Canon IXUS 133 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
©CANON INC. 2013 CEL-SU1WA280
• Klik op de knoppen rechtsonder om de pagina's te
openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling hebt geklikt
• Klik op de hoofdstuktitel rechts om naar het begin van
een hoofdstuk te springen.
U kunt vanaf de hoofdstuktitelpagina's de onderwerpen
openen door op de titels te klikken.
• Lees voordat u de camera gebruikt eerst deze
handleiding door, met name het gedeelte
'Veiligheidsmaatregelen'.
• Door deze handleiding te lezen, leert u de camera
correct te gebruiken.
• Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
• Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gelezen door apparaten.
• De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen
dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook
al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen
in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op
bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële
omstandigheden.
• Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de garantie-
informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor de Canon
Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
• Hoewel het LCD-scherm onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed
op de opgenomen beelden.
• Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
• De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera
Batterij
NB-11L
Batterijlader
CB-2LF/CB-2LFE
Polsriem
WS-800
Introductiehandleiding
Canon
garantiesysteemboekje
DIGITAL CAMERA
Solution Disk*
(cd-rom)
Interfacekabel
IFC-400PCU
IXUS 140 IXUS 135
* Bevat software (=
20).
•Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
• SD-geheugenkaarten*
• SDHC-geheugenkaarten*
• SDXC-geheugenkaarten*
* Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de werking
in deze camera geverifieerd.
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Namen van onderdelen en conventies die
in deze handleiding worden gebruikt
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telelens)> /
<j (groothoek)>
Afspelen: <k (vergroten)> /
<g (index)>
Lens
Luidspreker
Ontspanknop
Lampje
ON/OFF-knop
Microfoon
flitser
IXUS 140 IXUS 135
Zone van Wi-Fi-antenne
Aansluitpunt statief
Geheugenkaart-/batterijklepje
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Riembevestigingspunt
• De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
• Voor het gemak verwijst 'de geheugenkaart' naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
• De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’s, films of voor beide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
nemen of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
maken of bekijken van films.
Scherm (LCD-monitor)*
Knop <1 (Afspelen)>
Filmknop
Modusschakelaar
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
Indicator
Knop <n>
IXUS 140 IXUS 135
<b (Belichtingscompensatie)> /
<
(Wi-Fi)>/ knop Omhoog
IXUS 132
<b (Belichtingscompensatie)> /
knop Omhoog
<e (Macro)> / knop Links
FUNC./SET-knop
<h (Flitser)> / knop Rechts
<l (Weergave)> / knop
Omlaag
• De volgende pictogrammen worden gebruikt om functies aan te duiden
die verschillen afhankelijk van het model camera:
IXUS 140
: Functies en richtlijnen alleen voor de IXUS 140
IXUS 135
: Functies en richtlijnen alleen voor de IXUS 135
IXUS 132
: Functies en voorzorgsmaatregelen voor de IXUS 133 en
IXUS 132
4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• Bij de beschrijvingen in deze handleiding worden schermafbeeldingen en
illustraties van de IXUS 140 gebruikt.
• In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en bedieningselementen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
• De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<o> Knop omhoog
aan de achterkant
<q> Knop links aan de achterkant
<r> Knop rechts aan de achterkant
<p> Knop omlaag aan de achterkant
• Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
•
: Wat u beslist moet weten
•
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
• =xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat 'xx' voor
een paginanummer)
5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Inhoud van de verpakking .............. 2
Compatibele geheugenkaarten ...... 2
Opmerkingen vooraf en
wettelijke informatie .......................2
Namen van onderdelen en
conventies die in deze
handleiding worden gebruikt .......... 3
Inhoudsopgave ..............................5
Inhoudsopgave:
basishandelingen ...........................6
Veiligheidsmaatregelen ..................7
Basishandleiding............ 10
Voordat u begint ........................... 11
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen .................15
De camera testen ........................17
De software gebruiken .................20
Downloadbare software ...............24
Systeemoverzicht.........................28
Handleiding voor
gevorderden ................... 30
1 Basishandelingenvande
camera..................................30
In- en uitschakelen ....................... 31
Ontspanknop ...............................32
Opties opnameweergave .............32
Menu FUNC. ................................33
Menu MENU ................................34
Indicatorweergave .......................35
Klok ..............................................35
2 SmartAuto-modus..............36
Opnamen maken (Smart Auto) ....37
Algemene, handige functies ........41
Functies voor de
beeldaanpassing .......................... 44
Handige opnamefuncties .............46
De camerabewerkingen
aanpassen ...................................48
3 Andereopnamemodi...........50
Specifieke scènes ........................51
Speciale effecten toepassen ........ 52
Speciale modi voor andere
doeleinden ...................................56
4 P-modus...............................60
Opnamen maken in de modus
Programma automatische
belichting ([P]-modus) ..................61
Helderheid van het beeld
(Belichtingscompensatie) ............. 61
Kleur- en continu-opnamen
maken ..........................................63
Inhoudsopgave
Opnamebereik en scherpstellen ... 66
Flitser ...........................................70
Overige instellingen .....................71
5 Afspeelmodus......................72
Bekijken .......................................73
Door beelden bladeren en
beelden filteren ............................75
Opties voor het weergeven
van foto’s ......................................76
Beelden beveiligen ......................78
Beelden wissen ............................ 80
Beelden roteren ...........................82
Beeldcategorieën .........................83
Foto's bewerken ...........................84
Films bewerken ............................ 87
6 Wi-Fi-functies.......................89
Wat u kunt doen met Wi-Fi ..........90
Wi-Fi gebruiken om afbeeldingen
vanaf de camera te verzenden ....91
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(Draadloos LAN) ..........................91
Veiligheidsmaatregelen ................92
Woordenlijst .................................93
Een bijnaam voor de camera
registreren (alleen eerste keer) .... 94
Verbinding maken met
Webservices ................................95
Verbinding maken met een
smartphone ..................................97
Verbinding maken met een
andere camera ............................. 99
Verbinding maken met een
computer ....................................100
Verbinding maken met een
printer ......................................... 105
Beelden verzenden ....................107
Beelden verzenden naar een
computer via CANON iMAGE
GATEWAY .................................. 109
Beelden op de camera
geotaggen ..................................109
Wi-Fi-instellingen bewerken
of wissen .................................... 110
7 MenuInstellingen..............112
Basisfuncties van de camera
aanpassen ................................. 113
8 Accessoires.......................119
Optionele accessoires ...............120
Optionele accessoires
gebruiken ...................................121
Beelden afdrukken .....................123
9 Bijlage.................................131
Problemen oplossen ..................132
Berichten op het scherm ............135
Informatie op het scherm ...........137
Functies en menutabellen .......... 140
Voorzorgsmaatregelen ...............146
Specificaties ............................... 146
Index ..........................................150
6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Inhoudsopgave: basishandelingen
4 Opnamenmaken
Gebruik de door de camera bepaalde instellingen (Auto-modus) ........ 37
Goede opnamen van mensen maken
I
Portretten
(=
51)
P
In de sneeuw
(=
51)
Specifieke scènes afstemmen
Weinig licht
(=
51)
t
Vuurwerk
(=
51)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
52)
Poster-effect
(=
52)
Fisheye-effect
(=
52)
Miniatuureffect
(=
53)
Speels effect
(=
54)
Monochroom
(=
54)
Scherpstellen op gezichten ...................................................... 37, 51, 67
Zonder gebruik van de flitser (Flitser Uit) ............................................. 43
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner) ........................... 41, 57
Een datumstempel toevoegen ............................................................. 43
1 Weergeven
Beelden bekijken (afspeelmodus) ........................................................ 73
Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ................................................ 77
Op een tv............................................................................................ 121
Op een computer ................................................................................. 21
Snel door beelden bladeren ................................................................. 75
Beelden wissen .................................................................................... 80
E Filmsopnemen/bekijken
Films opnemen..................................................................................... 37
Films bekijken (afspeelmodus) ............................................................ 73
7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
c Afdrukken
Foto's afdrukken ................................................................................. 123
Opslaan
Beelden opslaan op een computer via een kabel ................................ 21
IXUS 140 IXUS 135
Wi-Fi-functiesgebruiken
Beelden verzenden naar een smartphone ........................................... 97
Beelden online delen ......................................................................... 100
Beelden verzenden naar een computer ............................................. 109
Veiligheidsmaatregelen
• Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het product
gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
• De veiligheidsvoorschriften op de volgende pagina's zijn bedoeld om letsel
bij uzelf of bij andere personen of schade aan de apparatuur te voorkomen.
• Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico van
ernstig letsel of levensgevaar.
• Gebruikdeflitsernietdichtbijdeogenvanmensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneer u de flitser gebruikt.
• Bergdeapparatuuropbuitenhetbereikvankinderen.
Riem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot
verstikking.
• Gebruikalleendeaanbevolenenergiebronnenvoorstroomvoorziening.
• Probeerhetproductniettedemonteren,wijzigenofoptewarmen.
• Laathetproductnietvallenenvoorkomhardeschokkenofstoten.
• Raakomletseltevoorkomendebinnenkantvanhetproductnietaan
alsditisgevallenofopeenanderewijzeisbeschadigd.
• Stoponmiddellijkmethetgebruikvanhetproductalsditrookofeen
vreemdegeurafgeeftofanderevreemdeverschijnselenvertoont.
• Gebruikgeenorganischeoplosmiddelenzoalsalcohol,wasbenzine
ofthinneromhetproductschoontemaken.
• Laathetproductnietincontactkomenmetwater(bijvoorbeeld
zeewater)ofanderevloeistoffen.
• Voorkomdatvloeistoffenofvreemdeobjectenindecamerakomen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, schakelt u
de camera onmiddellijk uit en verwijdert u de batterij.
Als de batterijlader nat is geworden, haalt u het netsnoer uit het stopcontact
en neemt u contact op met de leverancier of een helpdesk van Canon
Klantenservice.
8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• Gebruikalleendeaanbevolenbatterij.
• Plaatsdebatterijnietindebuurtvanofinopenvuur.
• Maakhetnetsnoerregelmatiglosenveeghetstofenvuildatzichheeft
opgehooptopdestekker,debuitenkantvanhetstopcontactenhet
gebiederomheenwegmeteendrogedoek.
• Raakhetnetsnoernietaanmetnattehanden.
• Gebruikdeapparatuurnietopeenmanierwaarbijdenominalecapaciteit
vanhetstopcontactofdekabelaccessoireswordtoverschreden.Gebruik
deapparatuurnietalshetnetsnoerofdestekkerisbeschadigdofalsdeze
nietvollediginhetstopcontactisgeplaatst.
• Zorgervoordatstofofmetalenobjecten(zoalsspeldenofsleutels)nietin
contactkomenmetdecontactpuntenofstekker.
De batterij kan exploderen of gaan lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok
of brand. Dit kan persoonlijk letsel en schade aan de omgeving veroorzaken.
In het geval dat een batterij lekt en uw ogen, mond, huid of kleding met de
batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
• Zetdecamerauitopplaatsenwaarhetgebruikvaneencameranietis
toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u de
camera gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur
verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
IXUS 140 IXUS 135
• Speeldemeegeleverdecd-rom(s)metgegevensalleenafineencd-speler
diehiervoorgeschiktis.
Uw gehoor kan beschadigd raken als u een koptelefoon draagt terwijl u de
harde geluiden van een cd-rom via een cd-speler voor muziek-cd’s afspeelt
(muziekspeler). Dit kan ook de luidsprekers beschadigen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
• Zorgdatdecameraniettegenvoorwerpenstoot,wordtblootgesteldaan
schokkenenstotenofachtervoorwerpenblijfthakenwanneerudezeaande
polsriemdraagt.
• Zorgdatuniettegendelensstootofdrukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
• Zorgdathetschermnietaanschokkenwordtblootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
• Zorgdatudeflitsernietperongelukmetuwvingersofeenkledingstukbedekt
wanneerueenfotomaakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
• Gebruik,plaatsofbewaarhetproductnietopdevolgendeplaatsen:
-plaatsendieaandirectzonlichtblootstaan;
-plaatsendieblootstaanaantemperaturenboven40°C;
-vochtigeofstoffigeplaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan de batterij ontploffen, wat
kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
Bij hoge temperaturen kan de behuizing van de camera of de batterijlader
vervormd raken.
• Doorlangdurignaarovergangenvoordiavoorstellingtekijken,kuntu
zichonprettiggaanvoelen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan de
apparatuur.
• Richtdecameranietdirectopeensterkelichtbron(zoalsdezonopeen
helderedag).
Dit kan de beeldsensor beschadigen.
• Alsudecameragebruiktopeenstrandofopeenwinderigeplek,moetu
eroplettendatergeenzandofstofinhetapparaatterechtkomt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
• Bijnormaalgebruikkanersomseenbeetjerookuitdeflitserkomen.
Dit komt door de hoge intensiteit van de flitser, waardoor er stofdeeltjes
verbranden die vastzitten aan de voorkant van het apparaat. Gebruik een
wattenstaafje om vuil, stof of ander materiaal van de flitser te verwijderen.
Zo kunt u oververhitting en schade aan het apparaat voorkomen.
• Verwijderdebatterijenbergdezeopwanneerudecameranietgebruikt.
Als de batterij in de camera wordt gelaten, kan deze gaan lekken.
• Brengvoordatudebatterijweggooit,tapeofanderisolatiemateriaalaan
overdepolenvandebatterij.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• Alsdebatterijisopgeladenenalsudebatterijladernietgebruikt,haaltu
dezeuithetstopcontact.
• Dekdebatterijladertijdenshetopladenvaneenbatterijnietafmet
voorwerpen,zoalseenstuktextiel.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze
oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
• Plaatsdebatterijnietindebuurtvanhuisdieren.
Als huisdieren op de batterij kauwen, kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, wat kan leiden tot brand of schade.
• Ganietzittenterwijludecamerainuwzakhebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
• Leteropdathardevoorwerpennietincontactkomenmethetscherm
alsudecamerainuwtasstopt.
• Bevestiggeenhardevoorwerpenaandecamera.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Hierin staan de basisinstructies, van de eerste
voorbereidingen voor het maken van foto's tot afspelen
en opslaan op een computer
4
Basishandleiding
Voordatubegint.......................11
Deinterneoplaadbare
lithiumbatterijrecyclen..........15
Decameratesten.....................17
Desoftwaregebruiken.............20
Downloadbaresoftware...........24
Systeemoverzicht.....................28
11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Steek het uiteinde van de riem door de
opening van de riem ( ) en haal het
andere uiteinde van de riem door het oog
aan het draadeinde ( ).
De camera vasthouden
Doe de riem om uw pols.
Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
op de flitser rusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er dus voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaatsdebatterij.
Zorg eerst dat de markering o op de
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats dan de batterij door
deze naar binnen ( ) en naar beneden
( ) te drukken.
2 Laaddebatterijop.
CB-2LF: Kantel de stekker naar buiten
( ) en steek de oplader in een
stopcontact ( ).
CB-2LFE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
3 Verwijderdebatterij.
Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen ( ) en omhoog
( ) te drukken.
• Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
• Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
• Zie Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd (=
147) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnameduur met een volledig
opgeladen batterij.
• Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak
daarvoor.
• De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
CB-2LF
CB-2LFE
12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
115).
1 Controleerhetschuifjevoor
schrijfbeveiligingvandekaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld (omlaag). Duw
het schuifje omhoog totdat het op niet
vergrendeld staat.
2 Openhetklepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het ( ).
3 Plaatsdebatterij.
Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
Aansluitpunten Batterijverg-
rendeling
4 Plaatsdegeheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en is
vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting is geplaatst. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
5 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
• Zie 'Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart' (=
147) voor richtlijnen voor
het aantal opnamen of de opnameduur die kan worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
Debatterijengeheugenkaartverwijderen
Verwijderdebatterij.
Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting van
de pijl.
De batterij wipt nu omhoog.
Etiket
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Verwijderdegeheugenkaart.
Duw de geheugenkaart naar binnen tot u
een klik hoort en laat de kaart langzaam
los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen
in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij
het beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto's toevoegen (= 43).
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Steldedatumentijdin.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om de
datum en tijd op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<m>.
3 Steldetijdzonethuisin.
Druk op de knoppen <q><r> om de
tijdzone thuis te selecteren.
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Als u klaar bent, drukt u op
de knop <m>. Nadat een
bevestigingsbericht is weergegeven,
wordt het instellingenscherm niet meer
weergegeven.
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
• Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef
de juiste informatie op.
• Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en
vervolgens kiest u [
] door op de knoppen <o><p> te drukken.
Dedatumentijdwijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Openhetcameramenu.
Druk op de knop <n>.
14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
2 Kies[Datum/Tijd].
Druk op de zoomknop om het tabblad
[3] te selecteren.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Datum/Tijd] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Wijzigdedatumentijd.
Volg stap 2 op =
13 om de instellingen
te wijzigen.
Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
• De datum- en tijdinstellingen blijven ongeveer drie weken behouden
nadat de batterij is verwijderd, dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij
(reservebatterij).
• De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer vier uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar, =
120), zelfs als de camera is
uitgeschakeld.
• Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u
de camera inschakelt. Volg de stappen op =
13 om de datum en tijd in te
stellen.
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
2 Openhetinstellingenscherm.
Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
3 SteldetaalvanhetLCD-scherm
in.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
• De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop <m> hebt
gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval
op <m> om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
• U kunt de taal van het LCD-scherm ook wijzigen door op de knop <n> te
drukken en [Taal
] te selecteren op het tabblad [3].
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Raak de flitser nooit aan!
4 Tildebovenkantvandecamera
openverwijderdebatterij.
Raak het op de afbeelding gemarkeerde
gedeelte nooit aan. Anders kunt u een
elektrische schok krijgen door het hoge
voltage.
Verwijder nooit de camerabehuizing om
een andere reden dan om de interne
oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen
voor recycling, wanneer u de camera
afdankt.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Draaideschroevenvande
behuizinglos.
Open de klepjes van de aansluitingen en
draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en onderzijde los.
2 Verwijderdeklepvande
achterkant.
Verwijder de klep van de achterkant door
deze onderaan op te tillen.
3 Draaideschroefvande
behuizinglosenverwijderde
klepvandevoorkant.
Draai de schroef van de behuizing los en
verwijder de klep van de voorkant.
IXUS 140
16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Raak de flitser nooit aan!
3 Verwijderdebatterij.
Open de bovenkant ver genoeg om de
batterij te verwijderen.
Raak de flitser nooit aan. Anders kunt u
een elektrische schok krijgen door het
hoge voltage.
Verwijder nooit de camerabehuizing om
een andere reden dan om de interne
oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen
voor recycling, wanneer u de camera
afdankt.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Draaideschroevenvande
behuizinglos.
Open het klepje van de aansluitingen en
draai de schroeven van de behuizing aan
de zijkanten en onderzijde los.
2 Verwijderdeklepjesvande
voor-enachterkant.
Open het batterijklepje en verwijder het
klepje aan de voorkant door deze uit de
bodem te tillen.
Verwijder de klep van de achterkant.
IXUS 135 IXUS 132
17
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Foto’s Films
De camera testen
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te
maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[
A
].
Stel de modusschakelaar in op [
A
].
Richt de camera op het onderwerp. Terwijl
de camera de compositie bepaalt, maakt
deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden, worden
rechtsboven in het scherm weergegeven.
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar <i>
(telelens) en om uit te zoomen duwt u de
knop naar <j> (groothoek).
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser automatisch
af.
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
De opname wordt pas weergegeven
wanneer de camera gereed is voor de
volgende opname.
18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Druk op de filmknop. U hoort één
pieptoon zodra de camera met de
filmopname begint en
op het scherm verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant op het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de filmknop.
Voltooideopname.
Druk nogmaals op de filmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
Verstreken tijd
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk
in deze modus op de knoppen <q><r>
om door uw beelden te bladeren.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u films wilt
afspelen.
3 Speelfilmsaf
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Het afspelen begint en na de film
verschijnt [
].
Om het volume aan te passen, drukt u op
de knop <o><p>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Beeldenwissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld.
1 Selecteerhetbeelddatuwilt
wissen.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [a] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Stop] te
kiezen en drukt u vervolgens op de knop
<m>.
• U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
81).
20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
IXUS 140 IXUS 135
De software gebruiken
De software op de meegeleverde DIGITAL CAMERA Solution Disk (cd-rom)
(=
2) komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en de
opslag van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software op de cd-rom hebt geïnstalleerd, kunt u het volgende
op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowserEX
Beheer beelden: bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
Defunctievoorautomatischbijwerken
U kunt de software gebruiken om de software naar de nieuwste versie bij te
werken en nieuwe functies te downloaden via internet (bepaalde software
uitgesloten). Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de software op
een computer met een internetverbinding installeren.
• Voor deze functie is internettoegang vereist. Eventuele
providerkosten en kosten voor internettoegang moeten apart
worden betaald.
PDF-handleidingen
U kunt op de volgende URL PDF-handleidingen downloaden.
http://www.canon.com/icpd/
Gebruikershandleiding
Raadpleeg deze handleiding voor nog grondigere kennis van de
bediening van uw camera.
Softwarehandleiding
Raadpleeg deze handleiding bij gebruik van de software. U opent de
handleiding via het Help-systeem van de software (met uitzondering van
sommige software).
21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Systeemvereisten
De software kan op de volgende computers gebruikt worden.
