Sony DSC-P1 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
3-064-296-43(1)
Digital Still
Camera
Istruzioni per l’uso _______________________
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing ______________________
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
IT
NL
DSC-P1
©2000 Sony Corporation
2
-NL
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te
voorkomen, mag het apparaat niet
worden blootgesteld aan regen of
vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Dit product is getest en daarbij is vastgesteld
dat het voldoet aan de voorwaarden welke
zijn vastgelegd in de Richtlijn EMC voor het
gebruik van verbindingskabels die korter
zijn dan 3 meter.
De elektromagnetische velden bij de
specifieke frequenties kunnen het beeld en
het geluid van deze camera beïnvloeden.
Nederlands
WAARSCHUWING
Attentie
“Memory Stick”
N50
3
-NL
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen,
is het verstandig om eerst een proefopname
te maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat
de camera naar behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een
gebrekkige werking van de camera, enz. kan
geen schadevergoeding worden geëist.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
Deze camera voldoet aan de “Design Rules
for Camera File Systems”, de universele
normen van de JEIDA (Japan Electronic
Industries Development Association). U
kunt op deze camera geen stilstaande
beelden weergeven die zijn opgenomen
met andere apparatuur (DCR-TRV890E/
TRV900/TRV900E, DSC-D700, DSC-
D770) die niet voldoet aan deze universele
normen. (Deze modellen zijn niet overal te
koop.)
Er worden geen garanties gegeven dat
beelden welke met deze camera zijn
opgenomen kunnen worden weergegeven
op andere apparatuur, of dat beelden die
met andere apparatuur zijn opgenomen of
gemonteerd, kunnen worden weergegeven
op deze camera.
Auteursrechten
Televisieprogramma’s, films, videobanden
en ander materiaal kunnen beschermd zijn
met auteursrechten. Het zonder
toestemming opnemen van dergelijk
materiaal kan in strijd zijn met de wetten op
de auteursrechten.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan
stoot, kan dit leiden tot defecten, mislukte
opnamen, incompatibiliteit met de “Memory
Stick” of aantasting, beschadiging of verlies
van beeldgegevens en geheugeninhoud.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen.
LCD-scherm, zoeker (alleen
modellen met een zoeker) en lens
Het LCD-scherm en de zoeker zijn
vervaardigd met hoogstaande
precisietechnologie, met als resultaat dat
meer dan 99,99% van de beeldpunten
actief is voor effectief gebruik. Er kunnen
echter enkele kleine zwarte puntjes en/of
heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen
van kleur) zijn die voortdurend op het
LCD-scherm of de zoeker oplichten. Deze
puntjes zijn een normaal gevolg van het
fabricageproces en hebben geen enkele
invloed op de opgenomen beelden.
Wees voorzichtig wanneer u de camera bij
een venster of buiten neerzet. Indien het
LCD-schem, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct
zonlicht, kan dit tot defecten leiden.
Laat de camera niet nat worden
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden moet u erop
letten dat de camera niet nat wordt. Bij
condensvorming moet u de instructies op
blz. 59 volgen.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, moet u
altijd een reservekopie op diskette maken.
Behandeling van de beweegbare
lens
Deze camera werkt met een beweegbare
lens.
Pas op dat u niet tegen het lensgedeelte
aanstoot en dat u er geen overmatige kracht
op uitoefent.
Wanneer de camera gedurende
een lange tijd gebruikt wordt
Merk op dat de behuizing van de camera
warm kan worden.
Lees het volgende alvorens u
de camera gaat gebruiken
5
-NL
Inhoud
Onderdelen ............................................ 6
Voorbereidingen voor de
stroomvoorziening .........................8
De datum en tijd instellen ...................13
De “Memory Stick” aanbrengen .........15
B
Opnemen
Stilstaande beelden opnemen ..............16
Bewegende beelden opnemen ............. 22
B
Weergave
Stilstaande beelden weergeven ...........23
Bewegende beelden weergeven .......... 24
Beelden bekijken met behulp van
een PC ..........................................26
Beeldbestand-geheugenlocaties en
beeldbestanden .............................31
Gebruik van de
MODE-keuzeschakelaar .............. 33
Gebruik van de regelknop ...................33
De menu-instellingen wijzigen ...........35
Menu-instellingen ...............................36
B
Opnamemethoden
Het beeldformaat instellen
(IMAGE SIZE) ............................41
Clip Motion-bestanden aanmaken....... 42
Stilstaande beelden voor e-mail opnemen
(E-MAIL) .....................................43
Stilstaande beelden met audiobestanden
opnemen (VOICE) ......................44
Tekstdocumenten opnemen (TEXT) ... 44
Stilstaande beelden als niet-
gecomprimeerde bestanden opnemen
(TIFF) ........................................... 45
Beelden in macro opnemen .................46
Gebruik van de PROGRAM AE-
belichtingsprogramma’s ...............46
Belichting regelen (EXPOSURE) ....... 47
Kleurbalans regelen
(WHITE BALANCE) ..................48
De datum en tijd opnemen op het
stilstaande beeld
(DATE/TIME) .............................48
Beeldeffecten (P.EFFECT) .................49
B
Weergavemethoden
Zes beelden tegelijk weergeven
(INDEX) ......................................50
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten (zoomen en trimmen) ...51
Een stilstaand beeld roteren
(ROTATE) ...................................52
Beelden na elkaar weergeven
(SLIDE SHOW) ...........................52
Beelden bekijken op een TV-scherm... 53
B
Monteren
Abusievelijk wissen voorkomen
(PROTECT) .................................54
Beelden wissen (DELETE) .................55
Het formaat van het opgenomen
stilstaande beeld veranderen
(RESIZE) .....................................56
Beelden kopiëren (COPY) .................. 56
Een afdrukmarkering aanbrengen op
stilstaande beelden
(PRINT MARK) .......................... 58
Voorzorgsmaatregelen ........................59
“Memory Stick” ..................................60
Gebruik van de camera in het
buitenland .....................................61
Verhelpen van storingen .....................62
Waarschuwingsberichten en andere
indicaties ......................................66
Zelfdiagnosefunctie ............................67
Technische gegevens ..........................68
Uitleesvenster-indicaties ..................... 69
Indicaties op het LCD-scherm ............70
Index ..................................... Achterkant
Voorbereidingen
Basisbediening
Geavanceerde bedieningen
Alvorens u geavanceerde bedieningen
gaat uitvoeren
Aanvullende informatie
NL
6
-NL
Voorbereidingen
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A POWER-schakelaar/lampje
B Sluiterknop (16) (22)
C MODE-keuzeschakelaar (33)
D Ingebouwde microfoon
Tijdens opnemen mag u deze niet
aanraken.
E Flitser (21)
F Lichtgevoelige cel voor flitser
Tijdens opnemen mag u deze cel
niet blokkeren.
G Schroefgang voor statief
(onderkant)
Gebruik een statief met een
schroeflengte van minder dan
6,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet
stevig aan het statief worden
bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
H Zoekervenster
I Zelfontspanner-/
opnamelampje (alleen tijdens
het opnemen van bewegende
beelden)
J Uitleesvenster
K Lens
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
qa
Voorbereidingen
7
-NL
A Zoeker
Zelfontspanner-/opnamelampje
(rood)
AE-vergrendelingslampje
(groen)
Strobe-oplaadlampje (oranje)
B (flitser) toets
C (MACRO) toets (46)
D PROGRAM AE-toets (46)
E VOLUME +/– toets
F LCD ON/OFF-toets
Zet op OFF om bij gebruikmaking
van de zoeker de acculading te
sparen wanneer de zoeker wordt
gebruikt.
G LCD-scherm
H Regelknop
I Luidspreker
J DISPLAY-toets
K Zoomtoets
L Haak voor polsband
M A/V OUT-bus (53)
Het geluid wordt in mono
weergegeven.
N Batterij-uitwerphendel (8)
O Batterij/“Memory Stick”-deksel
P Toegangslampje (15)
Q USB-bus (mini-B) (27) (28)
R Busbeschermdeksel
S DC IN-bus (9) (12)
0
qs
qh
qj
qa
qd
qf
qg
qk
ql
7
8
9
4
2
6
5
3
1
Het bevestigen van de
polsband
8
-NL
Voorbereidingen voor de
stroomvoorziening
De accu installeren
Deze camera werkt alleen met de “InfoLITHIUM” NP-FS11 accu* (serie S). U kunt
geen andere accu gebruiken.
De accu verwijderen
Open het batterij/“Memory Stick”-deksel. Schuif de batterij-uitwerphendel
omhoog en verwijder de accu.
Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u deze verwijdert.
* Wat is “InfoLITHIUM”?
De “InfoLITHIUM” is een lithiumion-accu die gegevens omtrent het batterijverbruik kan
uitwisselen met compatibele videoapparatuur. Dit apparaat is compatibel met de
“InfoLITHIUM” accu (serie S). “InfoLITHIUM” accus uit de serie S zijn voorzien van het
merkteken . “InfoLITHIUM” is een handelsmerk van Sony Corporation.
1
Open het batterij/“Memory Stick”-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het pijltje.
2
Installeer de accu.
Plaats de accu met de aanduiding
B
in de richting van de batterijhouder, zoals
op de afbeelding is aangegeven.
3
Sluit het batterij/“Memory Stick”-deksel.
Batterij-uitwerphendel
Voorbereidingen
9
-NL
De accu opladen
U kunt de accu niet opladen terwijl de camera is ingeschakeld. Alvorens u de accu
gaat opladen, dient u de camera altijd uit te schakelen.
Na het opladen
Verwijder de netspanningsadapter.
Batterij-restladingsindicatie
Op het LCD-scherm van de camera wordt aangegeven hoeveel tijd u nog overhebt
voor het opnemen of weergeven van beelden.
Deze indicatie is niet altijd helemaal nauwkeurig omdat ook de
gebruiksomstandigheden en de bedieningsomgeving hierbij een rol spelen.
Aanbevolen wordt om de batterij op te laden bij een kamertemperatuur van 10°C tot
30°C.
1
Plaats de accu in de camera.
2
Open het busbeschermdeksel en sluit de gelijkstroomkabel aan op
de DC IN-bus van de camera, met de aanduiding
v
omhoog gericht.
3
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en daarna op
een stopcontact.
De batterij-restladingsindicatie in het uitleesvenster knippert wanneer het
opladen begint. Wanneer de batterij-restladingsindicatie stopt met knipperen, is
de
normale lading
voltooid. Voor een
maximale lading
, waardoor u de
batterij langer dan normaal kunt gebruiken, dient u de accu na voltooiing van de
normale lading nog ongeveer één uur in het apparaat te laten zitten totdat in het
uitleesvenster beurtelings de batterij-restladingsindicatie en de indicatie
“FULL” verschijnen.
Netspanningsadapter AC-LS1A
Busbeschermdeksel
Naar stopcontact
Accu (serie S)
Netsnoer
10
-NL
Batterij NP-FS11
Bij het opnemen van beelden op een extreem koude plaats of met gebruikmaking van
het LCD-scherm gaat de batterij minder lang mee. Bij gebruikmaking van de camera
op een extreem koude plaats dient u de batterij derhalve in uw zak of op een andere
plaats te bewaren teneinde deze warm te houden. Pas wanneer u daadwerkelijk met
opnemen begint, plaatst u de batterij in de camera. Bij gebruikmaking van een
zakverwarming dient u erop te letten dat de verwarming niet rechtstreeks in
aanraking komt met de batterij.
Geraamde tijd die nodig is voor het opladen van een geheel ontladen accu met
gebruikmaking van de netspanningsadapter AC-LS1A.
Opname in STILL-modus*
Weergave in STILL-modus**
Geraamde levensduur van batterij en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven met een volledig opgeladen accu bij een temperatuur van 25°C, een
beeldformaat van 640×480 en opname in NORMAL-modus. De cijfers tussen
haakjes geven de tijd aan bij gebruik van een normaal opgeladen accu.
Opname met een interval van circa 4 seconden
∗∗
Weergave van aparte beelden met een interval van circa 3 seconden
Laadduur
Accu Maximale lading
(min.)
Normale lading
(min.)
NP-FS11 (bijgeleverd) 180 130
Levensduur van batterij en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven
NP-FS11 (bijgeleverd)
Levensduur van
batterij (min.)
Aantal beelden
LCD-scherm AAN 70 (65) 1300 (1200)
LCD-scherm UIT 90 (85) 1700 (1600)
NP-FS11 (bijgeleverd)
Levensduur van
batterij (min.)
Aantal beelden
LCD-scherm AAN 105 (100) 2000 (1900)
Voorbereidingen
11
-NL
Opname in MOVIE-modus
Geraamde opnameduur met een volledig opgeladen accu bij een temperatuur van
25°C en een beeldformaat van 160×112. De cijfers tussen haakjes geven de tijd aan
bij gebruik van een normaal opgeladen accu.
Opmerkingen
Indien u de camera gebruikt bij lage temperaturen, de flitser gebruikt, de camera herhaaldelijk
in- en uitschakelt of herhaaldelijk de zoomfunctie gebruikt, gaat de batterij minder lang mee en
kunnen er minder beelden worden opgenomen.
De capaciteit van een “Memory Stick” is beperkt. De in de tabel vermelde cijfers zijn slechts
een indicatie voor continu-opname/weergave met verschillende “Memory Stick”-blokjes.
Tijdens het berekenen van de gebruiksduur van de batterij verschijnt in het uitleesvenster de
indicatie “----”.
In de onderstaande gevallen is de kans aanwezig dat de indicaties in het uitleesvenster niet
correct worden weergegeven of dat deze knipperen:
wanneer de accu niet goed is aangebracht
wanneer er in de accu een defect is opgetreden
Nadat u het LCD-scherm hebt in- en uitgeschakeld, duurt het nog circa één minuut voordat de
resterende gebruiksduur van de batterij weer correct wordt aangegeven.
Indien de spanning wegvalt terwijl er volgens de batterij-restladingsindicatie nog voldoende
spanning aanwezig is om het apparaat te kunnen bedienen, moet u de batterij weer volledig
opladen zodat de juiste batterij-restladingsindicatie wordt aangegeven.
Gebruik de netspanningsadapter in de nabijheid van een stopcontact. Wanneer er zich tijdens
het gebruik van de camera problemen voordoen, trek dan de stekker onmiddellijk uit het
stopcontact om de stroomtoevoer af te sluiten.
De gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter mag niet worden kortgesloten met een
metalen voorwerp omdat dit tot een defect kan leiden.
De accu mag niet worden blootgesteld aan water.
Wanneer u de batterij lange tijd niet denkt te gebruiken, laad dan de batterij eenmaal volledig
op en gebruik de batterij in de PLAY-modus totdat deze helemaal leeg is. Bewaar de batterij op
een koele plaats.
De batterij zal minder lang meegaan wanneer u opneemt met het LCD-scherm ingeschakeld
(ON). Wij bevelen u daarom aan om het LCD-scherm uit te schakelen (OFF).
NP-FS11 (bijgeleverd)
LCD-scherm UIT
(min.)
LCD-scherm AAN
(min.)
Continu-opname 110 (100) 85 (75)
12
-NL
Gebruik van de netspanningsadapter
1
Open het busbeschermdeksel en sluit de gelijkstroomkabel aan op
de DC IN-bus van de camera, met de aanduiding
v
omhoog gericht.
2
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en daarna op
een stopcontact.
Netspanningsadapter AC-LS1A
Busbeschermdeksel
Naar stopcontact
Netsnoer
Voorbereidingen
13
-NL
De datum en tijd instellen
Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt, moet u de datum en tijd instellen.
Indien deze niet zijn ingesteld, verschijnt elke keer wanneer u de camera inschakelt
om te gaan opnemen, het CLOCK SET-scherm.
1
Verschuif de POWER-schakelaar om het apparaat in te schakelen.
Het POWER-lampje gaat branden.
2
Druk op
v
op de regelknop.
De menubalk verschijnt op het LCD-scherm.
3
Kies [SETUP] met
B
op de regelknop en
druk daarna op de middelste
z
.
Regelknop
POWER-schakelaar
14
-NL
De instelling van datum en tijd annuleren
Kies [CANCEL] met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en druk daarna op de middelste
z
.
Automatische uitschakelingsfunctie
Wanneer u de camera tijdens het opnemen gedurende ongeveer drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. Om de
camera opnieuw te gebruiken, verschuift u de POWER-schakelaar zodat de camera
opnieuw wordt ingeschakeld.
4
Kies [CLOCK SET] met
v
/
V
op de regelknop en druk daarna op de
middelste
z
.
5
Kies de gewenste datumweergave met
v
/
V
op de regelknop en druk daarna op de
middelste
z
.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/dag),
[M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/Y] (dag/maand/
jaar).
6
Kies het onderdeel (jaar, maand, dag, uur of
minuut) dat u wilt instellen met
b
/
B
op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt aangegeven
met
v
/
V
.
7
Stel de numerieke waarde in met
v
/
V
op de regelknop en druk
daarna op de middelste
z
om de ingestelde waarde te bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat
v
/
V
naar het volgende onderdeel.
Indien u bij stap
5
[D/M/Y] hebt gekozen, wordt de tijd aangegeven volgens
het 24-urensysteem.
8
Kies [ENTER] met
B
op de regelknop en
druk daarna op het gewenste tijdstip op de
middelste
z
om de klok te laten lopen.
De datum en tijd zijn nu ingevoerd.
Voorbereidingen
15
-NL
De “Memory Stick” aanbrengen
Open het batterij/“Memory Stick”-deksel en druk eenmaal zachtjes op de “Memory
Stick”.
Opmerkingen
Als u de “Memory Stick” er niet stevig in brengt totdat deze vastklikt, verschijnt er een
foutmelding zoals “MEMORY STICK ERROR”.
Zolang het toegangslampje brandt, mag u de “Memory Stick” nooit verwijderen en nooit het
apparaat uitschakelen.
U kunt niet opnemen of beelden monteren op een “Memory Stick” wanneer de
wispreventieschakelaar op LOCK staat.
1
Open het batterij/“Memory Stick”-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het pijltje.
2
Breng de “Memory Stick” aan.
Breng de “Memory Stick” aan met de
B
aanduiding naar de batterijhouder
gericht (zie afbeelding) totdat deze vastklikt.
3
Sluit het batterij/“Memory Stick”-deksel.
De “Memory Stick” verwijderen
Toegangslampje
Wispreventieschakelaar
Verbindingsstekker
Labelruimte
16
-NL
Basisbediening
B
Opnemen
Stilstaande beelden opnemen
Stilstaande beelden worden opgenomen in JPEG-formaat.
Om stilstaande beelden op te nemen, schuift u de POWER-schakelaar om het
apparaat in te schakelen en plaatst u de “Memory Stick”.
De belichting en scherpstelling worden automatisch geregeld.
∗∗
Wanneer de AE-vergrendelingsindicatie
z
overgaat op langzaam knipperen, kan er soms
moeilijk op het onderwerp worden scherpgesteld (te donker of geen contrast) of bevindt het
onderwerp zich extreem dichtbij. Laat de sluiterknop los en stel opnieuw scherp. Controleer
het beeld altijd nadat u dit hebt opgenomen.
1
Zet de MODE-keuzeschakelaar op STILL.
2
Druk de sluiterknop tot halverwege in,
houd deze ingedrukt en controleer het
beeld.
Terwijl de AE-vergrendelingsindicator
z
(groen)
snel knippert, wordt het beeld kortstondig
bevroren, maar nog niet opgenomen. Wanneer de
camera klaar is met de automatische
instellingen*, stopt de AE-vergrendelingsindicatie
z
met snel knipperen en gaat deze branden.**
De camera is gereed voor opname.
Om de opname te annuleren, laat u de sluiterknop
los.
3
Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid en het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”.
Wanneer “RECORDING” verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen.
POWER-schakelaar
AE-vergrendelingsindicatie
Resterende geheugen-
capaciteitsindicatie
B
BB
B
Opnemen
17
-NL
Als u stap 2 overslaat en de sluiterknop helemaal indrukt
De sluiter maakt een geluid en het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”.
U kunt geen beeld opnemen wanneer:
op grond van de opnameomstandigheden de flitser moet worden gebruikt en het
strobe-oplaadlampje (blz. 18) knippert.
Het aantal beelden dat u op een “Memory Stick” kunt
opnemen
Zie blz. 41 t/m 45.
Opmerkingen
Raak het lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
Terwijl het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”, mag u de camera niet schudden of
kloppen. Ook mag u het apparaat niet uitschakelen, en evenmin mag u de accu of de “Memory
Stick” verwijderen.
Bij het opnemen van een helder onderwerp kan na AE-vergrendeling soms de kleur van het
LCD-scherm veranderen. Dit is echter niet van invloed op het opgenomen beeld.
Houd de camera zodanig vast dat uw vingers de flitser niet blokkeren wanneer u
beelden opneemt.
Op de juiste manier vasthouden van de camera
18
-NL
Druk op LCD ON/OFF om het LCD-scherm uit te schakelen.
Indicaties in de zoeker
Opmerkingen
Onderwerpen op een afstand van minder dan 1 meter moeten worden opgenomen met behulp
van het LCD-scherm. Als u beelden toch met behulp van de zoeker opneemt, kan de
opnameafstand iets anders zijn, omdat de posities van de zoeker en de lens verschillend zijn.
Wanneer bij de menu-instellingen [DEMO] op [ON] is gezet, kunt u het LCD-scherm niet
uitschakelen.
U kunt het laatst opgenomen beeld controleren door de menubalk van het scherm
(blz. 34) te wissen en
b
op de regelknop in te drukken. Om terug te keren naar de
normale opnamemodus, drukt u zachtjes op de sluiterknop of kiest u [RETURN] met
b
/
B
op de regelknop en daarna drukt u op de middelste
z
. U kunt het beeld ook
wissen door eerst op het Quick Review-scherm [DELETE] te kiezen met
b
/
B
op de
regelknop en op de middelste
z
te drukken, en daarna met
v
/
V
op de regelknop
[OK] te kiezen en op de middelste
z
te drukken.
Beelden opnemen met de zoeker
Het laatst opgenomen beeld controleren (Quick Review)
LCD ON/OFF
Opnamelampje (rood)
AE-vergrendelingslampje (groen)
Strobe-oplaadlampje (oranje)
B
BB
B
Opnemen
19
-NL
Het lensgedeelte beweegt wanneer de zoomfunctie in werking is. Pas op dat u het
lensgedeelte niet aanraakt wanneer dit in werking is.
Minimaal vereiste afstand voor scherpstelling op het
onderwerp
W-kant: circa 50 cm of meer
T-kant: circa 50 cm of meer
Om onderwerpen op nog kleinere afstand op te nemen, zie blz. 46.
Digitale zoomfunctie
Deze camera beschikt over een digitale zoomfunctie.
De digitale zoom vergroot het beeld door het digitaal te verwerken en treedt in
werking wanneer de zoomvergroting meer dan 3× bedraagt.
Gebruik van de digitale zoom
De maximale zoomvergroting is 6×.
Door digitaal zoomen loopt de beeldkwaliteit terug. Wanneer digitaal zoomen niet
nodig is, zet u [DIGITAL ZOOM] bij de menu-instellingen op [OFF] (blz. 38).
Opmerkingen
De zoomfunctie werkt niet bij het opnemen van bewegende beelden.
De digitale zoomfunctie werkt niet bij bewegende beelden.
Digitaal gezoomde beelden verschijnen niet in de zoeker.
Dergelijke beelden dienen met het
LCD-scherm te worden bekeken.
Gebruik van de zoomfunctie
T-kant: voor tele-opnamen (onderwerp lijkt
dichterbij)
Zoomtoets
W-kant: voor groothoek-opnamen (onderwerp
lijkt verder weg)
Het digitale zoomgebied wordt
aangegeven aan de T-kant van de balk.
20
-NL
Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen.
Zie blz. 70 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties.
Opmerkingen
De zelfontspanner-indicaties en een aantal indicaties die bij geavanceerde bediening gebruikt
worden, kunnen niet worden uitgeschakeld.
De indicaties op het LCD-scherm worden niet mee opgenomen.
Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, begint de opname circa 10 seconden na
indrukken van de sluiterknop.
Kies op de menubalk (zelfontspanner-indicatie) met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en
druk daarna op de middelste
z
. De (zelfontspanner-indicatie) verschijnt op het
LCD-scherm en circa 10 seconden nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt, wordt het
onderwerp opgenomen. Nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt, begint het
zelfontspanner-lampje te knipperen. Wanneer u de sluiterknop weer loslaat, houdt het
lampje op met knipperen.
Indicaties op het LCD-scherm tijdens opname
Gebruik van de zelfontspanner
DISPLAY
Regelknop
Sluiterknop
Zelfontspanner-
lampje
B
BB
B
Opnemen
21
-NL
De aanvankelijke instelling is auto (geen indicatie). In deze modus gaat de flitser
automatisch af wanneer de omgeving te donker is geworden. Om van flitsmodus te
veranderen, dient u herhaald op (flitser) te drukken zodat de flitsmodus-indicatie
op het LCD-scherm verschijnt.
Bij elke druk op de (flitser) verandert de indicatie als volgt:
(Geen indicatie) t t t t (Geen indicatie)
Automatische vermindering van het rode-ogeneffect:
De flitser gaat af voordat de opname begint, dit om het rode-
ogeneffect te verminderen.
Altijd flitsen: De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving.
Niet flitsen: De flitser gaat niet af.
Bij de menu-instellingen (blz. 38) kunt u de intensiteit van de flitser regelen (FLASH
LEVEL).
Opmerkingen
De aanbevolen afstand voor opname met gebruik van de ingebouwde flitser is 0,5 m tot 2,3 m
wanneer de zoom naar de W-kant is gezet, en 0,5 m tot 1,2 m wanneer de zoom naar de T-kant
is gezet.
Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor
automatische vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
Wanneer u op een helder verlichte plaats voor “Altijd flitsen” kiest, is het effect van de flitser
vaak niet of nauwelijks merkbaar.
Wanneer u beelden opneemt op een donkere plaats terwijl de camera op
(niet flitsen) staat,
vermindert de sluitersnelheid en is het dus raadzaam om een statief te gebruiken teneinde trillen
te voorkomen.
