Documenttranscriptie
3-082-311-42(1)
Digital Still Camera
Istruzioni per l’uso
IT
Prima di usare l’apparecchio, leggere attentamente questo manuale e
conservarlo per riferimenti futuri.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel
gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog
kunt raadplegen.
DSC-V1
© 2003 Sony Corporation
NL
Nederlands
Voor klanten in Nederland
WAARSCHUWING
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan
3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Informatie voor kopers in
Europa
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
NL
2
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Auteursrechten
De elektrische zoomlens
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn
met de wetten op de auteursrechten.
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnameapparatuur,
enz. kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden
welke met deze camera zijn opgenomen kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met "Memory Stick" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm naspoor vertonen. Dit is
normaal.
Maak het venster van de flitser
schoon voor deze te gebruiken.
Laat de camera niet nat worden.
NL
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Wanneer er
condensvorming optreedt, zie dan blz. 119 en
volg de aanwijzingen voor het verwijderen van de
condens alvorens u de camera gaat gebruiken.
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht.
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
NL
3
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
• Gebruik de camera niet in de buurt van een
plaats waar sterke radiogolven worden
gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het
is mogelijk dat de camera dan niet goed kan
opnemen of weergeven.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een tvtoestel, radio, tuner, enz. Hierdoor kan ruis in
de camera worden veroorzaakt.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
NL
4
Handelsmerken
• "Memory Stick",
en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Memory Stick Duo" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO" en
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en
zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft en Windows zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken van U.S.
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en andere landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime, iBook en
Power Mac zijn handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
• Pentium is een handelsmerk of wettig
gedeponeerd handelsmerk van Intel
Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
Betreffende de Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een
hoogwaardige Carl Zeiss-lens. Deze lens, die
werkt met het MTF*-meetsysteem voor
camera’s, werd gezamenlijk ontwikkeld door
Carl Zeiss in Duitsland en Sony Corporation
en biedt de befaamde Carl Zeiss-kwaliteit.
∗ MTF is de afkorting van Modulation
Transfer Function, een numerieke waarde
die aangeeft hoeveel licht er zich van een
bepaald gedeelte van het onderwerp
verzamelt op de overeenkomstige positie
binnen het beeld.
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken .......3
Onderdelen ...............................................8
Voorbereidingen
Opladen van de accu ...............................10
Gebruik van een externe stroombron ......13
Gebruik van de camera in het
buitenland .......................................13
In- en uitschakelen van de camera ..........14
Gebruik van de regelknop .......................14
De datum en tijd instellen .......................15
Opnemen van stilstaande
beelden
Plaatsen en verwijderen van een
"Memory Stick" ..............................17
Instellen van het formaat van stilstaand
beeld................................................18
Beeldformaat en -kwaliteit ......................19
Basisopname van stilstaande beelden
(met automatische regeling) ...........20
Controleren van het laatst opgenomen
beeld — Quick Review...................23
Gebruik van de zoomfunctie...............23
Opnemen van close-ups — Macro......24
Gebruik van de zelfontspanner ...........25
Een flitsmodus kiezen .........................26
Beelden opnemen met de zoeker ........28
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld ...............................29
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera ...................................... 30
Beelden bekijken op een TV-scherm...... 32
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 34
Formatteren van een "Memory Stick" .... 37
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera................................ 39
De menu-instellingen wijzigen........... 39
De onderdelen van het SET UP-scherm
wijzigen .......................................... 39
Gebruik van de jog-draaiknop ............ 40
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen ............................................. 41
Een map aanmaken of kiezen ................. 41
Een nieuwe map aanmaken ................ 42
De opnamemap veranderen ................ 42
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Opnemen met geprogrammeerde
verschuiving — Geprogrammeerde
verschuiving ................................... 43
Opnemen met de handmatige
instellingen......................................43
Sluitertijd-voorkeuze...........................44
Diafragma-voorkeuze..........................45
Handmatige regeling van de
belichting ........................................45
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen ..............................................45
Een scherpstel-bereikzoekerframe
kiezen
— AF-bereikzoeker ........................46
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie.................................47
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze...........48
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................49
Een histogram afbeelden .....................50
Kiezen van de lichtmeetfunctie ...............51
Opnemen met vaste belichting
— AE LOCK ..................................52
Drie beelden opnemen met verschoven
belichting
— Exposure Bracket .......................53
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ...................................55
Opnemen bij donker ................................56
NightShot ............................................56
NightFraming ......................................57
NL
5
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau .............................. 58
Opnemen van meerdere frames
— Clip Motion ............................... 58
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst ................................ 60
Drie beelden continu opnemen
— Burst 3 ....................................... 60
Stilstaande beelden opnemen in de TIFFmodus
— TIFF........................................... 61
Stilstaande beelden voor e-mail opnemen
— E-Mail........................................ 62
Stilstaande beelden opnemen met
audiobestanden
— Voice ......................................... 62
Opnemen in overeenstemming met de
situatie
— Scènekeuze ................................ 63
Speciale effecten toevoegen
— Beeldeffect................................. 65
Gebruik van een externe flitser ............... 65
Gebruik van de Sony flitser
(niet bijgeleverd) ............................ 66
Gebruik van een in de handel
verkrijgbare externe flitser ............. 66
Gebruik van een conversielens ............... 67
NL
6
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map ........................................... 68
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten ........................................ 69
Een beeld vergroten
— Weergavezoom ......................... 69
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen.................................... 70
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling.......................... 70
Stilstaande beelden roteren
— Roteren ...................................... 71
Beelden opgenomen in de Multi Burstmodus weergeven........................... 72
Continu weergeven............................. 72
Frame-voor-frame weergeven
— Jog-weergave ............................ 73
Stilstaande beelden monteren
Beelden beveiligen
— Beveiliging ................................ 74
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen .................. 76
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)......... 76
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden ..........79
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ...................................80
Bewegende beelden wissen
— Wissen .......................................81
Bewegende beelden bewerken ................83
Knippen van bewegende beelden .......83
Wissen van overbodige gedeelten van
bewegende beelden.........................84
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows.........................................85
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh .......................................95
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen .........................97
Waarschuwingen en meldingen ............107
Zelfdiagnosefunctie...............................109
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur ..............................110
Menuonderdelen....................................112
SET UP-onderdelen ..............................116
Voorzorgsmaatregelen ..........................119
Over "Memory Stick" ...........................120
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ...121
Technische gegevens.............................124
Het LCD-scherm ...................................126
Index
Index......................................................130
NL
7
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
1
2
3
4
5
0
qa
qs
qd
6
7
8
9
NL
8
A POWER-lampje (14)
B Sluiterknop (21)
C Modusdraaiknop (15, 112)
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden in de
automatische
regelingsfunctie
P: Voor het opnemen van
stilstaande beelden in de
geprogrammeerde functie
S: Voor het opnemen met
sluitertijd-voorkeuze
A: Voor het opnemen met
diafragma-voorkeuze
qf
qg
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
Microfoon
Lens
RESET-toets (onderkant) (97)
Luidspreker (onderkant)
NIGHTSHOT/NIGHTFRAMINGschakelaar (56)
Geavanceerde
accessoireschoen (65)
Flitser (26)
Haak voor schouderriem*
ACC (accessoires)-aansluitbus
(65)
Zelfontspanner-lampje (25)/
Infraroodzender (56)
Hologram-AF (27, 116)
Schroefgat voor statief
(onderkant)
qh
P
Q
qj
* De schouderriem is optioneel.
M: Voor het opnemen met
handmatige belichting
SCN: Voor het opnemen in de
scènekeuzemodus
SET UP: Voor het instellen van
de SET UP-onderdelen
: Voor het opnemen van
bewegende beelden, Clip
Motion-beelden of Multi
Burst-beelden
: Voor het bekijken of
monteren van beelden
D POWER-toets (14)
E Zoekervenster
• De flitser springt automatisch omhoog en gaat
automatisch af. Duw de flitser na gebruik
handmatig omlaag.
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet stevig aan het
statief worden bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
• Gebruik de ACC-aansluitbus voor het
aansluiten van een externe flitser of het statief
voor afstandsbediening.
• Tijdens het opnemen mag u de microfoon niet
aanraken.
1
2
3
4
qf
5
qh
6
qj
qg
Vastmaken van de riem
7
8
9
0
K Batterij/"Memory Stick"-deksel
L Batterij-uitwerphendel (10)
M Toegangslampje (17)
N
(Display/LCD aan/uit)-toets
(28)
O Regelknop
(Menu aan) (v/V/b/B/z)/
(Menu uit) ( / /7/ ) (26, 25, 23,
24)
P Jog-draaiknop (40)
Q Zoomknop (23)
R Haak voor polsriem
S
(Beeldformaat/Wis)-toets
(18, 34)
qk
qa
ql
qs
qd
A Zoeker (28)
Zelfontspanner- (25)/
opnamelampje (rood) (21)
AE/AF-vergrendellampje (groen) (21, 28)
/CHG-lampje (oranje)
(11, 26)
B AE LOCK-toets (52)
C FOCUS-toets (48)
D
/
(Belichting/Index)-toets
(49, 31)
E Busbeschermdeksel
F
(USB)-aansluitbus (89)
G A/V OUT (MONO)-aansluitbus
(32)
H DC IN-aansluiting (10, 13)
I LCD-scherm
J MENU-toets (39, 112)
NL
9
Voorbereidingen
Opladen van de accu
Busbeschermdeksel
Netspanningsadapter
1
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 14).
• Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NPFC11 accu (C-type) (bijgeleverd). U kunt alleen
een C-type accu gebruiken (blz. 121).
2
Batterijuitwerphendel
, Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Plaats de accu met de aanduiding b in de
richting van de batterijhouder, zoals op de
afbeelding is aangegeven.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
• De accu kan gemakkelijk geplaatst worden
door de accu-uitwerphendel aan de voorkant
van het accuvak omlaag te duwen.
NL
10
3
Gelijkstroomstekker
, Open het deksel van de
busbescherming en sluit de
netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC INaansluiting van de camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
kabel aan, met de aanduiding v naar links
gericht.
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter
niet met een vuile stekker. Als u de netspanningsadapter met een vuile stekker gebruikt, is het
mogelijk dat de accu niet goed wordt geladen.
De accu verwijderen
Batterij-restladingsindicatie
60min
5.0M
101
4
S AF
1
4
Voorbereidingen
De batterij-restladingsindicatie op het LCDscherm geeft aan hoeveel tijd er nog beschikbaar
is voor opnemen of bekijken.
2 Naar het stopcontact
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
Het /CHG-lampje (oranje) gaat branden
wanneer het opladen begint, en dooft
wanneer het opladen is voltooid.
Batterij-uitwerphendel
Open het batterij/"Memory Stick"-deksel.
Schuif de batterij-uitwerphendel in de
richting van het pijltje en verwijder de accu.
• Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
• Het zwarte gedeelte van de batterijrestladingsindicatie in de bovenstaande
afbeelding, geeft de werkelijk resterende tijd
aan.
• Wanneer u het LCD-scherm aan-/uitschakelt,
duurt het ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accutijd wordt aangegeven.
• In bepaalde gevallen is de kans aanwezig dat de
resterende tijd niet correct wordt weergegeven.
Oplaadtijd
/CHG-lampje
/CHG
• Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de
gelijkstroomstekker uit de DC IN-aansluiting
van de camera.
Tijd (bij benadering) nodig om een volledig
ontladen accu op te laden met behulp van de
netspanningsadapter bij een temperatuur van
25°C.
Accu
Oplaadtijd (min.)
NP-FC11(bijgeleverd) circa 150
NL
11
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de accu
De tabel geeft bij benadering het aantal beelden
en de levensduur van de accu aan dat kan worden
opgenomen/weergegeven wanneer u beelden
opneemt in de normale functie met een volledig
opgeladen accu bij een temperatuur van 25°C.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven maken het mogelijk de bijgeleverde
"Memory Stick" te wisselen, indien noodzakelijk.
De werkelijke aantallen kunnen lager zijn al naar
gelang de omstandigheden.
Opnemen van stilstaande
beelden
Order gemiddelde omstandigheden1)
NP-FC11 (bijgeleverd)
Beeld- LCD- Aantal
Levensduur
formaat scherm beelden van batterij
(min.)
Aan
circa 150 circa 75
5.0M
Uit
circa 200 circa 100
Aan
circa 150 circa 75
VGA
Uit
circa 200 circa 100
1)
NL
12
Opnemen in de volgende situaties:
– wanneer [P. Quality] op [Fine] staat
– als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– als de zoom beurtelings tussen de uiterste
W- en T-kant omschakelt
– als de flitser iedere twee keer eenmaal
afgaat
– als de stroom iedere tien keer eenmaal aan
en uit gaat
– wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Single] in de SET UP instellingen
Bekijken van stilstaande
beelden2)
Beeldformaat
5.0M
VGA
2)
NP-FC11 (bijgeleverd)
Aantal
Levensduur
beelden
van batterij
(min.)
circa 3.500 circa 175
circa 3.500 circa 175
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden3)
NP-FC11 (bijgeleverd)
LCD-scherm aan LCD-scherm uit
circa 85
circa 130
3)
Continu opnemen op 160 (Mail)
beeldformaat
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de volgende
omstandigheden:
– wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– wanneer de flitser wordt gebruikt
– als de camera is veelvuldig in- en
uitgeschakeld
– als de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] in de SET UP instellingen
– wanneer [Power Save] is ingesteld op [Off] in
de SET UP instellingen
– als de batterij zwak is
Het batterijvermogen wordt minder naarmate
u de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 122).
– wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Monitor]
of [Cont] in de SET UP instellingen
De Power Save functie
Wanneer de Power Save functie in werking
is, kunt u langer opnemen.
Zet de modusdraaiknop op SET UP, en zet
[Power Save] in
(Setup 1) op [On]. De
fabrieksinstelling is [Off] (blz. 118).
1
• [Power Save] wordt alleen afgebeeld wanneer u
de camera van stroom voorziet door middel van
de accu.
Wanneer [Power Save] op [On] staat
Tijdens het opladen van de flitser, knippert het
/CHG-lampje en gaat het LCD-scherm uit.
Nadat het opladen klaar is, gaat het
oplaadlampje uit en gaat het LCD-scherm aan.
Gebruik van een externe stroombron
Busbeschermdeksel
Netspanningsadapter
1
1
Gelijkstroomstekker
, Open het deksel van de
busbescherming en sluit de
netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC INaansluiting van de camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
stekker aan, met de aanduiding v naar links
gericht.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
2
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in alle landen en
gebieden gebruiken met de bijgeleverde
netspanningsadapter voor 100 V t/m 240 V
wisselspanning, van 50/60 Hz. Als de
stekker van de adapter niet in het
stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
Voorbereidingen
2 Naar het stopcontact
Gebruik van de camera
in het buitenland
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, trekt u de
gelijkstroomstekker uit de DC IN-aansluiting
van de camera.
• Het apparaat blijft op de stroombron
aangesloten zolang de stekker in het
stopcontact zit, ook indien het apparaat zelf is
uitgeschakeld.
AC-LS5
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
NL
13
In- en uitschakelen van de camera
POWER-toets
POWER
POWER-lampje
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 15).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
NL
14
• Laat de camera niet gedurende een lange tijd
ongebruikt terwijl de lens is uitgetrokken en de
accu of netspanningsadapter zijn verwijderd,
omdat hierdoor een storing kan worden
veroorzaakt.
• Indien u de camera inschakelt terwijl de
modusdraaiknop op
, P, S, A, M, SCN of
staat, beweegt het lensgedeelte. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
Gebruik van de
regelknop
Automatische
uitschakelingsfunctie
Als u de camera een tijdje* niet hebt
gebruikt tijdens het opnemen, weergeven of
instellen van SET UP, dan schakelt de
camera zichzelf automatisch uit om te
voorkomen dat de accu leeg raakt. De
automatische uitschakelingsfunctie werkt
alleen wanneer de camera op een accu
wordt bediend. In de volgende situaties zal
de camera echter niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
• Wanneer er een stekker in de
(USB)aansluitbus of A/V OUT (MONO)aansluitbus zit.
* Wanneer [Power Save] op [On] staat:
ongeveer 90 seconden
Wanneer [Power Save] op [Off] staat:
ongeveer drie minuten
Spot
Center
Multi
Metering Mode WB
ISO
Mode
FINE
WB
ISO
Fine
Standard
P.Quality Mode
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het SET
UP-scherm (blz. 39) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen te maken.
Voor ieder onderdeel drukt u op v/V/b/B
om de gewenste waarde te kiezen, en drukt
u daarna op de middelste z of v/V/b/B
om de instelling vast te leggen.
De datum en tijd instellen
Modusdraaiknop
2003 / 1 / 1
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
POWER
2003 / 1 / 1
OK
AM
Cancel
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
OK
AM
Cancel
OK
OK
Voorbereidingen
Clock Set
POWER-toets
1
, Zet de modusdraaiknop op
2
.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M, SCN,
of
staat.
• Om de datum en tijd te veranderen, zet u de
modusdraaiknop op SET UP. Kies bij
1
(Setup 1) de optie [Clock Set] (blz. 39 en 118)
en volg de procedure vanaf stap 3.
, Druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare knoopbatterij, die de
stroom levert voor het opslaan van de
tijdgegevens, ooit volledig is uitgeput
(blz. 120), zal opnieuw het Clock Set-scherm
verschijnen. Wanneer dit gebeurt, moet u de
datum en tijd opnieuw instellen door te
beginnen bij stap 3 hierboven.
NL
15
Clock Set
2003 / 1 / 1
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2003 / 7 / 1
OK
AM
Cancel
OK
4
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
NL
2003 / 7 / 4
OK
AM
Cancel
OK
5
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal deze stap
totdat alle rubrieken zijn ingesteld.
• Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
16
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
10 : 30
OK
AM
Cancel
OK
6
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op
de regelknop en daarna drukt u op z.
Opnemen van stilstaande beelden
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick"
Etiketzijde
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Voor verdere informatie over "Memory Stick",
zie blz. 120.
2
Kant met aansluitingen
, Breng de "Memory Stick" aan.
Steek een "Memory Stick" helemaal naar
binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen
zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als
de "Memory Stick" niet juist in de camera is
geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden
op de "Memory Stick" op te nemen of weer te
geven.
3
Toegangslampje
, Sluit het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick"
Open het deksel van de batterijen/"Memory
Stick" en duw tegen de "Memory Stick"
zodat deze eruit springt.
Opnemen van stilstaande beelden
1
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick" nooit verwijderen en
nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
NL
17
Instellen van het formaat van stilstaand beeld
5.0M
Modusdraaiknop
VGA
5.0M
4.5M(3:2)
3.1M
1.2M
VGA
5.0M
4.5M (3:2)
3.2M
1.2M
VGA
Image Size
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M of SCN staat.
Image Size
2
, Druk op
3
(beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 19.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(beeldformaat) zodat het instelmenu
Beeldformaat van het LCD-scherm
verdwijnt.
• Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
NL
18
Beeldformaat en -kwaliteit
Beeldformaat
5.0M
Voorbeelden
2592×1944 Zeer fijne afdrukken
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" bewaard kan worden 2)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)3) wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
16MB
32MB
64MB
128MB
5.0M
6 (11)
12 (23)
25 (48)
51 (96)
92 (174)
188 (354)
384 (723)
4.5M(3:2)
6 (11)
12 (23)
25 (48)
51 (96)
92 (174)
188 (354)
384 (723)
3.1M
10 (18)
20 (37)
41 (74)
82 (149)
148 (264)
302 (537) 617 (1097)
1.2M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
1482
(2694)
VGA
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
5928
(14821)
2)
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard
kan worden, staat vermeld op blz. 110.
3)
Voor verdere informatie over de
beeldkwaliteitsfunctie, zie blz. 41.
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
Opnemen van stilstaande beelden
U kunt het beeldformaat (aantal beeldpunten) en
de beeldkwaliteit (compressieverhouding) kiezen
aan de hand van het soort beelden dat u wilt
opnemen. Hoe groter het beeldformaat en hoe
hoger de beeldkwaliteit, hoe beter het beeld, maar
ook hoe groter de hoeveelheid benodigde data om
het beeld op te slaan. Dit betekent dat u minder
beelden kunt opslaan op de "Memory Stick" (blz.
18 en 41). Kies een beeldformaat en
beeldkwaliteitsniveau toepasselijk voor het soort
beelden dat u wilt opnemen. Het formaat van de
beelden kunt u later veranderen (nadere
bijzonderheden over de functie voor het
veranderen van het beeldformaat vindt u op
blz. 76). U kunt het beeldformaat kiezen uit vijf
keuzemogelijkheden in de volgende tabel. Het
beeldformaat in de hieronder aangegeven tabel is
de minimuminstelling voor het gegeven
voorbeeld. Wanneer u de beeldkwaliteit wilt
verbeteren, kiest u een groter beeldformaat.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
4.5M(3:2) 2592 (3:2) Voor 3:2 afdrukken1)
3.1M
2048×1536 Voor afdrukken van A4formaat beelden
1.2M
1280×960
Voor afdrukken van
briefkaart-formaat beelden
VGA
640×480
Maken van een homepage
1)
Deze keuzemogelijkheid neemt beelden op in
een horizontaal/verticaal-verhouding van 3:2 in
overeenstemming met het formaat van het
gebruikte afdrukpapier.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven op
deze camera, kan het display anders zijn dan
het werkelijke beeldformaat.
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
kan anders zijn dan hier aangegeven afhankelijk
van de opnameomstandigheden.
NL
19
Basisopname van stilstaande beelden (met automatische regeling)
Op de juiste manier
vasthouden van de camera
Modusdraaiknop
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Wees voorzichtig tijdens het opnemen van
beelden met de camera dat uw vingers niet
voor de lens, zoeker, flitser of
infraroodzender komen.
NL
20
De naam van de map waarin het opgenomen
beeld wordt opgeslagen, wordt gedurende
ongeveer vijf seconden op het LCD-scherm
afgebeeld.
• De lensafdekking gaat open wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
• Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de
camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u
op POWER drukt om de camera in te schakelen
of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 23).
• Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om op de "Memory Stick"
op te slaan (blz. 41).
2
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
Houd de camera op de juiste wijze vast en
neem het beeld op.
• De minimaal vereiste afstand voor
scherpstelling op een onderwerp bedraagt
ongeveer 50 cm.
Om onderwerpen op te nemen die zicht
dichterbij bevinden dan dit, gebruikt u de
macrofunctie (blz. 24).
60min
60min
VGA FINE 101
VGA
101
96
95
S AF
S AF
0EV
F2.8
30
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog niet
opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met knipperen
en continu gaat branden, is de camera gereed
voor opname. (Het LCD-scherm kan een
fractie van een seconde bevroren worden,
afhankelijk van het onderwerp.) Bij opnamen
onder donkere omstandigheden zal de flitser
automatisch omhoogkomen en afgaan.
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
• Als de camera geen pieptoon laat horen, is de
automatische scherpstelling niet voltooid. U
kunt verder gaan met opnemen, maar het beeld
is niet goed scherpgesteld (behalve in de
continu-scherpstellingsfunctie, blz. 47).
Wanneer u met de camera stilstaande
beelden opneemt, kunt u kiezen uit de
volgende opnamemethoden:
4
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick".
Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit
gaat, kunt u het volgende beeld opnemen.
• Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 46).
• Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een tijdje
niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 14).
(Automatische instelfunctie)
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld zodat u
gemakkelijk kunt opnemen. De
beeldkwaliteit is op [Fine] ingesteld
(blz. 41).
P (Geprogrammeerd automatisch
opnemen)
U kunt de gewenste opname-instellingen
maken op de menu’s (blz. 39 en 112).
Daarnaast kunt u de combinatie van de Fwaarde en de sluitertijd veranderen
(geprogrammeerde verschuiving, zie
blz. 43).
Opnemen van stilstaande beelden
3
AE/AF vergrendelingsindicatie
Knippert groen t
Is aan
Modusdraaiknop om
stilstaande beelden op te
nemen
S (Sluitertijd-voorkeuze)
U kunt de gewenste opname-instellingen
maken op de menu’s (blz. 39 en 112).
Bovendien kunt u de sluitertijd kiezen
(blz. 44).
NL
21
A (Diafragma-voorkeuze)
U kunt de gewenste opname-instellingen
maken op de menu’s (blz. 39 en 112).
Bovendien kunt u de diafragmawaarde
kiezen (blz. 45).
M (Handmatig)
U kunt de gewenste opname-instellingen
maken op de menu’s (blz. 39 en 112).
Bovendien kunt u handmatig de sluitertijd
en de diafragmawaarde instellen (blz. 45).
SCN (Scènekeuze)
U kunt de volgende functies kiezen
afhankelijk van de opnameomstandigheden
(blz. 63).
–
–
–
–
–
–
NL
22
(Schemerfunctie)
(Schemer-portretfunctie)
(Landschapsfunctie)
(Portretfunctie)
(Sneeuwfunctie)
(Strandfunctie)
Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AF-vergrendelingsindicatie langzaam knipperen.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een venster.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: Het "AFbereikzoekerframe" dat de plaats(en)
waarop wordt scherpgesteld bepaalt aan de
hand van de plaats en grootte van het
onderwerp, en de "AF-functie" die
scherpstelt aan de hand van de AF-response
en het acculadingverbruik.
Zie blz. 45 voor verdere informatie.
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
60min
T (tele-opnamen)
VGA
101
8/8
60min
VGA
S AF
x1.1
W (groothoekopnamen)
60min
x12.0
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Om het beeld op het scherm te
wissen
1 Druk op
(wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
VGA
T
W
101
96
S AF
, Duw de zoomknop omhoog of
omlaag om het gewenste
beeldformaat te kiezen
waarmee u wilt opnemen.
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak
Slimme-zoomfunctie
Digitale bewerkingen maken het mogelijk
dat u op het beeld inzoomt zonder
kwaliteitsverlies.
Wanneer de zoomfactor groter wordt dan
4×, wordt verder vergroten bewerkstelligt
met behulp van de slimme-zoomfunctie.
Wanneer de slimme-zoomfunctie niet nodig
is, stelt u [Smart Zoom] in op [Off] in de
SET UP instellingen (blz. 116).
Wanneer u op de zoomknop drukt,
verschijnt de zoom-vergrotingsindicatie op
het LCD-scherm.
Zoom-vergrotingsindicatie
De T-kant van deze lijn geeft
aan in hoeverre de slimmezoomfunctie wordt gebruikt
Opnemen van stilstaande beelden
2003 7 4 10:30PM
RETURN
101
96
T
W
Review
100-0029
Gebruik van de zoomfunctie
x2.5
• De boven vermelde zoomknoprichtingen zijn
de fabrieksinstellingen. De
zoomknoprichtingen kunnen worden veranderd
door de modusdraaiknop op SET UP te zetten
en [Zoom Lever] te veranderen onder [ 2 ]
(Camera 2) (blz. 117).
• Het lensgedeelte beweegt wanneer de
zoomfunctie in werking is. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
• De zoomvergroting kan niet worden veranderd
tijdens het opnemen van bewegende beelden
(blz. 79).
NL
23
Opnemen van close-ups — Macro
De maximale zoomvergroting hangt af van
het beeldformaat.
[3.1M]: 5.1×
[1.2M]: 8.1×
[VGA]: 16×
Wanneer het beeldformaat [5.0M] of
[4.5M(3:2)] is, werkt de slimmezoomfuctie niet.
• U kunt het beeld niet in de zoeker bevestigen
wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt.
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• De AF-bereikzoeker wordt niet afgebeeld
tijdens het gebruik van de slimme-zoomfunctie.
De AF-frame-indicatie van de bereikzoeker
knippert en de camera stelt met voorrang scherp
op het onderwerp in het midden.
60min
NL
101
96
S AF
1
De macro-opnamefunctie wordt gebruikt
bij het inzoomen op kleine onderwerpen,
zoals bloemen of insecten. U kunt beelden
van dichtbij opnemen tot aan de hieronder
aangegeven afstanden.
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 10 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
Circa 40 cm van het lensoppervlak
24
VGA
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op B ( ) op de
regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie).
(macro-
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M of SCN
(anders dan
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie), blz. 63) of
staat.
Gebruik van de zelfontspanner
60min
VGA
60min
101
VGA
101
60min
96
95
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Wanneer u de macrofunctie gebruikt, moet u
het LCD-scherm gebruiken bij het opnemen.
Als u de zoeker gebruikt, kan er een verschil
zitten tussen wat u ziet en wat u werkelijk
opneemt.
101
0EV
F2.8
30
1
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
De
indicatie (zelfontspanner-indicatie)
verschijnt op het scherm.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M, SCN of
staat.
2
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt en
druk de sluiterknop helemaal
omlaag.
Opnemen van stilstaande beelden
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt en
druk de sluiterknop helemaal
omlaag.
FINE
S AF
S AF
2
VGA
96
S AF
Het zelfontspannerlampje (blz. 9) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
na 10 seconden).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop. De
indicatie verdwijnt van het LCD-scherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
NL
25
Een flitsmodus kiezen
60min
VGA
101
96
S AF
, Zet de modusdraaiknop op
en druk herhaald op v ( ) op
de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
NL
26
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL (Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M, SCN (
(Portretfunctie)) of
(Clip Motion) staat.
• Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] in de
menu-instellingen, is de aanbevolen
opnameafstand met gebruik van de flitser
ongeveer 0,4 m tot 2,8 m (W)/0,4 m tot 2,0 m
(T).
• Bij de menu-instellingen (blz. 58) kunt u de
intensiteit van de flitser regelen met [Flash
Level]. (U kunt de intensiteit van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op
staat.)
• Wanneer u de instelling SL (langzame
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het
/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,
gaat het lampje uit.
• U kunt een externe flitser monteren die geschikt
is voor de hete schoen (blz. 65).
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Om bij het opnemen van
levende onderwerpen het rodeogeneffect te verminderen
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] in de
SET UP instellingen (blz. 116). De
indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat alvast af voordat het opnemen
begint om het rode-ogeneffect te
verminderen.
m
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor automatische vermindering van het
rode-ogeneffect niet altijd het gewenste
resultaat opleveren.
Beelden opnemen met de
hologram-AF
VGA FINE 101
60min
96
S AF
ON
0EV
F2.8
30
• Als het hologram-AF-licht niet voldoende op
het onderwerp valt of als het onderwerp weinig
contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld.
(Er wordt een afstand van circa 0,5 tot 2,8 m
(W)/0,5 tot 2,5 m (T) aanbevolen.)
• Er wordt scherpgesteld zolang het hologramAF-licht op het onderwerp valt, zelfs als het
licht iets naast het midden van het onderwerp
valt.
Betreffende de hologram-AF
"Hologram-AF (automatische
scherpstelling)" is een AF-vullichtsysteem
dat gebruik maakt van laserhologrammen
om u in staat te stellen stilstaande beelden
op te nemen op donkere plaatsen. Het
hologram-AF-systeem geeft minder
straling dan felle lichtdioden of lampen, het
voldoet aan de specificaties van Laserklasse
1* en is daarom veiliger voor de ogen.
U kunt van dichtbij recht in de hologramAF-zender kijken zonder dat dit gevaar
oplevert. Dit is echter niet aan te bevelen,
omdat u daarvan gedurende enkele minuten
nog de gevolgen kunt ondervinden, zoals
beeldrestanten en oogverblinding, welke u
ook ondervindt nadat u tegen flitslicht hebt
ingekeken.
Opnemen van stilstaande beelden
De hologram-AF geeft licht zodat u
gemakkelijker kunt scherpstellen op een
onderwerp in een donkere omgeving.
Wanneer u deze functie niet gebruikt, stelt u
in de SET UP instellingen [Hologram AF]
in op [Off] (blz. 116).
Wanneer de sluiterknop tot halverwege is
ingedrukt en de scherpstelling is
vergrendeld, verschijnt ON op het scherm
en de hologram-AF zal rood licht geven.
• Wanneer de afstand van de scherpstellingvoorkeuze is ingesteld (blz. 48), werkt de
hologram-AF niet.
• Indien de hologram-AF-zender vuil is, wordt
het hologram-AF-licht mogelijk verzwakt en
kan soms niet de gewenste scherpstelling
worden verkregen. In dat geval dient u de
hologram-AF-zender schoon te vegen met een
droge doek.
• Blokkeer het hologram-AF-zender niet tijdens
het opnemen.
• Het AF-frame van bereikde zoeker wordt niet
weergegeven. De indicatie van het AF-frame
van bereikde zoeker knippert en de camera stelt
met voorrang scherp op het onderwerp in het
midden.
• Wanneer u een adapterring (niet bijgeleverd) of
een telefoto-voorzetconversielens (niet
bijgeleverd) op de camera bevestigt, wordt het
hologram-AF-licht geblokkeerd. Wij adviseren
u hologram-AF tezamen met de Sony HVLF32X flitser te gebruiken.
• Hologram-AF werkt niet wanneer SCN is
ingesteld op
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie).
* De hologram-AF voldoet aan de eisen voor
Klasse 1 (tijdsbasis 30.000 seconden) welke is
voorgeschreven in alle industrienormen JIS
(Japan), IEC (EU) en FDA (VS). Door te
voldoen aan deze eisen geldt het laserproduct
als veilig wanneer een mens gedurende 30.000
seconden rechtstreeks of zelfs door een
scherpstellens in het licht van de laser kan
kijken.
NL
27
Beelden opnemen met de zoeker
Indicaties aan
60min
VGA
101
96
Zoeker
S AF
r
Histogram aan
60min
101
VGA
96
De zoeker is handig voor het geval u
acculading wilt besparen of wanneer het
moeilijk is het beeld te bepalen op het LCDscherm.
Bij elke druk op
, verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
S AF
r
Indicaties uit
S AF
r
LCD-scherm uit
NL
28
• Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk
opneembare bereik aan. Om het opneembare
bereik te bepalen gebruikt u het LCD-scherm.
• Net als met de AE/AF-vergrendelingsindicatie
op het LCD-scherm, wanneer het AE/AFvergrendellampje van het zoekergedeelte stopt
met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen
met het opnemen (blz. 21).
• Wanneer het LCD-scherm is uitgeschakeld:
– werkt de slimme-zoomfunctie niet (blz. 23).
– wordt de AF-functie ingesteld op [Single]
(blz. 47).
– wordt het beeld gedurende ongeveer twee
seconden op het LCD-scherm afgebeeld als u
op (flitserfunctie)/
(zelfontspanner)/
(macro) drukt, zodat u de instelling kunt
controleren of veranderen.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 126.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 50.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld
1
2
1
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
Hologram AF:
1
MPEG Movie
Single
On
Off
Off
Auto
2
1
2
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd worden niet op het LCDscherm afgebeeld tijdens het opnemen, maar in
plaats daarvan verschijnt de
indicatie in de
linkerbovenhoek van het LCD-scherm. De
werkelijke datum en tijd worden alleen tijdens
het weergeven in rood afgebeeld.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M of SCN staat.
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
Hologram AF:
1
2
Day&Time
Date
Off
1
2
OK
SELECT
1
Camera 1
2
Camera 1
Moving Image:
AF Mode:
Smart Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
Hologram AF:
MPEG Movie
Single
On
Date
Off
Auto
PAGE SELECT
3
, Kies
(Camera 1) met v op
de regelknop en druk daarna
op B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
1
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Day & Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de
modusdraaiknop op
en maakt u de
opname.
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 15) op het beeld
geprojecteerd.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Opnemen van stilstaande beelden
2
Camera 1
NL
29
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Enkel scherm
(enkelbeeld)
60min
Index-scherm (met
negen beelden)
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
SINGLE DISPLAY
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het scherm. Voor het bekijken
van beelden hebt u de keuze uit de volgende
drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
Index-scherm (met negen beelden)
Op het scherm worden negen beelden
tegelijk weergegeven, met elk beeld op een
apart paneel.
NL
30
VGA
101
8/9
8/9
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
BACK/NEXT
60min
Index-scherm (met drie
beelden)
VGA
101
101-0008
Individuele beelden
bekijken
MOVE
101-0002
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
101-0008
BACK/NEXT
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
Index-scherm (met drie beelden)
Op het scherm worden drie beelden tegelijk
weergegeven, met elk beeld op een apart
paneel. Ook worden er diverse
beeldgegevens getoond.
• U kunt het afgebeelde beeld vervangen door het
voorgaande beeld of het volgende beeld door de
jog-draaiknop te draaien.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 80.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 128.
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Het laatst opgenomen beeld in de
geselecteerde opnamemap (blz. 68)
verschijnt op het scherm.
Een index-scherm (met negen of drie beelden) bekijken
60min
VGA
101
3/9
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
101-0003
BACK/NEXT
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
SINGLE DISPLAY
101-0002
MOVE
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
, Druk eenmaal op de
(index) toets.
/
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met negen beelden).
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
, Druk nogmaals op de
(index) toets.
/
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met drie beelden).
Druk op v/V op de regelknop om de
overige beeldgegevens te laten verschijnen.
Bekijken van stilstaande beelden
2
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op b/B op de regelknop.
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk herhaald op de
/
(index) toets,
of druk op z op de regelknop.
NL
31
Beelden bekijken op een TV-scherm
60min
101-0002
BACK/NEXT
A/V-verbindingskabel
(bijgeleverd)
1
A/V OUT
(MONO)aansluitbus
, Sluit de bijgeleverde A/Vverbindingskabel aan op de
A/V OUT (MONO) aansluitbus
van de camera en op de audio/
video-ingangsbussen van de
TV.
Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de audio/videoaansluitkabel aan op de linker audioannsluitbus.
• Schakel zowel uw camera als de TV uit
alvorens u de camera en de TV aansluit met de
A/V-verbindingskabel.
• Wij adviseren u de netspanningsadapter
(bijgeleverd) te gebruiken om te voorkomen dat
de stroomvoorziening tussentijds wegvalt.
NL
32
2
TV/Video-schakelaar
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
• De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie,
leest u de gebruiksaanwijzing van het tvtoestel.
VGA
101
2/9
2003 7 4 10:30PM
VOLUME
3
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 118).
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal,
Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden,
Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Hongarije,
Iran, Irak, Monaco, Oekraïne, Polen,
Rusland, enz.
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NL
33
Beelden wissen
60min
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
60min
2/9
VGA
101
VOLUME
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
VGA
101
Delete
Exit
2003 7 4 10:30PM
1
60min
2/9
OK
Delete
Exit
BACK/NEXT
OK
2
, Druk op
2/9
BACK/NEXT
3
(wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 74).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, is het beeld gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
34
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden)
Delete
Exit
Select
All In Folder
, Terwijl er een index-scherm
(met negen beelden) (blz. 31)
wordt weergegeven, drukt u op
(wissen).
Exit
Select
SELECT
All In Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In Folder] met B op de regelknop
en druk daarna op z. Kies [OK] en druk
daarna op z. Alle niet-beveiligde beelden
in de map worden gewist. Om te stoppen
met wissen, kiest u [Cancel] en drukt u
daarna op z.
MOVE
TO NEXT
3
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De groene indicatie
(wissen) verschijnt
op het gekozen beeld. Het beeld is nu nog
niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
Stilstaande beelden wissen
1
Delete
• Om een keuze te annuleren, drukt u opnieuw op
z zodat de indicatie
verdwijnt.
NL
35
Beelden wissen in de index-modus (met drie beelden)
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
Delete
Exit
4
, Druk op
(wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop, en
druk daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" verdwijnt, zijn de beelden gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
36
101-0002
OK
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
Delete
Exit
101-0002
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
1
, Terwijl er een index-scherm
(met drie beelden) (blz. 31)
wordt weergegeven, verplaatst
u het te wissen beeld naar het
midden met b/B op de
regelknop.
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
2
, Druk op
(wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
Formatteren van een "Memory Stick"
1
2
Delete
Exit
1
Memory Stick Tool
OK
Format:
Cancel
File Number:
Create REC. folder:
Change REC. folder:
2
101-0002
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, is het beeld gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
1
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
Zet de modusdraaiknop op
SET UP en schakel de camera
in.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick" op het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd. De "Memory Stick"
die bij deze camera werd geleverd, en die in de
handel verkrijgbaar zijn, zijn reeds
geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden
gebruikt.
• Wanneer u een "Memory Stick"
formatteert, bedenkt u wel dat alle
beelden, inclusief beveiligde beelden,
op de "Memory Stick" voorgoed zullen
worden gewist.
2
, Kies (Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden wissen
3
OK
Annuleren van het formateren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
• Het wordt aanbevolen de netspanningsadapter
te gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening wordt onderbroken
halverwege het formatteren.
NL
37
60min
Format
All data will be erased
Ready?
OK
Cancel
OK
3
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
NL
38
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Hieronder worden de menu’s en onderdelen
van het SET UP-scherm beschreven zoals
die vaak worden gebruikt voor
"Geavanceerde bedieningen".
De menu-instellingen
wijzigen
De onderdelen van het SET
UP-scherm wijzigen
a Druk op MENU.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het menu verschijnt.
Het SET UP-scherm verschijnt.
1
Mode
Het gekozen onderdeel wordt geel.
FINE
2
SELECT
b Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
1
WB
ISO
Fine
Standard
P.Quality Mode
2
1
MENU
c Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De omframing van de gewenste
instelling verandert in geel en de
instelling wordt ingevoerd.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk op MENU.
