ESAB MLC 30C Handleiding

Type
Handleiding
Valid for Serial NO 942 XXX--XXXX0457 038 001 010312
MLC 30C
101103105107109111102021110025108024042106023061104022041100020040060001
Bruksanvisning
Brugsanvisning
Bruksanvisning
Käyttöohjeet
Instruction manual
Betriebsanweisung
Manuel d’instructions
Gebruiksaanwijzing
Instrucciones de uso
Istruzioni per l’uso
Manual de instruções
Ïäçãßåò ÷ñÞóåùò
-- 2 --
Rätt till ändring av specifikationer utan avi sering förbehålles.
Ret til ændring af specifikationer uden varsel forbeholdes.
Rett til å endre spesifikasjoner uten varsel forbeholdes.
Oikeudet muutoksiin pidätetään.
Rights reserved to alter specifications without notice.
Änderungen vorbehal ten.
Sous réserve de modifications sans avis préalabl e.
Recht op wijzigingen zonder voorafgaande mededeling voorbehouden.
Reservado el derecho de cambiar las especifi caciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di variare le specifiche senza preavviso.
Reservamo--nos o direito de alterar as especificações sem aviso prévio.
Äéáôçñåßôáé ôï äéêáßùìá ôñïðïðïßçóçò ðñïäéáãñáöþí ×ùñßò ðñïåéäïðïßçóç.
SVENSKA 3..............................................
DANSK 12................................................
NORSK 21................................................
SUOMI 30................................................
ENGLISH 39..............................................
DEUTSCH 48.............................................
FRANÇAIS 58.............................................
NEDERLANDS 68.........................................
ESPAÑOL 77..............................................
ITALIANO 87..............................................
PORTUGUÊS 97..........................................
ÅËËÇÍÉÊÁ 107.............................................
NEDERLANDS
-- 6 8 --
TOCh
1 RICHTLIJN 69........................................................
2 VEILIGHEID 69.......................................................
3 INTRODUCTIE 70.....................................................
3.1 Technische gegevens 70......................................................
3.2 Inhoud van de leverantie 70...................................................
4 INSTALLATIE 71......................................................
4.1 Aansluiting 71...............................................................
4.2 Afsluitweerstand 72...........................................................
5 WERKING 72.........................................................
5.1 Instellingen 72...............................................................
5.2 Draad vervangen 73..........................................................
5.3 Lassen 74...................................................................
6 ONDERHOUD 76......................................................
6.1 Reinigen 76.................................................................
7 ACCESSOIRES 76....................................................
8 BESTELLEN VAN RESER VEONDERDELEN 76..........................
SCHEMA 118.............................................................
LIJST VAN KOMPONENTEN 119...........................................
RESERVEONDERDELENLIJST 121.........................................
-- 6 9 --
bm28d12h
1 RICHTLIJN
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Esab Welding Equipment AB, S--695 81 Laxå, Zweden, verklaart geheel onder eigen
verantwoordelijkheid dat draadaanvoereenheid MLC 30C van het serienummer 911
in overeenstemming is met norm EN 60974--1 conform d e bepalingen in richtlijn
(73/23/EEG) met annex (93/68/EEG) en met norm EN 50199 conform de bespalin-
gen in richtlijn (89/336/EEG) met annex ( 93/68/EEG).
-- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- -- --------
Laxå 1999 05 10
Anders Birgersson
Managing Director
Esab Welding Equipment AB
695 81 LAXÅ
SWEDEN Tel: + 46 584 81000 Fax: + 46 584 41192
4
2VEILIGHEID
WAARSCHUWING
LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING GRONDIG DOOR VOOR U
OVERGAAT TOT INSTALLATIE EN GEBRUIK.
DE VLAMBOOG EN HET SNIJDEN KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDE-
REN; DAAROM MOET U VOORZICHTIG ZIJN BIJ HET LASSEN. VOLG DE VEILIGHEIDSVOOR-
SCHRIFTEN VAN UW WERKGEVER OP. ZE MOETEN GEBASEERD ZIJN OP DE WAARSCHU-
WINGSTEKST VAN DE PRODUCENT.