Besturingssysteem*
1
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.6
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8*
2
Computer
Computers die gebruikmaken van bovengenoemde
besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) met een ingebouwde
USB-poort en een internetverbinding
Processor
Foto’s
1,6 GHz of hoger,
Films
Core 2 Duo 1,66 GHz of hoger
Mac OS X 10.7 – 10.8: Core 2
Duo of hoger,
Mac OS X 10.6: Core Duo
1,83 GHz of hoger
RAM
Foto's
Windows 8 (64-bit), Windows 7
(64-bit): 2 GB of meer
Windows 8 (32-bit), Windows 7
(32-bit), Windows Vista: 1 GB
of meer
Windows XP: 512 MB of meer
Films
1 GB of meer
Mac OS X 10.7 – 10.8: 2 GB
of meer,
Mac OS X 10.6: 1 GB of meer
Interfaces USB en Wi-Fi
Vrijeruimteopde
vasteschijf
440 MB of meer*
3
550 MB of meer*
3
Scherm Resolutie van 1.024 x 768 of hoger
*1 Voor een afbeeldingsoverdacht via Wi-Fi naar een computer is Windows 8,
Windows 7 SP1, Mac OS X 10.6.8, Mac OS X 10.7 of Mac OS X 10.8.2 of hoger
vereist.
*2 Informatie over computermodellen die compatibel zijn met Mac OS X 10.8 is
beschikbaar op de Apple-website.
*3 Inclusief Silverlight 5.1 (max. 100 MB). Daarnaast moet in Windows XP
Microsoft .NET Framework 3.0 of hoger (max. 500 MB) zijn geïnstalleerd. De
installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
U kunt de functie voor automatisch bijwerken gebruiken om de software
naar de nieuwste versie bij te werken en nieuwe functies te downloaden via
internet (bepaalde software uitgesloten). Zorg er voor dat u de software op
een computer met internetverbinding installeert.
Uhebthetvolgendenodig:
Computer
Interfacekabel (=
2)
Meegeleverde cd-rom (Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk) (=
2)
1 Plaatsdecd-rominhetcd-rom-
stationvandecomputer.
Plaats de meegeleverde cd-rom
(Cd DIGITAL CAMERA Solution Disk)
(=
2) in het cd-rom-station van de
computer.
Op een Macintosh-computer plaatst u de
cd, dubbelklikt u op het cd-pictogram op
het bureaublad om naar de cd te gaan.
Daarna dubbelklikt u op het pictogram
[
] dat verschijnt.
22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
2 Startdeinstallatie.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met de
installatie.
3 Wanneerereenberichtwordt
weergevenmethetverzoekom
decameraaantesluiten,sluitu
dezeaanopeencomputer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de meegeleverde
interfacekabel (=
2) in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote stekker van de
interfacekabel in de USB-poort
van de computer. Raadpleeg de
computerhandleiding voor meer
informatie over USB-aansluitingen op de
computer.
4 Installeerdebestanden.
Schakel de camera in volg de instructies
op het scherm om de installatie te
voltooien.
Er wordt een verbinding met internet tot
stand gebracht om de software naar de
nieuwste versie bij te werken en nieuwe
functies te downloaden. De installatie
kan enige tijd duren, afhankelijk van
de prestaties van de computer en de
aansluiting met internet.
Op een Macintosh klikt u op [Finish/
Voltooien] of [Restart/Herstarten] in het
scherm dat wordt weergegeven nadat
de installatie is voltooid. Verwijder de
cd-rom wanneer het bureaublad wordt
weergegeven.
Schakel de camera uit en koppel de
kabel los.
• Wanneer er geen internetverbinding is, gelden de volgende beperkingen.
- Het scherm in stap 3 zal niet weergegeven worden.
- Bepaalde functies worden mogelijk niet geïnstalleerd
• Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden
er stuurprogramma's geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren
voordat u camerabeelden kunt openen.
• Als u over meerdere camera's beschikt waarbij ImageBrowser EX op cd-rom
werd meegeleverd, gebruikt u elke camera met de meegeleverde cd-rom en
volgt u de specifieke installatie-instructies op het scherm van elke camera.
Hierdoor weet u zeker dat elke camera de juiste updates en nieuwe functies
ontvangt via de functie voor automatisch bijwerken.
23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
1 Sluitdecameraaanopde
computer.
Volg stap 3 in 'De software installeren'
(=
22) om de camera op de computer
aan te sluiten.
2 Zetdecameraaanom
CameraWindowteopenen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
Voor Windows volgt u de onderstaande
stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [ ] om het programma te
wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera using Canon CameraWindow/
Beelden van Canon-camera via Canon
CameraWindow downloaden] en klik op
[OK].
Dubbelklik op [ ].
3 Beeldenopslaanopde
computer.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u op
de knop <1> om de camera uit te
schakelen. Koppel vervolgens de kabel
los.
Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
• Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/Beelden van
Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] dat op het scherm
wordt weergegeven als u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow
niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma's]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Als na stap 2 CameraWindow niet op een Macintosh-computer verschijnt, klikt
u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onder aan het bureaublad.
CameraWindow
24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de
gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies die door de software worden geleverd, zijn mogelijk niet
beschikbaar, zoals de videobewerking.
IXUS 132
Downloadbare software
De software die van de Canon-website kan worden gedownload, komt
hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en de opslag van
beelden op een computer.
Software
Nadat u de software van de Canon-website hebt gedownload en
geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
CameraWindow
Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowserEX
Beheer beelden : bekijk, zoek en orden
Druk beelden af en bewerk ze
• Internettoegang is vereist. Eventuele providerkosten en kosten voor
internettoegang moeten apart worden betaald.
Softwarehandleiding
Raadpleeg deze handleiding bij gebruik van de software. U opent de
handleiding via het Help-systeem van de software (met uitzondering van
sommige software).
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Systeemvereisten
De software kan op de volgende computers gebruikt worden.
Besturingssysteem
Windows Macintosh
Windows 8
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.6
Mac OS X 10.7
Mac OS X 10.8*
1
Computer
Computers die gebruikmaken van bovengenoemde
besturingssystemen (vooraf geïnstalleerd) met een ingebouwde
USB-poort en een internetverbinding
Processor
Foto's
1,6 GHz of hoger
Films
Core 2 Duo 1,66 GHz of hoger
Foto's
Mac OS X 10.7 – 10.8:
Core 2 Duo of hoger
Mac OS X 10.6:
Core Duo 1,83 GHz of hoger
Films
Mac OS X 10.7 – 10.8:
Core 2 Duo of hoger
Mac OS X 10.6:
Core Duo 1,83 GHz of hoger
RAM
Foto's
Windows 8 (64 bits),
Windows 7 (64-bits):
2 GB of meer
Windows 8 (32 bits),
Windows 7 (32 bits),
Windows Vista: 1 GB of meer
Windows XP: 512 MB of meer
Films
1 GB of meer
Mac OS X 10.7 – 10.8:
2 GB of meer
Mac OS X 10.6: 1 GB of meer
Interfaces USB
Vrijeruimteopde
vasteschijf
440 MB of meer*
2
550 MB of meer*
2
Scherm Resolutie van 1.024 x 768 of hoger
*1 Informatie over computermodellen die compatibel zijn met Mac OS X 10.8 is
beschikbaar op de Apple-website.
*2 Inclusief Silverlight 5.1 (max. 100 MB). Daarnaast moet in Windows XP
Microsoft .NET Framework 3.0 of hoger (max. 500 MB) zijn geïnstalleerd. De
installatie kan enige tijd duren, afhankelijk van de prestaties van de computer.
• Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Uhebthetvolgendenodig:
Computer
USB-kabel (op de camera: Mini-B)
1 Downloaddesoftware.
Ga naar http://www.canon.com/icpd/
met een computer die is verbonden met
internet.
Open de site voor uw land of regio.
Download de software.
2 Startdeinstallatie.
Open het gedownloade bestand.
Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met de
installatie.
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
4 Installeerdebestanden.
Schakel de camera in volg de instructies
op het scherm om de installatie te
voltooien.
Er wordt een verbinding met internet tot
stand gebracht om de software naar de
nieuwste versie bij te werken en nieuwe
functies te downloaden. De installatie
kan enige tijd duren, afhankelijk van
de prestaties van de computer en de
aansluiting met internet.
Klik op [Finish/Voltooien] of [Restart/
Herstarten] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat de installatie is
voltooid.
Schakel de camera uit en koppel de
kabel los.
• U kunt de software gebruiken om de software naar de nieuwste versie bij te
werken en nieuwe functies te downloaden via internet (bepaalde software
uitgesloten).
• Nadat u de camera voor het eerst op de computer hebt aangesloten, worden
er stuurprogramma’s geïnstalleerd. Daarom kan het enkele minuten duren
voordat u camerabeelden kunt openen.
• De inhoud en functies van de software kunnen per cameramodel verschillen.
Als u meerdere camera’s hebt, moet u elke camera daarom bijwerken naar de
nieuwste versie van de software.
3 Wanneerereenberichtwordt
weergevenmethetverzoekom
decameraaantesluiten,sluitu
dezeaanopeencomputer.
Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
Steek de grote steker van de USB-
kabel in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
27
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Dubbelklik op [ ].
3 Beeldenopslaanopde
computer.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u op
de knop <1> om de camera uit te
schakelen. Koppel vervolgens de kabel
los.
Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
24) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
CameraWindow
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.6 gebruikt.
Raadpleeg het Help-systeem van de relevante software voor meer functies
(met uitzondering van sommige software).
1 Sluitdecameraaanopde
computer.
Volg stap 3 in ‘De software installeren’
(=
26) om de camera op de computer
aan te sluiten.
2 Zetdecameraaanom
CameraWindowteopenen.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow weergegeven als er een
verbinding tot stand is gebracht tussen de
camera en de computer.
Voor Windows volgt u de onderstaande
stappen.
In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [
] om het programma te
wijzigen.
Kies [Downloads Images From Canon
Camera using Canon CameraWindow/
Beelden van Canon-camera via Canon
CameraWindow downloaden] en klik op
[OK].
28
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Systeemoverzicht
IXUS 140 IXUS 135
Polsriem
WS-800
Batterij
NB-11L*
1
Batterijlader
CB-2LF/
CB-2LFE*
1
DIGITAL
CAMERA
Solution Disk
Interfacekabel IFC-400PCU*
1
Geheugenkaart Kaartlezer
Windows/
Macintosh-
computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC90
Krachtige flitser
HF-DC2*
2
Meegeleverde
accessoires
Voeding
Flitseenheid PictBridge-compatibele
printersvanCanon
Kabel
AV-kabel AVC-DC400
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Krachtige flitser HF-DC1 wordt ook ondersteund.
• Als het scherm in stap 2 in Windows 7 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
• Om CameraWindow in Windows Vista of XP te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera using Canon CameraWindow/Beelden van
Canon-camera via Canon CameraWindow downloaden] dat op het scherm
wordt weergegeven als u de camera bij stap 2 inschakelt. Als CameraWindow
niet verschijnt, klik dan op het menu [Start] en kies [Alle programma’s]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
• Als na stap 2 CameraWindow niet op een Macintosh-computer verschijnt, klikt
u op het pictogram [CameraWindow] in de taakbalk onder aan het bureaublad.
• U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de
gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies die door de software worden geleverd, zijn mogelijk niet
beschikbaar, zoals de videobewerking.
29
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
GebruikvanorigineleCanon-accessoireswordtaanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet
meer verkrijgbaar.
IXUS 132
Polsriem
WS-800
Batterij NB-11L*
1
Batterijlader
CB-2LF/
CB-2LFE*
1
USB-kabel (op de camera: Mini-B)*
3
Geheugenkaart Kaartlezer
Windows/
Macintosh-
computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC90
Krachtige flitser
HF-DC2*
2
Meegeleverde
accessoires
Voeding
Flitseenheid PictBridge-compatibele
printersvanCanon
Kabel
AV-kabel AVC-DC400
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Krachtige flitser HF-DC1 wordt ook ondersteund.
*3 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel IFC-400PCU).
30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen van de
camera
Praktische handleiding waarin andere basishandelingen
voor de camera worden geïntroduceerd en de opties
voor opnamen en afspelen worden beschreven
1
4
In-enuitschakelen...................31
Ontspanknop............................32
Optiesopnameweergave.........32
MenuFUNC...............................33
MenuMENU..............................34
Indicatorweergave....................35
Klok...........................................35
Handleiding voor gevorderden
31
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
In- en uitschakelen
Opnamemodus
Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto's te bekijken.
Om de camera uit te schakelen drukt u
opnieuw op de knop <1>.
• Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u op de
knop <1>.
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
32).
• Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstandindeopnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in
te drukken (=
32).
Spaarstandindeafspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld.
• U kunt de functie Automatisch uit uitschakelen en de tijd voor Display uit
aanpassen, als u hier de voorkeur aan geeft (=
115).
IXUS 140 IXUS 135
• De spaarstand is niet actief wanneer de camera via de interfacekabel op
een computer is aangesloten (=
23) of wanneer de camera via Wi-Fi is
verbonden met andere apparaten (=
89).
IXUS 132
• De spaarstand is niet actief als de camera op een computer is aangesloten
(=
27).
32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
Ontspanknop
Begin altijd door de ontspanknop half ingedrukt te houden, om ervoor te
zorgen dat uw opnamen scherp gesteld zijn en druk de knop helemaal in
wanneer het onderwerp scherp is, om de foto te maken.
In deze handleiding worden de handelingen van de ontspanknop
beschreven, zoals de knop half of helemaal indrukken.
1 Drukhalfin.(Lichtindrukken
omscherptestellen.)
Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Drukhelemaalin.(Druk,vanaf
depositiehalverwege,helemaal
inomdeopnametemaken.)
De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
• De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
• Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Opties opnameweergave
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm
of om de informatie te verbergen. Zie Informatie op het scherm (=
137)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Informatie wordt
weergegeven
Geen informatie
weergegeven
• Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt de helderheid
van het LCD-scherm met de nachtschermfunctie automatisch verhoogd, zodat
u de compositie van uw opnamen gemakkelijker kunt controleren. Mogelijk
komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto's niet
overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen
van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
• Zie Schakelen tussen weergavemodi (=
74) voor weergaveopties.
33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
Menu FUNC.
Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus
(=
141 – 142) of afspeelmodus (=
145).
1 OpenhetMenuFUNC.
Druk op de knop <m>.
2 Selecteereenmenu-item.
Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren en druk dan op
de knop <m> of <r>.
Bij bepaalde menu-items kunnen functies
worden opgegeven door gewoon te
drukken op de knop<m> of <r>, of er
wordt een ander scherm weergegeven
om de functie te configureren.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
Opties met het pictogram [ ] kunnen
worden geconfigureerd door op de knop
<n> te drukken.
Druk op de knop <q> om terug te gaan
naar de menu-items.
Opties
Menu-items
4 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <m>.
Het scherm voordat u in stap 1 op de
knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
geconfigureerd.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
118).
34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
Menu MENU
Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s. De
menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken
([4]), afspelen [1] enzovoort. De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (=
143 –
145).
1 Openhetmenu.
Druk op de knop <n>.
2 Selecteereentabblad.
Beweeg de zoomknop om een tabblad te
selecteren.
Nadat u eerst op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt om een tabblad te
selecteren, kunt u met de knoppen
<q><r> schakelen tussen tabbladen.
3 Selecteereeninstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
instelling te selecteren.
Als u instellingen met niet weergegeven
opties wilt selecteren, drukt u eerst op
de knop <m> of <r> om van scherm
te wisselen en daarna drukt u op de
knoppen <o><p> om de instelling te
selecteren.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het vorige scherm.
4 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
5 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u in stap 1 op de
knop <n> drukte.
• Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
118).
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
1
Basishandelingen
vandecamera
Handleidingvoor
gevorderden
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (=
3) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur
Indicator-
status
Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (=
23) of het scherm is
uitgeschakeld (=
31, 114, 115)
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van
beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
58)
IXUS 140 IXUS 135
of verbonden met/verzenden
via Wi-Fi
• Als het lampje groen knippert, mag u de camera niet uitschakelen,
het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet openen en de
camera niet schudden of aanstoten, omdat hierdoor de beelden,
camera of geheugenkaart beschadigd kunnen raken.
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
Houd de knop <m> ingedrukt.
De huidige tijd verschijnt.
Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> om de
weergavekleur aan te passen.
Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
• Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Smart Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een
betere controle bij het maken van opnamen.
2
4
Opnamenmaken
(SmartAuto)............................37
Algemene,handige
functies....................................41
Functiesvoorde
beeldaanpassing.....................44
Handigeopnamefuncties........46
Decamerabewerkingen
aanpassen...............................48
37
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen,
zodat de optimale instellingen voor specifieke composities volledig
automatisch worden geselecteerd.
1 Schakeldecamerain.
Druk op de ON/OFF-knop.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Opendemodus[
A
].
Stel de modusschakelaar in op [
A
].
Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
De pictogrammen die de modus
voor speciale opnamen en de
beeldstabilisatiemodus aanduiden,
worden rechtsboven in het scherm
weergegeven (=
39, 40).
Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3 Kiesdecompositie.
Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
Zoombalk
4 Maakdeopname.
Foto’smaken
Stelscherp.
Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
Wanneer op meer dan één gebied is
scherpgesteld, worden meerdere AF-
kaders weergegeven.
Maakdeopname.
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser automatisch
af.
Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
De opname wordt pas weergegeven
wanneer de camera gereed is voor de
volgende opname.
38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Filmsopnemen
Startmetopnemen.
Druk op de filmknop. U hoort één
pieptoon zodra de camera met de
filmopname begint en op het scherm
verschijnen [ REC] en de verstreken tijd.
Zwarte balken aan de boven- en
onderkant op het scherm geven aan
welke gebieden niet worden opgenomen.
Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
Zodra de opname is begonnen, haalt u
uw vinger van de filmknop.
Pasdegroottevanhetonderwerp
aanenwijzigzonodigde
compositievandeopname.
Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen in
stap 3 (=
37). Denk er echter wel aan
dat het geluid van de camerabewerkingen
ook wordt opgenomen.
Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooideopname.
Druk nogmaals op de filmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart vol
raakt.
Verstreken tijd
Foto’s/films
• Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <p> wordt
ingedrukt, maakt de camera geen geluid. U geeft geluiden opnieuw
weer door op de knop <n> te drukken en [mute] te kiezen op
het tabblad [3]. Druk vervolgens op de knoppen <q><r> om een
[Uit] kiezen.
Foto’s
• Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
• Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan
dichter naar het onderwerp toe. Zie Flitsbereik (=
148) voor meer
informatie over het flitsbereik.
• Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één
keer piept wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
Zie Opnamebereik (=
148) voor meer informatie over het
scherpstelbereik (opnamebereik).
• Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen
in een omgeving met weinig licht.
• Als een knipperend [h]-pictogram wordt weergegeven als u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een
opname kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer
opnemen zodra de flitser gereed is. U kunt nu de ontspanknop
helemaal indrukken en wachten, of u laat de knop los en drukt de
ontspanknop opnieuw in.
• U kunt wijzigen hoe lang afbeeldingen weergegeven worden nadat u de
opname hebt gemaakt (=
49).
39
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Films
• De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk
gedurende langere tijd films opneemt. Dit is geen teken van
beschadiging.
• Kom tijdens het opnemen van films
niet met uw vingers aan de microfoon.
Het blokkeren van de microfoon kan
verhinderen dat het geluid wordt
opgenomen of het opgenomen geluid
klinkt daardoor gedempt.
• Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere
camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
• Het geluid wordt in mono opgenomen
Microfoon
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de modus [A] geeft de camera automatisch een pictogram weer
voor de vastgestelde compositie. Vervolgens worden automatisch de
bijbehorende instellingen geselecteerd voor optimale scherpstelling,
helderheid en kleur van het onderwerp.
Onderwerp
Achtergrond
Mensen Overigeonderwerpen
Achtergrond-
kleur
pictogram
In
beweging*
1
Schaduwen
opgezicht*
1
In
beweging*
1
Dichtbij
Helder
Grijs
Tegenlicht
Metblauwe
lucht
Lichtblauw
Tegenlicht
Zonsondergangen
Oranje
Spotlights
Donkerblauw
Donker
Met
statief
*
2
*
2
*1 Wordt niet voor films weergegeven.
*2 Wordt weergegeven bij donkere composities, als de camera wordt stilgehouden alsof
deze op een statief staat.
• Probeer op te nemen in de modus [G] (=
60) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met het
effect, de kleur of de helderheid die of dat u verwacht.
40
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus
[
A
] de volgende pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
Beeldstabilisatie voor films,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals
wanneer u lopend opneemt
(modus Dynamische
beeldstabilisatie).
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens panning*
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
het opnemen van films met de
telelens (Powered IS)
Beeldstabilisatie voor macro-
opnamen (Hybrid IS)
Geen beeldstabilisatie omdat
de camera op een statief is
bevestigd of op een andere
manier stil wordt gehouden
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
• Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
71). In
dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt,
worden verschillende kaders weergegeven.
• Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera echter waarneemt dat het onderwerp beweegt, blijft alleen
het witte kader op het scherm staan.
• Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
• Probeer in de [G]-modus (=
60) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden.
41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale
Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, dan gebruikt u de digitale zoom om tot 32x te vergroten.
1
Duwdezoomknopnaar<
i>.
Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt). Dit
wordt weergegeven op het scherm.
2 Duwdezoomknopnogmaals
naar<i>.
De camera zoomt nog verder in op het
onderwerp.
• Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de zoombalk
verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar korrelig
wordt (ZoomPlus).
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen (=
45)
niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor bereiken door stap
1 te volgen.
Zoomfactor
• Als de digitale en de optische zoom worden gecombineerd, is de
brandpuntsafstand als volgt (equivalent van 35 mm film).
