HP Photosmart Premium TouchSmart Web All-in-One Printer series - C309 Handleiding

Type
Handleiding
HP Photosmart Premium Web C309 series
Windows -help
HP Photosmart Premium Web C309
series
Inhoudsopgave
1 HP Photosmart Premium Web C309 series help...................................................................3
2 Kennis maken met de HP Photosmart
Printeronderdelen.......................................................................................................................5
Functies van het bedieningspaneel............................................................................................8
Pictogrammen Bedieningspaneel status....................................................................................9
TouchSmart Web Manager.....................................................................................................10
3 Hoe kan ik?..............................................................................................................................11
5 Afdrukken
Documenten afdrukken............................................................................................................21
Foto's afdrukken.......................................................................................................................22
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal....................................................................................30
Een webpagina afdrukken........................................................................................................31
6 Scannen
Scannen naar een computer....................................................................................................37
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat.....................................................38
7Kopiëren
Tekst of gemengde documenten kopiëren...............................................................................43
8 Foto's opnieuw afdrukken.....................................................................................................49
9Fax
De HP Photosmart configureren voor faxen.............................................................................51
Een faxbericht verzenden.........................................................................................................71
Een faxbericht ontvangen.........................................................................................................73
10 Foto's opslaan
Foto's op de computer opslaan................................................................................................75
Een back-up maken van foto's op een USB-opslagapparaat...................................................76
Foto's op Snapfish opslaan......................................................................................................78
Foto's delen met Snapfish........................................................................................................79
11 Netwerkinstallatie
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen......................................................................83
Stel een Bluetooth draadloze verbinding in..............................................................................91
12 Het onderhoud van de HP Photosmart
De geschatte inktniveaus controleren......................................................................................95
Inktproducten bestellen............................................................................................................96
Vervang de cartridges..............................................................................................................97
Informatie over de cartridgegarantie.........................................................................................99
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is..............................................100
1
Inhoudsopgave
13 Een probleem oplossen
HP-ondersteuning...................................................................................................................105
Problemen met de installatie oplossen...................................................................................107
Problemen met afdrukken oplossen.......................................................................................113
Problemen met geheugenkaarten oplossen...........................................................................118
Problemen met scannen oplossen.........................................................................................121
Problemen met kopiëren oplossen.........................................................................................122
Problemen met faxen oplossen..............................................................................................123
Fouten....................................................................................................................................141
15 Technische informatie
Kennisgeving..........................................................................................................................191
Informatie over de cartridgechip.............................................................................................191
Specificaties...........................................................................................................................192
Programma voor milieubeheer...............................................................................................194
Overheidsvoorschriften...........................................................................................................200
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur.........................................................203
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften..............................................................206
Index............................................................................................................................................211
2
Inhoudsopgave
1 HP Photosmart Premium Web
C309 series help
Meer informatie over de HP Photosmart vindt u hier:
•"
Kennis maken met de HP Photosmart" op pagina 5
•"
Hoe kan ik?" op pagina 11
•"
Afdrukken" op pagina 21
•"
Scannen" op pagina 37
•"
Kopiëren" op pagina 43
•"
Foto's opnieuw afdrukken" op pagina 49
•"
Fax" op pagina 51
•"
Foto's opslaan" op pagina 75
•"
Netwerkinstallatie" op pagina 83
•"
Het onderhoud van de HP Photosmart" op pagina 95
•"
Technische informatie" op pagina 191
HP Photosmart Premium Web C309 series help 3
HP Photosmart Premium Web C309
series help
Hoofdstuk 1
4 HP Photosmart Premium Web C309 series help
HP Photosmart Premium Web C309
series help
2 Kennis maken met de
HP Photosmart
Printeronderdelen
Functies van het bedieningspaneel
Pictogrammen Bedieningspaneel status
TouchSmart Web Manager
Printeronderdelen
Vooraanzicht van de printer
Kennis maken met de HP Photosmart 5
Kennis maken met de
HP Photosmart
1 Klep
2 Binnenkant van klep
3 Glasplaat
4 Grafisch kleurenscherm (ook wel het display/scherm genoemd)
5 Fotolade
6 Papierbreedtegeleider voor de fotolade
7 Verlengstuk van de uitvoerlade (ook wel ladeverlengstuk genoemd)
8 Papierbreedtegeleider voor de hoofdlade
9 Hoofdinvoerlade (ook wel invoerlade genoemd)
10 Uitvoerlade
11 Cartridgeklepje
12 Geheugenkaart sleuf voor Secure Digital- en xD-kaarten
13 Geheugenkaart-sleuf voor CompactFlash-kaarten
14 Geheugenkaart-sleuf voor Memory Stick-kaarten
15 Geheugenkaart sleuven LED
16 USB-poort vooraan voor uw PictBridge-digitale camera en andere opslagtoestellen
Boven- en achteraanzicht van de printer
Hoofdstuk 2
6 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de
HP Photosmart
17 Printkopeenheid
18 Cartridgetoegangsgebied
19 Plaats van modelnummer
20 USB-poort aan de achterkant
21 Ethernet-poort
22 Stroomaansluiting (Gebruik alleen de netadapter die door HP is geleverd.)
23 Poorten 1-LINE (fax) en 2-EXT (telefoon)
24 Duplexmodule
Printeronderdelen 7
Kennis maken met de
HP Photosmart
Functies van het bedieningspaneel
Afbeelding 2-1 Functies van het bedieningspaneel
1 Scherm: Op de touchscreen worden menu's, foto's en berichten weergegeven. U kunt
horizontaal of verticaal bladeren om door de foto's en menuopties te gaan.
