Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
WB250F/WB251F/WB252F/WB280F
Klik op een
onderwerp
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Draadloos netwerk
Instellingen
Bijlagen
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de
ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp
gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen
veroorzaken.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of
kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en
vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke
materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge
temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente
schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke
storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u
vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch
apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact
op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u
meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en
vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde
omgevingen beperkt.
• Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
• Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera
kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle
voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
• Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan
storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen.
Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van
medisch personeel.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn
bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de
camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de
voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en
accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera
beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door nietgoedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of
stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de
batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van
snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten
kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken
in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals
pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis
of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
• Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van
Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten
of via open netwerken.
• De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht
waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken,
intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare
zedelijkheid.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan
voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
4
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
• Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple
Corporation.
• Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
• microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het
eigendom van de betreffende eigenaars.
Basisfuncties
19
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de
camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies
42
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties
63
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de
opnamemodus.
Afspelen/bewerken
87
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u
foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of
televisie aansluit.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen
bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
aangeschaft.
• Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en
regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing
zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Draadloos netwerk
111
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLANnetwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen
131
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoud.
5
137
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Modus
Smart Auto
Programma
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig
Smart
Beste gezicht
Magisch Plus
Instellingen
Wi-Fi
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram
T
Symbool
Functie
Aanvullende informatie
p
G
s
i
g
n
w
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
()
“
*
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus s, g ondersteunt wellicht niet de functies voor alle
scènes of modi.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit en
Sluiterprioriteit
6
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
ontspanknop.
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een
stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie “ Normaal
(betekent selecteer Gezichtsdetectie en selecteer vervolgens
Normaal).
Voetnoot
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De
belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde.
Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Druk op de [Ontspanknop]
S Normale belichting
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
7
S Overbelicht (te helder)
Speciale functies van de camera
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de
DIRECT LINK-knop drukt.
Het aanraakscherm en de cameraknoppen gebruiken
U kunt de camera gebruiken door het scherm aan te raken of door de
cameraknoppen in te drukken.
De DIRECT LINK-knop gebruiken
Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren.
8
1
Open de Instellingen.
2
3
Open de optie voor de DIRECT LINK-knop.
Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst.
Speciale functies van de camera
AutoShare gebruiken
Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
4
Installeren
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
• Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
2
Schakel de functie AutoShare in.
5
Maak een foto.
• De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
9
Speciale functies van de camera
MobileLink gebruiken
U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink
ondersteunen.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
4
Installeren
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
• Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
2
Open de modus MobileLink.
5
Selecteer vanaf de smartphone of
de camera de bestanden die u vanaf
de camera wilt verzenden.
6
Raak op de smartphone de
kopieerknop aan of selecteer Delen
op de camera.
• Als een pop-upbericht wordt
weergegeven, selecteert u een optie.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
10
Speciale functies van de camera
Remote Viewfinder gebruiken
U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met
de functie Remote Viewfinder. De foto wordt weergegeven op de smartphone.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
4
Installeren
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
• Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
2
Open de modus Remote
Viewfinder.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
11
5
Raak
aan en houd het vast om
scherp te stellen, en laat vervolgens
los om een foto te maken.
6
Raak de miniatuur aan om de foto
weer te geven.
Speciale functies van de camera
Opnamevoorbeelden - Macro
1
Selecteer de macro-optie (
2
Maak een foto.
U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals
bloemen of insecten.
De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt.
12
).
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
• Stel de flitseroptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 66)
• Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 100)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
Foto's zijn onscherp.
Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de
[Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt. (pag. 40)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
• Selecteer Opname bij weinig licht in de modus s. (pag. 50)
• Schakel de flitser in. (pag. 67)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
• Maak geen foto's tegen de zon in.
• Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 67)
• Pas de belichting aan. (pag. 78)
• Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 79)
• Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 79)
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
13
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• s modus > Gezichtscorrectie f 50
• i modus f 53
• Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te
voorkomen of te corrigeren) f 66
• Gezichtsdetectie f 75
• Zelfportret f 75
's Nachts of in het donker foto's maken
De belichting aanpassen (helderheid)
•
•
•
•
s modus > Rijke toon f 50
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 69
EV (de belichting aanpassen) f 78
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere
achtergronden) f 79
• L.meting f 79
• AE BKT (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen) f 84
• s modus > Silhouet, Vuurwerk, Lichtspoor, Opname
bij weinig licht f 50
• Flitseropties f 67
• ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 69
Foto's van de omgeving maken
• s modus > Landschap, Waterval f 50
• s modus > Panorama f 51
Actiefoto's maken
• Sluiterprioriteit-modus f 48
• s modus > Actie-opname, Continuopname f 50
• Serieopname f 83
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
Effecten toepassen op foto's
•
•
•
•
•
g modus > Mijn Magisch kader f 54
g modus > Gesplitste opname f 56
g modus > Foto in beweging f 57
g modus > Fotofilter f 58
Beeld aanpassen (voor het aanpassen van Scherpte,
Contrast of Kleurverz.) f 85
• s modus > Macro f 50
• Macro f 70
14
Effecten toepassen op video's
• g modus > Filmfilter f 59
Bewegingsonscherpte voorkomen
• Optische beeldstabilisatie (OIS) f 39
• Bestanden weergeven als miniaturen f 90
• Bestanden weergeven op categorie f 90
• Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen
f 92
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Foto's als diashow weergeven f 94
Bestanden weergeven op een televisie f 101
De camera op een computer aansluiten f 102
Foto's of video's via e-mail verzenden f 124
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken f 125
Geluid en volume aanpassen f 133
De helderheid van het scherm aanpassen f 134
De schermtaal wijzigen f 135
De datum en tijd instellen f 135
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f 149
Inhoud
Basisfuncties ..................................................................................................................... 19
Uitgebreide functies ..................................................................................................... 42
Uitpakken .................................................................................................................... 20
De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 43
Indeling van de camera .......................................................................................... 21
De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 45
De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 23
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of
Handmatig gebruiken ............................................................................................ 46
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 24
De batterij opladen ................................................................................................ 25
De camera inschakelen ......................................................................................... 25
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 47
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 48
De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 49
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 26
De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 50
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 25
De Panoramamodus gebruiken ........................................................................... 51
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 28
De modus Beste gezicht gebruiken ................................................................... 53
Modus selecteren ..................................................................................................... 29
De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 54
Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 29
De modus Mijn Magisch kader gebruiken .........................................................
De modus Gesplitste opname gebruiken ..........................................................
De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................
De Fotofiltermodus ................................................................................................
De Filmfiltermodus gebruiken .............................................................................
Opties of menu's selecteren ................................................................................. 31
Selecteren met knoppen ...................................................................................... 31
Selecteren door aanraken ..................................................................................... 32
Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 34
Het schermtype instellen ...................................................................................... 34
Het geluid instellen ................................................................................................ 35
54
56
57
58
59
Een video opnemen ................................................................................................ 60
Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 61
Foto's maken .............................................................................................................. 36
Zoomen .................................................................................................................... 37
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 39
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 40
15
Inhoud
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 75
Opnameopties ................................................................................................................. 63
Gezichten detecteren ............................................................................................
Een zelfportret maken ...........................................................................................
Een foto van een lachend gezicht maken ..........................................................
Knipperende ogen detecteren .............................................................................
Tips voor gezichtsdetectie ....................................................................................
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 64
De resolutie selecteren .......................................................................................... 64
Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 65
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 66
Rode ogen voorkomen .........................................................................................
De flitser gebruiken ................................................................................................
Een flitseroptie instellen ........................................................................................
De ISO-waarde aanpassen ....................................................................................
66
66
67
69
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 78
De belichting handmatig aanpassen (EV) ..........................................................
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................................................
De lichtmeetmethode wijzigen ...........................................................................
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................
De scherpstelling aanpassen ............................................................................... 70
Macro gebruiken ....................................................................................................
Autofocus gebruiken .............................................................................................
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken .................................................
75
75
76
76
77
70
70
72
72
78
79
79
80
Serieopnamen ........................................................................................................... 83
Continu foto's maken ............................................................................................ 83
Timer gebruiken ..................................................................................................... 84
Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 84
Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 85
Het geluid van de zoom verminderen .............................................................. 86
16
Inhoud
Afspelen/bewerken ....................................................................................................... 87
Draadloos netwerk ...................................................................................................... 111
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 88
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
configureren ............................................................................................................. 112
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 88
Foto's weergeven ................................................................................................... 93
Een video afspelen ................................................................................................. 95
Verbinding maken met een WLAN ....................................................................
De aanmeldingsbrowser gebruiken .................................................................
Tips over netwerkverbinding .............................................................................
Tekst invoeren .......................................................................................................
Foto's bewerken ........................................................................................................ 97
Het formaat van foto's wijzigen ...........................................................................
Een foto draaien .....................................................................................................
Een foto bijsnijden .................................................................................................
Smart filter-effecten toepassen ...........................................................................
Foto's aanpassen ....................................................................................................
97
97
98
98
99
112
113
114
115
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 116
Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 117
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 118
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................................. 120
Bestanden op een tv weergeven ...................................................................... 101
Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 102
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 120
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 120
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 102
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 103
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 122
Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 105
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 122
Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 124
i-Launcher installeren .......................................................................................... 105
i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 106
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ........................ 125
Een website openen ............................................................................................ 125
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 125
Bestanden verzenden met AllShare Play ...................................................... 127
Foto's uploaden naar de online opslagruimte ................................................ 127
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen ....................................................................................................... 128
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ..................................................................... 130
17
Inhoud
Instellingen ..................................................................................................................... 131
Instellingenmenu ................................................................................................... 132
Het instellingenmenu openen ...........................................................................
Geluid .....................................................................................................................
Display ....................................................................................................................
Connectiviteit ........................................................................................................
Algemeen ..............................................................................................................
132
133
133
134
135
Bijlagen ............................................................................................................................. 137
Foutmeldingen ........................................................................................................ 138
Cameraonderhoud ................................................................................................ 140
De camera reinigen ..............................................................................................
De camera gebruiken of opbergen ...................................................................
Geheugenkaarten ................................................................................................
De batterij ..............................................................................................................
140
141
142
145
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 149
Cameraspecificaties ............................................................................................... 152
Woordenlijst ............................................................................................................. 156
Index ........................................................................................................................... 161
18
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van
opnamen.
Uitpakken ………………………………………… 20
Indeling van de camera ………………………… 21
De DIRECT LINK-knop gebruiken ……………… 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen ……… 24
De batterij opladen en de camera
inschakelen ……………………………………… 25
De batterij opladen …………………………… 25
De camera inschakelen ………………………… 25
De eerste instellingen uitvoeren ……………… 26
Uitleg over de pictogrammen ………………… 28
Modus selecteren ……………………………… 29
Pictogrammen op het modusscherm ………… 29
Opties of menu's selecteren …………………… 31
Selecteren met knoppen ……………………… 31
Selecteren door aanraken ……………………… 32
Het scherm en geluid instellen ………………… 34
Het schermtype instellen ……………………… 34
Het geluid instellen …………………………… 35
Foto's maken …………………………………… 36
Zoomen ………………………………………… 37
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ……… 39
Tips om betere foto's te maken ………………… 40
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera
AC-adapter/USB-kabel
Camera-etui
Oplaadbare batterij
A/V-kabel
Batterijoplader
Polslus
Geheugenkaart
Geheugenkaart/Geheugenkaartadapter
Snelstartgids
• De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
• Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
• U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een
servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen
die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties 20
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Pop-upknop voor flitser
Power-knop
Microfoon
Ontspanknop
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne antenne tijdens
het gebruik van het draadloze netwerk.
Flitser*
* Als u de flitser niet gebruikt, moet
u deze sluiten om schade aan
de flitser te voorkomen. Als u de
flitser met kracht opent, kunt u de
camera beschadigen.
AF-hulplampje/Timerlampje
Lens
Luidspreker
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel
Statiefbevestigingspunt
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Basisfuncties 21
Indeling van de camera
DIRECT LINK-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten
Statuslampje
• Knippert: wanneer de camera een foto
of video opslaat, wordt gelezen door
een computer of printer, als het beeld
onscherp is of als er een probleem
is met het opladen van de batterij,
wanneer de camera verbinding maakt
met WLAN of een foto verzendt
• Licht op: wanneer de camera is
aangesloten op een computer, wanneer
de batterij wordt opgeladen of wanneer
het beeld is scherpgesteld
Zoomknop
• In de opnamemodus: in- en uitzoomen
• In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de
foto, bestanden als miniaturen weergeven of het
volume aanpassen
Modusdraaiknop
(pag. 29)
De polslus bevestigen
x
y
Scherm
Knoppen
(pag. 23)
Basisfuncties 22
Indeling van de camera
Knoppen
Knop
De DIRECT LINK-knop gebruiken
Beschrijving
U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op
[DIRECT LINK] om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. Druk nogmaals op
[DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus.