28 – 896 mm (28 – 224 mm, alleen met optische zoom)
• Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>,
selecteert u [Digitale Zoom] op het tabblad [4] en daarna kiest u [Uit].
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies daarna de optie []]
(=
33).
Als de instelling is voltooid, wordt []]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Voor foto’s: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal naar
beneden.
Voor films: Druk op de filmknop.
42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(In het geval dat de flitser afgaat, blijft de
lamp branden.)
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u
deze hebt ingesteld, drukt u op de knop
<n>.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[
] in stap 1.
Foto’s Films
Camerabewegingvermijdenmetdezelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
Configureerdeinstelling.
Voer stap 1 uit in 'De zelfontspanner
gebruiken' (=
41) en kies [[].
Als de instelling is voltooid, wordt [[]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in 'De zelfontspanner
gebruiken' (=
41) om de opname te
maken.
Foto’s Films
Dezelfontspanneraanpassen
U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen
(1 – 10 opnamen) aangeven.
1 Selecteer[$].
Voer stap 1 uit in 'De zelfontspanner
gebruiken' (=
41), kies [$] en druk
daarna op de knop <n>.
2 Configureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
Druk op de knoppen <q><r> om een
waarde te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
Voer stap 2 uit in 'De zelfontspanner
gebruiken' (=
41) om de opname te
maken.
• Voor films die worden opgenomen met behulp van de
zelfontspanner, geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het
opnemen begint, maar de instelling van [Beelden] heeft geen effect.
• Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en
witbalans bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer
tijd nodig als de flitser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt
maken. De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
• Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het
geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.)
43
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s
De flitser uitschakelen
Bereid de camera als volgt voor op opnemen zonder flitser.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [!] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [!]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
• Als bij omstandigheden met weinig licht een knipperend pictogram
[ ] wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om hem stil te houden.
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
13).
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
34).
Als de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Wanneer u de opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
44
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
• Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met
stempel worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze
informatie zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt
afgedrukt.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
123)
- Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
127) van uw camera om af te
drukken.
IXUS 140 IXUS 135
- Gebruik de meegeleverde software om af te drukken. Raadpleeg de
Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
IXUS 132
- Gebruik de software die van de Canon-website is gedownload om af te
drukken. Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
24) voor meer informatie.
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Zelfde verhouding als breedbeeld hdtv's.
Dezelfde verhouding als 35-mm film, die wordt gebruikt voor het afdrukken van
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor
standard definition-televisies of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
45
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Selecteer als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie Aantal
4:3-opnamen per geheugenkaart (=
147) voor richtlijnen over hoeveel
opnamen bij elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Richtlijnenvoorhetkiezenvanderesolutieopbasisvan
hetpapierformaat(voor4:3-beelden)
[ ]: Voor het verzenden van beelden per
e-mail.
A2 (420 x 594 mm)
A3 – A5 (297 x 420 –
148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1 Openhetscherm[Flits
Instellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
34).
2 Configureerdeinstelling.
Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
34).
Als de instelling is voltooid, wordt [R]
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen worden
toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up voor pupillen
aanziet).
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
87).
• U kunt het scherm ook openen in stap 2 door op de knop <r> te drukken en
vervolgens op de knop <n>.
46
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Films
Beeldkwaliteit van films wijzigen
Er zijn 2 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie Opnametijd per
geheugenkaart (=
148) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die bij
elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeldkwaliteit Resolutie Aantalbeelden Details
1280 x 720 25 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
• In de modus [ ] geven zwarte balken aan de boven- en onderkant op het
scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Raster] op het tabblad [4] en selecteer
[Aan] (=
34).
Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
• Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
47
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
selecteer vervolgens [Aan] (=
34).
2 Controleerdescherpstelling.
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht
dat als hoofdonderwerp gedetecteerd is,
wordt nu uitvergroot.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Het scherpgestelde gebied wordt niet vergroot als u de ontspanknop
half indrukt terwijl er geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon
zich te dicht op de camera bevindt en zijn gezicht te groot is voor
het scherm, of als de camera een bewegend object waarneemt.
• Het scherm wordt niet vergroot als u de digitale zoomfunctie (=
41) of AF
Tracking (=
67) gebruikt.
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[Knipperdetectie] op het tabblad [4] en
selecteer daarna [Aan] (=
34).
2 Maakdeopname.
[ ] knippert wanneer de camera iemand
detecteert die zijn/haar ogen dicht heeft.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert u
[Uit] in stap 1.
• Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
• Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd in
[Weergavetijd] (=
49), wordt een kader weergegeven om personen van wie
de ogen zijn gesloten.
• Het kader wordt niet weergegeven als [Weergavetijd] is ingesteld op [Snel]
(=
49).
48
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad [4] van het menu.
Zie Menu MENU (=
34) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat branden
als hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met weinig
licht.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-hulplicht] op het tabblad [4] en
selecteer [Uit] (=
34).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer u
opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht.
1 Openhetscherm[Flits
Instellingen].
Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m> (=
34).
2 Configureerdeinstelling.
Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
34).
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
49
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
2
SmartAuto-
modus
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na de opname
wijzigen
U kunt wijzigen hoe lang afbeeldingen worden weergegeven en welke
gegevens worden weergegeven direct nadat u een opname maakt.
Deweergaveduurvanhetbeeldnadeopnamewijzigen
1 Openhetscherm[Afbeelding
directbekijken].
Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk op de knop <m>.
2 Configureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Weergavetijd] te selecteren. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
(=
34) te selecteren.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft alleen afbeeldingen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec., 4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven. Zelfs
wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop al half
indrukken om een volgende foto te maken.
Vastzetten Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
Foto’s
Hetschermwijzigendatwordtweergegevennade
opname
1 Stel[Weergavetijd]inop
[2sec.],[4sec.],[8sec.]of
[Vastzetten](=
49).
2 Configureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Scherminfo] te selecteren. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
(=
34) te selecteren.
Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details
Weergave van opnamedetails (=
138).
• Wanneer [Weergavetijd] is ingesteld op [Uit] of [Snel] (=
49), wordt
[Scherminfo] ingesteld op [Uit] en kan deze instelling niet worden gewijzigd.
• Door op de knop <p> te drukken wanneer een afbeelding wordt weergegeven
nadat u een foto hebt gemaakt, kun u de weergave-informatie schakelen.
Let op dat de instellingen van [Scherminfo] op het tabblad [4] niet gewijzigd
kunnen worden. Door op de knop <m> te drukken kunt u de volgende
handelingen uitvoeren.
- Beveilig (=
78)
- Favorieten (=
83)
- Wissen (=
80)
50
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities
en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of
vastgelegd met speciale functies.
3
4
Specifiekescènes....................51
Specialeeffectentoepassen...52
Specialemodivoorandere
doeleinden...............................56
51
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Specifieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Opendemodus<4>.
Stel de modusschakelaar in op <4>.
2 Selecteereenopnamemodus.
Druk op de knop <m>, kies [G] in
het menu en kies een opnamemodus
(=
33).
3 Maakdeopname.
Foto’s Films
I Portretopnamenmaken(Portret)
Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Opnamenmakenbijweiniglicht
(Weiniglicht)
Opnamen maken met
minimale camerabeweging en
onderwerpsvervaging, zelfs in
omstandigheden met weinig licht.
Foto’s Films
POpnamenmakenin
sneeuwlandschappen(Sneeuw)
Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
Foto’s Films
tVuurwerkfotograferen
(Vuurwerk)
Levendige foto’s van vuurwerk.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [t]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
71).
• De resolutie in de modus [ ] is [ ] (2304 x 1728) en kan niet worden
gewijzigd.
52
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Speciale effecten toepassen
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Selecteereenopnamemodus.
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit om een
opnamemodus te kiezen.
2 Maakdeopname.
Foto’s Films
Opnamenmakeninlevendige
kleuren(Extralevendig)
Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s Films
Foto'smetpostereffect(Poster-
effect)
Foto’s die lijken op oude posters of
illustraties.
• In de modi [ ] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ].
2 Kieseeneffectniveau.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
53
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door de
afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen en
onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen. Het
geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ].
Op het scherm verschijnt een wit kader dat
het beeldgebied aangeeft dat scherp blijft.
2 Kieshetgebiedwaaropuwilt
scherpstellen.
Druk op de knop <p>.
Beweeg de zoomknop om de afmeting
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen <o><p> om het kader te
verplaatsen.
3 Selecteervoorfilmsde
afspeelsnelheidvandefilm.
Druk op de knop <n> en druk op
de knoppen <q><r> om de snelheid te
kiezen.
4
Gaterugnaarhetopnamescherm
enmaakdeopname.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheidengeschatteafspeeltijd(voorclipsvan
éénminuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
• De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
• Als u in stap 2 op de knoppen <q><r> drukt, schakelt u naar de verticale
richting van het kader. Om het kader te verplaatsen drukt u nogmaals op de
knoppen <q><r>. Om de richting van het kader weer horizontaal te zetten,
drukt u op de knoppen <o><p>.
• Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
• De beeldkwaliteit van films is [
] bij een verhouding van [ ] en [ ] bij een
verhouding van [
] (=
44). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet worden
gewijzigd.
54
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Foto’s
Opnamen maken met een speels effect
(Speels effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon te
kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
• Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ].
2 Selecteereenkleurtoon.
Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon te
kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maakdeopname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
55
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Foto’s Films
Opnamen maken met Kleur Accent
Kies één kleur die u wilt behouden en wijzig de andere kleuren in zwart-wit.
1 Selecteer[T].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [T].
2 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <p>.
Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Accent is toegepast,
worden na elkaar weergegeven.
Standaard is groen de kleur die
behouden blijft.
3 Geefdekleurop.
Plaats het middelste kader over de kleur
die moet worden behouden en druk op de
knop <q>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
4 Geefhetkleurengammaopdat
uwiltbehouden.
Druk op de knoppen <o><p> om het
gamma aan te passen.
Kies een grote negatieve waarde als u
alleen de opgegeven kleur wilt behouden.
Kies een grote positieve waarde als u ook
kleuren wilt behouden die gelijk zijn aan
de opgegeven kleur.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het opnamescherm.
5 Maakdeopname.
Opgenomen
kleur
• Als u in deze modus de flitser gebruikt, kan dat onverwachte
resultaten opleveren.
• In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
Foto’s Films
Opnamen maken met Kleur Wissel
U kunt de ene beeldkleur vervangen door een andere voordat u een
opname maakt. U kunt slechts één kleur vervangen.
1 Selecteer[Y].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [Y].
2 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <p>.
Het oorspronkelijke beeld en het beeld
waarop Kleur Wissel is toegepast,
worden na elkaar weergegeven.
Groen wordt standaard vervangen door
grijs.
3 Geefdekleuropdieuwilt
vervangen.
Plaats het middelste kader over de kleur
die u wilt vervangen en druk op de knop
<q>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
56
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
4 Geefdenieuwekleurop.
Plaats het middelste kader over de
nieuwe kleur en druk op de knop <r>.
De opgegeven kleur wordt opgenomen.
5 Geefhetkleurengammaopdat
uwiltvervangen.
Druk op de knoppen <o><p> om het
gamma aan te passen.
Kies een grote negatieve waarde
als u alleen de opgegeven kleur wilt
vervangen. Kies een grote positieve
waarde als u ook kleuren wilt vervangen
die gelijk zijn aan de opgegeven kleur.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het opnamescherm.
6 Maakdeopname.
• Als u in deze modus de flitser gebruikt, kan dat onverwachte
resultaten opleveren.
• In sommige opnamemodi kunnen beelden korrelig lijken en kleuren
kunnen anders zijn dan verwacht.
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
Automatisch opnemen na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)
Automatischopnemennaglimlachdetectie
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ]. Druk
daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] te
selecterenen druk vervolgens op de knop
<m>.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
2
Richtdecameraopeenpersoon.
Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
Druk op de knop <q> om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de knop
<q> om de detectie te hervatten.
• Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de camera
opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
• U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in te
drukken.
• Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
57
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
47) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
Foto’s
Deknipoogdetectiegebruiken
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [ ]. Druk
daarna op de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] te
selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Kijknaardecameraenknipoog.
De camera maakt de foto ongeveer
twee seconden nadat een knipoog wordt
gedetecteerd van de persoon van wie het
gezicht in het kader valt.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u deze
hebt ingesteld, drukt u op de knop <n>.
• Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en opzettelijk.
• Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren, een hoed of
een bril.
• Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook gedetecteerd als
een knipoog.
• Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer 15 seconden
later een foto.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u [
] in
stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
47) is alleen beschikbaar voor de laatste
opname.
• Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een persoon in het
opnamegebied komt en knipoogt.
Foto’s
Degezicht-zelfontspannergebruiken
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht van een
andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt (=
67). Dit is
handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer[ ].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke scènes'
(=
51) uit en kies [ ]. Druk daarna op
de knop <p>.
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de knop
<m>.
58
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
2 Kiesdecompositieendrukde
ontspanknophalfin.
Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Drukdeontspanknophelemaal
naarbeneden.
De camera gaat nu in stand-by voor de
opname en op het scherm verschijnt [Kijk
recht naar camera om aftellen te starten].
Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
4 Gabijdeanderenstaaninhet
opnamegebiedenkijknaarde
camera.
Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat u
deze hebt ingesteld, drukt u op de knop
<n>.
• Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
• Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p> nadat u
[
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
47) is alleen beschikbaar
voor de laatste opname.
Foto’s
Opnamen met lange sluitertijd maken (Lange
sluiter)
Geef een sluitertijd van 1–15 seconden op om opnamen met een lange
sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem andere
maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen.
1 Selecteer[N].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [N].
2 Selecteerdesluitertijd.
Druk op de knop <o>, druk op de knoppen
<q><r> om de sluitertijd te kiezen en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Controleerdebelichting.
Druk de ontspanknop half in om de
belichting voor de door u geselecteerde
sluitertijd te bekijken.
4 Maakdeopname.
• De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het
scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
• Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto
kunt maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te
voorkomen.
• Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een andere manier om de camera stil te houden (=
71).
59
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
• Als de flitser afgaat, kan uw foto overbelicht raken. Als dit gebeurt, stelt u de
flitser in op [!] en maakt u een nieuwe opname.
Foto’s
Opnamen maken met Stitch Hulp
Maak een opname van een groot onderwerp door verschillende opnamen
te maken vanuit verschillende posities en gebruik daarna de software
(=
20) om de opnamen te combineren tot een panoramafoto.
1 Selecteer[x]of[v].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [x] of [v].
2 Maakdeeersteopname.
De eerste opname bepaalt de belichting
en de witbalans.
3 Maakextrafoto’s.
Bepaal de compositie voor de tweede
opname zo dat het beeldgebied van de
eerste opname gedeeltelijk wordt overlapt.
Kleine verschillen in uitlijning van de
overlappende delen worden automatisch
gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van
de opnamen.
U kunt maximaal 26 foto’s maken, op
dezelfde manier als waarop u de tweede
foto maakte.
4 Voltooideopname.
Druk op de knop <m>.
5 Gebruikdemeegeleverde
softwareomdebeeldensamen
tevoegen.
Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20,
24) voor instructies over het
samenvoegen van beelden.
60
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
• In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de
modus [G], met de modusschakelaar ingesteld op <4>.
• [G]: Programma automatische belichting; Automatische belichting:
Automatische belichting
• Voordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een
andere modus dan [G], moet u controleren of de functie in die modus
beschikbaar is (=
140 – 144).
4
4
Opnamenmakenindemodus
Programmaautomatische
belichting([P]-modus)............61
Helderheidvanhetbeeld
(Belichtingscompensatie)......61
Kleur-encontinu-opnamen
maken......................................63
Opnamebereiken
scherpstellen...........................66
Flitser........................................70
Overigeinstellingen.................71
61
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus
Programma automatische belichting
([P]-modus)
U kunt vele functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Opendemodus[G].
Voer de stappen 1–2 in 'Specifieke
scènes' (=
51) uit en kies [G].
2 Pasdeinstellingennaarwens
aan(=
61–71)enmaak
eenopname.
• Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
62) of de flitser te activeren (bij donkere onderwerpen, =
70) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
• U kunt ook films opnemen in de modus [G] door op de filmknop te drukken.
Enkele <H>- en <n>-instellingen kunnen echter automatisch worden
aangepast voor filmopnamen.
• Zie Opnamebereik (=
148) voor meer informatie over het opnamebereik in
de modus [G].
Helderheid van het beeld (Belichtingscompensatie)
Foto’s Films
De helderheid van het beeld aanpassen (Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
Druk op de knop <o>. Kijk naar het
scherm en druk op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen. Druk als
u klaar bent opnieuw op de knop <o>.
Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
Wanneer u films opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
Wanneer u foto’s maakt, drukt u op
de knop <m> om de ingestelde
belichtingscompensatie weer te geven en
maakt u de opname.
• U kunt ook foto's maken met de belichtingscompensatiebalk weergegeven.
• Wanneer u een film maakt, wordt [&] weergegeven en wordt de belichting
vergrendeld.
Foto’s
Belichting vergrendelen (AE lock)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Schakeldeflitseruit(=
43).
2 Vergrendeldebelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop <o>.
Belichtingscompensatiebalk
62
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
[&] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
Om AE te ontgrendelen, laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [&] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaakeen
opname.
• AE: Automatische belichting
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader) dat
wordt weergegeven in het midden van het scherm.
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch aangepast aan de
opnamemodus en –omstandigheden.
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de schemering.
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in donkere kamers.
• Druk de ontspanknop half in als u de automatisch ingestelde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de camera is ingesteld op [
].
• Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar onder
bepaalde opnameomstandigheden wordt de kans wel groter dat het onderwerp
onscherp is.
• De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat
onscherpe onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot. Foto’s
kunnen er echter wel korrelig uitzien.
63
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en kies
[Auto] (=
34).
Als de instelling is voltooid, wordt [@]
weergegeven.
• In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
• U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
86).
Kleur- en continu-opnamen maken
Foto’s Films
De witbalans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Auto
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in de
schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en dezelfde
kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
64).
64
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Foto’s Films
Aangepastewitbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
Volg de stappen in 'De witbalans
aanpassen' (=
63) en kies [ ].
Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop <n>.
De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
• Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging, voor
scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt,
voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint
Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groene onderwerpen, zoals bergen en flora, levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden rode
onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
65).
65
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
• U kunt de witbalans (=
63) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
• Met de modi [
] en [ ] kunnen ook andere kleuren dan huidtinten
worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet het
verwachte resultaat met sommige huidtinten.
Foto’s Films
CustomKleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Openhetinstellingenscherm.
Voer de stappen in 'De kleurtoon van een
beeld wijzigen (My Colors)' (=
64) uit
om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <n>.
2 Configureerdeinstelling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>.
Pas de waarde naar rechts aan
voor sterkere/intensere effecten (of
donkerdere huidtinten), en pas de waarde
naar links aan voor zwakkere/lichtere
effecten (of lichtere huidtinten).
Druk op de knop <n> om de
instelling te voltooien.
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt om continu-opnamen te maken.
Zie Snelheid continu-opnamen (=
148) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens [W] (=
33).
Als de instelling is voltooid, wordt [W]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
• Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
41) of
[Knipperdetectie] (=
47).
• Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld
op de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
• Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
• Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
• Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
• Continu-opnamen maken gaat sneller in de modus [ ] (=
51).
66
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [e] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie Opnamebereik (=
148) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [e] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [e]
weergegeven.
• Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
• In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt [e]
grijs en de camera stelt niet scherp.
• Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
42).
Foto’s
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich veraf bevinden. Zie Opnamebereik (=
148) voor meer informatie over
het scherpstelbereik.
Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [u] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [u]
weergegeven.
Foto’s Films
Digitale teleconverter
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer 1,6x of
2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd hoger is dan
wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale zoom) in dezelfde
zoomfactor.
Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
34).
Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
• De digitale teleconverter kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(=
41) en AF-puntzoom (=
47).
• De respectieve brandpuntsafstanden bij het gebruik van [1.6x] en [2.0x] zijn
44,8 – 358,4 mm en 56,0 – 448,0 mm (in equivalent van 35mm-film).
67
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
• De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale teleconverterinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in 'Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)' uit te voeren (=
41).
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
Druk op de knop <n>, kies [AF
Frame] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
34).
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
• Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en
de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
• Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
• Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
• Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
• Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
• Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo
AF (=
68) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
• Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
• De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
• Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
Foto’s
Onderwerpenselecterenomopscherptestellen(AF
Tracking)
Maak als volgt een opname nadat u het onderwerp hebt gekozen waarop
moet worden scherpgesteld.
1 Selecteer[AFTracking].
Voer de stappen in 'De modus AF Frame
wijzigen' (=
67) uit om [AF Tracking] te
selecteren.
[ ] wordt weergegeven in het midden
van het scherm.
2 Kieseenonderwerpwaaropu
wiltscherpstellen.
Richt de camera zo dat [ ] op het
gewenste onderwerp valt en druk op de
knop <q>.
68
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
De camera piept en [ ] verschijnt
zodra het onderwerp is gedetecteerd.
De camera blijft het onderwerp binnen
een bepaald bereik volgen, zelfs als het
onderwerp beweegt.
[ ] wordt weergegeven wanneer geen
onderwerp is gedetecteerd.
Druk nogmaals op de knop <q> als u het
volgen wilt stoppen.
3 Maakdeopname.
Druk de ontspanknop half in.
[
] verandert in een blauw [ ] dat
het onderwerp volgt terwijl de focus en
belichting worden aangepast (Servo AF)
(=
68).
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Zelfs nadat de opname is gemaakt, wordt
[
] nog steeds weergegeven en blijft de
camera het onderwerp volgen.
• [Servo AF] (=
68) is ingesteld op [Aan] en kan niet worden
gewijzigd.
• Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• [e] en [u] zijn niet beschikbaar.
• De camera detecteert een onderwerp, zelfs wanneer u de ontspanknop half
ingedrukt houdt zonder op de knop <q> te drukken. Nadat u de opname hebt
gemaakt, wordt [
] weergegeven in het midden van het scherm.
Foto’s Films
Centrum
Eén AF-kader wordt in het midden weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen.
• Een geel AF-kader wordt weergegeven met [ ] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
AF-puntzoom (=
47) is niet mogelijk.
• Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein] (=
34) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
• De afmeting van het AF-kader wordt ingesteld op [Normaal] wanneer u de
digitale zoom (=
41) of de digitale teleconverter (=
66) gebruikt.
• Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. Terwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in (Focusvergrendeling).
Foto’s
OpnamenmakenmetServoAF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <n>, kies [Servo
AF] op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
34).
2 Stelscherp.
De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
69
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
• In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
• In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor AF Frame.
• Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden de
sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven. Laat
de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
• Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar.
• [AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] is niet beschikbaar.
• Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
41).
Foto’s Films
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer
de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half
indrukt.
Druk op de knop <n>, kies
[Continu] op het tabblad [4] en kies [Uit]
(=
34).
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte
fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen totdat
u de ontspanknop half indrukt.
Uit
De camera stelt niet continu scherp, zodat
de batterij minder snel leeg is.
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendeldefocus.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <q>.
De focus is nu vergrendeld en [%] wordt
weergegeven.
Om de focus te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <q>. In dit geval wordt [%] niet
meer weergegeven.
2 Kiesdecompositieenmaakeen
opname.
70
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Flitser
Foto’s
De flitser activeren
U kunt de flitser zo instellen dat deze altijd flitst als u een opname maakt.
Zie Flitsbereik (=
148) voor meer informatie over het flitsbereik.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [h] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [h]
weergegeven.
Foto’s
Opnamen maken met Slow sync
Met deze optie wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp
(zoals mensen) te verbeteren terwijl de camera opnamen maakt met een
korte sluitertijd, zodat de helderheid wordt verbeterd van de achtergrond
buiten het flitsbereik.
Zie Flitsbereik (=
148) voor meer informatie over het flitsbereik.
1 Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om [Z] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
Als de instelling is voltooid, wordt [Z]
weergegeven.
2 Maakdeopname.
Ook als u de flitser gebruikt, mag het
hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt.
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. Stel
daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief
of een ander middel gebruikt om de camera stil te houden
(=
71).
Foto’s
Opnamen maken met FE-vergrendeling
Net als met de AE lock (=
61) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de flitser.
1 Steldeflitserinop[h](=
70).
2 Vergrendeldeflitsbelichting.
Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan u een
opname wilt maken. Houd de ontspanknop
half ingedrukt en druk op de knop <o>.
De flitser gaat af en wanneer [(] wordt
weergegeven, blijf het flitsuitvoerniveau
behouden.
Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [(] niet
meer weergegeven.
3 Kiesdecompositieenmaakeen
opname.
• FE: Flitsbelichting
71
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
4
P-modus
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen
(beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen: (Superfijn),
(Fijn). Zie Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart (=
147) voor
richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke compressieverhouding op een
geheugenkaart passen.
Configureerdeinstelling.
Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
Druk op de knop <n>, kies [IS
modus] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
34).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de
opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent
IS) (=
40).
Opname*
Beeldstabilisatie is alleen actief op
het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor filmopnamen.
• Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
72
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze
op tal van manieren doorbladeren en bewerken.
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera
voor te bereiden op deze handelingen.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera
zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
5
4
Bekijken....................................73
Doorbeeldenbladerenen
beeldenfilteren.......................75
Optiesvoorhetweergeven
vanfoto’s.................................76
Beeldenbeveiligen...................78
Beeldenwissen........................80
Beeldenroteren........................82
Beeldcategorieën.....................83
Foto'sbewerken.......................84
Filmsbewerken........................87
73
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Opendeafspeelmodus.
Druk op de knop <1>.
Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Bladerdooruwbeelden.
Om het vorige beeld te bekijken, drukt u
op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk
in deze modus op de knoppen <q><r>
om door uw beelden te bladeren. Het
beeld wordt daarbij onzuiver of korrelig
weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
Druk in de modus Beeld scrollen op de
knoppen <o><p> om door beelden
te bladeren in de groepen van elke
opnamedatum.
Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u films wilt
afspelen.
3 Speelfilmsaf.
Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk vervolgens nogmaals op de knop
<m> om het afspelen te starten.
4 Pashetvolumeaan.
Om het volume aan te passen, drukt u
op de knoppen <o><p>. Zelfs nadat
de volumeregelaar verdwijnt, kunt u het
volume aanpassen door op de knoppen
<o><p> te drukken.
5 Onderbreekhetafspelen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
Na de film verschijnt [ ].
Volumeregelaar
74
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
• Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
• Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, drukt u op de knop <n>, kiest u
[Beeld scrollen] op het tabblad [1] en kiest u vervolgens [Uit].
• Als u de meest recente opname wilt weergeven bij het openen van de
afspeelmodus, drukt u op de knop <n>. Kies vervolgens [Ga verder] en
daarna [Laatste f.] op het tabblad [1].
• Voor het wijzigen van de weergegeven overgang tussen beelden drukt u op de
knop <n>. Kies vervolgens [Overgang] op het tabblad [1] en gebruik de
knoppen <q><r> om een overgangseffect te kiezen.
Foto’s Films
Schakelen tussen weergavemodi
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie 'Afspelen (uitgebreide
informatieweergave)' (=
138) voor meer details over de weergegeven
informatie.
Geen
informatieweergave
Korte
informatieweergave
Uitgebreide
informatieweergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing(voorhighlightsvan
beelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
74) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
De grafiek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave (
=
74
) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk gedeelte van
het beeld zich op elk helderheidsniveau
bevindt. Het histogram bekijken is een
manier om de belichting te controleren.
IXUS 140 IXUS 135
Foto’s Films
GPS-informatieweergave
Met een smartphone die via Wi-Fi
(=
97) is verbonden met de camera,
kunt u beelden op de camera geotaggen
en informatie toevoegen, zoals
breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
Beelden met geotag worden gelabeld met
een pictogram [ ] in de gedetailleerde
informatieweergave. Druk op de knop
<o> om de opgenomen informatie weer
te geven.
Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en UTC
(opnamedatum en –tijd) getoond.
• [---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarde voor items
die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die niet
juist zijn opgenomen.
• UTC: staat voor 'Coordinated Universal Time' en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
Hoog
Donker
Laag
Helder
75
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Door beelden bladeren en beelden
filteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geefbeeldenweerineenindex.
Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
Verschuif de zoomknop naar <k> om
minder beelden weer te geven. Het
aantal beelden neemt elke keer af
wanneer u de zoomknop verschuift.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door de
beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt deze
beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (
=
78
) of verwijderen (
=
80
).
Mensen
Hiermee worden beelden weergegeven met gedetecteerde
gezichten.
Opnamedatum Geeft beelden weer die op een bepaalde datum zijn opgenomen.
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als favoriet (
=
83
).
Foto/film Geeft alleen foto's of films weer.
1 Selecteereenzoekvoorwaarde.
Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies een voorwaarde (=
33).
Wanneer u [ ] of [ ] hebt
geselecteerd, kiest u de voorwaarde
door op de knoppen <o><p><q><r>
te drukken op het scherm dat wordt
weergegeven en vervolgens op de knop
<m> te drukken.
2 Bekijkdegefilterdebeelden.
Beelden die voldoen aan uw voorwaarden,
worden in gele kaders weergegeven. Druk
op de knoppen <
q
><
r
> om alleen deze
beelden te bekijken.
Kies [ ] in stap 1 om gefilterd afspelen
te stoppen.
• Als op de camera voor bepaalde voorwaarden geen overeenkomende
beelden zijn gevonden, zijn die voorwaarden niet beschikbaar.
76
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
• Opties voor het bekijken van de gevonden beelden (stap 2) zijn Bladeren
door beelden in een index (=
75), Diavoorstellingen bekijken (=
77) en
Beelden vergroten (=
76). U kunt ook alle gevonden beelden beveiligen,
wissen, afdrukken of toevoegen aan een fotoalbum door [Alle beelden
zoekopdr. sel.] te selecteren in Beelden beveiligen (=
78), Alle beelden
wissen (=
81), Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF). (=
127) of
Beelden toevoegen aan een fotoboek (=
129).
• Als u beelden bewerkt en opslaat als nieuwe beelden (=
84 – 87), wordt
een bericht weergegeven en worden de beelden die waren gevonden niet
langer weergegeven.
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergrooteenbeeld.
Verschuif de zoomknop naar <k> als u
wilt inzoomen op het beeld en het beeld
wilt vergroten. [
] wordt weergegeven.
Als u de zoomknop vasthoudt, wordt er
verder ingezoomd tot een factor van 10x.
Verschuif de zoomknop naar <g> om uit
te zoomen. Als u de zoomknop vasthoudt,
keert u terug naar de enkelvoudige
weergave.
2 Verschuifdeweergavelocatie
enschakelindiennodigtussen
beelden.
Als u de weergavepositie wilt aanpassen,
drukt u op de knoppen <o><p><q><r>.
Zelfs wanneer [ ] nog op het scherm
staat, kunt u al schakelen naar [
]
door op de knop <m> te drukken.
Druk tijdens het in- of uitzoomen op de
knoppen <q><r> om tussen de beelden
te schakelen. Druk nogmaals op de
knop <m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
• U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
77
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
Selecteereenovergangvoor
dediavoorstellingenstarthet
afspelen.
Druk op de knop <m> en kies [.] in het
menu. Kies vervolgens de gewenste optie
(=
33).
De diavoorstelling begint enkele
seconden nadat [Laden van beeld] wordt
weergegeven.
Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
• De spaarstandfuncties van de camera (=
31) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
• Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
• U kunt naar andere beelden schakelen tijdens het afspelen als u op de
knoppen <q><r> drukt. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen de
knoppen <q><r> ingedrukt.
• In de modus voor beeld zoeken (=
75) worden alleen beelden afgespeeld
die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
Instellingenvoordiavoorstellingenwijzigen
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [1] (=
77).
2 Configureerdeinstellingen.
Kies het menu-item dat u wilt
configureren en kies de gewenste optie
(=
34).
Selecteer [Start] en druk op <m> als u
de diavoorstelling volgens uw instellingen
wilt starten.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• U kunt [Speeltijd] niet wijzigen als [Bubbel] is geselecteerd bij
[Effect].
78
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shuffle)
Op basis van het huidige beeld staan op de camera vier vergelijkbare
beelden die u wellicht ook wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt
geselecteerd, worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven,
zodat u beelden in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze
functie eens als u veel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 SelecteerSmartShuffle.
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
33).
Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
Als u op de knop <
m
> drukt, verschijnt het
middelste beeld op volledige grootte. Druk
nogmaals op de knop <
m
> om terug te
keren naar de oorspronkelijke weergave.
Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
• U kunt in Smart Shuffle alleen foto's afspelen die met deze camera zijn gemaakt.
• Smart Shuffle is niet beschikbaar in de volgende situaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven;
- Beelden worden weergegeven in gefilterde weergave (=
75)
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
80).
Druk op de knop <m> en kies [:] in
het menu (=
33). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
u [:] nogmaals. Druk vervolgens op de
knop <m>.
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de kaart
formatteert (=
115, 116).
• Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de
camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging
opheffen.
Via het menu
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [1] (=
34).
79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
instelling (=
34).
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Kies[Selectie].
Voer stap 2 uit in 'Via het menu' (
=
79
),
kies [Selectie] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilighetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Een reeks selecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Voer stap 2 uit in 'Via het menu'
(=
79), kies [Select. reeks] en druk op
de knop <m>.
2 Selecteerheteerstebeeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteerhetlaatstebeeld.
Druk op de knop <r>, kies [Laatste
beeld] en druk op de knop <m>.
80
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveiligdebeelden.
Druk op de knop <p>, kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit in 'Via het menu'
(=
79), kies [Sel. alle beelden] en druk
op de knop <m>.
2 Beveiligdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens op
de knop <m>.
• U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren in stap 4 van "Een reeks selecteren" of in stap 2 van "Alle beelden
in één keer opgeven".
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld. Beveiligde beelden (=
78) kunnen echter niet worden
gewist.
1 Selecteerhetbeelddatuwilt
wissen.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wishetbeeld.
Druk op de knop <m> en kies
vervolgens [a] in het menu (=
33).
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
Het huidige beeld wordt nu gewist.
Als u het wissen wilt annuleren, drukt u
op de knoppen <q><r> om [Stop] te
kiezen en drukt u vervolgens op de knop
<m>.
81
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Alle beelden wissen
U kunt alle beelden tegelijk wissen. Wees voorzichtig bij het wissen
van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld. Beveiligde beelden
(=
78) kunnen echter niet worden gewist.
Eenselectiemethodeselecteren
1 Openhetinstellingenscherm.
Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [1]
(=
34).
2 Selecteereenselectiemethode.
Kies een menu-item en de gewenste
instelling (=
34).
Druk op de knoppen <o><p> om
een selectiemethode te kiezen. Druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
Afzonderlijkebeeldenselecteren
1 Kies[Selectie].
Volg stap 2 in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
81) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Nadat u een beeld hebt gekozen in stap
2 in 'Afzonderlijke beelden selecteren'
(=
79), wordt [ ] weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wishetbeeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
82
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Eenreeksselecteren
1 Selecteer[Select.reeks].
Volg stap 2 in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
81) om
[Select. reeks] te selecteren en druk op
de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Voer de stappen 2–3 in 'Een reeks
selecteren' (=
79) uit om beelden op
te geven.
3 Wisdebeelden.
Druk op de knop <p> om [Wissen] te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>.
Allebeeldeninéénkeeropgeven
1 Selecteer[Sel.allebeelden].
Voer stap 2 uit in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
81), kies
[Sel. alle beelden] en druk op de knop
<m>.
2 Wisdebeelden.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Foto’s Films
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer[\].
Druk op de knop <m> en kies [\] in het
menu (=
33).
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knop <q> of <r>, afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop <m> om de
instelling te voltooien.
Via het menu
1 Selecteer[Roteren].
Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [1] (=
34).
83
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
2 Draaihetbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt 90° geroteerd.
Druk op <n> om terug te keren naar
het menuscherm.
• Films met een beeldkwaliteit van [ ] kunnen niet worden geroteerd.
• Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
83).
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien door de camera uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden die in verticale richting
zijn opgenomen automatisch verticaal weergegeven op de camera.
Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [1].
Kies vervolgens [Uit] (=
34).
• Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
82) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
• In de modus Smart Shuffle (=
78) worden beelden die verticaal
zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is
ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide
stand.
Beeldcategorieën
U kunt beelden organiseren door deze als favoriet te taggen. Als u een
categorie kiest in gefilterd afspelen kunt u de volgende handelingen
beperken tot die beelden.
• Bekijken (=
73), Diavoorstellingen bekijken (=
77), Beelden
beveiligen (=
78), Beelden wissen (=
80), Beelden toevoegen aan
de printlijst (DPOF). (=
127), Beelden toevoegen aan een fotoboek
(=
129)
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
Druk op de knop <m> en selecteer [ ]
in het menu (=
33).
[Gemarkeerd als favoriet] wordt
weergegeven.
Als u de markering van het beeld wilt
opheffen, herhaalt u deze procedure
en selecteert u [
] nogmaals. Druk
vervolgens op de knop <m>.
Viahetmenu
1 Selecteer[Favorieten].
Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
34).
84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooideinstellingsprocedure.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
• Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete
beelden overdraagt naar de computer, worden aan deze beelden drie sterren
(
) toegewezen. (Geldt niet voor films.)
Foto's bewerken
• Beeldbewerking (=
84 – 87) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer[Veranderen].
Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
34).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenbeeldformaat.
Druk op de knoppen <q><r> om het
formaat te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
[Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
4 Slahetnieuwebeeldop.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
85
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
5 Bekijkhetnieuwebeeld.
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
• Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet worden
bewerkt.
• Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer[Trimmen].
Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [1]
(=
34).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Pashetbijsnijgebiedaan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <m>.
Druk op de knop <n>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in 'Het formaat van
beelden wijzigen' (=
84) uit.
• Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (=
45)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [ ] (=
84), kunnen niet
worden bewerkt.
• Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
• Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden
beelden.
Resolutie na bijsnijden
Voorbeeld van beeld na
bijsnijden
Bijsnijgebied
86
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My
Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan
als een apart bestand. Zie 'De kleurtoon van een beeld wijzigen (My
Colors)' (=
64) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer[MyColors].
Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
34).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in 'Het formaat van
beelden wijzigen' (=
84) uit.
• Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
• De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht
afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors
(=
64).
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het
beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer[i-Contrast].
Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [1] (=
34).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteereenoptie.
Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
4 Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Voer de stappen 4–5 in 'Het formaat van
beelden wijzigen' (=
84) uit.
• Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
• Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
• Als met [Auto] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt, probeert u
de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
87
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer[Rode-OgenCorr.].
Druk op de knop <n> en kies [Rode-
Ogen Corr.] op het tabblad [1] (=
34).
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een beeld
te selecteren.
3 Corrigeerhetbeeld.
Druk op de knop <m>.
Het gebied met rode ogen dat door de camera
wordt gedetecteerd, wordt nu gecorrigeerd
en er worden kaders weergegeven om de
gecorrigeerde gedeelten op het beeld.
Vergroot of verklein de beelden naar wens.
Volg de stappen in =
76.
4
Slahetbeeldopalseennieuw
beeldenbekijkdit.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
Voer stap 5 in 'Het formaat van beelden
wijzigen' (=
85) uit.
• Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke beeld
overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het oorspronkelijke beeld wordt
dan gewist.
• Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
Films
Films bewerken
U kunt films inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te verwijderen.
1 Selecteer[*].
Volg stap 1 tot en met 5 in 'Bekijken'
(
=
73
), kies [*] en druk op de knop <m>.
Het filmbewerkingspaneel en de
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geefaanwelkedelenueruitwilt
knippen.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ] of
[
] te selecteren.
Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r> om
[
] te verschuiven. Snijd het begin van de film
af (vanaf [
]) door [ ] te selecteren en snijd
het einde van de film af met behulp van [
].
Zelfs als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt alleen het gedeelte
vanaf het dichtstbijzijnde [
] aan de
linkerzijde afgesneden wanneer [
] wordt
geselecteerd en alleen het gedeelte vanaf het
dichtstbijzijnde [
] aan de rechterzijde wordt
afgesneden wanneer [
] wordt geselecteerd.
3 Bekijkdebewerktefilm.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de knop
<m>. De bewerkte film wordt nu afgespeeld.
Herhaal stap 2 als u de film nog een keer wilt
bewerken.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalk voor films
88
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
5
Handleidingvoor
gevorderden
Afspeelmodus
Als u de bewerking wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <o><p> om [
] te
selecteren. Druk op de knop <m>, druk
op de knoppen <q><r> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens nogmaals
op de knop <m>.
4 Sladebewerktefilmop.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
De film wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
• Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
film overschreven door de ingekorte film. De oorspronkelijke film
wordt dan gewist.
• [Overschrijven] is alleen mogelijk als er op de geheugenkaart niet
voldoende vrije ruimte is.
• Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt, worden films
mogelijk niet opgeslagen.
• Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (=
120, afzonderlijk
verkrijgbaar).
89
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
IXUS 140 IXUS 135
Wi-Fi-functies
U kunt de Wi-Fi-functies gebruiken om afbeeldingen
van de camera naar tal van compatibele apparaten te
verzenden en u kunt de camera gebruik met webservices.
6
4
WatukuntdoenmetWi-Fi......90
Wi-Figebruikenom
afbeeldingenvanafde
camerateverzenden..............91
VoorzorgsmaatregelenWi-Fi
(DraadloosLAN).....................91
Veiligheidsmaatregelen...........92
Woordenlijst.............................93
Eenbijnaamvoorde
cameraregistreren
(alleeneerstekeer).................94
Verbindingmakenmet
Webservices............................95
Verbindingmakenmeteen
smartphone.............................97
Verbindingmakenmeteen
anderecamera........................99
Verbindingmakenmeteen
computer...............................100
Verbindingmakenmeteen
printer....................................105
Beeldenverzenden................107
Beeldenverzendennaar
eencomputervia
CANONiMAGEGATEWAY...109
Beeldenopdecamera
geotaggen..............................109
Wi-Fi-instellingenbewerken
ofwissen...............................110
90
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
*-product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten.
Let op dat er in dit hoofdstuk naar draadloze LAN-functies, anders dan
Wi-Fi kan worden verwezen als Wi-Fi.
* Wi-Fi is een merknaam die duidt op het compatibiliteitscertificaat van
Wi-Fi-apparaten.
VerbindingmakenmetWebservices
CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die
beschikbaar is voor mensen die dit product hebben gekocht.
Als u zich gratis als lid registreert, kunt u CANON iMAGE
GATEWAY gebruiken om toegang te krijgen tot verschillende
webservices, zoals sociale netwerkservices die op een
computer zijn ingesteld.
Afbeeldingen op de camera kunnen ook automatisch naar een
computer worden verzonden met CANON iMAGE GATEWAY.
Verbindingmakenmeteensmartphone
Afbeeldingen verzenden naar smartphones en tabletcomputers
die Wi-Fi-functies hebben. U kunt uw opnamen ook geotaggen
via een verbonden smartphone of tablet. De installatie van een
toegewezen toepassing op de smartphone of tablet is vereist.
