Documenttranscriptie
3-085-733-44(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel
gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog
kunt raadplegen.
DSC-T1
© 2003 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
NL
2
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Opmerking
In sommige landen en gebieden zijn regels voor
het weggooien van de accu die gebruikt wordt om
dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies
aan de plaatselijke overheid.
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Auteursrechten
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn
met de wetten op de auteursrechten.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden
welke met deze camera zijn opgenomen kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met "Memory Stick Duo" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm
kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing
veroorzaken.
• Druk niet hard op de lens omdat hierdoor een
storing van het lens-gedeelte kan worden
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm naspoor vertonen. Dit is
normaal.
NL
NL
3
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss in Duitsland.
NL
4
Laat de camera niet nat worden
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera
binnendringt, kan een storing veroorzaken die
niet in alle gevallen kan worden verholpen.
Wanneer er condensvorming optreedt, zie dan
blz. 113 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
Maak het venster van de flitser
schoon voor deze te gebruiken
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Opmerking betreffende
cameralocaties
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Handelsmerken
• "Memory Stick Duo" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO Duo" en
zijn handelsmerken
van Sony Corporation.
• "MagicGate Memory Stick Duo" is een
handelsmerk van Sony Corporation.
• "Memory Stick",
en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Memory Stick PRO" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van U.S.
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en andere landen.
• Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Pentium is een handelsmerk of wettig
gedeponeerd handelsmerk van Intel
Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
5
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken....... 3
Onderdelen ............................................... 8
Camera.................................................. 8
USB-aansluitpunt................................ 10
De camera aansluiten en
loskoppelen..................................... 10
Voorbereidingen
Opladen van de accu ............................... 11
Gebruik van de netspanningsadapter ...... 15
Gebruik van de camera in het
buitenland ....................................... 15
In- en uitschakelen van de camera .......... 16
Gebruik van de regelknop....................... 16
De datum en tijd instellen ....................... 17
Opnemen van stilstaande
beelden
NL
6
Plaatsen en verwijderen van een "Memory
Stick Duo" ...................................... 19
Instellen van het beeldformaat van de
stilstaande beelden.......................... 20
Beeldformaat........................................... 21
Basisopname van stilstaande beelden
— met automatische regeling......... 22
Controleren van het laatst opgenomen
beeld
— Quick Review ............................ 24
Indicaties op het LCD-scherm tijdens het
opnemen ......................................... 25
Gebruik van de zoomfunctie .............. 25
Opnemen van close-ups
— Macro ........................................ 27
Zelfontspanner gebruiken................... 28
Een flitsmodus kiezen ........................ 29
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld............................... 30
Opnemen in overeenstemming met de
situatie
— Scènekeuze................................ 32
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera ...................................... 35
Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 37
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 39
Formatteren van een
"Memory Stick Duo" ..................... 41
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ............................... 43
De menu-instellingen wijzigen .......... 43
De onderdelen van het Setup-scherm
wijzigen.......................................... 44
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen..............................................44
Een map aanmaken of kiezen..................45
Aanmaken van een nieuwe map .........46
Veranderen van de opnamemap..........46
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen..............................................47
Een scherpstelbereik-zoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker ........................47
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie..................................49
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze ..........50
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................51
Een histogram afbeelden.....................52
Kiezen van de lichtmeetfunctie...............53
Drie beelden opnemen met verschoven
belichting
— Exposure Bracket.......................54
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ...................................55
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau ..............................57
Beelden continu opnemen
— Burst ..........................................57
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst.................................58
Stilstaande beelden voor e-mail opnemen
— E-Mail ........................................59
Stilstaande beelden opnemen met
audiobestanden
— Voice..........................................60
Speciale effecten toevoegen
— Beeldeffect.................................61
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map ............................................62
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten .........................................63
Een beeld vergroten
— Weergavezoom ..........................63
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................64
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................64
Stilstaande beelden roteren
— Roteren.......................................65
Beelden opgenomen in de Multi Burstmodus weergeven ...........................66
Continu weergeven .............................66
Frame-voor-frame weergeven.............67
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging ................................ 68
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen................... 69
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF) ......... 70
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden.......... 72
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ................................... 73
Bewegende beelden wissen .................... 74
Bewegende beelden bewerken................ 75
Knippen van bewegende beelden ....... 76
Wissen van overbodige gedeelten van
bewegende beelden ........................ 76
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................91
Waarschuwingen en meldingen ............102
Zelfdiagnosefunctie ...............................104
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur ..............................105
Menuonderdelen....................................107
Setup-onderdelen...................................111
Voorzorgsmaatregelen ..........................113
Over "Memory Stick"............................116
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ...117
Technische gegevens.............................119
Het LCD-scherm ...................................121
Index
Index......................................................125
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows ........................................ 77
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh ....................................... 89
NL
7
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
Camera
1
2
A
B
C
D
E
F
9
G
q;
H
I
J
K
L
3
qa
4
qs
5
6
NL
8
7
8
POWER-knop (16)
POWER-lampje (16)
Sluiterknop (22)
Lensdeksel (16)
Multi-aansluiting (13, 15)
Batterij/"Memory Stick Duo"deksel
Gleuf voor de "Memory Stick
Duo" (19)
Gleuf voor de accu (11)
Microfoon
Flitser (29)
Lens
Zelfontspanner-lampje (28)/
AF-illuminator (30, 111)
1
8
2
9
3
Vastmaken
van de riem
4
5
0
6
qa
7
qs
A Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/
T) (25)
Voor weergeven:
/
(Weergavezoom) toets (63)/
(Index) toets (36)
B /CHG-lampje (oranje) (12, 29)
C LCD-scherm
D MENU-toets (43, 107)
E
(Display/LCDachtergrondverlichting aan/uit)toets (25)
F Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
(16)
Menu uitschakelen: / /7/
(29/28/24/27)
G RESET-toets (91)
H Luidspreker
I Modusschakelaar (17, 107)
: Voor het opnemen van
bewegende beelden
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden
: Voor het bekijken of
bewerken van beelden
J Oog voor polsriem
K
(Beeldformaat/Wis)-toets
(20, 39)
L Toegangslampje (19)
NL
9
USB-aansluitpunt
De camera aansluiten en loskoppelen
Dit wordt gebruikt bij het opladen van de
accu of als u de camera wilt aansluiten op
een tv, computer, enz.
De camera aansluiten
De camera loskoppelen
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Pak de camera en het USB-aansluitpunt
(bijgeleverd) vast, zoals afgebeeld, en
koppel de camera los.
1
2
3
4
A Aansluiting van de camera
B
(USB)-aansluitbus (81)
C DC IN-aansluitbus (11)
D A/V OUT (MONO)-aansluitbus
(37)
NL
10
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het USB-aansluitpunt.
• Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld
voordat u de camera aansluit op of loskoppelt
van het USB-aansluitpunt.
• Koppel de camera niet los van het USBaansluitpunt tijdens een USBverbinding omdat de data hierdoor
corrupt kan raken. Zie P op blz. 82
(Windows) of 1 op blz. 89 (Macintosh)
om de USB-verbinding te verbreken.
Voorbereidingen
Opladen van de accu
1
, Open het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Schakel uw camera uit wanneer u de
accu oplaadt (blz. 16).
• Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NPFT1 accu (T-type) (bijgeleverd). U kunt alleen
een T-type accu gebruiken (blz. 117).
2
3
, Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
Voorbereidingen
Netspanningsadapter
USB-aansluitpunt
DC IN-bus
Gelijkstroomstekker
, Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC INaansluitbus van het USBaansluitpunt (bijgeleverd).
Sluit de kabel aan, met de aanduiding v
naar boven.
Gleuf voor de accu
Plaats de accu zodat de
aanduidingen v op de
zijkant van de accu in
dezelfde richting wijzen
als de aanduidingen v op
de gleuf voor de accu.
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
wanneer u deze in de camera plaatst.
NL
11
De netspanningsadapter
loskoppelen van het USBaansluitpunt
Houd de gelijkstroomstekker en het USBaansluitpunt vast zoals afgebeeld en koppel
de kabel los.
2 Naar een
stopcontact
1
4
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op
een stopcontact.
5
, Sluit de camera aan op het
USB-aansluitpunt.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Controleer dat de camera goed aangesloten
is op het USB-aansluitpunt.
Het /CHG-lampje gaat branden wanneer
het opladen begint en gaat uit wanneer het
opladen klaar is. Nadat het opladen klaar is,
haalt u de camera uit het USB-aansluitpunt.
/CHG
/CHG-lampje
NL
12
Gelijkstroomstekker
De accu verwijderen
Batterij-restladingsindicatie
De batterij-restladingsindicatie linksboven
op het LCD-scherm geeft de resterende
opname-/weergave-tijd aan en de
resterende acculading.
Restladingsindicatie
60min
Netspanningsadapter
MultiNaar een
aansluiting
stopcontact
3
Resterende tijd
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick Duo", houd daarna de camera zodanig
dat deze omlaag wijst en haal de accu eruit.
• In bepaalde gevallen is de kans aanwezig dat de
resterende tijd niet correct wordt weergegeven.
Oplaadtijd
1
2
Gelijkstroomstekker
Voorbereidingen
De accu opladen met alleen de
netspanningsadapter
U kunt de accu opladen zonder het USBaansluitpunt, bijvoorbeeld wanneer u op
reis bent. Sluit de gelijkstroomstekker van
de netspanningsadapter aan op de camera
met de aanduiding v in de afgebeelde
richting.
Netsnoer
• Schakel uw camera uit wanneer u de
accu oplaadt (blz. 16).
• Leg de camera zo neer dat het LCD-scherm
omhoog wijst.
• Nadat de accu is opgeladen, koppelt u de
netspanningsadapter los van zowel de multiaansluiting op de camera als het stopcontact.
• Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
Tijd (bij benadering) nodig om een volledig
ontladen accu op te laden met behulp van de
netspanningsadapter bij een temperatuur
van 25°C.
Accu
Oplaadtijd (min.)
NP-FT1(bijgeleverd)
Circa 150
• De oplaadtijd kan langer worden afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden en de
omgeving.
NL
13
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de accu
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden en de levensduur van de accu aan
dat kan worden opgenomen/weergegeven
wanneer u beelden opneemt in de normale
functie met een volledig opgeladen accu bij
een temperatuur van 25°C. Het aantal
beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven maken het mogelijk de
"Memory Stick Duo" te wisselen, indien
noodzakelijk. De werkelijke aantallen
kunnen lager zijn al naar gelang de
omstandigheden.
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde
omstandigheden1)
NL
14
NP-FT1 (bijgeleverd)
Aantal Levensduur
Beeld- LCDbeelden van batterij
formaat achter(min.)
grondverlichting
Aan
Circa 170 Circa 85
5M
Uit
Circa 200 Circa 100
Aan
Circa 170 Circa 85
VGA
Uit
Circa 200 Circa 100
1)
Opnemen in de volgende situaties:
– Wanneer
(P.Quality) staat op [Fine]
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste
W- en T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal
afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan
en uit gaat
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Single]
op het Setup-scherm
Bekijken van stilstaande
beelden2)
NP-FT1 (bijgeleverd)
Levensduur
Beeldformaat Aantal
beelden van batterij
(min.)
5M
Circa 2600 Circa 130
VGA
Circa 2800 Circa 140
2)
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden3)
Continuopname
3)
NP-FT1 (bijgeleverd)
LCD-achter- Levensduur
grondvervan batterij
lichting
(min.)
Aan
Circa 80
Uit
Circa 100
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Als de camera is veelvuldig in- en
uitgeschakeld
– Als de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] op het Setup-scherm
– Als de batterij zwak is
Het batterijvermogen wordt minder naarmate
u de batterij meer gebruikt en naarmate de
tijd verstrijkt (blz. 119)
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] of [Cont] op het Setup-scherm
Gebruik van de netspanningsadapter
Multi-aansluiting Netspanningsadapter
1
1
Gelijkstroomstekker
, Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de multiaansluiting van de camera.
Leg de camera zo neer dat het LCD-scherm
omhoog wijst.
Sluit de kabel aan, met de aanduiding v
naar boven.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
2
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in alle landen en
gebieden gebruiken met de
netspanningsadapter (bijgeleverd) binnen
100 V t/m 240 V wisselspanning van
50/60 Hz. Als de stekker van de adapter niet
in het stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
Voorbereidingen
2 Naar het
stopcontact
Gebruik van de camera
in het buitenland
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, koppelt u deze los van de
multi-aansluiting van de camera, en trekt u de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
AC-LM5/LM5A
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
NL
15
In- en uitschakelen van de camera
POWER-lampje
POWER-knop
• Als u het lensdeksel te snel opent, is het
mogelijk dat de camera niet wordt
ingeschakeld. Als dit gebeurt, sluit u het
lensdeksel en opent u het opnieuw, maar nu
langzamer.
• Wees bij het openen van het lensdeksel
voorzichtig dat u de lens niet aanraakt.
Automatische
uitschakelingsfunctie
Gebruik van de
regelknop
Program
Auto
Camera
WB
Fine
, Schuif het lensdeksel in de
richting van de pijl of druk op
de POWER-knop.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 17).
Uitschakelen van de camera
Schuif het lensdeksel in de
tegenovergestelde richting van de pijl of
druk nogmaals op de POWER-knop. Het
POWER-lampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
NL
16
FINE
Standard
P.Quality
Mode BRK
Als u de camera ongeveer drie minuten
niet hebt gebruikt voor het opnemen,
weergeven of uitvoeren van Setup, dan
schakelt de camera zichzelf automatisch
uit om te voorkomen dat de accu leeg
raakt. De automatische
uitschakelingsfunctie werkt alleen
wanneer de camera op een accu wordt
bediend. In de volgende situaties zal de
camera echter niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling
weergeeft
• Wanneer een stekker in de (USB)aansluiting of de A/V OUT (MONO)
aansluiting zit met de camera
aangesloten op het USB-aansluitpunt
ISO
M
PFX
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het
Setup-scherm (blz. 44) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen aan te
brengen.
Voor ieder onderdeel drukt u op v/V/b/B
om de gewenste waarde te kiezen en drukt u
vervolgens op z of v/V/b/B om de
instelling te maken.
De datum en tijd instellen
Modusschakelaar
POWER-knop
Clock Set
Clock Set
2003 / 1 /
, Zet de modusschakelaar op
1
OK
AM
Cancel
2
.
• Bij gebruik van deze camera is de "Memory
Stick Duo"-adapter (bijgeleverd) niet
noodzakelijk.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
of
staat.
• Om de datum en tijd te veranderen op het
Setup-scherm, kiest u [Clock Set] in
(Setup
2
2) (blz. 44 en 112), en volg de procedure vanaf
stap 3.
2003 / 1 /
12 : 00
, Schuif het lensdeksel open of
druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
1
12 : 00
OK
AM
Cancel
Voorbereidingen
POWER
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
3
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 114),
die de stroom levert voor het opslaan van de
tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap 3
hierboven.
NL
17
Clock Set
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2003 / 1 /
1
12 : 00
OK
AM
Cancel
4
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
2004 / 1 /
1
NL
2004 / 1 /
10 : 00
OK
AM
Cancel
5
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal stap 4 en
5 totdat alle onderdelen zijn ingesteld.
• Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
• Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
18
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
1
10 : 30
OK
AM
Cancel
6
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de
regelknop en daarna drukt u op z.
Opnemen van stilstaande beelden
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick Duo"
2
Kant met aansluitingen
, Open het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
, Breng de "Memory Stick Duo"
aan.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
Steek een "Memory Stick Duo" helemaal
naar binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Bij gebruik van deze camera is de
Memory Stick Duo-adapter (bijgeleverd)
niet noodzakelijk.
• Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
wanneer u het deksel van de batterij/"Memory
Stick Duo" opent of sluit.
• Voor verdere informatie over "Memory Stick
Duo", zie blz. 116.
• Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting plaatst en deze helemaal in de
aansluiting steekt. Als de "Memory Stick Duo"
niet juist in de camera is geplaatst, kan het
onmogelijk zijn de beelden op de "Memory
Stick Duo" op te nemen of weer te geven.
Bovendien kan dit leiden tot een storing in
zowel de camera als de "Memory Stick Duo".
3
Toegangslampje
, Sluit het batterij/"Memory Stick
Duo"-deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick
Duo"
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick Duo" en duw tegen de "Memory Stick
Duo" zodat deze eruit springt.
Opnemen van stilstaande beelden
1
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. Open nooit het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel en schakel de camera
nooit uit op dit moment. De data kan
beschadigd zijn.
NL
19
Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden
Modusschakelaar
5M
5M
5M
3:2
3:2
3M
3M
1M
VGA
Image Size
1
, Zet de modusschakelaar op
en schuif het lensdeksel open
om de camera in te schakelen.
2
, Druk op
1M
1M
VGA
Image Size
3
(beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 21.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu
Beeldformaat van het LCD-scherm
verdwijnt.
• Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
NL
20
Beeldformaat
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven op
deze camera, kan het display anders zijn dan
het werkelijke beeldformaat.
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
• Het aantal opneembare beelden kan variëren,
afhankelijk van de opname-omstandigheden.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
• Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (nadere bijzonderheden over de
functie voor het veranderen van het
beeldformaat vindt u op blz. 69).
Beeldformaat
5M1) (2592×1944)
Aanwijzingen voor gebruik
• Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken
op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden
met een hoge resolutie
Groot
2)
3:2 (2592×1728)
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat
VGA (640×480)
• Voor het opnemen van een groot aantal beelden
• Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten,
of voor het maken van een homepage
Klein
1)
2)
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick Duo" opgeslagen kan
worden3)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)4) wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
16MB
32MB
64MB
128MB
5M
6 (11)
12 (23)
25 (48)
51 (96)
92 (174)
188 (354)
3:2
6 (11)
12 (23)
25 (48)
51 (96)
92 (174)
188 (354)
3M
10 (18)
20 (37)
41 (74)
82 (149)
148 (264)
302 (537)
1M
24 (46)
50 (93)
101 (187) 202 (376)
357 (649)
726 (1320)
VGA
97 (243)
Beeldformaat
Opnemen van stilstaande beelden
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de hand
van het soort beelden dat u wilt opnemen.
Hoe groter het beeldformaat en hoe hoger
de beeldkwaliteit, hoe beter het beeld, maar
ook hoe groter de hoeveelheid benodigde
data om het beeld op te slaan. Dit betekent
dat u minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick Duo".
Kies een beeldformaat en -kwaliteit die
geschikt zijn voor het soort beelden dat u
wilt opnemen.
MSX-M256 MSX-M512
196 (491) 394 (985) 790 (1975) 1428 (3571) 2904 (7261)
3)
Wanneer [Mode] (REC Mode) op [Normal] staat
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 105.
4) Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz. 44.
NL
21
Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling
60min
Modusschakelaar
96
S AF
1
, Zet de modusschakelaar op
en schuif het lensdeksel open
om de camera in te schakelen.
De naam van de map waarin het opgenomen
beeld wordt opgeslagen, wordt gedurende
ongeveer vijf seconden op het LCD-scherm
afgebeeld.
• Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om op de "Memory Stick
Duo" op te slaan (blz. 45).
NL
22
VGA FINE 101
2
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
Raak de lens, de flitser en de microfoon niet
aan (blz. 8) wanneer u de camera vasthoudt.
• De minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp is ongeveer 50 cm.
Om onderwerpen op te nemen die zich
dichterbij bevinden, gebruikt u de closeup
(macro)-opnamefunctie (blz. 27).
3
30 F3.5
AE/AF
vergrendelingsindicatie
Knippert groen t Is aan
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog
niet opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
• Als de camera geen pieptoon laat horen, is de
automatische scherpstelling niet voltooid. U
kunt verder gaan met opnemen, maar het beeld
is niet goed scherpgesteld (behalve in de
continu-scherpstellingsfunctie, blz. 49).
60min
VGA
101
95
Modusschakelaar
Wanneer u de modusschakelaar op
zet,
veranderen de functie die u kunt gebruiken
als volgt volgens
(Camera) op het menu.
4
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick
Duo". Wanneer "Recording" verdwijnt van
het LCD-scherm kunt u het volgende beeld
opnemen.
• Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 47).
• Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een tijdje
niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 16).
Program
Auto
Camera
Mode
Automatisch opnemen van
stilstaande beelden [Auto]
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld voor
gemakkelijk opnemen. Bovendien wordt de
beeldkwaliteit ingesteld op [Fine] (blz. 44),
wordt het AF-bereikzoekerframe ingesteld
op [Multi AF], en wordt de lichtmeetfunctie
ingesteld op lichtmeting met meerdere
patronen [Multi] (blz. 47 en 53).
Alleen
(Camera), [Mode] (REC Mode)
en
(Setup) verschijnen op het menu.
(Vergrootglasfunctie) (blz. 32)
(Schemerfunctie) (blz. 32)
(Schemer-portretfunctie) (blz. 32)
(Landschapsfunctie) (blz. 33)
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
Geprogrammeerd opnemen van
stilstaande beelden [Program]
De noodzakelijke instellingen worden
automatisch gemaakt, zoals bij het
automatisch opnemen van stilstaande
beelden, maar u kunt ook de
scherpstellingen en andere instellingen naar
wens veranderen. Daarnaast kunt u ook de
gewenste opnamefuncties instellen met
behulp van menu’s (blz. 43 en 107).
(Sneeuwfunctie) (blz. 33)
(Strandfunctie) (blz. 33)
(Korte-sluitertijdfunctie) (blz. 33)
(Vuurwerkfunctie) (blz. 33)
De opnamemethode omschakelen
1 Zet de modusschakelaar op
.
2 Druk op MENU.
3 Kies
(Camera) met b op de
regelknop.
4 Kies de gewenste opnamefunctie met v/
V op de regelknop.
NL
23
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AFvergrendelingsindicatie langzaam
knipperen.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een venster.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: Het "AFbereikzoekerframe", dat de plaats(en)
waarop wordt scherpgesteld bepaalt aan de
hand van de plaats en grootte van het
onderwerp, en de "AF-functie", die de
begin/eind-timing van de scherpstelling
bepaalt aan de hand van de AF-respons en
het acculadingverbruik.
Zie blz. 47 voor verdere informatie.
60min
VGA
101
8/8
Review
101-0029
2004 1 1 10:30PM
RETURN
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamefunctie, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Om het beeld op het LCD-scherm te
wissen
1 Druk op
(wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
NL
24
Indicaties op het LCD-scherm tijdens het opnemen
Gebruik van de zoomfunctie
Indicaties aan
60min
VGA
101
96
W (groothoekopnamen)
60min
VGA
T
W
x1.1
60min
101
96
VGA
T
W
101
96
x5.0
S AF
S AF
r
Histogram aan (Beeldinformatie kan ook
worden afgebeeld tijdens weergave.)
Bij elke druk op
, verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 121.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 52.
• U kunt de resterende accutijd verlengen door de
LCD-achtergrondverlichting uit te schakelen.
• Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties aan t Indicaties uit t LCDachtergrondverlichting uit
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
60min
VGA
101
96
S AF
r
Indicaties uit
, Druk op de zoomtoets om het
voor opname gewenste
beeldformaat te kiezen.
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
T (teleopnamen)
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak
• U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet veranderen.
S AF
r
LCD-achtergrondverlichting uit
NL
25
Zoom
Uw camera is uitgerust met zoomfuncties
die het beeld vergroten door middel van
optisch zoomen en twee soorten digitale
bewerking. U kunt het type digitalezoomfunctie kiezen uit slimmezoomfunctie en precizie-digitalezoomfunctie. Als de digitale zoom is
ingesteld, schakelt de zoomfunctie om van
optische zoom naar digitale zoom wanneer
de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan
3×.
Als u alleen de optische zoom wilt
gebruiken, stelt u [Digital Zoom] in op
[Off] op het Setup-scherm (blz. 111). In dat
geval verschijnt het digitale-zoomgebied
niet op de zoom-vergrotingsindicatie op het
LCD-scherm, en is de maximale
zoomvergrotingsfactor 3×. De
vergrotingsmethode en de
zoomvergrotingsfactor verschillen
afhankelijk van het beeldformaat en de
soort zoomfunctie. Kies daarom de
zoomfunctie aan de hand van het doel van
de opname.
Wanneer digitale zoom is ingesteld en u op
de zoomtoets drukt, verschijnt de zoomvergrotingsindicatie op het LCD-scherm als
volgt.
NL
26
De W-kant van deze lijn is de optische
zoom en de T-kant is de digitale zoom.
Zoom-vergrotingsindicatie
• De
indicatie verschilt afhankelijk van het
zoomtype.
– Optische zoom:
– Slimme-zoomfunctie:
– Precizie digitale zoom:
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
,
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
Slimme-zoomfunctie
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom. Om slimme
zoom in te schakelen, stelt u [Digital Zoom]
in op [Smart] op het Setup-scherm
(blz. 111). Bij aankoop van de camera, staat
deze ingesteld op slimme zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor hangt
als volgt af van het gekozen beeldformaat.
Beeldformaat Maximale
zoomvergrotingsfactor
3M
3.8×
1M
6.1×
VGA
12×
Bij aankoop van de camera, staat het
beeldformaat ingesteld op [5M].
Slimme zoom kan niet worden
gebruikt wanneer het beeldformaat
is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel dus
een ander beeldformaat in als u
slimme zoom wilt gebruiken.
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi
Burst-functie.
Precizie digitale zoom
Alle beeldformaten worden vergroot tot een
maximum van 6×. Met deze functie kunt u
een bepaald deel van het beeld uitknippen
en vergroten, maar de beeldkwaliteit
verslechtert. Om precizie digitale zoom in
te schakelen, stelt u [Digital Zoom] in op
[Precision] op het Setup-scherm (blz. 111).
Opnemen van close-ups — Macro
• Wij adviseren u Punt-AF te gebruiken (blz. 48).
• Om van nog dichterbij op te nemen dan
mogelijk in de closeup (macro)-opnamefunctie,
gebruikt u de
(vergrootglasfunctie)
(blz. 32).
60min
VGA
101
96
1
De closeup (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u
onderwerpen opnemen op een afstand van
minimaal slechts 8 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal naar
de W-kant gebracht.
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 8 cm van het lensoppervlak
, Zet de modusschakelaar op
en druk op B ( ) op de
regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie).
(macro-
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
staat.
• U kunt deze functie niet gebruiken wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) en
(vuurwerkfunctie).
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
Circa 25 cm van het lensoppervlak
NL
27
Zelfontspanner gebruiken
60min
VGA
60min
101
S AF
2
NL
28
VGA
101
1
, Zet de modusschakelaar op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Zet de camera op een stabiele plaats als u
opneemt met de zelfontspanner. Als u de
camera voor opnemen op een onstabiele plaats
zet, kan de camera vallen en beschadigd of
defect raken.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
staat.
De
indicatie (zelfontspanner-indicatie)
verschijnt op het LCD-scherm.
VGA
FINE
101
96
S AF
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
• Tijdens het opnemen in de closeup (macro)opnamefunctie wordt de scherptediepte
bijzonder klein, en is het mogelijk dat niet het
hele beeld is scherpgesteld.
• Tijdens het opnemen in de closeup (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om
nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op
onderwerpen dichtbij.
60min
96
95
S AF
30 F3.5
2
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
na 10 seconden).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
Een flitsmodus kiezen
60min
VGA
101
96
, Zet de modusschakelaar op
en druk herhaald op v ( ) op
de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL (Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] in het
menu, is de aanbevolen opnameafstand met
gebruik van de flitser ongeveer 0,3 m tot 1,5 m
(W)/0,5 m tot 1,5 m (T).
• U kunt de helderheid van de flitser instellen met
(Flash Level) op het menu (blz. 57). (U
kunt de helderheid van de flitser niet instellen
terwijl
(Camera) is ingesteld op [Auto] op
het menu.)
• Wanneer u de instelling SL (langzame
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen. Wees
voorzichtig dat uw hand niet trilt tijdens het
vasthouden van de camera.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het
/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,
gaat het lampje uit.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] op het
Setup-scherm (blz. 111). De
indicatie
verschijnt op het LCD-scherm en de flitser
gaat vóór het opnemen af om het rodeogeneffect te verminderen.
m
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren.
NL
29
De datum en tijd opnemen
op een stilstaand beeld
Beelden opnemen met de AFilluminator
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt rood
licht uit wanneer de sluiterknop halverwege
ingedrukt is totdat de scherpstelling is
vergrendeld.
VGA FINE 101
60min
96
ON
S AF
30 F2.8
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het Setupscherm (blz. 111).
• Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal
2,2 m wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het
rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
NL
30
• Wanneer de afstand van de scherpstellingvoorkeuze is ingesteld (blz. 50), werkt de AFverlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
,
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
• De AF-illuminator werkt alleen wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto], [Program],
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(sneeuwfunctie) of
(strandfunctie) op het menu.
• De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ondanks dat er geen problemen met betrekking
tot de veiligheid zijn, wordt het afgeraden van
dichtbij rechtsreeks in het licht van de AFilluminator te kijken omdat u daarna gedurende
enkele minuten zwarte vlekken kunt blijven
zien, net zoals nadat u in het flitserlicht hebt
gekeken.
Program
Auto
Camera
Mode
MENU
1
, Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm. De werkelijke datum en tijd worden
alleen tijdens het weergeven in rood afgebeeld.
• De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren terwijl de
modusschakelaar op
of
staat.
Camera
1
Setup t
Camera
Day&Time
Date
Off
1
2
Mode
2
, Druk op B op de regelknop om
verder te gaan naar
en druk
daarna nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Day&Time
Off
Auto
On
PAGE SELECT
3
, Kies
(Camera) met v op de
regelknop en druk daarna op
B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
4
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Day&Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Opnemen van stilstaande beelden
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Nadat de instelling klaar is, drukt u eerst op
MENU zodat het menu verdwijnt, en neemt
u daarna het beeld op.
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 17) op het beeld
geprojecteerd.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
NL
31
Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze
U kunt uit acht verschillende
opnamefuncties kiezen
(vergrootglasfunctie, schemerfunctie,
schemer-portretfunctie, landschapsfunctie,
sneeuwfunctie, strandfunctie, kortesluitertijdfunctie en vuurwerkfunctie) al
naar gelang het onderwerp dat u wilt
opnemen. De camera maakt automatisch de
optimale instellingen voor de betreffende
scène, waardoor het gemakkelijk wordt
beelden van hoge kwaliteit op te nemen,
zelfs onder moeilijke omstandigheden.
Vergrootglasfunctie
Het onderwerp verschijnt vergroot op het
LCD-scherm tot maximaal 3.3×. Hierdoor
kunt u details zien die anders met het blote
oog moeilijk te onderscheiden zijn.
Afstand tot het
onderwerp
NL
32
• De closeup (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• U kunt niet opnemen in de Exposure Bracket-,
Burst- of Multi Burst-functie.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
• De scherpstelafstand tot het onderwerp is ong.
1 cm tot 20 cm.
• De optische zoom is vergrendeld op de W-kant
en kan niet worden gebruikt.
• Wanneer u op de zoomknop drukt, wordt het
beeld vergroot met behulp van de digitale
zoom.
Vergrotingsfactor
1 cm
3.3×
2 cm
2.1×
5 cm
1.0×
10 cm
0.5×
20 cm
0.3×
1.1
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer. Let dus op dat uw
hand niet beweegt terwijl u de camera
vasthoudt.
• De closeup (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• U kunt niet opnemen in de Exposure Bracket-,
Burst- of Multi Burst-functie.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
• Plaats de camera op een stabiele ondergrond en
zet deze vast alvorens opnamen te maken.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer.
Let dus op dat uw hand niet beweegt terwijl
u de camera vasthoudt.
• U kunt niet opnemen in de Exposure Bracket-,
Burst- of Multi Burst-functie.
• De flitser staat op SL (langzame synchro).
• De flitser is ingesteld op
(niet flitsen).
(altijd flitsen) of
Strandfunctie
Landschapsfunctie
• De closeup (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
Sneeuwfunctie
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
• De flitser is ingesteld op
(niet flitsen).
(altijd flitsen) of
Korte-sluitertijdfunctie
Gebruik deze functie om bewegende
onderwerpen buitenshuis of op andere
heldere verlichte plaatsen op te nemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen
opgenomen op donkere plaatsen worden
donkerder.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
• De closeup (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
• U kunt de sluitertijd veranderen door een EVwaarde in te stellen (blz. 51).
• U kunt de witbalans niet instellen.
• U kunt niet opnemen in de Exposure Bracket-,
Burst- of Multi Burst-functie.
• Plaats de camera op een stabiele ondergrond en
zet deze vast alvorens opnamen te maken.
Opnemen van stilstaande beelden
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
Vuurwerkfunctie
Vuurwerk wordt in al haar pracht
opgenomen door de scherpstelafstand op
oneindig te stellen. De sluitertijd wordt
langer. Let dus op dat uw hand niet beweegt
terwijl u de camera vasthoudt.
NL
33
Lange sluitertijd NR
Program
Auto
Camera
Program
Auto
Camera
WB
Mode
ISO
MENU
1
, Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
2
, Kies
(Camera) met b op de
regelknop en kies daarna het
gewenste beeldformaat met v/
V.
De NR-lange-sluitertijdfunctie verwijdert
de storing uit opgenomen beelden en levert
heldere beelden op. Wanneer de sluitertijd
1/6 seconden of langer is in
(schemerfunctie),
(schemerportretfunctie) of
(vuurwerkfunctie),
schakelt de camera automatisch de lange
sluitertijd-functie NR in en wordt "NR"
aangegeven naast de sluitertijd-indicatie.
Druk de sluiterknop
volledig in.
2
F2.8
r
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies [Auto] of [Program] met v/V op de
regelknop.
• De instelling blijft bewaard, zelfs nadat de
camera is uitgeschakeld.
Daarna wordt het scherm
zwart.
Capturing
r
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" is uit
gegaan, is het beeld
opgenomen.
• Als de lange sluitertijd-functie NR is
ingeschakeld, let u erop dat uw hand niet
beweegt terwijl u de camera vasthoudt.
NL
34
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Enkel scherm
(enkelbeeld)
60min
Index-scherm
(met negen beelden)
Individuele beelden
bekijken
60min
Index-scherm
(met zestien beelden)
101
8/9
101-0008
BACK/NEXT
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. Voor het
bekijken van beelden hebt u de keuze uit de
volgende drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
• SINGLE DISPLAY
1
Index-scherm (met negen/zestien
beelden)
Op het scherm worden negen of zestien
beelden tegelijk weergegeven, met elk
beeld in een apart vakje op het LCDscherm.
, Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 73.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 123.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 45) verschijnt op het
LCD-scherm.
Bekijken van stilstaande beelden
BACK/NEXT
8/9
VGA
101
101-0008
VGA
NL
35
Een index-scherm (met negen of zestien beelden) bekijken
60min
VGA
101
101-0003
BACK/NEXT
3/9
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
• SINGLE DISPLAY
2
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
, Druk eenmaal op
(Index).
, Druk nogmaals op
(Index).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met negen beelden).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met zestien beelden).
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk herhaald op de T-kant van
(Index), of druk op z op de regelknop.
NL
36
Beelden bekijken op een TV-scherm
A/V-verbindingskabel
A/V OUT (MONO)aansluitbus
, Sluit de audio/videoaansluitkabel (bijgeleverd) aan
op de A/V OUT (MONO)
aansluiting van het USBaansluitpunt (bijgeleverd) en
op de audio/videoaansluitingen van de televisie.
2
, Sluit de camera aan op het
USB-aansluitpunt.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het USB-aansluitpunt.
3
TV/Video-schakelaar
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
• De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie,
leest u de gebruiksaanwijzing van het tvtoestel.
Bekijken van stilstaande beelden
1
Als uw televisie is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de audio/videoaansluitkabel aan op de linker audioingangsaansluiting.
• Wanneer de USB-kabel is aangesloten op het
USB-aansluitpunt, koppelt u de USB-kabel los
van het USB-aansluitpunt.
• Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de televisie met
behulp van de audio/video-aansluitkabel.
NL
37
POWER
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
2/9
2004 1 1 10:30PM
VOLUME
4
, Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 112).
NL
38
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden,
Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Hongarije,
Iran, Irak, Monaco, Oekraïne, Polen,
Rusland, enz.
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
60min
60min
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
2/9
2004 1 1 10:30PM
101
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
101
2/9
Delete
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2
, Druk op
VGA
3
(wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 68).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Stilstaande beelden wissen
, Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
60min
2/9
Delete
Exit
VOLUME
1
VGA
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
39
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden of met zestien beelden)
Delete
Delete
Exit
Select
Exit
All In This Folder
1
, Terwijl er een index-scherm
(met negen/zestien beelden)
(blz. 36) wordt weergegeven,
drukt u op
(wissen).
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
Select
All In This Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
SELECT
TO NEXT
3
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De
(wissen) indicatie wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
• Om een keuze ongedaan te maken, kiest u het
beeld en drukt u daarna nogmaals op z zodat
de
indicatie verdwijnt.
NL
40
Formatteren van een "Memory Stick Duo"
MENU
Delete
Exit
OK
, Druk op
(wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop, en
druk daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
beelden zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In This Folder] met B op de
regelknop in stap 2 en druk daarna op
z. Kies [OK] en druk daarna op z. Alle
niet-beveiligde beelden in de map
worden gewist. Om te stoppen met
wissen, kiest u [Cancel] en drukt u daarna
op z.
Mode
1
Kant met aansluitingen
, Plaats de "Memory Stick Duo"
die u wilt formatteren in de
camera.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick Duo" op
het opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd. De "Memory Stick
Duo" die bij deze camera werd geleverd, en die
in de handel verkrijgbaar zijn, zijn reeds
geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden
gebruikt.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo"
formatteert, bedenkt u wel dat alle
beelden, inclusief beveiligde beelden,
op de "Memory Stick Duo" voorgoed
zullen worden gewist.
2
, Schakel de camera in en druk
daarna op MENU.
Druk op B op de regelknop om
naar
te gaan en druk daarna
nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
Stilstaande beelden wissen
4
Setup t
• Deze procedure is beschikbaar ongeacht de
stand van de modusschakelaar.
NL
41
60min
Memory Stick Tool
Format
OK
Format:
Create REC. folder: Cancel
Change REC. folder:
All data will be erased
1
2
3
, Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
• Het wordt aanbevolen de netspanningsadapter
te gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening wordt onderbroken
halverwege het formatteren.
NL
42
Ready?
OK
Cancel
4
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Het gebruik van de menu’s en de
onderdelen van het Setup-scherm die het
meest worden gebruikt voor "Geavanceerde
bedieningen", worden hieronder
beschreven.
Modusschakelaar
a Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Wanneer een aanduiding v of V
wordt afgebeeld naast een
onderdeel
Dit betekent dat er nog andere instellingen
zijn. Om deze andere instellingen af te
beelden, draait u het scherm door met v/V.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Program
Auto
Camera
WB
ISO
b Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
400
200
100
Auto
ISO
WB
ISO
c Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
Druk opnieuw op MENU.
• Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 107.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Regelknop
MENU
De menu-instellingen
wijzigen
NL
43
De onderdelen van het
Setup-scherm wijzigen
a Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
b Druk op B op de regelknop om
verder te gaan naar , en druk
daarna nogmaals op B.
Het Setup-scherm verschijnt.
Het Setup-scherm verlaten
Druk opnieuw op MENU.
Terugkeren naar het menu vanaf
het Setup-scherm
Druk op b op de regelknop om terug te
keren naar de positie ingesloten door het
kader in stap 3, en druk daarna nogmaals
op b.
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
Setup-onderdelen leest u blz. 111.
Setup t
c Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
1
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
d Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
NL
44
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
Modusschakelaar:
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 43 en
107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(P.Quality) met b/B en
kies daarna met v/V de
gewenste beeldkwaliteit.
Fine
FINE
Standard
P.Quality
M
PFX
Modusschakelaar:
/
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
/
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick Duo". U
kunt de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm (blz.
44 en 111).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Mode BRK
Een map aanmaken of
kiezen
NL
45
Aanmaken van een nieuwe
map
a Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V.
b Kies [Create REC. Folder] met
B/v/V en [OK] met B/v en druk
daarna op z.
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
60 min
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
Veranderen van de
opnamemap
a Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V.
b Kies [Change REC. Folder]
met B/V en [OK] met B/v en
druk daarna op z.
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2004 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
BACK/NEXT
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory Stick
Duo" en deze map wordt de
opnamemap.
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies bij stap 2 of 3 [Cancel].
NL
46
c Kies met b/B de gewenste
map, en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies bij stap 2 of 3 [Cancel].
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap.
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt met deze camera niet
beelden naar een andere map verplaatsen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een automatische
scherpstellingsmethode
kiezen
Een scherpstelbereikzoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Multipoint AF (
Modusschakelaar:
/
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Het AF-frame van de bereikzoeker kiest de
scherpstelpositie aan de hand van de positie
en grootte van het onderwerp.
AF-functie
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] of
(vuurwerkfunctie) (blz. 43 en 107).
Midden-AF (
)
Dit is geschikt voor het scherpstellen op een
onderwerp dat zich dichtbij het midden van
het kader bevindt. Gebruik tezamen met de
AF-vergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
De AF-functie stelt de begin/eind-timing
van de scherpstelling in aan de hand van de
AF-respons en het acculadingverbruik.
)
De camera berekent de afstand op vijf
plaatsen aan de linkerkant, rechterkant,
bovenkant, onderkant en in het midden van
het beeld, zodat u kunt opnemen in de
automatische scherpstellingsfunctie zonder
dat u zich zorgen hoeft te maken over de
beeldsamenstelling. Dit is handig wanneer
het onderwerp zich niet midden in het frame
bevindt waardoor moeilijk kan worden
scherpgesteld. U kunt de positie controleren
waarop werd scherpgesteld met behulp van
het groene frame.
Multipoint AF is de fabrieksinstelling.
NL
47
Punt-AF (
)
Dit is handig wanneer u scherpstelt op een
bijzonder klein onderwerp of en zeer smal
gebied. Gebruik tezamen met de AFvergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen. Let
erop dat u de camera stil houdt zodat het
onderwerp niet buiten het frame van de
bereikzoeker komt.
a Zet de modusschakelaar op
of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B, en
kies daarna het gewenste AFbereik met v/V.
60min
VGAFINE 101
98
AFbereikzoeker
frame
S AF
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld.
Wanneer u de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt houdt en de
camera scherpstelt, verandert de kleur
van het AF-frame van de bereikzoeker
van wit naar groen.
NL
48
• Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF
kiest, wordt de afstand tot het midden van het
scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de
automatische scherpstelling zelfs bij een
bepaalde mate van trillingen nog werkt. AFbereikzoekerframe is
. Midden-AF en PuntAF stellen automatisch scherp op alleen één
gekozen frame, dus deze zijn handig als u
alleen wilt scherpstellen op het onderwerp
waarop u richt.
• Als u digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval knippert
,
of
en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet
afgebeeld.
Een
scherpstellingsmethode
kiezen
— AF-functie
Enkelvoudige-AF ( S AF )
Deze functie is handig bij het opnemen van
stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
Hiermee wordt de benodigde scherpsteltijd
verkort. De camera stelt automatisch scherp
voordat de sluiterknop tot halverwege
wordt ingedrukt en vastgehouden, zodat u
beelden kunt samenstellen die al zijn
scherpgesteld. Wanneer de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden en
de AF-vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
De camera stelt scherp nog voordat de
sluiterknop tot halverwege is ingedrukt en
blijft vervolgens scherpstellen, zelfs nadat
de AF-vergrendeling is voltooid. Hiermee
is het mogelijk continu scherpgestelde
bewegende onderwerpen op te nemen.
• In de volgende gevallen wordt niet
scherpgesteld nadat de AF-vergrendeling is
voltooid en knippert de C A F -indicatie. De
camera staat in de AF-bewakingsfunctie.
– Bij opnemen op een donkere plaats
– Bij opnemen met een lange sluitertijd
• Het AF-bereikzoekerframe is ingesteld op
midden-AF.
• Het kan onmogelijk zijn snel bewegende
onderwerpen scherpgesteld te houden.
• Er klinkt geen vergrendelgeluid wanneer de
scherpstelling wordt bijgesteld.
• Wanneer u opneemt met de zelfontspanner
wordt de scherpstelling vergrendeld wanneer u
de sluiterknop helemaal indrukt.
• Het accuverbruik kan hoger zijn dan in iedere
andere AF-functie.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm (blz.
44 en 111).
a Kies
(Camera) met v.
b Kies [AF Mode] met B/v en
kies daarna met B/v/V de
gewenste modus.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
xSingle
Monitor
Cont
Wanneer u [Single] of [Monitor] kiest,
moet u tevens het AFbereikzoekerframe kiezen (blz. 47).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
AF-bewaking ( M A F )
Continu-AF ( C A F )
NL
49
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF of Punt-AF
gebruikt, kan de camera scherpstellen op het
midden in plaats van op het onderwerp aan de
rand van het frame. In dergelijke gevallen
gebruikt u AF-vergrendeling om op het
onderwerp scherp te stellen, stelt u het beeld
opnieuw samen en neemt u het op (behalve in
de continu-AF-functie).
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
AE/AF-vergrendelingsindicatie
60min
VGA
FINE
101
98
AFbereikzoekerframe
F2.8 30
S AF
m
60min
VGAFINE 101
97
S AF
NL
50
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
al het aan de rand van het beeldkader ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze
Modusschakelaar:
/
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] of
(vergrootglasfunctie) (blz. 43 en 107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
Belichting regelen
Kies bij stap 3 [Multi AF], [Center AF] of
[Spot AF].
— EV-afstelling
Modusschakelaar:
• Het is mogelijk dat niet de exacte afstand wordt
afgebeeld.
• Wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld
op
(landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie), is de scherpstellingvoorkeuze beperkt tot ∞ (oneindige afstand).
a Zet de modusschakelaar op
of .
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies daarna met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, ∞ (oneindige
afstand)
1.0m
0.5m
0.5m
Spot AF
Center AF
Multi AF
Focus
WB
ISO
U kunt de belichting die de camera instelt
handmatig veranderen. Met deze functie
kunt u de juiste belichting krijgen wanneer
het contrast (het verschil tussen helder en
donker) tussen het onderwerp en de
achtergrond bijzonder groot is. De
belichtingswaarde kan in stappen van
1/3EV worden ingesteld binnen een bereik
van +2.0EV tot –2.0EV.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 43 en
107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
b Druk op MENU.
/
NL
51
a Zet de modusschakelaar op
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(EV) met b/B.
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
0EV
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid, en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten. De
afgebeelde grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft een
helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is. Het histogram is handig om de belichting
te controleren tijdens het opnemen en
weergeven in het geval het scherm moeilijk
te zien is.
EV
ISO
d Kies de gewenste
belichtingswaarde.
Kies de waarde met v/V. Regel de
belichting terwijl u de helderheid van
de achtergrond controleert.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap 4 [0EV].
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
NL
52
80
Aantal
beeldpunten
WB
5M
FINE
101
4
Helderheid
Donker
Helder
0 EV
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op
om het histogram
af te beelden.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
• Het histogram verschijnt ook wanneer de
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto],
maar u kunt de belichting niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op
drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 35) of tijdens Quick Review
(blz. 24).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Tijdens Quick Review van een beeld
opgenomen in de Exposure Bracket-modus
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Wanneer bewegende beelden worden
weergegeven
•
verschijnt in de volgende gevallen:
– Wanneer u opneemt in het digitalezoombereik
– Wanneer het beeldformaat [3:2] is
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
– Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd
weergegeven. Een verschil treedt op in het
histogram voor en nadat u op de sluiterknop
drukt. Wanneer dit gebeurt, controleert u het
histogram terwijl een enkel beeld wordt
weergegeven of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Wanneer [PFX] (P.Effect) op [Solarize] staat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Opnametechnieken
Normaal gesproken stelt de camera de
belichting automatisch in. Als het beeld te
donker of te licht is, zoals hieronder is
afgebeeld, adviseren wij u de
belichtingswaarde handmatig in te stellen
door naar het histogram te kijken. Wanneer u
een onderwerp opneemt dat van achteren
belicht wordt, of een onderwerp opneemt
tegen een witte achtergrond (bijv. in een
sneeuwlandschap), stelt u de belichting bij
naar de + kant. Wanneer u een zwart
onderwerp opneemt dat het hele scherm
vult, past u de belichting aan naar de – kant.
Kiezen van de
lichtmeetfunctie
Modusschakelaar:
/
De camera meet de helderheid om de
belichting te kunnen berekenen. Met deze
functie kunt u de volgende twee
lichtmeetfuncties kiezen om te bepalen
welk deel van het onderwerp u wilt
gebruiken voor het meten van de
helderheid.
Multi-patroon lichtmeting (geen
indicatie)
Juiste belichting
Overbelicht t Stel een lagere waarde (–) in
)
De lichtmeting wordt uitgevoerd op slechts
een deel van het onderwerp. Hiermee kunt u
de belichting afstemmen op het onderwerp,
zelfs bij tegenlicht of bij een sterk contrast
tussen het onderwerp en de achtergrond.
Positioneer het dradenkruis van de spot
lichtmeting op een punt van het onderwerp
dat u wilt opnemen.
Om scherp te stellen op de lichtmeetpositie,
wordt aanbevolen 9 (Focus) in te stellen
op [Center AF] (blz. 47).
Dradenkruis
van de spot
lichtmeting
Spot
Multi
Metering Mode
WB
ISO
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 43 en
107).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Onderbelicht t Stel een hogere waarde (+) in
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is multi-patroon
lichtmeting.
Spot lichtmeting (
NL
53
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Drie beelden opnemen
met verschoven
belichting
1ste beeld (verschoven in de
+ richting)
— Exposure Bracket
Modusschakelaar:
a Zet de modusschakelaar op
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Metering Mode) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
De Exposure Bracket-functie neemt een
reeks van drie beelden op waarbij de
belichtingswaarde automatisch wordt
verschoven. Hierdoor kunt u het beeld met
de juiste belichting kiezen in het geval
waarin u geen goede beelden kunt opnemen
vanwege de helderheid van het onderwerp.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto],
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(schemerportretfunctie) of
(vuurwerkfunctie)
(blz. 43 en 107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
NL
54
2de beeld (de juiste belichting
voor de camera)
3de beeld (verschoven in de
– richting)
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Exp Brktg]
met v/V.
d Kies [BRK] (Bracket Step) met
b/B, en kies daarna de
gewenste belichtingswaarde
met v/V.
e Neem het beeld op.
Kleurtinten afstellen
— Witbalans
Modusschakelaar:
/
Wanneer de witbalans is ingesteld op Auto,
wordt de witbalans automatisch ingesteld
en wordt de algehele kleurbalans aangepast
aan de opnameomstandigheden. Wanneer u
opneemt onder omstandigheden die niet
veranderen of met een bepaalde belichting,
kunt u de witbalans echter handmatig
instellen.
Auto (geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen.
De fabrieksinstelling is [Auto].
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
±1.0EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het LCD-scherm weergegeven.
Maak de beeldcompositie alvorens u de
sluiterknop indrukt.
• De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Wanneer de belichting handmatig wordt
ingesteld (blz. 51), wordt de belichting
verschoven op basis van de aangepaste
helderheid.
• Het opname-interval bedraagt circa
0,36 seconde.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
NL
55
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
a Zet de modusschakelaar op
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
WB (Flitser)
Past de witbalans alleen aan de
flitsomstandigheden aan (verschijnt niet
wanneer de modusschakelaar is ingesteld
op
.)
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 43 en
107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
NL
56
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap 3 [Auto].
• Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd, en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
WB functie).
• De witbalansinstellingen zijn als volgt beperkt,
afhankelijk van de
(Camera) instellingen
op het menu.
–
(Schemer-portretfunctie): Alleen [Auto]
of WB (flitser)
–
(Vuurwerkfunctie): Alleen
(Daglicht)
Opnametechnieken
De kleur van het onderwerp wordt beïnvloed
door de belichtingsomstandigheden.
Bijvoorbeeld, het hele beeld lijkt blauw in
het zonlicht in de zomer en witte
voorwerpen krijgen een rode tint onder
gloeilamplicht, enz. Het menselijk oog kan
deze problemen oplossen, maar een digitale
camera kan de juiste kleuren niet herkennen
zonder instellingen te maken. Normaal
gesproken maakt de camera deze
instellingen automatisch, maar als de
kleuren van het opgenomen beeld
onnatuurlijk lijken, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
Het flitserniveau
instellen
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
— Flitserniveau
Modusschakelaar:
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto],
(schemerfunctie) of
(vuurwerkfunctie)
(blz. 43 en 107).
MENU
Modusschakelaar
High: Dit maakt het flitserniveau
hoger dan normaal.
Normal: Normale instelling.
Low: Dit maakt het flitserniveau lager
dan normaal.
• Het is mogelijk dat u, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, niet kunt opnemen
met het ingestelde flitserniveau.
— Burst
Modusschakelaar:
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Iedere keer als u in
deze functie de sluiterknop ingedrukt houdt,
neemt de camera maximaal vier
achtereenvolgende beelden op.
Snelle Burst ( S )
De beelden worden opgenomen met een
kort interval (ongeveer 0,33 seconde).
Tijdens het opnemen in deze modus worden
de beelden niet op het LCD-scherm
weergegeven. Maak de beeldcompositie
alvorens u de sluiterknop indrukt.
Frame Burst ( F )
De beelden worden opgenomen terwijl ze
op het LCD-scherm worden weergegeven.
Het opname-interval (ongeveer
0,36 seconde) is langer dan bij de Snelle
Burst.
• Wanneer een "Memory Stick Duo" vol raakt,
stopt het opnemen, zelfs als u de sluiterknop
ingedrukt houdt.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Regelknop
c Kies
(Flash Level) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Beelden continu
opnemen
NL
57
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(schemerportretfunctie) of
(vuurwerkfunctie)
(blz. 43 en 107).
Kies bij stap 3 [Normal].
MENU
Modusschakelaar
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Speed
Burst] of [Framing Burst] met
v/V.
NL
U kunt ook slechts twee of drie
beelden opnemen door de sluiterknop
tussentijds los te laten.
Wanneer de melding "Recording"
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
Om terug te keren naar de
normale modus
Regelknop
58
d Neem het beeld op.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Als u met de zelfontspanner opneemt, wordt
iedere keer dat u op de sluiterknop drukt een
reeks van vier beelden opgenomen.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
— Multi Burst
Modusschakelaar:
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(schemerportretfunctie) of
(vuurwerkfunctie)
(blz. 43 en 107).
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Multi
Burst] met v/V.
d Kies M (Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] en [1/30].
• U kunt de volgende functies gebruiken in de
Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto]
op het menu, staat het frame-interval vast op
[1/30].
• Zie blz. 66 voor het weergeven van Multi
Burst-beelden op deze camera.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
blz. 105.
Stilstaande beelden
voor e-mail opnemen
— E-Mail
Modusschakelaar:
In de E-Mail-modus wordt tegelijk met een
normaal stilstaand beeld ook een beeld van
klein formaat (320×240) opgenomen dat
geschikt is voor verzending per e-mail. (Zie
blz. 20 voor de formaten van normale
stilstaande beelden.)
Regelknop
MENU
1/30
1/30
Interval
Mode BRK
M
PFX
e Neem het beeld op.
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
frame (beeldformaat 1 M).
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Modusschakelaar
1/7.5
1/15
NL
59
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [E-Mail]
met v/V.
d Neem het beeld op.
Wanneer de melding "Recording"
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
• Aanwijzingen voor het toevoegen van beelden
aan een e-mailbericht vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw e-mailsoftware.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de E-Mail-modus staat vermeld op blz. 105.
d Neem het beeld op.
Stilstaande beelden
opnemen met
audiobestanden
— Voice
Modusschakelaar:
In de Voice-modus wordt tegelijk met de
opname van een stilstaand beeld ook het
geluid mee opgenomen.
Regelknop
MENU
Kies bij stap 3 [Normal].
Modusschakelaar
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Voice] met
v.
NL
Om terug te keren naar de
normale modus
Microfoon
a Zet de modusschakelaar op
.
60
Wanneer u de sluiterknop
indrukt en weer loslaat, wordt er
gedurende vijf seconden geluid
opgenomen.
Wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt, wordt er net
zolang geluid opgenomen totdat u de
sluiterknop weer loslaat (maximaal
40 seconden).
• Om beelden te bekijken in de Voice-modus,
volgt u de procedure beschreven in
"Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm" (blz. 73).
• Raak de microfoon niet aan tijdens het
opnemen van beelden in deze modus.
• Het aantal beelden dat u in de Voice-modus
kunt opnemen staat vermeld op blz. 105.
Speciale effecten
toevoegen
— Beeldeffect
Modusschakelaar:
/
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op
een andere instelling dan [Auto] (blz. 43 en
107).
Regelknop
MENU
Solarize
Modusschakelaar
Het contrast is
helderder en het
beeld oogt als een
illustratie.
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
a Zet de modusschakelaar op
of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Neg.Art
Kleur en helderheid
van het beeld zijn
omgekeerd, zoals bij
een negatief.
c Kies [PFX] (P.Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
d Neem het beeld op.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Sepia
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap 3 [Off].
NL
61
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Een map kiezen en
beelden weergeven
— Map
Modusschakelaar:
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
d Kies de gewenste map met b/
B.
Enkelvoudig scherm
60 min
VGA
101
9/9
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2004 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
BACK/NEXT
101-0009
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Index-scherm (met negen beelden)
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
De keuze annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
SINGLE DISPLAY
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory Stick
Duo"
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Folder) met b en druk
daarna op z.
NL
62
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het LCD-scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
Index-scherm (met zestien beelden)
• SINGLE DISPLAY
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, verschijnt de melding "No file in this
folder".
• U kunt beelden weergeven van de map met de
laatst opgenomen beelden, zonder een map te
kiezen.
Modusschakelaar:
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
e Stel het beeldformaat af met
/ (weergavezoom).
Een beeld vergroten
— Weergavezoom
a Zet de modusschakelaar op
.
b Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met b/B.
c Druk op
(weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
Regelknop
MENU
/
x5.0
Modusschakelaar
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op v
Druk op z.
Druk op V
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
• Als u op de
(weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm (blz. 36).
• U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 24) vergroten
door de stappen 3 t/m 5 uit te voeren.
Druk
op b
Druk
op B
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
v: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B: Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
NL
63
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
Weergave van
opeenvolgende
beelden
— Diavoorstelling
Modusschakelaar:
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap, en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
• Beelden afgebeeld met Quick Review niet
worden getrimd.
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Slide) met b/B en
druk daarna op z.
Stel de volgende onderdelen in met v/
V/b/B.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All:
Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick Duo".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
De diavoorstelling begint.
NL
64
Kies bij stap 3 [Cancel].
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op B (volgende) of b (vorige).
• De tijsduur van het instellen van interval is bij
benadering en wordt mede bepaald door het
beeldformaat van het weergegeven beeld.
Stilstaande beelden
roteren
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
— Roteren
Modusschakelaar:
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
a Zet de modusschakelaar op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
b Druk op MENU.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Het menu verschijnt.
c Kies
(Rotate) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies
met v, en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
NL
65
Stoppen met roteren
Kies bij stap 4 of 5 [Cancel], en druk
daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat de informatie van het roteren
van het beeld niet door de computer wordt
herkend, afhankelijk van de software.
Beelden opgenomen
in de Multi Burstmodus weergeven
Modusschakelaar:
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
Continu weergeven
a Zet de modusschakelaar op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
60min
M
101
14/14
Regelknop
MENU
101-0014
Modusschakelaar
PAUSE
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een camera
zonder de Multi Burst-functie, worden de 16
frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd
weergegeven als onderdeel van één beeld.
• U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
NL
66
Naar de normale weergave
terugkeren
a Zet de modusschakelaar op
.
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Opgenomen beelden wissen
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
60 min
M
101
14/14
Step
3/16
101-0014
PLAY
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
(wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Frame-voor-frame
weergeven
2004 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Draai het frame door met b/B.
B: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
NL
67
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Modusschakelaar:
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Regelknop
MENU
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusschakelaar op
.
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Modusschakelaar
d Kies
(Protect) met b/B en
druk daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
60 min
VGA
101
• Merk op dat wanneer u een "Memory Stick
Duo" formatteert, zelfs de beveiligde beelden
worden gewist en niet kunnen worden hersteld.
2/9
Protect
Exit
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B,
en drukt u vervolgens op z.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(Index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Protect) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie - verdwijnt.
NL
68
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met v/V/b/B en druk
daarna bij stap 5 op z. De indicatie wordt grijs. Herhaal deze procedure voor
alle beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [Off] en druk
daarna op z.
Beeldformaat
veranderen
— Formaat veranderen
Modusschakelaar:
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Regelknop
MENU
Modusschakelaar
Stilstaande beelden bewerken
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Alle beveiligingen van alle
beelden in de map annuleren
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [On] en druk
daarna op z.
NL
69
a Zet de modusschakelaar op
.
b Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(Resize) met b/B en
druk daarna op z.
e Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)
Modusschakelaar:
U kunt uw camera gebruiken om stilstaande
beelden te markeren die u later wilt
afdrukken. Deze functie is handig wanneer
u beelden wilt laten afdrukken in een winkel
waar met de DPOF (Digital Print Order
Format) norm ondersteunt, of waar men een
printer gebruikt die voldoet aan de DPOF
norm.
Regelknop
MENU
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
NL
70
• Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden veranderd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld
verandert, zullen de bovenste en onderste
zwarte gedeelten in het beeld worden
afgebeeld.
Modusschakelaar
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• In de e-mailfunctie wordt een afdrukmarkering
(DPOF) geplaatst op het normale beeldformaat
dat tegelijkertijd werd opgenomen.
• Wanneer u beelden opgenomen in de Multi
Burst-functie markeert, worden alle beelden
afgedrukt op één beeld opgedeeld in 16 frames.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusschakelaar op
.
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
d Kies
(DPOF) met b/B en
druk daarna op z.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering
aangebracht.
60 min
VGA
101
2/9
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
a Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
g Druk op MENU.
Druk tweemaal op
(Index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
DPOF
Exit
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B, en drukt u vervolgens op
z.
• Bij het aanbrengen van de markering
kunt u niet [All In This Folder] kiezen.
e Kies het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B, en
druk daarna op z.
verschijnt
,
Alle markeringen
opheffen
in een map
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op
z.
Om de functie voor het
aanbrengen van
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie
gaat uit.
is
Kies het beeld waarvan u de markering wilt
verwijderen met v/V/b/B in stap 5, en
druk daarna op z.
c Kies
(DPOF) met B en
druk daarna op z.
De groene markering
op het gekozen beeld.
De indicatie
wordt wit. Het
aanbrengen van de markering
voltooid.
De afdrukmarkering
verwijderen
Het menu verschijnt.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
BACK/NEXT
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden bewerken
Het menu verschijnt.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
SELECT
MENU
TO NEXT
NL
71
Bewegende beelden
Opnemen van
bewegende beelden
Modusschakelaar:
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
U hebt de keuze uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
• [640(Fine)] kan alleen worden opgenomen
op "Memory Stick PRO Duo".
d Druk de sluiterknop volledig
in.
"REC" verschijnt op het LCD-scherm
en de camera begint met de opname
van het beeld en geluid.
Regelknop
Microfoon
Sluiterknop
Modusschakelaar
STD
60min
101
640
REC 00:00:02(00:10:48)
Het opnemen stopt wanneer de
"Memory Stick Duo" vol is.
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
a Zet de modusschakelaar op
.
b Druk op
(beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
NL
72
Indicaties tijdens het opnemen
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
, verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-achtergrondverlichting uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 122.
Opnemen van dichtbij (Macro)
Zet de modusschakelaar op
procedure op blz. 27.
en volg de
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusschakelaar op
procedure op blz. 28.
en volg de
• Raak de microfoon niet aan tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
• Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
– De vergrotingsfactor veranderen
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als het beeldformaat is ingesteld op
[640(Fine)] en u de audio/video-aansluitkabel
aansluit op de A/V OUT (MONO) aansluiting,
zal het onderwerp niet verschijnen op het LCDscherm. Het LCD-scherm wordt blauw.
• Zie blz. 106 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
Modusschakelaar:
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
a Zet de modusschakelaar op
.
b Kies de gewenste bewegende
beelden met b/B.
Bewegende beelden van het formaat
[640(Fine)] of [640(Standard)] worden
op het volledige scherm weergegeven.
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Druk tijdens weergave op b/B.
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
640
101
101_0010
PLAY
10/10
00:00:00
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
2004 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
c Druk op z.
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens de weergave verschijnt B
(weergave) op het LCD-scherm.
STD
60min
640
101
101_0010
10/10
00:00:03
2004 1 1 10:30PM
REV/CUE
Elke keer wanneer u
indrukt, verandert
de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t
LCD-achtergrondverlichting uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 124.
Bewegende beelden
Bewegende beelden met het
beeldformaat [160] worden een
formaat kleiner weergegeven.
STOP
Druk op v/V om het volume af te stellen.
STD
60min
Regelknop
Luidspreker
Modusschakelaar
Om het volume af te stellen
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 37).
• Bewegende beelden opgenomen met eerdere
Sony-modellen kunnen ook een formaat kleiner
worden weergegeven.
Weergavebalk
VOLUME
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op z.
NL
73
Bewegende beelden
wissen
Modusschakelaar:
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Regelknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusschakelaar op
.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met b/
B.
c Druk op
Modusschakelaar
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
• U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
• Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met b/
B, en herhaalt u stap 4.
Om te stoppen met wissen
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Zet de modusschakelaar op
, druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(Index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
De groene indicatie
(wissen)
verschijnt op de gekozen bewegende
beelden.
Kies bij stap 4 of 5 [Exit].
SELECT
TO NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
NL
74
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
f Druk op
(wissen).
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies bij stap 3 of 7 [Exit].
Alle beelden in de map wissen
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
101_0003
101_0001
1
Modusschakelaar:
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen modus om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden aan uw e-mailberichten
wilt hangen.
Toewijzen van bestandsnummers wanneer bewegende
beelden worden geknipt
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
101_0002
1. Knippen van scène A.
1
A
B
2
Knippunt
3
101_0002
2. Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
101_0005
B
Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
Regelknop
3
2
3
101_0007
A
2
Bewegende beelden
Kies bij stap 3 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [OK] met B en druk
daarna op z. Om te stoppen met wissen,
kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op
z.
Bewegende beelden
bewerken
B
MENU
101_0006
Wissen
Modusschakelaar
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1
3
2
101_0006
NL
75
Knippen van bewegende
beelden
a Zet de modusschakelaar op
.
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
Wissen van overbodige
gedeelten van bewegende
beelden
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
a Knip een overbodig gedeelte
van de bewegende beelden
(blz. 76).
De bewegende beelden worden
geknipt.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(Divide) met B en druk
daarna op z. Kies vervolgens
[OK] met v en druk daarna op
z.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
e Kies een knippunt.
Druk op z op het gewenste knippunt.
60min
STD
640
101
Divide
Dividing
Point
10/10
00:00:02
OK
Cancel
Exit
NL
76
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame vooruit/
terugspoelen) en past u het knippunt
aan met b/B. Als u een ander
knippunt wilt kiezen, kiest u [Cancel].
Het weergeven van de bewegende
beelden begint opnieuw.
Het knippen annuleren
Kies bij stap 5 of 7 [Exit]. De
bewegende beelden worden weer op het
LCD-scherm weergegeven.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Stilstaande beelden
– Bestanden van bewegende beelden die niet
lang genoeg zijn om te knippen
– Beveiligde bewegende beelden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
• De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
b Geef het gedeelte weer van de
bewegende beelden dat u wilt
wissen.
c Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden die op dat
moment op het LCD-scherm worden
weergegeven worden gewist.
• Merk op dat u gewiste delen van bewegende
beelden niet kunt herstellen.
Bekijken van de beelden op uw computer
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen computeromgeving
• Deze camera is compatibel met USB 2.0.
• Gebruik in een computeromgeving compatibel
met USB 2.0 (High-Speed USB) maakt een
hoge gegevensoverdrachtsnelheid mogelijk.
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
Inhoud van de CD-ROM
USB-functie
• Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Er zijn twee functies voor het aansluiten op
een computer: de [Normal] en [PTP]*
functies. De fabrieksinstelling is de
[Normal] functie.
Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als
voorbeeld.
* Alleen compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure op
blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
x Image Transfer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer.
x ImageMixer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden die in de computer zijn opgeslagen
gemakkelijk weer te geven en te bewerken.
• De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrators).
• Het beeldscherm dient ingesteld te zijn op
800 × 600 beeldpunten en High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter. Indien
ingesteld op minder dan 800 × 600 beeldpunten
of 256 kleuren of minder, verschijnt het
modelkeuzescherm niet.
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient in
de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in een
computeromgeving die is opgewaardeerd tot
de hierboven beschreven besturingssystemen
of in een computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren)
of beter
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
NL
77
Het USB-stuurprogramma
installeren
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
a Start de computer op en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
Het modelkeuzescherm verschijnt.
Indien het niet verschijnt, dubbelklik
dan op
(My Computer) t
(ImageMixer) in die volgorde.
c Klik op [USB Driver] (USBstuurprogramma) op het
installatiemenuscherm.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
d Klik op [Next]. Wanneer het
"Information" (informatie)scherm verschijnt, klikt u op
[Next].
b Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het installatiemenuscherm verschijnt.
NL
78
e Kies [Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
"Image Transfer" installeren
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
U kunt de "Image Transfer"-software
gebruiken om de beelden automatisch naar
de computer te kopiëren nadat de camera
met behulp van de bijgeleverde USB-kabel
op de computer is aangesloten.
c Klik op [Next]. Wanneer het
"Licence Agreement"
(licentieovereenkomst)scherm verschijnt, klikt u op
[Yes].
e Kies de map die moet worden
geïnstalleerd en klik daarna op
[Next].
Kies de programmamap en klik
daarna op [Next].
a Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden in de
overeenkomst accepteert, gaat u verder
met de installatie. Het "Information"scherm verschijnt.
d Klik op [Next].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard for Image
Transfer" (Welkom bij de InstallShield
Wizard for Image Transfer) verschijnt.
f Controleer dat het vakje is
aangevinkt op het "Image
Transfer Settings"
(instellingen Image Transfer)scherm en klik daarna op
[Next].
Nadat het installeren klaar is, wordt
een mededeling hieromtrent op het
scherm afgebeeld.
Bekijken van de beelden op uw computer
Het installatiemenuscherm verschijnt.
b Klik op [Image Transfer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
NL
79
g Klik op [Finish].
Installeren van
"ImageMixer"
U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden te kopiëren,
bekijken en bewerken, en om video-cd’s te
maken. Nadere bijzonderheden vindt u in de
helpbestanden van de software.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
wordt gesloten. Als u verder wilt gaan
met het installeren van "ImageMixer",
klikt u op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm en volgt u de
installatieprocedure.
• Het USB-stuurprogramma is noodzakelijk om
"Image Transfer" te kunnen gebruiken. Als het
noodzakelijke stuurprogramma niet reeds op de
computer is geïnstalleerd, zal een
dialoogvenster worden afgebeeld waarin u
gevraagd wordt of u het stuurprogramma wilt
installeren. Volg de instructies die op het
scherm worden afgebeeld.
a Klik op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" (Welkom bij de
InstallShield Wizard) verschijnt.
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
b Volg de instructies op ieder
achtereenvolgend scherm.
Installeer "ImageMixer" volgens de
aanwijzingen op het scherm.
NL
80
• Wanneer u Windows 2000 of Windows XP
gebruikt, installeert u "WinASPI".
• Als DirectX8.0a of een recentere versie niet is
geïnstalleerd op de computer, verschijnt het
"Information"-scherm. Volg de procedure op
het scherm.
c Start uw computer opnieuw op
volgens de aanwijzingen op
het scherm.
d Haal de CD-ROM eruit.
De camera aansluiten op de
computer
a Schakel uw computer in.
d Sluit de USB-kabel aan op de
(USB)-aansluiting van het
USB-aansluitpunt.
f Sluit de camera aan op het
USB-aansluitpunt en schakel
de camera in.
POWER
b Plaats de "Memory Stick Duo"
met de te kopiëren beelden in
de camera.
• Voor verdere informatie over de "Memory Stick
Duo", zie blz. 19.
USB-kabel
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het USB-aansluitpunt.
e Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
USB Mode
Normal
Netspanningsadapter
Naar een
USB-aansluitpunt
stopcontact
Toegangsindicaties*
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer
er voor het eerst een USB-verbinding
tot stand wordt gebracht, draait uw
computer automatisch het gebruikte
programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
2
1
• Als u met gebruikmaking van de accu beelden
kopieert naar uw computer, kan door het
uitvallen van de accu het kopiëren mislukken of
kunnen de gegevens verminkt raken. Bovendien
wordt geen stroom geleverd door het USBaansluitpunt, daarom adviseren wij u de
netspanningsadapter te gebruiken.
• Wanneer u een desktopcomputer gebruikt,
raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op
de USB-aansluiting op het achterpaneel.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar blz. 85.
Bekijken van de beelden op uw computer
c Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op het USBaansluitpunt (bijgeleverd) en
steek de netspanningsadapter
in een stopcontact.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood.
NL
81
• Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap
6, controleert u dat [USB Connect] is
ingesteld op [Normal] op het Setup-scherm
(blz. 112).
• Koppel de camera niet los van het USBaansluitpunt tijdens een USBverbinding, omdat de data hierdoor
corrupt kan raken. Zie de opmerking P
op blz. 82 om de USB-verbinding te
verbreken.
P Loskoppelen van de USBkabel van uw computer,
verwijderen van de "Memory
Stick Duo" uit uw camera of
uitschakelen van de stroom
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
Beelden kopiëren met
"Image Transfer"
— Windows 98/98SE/2000/Me
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel en het
USB-aansluitpunt.
"Image Transfer" wordt opgestart en de
beelden worden automatisch naar de
computer gekopieerd. Nadat het kopiëren
klaar is, wordt "ImageMixer" automatisch
geopend en worden de beelden afgebeeld.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
3 Bevestig het apparaat op het
bevestigingsscherm en klik daarna op
[OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
5 Maak de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick Duo" eruit, of schakel de
camera uit.
Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
NL
82
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 81) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
• Normaal gesproken worden de "Image
Transfer" en "Date" mappen aangemaakt in de
"My Documents" map, en worden alle
beeldbestanden opgenomen met de camera naar
deze mappen gekopieerd.
• U kunt de instellingen van "Image Transfer"
veranderen (blz. 83).
— Windows XP
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Computer].
b Klik met de rechter muisknop
op [Sony MemoryStick] en klik
daarna op [Properties].
De "Image Transfer"instellingen wijzigen
U kunt de instellingen van "Image
Transfer" veranderen. Rechterklik op het
"Image Transfer" pictogram op de taakbalk
en selecteer [Open Settings]. U kunt de
volgende instellingen maken: [Basic],
[Copy] en [Delete].
Rechterklik hier
Wanneer de "Image Transfer" opstart,
wordt het volgende venster afgebeeld.
— Windows 98/98SE/2000/Me
Als u niet instelt dat "Image Transfer"
automatisch wordt opgestart, kunt u de
beelden kopiëren met de volgende
procedure.
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick
Duo" in de camera verschijnt.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 85.
• Indien u Windows XP gebruikt, raadpleeg dan
blz. 85.
c Annuleer de instelling.
1 Klik op [AutoPlay].
2 Stel [Content type] in op [Pictures].
3 Vink [Select an action to perform]
aan onder [Actions], kies [Take no
action], en klik daarna op [Apply].
4 Stel [Content type] in op [Video
files] en ga verder met stap 3. Stel
[Content type] in op [Mixed
content] en ga verder met stap 3.
5 Klik op [OK].
Het [Properties]-scherm wordt
gesloten.
De OS AutoPlay Wizard start niet
automatisch, zelfs niet als de USBverbinding de volgende keer tot stand wordt
gebracht.
Beelden kopiëren zonder
gebruik te maken van
"Image Transfer"
Wanneer u in het bovenstaande venster
[Settings] selecteert, kunt u alleen de
[Basic] instelling selecteren.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin zich de gewenste
bestanden bevinden.
Bekijken van de beelden op uw computer
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel en het
USB-aansluitpunt.
"Image Transfer" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de instelling wilt annuleren, volgt u
onderstaande procedure.
De map gaat open.
c Klik met de rechter muisknop
op het beeld en klik daarna op
[Copy].
NL
83
d Dubbelklik op de map "My
Documents". Klik met de
rechter muisknop op de
binnenkant van de map en klik
daarna op [Paste].
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat in
de bestemmingsmap
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande
beeld overschrijft met een nieuw beeld,
wordt het oorspronkelijke bestand gewist.
1 Klik met de rechter muisknop op [My
Computer] en klik daarna op
[Properties].
Het "System Properties"
(Systeemeigenschappen)-scherm
verschijnt.