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Terug gaan.
D
c
F
t
Basisfuncties
De schermoptie wijzigen.
Overige functies
Omhoog
De macro-optie wijzigen.
De flitseroptie wijzigen.
De timer- en serieoptie wijzigen.
Omlaag
Naar links
Naar rechts
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Een optie voor een DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op
[DIRECT LINK] drukt.
1
2
3
Basisfuncties 23
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Algemeen “ DIRECT LINK (Wi-Fi-knop).
Selecteer een Wi-Fi-functie. (pag. 136)
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling
omlaag om de batterij los te
maken.
Oplaadbare batterij
Zorg dat bij het plaatsen van een
geheugenkaart de goudkleurige
contactpunten omhoog zijn gericht.
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Geheugenkaart
Plaats de batterij met het
Samsung-logo naar boven.
De geheugenkaartadapter gebruiken
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer
of een geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
Oplaadbare batterij
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Basisfuncties 24
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden
opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het
andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt.
(pag. 26)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Statuslampje
• Rode lampje brandt: opladen
• Rode lampje uit: volledig opgeladen
• Rode lampje knippert: fout
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als
u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij
van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties 25
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera
te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door
het op het scherm aan te raken.
1
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [t]
of [o].
2
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op [o].
5
Datum/tijd aanpassen
• Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een
nieuwe tijdzone.
3
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk
vervolgens op [t] of [o].
Jaar Maand Dag Uur Min.
Zomertijd
Druk op [D/c] om een tijdzone te selecteren en druk
vervolgens op [o].
Tijdzone
Annuleer
[GMT +00:00] Londen
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
[GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn
[GMT +02:00] Athene, Helsinki
[GMT +03:00] Moskou
Terug
4
Instellen
6
7
Instellen
Druk op [b].
Basisfuncties 26
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
Druk op [D/c] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en
druk op [o].
De eerste instellingen uitvoeren
8
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op
[t] of [o].
9
Druk op [D/c] om een datumtype te selecteren en druk
vervolgens op [o].
10
Druk op [c] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op
[t] of [o].
11
Druk op [D/c] om een type tijd te selecteren en druk
vervolgens op [o].
12
Druk op [b] om de eerste configuratie te voltooien.
Basisfuncties 27
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het
bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
Symbool
Beschrijving
Symbool
Framesnelheid (per seconde)
•
•
•
•
Sound Alive Aan
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
: opladen (aangesloten op de
lader)
Autofocuskader
2
Intelli-zoom aan
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Lichtmeting
Optie voor serieopnamen
Bewegingsonscherpte
3
Beschrijving
Zoomindicator
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomverhouding
Opnamemodus
Histogram (pag. 34)
1 Opnamegegevens
Symbool
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Beschikbare opnametijd
Timer
Witbalans
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en
kleurverzadiging)
Scherpstelgebied
Scherpsteloptie
2 Opname-instelling
Symbool
Beschrijving
Geheugenkaart geplaatst
Beschrijving
Gezichtsdetectie
Belichtingswaarde
ISO-waarde
3 Opname-instelling (aanraken)
Huidige datum
Huidige tijd
Resterend aantal foto's
Flitser
Symbool
Fotoresolutie
Videoresolutie
Basisfuncties 28
Beschrijving
AutoShare aan
Smart Touch AF-optie
m
Opname-instellingen
Modus selecteren
Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in
het scherm Modus.
1
Pictogrammen op het modusscherm
Symbool
T
Mijn
jn Magisch
gis hGesplitste Foto in Fotofilter
gi
kader opname beweging
p
2
Filmfilter Foto-editor
â–² Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus
Nr.
1
Beschrijving
Huidig modusvenster
• Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan.
2
Moduspictogrammen
• Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en
druk op [o] om de modus te openen.
• Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven.
G
Basisfuncties 29
s
i
Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een scènemodus die automatisch
door de camera is geselecteerd. (pag. 43)
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt
aangepast. (pag. 45)
Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig
instellen terwijl de camera automatisch een geschikte
sluitertijd selecteert. (pag. 47)
Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen terwijl
de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde
selecteert. (pag. 48)
Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd
handmatig instellen. (pag. 49)
Smart: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een
specifieke scène. (pag. 50)
Beste gezicht: meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen
om het beste beeld mogelijk te maken. (pag. 53)
Modus selecteren
Symbool
Beschrijving
Symbool
g
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte
selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt
u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte
verschijnt. (pag. 54)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze
indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 56)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren
en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie
te maken. (pag. 57)
Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten.
(pag. 58)
Filmfilter: een video opnemen met verschillende
filtereffecten. (pag. 59)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten.
(pag. 97)
n
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 131)
w
Basisfuncties 30
Beschrijving
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (pag. 117)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken
als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw
smartphone weergeven van een afbeelding op uw
camera. (pag. 118)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de
camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een
pc. (pag. 120)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen,
verzenden via e-mail. (pag. 122)
SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar websites
voor het delen van bestanden. (pag. 125)
AllShare Play: foto's uploaden naar de online opslag van
AllShare Play of bestanden weergeven op andere door
AllShare Play ondersteunde apparaten. (pag. 127)
Opties of menu's selecteren
Druk op [m] om een optie of een menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
Selecteren met knoppen
Druk op [m] en druk vervolgens op [D/c/F/t] of [o] om een optie of
een menu te selecteren.
1
2
1
Draai de modusdraaiknop naar p.
2
Druk op [m].
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Scrol naar een optie of menu.
• Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
• Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
EV
Witbalans
3
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
te bevestigen.
ISO
Flitser
Focus
Druk op [b] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop]
half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
Afsl.
Basisfuncties 31
Select.
Opties of menu's selecteren
3
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk op [t] of
[o].
EV
Selecteren door aanraken
Raak m aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak
vervolgens een optie aan om deze te selecteren.
1
2
Witbalans
ISO
Raak in de opname- of afspeelmodus m aan op het scherm.
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie
aan.
Flitser
ACB
Focus
Afsl.
L.meting
Select.
Station/timer
4
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Witbalans : Daglicht
Afsl.
Terug
5
Aanpassen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Basisfuncties 32
Select.
Opties of menu's selecteren
Aanraakgebaren leren
Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden.
Anders kunt u het scherm beschadigen.
Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Mijn Magisch Gesplitste Foto
F in
Fo
n Fotofilter
kader
opname beweging
• Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw invoer
mogelijk niet.
• Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen,
Filmfilter Foto-editor
Slepen: raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met
uw vinger.
ACB
L.meting
Station/timer
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Afsl.
Select.
Basisfuncties 33
kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van
het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het
scherm slechts licht aanraakt.
• Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
• Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm,
werkt het scherm mogelijk niet correct.
• Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of
de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Over histogrammen
Het schermtype instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type
geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto.
Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht
en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek
betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van
de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur,
hoe hoger de piek.
S Onderbelicht
Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen.
Modus
Opnemen
Afspelen
Type weergave
• Alle informatie over opnameopties verbergen.
• Alle informatie over opnameopties weergeven.
• Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven.
• Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram.
• Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Basisfuncties 34
S Goed belicht
S Overbelicht
Het scherm en geluid instellen
De weergave van opties instellen
Het geluid instellen
In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen.
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
Druk meerdere malen op [o].
1
2
3
• De optieweergave uitschakelen.
• De optieweergave inschakelen.
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Geluid “ Piepjes.
Selecteer een optie.
Optie
Optieweergave
OK: Scherm uit
S Bijvoorbeeld in de modus Fotofilter
Basisfuncties 35
Uit
Beschrijving
De camera laat geen geluiden horen.
Aan
De camera laat geluiden horen.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
1
Draai de modusdraaiknop naar T.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
6
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
• Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
• Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ ] en selecteert u Ja.
Zie pagina 40 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties 36
Foto's maken
Digitale zoom
Zoomen
pAhM
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u
inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt
zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt
tot 90 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (18X) als de digitale
zoomfunctie (5X) gebruikt.
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
Zoomverhouding
Uitzoomen
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn
dan normaal.
Inzoomen
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk
worden gewijzigd.
Basisfuncties 37
Foto's maken
Intelligent zoomen
TpAhM
Intelligent zoomen instellen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt
de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk
van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 36
keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
Zoomindicator
Fotoresolutie als
de intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
1
2
3
Bereik intelligent zoomen
• Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter
wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
• De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding
instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch
uitgeschakeld.
• Intelli-zoom is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
Basisfuncties 38
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Intelli-zoom.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
pAhM
• In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
- Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen.
- Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
- Wanneer de camera te veel trilt.
- Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken.
nachtopnamen).
- Wanneer de batterij bijna leeg is.
- Wanneer u een close-upfoto maakt.
• Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden
S Vóór correctie
1
2
3
door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een
statief gebruikt.
• Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt,
moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
S Na correctie
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer OIS.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
Basisfuncties 39
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Bewegingsonscherpte voorkomen
Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of
microfoon blokkeert.
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de
bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 39)
Als
De ontspanknop half indrukken
wordt weergegeven
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch aan.
Bewegingsonscherpte
De camera stelt de diafragmawaarde en
sluitertijd automatisch in.
Scherpstelkader
• Druk de [Ontspanknop] volledig in om een
foto te maken als het scherpstelkader groen is.
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync
of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 67)
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
• Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als het
scherpstelkader rood is.
Basisfuncties 40
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het
onderwerp:
- Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het
onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de
achtergrondkleur).
- De lichtbron achter het onderwerp is te fel.
- Het onderwerp glanst of weerspiegelt.
- Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
- Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
• Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser
in. (pag. 67)
• Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor Serieopname
opnemen. (pag. 83)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Basisfuncties 41
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken …………… 43
De Programmamodus gebruiken ……………… 45
De modus Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken …… 46
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken …… 47
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ………… 48
De Handmatige modus gebruiken …………… 49
De Smart-modus gebruiken …………………… 50
De Panoramamodus gebruiken ……………… 51
De modus Beste gezicht gebruiken …………… 53
De modus Magisch Plus gebruiken …………… 54
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ……
De modus Gesplitste opname gebruiken ………
De modus Foto in beweging gebruiken ………
De Fotofiltermodus ……………………………
De Filmfiltermodus gebruiken …………………
54
56
57
58
59
Een video opnemen …………………………… 60
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie …………………………………… 61
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent
met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar T.
Symbool
Beschrijving
Portretten met tegenlicht
Plaats het onderwerp in het kader.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De
pictogrammen worden hieronder weergegeven.
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Heldere luchten
Symbool
Beschrijving
Bossen
Landschappen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
Scènes met een helderwitte achtergrond
De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst (bij
opnamen in het donker)
Landschappen 's nachts
Onderwerpen die veel bewegen
Portretten 's nachts
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
Landschappen met tegenlicht
Uitgebreide functies 43
De Smart Auto-modus gebruiken
3
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
• Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen
portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de
lichtval.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
• Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
• De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om
de juiste scène te selecteren.
Uitgebreide functies 44
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar p.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Stel de gewenste opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
Uitgebreide functies 45
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en
Handmatig.
Diafragmawaarde
Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De behuizing
van het diafragma heeft dunne metalen platen die open en dicht gaan. Hierdoor
wordt het diafragma breder of smaller en kan de hoeveelheid licht die de camera
binnenkomt, worden geregeld. De grootte van het diafragma is nauw verwant
aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe helderder de
foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd er rekening
mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte aangeeft.
Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan bij een
diafragmawaarde van 11.
Sluitertijd
Sluitersnelheid, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar
de tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitersnelheid
komt er meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's
helderder, maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven.
Als u een hogere sluitersnelheid kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's
worden in dat geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker
vastgelegd.
S Lange sluitertijd
S Lage diafragmawaarde
(het diafragma is groot).
S Hoge diafragmawaarde
(het diafragma is klein).
Uitgebreide functies 46
S Korte sluitertijd
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen
terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
6
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
5
aan en selecteert u een
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
Druk op [o] “ [F/t] om de diafragmawaarde aan te passen.
• U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer
te geven.
• U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
• Zie pagina 46 voor meer informatie over de diafragmawaarde.