Raadpleeg de Canon website voor details.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones,
tablets en andere compatibele apparaten gezamenlijk
aangeduid met de term 'smartphones'.
Verbindingmakenmeteenanderecamera
Gebruik de Wi-Fi-functie om afbeeldingen te verzenden tussen
digitale compactcamera's van Canon.
Verbindingmakenmeteencomputer
Gebruik de software om afbeeldingen draadloos van de
camera naar een computer te verzenden. Raadpleeg de
Softwarehandleiding voor meer informatie.
Verbindingmakenmeteenprinter
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-
compatibele printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te
drukken.
91
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi gebruiken om afbeeldingen vanaf
de camera te verzenden
Apparaat
Werking
Een bijnaam voor de
camera registreren
(=
94)
De software installeren
(=
20)*
1
Instellingen aanpassen
voor het gebruik van
webservices van CANON
iMAGE GATEWAY
(=
95)
De speciale toepassing
installeren op de
smartphone (=
97)
Een verbinding met de
camera tot stand brengen
(=
95)
(=
97)
(=
99)
(=
100)
(=
105)
Beelden verzenden
(=
107)
○*
2
Beelden overzetten naar
een computer (=
104)
Afbeeldingen afdrukken
(=
105)*
3
*1 Instructies in deze handleiding zijn van toepassing wanneer de software correct is
geïnstalleerd vanaf de meegeleverde cd-rom (=
20).
*2 Afbeeldingen worden automatisch verzonden wanneer deze via een server (=
109)
worden overgedragen.
*3 Zie 'Afbeeldingen afdrukken' (=
123) voor gedetailleerde instructies voor
afdrukken.
Voorbereidingen
Verbinding
Verzenden/
afdrukken/
importeren
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi
(Draadloos LAN)
• Het modelnummer is
IXUS 140
PC1889 /
IXUS 135
PC1896 (inclusief WLAN-module
model WM218). Om uw model te identificeren,
controleert u het nummer dat begint met PC
op het label op de onderzijde van de camera.
• Landen en regio's waarin WLAN-gebruik is
toegestaan
- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde
landen en regio's en illegaal gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale
of lokale voorschriften. Om te voorkomen dat u de voorschriften met
betrekking tot WLAN schendt, controleert u op de website van Canon
waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in
andere landen en regio's.
• Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit wettelijke
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
- De certificeringslabels van het product verwijderen
• Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
• Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het onder
de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet worden
geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop een VS-
handelsembargo van toepassing is.
• Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen, kunnen
worden gewist door een foutief gebruik van het product, de gevolgen van
radiogolven of statische elektriciteit, een ongeval of een fout. Noteer de
draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er rekening
mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor het verslechteren van inhoud,
directe of indirecte schade of verlies van inkomsten door het gebruik van dit
product.
92
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
• Canon compenseert geen verloren of gestolen producten.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade door ongeoorloofde
toegang tot geregistreerde gegevens (bestemmingen van verzonden
afbeeldingen, enzovoort) indien het product is verloren of gestolen.
• Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
• Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen voor storing van
radiogolven
• Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver
mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten
niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel
gebruikt.
Onthoud de volgende zaken wanneer u Wi-Fi gebruikt.
• Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt
(onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als u
probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te
gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen
verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
• Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
• Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtoffer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig uw Wi-Fi-netwerk daarom goed om dit soort problemen te
vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen als u Wi-Fi-
beveiliging begrijpt. Overweeg de risico's en het gemak wanneer u de
beveiligingsinstellingen aanpast.
93
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Woordenlijst
Termen met betrekking tot Wi-Fi worden hier uitgelegd. Raadpleeg ook de
verklaring voor de termen in de respectievelijke delen van deze handleiding.
• Toegangspunt
Een apparaat dat radiogolven doorstuurt om een Wi-Fi-netwerk te
creëren. Deze term verwijst ook naar een netwerk waarmee u met Wi-Fi
verbinding kunt maken met internet.
• Firewall
Dit is een systeem dat netwerken beschermt tegen computervirussen,
externe ongeoorloofde toegang en beveiligingsbedreigingen. Dit wordt op
uw Wi-Fi-router of computer ingesteld.
• SSID/ESSID
Voorgeconfigureerde cijfers en letters die worden gebruikt om een
specifiek toegangspunt aan te duiden. Dit wordt ook wel de 'naam van
het toegangspunt' of de 'netwerknaam' genoemd.
• Coderingssleutel
Dit is een sleutel die gebruikt wordt om gegevens te coderen voor
verzending van en naar een toegangspunt.
• IP-adres
Dit is een adres dat wordt gebruikt om een apparaat binnen een netwerk
te identificeren.
• MAC-adres
Dit is een uniek adres dat vooraf aan een netwerkapparaat is toegekend.
Dit wordt ook wel "fysiek adres" genoemd.
De camera kan afdrukken naar PictBridge-compatibele
printers via Wi-Fi. Dankzij de technische PictBridge-
normen kunnen digitale camera's, printers en andere
apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding
maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over IP
PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen mogelijk.
De camera is ook compatibel met deze norm.
94
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Een bijnaam voor de camera
registreren (alleen eerste keer)
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt weergegeven op het scherm van doelapparaten als de
camera op andere toestellen wordt aangesloten via Wi-Fi.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
Druk op de knop <o>.
2 Openhettoetsenbord.
Druk op de knop <m>.
3 Voereenbijnaamin.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een karakter te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> om het in
te voeren.
Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
Selecteer [ ] of [ ] en druk op de knop
<m> om de cursor te verplaatsen.
Selecteer [ ] en druk op de knop <m>.
Het vorige karakter wordt gewist.
4 Sladeinstellingenop.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
• Indien u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan
een computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst.
Daarnaast moet de geheugenkaart beelden bevatten als u toegang wilt krijgen
tot webservices of draadloos verbinding wilt maken met een smartphone of
printer.
• Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u [Instellingen Wi-Fi] op het
tabblad [3] en kiest u daarna [Bijnaam apparaat veranderen].
• Als het Wi-Fi-menu niet wordt weergegeven, maar alleen de wijzigingen in
weergave-informatie wanneer u op de knop <o> drukt, moet u eerst op de
knop <p> drukken om te schakelen van gedetailleerde informatieweergave
(=
74).
95
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Verbinding maken met Webservices
U kunt de camera als volgt instellen om verschillende webservices te
gebruiken.
Instellingen aanpassen voor het gebruik van
webservices van CANON iMAGE GATEWAY
Accountinstellingen aanpassen voor de webservices die u wilt gebruiken.
• Om Webservices in te stellen is een computer nodig. U moet eerst
CANON iMAGE GATEWAY instellen.
• Zorg dat u CameraWindow vooraf installeert vanaf de meegeleverde
cd-rom aangezien dit programma wordt gebruikt om instellingen aan te
passen (=
21).
• Voor informatie over landen en regio's waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, raadpleegt u de Canon website (http://canon.com/cig).
1 Registreerualseengebruiker
vanCANONiMAGEGATEWAY.
Ga naar http://canon.com/cig op een
computer of een ander apparaat dat is
verbonden met internet en ga naar de
CANON iMAGE GATEWAY-site voor uw
regio.
Volg de weergegeven instructies om de
registratie te voltooien (gratis).
U moet beschikken over een account
met webservices anders dan CANON
iMAGE GATEWAY als u deze wenst te
gebruiken. Voor meer informatie gaat
u naar de website van elke webservice
waarvoor u zich wilt registreren.
2 Sluitdecamerametde
interfacekabelaanopeen
computer(=
22).
Op een computer met Windows hoeft u
de interfacekabel niet aan te sluiten als
u de instellingen van tevoren voltooit
(=
101). In dit geval kunt u verbinding
maken via Wi-Fi.
3 OpenCameraWindow(=
23).
4 Openhetaanmeldschermvan
CANONiMAGEGATEWAY.
Klik op [Camera Settings/Camera-
instellingen] en klik daarna op [Set Up
Web Services/Webservices instellen].
5 MelduaanbijCANONiMAGE
GATEWAY.
Voer uw aanmeldingsnaam en
wachtwoord voor CANON iMAGE
GATEWAY in en klik op [Login/
Aanmelden].
96
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
6
SteleenWebserviceindieuwilt
gebruiken.
Volg de instructies op het scherm om
de instellingen te voltooien voor de
Webservices die u wilt gebruiken.
Nadat u klaar bent met het instellen van de
Webservice, klikt u onder aan het scherm
op [Finish/Voltooien] om deze af te sluiten.
7 Webservice-instellingen
toepassenopdecamera.
Kies de naam van de Webservice die u wilt
instellen op de camera en klik op [ ] in
het midden van de lijsten.
De naam van de Webservice die op de
camera wordt opgeslagen, wordt in de lijst
[Camera] weergegeven.
Klik op [o] of [p] om de volgorde van de
Webservices te wijzigen die in het Wi-Fi-
menu van de camera worden weergegeven.
Sluit het venster nadat u de instellingen in
de [Camera]-lijst volgens uw wensen hebt
aangepast.
De instellingen van webservices en voor
het overdragen van afbeeldingen via de
server worden toegepast op de camera.
• Er is een internetverbinding vereist om toegang te krijgen tot CANON
iMAGE GATEWAY (er moet een internetbrowser op de computer zijn
geïnstalleerd, u moet een abonnement hebben bij een internetprovider en
er moet een actieve internetverbinding zijn).
• Controleer CANON iMAGE GATEWAY voor browserinstellingen (Microsoft
Internet Explorer, enzovoort), voorwaarden en versie-informatie wanneer u
verbinding maakt met CANON iMAGE GATEWAY.
• Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een ISP-verbinding en
het gebruik van een toegangspunt.
• Nadat u zich voor de tweede keer hebt aangemeld bij CANON iMAGE
GATEWAY in stap 5, wordt het scherm in stap 7 weergegeven. Klik op [Edit
Web Services/Webservices bewerken] om de instellingen te wijzigen voor de
Webservices die u gebruikt.
• Om Webservices toe te voegen of te wijzigen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 2.
Verbinding maken met Webservices
Verbinding maken met Webservices die voor de camera geregistreerd zijn.
1
OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2
KieseenWebservice.
Druk op de knoppen <o><p><q><r> en
selecteer het pictogram van de webservice
waarmee u verbinding wilt maken, en druk
vervolgens op de knop <m>.
Als de webservice meerdere
geadresseerden heeft, selecteert u de
gewenste geadresseerde op het scherm
[Ontvanger selecteren] en drukt u op de
knop<m>.
3
Maakverbindingmeteen
toegangspunt.
Maak bij een WPS-compatibel
toegangspunt verbinding met het
toegangspunt door stappen 4 tot en met 6
uit voeren van 'Een computer toevoegen'
(
=
102
).
Voor een toegangspunt dat niet WPS-
compatibel is, kunt u verbinding maken met
het toegangspunt door stappen 2 en 3 van
'Verbinding maken met toegangspunten in
de lijst' (
=
104
) uit te voeren.
97
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wanneer u een verbinding hebt
gemaakt met de webservices,
wordt het overdrachtsscherm voor
afbeeldingen weergegeven. Ga
verder naar 'Afbeeldingen verzenden'
(=
107). Wanneer [Verst. via server]
is geselecteerd, worden afbeeldingen
verzonden zodra er een verbinding tot
stand is gebracht (=
109).
• Wanneer u zich in de buurt van een toegangspunt bevindt, waar
u eerder verbinding mee hebt gemaakt, wordt de camera er
automatisch mee verbonden in stap 2. Voor het wijzigen van
toegangspunten selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat
wordt weergegeven wanneer de verbinding tot stand is gebracht
en voert u stappen 4 tot en met 5 van 'Een computer toevoegen'
(=
102) uit.
• Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r> te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
Verbinding maken met een smartphone
Wanneer u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengt met een smartphone,
kunt u of de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt)
gebruiken of kunt u een ander toegangspunt gebruiken.
Volg deze instructies wanneer u de camera gebruikt als toegangspunt. Zie
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst (=
104) wanneer u een
ander toegangspunt gebruikt.
CameraWindow installeren op een
Smartphone
Voordat u uw camera kunt verbinden met een smartphone, installeert u
eerst de toepassing CameraWindow op uw smartphone.
1 Verbinddesmartphonemeteen
netwerk.
2 InstalleerCameraWindow.
Voor een iPhone, iPad of iPod touch
moet u CameraWindow downloaden en
installeren vanaf de App Store.
Voor een Android-apparaat downloadt en
installeert u CameraWindow van Google
Play.
3 Desmartphonenaam
registreren.
Start CameraWindow op de
smartphone en geef een naam op
voor de smartphone die moet worden
weergegeven op de camera.
98
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Raadpleeg de Canon website voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
De verbinding met de smartphone tot stand
brengen
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseensmartphone.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om [Een
apparaat toevoegen] te kiezen en druk op
de knop <m>.
De SSID en coderingssleutel van de
camera worden weergegeven op het
scherm.
4 Gebruikdesmartphoneom
verbindingtemakenmethet
netwerkophetschermvande
camera.
Kies de weergegeven SSID
(netwerknaam) in het menu met Wi-Fi-
instellingen van de smartphone.
Voer in het wachtwoordveld op de
smartphone de coderingssleutel in die op
het camerascherm wordt weergegeven.
5 StartCameraWindowopde
smartphone.
Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
6 Kieseensmartphoneom
verbindingmeetemaken.
Druk op de knoppen <o><p> om
de smartphone te selecteren voor de
verbinding (=97) en druk vervolgens
op de knop <m>.
7 Pasdeprivacy-instellingenaan.
Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt de smartphone nu gebruiken om
beelden te ontvangen die zijn verzonden
vanaf de camera of om beelden op de
camera te geotaggen (=
109).
99
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Nadat de smartphone is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
naar 'Afbeeldingen verzenden' (=
107).
• Wanneer u zich in de buurt van een toegangspunt bevindt, waar
u eerder verbinding mee hebt gemaakt, wordt de camera er
automatisch mee verbonden in stap 3. Voor het wijzigen van
toegangspunten selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
weergegeven wanneer de verbinding tot stand is gebracht en voert u
stappen 4 tot en met 5 van 'Een computer toevoegen'
(=
102) uit.
• Alle camerabeelden kunnen worden bekeken op de verbonden
smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de camerabeelden
privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden bekeken op de
smartphone, kiest u [Nee] in stap 7.
• U kunt verbinding maken met smartphone waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt door deze te selecteren in het scherm [Apparaat selecteren] in stap 3.
• Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen <q><r>
te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
• Het kwaliteitsniveau van films dat kan verzonden worden, is afhankelijk van
de smartphone. Raadpleeg de instructiehandleiding die bij uw smartphone is
meegeleverd voor details.
• Om meerdere smartphones toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te passen, moet
u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen wilt wijzigen bij [Apparaat
bewerken] in stap 3 en daarna [Instell. tonen] kiezen.
Verbinding maken met een andere camera
U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en afbeeldingen tussen
de twee camera's verzenden.
• Er kan alleen een draadloze verbinding worden gemaakt met Canon-camera's
met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt worden met
Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen Wi-Fi-functie
hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met DIGITAL IXUS
WIRELESS-camera's.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseencamera.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [4] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
Volg stappen 1–3 op de doelcamera.
Er wordt informatie over de verbinding met
de camera toegevoegd als [Verbinding op
doel- camera starten] wordt weergegeven op
beide cameraschermen.
Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
naar 'Afbeeldingen verzenden' (=
107).
100
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r> te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
• Om meerdere camera's toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Nadat een camera is toegevoegd, wordt de bijnaam van de camera
weergegeven op het scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met
een camera, kiest u de bijnaam van de camera in de lijst.
Verbinding maken met een computer
U kunt als volgt computerinstellingen configureren voor de verbinding,
de computer toevoegen als een verbindingsbestemming en afbeeldingen
draadloos naar de computer overdragen met de software CameraWindow.
• Wanneer u verbonden bent met een computer, wordt de camera gebruikt
om de verbinding te maken en wordt daarna de computer (software
CameraWindow) gebruikt om afbeeldingen te verzenden.
Voorbereidingen voor het registreren van een
computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer.
Decomputeromgevingcontroleren
Raadpleeg 'Systeemvereisten' (=
21) voor computeromgevingen waarop
Wi-Fi-verbinding met een camera mogelijk is.
Bovendien moet de software, CameraWindow, geïnstalleerd zijn (=
21).
• De basisedities Windows 7 Starter en Home Basic niet ondersteund.
• Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van
Windows Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
101
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
DeWi-Fi-omgevingcontroleren
Voor het gebruik van Wi-Fi moet een Wi-Fi-basisapparaat (Wi-Fi-router,
enzovoort) die optreedt als uw toegangspunt, worden verbonden met een
computer. Gebruik een Wi-Fi-basisapparaat dat voldoet aan de Wi-Fi-norm
op Specificaties (=
146).
Als u al een Wi-Fi gebruikt, controleert u de volgende punten en
markeert u ze op de controlelijst. Raadpleeg de gebruikershandleiding
bij het toegangspunt voor instructies voor het controleren van de
netwerkinstellingen.
• Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
• Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging. Wees
voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Controlelijst
Netwerknaam(SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Netwerkcertificaat/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens Wi-Fi-
overdracht.
○
Geen
○
WEP (open
systeemverificatie)
○W
PA-PSK (TKIP)
○
WPA-PSK (AES)
○
WPA2-PSK (TKIP)
○
WPA2-PSK (AES)
Coderingssleutel(netwerksleutel)
De coderingssleutel voor gegevens, die gebruikt wordt voor
overdacht via Wi-Fi.
Sleutelindex(verzondensleutel)
De sleutel die wordt opgegeven wanneer WEP wordt
gebruikt voor codering van netwerkcertificaat/-gegevens.
○
1
• Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
Wi-Fi-functie bevat, wordt een Wi-Fi-router genoemd.
• In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
"toegangspunten" genoemd.
• Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt als
u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres voor uw
camera controleren door het tabblad [3], [Instellingen Wi-Fi] en vervolgens
[MAC-adres controleren] te kiezen.
ComputerinstellingenvoorverbindenviaWi-Fi
(alleenvoorWindows)
Op een computer met Windows moet u de volgende instellingen
configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de
computer.
1 Controleerofdecomputeris
verbondenmetWi-Fi.
Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Configureerdeinstelling.
Klik in de volgende volgorde op: menu
[Start]
[Alle programma's]
[Canon
Utilities]
[CameraWindow]
[Wi-Fi
connection setup/Wi-Fi-verbinding
instellen].
Volg de instructies op het scherm in
de toepassing die wordt geopend en
configureer de instelling.
102
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• De volgende Windows-instellingen worden geconfigureerd als je het
hulpprogramma van stap 2 gebruikt.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera de computer kan vinden voor verbinding via
Wi-Fi.
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan vinden.
- Schakel ICMP (Internet Control Message Protocol) in.
Hiermee kunt u de verbindingsstatus van het netwerk controleren.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen detecteren.
• Bepaalde beveiligingssoftware kan voorkomen dat de instellingen zoals
hierboven beschreven kunt voltooien. Controleer de instellingen van uw
beveiligingssoftware.
Een computer toevoegen
Voeg een computer toe aan uw lijst met apparaten waarmee verbinding kan
worden gemaakt via Wi-Fi.
Volg deze instructies op als u een WPS-compatibel (Wi-Fi Protected Setup)
toegangspunt gebruikt om verbinding te maken door op een knop te drukken.
Als uw toegangspunt niet WPS-compatibel is, maakt u verbinding zoals wordt
beschreven in 'Verbinding maken met toegangspunten in de lijst' (
=
104
).
• WPS zorgt ervoor dat het makkelijk is om de instellingen te voltooien wanneer u
apparaten via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode
gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS
ondersteunt.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te
zien of WPS wordt ondersteund.
• Zorg dat u ook de gebruikershandleiding leest die is meegeleverd met uw
toegangspunt.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseencomputer.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om [Een
apparaat toevoegen] te kiezen en druk op
de knop <m>.
Er wordt een lijst met gedetecteerde
toegangspunten weergegeven in het
scherm [Netwerk selecteren].
4 Kies[WPS-verbinding].
Druk op de knoppen <o><p> om
[WPS-verbinding] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
5 Kies[PBC-methode].
Druk op de knoppen <o><p> om
[PBC-methode] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
103
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
6 Brengdeverbindingtotstand.
Houd op het toegangspunt de WPS-
verbindingsknop enkele seconden
ingedrukt.
Druk op de camera op de knop <m>.
De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
Er verschijnt een lijst met computers die
met het toegangspunt zijn verbonden in
het scherm [Apparaat selecteren].
7
Kieseencomputeromverbinding
meetemaken.
Druk op de knoppen <o><p> om de
computernaam te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Zie CameraWindow gebruiken om
beelden naar een computer te verzenden
(=
104) als u een Macintosh-computer
gebruikt.
8 Installeereenstuurprogramma
(alleenWindows).
Wanneer het scherm links wordt
weergegeven, klikt u op het
Startmenu van de computer. Klik op
[Configuratiescherm] en klik vervolgens
op [Een apparaat toevoegen].
Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd
en de camera en computer met elkaar
verbonden zijn, wordt het AutoPlay-scherm
weergegeven. Er wordt niets weergegeven
op het camerascherm.
Ga verder met CameraWindow gebruiken
om beelden naar een computer te
verzenden (=
104).
• Wanneer u zich in de buurt van een toegangspunt bevindt, waar u
eerder verbinding mee hebt gemaakt, wordt de camera er automatisch
mee verbonden in stap 3. Voor het wijzigen van toegangspunten
selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de verbinding tot stand is gebracht en voert u stappen 4 tot
en met 5 van 'Een computer toevoegen' (
=
102
) uit.