ELECTRISCHE SCHOK -- Kan dodelijk zijn
S Installeer en aard de lasuitrusting volgens de geldende normen.
S Raak delen die onder stroom staan en elektroden niet aan met onbedekte handen of met natte
beschermuitrusting.
S Zorg ervoor dat u geïsoleerd staat van de aarde en van het werkstuk.
S Zorg ervoor dat u een veilige werkhouding hebt.
ROOK EN GAS -- Kunnen uw gezondheid schaden
S Zorg ervoor dat u niet met uw gezicht in de lasrook hangt.
S Ververs regelmatig de lucht in de werkruimte en zorg ervoor dat de lasrook en het gas afgezo-
gen worden.
LICHTSTRALEN -- Kunnen de ogen beschadigen en de huid verbranden
S Bescherm uw ogen en uw lichaam. Gebruik een geschikte lashelm met filter en draag altijd be-
schermende kleding.
S Scherm uw werkruimte af met geschikte beschermmiddelen of gordijnen, zodat niemand an-
ders gewond kan raken.
BRANDGEVAAR
S De vonken kunnen brand veroorzaken. Zorg er daarom voor dat er geen brandgevaarlijk mate-
riaal in de buurt is.
LAWAAI -- Geluidsoverlast kan het gehoor beschadigen
S Bescherm uw oren. Gebruik gehoorbeschermers of andere gehoorbescherming.
S Waarschuw omstanders voor de gevaren.
BIJ DEFECTEN -- Neem contact op met een vakman.
BESCHERM UZELF EN DE ANDEREN!
NL
-- 7 0 --
bm28d12h
3 INTRODUCTIE
De elektrodeaanvoereenheid MLC 30C maakt deel uit van het Aristo 2000 systeem
van ESAB. Het aanvoermechanisme schuift de draad via de lasslang naar het
laspistool, waarna de door perslucht aangedreven motor in de kolf van het pistool de
draad naar het contactmondstuk trekt. Hierdoor krijgt u een gelijkmatige en
storingvrije draadaanvoer. Dit is handig voor het lassen met zachte toeslagmateria-
len ( bijvoorbeeld aluminium) en dunne draden.
De lasdraad is geïsoleerd vanaf het buitenomhulsel van het aanvoermechanisme.
Er zijn verschillende alternatieven voor de plaatsing van de aanvoereenheid.
Uitgerust met een draaistuk kan de MLC 30 C draaibaar boven de stuurtap van de
stroombron worden gemonteerd. U kunt de MLC 30 ook met een ophangmechanis -
me uitrusten en boven de werkplek hangen. Bovendien is het mogelijk een wielenset
(trolley) te gebruiken voor verplaatsing op de vloer of de werktafel.
3.1 Technische gegevens
Voedingsspanning 42 V 50/60 Hz
Benodigd vermogen 70 VA
Gasaansluiting Slangnippel voor 6 mm slang
Luchtaansluiting Aansluitstuk voor 1/4“ slang
Luchtdruk Min. 500 kPa (5 kg/cm
2
)
Draadaanvoersnelheid 1,5 -- 18 m/min.
Draaddiameter 0,8 -- 1,6 mm
Laspistool PKB, slanglengtes tot 16 m
Lasstroom Max. 400 A bij 60% intermittentie
Invoermondstuk Gatdiameter 2,7 mm
Uitvoermondstuk Gatdiameter 1,5 mm
Bij lassen met 1,6 mm draad het uitvoermondstuk verwijderen
Remnaaf bestemd voor
draadbobine met:
Max. buitendiameter 300 mm
Naafgat, diameter 51,1 mm
Naaflengte 100 mm
Afmetingen (l x b x h) 493x336x268 mm
Veiligheidsform IP 21
Continue A--gewogen ge-
luidsdrukwaarde 58 dB
Gewicht 22 kg
3.2 Inhoud van de leverantie
Het aanvoermechanisme wordt met de volgende accessoires geleverd:
Invoermondstukken voor PKB laspistool
Mondstukken voor 0,8; 1,0; 1,2 en 1,6 mm Ss en Fe draad.
Mondstuk voor 0,8 -- 1.2 mm aluminium draad.
Aanvoerrollen
Voor 0,6 -- 1,0 mm en 1,0 -- 1,6 mm draad.
NL
-- 7 1 --
bm28d12h
4 INSTALLATIE
WAARSCHUWING
Dit product is bestemd voor industrieel gebruik. In een woonomgeving kan dit
product radiostoring veroorzaken. Het is de verantwoordelijkheid van de gebr uiker
om passende voorzorgsmaatregelen te nemen.
4.1 Aansluiting
4.1.1 Aansluitingen en bedieningspaneel
5. Nippel voor gasaansluiting.
6. Aansluiting voor besturingskabel vanaf de stroombron.
7. Aansluiting voor lasstroom vanaf de stroombron.
8. Aansluiting voor instelkastje, aansluiting naar keuze. Alleen instelkastje
PUA 1 of afsluitweerstand mogen hier worden aangesloten.
9. Aansluiting voor laspistool.
10. Instelkastje.
S Sluit perslucht aan op de slang aan de achterzijde van het aanvoermechanisme.
4.1.2 Lasslang aansluiten
1. Druk het invoermondstuk (a) in de lasslang.
Kies het invoermondstuk op basis van de
afmeting van de elektrode.
2. Open de elektrodeaanvoereenheid aan de kant
waar het aanvoermechanisme is geplaatst.
Maak de borgschroef in de aansluitplaat los.
3. Sluit de lasslang (b) aan op de aanvoereenheid
en haal de borgschroef in de aansluitplaat aan.
4. Verwijder het kunststof deksel van het
pistoolhuis. Maak de borgschroef (e) los en
druk het andere uiteinde van de slang in het
pistool. Haal de borgschroef aan en monteer
het kunststof deksel.
NL
-- 7 2 --
bm28d12h
4.1.3 Lasstroom aansluiten
Sluit de lasgeleider van de pluspool van de stroombron aan op de stroomkoppeling
aan de achterzijde van het aanvoermechanisme.
4.1.4 Perslucht aanslu iten
Sluit perslucht, minimaal 500 kPa, aan op de slang die aan de achterzijde van het
aanvoermechanisme uitsteekt.
De lucht gaat naar een filterregulator die vooraf op 500 kPa is ingesteld. De
regulateur draineert zichzelf als de perslucht wordt uitgeschakeld.
N.B.! Controleer regelmatig of de drainage van de r egulator functioneert. Water in de
perslucht naar het pistool veroorzaakt bedrijfsstoringen.
4.2 Afsluitweerstand
De afsluitweerstand moet in de uiteinden van de CAN --bus zijn gemonteerd om com-
municatiestoringen te voorkomen. Het instelkastje heeft een ingebouwde weerstand,
de stroombron en het aanvoermechanisme hebben dat niet. De afsluitweerstand
wordt met de stroombron geleverd.
Afhankelijk van de koppelsituatie wordt de weerstand als volgt aangesloten:
Afsluitweerstand
Afsluitweerstand
Instelkastje aangesloten op aanvoermecha-
nisme
Sluit de afsluitweerstand aan de achterzijde
van de stroombron aan. Op deze manier
aangesloten bij leverantie.
Instelkastje aangesloten op stroombron
Sluit de afsluitweerstand aan de voorzijde
van het aanvoermechanisme aan.
5 WERKING
5.1 Instellingen
Het aanvoermechanisme heeft geen bedieningspaneel. U kunt de instellingen
uitvoeren met het instelkastje, dat op het aanvoermechanisme of de stroombron kan
worden aangesloten. Bij het instelkastje hoort een programmeerhandboek waarin de
toepassingen worden beschreven.
NL
-- 7 3 --
bm28d12h
5.1.1 Remnaaf
De elektrodebobine zit op een remnaaf, die bij leverantie
is afgesteld. Als u achteraf wilt afstellen, dient u de
onderstaande aanwijzingen te volgen.
U kunt het remmechanisme afstellen met de twee
schroeven S (de veren) die binnenin de naaf zijn
gemonteerd. Draai de schroeven met de wijzers van de
klok mee om het remmechanisme te verminderen. Stel de
naaf zodanig af dat de draad enigszins slap is als de
aanvoer ophoudt.
5.1.2 Koude--draadaanvoer
Als u de draadaanvoer start, geeft de stroombron spanning en de gasklep gaat
open. Als de draad niet in contact komt met het werkstuk, worden de spanning en
het gas na circa drie seconden uitgeschakeld. De draadaanvoer gaat door totdat u
de pistooltrekker loslaat.
5.1.3 Draadaan vo erdruk
Het aanvoermechanisme is voorzien van een aangedreven aanvoerrol en een
meelopende drukrol. De drukrol is gemonteerd op een as die van een lager is
voorzien. U kunt de druk op de draad wijzigen met een in de as bevestigde veer die
in verschillende standen kan worden ingesteld.
WAARSCHUWING!
Met roterende delen loopt men het risico beklemd te raken. Wees daarom
extra voorzichtig.
5.2 Draad vervangen
De draadgeleider is vervaardigd van kunststof en is gevoelig voor scherpe
voorwerpen. Vijl scherpe bramen en randen op de draadpunt weg voordat u de
nieuwe lasdraad in de draadgeleider doet.
1. Maak de veer van de drukrol in het aanvoermechanisme en het pistool los.
2. Rol de achter gebleven draad uit de draadgeleider. Ver wijder de bobine.
3. Monteer de nieuwe bobine.
4. Rek 5--10 cm van de draad uit en vijl bramen op de punt van de draad weg.
5. Controleer of de volgende onderdelen de juiste afmeting hebben: de aanvoerrol,
het uitvoermondstuk, het invoermondstuk van de lasslang en het
contactmondstuk van het laspistool. Zie onderstaande tabel.
6. Voer de draad in het aanvoermechanisme in. Let erop dat de draad op de juiste
manier in het spoor van de aanvoerrol en in het uitvoermondstuk komt. Bij
lassen met 1,6 mm lasdraad moet u eerst het uitvoer m ondstuk verwijderen. Voer
de draad circa 10 cm in de lasslang in.
NL
-- 7 4 --
bm28d12h
7. Zet de veer van de drukrol in stand 1, zie de afbeelding rechts.
Stel de druk op de drukrol van het laspistool in volgens de
tabel.
Leg de lasslang zo recht mogelijk.
8. Start de stroombron. Kies motorsterkte 1 A voor de
aanvoermotor als de draaddiameter 0,8 -- 1 mm is. Voor
grovere draden kiest u de motorsterkte die in de
onderstaande tabel wordt getoond. (De volgende
motorsterktes zijn beschikbaar: 1,0 -- 1,25 -- 1,5 en 1,75 A.)
U stelt de motorsterkte in met behulp van het instelkastje.
Begin in het hoofdmenu en selecteer de volgende functies:
AANVULLENDE FUNCTIES, CONFIGURATIE, MIG/MAG BASISINSTELLINGEN,
MLC 30C, MOTORSTERKTE.
Markeer en selecteer de gewenste motorsterkte.
9. Druk de pistooltrekker volledig in, voer de draad via de lasslang aan en via het
contactmondstuk uit.
Als de motor niet genoeg kracht heeft voor het aanvoeren van de draad, laat de
motorsterkte dan met één trap toenemen.
