8
branden. Dit lichtje dient als optische regelcontrole.
Permanent branden betekent dat het systeem aan het
opwarmen is. Knipperen geeft aan dat de ingestelde tempe-
ratuur bereikt is. De temperatuurweergave (2) geeft de wer-
kelijke waarde aan.
De ingebouwde pomp wordt gestart met een in de hand-
greep geïntegreerde microschakelaar.
Het verzorgingsapparaat heeft voor het vermelden van het
vacuüm een wijzermanometer (5). Hiermee wordt de veront-
reinigingsgraad van het vacümfilterkardoes (9) aangegeven.
Let op: Voor koeling van het apparaat is de pompmotor
uitgerust met een ventilator. Vandaar dat er voldoende
luchtcirculatie moet zijn.
Temperatuurinstelling
In principe geeft de digitale aflezing (2) de werkelijke waar-
de van de temperatuur aan. Door het bedienen van de "UP"-
toets (4) of de "DOWN"-toets (7) schakelt de digitale aflezing
(2) over op de ingestelde waarde. De ingestelde waarde kan
alleen door het tippen of permanent drukken op de "UP"-
toets (4) of de "DOWN"-toets (7) in de gewenste richting ver-
anderd worden. Indien de toets permanent wordt ingedrukt,
dan verandert de ingestelde waarde heel snel. Circa 2
seconden na het loslaten schakelt de digitale aflezing (2)
automatisch weer over op de werkelijke waarde. Bij het
gebruik van een heteluchtsoldeerbout kan alleen de inge-
stelde waarde aangegeven worden.
Luchtinstelling
Door het permanent drukken op de "AIR"-toets (8) schakelt
de digitale aflezing over op de instelling van de luchttoevoer.
De ingestelde toevoersnelheid van de lucht kan nu door het
tippen of het permanent drukken op de "UP"-toets (4) of de
"DOWN"-toets (7) procentueel van 1 l / min-10 l / min inge-
steld worden. Indien de toets permanent wordt ingedrukt,
dan verandert de instelwaarde heel snel.
Offset / Setback-instelling (temperatuurvergelijking /
temperatuurdaling)
Apparaat uitschakelen. Toets ”UP” bij het inschakelen inge-
drukt houden tot de zelftest afgesloten is. Toets loslaten. Op
het display verschijnt de op dat moment ingestelde offset-
waarde rechts van het digitale punt. Door de ”AIR”-toets te
gebruiken verandert de weergave naar setbackwaarde links
van het digitale punt. Met de toets ”UP” of ”DOWN” kunnen
deze waarden veranderd worden.
Voor het opslaan van de ingestelde waarden de toets ”AIR”
ingedrukt houden tot de weergave knippert.
Onderhoud
Bij het gebruik van een gassoldeerbout:
Verontreinigde filters be‹nvloeden de luchttoevoer van de
pomp. Daarom moet de hoofdfilter voor "VACUUM (9) en
"AIR" (10) regelmatig worden gecontroleerd en eventueel
worden verwisseld. Hiervoor moet het filterdeksel worden
afgeschroefd, de verontreinigde filter eruit worden gehaald
en een nieuwe originele WELLER-filterkardoes worden
geplaatst. Hierbij moet u erop letten dat het deksel er weer
luchtdicht op wordt geplaatst, de drukveren instellen en het
Bij het gebruik van een gassoldeerbout:
Verontreinigde filters be‹nvloeden de luchttoevoer van de
pomp. Daarom moet de hoofdfilter voor "VACUUM" (9) en
"AIR" (10) regelmatig worden gecontroleerd en eventueel
worden verwisseld. Hiervoor moet het filterdeksel worden
afgeschroefd, de verontreinigde filter eruit worden gehaald
en een nieuwe originele WELLER-filterkardoes worden
geplaatst. Hierbij moet u erop letten dat het deksel er weer
luchtdicht op wordt geplaatst, de drukveren instellen en het
filterdeksel onder lichte druk weer vastschroeven.ilterdeksel
onder lichte druk weer vastschroeven.
Bij het gebruik van een soldeerruimbout:
De soldeerruimkop, het verwarmingselement en de sensor
vormen een eenheid waardoor een uitstekende werkings-
graad wordt bereikt. De soldeerruimkop moet regelmatig
worden gereinigd. Daarbij hoort het legen van de tinverza-
melbak, het verwisselen van de glasbuisfilter alsmede de
controle van de dichtingen. Een foutloze dichtheid van het
voorvlak van de glascilinder waarborgt een goed zuigvermo-
gen. Verontreinigde filters be‹nvloeden de luchttoevoer van
de pomp. Daarom moet de hoofdfilter voor "VACUUM" (9) en
"AIR" (10) regelmatig worden gecontroleerd en eventueel
worden verwisseld. Hiervoor moet het filterdeksel worden
afgeschroefd, de verontreinigde filter eruit worden gehaald
en een nieuwe originele WELLER-filterkardoes worden
geplaatst. Hierbij moet u erop letten dat het deksel er weer
luchtdicht op wordt geplaatst, de drukveren instellen en het
filterdeksel onder lichte druk weer vastschroeven. De
"VACUUM"-filter reinigt de afgezogen lucht van vloeimiddel-
dampen en moet daarom vaak worden gecontroleerd.
Let op: Werken zonder filter beschadigt de vacuüm-
pomp.
Om de zuigmondboring en de zuigbuis te reinigen het reini-
gingsgereedschap (0051350099) gebruiken.
Door een korte draaibeweging (ca. 45°) kunnen de zuigmon-
den eenvoudig en snel worden verwisseld. Bij sterke vuilaf-
zettingen in het conusgedeelte kan een nieuwe zuigmond
niet meer worden geplaatst. Deze afzettingen kunnen wor-
den verwijderd met het reinigingsinzetstuk voor de verwar-
mingselementconus.
Afbeelding reinigingswerktuig, reinigingsproces en het
verwisselen van de zuigmondstukken zie bladzijde 65.
Nederlands