• U kunt verbinding maken met computers waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt door deze te selecteren in het scherm [Apparaat selecteren] in stap 3.
• Als u [PIN-methode] kiest in stap 5, wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat in
het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg de gebruikershandleiding die is
meegeleverd met uw toegangspunt voor meer informatie.
• Om meerdere computers toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedures vanaf stap 1.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r> te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
104
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1 Bekijkdelijstmet
toegangspunten.
Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer zoals wordt
beschreven in de stappen 1-3 in 'Een
computer toevoegen' (=
102).
2 Kieseentoegangspunt.
Druk op de knoppen <o><p> om een
netwerk (toegangspunt) te kiezen. Druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Geefdecoderingssleutelvan
hettoegangspuntop.
Druk op de knop <m> om het toetsenbord
te openen en voer vervolgens de
coderingssleutel in (
=
94
).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Kies[Auto].
Druk op de knoppen <o><p> om [Auto]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Er verschijnt een lijst met andere
apparaten die met het toegangspunt
zijn verbonden in het scherm [Apparaat
selecteren].
5
Kieseencomputeromverbinding
meetemaken.
Voer de stappen 7–8 in 'Een computer
toevoegen' (=
103) uit om de computer
te selecteren waarmee u verbinding
wilt maken. De computer wordt nu
toegevoegd aan de lijst.
• Raadpleeg het fysieke toegangsapparaat of de gebruikershandleiding ervan voor
informatie over de coderingssleutel van het toegangspunt.
• Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven. Kies [Handmatige
instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te stellen als er geen
toegangspunten zijn gedetecteerd. Volg de instructies op het scherm en voer een SSID,
beveiligingsinstellingen en een coderingssleutel in.
• Wanneer u een toegangspunt gebruikt waarmee u al eerder verbinding hebt gemaakt
voor verbinding met andere apparaten, wordt [*] weergegeven voor de coderingssleutel
in stap 3. Druk om dezelfde coderingssleutel te gebruiken op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te selecteren en druk vervolgens op de knop <m>.
• Om meerdere computers toe te voegen, herhaalt u de bovenstaande procedures vanaf
stap 1.
CameraWindow gebruiken om beelden naar
een computer te verzenden
Gebruik de computer (software CameraWindow) om afbeeldingen van de
camera naar de computer te verzenden.
• Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20) voor informatie over het gebruik
van CameraWindow.
1 GeefCameraWindowweer.
Klik in Windows op [Downloads Images
From Canon Camera using Canon
CameraWindow/Beelden van Canon-
camera via Canon CameraWindow
downloaden].
CameraWindow verschijnt.
105
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Op een Macintosh-computer wordt
CameraWindow automatisch
weergegeven als er een Wi-Fi-verbinding
tot stand is gebracht tussen de camera
en de computer.
2 Importeerafbeeldingen.
Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid.
• Als CameraWindow niet wordt weergegeven wanneer u een Macintosh-
computer gebruikt, klikt u op het pictogram van [CameraWindow] in het dock.
• Het duurt langer om films te importeren omdat dit grotere bestanden zijn dan
afbeeldingen.
• Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
• U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde beelden
wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen. Raadpleeg de
Softwarehandleiding (=
20) voor meer informatie.
Verbinding maken met een printer
Verbind de camera als volgt met een printer via Wi-Fi.
Wanneer u een Wi-Fi-verbinding tot stand brengt met een printer, kunt u of
de camera als een toegangspunt (modus Cameratoegangspunt) gebruiken
of kunt u een ander toegangspunt gebruiken.
Volg deze instructies wanneer u de camera gebruikt als toegangspunt.
Zie Verbinding maken met toegangspunten in de lijst (=
104) in 'Een
computer toevoegen' wanneer u een ander toegangspunt gebruikt.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Druk op de knop <o>.
2 Kieseenprinter.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [2] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies[Apparaattoevoegen].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
106
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
4 Gebruikdeprinterom
verbindingtemakenmethet
netwerkdatwordtweergegeven
ophetschermvandecamera.
Kies de weergegeven SSID
(netwerknaam) in het menu met Wi-Fi-
instellingen van de printer.
Voer in het wachtwoordveld op de
printer de coderingssleutel in die op het
camerascherm wordt weergegeven.
5 Selecteerdeprinter.
Zodra de printer klaar is voor de
verbinding, drukt u op de knop <m>
wanneer de printernaam wordt
weergegeven op de camera.
Wanneer de printer is toegevoegd, wordt
het afdrukscherm weergegeven.
6 Selecteereenbeeldomafte
drukken.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
Druk op de knop <m>, kies [c]. Druk
vervolgens nogmaals op de knop <m>
om het afdrukscherm te openen.
Druk op de knoppen <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Het afdrukken start nu.
Zie 'Beelden afdrukken' (=
123) voor
gedetailleerde instructies voor afdrukken.
• Wanneer u zich in de buurt van een toegangspunt bevindt, waar
u eerder verbinding mee hebt gemaakt, wordt de camera er
automatisch mee verbonden in stap 3. Voor het wijzigen van
toegangspunten selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat
wordt weergegeven wanneer de verbinding tot stand is gebracht
en voert u stappen 4 tot en met 5 van 'Een computer toevoegen'
(=
102) uit.
• U kunt verbinding maken met printers waarmee u eerder verbinding hebt
gemaakt door deze te selecteren in het scherm [Apparaat selecteren] in
stap 3.
• Nadat u het Wi-Fi-menu één keer hebt geopend, kunt u het opnieuw openen
door op de knop <o> te drukken. Het meest recente bestemmingsapparaat
staat als eerste in de lijst, zodat u hiermee gemakkelijk verbinding kunt maken
door op de knop <o><p> te drukken. Voor het toevoegen van een nieuw
apparaat opent u het scherm voor apparaatselectie door op de knoppen
<q><r> te drukken en vervolgens de instelling te configureren.
Als u de meest recente bestemmingsapparaten liever niet wilt weergegeven,
drukt u op de knop <n> en selecteert u op het tabblad [3] [Instellingen
Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
107
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
• Beelden kunnen worden geüpload naar sociale netwerkservices of worden
verzonden naar e-mailadressen via CANON iMAGE GATEWAY. Raadpleeg de
website van CANON iMAGE GATEWAY voor meer informatie.
• Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. U kunt films samen
verzenden zolang de totale afspeelduur minder is dan twee minuten. Als de
bestemming een webservice is, is het aantal films en afbeeldingen dat verzonden
kan worden mogelijk lager afhankelijk van de webservice. Raadpleeg de
gewenste webservice voor meer informatie.
• Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het lang
duren om films te verzenden. Houd het batterijniveau van de camera in het oog.
• Als u verbonden bent met een computer, worden beelden verzonden met de
computer (software CameraWindow) in plaats van met de camera (=
104).
1 Kies[Select.enverz.].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een [Select. en verz.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteerdebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [ ] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
Wanneer u klaar bent met het selecteren
van beelden, drukt u op de knop
<n>.
3 Verzenddebeelden.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>. Druk op de knoppen
<o><p> om de resolutie (grootte) van
beelden te kiezen voor het verzenden en
druk vervolgens op de knop <n>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Verzenden] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Wanneer u uploadt naar YouTube, leest u
de servicevoorwaarden, kiest u [Akkoord]
en drukt u op de knop <m>.
De beeldoverdracht wordt gestart.
Het scherm wordt zwart tijdens de
beeldoverdracht.
Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
108
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
• Raak de Wi-Fi-zender/ontvanger niet aan met uw vingers of met
andere voorwerpen. Als u deze bedekt, kan de snelheid van uw
beeldoverdracht verminderen.
• Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal
aangegeven met de volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
• Druk op <n> om de verbinding met de camera te
verbreken. Na het bevestigingsbericht drukt u op de knoppen
<q><r> om [OK] te selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>. U kunt ook de smartphone gebruiken om de verbinding
te verbreken.
• Alleen voor beelden die groter zijn dan de resolutie die u in stap
3 hebt geselecteerd, wordt de grootte aangepast.
• De grootte van films kan niet worden aangepast.
• Als u maar één van de weergegeven beelden wilt verzenden,
kiest u [Veranderen] op het scherm in stap 1, wijzigt u de
grootte en kiest u [Dit beeld verz.].
Zone van
Wi-Fi-antenne
Opmerkingen toevoegen
U kunt opmerkingen (alfanumerieke tekens en symbolen) met de camera
toevoegen aan beelden die u verzend naar e-mailadressen, sociale
netwerksites, enzovoort. Het aantal tekens en symbolen dat u kunt opgeven
kan afhankelijk zijn van de webservice.
1 Selecteer[ ].
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
2 Voegeenopmerkingtoe.
Volg stap 3 in 'Een bijnaam voor de
camera registreren (alleen de eerste
keer)' (=
94) om een opmerking toe
te voegen.
3 Verzendhetbeeld.
Volg de stappen in 'Beelden verzenden'
(=
107) om het beeld te verzenden.
• Wanneer er geen opmerking wordt opgegeven, wordt de opmerking die is
ingesteld in CANON iMAGE GATEWAY automatisch verzonden.
109
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Beelden verzenden naar een computer
via CANON iMAGE GATEWAY
Beelden op de geheugenkaart die niet a zijn overgedragen, kunnen via
CANON iMAGE GATEWAY naar een computer worden verzonden.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden, is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk opgeslagen op de server van CANON iMAGE
GATEWAY. Deze beelden worden echter na enige tijd verwijderd. Start de
computer op zodat deze kunnen worden opgeslagen.
1 Kieshettypebeeldendatuwilt
verzenden(alleenwanneeru
filmsmetbeeldenverzendt).
Druk op de knop <n> en selecteer
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
34).
Druk op de knoppen <o><p> om
[Verst. via server] te selecteren, druk op
de knoppen <q><r> om [Foto's/films]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
Ga verder met stap 2 wanneer u alleen
beelden verzendt.
2 Verzenddebeelden.
Volg de stappen in 'Verbinding maken
met Webservices' (=
96) en kies [ ].
De beelden worden verzonden zodra de
verbinding tot stand is gebracht. (Het
scherm wordt na ongeveer één minuut
gesloten.)
Nadat de beelden zijn verzonden,
wordt [OK] weergegeven. Druk op de
knop <m> om terug te keren naar het
afspeelscherm.
Wanneer de afbeeldingen zijn verzonden
naar de server van CANON iMAGE
GATEWAY, wordt [ ] weergegeven op het
scherm.
3 Schakeldecomputerin.
Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u deze
inschakelt.
• Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
=
120).
• Zelfs als beelden op de computer zijn geïmporteerd via een andere methode,
worden alle beelden die niet naar de computer zijn verzonden via CANON
iMAGE GATEWAY naar de computer verzonden.
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
97), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
• Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum
en tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie De datum
en tijd instellen (=
13).) Geef daarnaast in [Tijdzone] (=
114)
eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere tijdzones
bevinden.
• De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken (=
98).
• Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
films zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen of uw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
110
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
Verbindingsinformatie bewerken die op de camera is opgeslagen. U kunt de
bijnamen (weergavenamen) wijzigen van de apparaten die op de camera
worden weergegeven en informatie over een verbinding verwijderen.
Hieronder staat de procedure voor wanneer het doelapparaat een
computer is.
1 OpenhetWi-Fi-menu.
Als u op de knop <o> drukt, worden
de recente bestemmingsapparaten
weergegeven. Druk op de knoppen
<q><r> om het Wi-Fi-menu te openen.
2 Kieseenapparaatomte
bewerken.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het pictogram van het apparaat dat
u wilt bewerken te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Kies[Apparaatbewerken].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat bewerken] te kiezen en druk op
de knop <m>.
4 Kieseenapparaatomte
bewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om
het apparaat te selecteren dat u wilt
bewerken en druk op de knop <m>.
5 Kieseenoptieomtebewerken.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren die u wilt bewerken en
druk op de knop <m>.
Welke instellingen u kunt wijzigen, hangt
af van het apparaat of de service waartoe
de camera toegang heeft.
Configureerbareinstellingen
Verbinding
4
c
Web-
services
[Bijnaam apparaat veranderen]
(=
111)
O O O O
[Instell. tonen] (=
98)
O
[Verbindingsinfo wissen] (=
111)
O O O O
O
: Configureerbaar
: Niet configureerbaar
111
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
6
Wi-Fi-functies
Debijnaamvaneenapparaatwijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
Wijzigdebijnaam.
Voer stap 5 uit in 'Verbindingsinformatie
bewerken' (=
110), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de knop
<m>.
Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te
voeren (=
94).
Verbindingsinformatiewissen
Wis op de volgende manier verbindingsinformatie (informatie over
apparaten waarmee u verbinding hebt gemaakt.
1 Kies[Verbindingsinfowissen].
Voer stap 5 uit in 'Verbindingsinformatie
bewerken' (=
110), kies
[Verbindingsinfo wissen] en druk op de
knop <m>.
2 Kiesdeverbindingsinformatie
dieuwiltwissen.
Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
De geselecteerde verbindingsinformatie
wordt gewist.
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug indien u niet langer eigenaar
bent van de camera of indien u deze weggooit.
1 Selecteer[InstellingenWi-Fi].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
34).
2 Kies[Instellingenresetten].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Instellingen resetten] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
3 Herstelde
standaardinstellingen.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
De standaardinstellingen voor Wi-Fi zijn
nu teruggezet.
• Wanneer u de standaardinstellingen voor Wi-Fi terugzet, worden ook alle webservices
die u met een computer hebt ingesteld verwijderd van de camera. Zorg dat u zeker wilt
dat u alle Wi-Fi-instellingen wilt terugzetten voordat u deze optie gebruikt.
Voor het verwijderen van de instellingen ingesteld in 'Beelden verzenden naar een
computer via CANON iMAGE GATEWAY' (
=
109
), maakt u verbinding tussen de
camera en de computer en gebruikt u CameraWindow om de verbindingsinformatie te
wissen.
• Om andere standaardinstellingen terug te zetten (behalve Wi-Fi), kiest u [Reset alle] op
het tabblad [3].
112
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer
gebruiksgemak
7
4
Basisfunctiesvandecamera
aanpassen............................... 113
113
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen
Functies kunnen worden ingesteld op het tabblad [3]. Voor meer
gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar wens
aanpassen (=
34).
Camerageluiden dempen
U dempt camerageluiden en films als volgt.
Selecteer [mute] en kies vervolgens
[Aan].
• U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <p> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
• Als u de camerageluiden dempt, worden films afgespeeld zonder geluid
(=
73). Om films weer af te spelen met geluid, drukt u op de knop <o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
Selecteer [Volume] en druk op de knop
<m>.
Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan te
passen.
Hints en tips verbergen
Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in het menu FUNC.
(=
33) of bij Menu (=
34). U kunt deze informatie desgewenst
uitschakelen.
Selecteer [Hints en tips] en selecteer
[Uit].
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om een
item te selecteren en druk vervolgens op
de knoppen <o><p> om de instelling te
wijzigen.
114
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en datum
krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en naar
die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig om de
datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone thuis
instellen, zoals wordt beschreven in De datum en tijd instellen (=
13).
1 Geefuwbestemmingop.
Selecteer [Tijdzone] en druk op de knop
<m>.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om de
bestemming te kiezen.
Als u de zomertijd wilt instellen (normale
tijd plus één uur), gebruikt u de knoppen
<o><p> om [
] te kiezen.
Druk op de knop <m>.
2 Schakelovernaardetijdzone
vanuwbestemming.
Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <n>.
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
137).
• Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
13), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut nadat u
op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
31). Als u wilt dat de
lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1> hebt gedrukt, stelt u de
tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
Selecteer [Lens intrekken] en selecteer dan
[0 sec.].
De Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u de batterij sparen in de modus Opname maken.
Wanneer de camera niet wordt gebruikt, wordt het scherm snel zwart om het
batterijverbruik te verminderen.
1 Configureerdeinstelling.
Selecteer [Eco-modus] en kies vervolgens
[Aan].
[ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
137).
Het scherm wordt zwart wanneer de camera
ongeveer twee seconden niet is gebruikt.
Nadat het scherm ongeveer tien seconden
zwart is, wordt het scherm uitgeschakeld.
De camera wordt na ongeveer drie minuten
inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
2 Maakdeopname.
Als het scherm is uitgeschakeld maar de
lens nog niet is ingetrokken, kunt u het
scherm weer inschakelen en gereedmaken
voor het maken van opnamen door de
ontspanknop half in te drukken.
115
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
31).
Selecteer [spaarstand] en druk op de
knop <m>.
Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om dit
item aan te passen.
• Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor [Automatisch
Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
• De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
• De stroombesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u de Eco-modus
(=
114) hebt ingesteld op [Aan].
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r> om
de helderheid aan te passen.
• Houd voor maximale helderheid de knop <p> ten minste één seconde
ingedrukt wanneer het opnamescherm wordt weergegeven of in de
enkelvoudige weergave. (Hiermee vervangt u de instelling van [LCD
Helderheid] op het tabblad [3].) Druk nogmaals langer dan één seconde op
de knop <p> of herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van het
scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
Selecteer [opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart
verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de
geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
1 Openhetscherm[Formateren].
Selecteer [Formateren] en druk op de
knop <m>.
116
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
2 Kies[OK].
Druk op de knoppen <o><p> om
[Stop] te selecteren, druk op de knoppen
<q><r> om [OK] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Formatteerdegeheugenkaart.
Druk op de knoppen <o><p> om
het formatteren te starten en [OK] te
selecteren. Druk vervolgens op de knop
<m>.
Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
• Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
• De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
LowLevelFormat
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
Druk op het scherm in stap 2 van
'Geheugenkaarten formatteren' (=
116)
op de knoppen <o><p> om [Low
Level Format] te kiezen. Druk daarna
op de knoppen <q><r> om deze optie
te kiezen. Het pictogram [
] wordt
weergegeven.
Voer de stappen 2–3 in
'Geheugenkaarten formatteren' (=
116)
uit om door te gaan met het formatteren.
• Een Low Level Format duurt langer dan Geheugenkaarten formatteren
(=
115), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
• U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
117
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd (0001 –
9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen kunnen
bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere
geheugenkaart gebruikt, worden
de beelden oplopend genummerd
totdat u een opname maakt en
opslaat met het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart
gebruikt of een nieuwe map maakt,
begint de bestandsnummering
weer bij 0001.
• Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst. Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
115)) geheugenkaart.
• Raadpleeg de Softwarehandleiding (=
20, 24) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop u
opnamen maakt.
Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
Beelden worden nu opgeslagen in
mappen die op de opnamedatum worden
gemaakt.
IXUS 140 IXUS 135
Metrische/Niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheden die in de GPS-gegevens voor hoogte
(=
74) en elders worden weergegeven, wijzigen van m/cm in ft/in.
Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
Certificatielogo's controleren
Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en
druk op de knop <m>.
118
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
7
Menu
Instellingen
Taal van LCD-scherm
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Selecteer [Taal ] en druk op de knop
<m>.
Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
• U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
• [Video Systeem] (=
121)
• [Instellingen Wi-Fi] (=
89)
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
Selecteer [Reset alle] en druk op de knop
<m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
• De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- Opnamemodus (=
51)
- De kleuren die zijn gekozen bij Kleur Accent (=
55) of Kleur Wissel
(=
55)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd
(=
64)
- Wi-Fi-instellingen (=
89)
- [3]-tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
113), [Tijdzone] (=
114), [Video
Systeem] (=
121) en [Taal ] (=
118)
119
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-
accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele
accessoires
8
4
Optioneleaccessoires...........120
Optioneleaccessoires
gebruiken...............................121
Beeldenafdrukken.................123
120
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht. De
verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht
niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
BatterijNB-11L
Oplaadbare lithium-ionbatterij
BatterijladerCB-2LF/CB-2LFE
Lader voor batterij NB-11L
• CB-2LD en CB-2LDE worden ook ondersteund.
• Deze batterij bevat een handige klep die u kunt bevestigen, zodat u de
laadstatus in één oogopslag kunt bekijken. Plaats het klepje zo dat de o
zichtbaar is op een opgeladen batterij en de o niet zichtbaar is op een niet-
opgeladen batterij.
VoedingsadaptersetACK-DC90
Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken
of wanneer u de camera aansluit op
een printer of computer. U kunt op deze
manier niet de batterij in de camera
opladen.
• De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz).
• Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Flitseenheid
KrachtigeflitserHF-DC2
Externe flitser voor de belichting van
onderwerpen die buiten het bereik van
de ingebouwde flitser zijn. U kunt ook de
krachtige flitser HF-DC1 gebruiken.
Overige accessoires
InterfacekabelIFC-400PCU
Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
AV-kabelAVC-DC400
Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
121
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Printers
PictBridge-compatibeleprinters
vanCanon
U kunt zonder computer afbeeldingen
afdrukken als u uw camera aansluit op
een PictBridge-compatibele printer van
Canon. Ga voor meer informatie naar een
Canon-dealer bij u in de buurt.
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare AV-kabel AVC-DC400 kunt u de camera
aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter scherm
terwijl u de camera bedient.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
138).
1 Zorgdatdecameraendetvzijn
uitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopdetv.
Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
Open het klepje van de camera-
aansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
Zwart of wit
Geel
Geel
Zwart
122
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
3 Schakeldetvinensteldezein
opdevideo-ingang.
Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
De camerabeelden worden nu
weergegeven op de tv. (Het
camerascherm blijft leeg.)
Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
• Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie. Om
het video-uitvoerformaat te wijzigen, drukt u op de knop <n>
en selecteert u [Video Systeem] op het tabblad [3].
• Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm.
AF-Punt Zoom (=
47) en Stitch Hulp (=
59) zijn echter niet beschikbaar.
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC90, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorgdatdecamerais
uitgeschakeld.
2 Openhetklepje.
Voer stap 2 in 'De batterij en een
geheugenkaart plaatsen' (=
12) uit
om het klepje van de geheugenkaart/
batterijhouder te openen en open
vervolgens het klepje van de kabelpoort
van de koppeling zoals aangegeven.
3 Plaatsdekoppeling.
Plaats de gelijkstroomkoppeling in
de aangegeven richting, net als een
batterij (voer stap 3 uit in 'De batterij en
geheugenkaart plaatsen' (=
12)).
Zorg dat de koppelingkabel door de poort
wordt geleid.
Aansluitpunten
Kabelpoort
gelijkstroomkoppeling
123
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
4 Sluithetklepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
5 Sluithetnetsnoeraan.
Sluit de adapterstekker aan op de kabel
van de gelijkstroomkoppeling.
Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
Als u klaar bent, schakelt u de camera
uit en haalt u het netsnoer uit het
stopcontact.
• Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
• Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere
voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg
hebben.
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Easy Print
IXUS 140 IXUS 135
U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde interfacekabel (=
2).
IXUS 132
U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
1 Zorgdatdecameraende
printerzijnuitgeschakeld.
2 Sluitdecameraaanopde
printer.
Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting, en
steek de stekker volledig in de aansluiting
op de camera.
Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over de
aansluiting.
124
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
3 Schakeldeprinterin.
4 Schakeldecamerain.
Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
6 Openhetafdrukscherm.
Druk op de knop <m>, kies [
c
] en druk
nogmaals op de knop <m>.
7 Drukhetbeeldaf.
Druk op de knoppen <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Het afdrukken start nu.
Als u andere beelden wilt afdrukken,
herhaalt u stap 5 en 6 nadat het
afdrukken is voltooid.
Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
• Zie 'Printers' (=
121) voor PictBridge-compatibele printers van Canon
(afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingen configureren
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in 'Easy Print'
(=
123) uit om het scherm links te
openen.
2 Configureerdeinstellingen.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te selecteren en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om een optie te
selecteren.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beiden
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken
exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
125).
papierinst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (=
125).
125
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Beeldenbijsnijdenvóórhetafdrukken(Trimmen)
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer[Trimmen].
Voer eerst stap 1 in 'Afdrukinstellingen
configureren' (=
124) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
Er verschijnt een kader voor bijsnijden
dat het af te drukken beeldgebied
aanduidt.
2 Pashetkadernaarwensaan.
Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
Om het kader te draaien, drukt u op de
knop <m>.
Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Drukhetbeeldaf.
Voer stap 7 in 'Easy Print' (=
124) uit
om af te drukken.
• Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
• Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
Foto’s
Hetpapierformaatendeindelingselecterenvóórhet
afdrukken
1 Selecteer[papierinst.]
Voer eerst stap 1 in 'Afdrukinstellingen
configureren' (=
124) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [papier
inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteereenpapierformaat.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteereenpapiersoort.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
126
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
4 Selecteereenindeling.
Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt u
op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
Druk op de knop <m>.
5 Drukhetbeeldaf.
Beschikbareindelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
U kunt kiezen uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede afdrukformaten.
Foto’s
Id-foto’safdrukken
1 Selecteer[IDFoto]
Voer de stappen 1–4 in 'Het
papierformaat en de indeling selecteren
vóór het afdrukken' (=
125 ) uit, kies
[ID Foto] en druk op de knop <m>.
2 Selecteerdelengtevandelange
endekortezijde.
Druk op de knoppen <o><p> om een
item te kiezen. Kies de lengte door te
drukken op de knoppen <q><r> en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteerhetafdrukgebied.
Voer stap 2 in 'Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken (Trimmen)' (=
125) uit
om het afdrukgebied te selecteren.
4 Drukhetbeeldaf.
127
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Films
Filmscènes afdrukken
1 Openhetafdrukscherm.
Voer de stappen 1–6 in 'Easy Print'
(=
123) uit om een film te kiezen. Het
scherm links wordt weergegeven.
2 Selecteereenafdrukmethode.
Druk op de knoppen <o><p> om [ ] te
kiezen en druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om de afdrukmethode te kiezen.
3 Drukhetbeeldaf.
Afdrukoptiesvoorfilms
Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Reeks
Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt
op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook
het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader
afdrukken.
• Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
• [ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen van Canon van CP720/CP730 en ouder.
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF).
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
129)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Foto’s
Afdrukinstellingenconfigureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum of
bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven. Deze
instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteer en configureer de gewenste
instellingen (=
34).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index
Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per
vel af.
Beide
Hiermee worden zowel standaard- als
indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met de
opnamedatum.
Uit
FileNo.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het
bestandsnummer.
Uit
WisDPOFdata
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het
afdrukken verwijderd.
Uit
128
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
• Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
• [
] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
• Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
• De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/Tijd] op het tabblad [3]. U opent dit tabblad door te
drukken op de knop <n> (=
13).
• Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers van Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorafzonderlijkebeelden
1 Selecteer[Sel.beeld&aantal].
Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [ ]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop
<m> om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. [ ] wordt niet meer
weergegeven.
3 Geefhetaantalafdrukkenop.
Druk op de knoppen <o><p> om
het aantal afdrukken op te geven
(maximaal 99).
Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken
van andere beelden in te stellen en het
aantal afdrukken van elk beeld op te
geven.
Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen
de af te drukken beelden selecteren, via
stap 2.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar het
menuscherm.
Foto’s
Afdrukinstellingenvooreenreeksbeelden
Voer stap 1 in 'Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden' (=
128) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk op
de knop <m>.
Voer de stappen 2–3 in 'Een reeks
selecteren' (=
79) uit om beelden op
te geven.
Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
129
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
Foto’s
Afdrukinstellingenvoorallebeelden
Voer stap 1 in 'Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden' (=
128) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Foto’s
Allebeeldenindeprintlijstwissen
Voer stap 1 in 'Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden' (=
128) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Foto’s
Beeldenafdrukkendiezijntoegevoegdaandeprintlijst
(DPOF)
Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
127 – 129), wordt het
scherm links weergegeven wanneer u
de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren, en
druk vervolgens op de knop <m> om de
beelden in de afdruklijst af te drukken.
Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op
uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie
is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer u
fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Eenselectiemethodeselecteren
Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad
[1] en bepaal hoe u de beelden wilt
selecteren.
130
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
8
Accessoires
• [ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
• Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook de
Softwarehandleiding (=
20, 24) en de handleiding van de printer voor
meer informatie.
Foto’s
Afzonderlijkebeeldentoevoegen
1 Kies[Selectie].
Volg de stappen in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
129), kies [Selectie] en
druk op de knop <m>.
2 Selecteereenbeeld.
Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
[ ] wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek. [
]
wordt niet meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar het
menuscherm.
Foto’s
Allebeeldentoevoegenaaneenfotoboek
Volg de stappen in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
130), kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
Foto’s
Allebeeldenverwijderenuiteenfotoboek
Volg de stappen in 'Een selectiemethode
selecteren' (=
130), kies [Wis alle
selecties] en druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de knop
<m>.
131
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
9
4
Problemenoplossen..............132
Berichtenophetscherm.......135
Informatieophetscherm......137
Functiesenmenutabellen.....140
Voorzorgsmaatregelen..........146
Specificaties...........................146
132
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
ErgebeurtnietsalsuopdeON/OFF-knopdrukt.
• Controleer of de batterij is opgeladen (=
11).
• Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
12).
• Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
12).
• Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
Debatterijissnelleeg.
• Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
• Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
Delenswordtnietingetrokken.
• Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
12).
Debatterijisgezwollen.
• Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, moet u contact
opnemen met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Weergave op een tv
Decamerabeeldenwordenvervormdofhelemaalnietweergegevenop
eentv(=
122).
Opnamen maken
Erkunnengeenopnamenwordengemaakt.
• Druk in de afspeelmodus (=
14) de ontspanknop half in (=
32).
Vreemdeweergaveophetschermbijweiniglicht(=
32).
Vreemdeweergaveophetschermbijopnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
• Bij helder licht kan het scherm donker worden.
• Bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren.
• Als u een opname maakt met een heldere lichtbron, kan er een paarsachtige band
verschijnen op het scherm.
Erisgeendatumstempelaandebeeldentoegevoegd.
• Configureer de instelling [Datumstemp. ] (=
113). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebt geconfigureerd (=
43).
• Datumstempels worden niet toegevoegd in opnamemodi (=
144) waarbij deze
instelling niet kan worden geconfigureerd (=
43).
[h]knippertophetschermwanneerdeontspanknopwordtingedrukt
enopnemenisnietmogelijk(=
38).
[ ]verschijntwanneerdeontspanknophalfwordtingedrukt(=
43).
• Stel [IS modus] in op [Continu] (=
71).
• Stel de flitsmodus in op [h] (=
70).
• Verhoog de ISO-waarde (=
62).
• Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
71).
Deopnamenzijnnietscherp.
• Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
32).
• Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
148).
• Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
48).
• Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
• Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (=
68, 69).
ErwordengeenAF-kadersweergegevenendecamerasteltniet
scherpwanneerdesluiterknophalfwordtindrukt.
• Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
133
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Deonderwerpenindeopnamenzijntedonker.
• Stel de flitsmodus in op [h] (=
70).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
61).
• Pas het contrast aan met i-Contrast (=
63, 86).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
61, 62).
Deonderwerpenzijntehelder,dehighlightszijnvervaagd.
• Stel de flitsmodus in op [!] (=
43).
• Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
61).
• Gebruik AE lock of spotmeting (=
61, 62).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Deopnamenzijntedonker,ondanksdaterisgeflitst(=
38).
• Maak de opname binnen het bereik van de flits (=
148).
• Verhoog de ISO-waarde (=
62).
Deonderwerpeningeflitstefoto’szijntehelder,dehighlightszijn
vervaagd.
• Maak de opname binnen het bereik van de flits (=
148).
• Stel de flitsmodus in op [!] (=
43).
Erverschijnenwittestippenofanderebeeldartefactsingeflitste
opnamen.
• Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamenzienerkorreliguit.
• Verlaag de ISO-waarde (=
62).
Deonderwerpenhebbenrodeogen(=
45).
• Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
48) om het licht voor rode-ogenreductie (=
3)
te activeren in geflitste foto's. Denk erom dat u geen opname kunt maken terwijl het
licht voor rode-ogenreductie brandt (dit is ongeveer 1 seconde), omdat het licht rode
ogen tegengaat. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het licht voor
rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te verbeteren of
dichter bij het onderwerp te gaan.
• Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
87).
Hetschrijvennaareengeheugenkaartduurttelangofhetmakenvancontinu-
opnamengaatlangzamer.
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
116).
InstellingenvooropnamenofvoorhetmenuFUNC.zijnniet
beschikbaar.
• Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie "Beschikbare functies per
opnamemodus", "Menu FUNC." en "Opnamemenu" (=
140 – 143).
Films opnemen
Deverstrekentijdwordtverkeerdweergegeven,ofdeopnamewordt
onderbroken.
• Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnameduur (
=
115, 148
).
[ ]verschijntendeopnamestoptautomatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
• Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
116).
• Verlaag de beeldkwaliteit (=
46).
• Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
148).
In-enuitzoomenisnietmogelijk.
• In- en uitzoomen is niet mogelijk als u films opneemt in de modus [ ] (=
53).
Afspelen
Afspelenisnietmogelijk.
• U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg de Softwarehandleiding
(=
20, 24) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Hetafspelenstoptofhetgeluidhapert.
• Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
116).
• Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u films afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
• Als u films afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er kaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluidwordtnietweergegeventijdensfilms.
• Pas het volume aan (=
73) als [mute] is geactiveerd (=
113) of als het geluid
van de film zwak is.
• Bij films die zijn opgenomen in de modus [
] (=
53) wordt geen geluid
weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen.
Geheugenkaart
Degeheugenkaartwordtnietherkend.
• Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
12).
134
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Computer
Kangeenbeeldenoverdragennaareencomputer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtsnelheid te verlagen:
• Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
IXUS 140 IXUS 135
Wi-Fi
KangeentoegangkrijgentothetWi-Fi-menudooropdeknop<o>te
drukken.
• Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de modus Opname maken. Ga naar de
afspeelmodus en probeer het opnieuw.
• In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden weergegeven in de
gedetailleerde informatieweergave, vergrote weergave of indexweergave. Schakel
over naar de enkelvoudige weergave en een andere weergavemodus dan de
gedetailleerde informatieweergave. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend
in de gefilterde beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden. Annuleer de
weergavestatus van de afbeelding in de zoekmodus.
• Het draadloze Wi-Fi-menu kan niet worden weergegeven wanneer de camera via een
kabel is aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
Kangeenapparaat/bestemmingtoevoegen.
• Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
110).
• Installeer CameraWindow en stel alle instellingen in CameraWindow (=
95) in om
webservices toe te voegen voor het verzenden van beelden.
• Om een smartphone als een apparaat toe te voegen, installeert u eerst de toepassing
CameraWindow op uw smartphone.
• Om een computer als een apparaat toe te voegen, installeert u eerst de
CameraWindowsoftware op de computer. Controleer de omgeving en de instellingen
van uw computer en Wi-Fi (=
100, 101).
• Gebruikt de camera niet in de buurt van bronnen die het Wi-Fi-signaal kunnen storen,
zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten of andere apparatuur die werkt op een
bandbreedte van 2,4 GHz.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Kangeenbeeldenverzenden.
• Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de bestemmingscamera
is vergrendeld. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de ontgrendelde positie.
Kandebeeldgroottenietwijzigenvoorverzending.
• De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan de
oorspronkelijke resolutie.
• De grootte van films kan niet worden aangepast.
Hetverzendenvanbeeldenduurtlang./DeWi-Fi-verbindingis
verbroken.
• Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
107).
• Het kan lang duren om films te verzenden.
• Gebruikt de camera niet in de buurt van bronnen die het Wi-Fi-signaal kunnen storen,
zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten of andere apparatuur die werkt op een
bandbreedte van 2,4 GHz. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als
[
] wordt weergegeven.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Als u afbeeldingen naar een computer verzendt vanaf een geheugenkaart met een
groot aantal afbeeldingen (ongeveer 1.000), kan de verbinding worden verbroken.
Importeer de noodzakelijke afbeeldingen naar een computer en verklein het aantal
afbeeldingen op de geheugenkaart door overbodige afbeeldingen te wissen.
UwiltdeWi-Fi-verbindingsinformatiewissenvoordatudecamera
wegdoetofaaneenandergeeft.
• Herstel de Wi-Fi-instellingen (=
111).
135
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geengeheugenkaart
• Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
12).
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel
het schuifje voor de schrijfbeveiliging (=
12).
Kannietopnemen
• U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
12).
Geheugenkaartfout(=
116)
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon
(=
12) indien dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een ondersteunde
geheugenkaart (=
2) hebt geformatteerd en deze op de correcte manier hebt
geplaatst.
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken (=
36,
50, 60) of beelden te bewerken (=
84 – 87). Wis de overbodige beelden
(=
80) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
12).
Laaddebatterijop(=
11)
Geenbeeld.
• De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd!(=
78)
Onbekendbeeld./IncompatibleJPEG/Beeldtegroot./KangeenMOV
afspelen/KangeenMP4afspelen.
• Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
• Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
Kannietvergroten!/KanditnietafspeleninSmartShuffle/Kanniet
roteren/Kanbeeldnietwijzigen/Kannietwijzigen/KannietaanCat.
toekennen/Nietselecteerbaarbeeld.
• De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die met
een andere camera zijn gemaakt. Denk erom dat functies met een sterretje (*) niet
beschikbaar zijn voor films. Vergroten* (=
76), Smart Shuffle* (=
78), Roteren
(=
82), Bewerken* (=
84 – 87), Afdruklijst* (=
127) en Fotoboek instellen*
(=
129)
Ongeldigselectiebereik
• U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
79, 82, 128) en u probeerde
als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of vice versa.
Selectielimietbereikt
• U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
127) of
fotoboekinstellingen (=
129). Selecteer 998 beelden of minder.
• De instellingen voor de printlijst (=
127) of voor de fotoboekinstellingen (=
129)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw.
• U wilde 500 of meer beelden selecteren bij Beveilig (=
78), Wissen (=
80),
Favorieten (=
83), Printlijst (=
127) of Fotoboek instellen (=
129).
Communicatiefout
• Er konden geen beelden naar de computer worden overgedragen of worden afgedrukt
vanwege het te grote aantal beelden (ongeveer 1.000) dat is opgeslagen op de
geheugenkaart. Gebruik een USB-kaartlezer om de beelden te downloaden. Plaats de
geheugenkaart rechtstreeks in de kaartsleuf van de printer om af te drukken.
Foutinbenaming.
• De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en
het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig
in het menu [3] de optie [Bestandnr.] in [Auto reset] (=
117) of formatteer de
geheugenkaart (=
115).
Lensfout
• Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
136
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Camerafoutgedetecteerd(foutnummer)
• Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
• Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
• Foto's die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
123), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Printfout
• Controleer de instelling voor het papierformaat (=
125). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekusseninktvol
• Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
IXUS 140 IXUS 135
Wi-Fi
Verbindingmislukt
• Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
102).
• Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
• Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
Kantoegangspuntnietbepalen
• De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer
opnieuw verbinding te maken.
Geentoegangspuntengevonden
• Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
• Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een
toegangspunt.
OnjuisteversleutelingscodeWi-Fi/OnjuistebeveiligingsinstellingenWi-Fi
• Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
101).
IP-adresconflict
• Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conflict is met een ander IP-adres.
Verbindingverbroken/Bestand(en)nietontvangen/Bestand(en)niet
verzonden
• U kunt u in een omgeving bevinden waar Wi-Fi-signalen worden verstoord.
• Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de bandbreedte 2,4 GHz werken.
• Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
• Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
Bestand(en)nietverzonden
Geheugenkaartfout
• Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien
dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart
correct hebt geplaatst.
137
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Bestand(en)nietontvangen
Teweinigkaartruimte
• Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart om afbeeldingen te ontvangen.
Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart of plaats een
geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en)nietontvangen
Geheugenkaartopslot
• Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera om beelden
te ontvangen is ingesteld op de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de
schrijfbeveiliging in de ontgrendelde positie.
Bestand(en)nietontvangen
Foutinbenaming.
• Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoenderuimteopserver
• Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
• Sla de beelden op uw computer op, die zijn verzonden via een server (=
109).
SSL-certificaatnietgeldig
Maakverbindingmeteenpcenresetmetdesoftware
• Controleer of de datum- en tijdsinstellingen van de camera correct zijn. Nadat u hebt
bevestigd dat de instellingen correct zijn, moet u de instructies op het scherm volgen
en de instellingen opnieuw aanpassen.
Controleernetwerkinstellingen
• Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Batterijniveau
(=
138)
Witbalans (=
63)
My Colors (=
64)
Transport mode
(=
65)
Ecomodus (=
114)
Zelfontspanner
(=
41)
Raster (=
46)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
38)
Meetmethode
(=
62)
Compressie-
verhouding
(beeldkwaliteit)
(=
71) / Resolutie
(=
45)
Aantal opnamen
(=
147)
Filmresolutie
(=
46)
Resterende tijd
(=
148)
Digitale
zoomvergroting
(=
41), Digitale
teleconverter
(=
66)
Opnamemodus
(=
140),
Compositie-
pictogram (=
39)
Scherpstelbereik
(=
66), AF lock
(=
69)
138
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Flitsmodus
(=
43, 70)
Rode-ogencorrectie
(=
45)
Spotmeting-
puntkader (=
62)
AF-kader (=
67)
Beeldstabilisatie
(=
71)
Datumstempel
(=
71)
ISO-waarde
(=
62)
Tijdzone (=
114)
AE lock (=
61),
FE-vergrendeling
(=
70)
Sluitertijd
Diafragmawaarde
Belichtings-
compensatieniveau
(=
61)
i-Contrast (=
63)
Zoombalk (=
37)
Pictogram IS modus
(=
40)
Knipperdetectie
(=
47)
Belichtings-
compensatiebalk
(=
61)
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen
[Laad de batterij op] Leeg; batterij moet NU worden opgeladen
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films (=
37,
73) /
IXUS 140
IXUS 135
GPS-
informatieweergave
(=
74)
Opnamemodus
(=
140)
ISO-waarde
(=
62),
Afspeelsnelheid
(=
53)
Belichtings-
compensatieniveau
(=
61)
Witbalans (=
63)
Histogram (=
74)
Beeld bewerken
(=
84 – 87)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
71) / Resolutie
(=
45, 46),
MOV (films)
IXUS 140
IXUS 135
Beelden zijn
opgeslagen op een
computer (=
109)
Batterijniveau
(=
138)
Meetmethode
(=
62)
Mapnummer –
bestandnummer
(=
117)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Sluitertijd (foto's),
Beeldkwaliteit /
aantal beelden
(films) (=
46)
Diafragmawaarde
i-Contrast (=
63,
86)
Flitser (=
70)
Scherpstelbereik
(=
66)
Bestandsgrootte
Foto's: Resolutie
(=
147)
Films: Afspeeltijd
(=
148)
139
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Beveiliging (=
78)
Favorieten (=
83)
My Colors
(=
64, 86)
Rode-ogencorrectie
(=
45, 87)
Opnamedatum/-tijd
(=
13)
• Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
121).
Overzichtvanfilmbedieningspaneelin'Bekijken'
(=
73)
Afsluiten
Afspelen
Slow motion (Druk op de knoppen <q><r> om de afspeelsnelheid aan te
passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Terug springen* (Om verder terug te springen, houdt u de knop <m>
ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* (Om verder vooruit te springen, houdt u de knop <m>
ingedrukt.)