2 Beeld [Device Manager] af.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager].
De bestandsnaam veranderen
Als u het beeldbestand naar de computer
wilt kopiëren zonder het gelijkgenaamde
bestand te overschrijven, verandert u de
bestandsnaam. Merk echter op dat wanneer
u de bestandsnaam verandert, u dat beeld
mogelijk niet meer kan weergeven met de
camera. Als u beelden wilt weergeven met
de camera, voert u de bediening uit op
blz. 88.
• Als u Windows 98, 98SE of Me gebruikt, kunt
u stap 1 overslaan. Klik op het tabblad
[Device Manager].
3 Wis " Sony DSC" als dit wordt
afgebeeld.
1 Klik met de rechter muisknop op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall]. (Als u Windows
98, 98SE of Me gebruikt, klikt u op
[Remove].)
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm venster wordt
afgebeeld.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer de installatie van het USBstuurprogramma nogmaals met de CDROM (bijgeleverd) (blz. 78).
NL
84
— Windows XP
Beelden kopiëren met behulp van
de Windows XP AutoPlay Wizard
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick
Duo" zijn opgeslagen, worden
weergegeven.
c Klik op het aankruisvakje van
de beelden die u niet naar uw
computer wilt kopiëren en
verwijder het vinkje, en klik
daarna op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 82 om de USB-kabel los te maken en
weer aan te sluiten. Voer daarna de procedure
vanaf stap 1 opnieuw uit.
Beelden bekijken op uw
computer
a Klik op [Start] t [My
Documents] in die volgorde.
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Dit gedeelte beschrijft het bekijken van
gekopieerde beelden in de map "My
Documents".
• Behalve voor Windows XP, dubbelklik op [My
Documents] op het bureaublad.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden op uw
computer te bekijken en te bewerken. Nadere
bijzonderheden vindt u in de helpbestanden van
de software.
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Bekijken van de beelden op uw computer
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 81). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
NL
85
Beeldbestandgeheugenlocaties en
bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera
worden gegroepeerd als mappen in de
"Memory Stick Duo".
Voorbeeld: Voor gebruikers van
Windows XP
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door een camera die geen
mappen kan aanmaken
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door deze camera
Wanneer geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
is dit slechts "101MSDCF"
Map waarin beeldgegevens van de e-mailfunctie,
bewegende beelden en audiogegevens van de
Voice-functie zijn opgeslagen die zijn opgenomen
door een camera die geen mappen kan aanmaken
NL
86
• Gegevens in de "100MSDCF" of "MSSONY"
mappen zijn alleen om weer te geven, en uw
camera kan geen beelden in deze mappen
opnemen.
• Voor verdere informatie over de map, zie
blz. 45.
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF maximaal
999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
– Normale modus
– Exposure Bracket-modus (blz. 54)
– Burst-modus (blz. 57)
– Multi Burst-modus (blz. 58)
• Stilstaande beelden die tegelijkertijd zijn opgenomen in de
– E-Mail-modus (blz. 59)
– Voice-modus (blz. 60)
DSC0ssss.JPE
• Klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-Mail-modus (blz. 59)
DSC0ssss.MPG
• Audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus (blz. 60)
MOV0ssss.MPG
• Bewegende-beeldbestanden (blz. 72)
MOV0ssss.THM
• Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 72)
• ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke gedeelten van de volgende bestanden zijn hetzelfde.
– Een klein beeldbestand opgenomen in de E-Mail-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een bewegend-beeldbestand dat is opgenomen in de bewegend-beeldmodus en het bijbehorende index-beeldbestand
Bekijken van de beelden op uw computer
Map
NL
87
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick Duo" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
• Stap 1 is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
• Als een beeldbestand is verwerkt door de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
a Klik met de rechter muisknop
op het beeldbestand en klik
daarna op [Rename].
Verander de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor ssss.
NL
88
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie van stilstaande beelden is
JPG en die van bewegende beelden is MPG. U
mag de bestandsextensie niet veranderen.
b Kopieer het bestand naar de
map "Memory Stick Duo".
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
2 Kies de map "DCIM" in de
[Removable Disk] of [Sony
MemoryStick] op [My Computer].
3 Klik met de rechter muisknop op de
map [sssMSDCF] in de map
"DCIM" en klik op [Paste]. sss
is een nummer van 100 t/m 999.
• Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap 1 een ander
nummer in.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 46).
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Er zijn twee functies voor het aansluiten op
een computer: de [Normal] en [PTP]*
functies. De fabrieksinstelling is de
[Normal] functie.
Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als
voorbeeld.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure op
blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
a Uw camera aansluiten op uw
computer
Nadere bijzonderheden vindt u op
blz. 81.
Loskoppelen van de USB-kabel van uw
computer, verwijderen van de "Memory
Stick Duo" uit uw camera of
uitschakelen van de stroom tijdens een
USB-verbinding
Versleep het pictogram van het station en
van de "Memory Stick" en zet deze neer op
het "Trash" -pictogram (de prullenmand),
maak vervolgens de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick Duo" eruit of schakel de
stroom uit.
• Als u Mac OS X versie 10.0 gebruikt, maakt u
de USB-kabel los, enz., nadat u de computer
hebt uitgezet.
b Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick Duo"
in de camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin zich het
gewenste bestand bevindt.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
harde schijf gekopieerd.
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2 of
Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
32.000 kleuren of meer
USB-functie
NL
89
• Zie bladzijden 86 en 87 voor verdere informatie
over de opslagbestemmingen en
bestandsnamen van de beeldbestanden.
c Bekijken van de beelden op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het
softwareprogramma te installeren.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden te kopiëren,
bekijken en bewerken, en om video-cd’s te
maken. Raadpleeg de bedieningshandleiding
die bij de CD-ROM werd geleverd voor verdere
informatie over de installatiemethode, of
raadpleeg de Help-bestanden van de software
voor de bedieningswijze.
• Wanneer beelden niet kunnen worden
weergegeven, verhoogt u het virtuele geheugen
van de computer.
• "ImageMixer" is niet compatibel met Mac OS
X.
• "Image Transfer" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
NL
90
Voor Mac OS X-gebruikers
Als het scherm "There is no application
available to open the document
"DSC0ssss.JPE"." (Er is geen
programma gevonden om het document
"DSC0ssss.JPE" te openen.) wordt
afgebeeld wanneer u op een beeldbestand
van de e-mailfunctie klikt, maakt u de
volgende instelling.
Het scherm kan verschillen afhankelijk van
de versie.
1 Klik op [Choose Application...] (Kies
programma...) op het scherm "There is
no application available to open the
document"DSC0ssss.JPE"." (Er is
geen programma gevonden om het
document "DSC0ssss.JPE" te
openen).
2 Verander "Show" (Toon) van
[Recommended Applications]
(Aanbevolen programma’s) in [All
Applications] (Alle programma’s).
3 Kies [QuickTime Player] (QuickTime
speler) uit de afgebeelde lijst met
programma’s en klik op [Open]
(Openen).
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
2 Als de camera nog steeds niet juist werkt,
drukt u op de RESET toets rechtsonder
op de regelknop met behulp van een
puntig voorwerp, en schakelt u daarna de
camera weer in. (Door indrukken van
deze toets gaan de alle instellingen
inclusief de datum en tijd verloren.)
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 104).
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESET-toets
Accu en spanning
Oorzaak
Oplossing
U kunt de accu niet
opladen.
• De camera is ingeschakeld.
• De accu is niet correct geplaatst.
p Schakel de camera uit (blz. 16).
p Plaats de accu correct (blz. 11).
Het /CHG-lampje
knippert wanneer er een
accu wordt opgeladen.
• De accu is niet correct geplaatst.
• In de accu is een defect opgetreden.
p Plaats de accu correct (blz. 11).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
p Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan, en
laad de accu op (blz. 11).
• De accu is leeg.
Het /CHG-lampje gaat
niet branden wanneer er
een accu wordt
opgeladen.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
• De camera is niet goed aangesloten op het USBaansluitpunt.
• De accu is leeg.
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 11).
Verhelpen van storingen
Symptoom
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
p Plaats de accu correct (blz. 11).
—
p Sluit de camera goed aan (blz. 10).
p Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan, en
laad de accu op (blz. 11).
NL
91
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De batterijrestladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de
batterijrestladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
• U hebt de camera langdurig op een extreem
warme of extreem koude plaats gebruikt.
• Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 119).
p Zie blz. 118.
De accu raakt te snel leeg. • U neemt beelden op of geeft beelden weer bij
extreem koude temperaturen.
• De accupool is vuil.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 119).
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera schakelt
plotseling uit.
NL
92
• De accu is niet correct geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 119).
• De camera is niet goed aangesloten op het USBaansluitpunt.
p Ontlaad de accu volledig en laad deze daarna weer volledig op
zodat de batterij-restladingsindicatie goed werkt (blz. 13).
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
p Vervang de accu door een nieuwe.
—
p Maak de accupool schoon met een wattenstaafje of iets
dergelijks, en laad de accu op.
p Vervang de accu door een nieuwe.
p Plaats de accu correct (blz. 11).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 15).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
p Vervang de accu door een nieuwe.
p Sluit de camera goed aan (blz. 10).
• Indien u bij gebruik van een batterij de camera p Schakel de camera weer in (blz. 16) of gebruik de
circa drie minuten lang niet bedient, wordt de
netspanningsadapter (blz. 15).
camera automatisch uitgeschakeld om de batterij
te sparen (blz. 16).
• De accu is leeg.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
• De camera is niet goed aangesloten op het USB- p Sluit de camera goed aan (blz. 10).
aansluitpunt.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De LCD-achtergrondverlichting is
uitgeschakeld met
en u bevindt zich op een
donkere plaats.
p Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
• De modusschakelaar staat niet op
p Zet deze op
Het LCD-scherm wordt
blauw en het onderwerp
wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
terwijl een audio/video-aansluitkabel is
aangesloten op de A/V OUT (MONO)
aansluiting.
p Koppel de audio/video-aansluitkabel los.
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
p Gebruik de closeup (macro)-opnamefunctie en plaats de positie
van de lens verder weg van het onderwerp dan de minimale
scherpstelafstand (blz. 27). Of stel
(Camera) op het menu in
op
(vergrootglasfunctie) en stel scherp binnen het bereik
van 1 cm t/m 20 cm tot het onderwerp (blz. 32).
p Zet deze in een andere stand (blz. 32).
of
.
(blz. 22 en 72).
p Schakel de functie uit (blz. 50).
De zoom werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
—
De optische zoom werkt
niet.
• Bij het opnemen van bewegende beelden is
(Camera) op het menu ingesteld op
(vergrootglasfunctie).
p Zet deze in een andere stand (blz. 32).
Verhelpen van storingen
• Bij het opnemen van stilstaande beelden is
(Camera) op het menu ingesteld op
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie).
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
of
(blz. 25).
NL
93
NL
94
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De digitale zoom werkt
niet.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Off] op het
Setup-scherm.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]
(alleen bij gebruik van slimme zoom).
• U neemt op in de Multi Burst-functie (alleen bij
gebruik van slimme zoom).
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] of [Precision] (blz. 44 en
111).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en
[3:2] (blz. 20).
p Zet [Digital Zoom] op [Precision] (blz. 44 en 111).
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
• De achtergrondverlichting van het LCD-scherm
wordt uitgeschakeld.
p Regel de belichting (blz. 51).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 51).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit is normaal.
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk
te verhelderen onder onderbelichte
omstandigheden.
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 44 en 112).
p Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
(blz. 25).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 44 en 112).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden opnemen.
• Er is geen "Memory Stick Duo" geplaatst.
• De "Memory Stick Duo" is vol.
p Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 19).
p Wis overbodige beelden (blz. 39 en 74).
p Verwissel de "Memory Stick Duo".
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 116).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een
schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand
LOCK staat.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
beelden opnemen.
• De modusschakelaar staat niet op
terwijl u
een stilstaand beeld opneemt.
• De modusschakelaar staat niet op
terwijl u
bewegende beelden opneemt.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De flitser werkt niet.
• De modusschakelaar staat niet op
• De flitser staat op
(niet flitsen).
.
—
p Zet deze op
(blz. 22).
p Zet deze op
(blz. 72).
p Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 72 en 116).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
(altijd
• Bij het opnemen van stilstaande beelden is
(Camera) op het menu ingesteld op
(schemerfunctie) of
(vuurwerkfunctie).
•
(Camera) is op het menu ingesteld op
p Stel de flitser in op (altijd flitsen) (blz. 29).
(vergrootglasfunctie),
(landschapsfunctie),
(sneeuwfunctie),
(strandfunctie) of
(korte-sluitertijdfunctie).
• [Mode] (REC Mode) is op het menu ingesteld op p Zet deze in een andere stand.
[Multi Burst], [Exp Brktg], [Speed Burst] of
[Framing Burst].
De closeup (macro)• Bij het opnemen van stilstaande beelden is
opnamefunctie werkt niet.
(Camera) op het menu ingesteld op
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie) of
(vuurwerkfunctie).
p Zet deze in een andere stand (blz. 32).
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
p Stel [Red Eye Reduction] op het Setup-scherm in op [On] (blz.
29 en 111).
—
Verhelpen van storingen
p Zet deze op
(blz. 22).
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie),
flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 29).
p Zet deze in een andere stand (blz. 32).
NL
95
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 17 en 112).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed.
p Stel de belichting goed in (blz. 51).
Beelden bekijken
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden weergeven.
• De modusschakelaar staat niet op
.
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de
computer.
• De camera kan een beeldbestand dat van de
vaste schijf van de computer is gekopieerd niet
weergeven als het bestand is bewerkt.
• De camera bevindt zich in de USB-modus.
p Zet deze op
p Zie blz. 88.
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
• Het video-uitgangssignaal van de camera is
verkeerd ingesteld op het Setup-scherm.
• De aansluiting is niet goed.
• De USB-kabel zit nog in de USB-aansluiting.
p Verander de instellingen (blz. 44 en 112).
—
p Zie blz. 98.
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
NL
96
(blz. 35).
—
p Breng de USB-verbinding tot stand (blz. 82 en 89).
p Controleer de aansluiting (blz. 37).
p Volg de procedure in de opmerking P op blz. 82 (Windows) of
1 op blz. 89 (Macintosh) en koppel de USB-kabel los.
Beelden wissen/bewerken
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een
schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand
LOCK staat.
p Annuleer de beveiliging (blz. 68).
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 116).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 68).
p U kunt het per ongeluk wissen van beelden voorkomen door de
schrijf-beveiligingsschakelaar van een "Memory Stick Duo"
voorzien van een schrijf-beveiligingsschakelaar in de stand
LOCK te zetten (blz. 116).
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden —
en Multi Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden.
U kunt de beelden niet
knippen.
• De bewegende beelden duren niet lang genoeg —
om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden kunnen niet
p Annuleer de beveiliging (blz. 68).
worden geknipt.
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. —
—
Verhelpen van storingen
NL
97
Computers
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
—
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 77 en 89).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 77).
Uw computer herkent de
camera niet.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
NL
98
p Schakel de camera in (blz. 16).
p Gebruik de netspanningsadapter (blz. 15).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 81).
p Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als het USBaansluitpunt, en sluit deze daarna opnieuw stevig aan. Zorg dat
er "USB Mode" op het LCD-scherm wordt aangegeven
(blz. 81).
De camera is niet goed aangesloten op het USB- p Sluit de camera goed aan (blz. 10).
aansluitpunt.
[USB Connect] is ingesteld op [PTP] op het
p Zet deze op [Normal] (blz. 44 en 112).
Setup-scherm.
De USB-aansluitingen van uw computer zijn
p Koppel alle apparatuur los, behalve het toetsenbord, de muis en
verbonden met andere apparatuur, afgezien van
het USB-aansluitpunt, van de USB-aansluitingen van de
het toetsenbord, de muis en het USBcomputer.
aansluitpunt.