Opnemen met de flitser
(flitser)
22
-NL
Bewegende beelden opnemen
Bewegende beelden met geluid worden opgenomen in MPEG-formaat.
Om bewegende beelden op te nemen, schuift u de POWER-schakelaar zodat de
camera wordt ingeschakeld en plaatst u een “Memory Stick”.
Zie blz. 19 en 20.
Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen.
Deze indicaties worden niet mee opgenomen. Zie blz. 70 voor een uitvoerige
beschrijving van de indicaties.
Opmerking
Bij het opnemen van scènes tegen een verlichte achtergrond of andere scènes met extreem fel
licht kunnen er verticale rode strepen in het beeld verschijnen. Dit storingsfenomeen is inherent
aan CCD-beeldsensoren en is geen defect. De rode strepen kunnen worden gereduceerd door het
diafragma bij wijze van compensatie naar de + kant te brengen (blz. 47).
1
Zet de MODE-keuzeschakelaar op MOVIE.
2
Druk de sluiterknop volledig in.
“REC” verschijnt op het LCD-scherm en beeld en geluid worden nu
opgenomen op de “Memory Stick”.
Indien u de sluiterknop eenmaal indrukt
In dit geval worden beeld en geluid gedurende vijf seconden opgenomen. Bij de
menu-instellingen (blz. 37) kunt u met [REC TIME SET] de opnametijd
wijzigen in 10 of 15 seconden.
Indien u de sluiterknop ingedrukt houdt
In dit geval worden beeld en geluid gedurende maximaal 60 seconden
opgenomen. Wanneer [IMAGE SIZE] bij de menu-instellingen echter is
ingesteld op [320 (HQ)]/[320×240], bedraagt de maximale opnametijd 15
seconden (blz. 37).
Gebruik van de zoomfunctie, zelfontspanner, enz.
Indicaties op het LCD-scherm tijdens opname
POWER-s chakelaar
DISPLAY
B
BB
B
Weergave
23
-NL
Stilstaande beelden weergeven
Wanneer de menubalk niet verschijnt
In dit geval kunt u het beeld rechtstreeks kiezen en weergeven met
b
/
B
op de regelknop.
Opmerkingen
Beelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen op andere apparatuur soms niet goed
worden weergegeven.
Op deze camera kunt u geen beelden weergeven die groter zijn dan het maximale beeldformaat
dat met deze camera kan worden opgenomen.
Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen.
Zie blz. 71 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties.
1
Zet de MODE-keuzeschakelaar op PLAY.
Het laatst opgenomen beeld (stilstaand of bewegend) verschijnt op het LCD-
scherm.
2
Druk op
v
op de regelknop om de menubalk op het LCD-scherm te
laten verschijnen.
3
Kies met de regelknop het gewenste
stilstaande beeld.
Druk op
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop om op het LCD-
scherm
"b
/
B"
te kiezen en druk daarna op
b
/
B
op
de regelknop.
"b
: Om het vorige beeld te tonen
B"
: Om het volgende beeld te tonen
Indicaties op het LCD-scherm tijdens weergave van stilstaande
beelden
POWER-schakelaar
DISPLAY
B
Weergave
24
-NL
Bewegende beelden weergeven
1
Zet de MODE-keuzeschakelaar op PLAY.
Het laatst opgenomen beeld (stilstaand of bewegend) verschijnt op het LCD-
scherm.
2
Druk op
v
op de regelknop om de menubalk op het LCD-scherm te
laten verschijnen.
3
Kies met de regelknop het gewenste
bewegende beeld.
Bewegende beelden worden één maat kleiner
weergegeven dan stilstaande beelden.
Druk op
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop om op het LCD-
scherm
"b
/
B"
te kiezen en druk daarna op
b
/
B
op
de regelknop.
"b
: Om het vorige beeld te tonen
B"
: Om het volgende beeld te tonen
4
Kies op het LCD-scherm
B
(weergave) met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en druk daarna op
de middelste
z
.
Het bewegende beeld en het geluid worden
weergegeven.
Tijdens de weergave verandert
B
(weergave) in
X
(pauze).
VOLUME +/–
POWER-schakelaar
DISPLAY
B
(weergave)/
X
(pauze)
Weergavebalk
B
BB
B
Weergave
25
-NL
Om de weergave tijdelijk te stoppen
Kies op het LCD-scherm
X
(pauze) met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en druk daarna
op de middelste
z
.
Wanneer de menubalk niet verschijnt
U kunt het beeld rechtstreeks kiezen met
b
/
B
op de regelknop en daarna beeld en
geluid weergeven door indrukken van de middelste
z
. Wanneer u tijdens weergave
de middelste
z
indrukt, wordt de weergave tijdelijk stopgezet.
Bewegende beelden die zijn opgenomen met het beeld van
[320 (HQ)]
De beelden worden bij stap
3
en
4
over de volle breedte van het scherm
weergegeven.
Druk op VOLUME +/– om het volume te regelen.
Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen.
Zie blz. 71 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties.
Het volume regelen
Indicaties op het LCD-scherm tijdens weergave van bewegende
beelden
26
-NL
Beelden bekijken met behulp van
een PC
De beeldgegevens die met deze camera opgenomen zijn, kunnen worden bekeken op
een PC en als bijlage bij een e-mail gevoegd worden. In dit hoofdstuk wordt
beschreven hoe u het USB-stuurprogramma moet installeren en hoe u de beelden
kunt bekijken op een PC. Raadpleeg ook altijd de gebruiksaanwijzing van uw PC en
toepassingsprogrammatuur.
Opmerking
De beeldgegevens die met deze camera opgenomen zijn, worden opgeslagen in de onderstaande
formaten. Zorg dat er op uw PC applicaties geïnstalleerd zijn die deze bestandsformaten
ondersteunen.
Stilstaande beelden (behalve TEXT-modus, niet-gecomprimeerde modus en Clip Motion):
JPEG-formaat
Bewegende beelden/geluid: MPEG-formaat
Stilstaande beelden in niet-gecomprimeerde modus: TIFF-formaat
TEXT-modus, Clip Motion: GIF-formaat
Aanbevolen Windows-omgeving
Besturingssysteem: Microsoft Windows98, Windows 98 Tweede editie, Windows 2000 Professional
Standaard installatie is vereist.
Een behoorlijke werking kan niet worden gegarandeerd bij een upgrade van:
Windows3.1, Windows 95 naar Windows 98 of
Windows98 naar Windows98 Tweede editie;
Windows NT 3.51, Windows NT 4.0, Windows 98, Windows 98 Tweede
editie, Windows 95 naar Windows 2000
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
De USB-poort moet standaard aanwezig zijn.
De ActiveMovie Player (DirectShow) moet zijn geïnstalleerd (voor weergave van bewegende
beelden).
Aanbevolen Macintosh-omgeving
Macintosh computer met de standaard installatie Mac OS 8.5.1/8.6/9.0
Bij de volgende modellen moet echter de update naar Mac OS 9.0 worden gebruikt.
iMac met de standaard installatie Mac OS 8.6 en een CD-ROM-station met laadgleuf
iBook of G4 met de standaard installatie Mac OS 8.6
De USB-poort moet standaard aanwezig zijn.
QuickTime 3.2 of een latere versie moet zijn geïnstalleerd (voor weergave van bewegende beelden).
Opmerkingen
In een Windows- of Macintosh-omgeving kan een behoorlijke werking niet worden
gegarandeerd indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op een PC aansluit (met
uitzondering van USB-toetsenbord en muis welke standaard aanwezig zijn) of indien u
gebruikmaakt van een hub.
Afhankelijk van de soorten USB-apparaten die tegelijk worden gebruikt, zullen bepaalde
apparaten soms niet werken.
Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet
worden gegarandeerd.
Aanbevolen computeromgeving
B
BB
B Weergave
27
-NL
Alvorens u de camera gaat aansluiten op uw PC, dient u het USB-stuurprogramma op
de computer te installeren. Door gebruikmaking van het USB-stuurprogramma in
combinatie met de toepassingsprogrammatuur kunt u de beelden bekijken op de CD-
ROM die met uw camera is meegeleverd.
Voor gebruikers van Windows 98, Windows 98 Tweede editie
en Windows 2000
Het USB-stuurprogramma installeren
1
Schakel uw PC in en laad Windows.
Sluit de USB-kabel nog niet aan op uw PC.
2
Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
Het scherm van de toepassingssoftware wordt verschijnt.
3
Klik op “USB Driver Installation for Windows 98/98SE, Windows
2000”.
Het installeren van het USB-stuurprogramma begint.
4
Volg de instructies op het scherm om het USB-stuurprogramma te
installeren.
Sommige PC’s kunnen op dit moment opnieuw opstarten.
5
Steek het ene uiteinde van de bijgeleverde USB-kabel in de USB-
aansluiting (mini-B) van uw camera, en het andere uiteinde in de
USB-poort van uw PC.
6
Plaats een “Memory Stick” in de camera, sluit de
netspanningsadapter aan en schakel de camera in.
“PC MODE” verschijnt op het LCD-scherm van de camera en de camera staat
nu in de wachtstand voor communicatie. Uw PC herkent de camera en de
wizard Nieuwe Hardware van Windows wordt gestart.
7
Volg de instructies op het scherm zodat de wizard Nieuwe
Hardware de hardware herkent.
De wizard Nieuwe Hardware wordt tweemaal opgestart omdat er twee
verschillende USB-stuurprogramma’s geïnstalleerd worden. Wacht totdat de
installie is voltooid en onderbreek deze niet. Volg de instructies op het scherm
zodat de wizard Nieuwe Hardware de hardware herkent.
naar de USB-poort
PC
USB-kabel
De
verbindingsstekker
erin duwen totdat
deze is vastgeklikt
naar de USB-
aansluiting (mini-B)
28
-NL
Opmerkingen
Zorg dat u de procedure tot aan stap 4 opvolgt zonder dat daarbij de camera is aangesloten op
uw PC.
Bij stap 7 dient u altijd een “Memory Stick” in uw camera te plaatsen. Anders zult u het USB-
stuurprogramma niet kunnen installeren.
Voor gebruikers van Macintosh
Voor gebruikers van Windows 98, Windows 98 Tweede editie
en Windows 2000
1
Schakel uw PC in en laad het besturingssysteem Mac.
2
Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC.
3
Dubbelklik op het pictogram van het CD-ROM-station om het
venster te open.
4
Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf met het
besturingssysteem om het venster te open.
5
Verplaats de volgende twee bestanden die u in het venster bij stap
3
hebt geopend, naar het pictogram “System Folder” in het
venster dat u bij stap
4
hebt geopend (drag and drop).
Sony USB Driver
Sony USB Shim
6
Wanneer “Put these items into the Extensions folder?” verschijnt,
klikt u op “OK”.
7
Start uw PC opnieuw op.
Beelden bekijken
1
Schakel uw PC in en laad Windows.
B
BB
B Weergave
29
-NL
2
Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de USB-aansluiting
(mini-B) van uw camera, en het andere uiteinde in de USB-poort
van uw PC.
3
Plaats een “Memory Stick” in uw camera en sluit de
netspanningsadapter aan op de camera en vervolgens op een
stopcontact.
4
Schakel de camera in.
“PC MODE” verschijnt op het LCD-scherm van uw camera.
5
Open “My Computer” in Windows en dubbelklik op het zojuist
herkende station. (Voorbeeld: “Removable Disk (D:)”)
De mappen in de “Memory Stick” verschijnen.
6
Kies en dubbelklik op het gewenste beeld- of geluidsbestand uit de
map.
Voor de volledige map- en bestandsnaam, zie “Beeldbestand-geheugenlocaties
en beeldbestanden” (blz. 31).
* Alvorens u een bestand gaat bekijken, is het raadzaam het bestand te kopiëren
naar de vaste schijf van uw PC. Indien u het bestand rechtstreeks vanaf de
“Memory Stick” weergeeft, wordt het beeld of het geluid soms afgebroken.
naar de USB-poort
PC
USB-kabel
De
verbindingsstekker
erin duwen totdat
deze is vastgeklikt
naar de USB-
aansluiting (mini-B)
Gewenst
bestandstype
Dubbelklik in deze volgorde
Stilstaand beeld Map “Dcim” t Map “100msdcf” t Beeldbestand
Bewegend
beeld*
Map “Mssony” t Map “Moml0001” t Beeldbestand*
Audio* Map “Mssony” t Map “Momlv100” t Audiobestand*
Clip Motion-
beeld
Map “Dcim” t Map “100msdcf” t Beeldbestand
E-mail-beeld
TIFF-beeld
(niet
gecomprimeerd)
Map “Mssony” t Map “Imcif100” t Beeldbestand
30
-NL
Als u Windows 2000 gebruikt, worden de onderstaande procedures aanbevolen
wanneer u de USB-kabel loskoppelt van uw PC of de “Memory Stick” uit de camera
haalt terwijl deze is aangesloten op uw PC.
“Memory Stick
Indien de “Memory Stick” op uw PC is geformatteerd, kan een behoorlijke werking van de
“Memory Stick” op uw camera niet altijd worden gegarandeerd.
Probeer niet om de “Memory Stick” op Windows-apparatuur te optimaliseren. Hierdoor zal de
“Memory Stick” minder lang meegaan.
Probeer niet om de gegevens op de “Memory Stick” te comprimeren. Gecomprimeerde
bestanden kunnen niet op de camera worden weergegeven.
Software
Afhankelijk van uw toepassingsprogrammatuur kan het gebeuren dat het bestand met de
stilstaand beeldgegevens groter wordt wanneer het bestand wordt geopend.
Als u bewerkingssoftware gebruikt om het beeld te bewerken en het beeld vervolgens van uw
PC inleest op de camera, of als u het beeld rechtstreeks op de camera bewerkt, zal het
beeldformaat veranderen waardoor soms de foutmelding “FILE ERROR” verschijnt en u het
bestand niet kunt openen.
Afhankelijk van uw toepassingssoftware, is het mogelijk dat alleen het eerste frame van een
Clip Motion-beeld wordt afgebeeld.
Communicatie met uw PC
Na herstel van de apparatuur vanuit de modus Opschorten, Hervatten of Slapen is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw PC niet hersteld wordt.
Overige
Wanneer u de camera aansluit op een PC of wanneer u gebruikmaakt van een externe
stroombron, dient u de batterij uit de camera te verwijderen.
Windows en ActiveMovie, DirectShow zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere landen.
Macintosh en Mac OS, QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere hier vermelde productnamen kunnen de handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van de betreffende ondernemingen zijn. Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing
de aanduidingen “™” en “®” in alle voorkomende gevallen weggelaten.
Voor gebruikers van Windows 2000
1
Stop het station door aanklikken van het pictogram “Loskoppelen/
Verwijderen” in de taakgroep.
2
Wanneer de melding verschijnt dat de hardware veilig kan worden
verwijderd, koppelt u de USB-kabel los van de PC of verwijdert u
de “Memory Stick” uit de camera.
Opmerkingen bij gebruikmaking van uw PC
B
BB
B
Weergave
31
-NL
Beeldbestand-geheugenlocaties
en beeldbestanden
Beeldbestanden die met de camera zijn vastgelegd, worden op basis van
opnamemodus gegroepeerd in mappen.
De betekenis van bestandsnamen is als volgt:
ssss
betekent ieder willekeurig
nummer van 0001 t/m 9999.
Voor gebruikers van Windows 98 (De camera wordt herkend
door station “D”.)
Map met stilstaand, TEXT- en Clip Motion-
beeldgegevens
Map met E-MAIL- en TIFF-beeldgegevens
Map met bewegend beeldgegevens
Map met VOICE-audiogegevens
32
-NL
De numerieke gedeelten van de volgende bestanden zijn hetzelfde:
Een klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-MAIL-modus en het bijbehorende
beeldbestand
Een niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus en het
bijbehorende beeldbestand
Een audiobestand dat is opgenomen in de VOICE-modus en het bijbehorende beeldbestand
Een beeldbestand dat is opgenomen in de TEXT-modus en zijn bijbehorende index-
beeldbestand
Een beeldbestand dat is opgenomen met CLIP MOTION en zijn bijbehorende index-
beeldbestand
Map Bestand Betekenis
100msdcf DSC0
ssss
.JPG
Stilstaand beeldbestand dat normaal is
opgenomen
Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in
de E-MAIL-modus (blz. 43)
Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in
de TIFF-modus (blz. 45)
Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in
de VOICE-modus (blz. 44)
CLP0
ssss
.GIF
Clip Motion-bestand dat is opgenomen in
de NORMAL-modus (blz. 42)
CLP0
ssss
.THM
Index-beeldbestand van het Clip Motion-
bestand dat is opgenomen in NORMAL-
modus
MBL0
ssss
.GIF
Clip Motion-bestand dat is opgenomen in
MOBILE-modus (blz. 42)
MBL0
ssss
.THM
Index-beeldbestand van het Clip Motion-
bestand dat is opgenomen in MOBILE-
modus
TXT0
ssss
.GIF
Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in
de TEXT-modus (blz. 44)
TXT0
ssss
.THM
Index-beeldbestand van stilstaand-
beeldbestand dat is opgenomen in TEXT-
modus
Imcif100 DSC0
ssss
.JPG
Klein beeldbestand dat is opgenomen in de
E-MAIL-modus (blz. 43)
DSC0
ssss
.TIF
Niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is
opgenomen in de TIFF-modus (blz. 45)
Moml0001 MOV0
ssss
.MPG
Bewegend beeldbestand dat normaal is
opgenomen
Momlv100 DSC0
ssss
.MPG
Audiobestand dat is opgenomen in de
VOICE-modus (blz. 44)
33
-NL
Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren
Geavanceerde bedieningen
Alvorens u geavanceerde
bedieningen gaat uitvoeren
In dit hoofdstuk worden de fundamentele bedieningsmethoden beschreven zoals die
vaak worden gebruikt voor “Geavanceerde bedieningen”.
Gebruik van de MODE-keuzeschakelaar
Met de MODE-keuzeschakelaar bepaalt u of u de camera wilt gebruiken voor het
opnemen of voor het weergeven en monteren van beelden. Alvorens u de camera gaat
bedienen, zet u de keuzeschakelaar in de gewenste stand.
Gebruik van de regelknop
De regelknop wordt gebruikt voor het kiezen van de indicaties, beelden en menu's die
op het LCD-scherm van uw camera verschijnen. Hierna volgt een beschrijving van de
bedieningsmethoden zoals die vaak worden gebruikt voor “Geavanceerde
bedieningen”.
PLAY
STILL
MOVIE
PLAY: Voor het weergeven of
monteren van beelden
STILL: Voor het opnemen van
stilstaande beelden,
spraakmemo’s en CLIP
MOTION-beelden
MOVIE: Voor het opnemen van
bewegende beelden
Kiezen
Bevestigen
(Akkoord)
34
-NL
Opmerking
Tijdens weergave van het INDEX-scherm (blz. 50) kunt u de menubalk niet verwijderen.
In het hoofdstuk “Geavanceerde bedieningen” van deze gebruiksaanwijzing
wordt het kiezen en bevestigen van onderdelen volgens de bovenstaande
procedure aangeduid met “Kies [(naam van onderdeel)].”
De bedieningsknoppen (menubalk) op het LCD-scherm in- en
uitschakelen
Onderdelen en beelden op het LCD-scherm kiezen
1
Druk op
v
/
V
/
b
/
B
op de
regelknop om het onderdeel
te kiezen dat u wilt instellen,
of om het beeld te kiezen dat
u wilt weergeven.
De kleur van het gekozen
onderdeel of de rand van het
gekozen beeld verandert van
blauw in geel.
2
Druk op de middelste
z
om
het onderdeel te bevestigen.
Herhaal de stappen
1
en
2
om
de verschillende functies uit te
voeren.
Druk op
v
om de menubalk op het
LCD-scherm te laten verschijnen.
Druk op
V
om de menubalk van
het LCD-scherm te verwijderen.
Menubalk
Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren
35
-NL
De menu-instellingen wijzigen
Een aantal geavanceerde bedieningen voor uw camera kan worden uitgevoerd door
met de regelknop op het LCD-scherm de betreffende menuonderdelen te kiezen.
Druk op
V
op de regelknop totdat op het LCD-scherm weer de menubalk wordt
weergegeven zoals bij stap
1
. Om de menubalk te verwijderen, drukt u opnieuw op
V
.
1
Druk op
v
op de regelknop om de menubalk te laten verschijnen.
De menubalk verschijnt als volgt, al naar gelang de positie van de MODE-
keuzeschakelaar.
2
Kies het gewenste onderdeel met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en druk daarna op de
middelste
z
.
De kleur van het gekozen onderdeel verandert van
blauw in geel en wanneer u de middelste
z
indrukt,
worden de modi weergegeven die u voor het
betreffende onderdeel kunt instellen.
3
Kies de gewenste modus met
v
/
V
/
b
/
B
op de regelknop en druk
daarna op de middelste
z
.
Het menu verwijderen
MODE-keuzeschakelaar
1
MOVIE/STILL PLAY (enkelbeeld-modus) PLAY (INDEX-modus)
36
-NL
Menu-instellingen
Welke menu-instellingen er gewijzigd kunnen worden, is afhankelijk van de positie
van de MODE-keuzeschakelaar. Op het LCD-scherm worden alleen de onderdelen
aangegeven die op dat moment bediend kunnen worden. De oorspronkelijke
instellingen worden aangegeven met x.
(ZELFONTSPANNER)
Voor het opnemen met de zelfontspanner (blz. 20)
EFFECT
FILE
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
P.EFFECT SOLARIZE
B&W
SEPIA
NEG.ART
x OFF
Speciale beeldeffecten instellen
(blz. 49).
MOVIE
STILL
DATE/
TIME
DAY&TIME
DATE
x OFF
Aangeven of u de datum en tijd wilt
opnemen in het beeld (blz. 48).
STILL
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
FORMAT OK “Memory Stick” formatteren.
Denk eraan dat bij het formatteren alle
gegevens die zijn vastgelegd op de
“Memory Stick”, inclusief beveiligde
beelden, verloren zullen gaan.
MOVIE
STILL
PLAY
CANCEL Het formatteren van de “Memory Stick”
annuleren.
FILE
NUMBER
SERIES Bestanden voorzien van een
volgnummer, ook als de “Memory
Stick” wordt vervangen.
MOVIE
STILL
x NORMAL Elke keer wanneer de “Memory Stick”
wordt vervangen, de nummering van de
bestanden weer opnieuw laten beginnen.
Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren
37
-NL
CLIP
MOTION
Het beeldformaat en het aantal frames
voor het maken van GIF-formaat
tekenfilms instellen (blz. 42).
STILL
160×120
(NORMAL)
Maximaal 10 frames kunnen worden
opgenomen.
80×72
(MOBILE)
Maximaal 2 frames kunnen worden
opgenomen.
CANCEL Clip Motion annuleren.
IMAGE
SIZE
x
2048×1536
2048 (3:2)
1600×1200
1280×960
640×480
Bij het opnemen van stilstaande beelden
het gewenste beeldformaat kiezen.
STILL
320 (HQ)
320×240
x
160×112
Bij het opnemen van bewegende
beelden het gewenste MPEG-
beeldformaat kiezen.
MOVIE
REC MODE TIFF Naast het JPEG-bestand nog een (niet-
gecomprimeerd) TIFF-bestand
opnemen.
STILL
TEXT Een GIF-bestand in zwart-wit opnemen.
VOICE Naast het JPEG-bestand nog een
audiobestand (met stilstaand beeld)
opnemen.
E-MAIL Naast het gekozen beeldformaat nog een
JPEG-bestand van klein formaat
(320×240) opnemen.
x
NORMAL Een JPEG-bestand in het gekozen
beeldformaat opnemen.
REC TIME
SET
15 sec
10 sec
x
5 sec
De opnameduur van bewegende beelden
instellen.
MOVIE
ROTATE
(alleen in
enkelbeeld-
modus)
Het stilstaande beeld roteren. PLAY
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
38
-NL
CAMERA
SLIDE
SHOW
(alleen in
enkelbeeld-
modus)
INTERVAL
Het interval voor een diavoorstelling
instellen.
x
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
PLAY
REPEAT De diavoorstelling herhalen.
x
ON/OFF
START De diavoorstelling laten beginnen.
CANCEL De instellingen voor de diavoorstelling
en de uitvoering daarvan annuleren.
PRINT
MARK
ON De af te drukken stilstaande beelden
markeren (blz. 58).
PLAY
x
OFF De afdrukmarkering van de stilstaande
beelden annuleren.
PROTECT ON Beelden beveiligen tegen abusievelijk
wissen (blz. 54).
PLAY
x
OFF De beveiliging van beelden tegen
abusievelijk wissen opheffen.
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
DIGITAL
ZOOM
x
ON De digitale zoom gebruiken. STILL
OFF De digitale zoom niet gebruiken.
SHARPNESS
+2 tot –2 De scherpte van het beeld regelen.
verschijnt op het LCD-scherm
behalve wanneer de instelling “0” is
gekozen.
STILL
WHITE
BALANCE
IN DOOR
OUT DOOR
HOLD
x
AUTO
De kleurbalans instellen (blz. 48). MOVIE
STILL
FLASH
LEVEL
HIGH De intensiteit van de flitser hoger dan
normaal instellen.
STILL
x
NORMAL Normale stand
LOW De intensiteit van de flitser lager dan
normaal instellen.
EXPOSURE +2.0 EV tot
–2.0 EV
De belichting regelen. MOVIE
STILL
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren
39
-NL
TOOL
SETUP
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
COPY OK Een beeld kopiëren (blz. 56). PLAY
CANCEL Het kopiëren van een beeld annuleren.
RESIZE
(alleen in
enkelbeeld-
modus)
2048×1536
1600×1200
1280×960
640×480
CANCEL
Het formaat van het opgenomen
stilstaande beeld veranderen (blz. 56).
PLAY
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
DEMO
x
ON/STBY
OFF
Verschijnt alleen wanneer u de
netspanningsadapter gebruikt in de
MOVIE- of STILL-modus. Wanneer
ON is gekozen en de camera circa
10 minuten lang niet is bediend, begint
er een demonstratie. Om de
demonstratie te stoppen, dient u de
camera uit te schakelen. Kies ON om de
demonstratie weer te laten beginnen.