OK: Wijzig diafragma
Uitgebreide functies 47
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet
automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m]
en selecteert u ISO “ een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de
camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
6
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
5
aan en selecteert u een
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
Druk op [o] “ [F/t] om de sluitertijd aan te passen.
• U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven.
• U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
• Zie pagina 46 voor meer informatie over de sluitertijd.
OK: Wijzig sluitersnelheid
Uitgebreide functies 48
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk
niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m]
en selecteert u ISO “ een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
4
De Handmatige modus gebruiken
In de modus Handmatig kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd
instellen.
1
2
.
5
6
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
7
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
• U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen.
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
aan en selecteert u een
Druk op [o] “ [D/c] om de diafragmawaarde of
sluitersnelheid te selecteren.
Druk op [F/t] om de diafragmawaarde of sluitersnelheid aan te
passen.
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
• U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de
knop weer te geven.
OK: Wijzig diafragma/sluitersnelheid
Uitgebreide functies 49
De Smart-modus gebruiken
In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar s.
Optie
Panorama
Selecteer een scène.
• Om een andere modus te selecteren als de modusdraaiknop op s staat,
drukt u op [b] of raakt u
Waterval
aan en selecteert u een modus.
Silhouet
Smart : Gezichtscorrectie
Zon onder
Opname bij
weinig licht
Vuurwerk
Instellen
Optie
Gezichtscorrectie
Continuopname
Landschap
Macro
Actie-opname
Rijke toon
Lichtspoor
Beschrijving
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van
onzuiverheden op het gezicht.
Doorlopend foto's maken.
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken.
Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid
bewegen.
Een foto maken met heldere kleuren.
Beschrijving
Een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Watervalscènes vastleggen.
Donkere vormen vastleggen tegen een lichte
achtergrond.
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
In omstandigheden met weinig licht zonder flitser
meerdere foto's maken. De camera combineert deze
foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en
minder beeldruis bevat.
Vuurwerkscènes vastleggen.
Lichtsporen vastleggen bij weinig licht.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 50
De Smart-modus gebruiken
5
De Panoramamodus gebruiken
In de Panoramamodus kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Een serie foto's maken en deze combineren om een panoramisch beeld te maken.
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam
in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden
vastgelegd.
• Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele
opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak.
• Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
S Opnamevoorbeeld
1
2
3
Draai de modusdraaiknop naar s.
Selecteer Panorama.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Trillen
• Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of
bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
• Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de
camera deze tot één panoramafoto.
Uitgebreide functies 51
De Smart-modus gebruiken
• Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
•
•
•
•
•
volgende vermijden:
- De camera te snel of te langzaam bewegen.
- De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen.
- De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
- De camera schudden.
- Opnemen op donkere locaties.
- Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
- Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert.
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
- als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt
- als u de camera te snel beweegt
- als u de camera niet beweegt
Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging van het onderwerp.
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies 52
De modus Beste gezicht gebruiken
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het beste beeld te
selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar i.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
4
Raak een gezicht aan om het te vervangen.
5
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd.
• Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen.
• Het pictogram
wordt weergegeven op de afbeelding die de camera
aanbeveelt.
• De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
• De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding.
• De camera detecteert automatisch gezichten na de opname.
6
Raak
aan om de foto op te slaan.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• De resolutie wordt ingesteld op of lager.
Uitgebreide functies 53
De modus Magisch Plus gebruiken
In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende effecten.
5
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
Selecteer een kader.
In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant
maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
aan en selecteert u een
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken.
• Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt
• Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt
u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren “ een gewenste foto.
U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn
vastgelegd in de Panoramamodus.
4
u
6
Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen.
Raak Instellen aan.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
Opnieuw
Instellen
aan.
Uitgebreide functies 54
De modus Magisch Plus gebruiken
7
10
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
11
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
12
Raak
aan.
• Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren.
aan om de foto op te slaan.
• Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
• De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader.
• De resolutie wordt ingesteld op .
8
9
Druk op [o].
Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de
transparantie aan te passen.
Transparantie
Uitgebreide functies 55
De modus Magisch Plus gebruiken
De modus Gesplitste opname gebruiken
In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken en deze indelen met
voorgedefinieerde indelingen.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
• Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de foto' te maken.
• Als u een foto opnieuw wilt maken, drukt u op [b].
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
aan en selecteert u een
Selecteer een stijl voor splitsen.
• Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, drukt u op [m] en
selecteert u “ Lijnvervaging “ een gewenste waarde.
• Als u op een gedeelte van de opname een Smart filter-effect wilt toepassen,
drukt u op [m] en selecteert u “ Smart filter “ een gewenste optie.
U kunt verschillende Smart filter-effecten toepassen of de afzonderlijke
gedeelten van de opname.
• Als u de grootte van het kader wilt aanpassen, sleept u de scheidingslijn. Raak
of de gesplitste stijl opnieuw aan om uw wijzigingen ongedaan te maken.
OK: Scherm uit
Uitgebreide functies 56
• De resolutie wordt ingesteld op of lager.
• Het beschikbare zoombereik is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi.
De modus Magisch Plus gebruiken
5
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken.
1
2
Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt
maken.
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u
modus.
aan en selecteert u een
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
•
•
•
•
• De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert.
6
U kunt meerdere gebieden selecteren.
Raak aan om de dikte van de pen aan te passen.
Raak het pictogram +/- aan om de bewegingssnelheid aan te passen.
Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u
aan.
Raak aan om opnieuw het gebied te tekenen waarvan u een animatie wilt
maken.
Raak
aan om de foto op te slaan.
• De resolutie wordt ingesteld op
.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• Het opslaan van bestanden kan langer duren.
Uitgebreide functies 57
De modus Magisch Plus gebruiken
3
De Fotofiltermodus
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken.
Selecteer een effect.
Optie
Miniatuur
Vignetten
Aquarel
Olieverf
Miniatuur
Cartoon
Vignetten
Kruisfilter
Schets
Softfocus
Visoog
1
2
Visoog
Schets
Klassiek
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
Retro
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u
modus.
Zoomopname
aan en selecteert u een
Uitgebreide functies 58
Beschrijving
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer
te geven.
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Het effect van een striptekening toepassen.
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele effect van een kruisfilter te
imiteren.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Onzuiverheden in het gezicht verhullen of droomachtige
effecten toevoegen.
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele effecten van een
vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Een sepiatinteffect toepassen.
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in
het midden te benadrukken.
De modus Magisch Plus gebruiken
4
5
Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Optie
Beschrijving
Schets
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Visoog
Een schetseffect van een pen toepassen.
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Een sepiatinteffect toepassen.
Een heldere look maken met een scherp contrast en sterke
kleur.
Scènes helder en duidelijk maken.
Een zachte bruine tint toepassen.
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
Klassiek
of lager.
gewijzigd in
• Als u filtereffecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [m]
en selecteert u Afbeelding selecteren “ een gewenste foto.
Retro
Paleteffect 1
Paleteffect 2
Paleteffect 3
Paleteffect 4
De Filmfiltermodus gebruiken
Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
Druk op
.
aan en selecteert u een
Miniatuur
Vignetten
Beschrijving
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer
te geven.
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Uitgebreide functies 59
(Video-opname) om de opname te stoppen.
• Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
• Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video opnemen.
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in
Selecteer een effect.
Optie
(Video-opname) om de opname te starten.
Druk opnieuw op
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
5
of lager.
Een video opnemen
Neem tot 20 minuten video op in volledige HD (1920 X 1080). De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264).
• H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
• Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct
afgespeeld.
• Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
• Als u de beeldstabilisatiefunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat door de beeldstabilisatiefunctie wordt geproduceerd.
• Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de
zoomfunctie te beperken. (pag. 86)
1
Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T.
• Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
2
Stel de gewenste opties in.
3
4
Druk op
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met
deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
(Video-opname) om de opname te starten.
Druk opnieuw op
(Video-opname) om de opname te stoppen.
• Druk op [o] om de opname te onderbreken.
• Druk op [o] om de opname te hervatten.
Uitgebreide functies 60
Een video opnemen
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt
U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar
de fotostand (maximaal 6 foto's).
Foto's vastgelegd tijdens het opnemen
van een video
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij
de gedetecteerde scène passen.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar T.
3
Plaats het onderwerp in het kader.
Stel de gewenste opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 63)
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
• Druk de [Ontspanknop] in om foto's vast te leggen tijdens het opnemen van een
video.
• Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen.
• Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd,
afhankelijk van het formaat van de opgenomen video.
• U kunt geen foto's vastleggen wanneer u de video-opname onderbreekt.
• Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben
mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt
gemaakt.
• Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
Uitgebreide functies 61
Een video opnemen
Symbool
Beschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
4
5
Druk op
(Video-opname) om de opname te starten.
Druk opnieuw op
(Video-opname) om de opname te stoppen.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
Uitgebreide functies 62
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
De resolutie selecteren ………………………… 64
Een fotokwaliteit selecteren …………………… 65
Een foto van een lachend gezicht maken ……… 76
Knipperende ogen detecteren ………………… 76
Tips voor gezichtsdetectie ……………………… 77
Opnamen in het donker maken ……………… 66
Helderheid en kleur aanpassen ……………… 78
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 64
Rode ogen voorkomen …………………………
De flitser gebruiken ……………………………
Een flitseroptie instellen ………………………
De ISO-waarde aanpassen ………………………
66
66
67
69
De scherpstelling aanpassen …………………… 70
Macro gebruiken ………………………………
Autofocus gebruiken ……………………………
Het scherpstelgebied aanpassen ………………
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken …
70
70
72
72
Gezichtsdetectie gebruiken …………………… 75
Gezichten detecteren ………………………… 75
Een zelfportret maken ………………………… 75
De belichting handmatig aanpassen (EV) ……
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ……………
De lichtmeetmethode wijzigen ………………
Een instelling voor Witbalans selecteren ………
78
79
79
80
Serieopnamen …………………………………… 83
Continu foto's maken ………………………… 83
Timer gebruiken ……………………………… 84
Foto's met de bracketfunctie maken ………… 84
Afbeeldingen aanpassen ……………………… 85
Het geluid van de zoom verminderen ………… 86
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De resolutie selecteren
TpAhMsig
De videoresolutie instellen
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en
daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie
neemt ook de bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
2
3
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Filmformaat.
Selecteer een optie.
Symbool
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Fotoformaat.
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen
op een HDTV.
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge
televisie.
Beschrijving
4320 X 3240: afdrukken op A1-papier.
4320 X 2880: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2
(breed).
4320 X 2432: afdrukken op A2-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht.
Opnameopties 64
320 X 240: op een webpagina plaatsen.
Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk
(maximaal 30 seconden).
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een fotokwaliteit selecteren
pAhMig
Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in
grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op
in JPEG-indeling.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Kwalit..
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
Opnameopties 65
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
Rode ogen voorkomen
De flitser gebruiken
ps
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon maakt, kan
er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of
Anti-rode ogen te selecteren. Zie 'Een flitseroptie instellen' voor de flitseropties.
S Vóór correctie
Druk op de knop voor het
uitklappen van de flitser om de
flitser uit te klappen. Als de flitser is
uitgeklapt, gaat de flitser af op basis
van de geselecteerde optie. Als u
Uit selecteert, gaat de flitser niet af
zelfs wanneer deze is geopend.
S Na correctie
• Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te
voorkomen.
• Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de flitser
voorzichtig naar beneden om deze te sluiten.
Opnameopties 66
Opnamen in het donker maken
Een flitseroptie instellen
3
TpAhMsg
Selecteer een optie.
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in
de foto's wilt hebben.
1
Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser te
openen.
2
Druk in de opnamemodus op [F].
Opnameopties 67
Symbool
Beschrijving
Uit:
• Er wordt niet geflitst.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
beweegt
Auto: in de modus Smart Mode selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen:
• De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de
achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect te
verminderen.
• Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Invulflits:
• Er wordt altijd geflitst.
• De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan.
Opnamen in het donker maken
Symbool
De flitserintensiteit aanpassen
Beschrijving
Langz sync:
• Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
• Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te
maken.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp
worden.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
wanneer u foto's maakt bij weinig licht.
beweegt
Anti-rode ogen:
• De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is en de camera corrigeert de rode ogen
met de geavanceerde software-analyse.
• Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Pas de flitserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te
voorkomen.
1
2
3
4
Druk in de opnamemodus op [F].
Scrol naar een optie.
Druk op [D].
Druk op [F/t] om de intensiteit aan te passen.
• Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen.