2 Start: hiermee keert u terug naar het scherm Start (het standaardscherm wanneer u het
apparaat inschakelt).
3 Terug: keert terug naar het vorige scherm op het beeldscherm.
4 Foto: hiermee wordt het menu Foto geopend.
5 Kopiëren: opent het menu Kopiëren van waaruit u een kopieertype kunt selecteren of de
kopieerinstellingen kunt wijzigen.
6 Scannen: opent het menu Kies scanbestemming waarin u een bestemming kunt selecteren
voor uw scan.
7 Faxen: opent het menu Faxen van waaruit u een zwart-wit- of een kleurenfax kunt versturen.
8 Annuleren: beëindigt de huidige bewerking.
9 Help: door vanuit het scherm Help te drukken op Start, worden de onderwerpen
weergegeven waar hulp voor beschikbaar is. Afhankelijk van het item dat u hebt
geselecteerd, verschijnt het item op uw display of op het computerscherm. Wanneer u andere
schermen dan het scherm Start bekijkt, biedt de knop Help hulp die van toepassing is op het
huidige scherm.
10 Instellingen: hiermee opent u het menu Instellingen, waarmee u apparaatinstellingen kunt
wijzigen en onderhoudsfuncties kunt gebruiken. Dit bevindt zich in de rechter bovenhoek van
het aanraakscherm.
11 Bedieningspaneel status-pictogram: opent de Bedieningspaneel status, waarop belangrijke
informatie over de status van het toestel wordt weergegeven, zoals geschatte inktniveaus,
netwerkaansluitingen, enz.
12 Apps: TouchSmart Web biedt een snelle en gemakkelijke manier om toegang te krijgen tot
informatie op het web, zoals kaarten, bonnen, kleurplaten en puzzels, en om deze af te
drukken.
13 Opent de TouchSmart Web Manager waar u Apps kunt toevoegen, sorteren en verwijderen.
Hoofdstuk 2
8 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de
HP Photosmart
Pictogrammen Bedieningspaneel status
Het Bedieningspaneel status geeft belangrijke informatie weer over de HP Photosmart.
U kunt de volgende pictogrammen aanraken op het Bedieningspaneel status om
specifieke details te bekijken.
Het Bedieningspaneel status openen
Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op het
scherm Home.
Symbool Doel
Toont het geschatte inktniveau van alle printcartridges. Geeft een
waarschuwingssymbool weer als het inktniveau lager is dan het minimale
verwachte inktniveau
Biedt de status van de draadloze verbinding. U kunt ook toegang krijgen tot het
menu Netwerk en een draadloos testrapport afdrukken.
Toont het aantal computers dat is aangesloten op de draadloze netwerken en
de naam van iedere computer.
Biedt de status van de Bluetooth-verbinding. U kunt ook naar het menu
Bluetooth gaan om de verbindingsinstellingen te wijzigen.
Toont de faxinstellingen.
Pictogrammen Bedieningspaneel status 9
Kennis maken met de
HP Photosmart
TouchSmart Web Manager
De TouchSmart Web Manager kan worden gebruikt om nieuwe Apps toe te voegen,
om de Apps in uw lijst Mijn favorieten te sorteren of om Apps te verwijderen. Raak het
pictogram Meer in de rechter bovenhoek van het scherm Home aan om de TouchSmart
Web Manager te openen.
BeherenApps
1. Nieuwe Apps toevoegen.
a. Raak een gewenste App aan.
b.Raak + aan.
2. Sorteer Apps.
a. Raak het pictogram Meer in de linker bovenhoek op het scherm Home aan.
Opmerking U kunt ook de Meer App op het scherm Home aanraken.
b.Druk op Sorteren.
c.Druk op Handmatig.
d. Raak een App aan en sleep om deze te bewegen.
3. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Hoofdstuk 2
10 Kennis maken met de HP Photosmart
Kennis maken met de
HP Photosmart
3 Hoe kan ik?
Dit gedeelte bevat koppelingen naar veelvoorkomende taken, zoals het afdrukken van
foto's, scannen en kopiëren.