* Bewerken (=
87)
c
Verschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
123).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
• Om tijdens het afspelen van films vooruit of achteruit te springen, drukt u op de
knoppen <q><r>.
140
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
A
4
G I
Y
T
P t N
x
v
Belichtingscompensatie (=
61)
O O O O O O O O O O O
O O
O
Flitser (=
43, 70)
O O O O O O O O O O O O O O O
h
O O O O O
O O O O O O O O
O O
Z
*1
O
O
!
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
AE Lock (=
61)/FE-vergrendeling (=
70)*
2
O
AF lock (=
69)
O
O
Scherpstelbereik (=
66)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
e
u
O O
O O O O O O O O O
O O
AF Tracking (=
67)
O O
O
O O O O O
O
Schermweergave (=
32)
Geen informatieweergave
O O O
O
O O
O O O
Informatieweergave
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*1 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
*2 FE-vergrendeling niet beschikbaar in de flitsmodus [!].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
141
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
A
4
G I
Y
T
P t N
x
v
Meetmethode (=
62)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
My Colors (=
64)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
1
*
1
*
2
O
O O O
O O
Witbalans (=
63)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
*
3
O
O O O O
O O
ISO-waarde (=
62)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
O
Zelfontspanner (=
41)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
] [ $
O O O
O O O O O O O O O O O O
Instellingen voor zelfontspanner (=
42)
Vertraging*
4
O O O
O O O O O O O O O O O O
Opnamen*
5
O O O
O O O O O O O O O O O
Transportmodus (=
65)
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O O
O O O O O O O O O O
Hoogte/breedte foto (=
44)
O O O O O O
*6
O O O O O O O
*1 Witbalans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1 – 5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw en huidtinten.
*3 Niet beschikbaar in [x] of [v].
*4 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in modi zonder selectie van het aantal opnamen.
*5 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het aantal opnamen.
*6 Alleen [
] en [ ] zijn beschikbaar.
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
142
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Opnamemodus
Functie
A
4
G I
Y
T
P t N
x
v
Resolutie (=
45)
O O O O O O
O O O O O O O O O O O
O O O O O O
O O O O
O
O O O O O O
O O O O
Compressie (=
71)
O
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Filmkwaliteit (=
46)
O O O O O O O O
*1
O O O O O O O O O
*1 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch aangepast (= 53).
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
143
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
4 Opnamemenu
Opnamemodus
Functie
A
4
G I
Y
T
P t N
x
v
AF-kader (=
67)
Gezichts-AiAf*
1
O O O O O O O
O O O O O O
O
AF Tracking
O O
O
O O O O O
O
Centrum
O O
O O
O O O O O O O O O
AF kader afm. (=
68)*
2
Normaal
O O
O O
O O O O O O
O O
Klein
O O
O
O O O O O O
O
Digitale Zoom (=
41, 66)
Standaard
O O O O O O
O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
1.6x/2.0x
O
AF-Punt Zoom (=
47)
Aan
O O O O O O O
O O O O O
O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Servo AF (=
68)
Aan
O O
O
O O O O O
Uit
*
3
O O O O O O O O O O O O O O O O O
Continu (=
69)
Aan
O O O O O O
O O O O O O O O
O O
Uit
O O
O O O O O O O O O O O O
AF-hulplicht (=
48)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O
O O
Uit
O O O
O O O O O O O O O O O O O O
*1 Werking wanneer er geen gezichten zijn gedetecteerd, verschilt per opnamemodus.
*2 Beschikbaar als het AF-kader is ingesteld op [Centrum].
*3 [Aan] wanneer bewegende onderwerpen worden gedetecteerd in de modus [
A
].
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
144
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Opnamemodus
Functie
A
4
G I
Y
T
P t N
x
v
Flits Instellingen (=
45, 48)
Rode-Ogen
Aan
O O O O O O O
O
O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O
O O
Lamp Aan
Aan/Uit
O O O O O O O O O O O O O O O
O O
i-Contrast (=
63)
Auto
O O
O
Uit
O O O O O
O O O O O O O O O O O
Afbeelding direct bekijken (=
49)
Weergavetijd
Uit/Snel/2 sec./4 sec./8 sec./Vastzetten
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Scherminfo
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
details
O O O O O O O O O O O O O O O O O
Knipperdetectie (=
47)
Aan
O O O O O O O
O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Raster (=
46)
Aan
O O O O O O O O O O O O O O O O O
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
IS modus (=
71)
Uit/Continu
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Opname
O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datumstemp. (=
43)
Uit
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
Datum / Datum en Tijd
O O O O O O
O O O
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
145
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
3 Menu Instellen
Item Ziepagina Item Ziepagina
mute
=
113
Formatteren
=
115, 116
Volume
=
113
Bestandnr.
=
117
Hints en tips
=
113
Maak folder
=
117
Datum/Tijd
=
13
IXUS 140
IXUS 135
Maateenheden
=
117
Tijdzone
=
114
Video Systeem
=
122
Lens intrekken
=
114
IXUS 140
IXUS 135
Instellingen Wi-Fi
=
89
Eco-modus
=
114
Certificaatlogo
weergeven
=
117
Spaarstand
=
31, 115
Taal
=
14
LCD Helderheid
=
115
Reset alle
=
118
opstart scherm
=
115
1 Menu Afspelen
Item Ziepagina Item Ziepagina
Diavoorstelling
=
77
Trimmen
=
85
Wissen
=
80
Veranderen
=
84
Beveilig
=
78
My Colors
=
86
Roteren
=
82
Beeld scrollen
=
74
Favorieten
=
83
Autom. draaien
=
83
Fotoboek instellen
=
129
Ga verder
=
74
i-Contrast
=
86
Overgang
=
74
Rode-Ogen Corr.
=
87
2 Menu Print
Item Ziepagina Item Ziepagina
Print
Sel. alle beelden
=
129
Sel. beeld & aantal
=
128
Wis alle selecties
=
129
Select. reeks
=
128
Afdrukinstellingen
=
127
Afspeelmodus menu FUNC.
Item Ziepagina Item Ziepagina
Roteren
=
82
Film afspelen
=
73
Beveilig
=
78
Smart Shuffle
=
78
Favorieten
=
83
Beeld zoeken
=
75
Wissen
=
80
Diavoorstelling
=
77
Print
=
127
146
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Voorzorgsmaatregelen
• De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
• Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
• Als er waterdruppels of vuil vastzitten op de camera of het scherm, wrijft
u dit af met een droge zachte doek, zoals een brillendoekje. Niet hard
wrijven of hard drukken.
• Gebruik nooit reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten
om de camera of het scherm schoon te maken.
• Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenondersteuning.
• Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat u
de camera uit de tas haalt.
• Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
• Wanneer u batterijen voor langere tijd opslaat, moet u de resterende
stroom van de batterij gebruiken, deze verwijderen uit de camera en
opslaan in een plastic zakje of vergelijkbare container. Wanneer u een
gedeeltelijk opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
Specificaties
Effectievepixelsinde
camera(max.)
Ongeveer 16 miljoen pixels
Focuslengtelens
8x zoom: 5.0 (G) – 40.0 (T) mm
(equivalent aan 35 mm-film: 28 (G) – 224 (T) mm)
LCD-monitor
IXUS 140
Kleuren-TFT LCD 7,5cm (3,0 in)
Effectieve pixels: Circa 461.000 pixels.
IXUS 135
IXUS 132
Kleuren-TFT LCD 6,8cm (2,7 in)
Effectieve pixels: ongeveer 230.000 pixels
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system, compatibel met DPOF
(versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MOV (beeldgegevens: H.264; audiogegevens: Linear
PCM (mono))
Interface
Hi-speed USB
Analoge audio-uitgang (mono)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
IXUS 140
IXUS 135
Wi-Fi-normen
IEEE 802.11b/g/n*
* Enkel 2,4 GHz band
IXUS 140
IXUS 135
Wi-Fi-
overdrachtsmethoden
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
IXUS 140
IXUS 135
Wi-Fi-
communicatiemethoden
Infrastructuurmodus*, Ad-hocmodus
* Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
IXUS 140
IXUS 135
OndersteundeWi-Fi-
kanalen
IXUS 140
IXUS 135
1 – 13
147
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
IXUS 140
IXUS 135
Wi-Fi-beveiliging
WEP, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Stroombron
Batterij NB-11L
Voedingsadapterset ACK-DC90
Afmetingen
(gebaseerdopCIPA-
normen)
IXUS 140
95,4 x 56,0 x 20,6 mm
IXUS 135
IXUS 132
92,9 x 52,4 x 21,6 mm
Gewicht(gebaseerd
opCIPA-normen)
IXUS 140
IXUS 132
Circa 133 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 117 g (alleen camerabody)
IXUS 135
Circa 134 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 118 g (alleen camerabody)
Aantalopnamen/opnametijd,afspeeltijd
IXUS 140
Aantalopnamen Circa 190
inecomodus Circa 260
Opnameduurfilm*
1
Circa 45 minuten
Continu-opnamen*
2
Circa 1 uur en 30 minuten
Afspeeltijd Circa 4 uur
IXUS 135
IXUS 132
Aantalopnamen Circa 200
inecomodus Circa 275
Opnameduurfilm*
1
Circa 50 minuten
Continu-opnamen
*
2
Circa 1 uur en 35 minuten
Afspeeltijd Circa 5 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2 Beschikbare tijd voor herhaaldelijk opnemen van maximum filmlengte (tot opname
automatisch wordt gestopt).
•Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
•Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
•Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Aantal4:3-opnamenpergeheugenkaart
Opnamepixels
Compressiever-
houding
Aantal4:3-opnamenpergeheugenkaart
(aantalopnamenbijbenadering)
8GB 32GB
(Groot)
16M/4608x3456
1131 4567
1903 7684
(Medium 1)
8M/3264x2448
2252 9094
3721 15020
(Medium 2)
2M/1600x1200
7442 30040
12927 52176
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
148
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
•De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Als de
verhouding is gewijzigd (=
44), kunnen er meer opnamen worden gemaakt, omdat
per opname minder gegevens worden gebruikt dan bij opnamen van 4:3. Aangezien
[
] 16:9-beelden echter een resolutie hebben van 1920 x 1080 pixels, zijn hiervoor
meer gegevens nodig dan voor 4:3-beelden.
Opnametijdpergeheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijdpergeheugenkaart
8GB 32GB
49 min. 15 sec. 3 uur 19 min. 00 sec.
1 uur 28 min. 53 sec. 5 uur 59 min. 05 sec.
•De waarden in de tabel zijn gemeten volgens de normen van Canon en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
IXUS 140
•De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip die wordt
opgenomen 4 GB is of wanneer de opnameduur ongeveer 10 minuten is [
] of
ongeveer 1 uur [
].
IXUS 135
IXUS 132
•De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip die wordt
opgenomen 4 GB is of wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden
is (bij [
]) of ongeveer 1 uur (bij [ ]).
•Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 4-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Flitsbereik
IXUS 140
Maximale groothoek (j)
50 cm – 3,5 m
Maximale telelens (i)
1,3 – 1,7 m
IXUS 135
IXUS 132
Maximale groothoek (j)
50 cm – 3,0 m
Maximale telelens (i)
1,3 – 1,5 m
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximalegroothoek
(j)
Maximaletelelens
(i)
A
1 cm – oneindig 1.3 m – oneindig
Andere modi
5 cm – oneindig 1.3 m – oneindig
e
*
1 cm – 50 cm
u
*
3 m – oneindig
3 m – oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Snelheidcontinu-opnamen
Opnamemodus Snelheid
G
Circa 0,8 opnamen/sec.
Circa 2,9 opnamen/sec.
149
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Voorblad
Handleidingvoor
gevorderden
9
Bijlage
Sluitertijd
Modus [
A
], automatische ingesteld
bereik
1 – 1/2000 sec.
Diafragma
f/nummer f/3.2 / f/9.0 (G), f/6.9 / f/20 (T)
BatterijNB-11L
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,6 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 680 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0 – 40 °C
Afmetingen: 34,6 x 40,2 x 5,2 mm
Gewicht: Ongeveer 13 g
BatterijladerCB-2LF/CB-2LFE
Nominale invoer: 100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,41 A
Oplaadduur: Circa 2 uur (bij gebruik van NB-11L)
Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen
(systeem met twee indicatielampjes)
Bedrijfstemperatuur: 5 – 40°C
•Alle gegevens zijn gebaseerd op tests door Canon.
•De cameraspecificaties of het uiterlijk kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
150
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
A
Aangepaste witbalans ......................... 64
Aansluiting ................................. 121, 123
Accessoires ....................................... 120
AE lock ................................................ 61
AF lock................................................. 69
AF Tracking ......................................... 67
AF-kaders ............................................ 67
Afdrukken .......................................... 123
Afspelen Bekijken
AUTO-modus (opnamemodus) ..... 17, 37
AV-kabel ............................................ 121
B
Batterij
Eco-modus ...................................114
Level ............................................ 138
Opladen .......................................... 11
Spaarstand .................................... 31
Batterijen Datum/tijd (datum/tijd-
batterij)
Batterijlader ........................................... 2
Beelden
Afspelen Bekijken
Beveiligen ...................................... 78
Wissen .......................................... 80
Beelden opslaan op een computer .... 104
Beelden verzenden............................ 107
Maximaal aantal afbeeldingen dat in
één keer verzonden kan worden ... 107
Beeldkwaliteit Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Bekijken ............................................... 18
Beeld zoeken ................................ 75
Diavoorstelling ............................... 77
Enkelvoudige weergave ................ 18
Indexweergave .............................. 75
Smart Shuffle................................. 78
Tv-weergave ............................... 121
Vergrote weergave ........................ 76
Belichting
AE lock .......................................... 61
Compensatie ................................. 61
FE-lock .......................................... 70
Bestandsnummering...........................117
Beveiligen ............................................ 78
Bewerken
Bijsnijden ....................................... 85
Het formaat van beelden wijzigen ... 84
i-Contrast ....................................... 86
My Colors ...................................... 86
Rode-Ogen Corr. ........................... 87
Bijnaam
Apparaat ....................................... 111
Camera ......................................... 94
C
Camera ............................................... 117
Bijnaam ......................................... 94
Doelapparaten toevoegen ............. 99
Reset alle .....................................118
Camerabeweging ................................ 71
CameraWindow
Scherm ........................................ 104
CANON iMAGE GATEWAY
Instellingen .................................... 95
Index
Centrum (modus AF Frame) ................ 68
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)..................................... 71
Computer
Doelapparaten toevoegen ........... 102
Omgeving ................................ 21, 25
Voordat u begint .......................... 100
Continu-opnamen maken .................... 65
Creatieve filters (opnamemodus) ........ 52
D
Datum/tijd
Datum/tijd-batterij .......................... 14
Datumstempels toevoegen ........... 43
Instellingen .................................... 13
Wereldklok....................................114
Wijzigen ......................................... 13
Diavoorstelling ..................................... 77
DIGITAL CAMERA Solution Disk ........... 2
Digitale telelens ................................... 66
Digitale Zoom ...................................... 41
Doelapparaten toevoegen
Camera ......................................... 99
Computer .................................... 102
Printer .......................................... 105
Smartphone ................................... 97
Webservices .................................. 95
DPOF ................................................. 127
E
Eco-modus .........................................114
Extra levendig (opnamemodus)........... 52
F
Favorieten............................................ 83
FE-lock ................................................ 70
Films
Beeldkwaliteit (resolutie/aantal
beelden) ........................................ 46
Bewerken ...................................... 87
Opnameduur ............................... 148
Fisheye-effect (opnamemodus) ........... 52
flitser
Aan ................................................ 70
De flitser uitschakelen ................... 43
Slow sync ...................................... 70
Focusvergrendeling ............................. 68
Fotoboek instellen ............................. 129
Foutmeldingen ................................... 135
FUNC.
Basishandelingen .......................... 34
Tabel ............................................ 140
G
Geheugenkaarten ............................ 2, 94
Opnameduur ............................... 148
Gelijkstroomkoppeling ....................... 122
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) .................................. 57
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) ........ 67
Glimlach (opnamemodus) ................... 56
GPS ..................................................... 74
H
Het formaat van beelden wijzigen ....... 84
I
i-Contrast ....................................... 63, 86
Indicator ............................................... 35
Inhoud van de verpakking ..................... 2
151
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
Interfacekabel .................................. 2, 22
ISO-waarde ......................................... 62
K
Kleur (witbalans) .................................. 63
Kleur Accent (opnamemodus) ............. 55
Kleur Wissel (opnamemodus) ............. 55
Klok...................................................... 35
Knipoogdetectie (opnamemodus)........ 57
Knipperdetectie.................................... 47
L
Lampje ................................................. 48
Lange sluiter (opnamemodus) ............. 58
M
MAC-adres ........................................ 101
Macro (scherpstelmodus) .................... 66
Meetmethode....................................... 62
Menu FUNC.
Tabel .................................... 141, 145
Miniatuureffect (opnamemodus) .......... 53
Modus Camera toegangspunt ..... 97, 105
Monochroom (opnamemodus) ............ 54
My Colors ...................................... 64, 86
O
Oneindig (scherpstelmodus)................ 66
Opnamen maken
Opname-informatie ..................... 137
Opnamedatum/-tijd Datum/tijd
P
P (opnamemodus) ............................... 61
PictBridge .................................. 121, 123
Polsriem Riem
Portret (opnamemodus)....................... 51
Poster-effect (opnamemodus) ............. 52
Problemen oplossen .......................... 132
Programma automatische belichting ... 61
R
Raster .................................................. 46
Reizen met de camera .......................113
Reset alle............................................118
Resolutie (beeldgrootte) ...................... 45
Riem .................................................2, 11
Rode-Ogen Corr. ........................... 45, 87
Roteren ................................................ 82
S
Scherm
FUNC. Menu FUNC., Menu
Pictogrammen ..................... 137, 138
Taal van LCD-scherm .................... 14
Scherpstelbereik
macro ............................................ 66
Oneindig ........................................ 66
Scherpstellen
AF lock .......................................... 69
AF-kaders ...................................... 67
AF-Punt Zoom ............................... 47
Servo AF ....................................... 68
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden ......................... 64
Servo AF .............................................. 68
Smart Shuffle ....................................... 78
Smart Shutter (opnamemodus) ........... 56
Smartphone
De privacy-instellingen wijzigen .... 99
Doelapparaten toevoegen ............. 97
Privacy-instellingen ....................... 98
Sneeuw (opnamemodus) .................... 51
Software
Beelden opslaan op een
computer ................................. 21, 27
DIGITAL CAMERA Solution Disk .... 2
Installatie ................................. 21, 25
Spaarstand .......................................... 31
Speels effect (opnamemodus) ............. 54
Stitch Hulp (opnamemodus) ................ 59
T
Taal van LCD-scherm .......................... 14
Toegangspunt
Aantal weergave-items ................ 104
Handmatige instellingen .............. 104
Transportmodus .................................. 65
Trimmen .............................................. 85
Tv-weergave ...................................... 121
V
Verbinding
Webservices .................................. 96
Verbindingsgegevens
Bewerken .....................................110
Bijnaam wijzigen .......................... 111
Wissen ......................................... 111
Vergrote weergave .............................. 76
Verhouding .......................................... 44
Voeding Batterij
Voedingsadapterset
Voedingsadapterset ........................... 120
Vuurwerk (opnamemodus) .................. 51
W
Webservices
Doelapparaten toevoegen ............. 95
Verbinding ..................................... 96
Weergavevolgorde ........................ 96
Weinig licht (opnamemodus) ............... 51
Wereldklok ..........................................114
Wi-Fi .................................................... 90
Instellingen .................................. 101
Toegangspunt .............................. 101
Wi-Fi-instellingen herstellen ............... 111
Windows
Instellingen .................................. 101
Weergave CameraWindow ......... 104
Wissen ................................................. 80
Witbalans (kleur).................................. 63
WPS
PBC-methode .............................. 102
PIN-methode ............................... 103
Z
Zelfontspanner..................................... 41
2 seconden-zelfontspanner ........... 42
De zelfontspanner aanpassen ...... 42
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ............................ 57
Knipoogdetectie (opnamemodus) ...57
Zoeken................................................. 75
Zoomen ................................... 17, 37, 41
Zwart-witfoto’s ..................................... 64
152
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Voorblad
Opmerkingenvooraf
enwettelijkeinformatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleidingvoor
gevorderden
Basishandelingen
vandecamera
SmartAuto-
modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Afspeelmodus
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN DOOR
EEN ONJUIST TYPE.
HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN AAN DE LOKALE
VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Digitale camera, model
IXUS 140
PC1889/
IXUS 135
PC1896-systemen
Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecertificeerd
volgens normen die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Informatieoverhandelsmerken
• Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
• Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door
Microsoft.
• Wi-Fi®, Wi-Fi Alliance®, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™
zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi
Alliance.
OverMPEG-4-licenties
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the AT&T
patents to provide MPEG-4 compliant video.
No license is granted or implied for any other use for MPEG-4 standard.
Disclaimer
• Geen enkel gedeelte van deze gebruikershandleiding mag worden
gereproduceerd, overgedragen of in een opslagsysteem worden bewaard
zonder toestemming van Canon.
• Canon behoudt zich het recht voor de inhoud van deze handleiding te
allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
• De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
• Ongeacht de bovenstaande mededelingen is Canon niet aansprakelijk
voor schade die voortvloeit uit het verkeerde gebruik van de producten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152

Canon IXUS 133 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor