Een afdruksnelkoppeling maken
1. Klik in het menu Bestand van uw programma op Afdrukken.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling.
De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling verschijnen.
6. Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt hebben.
7. Klik op Opslaan als, voer een naam in voor de nieuwe afdruksnelkoppeling en klik op Opslaan.
De afdruksnelkoppeling staat in de lijst.
Een afdruksnelkoppeling verwijderen
1. Klik in het menu Bestand van uw programma op Afdrukken.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
6. Klik op Wissen.
De snelkoppeling wordt uit de lijst verwijderd.
Opmerking Alleen de snelkoppelingen die u zelf hebt gemaakt, kunnen worden verwijderd. De oorspronkelijke
snelkoppelingen van HP kunnen niet worden verwijderd.
HP Photosmart eStation C510 series - Informatie over de
cartridgechip
De HP cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking van het apparaat
ondersteunt. Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid informatie over het gebruik van het
apparaat, waaronder mogelijk: de datum waarop de cartridge voor het eerst werd geplaatst, de datum waarop de
cartridge voor het laatst werd geplaatst, het aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, het paginagebied,
de gebruikte afdrukstanden, eventuele afdrukfouten die zijn opgetreden en het productmodel. Deze informatie helpt
HP om apparaten in de toekomst te ontwerpen die aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen informatie die kan worden
gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun apparaat te identificeren.
HP verzamelt een greep uit de geheugenchips van cartridges die naar het gratis terugbrengen en
recyclingprogramma van HP worden teruggebracht (HP Planet Partners:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/
environment/recycle/). De geheugenchips uit deze greep worden gelezen en bestudeerd om de HP producten in
de toekomst te verbeteren. HP partners die helpen bij de recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang
tot deze gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme informatie op de geheugenchip. Als
u liever geen toegang geeft to deze informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken. Nadat u de geheugenchip echter
onbruikbaar maakt, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in een HP-product.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie ontoegankelijk maken
door het vermogen van de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het product te verzamelen, uit te schakelen.
Opmerking U kunt de cartridge in het HP apparaat blijven gebruiken als u het vermogen van de geheugenchip
om de gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen, uitschakelt.
Ontdek hoe u de functie voor gebruiksinformatie uitschakelt. Klik hier voor meer informatie online.
HP Photosmart eStation C510 series - Informatie over de cartridgechip 39