De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een
computer.
USB-hub of ander apparaat.
Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 78).
Uw computer herkent het apparaat niet goed
p Wis het verkeerd herkende apparaat van uw computer (blz. 84),
omdat u de camera hebt aangesloten op de
en installeer daarna het USB-stuurprogramma (blz. 78).
computer met behulp van een USB-kabel
voordat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
CD-ROM (bijgeleverd).
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
—
—
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de USB-kabel (blz. 81).
p Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz.
83, 85 en 89).
p Als u de "Image Transfer" software gebruikt, zie blz. 82.
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Image
Transfer" niet
automatisch.
—
p Kies [Launch Image Transfer automatically when your camera,
etc., is connected.] bij [Basic] instelling (blz. 83).
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 81).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft het bestand rechtstreeks vanaf de
"Memory Stick Duo" weer.
p Kopieer het bestand naar de harde schijf van uw computer en
geef daarna het bestand weer vanaf de harde schijf (blz. 82, 83,
85 en 89).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
—
—
p Controleer de printerinstellingen.
p Klik op HELP van de applicatiesoftware "ImageMixer Ver. 1.5
for Sony".
Een foutmelding
verschijnt nadat de CDROM (bijgeleverd) in de
computer is geplaatst.
• Het beeldscherm van uw computer is niet juist
ingesteld.
p Stel het computerbeeldscherm als volgt in:
Windows: 800 × 600 beeldpunten of meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Macintosh: 800 × 600 beeldpunten of meer
32.000 kleuren of meer
—
—
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Verhelpen van storingen
NL
99
“Memory Stick Duo”
NL
100
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick Duo" in de camera
plaatsen.
• U plaatst deze op de verkeerde manier in de
camera.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 19).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" voorzien
van een schrijf-beveiligingsschakelaar en de
schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" staat in de stand LOCK.
• De "Memory Stick Duo" is vol.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 116).
U kunt een "Memory Stick
Duo" niet formatteren.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" voorzien
van een schrijf-beveiligingsschakelaar en de
schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory
Stick Duo" staat in de stand LOCK.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 116).
U hebt een "Memory Stick
Duo" per ongeluk
geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo"
worden gewist bij het formatteren. U kunt deze
niet herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten om te
voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 116).
p Wis overbodige beelden (blz. 39 en 74).
p Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 72 en 116).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
Overige
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.)
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De camera is niet goed aangesloten op het USBaansluitpunt.
p Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 117).
p Laad de accu op (blz. 11).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan op de multi-aansluiting
van de camera en op een stopcontact (blz. 15).
p Sluit de camera goed aan (blz. 10).
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut
weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u op
de RESET toets rechtsonder op de regelknop met behulp van
een puntig voorwerp, en schakelt u daarna de camera weer in.
(Door indrukken van deze toets gaan de alle instellingen
inclusief de datum en tijd verloren.)
p Controleer de indicatie (blz. 121 tot 124).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden.
p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen,
alvorens de camera te gebruiken (blz. 113).
De camera wordt warm
nadat deze enige tijd is
gebruikt.
—
p Dit is normaal.
Verhelpen van storingen
U kunt een indicatie op het —
LCD-scherm niet
herkennen.
NL
101
Waarschuwingen en
meldingen
Op het LCD-scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 19).
System error
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 16).
Memory Stick error
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 116).
• De "Memory Stick Duo" is beschadigd of de contactpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil.
• Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze (blz. 19).
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 116).
Format error
• De "Memory Stick Duo" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick Duo" opnieuw (blz. 41).
• Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere keren opnieuw (blz. 19).
Memory Stick locked
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" voorzien van een schrijf-beveiligingsschakelaar en de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" staat in de stand LOCK. Schuif deze in de opnamestand
(blz. 116).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick Duo" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden of
gegevens (blz. 39 en 74).
Read only memory
• De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick Duo".
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerst drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". U kunt geen
mappen aanmaken.
NL
102
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 45).
Lens cover closed
• Het lensdeksel wordt gesloten wanneer de modusschakelaar op
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
For "InfoLITHIUM" battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
of
wordt gezet.
Melding
Betekenis/Oplossing
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Cannot divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te onderverdelen.
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Invalid operation
• U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 11). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is.
• Er is onvoldodende licht, dus u houdt de camera niet stabiel genoeg. Gebruik de flitser en zet de camera stabiel neer.
Maar de trilling-waarschuwingsindicatie gaat niet uit.
• De camera staat niet stabiel, waardoor trillingen gemakkelijk optreden. Houd de camera stevig met beide handen
vast en neem het beeld op. Merk echter op dat de trilling-waarschuwingsindicatie niet uitgaat.
640(Fine) is not available
• Plaats een "Memory Stick PRO Duo".
Verhelpen van storingen
NL
103
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
NL
104
Code
Oorzaak
Oplossing
C:32: ss
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
Schakel het apparaat uit en daarna weer in
(blz. 16).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick Duo".
Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere
keren opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick Duo" geplaatst.
Formatteer de "Memory Stick Duo"
(blz. 41).
De geplaatste "Memory Stick
Duo" kan niet in deze camera
worden gebruikt, of de gegevens
zijn beschadigd.
Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo"
(blz. 19).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
Druk op de RESET-toets (blz. 91)
rechtsonder op de regelknop, en schakel
daarna de camera weer in.
E:61: ss
E:91: ss
Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony
indien u het probleem niet zelf kunt
oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de
bovenstaande oplossingen hebt
uitgeprobeerd.
Aanvullende informatie
E-Mail
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick Duo",
het beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u een
"Memory Stick Duo" kiest.
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-M256
MSX-M512
5M
6 (11)
12 (23)
25 (46)
50 (94)
91 (170)
186 (345)
3:2
6 (11)
12 (23)
25 (46)
50 (94)
91 (170)
186 (345)
3M
9 (17)
20 (35)
40 (71)
80 (143)
145 (255)
296 (518)
1M
23 (42)
47 (85)
96 (171)
192 (343)
340 (595)
691 (1210)
VGA
81 (162)
163 (327)
328 (657)
658 (1317)
1190 (2381)
2420 (4841)
Voice
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-M256
MSX-M512
5M
6 (11)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183 (337)
3:2
6 (11)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183 (337)
3M
9 (17)
19 (34)
39 (69)
79 (138)
142 (246)
290 (500)
1M
22 (38)
45 (78)
91 (157)
183 (316)
324 (549)
660 (1117)
VGA
69 (121)
140 (245)
281 (492)
564 (987)
1020 (1785)
2074 (3630)
Als de opnametijd 5 seconden is
Multi Burst
1M
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-M256
MSX-M512
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
357 (649)
726 (1320)
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kan
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 21.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
(Eenheden: beelden)
NL
105
Bewegend beeld
16MB
32MB
64MB
128MB
—
—
—
—
0:02:57
0:06:02
640(Standard)
0:00:42
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
160
0:11:12
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
640(Fine)
Notatie van de opnametijd
De tijd wordt van links naar rechts
aangegeven in de volgorde uren, minuten en
seconden. Voorbeeld: [1:10:28] t 1 uur,
10 minuten, 28 seconden
NL
106
MSX-M256 MSX-M512
Menuonderdelen
Welke menuonderdelen er gewijzigd
kunnen worden is afhankelijk van de positie
van de modusschakelaar.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
(Camera)
staat
Instelling
Beschrijving
/
/
/
/
/ Program / xAuto
/
/
/
De camerafunctie kiezen (blz. 23).
De belichting regelen (blz. 51).
9 (Focus)1) 5)
∞/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Spot AF /
Center AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 47), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
(Metering
Mode)1)
Spot / xMulti
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 53). De
lichtmeetplaats instellen.
WB (White Bal)1) 5)
ISO1)
(P.Quality)1)
WB /
/
/
/
/ xAuto
De witbalans instellen (blz. 55).
400 / 200 / 100 / xAuto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt.
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 44).
Aanvullende informatie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
(EV)1)
NL
107
Onderdeel
Instelling
Mode (REC Mode)5) Voice
E-Mail
Multi Burst
Exp Brktg
Framing Burst
Speed Burst
xNormal
BRK (Bracket
Step)3)
(Interval)3)
M
± (Flash Level)4)
PFX (P.Effect)1)
Beschrijving
– Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen
(blz. 60).
– Naast het gekozen beeldbestand (blz. 59) nog een JPEG-bestand van klein
formaat (320×240) opnemen.
– Een continue Burst van 16 frames opnemen binnen een enkel stilstaand beeld
met een enkele druk op de sluiterknop (beeldformaat 1 M) (blz. 58).
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 54).
– Een Multi Burst-reeks beelden opnemen terwijl de beelden worden weergegeven
op het LCD-scherm (blz. 57).
– Een Multi Burst-reeks beelden opnemen met een kort opname-interval (blz. 57).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
±1.0EV / x±0.7EV / ±0.3EV
De belichtingscompensatiewaarde instellen voor het opnemen van drie beelden met
verschoven belichting (blz. 54). (Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer
[Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Exp
Brktg].)
1/7.5 / 1/15 / x1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 58). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
High / xNormal / Low
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 57).
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
(Saturation)2)
+ / xNormal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)2)
+ / xNormal / –
De contrast van het beeld instellen. De
instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer de
+ / xNormal / –
De scherpte van het beeld regelen. De
instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer de
(Sharpness)2)
indicatie verschijnt (behalve
1) Dit
verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto].
verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Program].
3) Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto],
(vergrootglasfunctie),
(schemerfunctie),
(vuurwerkfunctie).
4) Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto],
(schemerfunctie) of
(vuurwerkfunctie).
5) De beschikbare instellingen zijn beperkt afhankelijk van de
(Camera) instellingen op het menu.
2) Dit
NL
108
(schemer-portretfunctie) of
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
(EV)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 51).
9 (Focus)
∞/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Spot AF /
Center AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 47), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
Spot / xMulti
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 53). De
lichtmeetplaats instellen.
(Metering Mode)
WB (White Bal)
PFX (P.Effect)
/
/
/
/ xAuto
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
De witbalans instellen (blz. 55).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
Aanvullende informatie
NL
109
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
(Folder)
OK / Cancel
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 62).
(Protect)
—
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 68).
(DPOF)
—
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken, en deze opheffen (blz. 70).
Interval
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 64). (Alleen in de
enkelbeeldmodus)
x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
xFolder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
xOn / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
(Slide)
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
NL
110
5M / 3M / 1M / VGA / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 69). (Alleen in
de enkelbeeldmodus)
(Rotate)
(links) /
(rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 65). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
(Divide)
OK / Cancel
Bewegende beelden splitsen (blz. 76). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
Setup-onderdelen
Het Setup-scherm verschijnt wanneer u
verder gaat naar
op het menu en
nogmaals op B drukt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
(Camera)
Instelling
Beschrijving
AF Mode
xSingle / Monitor / Cont
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 49).
Digital Zoom
xSmart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 26).
Date/Time
Day & Time / Date / xOff Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 30).
De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burst-functie.
Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet tijdens het opnemen.
Red Eye Reduction
On / xOff
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 29).
AF Illuminator
xAuto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het moeilijk
is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 30).
Auto Review
On / xOff
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Indien ingesteld op [On], wordt het
opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. Gedurende deze periode
kunt u het volgende beeld niet opnemen.
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Format
OK / Cancel
De "Memory Stick Duo" formatteren. Merk op dat door formatteren alle gegevens op de
"Memory Stick Duo" verloren gaan, inclusief beveiligde beelden (blz. 41).
Create REC. Folder
OK / Cancel
Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 46).
Change REC. Folder OK / Cancel
Aanvullende informatie
Onderdeel
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 46).
NL
111
1
(Setup 1)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
LCD Brightness
Bright / xNormal / Dark
De helderheid van het LCD-scherm kiezen. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
LCD Backlight
Bright / xNormal
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere
goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt.
Verschijnt alleen als u de camera gebruikt met de accu.
Beep
Shutter
xOn
Off
– Het sluitergeluid activeren. (Wanneer u de sluiterknop indrukt, is het sluitergeluid te horen.)
– Bij indrukken van de regelknop/sluiterknop de pieptoon/het sluitergeluid activeren.
– De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
A Language
—
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
File Number
xSeries
– Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick Duo" wordt
verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt.
– De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het
hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
2
(Setup 2)
Reset
NL
112
USB Connect
PTP / xNormal
De USB modus veranderen (blz. 81).
Video Out
NTSC
PAL
– Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
Clock Set
OK / Cancel
De datum en tijd instellen (blz. 17 en 44).
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
• Verdunner
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerpdoeken
• Vluchtige insecticiden
• Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
De camera is ontworpen om gebruikt te
worden bij temperaturen tussen 0°C en
40°C. Het maken van opnamen op extreem
koude of warme plaatsen met temperaturen
die buiten het bovenstaande bereik vallen,
is niet aan te bevelen.
Dragen
Ga niet op een stoel of andere plaats zitten
met de camera in uw achterzak van uw
broek of rok omdat hierdoor een storing kan
optreden of de camera beschadigd kan
raken.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Aanvullende informatie
• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan vervormd raken of hierdoor
kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Reiniging
NL
113
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
NL
114
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een muurstopcontact
met behulp van de netspanningsadapter of
plaats een volledig opgeladen accu, en laat
de camera 24 uur of langer uitgeschakeld
liggen.
• De inwendige, oplaadbare knoopbatterij
bevindt zich in de camera aan de linkerkant
achter het deksel van de gleuf voor de accu.
Verwijder de oplaadbare knoopbatterij nooit,
behalve wanneer u de camera weggooit.
De interne oplaadbare knoopbatterij
verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
a Open het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
Houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij
c Trek de batterijhouder in de
richting van de pijl naar buiten
en trek de flexibele kabel
waarmee de batterijhouder
vast zit eraf.
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de knoopbatterij
is verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
d Draai de batterijhouder om en
duw de knoopbatterij er met
het gereedschap vanaf de
onderkant uit.
Interne oplaadbare
knoopbatterij
Aanvullende informatie
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
b Duw de punt van het
gereedschap in de sleuf in de
houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij, aan
de linkerkant van de batterijinsteekopening, en trek deze
in de richting van de pijl.
NL
115
1)
Over "Memory Stick"
"Memory Stick" is een compacte draagbare
IC-opnamemedium met een
gegevenscapaciteit groter dan dat van een
floppy disk.
De typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt met deze camera staan
vermeld in de onderstaande tabel. Een
goede werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
"Memory Stick" type
NL
116
Opnemen/
weergeven3)
Memory Stick
–
Memory Stick Duo
a
Memory Stick Duo
(MagicGate/hoge
gegevensoverdrachtsnelheid)1)
a2)
MagicGate Memory Stick
–
MagicGate Memory Stick
Duo1)
a
Memory Stick PRO
–
Memory Stick PRO Duo1)
a2)
"MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory
Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van encryptietechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
2)
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
3)
Bewegende beelden met 640(Fine)
beeldformaat kunnen alleen worden
opgenomen op en weergegeven vanaf een
"Memory Stick PRO Duo".
• Als een "Memory Stick Duo" is geformatteerd
op een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo"
• U kunt beelden niet opnemen, bewerken of
wissen als u de schrijf-beveiligingsschakelaar4)
met een puntig voorwerp verschuift naar
LOCK.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar4)
Plaats voor notities
De positie of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar4) kan verschillend zijn
afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u
gebruikt.
4) De "Memory Stick Duo" die bij deze camera
werd geleverd heeft geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u de
bijgeleverde "Memory Stick Duo" gebruikt,
moet u opletten niet per ongeluk gegevens te
wissen of te bewerken.
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" eruit is
gehaald of de camera is uitgeschakeld tijdens
het lezen of schrijven
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit
of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
Opmerkingen over het gebruik van
een Memory Stick Duo-adapter
(bijgeleverd)
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in een "Memory Stick" compatibel apparaat,
moet u eerst de "Memory Stick Duo" in de
Memory Stick Duo-adapter steken.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, controleert u
eerst de juiste richting waarin de "Memory
Stick Duo" moet worden ingebracht en steekt u
hem daarna helemaal erin. Als u hem in de
verkeerde richting erin steekt, kan dit leiden tot
een storing.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gestoken
in een Memory Stick Duo-adapter gebruikt in
een "Memory Stick" compatibel apparaat,
controleert u dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting erin wordt gestoken. Merk op dat
door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
• Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" is een lithiumion-accu
met de mogelijkheid om gegevens die
betrekking hebben op de
bedieningsomstandigheden van uw camera
uit te wisselen.
De "InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden
bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot
30°C. Indien u de accu buiten dit
temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans
dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
Aanvullende informatie
• Druk niet te hard wanneer u een notitie erop
schrijft.
• Plak geen etiket op de "Memory Stick Duo"
zelf of op de Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick
Duo" niet aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• De "Memory Stick Duo" niet slaan, verbuigen
of laten vallen.
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de the "Memory Stick Duo" uit de buurt
van kinderen. Ze kunnen hen per ongeluk
inslikken.
• U mag de "Memory Stick Duo" niet gebruiken
of bewaren op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO Duo" (niet bijgeleverd)
Een "Memory Stick PRO Duo" met een capaciteit
van maximaal 512MB is getest en goed bevonden
voor gebruik met deze camera.
NL
117
Doeltreffend gebruik van de
accu
• Bij lage temperaturen verminderen de
prestaties van de accu. Op koude plaatsen
kan de accu daarom minder lang worden
gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om
de accu langer mee te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen,
en plaats deze in de camera vlak
voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de batterij
sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor
twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en om
proefopnamen te maken alvorens u de
eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
NL
118
Batterij-restladingsindicatie
Hoe u de accu moet bewaren
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de batterij-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad de
accu volledig op zodat de batterijrestladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien de
accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter
niet altijd opnieuw de juiste batterijrestladingsindicatie worden aangegeven.
• Als u de accu gedurende een lange tijd
niet denkt te gaan gebruiken, volgt u
eenmaal per jaar de volgende procedure
om een goede werking te behouden.
1 Laad de accu volledig op.
2 Ontlaad de accu in de camera.
3 Haal de accu uit de camera en bewaar
deze op een droge, koele plaats.
• Om de accu helemaal leeg te maken in de
camera, laat u POWER aan staan in de
diavoorstelling-weergavefunctie
(blz. 64) totdat de camera wordt
uitgeschakeld.
• Bewaar en transporteer de accu altijd in
de accuhouder om te voorkomen dat de
accupolen vuil worden of kortgesloten
worden.
Levensduur van de batterijen
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter is geworden, is
waarschijnlijk het einde van de
levensduur van de accu bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede
bepaald door de manier waarop deze
wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
[LCD-scherm]
LCD-paneel
6,2 cm (2,5 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
211 200 (960×220) beeldpunten
[Algemeen]
Gebruikte accu
NP-FT1
Voeding
3,6 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen)
1,6 W
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
91×60×21 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 180 g (inclusief accu NP-FT1,
"Memory Stick Duo", en polsriem)
Ingebouwde microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Ingebouwde luidspreker
Piëzo-elektrische luidsprekers
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II Compatibel
Aanvullende informatie
Beeldsysteem
7,66 mm (1/2,4 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 6,7 – 20,1 mm (38 – 114 mm
gerekend naar de normen van een
35 mm kleinbeeldcamera)
F3,5 – 4,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting, scènekeuze
(8 standen)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Kaarslicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
overeenkomstig JPEG, compatibel
met DPOF
Audio met stilstaande beelden:
overeenkomstig MPEG1 (mono)
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick Duo"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO ingesteld
op Auto):
0,3 m tot 1,5 m (W)
0,5 m tot 1,5 m (T)
Multi-aansluiting
NL
119
xUC-TA USB-aansluitpunt
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
A/V OUT (MONO)-aansluitbus (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch,
synchronisatie negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 1 kΩ
USB-aansluiting B
USB-verbinding
High-Speed USB
(compatibel met USB 2.0 voor hoge
snelheid)
DC IN-bus
Aansluiting van de camera
x AC-LM5/LM5A
netspanningsadapter
NL
120
Voeding 100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomsterkte
0,2 A
Stroomverbruik
AC-LM5 10 W
AC-LM5A 11 W
Nominale uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
AC-LM5 Circa 47×30×80 mm
AC-LM5A Circa 48×29×81 mm
(B/H/D, exclusief uitstekende delen)
Gewicht AC-LM5 Circa 170 g
AC-LM5A Circa 160 g
exclusief netsnoer
x NP-FT1 accu
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
2,4 Wh (680 mAh)
x Accessoires
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
AC-LM5/LM5A netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
UC-TA USB-aansluitpunt (1)
USB-kabel (1)
NP-FT1 accu (1)
A/V-verbindingskabel (1)
Polsriem (1)
"Memory Stick Duo" (32 MB) (1)
Memory Stick Duo-adapter (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-013)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande beelden
1
2
3
4
5
6
60min
101
VGA
1/30”
C:32:00
SOLARIZE
+
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
w;
wa
7
S AF
A Opnamemodus-indicatie (54, 5760)
B AE/AF-vergrendelingsindicatie
(22, 50)
C Batterij-restladingsindicatie (13)
D Witbalans-indicatie (55)/
Camerafunctie-indicatie (23)/
Flitsmodus-indicatie (29)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (29)
ws
wd
wf
wg
wh
E Scherpte-indicatie (108)/
Verzadiging-indicatie (108)/
Contrast-indicatie (108)/
AF-illuminator (30, 111)
F Lichtmeetmodus-indicatie (53)/
Beeldeffect-indicatie (61)
G Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (103)
H Macro indicatie (27)
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Aanvullende informatie
8
9
q;
qa
125 F3.5
I AF-modus (49)/Indicatie van AFframe van bereikzoeker (47)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(50)
J Dradenkruis van de spot
lichtmeting (53)
K Lange sluitertijd NR-indicatie
(34)/Sluitertijd-indicatie
L Multi Burst-intervalindicatie (58)/
Beeldformaat-indicatie (20)
M Beeldkwaliteitsindicatie (44)
N Opnamemapindicatie (45)
O Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (21)
P Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
Q Zelfdiagnosefunctie (104)/
Datum/tijd-indicatie (17)
R ISO-richtgetalindicatie (107)
S Bracket-stapgrootte-indicatie
(54)
T Zelfontspanner-indicatie (28)
U Histogram-indicatie (52)
V Menu/Gidsmenu (43)
W EV-niveau-indicatie (51)
X Diafragmawaarde-indicatie
Y Trillingswaarschuwing-indicatie
(103)
Z AF-bereikzoekerframe (47)
NL
121
Bij opname van bewegende beelden
1
q;
qa
qs
2
3
4
STD
640
101
60min
STBY 00:00:00 [00:28:25]
C:32:00
SOLARIZE
5
qd
qf
qg
+
6
7
qh
8
qj
9
A
B
C
D
E
F
G
H
NL
122
I
J
Opnamemodus-indicatie (72)
Batterij-restladingsindicatie (13)
Witbalans-indicatie (55)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (103)
Lichtmeetmodus-indicatie (53)/
Beeldeffect-indicatie (61)
Dradenkruis van de spot
lichtmeting (53)
Macro indicatie (27)
Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (47)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(50)
AF-bereikzoekerframe (47)
Beeldformaat-indicatie (72)
K Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur] (106)
L Opnamemapindicatie (45)
M Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
N Zelfdiagnosefunctie (104)
O Zelfontspanner-indicatie (28)
P Menu/Gidsmenu (43)
Q EV-niveau-indicatie (51)
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij weergave van stilstaande beelden
8
9
q;
1
2
60min
3
4
5
VGA
101
x1.3
12/12
C:32:00
+2.0EV
500 F3.5
6
qa
qs
qd
qf
qg
7
BACK/NEXT
qh
J Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
K Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
L Zelfdiagnosefunctie (104)
M Lichtmeetmodus-indicatie (53)/
Flits-indicatie/Witbalansindicatie (55)
N Sluitertijd-indicatie/
Diafragmawaarde-indicatie
O Histogram-indicatie (52)
P Opnamedatum van het
weergavebeeld (30)/Menu/
Gidsmenu (43)
Aanvullende informatie
A Beeldformaat-indicatie (20)
B Opnamemodus-indicatie (54, 5760)
C Volume-indicatie (60)/
Beveiligingsindicatie (68)/
Afdrukmarkering (DPOF)indicatie (70)
D Zoom-vergrotingsindicatie (63)/
Jog-weergave-indicatie (67)
E Map-veranderen-indicatie (46)
F EV-niveau-indicatie (51)/ISOrichtgetalindicatie (107)
G Map-bestandsnummer (86)
H Weergavemapindicatie (62)
I Beeldnummer
VOLUME
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
123
Bij weergave van bewegende beelden
1
8
9
2
3
4
5
6
7
60min
101
160
101
VOL.
8/8
00:00:12
0
qa
qs
qd
qf
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
NL
124
Beeldformaat-indicatie (72)
Opnamemodus-indicatie (72)
Weergave-indicatie (73)
Volume-indicatie (73)
Map-veranderen-indicatie (62)
Weergavemapindicatie (62)
Beeldnummer
Opnamemapindicatie (46)
Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
Teller (73)
Weergavebeeld (73)
Weergavebalk (73)
Menu/Gidsmenu (43)
• Door indrukken van MENU kan het menu
worden in- en uitgeschakeld.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Index
Index
A
Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/
weergegeven .............................14, 21, 105
Accu opladen ............................................11, 117
AE/AF-vergrendeling ...........................22, 24, 50
AF-bereikzoekerframe ......................................47
AF-bewaking (Monitor) ...................................49
Afdrukmarkering (DPOF) ................................70
AF-functie ........................................................49
AF-illuminator ..........................................30, 111
AF-vergrendeling .............................................50
Auto Review ...................................................111
Automatische instelfunctie ...............................22
Automatische scherpstelling ......................24, 47
Automatische uitschakelingsfunctie .................16
A/V-verbindingskabel .......................................37
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm .......................................... 73
Bewegende beelden wissen ............................. 74
Burst ................................................................ 57
C
CD-ROM ......................................................... 77
Center AF ........................................................ 47
Clock Set ........................................... 17, 44, 112
Closeup (macro)-opnamefunctie ..................... 27
Condensvorming ............................................ 113
Continu-AF (Continuous) ................................ 49
Contrast ......................................................... 108
D
Datum en tijd instellen ............................ 17, 112
Diavoorstelling ................................................ 64
Digitale zoom .................................................. 26
DPOF ............................................................... 70
E
Batterij-restladingsindicatie .....................13, 118
Beeld vergroten ................................................63
Beeldeffect ........................................................61
Beelden bekijken op de televisie ......................37
Beelden bekijken op het LCD-scherm .............35
Beelden bekijken op uw computer ...................90
Beelden kopiëren naar uw
computer ...............................82, 83, 85, 89
Beeldformaat ......................................20, 21, 105
Beeldkwaliteit ...................................................44
Belichtingscategorie .........................................54
Bestandsnamen .................................................86
Beveiliging .......................................................68
E-mail .............................................................. 59
Enkelvoudig scherm ........................................ 35
Enkelvoudige-AF (Single) ............................... 49
EV-afstelling .................................................... 51
F
Flitser ............................................................... 29
Flitserniveau .................................................... 57
Formaat veranderen ......................................... 69
Formatteren ...................................................... 41
Frame Burst ..................................................... 57
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 15
Gelijkstroomstekker ................................... 11, 15
H
Helderheid van het LCD-scherm ................... 112
Histogram ........................................................ 52
I
Image Transfer ................................................. 79
ImageMixer ..................................................... 80
In- en uitschakelen ........................................... 16
Index-scherm ................................................... 36
"InfoLITHIUM" accu .................................... 117
Installeren ............................................ 78, 79, 80
ISO ................................................................. 107
J
JPG ................................................................... 87
K
Knippen van bewegende beelden .................... 76
L
Lange sluitertijd NR ........................................ 34
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ................ 25
Levensduur van de batterijen ................... 14, 119
Lichtmeetmodus .............................................. 53
Lichtmeting met meerdere patronen ................ 53
Index
B
G
NL
125
M
Q
V
Macro ............................................................... 27
Map ............................................................ 45, 62
Memory Stick Duo .................................. 19, 116
"Memory Stick Duo" aanbrengen ................... 19
Menu-instellingen .................................... 43, 107
Modusschakelaar ................................... 9, 17, 23
MPG ................................................................ 87
Multi Burst ................................................ 58, 66
Multipoint AF .................................................. 47
Quick Review .................................................. 24
Vermindering van het rode-ogeneffect ............. 29
Verzadiging .................................................... 108
VGA ......................................................... 21, 105
Voice ................................................................ 60
Voorzorgsmaatregelen .................................... 113
N
Netspanningsadapter ................................. 11, 15
NTSC-systeem ......................................... 38, 112
O
Onderverdelen ................................................. 76
Oplaadtijd ........................................................ 13
Opnemen van bewegende beelden ................... 72
Opnemen van stilstaande beelden ................... 22
Opslagbestemming van bestanden .................. 86
R
Regelknop ........................................................ 16
Reiniging ....................................................... 113
RESET-toets .................................................... 91
Resterende opname/weergave-tijd ........... 14, 105
Roteren ............................................................. 65
S
Scènekeuze ...................................................... 32
Schermweergave ...................................... 25, 121
Scherpstelling-voorkeuze ................................ 50
Scherpte ......................................................... 108
Setup ........................................................ 44, 111
Slimme-zoomfunctie ....................................... 26
Snelle Burst ...................................................... 57
Spot lichtmeting ............................................... 53
Stilstaande beelden wissen .............................. 39
T
P
PAL-systeem ............................................ 38, 112
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 112
Precizie digitale zoom ..................................... 26
Programmafunctie voor automatisch
opnemen ................................................. 23
Projecteren van de datum en tijd ............. 30, 111
PTP .................................................... 77, 89, 112
Punt-AF ........................................................... 48
NL
126
Toegangslampje ............................................... 19
Trimmen .......................................................... 64
TV-kleursysteem .............................................. 38
U
USB-aansluitbus ........................................ 10, 81
USB-aansluitpunt ............................................. 10
USB-functie ............................................... 77, 89
USB-stuurprogramma ................................ 78, 89
USB-verbinding ....................................... 81, 112
W
Waarschuwingen en meldingen ..................... 102
Weergavezoom ................................................. 63
Witbalans ......................................................... 55
Z
Zelfdiagnosefunctie ....................................... 104
Zelfontspanner ................................................. 28
Zoom ................................................................ 25
Stampato su carta 100% riciclata
con inchiostro a base di olio
vegetale senza COV (composto
organico volatile).
3085733440
Gedrukt op 100%
kringlooppapier met VOC
(vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis
van plantaardige olie.
Ulteriori informazioni su questo prodotto e risposte agli interrogativi
più comuni sono reperibili presso il nostro sito Web di sostegno
acquirenti.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
Sony Corporation Printed in Japan