MPEG Movie
Single
On
Off
Off
Auto
2
Setup 1
Power Save:
LCD Brightness:
LCD Backlight:
Beep:
Language:
Clock Set:
OK
Cancel
OK
c Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
Om de SET UP-schermweergave
uit te schakelen
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Modusdraaiknop
Moving Image :
AF Mode :
Smart Zoom :
Date/Time :
Red Eye Reduction :
Hologram AF :
1
b Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
Regelknop
Camera 1
2
Spot
Center
Multi
Metering Mode WB ISO
Zet de modusdraaiknop in een willekeurige
stand behalve SET UP.
NL
39
Gebruik van de jogdraaiknop
De jog-draaiknop wordt gebruikt om de
instelwaarden te veranderen wanneer u
opneemt met handmatige afstelling
(sluitertijd-voorkeuze, diafragmavoorkeuze, en handmatige belichting), bij
EV-afstelling, handmatige scherpstelling,
en bij het kiezen van het AF-frame van de
bereikzoeker.
Modusdraaiknop
Het onderdeel kiezen
De waarde kiezen
a Draai de jog-draaiknop om het
onderdeel te kiezen dat u wilt
instellen.
U kunt de waarden kiezen die geel worden
afgebeeld.
Verplaats de gele indicatie b om het
onderdeel te kiezen.
60min
M
VGA FINE 101
98
S AF
0EV
F5.6
50
b Druk op de jog-draaiknop.
De waarde verandert in geel.
60min
M
VGA FINE 101
98
S AF
0EV
F5.6
50
Kiezen
Instellen
c Om andere onderdelen in te
stellen, drukt u op de jogdraaiknop en voert u de
volgende bedieningen uit.
Jog-draaiknop
• De onderdelen die niet kunnen worden
gekozen, worden grijs afgebeeld.
NL
40
Kies met de jog-draaiknop de
waarde die u wilt instellen.
De weergegeven waarde wordt ingesteld.
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
c Kies
(P. Quality) met b/B en
kies daarna met v/V de
gewenste beeldkwaliteit.
FINE
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
Regelknop
Modusdraaiknop
WB
ISO
Fine
Standard
P.Quality Mode
Modusdraaiknop: SET UP
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick". U kunt
de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Regelknop
Modusdraaiknop
MENU
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
(Multi Burst) staat
(blz. 60).
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Een map aanmaken of
kiezen
NL
41
Een nieuwe map aanmaken
De opnamemap veranderen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
b Kies (Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
Het volgende scherm verschijnt.
60min
Create REC. Folder
Creating REC. Folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
Select REC. Folder
102
Folder Name: 102MSDCF
No. Of Files:
0
Created:
2003 7 4
1:05:34 AM
OK
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick" en deze map wordt de
opnamemap.
NL
42
2/2
OK
Cancel
OK
BACK/NEXT
c Kies met b/B de gewenste
map, en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies bij stap 2 of 3 [Cancel].
Kies bij stap 2 of 3 [Cancel].
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap.
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt met deze camera niet
beelden naar een andere map verplaatsen.
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
a Zet de modusdraaiknop op P.
Opnemen met
geprogrammeerde
verschuiving
b Verschuif de combinatie van
de F-waarde en de sluitertijd.
Kies de combinatie van de F-waarde
en de sluitertijd met de jog-draaiknop
(blz. 40).
wordt afgebeeld terwijl
de combinatie van de F-waarde en de
sluitertijd wordt verschoven.
— Geprogrammeerde
verschuiving
Modusdraaiknop: P
Opnemen met de
handmatige instellingen
Modusdraaiknop: S/A/M
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde
handmatig instellen in overeenstemming
met uw opnamedoel.
60min
Geprogrammeerde verschuiving maakt het
u mogelijk de combinatie van de F-waarde
(diafragmawaarde) en de sluitertijd snel te
veranderen terwijl de helderheid hetzelfde
blijft.
Sluiter
60min
P
VGA FINE 101
96
S AF
F5.6
800
60min
P
Jogdraaiknop
VGA FINE 101
96
S AF
F8.0
400
Voer één van de volgende bedieningen uit.
• Draai de jog-draaiknop om de indicatie
terug te veranderen naar .
• Zet de modusdraaiknop op een andere
stand dan P.
• Schakel de camera uit.
• U kunt de combinatie van de F-waarde en de
sluitertijd niet verschuiven terwijl de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt
gehouden.
• Wanneer de helderheid verandert, veranderen
ook de F-waarde en de sluitertijd, waarbij de
verschuiving in stand gehouden wordt.
• Wanneer de flitserfunctie wordt veranderd, kan
de geprogrammeerde verschuiving worden
geannuleerd.
• Het is mogelijk dat u de combinatie van Fwaarde en sluitertijd niet kan veranderen op
donkere plaatsen.
FINE
101
4
S AF
0EV
F5.6
50
Diafragmawaarde
Sluitertijdwaarde
Modusdraaiknop
Beschrijving
S
Sluitertijd-voorkeuze. De andere
instellingen worden automatisch
aangepast om de juiste
belichting te verkrijgen die in
overeenstemming is met de
helderheid van het onderwerp.
A
Diafragma-voorkeuze. De
andere instellingen worden
automatisch aangepast om de
juiste belichting te verkrijgen die
in overeenstemming is met de
helderheid van het onderwerp.
M
U kunt de sluitertijd en de
diafragmawaarde handmatig
instellen om de voorwaarden te
realiseren die u voor uw
opnamedoel het meest geschikt
acht.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Modusdraaiknop
5.0M
M
Geprogrammeerde verschuiving
annuleren
NL
43
• U kunt de NightShot- en NightFramingfuncties niet gebruiken wanneer de
modusdraaiknop is ingesteld op S, A of M.
• Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u
geen handmatige afstellingen verrichten.
• Als de juiste belichting niet wordt verkregen
nadat u de instellingen hebt gemaakt, kunnen
de indicaties van de instelwaarden op het
scherm knipperen wanneer de sluiterknop tot
halverwege wordt ingedrukt. Onder deze
voorwaarden kunt u wel opnemen, maar wij
bevelen u aan om de knipperende waarden
opnieuw af te stellen.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
• U kunt een belichtingswaarde instellen wanneer
de modusdraaiknop op S of A staat (blz. 49).
Sluitertijd-voorkeuze
Lange sluitertijd NR
Voor het scherp opnemen van een snel
bewegend onderwerp of om juist bewust
enige bewegingsonscherpte in uw opname
te brengen teneinde de beweging te
benadrukken.
60min
S
5.0M
FINE
101
4
S AF
0EV
F5.6
1000
60min
S
5.0M
FINE
101
4
S AF
0EV
F5.6
30”
De lange sluitertijd-functie NR ontdoet de
opgenomen beelden van ruis waardoor de
beelden helder worden. Als u bepaalde
sluitertijden* kiest, wordt automatisch de
lange sluitertijd-functie NR ingeschakeld en
wordt "NR" afgebeeld vóór de sluitertijdindicatie.
* Wanneer [ISO] is ingesteld op [800]:
sluitertijden van 1/25 seconde of langer
Wanneer [ISO] anders is dan [800]:
sluitertijden van 1/6 seconde of langer
Druk de sluiterknop
volledig in.
1/1000 sec. (kortste) 30 sec. (langste)
a Zet de modusdraaiknop op S.
Modusdraaiknop
Jogdraaiknop
b Kies een waarde voor de
sluitertijd.
Kies een sluitertijd met de jogdraaiknop (blz. 40). U kunt een
sluitertijd van 1/1000 tot 30 seconden
kiezen.
Als u bepaalde sluitertijden* kiest,
wordt automatisch de lange sluitertijdfunctie NR ingeschakeld.
* Wanneer [ISO] is ingesteld op [800]:
sluitertijden van 1/25 seconde of langer
Wanneer [ISO] anders is dan [800]:
sluitertijden van 1/6 seconde of langer
NL
44
• Sluitertijden van één seconde of langer worden
aangegeven met ["] na de waarde, bijvoorbeeld
1".
r
Daarna wordt het
scherm zwart.
Capturing
r
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" uit is
gegaan, is het beeld
opgenomen.
• Om de invloed van trillingen te
elimineren, raden we u aan een statief te
gebruiken.
• Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld,
kan de verwerking ervan enige tijd duren.
Diafragma-voorkeuze
Hierbij kiest u zelf de scherptediepte, om te
bepalen of u het onderwerp scherp wilt zien
tegen een vage achtergrond, dan wel of u
zowel het onderwerp als de achtergrond
scherp wilt opnemen.
60min
A
5.0M
FINE
101
4
S AF
0EV
F2.8
160
Diafragmawaarde
F2,8 (minimum)
60min
A
5.0M
FINE
Handmatige regeling van de
belichting
U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde
handmatig instellen om de voorwaarden te
realiseren die u voor uw opnamedoel het
meest geschikt acht.
Een automatische
scherpstellingsmethode kiezen
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AE
101
4
S AF
0EV
F8.0
13
Diafragmawaarde
F8 (maximum)
b Kies een diafragmawaarde.
Kies een diafragmawaarde met de jogdraaiknop (blz. 40). Er kan een
diafragmawaarde van F2,8 tot F8
worden gekozen.
• Het instelbereik verschilt in overeenstemming
met de zoompositie.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld
tussen 1/1000 en 8 seconden. Wanneer u een
diafragmawaarde van F5,6 of hoger instelt,
begint de instelling vanaf 1/2000 seconde.
M
5.0MFINE
101
4
S AF
0EV
F5.6
50
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de juiste belichting dat door de camera
wordt bepaald wordt op het scherm
weergegeven als de EV waarde (blz. 49).
0EV is de meest geschikte instelling die
door de camera wordt gekozen.
a Zet de modusdraaiknop op M.
b Kies de sluitertijdwaarde.
Kies de sluitertijdwaarde met behulp
van de jog-draaiknop (blz. 40).
c Kies de diafragmawaarde.
Kies de diafragmawaarde met behulp
van de jog-draaiknop (blz. 40).
AF-bereikzoekerframe
Het AF-frame van de bereikzoeker kiest de
scherpstelpositie aan de hand van de positie
en grootte van het onderwerp.
AF-functie
De AF-functie stelt de werking van de
scherpstelling in aan de hand van de AFrespons en het accuverbruik.
Regelknop
FOCUS
Modusdraaiknop
Jogdraaiknop
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
a Zet de modusdraaiknop op A.
60min
NL
45
Een scherpstelbereikzoekerframe kiezen
— AF-bereikzoeker
Punt-AF (
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN/
Multipoint AF (
)
De camera berekent de afstand op drie
plaatsen, aan de linkerkant, aan de
rechterkant en in het midden van het beeld,
zodat u met de automatische
scherpstellingsfunctie kunt opnemen
zonder u zorgen te hoeven maken over de
samenstelling van het beeld. Dit is handig
wanneer het onderwerp zich niet midden in
het frame bevindt waardoor moeilijk kan
worden scherpgesteld. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld met
behulp van het groene frame.
Multipoint AF is de fabrieksinstelling.
Voorrang gekozen AF-frame (
,
,
,
)
,
U kunt kiezen uit vijf verschillende AFbereikzoekerframes (midden, links, rechts,
onder en boven). Dit is handig wanneer u
scherpstelt op een onderwerp in de buurt
van het gekozen frame.
Gebruik tezamen met de AFvergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen.
NL
46
)
Dit is handig wanneer u scherpstelt op een
bijzonder klein onderwerp of en zeer smal
gebied. Gebruik tezamen met de AFvergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen. Let
erop dat u de camera stil houdt zodat het
onderwerp niet buiten het frame van de
bereikzoeker komt.
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M, SCN of
.
b Druk op FOCUS om over te
schakelen op het kiezen van
het AF-frame van de
bereikzoeker.
Bij iedere druk op FOCUS verandert
de instelling in de volgende volgorde.
Kiezen van AF-frame van
bereikzoeker
Y
Scherpstelling-voorkeuze
c Kies het gewenste AF-bereik.
Kies het AF-bereik met de jogdraaiknop (blz. 40).
U kunt het AF-bereik kiezen uit
Multipoint AF, midden, links, rechts,
onder, boven en punt-AF.
60min
P
VGA
FINE
101
98
S AF
F2.8
30
AF-bereikzoekerframe
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld.
Wanneer u de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt houdt en de
camera scherpstelt, verandert de kleur
van het AF-frame van de bereikzoeker
van wit naar groen.
• Wanneer u een film (MPEG Movie) opneemt
en Multipoint AF kiest, wordt de afstand tot het
midden van het scherm bepaald als een
gemiddelde, zodat de automatische
scherpstelling zelfs bij een bepaalde mate van
trillingen nog werkt. Voorrang gekozen AFframe en punt-AF stellen automatisch alleen
scherp op het gekozen frame, en zijn dus
handig wanneer u alleen wilt scherpstellen op
dat waar u op richt.
• Wanneer u de slimme zoomfunctie of
hologram-AF gebruikt, wordt met voorrang
scherpgesteld op onderwerpen in of nabij het
midden van het AF-frame. In dit geval knippert
de AF-frame-indicatie van de bereikzoeker en
wordt het AF-frame van de bereikzoeker niet
weergegeven.
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie
Modusdraaiknop: SET UP
U kunt kiezen uit de volgende drie
scherpstellingsfuncties.
Enkelvoudige-AF ( S A F )
AF-bewaking ( M A F )
Hiermee wordt de benodigde scherpsteltijd
verkort. De camera stelt scherp nog voordat
de sluiterknop tot halverwege is ingedrukt,
zodat u het beeld kunt samenstellen terwijl
er al is scherpgesteld. Wanneer de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt
gehouden en de AF-vergrendeling voltooid
is, wordt de scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
De camera stelt scherp nog voordat de
sluiterknop tot halverwege is ingedrukt en
blijft vervolgens scherpstellen, zelfs nadat
de AF-vergrendeling is voltooid. Hiermee
is het mogelijk continu scherpgestelde
bewegende onderwerpen op te nemen.
• In de volgende gevallen wordt niet
scherpgesteld nadat de AF-vergrendeling is
voltooid en knippert de C AF-indicatie. De
camera staat in de AF-bewakingsfunctie.
– Bij opnemen op een donkere plaats
– Bij opnemen met een lange sluitertijd
– Bij gebruik van de NightShot/NightFramingfuncties
• Het AF-frame van be bereikzoeker is
vastgelegd in op het midden.
• Het kan onmogelijk zijn snel bewegende
onderwerpen scherpgesteld te houden.
• Er klinkt geen vergrendelgeluid wanneer de
scherpstelling wordt bijgesteld.
• Wanneer u opneemt met de zelfontspanner
wordt de scherpstelling vergrendeld wanneer u
de sluiterknop helemaal indrukt.
• Het accuverbruik kan hoger zijn dan in iedere
andere functie voor automatische
scherpstelling.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies
(Camera 1) met v, [AF
Mode] met B/v/V.
1
c Kies de gewenste functie met
B/v/V, en druk vervolgens op
z.
• Wanneer u opneemt in de macrofunctie, wordt
de AF-snelheid verlaagd om nauwkeurig te
kunnen scherpstellen op onderwerpen dichtbij.
Om snel op te nemen raden wij u aan een
andere functie dan de macrofunctie te kiezen.
• Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker
en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt
de camera in de enkelvoudige-AF-functie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Deze functie maakt nauwkeurig scherpstellen
mogelijk over een breed bereik van
onderwerpen, van dichtbij tot ver weg, en is
geschikt voor het opnemen van stationaire
onderwerpen. Er wordt niet scherpgesteld
voordat de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden. Wanneer de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt
gehouden en de AF-vergrendeling voltooid is,
wordt de scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
Continu-AF ( C A F )
NL
47
Opnametechnieken
Wanneer u opneemt met het onderwerp op de
rand van het frame, kan de camera
scherpstellen op het midden van het frame in
plaats van op het onderwerp aan de rand. In
dergelijke gevallen gebruikt u AFvergrendeling om op het onderwerp scherp te
stellen, vervolgens stelt u het beeld opnieuw
samen en neemt u het op (behalve in de
continu-AF-functie).
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
al het aan de rand van het frame ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN/
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
FOCUS
AE/AF-vergrendelingsindicatie
60min
P
VGA
FINE
98
m
60min
P
VGA
FINE
101
98
S AF
0EV
F2.8
30
NL
48
Modusdraaiknop
101
S AF
0EV
F2.8
30
AFbereikzoekerframe
Jogdraaiknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M, SCN of
.
b Druk op FOCUS om over te
schakelen naar scherpstellingvoorkeuze.
Bij iedere druk op FOCUS verandert
de instelling in de volgende volgorde.
Scherpstelling-voorkeuze
Y
Kiezen van AF-frame van
bereikzoeker
De scherpstelling wordt vergrendeld
en de indicatie 9 (handmatige
scherpstelling) verschijnt.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen:
0.1 m, 0.2 m, 0.3 m, 0.5 m, 0.8 m,
1.0 m, 1.5 m, 2.0 m, 3.0 m, 5.0 m,
7.0 m, 10 m, 15 m, en ∞ (oneindig)
Belichting regelen
Druk nogmaals op FOCUS zodat de
scherpstellingsinformatie uit gaat.
— EV-afstelling
Modusdraaiknop: P/S/A/SCN/
• De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dienen uitsluitend als richtwaarde.
• Indien de lens omhoog of omlaag wordt
gericht, vergroot dit de kans op foutieve
scherpstelling.
• Wanneer u 0,1 m, 0,2 m of 0,3 m kiest terwijl
de zoom in de stand T staat, is het mogelijk dat
niet scherpgesteld kan worden. In dergelijke
gevallen knippert de scherpstellings-informatie.
Druk de zoomknop naar de richting W totdat de
indicatie stopt met knipperen.
• De scherpstelling-voorkeuze werkt niet goed
wanneer een conversielens (niet bijgeleverd) is
bevestigd.
Hiermee kunt u bij de automatische
instellingen de gewenste belichtingswaarde
instellen. De belichtingswaarde kan in
stappen van 1/3EV worden ingesteld
binnen een bereik van +2.0EV tot –2.0EV.
Modusdraaiknop
Jogdraaiknop
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
c Draai de jog-draaiknop om de
gewenste scherpstelling te
kiezen.
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
NL
49
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, SCN of
.
b Druk op
/
(Belichting).
c Kies met de jog-draaiknop de
gewenste belichtingswaarde.
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
60min
P
VGA FINE 101
98
S AF
+1.0EV
F2.8
30
Opnametechnieken
Onder normale omstandigheden wordt de
belichting automatisch door de camera ingesteld.
Wanneer het beeld te donker of te licht is, zoals
op de onderstaande afbeeldingen worden
aangegeven, is het aan te bevelen om de
belichting handmatig in te stellen. Wanneer u een
onderwerp opneemt dat van achteren belicht
wordt, of een onderwerp opneemt tegen een witte
achtergrond (bijv. in een sneeuwlandschap), stelt
u de belichting bij naar de + kant. Wanneer u een
zwart onderwerp opneemt dat het hele scherm
vult, past u de belichting aan naar de – kant.
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid, en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten. De
afgebeelde grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft een
helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is. Het histogram is handig hulpmiddel bij
het controleren van de belichting tijdens het
opnemen en weergeven zonder beïnvloed te
worden door de helderheid van het LCDscherm.
60min
P
VGA
FINE 101
4
S AF
0EV
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Zet de belichtingswaarde weer op 0EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Onderbelicht t Stel een
hogere waarde (+) in.
Donker
Helder
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M of SCN.
Juiste belichting
b Druk op
om het histogram
af te beelden.
c Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
NL
50
Overbelicht t Stel een lagere
waarde (–) in.
Als u de belichting instelt naar de + kant,
verplaatst het histogram zich naar rechts.
60min
P
VGA
FINE 101
96
S AF
+1.0EV
F2.8
30
Als u de belichting instelt naar de – kant,
verplaatst het histogram zich naar links.
60min
P
VGA
FINE 101
S AF
-1.5EV
F2.8
30
verschijnt in de volgende gevallen:
– Wanneer u opneemt in het slimmezoombereik
– Wanneer het beeldformaat [4.5M (3:2)] is
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het scherm werd weergegeven. Een
verschil treedt op in het histogram voor en
nadat u op de sluiterknop drukt. Wanneer dit
gebeurt, controleert u het histogram terwijl een
enkel beeld wordt weergegeven of tijdens het
controleren van het laatst opgenomen beeld.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Tijdens het gebruik van de NightFramingfunctie
– Wanneer [P. Effect] op [Solarize] staat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Kiezen van de
lichtmeetfunctie
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN/
Met deze functie kunt u de lichtmeetmodus
kiezen om uw opname af te stemmen op de
opnamevoorwaarden en het doel.
Lichtmeting met meerdere
patronen ( )
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is multi-patroon
lichtmeting.
Lichtmeting met nadruk op het
midden ( )
Bij de lichtmeting wordt voorrang gegeven
aan het midden van het beeld. De camera
bepaalt de belichting op basis van de
helderheid van een onderwerp nabij het
midden en in overeenstemming met het
opnamedoel.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de
modusdraaiknop op
wordt gezet, maar u
kunt de belichting dan niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op
drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 30) of tijdens Quick Review
(blz. 23).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Wanneer het menu wordt afgebeeld
– Tijdens Quick Review van een beeld
opgenomen in de Exposure Bracket-modus
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Wanneer u een beeld weergeeft dat werd
opgenomen terwijl de modusdraaiknop op
stond
•
NL
51
Spot lichtmeting (
)
Alleen voor het veld waarin het onderwerp
zich bevindt, vindt de lichtmeting plaats.
Hiermee kunt u de belichting afstemmen op
het onderwerp, zelfs bij tegenlicht of bij een
sterk contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond.
Positioneer het dradenkruis van de spot
lichtmeting op een punt van het onderwerp
dat u wilt opnemen.
• Wanneer u de lichtmeting met nadruk op het
midden of de spot lichtmeting gebruikt, en op
hetzelfde punt scherp wilt stellen dat gebruikt
werd voor de lichtmeting, raden wij u aan het
AF-bereikzoekerframe met nadruk op het
midden te gebruiken (blz. 46).
Opnemen met vaste
belichting
Regelknop
Modusdraaiknop
— AE LOCK
Modusdraaiknop: P/S/A/SCN/
Nadat u op AE LOCK hebt gedrukt, staat de
belichting vast.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M, SCN of
.
AE LOCK
Modusdraaiknop
Sluiter
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
60min
P
VGA FINE
101
98
S AF
F2.8
30
NL
52
Dradenkruis van
de spot
lichtmeting
c Kies
(Metering Mode) met
b/B, en kies vervolgens
[Multi], [Center] of [Spot] met
v/V.
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, SCN of
.
b Stel scherp op een deel van
het beeld dat de gewenste
belichtingswaarde heeft en
druk vervolgens op AE LOCK.
De belichtingswaarde wordt
vergrendeld en de indicatie AE-L
verschijnt.
60min
P
VGA
FINE
101
98
S AF
F2.8
30
U kunt opnemen met de belichting
vergrendeld op een bepaald deel van het
beeld.
Meet de belichting van het gewenste deel
van het onderwerp met behulp van de
lichtmeting met nadruk op het midden of de
spot lichtmeting.
Druk op AE LOCK om de belichting te
vergrendelen, stel vervolgens het beeld
opnieuw samen en neem het op.
Gedeelte van het beeld dat
gebruikt wordt om de
belichting te bepalen
Drie beelden opnemen
met verschoven
belichting
— Exposure Bracket
Modusdraaiknop:
De camera neemt drie beelden achter elkaar
op met elk een eigen belichtingswaarde. De
belichtingscompensatie kan in stappen van
1/3EV worden ingesteld tot een waarde die
±1,0EV afwijkt van de juiste
belichtingswaarde.
Regelknop
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld.
Modusdraaiknop
Sluiter
d Druk de sluiterknop volledig
in.
Om AE LOCK te annuleren
Volg één van de onderstaande aanwijzingen
op:
• Druk na stap 2 opnieuw op AE LOCK.
• Laat na stap 3 de sluiterknop los.
• Druk bij stap 4 de sluiterknop volledig
in.
/P/S/A/M/SCN
MENU
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
c Richt op het onderwerp dat u
wilt opnemen en druk de
sluiterknop tot halverwege in.
Opnametechnieken
NL
53
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 6 [Normal].
Het SET UP-scherm verschijnt.
b Kies 2 (Camera 2) met v/V en
[Bracket Step] met B/v en druk
daarna op B.
c Kies met v/V de gewenste
stapwaarde voor de
verschillende categorieën en
druk daarna op z.
±1.0EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min 1,0
EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min 0,7
EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min 0,3
EV.
d Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
,
e Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
f Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Exp Brktg]
met v/V.
g Neem het beeld op.
NL
54
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het scherm weergegeven. Maak
de compositie alvorens u de sluiterknop
indrukt.
• De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Als de belichting handmatig wordt ingesteld
(blz. 49), wordt de aangepaste waarde gebruikt
als middenwaarde.
• Het opname-interval bedraagt circa
0,5 seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
• U kunt bepaalde sluitertijden niet kiezen*.
* Wanneer [ISO] is ingesteld op [800]:
sluitertijden van 1/25 seconde of langer
Wanneer [ISO] anders is dan [800]:
sluitertijden van 1/6 seconde of langer
Kleurtinten afstellen
— Witbalans
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN/
Wanneer de witbalans is ingesteld op Auto,
wordt de witbalans automatisch ingesteld
en wordt de algehele kleurbalans aangepast
aan de opnameomstandigheden. Wanneer u
opneemt onder omstandigheden die niet
veranderen of met een bepaalde belichting,
kunt u de witbalans echter handmatig
instellen.
WB (Flitser)
Past de witbalans alleen aan aan de
flitsomstandigheden.
(One push)
Voor het afstellen van de witbalans in
overeenstemming met de lichtbron
Regelknop
Auto (geen indicatie)
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
• Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
(fluorescerend)
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd, en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
(One push)
WB (flitser) functie of
functie).
MENU
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M, SCN of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
1 Kies [
] (One push).
De indicatie
verschijnt.
2 Richt de lens op een wit onderwerp,
zoals een vel papier dat het hele scherm
vult, onder dezelfde
belichtingsomstandigheden waaronder u
het onderwerp wilt opnemen.
3 Druk op v.
De indicatie
begint snel te
knipperen. Wanneer de witbalans is
ingesteld en in het geheugen is
opgeslagen, stopt de indicatie met
knipperen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
Kies [Auto] in stap 3.
Opnemen in de one-push
witbalansmodus
Modusdraaiknop
Witbalans automatisch regelen
Terugkeren naar automatische
regeling
NL
55
• Betekenis van de indicatie
:
Langzaam knipperen: De witbalans is niet
ingesteld of kon niet worden ingesteld.
Snel knipperen: De witbalans wordt afgesteld
(nadat u v hebt ingedrukt).
Continu branden: De witbalans is ingesteld.
• Schud of stoot de camera niet wanneer de
indicatie
snel knippert.
• Indien de indicatie
zelfs bij indrukken
van v blijft knipperen, gebruik dan voor het
opnemen de automatische witbalans-instelling.
• Wanneer u de one-push-witbalansmodus kiest,
wordt het scherm kortstondig blauw.
• Wanneer de flitserfunctie is ingesteld op
(altijd flitsen) of SL (langzame synchro),
wordt de witbalans aangepast aan de
omstandigheden met afgaande flitser.
Opnametechnieken
De kleur van het onderwerp wordt beïnvloed
door de belichtingsomstandigheden.
Bijvoorbeeld, het hele beeld lijkt blauw in
het zonlicht in de zomer en witte
voorwerpen krijgen een rode tint onder
gloeilamplicht, enz. Het menselijk oog kan
deze problemen oplossen, maar een digitale
camera kan de juiste kleuren niet herkennen
zonder instellingen te maken. Normaal
gesproken maakt de camera deze
instellingen automatisch, maar als de
kleuren van het opgenomen beeld
onnatuurlijk lijken, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
NL
56
Opnemen bij donker
Modusdraaiknop:
/P/
Sluiter
NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMINGschakelaar
NightShot
Met de NightShot-functie kunt u
onderwerpen opnemen op donkere
plaatsen, zoals kampeerscènes ’s avonds of
nachtplanten en -dieren.
a Zet de modusdraaiknop op
P of
.
,
b Zet de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING-schakelaar
op NIGHTSHOT.
Infraroodzender
• Voor opnamen met de NightShot- of
NightFraming-functie wordt een afstand tot
ongeveer 2,5 m (W)/2,0 m (T) aanbevolen.
De
en "Night shot"-indicaties gaan
branden. De "Night shot"-indicatie
dooft na 5 seconden.
60min
VGA
101
98
S AF
”Night shot”
c Neem het beeld op.
Uitschakelen van de NightShotfunctie
Zet de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMINGschakelaar op z.
d Druk de sluiterknop volledig
in.
NightFraming
Met de NightFraming-functie kunt u een
onderwerp zelfs bij nacht controleren en
vervolgens met natuurlijke kleuren
opnemen door gebruikmaking van de
flitser.
a Zet de modusdraaiknop op
P of
(Clip Motion).
De sluiter klinkt, de flitser gaat af en
het beeld wordt opgenomen.
,
b Zet de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING-schakelaar
op NIGHTFRAMING.
De
en "Night framing"-indicaties
gaan branden. De "Night framing"indicatie dooft na 5 seconden.
60min
VGA
101
98
S AF
”Night framing”
c Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
Wanneer [Hologram AF] is ingesteld
op [Off], is het mogelijk dat niet
scherpgesteld kan worden. Wij
adviseren u [Hologram AF] in te
stellen op [Auto].
Uitschakelen van de
NightFraming-functie
Zet de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING-schakelaar op z.
• Tijdens het gebruik van de NightFramingfunctie zijn de volgende functies buiten
werking:
– LCD-scherm uit
– AE LOCK
– Scherpstelling-voorkeuze
• Bij gebruik van de NightFraming-functie:
– De witbalans is ingesteld op Auto.
– De lichtmetingsfunctie wordt ingesteld op
multi-patroon lichtmeting.
– De AF-bereikzoeker zit vast in het midden.
– Als u een andere ongeldige bediening
uitvoert tijdens het gebruik van de
NightFraming-functie, knippert de
indicatie en de "Night framing" indicatie licht
gedurende ongeveer vijf seconden op.
• Wanneer u de sluiterknop tot halverwege
indrukt, zult u een geluid horen. Dit is echter
niet het geluid van de sluiterknop die wordt
losgelaten. Het beeld is nog niet opgenomen.
• De flitser werkt niet bij het opnemen in Burst 3
en Exposure Bracket-functies. Als u op v ( )
drukt, knippert de BRK/ -indicatie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Tijdens het gebruik van de NightShot-functie
zijn de volgende functies buiten werking:
– Scherpstelling-voorkeuze
– LCD-scherm uit
– AE LOCK
– Opnemen met hologram-AF
– Opnemen met de flitser
• Bij gebruik van de NightShot-functie:
– De witbalans is ingesteld op Auto.
– De lichtmetingsfunctie wordt ingesteld op
nadruk op het midden.
– Als u een ongeldige bediening uitvoert,
knippert de
indicatie, en de "Night shot"
indicatie brandt gedurende ongeveer vijf
seconden.
Als u echter op v ( ) drukt in de Exposure
Bracket-, Multi Burst- of Burst 3-functie,
knippert de BRK/
/ -indicatie.
• Gebruik de NightShot-functie niet op helder
verlichte plaatsen (zoals buiten bij daglicht).
Hierdoor zal de camera mogelijk niet goed
meer werken.
• Beelden opgenomen in de NightShot-functie
worden opgenomen met een groene tint, net
zoals bij het kijken naar een LCD-scherm.
NL
57
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Regelknop
Modusdraaiknop
MENU
c Kies [ ] (Flash Level) met b/
B en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
High: Dit maakt het flitserniveau
hoger dan normaal.
Normal: Normale instelling.
Low: Dit maakt het flitserniveau lager
dan normaal.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
(Clip Motion) staat.
Opnemen van
meerdere frames
— Clip Motion
Modusdraaiknop:
U kunt een aantal opeenvolgende
stilstaande beelden opnemen (GIF
animatie). GIF-bestanden zijn klein van
formaat, wat handig is om een homepage te
maken of om beelden toe te voegen aan een
e-mail.
• Tengevolge van de beperkingen van het GIFformaat wordt het aantal kleuren voor Clip
Motion-beelden verminderd tot 256 kleuren of
minder. Daardoor kan soms de beeldkwaliteit
achteruitgaan.
Normal (160×120)
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Een Clip Motion van maximaal 10 frames
kan worden opgenomen. Dit is geschikt
voor gebruik op een homepage, enz.
Mobile (120×108)
Een Clip Motion van maximaal twee frames
kan worden opgenomen. Dit is geschikt
voor gebruik met draagbare dataterminals.
• De bestandsgrootte wordt verkleind in de
Mobile functie, zodat de beeldkwaliteit
achteruit gaat.
NL
58
d Neem het beeld voor het eerste
frame op.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Zet bij de SET UP-instellingen [Moving
Image] op [Clip Motion] (blz. 39 en 116).
Regelknop
Making ”Clip Motion”
Modusdraaiknop
Sluiter
e Neem het beeld voor het
volgende frame op.
Druk op de sluiterknop om het
volgende frame op te nemen en
herhaal daarna deze bediening totdat u
het gewenste aantal frames hebt
opgenomen.
(beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
c Kies de gewenste functie met
v/V.
U kunt kiezen uit [Normal] of
[Mobile].
.
f Druk op z.
Alle framebeelden worden opgenomen
op de "Memory Stick".
Om enkele of alle framebeelden
te wissen terwijl u een Clip
Motion-opname maakt
1 Druk bij stap 4 of 5 op b (7).
De framebeelden die u hebt opgenomen
worden een voor een weergegeven en
stoppen bij het laatste beeld.
2 Druk op
(wissen) en kies [Delete
Last] of [Delete All] met b/B en druk
daarna op z.
• Merk op dat de beelden pas op de "Memory
Stick" volledig worden opgenomen nadat u stap
6 hebt uitgevoerd.
• Voor het aantal beelden dat kan worden
opgenomen in de Clip Motion-modus, zie
blz. 110.
• De datum en tijd worden niet geprojecteerd op
Clip Motion-beelden.
• Wanneer u op het index-scherm een beeld
bekijkt dat is opgenomen in de Clip Motionmodus, kan het beeld er anders uitzien dan het
werkelijke beeld.
• GIF-bestanden die niet op deze camera zijn
opgenomen kunnen niet altijd juist worden
weergegeven.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op
3 Kies [Delete] met v en druk daarna op
z. Wanneer bij stap 2 de optie [Delete
Last] wordt gekozen, wordt elke keer
wanneer u de stappen 1 t/m 3 herhaalt,
het laatst opgenomen frame gewist.
NL
59
a Zet de modusdraaiknop op
Opnemen in de Multi
Burst-modus
— Multi Burst
Modusdraaiknop:
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
U kunt het frame-interval kiezen uit de
menuonderdelen (blz. 39).
1/30"
Interval
— Burst 3
Modusdraaiknop:
/P/S/A/M/SCN
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Elke keer wanneer u
in deze modus op de sluiterknop drukt,
neemt de camera drie beelden achter elkaar
op.
Regelknop
1/7.5
1/15
1/30
WB
Drie beelden continu
opnemen
PFX
Modusdraaiknop
Sluiter
d Neem het beeld op.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Zet bij SET UP instellingen de optie
[Moving Image] op [Multi Burst] (blz. 39
en 116).
MENU
Regelknop
Modusdraaiknop
Sluiter
NL
60
De 16 frames worden opgenomen als
één beeld (beeldformaat: 1.2M).
• Zie blz. 72 om beelden opgenomen in de Multi
Burst-modus weer te geven met behulp van
deze camera.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
blz. 110.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• De datum en tijd kunnen niet op de beelden
worden geprojecteerd.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
,
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Burst 3]
met v/V.
TIFF
Voice
E-Mail
Exp Brktg
Burst 3
Normal
REC Mode
d Neem het beeld op.
Wanneer de "Recording"-indicatie
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [TIFF] met
v.
Stilstaande beelden
opnemen in de TIFFmodus
d Neem het beeld op.
— TIFF
Modusdraaiknop:
/P/S/A/M/SCN
De beelden worden niet-gecomprimeerd
opgenomen waardoor de beeldkwaliteit niet
verslechtert. Beelden die in deze functie
zijn opgenomen kunnen worden bewerkt op
een computer, enz.
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het scherm weergegeven. Maak
de beeldcompositie alvorens u de sluiterknop
indrukt.
• Het opname-interval bedraagt circa
0,5 seconden.
• U kunt bepaalde sluitertijden niet kiezen*.
* Wanneer [ISO] is ingesteld op [800]:
sluitertijden van 1/25 seconde of langer
Wanneer [ISO] anders is dan [800]:
sluitertijden van 1/6 seconde of langer
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Normal] in stap 3.
,
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Modusdraaiknop
Sluiter
Kies [Normal] in stap 3.
Om terug te keren naar de
normale modus
• JPEG-beelden worden tevens opgenomen in het
beeldformaat gekozen in de beeldformaatinstelling (blz. 18). Ongecomprimeerde (TIFF)
beelden worden opgenomen in [5.0M] formaat,
behalve wanneer [4.5M (3:2)] is gekozen.
• Het wegschrijven en lezen van gegevens duurt
langer dan bij normaal opnemen.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de TIFF-modus staat vermeld op blz. 110.
Regelknop
Om terug te keren naar de
normale modus
Wanneer de "Recording"-indicatie
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
NL
61
Stilstaande beelden
voor e-mail opnemen
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [E-Mail]
met v/V.
— E-Mail
d Neem het beeld op.
Modusdraaiknop:
/P/S/A/M/SCN
In de E-Mail-modus wordt tegelijk met een
normaal stilstaand beeld ook een beeld van
klein formaat (320×240) opgenomen dat
geschikt is voor verzending per e-mail. (Zie
blz. 18 voor de formaten van normale
stilstaande beelden.)
Wanneer de "Recording"-indicatie
verdwijnt kunt u het volgende beeld
opnemen.
Om terug te keren naar de
normale modus
Stilstaande beelden
opnemen met
audiobestanden
— Voice
Modusdraaiknop:
In de Voice-modus wordt tegelijk met de
opname van een stilstaand beeld ook het
geluid mee opgenomen.
Kies bij stap 3 [Normal].
Regelknop
• Aanwijzingen voor het toevoegen van beelden
aan een e-mailbericht vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw e-mailsoftware.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de E-Mail-modus staat vermeld op blz. 110.
Regelknop
Modusdraaiknop
Sluiter
/P/S/A/M/SCN
Modusdraaiknop
Sluiter
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
62
,
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Voice] met
v/V.
d Neem het beeld op.
Wanneer u de sluiterknop
indrukt en weer loslaat, wordt er
gedurende vijf seconden geluid
opgenomen.
Wanneer u de sluiterknop
ingedrukt houdt, wordt er net
zolang geluid opgenomen totdat u de
sluiterknop weer loslaat (maximaal
40 seconden).
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
— Scènekeuze
Modusdraaiknop: SCN
Wanneer u een nachtelijke scène, mensen ’s
nachts, een landschap, een portret, een
sneeuwscène of aan de kust opneemt,
gebruikt u de onderstaande functies om de
kwaliteit van uw beelden te verhogen.
Wanneer de sluitertijd 1/6 seconde of langer
is, wordt de lange sluitertijd-functie NR
automatisch ingeschakeld (blz. 44).
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer, dus we raden u aan
een statief te gebruiken om trillen van het
beeld te voorkomen.
• U kunt geen beelden in macro opnemen.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer,
dus we raden u aan een statief te gebruiken
om trillen van het beeld te voorkomen.
• De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid
van de omgeving.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Om beelden te bekijken in de Voice-modus,
volgt u de procedure beschreven in
"Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm" (blz. 80).
• Het aantal beelden dat u in de Voice-modus
kunt opnemen staat vermeld op blz. 111.
Opnemen in
overeenstemming
met de situatie
NL
63
Landschapsfunctie
Stelt scherp op een onderwerp veraf om
landschappen, enz., op te nemen.
Sneeuwfunctie
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
• U kunt geen beelden in macro opnemen.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
Portretfunctie
De persoon op de voorgrond wordt extra
scherp weergegeven tegen een vage
achtergrond.
Regelknop
Modusdraaiknop
MENU
• De flitser is ingesteld op
(niet flitsen).
(altijd flitsen) of
a Zet de modusdraaiknop op
SCN.
b Druk op MENU.
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
Het menu verschijnt.
c Kies [SCN] met b en kies
daarna met v/V de gewenste
modus.
Annuleren van de scènekeuze
Zet de modusdraaiknop op een andere
functie.
• De flitser wordt ingesteld op
of
(niet flitsen).
NL
64
(altijd flitsen)
• Wanneer u opneemt in de Burst 3-functie of de
Exposure Bracket-functie, wordt de sluitertijd
korter, waardoor het beeld misschien niet wordt
opgenomen zoals u had bedoeld.
• Wanneer de lange sluitertijd-functie NR wordt
geactiveerd, kan het opnemen enige tijd duren.
• De instelling blijft bewaard, zelfs nadat de
camera is uitgeschakeld.
Speciale effecten
toevoegen
Gebruik van een
externe flitser
Regelknop
Modusdraaiknop
— Beeldeffect
Modusdraaiknop:
Modusdraaiknop: P/S/A/M/SCN/
Als u een externe flitser (niet bijgeleverd)
gebruikt, kunt u levendigere flitserbeelden
opnemen dan met gebruikmaking van de
interne flitser.
Nadere bijzonderheden vindt u in de
gebruiksaanwijzing die met uw flitser is
meegeleverd.
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
Solarize
Het contrast is
helderder en het
beeld oogt als een
illustratie.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op P,
S, A, M, SCN of
.
b Druk op MENU.
Geavanceerde
accessoireschoen
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap 3 [Off].
Neg.Art
Kleur en helderheid
van het beeld zijn
omgekeerd, zoals bij
een negatief.
ACCaansluitbus
Regelknop
Modusdraaiknop
Sluiter
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Het menu verschijnt.
Sepia
/P/S/A/M/SCN
NL
65
• Wanneer u opneemt in de Burst 3-, Exposure
Bracket-modus, schemerfunctie, MPEG-movie
of Multi Burst-modus, gaat de flitser niet af.
• Een externe flitser en de ingebouwde flitser
kunnen niet tegelijkertijd afgaan.
• Merk op dat bij het opnemen met twee of
meerdere externe flitsapparaten de
camerafuncties misschien niet normaal werken,
of een storing in de camera kan optreden.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op
(Clip Motion) staat.
• Als de witbalans niet kan worden aangepast
tijdens het opnemen met een externe flitser,
stelt u de flitserfunctie in op (altijd flitsen) of
SL (langzame synchro), en stelt u de one-pushwitbalansfunctie in (blz. 55).
Gebruik van de Sony flitser
(niet bijgeleverd)
U kunt de Sony HVL-F32X of HVL-F1000
flitser bevestigen op de geavanceerde
accessoireschoen van de camera. De HVLF32X is tevens uitgerust met een
automatische flitsniveau-instelfunctie en
een AF-vullichtfunctie.
a Bevestig de externe flitser op
de geavanceerde
accessoireschoen.
b Steek de stekker van de flitser
in de ACC-aansluitbus.
Bij gebruik van de HVL-F32X hoeft u
stap 2 niet uit te voeren.
c Schakel de externe flitser in.
d Zet de modusdraaiknop op
P, S, A, M of SCN.
e Neem het beeld op.
• Wanneer u een los verkrijgbaar extern
flitsapparaat van Sony gebruikt, controleert u
dat in de SET UP instellingen [Hot Shoe] is
ingesteld op [Off] (blz. 117).
Gebruik van een in de
handel verkrijgbare externe
flitser
U kunt een in de winkel verkrijgbaar extern
flitsapparaat bevestigen dat geschikt is voor
een geavanceerde accessoireschoen.
a Bevestig de externe flitser op
de geavanceerde
accessoireschoen.
b Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
c Kies
(Camera 2) met v/V,
[Hot Shoe] met B/v/V, [On]
met B/v en druk daarna op z.
2
d Schakel de externe flitser in.
,
e Zet de modusdraaiknop op M
of A.
De flitser gaat ook af wanneer de
modusdraaiknop op
, P, S, SCN of
(Clip Motion) is gezet, maar wij
bevelen u aan om de modusdraaiknop
op M of A te zetten voordat u gaat
opnemen.
f Neem het beeld op.
NL
66
Gebruik van een
conversielens
Modusdraaiknop:
SCN/
/P/S/A/M/
Als u een conversielens (niet bijgeleverd)
gebruikt, kunt u opnamen maken met een
verbeterd groothoek- of telefoto-effect.
Voor verdere informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzingen die bij de
conversielens werden geleverd.
• Schakel de camera altijd uit alvorens
een conversielens te bevestigen of eraf
te halen. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot beschadiging of defect raken
van de camera.
• Wanneer u de interne flitser gebruikt, kan het
licht van de interne flitser worden geblokkeerd,
waardoor de schaduw van de lens in het beeld
wordt opgenomen. Wij adviseren u een Sony
optionele, externe flitser te gebruiken.
Opmerkingen betreffende de
Sony VCL-DEH07V groothoekvoorzetconversielens
• U kunt niet opnemen in de NightShot-functie of
de NightFraming-functie.
• De camera schakelt automatisch over naar de
macro-opnamefunctie. Echter,
wordt niet
afgebeeld.
• De zoomfunctie kan niet worden gebruikt.
• De interne hologram-AF kan niet worden
gebruikt. Wij adviseren u de Sony HVL-F32X
flitser te gebruiken.
Opmerkingen betreffende de
Sony VCL-DEH17V telefotovoorzetconversielens
• Duw de zoomknop in de stand T (telefoto). Als
u de zoomknop in de stand W (groothoek) zet,
kan de lensschaduw zichtbaar worden in het
beeld of kan het moeilijk zijn scherp te stellen.
• Wanneer u opneemt in de NightShot-functie,
kan het infraroodlicht worden geblokkeerd door
de lens. Wij adviseren u de Sony HVL-IRM
infrarood-lamp te gebruiken.
• Wanneer u opneemt in de NightFramingfunctie, gebruikt u zowel de Sony HVL-F32X
flitser als de Sony HVL-IRM infrarood-lamp.
Wees er echter op bedacht dat het beeld een
rode tint kan krijgen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Stel het diafragma optimaal in, uitgaande van
het richtgetal van de gebruikte flitser en de
afstand tot het onderwerp.
• Aangezien het richtgetal al naar gelang de ISOgevoeligheid (blz. 113) van de camera
verschillend is, dient u altijd het ISO-getal van
de camera te controleren.
• Merk op dat de camera misschien niet goed
werkt of dat een storing op kan treden wanneer
u een flitsapparaat gebruikt dat door een andere
fabrikant is gemaakt voor een specifieke
camera (over het algemeen een flitsapparaat
met meerdere contactpunten op de
geavanceerde accessoireschoen), een
flitsapparaat gebruikt dat op hoge spanning
werkt, of een flitsaccessoire gebruikt.
• Als u opneemt met [Hot Shoe] ingesteld op
[Off] in de SET UP-instellingen, kan de
ingebouwde flitser omhoog komen. Als dit
gebeurt, zet u de ingebouwde flitser terug in de
oorspronkelijke stand en stelt u [Hot Shoe] in
op [On] (blz. 117).
• Afhankelijk van het in de handel verkrijgbare
type externe flitser, kan het onmogelijk zijn
bepaalde functies te gebruiken, en kunnen
andere bedieningen moeilijk zijn.
NL
67
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
d Kies de gewenste map met b/
B.
Een map kiezen en
beelden weergeven
Enkelvoudig scherm
60min
VGA
101
Select Folder
102
Folder Name:
No. Of Files:
Created:
— Map
Modusdraaiknop:
102MSDCF
9
2003 7 4
1:05:34 AM
OK
Cancel
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
OK
9/9
2/2
101-0009
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Index-scherm (met negen beelden)
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Regelknop
Modusdraaiknop
De keuze annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
SINGLE DISPLAY
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory
Stick"
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Folder] met b en druk
daarna op z.
NL
68
.
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
MOVE
Index-scherm (met drie beelden)
Aperture Value:
Shutter Speed:
Exposure Value:
ISO:
101-0001
SINGLE DISPLAY
F2.8
1/30
0.0
100
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, verschijnt de melding "No file in this
folder".
• U kunt beelden weergeven van de map met de
laatst opgenomen beelden, zonder een map te
kiezen.
e Stel de beeldgrootte af met de
zoomknop.
Een beeld vergroten
— Weergavezoom
a Zet de modusdraaiknop op
.
Modusdraaiknop:
b Geef het beeld weer dat u wilt
vergroten.
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
c Duw de zoomknop in de stand
T (telefoto) om op het
onderwerp in te zomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
Regelknop
Modusdraaiknop
Druk op z.
Druk op v
Zoomknop
Druk
op b
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk
op B
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden (MPEG Movie), Clip
Motion-beelden en Multi Burst-beelden.
• U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 23) vergroten
door de stappen c t/m e uit te voeren.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
MENU
Druk op V
v: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B: Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
NL
69
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
Het beeld is opgenomen en het beeld
op het scherm keert na het opnemen
terug naar het normale formaat.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente beeld in de gekozen opnamemap,
terwijl het oorspronkelijke beeld bewaard blijft.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
• Niet-gecomprimeerde (TIFF) beelden kunnen
niet worden getrimd.
• Beelden afgebeeld met Quick Review niet
worden getrimd.
Interval
3 sec/ 5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Modusdraaiknop:
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All:
Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Regelknop
Modusdraaiknop
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
De diavoorstelling begint.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
Het menu verschijnt.
NL
Stel de volgende onderdelen in met v/
V/b/B.
— Diavoorstelling
b Druk op MENU.
70
c Kies [Slide] met b/B en druk
daarna op z.
Weergave van
opeenvolgende
beelden
.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap 3 [Cancel].
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
Stilstaande beelden
roteren
Regelknop
Modusdraaiknop
— Roteren
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op B (volgende) of b (vorige).
• De tijsduur van het instellen van interval is bij
benadering en wordt mede bepaald door het
beeldformaat van het weergegeven beeld.
Modusdraaiknop:
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
MENU
a Zet de modusdraaiknop op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
b Druk op MENU.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Het menu verschijnt.
c Kies [Rotate] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies
met v, en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
NL
71
Stoppen met roteren
Kies bij stap 4 of 5 [Cancel], en druk
daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden en beelden
opgenomen als bewegend beeld (MPEG
Movie), Clip Motion, Multi Burst en
ongecomprimeerde (TIFF) beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat de informatie van het roteren
van het beeld niet door de computer wordt
herkend, afhankelijk van de software.
Beelden opgenomen
in de Multi Burstmodus weergeven
Modusdraaiknop:
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
Continu weergeven
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
60min
101
14/14
Regelknop
101-0014
PAUSE
Modusdraaiknop
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een camera
zonder de Multi Burst-functie, worden de 16
frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd
weergegeven als onderdeel van één beeld.
NL
72
Naar de normale weergave
terugkeren
— Jog-weergave
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
60min
101
14/14
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
(wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Frame-voor-frame
weergeven
Step
12/16
101-0014
PLAY
2003 7 4 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Draai het frame door met b/B.
B: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
NL
73
Stilstaande beelden monteren
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Modusdraaiknop:
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Regelknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Modusdraaiknop
d Kies [Protect] met b/B en druk
daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
60min
VGA
101
2/9
MENU
Protect
Exit
OK
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B,
en drukt u vervolgens op z.
In de index-modus (met
negen beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op /
(index) om het index-scherm
(met negen beelden) weer te
geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Protect] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie - gaat uit.
NL
74
SELECT
MOVE
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met v/V/b/B en druk
daarna bij stap 5 op z. De indicatie wordt grijs. Herhaal deze procedure voor
alle beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap 4 de optie [All In Folder] en
druk op z. Kies [On] en druk daarna op z.
Alle beveiligingen van alle
beelden in de map annuleren
Kies bij stap 4 de optie [All In Folder] en
druk op z. Kies [Off] en druk daarna op z.
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op /
(index) om het index-scherm
(met drie beelden) weer te
geven.
b Laat met b/B het te beveiligen
beeld in het midden
verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [Protect] met v/V en druk
daarna op z.
Het beeld in het midden wordt
beveiligd. Op het beeld verschijnt de
indicatie -.
Om de eerder ingestelde
beveiliging te annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren en druk daarna bij stap 4 op
z. Om de beveiliging van alle beelden te
annuleren, herhaalt u deze procedure voor
elk beeld.
Stilstaande beelden monteren
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
In de index-modus (met drie
beelden)
DPOF
Protect
Folder
101-0002
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
e Om andere beelden te
beveiligen, laat u met b/B het
te beveiligen beeld in het
midden verschijnen en
herhaalt u stap 4.
NL
75
b Druk op MENU.
Beeldformaat
veranderen
Het menu verschijnt.
c Kies [Resize] met b/B en druk
daarna op z.
— Formaat veranderen
d Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
Modusdraaiknop:
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten.
5.0M, 3.1M, 1.2M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Regelknop
Kies bij stap 5 [Cancel].
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)
Modusdraaiknop:
U kunt stilstaande beelden opgenomen met
uw camera markeren om later af te drukken.
Deze functie is handig wanneer u beelden
wilt laten afdrukken in een winkel of een
printer gebruikt die compatibel is met de
DPOF-standaard (Digital Print Order
Format).
Regelknop
Modusdraaiknop
MENU
f Zet de modusdraaiknop op
a Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
NL
76
.
• U kunt het formaat van bewegende beelden
(MPEG Movie), Clip Motion, Multi Burst en
ongecomprimeerde (TIFF) beelden niet
veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld
verandert, zullen de bovenste en onderste
zwarte gedeelten in het beeld worden
afgebeeld.
Modusdraaiknop
MENU
• Bewegende beelden (MPEG Movie) of beelden
die in de Clip Motion-modus zijn opgenomen
kunnen niet worden voorzien van een
afdrukmarkering.
• In de e-mailfunctie wordt een afdrukmarkering
(DPOF) geplaatst op het normale beeldformaat
dat tegelijkertijd werd opgenomen.
• Wanneer u beelden opgenomen in de Multi
Burst-functie markeert, worden alle beelden
afgedrukt op één beeld opgedeeld in 16 frames.
• Als u een beeld opgenomen in de TIFF-functie
markeert met een afdrukmarkering (DPOF),
wordt alleen het ongecomprimeerde (TIFF)
beeld afgedrukt, terwijl het JPEG-beeld dat
tegelijkertijd werd opgenomen niet wordt
afgedrukt.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering
aangebracht.
60min
VGA
101
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op /
(index) om het index-scherm
(met negen beelden) weer te
geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [DPOF] met B en druk
daarna op z.
2/9
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
DPOF
Exit
OK
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B, en drukt u vervolgens op
z.
• Bij het aanbrengen van de markeringen
, kunt u niet [All In Folder] kiezen.
Stilstaande beelden monteren
d Kies [DPOF] met b/B en druk
daarna op z.
.
In de index-modus (met
negen beelden)
e Kies het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B, en druk
daarna op z.
De groene markering
op het gekozen beeld.
verschijnt
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z.
De indicatie
gaat uit.
SELECT
MOVE
MENU
TO NEXT
NL
77
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
In de index-modus (met drie
beelden)
De afdrukmarkering
verwijderen
g Druk op MENU.
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op /
(index) om het index-scherm
(met drie beelden) weer te
geven.
Druk bij stap 4 opnieuw op z.
De indicatie
gaat uit. Herhaal deze
bediening voor alle beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie
wordt wit. Het
aanbrengen van de markering
voltooid.
is
Verwijderen van de
afdrukmarkeringen
Kies bij stap 5 de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen en druk
daarna op z.
Alle markeringen
opheffen
in een map
Kies bij stap 4 [All In Folder] en druk
daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op
z.
Om de functie voor het
aanbrengen van
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
NL
78
b Geef het beeld dat u wilt
markeren weer in de
middenpositie met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies [DPOF] met v en druk
daarna op z.
De markering
wordt aangebracht
op het beeld in het midden.
DPOF
Protect
Folder
101-0002
OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het beeld dat u wilt afdrukken
in het midden weer met b/B,
en herhaalt u stap 4.
Bewegende beelden
Opnemen van
bewegende beelden
Modusdraaiknop:
U kunt bewegende beelden met geluid
opnemen (MPEG Movie) met uw camera.
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
U kunt kiezen uit 640 (VGA) of
160 (Mail).
Nadere bijzonderheden over de
opnameduur van de verschillende
beeldformaten vindt u op blz. 110.
Opnemen van dichtbij (Macro)
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 24.
en volg de
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 25.
en volg de
d Druk de sluiterknop volledig in.
Alvorens te beginnen
Zet bij SET UP instellingen de optie
[Moving Image] op [MPEG Movie] (blz. 39
en 116).
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
101
60min
160
REC 00:00:02[00:10:48]
Regelknop
• Het opnemen stopt wanneer de "Memory
Stick" vol is.
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Bewegende beelden
Modusdraaiknop
Sluiter
• Raak de microfoon (blz. 8) niet aan tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
• De flitser kan niet worden gebruikt.
• Op bewegende beelden worden de datum en
tijd niet geprojecteerd.
• De vergrotingsfactor van de zoomfunctie kan
niet worden veranderd tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
Indicaties tijdens het opnemen
a Zet de modusdraaiknop in de
stand
.
b Druk op
(beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
, verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 127.
NL
79
a Zet de modusdraaiknop op
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
Modusdraaiknop:
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
b Kies de gewenste bewegende
beelden met b/B.
Bewegende beelden met het
beeldformaat [160 (Mail)] worden een
formaat kleiner weergegeven.
60min
160
101
10/10
00:00:00
Regelknop
101_0010
PLAY
Modusdraaiknop
.
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
• Bewegende beelden van het formaat [640
(VGA)] worden op het volledige scherm
weergegeven.
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Druk tijdens weergave op b/B.
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
Elke keer wanneer u
indrukt, verandert
de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 129.
c Druk op z.
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt B
(weergave) op het scherm.
Luidspreker
60min
160
101
101_0010
STOP
10/10
00:00:03
2003 7 4 10:30PM
REV/CUE
Weergavebalk
VOLUME
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op z.
Om het volume af te stellen
NL
80
Druk op v/V om het volume af te stellen.
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 32).
• Bewegende beelden opgenomen met eerdere
Sony-modellen kunnen ook een formaat kleiner
worden weergegeven.
Bewegende beelden
wissen
— Wissen
Modusdraaiknop:
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Regelknop
Modusdraaiknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met b/
B.
c Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met b/
B, en herhaalt u stap 4.
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op /
(index) om een index-scherm
met negen beelden weer te
geven.
b Druk op
(wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
De groene indicatie
(wissen)
verschijnt op de gekozen bewegende
beelden.
Bewegende beelden
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden gewist.
In de index-modus (met
negen beelden)
Om te stoppen met wissen
Kies bij stap 4 of 5 [Exit].
SELECT
MOVE
TO NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
f Druk op
(wissen).
NL
81
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies bij stap 3 of 7 [Exit].
Alle bewegende beelden in een
map wissen
Kies bij stap 3 [All In Folder] en druk
daarna op z. Kies [OK] met B en druk
daarna op z. Om te stoppen met wissen,
kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op
z.
In de index-modus (met drie
beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna tweemaal op
/
(index) om een indexscherm met drie beelden weer
te geven.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen in het midden
weer met b/B.
c Druk op
(wissen).
Delete
Exit
101_0010
• OK
2003 7 4 10:30PM
BACK/NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
Wanneer de melding "Memory Stick
access" uit gaat, zijn de bewegende
beelden die in het midden van het
index-scherm stonden gewist.
NL
82
Om te stoppen met wissen
Kies bij stap 4 [Exit] en druk daarna op z.
Bewegende beelden
bewerken
Modusdraaiknop:
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen modus om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden aan uw e-mailberichten
wilt hangen.
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
101_0003
101_0001
a Zet de modusdraaiknop op
1
3
2
101_0002
1. Knippen van scène A.
1
A
3
Knippunt 101_0002
A
Het menu verschijnt.
2
B
101_0005 Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
101_0007
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
e Kies een knippunt.
Druk op de middelste z op het
gewenste knippunt.
60min
3
A
2
B
Divide
101_0006
Wissen
1
3
2
101_0006
MENU
OK
Cancel
Exit
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
10/10
00:00:02
Dividing
Point
Regelknop
Modusdraaiknop
160
101
1
Bewegende beelden
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist en dat nummer wordt overgeslagen.
3
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
d Kies [Divide] met B en druk
daarna op z. Kies vervolgens
[OK] met v en druk daarna op
z.
2. Knippen van scène B.
1
.
c Druk op MENU.
B
2
101_0004
Toewijzen van bestandsnummers wanneer bewegende
beelden worden geknipt
Knippen van bewegende
beelden
OK
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame vooruit/
terugspoelen) en past u het knippunt
aan met b/B. Als u een ander
knippunt wilt kiezen, kiest u [Cancel].
Het weergeven van de bewegende
beelden begint opnieuw.
NL
83
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
Wissen van overbodige
gedeelten van bewegende
beelden
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
a Knip een overbodig gedeelte
van de bewegende beelden
(blz. 83).
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het knippen annuleren
Kies bij stap 5 of 7 [Exit]. De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Clip Motion
– Multi Burst
– Stilstaand beeld
– MPEG-bestanden van bewegende beelden die
niet lang genoeg zijn om te knippen
– Beveiligde MPEG-bestanden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
• De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
NL
84
b Geef het gedeelte weer van de
bewegende beelden dat u wilt
wissen.
c Druk op
(wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden die op dat
moment op het scherm worden
weergegeven worden gewist.
Bekijken van de beelden op uw computer
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen computeromgeving
• Gebruik in een computeromgeving compatibel
met USB 2.0 (High-Speed USB) maakt een
hoge gegevensoverdrachtsnelheid mogelijk.
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
Inhoud van de CD-ROM
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
USB-modus
• Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Er zijn twee modi voor een USBverbinding, de [Normal]-modus en de
[PTP]*-modus. De fabrieksinstelling is de
[Normal]-modus.
x Image Transfer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer.
* Alleen compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure vanaf
stap 2 op blz. 68.
x ImageMixer
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden die in de computer zijn opgeslagen
gemakkelijk weer te geven en te bewerken.
Communicatie met uw
computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn, kunt
u beelden kopiëren via een extern apparaat. Zie
de Sony-website voor informatie.
http://www.sony.net/
• Dit deel beschrijft het Windows Me-scherm als
voorbeeld. De vereiste bediening kan al naar
gelang uw besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrators).
• De monitor dient ingesteld te zijn op 800 × 600
beeldpunten (pixels) en High Color (16-bits
kleuren, 65.000 kleuren) of beter. Indien
ingesteld op minder dan 800 × 600 beeldpunten
of 256 kleuren of minder, verschijnt het
modelkeuzescherm niet.
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient in
de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in een
computeromgeving die is opgewaardeerd tot
de hierboven beschreven besturingssystemen
of in een computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren)
of beter
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
NL
85
Het USB-stuurprogramma
installeren
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
a Start de computer op en plaats
de bijgeleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station.
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
Het modelkeuzescherm verschijnt.
Indien het niet verschijnt, dubbelklik
dan op
(My Computer) t
(ImageMixer) in die volgorde.
c Klik op [USB Driver] (USBstuurprogramma) op het
installatiemenuscherm.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
d Klik op [Next]. Wanneer het
"Information" (informatie)scherm verschijnt, klikt u op
[Next].
b Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het installatiemenuscherm verschijnt.
NL
86
e Kies [Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
"Image Transfer" installeren
U kunt de "Image Transfer"-software
gebruiken om de beelden automatisch naar
de computer te kopiëren nadat de camera
met behulp van de bijgeleverde USB-kabel
op de computer is aangesloten.
c Klik op [Next]. Wanneer het
"Licence Agreement"
(licentieovereenkomst)scherm verschijnt, klikt u op
[Yes].
e Kies de map die moet worden
geïnstalleerd en klik daarna op
[Next].
Kies de programmamap en klik
daarna op [Next].
a Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
b Klik op [Image Transfer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" (Welkom bij de
InstallShield Wizard) verschijnt.
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden in de
overeenkomst accepteert, gaat u verder
met de installatie. Het "Information"scherm verschijnt.
d Klik op [Next].
f Controleer dat het vakje is
aangevinkt op het "Image
Transfer Settings"
(beeldoverdracht-instellingen)scherm en klik daarna op
[Next].
Nadat het installeren klaar is, wordt
een mededeling hieromtrent op het
scherm afgebeeld.
Bekijken van de beelden op uw computer
Het installatiemenuscherm verschijnt.
NL
87
g Klik op [Finish] (Voltooien).
Installeren van
"ImageMixer"
U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden te kopiëren,
bekijken en bewerken, en om video-cd’s te
maken. Nadere bijzonderheden vindt u in de
helpbestanden van de software.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
wordt gesloten. Als u verder wilt gaan
met het installeren van "ImageMixer",
klikt u op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm en volgt u de
installatieprocedure.
• Het USB-stuurprogramma is noodzakelijk om
"Image Transfer" te kunnen gebruiken. Als het
noodzakelijke stuurprogramma niet reeds op de
computer is geïnstalleerd, zal een
dialoogvenster worden afgebeeld waarin u
gevraagd wordt of u het stuurprogramma wilt
installeren. Volg de instructies die op het
scherm worden afgebeeld.
a Klik op [ImageMixer] op het
installatiemenuscherm.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Welcome to the
InstallShield Wizard" (Welkom bij de
InstallShield Wizard) verschijnt.
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
b Volg de instructies op ieder
achtereenvolgend scherm.
Installeer "ImageMixer" volgens de
aanwijzingen op het scherm.
NL
88
• Wanneer u Windows 2000 of Windows XP
gebruikt, installeert u "WinASPI".
• Als DirectX8.0a of een recentere versie niet is
geïnstalleerd op de computer, verschijnt het
"Information"-scherm. Volg de procedure op
het scherm.
c Start uw computer opnieuw op
volgens de aanwijzingen op
het scherm.
d Haal de CD-ROM eruit.
De camera aansluiten op de
computer
b Schakel uw computer en de
camera in.
a Plaats de "Memory Stick" met
de te kopiëren beelden in de
camera. Sluit de bijgeleverde
netspanningsadapter aan en
steek de stekker van het
netsnoer in een stopcontact.
c Open de afdekking van de
aansluitbussen en sluit de
bijgeleverde USB-kabel aan op
de (USB)-aansluitbus van de
camera.
NORMAL
aaaa
Toegangsindicaties*
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood.
• Als "USB Mode NORMAL" niet verschijnt in
stap 4, controleert u dat [USB Connect] is
ingesteld op [Normal] in de SET UP
instellingen (blz. 118).
Bekijken van de beelden op uw computer
• Wanneer u beelden kopieert naar uw computer
terwijl de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van de accu, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de gegevens beschadigd
raken doordat de accu leeg raakt. We raden u
aan de netspanningsadapter te gebruiken.
• Voor verdere informatie over
netspanningsadapter, zie blz. 13.
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick", zie blz. 17.
USB Mode
"USB Mode NORMAL" verschijnt op
het LCD-scherm van de camera.
Wanneer er voor het eerst een USBverbinding tot stand wordt gebracht,
draait uw computer automatisch het
gebruikte programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
Naar een
stopcontact
Netspanningsadapter
• Wanneer u een desktopcomputer gebruikt,
raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op
de USB-aansluiting op het achterpaneel.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar stap blz. 92.
NL
89
P Loskoppelen van de USBkabel van uw computer,
verwijderen van de "Memory
Stick" uit uw camera of,
uitschakelen van de stroom
tijdens een USB-aansluiting
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
Beelden kopiëren met
"Image Transfer"
— Windows 98/98SE/2000/Me
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt opgestart en de
beelden worden automatisch naar de
computer gekopieerd. Nadat het kopiëren
klaar is, wordt "ImageMixer" automatisch
geopend en worden de beelden afgebeeld.
2 Klik op
(Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 89) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
NL
90
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Image Transfer" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de instelling wilt annuleren, volgt u
onderstaande procedure.
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Computer].
b Klik met de rechter muisknop
op [Sony MemoryStick] en klik
daarna op [Properties].
3 Bevestig het apparaat op het
bevestigingsscherm en klik daarna op
[OK].
5 Maak de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit, of schakel de
camera uit.
— Windows XP
c Annuleer de instelling.
• Normaal gesproken worden de "Image
Transfer" en "Date" mappen aangemaakt in de
"My Documents" map, en worden alle
beeldbestanden opgenomen met de camera naar
deze mappen gekopieerd.
• U kunt de instellingen van "Image Transfer"
veranderen (blz. 91).
1 Klik op [AutoPlay].
2 Stel [Content type] in op [Pictures].
3 Vink [Select an action to perform]
aan onder [Actions], kies [Take no
action], en klik daarna op [Apply].
4 Stel [Content type] in op [Video
files] en ga verder met stap 3. Stel
[Content type] in op [Mixed
content] en ga verder met stap 3.
5 Klik op [OK].
Het [Properties]-scherm wordt gesloten.
De OS AutoPlay Wizard start niet
automatisch, zelfs niet als de USBverbinding de volgende keer tot
stand wordt gebracht.
De "Image Transfer"instellingen wijzigen
U kunt de instellingen van "Image Transfer"
veranderen. Rechterklik op het "Image
Transfer" pictogram op de taakbalk en
selecteer [Open Settings]. U kunt de
volgende instellingen maken: [Basic],
[Copy] en [Delete].
c Sleep de beeldbestanden naar
de map "My Documents" en zet
ze erop neer.
— Windows 98/98SE/2000/Me
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als u niet instelt dat "Image Transfer"
automatisch wordt opgestart, kunt u de
beelden kopiëren met de volgende
procedure.
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick" in
de camera verschijnt.
Wanneer de "Image Transfer" begint, wordt
het volgende venster afgebeeld.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, raadpleegt u de volgende
kolom.
• Indien u Windows XP gebruikt, raadpleeg dan
blz. 92.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin zich de gewenste
bestanden bevinden.
Wanneer u in het bovenstaande venster
[Settings] selecteert, kunt u alleen de
[Basic] instelling selecteren.
• Wanneer u probeert een beeld te kopiëren naar
een map waarin reeds een beeld met dezelfde
bestandsnaam is opgeslagen, verschijnt een
bevestigingsmelding voor het overschrijven op
het scherm. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met het nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist.
Bekijken van de beelden op uw computer
Rechterklik hier
Beelden kopiëren zonder
"Image Transfer" te
gebruiken
De map gaat open.
NL
91
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
— Windows XP
1 Klik met de rechter muisknop op [My
Computer] en klik daarna op
[Properties]. Het "System Properties"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 89). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
• Wanneer u Windows 2000 gebruikt, klikt u op
[Hardware] in het scherm "System Properties".
2 Controleer of andere apparaten reeds
zijn geïnstalleerd.
1 Klik op [Device Manager].
2 Controleer of het item " Sony DSC"
met een
teken wordt afgebeeld
onder [ Other Devices].
3 Als u één van bovenstaande apparaten
vindt, voert u de onderstaande stappen
uit om deze te verwijderen.
1 Klik op [ Sony DSC]. (Wanneer u
Windows 2000 gebruikt, klikt u met de
rechter muisknop op [ Sony DSC].)
2 Klik op [Remove] (of [Uninstall]
(Verwijderen) in Windows 2000).
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm venster wordt
afgebeeld.
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
NL
92
Probeer nogmaals het USBstuurprogramma te installeren met behulp
van de bijgeleverde CD-ROM (blz. 86).
Beelden kopiëren met behulp van
de Windows XP AutoPlay Wizard
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden
weergegeeren.
c Klik op het aankruisvakje van
de beelden die u niet naar uw
computer wilt kopiëren en
verwijder het vinkje, en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 90 om de USB-kabel los te maken en
weer aan te sluiten. Voer daarna de procedure
vanaf stap 1 opnieuw uit.
Beelden bekijken op uw
computer
a Dubbelklik op het bureaublad
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
b Dubbelklik op de gewenste
map en op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Beeldbestanden opgenomen met uw camera
worden gegroepeerd als mappen in de
"Memory Stick".
Voorbeeld: Voor gebruikers van
Windows Me
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door een camera die geen
mappen kan aanmaken
Map waarin beeldgegevens zijn opgeslagen die
zijn opgenomen door deze camera
Wanneer geen nieuwe mappen zijn aangemaakt,
is dit slechts "101MSDCF"
Bekijken van de beelden op uw computer
• Dit gedeelte beschrijft het bekijken van
gekopieerde beelden in de map "My
Documents".
• Wanneer u Windows XP gebruikt, klikt u op
[Start] t [My Documents] in die volgorde.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om beelden op uw
computer te bekijken en te bewerken. Nadere
bijzonderheden vindt u in de helpbestanden van
de software.
Beeldbestandgeheugenlocaties en
bestandsnamen
Map met daarin e-mailfunctie- en TIFF-functiebeeldgegevens, bewegende-beeldgegevens en
Voice-functie-audiogegevens opgenomen met
een camera zonder de mapaanmaakfunctie
• Gegevens in de "100MSDCF" of "MSSONY"
mappen zijn alleen om weer te geven, en uw
camera kan geen beelden in deze mappen
opnemen.
• Voor verdere informatie over de map, zie
blz. 41.
NL
93
Map
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF
maximaal 999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
– Normal-modus
– Exposure Bracket-modus (blz. 53)
– Burst 3-modus (blz. 60)
• Beeldbestanden opgenomen in Multi Burst-modus (blz. 60)
• Stilstaande beelden die tegelijkertijd zijn opgenomen in de
– E-Mail-modus (blz. 62)
– TIFF-modus (blz. 61)
– Voice-modus (blz. 62)
DSC0ssss.JPE
• Klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-Mail-modus (blz. 62)
DSC0ssss.MPG
• Audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus (blz. 62)
DSC0ssss.TIF
• Niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus (blz. 61)
CLP0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Normal-modus (blz. 58)
CLP0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Normal-modus
MBL0ssss.GIF
• Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Mobile-modus (blz. 58)
MBL0ssss.THM
• Indexbeeldbestanden van Clip Motion-bestanden die zijn opgenomen in de Mobile-modus
MOV0ssss.MPG
• Bestanden van bewegende beelden opgenomen in de MPEG Movie modus (blz. 79)
• ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke gedeelten van de volgende bestanden zijn hetzelfde.
– Een klein beeldbestand dat is opgenomen in de E-Mail-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een audiobestand dat is opgenomen in de Voice-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een niet-gecomprimeerd beeldbestand dat is opgenomen in de TIFF-modus en het bijbehorende beeldbestand
– Een beeldbestand dat is opgenomen met Clip Motion en het bijbehorende indexbeeldbestand
NL
94
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Er zijn twee modi voor een USBverbinding, de [Normal]-modus en de
[PTP]*-modus. De fabrieksinstelling is de
[Normal]-modus.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te selecteren, volgt u de procedure vanaf
stap 2 op blz. 68.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Stappen afhankelijk van uw
besturingssysteem
Voer de onderstaande stappen uit,
afhankelijk van het besturingssysteem van
de computer.
Besturingssysteem
Stappen
Mac OS 8.5.1/8.6/9.0
Stap 1 t/m 4
Mac OS 9.1/9.2/Mac OS X Stap 2 t/m 4
(v10.0/v10.1/v10.2)
a Het USB-stuurprogramma
installeren
1 Start de computer op en plaats de
bijgeleverde CD-ROM in het CD-ROMstation.
Het modelkeuzescherm verschijnt.
2 Klik op [Cyber-shot] op het
modelkeuzescherm.
Het installatiemenu wordt afgebeeld.
3 Klik op [USB Driver].
Het "USB Driver"-scherm verschijnt.
4 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf waarop het
besturingssysteem staat om het scherm
te openen.
5 Sleep de volgende twee bestanden van
het scherm dat in stap 3 werd geopend
naar het pictogram van de systeemmap
in het scherm dat in stap 4 werd geopend
en zet ze erop neer.
• Sony USB Driver
• Sony USB Shim
6 Wanneer de bevestigingsmelding wordt
afgebeeld, klikt u op [OK].
7 Start uw computer opnieuw op en
verwijder vervolgens de CD-ROM.
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Mac OS 8.5.1, 8.6,
9.0, 9.1, 9.2 of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. In geval
van de volgende modellen, dient u het
besturingssysteem bij te werken naar Mac
OS 9.0, 9.1 of 9.2.
– iMac met Mac OS 8.6 in de fabriek
geïnstalleerd en met een laadgleuf-type
CD-ROM-station
– iBook of Power Mac G4 met Mac OS 8.6
in de fabriek geïnstalleerd
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer 32.000 kleuren of meer
USB-modus
NL
95
b Uw camera aansluiten op uw
computer
Nadere bijzonderheden vindt u op
blz. 89.
Loskoppelen van de USB-kabel van
uw computer, verwijderen van de
"Memory Stick" uit uw camera of
uitschakelen van de stroom tijdens
een USB-verbinding
Versleep het pictogram van het station en
van de "Memory Stick" en zet deze neer op
het "Trash" -pictogram (de prullenmand),
maak vervolgens de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de stroom
uit.
• Als u Mac OS X versie 10.0 gebruikt, maakt u
de USB-kabel los, enz., nadat u de computer
hebt uitgezet.
c Beelden kopiëren
NL
96
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick" in de
camera verschijnt.
2 Dubbelklik op "DCIM".
3 Dubbelklik op de map waarin zich het
gewenste bestand bevindt.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
harde schijf gekopieerd.
• Zie bladzijden 93 en 94 voor verdere informatie
over de opslagbestemmingen en
bestandsnamen van de beeldbestanden.
d Bekijken van de beelden op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• U kunt de "ImageMixer Ver. 1.5 for Sony"
software gebruiken om te kopiëren, bekijken en
bewerken, en om video-cd’s te maken.
Raadpleeg de bedieningshandleiding die bij de
CD-ROM werd geleverd voor verdere
informatie over de installatiemethode, of
raadpleeg de Help-bestanden van de software
voor de bedieningswijze.
• "ImageMixer" is niet compatibel met Mac OS
X.
• "Image Transfer" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
Voor Mac OS X-gebruikers
Als het scherm "There is no application
available to open the document
"DSC0ssss.JPE"." (Er is geen
programma gevonden om het document "
DSC0ssss.JPE" te openen.) wordt
afgebeeld wanneer u op een beeldbestand
van de e-mailfunctie klikt, maakt u de
volgende instelling.
Het scherm kan verschillen afhankelijk van
de versie.
1 Klik op [Choose Application...] (Kies
programma...) op het scherm "There is
no application available to open the
document "DSC0ssss.JPE"." (Er is
geen programma gevonden om het
document "DSC0ssss.JPE" te
openen).
2 Verander "Show" (Toon) van
[Recommended Applications]
(Aanbevolen programma’s) in [All
Applications] (Alle programma’s).
3 Kies [QuickTime Player] (QuickTime
speler) uit de afgebeelde lijst met
programma’s en klik op [Open]
(Openen).
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
2 Als de camera nog steeds niet juist
werkt, drukt u met een puntig voorwerp
op de RESET-toets op de onderkant van
de camera, en schakelt u daarna de
camera weer in. (Door indrukken van
deze knop gaan de alle instellingen
inclusief de datum en tijd verloren.)
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 109).
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESET-toets
Accu en spanning
Oorzaak
Oplossing
U kunt de accu niet
opladen.
• De camera is ingeschakeld.
p Schakel de camera uit (blz. 14).
De accu kan niet worden
geplaatst.
• De accu is niet correct geplaatst.
p Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel omlaag geduwd
houdt met behulp van de voorrand van de accu (blz. 10).
Het /CHG-lampje
knippert wanneer er een
accu wordt opgeladen.
• De accu is niet correct geplaatst.
• In de accu is een defect opgetreden.
p Plaats de accu correct (blz. 10).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
Het /CHG-lampje gaat
niet branden wanneer er
een accu wordt
opgeladen.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 10).
Verhelpen van storingen
Symptoom
p Plaats de accu correct (blz. 10).
—
NL
97
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De batterij-restladingsindicatie is onjuist of er is
volgens de batterijrestladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
• U hebt de camera langdurig op een extreem
warme of extreem koude plaats gebruikt.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
• De accu is leeg.
• Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
—
p Vervang de accu door een nieuwe.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 10).
p Laad de accu volledig op (blz. 11).
De accu raakt te snel leeg. • U neemt beelden op of geeft beelden weer bij
—
extreem koude temperaturen.
• De gelijkstroomstekker is vuil zodat de accu niet p Maak de pennen van de netspanningsadapter schoon met een
voldoende is opgeladen.
wattenstaafje, enz., en laad de accu op (blz. 10).
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
p Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera schakelt
plotseling uit.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
p Plaats de accu correct (blz. 10).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 13).
p Plaats een opgeladen accu (blz. 10).
p Vervang de accu door een nieuwe.
• Indien u bij gebruik van een batterij de camera p Schakel de camera weer in (blz. 14) of gebruik de
circa drie minuten lang niet bedient, wordt de
netspanningsadapter (blz. 13).
camera automatisch uitgeschakeld om de batterij
te sparen (wanneer [Power Save] is ingesteld op
[On] na 90 seconden) (blz. 14).
p Vervang deze door een opgeladen batterij (blz. 10).
• De accu is leeg.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
NL
98
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 28).
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het scherm.
• De modusdraaiknop staat niet op
M, SCN of
(Clip Motion).
, P, S, A,
p Zet de modusdraaiknop op
Motion) (blz. 20 en 79).
, P, S, A, M of
(Clip
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
p Neem op in de macro-opnamefunctie. Zorg bij het opnemen dat
u de lens verder van het onderwerp positioneert dan de kortste
opnameafstand (blz. 24).
p Zet deze in een andere modus (blz. 63).
•
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
De zoomfunctie werkt
niet.
p Schakel de functie uit (blz. 49).
• De zoomvergroting kan niet worden veranderd
tijdens het opnemen van bewegende beelden
(MPEG Movie).
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken terwijl
een groothoek-voorzetconversielens is
bevestigd.
—
• U kunt de slimme zoomfunctie niet gebruiken
tijdens het opnemen van bewegende beelden
(MPEG Movie).
• [Smart Zoom] is ingesteld op [Off] in de SET UP
instellingen.
• Het LCD-scherm is uitgeschakeld.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5.0M] of
[4.5M(3:2)].
—
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Regel de belichting (blz. 49).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 49).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit is normaal.
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
—
p Zet [Smart Zoom] op [On] (blz. 39 en 116).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 39 en 118).
Verhelpen van storingen
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 28).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5.0M] en
[4.5M(3:2)] (blz. 18).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 39 en 118).
NL
99
Symptoom
Oorzaak
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk
te verhelderen onder onderbelichte
omstandigheden.
Oplossing
De camera kan geen
beelden opnemen.
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
• De capaciteit van de "Memory Stick" is
ontoereikend.
p Plaats een "Memory Stick" (blz. 17).
p Wis de beelden opgeslagen in de "Memory Stick" (blz. 34), of
formatteer deze (blz. 37).
p Verander de "Memory Stick" (blz. 17).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat op LOCK.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
—
beelden opnemen.
• De modusdraaiknop staat niet op
, P, S, A, M p Zet deze op
of SCN tijdens het opnemen van een stilstaand
beeld.
• Bij het opnemen van bewegende beelden staat
p Zet deze op
de modusdraaiknop niet op
.
NL
100
, P, S, A, M of SCN (blz. 20).
(blz. 79).
Het opnemen duurt erg
lang.
• De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd.
p Stel een kortere sluitertijd in dan 1/25 seconde wanneer de
[ISO] waarde [800] is of een kortere sluitertijd dan 1/6 seconde
wanneer de [ISO] waarde anders dan [800] is (blz. 44).
Een toon klinkt wanneer
de stand van de
NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMINGschakelaar wordt
veranderd, of wanneer
licht op de sluiterknop
wordt gedrukt wanneer
NIGHTFRAMING is
ingesteld.
• Het geluid wordt gemaakt door de in werking
zijnde lens.
p Dit is normaal.
De kleuren van het beeld
zijn niet juist.
• NIGHTSHOT of NIGHTFRAMING is
ingesteld.
p Annuleer de NightShot/NightFraming-functies (blz. 56 en 57).
NightShot of
NightFraming werkt niet.
• De modusdraaiknop staat in de stand S, A, M of
SCN.
p Zet deze op
, P of
(blz. 56 en 57).
(NightFraming voor Clip Motion)
Symptoom
Oorzaak
De ingebouwde flitser of
de los verkrijgbare
externe flitser (HVL-F32X
of HVL-F1000) werkt niet.
• De modusdraaiknop staat niet op
M, SCN of
(Clip Motion).
• De flitser staat op
(niet flitsen).
Oplossing
, P, S, A,
• Als scènekeuzemodus is
(schemerfunctie)
gekozen.
•
(landschapsfunctie),
(sneeuwfunctie) of
(strandfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• Bij de SET UP-instellingen is [Moving Image]
op [MPEG Movie] of op [Multi Burst] gezet.
• Bij de menu-instellingen is [Mode] (REC Mode)
op [Burst 3] of [Exp Brktg] gezet.
• Bij de SET UP-instellingen is [Hot Shoe] op
[On] gezet.
• NightShot is geactiveerd.
p Zet de modusdraaiknop op
, P, S, A, M, SCN of
(Clip
Motion) (blz. 20 en 58).
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd
flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 26).
p Zet deze in een andere stand (blz. 63).
p Stel de flitser in op
(altijd flitsen) (blz. 26).
p Zet deze op [Clip Motion].
p Zet deze in een andere stand.
p Zet deze op [Off] (blz. 39 en 117).
p Zet deze op NIGHTFRAMING of annuleer de NightShotfunctie (blz. 57 en 56).
p Zet deze in een andere stand (blz. 63).
•
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
p Stel in de SET UP-instellingen [Red Eye Reduction] in op [On]
(blz. 26 en 116).
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 15).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed.
p Stel de belichting goed in (blz. 49).
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie)
is gekozen als de scènekeuzefunctie.
Verhelpen van storingen
De macrofunctie werkt
niet.
NL
101
Beelden bekijken
Symptoom
Oorzaak
De camera kan geen
beelden weergeven.
• De modusdraaiknop staat niet op
.
p Zet deze op
(blz. 30).
• Uw camera kan geen beeldbestanden weergeven —
die vanaf de harde schijf van uw computer zijn
gekopieerd, als de naam van het bestand of de
map is veranderd, of als het beeld is
gemodificeerd.
• De camera staat in de USB-modus.
p Annuleer de USB-communicatie (blz. 90).
Oplossing
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
—
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
• Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij
de SET UP-instellingen onjuist ingesteld.
• De aansluiting is niet goed.
p Verander de instellingen (blz. 39 en 118).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Zie blz. 103.
Tijdens het kijken naar
bewegende beelden
brengt de camera
onbekende pieptonen
voort.
• Deze pieptonen worden voortgebracht wanneer
de automatische scherpstelling in werking
treedt.
p Dit is normaal. Neem het beeld op met de scherpstellingvoorkeuze (blz. 48).
p Controleer de aansluiting (blz. 32).
Beelden wissen/monteren
NL
102
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Annuleer de beveiliging (blz. 74).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 74).
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
• Het formaat van bewegende beelden (MPEG
Movie), Clip Motion-, Multi Burst- en nietgecomprimeerde (TIFF) beelden kan niet
worden veranderd.
—
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden en op Clip
Motion-beelden.
—
Bewegende beelden
kunnen niet worden
geknipt.
• De bewegende beelden (MPEG Movie) duren
niet lang genoeg om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden (MPEG Movie),
Clip Motion-bestanden, Multi Burst-bestanden
en stilstaande beelden kunnen niet worden
geknipt.
—
—
Computers
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
—
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 85 en 95).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 85).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
103
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Uw computer herkent de
camera niet.
•
•
•
•
p Schakel de camera in (blz. 14).
p Gebruik de netspanningsadapter (blz. 13).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 89 en 96).
p Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze daarna opnieuw aan.
Zorg ervoor dat "USB Mode" wordt afgebeeld op het scherm
(blz. 89 en 96).
p Zet deze op [Normal] (blz. 118).
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
• [USB Connect] is ingesteld op [PTP] in de SET
UP instellingen.
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
• De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de
computer.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• Uw computer herkent het apparaat niet goed
omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel
voordat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
bijgeleverde CD-ROM.
NL
104
p Koppel alle apparatuur, behalve de camera, los van de USBaansluitingen.
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een
USB-hub of ander apparaat.
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 86 en 95).
p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer, en
installeer het USB-stuurprogramma (blz. 92 en 86).
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
—
—
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de USB-kabel (blz. 89 en 96).
p Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz.
90, 91, 92 en 96).
p Als u de "Image Transfer" software gebruikt, zie blz. 90.
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Image
Transfer" niet
automatisch.
—
p Kies [Launch Image Transfer automatically when your camera,
etc., is connected.] bij [Basic] instelling (blz. 91).
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 89).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
—
—
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware "ImageMixer
Ver. 1.5 for Sony", klik dan op HELP.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft het bestand rechtstreeks vanaf de
"Memory Stick" weer.
p Kopieer het bestand naar de harde schijf van uw computer en
geef het bestand daarna weer vanaf de harde schijf (blz. 90, 91,
92 en 96).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
—
—
p Controleer de printerinstellingen.
p Klik op HELP van de applicatiesoftware "ImageMixer Ver. 1.5
for Sony".
Een foutmelding
verschijnt wanneer u de
bijgeleverde CD-ROM in
uw computer plaatst.
• Het beeldscherm van uw computer is niet juist
ingesteld.
p Stel het computerbeeldscherm als volgt in:
Windows: 800 × 600 beeldpunten (pixels) of meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter
Macintosh: 800 × 600 beeldpunten (pixels) of meer
32.000 kleuren of meer
"Memory Stick"
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick" in de camera
plaatsen.
• U probeert deze achterstevoren in de camera te
plaatsen.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 17).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick".
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• De "Memory Stick" is vol.
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
U kunt een "Memory
Stick" niet formatteren.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
U hebt een "Memory
Stick" per ongeluk
geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" worden
gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120).
p Wis overbodige beelden (blz. 34 en 81).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
105
Overige
NL
106
Symptoom
Oorzaak
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
p Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 121).
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.) p Laad de accu op (blz. 10).
• De netspanningsadapter is niet goed
p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
aangesloten.
en op een stopcontact (blz. 13).
Oplossing
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut
weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u
met een puntig voorwerp op de RESET-toets op de onderkant
van de camera en schakelt u de camera opnieuw in. (Hierdoor
worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
U kunt een indicatie op het —
scherm niet herkennen.
p Controleer de indicatie (blz. 126).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden.
p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen,
alvorens de camera te gebruiken (blz. 119).
De camera wordt warm
wanneer u deze lang
achtereen gebruikt.
—
p Dit is normaal.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
• De accu is leeg.
p Vervang deze door een opgeladen accu of gebruik de
netspanningsadapter (blz. 10 en 13).
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (blz. 17).
System error
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 14).
Memory Stick error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 120).
• De "Memory Stick" is beschadigd of de contactpunten van de "Memory Stick" zijn vuil.
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 17).
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 120).
Format error
• De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 37).
Memory Stick locked
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif het in de opnamestand
(blz. 120).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 34
en 81).
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerst drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bij voorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen
mappen aanmaken.
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 41).
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 74).
For "InfoLITHIUM" battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Can not divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te onderverdelen.
• Het bestand is geen bewegend beeld (MPEG Movie).
Verhelpen van storingen
Melding
NL
107
Melding
Betekenis/Oplossing
Invalid operation
• U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 10). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is.
• Er is onvoldodende licht, dus u houdt de camera niet stabiel genoeg. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een
statief of zet de camera op een andere manier vast.
NL
108
"Night Shot"
• U hebt geprobeerd een bediening uit te voeren die ongeldig is wanneer NIGHTSHOT is ingesteld.
"Night Framing"
• U hebt geprobeerd een bediening uit te voeren die ongeldig is wanneer NIGHTFRAMING is ingesteld.
Night shot is invalid
• De modusdraaiknop staat in een andere stand dan
, P of
terwijl NIGHTSHOT is ingesteld.
Night framing is invalid
• De modusdraaiknop staat in een andere stand dan
ingesteld.
, P of
(Clip Motion) terwijl NIGHTFRAMING is
Turn the power off and on
again
• Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss ) verschillen afhankelijk van
de toestand van de camera.
Zelfdiagnosefunctie
Oorzaak
Oplossing
C:32:ss
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
Schakel het apparaat uit en daarna weer in
(blz. 14).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick".
Plaats de "Memory Stick" meerdere keren
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
Formatteer de "Memory Stick" (blz. 37).
De geplaatste "Memory Stick"
kan niet in deze camera worden
gebruikt, of de gegevens zijn
beschadigd.
Plaats een nieuwe "Memory Stick"
(blz. 17).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
Druk op de RESET-toets (blz. 97) onder op
de camera en schakel daarna de camera
opnieuw in.
E:61: ss
E:91: ss
Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony
indien u het probleem niet zelf kunt
oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de
bovenstaande oplossingen hebt
uitgeprobeerd, en deel hen de uit 5 tekens
bestaande code mee.
Verhelpen van storingen
C:32:ss
Code
NL
109
Aanvullende informatie
Clip Motion
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick", het
beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u een
"Memory Stick" kiest.
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kan
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 19.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
NL
110
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
Normal
88
178
358
718
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
1190
2420
4940
Mobile
486
982
1971
3951
3571
7261
14821
Normal: Wanneer tien frames worden opgenomen
Mobile: Wanneer twee frames worden opgenomen
Multi Burst
1.2M
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
357 (649) 726 (1320)
TIFF
1482
(2694)
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
5.0M
0 (0)
1 (1)
3 (3)
7 (7)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
13 (14)
26 (28)
4.5M(3:2)
0 (1)
2 (2)
4 (4)
8 (8)
14 (15)
29 (32)
60 (65)
3.1M
0 (0)
1 (2)
3 (4)
7 (8)
14 (14)
28 (29)
58 (60)
54 (58)
1.2M
1 (1)
2 (2)
4 (4)
8 (8)
14 (15)
30 (30)
61 (62)
VGA
1 (1)
2 (2)
4 (4)
8 (8)
15 (15)
31 (31)
63 (63)
16MB
32MB
64MB
128MB
5.0M
6 (11)
12 (23)
25 (47)
51 (95)
91 (170)
186 (345)
380 (705)
4.5M(3:2)
6 (11)
12 (23)
25 (47)
51 (95)
91 (170)
186 (345)
380 (705)
3.1M
10 (18)
20 (36)
40 (73)
81 (146)
145 (255)
296 (518) 604 (1058)
1.2M
24
(44)
49
(89)
98
(179)
197
(359)
340
(595)
691
(1210)
1411
(2470)
VGA
88
(194)
178
(392)
358
(788)
718
(1580)
1190
(2381)
2420
(4841)
4940
(9881)
E-Mail
(Eenheden: beelden)
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
Voice
5.0M
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-256
MSX-512
MSX-1G
6 (11)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183(337)
375 (689)
4.5M(3:2)
6 (11)
12 (22)
25 (45)
50 (91)
90 (166)
183(337)
375 (689)
3.1M
9 (17)
19 (34)
39 (69)
79 (138)
142 (246)
290 (500)
592 (1022)
1.2M
22 (38)
45 (78)
91 (157)
183 (316)
324 (549)
660 (1117)
1347 (2280)
VGA
69 (121) 140 (245) 281 (492) 564 (987) 1020 (1785) 2074 (3630) 4234 (7410)
MPEG Movie
(Eenheden: seconden)
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX-256 MSX-512
640 (VGA)
42
87
176
354
641
1304
MSX-1G
2663
160 (Mail)
673
1363
2740
5494
9935
20203
41239
Aanvullende informatie
NL
111
Menuonderdelen
De menuonderdelen die kunnen worden
veranderd verschillen afhankelijk van de
stand van de modusdraaiknop.
Alleen de onderdelen die u in iedere
specifieke functie kunt bedienen worden
afgebeeld op het scherm.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Mode (REC Mode)
TIFF
– Een ongecomprimeerd (TIFF) bestand naast het JPEG-bestand opnemen
(blz. 61).
– Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen
(blz. 62).
– Naast het gekozen beeldbestand (blz. 62) nog een JPEG-bestand van klein
formaat (320×240) opnemen.
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 53).
– Drie beelden achter elkaar opnemen (blz. 60).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
Voice
E-Mail
Exp Brktg
Burst 3
xNormal
Wanneer de modusdraaiknop op P, S, A, M of SCN staat
Onderdeel
SCN
(Metering Mode)
WB (White Bal)
NL
112
Instelling
/
Beschrijving
/
/
Instellen van de scènekeuzemodus (blz. 63). (Deze instelling kan niet worden
gemaakt in de SCN-functie.)
/x
/
Spot / Center / xMulti
/ WB /
xAuto
/
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 51).
/
/
/
De witbalans instellen (blz. 55).
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
ISO
800 / 400 / 200 / 100 / xAuto
De ISO-gevoeligheid instellen. Een hoog nummer kiezen wanneer u op een
donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of een laag nummer
kiezen om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. (Deze instelling kan niet worden
gemaakt in de SCN-functie.)
• Merk op dat de kwaliteit van het beeld achteruit gaat wanneer het ISOgevoeligheidsgetal hoger wordt.
(P.Quality)
Mode (REC Mode)
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 41).
TIFF
Burst 3
xNormal
– Een niet-gecomprimeerd (TIFF) bestand opnemen naast het JPEG-bestand
(blz. 61).
– Naast het JPEG-bestand nog een audiobestand (met stilstaand beeld) opnemen
(blz. 62).
– Naast het gekozen beeldbestand (blz. 62) nog een JPEG-bestand van klein
formaat (320×240) opnemen.
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 53).
– Drie beelden achter elkaar opnemen (blz. 60).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
High / xNormal / Low
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
Voice
E-Mail
Exp Brktg
± (Flash Level)
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 65).
+ / xNormal / –
De scherpte van het beeld regelen. De
indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de SCNfunctie.)
(Saturation)
+ / xNormal / –
indicatie verschijnt (behalve
De verzadiging van het beeld instellen. De
wanneer de instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de
SCN-functie.)
(Contrast)
+ / xNormal / –
indicatie verschijnt (behalve wanneer de
De contrast van het beeld instellen. De
instelling Normal is). (Deze instelling kan niet worden gemaakt in de SCNfunctie.)
(Sharpness)
Aanvullende informatie
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
PFX (P.Effect)
NL
113
Wanneer de modusdraaiknop op
Movie] is gezet)
Onderdeel
(Metering Mode)
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [MPEG
Instelling
Beschrijving
Spot / Center / xMulti
/ WB /
xAuto
PFX (P.Effect)
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
Wanneer de modusdraaiknop op
Motion] is gezet)
Onderdeel
(Metering Mode)
WB (White Bal)
± (Flash Level)
PFX (P.Effect)
Onderdeel
(Metering Mode)
WB (White Bal)
(Interval)
(P.Quality)
PFX (P.Effect)
114
/
/
/
De witbalans instellen (blz. 55).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 65).
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [Clip
Instelling
Beschrijving
Spot / Center / xMulti
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 51).
/
/ WB /
xAuto
/
/
/
De witbalans instellen (blz. 55).
High / xNormal / Low
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 65).
Wanneer de modusdraaiknop op
Burst] is gezet)
NL
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 51).
/
WB (White Bal)
staat (wanneer [Moving Image] bij de SET UP instellingen op [Multi
Instelling
Beschrijving
Spot / Center / xMulti
/ WB /
xAuto
/
De belichting van het onderwerp dat u opneemt afstellen (blz. 51).
/
/
/
De witbalans instellen (blz. 55).
1/7.5 / 1/15 / x1/30 (NTSC)
1/6.3 / 1/12.5 / x1/25 (PAL)
– In de NTSC-modus het Multi Burst-sluiterinterval kiezen.
– In de PAL-modus het Multi Burst-sluiterinterval kiezen.
• De instelling van het sluiterinterval is afhankelijk van de instelling van het
onderdeel [Video Out] die bij de SET UP instellingen is gekozen (blz. 118).
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 41).
Solarize / Sepia / Neg. Art / xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 65).
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Folder
OK / Cancel
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 68).
Protect
—
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 74).
DPOF
—
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden afbeelden die u wilt afdrukken,
en deze opheffen (blz. 76).
Slide
Interval
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 70). (Alleen in de
enkelbeeldmodus.)
x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
xFolder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
xOn / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
Image
Repeat
Start
Cancel
Resize
5.0M / 3.1M / 1.2M / VGA / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 76). (Alleen in
de enkelbeeldmodus.)
Rotate
(links) /
(rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 71). (Alleen in de enkelbeeldmodus.)
Divide
OK / Cancel
Bewegende beelden splitsen (blz. 83). (Alleen in de enkelbeeldmodus.)
Aanvullende informatie
NL
115
SET UP-onderdelen
Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het
SET UP-scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
1
NL
116
(Camera 1)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Moving Image
xMPEG Movie / Clip
Motion / Multi Burst
De opnamemodus voor bewegende beelden kiezen (blz. 79, 58 en 60).
AF Mode
xSingle / Monitor / Cont
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 47).
Smart Zoom
xOn / Off
De slimme-zoomfunctie gebruiken of niet (blz. 23).
Date/Time
Day & Time / Date / xOff Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 29).
De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden (MPEG Movie), en in de Clip
Motion- of Multi Burst-functie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het
weergeven en niet tijdens het opnemen.
Red Eye Reduction
On / xOff
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 26).
Hologram AF
xAuto / Off
Instellen of hologram-AF-licht wordt uitgezonden. Wordt gebruikt in het donker wanneer
moeilijk scherpgesteld kan worden op het onderwerp (blz. 27).
2
(Camera 2)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Bracket Step
±1.0EV / x±0.7EV /
±0.3EV
Bij het opnemen van drie beelden met verschillende belichtingswaarden de
belichtingscompensatie instellen (blz. 53).
Hot Shoe
On / xOff
Stel in op [On] wanneer u een in de handel verkrijgbare externe flitser gebruikt (blz. 65).
Zoom Lever
WX Tx / xTX Wx
De richting van de zoomknop instellen op de W-stand (groothoek) / T-stand (telefoto) (blz. 23).
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Format
OK / Cancel
De "Memory Stick" formatteren. Merk op dat door formatteren alle gegevens op de "Memory
Stick" verloren gaan, inclusief beveiligde beelden (blz. 37).
File Number
xSeries
Reset
– Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt verwisseld
of een andere opnamemap wordt gebruikt.
– De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, een nummer hoger dan het hoogste
reeds toegekende nummer.)
OK / Cancel
Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 41).
Create REC. Folder
Change REC. Folder OK / Cancel
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 41).
Aanvullende informatie
NL
117
1
Instelling
Beschrijving
Power Save
On / xOff
Kiezen of de Power Save functie moet worden gebruikt (blz. 12). Wordt alleen afgebeeld
wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de accu.
LCD Brightness
Bright / xNormal / Dark
De helderheid van het LCD-scherm kiezen. Dit heeft geen effect op de opgenomen beelden.
LCD Backlight
Bright / Normal / xDark
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere
goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt.
Verschijnt alleen als u de camera gebruikt met de accu.
Beep
Shutter
xOn
Off
– Het sluitergeluid activeren. (Wanneer u de sluiterknop indrukt, is het sluitergeluid te horen.)
– Bij indrukken van de regelknop/sluiterknop de pieptoon/het sluitergeluid activeren.
– De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
A Language
—
De menu-onderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
Clock Set
OK / Cancel
De datum en tijd instellen (blz. 15 en 39).
2
NL
118
(Setup 1)
Onderdeel
(Setup 2)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
USB Connect
PTP / xNormal
De USB modus veranderen (blz. 85 en 95).
Video Out
NTSC
PAL
– Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
• Verdunner
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerpdoeken
• Vluchtige insecticiden
• Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Aanvullende informatie
• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan vervormd raken of hierdoor
kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
NL
119
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken. Ook indien deze oplaadbare
knoopbatterij niet wordt opgeladen, kunt u
de camera nog altijd gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een muurstopcontact
met behulp van de netspanningsadapter of
plaats een volledig opgeladen accu, en laat
de camera 24 uur of langer uitgeschakeld
liggen.
NL
120
• De oplaadbare knoopbatterij bevindt zich
achter het dekseltje naast de schroefgat voor het
statief op de onderkant van de camera.
Verwijder de oplaadbare knoopbatterij nooit,
behalve wanneer u de camera weggooit.
Over "Memory Stick"
De "Memory Stick" is een nieuw, compact,
draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium
met een grotere gegevensopslagcapaciteit
dan een diskette.
Naast het uitwisselen van gegevens tussen
apparatuur die compatibel is met de
"Memory Stick", kunt u een "Memory
Stick" ook gebruiken voor het opslaan van
gegevens, net als een soort verwijderbaar,
extern opnamemedium.
Er zijn twee soorten "Memory Stick": een
gewone "Memory Stick" en een
"MagicGate Memory Stick" die is uitgerust
met de MagicGate* copyrightbeschermingstechnologie. Deze camera is
geschikt voor beide soorten "Memory
Stick". Aangezien deze camera echter niet
de MagicGate-normen ondersteunt, zijn de
met deze camera vastgelegde gegevens niet
via MagicGate beschermd tegen inbreuk op
de auteursrechten.
Bovendien kunt u ook de "Memory Stick
Duo" of de "Memory Stick PRO" met uw
camera gebruiken.
* MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
• Als een "Memory Stick" is geformatteerd op
een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
"Memory Stick"
type
Opnemen/
weergeven met
deze camera
Memory Stick
(Memory Stick Duo)
a
MagicGate Memory
Stick
(MagicGate Memory
Stick Duo)
a**
Memory Stick PRO
a**
** De camera kan de gegevens die noodzakelijk
zijn voor de MagicGate-functie niet opnemen
of weergeven.
Alle Memory Stick-mediabedieningen zijn
niet noodzakelijkerwijs gegarandeerd.
Opmerkingen betreffende de
bijgeleverde "Memory Stick"
• U kunt geen beelden opnemen of wissen terwijl
de schrijf-beveiligingsschakelaar in de stand
LOCK staat.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Plaats van het
etiket
De stand of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend zijn
afhankelijk van de "Memory Stick" die u
gebruikt.
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met uw camera, steekt u de "Memory
Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" plaatst in
een Memory Stick Duo-adapter, controleert u
dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
wordt geplaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in deze camera die is geplaatst in een Memory
Stick Duo-adapter, controleert u dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Steek geen Memory Stick Duo-adapter in
zonder dat daarin een "Memory Stick Duo" is
gestoken. Als u dit toch doet, kan een storing in
de camera optreden.
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
"Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal 1GB kan in deze camera worden
gebruikt.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" is een lithiumion-accu
met de mogelijkheid om gegevens die
betrekking hebben op de
bedieningsomstandigheden van uw camera
uit te wisselen.
De "InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsvoorwaarden van de camera en
geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden
bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot
30°C. Indien u de accu buiten dit
temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans
dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
Aanvullende informatie
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn.
– Wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald
of de camera is uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven
– Wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op
de daartoe voorziene plaats.
• Bevestig het etiket op de voorgeschreven plaats
en let erop dat het etiket niet buiten deze plaats
steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluiting van een "Memory Stick"
nooit aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
• U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of
bewaren op de volgende plaatsen:
– Plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– Plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
NL
121
Doeltreffend gebruik van de
accu
• Bij lage temperaturen verminderen de
prestaties van de accu. Op koude plaatsen
kan de accu daarom minder lang worden
gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om
de accu langer mee te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen,
en plaats deze in de camera vlak
voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de batterij
sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor
twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en om
proefopnamen te maken alvorens u de
eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
Batterij-restladingsindicatie
Levensduur van de batterijen
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de batterij-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad de
accu volledig op zodat de batterijrestladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien de
accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter
niet altijd opnieuw de juiste batterijrestladingsindicatie worden aangegeven.
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter is geworden, is
waarschijnlijk het einde van de
levensduur van de accu bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede
bepaald door de manier waarop deze
wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
• Als u de accu gedurende een lange tijd
niet denkt te gaan gebruiken, volgt u
eenmaal per jaar de volgende procedure
om een goede werking te behouden.
1 Laad de accu volledig op.
2 Ontlaad de accu in de camera.
3 Haal de accu uit de camera en bewaar
deze op een droge, koele plaats.
• Om de accu helemaal leeg te maken in de
camera, laat u POWER aan staan in de
diavoorstelling-weergavefunctie
(blz. 70) totdat de camera wordt
uitgeschakeld.
NL
122
De interne oplaadbare knoopbatterij
verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de knoopbatterij
is verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platte schroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Zorg dat u het deksel niet
opent tijdens het gebruik.
b Trek het deksel met het
gereedschap open om het
deksel te verwijderen. Hiermee
wordt de sticker ook
verwijderd.
c Duw de punt van het
gereedschap onder de
knoopbatterij en duw de
batterij naar boven met het
gereedschap.
Interne oplaadbare knoopbatterij
d Draai de knoopbatterij en
verwijder deze. Zorg dat u uw
vingers niet verwondt.
Aanvullende informatie
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
a Duw de punt van het
gereedschap in de sleuf van
het deksel, zoals in de
volgende afbeelding wordt
aangegeven.
NL
123
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens
4× zoomlens
f = 7,0 – 28,0 mm (34 – 136 mm
omgerekend naar de normen van een
35 mm kleinbeeldcamera)
F2,8 – 4,0
Belichtingsregeling
Automatische belichting, sluitertijdvoorkeuze, diafragma-voorkeuze,
handmatige belichting, scènekeuze (6
standen)
Witbalans Automatisch, daglicht, bewolkt,
fluorescerend, gloeilicht, flitser, onepush
Bestandsindeling (overeenkomstig DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
overeenkomstig JPEG, GIF (voor
Clip Motion), TIFF, compatibel met
DPOF
Audio met stilstaande beelden:
overeenkomstig MPEG1 (mono)
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO ingesteld
op Auto):
0,4 m tot 2,8 m (W)
0,4 m tot 2,0 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
A/V OUT (MONO) (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch,
synchronisatie negatief
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
ACC-aansluitbus
Mini-mini-aansluitbus (ø 2,5 mm)
USB-aansluitbus
mini-B
[LCD-scherm]
LCD-paneel
3,8 cm (1.5 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
123 200 (560×220) beeldpunten
NL
124
[Algemeen]
Gebruikte accu
NP-FC11
Voeding 3,6 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen met
LCD-scherm aan)
1,7 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
99,5×65,2×56,8 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 300 g (inclusief accu NP-FC11,
"Memory Stick", en polsriem)
Ingebouwde microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Ingebouwde luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II Compatibel
x Netspanningsadapter AC-LS5
x Accessoires
Voeding 100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomsterkte
0,16 tot 0,09 A
Stroomverbruik
11 W
Nominale uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen (bij benadering)
48×29×81 mm
(B/H/D) exclusief uitstekende delen
Gewicht (bij benadering)
130 g exclusief voedingskabel
(netsnoer)
•
•
•
•
•
•
•
•
Netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
USB-kabel (1)
NP-FC11 accu (1)
A/V-verbindingskabel (1)
Polsriem (1)
"Memory Stick" (32 MB) (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-010)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
x NP-FC11 accu
Aanvullende informatie
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit 2,8 Wh (780 mAh)
NL
125
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande beelden
1
2
3
4
5
6
60min
AE-L
VGA
3:2
DATE
ISO400
SOLARIZE
qa
qs
NL
126
A Opnamemodus-indicatie (58-62)
B AE LOCK-indicatie (52)
C AE/AF-vergrendelingsindicatie
(21)
D Batterij-restladingsindicatie (11)
E Witbalansindicatie (55)/
Modusdraaiknop-indicatie/
Flitsmodus-indicatie (26)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (26)
F Datum- en tijdsindicatie (29)/
Conversielens-indicatie (67)/
ISO-richtgetalindicatie (113)
101
400
M AF
E:91:01+2.0EV
F2.8
125
7
8
9
q;
WB
FINE
ISO
Mode
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
w;
wa
ws
wd
wf
wg
G Lichtmeetmodusindicatie (51)/
Beeldeffect-indicatie (65)/
Hologram-AF-indicatie (27)
H Scherpte-indicatie (113)/
Verzadiging-indicatie (113)/
Contrast-indicatie (113)
I Histogram-indicatie (50)
J Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (108)
K AF-bereikzoekerframe (46)
L Dradenkruis van de spot
lichtmeting (52)
M Beeldformaat-indicatie (18)
N Beeldkwaliteitsindicatie (41)
O Opnamemap-indicatie (41)
P Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (19)
Q Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
R AF-functie (47)/Indicatie van AFframe van bereikzoeker (46)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(48)
S Zelfdiagnosefunctie (109)/EVniveau-indicatie (49)
T Diafragmawaarde-indicatie (43)
U Lange sluitertijd NR-indicatie
(44)/Sluitertijd-indicatie (43)
V Macro-indicatie (24)
W Zelfontspanner-indicatie (25)
X Trillingswaarschuwing-indicatie
Y Menu/Gidsmenu (39)/
Jog-draaiknop (40)
• Door indrukken van MENU kan het menu
worden in- en uitgeschakeld.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van bewegende beelden
1
2
3
4
60min
AE-L
5
6
WB
H
I
J
K
Opnamemodus-indicatie (79)
AE LOCK-indicatie (52)
Batterij-restladingsindicatie (11)
Witbalans-indicatie (55)
Conversielens-indicatie (67)
Lichtmeetmodus-indicator (51)/
Beeldeffect-indicatie (65)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (108)
AF-bereikzoekerframe (46)
Dradenkruis van de spot
lichtmeting (52)
Beeldformaat-indicatie (79)
Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur]
PFX
qg
qh
qj
qk
ql
L Opnamemap-indicatie (41)
M Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
N Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (46)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(48)
O Zelfdiagnosefunctie (109)/EVniveau-indicatie (49)
P Macro-indicatie (24)
Q Zelfontspanner-indicatie (25)
R Jog-draaiknop (40)
S Menu/Gidsmenu (39)
Aanvullende informatie
G
101
E:91:01+2.0EV
SOLARIZE
7
8
9
A
B
C
D
E
F
160
STBY 00:00:00[00:28:25]
q;
qa
qs
qd
qf
• Door indrukken van MENU kan het menu
worden in- en uitgeschakeld.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
127
Bij weergave van stilstaande
beelden
1
60min
101
VGA
2
12/12
+2.0EV
x1.3
F5.6
30
3
4
5
BACK/NEXT
A Opnamemodus-indicatie (58-62)
B Beveiligingsindicatie (74)/
Afdrukmarkering (DPOF)indicatie (76)/
Volume-indicatie (62)
C Zoomschaalindicatie (69)/
Jog-weergave-indicatie (73)
D Histogram-indicatie (50)
E Map-bestandsnummer
F Map-veranderen-indicatie
G Weergavemapindicatie (68)
H Opnamemap-indicatie (41)
I Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
J Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
K EV-niveau-indicatie (49)
NL
128
VOLUME
L
M
N
O
6
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
Diafragmawaarde-indicatie (43)
Sluitertijd-indicatie (43)
Beeldformaat-indicatie (18)
Opnamedatum van het
weergegeven beeld (29)/Menu/
Gidsmenu (39)
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij weergave van bewegende beelden
5
6
7
1
2
3
60min
101
160
VOL.
8/8
00:00:12
8
9
q;
4
Folder
Protect
DPOF
Slide
qa
OK
F Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
G Opnamemap-indicatie (41)
H Resterende-"Memory Stick"capaciteitindicatie
I Teller (80)
J Weergavebeeld (80)
K Menu/Gidsmenu (39)
Aanvullende informatie
A Beeldformaat-indicatie (79)
B Opnamemodus-indicatie (79)
C Volume-indicatie (80)/Weergaveindicatie (80)
D Weergavebalk (80)
E Opnamemap-veranderenindicatie/Weergavemap-indicatie
(68)
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
129
Index
Index
A
Aanmaken van een nieuwe map ...................... 42
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen of
opnameduur ............................. 12, 19, 110
Accu
levensduur van batterij ........................ 12, 122
oplaadtijd .................................................... 11
opladen ............................................... 10, 121
restladingsindicatie ............................. 11, 122
AE LOCK ........................................................ 52
AE/AF-vergrendeling ................................ 21, 48
Automatische scherpstelling ....................... 22
AF-bereikzoekerframe ..................................... 45
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 76
AF-functie ....................................................... 47
AF-vergrendeling ............................................. 48
Automatische instelfunctie .............................. 20
Automatische scherpstelling ...................... 22, 45
Automatische uitschakelingsfunctie ................ 14
A/V-verbindingskabel ...................................... 32
B
NL
130
Batterij-restladingsindicatie ............................. 11
Beeld vergroten ................................................ 69
Beeldbestand-geheugenlocaties ....................... 93
Beeldeffect ....................................................... 65
Beelden ............................................................ 85
Beelden bekijken op uw computer .................. 93
Beelden kopiëren ....................................... 90, 96
Beelden kopiëren naar uw
computer .............................. 90, 91, 92, 96
Beelden wissen .......................................... 34, 81
Beeldformaat ..................................... 18, 19, 110
Beeldkwaliteit .................................................. 19
Bekijken van beelden op
het LCD-scherm ............................... 30, 80
Bestand
beeldbestand-geheugenlocaties ................... 93
bestandsnamen ............................................ 94
Beveiliging ....................................................... 74
Bewegend beeld
beelden bekijken op uw computer ........ 93, 96
bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ........................................... 80
bewegende beelden wissen ......................... 81
knippen van bewegende beelden ................ 83
opnemen van bewegende beelden ............... 79
Burst ................................................................. 60
C
CD-ROM ......................................................... 85
Clip Motion ...................................................... 58
Clock Set .................................................. 15, 118
Condensvorming ............................................ 119
Contrast .......................................................... 113
Conversielens ................................................... 67
E
E-mail .............................................................. 62
EV-afstelling .................................................... 49
Exposure Bracket ............................................. 53
Externe flitser ................................................... 65
Externe stroombron ......................................... 13
F
Flitser ............................................................... 26
Flitserniveau ..................................................... 58
Formaat veranderen ......................................... 76
Formatteren ...................................................... 37
G
Geavanceerde accessoireschoen ...................... 66
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 13
Gelijkstroomstekker ................................... 10, 13
Geprogrammeerde verschuiving ...................... 43
GIF ............................................................. 58, 94
H
Handmatige regeling van de belichting ........... 45
Hete schoen .................................................... 117
Histogram ........................................................ 50
Hologram-AF ................................................... 27
D
Diafragma-voorkeuze ...................................... 45
Diavoorstelling ................................................ 70
DPOF ............................................................... 76
I
Image Transfer ................................................. 90
ImageMixer ...................................................... 88
Index-scherm ................................................... 31
"InfoLITHIUM" accu .................................... 121
Instelling
beeldformaat ................................. 18, 19, 110
datum en tijd ................................................15
menuonderdelen ..................................39, 112
onderdelen van SET UP ......................39, 116
ISO .................................................................113
N
R
Netspanningsadapter ................................. 10, 13
NightFraming .................................................. 57
NightShot ......................................................... 56
NTSC-systeem ......................................... 33, 118
Regelknop .............................................. 9, 14, 39
Reiniging ....................................................... 119
RESET-toets .................................................... 97
Roteren ............................................................. 71
O
S
Onderverdelen ................................................. 83
Opladen
accu ..................................................... 10, 121
oplaadtijd .................................................... 11
Opnamemodus
automatische regeling ................................. 20
Burst ............................................................ 60
Clip Motion ................................................. 58
E-mail ......................................................... 62
Exposure Bracket ........................................ 53
MPEG Movie .............................................. 79
Multi Burst .................................................. 60
TIFF ............................................................ 61
Voice ........................................................... 62
Scènekeuze ...................................................... 63
Scherm met één beeld ...................................... 30
Scherpstelling
AF-bewaking (Monitor) .............................. 47
AF-vergrendeling ........................................ 48
automatische
scherpstellingsmethode .................... 22, 45
Continu-AF (Continuous) ........................... 47
Enkelvoudige-AF (Single) .......................... 47
Multipoint AF ............................................. 46
Punt-AF ....................................................... 46
scherpstelling-voorkeuze ............................ 48
voorrang gekozen AF-frame ....................... 46
Scherpte ......................................................... 113
SCN ........................................................... 22, 63
Slimme-zoomfunctie ....................................... 23
Sluitertijd-voorkeuze ....................................... 44
Spanning
aan/uit ......................................................... 14
accu ............................................................. 10
netspanningsadapter .............................. 10, 13
Spot lichtmeting ............................................... 52
Stilstaand beeld
beelden bekijken op uw computer .............. 93
bekijken van beelden op het LCD-scherm .. 30
opnemen ...................................................... 20
wissen ......................................................... 34
J
Jog-draaiknop ...................................................40
Jog-weergave ....................................................73
JPG ...................................................................94
L
Lange sluitertijd NR .........................................44
LCD-scherm
aan/uit ..........................................................28
helderheid ..................................................118
schermweergave ................126, 127, 128, 129
Lichtmeetmodus ...............................................51
Lichtmeting met meerdere patronen ................51
Lichtmeting met nadruk op het midden ...........51
Loskoppelen .....................................................96
M
P
PAL-systeem ............................................ 33, 118
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 118
Power Save .............................................. 12, 118
Programmafunctie voor automatisch
opnemen ................................................. 21
Projecteren van de datum en tijd ............. 29, 116
Q
Quick Review .................................................. 23
Index
Macro ...............................................................24
Map .............................................................41, 68
Memory Stick ...........................................17, 120
restladingsindicatie ....................................126
Menu-instellingen .....................................39, 112
Modusdraaiknop .....................................8, 15, 21
MPEG Movie ...................................................79
MPG ...........................................................79, 94
Multi Burst .................................................60, 72
NL
131
T
TIFF ........................................................... 61, 94
Toegangslampje ............................................... 17
Trimmen .......................................................... 70
TV-kleursysteem .............................................. 33
U
USB ........................................................... 89, 95
USB-stuurprogramma ............................... 86, 95
V
Veranderen van de opnamemap ....................... 42
Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 26
Verzadiging .................................................... 113
Voice ................................................................ 62
Voorzorgsmaatregelen ................................... 119
W
Waarschuwingen en meldingen ..................... 107
Weergavezoom ................................................ 69
Witbalans ......................................................... 55
Z
Zelfdiagnosefunctie ....................................... 109
Zelfontspanner ................................................. 25
Zoeker .............................................................. 28
Zoom ............................................................... 23
Zoomknop ............................................... 23, 117
NL
132
308231142
Stampato su carta 100% riciclata
con inchiostro a base di olio
vegetale senza COV (composto
organico volatile).
Gedrukt op 100% gerecycled
papier met inkt van VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije
plantaardige olie.
Ulteriori informazioni su questo prodotto e risposte agli interrogativi
più comuni sono reperibili presso il nostro sito Web di sostegno
acquirenti.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
Sony Corporation Printed in Japan