10. Stel de juiste aanvoerdruk en motorsterkte in volgens de onderstaande tabel.
11. Controleer of de remnaaf correct is afgesteld, zie 5.1.1 op de vorige pagina.
BELANGRIJK!
Om te voorkomen dat de draadbobine van de remnaaf
glijdt; Vergrendel de bobine m et behulp van de rode knop,
volgens de instructie die naast de remnaaf staat.
5.2.1 Aanbevolen instellingen
Deze tabel geldt voor PKB laspistolen met 5, 10 en 16 meter slanglengte.
Draadtype
j (mm)
PKB invoermondstuk
Inzetstuk Markering Order nr .
Draaddruk
MLC PKB
Motor--sterkte
MLC (A)
AIMg 0,8--1,0 Kunststof 0.8/0.3 0258 002 585 3 min. 1,25
AIMg 1,2 Kunststof 0.8/0.3 0258 002 585 4 gem. 1,25--1,5
AISi 1,0 Kunststof 0.8/0.3 0258 002 585 3 min. 1,25
AISi 1,2 Kunststof 0.8/0.3 0258 002 585 4 min. 1,25
Fe 0,8 Staal 0.8/0.3 0258 005 581 5 gem. 1,25--1,5
Fe 0,9--1,0 Staal 1.0/0.4 0258 002 582 5 gem. 1,25--1,5
Fe 1,2 Staal 1.2/0.5 0258 002 583 4 gem. 1,5
Fe 1,4--1,6 Staal 1.6/0.6 0258 002 584 5 gem. 1,5
Ss 0,8 Staal 0.8/0.3 0258 002 581 5 gem. 1,25--1,5
Ss 1,0 Staal 1.0/0.4 0258 002 582 5 gem. 1,25--1,5
Ss1,2 Staal 1.2/0.5 0258 002 583 5 gem. 1,5
5.3 Lassen
Voor het beste lasresultaat dient u de synergiestand te gebruiken. U kunt ook
onafhankelijke instellingen ( handm atige instelling) gebruiken. De onderstaande
beschrijving geldt voor de synergiestand.
Stel het aanvoermechanisme in en pas het aan voor de te gebruiken lasdraad, zie
5.2 boven.
Voer vervolgens de volgende instellingen uit:
NL
-- 7 5 --
bm28d12h
1. Stel de stop draadsnelheid in. Dit is de draadaanvoersnelheid als de lasstroom
wordt uitgeschakeld (en de aanvoermotor stopt). Als u voor een lage
stopsnelheid heeft gekozen, verbrandt de draad in het contactmondstuk. Bij een
te hoge snelheid krijgt u een te lange stick out“ en/of een onvrijwillige lasstop.
U stelt de stopsnelheid in met het instelkastje. Begin vanuit het hoofdmenu en
selecteer de volgende functies:
AANVULLENDE FUNCTIES, CONFIGURATIE, MIG/MAG BASISINSTELLINGEN,
MLC 30C, ST OP DRAADSNELHEID.
De stopsnelheid kan tussen 0,8 en 10 meter per minuut worden ingesteld.
Voorbeeld: Als de draadaanvoersnelheid 13 m/min. of meer is, moet de
stopsnelheid circa 10 m/min. zijn. Als de aanvoer 3 tot 4 m/min. is, moet de
stopsnelheid circa 1 m/min. zijn.
2. Stel de startgegevens in. Als u met lassen begint, heeft de stroombron informatie
over de draadaanvoersnelheid nodig om de juiste spanning te kunnen geven.
Circa 1,3 seconden na de lasstart haalt de stroombron de actuele
snelheidsgegevens uit het aanvoermechanisme. Voor een goede start is het van
belang dat de startgegevens niet te veel van de werkelijke snelheid a fwijken. Er
zijn vier manieren om de startgegevens in te stellen:
a. Selecteer MEET vanuit het hoofdmenu en voer minimaal 2 seconden
koude draad aan. De laatst getoonde draadaanvoersnelheid wordt als
startgegeven opgeslagen.
b. Selecteer MEET vanuit het hoofdmenu en stel de draadsnelheid met het
instelkastje in.
c. Selecteer STEL vanuit het hoofdmenu en stel de draadsnelheid met het
instelkastje in.
d. Haal uw startgegevens uit de geheugenpositie waar u ze eerder heeft
opgeslagen.
Als u de startgegevens niet wijzigt, gelden de laatst gebruikte startgegevens bij
de volgende lasstart.
3. Begin met lassen.
a. Druk eerst de pistooltrekker ongeveer 1 seconde in, zodat de lucht begint te
stromen. Dit zorgt voor gasvoorstroming en de stroombron wordt
geactiveerd. Druk niet zo lang dat de draad begint aan te voeren.
b. Druk vervolgens harder, zodat de draadaanvoer start en u m et lassen kunt
beginnen.
c. Na de lasstart voelt de stroombron de draadsnelheid en past de spanning
hierop aan.
d. Als u de kratervullingsfunctie bij de lasstop wilt gebruiken, vermindert u de
draadaanvoer geleidelijk voor de stop. In dat geval moet u de stopsnelheid
iets lager instellen dan staat aangegeven onder punt 1. boven.
e. Na het afsluiten van het lassen herstart de stroombron na 0,4 seconden.
Deze is vervolgens circa twee seconden geactiveerd. Door deze functie is
snel herstarten mogelijk, bijvoorbeeld bij puntlassen.
4. Tijdens lassen of dr aadaanvoer mogen de instellingen of menusymbolen op het
instelkastje niet worden gewijzigd, aangezien dit tot een lasonder br eking kan
leiden. Het instelkastje toont dan foutcode 23.
In de gebruiksaanwijzing van het laspistool vindt u meer informa tie over hoe u met
het pistool de draadsnelheid kunt regelen.
NL
-- 7 6 --
bm28d12h
6 ONDERHOUD
N.B.
Als u zelf reparaties aan de machine uitvoert om eventuele storingen te verhelpen,
wijst ESAB alle verantwoordelijkheid af en kunt u geen aanspraken maken op
schadevergoeding of u beroepen op de garantie.
6.1 Reinigen
Voor een betrouwbare en veilige werking is regelmatig onderhoud van groot belang.
6.1.1 Aanvoermechanisme
Reinig en vervang de slijtende onderdelen van het aanvoermechanisme regelmatig.
Let op dat een te hard ingestelde druk op de drukrollen abnormale slijtage van de
drukrol, de aanvoerrol en de draadgeleider kan veroorzaken.
6.1.2 Laspistool
Blaas de draadgeleider regelmatig schoon en reinig het gasmondstuk.
6.1.3 Demon t eren bij reinigen:
1. Maak de schroef in het aansluitblok los met behulp van een inbussleutel. Verwij-
der de lasslang.
2. Maak de twee stopschroeven los, die het in-- en uitvoermondstuk op hun plaats
houden en verwijder deze.
3. Monteer alles in omgekeerde volgorde.
7 ACCESSOIRES
Aansluitsets: stroombro n -- aan vo ermechanisme
Best. nr. Benaming
0456 528 880 Aansluitset, 1,7 meter
0456 528 881 Aansluitset, 8 meter
0456 528 882 Aansluitset, 16 meter
0456 528 883 Aansluitset, 25 meter
0456 528 884 Aansluitset, 35 meter
Overige accessoires
Staan vermeld in de lijst van reserveonderdelen.
8 BESTELLEN VAN RESERVEONDERDELEN
Bij bestellingen a.u.b. het type machine, het nummer van de machine alsmede de
naam en het numm e r volgens de lijst m et reserveonder delen aangeven. Dit verge-
makkelijkt de administratieve afhandeling en garandeert een corre cte levering.
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

ESAB MLC 30C Handleiding

Type
Handleiding