MOVIE
STILL
VIDEO
OUT
NTSC Het video-uitgangssignaal instellen op
het NTSC-kleursysteem (Noord-
Amerika, Japan, enz.).
MOVIE
STILL
PLAY
PAL Het video-uitgangssignaal instellen op
het PAL-kleursysteem (Europa enz.).
/
LANGUAGE
x
ENGLISH De menuonderdelen weergeven in het
Engels.
MOVIE
STILL
PLAY
/JPN De menuonderdelen weergeven in het
Japans.
CLOCK
SET
De datum en tijd instellen (blz. 13). MOVIE
STILL
PLAY
40
-NL
INDEX*
Zes beelden tegelijk weergeven (PLAY (INDEX)-modus) (blz. 50).
DELETE
3
(TERUG)**
Terugkeren naar de PLAY (enkelbeeld)-modus.
Verschijnt alleen in de PLAY (enkelbeeld)-modus.
∗∗
Verschijnt alleen in de PLAY (INDEX)-modus.
BEEP SHUTTER Alleen de pieptoon uitschakelen.
(Wanneer u de sluiterknop indrukt, is het
sluitergeluid te horen.)
MOVIE
STILL
PLAY
x
ON De pieptoon/het sluitergeluid
inschakelen (wanneer u de regelknop/
sluiterknop indrukt).
OFF De pieptoon/het sluitergeluid
uitschakelen.
LCD
BRIGHT
De helderheid van het LCD-scherm
regelen door gebruikmaking van de +/–
toetsen op het LCD-scherm. Dit heeft
geen effect op de opgenomen beelden.
MOVIE
STILL
PLAY
Instelling Beschrijving MODE-
keuzeschakelaar
OK Het weergegeven beeld wissen. PLAY
CANCEL Het wissen van het beeld annuleren.
Onderdeel Instelling Beschrijving MODE-
keuze-
schakelaar
B
BB
B
Opnamemethoden
41
-NL
B
Opnamemethoden
Het beeldformaat
instellen (IMAGE
SIZE)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op MOVIE
of STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE] en [IMAGE SIZE].
3
Kies het gewenste
beeldformaat.
Formaten van stilstaande
beelden
2048×1536, 2048 (3:2)*,
1600×1200, 1280×960, 640×480
Het beeld wordt opgenomen in
formaat 3:2 (horizontaal : verticaal)
zodat dit overeenkomt met
papierformaat 3:2.
Formaten van bewegende
beelden
320 (HQ*), 320×240, 160×112
Hoge kwaliteitsmodus
1
2,3
Het aantal beelden dat u kunt
opnemen of de opnameduur van
een Memory Stick (8 MB):
Wanneer [REC MODE] is ingesteld op
[NORMAL]
∗∗
De tussen haakjes vermelde cijfers geven
de maximale opnameduur bij continu-
opname aan.
Beeld-
formaat
Aantal beelden of
opnameduur*
2048×1536 circa 5
2048 (3:2) circa 5
1600×1200 circa 8
1280×960 circa 12
640×480 circa 118
320 (HQ) circa 20 (15**) sec.
320×240 circa 80 (15**) sec.
160×112 circa 320 (60**) sec.
42
-NL
Clip Motion-
bestanden aanmaken
Clip Motion is een animatiefunctie
waarmee stilstaande beelden achter
elkaar worden weergegeven. Clip
Motion-beelden worden op deze
camera weergegeven met een interval
van circa 0,5 seconde. De beelden
worden opgeslagen in GIF-formaat,
wat makkelijk is voor het maken van
een homepage of om beelden als
bijlage aan een e-mailbericht toe te
voegen.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE] en [CLIP MOTION].
3
Kies de gewenste modus.
160×120 (NORMAL)
Een Clip Motion van maximaal 10
frames kan worden opgenomen.
Dit is geschikt voor gebruik op een
homepage, enz.
80×72 (MOBILE)
Een Clip Motion van maximaal 2
frames kan worden opgenomen.
Dit is geschikt voor gebruik met
draagbare dataterminals.
CANCEL
Hierdoor wordt het aanmaken van
een Clip Motion geannuleerd.
1
2,3
4,5
4
Neem het beeld op voor het
eerste frame.
5
Neem het beeld op voor het
volgende frame.
Het opnemen van het beeld kan
herhaald worden tot het maximale
aantal opneembare frames.
De framebeelden worden
automatisch opgenomen op de
“Memory Stick” nadat u op
[FINISH] hebt gekozen of nadat
het maximale aantal opneembare
frames is opgenomen.
Stoppen met het maken van
Clip Motion-beelden
Kies na stap
3
[RETURN].
Houd er rekening mee dat u ook na
opname slechts één frame niet kunt
stoppen met het maken van Clip
Motion-beelden.
Het aantal Clip Motion-frames dat u
kunt opnemen op een Memory
Stick” (8 MB):
Wanneer u per Clip Motion-bestand
10 frames opneemt
Beeldformaat Aantal beelden
160
×
120
(NORMAL)
circa 40*
80
×
72
(MOBILE)
circa 800
B
BB
B
Opnamemethoden
43
-NL
Opmerkingen
Het lezen en wegschrijven van het duurt
langer dan normaal beeld opnemen.
Als gevolg van de beperkingen van het
GIF-formaat wordt het aantal kleuren in
een Clip Motion-bestand verlaagd tot 256
kleuren of minder. Het is daarom mogelijk
dat de beeldkwaliteit bij bepaalde beelden
verslechtert.
In de MOBILE-modus wordt het bestand
verkleind waardoor de beeldkwaliteit
verslechtert.
GIF-bestanden die niet op deze camera
zijn opgenomen kunnen niet altijd juist
worden weergegeven.
Stilstaande beelden
voor e-mail opnemen
(E-MAIL)
In de E-MAIL-modus wordt een beeld
van klein formaat (320×240) tegelijk
weergegeven als een stilstaand beeld.
Beelden van klein formaat zijn handig
voor verzending via e-mail, enz.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [REC MODE] en [E-
MAIL].
3
Neem het beeld op.
Het aantal beelden dat u in de E-
MAIL-modus op een Memory
Stick (8 MB) kunt opnemen:
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Kies bij stap
2
[NORMAL].
Beeldformaat Aantal beelden
2048×1536 circa 4
2048 (3:2) circa 4
1600×1200 circa 8
1280×960 circa 12
640×480 circa 95
1
2
3
44
-NL
Stilstaande beelden
met audiobestanden
opnemen (VOICE)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [REC MODE] en
[VOICE].
3
Neem het beeld op.
Wanneer u de sluiterknop indrukt
en loslaat, wordt er 5 seconden
geluid opgenomen.
Wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt, wordt het geluid
opgenomen totdat u de sluiterknop
weer loslaat, maximaal
40 seconden.
Het aantal beelden dat u in de
VOICE-modus op een Memory
Stick (8 MB) kunt opnemen
(wanneer u daarbij 5 seconden
geluid opneemt):
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Kies bij stap
2
[NORMAL].
Beeldformaat Aantal beelden
2048×1536 circa 4
2048 (3:2) circa 4
1600×1200 circa 7
1280×960 circa 11
640×480 circa 56
1
2
3
Tekstdocumenten
opnemen (TEXT)
Tekst wordt opgenomen in zwart-wit
GIF-formaat om een helderder beeld te
verkrijgen.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [REC MODE] en
[TEXT].
3
Neem het beeld op.
Het aantal beelden dat u in de
TEXT-modus op een Memory
Stick” (8 MB) kunt opnemen:
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Kies bij stap
2
[NORMAL].
Opmerkingen
Indien het onderwerp niet gelijkmatig is
belicht, kunt u niet altijd een helder beeld
opnemen.
Het wegschrijven en lezen van gegevens
duurt langer dan bij normaal opnemen.
Beeldformaat Aantal beelden
2048×1536 circa 15 tot 125
2048 (3:2) circa 17 tot 137
1600×1200 circa 25 tot 173
1280×960 circa 40 tot 228
640×480 circa 160 tot 727
1
2
3
B
BB
B
Opnamemethoden
45
-NL
Stilstaande beelden
als niet-
gecomprimeerde
bestanden opnemen
(TIFF)
In deze modus worden stilstaande
beelden tegelijkertijd in TIFF-formaat
(niet-gecomprimeerd) en JPEG-
formaat (gecomprimeerd) opgenomen.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [REC MODE] en
[TIFF].
3
Neem het beeld op.
Het aantal beelden dat u in de TIFF-
modus op een Memory Stick
(16 MB) kunt opnemen:
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Kies bij stap
2
[NORMAL].
Beeldformaat Aantal beelden
2048×1536 circa 1
2048 (3:2) circa 1
1
2
3
Opmerkingen
JPEG-beelden worden opgenomen in het
beeldformaat dat in het menu [IMAGE
SIZE] werd gekozen. TIFF-beelden
worden opgenomen in formaat
[2048×1536] behalve wanneer [2048 (3:2)]
wordt gekozen.
Het wegschrijven van gegevens duurt
langer dan bij normaal opnemen.
De bijgeleverde “Memory Stick” (8 MB)
beschikt niet over voldoende capaciteit om
niet-gecomprimeerde beelden op te nemen.
46
-NL
Beelden in macro
opnemen
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op MOVIE
of STILL.
2
Druk op MACRO zodat de
automatische macro-
indicatie
op het LCD-
scherm verschijnt.
U kunt een onderwerp opnemen
van op een afstand van circa 10 cm
van het lensoppervlak wanneer de
zoom helemaal naar de W-kant is
gezet.
(Circa 50 cm wanneer de zoom
helemaal naar de T-kant is gezet.)
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Druk nogmaals op MACRO zodat
van het LCD-scherm verdwijnt.
Opmerkingen
In de volgende PROGRAM AE-
programmas kunt u geen beelden in macro
opnemen:
Landschapsprogramma
Panfocus-programma
Wanneer op het LCD-scherm
verschijnt, kunt u geen beelden in macro
opnemen.
Wanneer u beelden in macro opneemt,
dient u het LCD-scherm te gebruiken.
Wanneer u opneemt met gebruikmaking
van de zoeker, kan het bereik dat zichtbaar
is in de zoeker verschillen van het
werkelijke opnamebereik.
1
2
Gebruik van de
PROGRAM AE-
belichtingsprogramma’s
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op MOVIE
of STILL.
2
Druk herhaald op PROGRAM
AE om het gewenste
PROGRAM AE-
belichtingsprogramma te
kiezen.
Schemer- en
maanlichtprogramma
Voor het onderdrukken van de
kleurvegen die kunnen ontstaan bij
het opnemen van een helder
onderwerp tegen een duistere
achtergrond, zonder de duistere
sfeer te verliezen.
Schemer- en maanlicht-
plus-programma
Om de effecten van het schemer-
en maanlichtprogramma nog beter
te laten uitkomen.
Landschapsprogramma
Om alleen de achtergrond scherp
te laten uitkomen, zoals voor
landschapsopnamen, enz.
Panfocus-programma
Om snel heen en weer te schakelen
tussen onderwerpen dichtbij en
onderwerpen veraf.
1
2
B
BB
B
Opnamemethoden
47
-NL
Eénpunts lichtmeting met
de spotmeter
Kies dit programma bij tegenlicht
of bij een sterk contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond, enz.
Positioneer het punt dat u wilt
opnemen op het dradenkruis van
de éénpunts lichtmeting.
Om PROGRAM AE te
annuleren
Druk herhaald op PROGRAM AE
totdat de indicatie op het LCD-scherm
verdwijnt.
Opmerkingen
Bij het landschapsprogramma kunt u
alleen scherpstellen op onderwerpen veraf.
Bij het panfocus-programma kunnen de
zoompositie en de scherpstelling niet
worden veranderd.
Wanneer u opneemt met het schemer- en
maanlicht-plus-programma, is
gebruikmaking van een statief aan te
bevelen om trilling te voorkomen.
Kies “Altijd flitsen” wanneer u bij de
volgende programmas de flitser gebruikt:
Schemer- en maanlichtprogramma
Schemer- en maanlicht-plus-programma
Landschapsprogramma
U kunt de PROGRAM AE-
belichtingsprogramma’s niet gebruiken
wanneer [REC MODE] is ingesteld op
[TEXT].
De storing kan toenemen in het schemer-
en maanlicht-plus-programma.
LCD-scherm
Dradenkruis van
éénpunts lichtmeting
Belichting regelen
(EXPOSURE)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op MOVIE
of STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[CAMERA] en [EXPOSURE].
3
Kies de gewenste
belichtingswaarde.
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert. U kunt waarden kiezen
van +2.0 EV tot –2.0 EV in
stappen van 1/3 EV.
Opmerking
Wanneer het onderwerp extreem helder of
donker is, of wanneer u de flitser gebruikt,
kan de belichting niet altijd goed worden
ingesteld.
1
2,3
48
-NL
Kleurbalans regelen
(WHITE BALANCE)
Gewoonlijk wordt de kleurbalans
automatisch geregeld.
1
Zet de MODE-keuzeschakelaar
op MOVIE of STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[CAMERA] en [WHITE
BALANCE].
3
Kies de gewenste
kleurbalans-instelling.
IN DOOR (
n
)
Op plaatsen met snel
veranderende
lichtomstandigheden
Bij zeer fel licht, zoals in
fotostudios
Onder natrium- of kwiklampen
OUT DOOR ( )
Zonsopgang of zonsondergang,
nachtopnamen, neonverlichting of
vuurwerk
HOLD
Instelling van kleurbalans
vasthouden
AUTO (geen indicatie)
Kleurbalans automatisch regelen
Terugkeren naar
automatische regeling
Kies bij stap
3
[AUTO].
Opmerking
Kies [AUTO] wanneer u opneemt onder TL-
verlichting.
1
2,3
De datum en tijd
opnemen op het
stilstaande beeld
(DATE/TIME)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[EFFECT] en [DATE/TIME].
3
Kies de instelling van de
datum en tijd.
DAY&TIME
Datum, uur en minuten worden op
het beeld geprojecteerd.
DATE
Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
OFF
De datum en tijd worden niet op
het beeld geprojecteerd.
4
Neem het beeld op.
De datum en tijd worden tijdens
het opnemen niet weergegeven.
De datum en tijd worden
weergegeven tijdens weergave van
beelden.
1
2,3
4
B
BB
B
Opnamemethoden
49
-NL
Opmerkingen
Als u [DATE] kiest in stap
3
, wordt de
datum op het beeld geprojecteerd in de
volgorde gekozen in “De datum en tijd
instellen” (blz. 13).
De datum en tijd worden niet
geprojecteerd op Clip Motion-beelden.
Beeldeffecten
(P.EFFECT)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op MOVIE
of STILL.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[EFFECT] en [P.EFFECT].
3
Kies de gewenste modus.
SOLARIZE
Het contrast is helderder en het
beeld oogt als een illustratie.
B&W
Het beeld is monochroom (zwart-
wit).
SEPIA
Het beeld is sepia, zoals een oude
foto.
NEG.ART
Kleur en helderheid van het beeld
zijn omgekeerd.
Om het beeldeffect te
annuleren
Kies bij stap
3
[OFF].
1
2,3
50
-NL
B
Weergavemethoden
Zes beelden tegelijk
weergeven (INDEX)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY.
2
Kies op het LCD-scherm de
optie [INDEX].
Er verschijnen zes beelden tegelijk
(index-scherm).
Alleen het eerste frame van Clip
Motion-bestanden wordt
weergegeven.
Al naar gelang het soort
beeldbestand en de instellingen
wordt elk beeld voorzien van één van
de volgende symbolen:
: Bewegend beeldbestand
: Spraakmemo-bestand
: E-mail-bestand
: Afdrukmarkering
-
: Beveiligingsmarkering
TEXT: Tekstbestand
TIFF: TIFF-bestand
CLIP: Clip Motion-bestand
(Geen markering): Normale opname
(geen instellingen)
1
2
Toont de positie van de op dat
moment weergegeven beelden ten
opzichte van alle opgenomen
beelden.
Om het volgende (vorige)
index-scherm weer te geven
Kies linksonder op het LCD-scherm
v
/
V
.
Terugkeren naar normale
weergave (enkelbeeld)
Kies met de regelknop het gewenste
beeld.
Kies [3] (TERUG).
Opmerking
Wanneer u op het INDEX-scherm een beeld
bekijkt dat is opgenomen in Clip Motion of
TEXT-modus, kan het beeld anders lijken
dan het werkelijke beeld.
Weergave van het vorige
index-scherm
Weergave van het volgend
e
index-scherm
B
BB
B
Weergavemethoden
51
-NL
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten (zoomen en
trimmen)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY.
2
Toon het beeld dat u wilt
vergroten.
3
Zoom het beeld in en uit met
de zoomknop.
De zoomschaal-indicatie
verschijnt op het LCD-scherm.
4
Druk herhaald op de
regelknop om het gewenste
deel van het beeld te kiezen.
v
: Het beeld gaat omlaag
V
: Het beeld gaat omhoog
b
: Het beeld gaat naar rechts
B
: Het beeld gaat naar links
Terugkeren naar het
normale formaat
Zoom in met de zoomknop totdat de
zoomschaal-indicatie ( ×1.1) van
het scherm is verdwenen, of druk
gewoon op
z
.
Een vergroot beeld opnemen
(trimmen)
1Vergroot het beeld.
2Druk op de sluiterknop. Het beeld
wordt opgenomen met formaat
640×480 en daarna verschijnt opnieuw
het beeld van vóór de vergroting.
1
3
2,4
Opmerkingen
Beelden die zijn opgenomen in de TEXT-
modus en niet-gecomprimeerde beelden
kunnen niet worden getrimd.
U kunt niet op Clip Motion-beelden
inzoomen of deze afsnijden.
Het oorspronkelijke beeld kan met de
zoomfunctie maximaal 5
×
worden
vergroot, ongeacht het beeldformaat.
De beeldkwaliteit van getrimde beelden
kan achteruitgaan.
Ook na het trimmen blijft het
oorspronkelijke beeld bewaard.
Het getrimde beeld wordt opgenomen als
het nieuwste bestand.
52
-NL
Een stilstaand beeld
roteren (ROTATE)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY.
2
Toon het beeld dat u wilt
roteren.
3
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE] en [ROTATE].
4
Roteer het beeld naar rechts
of naar links en kies
daarna [RETURN].
Opmerkingen
Beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
Wanneer u de beelden op een PC bekijkt,
komt de informatie over de beeldrotatie al
naar gelang de toepassingsprogrammatuur
niet altijd over.
Beveiligde beelden of niet-
gecomprimeerde beelden, Clip Motion-
beelden of beelden die zijn opgenomen in
de TEXT-modus kunnen niet worden
geroteerd.
1
2,3,4
Beelden na elkaar
weergeven (SLIDE
SHOW)
Deze functie is handig voor het
controleren van de opgenomen beelden
of voor presentaties, enz.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE] en [SLIDE SHOW].
Stel de volgende onderdelen in.
INTERVAL
1 min (één minuut), 30 sec
(30 seconden), 10 sec
(10 seconden), 5 sec (5 seconden),
3 sec (3 seconden)
REPEAT
ON: Continu-weergave van
beelden totdat [RETURN]
wordt gekozen.
OFF: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
3
Kies [START] met de
regelknop.
De diavoorstelling begint.
De diavoorstelling
uitschakelen
Kies bij stap
2
of
3
[CANCEL].
1
2,3
B
BB
B
Weergavemethoden
53
-NL
Tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks doorgaan naar
het volgende of vorige beeld
Kies linksonder op het LCD-scherm
"b
/
B"
.
U kunt rechtstreeks doorgaan naar het
volgende/vorige beeld door indrukken
van de regelknoppen
B
/
b
terwijl de
menubalk niet geactiveerd is.
De diavoorstelling tijdelijk
stopzetten en opnieuw laten
beginnen
Om de diavoorstelling tijdelijk stop te
zetten en opnieuw te laten beginnen,
kiest u linksonder op het scherm [
X
]/
[
B
] of drukt u op de regelknop
z
terwijl de menubalk niet wordt
weergegeven.
Opmerking
Het ingestelde [INTERVAL] is niet exact en
wordt mede bepaald door het formaat van
het weergegeven beeld of door andere
factoren.
Beelden bekijken op
een TV-scherm
Alvorens u de camera aansluit, dient u
altijd de TV uit te schakelen.
1
Sluit de A/V-verbindingskabel
aan op de A/V OUT-bus van
de camera en op de audio/
video-ingangsbussen van de
TV.
Indien uw TV is voorzien van
stereo-audio-ingangsbussen, dient
u de audiostekker van de A/V-
verbindingskabel aan te sluiten op
de Lch-bus.
2
Schakel de TV in en begin
daarna met de weergave op
uw camera.
Het weergavebeeld verschijnt op
het TV-scherm.
Opmerking
U kunt geen gebruikmaken van een TV die
alleen is voorzien van een
antenneaansluiting.
naar A/V OUT-
bus
Zet de TV/VIDEO-
schakelaar op
“VIDEO”.
A/V-verbindingskabel
(bijgeleverd)
54
-NL
B
Monteren
Abusievelijk wissen
voorkomen
(PROTECT)
Op beveiligde beelden verschijnt de
- (beveiligingsindicatie).
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
toon daarna het beeld dat u
wilt beveiligen.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [PROTECT] en [ON].
Het getoonde beeld wordt
beveiligd en - verschijnt.
De beveiliging uitschakelen
Kies bij stap
2
[OFF].
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
laat daarna het INDEX-
scherm verschijnen.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [PROTECT] en
tenslotte [ALL] of [SELECT].
3
[ALL] kiezen
Kies [ON].
Alle beelden die zijn vastgelegd in
de “Memory Stick” zijn beveiligd.
In enkelbeeld-modus
In de INDEX-modus
1
1,2,3
[SELECT] kiezen
Kies met de regelknop alle beelden
die u wilt beveiligen en kies daarna
[ENTER].
De gekozen beelden zijn beveiligd.
De beveiliging uitschakelen
Wanneer u bij stap
2
[ALL] hebt
gekozen, kiest u [OFF]. Wanneer u bij
stap
2
[SELECT] hebt gekozen, kiest u
met de regelknop de beelden waarvan
u de beveiliging wilt opheffen, en
daarna kiest u [ENTER].
B
BB
B
Monteren
55
-NL
Beelden wissen
(DELETE)
Beveiligde bestanden kunnen niet
worden gewist.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
toon daarna het beeld dat u
wilt wissen.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens [DELETE]
en [OK].
Het beeld wordt gewist.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
laat daarna het INDEX-
scherm verschijnen.
2
Kies in het menu de optie
[DELETE] en daarna [ALL] of
[SELECT].
3
[ALL] kiezen
Kies [ENTER].
Alle niet beveiligde beelden
worden gewist.
[SELECT] kiezen
Kies met de regelknop alle beelden
die u wilt wissen en kies daarna
[ENTER].
In enkelbeeld-modus
In de INDEX-modus
1
1,2,3
Op de gekozen beelden verschijnt
de (wis-indicatie) en de
betreffende beelden worden
gewist.
Het wissen annuleren
Kies bij stap
2
of
3
[CANCEL].
Opmerking
Indien er in de “Memory Stick” bestanden
zijn vastgelegd waarvan de naam eindigt
met dezelfde vier letters als de
bestandsnaam van het beeld dat u wilt
wissen, worden deze bestanden op hetzelfde
moment ook gewist.
56
-NL
Het formaat van het
opgenomen
stilstaande beeld
veranderen (RESIZE)
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
toon daarna het beeld
waarvan u het formaat wilt
veranderen.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[TOOL] en [RESIZE].
3
Kies het gewenste
beeldformaat.
2048×1536, 1600×1200,
1280×960, 640×480
Het veranderde beeld wordt
opgenomen en daarna verschijnt
opnieuw het beeld met het formaat
van vóór de verandering.
Terugkeren naar het
oorspronkelijke formaat
Kies bij stap
3
[CANCEL].
Opmerkingen
Het formaat van beelden die zijn
opgenomen in de TEXT-modus, van niet-
gecomprimeerde beelden of Clip Motion-
beelden, kan niet worden veranderd.
Wanneer u van een klein formaat
overschakelt op een groot formaat, gaat de
beeldkwaliteit achteruit.
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Het beeld waarvan het formaat is
veranderd, wordt vastgelegd als het
nieuwste bestand.
1
1,2,3
Beelden kopiëren
(COPY)
U kunt beelden kopiëren naar een
andere “Memory Stick”.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
toon daarna het beeld dat u
wilt kopiëren.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[TOOL], [COPY] en [OK].
“MEMORY STICK ACCESS”
verschijnt.
3
Wanneer CHANGE MEMORY
STICK verschijnt, verwijdert
u de Memory Stick.
“INSERT MEMORY STICK”
verschijnt.
4
Plaats de Memory Stick
waarnaar u het beeld wilt
kopiëren.
“RECORDING” verschijnt.
Wanneer het kopiëren voltooid is,
verschijnt “COMPLETE”.
Om te stoppen met kopiëren, kiest
u [EXIT].
Het beeld kopiëren naar een
andere “Memory Stick
Kies na stap
4
de optie [CONTINUE]
en herhaal de stappen
3
en
4
.
In enkelbeeld-modus
1
1,2
B
BB
B
Monteren
57
-NL
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
laat daarna het INDEX-
scherm verschijnen.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[TOOL], [COPY] en [SELECT].
3
Kies het beeld dat u wilt
kopiëren.
Op het beeld verschijnt de
(keuze-indicatie).
4
Kies [ENTER].
“MEMORY STICK ACCESS”
verschijnt.
5
Wanneer CHANGE MEMORY
STICK verschijnt, verwijdert
u de Memory Stick”.
“INSERT MEMORY STICK”
verschijnt.
6
Plaats een andere Memory
Stick.
“RECORDING” verschijnt.
Wanneer het kopiëren voltooid is,
verschijnt “COMPLETE”.
Om te stoppen met kopiëren, kiest
u [EXIT].
Het beeld kopiëren naar een
andere “Memory Stick”
Kies na stap
6
de optie [CONTINUE]
en herhaal de stappen
5
en
6
.
In de INDEX-modus
1
1,2,3,4
Het kopiëren halverwege
annuleren
Zet de MODE-keuzeschakelaar in een
andere stand of schakel het apparaat
uit.
Opmerkingen
Indien u na het verschijnen van
“COMPLETE” niet [EXIT] kiest, maar in
plaats daarvan een nieuwe “Memory
Stick” aanbrengt, wordt hetzelfde beeld
opnieuw gekopieerd.
Niet-gecomprimeerde beelden kunnen niet
worden gekopieerd.
Beelden die meer dan 5 MB ruimte in
beslag nemen, kunnen niet in één keer
worden gekopieerd. Wanneer op het
INDEX-scherm “NOT ENOUGH
MEMORY” verschijnt of knippert,
annuleert u enkele van de te kopiëren
beelden en probeert u het opnieuw.
58
-NL
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
stilstaande beelden
(PRINT MARK)
Stilstaande beelden die met deze
camera zijn opgenomen, kunnen
worden voorzien van een
afdrukmarkering. Deze markering is
handig wanneer u beelden laat
afdrukken in een winkel die de norm
DPOF (Digital Print Order Format)
hanteert.
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
toon daarna het beeld dat u
wilt afdrukken.
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [PRINT MARK] en
[ON].
Op het beeld verschijnt de
(afdrukmarkering).
De afdrukmarkering
verwijderen
Kies bij stap
2
[OFF].
1
Zet de MODE-
keuzeschakelaar op PLAY en
laat daarna het INDEX-
scherm verschijnen.
In enkelbeeld-modus
In de INDEX-modus
1
1,2,3,4
2
Kies in het menu
achtereenvolgens de opties
[FILE], [PRINT MARK] en
[SELECT].
3
Kies met de regelknop de
beelden die u van een
markering wilt voorzien.
4
Kies [ENTER].
van de gekozen beelden
verandert van groen in wit.
De afdrukmarkering van de
gekozen beelden
verwijderen
Kies bij stap
3
met de regelknop de
beelden waarvan u de afdrukmarkering
wilt verwijderen en kies daarna
[ENTER].
Alle afdrukmarkeringen
verwijderen
Kies in het menu achtereenvolgens de
opties [FILE], [PRINT MARK],
[ALL] en [OFF].
De afdrukmarkeringen van alle
beelden worden verwijderd.
Opmerkingen
Bewegende beelden, Clip Motion-beelden
of beelden die in de TEXT-modus zijn
opgenomen kunnen niet worden voorzien
van een afdrukmarkering.
Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt
op een beeld dat in de TIFF-modus is
opgenomen, wordt alleen het niet-
gecomprimeerde beeld afgedrukt. Het
tegelijkertijd opgenomen JPEG-beeld
wordt niet afgedrukt.
Aanvullende informatie
59
-NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
zachte doek (niet bijgeleverd) of een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte, licht bevochtigde doek en veeg na
met een droge doek. Gebruik nooit een
oplosmiddel zoals verdunner, alcohol of
wasbenzine, aangezien dergelijke middelen
de afwerking of de behuizing kunnen
beschadigen.
Na gebruik van de camera op het
strand of op andere plaatsen met
veel zand of stof
Reinig de camera zorgvuldig. Zo niet, dan
kunnen de metalen onderdelen door de
zoute lucht gaan corroderen of er kan stof in
de camera binnendringen waardoor deze
defect kan raken.
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die buiten
het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te
bevelen.
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera.
Hierdoor zal de camera niet meer naar
behoren functioneren.
Reiniging
Bedrijfstemperatuur
Condensvorming
Condensvorming treedt
gemakkelijk op wanneer:
de camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht;
de camera bij warm weer vanuit een kamer
of auto met airconditioning mee naar
buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken terwijl
er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen
de opgenomen beelden niet helder zijn.
Trek de stekker uit het stopcontact
wanneer u het apparaat lange tijd niet
denkt te gebruiken.
Houd de stekker vast wanneer u deze uit
het stopcontact trekt. Trek nooit aan het
snoer zelf.
Bedien het apparaat niet wanneer het snoer
beschadigd is, wanneer u het apparaat hebt
laten vallen of wanneer dit beschadigd is.
Buig het snoer niet te strak en plaats er
geen zware voorwerpen op. Hierdoor zal
het snoer beschadigd raken waardoor er
brand of een elektrische schok kan
optreden.
Laat geen metalen voorwerpen in
aanraking komen met de metalen
onderdelen van het aansluitgedeelte.
Indien dat gebeurt, kan er kortsluiting
optreden en kan het apparaat beschadigd
raken.
Houd de metalen contactpunten altijd goed
schoon.
Probeer niet het apparaat te demonteren.
Stel het apparaat niet bloot aan
mechanische schokken en laat het niet
vallen.
Netspanningsadapter
60
-NL
Wanneer het apparaat in gebruik is, en
vooral tijdens het opladen, dient u het uit
de buurt te houden van AM-ontvangers en
videoapparatuur. AM-ontvangst en
videobediening worden gestoord.
Tijdens gebruik wordt het apparaat warm.
Dit is normaal.
Installeer het apparaat niet op plaatsen die
zijn blootgesteld aan:
extreme hitte of kou
stof of vuil
hoge vochtigheid
trillingen
Gebruik voor het opladen uitsluitend de
voorgeschreven acculader.
Om ongevallen door kortsluiting te
voorkomen, mag u geen metalen
voorwerpen in aanraking laten komen met
de batterijaansluitingen.
Houd de accu uit de buurt van vuur.
Stel de accu nooit bloot aan temperaturen
boven 60°C, zoals in een auto die in de zon
staat geparkeerd of in direct zonlicht.
Houd de accu droog.
Stel de accu niet bloot aan mechanische
schokken.
Probeer de accu niet te demonteren of te
modificeren.
Installeer de accu stevig in de camera.
Het opladen van een batterij met nog enige
restcapaciteit heeft geen invloed op de
oorspronkelijke capaciteit van de batterij.
Indien er zich een probleem voordoet, trek
dan de stekker van de camera eruit en neem
contact op met uw dichtstbijzijnde Sony-
dealer.
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld. Deze
oplaadbare knopbatterij wordt tijdens het
gebruik van de camera continu opgeladen.
Indien u de camera echter alleen voor korte
perioden gebruikt, raakt deze accu
geleidelijk uitgeput. Indien u de camera
Accu
Ingebouwde oplaadbare
knopbatterij
helemaal niet gebruikt, is de accu na zes
maanden volledig uitgeput. In dit geval dient
u de oplaadbare knopbatterij altijd op te
laden voordat u de camera gaat gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u niet de datum en
tijd opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera via de netspanningsadapter
aan op een stopcontact of plaats een volledig
opgeladen accu, en laat de camera
gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld
staan.
“Memory Stick”
De “Memory Stick” is een nieuw compact,
draagbaar en veelzijdig opnamemedium met
een geïntegreerde schakeling en met een
grotere gegevenscapaciteit dan een diskette.
De “Memory Stick” is speciaal ontworpen
voor het uitwisselen en gezamenlijk gebruik
van digitale gegevens, mits de daarvoor
gebruikte producten kunnen werken met de
“Memory Stick”. Aangezien de “Memory
Stick” verwijderd kan worden, is deze ook
geschikt voor het extern opslaan van
gegevens.
Er zijn twee soorten “Memory Sticks”:
algemene “Memory Sticks” en “MagicGate
Memory Sticks” die zijn uitgerust met
MagicGate*, een technologie ter
bescherming van auteursrechten.
Deze camera is geschikt voor beide soorten
“Memory Sticks”. Aangezien deze camera
echter niet de MagicGate-normen
ondersteunt, zijn de met deze camera
vastgelegde gegevens niet via MagicGate
beschermd tegen inbreuk op de
auteursrechten.
MagicGate is een technologie ter
bescherming van auteursrechten waarbij
gebruik wordt gemaakt van
versleutelingstechnologie.
Opmerkingen
Wanneer de “Memory Stick” bezig is met
het lezen of wegschrijven van gegevens,
mag u de “Memory Stick” niet
verwijderen.
Aanvullende informatie
61
-NL
Gegevens kunnen beschadigd raken:
wanneer u de “Memory Stick”
verwijdert of uw camera uitschakelt
terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
wanneer u de “Memory Stick” gebruikt
op een plaats die is blootgesteld aan
statische elektriciteit of ruis.
Bevestig uitsluitend het bijgeleverde label
op de daartoe voorziene plaats.
Draag of bewaar de “Memory Stick” in het
bijgeleverde etui.
Raak de aansluitingen van een “Memory
Stick” nooit aan met uw hand of een
metalen voorwerp.
De “Memory Stick” niet slaan, verbuigen
of laten vallen.
De “Memory Stick” mag niet worden
gedemonteerd of gemodificeerd.
De “Memory Stick” mag niet nat worden.
“Memory Stick”, , “MagicGate
Memory Stick” en zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
“MagicGate” en zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
Gebruik van de
camera in het
buitenland
Spanningsbronnen
Dankzij de bijgeleverde batterijlader
kunt u deze camera gebruiken in elk
land met een netspanning van 100 V
tot 240 V, 50/60 Hz. Als de stekker van
de lader niet in het stopcontact
[b]
past, moet u een in de handel
verkrijgbare netspanningsadapter
[a]
gebruiken.
AC-LS1A
Het weergavebeeld bekijken op
een TV
Om het weergavebeeld te bekijken op
een TV, moet u beschikken over een
TV met een video-ingangsbus en een
videokabel.
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijst:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Columbia, Ecuador, Filippijnen,
Jamaica, Japan, Korea, Mexico,
Midden-Amerika, Peru, Suriname,
Taiwan, Venezuela, VS, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Groot-Brittannië,
Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië,
Nederland, Nieuw-Zeeland,
Noorwegen, Oostenrijk, Portugal,
Singapore, Spanje, Thailand, Zweden,
Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana,
Hongarije, Irak, Iran, Monaco,
Oekraïne, Polen, Rusland, Slowakije,
Tsjechië, enz.
62
-NL
Verhelpen van storingen
Indien u problemen ondervindt met de camera, dient u eerst de volgende punten te
controleren. Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw
Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Indien er codes
(C:
ss
:
ss
) op het LCD-scherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 67).
Symptoom Oorzaak en/of oplossing
De camera werkt niet.
U gebruikt geen “InfoLITHIUM” accu.
t Gebruik een “InfoLITHIUM” accu (blz. 8).
De batterij is zwak (de indicatie E verschijnt op
het LCD-scherm).
t Laad de accu op (blz. 9).
De netspanningsadapter is niet goed aangesloten.
t Sluit deze goed aan op de DC IN-bus van de
camera en op een stopcontact (blz. 12).
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
t Ontkoppel alle spanningsbronnen en sluit deze
na één minuut weer aan. Schakel vervolgens het
apparaat in door de POWER-schakelaar te
verschuiven en controleer of de camera naar
behoren werkt.
Uw camera kan geen
beelden opnemen.
U kunt geen beelden opnemen terwijl de flitser
bezig is met opladen.
De MODE-keuzeschakelaar staat op PLAY.
t Zet deze op MOVIE of STILL (blz. 16, 22).
Er zit geen “Memory Stick” in de camera.
t Plaats een “Memory Stick” (blz. 15).
Het schrijfbeveiligingsnokje op de “Memory Stick”
staat op LOCK.
t Breng het in de opnamestand.
Het beeld is onscherp.
De camera bevindt zich niet in de macro-
opnamemodus bij het filmen van een onderwerp op
circa 10 tot 50 cm van de lens.
t Stel de macro-opnamestand in (blz. 46).
t Zet de zoomknop op W.
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
Het formaat van bewegende beelden, tekstbeelden
en Clip Motion-beelden kan niet worden veranderd.
Aanvullende informatie
63
-NL
U kunt geen
afdrukmarkering
weergeven.
U kunt geen afdrukmarkeringen aanbrengen op
bewegende beelden, tekstbeelden en Clip Motion-
beelden.
Het beeld is gestoord.
De camera bevindt zich in de buurt van een TV of
andere apparatuur met krachtige magneten.
t Plaats de camera verder van de TV, enz.
Het beeld is te donker.
U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter.
t Regel de belichting (blz. 46).
t Regel de helderheid van het LCD-scherm
(blz. 40).
De flitser werkt niet.
De flitser staat op .
t Zet de flitser op auto (geen indicatie), of
(blz. 21).
PROGRAM AE is ingesteld op het schemer- en
maanlichtprogramma, het schemer- en maanlicht-
plus-programma of het panfocus-programma.
t Annuleer het programma (blz. 46) of zet de
flitser op .
De MODE-keuzeschakelaar staat op MOVIE.
t Zet deze op STILL.
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
t Stel de juiste datum en tijd in (blz. 13).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen.
t Dit is normaal.
De batterij gaat niet lang
genoeg mee.
U filmt beelden of geeft beelden weer bij extreem
koude temperaturen.
De accu is niet voldoende opgeladen.
t Laad de accu helemaal op.
De accu is leeg.
t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 8).
De batterij-
restladingsindicatie is
onjuist.
U hebt de camera langdurig op een extreem warme
of extreem koude plaats gebruikt.
De accu is leeg.
t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 8).
De accu is uitgeput.
t Plaats een volledig opgeladen accu (blz. 8, 9).
Symptoom Oorzaak en/of oplossing
64
-NL
De spanning valt weg
hoewel er volgens de
batterij-
restladingsindicatie nog
voldoende spanning
aanwezig is om het
apparaat te kunnen
bedienen.
t Laad de batterij volledig op (blz. 9).
Tijdens het opladen
verschijnt er niets in het
uitleesvenster of de
indicaties knipperen.
De netspanningsadapter is losgeraakt.
t Steek de stekker van het netsnoer stevig in het
stopcontact (blz. 12).
In de accu is een defect opgetreden.
t Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
De accu is niet correct geplaatst.
t Plaats de accu correct (blz. 8).
De zoom werkt niet.
PROGRAM AE is ingesteld op het panfocus-
programma.
t Annuleer het panfocus-programma (blz. 46).
U kunt de zoom niet gebruiken om bewegende
beelden op te nemen.
De digitale zoom werkt
niet.
U kunt de digitale zoom niet gebruiken wanneer u
bewegende beelden opneemt, of wanneer het LCD-
scherm op OFF staat.
De digitale zoom staat op [OFF].
t Zet digitale zoom op [ON] in het menu.
De camera kan geen
beelden weergeven.
De MODE-keuzeschakelaar staat op STILL of
MOVIE.
t Zet deze op PLAY (blz. 23).
Bij weergave van een
beeld op een PC worden
beeld en geluid gestoord
door ruis.
U geeft het bestand rechtstreeks vanaf de “Memory
Stick” weer.
t Kopieer het bestand naar de harde schijf van uw
PC en geef het bestand daarna weer vanaf de
harde schijf (blz. 29).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een PC.
t Raadpleeg de fabrikant van de PC of de
software.
De camera kan geen beeld
wissen.
Het beeld is beveiligd.
t Annuleer de beveiliging (blz. 54).
Symptoom Oorzaak en/of oplossing
Aanvullende informatie
65
-NL
Het apparaat schakelt
plotseling uit.
Wanneer de MODE-keuzeschakelaar op STILL of
MOVIE staat en u de ingeschakelde camera circa
drie minuten lang niet bedient, wordt de camera
automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen.
t Schakel de camera in.
De batterij is leeg.
t Vervang deze door een volledig opgeladen
batterij (blz. 8, 9).
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
De instelling van het video-uitgangssignaal van de
camera is onjuist.
t Verander de instelling (blz. 39).
Bij weergave van een
bestand treedt er een
bestandsfout op.
Het beeldformaat is groter dan 2048×1536.
t Verklein het beeld op uw PC tot 2048×1536 of
minder zodat dit kan worden weergegeven op
deze camera.
De PROGRAM AE-
functie werkt niet.
De camera bevindt zich in de tekstmodus.
t Annuleer de tekstmodus (blz. 44).
Het LCD-scherm bevriest
even.
Dit is een kenmerk van het systeem en duidt niet op
een storing.
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
De camera bevindt zich in de TEXT-modus.
t Annuleer de TEXT-modus (blz. 44).
P.EFFECT is ingesteld op de B&W-modus.
t Annuleer de B&W-modus (blz. 49).
Uw PC herkent de camera
niet.
De camera is uitgeschakeld.
t Schakel de camera in.
De batterij is zwak.
t Gebruik de netspanningsadapter (blz. 12).
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
t Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze daarna
opnieuw aan. Zorg dat er “PC MODE” op het
LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 27).
De USB-poorten op uw PC zijn behalve met het
toetsenbord, de muis en de camera ook nog met
andere apparatuur verbonden.
t Ontkoppel de USB-kabels, behalve die voor het
toetsenbord, de muis en de camera.
De lens wordt niet
ingetrokken, ook niet
wanneer het apparaat
wordt uitgeschakeld.
De batterij is leeg.
t Vervang deze door een volledig opgeladen
batterij of gebruik de netspanningsadapter.
Symptoom Oorzaak en/of oplossing
66
-NL
Waarschuwingsberichten en andere indicaties
Er verschijnen diverse berichten op het LCD-scherm. Controleer de berichten aan de
hand van de onderstaande lijst.
Bericht Betekenis
NO MEMORY STICK Er is geen “Memory Stick” geplaatst.
SYSTEM ERROR Schakel het apparaat uit en daarna weer in.
MEMORY STICK ERROR De geplaatste “Memory Stick” kan niet
worden gebruikt met deze camera, of de
“Memory Stick” is beschadigd of niet
correct aangebracht.
FORMAT ERROR De “Memory Stick” kon niet worden
geformatteerd.
MEMORY STICK LOCKED Het schrijfbeveiligingsnokje op de
“Memory Stick” staat op LOCK.
NO MEMORY SPACE De “Memory Stick” is vol en u kunt geen
beelden meer opnemen of kopiëren.
NO FILE Er is geen beeld opgenomen op de
“Memory Stick”.
FILE ERROR Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
FILE PROTECT Het beeld is beveiligd tegen wissen.
for “InfoLITHIUM” battery only De batterij is niet van het type
“InfoLITHIUM”.
NOT ENOUGH MEMORY De beelden die u wilt kopiëren zijn te
omvangrijk voor het geheugen van deze
camera.
COPY ERROR Het kopiëren werd niet juist uitgevoerd, of
de “Memory Stick” werd tijdens het
kopiëren verwijderd.
DIRECTORY ERROR Er bestaat reeds een directory met deze
naam.
IMAGE SIZE OVER U wilt een beeld van een formaat
weergeven dat niet met deze camera kan
worden weergegeven.
INVALID OPERATION U wilt een bestand weergeven dat op andere
apparatuur dan deze camera is aangemaakt.
E
De batterij is bijna of volledig uitgeput.
-
Het beeld is beveiligd.
Aanvullende informatie
67
-NL
Zelfdiagnosefunctie
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Als er iets mis is met de
camera, verschijnt er een waarschuwingscode
(combinatie van één letter en vier cijfers) op het
LCD-scherm. In dat geval moet u de volgende
tabel controleren. De code geeft informatie over
de actuele toestand van de camera. De laatste twee
cijfers (hieronder aangeduid met twee
ss
blokjes) verschillen afhankelijk van de toestand
van de camera.
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony indien u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u
meerdere keren de bovenstaande oplossingen hebt uitgeprobeerd.
Wanneer er een zelfdiagnosefunctie verschijnt
De foutmelding verschijnt in het uitleesvenster (blz. 69).
Eerste drie cijfers Oorzaak en/of oplossing
C:32:
ss
Er is een probleem met de hardware of zoomfunctie
van de camera.
t Schakel het apparaat uit en daarna weer in.
C:13:
ss
Er is een ongeformatteerde “Memory Stick”
geplaatst.
t Formatteer de “Memory Stick” (blz. 36).
De geplaatste “Memory Stick” kan niet worden
gebruikt met deze camera of is beschadigd.
t Plaats een nieuwe “Memory Stick” (blz. 15).
E:61:
ss
E:91:
ss
Er heeft zich een probleem voorgedaan dat u zelf
niet kunt oplossen.
t Wanneer u contact opneemt met uw Sony-dealer
of de plaatselijke technische dienst van Sony,
moet u de 5-cijferige servicecode meedelen.
(voorbeeld: E:61:10)
68
-NL
Technische gegevens
Systeem
Beeldsysteem
1/1,8 kleuren-CCD
Lens
3× zoomlens
f = 8 – 24 mm
(39 – 117 mm, omgerekend
naar de normen van een
35 mm Stilbeeldcamera)
F = 2,8 – 5,3
Belichtingsregeling
Automatische belichting
Kleurbalans
Automatisch, binnenshuis,
buitenshuis, vasthouden
Datasysteem
Bewegend beeld: MPEG1
Stilstaand beeld: JPEG, GIF
(in TEXT-modus, Clip
Motion), TIFF
Audio met stilstaand beeld:
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
“Memory Stick”
Flitser
Aanbevolen afstand voor
opname:
W-kant: 0,5 m tot 2,3 m
T-kant: 0,5 m tot 1,2 m
Uitgangsbussen
A/V OUT (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75
,
asymmetrisch, negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een
belasting van 47 k
)
Uitgangsimpedantie: 2,2 k
USB-bus
mini-B
LCD-scherm
Gebruikt LCD-paneel
Type 1,5 TFT (Thin Film
Transistor active matrix)
aandrijving
Totaal aantal punten
123 200 (560×220) punten
Algemeen
Gebruikte accu
NP-FS11
Voeding
3,6 V
Stroomverbruik (tijdens
opname)
3,0 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
113,0×53,9×43,8 mm (b/h/d)
(exclusief maximale
uitsteeksels)
Gewicht
Ca. 250 g (met accu NP-FS11,
“Memory Stick”, polsband,
enz.)
Ingebouwde microfoon
Electret-
condensatormicrofoon
Ingebouwde luidspreker
Dynamische luidspreker
Netspanningsadapter
AC-LS1A
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
Nominale
uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A in
bedrijfsmodus
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Maximale afmetingen
105×36×56 mm (b/h/d)
(exclusief maximale
uitsteeksels)
Gewicht
Ca. 180 g (alleen de
netspanningsadapter)
Accu NP-FS11
Gebruikte batterij
Lithiumion-batterij
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
4,1 Wh (1 140 mAh)
Afmetingen
30,3×16,3×50,2 mm (b/h/d)
Gewicht
Ca. 40 g
Accessoires
A/V-verbindingskabel (1)
Accu NP-FS11 (1)
Netspanningsadapter AC-
LS1A (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
Polsband (1)
“Memory Stick” (8 MB) (1)
CD-ROM (1)
Gebruiksaanwijzing (1)
Wijzigingen in ontwerp en
technische gegevens
voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
Aanvullende informatie
69
-NL
Uitleesvenster-indicaties
A Macro-indicatie
B Batterij-restladingsindicatie
C Opnamemodus- en EV-niveau-
indicatie
D Beeldformaat-indicatie
E Clip Motion-indicatie
F Flitsmodus- en flitssterkte-
indicatie
G PROGRAM AE-indicatie
Kleurbalans-indicatie
Beeldeffect-indicatie
Datum/tijd-indicatie
H Batterij-restladingsindicatie
(verschijnt alleen tijdens het
opladen)
Aantal opgenomen beelden
Foutmeldingsdisplay
: Er heeft een verkeerde
bediening plaatsgevonden.
Controleer de zelfdiagnosefunctie
op het LCD-scherm (blz. 67) en
tref de juiste corrigerende
maatregelen.
: Er heeft zich een probleem
met de lensaandrijving
voorgedaan. Schakel de camera
verschillende keren in en uit.
Neem contact op met uw Sony-
dealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony indien u het
probleem niet zelf kunt verhelpen.
I Resterende
geheugencapaciteitsindicatie
van Memory Stick
70
-NL
Indicaties op het LCD-scherm
A Batterij-restladingsindicatie
B PROGRAM AE/flitsmodus- en
flitssterkte-indicatie
C Kleurbalans/EV-niveau en
scherpte-indicatie
D Beeldeffect-indicatie
E Datum/tijd-indicatie
F AE-vergrendelings- en
scherpstellingsvergrendelings-
indicatie
G Opnamemodus- en Clip
Motion-indicatie
H Beeldformaat-indicatie
I Zelfdiagnosefunctie- en
opnameduur-indicatie
J Aantal opgenomen beelden
K Resterende
geheugencapaciteitsindicatie
L Bewegend beeld- en VOICE-
opnameduur-indicatie
M Zelfontspanner-indicatie
N npunts lichtmetingsindicatie
O Macromodus-indicatie
P Menubalk en gidsmenu
Deze verschijnen door indrukken
van
v
op de regelknop en
verdwijnen door indrukken van
V
op dezelfde knop.
Indicaties tijdens opname
Aanvullende informatie
71
-NL
A Beveiligingsindicatie
B Afdrukmarkeringsindicatie
C Bestandsnaam
D Opnamemodus- en Clip
Motion-indicatie
E Beeldformaat-indicatie
F Beeldnummer
G Aantal in Memory Stick
opgeslagen beelden
H Resterende
geheugencapaciteitsindicatie
I Opnamedatum van
weergavebeeld/menubalk en
gidsmenu
A VOL. (Volume) indicatie
B Weergave- en pauzetoetsen
B
: tijdens pauze
X
: tijdens weergave
C Snel vooruit- en
terugspoeltoetsen
D Opnamemodus-indicatie
E Beeldformaat-indicatie
F Beeldnummer/aantal in
Memory Stick opgeslagen
beelden
G Resterende
geheugencapaciteitsindicatie
H Teller
I Weergavebeeld
J Weergavebalk
K Menubalk en gidsmenu
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
SETUPTOOLDELETE
INDEX
FILE
SELECT OK
MENU BAR OFF
0:12
320
VOL.
6
/
8
min
45 6
7
9
0
qa
1
2
3
8
Sony Corporation Printed in Japan
Index
A
A/V OUT.........................53
Aantal beelden dat u kunt
opnemen
in Clip Motion-modus..42
in E-MAIL-modus.......43
in TEXT-modus ..........44
in TIFF-modus ............45
in VOICE-modus ........44
op basis van
beeldformaat................41
Abusievelijk wissen
voorkomen...................54
Accu
batterij-
restladingsindicatie......70
installeren......................8
levensduur van
batterij .........................10
opladen..........................9
AE (automatische
belichting) ...................16
Automatische
uitschakelingsfunctie...14
Automatische vermindering
van rode-ogeneffect.....21
B
Beelden bekijken
met een PC ..................26
op een TV-scherm.......53
BEEP................................40
Belichting regelen............47
Bestandsnaam..................31
Bewegende beelden
opnemen......................22
weergeven ...................24
C
CLIP MOTION................42
Condensvorming..............59
COPY...............................56
D
Datum en tijd instellen.....13
DELETE ..........................55
Digitale zoom...................19
E
E-MAIL ...........................43
Enkelbeeld-modus ...........35
F
FLASH LEVEL...............21
FORMAT.........................36
G
Gebruik van de camera in
het buitenland..............61
GIF...................................43
I
IMAGE SIZE...................41
INDEX-modus.................50
Indicaties op het LCD-
scherm.........................70
“InfoLITHIUM” accu........8
J
JPEG................................16
L
LCD-scherm ....................70
M
Maximale lading................9
Meerdere beelden tegelijk
weergeven ...................50
“Memory Stick”
aanbrengen ..................15
aantal beelden dat u kunt
opnemen.......... 10, 41-45
beelden kopiëren .........56
formatteren ..................36
Menu................................36
MOBILE-modus..............42
MODE-keuzeschakelaar..33
Monteren
abusievelijk wissen
voorkomen...................54
COPY..........................56
DELETE......................55
MPEG..............................22
N
Normale lading..................9
NTSC-systeem.................61
O
Opladen van de accu..........9
Opnemen
beelden in macro.........46
bewegende beelden .....22
Clip Motion.................42
met de flitser................21
stilstaande beelden ......16
stilstaande beelden voor
e-mail...........................43
P
P.EFFECT........................49
PAL-systeem....................61
PRINT MARK.................58
PROGRAM AE ...............46
PROTECT........................54
Q
Quick Review ..................18
R
REC MODE.....................37
Regelknop........................33
Reiniging..........................59
RESIZE............................56
S
SECAM-systeem .............61
SHARPNESS...................38
SLIDE SHOW.................52
Stilstaande beelden
opnemen......................16
weergeven ...................23
T
TEXT...............................44
TIFF.................................45
TV-kleursysteem..............61
U
Uitleesvenster-indicaties..69
USB..................................27
V
Vergroten van een deel van
een stilstaand beeld .....51
Voeding
accu ...............................9
netspanningsadapter ....12
VOICE.............................44
W
Waarschuwingsberichten en
andere indicaties..........66
Weergave
bewegende beelden .....24
Clip Motion-beelden ...42
stilstaande beelden ......23
WHITE BALANCE.........48
Z
Zelfdiagnosefunctie .........67
Zelfontspanner gebruiken..20
Zoom................................19

Documenttranscriptie

3-064-296-43(1) Digital Still Camera Istruzioni per l’uso _______________________IT Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e conservarlo per riferimenti futuri. Gebruiksaanwijzing ______________________NL Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt raadplegen. DSC-P1 ©2000 Sony Corporation Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Om elektrische schokken te vermijden, mag de behuizing niet worden geopend. Laat reparaties uitsluitend door vakkundig personeel uitvoeren. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Attentie Dit product is getest en daarbij is vastgesteld dat het voldoet aan de voorwaarden welke zijn vastgelegd in de Richtlijn EMC voor het gebruik van verbindingskabels die korter zijn dan 3 meter. De elektromagnetische velden bij de specifieke frequenties kunnen het beeld en het geluid van deze camera beïnvloeden. “Memory Stick” N50 2-NL Lees het volgende alvorens u de camera gaat gebruiken Proefopname Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het verstandig om eerst een proefopname te maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar behoren werkt. Geen schadevergoeding voor mislukte opnamen Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van de camera, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. Betreffende de uitwisseling van beeldgegevens • Deze camera voldoet aan de “Design Rules for Camera File Systems”, de universele normen van de JEIDA (Japan Electronic Industries Development Association). U kunt op deze camera geen stilstaande beelden weergeven die zijn opgenomen met andere apparatuur (DCR-TRV890E/ TRV900/TRV900E, DSC-D700, DSCD770) die niet voldoet aan deze universele normen. (Deze modellen zijn niet overal te koop.) • Er worden geen garanties gegeven dat beelden welke met deze camera zijn opgenomen kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd, kunnen worden weergegeven op deze camera. Auteursrechten Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot, kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen, incompatibiliteit met de “Memory Stick” of aantasting, beschadiging of verlies van beeldgegevens en geheugeninhoud. Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. LCD-scherm, zoeker (alleen modellen met een zoeker) en lens • Het LCD-scherm en de zoeker zijn vervaardigd met hoogstaande precisietechnologie, met als resultaat dat meer dan 99,99% van de beeldpunten actief is voor effectief gebruik. Er kunnen echter enkele kleine zwarte puntjes en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen van kleur) zijn die voortdurend op het LCD-scherm of de zoeker oplichten. Deze puntjes zijn een normaal gevolg van het fabricageproces en hebben geen enkele invloed op de opgenomen beelden. • Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. Indien het LCD-schem, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Laat de camera niet nat worden Bij het maken van opnamen in de regen of soortgelijke omstandigheden moet u erop letten dat de camera niet nat wordt. Bij condensvorming moet u de instructies op blz. 59 volgen. Reservekopieën Om gegevensverlies te voorkomen, moet u altijd een reservekopie op diskette maken. Behandeling van de beweegbare lens Deze camera werkt met een beweegbare lens. Pas op dat u niet tegen het lensgedeelte aanstoot en dat u er geen overmatige kracht op uitoefent. Wanneer de camera gedurende een lange tijd gebruikt wordt Merk op dat de behuizing van de camera warm kan worden. 3-NL Inhoud Voorbereidingen Onderdelen ............................................ 6 Voorbereidingen voor de stroomvoorziening ......................... 8 De datum en tijd instellen ................... 13 De “Memory Stick” aanbrengen ......... 15 Basisbediening B Opnemen Stilstaande beelden opnemen .............. 16 Bewegende beelden opnemen ............. 22 B Weergave Stilstaande beelden weergeven ........... 23 Bewegende beelden weergeven .......... 24 Beelden bekijken met behulp van een PC .......................................... 26 Beeldbestand-geheugenlocaties en beeldbestanden ............................. 31 Geavanceerde bedieningen Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren Gebruik van de MODE-keuzeschakelaar .............. 33 Gebruik van de regelknop ................... 33 De menu-instellingen wijzigen ........... 35 Menu-instellingen ............................... 36 B Opnamemethoden Het beeldformaat instellen (IMAGE SIZE) ............................ 41 Clip Motion-bestanden aanmaken ....... 42 Stilstaande beelden voor e-mail opnemen (E-MAIL) ..................................... 43 Stilstaande beelden met audiobestanden opnemen (VOICE) ...................... 44 Tekstdocumenten opnemen (TEXT) ... 44 Stilstaande beelden als nietgecomprimeerde bestanden opnemen (TIFF) ........................................... 45 Beelden in macro opnemen ................. 46 Gebruik van de PROGRAM AEbelichtingsprogramma’s ............... 46 Belichting regelen (EXPOSURE) ....... 47 Kleurbalans regelen (WHITE BALANCE) .................. 48 De datum en tijd opnemen op het stilstaande beeld (DATE/TIME) ............................. 48 Beeldeffecten (P.EFFECT) ................. 49 B Weergavemethoden Zes beelden tegelijk weergeven (INDEX) ...................................... 50 Een deel van een stilstaand beeld vergroten (zoomen en trimmen) ... 51 Een stilstaand beeld roteren (ROTATE) ................................... 52 Beelden na elkaar weergeven (SLIDE SHOW) ........................... 52 Beelden bekijken op een TV-scherm... 53 B Monteren Abusievelijk wissen voorkomen (PROTECT) ................................. 54 Beelden wissen (DELETE) ................. 55 Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (RESIZE) ..................................... 56 Beelden kopiëren (COPY) .................. 56 Een afdrukmarkering aanbrengen op stilstaande beelden (PRINT MARK) .......................... 58 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ........................ 59 “Memory Stick” .................................. 60 Gebruik van de camera in het buitenland ..................................... 61 Verhelpen van storingen ..................... 62 Waarschuwingsberichten en andere indicaties ...................................... 66 Zelfdiagnosefunctie ............................ 67 Technische gegevens .......................... 68 Uitleesvenster-indicaties ..................... 69 Indicaties op het LCD-scherm ............ 70 Index ..................................... Achterkant 5-NL NL Voorbereidingen Onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 8 9 0 1 2 3 4 5 6 qa 7 A POWER-schakelaar/lampje B Sluiterknop (16) (22) C MODE-keuzeschakelaar (33) D Ingebouwde microfoon Tijdens opnemen mag u deze niet aanraken. E Flitser (21) F Lichtgevoelige cel voor flitser Tijdens opnemen mag u deze cel niet blokkeren. G Schroefgang voor statief (onderkant) Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 6,5 mm. Bij gebruik van langere schroeven kan de camera niet stevig aan het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. H Zoekervenster I Zelfontspanner-/ opnamelampje (alleen tijdens het opnemen van bewegende beelden) J Uitleesvenster K Lens 6-NL Het bevestigen van de polsband Voorbereidingen 1 2 3 0 qa 4 5 6 qs qd 7 qj qk ql 8 9 qf qg qh A Zoeker Zelfontspanner-/opnamelampje (rood) AE-vergrendelingslampje (groen) Strobe-oplaadlampje (oranje) H Regelknop B (flitser) toets L Haak voor polsband C (MACRO) toets (46) M A/V OUT-bus (53) D PROGRAM AE-toets (46) I Luidspreker J DISPLAY-toets K Zoomtoets Het geluid wordt in mono weergegeven. E VOLUME +/– toets N Batterij-uitwerphendel (8) F LCD ON/OFF-toets O Batterij/“Memory Stick”-deksel Zet op OFF om bij gebruikmaking van de zoeker de acculading te sparen wanneer de zoeker wordt gebruikt. G LCD-scherm P Toegangslampje (15) Q USB-bus (mini-B) (27) (28) R Busbeschermdeksel S DC IN-bus (9) (12) 7-NL Voorbereidingen voor de stroomvoorziening De accu installeren Deze camera werkt alleen met de “InfoLITHIUM” NP-FS11 accu* (serie S). U kunt geen andere accu gebruiken. Batterij-uitwerphendel 1 Open het batterij/“Memory Stick”-deksel. Schuif het deksel in de richting van het pijltje. 2 Installeer de accu. Plaats de accu met de aanduiding B in de richting van de batterijhouder, zoals op de afbeelding is aangegeven. 3 Sluit het batterij/“Memory Stick”-deksel. De accu verwijderen Open het batterij/“Memory Stick”-deksel. Schuif de batterij-uitwerphendel omhoog en verwijder de accu. Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u deze verwijdert. * Wat is “InfoLITHIUM”? De “InfoLITHIUM” is een lithiumion-accu die gegevens omtrent het batterijverbruik kan uitwisselen met compatibele videoapparatuur. Dit apparaat is compatibel met de “InfoLITHIUM” accu (serie S). “InfoLITHIUM” accu’s uit de serie S zijn voorzien van het merkteken . “InfoLITHIUM” is een handelsmerk van Sony Corporation. 8-NL De accu opladen U kunt de accu niet opladen terwijl de camera is ingeschakeld. Alvorens u de accu gaat opladen, dient u de camera altijd uit te schakelen. Naar stopcontact Busbeschermdeksel Netsnoer Netspanningsadapter AC-LS1A 1 Plaats de accu in de camera. 2 Open het busbeschermdeksel en sluit de gelijkstroomkabel aan op de DC IN-bus van de camera, met de aanduiding v omhoog gericht. 3 Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en daarna op een stopcontact. De batterij-restladingsindicatie in het uitleesvenster knippert wanneer het opladen begint. Wanneer de batterij-restladingsindicatie stopt met knipperen, is de normale lading voltooid. Voor een maximale lading, waardoor u de batterij langer dan normaal kunt gebruiken, dient u de accu na voltooiing van de normale lading nog ongeveer één uur in het apparaat te laten zitten totdat in het uitleesvenster beurtelings de batterij-restladingsindicatie en de indicatie “FULL” verschijnen. Na het opladen Verwijder de netspanningsadapter. Batterij-restladingsindicatie Op het LCD-scherm van de camera wordt aangegeven hoeveel tijd u nog overhebt voor het opnemen of weergeven van beelden. Deze indicatie is niet altijd helemaal nauwkeurig omdat ook de gebruiksomstandigheden en de bedieningsomgeving hierbij een rol spelen. Aanbevolen wordt om de batterij op te laden bij een kamertemperatuur van 10°C tot 30°C. 9-NL Voorbereidingen Accu (serie S) Batterij NP-FS11 Bij het opnemen van beelden op een extreem koude plaats of met gebruikmaking van het LCD-scherm gaat de batterij minder lang mee. Bij gebruikmaking van de camera op een extreem koude plaats dient u de batterij derhalve in uw zak of op een andere plaats te bewaren teneinde deze warm te houden. Pas wanneer u daadwerkelijk met opnemen begint, plaatst u de batterij in de camera. Bij gebruikmaking van een zakverwarming dient u erop te letten dat de verwarming niet rechtstreeks in aanraking komt met de batterij. Laadduur Accu Maximale lading (min.) Normale lading (min.) NP-FS11 (bijgeleverd) 180 130 Geraamde tijd die nodig is voor het opladen van een geheel ontladen accu met gebruikmaking van de netspanningsadapter AC-LS1A. Levensduur van batterij en aantal beelden dat kan worden opgenomen/weergegeven Opname in STILL-modus* NP-FS11 (bijgeleverd) Levensduur van batterij (min.) Aantal beelden LCD-scherm AAN 70 (65) 1300 (1200) LCD-scherm UIT 90 (85) 1700 (1600) Weergave in STILL-modus** NP-FS11 (bijgeleverd) LCD-scherm AAN Levensduur van batterij (min.) Aantal beelden 105 (100) 2000 (1900) Geraamde levensduur van batterij en aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven met een volledig opgeladen accu bij een temperatuur van 25°C, een beeldformaat van 640×480 en opname in NORMAL-modus. De cijfers tussen haakjes geven de tijd aan bij gebruik van een normaal opgeladen accu. ∗ Opname met een interval van circa 4 seconden ∗∗ Weergave van aparte beelden met een interval van circa 3 seconden 10-NL Opname in MOVIE-modus NP-FS11 (bijgeleverd) LCD-scherm AAN (min.) 110 (100) 85 (75) Geraamde opnameduur met een volledig opgeladen accu bij een temperatuur van 25°C en een beeldformaat van 160×112. De cijfers tussen haakjes geven de tijd aan bij gebruik van een normaal opgeladen accu. Opmerkingen • Indien u de camera gebruikt bij lage temperaturen, de flitser gebruikt, de camera herhaaldelijk in- en uitschakelt of herhaaldelijk de zoomfunctie gebruikt, gaat de batterij minder lang mee en kunnen er minder beelden worden opgenomen. • De capaciteit van een “Memory Stick” is beperkt. De in de tabel vermelde cijfers zijn slechts een indicatie voor continu-opname/weergave met verschillende “Memory Stick”-blokjes. • Tijdens het berekenen van de gebruiksduur van de batterij verschijnt in het uitleesvenster de indicatie “----”. • In de onderstaande gevallen is de kans aanwezig dat de indicaties in het uitleesvenster niet correct worden weergegeven of dat deze knipperen: — wanneer de accu niet goed is aangebracht — wanneer er in de accu een defect is opgetreden • Nadat u het LCD-scherm hebt in- en uitgeschakeld, duurt het nog circa één minuut voordat de resterende gebruiksduur van de batterij weer correct wordt aangegeven. • Indien de spanning wegvalt terwijl er volgens de batterij-restladingsindicatie nog voldoende spanning aanwezig is om het apparaat te kunnen bedienen, moet u de batterij weer volledig opladen zodat de juiste batterij-restladingsindicatie wordt aangegeven. • Gebruik de netspanningsadapter in de nabijheid van een stopcontact. Wanneer er zich tijdens het gebruik van de camera problemen voordoen, trek dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact om de stroomtoevoer af te sluiten. • De gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter mag niet worden kortgesloten met een metalen voorwerp omdat dit tot een defect kan leiden. • De accu mag niet worden blootgesteld aan water. • Wanneer u de batterij lange tijd niet denkt te gebruiken, laad dan de batterij eenmaal volledig op en gebruik de batterij in de PLAY-modus totdat deze helemaal leeg is. Bewaar de batterij op een koele plaats. • De batterij zal minder lang meegaan wanneer u opneemt met het LCD-scherm ingeschakeld (ON). Wij bevelen u daarom aan om het LCD-scherm uit te schakelen (OFF). 11-NL Voorbereidingen Continu-opname LCD-scherm UIT (min.) Gebruik van de netspanningsadapter Naar stopcontact Busbeschermdeksel Netsnoer Netspanningsadapter AC-LS1A 1 Open het busbeschermdeksel en sluit de gelijkstroomkabel aan op de DC IN-bus van de camera, met de aanduiding v omhoog gericht. 2 Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en daarna op een stopcontact. 12-NL De datum en tijd instellen POWER-schakelaar Regelknop 1 Verschuif de POWER-schakelaar om het apparaat in te schakelen. Het POWER-lampje gaat branden. 2 Druk op v op de regelknop. De menubalk verschijnt op het LCD-scherm. 3 Kies [SETUP] met B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. 13-NL Voorbereidingen Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt, moet u de datum en tijd instellen. Indien deze niet zijn ingesteld, verschijnt elke keer wanneer u de camera inschakelt om te gaan opnemen, het CLOCK SET-scherm. 4 Kies [CLOCK SET] met v/V op de regelknop en druk daarna op de middelste z. 5 Kies de gewenste datumweergave met v/V op de regelknop en druk daarna op de middelste z. U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/Y] (dag/maand/ jaar). 6 Kies het onderdeel (jaar, maand, dag, uur of minuut) dat u wilt instellen met b/B op de regelknop. Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt aangegeven met v/V. 7 Stel de numerieke waarde in met v/V op de regelknop en druk daarna op de middelste z om de ingestelde waarde te bevestigen. Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar het volgende onderdeel. Indien u bij stap 5 [D/M/Y] hebt gekozen, wordt de tijd aangegeven volgens het 24-urensysteem. 8 Kies [ENTER] met B op de regelknop en druk daarna op het gewenste tijdstip op de middelste z om de klok te laten lopen. De datum en tijd zijn nu ingevoerd. De instelling van datum en tijd annuleren Kies [CANCEL] met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. Automatische uitschakelingsfunctie Wanneer u de camera tijdens het opnemen gedurende ongeveer drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. Om de camera opnieuw te gebruiken, verschuift u de POWER-schakelaar zodat de camera opnieuw wordt ingeschakeld. 14-NL De “Memory Stick” aanbrengen Voorbereidingen Toegangslampje 1 Open het batterij/“Memory Stick”-deksel. Schuif het deksel in de richting van het pijltje. 2 Breng de “Memory Stick” aan. Breng de “Memory Stick” aan met de B aanduiding naar de batterijhouder gericht (zie afbeelding) totdat deze vastklikt. 3 Sluit het batterij/“Memory Stick”-deksel. De “Memory Stick” verwijderen Open het batterij/“Memory Stick”-deksel en druk eenmaal zachtjes op de “Memory Stick”. Opmerkingen • Als u de “Memory Stick” er niet stevig in brengt totdat deze vastklikt, verschijnt er een foutmelding zoals “MEMORY STICK ERROR”. • Zolang het toegangslampje brandt, mag u de “Memory Stick” nooit verwijderen en nooit het apparaat uitschakelen. • U kunt niet opnemen of beelden monteren op een “Memory Stick” wanneer de wispreventieschakelaar op LOCK staat. Verbindingsstekker Wispreventieschakelaar Labelruimte 15-NL Basisbediening B Opnemen Stilstaande beelden opnemen Stilstaande beelden worden opgenomen in JPEG-formaat. Om stilstaande beelden op te nemen, schuift u de POWER-schakelaar om het apparaat in te schakelen en plaatst u de “Memory Stick”. POWER-schakelaar 1 Zet de MODE-keuzeschakelaar op STILL. 2 Druk de sluiterknop tot halverwege in, houd deze ingedrukt en controleer het beeld. Terwijl de AE-vergrendelingsindicator z (groen) snel knippert, wordt het beeld kortstondig bevroren, maar nog niet opgenomen. Wanneer de camera klaar is met de automatische instellingen*, stopt de AE-vergrendelingsindicatie z met snel knipperen en gaat deze branden.** De camera is gereed voor opname. Om de opname te annuleren, laat u de sluiterknop los. 3 Resterende geheugencapaciteitsindicatie AE-vergrendelingsindicatie Druk de sluiterknop volledig in. De sluiter maakt een geluid en het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”. Wanneer “RECORDING” verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen. ∗ De belichting en scherpstelling worden automatisch geregeld. ∗∗ Wanneer de AE-vergrendelingsindicatie z overgaat op langzaam knipperen, kan er soms moeilijk op het onderwerp worden scherpgesteld (te donker of geen contrast) of bevindt het onderwerp zich extreem dichtbij. Laat de sluiterknop los en stel opnieuw scherp. Controleer het beeld altijd nadat u dit hebt opgenomen. 16-NL Als u stap 2 overslaat en de sluiterknop helemaal indrukt De sluiter maakt een geluid en het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”. U kunt geen beeld opnemen wanneer: — op grond van de opnameomstandigheden de flitser moet worden gebruikt en het strobe-oplaadlampje (blz. 18) knippert. Het aantal beelden dat u op een “Memory Stick” kunt opnemen Zie blz. 41 t/m 45. • Raak het lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is. • Terwijl het beeld wordt opgenomen op de “Memory Stick”, mag u de camera niet schudden of kloppen. Ook mag u het apparaat niet uitschakelen, en evenmin mag u de accu of de “Memory Stick” verwijderen. • Bij het opnemen van een helder onderwerp kan na AE-vergrendeling soms de kleur van het LCD-scherm veranderen. Dit is echter niet van invloed op het opgenomen beeld. Op de juiste manier vasthouden van de camera Houd de camera zodanig vast dat uw vingers de flitser niet blokkeren wanneer u beelden opneemt. 17-NL B Opnemen Opmerkingen Beelden opnemen met de zoeker LCD ON/OFF Druk op LCD ON/OFF om het LCD-scherm uit te schakelen. Indicaties in de zoeker Opnamelampje (rood) AE-vergrendelingslampje (groen) Strobe-oplaadlampje (oranje) Opmerkingen • Onderwerpen op een afstand van minder dan 1 meter moeten worden opgenomen met behulp van het LCD-scherm. Als u beelden toch met behulp van de zoeker opneemt, kan de opnameafstand iets anders zijn, omdat de posities van de zoeker en de lens verschillend zijn. • Wanneer bij de menu-instellingen [DEMO] op [ON] is gezet, kunt u het LCD-scherm niet uitschakelen. Het laatst opgenomen beeld controleren (Quick Review) U kunt het laatst opgenomen beeld controleren door de menubalk van het scherm (blz. 34) te wissen en b op de regelknop in te drukken. Om terug te keren naar de normale opnamemodus, drukt u zachtjes op de sluiterknop of kiest u [RETURN] met b/B op de regelknop en daarna drukt u op de middelste z. U kunt het beeld ook wissen door eerst op het Quick Review-scherm [DELETE] te kiezen met b/B op de regelknop en op de middelste z te drukken, en daarna met v/V op de regelknop [OK] te kiezen en op de middelste z te drukken. 18-NL Gebruik van de zoomfunctie Het lensgedeelte beweegt wanneer de zoomfunctie in werking is. Pas op dat u het lensgedeelte niet aanraakt wanneer dit in werking is. Zoomtoets W-kant: voor groothoek-opnamen (onderwerp lijkt verder weg) B Opnemen T-kant: voor tele-opnamen (onderwerp lijkt dichterbij) Minimaal vereiste afstand voor scherpstelling op het onderwerp W-kant: circa 50 cm of meer T-kant: circa 50 cm of meer Om onderwerpen op nog kleinere afstand op te nemen, zie blz. 46. Digitale zoomfunctie Deze camera beschikt over een digitale zoomfunctie. De digitale zoom vergroot het beeld door het digitaal te verwerken en treedt in werking wanneer de zoomvergroting meer dan 3× bedraagt. Het digitale zoomgebied wordt aangegeven aan de T-kant van de balk. Gebruik van de digitale zoom • De maximale zoomvergroting is 6×. • Door digitaal zoomen loopt de beeldkwaliteit terug. Wanneer digitaal zoomen niet nodig is, zet u [DIGITAL ZOOM] bij de menu-instellingen op [OFF] (blz. 38). Opmerkingen • De zoomfunctie werkt niet bij het opnemen van bewegende beelden. • De digitale zoomfunctie werkt niet bij bewegende beelden. • Digitaal gezoomde beelden verschijnen niet in de zoeker. Dergelijke beelden dienen met het LCD-scherm te worden bekeken. 19-NL Indicaties op het LCD-scherm tijdens opname Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen. Zie blz. 70 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties. DISPLAY Opmerkingen • De zelfontspanner-indicaties en een aantal indicaties die bij geavanceerde bediening gebruikt worden, kunnen niet worden uitgeschakeld. • De indicaties op het LCD-scherm worden niet mee opgenomen. Gebruik van de zelfontspanner Wanneer u de zelfontspanner gebruikt, begint de opname circa 10 seconden na indrukken van de sluiterknop. Sluiterknop Zelfontspannerlampje Regelknop Kies op de menubalk (zelfontspanner-indicatie) met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. De (zelfontspanner-indicatie) verschijnt op het LCD-scherm en circa 10 seconden nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt, wordt het onderwerp opgenomen. Nadat u de sluiterknop hebt ingedrukt, begint het zelfontspanner-lampje te knipperen. Wanneer u de sluiterknop weer loslaat, houdt het lampje op met knipperen. 20-NL Opnemen met de flitser De aanvankelijke instelling is auto (geen indicatie). In deze modus gaat de flitser automatisch af wanneer de omgeving te donker is geworden. Om van flitsmodus te veranderen, dient u herhaald op (flitser) te drukken zodat de flitsmodus-indicatie op het LCD-scherm verschijnt. (flitser) B Opnemen Bij elke druk op de (flitser) verandert de indicatie als volgt: (Geen indicatie) t t t t (Geen indicatie) Automatische vermindering van het rode-ogeneffect: De flitser gaat af voordat de opname begint, dit om het rodeogeneffect te verminderen. Altijd flitsen: De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de omgeving. Niet flitsen: De flitser gaat niet af. Bij de menu-instellingen (blz. 38) kunt u de intensiteit van de flitser regelen (FLASH LEVEL). Opmerkingen • De aanbevolen afstand voor opname met gebruik van de ingebouwde flitser is 0,5 m tot 2,3 m wanneer de zoom naar de W-kant is gezet, en 0,5 m tot 1,2 m wanneer de zoom naar de T-kant is gezet. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor automatische vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. • Wanneer u op een helder verlichte plaats voor “Altijd flitsen” kiest, is het effect van de flitser vaak niet of nauwelijks merkbaar. • Wanneer u beelden opneemt op een donkere plaats terwijl de camera op (niet flitsen) staat, vermindert de sluitersnelheid en is het dus raadzaam om een statief te gebruiken teneinde trillen te voorkomen. 21-NL Bewegende beelden opnemen Bewegende beelden met geluid worden opgenomen in MPEG-formaat. Om bewegende beelden op te nemen, schuift u de POWER-schakelaar zodat de camera wordt ingeschakeld en plaatst u een “Memory Stick”. POWER-schakelaar DISPLAY 1 Zet de MODE-keuzeschakelaar op MOVIE. 2 Druk de sluiterknop volledig in. “REC” verschijnt op het LCD-scherm en beeld en geluid worden nu opgenomen op de “Memory Stick”. Indien u de sluiterknop eenmaal indrukt In dit geval worden beeld en geluid gedurende vijf seconden opgenomen. Bij de menu-instellingen (blz. 37) kunt u met [REC TIME SET] de opnametijd wijzigen in 10 of 15 seconden. Indien u de sluiterknop ingedrukt houdt In dit geval worden beeld en geluid gedurende maximaal 60 seconden opgenomen. Wanneer [IMAGE SIZE] bij de menu-instellingen echter is ingesteld op [320 (HQ)]/[320×240], bedraagt de maximale opnametijd 15 seconden (blz. 37). Gebruik van de zoomfunctie, zelfontspanner, enz. Zie blz. 19 en 20. Indicaties op het LCD-scherm tijdens opname Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen. Deze indicaties worden niet mee opgenomen. Zie blz. 70 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties. Opmerking Bij het opnemen van scènes tegen een verlichte achtergrond of andere scènes met extreem fel licht kunnen er verticale rode strepen in het beeld verschijnen. Dit storingsfenomeen is inherent aan CCD-beeldsensoren en is geen defect. De rode strepen kunnen worden gereduceerd door het diafragma bij wijze van compensatie naar de + kant te brengen (blz. 47). 22-NL B Weergave Stilstaande beelden weergeven POWER-schakelaar DISPLAY Zet de MODE-keuzeschakelaar op PLAY. Het laatst opgenomen beeld (stilstaand of bewegend) verschijnt op het LCDscherm. 2 Druk op v op de regelknop om de menubalk op het LCD-scherm te laten verschijnen. 3 Kies met de regelknop het gewenste stilstaande beeld. Druk op v/V/b/B op de regelknop om op het LCDscherm "b/B" te kiezen en druk daarna op b/B op de regelknop. "b: Om het vorige beeld te tonen B": Om het volgende beeld te tonen Wanneer de menubalk niet verschijnt In dit geval kunt u het beeld rechtstreeks kiezen en weergeven met b/B op de regelknop. Opmerkingen • Beelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen op andere apparatuur soms niet goed worden weergegeven. • Op deze camera kunt u geen beelden weergeven die groter zijn dan het maximale beeldformaat dat met deze camera kan worden opgenomen. Indicaties op het LCD-scherm tijdens weergave van stilstaande beelden Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen. Zie blz. 71 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties. 23-NL B Weergave 1 Bewegende beelden weergeven POWER-schakelaar VOLUME +/– DISPLAY 1 Zet de MODE-keuzeschakelaar op PLAY. Het laatst opgenomen beeld (stilstaand of bewegend) verschijnt op het LCDscherm. 2 Druk op v op de regelknop om de menubalk op het LCD-scherm te laten verschijnen. 3 Kies met de regelknop het gewenste bewegende beeld. Bewegende beelden worden één maat kleiner weergegeven dan stilstaande beelden. Druk op v/V/b/B op de regelknop om op het LCDscherm "b/B" te kiezen en druk daarna op b/B op de regelknop. "b: Om het vorige beeld te tonen B": Om het volgende beeld te tonen 4 B (weergave)/X (pauze) Kies op het LCD-scherm B (weergave) met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. Het bewegende beeld en het geluid worden weergegeven. Tijdens de weergave verandert B (weergave) in X (pauze). Weergavebalk 24-NL Om de weergave tijdelijk te stoppen Kies op het LCD-scherm X (pauze) met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. Wanneer de menubalk niet verschijnt U kunt het beeld rechtstreeks kiezen met b/B op de regelknop en daarna beeld en geluid weergeven door indrukken van de middelste z. Wanneer u tijdens weergave de middelste z indrukt, wordt de weergave tijdelijk stopgezet. Bewegende beelden die zijn opgenomen met het beeld van [320 (HQ)] De beelden worden bij stap 3 en 4 over de volle breedte van het scherm weergegeven. B Weergave Het volume regelen Druk op VOLUME +/– om het volume te regelen. Indicaties op het LCD-scherm tijdens weergave van bewegende beelden Druk op DISPLAY om de indicaties op het LCD-scherm in of uit te schakelen. Zie blz. 71 voor een uitvoerige beschrijving van de indicaties. 25-NL Beelden bekijken met behulp van een PC De beeldgegevens die met deze camera opgenomen zijn, kunnen worden bekeken op een PC en als bijlage bij een e-mail gevoegd worden. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het USB-stuurprogramma moet installeren en hoe u de beelden kunt bekijken op een PC. Raadpleeg ook altijd de gebruiksaanwijzing van uw PC en toepassingsprogrammatuur. Opmerking De beeldgegevens die met deze camera opgenomen zijn, worden opgeslagen in de onderstaande formaten. Zorg dat er op uw PC applicaties geïnstalleerd zijn die deze bestandsformaten ondersteunen. • Stilstaande beelden (behalve TEXT-modus, niet-gecomprimeerde modus en Clip Motion): JPEG-formaat • Bewegende beelden/geluid: MPEG-formaat • Stilstaande beelden in niet-gecomprimeerde modus: TIFF-formaat • TEXT-modus, Clip Motion: GIF-formaat Aanbevolen computeromgeving Aanbevolen Windows-omgeving Besturingssysteem: Microsoft Windows 98, Windows 98 Tweede editie, Windows 2000 Professional Standaard installatie is vereist. Een behoorlijke werking kan niet worden gegarandeerd bij een upgrade van: Windows 3.1, Windows 95 naar Windows 98 of Windows 98 naar Windows 98 Tweede editie; Windows NT 3.51, Windows NT 4.0, Windows 98, Windows 98 Tweede editie, Windows 95 naar Windows 2000 CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller De USB-poort moet standaard aanwezig zijn. De ActiveMovie Player (DirectShow) moet zijn geïnstalleerd (voor weergave van bewegende beelden). Aanbevolen Macintosh-omgeving Macintosh computer met de standaard installatie Mac OS 8.5.1/8.6/9.0 Bij de volgende modellen moet echter de update naar Mac OS 9.0 worden gebruikt. • iMac met de standaard installatie Mac OS 8.6 en een CD-ROM-station met laadgleuf • iBook of G4 met de standaard installatie Mac OS 8.6 De USB-poort moet standaard aanwezig zijn. QuickTime 3.2 of een latere versie moet zijn geïnstalleerd (voor weergave van bewegende beelden). Opmerkingen • In een Windows- of Macintosh-omgeving kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op een PC aansluit (met uitzondering van USB-toetsenbord en muis welke standaard aanwezig zijn) of indien u gebruikmaakt van een hub. • Afhankelijk van de soorten USB-apparaten die tegelijk worden gebruikt, zullen bepaalde apparaten soms niet werken. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. 26-NL Het USB-stuurprogramma installeren Alvorens u de camera gaat aansluiten op uw PC, dient u het USB-stuurprogramma op de computer te installeren. Door gebruikmaking van het USB-stuurprogramma in combinatie met de toepassingsprogrammatuur kunt u de beelden bekijken op de CDROM die met uw camera is meegeleverd. Voor gebruikers van Windows 98, Windows 98 Tweede editie en Windows 2000 Schakel uw PC in en laad Windows. Sluit de USB-kabel nog niet aan op uw PC. 2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. Het scherm van de toepassingssoftware wordt verschijnt. 3 Klik op “USB Driver Installation for Windows 98/98SE, Windows 2000”. Het installeren van het USB-stuurprogramma begint. 4 Volg de instructies op het scherm om het USB-stuurprogramma te installeren. Sommige PC’s kunnen op dit moment opnieuw opstarten. 5 Steek het ene uiteinde van de bijgeleverde USB-kabel in de USBaansluiting (mini-B) van uw camera, en het andere uiteinde in de USB-poort van uw PC. naar de USB-poort naar de USBaansluiting (mini-B) USB-kabel PC De verbindingsstekker erin duwen totdat deze is vastgeklikt 6 Plaats een “Memory Stick” in de camera, sluit de netspanningsadapter aan en schakel de camera in. “PC MODE” verschijnt op het LCD-scherm van de camera en de camera staat nu in de wachtstand voor communicatie. Uw PC herkent de camera en de wizard Nieuwe Hardware van Windows wordt gestart. 7 Volg de instructies op het scherm zodat de wizard Nieuwe Hardware de hardware herkent. De wizard Nieuwe Hardware wordt tweemaal opgestart omdat er twee verschillende USB-stuurprogramma’s geïnstalleerd worden. Wacht totdat de installie is voltooid en onderbreek deze niet. Volg de instructies op het scherm zodat de wizard Nieuwe Hardware de hardware herkent. 27-NL B Weergave 1 Opmerkingen • Zorg dat u de procedure tot aan stap 4 opvolgt zonder dat daarbij de camera is aangesloten op uw PC. • Bij stap 7 dient u altijd een “Memory Stick” in uw camera te plaatsen. Anders zult u het USBstuurprogramma niet kunnen installeren. Voor gebruikers van Macintosh 1 Schakel uw PC in en laad het besturingssysteem Mac. 2 Plaats de bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROM-station van uw PC. 3 Dubbelklik op het pictogram van het CD-ROM-station om het venster te open. 4 Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf met het besturingssysteem om het venster te open. 5 Verplaats de volgende twee bestanden die u in het venster bij stap 3 hebt geopend, naar het pictogram “System Folder” in het venster dat u bij stap 4 hebt geopend (drag and drop). • Sony USB Driver • Sony USB Shim 6 Wanneer “Put these items into the Extensions folder?” verschijnt, klikt u op “OK”. 7 Start uw PC opnieuw op. Beelden bekijken Voor gebruikers van Windows 98, Windows 98 Tweede editie en Windows 2000 1 Schakel uw PC in en laad Windows. 28-NL 2 Steek het ene uiteinde van de USB-kabel in de USB-aansluiting (mini-B) van uw camera, en het andere uiteinde in de USB-poort van uw PC. naar de USB-poort PC naar de USBaansluiting (mini-B) USB-kabel De verbindingsstekker erin duwen totdat deze is vastgeklikt Plaats een “Memory Stick” in uw camera en sluit de netspanningsadapter aan op de camera en vervolgens op een stopcontact. 4 Schakel de camera in. “PC MODE” verschijnt op het LCD-scherm van uw camera. 5 Open “My Computer” in Windows en dubbelklik op het zojuist herkende station. (Voorbeeld: “Removable Disk (D:)”) De mappen in de “Memory Stick” verschijnen. 6 Kies en dubbelklik op het gewenste beeld- of geluidsbestand uit de map. Voor de volledige map- en bestandsnaam, zie “Beeldbestand-geheugenlocaties en beeldbestanden” (blz. 31). Gewenst bestandstype Dubbelklik in deze volgorde Stilstaand beeld Map “Dcim” t Map “100msdcf” t Beeldbestand Bewegend beeld* Map “Mssony” t Map “Moml0001” t Beeldbestand* Audio* Map “Mssony” t Map “Momlv100” t Audiobestand* Clip Motionbeeld Map “Dcim” t Map “100msdcf” t Beeldbestand E-mail-beeld Map “Mssony” t Map “Imcif100” TIFF-beeld (niet gecomprimeerd) t Beeldbestand * Alvorens u een bestand gaat bekijken, is het raadzaam het bestand te kopiëren naar de vaste schijf van uw PC. Indien u het bestand rechtstreeks vanaf de “Memory Stick” weergeeft, wordt het beeld of het geluid soms afgebroken. 29-NL B Weergave 3 Voor gebruikers van Windows 2000 Als u Windows 2000 gebruikt, worden de onderstaande procedures aanbevolen wanneer u de USB-kabel loskoppelt van uw PC of de “Memory Stick” uit de camera haalt terwijl deze is aangesloten op uw PC. 1 Stop het station door aanklikken van het pictogram “Loskoppelen/ Verwijderen” in de taakgroep. 2 Wanneer de melding verschijnt dat de hardware veilig kan worden verwijderd, koppelt u de USB-kabel los van de PC of verwijdert u de “Memory Stick” uit de camera. Opmerkingen bij gebruikmaking van uw PC “Memory Stick” • Indien de “Memory Stick” op uw PC is geformatteerd, kan een behoorlijke werking van de “Memory Stick” op uw camera niet altijd worden gegarandeerd. • Probeer niet om de “Memory Stick” op Windows-apparatuur te optimaliseren. Hierdoor zal de “Memory Stick” minder lang meegaan. • Probeer niet om de gegevens op de “Memory Stick” te comprimeren. Gecomprimeerde bestanden kunnen niet op de camera worden weergegeven. Software • Afhankelijk van uw toepassingsprogrammatuur kan het gebeuren dat het bestand met de stilstaand beeldgegevens groter wordt wanneer het bestand wordt geopend. • Als u bewerkingssoftware gebruikt om het beeld te bewerken en het beeld vervolgens van uw PC inleest op de camera, of als u het beeld rechtstreeks op de camera bewerkt, zal het beeldformaat veranderen waardoor soms de foutmelding “FILE ERROR” verschijnt en u het bestand niet kunt openen. • Afhankelijk van uw toepassingssoftware, is het mogelijk dat alleen het eerste frame van een Clip Motion-beeld wordt afgebeeld. Communicatie met uw PC Na herstel van de apparatuur vanuit de modus Opschorten, Hervatten of Slapen is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw PC niet hersteld wordt. Overige Wanneer u de camera aansluit op een PC of wanneer u gebruikmaakt van een externe stroombron, dient u de batterij uit de camera te verwijderen. • Windows en ActiveMovie, DirectShow zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere landen. • Macintosh en Mac OS, QuickTime zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. • Alle andere hier vermelde productnamen kunnen de handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ondernemingen zijn. Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de aanduidingen “™” en “®” in alle voorkomende gevallen weggelaten. 30-NL Beeldbestand-geheugenlocaties en beeldbestanden Beeldbestanden die met de camera zijn vastgelegd, worden op basis van opnamemodus gegroepeerd in mappen. De betekenis van bestandsnamen is als volgt: ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. Voor gebruikers van Windows 98 (De camera wordt herkend door station “D”.) Map met E-MAIL- en TIFF-beeldgegevens Map met bewegend beeldgegevens Map met VOICE-audiogegevens 31-NL B Weergave Map met stilstaand, TEXT- en Clip Motionbeeldgegevens Map 100msdcf Bestand Betekenis DSC0ssss.JPG • Stilstaand beeldbestand dat normaal is opgenomen • Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in de E-MAIL-modus (blz. 43) • Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus (blz. 45) • Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in de VOICE-modus (blz. 44) CLP0ssss.GIF • Clip Motion-bestand dat is opgenomen in de NORMAL-modus (blz. 42) CLP0ssss.THM • Index-beeldbestand van het Clip Motionbestand dat is opgenomen in NORMALmodus MBL0ssss.GIF • Clip Motion-bestand dat is opgenomen in MOBILE-modus (blz. 42) MBL0ssss.THM • Index-beeldbestand van het Clip Motionbestand dat is opgenomen in MOBILEmodus Imcif100 TXT0ssss.GIF • Stilstaand beeldbestand dat is opgenomen in de TEXT-modus (blz. 44) TXT0ssss.THM • Index-beeldbestand van stilstaandbeeldbestand dat is opgenomen in TEXTmodus DSC0ssss.JPG • Klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-MAIL-modus (blz. 43) DSC0ssss.TIF • Niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus (blz. 45) Moml0001 MOV0ssss.MPG • Bewegend beeldbestand dat normaal is opgenomen Momlv100 DSC0ssss.MPG • Audiobestand dat is opgenomen in de VOICE-modus (blz. 44) De numerieke gedeelten van de volgende bestanden zijn hetzelfde: — Een klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-MAIL-modus en het bijbehorende beeldbestand — Een niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus en het bijbehorende beeldbestand — Een audiobestand dat is opgenomen in de VOICE-modus en het bijbehorende beeldbestand — Een beeldbestand dat is opgenomen in de TEXT-modus en zijn bijbehorende indexbeeldbestand — Een beeldbestand dat is opgenomen met CLIP MOTION en zijn bijbehorende indexbeeldbestand 32-NL Geavanceerde bedieningen Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren In dit hoofdstuk worden de fundamentele bedieningsmethoden beschreven zoals die vaak worden gebruikt voor “Geavanceerde bedieningen”. Gebruik van de MODE-keuzeschakelaar Met de MODE-keuzeschakelaar bepaalt u of u de camera wilt gebruiken voor het opnemen of voor het weergeven en monteren van beelden. Alvorens u de camera gaat bedienen, zet u de keuzeschakelaar in de gewenste stand. PLAY STILL MOVIE Voor het weergeven of monteren van beelden STILL: Voor het opnemen van stilstaande beelden, spraakmemo’s en CLIP MOTION-beelden MOVIE: Voor het opnemen van bewegende beelden Gebruik van de regelknop De regelknop wordt gebruikt voor het kiezen van de indicaties, beelden en menu's die op het LCD-scherm van uw camera verschijnen. Hierna volgt een beschrijving van de bedieningsmethoden zoals die vaak worden gebruikt voor “Geavanceerde bedieningen”. Kiezen Bevestigen (Akkoord) 33-NL Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren PLAY: De bedieningsknoppen (menubalk) op het LCD-scherm in- en uitschakelen Druk op v om de menubalk op het LCD-scherm te laten verschijnen. Druk op V om de menubalk van het LCD-scherm te verwijderen. Menubalk Opmerking Tijdens weergave van het INDEX-scherm (blz. 50) kunt u de menubalk niet verwijderen. Onderdelen en beelden op het LCD-scherm kiezen 1 Druk op v/V/b/B op de regelknop om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen, of om het beeld te kiezen dat u wilt weergeven. De kleur van het gekozen onderdeel of de rand van het gekozen beeld verandert van blauw in geel. 2 Druk op de middelste z om het onderdeel te bevestigen. Herhaal de stappen 1 en 2 om de verschillende functies uit te voeren. In het hoofdstuk “Geavanceerde bedieningen” van deze gebruiksaanwijzing wordt het kiezen en bevestigen van onderdelen volgens de bovenstaande procedure aangeduid met “Kies [(naam van onderdeel)].” 34-NL De menu-instellingen wijzigen Een aantal geavanceerde bedieningen voor uw camera kan worden uitgevoerd door met de regelknop op het LCD-scherm de betreffende menuonderdelen te kiezen. MODE-keuzeschakelaar Druk op v op de regelknop om de menubalk te laten verschijnen. De menubalk verschijnt als volgt, al naar gelang de positie van de MODEkeuzeschakelaar. MOVIE/STILL PLAY (enkelbeeld-modus) PLAY (INDEX-modus) 1 2 Kies het gewenste onderdeel met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. De kleur van het gekozen onderdeel verandert van blauw in geel en wanneer u de middelste z indrukt, worden de modi weergegeven die u voor het betreffende onderdeel kunt instellen. 3 Kies de gewenste modus met v/V/b/B op de regelknop en druk daarna op de middelste z. Het menu verwijderen Druk op V op de regelknop totdat op het LCD-scherm weer de menubalk wordt weergegeven zoals bij stap 1. Om de menubalk te verwijderen, drukt u opnieuw op V. 35-NL Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren 1 Menu-instellingen Welke menu-instellingen er gewijzigd kunnen worden, is afhankelijk van de positie van de MODE-keuzeschakelaar. Op het LCD-scherm worden alleen de onderdelen aangegeven die op dat moment bediend kunnen worden. De oorspronkelijke instellingen worden aangegeven met x. (ZELFONTSPANNER) Voor het opnemen met de zelfontspanner (blz. 20) EFFECT Onderdeel Instelling Beschrijving MODEkeuzeschakelaar P.EFFECT SOLARIZE Speciale beeldeffecten instellen (blz. 49). B&W SEPIA NEG.ART x OFF MOVIE STILL DATE/ TIME DAY&TIME Aangeven of u de datum en tijd wilt opnemen in het beeld (blz. 48). DATE x OFF STILL FILE Onderdeel FORMAT FILE NUMBER Instelling OK “Memory Stick” formatteren. Denk eraan dat bij het formatteren alle gegevens die zijn vastgelegd op de “Memory Stick”, inclusief beveiligde beelden, verloren zullen gaan. CANCEL Het formatteren van de “Memory Stick” annuleren. SERIES Bestanden voorzien van een volgnummer, ook als de “Memory Stick” wordt vervangen. x NORMAL 36-NL Beschrijving Elke keer wanneer de “Memory Stick” wordt vervangen, de nummering van de bestanden weer opnieuw laten beginnen. MODEkeuzeschakelaar MOVIE STILL PLAY MOVIE STILL Onderdeel Instelling CLIP MOTION Beschrijving Het beeldformaat en het aantal frames voor het maken van GIF-formaat tekenfilms instellen (blz. 42). MODEkeuzeschakelaar STILL 160×120 Maximaal 10 frames kunnen worden (NORMAL) opgenomen. IMAGE SIZE 80×72 (MOBILE) Maximaal 2 frames kunnen worden opgenomen. CANCEL Clip Motion annuleren. x 2048×1536 Bij het opnemen van stilstaande beelden STILL 2048 (3:2) het gewenste beeldformaat kiezen. 1600×1200 1280×960 640×480 REC MODE REC TIME SET ROTATE (alleen in enkelbeeldmodus) TIFF Bij het opnemen van bewegende beelden het gewenste MPEGbeeldformaat kiezen. MOVIE Naast het JPEG-bestand nog een (nietgecomprimeerd) TIFF-bestand opnemen. STILL TEXT Een GIF-bestand in zwart-wit opnemen. VOICE Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen. E-MAIL Naast het gekozen beeldformaat nog een JPEG-bestand van klein formaat (320×240) opnemen. x NORMAL Een JPEG-bestand in het gekozen beeldformaat opnemen. 15 sec 10 sec x 5 sec De opnameduur van bewegende beelden MOVIE instellen. Het stilstaande beeld roteren. PLAY — 37-NL Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren 320 (HQ) 320×240 x 160×112 Onderdeel SLIDE SHOW (alleen in enkelbeeldmodus) PRINT MARK Instelling INTERVAL Het interval voor een diavoorstelling instellen. x 3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min REPEAT De diavoorstelling laten beginnen. CANCEL De instellingen voor de diavoorstelling en de uitvoering daarvan annuleren. ON De af te drukken stilstaande beelden markeren (blz. 58). ON x OFF MODEkeuzeschakelaar PLAY De diavoorstelling herhalen. x ON/OFF START x OFF PROTECT Beschrijving PLAY De afdrukmarkering van de stilstaande beelden annuleren. Beelden beveiligen tegen abusievelijk wissen (blz. 54). PLAY De beveiliging van beelden tegen abusievelijk wissen opheffen. CAMERA Onderdeel DIGITAL ZOOM SHARPNESS WHITE BALANCE FLASH LEVEL Instelling x ON De digitale zoom niet gebruiken. +2 tot –2 De scherpte van het beeld regelen. verschijnt op het LCD-scherm behalve wanneer de instelling “0” is gekozen. IN DOOR De kleurbalans instellen (blz. 48). OUT DOOR HOLD x AUTO HIGH LOW 38-NL De digitale zoom gebruiken. OFF x NORMAL EXPOSURE Beschrijving De intensiteit van de flitser hoger dan normaal instellen. MODEkeuzeschakelaar STILL STILL MOVIE STILL STILL Normale stand De intensiteit van de flitser lager dan normaal instellen. +2.0 EV tot De belichting regelen. –2.0 EV MOVIE STILL TOOL Onderdeel COPY RESIZE (alleen in enkelbeeldmodus) Instelling Beschrijving OK Een beeld kopiëren (blz. 56). CANCEL Het kopiëren van een beeld annuleren. MODEkeuzeschakelaar PLAY 2048×1536 Het formaat van het opgenomen 1600×1200 stilstaande beeld veranderen (blz. 56). 1280×960 640×480 CANCEL PLAY Instelling MODEkeuzeschakelaar SETUP Onderdeel VIDEO OUT x ON/STBY OFF MOVIE Verschijnt alleen wanneer u de netspanningsadapter gebruikt in de STILL MOVIE- of STILL-modus. Wanneer ON is gekozen en de camera circa 10 minuten lang niet is bediend, begint er een demonstratie. Om de demonstratie te stoppen, dient u de camera uit te schakelen. Kies ON om de demonstratie weer te laten beginnen. NTSC Het video-uitgangssignaal instellen op het NTSC-kleursysteem (NoordAmerika, Japan, enz.). PAL Het video-uitgangssignaal instellen op het PAL-kleursysteem (Europa enz.). / x ENGLISH LANGUAGE De menuonderdelen weergeven in het Engels. /JPN De menuonderdelen weergeven in het Japans. CLOCK SET De datum en tijd instellen (blz. 13). — MOVIE STILL PLAY MOVIE STILL PLAY MOVIE STILL PLAY 39-NL Alvorens u geavanceerde bedieningen gaat uitvoeren DEMO Beschrijving Onderdeel BEEP Instelling MODEkeuzeschakelaar MOVIE SHUTTER Alleen de pieptoon uitschakelen. (Wanneer u de sluiterknop indrukt, is het STILL sluitergeluid te horen.) PLAY De pieptoon/het sluitergeluid x ON inschakelen (wanneer u de regelknop/ sluiterknop indrukt). OFF LCD BRIGHT Beschrijving De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen. MOVIE De helderheid van het LCD-scherm regelen door gebruikmaking van de +/– STILL toetsen op het LCD-scherm. Dit heeft PLAY geen effect op de opgenomen beelden. INDEX* Zes beelden tegelijk weergeven (PLAY (INDEX)-modus) (blz. 50). DELETE Instelling Beschrijving OK Het weergegeven beeld wissen. CANCEL Het wissen van het beeld annuleren. 3 (TERUG)** Terugkeren naar de PLAY (enkelbeeld)-modus. ∗ Verschijnt alleen in de PLAY (enkelbeeld)-modus. ∗∗ Verschijnt alleen in de PLAY (INDEX)-modus. 40-NL MODEkeuzeschakelaar PLAY B Opnamemethoden Het aantal beelden dat u kunt opnemen of de opnameduur van een “Memory Stick” (8 MB): Het beeldformaat instellen (IMAGE SIZE) Beeldformaat 1 2,3 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op MOVIE of STILL. Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE] en [IMAGE SIZE]. 3 Kies het gewenste beeldformaat. 2048×1536 circa 5 2048 (3:2) circa 5 1600×1200 circa 8 1280×960 circa 12 640×480 circa 118 320 (HQ) circa 20 (15**) sec. 320×240 circa 80 (15**) sec. 160×112 circa 320 (60**) sec. ∗ Wanneer [REC MODE] is ingesteld op [NORMAL] ∗∗ De tussen haakjes vermelde cijfers geven de maximale opnameduur bij continuopname aan. B Opnamemethoden 2 Aantal beelden of opnameduur* Formaten van stilstaande beelden 2048×1536, 2048 (3:2)*, 1600×1200, 1280×960, 640×480 ∗ Het beeld wordt opgenomen in formaat 3:2 (horizontaal : verticaal) zodat dit overeenkomt met papierformaat 3:2. Formaten van bewegende beelden 320 (HQ*), 320×240, 160×112 ∗ Hoge kwaliteitsmodus 41-NL Clip Motionbestanden aanmaken Clip Motion is een animatiefunctie waarmee stilstaande beelden achter elkaar worden weergegeven. Clip Motion-beelden worden op deze camera weergegeven met een interval van circa 0,5 seconde. De beelden worden opgeslagen in GIF-formaat, wat makkelijk is voor het maken van een homepage of om beelden als bijlage aan een e-mailbericht toe te voegen. 4,5 1 2,3 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE] en [CLIP MOTION]. 3 Kies de gewenste modus. 160×120 (NORMAL) Een Clip Motion van maximaal 10 frames kan worden opgenomen. Dit is geschikt voor gebruik op een homepage, enz. 80×72 (MOBILE) Een Clip Motion van maximaal 2 frames kan worden opgenomen. Dit is geschikt voor gebruik met draagbare dataterminals. CANCEL Hierdoor wordt het aanmaken van een Clip Motion geannuleerd. 42-NL 4 Neem het beeld op voor het eerste frame. 5 Neem het beeld op voor het volgende frame. Het opnemen van het beeld kan herhaald worden tot het maximale aantal opneembare frames. De framebeelden worden automatisch opgenomen op de “Memory Stick” nadat u op [FINISH] hebt gekozen of nadat het maximale aantal opneembare frames is opgenomen. Stoppen met het maken van Clip Motion-beelden Kies na stap 3 [RETURN]. Houd er rekening mee dat u ook na opname slechts één frame niet kunt stoppen met het maken van Clip Motion-beelden. Het aantal Clip Motion-frames dat u kunt opnemen op een “Memory Stick” (8 MB): Beeldformaat Aantal beelden 160×120 (NORMAL) circa 40* 80×72 (MOBILE) circa 800 ∗ Wanneer u per Clip Motion-bestand 10 frames opneemt Opmerkingen • Het lezen en wegschrijven van het duurt langer dan normaal beeld opnemen. • Als gevolg van de beperkingen van het GIF-formaat wordt het aantal kleuren in een Clip Motion-bestand verlaagd tot 256 kleuren of minder. Het is daarom mogelijk dat de beeldkwaliteit bij bepaalde beelden verslechtert. • In de MOBILE-modus wordt het bestand verkleind waardoor de beeldkwaliteit verslechtert. • GIF-bestanden die niet op deze camera zijn opgenomen kunnen niet altijd juist worden weergegeven. Stilstaande beelden voor e-mail opnemen (E-MAIL) In de E-MAIL-modus wordt een beeld van klein formaat (320×240) tegelijk weergegeven als een stilstaand beeld. Beelden van klein formaat zijn handig voor verzending via e-mail, enz. 3 1 2 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [REC MODE] en [EMAIL]. 3 Neem het beeld op. Het aantal beelden dat u in de EMAIL-modus op een “Memory Stick” (8 MB) kunt opnemen: Beeldformaat Aantal beelden 2048×1536 circa 4 2048 (3:2) circa 4 1600×1200 circa 8 1280×960 circa 12 640×480 circa 95 Terugkeren naar de normale opnamemodus Kies bij stap 2 [NORMAL]. 43-NL B Opnamemethoden 1 Stilstaande beelden met audiobestanden opnemen (VOICE) 3 1 Tekstdocumenten opnemen (TEXT) Tekst wordt opgenomen in zwart-wit GIF-formaat om een helderder beeld te verkrijgen. 3 1 2 1 2 3 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [REC MODE] en [VOICE]. 2 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [REC MODE] en [TEXT]. 3 Neem het beeld op. Neem het beeld op. Wanneer u de sluiterknop indrukt en loslaat, wordt er 5 seconden geluid opgenomen. Wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt, wordt het geluid opgenomen totdat u de sluiterknop weer loslaat, maximaal 40 seconden. Het aantal beelden dat u in de VOICE-modus op een “Memory Stick” (8 MB) kunt opnemen (wanneer u daarbij 5 seconden geluid opneemt): Beeldformaat Aantal beelden 2048×1536 circa 4 2048 (3:2) Het aantal beelden dat u in de TEXT-modus op een “Memory Stick” (8 MB) kunt opnemen: Beeldformaat Aantal beelden 2048×1536 circa 15 tot 125 2048 (3:2) circa 17 tot 137 1600×1200 circa 25 tot 173 1280×960 circa 40 tot 228 640×480 circa 160 tot 727 circa 4 Terugkeren naar de normale opnamemodus Kies bij stap 2 [NORMAL]. 1600×1200 circa 7 Opmerkingen 1280×960 circa 11 640×480 circa 56 • Indien het onderwerp niet gelijkmatig is belicht, kunt u niet altijd een helder beeld opnemen. • Het wegschrijven en lezen van gegevens duurt langer dan bij normaal opnemen. Terugkeren naar de normale opnamemodus Kies bij stap 2 [NORMAL]. 44-NL Opmerkingen Stilstaande beelden als nietgecomprimeerde bestanden opnemen (TIFF) In deze modus worden stilstaande beelden tegelijkertijd in TIFF-formaat (niet-gecomprimeerd) en JPEGformaat (gecomprimeerd) opgenomen. • JPEG-beelden worden opgenomen in het beeldformaat dat in het menu [IMAGE SIZE] werd gekozen. TIFF-beelden worden opgenomen in formaat [2048×1536] behalve wanneer [2048 (3:2)] wordt gekozen. • Het wegschrijven van gegevens duurt langer dan bij normaal opnemen. • De bijgeleverde “Memory Stick” (8 MB) beschikt niet over voldoende capaciteit om niet-gecomprimeerde beelden op te nemen. 3 1 2 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [REC MODE] en [TIFF]. 3 Neem het beeld op. B Opnamemethoden 1 Het aantal beelden dat u in de TIFFmodus op een “Memory Stick” (16 MB) kunt opnemen: Beeldformaat Aantal beelden 2048×1536 circa 1 2048 (3:2) circa 1 Terugkeren naar de normale opnamemodus Kies bij stap 2 [NORMAL]. 45-NL Beelden in macro opnemen Gebruik van de PROGRAM AEbelichtingsprogramma’s 1 2 1 2 1 2 Zet de MODEkeuzeschakelaar op MOVIE of STILL. Druk op MACRO zodat de automatische macroindicatie op het LCDscherm verschijnt. U kunt een onderwerp opnemen van op een afstand van circa 10 cm van het lensoppervlak wanneer de zoom helemaal naar de W-kant is gezet. (Circa 50 cm wanneer de zoom helemaal naar de T-kant is gezet.) Terugkeren naar de normale opnamemodus Druk nogmaals op MACRO zodat van het LCD-scherm verdwijnt. Opmerkingen • In de volgende PROGRAM AEprogramma’s kunt u geen beelden in macro opnemen: — Landschapsprogramma — Panfocus-programma • Wanneer op het LCD-scherm verschijnt, kunt u geen beelden in macro opnemen. • Wanneer u beelden in macro opneemt, dient u het LCD-scherm te gebruiken. Wanneer u opneemt met gebruikmaking van de zoeker, kan het bereik dat zichtbaar is in de zoeker verschillen van het werkelijke opnamebereik. 46-NL 1 2 Zet de MODEkeuzeschakelaar op MOVIE of STILL. Druk herhaald op PROGRAM AE om het gewenste PROGRAM AEbelichtingsprogramma te kiezen. Schemer- en maanlichtprogramma Voor het onderdrukken van de kleurvegen die kunnen ontstaan bij het opnemen van een helder onderwerp tegen een duistere achtergrond, zonder de duistere sfeer te verliezen. Schemer- en maanlichtplus-programma Om de effecten van het schemeren maanlichtprogramma nog beter te laten uitkomen. Landschapsprogramma Om alleen de achtergrond scherp te laten uitkomen, zoals voor landschapsopnamen, enz. Panfocus-programma Om snel heen en weer te schakelen tussen onderwerpen dichtbij en onderwerpen veraf. Eénpunts lichtmeting met de spotmeter Kies dit programma bij tegenlicht of bij een sterk contrast tussen het onderwerp en de achtergrond, enz. Positioneer het punt dat u wilt opnemen op het dradenkruis van de éénpunts lichtmeting. Belichting regelen (EXPOSURE) 1 LCD-scherm 2,3 Dradenkruis van éénpunts lichtmeting Om PROGRAM AE te annuleren Druk herhaald op PROGRAM AE totdat de indicatie op het LCD-scherm verdwijnt. • Bij het landschapsprogramma kunt u alleen scherpstellen op onderwerpen veraf. • Bij het panfocus-programma kunnen de zoompositie en de scherpstelling niet worden veranderd. • Wanneer u opneemt met het schemer- en maanlicht-plus-programma, is gebruikmaking van een statief aan te bevelen om trilling te voorkomen. • Kies “Altijd flitsen” wanneer u bij de volgende programma’s de flitser gebruikt: –Schemer- en maanlichtprogramma –Schemer- en maanlicht-plus-programma –Landschapsprogramma • U kunt de PROGRAM AEbelichtingsprogramma’s niet gebruiken wanneer [REC MODE] is ingesteld op [TEXT]. • De storing kan toenemen in het schemeren maanlicht-plus-programma. Zet de MODEkeuzeschakelaar op MOVIE of STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [CAMERA] en [EXPOSURE]. 3 Kies de gewenste belichtingswaarde. Regel de belichting terwijl u de helderheid van de achtergrond controleert. U kunt waarden kiezen van +2.0 EV tot –2.0 EV in stappen van 1/3 EV. Opmerking Wanneer het onderwerp extreem helder of donker is, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet altijd goed worden ingesteld. 47-NL B Opnamemethoden Opmerkingen 1 Kleurbalans regelen (WHITE BALANCE) Gewoonlijk wordt de kleurbalans automatisch geregeld. De datum en tijd opnemen op het stilstaande beeld (DATE/TIME) 1 4 1 2,3 2,3 1 Zet de MODE-keuzeschakelaar op MOVIE of STILL. 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [CAMERA] en [WHITE BALANCE]. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [EFFECT] en [DATE/TIME]. 3 Kies de gewenste kleurbalans-instelling. 3 Kies de instelling van de datum en tijd. DAY&TIME Datum, uur en minuten worden op het beeld geprojecteerd. IN DOOR (n) • Op plaatsen met snel veranderende lichtomstandigheden • Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s • Onder natrium- of kwiklampen OUT DOOR ( ) Zonsopgang of zonsondergang, nachtopnamen, neonverlichting of vuurwerk HOLD Instelling van kleurbalans vasthouden AUTO (geen indicatie) Kleurbalans automatisch regelen Terugkeren naar automatische regeling Kies bij stap 3 [AUTO]. Opmerking Kies [AUTO] wanneer u opneemt onder TLverlichting. 48-NL DATE Jaar, maand en dag worden op het beeld geprojecteerd. OFF De datum en tijd worden niet op het beeld geprojecteerd. 4 Neem het beeld op. De datum en tijd worden tijdens het opnemen niet weergegeven. De datum en tijd worden weergegeven tijdens weergave van beelden. Opmerkingen • Als u [DATE] kiest in stap 3, wordt de datum op het beeld geprojecteerd in de volgorde gekozen in “De datum en tijd instellen” (blz. 13). • De datum en tijd worden niet geprojecteerd op Clip Motion-beelden. Beeldeffecten (P.EFFECT) 1 2,3 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op MOVIE of STILL. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [EFFECT] en [P.EFFECT]. 3 Kies de gewenste modus. B&W Het beeld is monochroom (zwartwit). SEPIA Het beeld is sepia, zoals een oude foto. NEG.ART Kleur en helderheid van het beeld zijn omgekeerd. Om het beeldeffect te annuleren Kies bij stap 3 [OFF]. 49-NL B Opnamemethoden SOLARIZE Het contrast is helderder en het beeld oogt als een illustratie. B Weergavemethoden Zes beelden tegelijk weergeven (INDEX) Om het volgende (vorige) index-scherm weer te geven Kies linksonder op het LCD-scherm v/ V. Weergave van het vorige index-scherm 1 Weergave van het volgende index-scherm 2 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY. 2 Kies op het LCD-scherm de optie [INDEX]. Er verschijnen zes beelden tegelijk (index-scherm). Alleen het eerste frame van Clip Motion-bestanden wordt weergegeven. Toont de positie van de op dat moment weergegeven beelden ten opzichte van alle opgenomen beelden. Al naar gelang het soort beeldbestand en de instellingen wordt elk beeld voorzien van één van de volgende symbolen: : Bewegend beeldbestand : Spraakmemo-bestand : E-mail-bestand : Afdrukmarkering - : Beveiligingsmarkering TEXT: Tekstbestand TIFF: TIFF-bestand CLIP: Clip Motion-bestand (Geen markering): Normale opname (geen instellingen) 50-NL Terugkeren naar normale weergave (enkelbeeld) • Kies met de regelknop het gewenste beeld. • Kies [3] (TERUG). Opmerking Wanneer u op het INDEX-scherm een beeld bekijkt dat is opgenomen in Clip Motion of TEXT-modus, kan het beeld anders lijken dan het werkelijke beeld. Opmerkingen Een deel van een stilstaand beeld vergroten (zoomen en trimmen) 1 3 2,4 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY. 2 Toon het beeld dat u wilt vergroten. 3 Zoom het beeld in en uit met de zoomknop. De zoomschaal-indicatie verschijnt op het LCD-scherm. 4 Druk herhaald op de regelknop om het gewenste deel van het beeld te kiezen. v: Het beeld gaat omlaag V: Het beeld gaat omhoog b: Het beeld gaat naar rechts B: Het beeld gaat naar links B Weergavemethoden 1 • Beelden die zijn opgenomen in de TEXTmodus en niet-gecomprimeerde beelden kunnen niet worden getrimd. • U kunt niet op Clip Motion-beelden inzoomen of deze afsnijden. • Het oorspronkelijke beeld kan met de zoomfunctie maximaal 5× worden vergroot, ongeacht het beeldformaat. • De beeldkwaliteit van getrimde beelden kan achteruitgaan. • Ook na het trimmen blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het nieuwste bestand. Terugkeren naar het normale formaat Zoom in met de zoomknop totdat de zoomschaal-indicatie ( ×1.1) van het scherm is verdwenen, of druk gewoon op z. Een vergroot beeld opnemen (trimmen) 1Vergroot het beeld. 2Druk op de sluiterknop. Het beeld wordt opgenomen met formaat 640×480 en daarna verschijnt opnieuw het beeld van vóór de vergroting. 51-NL Een stilstaand beeld roteren (ROTATE) 1 Beelden na elkaar weergeven (SLIDE SHOW) Deze functie is handig voor het controleren van de opgenomen beelden of voor presentaties, enz. 1 2,3,4 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY. 2 Toon het beeld dat u wilt roteren. 3 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE] en [ROTATE]. 4 Roteer het beeld naar rechts of naar links en kies daarna [RETURN]. 2,3 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE] en [SLIDE SHOW]. Stel de volgende onderdelen in. INTERVAL 1 min (één minuut), 30 sec (30 seconden), 10 sec (10 seconden), 5 sec (5 seconden), 3 sec (3 seconden) Opmerkingen • Beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u de beelden op een PC bekijkt, komt de informatie over de beeldrotatie al naar gelang de toepassingsprogrammatuur niet altijd over. • Beveiligde beelden of nietgecomprimeerde beelden, Clip Motionbeelden of beelden die zijn opgenomen in de TEXT-modus kunnen niet worden geroteerd. REPEAT ON: Continu-weergave van beelden totdat [RETURN] wordt gekozen. OFF: Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. 3 Kies [START] met de regelknop. De diavoorstelling begint. De diavoorstelling uitschakelen Kies bij stap 2 of 3 [CANCEL]. 52-NL Tijdens de diavoorstelling rechtstreeks doorgaan naar het volgende of vorige beeld Kies linksonder op het LCD-scherm "b/B". U kunt rechtstreeks doorgaan naar het volgende/vorige beeld door indrukken van de regelknoppen B/b terwijl de menubalk niet geactiveerd is. Beelden bekijken op een TV-scherm Alvorens u de camera aansluit, dient u altijd de TV uit te schakelen. Zet de TV/VIDEOschakelaar op “VIDEO”. De diavoorstelling tijdelijk stopzetten en opnieuw laten beginnen Om de diavoorstelling tijdelijk stop te zetten en opnieuw te laten beginnen, kiest u linksonder op het scherm [X]/ [B] of drukt u op de regelknop z terwijl de menubalk niet wordt weergegeven. A/V-verbindingskabel (bijgeleverd) naar A/V OUTbus Opmerking 1 Sluit de A/V-verbindingskabel aan op de A/V OUT-bus van de camera en op de audio/ video-ingangsbussen van de TV. Indien uw TV is voorzien van stereo-audio-ingangsbussen, dient u de audiostekker van de A/Vverbindingskabel aan te sluiten op de Lch-bus. 2 Schakel de TV in en begin daarna met de weergave op uw camera. Het weergavebeeld verschijnt op het TV-scherm. Opmerking U kunt geen gebruikmaken van een TV die alleen is voorzien van een antenneaansluiting. 53-NL B Weergavemethoden Het ingestelde [INTERVAL] is niet exact en wordt mede bepaald door het formaat van het weergegeven beeld of door andere factoren. B Monteren Abusievelijk wissen voorkomen (PROTECT) [SELECT] kiezen Kies met de regelknop alle beelden die u wilt beveiligen en kies daarna [ENTER]. De gekozen beelden zijn beveiligd. Op beveiligde beelden verschijnt de - (beveiligingsindicatie). 1 1,2,3 In enkelbeeld-modus 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en toon daarna het beeld dat u wilt beveiligen. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [PROTECT] en [ON]. Het getoonde beeld wordt beveiligd en - verschijnt. De beveiliging uitschakelen Kies bij stap 2 [OFF]. In de INDEX-modus 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en laat daarna het INDEXscherm verschijnen. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [PROTECT] en tenslotte [ALL] of [SELECT]. 3 [ALL] kiezen Kies [ON]. Alle beelden die zijn vastgelegd in de “Memory Stick” zijn beveiligd. 54-NL De beveiliging uitschakelen Wanneer u bij stap 2 [ALL] hebt gekozen, kiest u [OFF]. Wanneer u bij stap 2 [SELECT] hebt gekozen, kiest u met de regelknop de beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen, en daarna kiest u [ENTER]. Op de gekozen beelden verschijnt de (wis-indicatie) en de betreffende beelden worden gewist. Beelden wissen (DELETE) Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. 1 1,2,3 In enkelbeeld-modus Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en toon daarna het beeld dat u wilt wissen. 2 Kies in het menu achtereenvolgens [DELETE] en [OK]. Het beeld wordt gewist. Opmerking Indien er in de “Memory Stick” bestanden zijn vastgelegd waarvan de naam eindigt met dezelfde vier letters als de bestandsnaam van het beeld dat u wilt wissen, worden deze bestanden op hetzelfde moment ook gewist. B Monteren 1 Het wissen annuleren Kies bij stap 2 of 3 [CANCEL]. In de INDEX-modus 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en laat daarna het INDEXscherm verschijnen. 2 Kies in het menu de optie [DELETE] en daarna [ALL] of [SELECT]. 3 [ALL] kiezen Kies [ENTER]. Alle niet beveiligde beelden worden gewist. [SELECT] kiezen Kies met de regelknop alle beelden die u wilt wissen en kies daarna [ENTER]. 55-NL Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (RESIZE) 1 Beelden kopiëren (COPY) U kunt beelden kopiëren naar een andere “Memory Stick”. In enkelbeeld-modus 1 1,2,3 1 2 3 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en toon daarna het beeld waarvan u het formaat wilt veranderen. Kies in het menu achtereenvolgens de opties [TOOL] en [RESIZE]. Kies het gewenste beeldformaat. 2048×1536, 1600×1200, 1280×960, 640×480 Het veranderde beeld wordt opgenomen en daarna verschijnt opnieuw het beeld met het formaat van vóór de verandering. Terugkeren naar het oorspronkelijke formaat Kies bij stap 3 [CANCEL]. Opmerkingen • Het formaat van beelden die zijn opgenomen in de TEXT-modus, van nietgecomprimeerde beelden of Clip Motionbeelden, kan niet worden veranderd. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. • Het beeld waarvan het formaat is veranderd, wordt vastgelegd als het nieuwste bestand. 56-NL 1,2 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en toon daarna het beeld dat u wilt kopiëren. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [TOOL], [COPY] en [OK]. “MEMORY STICK ACCESS” verschijnt. 3 Wanneer “CHANGE MEMORY STICK” verschijnt, verwijdert u de “Memory Stick”. “INSERT MEMORY STICK” verschijnt. 4 Plaats de “Memory Stick” waarnaar u het beeld wilt kopiëren. “RECORDING” verschijnt. Wanneer het kopiëren voltooid is, verschijnt “COMPLETE”. Om te stoppen met kopiëren, kiest u [EXIT]. Het beeld kopiëren naar een andere “Memory Stick” Kies na stap 4 de optie [CONTINUE] en herhaal de stappen 3 en 4. In de INDEX-modus 1 Het kopiëren halverwege annuleren Zet de MODE-keuzeschakelaar in een andere stand of schakel het apparaat uit. Opmerkingen 1,2,3,4 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en laat daarna het INDEXscherm verschijnen. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [TOOL], [COPY] en [SELECT]. 3 Kies het beeld dat u wilt kopiëren. Op het beeld verschijnt de (keuze-indicatie). 4 Kies [ENTER]. “MEMORY STICK ACCESS” verschijnt. 5 Wanneer “CHANGE MEMORY STICK” verschijnt, verwijdert u de “Memory Stick”. “INSERT MEMORY STICK” verschijnt. 6 Plaats een andere “Memory Stick”. “RECORDING” verschijnt. Wanneer het kopiëren voltooid is, verschijnt “COMPLETE”. Om te stoppen met kopiëren, kiest u [EXIT]. B Monteren 1 • Indien u na het verschijnen van “COMPLETE” niet [EXIT] kiest, maar in plaats daarvan een nieuwe “Memory Stick” aanbrengt, wordt hetzelfde beeld opnieuw gekopieerd. • Niet-gecomprimeerde beelden kunnen niet worden gekopieerd. • Beelden die meer dan 5 MB ruimte in beslag nemen, kunnen niet in één keer worden gekopieerd. Wanneer op het INDEX-scherm “NOT ENOUGH MEMORY” verschijnt of knippert, annuleert u enkele van de te kopiëren beelden en probeert u het opnieuw. Het beeld kopiëren naar een andere “Memory Stick” Kies na stap 6 de optie [CONTINUE] en herhaal de stappen 5 en 6. 57-NL Een afdrukmarkering aanbrengen op stilstaande beelden (PRINT MARK) Stilstaande beelden die met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden voorzien van een afdrukmarkering. Deze markering is handig wanneer u beelden laat afdrukken in een winkel die de norm DPOF (Digital Print Order Format) hanteert. 2 Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [PRINT MARK] en [SELECT]. 3 Kies met de regelknop de beelden die u van een markering wilt voorzien. 4 Kies [ENTER]. van de gekozen beelden verandert van groen in wit. 1 1,2,3,4 In enkelbeeld-modus 1 2 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en toon daarna het beeld dat u wilt afdrukken. Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [PRINT MARK] en [ON]. Op het beeld verschijnt de (afdrukmarkering). De afdrukmarkering van de gekozen beelden verwijderen Kies bij stap 3 met de regelknop de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen en kies daarna [ENTER]. Alle afdrukmarkeringen verwijderen Kies in het menu achtereenvolgens de opties [FILE], [PRINT MARK], [ALL] en [OFF]. De afdrukmarkeringen van alle beelden worden verwijderd. Opmerkingen De afdrukmarkering verwijderen Kies bij stap 2 [OFF]. In de INDEX-modus 1 Zet de MODEkeuzeschakelaar op PLAY en laat daarna het INDEXscherm verschijnen. 