Auto : 0
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
• Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen, Zelfportret selecteert, zijn
Terug
er geen flitseropties beschikbaar.
Instellen
• Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser
bevindt. (pag. 153)
• Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen
5
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
er kleine vlekjes op de foto komen.
• In sommige modi kunt u ook de flitseroptie instellen door op [m] te drukken
en vervolgens Flitser te selecteren.
Opnameopties 68
• Het aanpassen van de intensiteit van de flitser is mogelijk niet effectief als:
- het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt
- u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld
- de belichtingswaarde te hoog of te laag is
• In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken.
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
pAhM
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht,
zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO).
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik
een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer ISO.
Selecteer een optie.
• Selecteer
om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de
helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opnameopties 69
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Macro gebruiken
pAhMg
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of
insecten.
Autofocus gebruiken
TpAhMsg
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot
het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [c].
Focus : Normaal (AF)
Afsl.
• Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
• Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm
bedraagt.
Opnameopties 70
Instellen
De scherpstelling aanpassen
2
De scherpstelafstand handmatig aanpassen
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Handm. scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door de
scherpstelafstand handmatig aan te passen. (pag. 71)
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 5-80 cm van de
camera bevindt. 180-350 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
• Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
meer dan 5 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
180 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
• De optie wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [c].
Selecteer Handm. scherpstellen.
Druk op [F/t] om de scherpstelafstand aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelafstand
aan te passen.
Handm. scherpstellen : 50
Terug
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [m] te
drukken en vervolgens Focus te selecteren.
pAhM
4
Instellen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Als u de scherpstelafstand handmatig aanpast en het onderwerp zich buiten het
scherpstelgebied bevindt, kan de foto onscherp worden.
Opnameopties 71
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
pAhM
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het beeld op het
scherm aan te raken.
1
2
3
Selecteer Scherpstelgebied.
Selecteer een optie.
Symbool
TpAhMs
Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke
gebieden.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken.
Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het
scherm aanraakt.
Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het
scherm aanraakt en het onderwerp volgen. (pag. 73)
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een
foto maken door de afbeelding op het scherm aan te raken.
(pag. 74)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is
ingeschakeld.
Opnameopties 72
De scherpstelling aanpassen
Meebewegende autofocus gebruiken
• Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven
Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld
houden, ook wanneer u beweegt.
1
2
3
in het midden van het scherm.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF “ Tracking AF.
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
• Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp
volgt als u de camera beweegt.
• Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- Het onderwerp is te klein.
- Het onderwerp beweegt te veel.
- Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats.
- Kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond.
- Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
- De camera trilt erg.
• Wanneer tracking mislukt, wordt de functie gereset.
• Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp
opnieuw selecteren.
• Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood
weergegeven en wordt de scherpstelling gereset.
• Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
• Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het
onderwerp scherp in beeld is.
• Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Opnameopties 73
De scherpstelling aanpassen
One Touch-opname gebruiken
U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp
aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto
gemaakt.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF “ One Touch-opname.
Raak een onderwerp aan om de foto op te maken.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente
zoomfunctie en serieopties in te stellen.
Opnameopties 74
Gezichtsdetectie gebruiken
pAhMs
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt,
past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen.
Gezichten detecteren
Een zelfportret maken
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène detecteren.
Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft
een pieptoon weer wanneer dit gereed is.
1
2
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie “ Normaal.
Het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera of het dichtst bij het midden van
de scène bevindt, wordt weergegeven
in een wit scherpstelkader en de overige
gezichten worden weergegeven in grijze
scherpstelkaders.
1
2
3
4
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie “ Zelfportret.
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de [Ontspanknop].
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon
weer. (pag. 133)
Opnameopties 75
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
Knipperende ogen detecteren
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 3 foto's na elkaar
gemaakt.
1
2
3
1
2
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie “ Smile shot.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie “ Knipperen.
Stel de opname samen.
• De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht
wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit
lacht.
Opnameopties 76
Gezichtsdetectie gebruiken
Tips voor gezichtsdetectie
• Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht
automatisch gevolgd.
• Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader
wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen).
Het is te licht of te donker.
Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk.
• Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
• Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
-
Opnameopties 77
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
3
pAh
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
Druk op [F/t] om de belichting aan te passen.
• Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de belichting aan te passen.
• De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
EV : 0
Annuleer
S Donkerder (-)
1
2
S Neutraal (0)
S Helderder (+)
4
Instellen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Druk in de opnamemodus op [m].
• Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
Selecteer EV.
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of
overbelichting te voorkomen.
• Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een
andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 84)
• U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het
aanpassingsvenster weer te geven.
Opnameopties 78
Helderheid en kleur aanpassen
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
pAhM
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot
contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp
waarschijnlijk donker op de foto. Stel in dit geval de optie Automatische
contrastverbetering (ACB) in.
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de
gekozen lichtmeetmethode.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer L.meting.
Selecteer een optie.
Symbool
S Zonder ACB
1
2
3
pAhM
S Met ACB
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer ACB.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is uitgeschakeld.
Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is ingeschakeld.
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
Opnameopties 79
Beschrijving
Multi:
• De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en
meet de lichtintensiteit in elk gebied.
• Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
• De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden
van het kader.
• Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan
de foto verkeerd belicht worden.
• Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
• De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van
het gehele beeld, maar met nadruk op het midden.
• Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden
van het beeld bevindt.
Helderheid en kleur aanpassen
Een instelling voor Witbalans selecteren
pAhM
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit
daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een
witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto
witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van
de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Auto witbalans
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de
schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of
drie-wegfluorescentielampen.
Daglicht
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen.
(pag. 81)
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die
u hebt ingesteld. (pag. 82)
Bewolkt
Kunstlicht
Opnameopties 80
Helderheid en kleur aanpassen
Voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen
Kleurtemperatuur aanpassen
U kunt de voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans
en Aangep. instelling.
1
2
3
4
5
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans.
Scrol naar een gewenste optie.
1
2
3
4
Druk op [D].
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans “ Kleurtemp..
Druk op [D].
Druk op [F/t] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze
aansluit bij uw lichtbron.
• Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te
passen.
Druk op [D/c/F/t] om de waarde van de coördinaten aan te
passen.
• U kunt een warmere foto maken met een hogere instelling voor
kleurtemperatuur en een koelere foto met een lagere instelling voor
kleurtemperatuur.
• U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken.
Witbalans : Daglicht
Terug
6
Instellen
Kleurtemp. : 6500 K
•
•
•
•
G: groen
A: oranje
M: magenta
B: blauw
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Terug
5
Instellen
Druk op [o] om uw instellingen op te slaan.
Opnameopties 81
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals
een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De
functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met
de werkelijke scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans “ Aangep. instelling.
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop].
Opnameopties 82
Serieopnamen
pAhMsig
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan
ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de
timer instellen om de opname met een vertraging te maken.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt.
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar
foto's maken.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Continu foto's maken
• Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
1
2
• Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en
opties voor serieopnamen niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [t].
prestaties van de geheugenkaart.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Serieopname (8 fps): achter elkaar 8 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
Serieopname (3 fps): achter elkaar 3 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
1 opname: één foto maken. (1 opname is niet een optie voor
serieopnamen.)
Opnameopties 83
• In sommige modi kunt u ook de timeroptie instellen door op [m] te drukken
en vervolgens Station/timer te selecteren.
Serieopnamen
Timer gebruiken
Foto's met de bracketfunctie maken
1
2
Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van
hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden.
Druk in de opnamemodus op [t].
Selecteer een optie.
Symbool
Optie
2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
1
2
Druk in de opnamemodus op [t].
Selecteer AE BKT.
• Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar,
10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
• Druk op [m] en selecteer vervolgens AE BKT instellen om de
• Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
• In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te
belichtingswaarden te selecteren.
• Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale
resultaten.
drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren.
Opnameopties 84
Afbeeldingen aanpassen
pAhM
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
4
Selecteer Beeld aanpassen.
Druk op [F/t] om de waarden aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te
passen.
Selecteer een optie.
Scherpte
• Scherpte
• Contrast
• Kleurverz.
–
+
Beschrijving
De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken.
(Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen.)
Beeld aanpassen : Scherpte
Contrast
–
Scherpte
+
Contrast
Kleurverzadiging Beschrijving
–
De kleurverzadiging verlagen.
Kleurverz.
Terug
Beschrijving
De kleuren en helderheid verlagen.
De kleuren en helderheid verhogen.
Instellen
+
5
De kleurverzadiging verhogen.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Opnameopties 85
Het geluid van de zoom verminderen
TpAhMsig
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid
te verminderen.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Spraak.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het
zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen om het
zoomgeluid op te nemen.
Dempen: er wordt geen geluid opgenomen.
• Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
• Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de
daadwerkelijke geluiden.
Opnameopties 86
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer of televisie aansluit.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus …………………………………… 88
Bestanden op een tv weergeven ……………… 101
Bestanden naar een computer overbrengen … 102
De afspeelmodus starten ……………………… 88
Foto's weergeven ……………………………… 93
Een video afspelen ……………………………… 95
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen …………………………………… 102
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen …………………………………… 103
Foto's bewerken ………………………………… 97
Het formaat van foto's wijzigen …………………
Een foto draaien …………………………………
Een foto bijsnijden ………………………………
Smart filter-effecten toepassen …………………
Foto's aanpassen ………………………………
97
97
98
98
99
Programma's op de computer gebruiken …… 105
i-Launcher installeren
i-Launcher gebruiken
………………………… 105
………………………… 106
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
De afspeelmodus starten
Fotobestandsinformatie
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Actief geheugen
Druk op [P].
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
• Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het
Histogram
recentste bestand weergegeven.
2
Bestandsgegevens
Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen.
• U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander
bestand te gaan.
• Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
• Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
Symbool
geheugenkaart.
• U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
• Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet
automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de
camera en andere apparaten.
GIF-bestand
Foto's achter elkaar vastgelegd (zie "Bestanden weergeven als een
map", pag. 89)
Beveiligd bestand
Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 90)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D].
Afspelen/bewerken 88
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Videobestandsinformatie
Bestanden weergeven als een map
Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map.
1
• De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
Bestandsgegevens
Symbool
Druk in de afspeelmodus op [F/t] of sleep de afbeelding naar links
of rechts om naar een gewenste map te gaan.
Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Eén foto-weergave
Mapnaam – Bestandsnaam
Videobestand
Beveiligd bestand
2
Video's afspelen
Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te
openen.
• U kunt ook
Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te
openen.
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D].
3
Druk op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar
een ander bestand te gaan.
4
Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren
naar de afspeelmodus.
Afspelen/bewerken 89
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden als miniatuur weergeven
Bestanden weergeven op categorie
Bekijk miniaturen van bestanden.
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype.
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen
weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer
naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai
de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te
keren.
1
2
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links.
Druk op [m] en selecteer vervolgens Filter “ een categorie.
• U kunt ook FILTER aanraken om een categorie te selecteren.
Filter
Alles
Datum
Best.type
Raak een bestand aan om dit op het
volledige scherm weer te geven.
Terug
Symbool
Instellen
Beschrijving
Alles: bestanden normaal weergeven.
Druk op [D/c/F/t] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de
vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan.
Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Best.type: bestanden weergeven op bestandstype.
Afspelen/bewerken 90
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
3
4
5
Bestanden beveiligen
Raak een lijst aan om deze te openen.
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd.
Raak een lijst aan om deze weer te geven.
Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug
te keren.
Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de
bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden.
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen.
Druk op [m] en selecteer Beveiligen “ Aan.
Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Bestanden wissen
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
1
2
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ ].
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [m] en
vervolgens Wissen “ Wissen “ Ja te selecteren.
Afspelen/bewerken 91
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
1
Druk in de afspeelmodus op [m].
• Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen “ Select. en ga
Druk in de afspeelmodus op [m].
• Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen “ Alles wissen
verder met stap 3, of druk op [ ], selecteer Select. en ga verder met stap 3.
2
3
4
5
Selecteer Wissen “ Meer wissen.
en ga verder met stap 3 of druk op [ ], selecteer Alles wissen en ga verder
met stap 3.
2
3
Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [o].
• Druk nogmaals op [o] om de selectie te annuleren.
• U kunt bestanden ook selecteren door ze aan te raken.
Selecteer Wissen “ Alles wissen.
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Druk op [ ].
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Kopieer bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart.
1
2
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer Kopie.
Afspelen/bewerken 92
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Functie
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Het vergrote gebied
verplaatsen
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel
van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit
te zoomen.
De vergrote foto
bijsnijden
Beschrijving
• Druk op [D/c/F/t].