"Foto's afdrukken vanaf een
geheugenkaart of USB-opslagapparaat"
op pagina 23
"Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal"
op pagina 30
"SIP's toevoegen" op pagina 10
"Scannen naar een computer"
op pagina 37
"Scannen naar een geheugenkaart of USB-
opslagapparaat" op pagina 38
"Een faxbericht verzenden"
op pagina 71
"Foto's opslaan" op pagina 75
"Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
"Vervang de cartridges" op pagina 97
"Tekst of gemengde documenten
kopiëren" op pagina 43
"Foto's opnieuw afdrukken"
op pagina 49
Hoe kan ik? 11
Hoe kan ik?
Hoofdstuk 3
12 Hoe kan ik?
Hoe kan ik?
4 Elementaire informatie over
papier
U kunt een groot aantal verschillende papiersoorten en papierformaten in de
HP Photosmart plaatsen, waaronder papier van A4- of Letter-formaat, fotopapier,
transparanten en enveloppen.
De HP Photosmart detecteert standaard automatisch het papierformaat en de
papiersoort die u in de invoerlade plaatst. Vervolgens worden de instellingen hierop
aangepast om de beste uitvoerkwaliteit voor dit papier te verkrijgen. Als u speciaal papier
gebruikt zoals fotopapier, transparanten, enveloppen of etiketten, of als de afdrukkwaliteit
slecht is wanneer u de automatische instelling gebruikt, kunt u het papierformaat en de
papiersoort handmatig instellen voor afdruk- en kopieertaken.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 13
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 14
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
•"
Informatie over papier" op pagina 19
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste toplaag. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Dit papier is verkrijgbaar
in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (met of zonder tabs) en 13
x 18 cm, en twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (satijnmat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor
gewone fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken.
Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Dit papier is verkrijgbaar met
semi-glanzende afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch en 10 x 15
cm (met of zonder tabs). Voor foto's die lang goed blijven, is het zuurvrij.
HP Foto Value pack
HP Foto Value Packs verpakken originele HP cartridges en HP Geavanceerd
fotopapier gemakkelijk samen om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken
van betaalbare professionele foto's met uw HP Photosmart weg te nemen. De
oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te
Elementaire informatie over papier 13
Elementaire informatie over papier
werken zodat uw foto's lang goed blijven en scherp zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor
het afdrukken van alle foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar
www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen
op de pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken
Voor een optimale afdrukkwaliteit adviseren wij u alleen HP-papier te gebruiken dat voor
deze bepaalde afdruktaak is bedoeld.
Het is mogelijk dat in uw land/regio bepaalde papiersoorten niet beschikbaar zijn.
HP Geavanceerd fotopapier
Dit dikke fotopapier heeft een sneldrogende, veegvaste toplaag. Het papier is bestand
tegen water, vegen, vingerafdrukken en vochtigheid. De foto's die u op deze papiersoort
afdrukt, lijken op foto's die u in een winkel hebt laten afdrukken. Dit papier is verkrijgbaar
in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch, 10 x 15 cm (met of zonder tabs) en 13
x 18 cm, en twee afwerkingen - glanzend of zachte glans (satijnmat). Het is zuurvrij voor
duurzame documenten.
HP Everyday Fotopapier
Druk kleurige, alledaagse snapshots goedkoop af, met papier dat is ontworpen voor
gewone fotoafdrukken. Dit voordelige fotopapier droogt snel en is direct te verwerken.
Dit papier produceert scherpe foto's met elke inkjetprinter. Dit papier is verkrijgbaar met
semi-glanzende afwerking in diverse formaten, waaronder A4, 8,5 x 11 inch en 10 x 15
cm (met of zonder tabs). Voor foto's die lang goed blijven, is het zuurvrij.
HP Brochurpapier of HP Superior Inkjet papier
Deze papieren hebben een glanzende of matte laag aan beide kanten voor dubbelzijdig
gebruik. Dit papier is een ideale keuze voor reproducties van fotokwaliteit, omslagen van
bedrijfsrapporten, speciale presentaties, brochures, mailings en kalenders.
HP Premium Presentatiepapier of HP Professioneel papier
Deze papieren zijn zware dubbelzijdige mate papieren, perfect voor presentaties,
plannen, rapporten en nieuwsbrieven. Ze zijn extra zwaar voor een imponerende
uitstraling.
HP Helderwit inkjetpapier
HP Helderwit Inkjetpapier levert contrastrijke kleuren en scherp afgedrukte tekst op. Dit
papier is dik genoeg voor dubbelzijdig afdrukken in kleur, zodat het ideaal is voor
nieuwsbrieven, rapporten en folders. Het heeft ColorLok-techonologie voor minder
vlekken, krachtigere zwart en scherpe kleuren.
Hoofdstuk 4
14 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
HP -afdrukpapier
HP Printing Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Hiermee vervaardigt u
documenten die er veel professioneler uitzien dan documenten die op standaardpapier
of kopieerpapier zijn afgedrukt. Het heeft ColorLok-technologie voor minder vlekken,
krachtigere zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij voor duurzame documenten.
HP Office Paper
HP Office Paper is multifunctioneel papier van hoge kwaliteit. Het is geschikt voor
kopieën, schetsen, memo's en andere alledaagse documenten. Het heeft ColorLok-
technologie voor minder vlekken, krachtigere zwart en scherpe kleuren. Het is zuurvrij
voor duurzame documenten.
HP Opstrijkpatronen
HP Opstrijkpatronen (voor gekleurd textiel of voor lichtgekleurd of wit textiel) is het ideale
materiaal voor het maken van uw eigen T-shirts met uw digitale foto's.
HP Premium Inkjet Transparant
HP Premium Inkjet Transparant maakt uw kleurenpresentaties levendig en zelfs
aangrijpender. Deze transparanten zijn gemakkelijk in gebruik en drogen snel en zonder
vlekken.
HP Foto Value pack
HP Foto Value Packs verpakken originele HP cartridges en HP Geavanceerd
fotopapier gemakkelijk samen om u tijd te besparen en het giswerk voor het afdrukken
van betaalbare professionele foto's met uw HP Photosmart weg te nemen. De
oorspronkelijke HP inkten en HP Geavanceerd fotopapier zijn ontworpen om samen te
werken zodat uw foto's lang goed blijven en scherp zijn, afdruk na afdruk. Uitstekend voor
het afdrukken van alle foto's van de vakantie of van meerdere afdrukken om te delen.
ColorLok
HP raadt eenvoudig papier met het ColorLok-logo aan voor het afdrukken en kopiëren
van alledaagse documenten. Al het papier met het ColorLok-logo is onafhankelijk getest
om aan de hoogste standaarden van betrouwbaarheid en afdrukkwaliteit te voldoen, en
documenten te produceren met heldere kleuren, scherper zwart en die sneller drogen
dan normaal eenvoudig papier. Zoek naar papier met het ColorLok-logo in verschillende
gewichten en formaten van grote papierfabrikanten.
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken 15
Elementaire informatie over papier
Als u papier en andere materialen van HP wilt bestellen, gaat u naar www.hp.com/buy/
supplies. Selecteer uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd, volg de aanwijzingen om
uw product te selecteren en klik vervolgens op een van de koppelingen voor bestellingen
op de pagina.
Opmerking Momenteel zijn sommige delen van de website van HP alleen
beschikbaar in het Engels.
Afdrukmateriaal laden
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Plaats papier van 10 x 15 cm
a. Til de klep van de fotolade omhoog.
Til de klep van de fotolade omhoog en schuif de papierbreedtegeleider naar
buiten.
b. Plaats papier.
Plaats de stapel fotopapier in de fotolade met de korte rand naar voren en de
afdrukzijde naar beneden.
Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Opmerking Als het fotopapier dat u gebruikt geperforeerde lipjes heeft,
plaatst u het fotopapier zo dat de lipjes naar u zijn gekeerd.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
Hoofdstuk 4
16 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
c. Breng de klep van de fotolade omlaag.
Plaats papier van A4- of 8,5 x 11 inch formaat
a. Trek de hoofdinvoerlade naar buiten.
Schuif de papierbreedtegeleider naar buiten
Verwijder alle papier uit de hoofdinvoerlade.
b. Plaats papier.
Plaats de stapel papier in de hoofdinvoerlade met de korte rand naar voren
en de afdrukzijde naar beneden.
Afdrukmateriaal laden 17
Elementaire informatie over papier
Schuif de stapel papier vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het
papier aankomt.
Duw de hoofdinvoerlade naar binnen.
Enveloppen plaatsen
a. Trek de hoofdinvoerlade naar buiten.
Schuif de papierbreedtegeleider naar buiten
Verwijder alle papier uit de hoofdinvoerlade.
b. Plaats de enveloppen.
Plaats een of meer enveloppen tegen de rechterzijde van de hoofdinvoerlade
met de flap van de envelop naar boven en aan de linkerkant.
Hoofdstuk 4
18 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
Schuif de stapel enveloppen vooruit totdat de stapel niet verder kan.
Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen totdat deze tegen de stapel
enveloppen komt.
Duw de hoofdinvoerlade naar binnen.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
Informatie over papier" op pagina 19
Informatie over papier
De HP Photosmart is ontwikkeld voor het correct verwerken van de meeste
papiersoorten. Test diverse soorten papier alvorens grote hoeveelheden aan te schaffen.
Zoek een papiersoort die de gewenste resultaten biedt en die gemakkelijk is aan te
schaffen. HP Papier is ontwikkeld voor resultaten van de beste kwaliteit. Neem bovendien
de volgende tips ter harte:
Gebruik geen papier dat te dun is, een te gladde structuur heeft of gemakkelijk rekt.
Het kan verkeerd in de papierbaan worden ingevoerd en papierstoringen
veroorzaken.
Bewaar afdrukmaterialen voor foto's in de oorspronkelijke verpakking in een
hersluitbare plastic zak op een vlakke ondergrond op een koele, droge plaats. Als u
gaat afdrukken, haalt u alleen het papier eruit dat u onmiddellijk wilt gebruiken. Als u
klaar bent met afdrukken, doet u het niet gebruikte fotopapier terug in de plastic zak.
Laat ongebruikt fotopapier niet in de invoerlade zitten. Het fotopapier kan dan
omkrullen, wat leidt tot een mindere kwaliteit van de afdrukken. Gekruld papier kan
ook papierstoringen veroorzaken.
Houd fotopapier altijd bij de rand vast. Door vingerafdrukken op het fotopapier
vermindert de afdrukkwaliteit.
Gebruik geen zwaar geweven papier. Afbeeldingen of tekst worden dan mogelijk
onjuist afgedrukt.
Leg geen papier van verschillende soorten en formaten tegelijk in de invoerlade; de
hele papierstapel in de invoerlade moet van hetzelfde formaat en dezelfde soort zijn.
Informatie over papier 19
Elementaire informatie over papier
Voor de beste resultaten mag u afgedrukte foto's niet in de uitvoerlade op elkaar laten
liggen.
Lijst afgedrukte foto's in of plak ze in een album om te voorkomen dat de inkt na
verloop van tijd uitloopt door een hoge luchtvochtigheid.
Hoofdstuk 4
20 Elementaire informatie over papier
Elementaire informatie over papier
5 Afdrukken
"Documenten afdrukken" op pagina 21
"Foto's afdrukken" op pagina 22
"Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal" op pagina 30
"Een webpagina afdrukken" op pagina 31
Verwante onderwerpen
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 13
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 14
Documenten afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft
de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als
u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt
gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
fotopapier en voor de verbetering van de foto.
Afdrukken 21
Afdrukken
5. Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
6. Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen te sluiten.
7. Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om af te drukken" op pagina 14
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 33
•"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 33
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 35
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Foto's afdrukken
•"Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen" op pagina 22
•"
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-opslagapparaat"
op pagina 23
•"
Foto's afdrukken met Snapfish" op pagina 28
Foto's afdrukken die op uw computer zijn opgeslagen
Een foto afdrukken op fotopapier
1. Plaats papier van tot 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade of fotopapier van groot
formaat in de hoofdinvoerlade.
2. Schuif de papierbreedtegeleider naar binnen tot deze tegen de rand van het papier
aankomt.
3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
4. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
5. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
6. Klik op het tabblad Functies.
7. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Papiersoort, in het gedeelte
Basisopties. Selecteer vervolgens de gewenste fotopapiersoort.
Hoofdstuk 5
22 Afdrukken
Afdrukken
8. Selecteer Andere in de vervolgkeuzelijst Formaat, in het gedeelte
Formaatwijzigingsopties. Selecteer vervolgens het juiste papierformaat.
Als het papierformaat en de papiersoort niet compatibel zijn, geeft de printersoftware
een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander papierformaat of een andere
papiersoort selecteren.
9. (Optioneel) Schakel het selectievakje Afdrukken zonder rand in als dit nog niet is
ingeschakeld.
Als het papierformaat en de papiersoort voor afdrukken zonder rand niet compatibel
zijn, geeft de printersoftware een waarschuwingsbericht weer en kunt u een ander
papierformaat of een andere papiersoort selecteren.
10. Selecteer in het gebied Basisopties een hoge afdrukkwaliteit, bijvoorbeeld
Optimaal, in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking U kunt de instelling Maximum dpi met ondersteunde soorten
fotopapier gebruiken om de hoogste dpi-resolutie te krijgen. Als Maximum dpi
niet in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit is opgenomen, kunt u de instelling
vanuit het tabblad Geavanceerd inschakelen. Zie "
Afdrukken met maximum
aantal dpi" op pagina 32 voor meer informatie.
11. Klik in het gedeelte HP Real Life-technologieën op de vervolgkeuzelijst Foto
verbeteren en maak een keuze uit de volgende opties:
Uit: hiermee worden geen HP Real Life-technologieën op de afbeelding
toegepast.
Normaal: optimaliseert afbeeldingen met een lage resolutie; hiermee past u de
scherpte van het beeld enigszins aan.
12. Klik op OK om terug naar het dialoogvenster Eigenschappen te gaan.
13. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 13
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
•"
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 32
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 33
•"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 33
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 35
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-opslagapparaat
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Een foto op klein papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats fotopapier van maximum 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade.
Foto's afdrukken 23
Afdrukken
b. Plaats het geheugentoestel.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteren een foto.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Hoofdstuk 5
24 Afdrukken
Afdrukken
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
d. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Afdrukken.
Een foto op groot papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het geheugentoestel.
Foto's afdrukken 25
Afdrukken
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Selecteren een foto.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
d. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Instellingen om afdrukinstellingen te wijzigen.
Druk op Opmaak.
Druk op 8,5 x 11.
e. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken.
Hoofdstuk 5
26 Afdrukken
Afdrukken
Meerdere foto's op groot papier afdrukken
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het geheugentoestel.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Foto's afdrukken 27
Afdrukken
c. Selecteren een foto.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
d. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Instellingen om afdrukinstellingen te wijzigen.
Druk op Opmaak.
Druk op 4 x 6 op 8,5 x 11.
e. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen papiersoorten om foto's af te drukken" op pagina 13
•"
Foto's bewerken voor het afdrukken" op pagina 35
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Foto's afdrukken met Snapfish
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Een foto op klein papier afdrukken
a. Stel een internetverbinding in.
Controleer of de HP Photosmart is aangesloten op een netwerk met
internettoegang.
b. Plaats papier.
Plaats fotopapier van maximum 13 x 18 cm (5 x 7 inch) in de fotolade.
c. Meld u aan bij Snapfish.
Druk op Foto op het scherm Home.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op Snapfish.
Meld u aan met het toetsenbord en druk op Gereed.
d. Selecteren een foto.
Selecteer een album.
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Hoofdstuk 5
28 Afdrukken
Afdrukken
Raak een foto aan om deze te selecteren.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
e. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Afdrukken.
Een foto op groot papier afdrukken
a. Stel een internetverbinding in.
Controleer of de HP Photosmart is aangesloten op een netwerk met
internettoegang.
b. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
c. Meld u aan bij Snapfish.
Druk op Foto op het scherm Home.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op Snapfish.
Meld u aan met het toetsenbord en druk op Gereed.
d. Selecteren een foto.
Selecteer een album.
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
e. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Instellingen om afdrukinstellingen te wijzigen.
Druk op Opmaak.
Druk op 8,5 x 11.
f. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken.
Foto's afdrukken 29
Afdrukken
Meerdere foto's op groot papier afdrukken
a. Stel een internetverbinding in.
Controleer of de HP Photosmart is aangesloten op een netwerk met
internettoegang.
b. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
c. Meld u aan bij Snapfish.
Druk op Foto op het scherm Home.
Druk op Afdrukken& weergeven.
Druk op Snapfish.
Meld u aan met het toetsenbord en druk op Gereed.
d. Selecteren een foto.
Selecteer een album.
Druk op de foto weer die u wilt afdrukken.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
e. Wijzig de paginaopmaak.
Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
Druk op Instellingen om afdrukinstellingen te wijzigen.
Druk op Opmaak.
Druk op 4 x 6 op 8,5 x 11.
f. Druk de foto af.
Druk op Afdrukken.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal
Een afbeelding spiegelen voor opstrijkpatronen
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Functies.
Hoofdstuk 5
30 Afdrukken
Afdrukken
5. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer vervolgens HP
Opstrijkpatroon.
6. Als het geselecteerde formaat niet het formaat is dat u wenst, klikt u op het juiste
formaat in de lijst Formaat.
7. Klik op het tabblad Geavanceerd.
8. Schakel in het gedeelte Functies het selectievakje Spiegelbeeld in.
9. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Voer de opstrijkpatronen handmatig een voor een in de papierlade
in om storingen te voorkomen.
Afdrukken op transparanten
1. Plaats de transparant in de papierlade.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of u de juiste printer hebt geselecteerd.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Klik in het gedeelte Basisopties op de juiste transparantsoort in de lijst
Papiersoort.
Tip Als u op de achterzijde van de transparanten aantekeningen wilt maken en
deze later wilt verwijderen zonder het origineel te beschadigen, klikt u op het
tabblad Geavanceerd en schakelt u het selectievakje Spiegelbeeld in.
7. Klik in het gedeelte Opties formaat wijzigen op een geschikt formaat in de lijst
Formaat.
8. Klik op OK en klik vervolgens op Afdrukken of OK in het dialoogvenster
Afdrukken.
Opmerking Het apparaat wacht automatisch totdat de transparanten droog zijn
voordat ze worden vrijgegeven. Inkt droogt langzamer op transparanten dan op
standaardpapier. Zorg dat u de inkt lang genoeg laat drogen voordat u het
transparantvel gebruikt.
Verwante onderwerpen
•"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
•"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 33
•"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 33
•"
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen" op pagina 35
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Een webpagina afdrukken
U kunt op de HP Photosmart een webpagina van de webbrowser op uw computer
afdrukken.
Een webpagina afdrukken 31
Afdrukken
Als u Internet Explorer 6.0 (of recenter) of Firefox (2.0 of recenter) als webbrowser
gebruikt, kunt u HP Smart Web Printing gebruiken voor eenvoudig en voorspelbaar
afdrukken van webpagina's, met controle over wat en hoe u wilt afdrukken. U kunt HP
Smart Web Printing openen vanuit de werkbalk in Internet Explorer. Raadpleeg het
helpbestand bij HP Smart Web Printing voor meer info.
Een webpagina afdrukken
1. Zorg ervoor dat er papier in de hoofdinvoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van de webbrowser.
Het afdrukvenster wordt geopend.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Selecteer in de webbrowser welke onderdelen van de webpagina u wilt afdrukken
(als de webbrowser die mogelijkheid ondersteunt).
Klik in Internet Explorer bijvoorbeeld op Opties en selecteer opties zoals Zoals op
het scherm, Alleen het gekozen frame of Alle gekoppelde documenten
afdrukken.
5. Klik op Afdrukken of OK om de webpagina af te drukken.
Tip Mogelijk moet u de afdrukstand Liggend instellen om de webpagina's goed af
te drukken.
Afdrukken met maximum aantal dpi
Gebruik de modus Maximum dpi als u haarscherpe afbeeldingen van hoge kwaliteit wilt
afdrukken.
Profiteer optimaal van de modus Maximum dpi door deze te gebruiken voor het afdrukken
van beelden van hoge kwaliteit, zoals digitale foto's. Wanneer u de instelling Maximum
dpi gebruikt, geeft de printersoftware de geoptimaliseerde dots per inch (dpi) weer die de
HP Photosmart-printer kan afdrukken. Afdrukken met Maximum dpi wordt uitsluitend
ondersteund voor de volgende papiersoorten:
HP Premium Plus fotopapier
HP Premium fotopapier
HP Geavanceerd fotopapier
Hagaki-fotokaarten
Afdrukken met Maximum dpi duurt langer dan wanneer u afdrukt met andere instellingen
en bestanden nemen meer schijfruimte in beslag.
Afdrukken in de modus Maximum dpi
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Geavanceerd.
Hoofdstuk 5
32 Afdrukken
Afdrukken
6. Schakel in het gedeelte Functie het selectievakje Maximum dpi-instelling
inschakelen in.
7. Klik op het tabblad Functies.
8. Klik op Meer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort en selecteer de juiste papiersoort.
9. Selecteer Maximum dpi in de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit.
Opmerking Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het apparaat
zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van afdrukkwaliteit
die u hebt geselecteerd.
10. Selecteer desgewenst nog andere afdrukinstellingen en klik op OK.
Verwante onderwerpen
"
De afdrukresolutie weergeven" op pagina 33
De afdrukresolutie weergeven
De afdrukresolutie wordt in dots per inch (dpi) weergegeven. Het aantal dpi varieert,
afhankelijk van de papiersoort en de afdrukkwaliteit die u in de printersoftware selecteert.
De afdrukresolutie weergeven
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
7. In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit voor
uw project.
8. Klik op de knop Resolutie om de afdrukresolutie dpi te bekijken voor de combinatie
papiersoort en papierkwaliteit die u hebt geselecteerd.
Afdruksnelkoppelingen gebruiken
Afdruksnelkoppelingen gebruiken om af te drukken met afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt. De printersoftware heeft verscheidene speciaal ontworpen
afdruksnelkoppelingen die beschikbaar zijn in de lijst Snel afdrukopties instellen.
Opmerking Wanneer u een afdruksnelkoppeling selecteert, worden automatisch de
juiste afdrukopties weergegeven. U kunt ze laten zoals ze zijn, ze veranderen of uw
eigen snelkoppelingen maken voor vaak gebruikte taken.
Gebruik het tabblad Snel afdrukopties instellen voor de volgende afdruktaken:
Afdruksnelkoppelingen gebruiken 33
Afdrukken
Algemeen standaard afdrukken: Documenten snel afdrukken.
Foto's afdrukken zonder rand: Afdrukken tot bovenaan, onderaan en tot aan de
randen van het papier op HP-fotopapier van 10 x 15 cm en 13 x 18 cm.
Papierbesparend afdrukken Druk tweezijdige documenten met veelvoudige
pagina's op hetzelfde vel af om papiergebruik te verminderen.
Foto afdrukken met witte rand: Een foto met een witte rand rond de boorden
afdrukken.
Snel/besparend afdrukken: Snel afdrukken produceren met ontwerpkwaliteit.
Presentatie afdrukken: Documenten, brieven en dia's afdrukken met een hoge
kwaliteit.
Dubbelzijdig afdrukken: Dubbelzijdige pagina's afdrukken met de HP Photosmart.
Een afdruksnelkoppeling maken
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling.
De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven.
6. Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt
hebben.
7. Klik op Opslaan als, voer een naam in voor de nieuwe afdruksnelkoppeling en klik
op Opslaan.
De snelkoppeling wordt aan de lijst toegevoegd.
Een afdruksnelkoppeling verwijderen
1. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4. Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5. Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
6. Klik op Wissen.
De snelkoppeling wordt uit de lijst verwijderd.
Opmerking Alleen de snelkoppelingen die u zelf hebt gemaakt, kunnen worden
verwijderd. De oorspronkelijke snelkoppelingen van HP kunnen niet worden
verwijderd.