58-NL • Bewegende beelden, Clip Motion-beelden of beelden die in de TEXT-modus zijn opgenomen kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op een beeld dat in de TIFF-modus is opgenomen, wordt alleen het nietgecomprimeerde beeld afgedrukt. Het tegelijkertijd opgenomen JPEG-beeld wordt niet afgedrukt. Aanvullende informatie Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: Voorzorgsmaatregelen • de camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht; • de camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Reiniging Het LCD-scherm reinigen Veeg het schermoppervlak schoon met een zachte doek (niet bijgeleverd) of een LCDreinigingsset (niet bijgeleverd) om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. De buitenkant van de camera reinigen Reinig de buitenkant van de camera met een zachte, licht bevochtigde doek en veeg na met een droge doek. Gebruik nooit een oplosmiddel zoals verdunner, alcohol of wasbenzine, aangezien dergelijke middelen de afwerking of de behuizing kunnen beschadigen. Na gebruik van de camera op het strand of op andere plaatsen met veel zand of stof Reinig de camera zorgvuldig. Zo niet, dan kunnen de metalen onderdelen door de zoute lucht gaan corroderen of er kan stof in de camera binnendringen waardoor deze defect kan raken. Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. Condensvorming Als de camera rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte wordt neergelegd, kan er vocht condenseren in of op de behuizing van de camera. Hierdoor zal de camera niet meer naar behoren functioneren. Wanneer u de camera van een koude naar een warme ruimte brengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze langzaam (ongeveer een uur) acclimatiseren. Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. Netspanningsadapter • Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat lange tijd niet denkt te gebruiken. • Houd de stekker vast wanneer u deze uit het stopcontact trekt. Trek nooit aan het snoer zelf. • Bedien het apparaat niet wanneer het snoer beschadigd is, wanneer u het apparaat hebt laten vallen of wanneer dit beschadigd is. • Buig het snoer niet te strak en plaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor zal het snoer beschadigd raken waardoor er brand of een elektrische schok kan optreden. • Laat geen metalen voorwerpen in aanraking komen met de metalen onderdelen van het aansluitgedeelte. Indien dat gebeurt, kan er kortsluiting optreden en kan het apparaat beschadigd raken. • Houd de metalen contactpunten altijd goed schoon. • Probeer niet het apparaat te demonteren. • Stel het apparaat niet bloot aan mechanische schokken en laat het niet vallen. 59-NL Aanvullende informatie Bedrijfstemperatuur Hoe condensvorming voorkomen • Wanneer het apparaat in gebruik is, en vooral tijdens het opladen, dient u het uit de buurt te houden van AM-ontvangers en videoapparatuur. AM-ontvangst en videobediening worden gestoord. • Tijdens gebruik wordt het apparaat warm. Dit is normaal. • Installeer het apparaat niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan: — extreme hitte of kou — stof of vuil — hoge vochtigheid — trillingen Accu • Gebruik voor het opladen uitsluitend de voorgeschreven acculader. • Om ongevallen door kortsluiting te voorkomen, mag u geen metalen voorwerpen in aanraking laten komen met de batterijaansluitingen. • Houd de accu uit de buurt van vuur. • Stel de accu nooit bloot aan temperaturen boven 60°C, zoals in een auto die in de zon staat geparkeerd of in direct zonlicht. • Houd de accu droog. • Stel de accu niet bloot aan mechanische schokken. • Probeer de accu niet te demonteren of te modificeren. • Installeer de accu stevig in de camera. • Het opladen van een batterij met nog enige restcapaciteit heeft geen invloed op de oorspronkelijke capaciteit van de batterij. Indien er zich een probleem voordoet, trek dan de stekker van de camera eruit en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Sonydealer. Ingebouwde oplaadbare knopbatterij Deze camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare knopbatterij voor handhaving van de datum en tijd en andere instellingen, ongeacht of het apparaat is ingeschakeld of uitgeschakeld. Deze oplaadbare knopbatterij wordt tijdens het gebruik van de camera continu opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze accu geleidelijk uitgeput. Indien u de camera 60-NL helemaal niet gebruikt, is de accu na zes maanden volledig uitgeput. In dit geval dient u de oplaadbare knopbatterij altijd op te laden voordat u de camera gaat gebruiken. Ook indien deze oplaadbare knopbatterij niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog altijd gebruiken zolang u niet de datum en tijd opneemt. Oplaadmethode Sluit de camera via de netspanningsadapter aan op een stopcontact of plaats een volledig opgeladen accu, en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld staan. “Memory Stick” De “Memory Stick” is een nieuw compact, draagbaar en veelzijdig opnamemedium met een geïntegreerde schakeling en met een grotere gegevenscapaciteit dan een diskette. De “Memory Stick” is speciaal ontworpen voor het uitwisselen en gezamenlijk gebruik van digitale gegevens, mits de daarvoor gebruikte producten kunnen werken met de “Memory Stick”. Aangezien de “Memory Stick” verwijderd kan worden, is deze ook geschikt voor het extern opslaan van gegevens. Er zijn twee soorten “Memory Sticks”: algemene “Memory Sticks” en “MagicGate Memory Sticks” die zijn uitgerust met MagicGate*, een technologie ter bescherming van auteursrechten. Deze camera is geschikt voor beide soorten “Memory Sticks”. Aangezien deze camera echter niet de MagicGate-normen ondersteunt, zijn de met deze camera vastgelegde gegevens niet via MagicGate beschermd tegen inbreuk op de auteursrechten. ∗ MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Opmerkingen • Wanneer de “Memory Stick” bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens, mag u de “Memory Stick” niet verwijderen. • Gegevens kunnen beschadigd raken: — wanneer u de “Memory Stick” verwijdert of uw camera uitschakelt terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. — wanneer u de “Memory Stick” gebruikt op een plaats die is blootgesteld aan statische elektriciteit of ruis. • Bevestig uitsluitend het bijgeleverde label op de daartoe voorziene plaats. • Draag of bewaar de “Memory Stick” in het bijgeleverde etui. • Raak de aansluitingen van een “Memory Stick” nooit aan met uw hand of een metalen voorwerp. • De “Memory Stick” niet slaan, verbuigen of laten vallen. • De “Memory Stick” mag niet worden gedemonteerd of gemodificeerd. • De “Memory Stick” mag niet nat worden. “Memory Stick”, , “MagicGate Memory Stick” en zijn handelsmerken van Sony Corporation. “MagicGate” en zijn handelsmerken van Sony Corporation. Spanningsbronnen Dankzij de bijgeleverde batterijlader kunt u deze camera gebruiken in elk land met een netspanning van 100 V tot 240 V, 50/60 Hz. Als de stekker van de lader niet in het stopcontact [b] past, moet u een in de handel verkrijgbare netspanningsadapter [a] gebruiken. Om het weergavebeeld te bekijken op een TV, moet u beschikken over een TV met een video-ingangsbus en een videokabel. Het kleursysteem van de TV moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijst: NTSC-systeem Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili, Columbia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Groot-Brittannië, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland, enz. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Hongarije, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Polen, Rusland, Slowakije, Tsjechië, enz. AC-LS1A 61-NL Aanvullende informatie Gebruik van de camera in het buitenland Het weergavebeeld bekijken op een TV Verhelpen van storingen Indien u problemen ondervindt met de camera, dient u eerst de volgende punten te controleren. Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Indien er codes (C:ss:ss) op het LCD-scherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking getreden (blz. 67). Symptoom Oorzaak en/of oplossing De camera werkt niet. • U gebruikt geen “InfoLITHIUM” accu. t Gebruik een “InfoLITHIUM” accu (blz. 8). • De batterij is zwak (de indicatie E verschijnt op het LCD-scherm). t Laad de accu op (blz. 9). • De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. t Sluit deze goed aan op de DC IN-bus van de camera en op een stopcontact (blz. 12). • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. t Ontkoppel alle spanningsbronnen en sluit deze na één minuut weer aan. Schakel vervolgens het apparaat in door de POWER-schakelaar te verschuiven en controleer of de camera naar behoren werkt. Uw camera kan geen beelden opnemen. • U kunt geen beelden opnemen terwijl de flitser bezig is met opladen. • De MODE-keuzeschakelaar staat op PLAY. t Zet deze op MOVIE of STILL (blz. 16, 22). • Er zit geen “Memory Stick” in de camera. t Plaats een “Memory Stick” (blz. 15). • Het schrijfbeveiligingsnokje op de “Memory Stick” staat op LOCK. t Breng het in de opnamestand. Het beeld is onscherp. • De camera bevindt zich niet in de macroopnamemodus bij het filmen van een onderwerp op circa 10 tot 50 cm van de lens. t Stel de macro-opnamestand in (blz. 46). t Zet de zoomknop op W. De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • Het formaat van bewegende beelden, tekstbeelden en Clip Motion-beelden kan niet worden veranderd. 62-NL Oorzaak en/of oplossing U kunt geen afdrukmarkering weergeven. • U kunt geen afdrukmarkeringen aanbrengen op bewegende beelden, tekstbeelden en Clip Motionbeelden. Het beeld is gestoord. • De camera bevindt zich in de buurt van een TV of andere apparatuur met krachtige magneten. t Plaats de camera verder van de TV, enz. Het beeld is te donker. • U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter. t Regel de belichting (blz. 46). t Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 40). De flitser werkt niet. • De flitser staat op . t Zet de flitser op auto (geen indicatie), of (blz. 21). • PROGRAM AE is ingesteld op het schemer- en maanlichtprogramma, het schemer- en maanlichtplus-programma of het panfocus-programma. t Annuleer het programma (blz. 46) of zet de flitser op . • De MODE-keuzeschakelaar staat op MOVIE. t Zet deze op STILL. De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • De datum en tijd zijn niet juist ingesteld. t Stel de juiste datum en tijd in (blz. 13). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. t Dit is normaal. De batterij gaat niet lang genoeg mee. • U filmt beelden of geeft beelden weer bij extreem koude temperaturen. • De accu is niet voldoende opgeladen. t Laad de accu helemaal op. • De accu is leeg. t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 8). De batterijrestladingsindicatie is onjuist. • U hebt de camera langdurig op een extreem warme of extreem koude plaats gebruikt. • De accu is leeg. t Vervang de accu door een nieuwe (blz. 8). • De accu is uitgeput. t Plaats een volledig opgeladen accu (blz. 8, 9). 63-NL Aanvullende informatie Symptoom Symptoom De spanning valt weg hoewel er volgens de batterijrestladingsindicatie nog voldoende spanning aanwezig is om het apparaat te kunnen bedienen. Oorzaak en/of oplossing t Laad de batterij volledig op (blz. 9). Tijdens het opladen verschijnt er niets in het uitleesvenster of de indicaties knipperen. • De netspanningsadapter is losgeraakt. t Steek de stekker van het netsnoer stevig in het stopcontact (blz. 12). • In de accu is een defect opgetreden. t Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. • De accu is niet correct geplaatst. t Plaats de accu correct (blz. 8). De zoom werkt niet. • PROGRAM AE is ingesteld op het panfocusprogramma. t Annuleer het panfocus-programma (blz. 46). • U kunt de zoom niet gebruiken om bewegende beelden op te nemen. De digitale zoom werkt niet. • U kunt de digitale zoom niet gebruiken wanneer u bewegende beelden opneemt, of wanneer het LCDscherm op OFF staat. • De digitale zoom staat op [OFF]. t Zet digitale zoom op [ON] in het menu. De camera kan geen beelden weergeven. • De MODE-keuzeschakelaar staat op STILL of MOVIE. t Zet deze op PLAY (blz. 23). Bij weergave van een beeld op een PC worden beeld en geluid gestoord door ruis. • U geeft het bestand rechtstreeks vanaf de “Memory Stick” weer. t Kopieer het bestand naar de harde schijf van uw PC en geef het bestand daarna weer vanaf de harde schijf (blz. 29). Het beeld kan niet worden weergegeven op een PC. De camera kan geen beeld wissen. 64-NL t Raadpleeg de fabrikant van de PC of de software. • Het beeld is beveiligd. t Annuleer de beveiliging (blz. 54). Oorzaak en/of oplossing Het apparaat schakelt plotseling uit. • Wanneer de MODE-keuzeschakelaar op STILL of MOVIE staat en u de ingeschakelde camera circa drie minuten lang niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. t Schakel de camera in. • De batterij is leeg. t Vervang deze door een volledig opgeladen batterij (blz. 8, 9). Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm. • De instelling van het video-uitgangssignaal van de camera is onjuist. t Verander de instelling (blz. 39). Bij weergave van een bestand treedt er een bestandsfout op. • Het beeldformaat is groter dan 2048×1536. t Verklein het beeld op uw PC tot 2048×1536 of minder zodat dit kan worden weergegeven op deze camera. De PROGRAM AEfunctie werkt niet. • De camera bevindt zich in de tekstmodus. t Annuleer de tekstmodus (blz. 44). Het LCD-scherm bevriest even. • Dit is een kenmerk van het systeem en duidt niet op een storing. Het beeld is monochroom (zwart-wit). • De camera bevindt zich in de TEXT-modus. t Annuleer de TEXT-modus (blz. 44). • P.EFFECT is ingesteld op de B&W-modus. t Annuleer de B&W-modus (blz. 49). Uw PC herkent de camera niet. • De camera is uitgeschakeld. t Schakel de camera in. • De batterij is zwak. t Gebruik de netspanningsadapter (blz. 12). • De USB-kabel is niet stevig aangesloten. t Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze daarna opnieuw aan. Zorg dat er “PC MODE” op het LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 27). • De USB-poorten op uw PC zijn behalve met het toetsenbord, de muis en de camera ook nog met andere apparatuur verbonden. t Ontkoppel de USB-kabels, behalve die voor het toetsenbord, de muis en de camera. De lens wordt niet ingetrokken, ook niet wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. • De batterij is leeg. t Vervang deze door een volledig opgeladen batterij of gebruik de netspanningsadapter. 65-NL Aanvullende informatie Symptoom Waarschuwingsberichten en andere indicaties Er verschijnen diverse berichten op het LCD-scherm. Controleer de berichten aan de hand van de onderstaande lijst. Bericht Betekenis NO MEMORY STICK Er is geen “Memory Stick” geplaatst. SYSTEM ERROR Schakel het apparaat uit en daarna weer in. MEMORY STICK ERROR De geplaatste “Memory Stick” kan niet worden gebruikt met deze camera, of de “Memory Stick” is beschadigd of niet correct aangebracht. FORMAT ERROR De “Memory Stick” kon niet worden geformatteerd. MEMORY STICK LOCKED Het schrijfbeveiligingsnokje op de “Memory Stick” staat op LOCK. NO MEMORY SPACE De “Memory Stick” is vol en u kunt geen beelden meer opnemen of kopiëren. NO FILE Er is geen beeld opgenomen op de “Memory Stick”. FILE ERROR Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden. FILE PROTECT Het beeld is beveiligd tegen wissen. for “InfoLITHIUM” battery only De batterij is niet van het type “InfoLITHIUM”. NOT ENOUGH MEMORY De beelden die u wilt kopiëren zijn te omvangrijk voor het geheugen van deze camera. COPY ERROR Het kopiëren werd niet juist uitgevoerd, of de “Memory Stick” werd tijdens het kopiëren verwijderd. DIRECTORY ERROR Er bestaat reeds een directory met deze naam. IMAGE SIZE OVER U wilt een beeld van een formaat weergeven dat niet met deze camera kan worden weergegeven. INVALID OPERATION U wilt een bestand weergeven dat op andere apparatuur dan deze camera is aangemaakt. E De batterij is bijna of volledig uitgeput. - Het beeld is beveiligd. 66-NL Zelfdiagnosefunctie Deze camera beschikt over een zelfdiagnosefunctie. Als er iets mis is met de camera, verschijnt er een waarschuwingscode (combinatie van één letter en vier cijfers) op het LCD-scherm. In dat geval moet u de volgende tabel controleren. De code geeft informatie over de actuele toestand van de camera. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee ss blokjes) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Zelfdiagnosefunctie • C:ss:ss U kunt het probleem zelf oplossen. • E:ss:ss Neem contact op met uw Sonydealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Oorzaak en/of oplossing C:32:ss • Er is een probleem met de hardware of zoomfunctie van de camera. t Schakel het apparaat uit en daarna weer in. C:13:ss • Er is een ongeformatteerde “Memory Stick” geplaatst. t Formatteer de “Memory Stick” (blz. 36). • De geplaatste “Memory Stick” kan niet worden gebruikt met deze camera of is beschadigd. t Plaats een nieuwe “Memory Stick” (blz. 15). E:61:ss E:91:ss • Er heeft zich een probleem voorgedaan dat u zelf niet kunt oplossen. t Wanneer u contact opneemt met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony, moet u de 5-cijferige servicecode meedelen. (voorbeeld: E:61:10) Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande oplossingen hebt uitgeprobeerd. Wanneer er een zelfdiagnosefunctie verschijnt De foutmelding verschijnt in het uitleesvenster (blz. 69). 67-NL Aanvullende informatie Eerste drie cijfers Technische gegevens Systeem Algemeen Accu NP-FS11 Beeldsysteem 1/1,8 kleuren-CCD Lens 3× zoomlens f = 8 – 24 mm (39 – 117 mm, omgerekend naar de normen van een 35 mm Stilbeeldcamera) F = 2,8 – 5,3 Belichtingsregeling Automatische belichting Kleurbalans Automatisch, binnenshuis, buitenshuis, vasthouden Datasysteem Bewegend beeld: MPEG1 Stilstaand beeld: JPEG, GIF (in TEXT-modus, Clip Motion), TIFF Audio met stilstaand beeld: MPEG1 (mono) Opnamemedium “Memory Stick” Flitser Aanbevolen afstand voor opname: W-kant: 0,5 m tot 2,3 m T-kant: 0,5 m tot 1,2 m Gebruikte accu NP-FS11 Voeding 3,6 V Stroomverbruik (tijdens opname) 3,0 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen 113,0×53,9×43,8 mm (b/h/d) (exclusief maximale uitsteeksels) Gewicht Ca. 250 g (met accu NP-FS11, “Memory Stick”, polsband, enz.) Ingebouwde microfoon Electretcondensatormicrofoon Ingebouwde luidspreker Dynamische luidspreker Gebruikte batterij Lithiumion-batterij Maximale spanning 4,2 V gelijkstroom Nominale spanning 3,6 V gelijkstroom Capaciteit 4,1 Wh (1 140 mAh) Afmetingen 30,3×16,3×50,2 mm (b/h/d) Gewicht Ca. 40 g Netspanningsadapter AC-LS1A Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Uitgangsbussen A/V OUT (mono) Mini-aansluiting Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch, negatieve sync Audio: 327 mV (bij een belasting van 47 kΩ) Uitgangsimpedantie: 2,2 kΩ USB-bus mini-B LCD-scherm Gebruikt LCD-paneel Type 1,5 TFT (Thin Film Transistor active matrix) aandrijving Totaal aantal punten 123 200 (560×220) punten 68-NL Voeding 100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Nominale uitgangsspanning 4,2 V gelijkstroom, 1,5 A in bedrijfsmodus Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Maximale afmetingen 105×36×56 mm (b/h/d) (exclusief maximale uitsteeksels) Gewicht Ca. 180 g (alleen de netspanningsadapter) Accessoires A/V-verbindingskabel (1) Accu NP-FS11 (1) Netspanningsadapter ACLS1A (1) Netsnoer (1) USB-kabel (1) Polsband (1) “Memory Stick” (8 MB) (1) CD-ROM (1) Gebruiksaanwijzing (1) Uitleesvenster-indicaties A Macro-indicatie B Batterij-restladingsindicatie C Opnamemodus- en EV-niveauindicatie D Beeldformaat-indicatie E Clip Motion-indicatie F Flitsmodus- en flitssterkteindicatie : Er heeft een verkeerde bediening plaatsgevonden. Controleer de zelfdiagnosefunctie op het LCD-scherm (blz. 67) en tref de juiste corrigerende maatregelen. : Er heeft zich een probleem met de lensaandrijving voorgedaan. Schakel de camera verschillende keren in en uit. Neem contact op met uw Sonydealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u het probleem niet zelf kunt verhelpen. I Resterende geheugencapaciteitsindicatie van “Memory Stick” 69-NL Aanvullende informatie G PROGRAM AE-indicatie Kleurbalans-indicatie Beeldeffect-indicatie Datum/tijd-indicatie H Batterij-restladingsindicatie (verschijnt alleen tijdens het opladen) Aantal opgenomen beelden Foutmeldingsdisplay Indicaties op het LCD-scherm Indicaties tijdens opname A Batterij-restladingsindicatie B PROGRAM AE/flitsmodus- en flitssterkte-indicatie I Zelfdiagnosefunctie- en opnameduur-indicatie J Aantal opgenomen beelden C Kleurbalans/EV-niveau en scherpte-indicatie K Resterende geheugencapaciteitsindicatie D Beeldeffect-indicatie L Bewegend beeld- en VOICEopnameduur-indicatie E Datum/tijd-indicatie F AE-vergrendelings- en scherpstellingsvergrendelingsindicatie G Opnamemodus- en Clip Motion-indicatie H Beeldformaat-indicatie 70-NL M Zelfontspanner-indicatie N Eénpunts lichtmetingsindicatie O Macromodus-indicatie P Menubalk en gidsmenu Deze verschijnen door indrukken van v op de regelknop en verdwijnen door indrukken van V op dezelfde knop. Bij weergave van stilstaande beelden A Beveiligingsindicatie F Beeldnummer B Afdrukmarkeringsindicatie G Aantal in “Memory Stick” opgeslagen beelden C Bestandsnaam H Resterende geheugencapaciteitsindicatie D Opnamemodus- en Clip Motion-indicatie I Opnamedatum van weergavebeeld/menubalk en gidsmenu E Beeldformaat-indicatie Bij weergave van bewegende beelden 45 min 320 VOL. 7 6/8 0:12 8 9 0 2 3 FILE INDEX DELETE SELECT OK A VOL. (Volume) indicatie B Weergave- en pauzetoetsen B: tijdens pauze X: tijdens weergave C Snel vooruit- en terugspoeltoetsen D Opnamemodus-indicatie E Beeldformaat-indicatie TOOL SETUP MENU BAR OFF qa F Beeldnummer/aantal in “Memory Stick” opgeslagen beelden G Resterende geheugencapaciteitsindicatie H Teller I Weergavebeeld J Weergavebalk K Menubalk en gidsmenu 71-NL Aanvullende informatie 1 6 Index A A/V OUT .........................53 Aantal beelden dat u kunt opnemen in Clip Motion-modus..42 in E-MAIL-modus.......43 in TEXT-modus ..........44 in TIFF-modus ............45 in VOICE-modus ........44 op basis van beeldformaat................41 Abusievelijk wissen voorkomen...................54 Accu batterijrestladingsindicatie......70 installeren ......................8 levensduur van batterij .........................10 opladen .......................... 9 AE (automatische belichting) ...................16 Automatische uitschakelingsfunctie...14 Automatische vermindering van rode-ogeneffect.....21 B Beelden bekijken met een PC ..................26 op een TV-scherm .......53 BEEP................................40 Belichting regelen............47 Bestandsnaam ..................31 Bewegende beelden opnemen ......................22 weergeven ...................24 C CLIP MOTION................42 Condensvorming..............59 COPY...............................56 D Datum en tijd instellen.....13 DELETE ..........................55 Digitale zoom...................19 E G P Gebruik van de camera in het buitenland ..............61 GIF ...................................43 P.EFFECT........................49 PAL-systeem....................61 PRINT MARK................. 58 PROGRAM AE ...............46 PROTECT........................54 I IMAGE SIZE...................41 INDEX-modus .................50 Indicaties op het LCDscherm .........................70 “InfoLITHIUM” accu........8 J JPEG ................................ 16 L LCD-scherm ....................70 M Maximale lading ................9 Meerdere beelden tegelijk weergeven ...................50 “Memory Stick” aanbrengen ..................15 aantal beelden dat u kunt opnemen .......... 10, 41-45 beelden kopiëren ......... 56 formatteren ..................36 Menu ................................ 36 MOBILE-modus ..............42 MODE-keuzeschakelaar ..33 Monteren abusievelijk wissen voorkomen...................54 COPY ..........................56 DELETE...................... 55 MPEG ..............................22 N Normale lading ..................9 NTSC-systeem .................61 O Opladen van de accu..........9 Opnemen beelden in macro ......... 46 bewegende beelden .....22 Clip Motion .................42 met de flitser................21 stilstaande beelden ......16 stilstaande beelden voor e-mail........................... 43 E-MAIL ...........................43 Enkelbeeld-modus ...........35 F FLASH LEVEL ...............21 FORMAT.........................36 Sony Corporation Printed in Japan Q Quick Review ..................18 R REC MODE.....................37 Regelknop ........................33 Reiniging..........................59 RESIZE............................56 S SECAM-systeem .............61 SHARPNESS...................38 SLIDE SHOW ................. 52 Stilstaande beelden opnemen ...................... 16 weergeven ...................23 T TEXT ...............................44 TIFF .................................45 TV-kleursysteem..............61 U Uitleesvenster-indicaties..69 USB..................................27 V Vergroten van een deel van een stilstaand beeld .....51 Voeding accu ...............................9 netspanningsadapter ....12 VOICE .............................44 W Waarschuwingsberichten en andere indicaties..........66 Weergave bewegende beelden .....24 Clip Motion-beelden ...42 stilstaande beelden ......23 WHITE BALANCE.........48 Z Zelfdiagnosefunctie .........67 Zelfontspanner gebruiken ..20 Zoom................................19
1 / 1

Sony DSC-P1 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding

in andere talen