Draai na elke afwasbeurt de waterkraan dicht, zodat de afwasmachine van de waterleiding is afgesloten en schakel de AAN/UIT knop
uit.
Indien u de machine langere tijd niet gebruikt, is het aan te raden de volgende punten in acht te nemen:
1 - draai een programma af zonder afwas, maar met een afwasmiddel om de machine te ontvetten;
2 - trek de stekker uit het stopcontact;
3 - draai de waterkraan dicht;
4 - vul de naglanstank;
5 - zet de deur op een kier;
6 - reinig de machine;
7 - indien de machine zich bevindt in een ruimte waar een temperatuur van onder de 0 C heerst, kan het water in de leiding gaan
bevriezen. Breng daarom de temperatuur eerst boven de 0 C en wacht circa 24 uur met het gebruik van de afwasmachine.
REINIGING
• Vóórdat u enige vorm van reiniging gaat uitvoeren, dient u:
• Het apparaat van de elektrische toevoer af te koppelen en te wachten tot alle hete delen zijn afgekoeld.
• Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen, staalwol of scherpe voorwerpen om het apparaat te reinigen.
• DE EMAILLE ONDERDELEN: gebruik nooit schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen, omdat dit onherstelbare schade
aan het email zal veroorzaken.
Als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u het eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek.
• DE GLASKERAMISCHE KOOKPLAAT
Gebruik geen spons die te nat is.
Het is aanbevelenswaardig om elke substantie die de neiging heeft om te smelten, zoals plastic voorwerpen, suiker, of producten op
suikerbasis, uit de buurt te houden van de kookplaat.
Onderhoud:
. Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct op het opper vlak van de kookplaat.
. wrijf alle hardnekkige vlekken in met een zachte doek of met een beetje vochtig keukenpapier.
. wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak schoon is.
30 Maxi
Hardnekkige vlekken:
. Doe een paar druppels van een gespecialiseerd schoonmaakproduct
op het oppervlak van de kookplaat.
. schraap met een schraper terwijl u hem onder een hoek van 30 houdt,
tot de vlekken verdwijnen.
. wrijf met een zachte doek of droog keukenpapier totdat het oppervlak
schoon is.
. herhaal de operatie zo nodig.
Een schraper met een scheermesje zal het oppervlak niet beschadigen, zolang hij onder een hoek van 30 wordt gehouden.
. Laat nooit een schraper met een scheermesje achter binnen het bereik van kinderen.
Een paar tips:
Regelmatige reiniging laat een beschermende laag achter die essentieel is ter voorkoming van krassen en slijtage.
Zorgt u ervoor dat het oppervlak schoon is voordat u de kookplaat weer gebruikt.
Voor het verwijderen van vlekken die zijn achtergelaten door water, gebruikt u een paar druppels witte azijn of citroensap. Veegt u dan
af met absorberend papier en een paar druppels gespecialiseerde reinigingsvloeistof.
Het glaskeramische oppervlak zal bestand zijn tegen het schuren door kookpannen met vlakke bodems, maar het is altijd beter om ze
op te tillen als u ze verplaatst.
76 NL
REINIGUNG
• OVENVERLICHTING
Het gloeilampje en het kapje eromheen zijn gemaakt van materiaal dat bestand is tegen hoge temperaturen: 230 V~ -E 14 base 15 W - Temperatuur 300 C mini.
Het vervangen van de gloeilamp: Schakel de stroomtoevoer van de oven uit voordat u probeert de lamp te vervangen. Wacht tot de
oven is afgekoeld alvorens tot enige actie over te gaan.
Om een kapotte gloeilamp te verwisselen, hoeft alleen het glazen kapje losgeschroefd te worden, schroef de gloeilamp los en vervang
hem door een zelfde type. Nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, schroeft u het beschermende glazen kapje er weer op.
• ACCESSOIRES
De ovenplaat: Maak de ovenplaat niet schoon met ruwe schuurmiddelen, schuursponsjes of scherpe voorwerpen. Gebruik eenvoudigweg
een doekje dat is uitgewrongen in heet zeepwater. Spoel de plaat na met schoon water en droog hem daarna.
De lekbak: Verwijder na het grillen de lekbak uit de oven en giet het vet in een container. Was en spoel de lekbak in erg heet water,
gebruik een spons en waspoeder. Heeft hij nog steeds plakkerige voedselvlekken, dompel hem dan onder in zeepwater. De lekbak kan
gereinigd worden in de afwasmachine. Zet de lekbak nooit terug in de oven als hij nog vuil is.
• DE RUIT VAN DE OVENDEUR
Het verdient aanbeveling om de ruit van de ovendeur na iedere kookcyclus met absorberend papier af te vegen. Als er sprake is van
sterke vlekvorming, kan het glas gereinigd worden met een sponsreinigingsmiddel.
• OVENDEUR
het is mogelijk de ovendeur te reinigen terwijl hij op zijn plaats is of na verwijdering.
Doe, om de deur te verwijderen, het volgende:
. open de deur helemaal,
. maak de haken los,
. trek de deur naar boven, sluit hem gedeeltelijk, tot hij vrijkomt.
Om de deur terug te plaatsen, ervoor zorgen dat u de scharnieren zorgvuldig op hun plaats terugbrengt; een onder de scharnieren
geplaatste inkeping laat u de scharnieren op de juiste manier plaatsen.
Nadat de deur terug is geplaatst op zijn steunen, plaatst u de scharnieren in hun oorspronkelijke positie.
• GASBRANDERS:
voor het schoonmaken wordt aanbevolen alle vette of verbrande aanzettingen te verwijderen met producten op ammoniakbasis of met
de gebruikelijke schoonmaakproducten. Dompel de branderdoppen niet meteen na gebruik onder in water, om te voorkomen dat het
email door de thermische schok barst. Als de gaten verstopt raken, deze afborstelen met zeepwater en drogen met een doekje. Wanneer
u de branders opnieuw in elkaar zet, overtuig u er dan van dat de doppen van de branders en de branders zelf droog zijn en plaats ze
daarna op de juiste wijze. Let op: Pas op dat u geen enkele drup water in de branders laat komen.
• KLEP: als het apparaat eenmaal is afgekoeld, kunt u hem eenvoudig reinigen met zeepwater en drogen met een schone doek. Zorg,
voordat u de klep optilt, dat alles wat eraf kan vallen, is verwijderd.
Dit apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen
2002/96/EC voor elektrische en elektronische
afval.
Door dit apparaat correct te verwijderen, helpt
u het potentiële negatieve gevolg voor de
omgeving en menselijke gezondheid te
voorkomen., welke anders door onjuiste
verwijdering zou kunnen worden veroorzaakt.
Het symbool op het product duidt aan dat dit
product niet behandeld zal worden als
huishuidelijk afval. In plaats daarvan zal het
apparaat naar het verzamelpunt voor de recycling van elektrische
en elektronische uitrusting gaan.
De verwijdering moet in overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking uitgevoerd worden
Voor meer gedetailleerde informatie over de verwijderingvan dit
product, neemt u contact op met uw gemeenlijke reinigingsdienst
of de dealer waar u het apparaat heeft gekocht.
77 NL
STORINGLIJST
LET OP!! De oven en de vaatwasser kunnen niet tegelijk gebruikt worden.
Kleine storingen zelf oplossen.
Wanneer de vaatwasmachine plotseling niet goed werkt of helmaal niet, controleer de onderstaande punten, voordat u de Service dienst
belt.
78 NL