• Sleep het scherm om een ander deel van de foto
weer te geven.
Druk op [o] en selecteer Ja. (De bijgesneden
foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De
oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm
bewaard.)
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
Vergroot gebied
Terug
Bijsnijden
Afspelen/bewerken 93
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Panoramafoto's weergeven
Bewegende foto's weergeven
Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus.
1
Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto.
2
Druk op [o] of raak
GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus
Foto in beweging.
• De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
aan.
• De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een
horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale
panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
• Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [o] om te pauzeren
of hervatten.
• Druk nadat u het weergeven van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op
[D/c/F/t] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk
van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto.
3
Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
U kunt de panoramafoto afspelen door op [o] te drukken of, als de langste zijde
van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door aan te
raken.
1
2
3
Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand.
Druk op [o] of raak
aan.
Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Een diashow afspelen
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie
werkt niet voor video's en GIF-bestanden.
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer Opties voor diashow.
Selecteer een effect voor de diashow.
• Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten.
* Standaard
Optie
Afsp.mod.
Interval
Beschrijving
Instellen of de diashow wordt herhaald. (Eenmaal afspelen*,
Herhalen)
• Het interval tussen foto's instellen. (1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
• U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in te
stellen.
Afspelen/bewerken 94
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
* Standaard
Optie
Muziek
Effect
4
5
6
Beschrijving
Achtergrondmuziek instellen.
• Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. (Uit, Kalm*,
Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht)
• Selecteer Uit om de effecten te annuleren.
• Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen foto's
ingesteld op 1 seconde.
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens delen van de
afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de opgenomen of bijgesneden
segmenten opslaan als nieuwe bestanden.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [o] of raak
aan.
2
Geef de video weer.
Druk op [b].
Huidige afspeelduur/
lengte van video
Selecteer Diashow starten.
Geef de diashow weer.
• Druk op [o] om de diashow te onderbreken.
• Druk nogmaals op [o] om de diashow te hervatten.
• Druk op [b] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de
Stop
afspeelmodus.
• Draai [Zoomknop] naar links of rechts, of raak
het volumeniveau aan te passen.
aan onder aan het scherm om
Symbool
/
/
Afspelen/bewerken 95
Beschrijving
Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u deze
optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X,
8X.)
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Symbool
/
Beschrijving
Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer dat
u deze optie aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd:
2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
8
9
Druk op [c] of raak Eindpunt aan.
Druk op [c] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden.
• U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te
verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven.
10
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
• De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand.
Wanneer u een film afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit
scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld.
Een video bijsnijden
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [m].
4
Druk op [o] of raak
beginnen.
5
6
Druk op [c] of raak Startpunt aan.
7
Druk op [o] of raak
eindigen.
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
Selecteer Film bijsnijden.
1
Druk op [o] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de
video.
Druk tijdens het afspelen van een video op [o] of raak
het punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Druk op [c] of raak Vastleggen aan.
aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
Druk op [o] of raak aan om het afspelen van de video te
hervatten.
aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
Afspelen/bewerken 96
aan op
• De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video.
• Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt
aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
• U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken.
• Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt.
Het formaat van foto's wijzigen
Een foto draaien
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.
1
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
Raak
aan en selecteer een optie.
3
.
1
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
Raak aan en selecteer een optie.
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
aan om een foto te
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
3
Res.wijz : 2592 X 1944
4
Raak
aan om op te slaan.
.
Draaien : Rechts 90 gr.
4
Raak
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
Afspelen/bewerken 97
aan om een foto te
Foto's bewerken
Een foto bijsnijden
1
Smart filter-effecten toepassen
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
Pas speciale effecten toe op uw foto's.
1
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
Raak
aan en selecteer vervolgens het gebied dat u wilt slepen en
bijsnijden.
4
Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te
slepen.
5
Raak
aan om een foto te
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
4
Raak
aan om een foto te
aan en selecteer een optie.
Raak o aan.
Smart filter: Miniatuur
aan om op te slaan.
Optie
Uit
Miniatuur
Afspelen/bewerken 98
Beschrijving
Geen effect
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te
geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig
gemaakt.)
Foto's bewerken
Optie
Foto's aanpassen
Beschrijving
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Aquarel
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het effect van een striptekening toepassen.
Cartoon
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
Kruisfilter
objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Schets
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige
Softfocus
effecten toevoegen.
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
Visoog
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Klassiek
Een sepiatinteffect toepassen.
Retro
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het
Zoomopname
midden te benadrukken.
Vignetten
5
Raak
aan om op te slaan.
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, contrast of
verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect. Als het midden van een foto
donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een
nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
• U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en
Smart filter-effecten toepassen.
• U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode ogen
toepassen.
• Als u het ACB-effect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of
de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-effect niet toepassen.
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging
aanpassen
1
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
Afspelen/bewerken 99
aan om een foto te
Foto's bewerken
3
Raak
4
5
aan en selecteer een foto.
Symbool
Beschrijving
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
Helderheid
• Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
passen.
6
7
Kleurverz.
4
hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
Druk op [F/t] om de optie aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
5
6
Raak
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
4
Raak
Raak
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
Raak
aan om op te slaan.
.
selecteren.
aan om op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
Druk op [o].
Rode ogen verwijderen
1
Raak o aan.
Raak
Druk op [F/t] om de optie aan te passen.
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
Contrast
• Als u
Druk op [o].
aan om een foto te
aan en selecteer Gezichtretouch..
Afspelen/bewerken 100
aan en selecteer Anti-rode ogen.
aan om op te slaan.
aan om een foto te
Bestanden op een tv weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
1
2
3
4
5
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Connectiviteit “ Video.
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 134)
6
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de
afstandsbediening van de televisie.
7
Schakel de camera in.
Schakel de camera en de televisie uit.
• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze
aansluit op een televisie.
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
Audio
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen.
• Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
Video
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
• Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet
gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Afspelen/bewerken 101
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
5
Schakel de camera in.
6
Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf
“ DCIM “ 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op
uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar n.
• De camera wordt automatisch herkend.
Selecteer Connectiviteit “ i-Launcher “ Uit.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken 102
Bestanden naar een computer overbrengen
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Voor Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 gelden vergelijkbare methoden voor
het loskoppelen van de camera.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het
knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de
computer.
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat
automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de
camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
2
3
4
Klik op het pop-upbericht.
5
Verwijder de USB-kabel.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan.
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat
veilig is verwijderd.
Afspelen/bewerken 103
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Bestanden naar een computer overbrengen
3
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van
een verwisselbare schijf weer.
4
5
Open de verwisselbare schijf.
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Afspelen/bewerken 104
Programma's op de computer gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
6
i-Launcher installeren
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Connectiviteit “ i-Launcher “ Aan.
Schakel de camera in.
Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de vraag of u
i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja.
• Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u iLinker.exe moet uitvoeren,
moet u dit eerst uitvoeren.
Schakel de camera uit.
• Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop i-Launcher is
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
7
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
• Er wordt een snelkoppeling voor i-Launcher weergegeven op de computer.
• Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk.
• Klik op Apparaten “ i-Launcher “ Mac “ iLinker om i-Launcher te installeren
op uw Mac-computer.
Afspelen/bewerken 105
Programma's op de computer gebruiken
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher
Vereisten voor Windows OS
Optie
Multimedia Viewer
Beschrijving
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Item
Firmware Upgrade
Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken.
i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het
programma pc Auto Backup kunt downloaden wanneer
u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of
video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos
verzenden naar een pc.
PC Auto Backup
Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Firmware bijwerken en PC Auto
Backup beschikbaar.
Processor
RAM
Besturingssysteem*
Vaste-schijfruimte
Overig
Vereisten
Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
• 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor
16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor
aanbevolen)
• USB 2.0-poort
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
• Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows
XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
i-Launcher gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een
koppeling het programma pc Auto Backup downloaden.
• De vereisten zijn alleen aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct,
zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de
toestand van de computer.
• Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk niet
correct afgedrukt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het
gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Afspelen/bewerken 106
Programma's op de computer gebruiken
Vereisten voor Mac OS
i-Launcher openen
Item
Besturingssysteem
Vereisten
Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC)
RAM
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)
Minimaal 110 MB
USB 2.0-poort
Schijfruimte
Overig
Selecteer op de computer start “ Alle programma's “ Samsung “ i-Launcher “
Samsung i-Launcher. Of klik op Programma's “ Samsung “ i-Launcher op uw
Mac-computer.
Afspelen/bewerken 107
Programma's op de computer gebruiken
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
• Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
• Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
1
Nr.
1
2
3
!
0
9 8
7
6
5 4
Afspelen/bewerken 108
2
3
4
5
6
7
8
9
0
!
Beschrijving
Best.naam
Vergroot gebied
Histogram
Het geselecteerde bestand openen.
Histogram-knop
Naar links draaien/naar rechts draaien.
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
De foto op origineel formaat weergeven.
Inzoomen/uitzoomen
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Programma's op de computer gebruiken
Video's bekijken
1
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
2
8
7 6 5 4
3
Afspelen/bewerken 109
Beschrijving
Best.naam
Het volume aanpassen.
Het geselecteerde bestand openen.
Naar het volgende bestand gaan.
Stop
Pauze
Naar het vorige bestand gaan.
Voortgangsbalk
Programma's op de computer gebruiken
De firmware bijwerken
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Het programma pc Auto Backup downloaden
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 120 voor
meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup.
Afspelen/bewerken 110
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren …………… 112
Verbinding maken met een WLAN …………… 112
De aanmeldingsbrowser gebruiken …………… 113
Tips over netwerkverbinding ………………… 114
Tekst invoeren ………………………………… 115
Bestanden automatisch opslaan op een
smartphone ………………………………………
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone ………………………………………
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop ……………………………………
Automatische back-up gebruiken om foto's
of video's te verzenden …………………………
Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 122
E-mailinstellingen wijzigen …………………… 122
Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 124
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken ………………………………………… 125
Een website openen …………………………… 125
Foto's of video's uploaden ……………………… 125
116
Bestanden verzenden met AllShare Play ……… 127
117
Foto's uploaden naar de online opslagruimte … 127
Foto's of video's weergeven op apparaten
die AllShare Play ondersteunen ……………… 128
118
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ……………… 130
120
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc …………………………… 120
Foto's of video's verzenden naar een pc ……… 120
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren.
Verbinding maken met een WLAN
Symbool
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer , , , of .
3 Druk op [m] en selecteer vervolgens Wi-Fi-instelling.
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
• In sommige modi moet u de instructies op het scherm volgen totdat het
scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven.
• De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
Druk op [t] of raak aan om de instelopties voor het
toegangspunt te openen.
• Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster
4 Raak een toegangspunt aan.
weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken
met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst
invoeren'. (pag. 115)
• Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser
gebruiken'. (pag. 113)
• Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera
verbinding met het WLAN.
• Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het WPSprofiel, selecteert u → WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op
het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een toegangspunt dat
wordt ondersteund door het WPS-profiel door → WPS knopverbinding
te selecteren op de camera en vervolgens de knop WPS te selecteren op het
toegangspunt.
Vernieuwen
Terug
• Selecteer Vernieuwen om de lijst met voor verbinding beschikbare
toegangspunten te vernieuwen.
Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
• Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt
toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het
toegangspunt handmatig toe te voegen.
Draadloos netwerk 112
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Netwerkopties instellen
De aanmeldingsbrowser gebruiken
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[t] of raak aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u
verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
Knop/Symbool
[D/c/F/t]
[o]
Optie
Netwerkwachtwoord
Beschrijving
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Het IP-adres automatisch of handmatig instellen.
Beschrijving
Naar een item gaan of door de pagina scrollen.
Selecteer een item.
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
Het IP-adres handmatig instellen
1
2
3
De pagina opnieuw laden.
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[t] of raak aan.
Selecteer IP-instelling “ Handmatig.
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie
IP
Beschrijving
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Hier voert u de gateway in.
Hier voert u het DNS-adres in.
Gateway
DNS-server
• Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent
verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
• De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat
u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de
aan te raken en gaat u
aanmeldingsbrowser door op [b] te drukken of
verder met de gewenste bewerking.
• Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster
voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Draadloos netwerk 113
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
• Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN's
Tips over netwerkverbinding
• Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst.
• De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt.
• Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het
duurt om verbinding te maken met het netwerk.
• Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw
•
camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
• Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het
apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven.
• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
•
•
• Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk
•
•
•
•
•
•
geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk maken via een
printer.
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op
een tv.
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk.
De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement.
Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
•
•
•
•
•
selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw
gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem
contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de
service.
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in
op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan
wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van
radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen,
afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of
verzenden.
Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de
bestanden af te spelen.
Draadloos netwerk 114
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tekst invoeren
Symbool
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de
onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen
enzovoort. Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste toets te gaan en druk
vervolgens op [o] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om
deze in te geven.
Beschrijving
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Een spatie invoeren.
Gereed
De weergegeven tekst opslaan.
• In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht
de schermtaal.
• Druk op [P] om direct naar Gereed te gaan.
• U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
• Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus.
Annuleer
Symbool
Gereed
Beschrijving
De laatste letter verwijderen.
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
Annuleer
Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige
pagina.
Draadloos netwerk 115
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto
automatisch op de smartphone opgeslagen.
• De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS
4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store
of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
• Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen.
• Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt.
• Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
1
2
5
Druk op de camera, in de opnamemodus, op [m].
Selecteer op de camera AutoShare “ Aan.
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
• Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus (
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
) aangeeft,
weergegeven op het scherm van de camera.
6
inschakelt.
4
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
Maak een foto met de camera.
• De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
• Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de
camera.
• Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt
niet opgeslagen op de smartphone.
• Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een
video, wordt niet opgeslagen op de smartphone.
Draadloos netwerk 116
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone.
• De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten met iOS
4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store
of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
• Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
• Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1000 recente bestanden weergeven en maximaal 150 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden selecteert op
de camera, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera en is het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden afhankelijk van de opslagruimte van de
smartphone.
• Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen.
1
2
5
Draai de modusdraaiknop op de camera naar w.
Selecteer
op de camera.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
6
Selecteer een verzendoptie op de camera.
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
• Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te
bekijken en te delen.
• Als u Bestanden selecteren op camera selecteert, kunt u bestanden
selecteren die u wilt verzenden vanaf de camera.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
verbinding automatisch tot stand gebracht.
7
Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u
vanaf de camera wilt verzenden.
8
Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Delen op
de camera.
• De camera verzendt de bestanden.
Draadloos netwerk 117
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de
functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
• De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones uit de Galaxy-serie en Galaxy Tab-modellen met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger of iOS-apparaten
met iOS 4.3 of hoger. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat controleren en deze zo nodig bijwerken.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of
de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of hoger.
1
2
6
Draai de modusdraaiknop op de camera naar w.
Selecteer
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Symbool
op de camera.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
Flitsoptie
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Timerinstelling
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
Fotoformaat
inschakelt.
4
5
Beschrijving
Opslaglocatie
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
Zoomverhouding
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
• Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
• De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
beschikbaar op uw camera.
functie gebruikt.
• De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten
Draadloos netwerk 118
en
.
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
7
Blijf
aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
8
Laat
los om de foto te maken.
• De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
• Het formaat van de foto wordt gewijzigd in 640 X 360 wanneer deze wordt
opgeslagen op de smartphone.
• Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
• De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera bevinden
als u deze functie wilt gebruiken.
• Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u
op de smartphone hebt
losgelaten.
• De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- Er is een inkomende oproep op de smartphone.
- De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
- Het geheugen is vol.
- De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken.
- De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
Draadloos netwerk 119
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc.
Het programma voor Automatische back-up installeren op
uw pc
1
2
3
Installeren i-Launcher op de pc. (pag. 105)
1
2
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt
weergegeven, klikt u hierop.
• U moet de informatie voor de back-up-pc configureren om de functie
• Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc en de
informatie over de pc wordt opgeslagen op de camera. Volg de instructies op
het scherm om de installatie te voltooien.
• U kunt de informatie over de pc ook opslaan op de camera door de pc en
camera op elkaar aan te sluiten via Wi-Fi.
4
Foto's of video's verzenden naar een pc
Verwijder de USB-kabel.
app te downloaden, selecteert u Volgende.
Automatische back-up te gebruiken. Zie 'Het programma voor Automatische
back-up installeren op uw pc' voor meer informatie. (pag. 120) Als het
programma Automatische back-up op uw pc is geïnstalleerd, kunt u de pcinformatie opslaan via een USB-kabel of Wi-Fi-aansluiting.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
Draadloos netwerk 120
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
3
4
Selecteer een pc voor de back-up.
• Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
• Als u eerder een back-up hebt gemaakt, gaat u verder naar stap 4.
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
• De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
Selecteer OK.
• Selecteer Annuleer als u het verzenden wilt annuleren.
• U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken.
•
•
•
•
Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera.
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc.
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer
30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleer om terug te
gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld.
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid,
selecteert u Pc afsluiten na back-up “ Aan.
Selecteer als u de pc voor de back-up wilt wijzigen.
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
• Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
• Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
• U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
verzenden.
• De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
• Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden. Bestanden
•
•
•
•
•
Draadloos netwerk 121
kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw
aansluit op een andere pc.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u
deze functie gebruikt.
U kunt maximaal 1000 recente bestanden verzenden.
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet
en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de
afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
5
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het
opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen
of wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 115)
Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Instelling afzender
Naam
Uw gegevens opslaan
1
2
E-mail
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Opslaan
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
3
4
Druk op [m].
6
7
Reset
Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
• Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Reset aan.
Selecteer Instelling afzender.
Draadloos netwerk 122
Foto's of video's via e-mail verzenden
Een e-mailwachtwoord instellen
1
2
Het e-mailwachtwoord wijzigen
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
1
2
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
3
4
Druk op [m].
5
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
6
7
8
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
Selecteer Wachtwoord instellen “ Aan.
• Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
• Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert.
Voer het wachtwoord nogmaals in.
3
4
5
6
7
8
Druk op [m].
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit opnieuw instellen door Reset
te selecteren op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u
de gegevens opnieuw instelt, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de
gebruiker, e-mailadres en recent verzonden e-maillijst verwijderd.
Draadloos netwerk 123
Foto's of video's via e-mail verzenden
6
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor
meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 115)
1
2
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
3
4
• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
7 MB zijn.
7
8
Selecteer Volgende.
9
Selecteer Verzenden.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer
Gereed.
• De camera verzendt de e-mail.
Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer
Gereed.
• Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
• Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch
•
ingevoegd. (pag. 122)
• Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, raakt u
“ een adres aan.
•
Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer
Gereed.
• Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, selecteert
“ een adres.
om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30
ontvangers ingeven.
• Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
•
u
• Selecteer
5
•
•
Selecteer Volgende.
Draadloos netwerk 124
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of
herkend als spam.
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of
als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De
maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M, en de langste video die u
of is een video die
kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van
is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M
heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te
drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) “ E-mail te selecteren.
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Om bestanden te uploaden, moet u de
website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit.
Een website openen
Foto's of video's uploaden
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer .
3 Selecteer een website.
1 Open de website met uw camera.
2 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
• U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag maximaal
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een
account te maken, selecteert u OK.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
10 MB zijn. (Op bepaalde websites kan de totale grootte of het totaal aantal
bestanden verschillen.)
3 Selecteer Uploaden.
• Op sommige websites kunt u uw opmerkingen ingeven door het vak
opmerking te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven van
tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 115)
4 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
• Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 115)
• U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
→ een
gebruikersnaam te selecteren.
• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website
voor het delen van bestanden hebben.
Draadloos netwerk 125
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
• U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [m] te drukken en
vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren op het lijstscherm van de
website.
• U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt.
De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M, en de langste video die u
of is een video die
kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van
is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M
heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige
websites kan de maximum fotoresolutie anders zijn.)
• De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van
de geselecteerde website.
• Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang
tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
• De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch
worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
• De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is
afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
• Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
• U kunt in de afspeelmodus ook foto's en video's uploaden naar websites voor
het delen van bestanden door op [m] te drukken en vervolgens
Delen (Wi-Fi) en een gewenste website te selecteren.
• Op bepaalde websites kunt u geen video's uploaden.
Draadloos netwerk 126
Bestanden verzenden met AllShare Play
Upload bestanden van uw camera naar de online opslag van AllShare Play of bekijk bestanden op een AllShare Play-apparaat dat is aangesloten op hetzelfde toegangspunt.
3
Foto's uploaden naar de online opslagruimte
1
2
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Aanmelding “ OK.
• Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'.
(pag. 115)
“ Webopslag.
• U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
“ een
gebruikersnaam te selecteren.
• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
• Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een
account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de
accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan AllShare
Play.
• Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [m] en
selecteert u Uploadgrootte afb. aan.
• Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u een keuze maken
in de lijst door op [m] te drukken en vervolgens Webopslag wijzigen te
selecteren.
4
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden.
• Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, moet u eerst een webopslag
selecteren.
• U kunt geen videobestanden uploaden naar de online AllShare Playopslagruimte.
• Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
• U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
• U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te
drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) “ AllShare Play te selecteren.
Draadloos netwerk 127
Bestanden verzenden met AllShare Play
Foto's of video's weergeven op apparaten die AllShare Play
ondersteunen
1
2
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
“ Apparaten in de buurt.
• Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 112)
• U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te
6
Blader op het AllShare Play-apparaat door de gedeelde foto's of
video's.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het AllShare Play-apparaat voor
informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of
video's op het AllShare Play-apparaat.
• Afhankelijk van het type AllShare Play-apparaat of de netwerkverbinding kan
het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit gebeurt,
neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager en speelt
u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat worden
afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel
aan op het apparaat.
staan verbinding te maken, door op [m] te drukken en vervolgens
DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm.
• Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere
apparaten uw camera kunnen vinden.
3
Verbind het AllShare Play-apparaat met een netwerk en schakel de
AllShare Play-functie in.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie.
4
Geef op de camera het AllShare Play-apparaat toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer een camera op het AllShare Play-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
AP
â–² Een camera is verbonden met een televisie die AllShare Play ondersteunt via
WLAN.
Draadloos netwerk 128
Bestanden verzenden met AllShare Play
• U kunt maximaal 1000 recente bestanden delen.
• Op het AllShare Play-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met
•
•
•
•
•
•
•
•
de camera hebt opgenomen.
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een AllShare Playapparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt.
Als de camera is verbonden met 2 AllShare Play-apparaten, wordt er mogelijk
langzamer afgespeeld.
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die AllShare Play
ondersteunen.
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het AllShare Playapparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specificaties van het
apparaat.
Het overbrengen van foto's of video's naar het AllShare Play-apparaat kan enige
tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u
wilt delen of de grootte van de bestanden.
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op
een AllShare Play-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen),
gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het
AllShare Play-apparaat.
Draadloos netwerk 129
• Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
• Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het AllShare Play-apparaat
•
•
•
•
voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere
handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden
wijzigt terwijl u de bestanden op een AllShare Play-apparaat bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te
werken.
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw AllShare Play-apparaat aan
te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het
streamen van inhoud tot een minimum beperken.
Als u bestanden op een AllShare Play-apparaat wilt weergeven met de functie
Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw AP in.
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet
ondersteund op bepaalde apparaten.
1
2
3
5
Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in.
Scrol op de camera in de afspeelmodus naar een foto.
Druk op [m] en selecteer vervolgens Delen (Wi-Fi) “ Wi-Fi
Direct.
Geef op het toestel de camera toestemming om verbinding te
maken met het toestel.
• De foto wordt verzonden naar het apparaat.
• In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk
verzenden.
• In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren. Selecteer Next
wanneer u klaar bent met het selecteren van foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op de
camera.
• Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld.
• U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct-apparaten op het
apparaat.
Draadloos netwerk 130
• U kunt maximaal 20 bestanden in één keer verzenden.
• Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
• Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-toestel, moet u het
toestel bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk niet
ondersteund op bepaalde apparaten.
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Instellingenmenu ……………………………………………… 132
Het instellingenmenu openen ………………………………
Geluid …………………………………………………………
Display ………………………………………………………
Connectiviteit ………………………………………………
Algemeen ……………………………………………………
132
133
133
134
135
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
Het instellingenmenu openen
1
2
3
Selecteer een item.
Draai de modusdraaiknop naar n.
Geluid
Selecteer een menu.
Volume
Middel
Piepjes
Aan
Sl.toon
Geluid 1
Instellingen
Geluid
Begingeluid
Display
Terug
Connectiviteit
4
Algemeen
Uit
Select.
Selecteer een optie.
Volume
Optie
Geluid
Display
Beschrijving
Verschillende camerageluiden en het volume instellen.
(pag. 133)
Uit
Laag
De scherminstellingen aanpassen. (pag. 133)
Middel
Connectiviteit Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (pag. 134)
Algemeen
Hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (pag. 135)
Hoog
Terug
5
Instellingen 132
Instellen
Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren.
Instellingenmenu
Geluid
Display
* Standaard
Item
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
AF-geluid
Beschrijving
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag,
Middel*, Hoog)
* Standaard
Item
Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen
drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de
ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
camera inschakelt. (Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Beschrijving
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke.
• Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
• Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen
weergeven.
• Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u hebt
vastgelegd in het geheugen.
• De camera slaat per keer slechts één gebruikersfoto in
het interne geheugen op.
• Als u een nieuwe foto selecteert als gebruikersfoto
of als u de camera opnieuw instelt, wordt de huidige
afbeelding gewist.
Richtlijn
Datum/tijd
weergeven
Helpgids weerg.
Instellingen 133
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis,
Diagonaal)
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera
worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu
weergegeven. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Helderh. scherm
Snel tonen
Beschrijving
Connectiviteit
* Standaard
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*,
Donker, Normaal, Licht)
Item
Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs als
Auto is geselecteerd.
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt
weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus.
(Uit, Aan*)
Video
Deze functie werkt niet in alle modi.
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt
de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan)
i-Launcher
Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [X] om
de camera weer te gebruiken.
Instellingen 134
Beschrijving
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
• NTSC: V.S., Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort
• PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland
enzovoort
Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart
wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
* Standaard
Algemeen
* Standaard
Item
Netwerkinformatie
Language
Tijdzone
Datum/tijd
aanpassen
Datumtype
Item
De naamgeving van bestanden opgeven.
• Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij
0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd.
• Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt
wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
Beschrijving
Het Mac-adres en netwerkcertificatienummer van de
camera weergeven.
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander
land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u de juiste
tijdzone. (Thuis*, Bezoek)
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
• De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en
Bestandsnr.
Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van
de geselecteerde taal.
De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur)
Type tijd
Beschrijving
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
Instellingen 135
de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001.
• Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een
foto maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van
SAM_0001 tot SAM_9999.
• Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van
100PHOTO tot 999PHOTO.
• Het maximum aantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9999.
• De camera definieert bestandsnamen volgens de
DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u
bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
Instellingenmenu
* Standaard
Item
* Standaard
Beschrijving
Item
Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven
op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
AF-hulplamp
• De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van
de foto weergegeven.
• Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum
Afdruk
en tijd niet correct af.
• De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven
als:
- u de modus i selecteert
- u Panorama selecteert in de modus s
- u Mijn Magisch kader of Foto in beweging selecteert
in de modus g mode
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen
bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
• Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de
Automatisch uit
DIRECT LINK (Wi-Fiknop)
Formatt.
ResetReset
Open bron-licenties
batterij vervangt.
• De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de
camera is aangesloten op een computer, is verbonden
met een WLAN of wanneer u een diashow of video's
afspeelt.
Start een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie door op
[DIRECT LINK] te drukken. (AutoShare*, MobileLink,
Remote Viewfinder, Automatische back-up, E-mail,
SNS en cloud, AllShare Play)
Instellingen 136
Beschrijving
Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje
wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen.
(Uit, Aan*)
Formatteer het interne geheugen en de geheugenkaart.
Wanneer u formatteert, worden alle bestanden verwijderd,
ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om
beelden op te slaan.
Reset menu's en opnameopties. De instellingen voor
datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.
(Ja, Nee)
De informatie over de Open Source-licentie weergeven.
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
Foutmeldingen ………………………………………………… 138
Cameraonderhoud ……………………………………………… 140
De camera reinigen …………………………………………
De camera gebruiken of opbergen …………………………
Geheugenkaarten ……………………………………………
De batterij ……………………………………………………
140
141
142
145
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………… 149
Cameraspecificaties …………………………………………… 152
Woordenlijst ……………………………………………………… 156
Index ……………………………………………………………… 161
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding
Kaartfout
Mogelijke oplossingen
Foutmelding
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
DCF Full Error
terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
SD-, SDHC-, of SDXC-kaarten kunnen worden
vergrendeld om te voorkomen dat bestanden worden
gewist. Ontgrendel de kaart voordat u opnamen maakt.
Apparaat
losgekoppeld.
Kaart vergrendeld
Bestandsfout
Kaart wordt niet
ondersteund.
Verbinding is niet
gelukt.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund
door de camera. Plaats een SD-, SDHC-, of SDXCgeheugenkaart.
• De camera kan geen verbinding met het netwerk
maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer
een ander toegangspunt en probeer het opnieuw.
• De camera kan geen verbinding maken met de andere
apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
Initialisatie mislukt.
Wachtwoord onjuist
Batterij bijna leeg
Bijlagen 138
Mogelijke oplossingen
Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen.
Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een
computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het
menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. “ Op nul.
(pag. 135)
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Selecteer opnieuw een apparaat
dat AllShare Play ondersteunt.
Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera.
Formatteer de geheugenkaar in de camera.
De camera kan een apparaat dat AllShare Play
ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het
netwerk in die AllShare Play ondersteunen.
Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden
naar een andere camera is onjuist. Voer het juiste
wachtwoord in.
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Foutmeldingen
Foutmelding
Geheugen vol
Geen foto
Foto-overdracht
mislukt.
Overdracht mislukt.
Mogelijke oplossingen
Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de
camera.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Probeer de functie AllShare Play
opnieuw te starten.
• De camera kan geen foto verzenden naar de andere
camera. Probeer opnieuw te verzenden.
• De camera kan geen e-mail verzenden of foto's
overdragen naar een apparaat dat AllShare Play
ondersteunt. Controleer de netwerkverbinding en
probeer het opnieuw.
Bijlagen 139
Cameraonderhoud
De camera reinigen
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze
oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
• Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap.
Bijlagen 140
Cameraonderhoud
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend
De camera gebruiken of opbergen
materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de
•
•
•
•
•
vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
luchtvochtigheid snel verandert.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme
locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen
om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slechtgeventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te
voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of
ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en
explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de
camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera
wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er
condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera.
In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er
condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
Gebruik op het strand of aan de waterkant
zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een
andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart
niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de
camera beschadigd raken.
Bijlagen 141
Cameraonderhoud
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
•
•
•
•
•
•
•
•
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of
blootstelt aan schokken.
Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe
druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om
te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas
of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar
een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in
verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten
kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing
veroorzaken.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren
of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit
gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de
camera te gebruiken.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van
invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld,
kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven.
Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de
camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een
van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt
mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Dit product accepteert de geheugenkaarten SD (Secure Digital), SDHC (Secure
Digital High Capacity), SDXC (Secure Digital eXtended Capacity), microSD,
microSDHC of microSDXC.
Contactpunt
Schrijfvergrendeling
Etiket (voorzijde)
U kunt voorkomen dat bestanden worden verwijderd door gebruik te maken van
de schakelaar voor schrijfbescherming op een SD-, SDHC- of SDXC-kaart. Schuif de
schakelaar omlaag, of schuif de schakelaar omhoog om te ontgrendelen. Wanneer u
foto's en video's maakt, moet de kaart ontgrendeld zijn.
Bijlagen 142
Cameraonderhoud
Formaat
Superhoog
Hoog
Normaal
1006
1897
2692
1329
2461
3437
2508
4359
5780
Geheugenkaartadapter
Geheugenkaart
Als u microgeheugenkaarten wilt gebruiken met dit product, een computer of een
geheugenkaartlezer, moet u de kaart in een adapter plaatsen.
Video
Formaat
Capaciteit van de geheugenkaart
1920 X 1080
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de
opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
SD-kaart van 2 GB:
1280 X 720
Foto
640 X 480
Formaat
Superhoog
Hoog
Normaal
248
489
722
277
546
805
325
638
940
341
669
984
418
817
1196
638
1228
1777
320 X 240
Om te delen
30 fps
Ongeveer 18' 03"
Ongeveer 25' 53"
Ongeveer 46' 12"
Ongeveer 257' 31"
Ongeveer 257' 31"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de
zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale
opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen.
Bijlagen 143
Cameraonderhoud
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen
•
•
•
•
•
•
•
•
(onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor
zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in
de verkeerde richting plaatst, kunnen camera en geheugenkaart worden
beschadigd.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer
zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw
eigen camera.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het
lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's
meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk
worden blootgesteld.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige
magnetische velden.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of
luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of
•
•
•
•
vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon
voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de
kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of
DVD.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
Bijlagen 144
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Cameraonderhoud
De batterij
Levensduur van de batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Batterijspecificaties
Specificatie
Model
Type
Capaciteit
Voltage
Oplaadduur* (wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Beschrijving
SLB-10A
Lithium-ionbatterij
1030 mAh
3,7 V
Testomstandigheden(bij een volledig opgeladen
batterij)
Foto's
Ongeveer
150 min/
Ongeveer
300 foto's
De levensduur is gemeten onder de volgende
omstandigheden: in de modus p, in het donker,
resolutie , kwaliteit Hoog, OIS aan.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en
zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom
in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht 30 seconden tussen
de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten
en schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
120 min.
Neem video's op met de resolutie
Ongeveer 240 min.
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
en 30 fps.
• De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen
afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
• Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te
bepalen.
• Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
Bijlagen 145
Cameraonderhoud
Melding Batterij bijna leeg
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt
de melding 'Batterij bijna leeg'.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een
verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of
permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij gebruiken
• Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder
•
•
•
•
•
•
0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de
laadcapaciteit van de batterijen beperken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm
worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de
batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone
capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden
opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig
lege batterij mogelijk niet weer opladen.
Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet
u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat
leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot
een storing, brand of explosie.
De batterij opladen
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet
volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.
• Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een
schok veroorzaken.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is
opgeladen.
• Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal
leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die
veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te
gebruiken.
Bijlagen 146
Cameraonderhoud
• Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen,
•
•
•
•
•
brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel
leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat.
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te
hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld,
wordt het opladen gestart.
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden.
Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera.
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u
dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd.
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens de
voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het
weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet
worden.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen:
- Wanneer u een USB-hub gebruikt.
- Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten.
- Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit.
- Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet
ondersteunt (5 V, 500 mA).
Bijlagen 147
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid
de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
• De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste
wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere
afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik
hiervan en neemt u contact op met een servicecenter.
• Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de
procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld.
• Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet
bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de
zon.
• Plaats de batterij niet in een magnetron.
• Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals
een badkamer of douche.
• Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
• Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere tijd in een
afgesloten ruimte achterlaten.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging.
Bijlagen 148
• Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp
voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze
van grote hoogte te laten vallen.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F).
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
• Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
• Gooi de batterij nooit in een open vuur.
• Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan
alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze
niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem
hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de batterij in de camera is
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
geplaatst.
• Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst. (pag. 24)
• Laad de batterij op.
• Laad de batterij op.
• De camera bevindt zich mogelijk in de modus
De camera wordt plotseling
uitgeschakeld.
De batterij raakt snel leeg.
Mogelijke oplossingen
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Automatisch uit. (pag. 136)
• De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om
te voorkomen dat de geheugenkaart door
een harde schok beschadigd raakt. Schakel de
camera weer in.
• De batterij raakt bij lage temperaturen (onder
0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
• Als u de flitser gebruikt of video's opneemt,
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij
indien nodig weer op.
• Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de gebruiksduur van de
batterij aanzienlijk afneemt.
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
• Formatteer de geheugenkaart.
Er kunnen geen foto's worden • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
gemaakt.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Laad de batterij op.
• Controleer of de batterij op de juiste wijze is
geplaatst.
De camera loopt vast.
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik.
De camera wordt warm.
Dit is normaal en is niet van invloed op de
levensduur of prestaties van uw camera.
• Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit.
(pag. 67)
De flitser werkt niet.
• In sommige modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
Er wordt onverwachts geflitst. statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect
van de camera.
Bijlagen 149
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossingen
De datum en tijd zijn onjuist.
Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen.
(pag. 135)
Het scherm of de knoppen
werken niet.
Het camerascherm reageert
niet goed.
Er is een fout met de
geheugenkaart opgetreden.
Er kunnen geen bestanden
worden afgespeeld.
Situatie
• Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 70)
De foto is onscherp.
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie.
(pag. 144)
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera het bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen.
Mogelijke oplossingen
• Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (pag. 140)
• Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 153)
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
De kleuren in de foto zijn
anders dan de daadwerkelijke kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
kleuren.
voor de lichtbron. (pag. 80)
De foto is overbelicht.
• Schakel de flitser uit. (pag. 67)
De foto is te licht.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 78)
De foto is onderbelicht.
• Schakel de flitser in. (pag. 67)
De foto is te donker.
• Pas de ISO-waarde aan. (pag. 69)
• Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 78)
Bijlagen 150
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
De foto's worden niet op de
televisie weergegeven.
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de camera correct op de televisie
•
•
is aangesloten met de A/V-kabel.
Controleer of de geheugenkaart foto's bevat.
Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is
geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
De computer herkent de
camera niet.
•
•
De computer verbreekt de
verbinding met de camera
tijdens het overbrengen van
bestanden.
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de USBkabel los en sluit deze weer aan.
Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
met bepaalde videospelers. Als u videobestanden
De computer kan geen video's wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera,
afspelen.
gebruikt u het Multimedia Viewer-programma
dat u met het programma i-Launcher op uw
computer kunt installeren.
Mogelijke oplossingen
• Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
• Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in
het instellingenmenu. (pag. 134)
• Afhankelijk van de specificaties en omgeving
i-Launcher werkt niet correct.
Uw televisie of computer
kan geen foto's of video's
weergeven die zijn
opgeslagen op een SDXCgeheugenkaart.
Uw computer herkent een
SDXC-geheugenkaart niet.
Bijlagen 151
van de computer wordt het programma
mogelijk niet automatisch gestart. Klik in
dit geval op start “ Alle programma's
“ Samsung “ i-Launcher “ Samsung
i-Launcher op uw computer. (Voor Windows 8
opent u het startscherm en selecteert u
All apps (Alle apps) “ Samsung i-Launcher.)
Of klik op Programma's “ Samsung “
i-Launcher op uw Mac-computer.
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het
externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit
op het apparaat.
SDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFATbestandssysteem. Als u SDXC-geheugenkaarten
wilt gebruiken op een Windows XP-computer,
kunt u het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via
de website van Microsoft.
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Type
1/2,33" (ongeveer 7,67 mm) BSI CMOS
Effectieve pixels
Ongeveer 14,2 megapixel
Totaalaantal pixels
Lens
Ongeveer 16,4 megapixel
Brandpuntsafstand
Samsung-lens f = 4,0-72,0 mm
(gelijk aan 35-mm-film: 24-432 mm)
Diafragmabereik
F3.2(W)-F5.8(T)
• Fotomodus: 1,0-18,0X
Zoom
(optische zoom X digital zoom: 90,0X,
optische zoom X Intelli zoom: 36,0X)
• Afspeelmodus: 1,0-14,4X
(afhankelijk van de beeldgrootte)
Display
Type
TFT LCD
Functionaliteit
Scherpstelling
3,0" (75,0 mm) 460K
Type
Normaal (AF)
Macro
Auto macro
Handm.
scherpstellen
Bereik
Groothoek (G)
80 cm-oneindig
5-80 cm
5 cm-oneindig
Tele (T)
350 cm-oneindig
180-350 cm
180 cm-oneindig
5 cm-oneindig
180 cm-oneindig
Sluitertijd
• Auto: 1/8-1/2000 sec.
• Programma: 1-1/2000 sec.
• Handmatig: 16-1/2000 sec.
Belichting
Regeling
Programma AE, Diafragmaprioriteit AE,
Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting
Lichtmeting
Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie
Compensatie
±2 EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600,
ISO 3200
TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF,
Tracking AF, Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF),
Handm. scherpstellen
Bijlagen 152
Cameraspecificaties
Flitser
Opnemen
Modus
Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit,
Anti-rode ogen
Bereik
• Groothoek: 0,3-3,38 m (ISO Auto)
• Tele: 0,5-1,51 m (ISO Auto)
Oplaadtijd
Ongeveer 4 sec.
• Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto
Trillingsreductie
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Foto's
Effect
• Fotofilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten,
Opnamemodus voor
foto's
Opnamemodus voor
video's
Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets,
Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname
• Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Filmfilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2,
Paleteffect 3, Paleteffect 4
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling, Kleurtemp.
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Bijlagen 153
met tegenlicht, Nacht, Tegenl., Landschap, Wit,
Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zonsondergang,
Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie,
Vuurwerk, Kaarslicht, Spotlight, Spotlight (Macro),
Spotlight (portret)), Programma, Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, Handmatig, Smart
(Gezichtscorrectie, Continuopname, Landschap,
Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama,
Waterval, Silhouet, Zon onder, Opname bij weinig
licht, Vuurwerk, Lichtspoor), Beste gezicht, Magisch
Plus (Mijn Magisch kader, Gesplitste opname, Foto in
beweging, Fotofilter)
• Reeksopname: 1 opname, Serieopname (3 fps),
Serieopname (8 fps), AE BKT
• Timer: Uit, 10 sec, 2 sec
Cameraspecificaties
• Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Blauwe
•
•
Video's
•
•
•
•
•
lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Magisch
Plus (Filmfilter)
Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min)
Formaat: 1920 X 1080, 1280 X 720, 640 X 480,
320 X 240, 240 Web
Framesnelheid: 30 fps
Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit,
Dempen
Vastleggen tijdens opnemen
OIS: Aan, Uit
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
foto's maken
Opslag
• Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB
• Extern geheugen (optioneel):
Media
Bestandsindeling
Video's
Formaat
4320 X 3240
4320 X 2880
• Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en
Foto's
• Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21
• Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC)
Symbool
Afspelen
effecten, Video
• Bewerken: Res.wijz, Draaien, Smart filter, Bijsnijden
• Effect: Beeld aanpassen (Helderheid, Contrast,
Kleurverz., ACB, Gezichtretouch., Anti-rode ogen),
Smart filter (Uit, Miniatuur, Vignetten, Aquarel,
Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets, Softfocus,
Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname)
SD-kaart (2 GB gegarandeerd),
SDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd),
SDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
4320 X 2432
3648 X 2736
Beeldformaat
2832 X 2832
2592 X 1944
1984 X 1488
1920 X 1080
Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden
1024 X 768
Bijlagen 154
Cameraspecificaties
Draadloos netwerk
Afmetingen (B x H x D)
MobileLink, Remote Viewfinder, SNS en cloud, E-mail, S/W Upgrade Notifier,
AllShare Play, Automatische back-up, AutoShare
Interface
106,05 x 61,65 x 21,65 mm (zonder uitstekende delen)
Gewicht
184 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Digitale uitvoer
USB 2.0
Audio-invoer/-uitvoer
Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar)
Bedrijfsluchtvochtigheid
Gelijkstroomaansluiting
5,0 V
5-85 %
Voedingsbron
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Software
Oplaadbare batterij
Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1030 mAh)
Connectortype
Micro USB (5-pins)
i-Launcher
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties.
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
Bijlagen 155
Woordenlijst
Automatische contrastverbetering (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de
achtergrond.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld
bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig
resultaat.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem
voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA).
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw
camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en
wordt de achtergrond van een compositie vaag.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige
beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom
bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of
een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om
de camera te stabiliseren.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de
zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt
de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Bijlagen 156
Woordenlijst
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend
door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.
Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen
en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde
belichting.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale
camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development
Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt
bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden
met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters).
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere
weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een
grotere beeldhoek.
Histogram
Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de
helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant
(te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto
niet goed is belicht.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede
videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint
Video Team (JVT).
Bijlagen 157
Woordenlijst
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in
het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt
tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de
camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die
wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met
een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de
macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen
met een verhouding op bijna ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid
licht meet om de belichting in te stellen.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden
gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale
afname van de beeldresolutie.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt
meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer
de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica.
Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om
kleuren te kunnen reproduceren.
OIS (Optical Image Stabilization; Optische beeldstabilisatie)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er
treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie
Digitale beeldstabilisatie.
Bijlagen 158
Woordenlijst
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met
een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen
in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op
onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld.
Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal
resulteert in grotere bestanden.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood,
groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of
kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer
pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te
sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien
hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de
beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en
wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het
onderwerp te bevriezen.
Bijlagen 159
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop
dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet
met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid
door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval
mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat
het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus
in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of
het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het
hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te
scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis
inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een
duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel
van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Bijlagen 160
Index
A
AllShare Play 127
Aanraakscherm
Automatische back-up 120
Aanraken 33
Slepen 33
Vegen 33
Automatische contrastverbetering
(ACB)
Afspeelmodus 99
Opnamemodus 79
Afdruk 136
AF-geluid 133
AutoShare 116
AF-hulplamp
A/V-poort 21
Instellingen 136
AF-hulplampje
Locatie 21
Afspeelknop 23
Afspeelmodus 88
Afzonderlijke beelden uit een video
opslaan 96
Beeldaanpassing
Bewegende foto's 94
Categorie 90
Diashow 94
Map 89
Miniaturen 90
Panoramafoto’s 94
Televisie 101
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 85
Helderheid
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 78
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 85
Rode ogen 100
Scherpte 85
B
Beginafbeelding 133
Batterij
Belichting 78
Let op 146
Opladen 25
Plaatsen 24
Bestanden weergeven
Contrast
Bestanden beveiligen 91
Bestanden overbrengen
Automatische back-up 120
E-mail 122
Mac 103
Windows 102
Bijlagen 161
Bestanden wissen 91
C
Camera loskoppelen 103
Cameraonderhoud 140
Cameraspecificaties 152
Contrast
Afspeelmodus 99
Opnamemodus 85
Index
D
Datum/tijd aanpassen 135
Diafragmawaarde 46
Diashow 94
Digitale zoom 37
Flitser
Anti-rode ogen 68
Auto 67
Invulflits 67
Langzame synchronisatie 68
Rode ogen 67
Uit 67
Helderheid
Afspeelmodus 99
Opnamemodus 78
Centr. gewogen 79
Multi 79
Spot 79
I
Macro
Foutmeldingen 138
Instellingen 135
Functieknop 23
Intelligente scènedetectiemodus 61
Draaien 97
Filmmodus 60
Lichtmeting
Foto's bewerken 97
Draadloos netwerk 112
F
Handmatige modus 49
M
Formatteren 136
Externe zoeker 118
L
Helderheid scherm 134
DIRECT LINK-knop 23
E
H
G
Intelligent zoomen 38
ISO-waarde 69
Geheugenkaart
Aandachtspunt 144
Plaatsen 24
Geluidsinstellingen 35
Gezichten retoucheren 100
Gezichtsdetectie 75
K
Auto macro 71
Handm. scherpstellen 71
Macro 71
Magic Plus, modus
Filmfilter 59
Foto in beweging 57
Mijn Magisch kader 54
Menuknop 23
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 85
Knipperen 76
Bijlagen 162
Miniaturen 90
MobileLink 117
Index
Modus Beste gezicht 53
Modus Diafragmaprioriteit 47
Fotofilter 58
Gesplitste opname 56
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 64
Pictogrammen
Afspeelmodus 88
Opnamemodus 28
Modusdraaiknop 22
Modus Magisch Plus
Resolutie
P
Portretten maken
Gezichtsdetectie 75
Knipperen 76
Smile shot 76
Zelfportret 75
Modus Panorama 51
Richtlijn 133
Rode ogen
Afspeelmodus 100
Opnamemodus 66
Power-knop 21
Schermtype 34
OIS (Optical Image Stabilization;
Optische beeldstabilisatie) 39
Programmamodus 45
Scherpstelgebied
One Touch-opname 74
R
Ontspanknop 21
Reinigen
Ontspanknop half indrukken 40
Opladen 25
Optionele accessoires 20
Smart filter
Afspeelmodus 98
Opnamemodus voor foto's 58
Video-opname, modus 59
Smart-modus 50
Smile shot 76
Snel tonen 134
S
O
Centrum AF 72
Multi AF 72
Camerabody 140
Lens 140
Scherm 140
Smart Auto-modus 43
Scherpte 85
Servicecenter 149
Sluiterprioriteit, modus 48
Reset 136
Bijlagen 163
Spaarstand 134
Statiefbevestigingspunt 21
Statuslampje 22
Index
T
V
W
Taalinstellingen 135
Verbinding maken met een Maccomputer 103
Website
Tijdinstellingen 26
Tijdzone-instellingen 26, 135
Timer 84
Tracking AF 73
U
Uitpakken 20
USB-poort 21
Foto's of video's uploaden 125
Openen 125
Vergroten 93
Video 134
Afspeelmodus 95
Opnamemodus 60
Video's bewerken
Bijsnijden 96
Opnemen 96
Witbalans 80
Z
Zelfportret 75
Zoom
Zoomfunctie gebruiken 37
Zoomgeluidinstellingen 86
Zoomknop 22
Bijlagen 164
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
www.samsung.com.