Hoofdstuk 5
34 Afdrukken
Afdrukken
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen
Als u bepaalde instellingen vaak gebruikt voor het afdrukken, kunt u deze opslaan als
standaardinstellingen, zodat deze al zijn ingesteld als u het dialoogvenster Afdrukken
opent vanuit de softwaretoepassing.
Standaardinstellingen voor afdrukken wijzigen
1. Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printerinstellingen.
2. Wijzig de afdrukinstellingen en klik op OK.
Foto's bewerken voor het afdrukken
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Foto's draaien
a. Selecteren een foto.
Druk op Weergeven & afdrukken.
Selecteer een fotobron.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
b. Bewerk de foto.
Druk op Bewerken.
Druk op Draaien.
Druk op Gereed.
Foto bijsnijden
a. Selecteren een foto.
Druk op Weergeven & afdrukken.
Selecteer een fotobron.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
b. Bewerk de foto.
Druk op Bewerken.
Druk op Bijsnijden.
Druk op Gereed.
Foto verbeteren
a. Selecteren een foto.
Druk op Weergeven & afdrukken.
Selecteer een fotobron.
Foto's bewerken voor het afdrukken 35
Afdrukken
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
b. Bewerk de foto.
Druk op Bewerken.
Druk op de pijltjestoets omlaag om te bladeren naar Foto herstellen.
Druk op Foto herstellen.
Selecteer de gewenste optie.
Druk op Gereed.
Helderheid aanpassen
a. Selecteren een foto.
Druk op Weergeven & afdrukken.
Selecteer een fotobron.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
b. Bewerk de foto.
Druk op Bewerken.
Druk op de pijltjestoets omlaag om te bladeren naar Helderheid.
Druk op Helderheid.
Stel de helderheid in.
Druk op Gereed.
Kleureffect
a. Selecteren een foto.
Druk op Weergeven & afdrukken.
Selecteer een fotobron.
Druk op de linker of rechter pijltjestoets om door de foto's te bladeren.
Raak een foto aan om deze te selecteren.
b. Bewerk de foto.
Druk op Bewerken.
Druk op de pijltjestoets omlaag om te bladeren naar Kleureffect.
Druk op Kleureffect.
Selecteer de gewenste optie.
Druk op Gereed.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Hoofdstuk 5
36 Afdrukken
Afdrukken
6 Scannen
•"Scannen naar een computer" op pagina 37
•"
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat" op pagina 38
•"
Foto's scannen en opnieuw afdrukken" op pagina 49
Scannen naar een computer
Naar een computer scannen
1. Plaats het origineel.
a. Til de klep van het apparaat omhoog.
b. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Scannen 37
Scannen
c. Sluit de klep.
2. Start scannen.
a.Druk op Scannen op het scherm Start.
Het Kies scanbestemming-menu wordt weergegeven.
b.Raak Computer aan.
Als het apparaat op het netwerk is aangesloten, verschijnt er een lijst met
beschikbare computers. Selecteer de computer waarnaar wilt overschakelen om
de scan te starten.
c. Selecteer snelkoppeling van de taak die u wilt gebruiken.
d. Wijzig indien nodig de resolutie van de afbeelding.
e.Raak Scannen aan om de afbeelding te scannen.
3. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat
Opmerking U kunt de gescande afbeelding als een JPEG-afbeelding verzenden
naar de geheugenkaart of opslagapparaat die op dit moment is ingevoerd. Op die
manier kunt u de fotoafdrukopties gebruiken om afdrukken zonder rand en
albumpagina's van de gescande afbeelding te maken.
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Een scan opslaan op een geheugenkaart
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Hoofdstuk 6
38 Scannen
Scannen
Sluit de klep.
b. Plaats het geheugentoestel.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat 39
Scannen
c. Start scannen.
Druk op Scannen op het scherm Start.
Het Kies scanbestemming-menu wordt weergegeven.
Raak Geheugenkaart aan.
De afbeelding die u wilt scannen verschijnt.
Wijzig indien nodig de resolutie van de afbeelding.
Raak Scannen aan om de afbeelding te scannen.
Een scan opslaan op een USB-stick
a. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Sluit de klep.
b. Plaats het geheugentoestel.
Hoofdstuk 6
40 Scannen
Scannen
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
c. Start scannen.
Druk op Scannen op het scherm Start.
Het Kies scanbestemming-menu wordt weergegeven.
Raak USB-flashdrive aan.
De afbeelding die u wilt scannen verschijnt.
Wijzig indien nodig de resolutie van de afbeelding.
Raak Scannen aan om de afbeelding te scannen.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Scannen naar een geheugenkaart of USB-opslagapparaat 41
Scannen
Hoofdstuk 6
42 Scannen
Scannen
7Kopiëren
•"Tekst of gemengde documenten kopiëren" op pagina 43
•"
Foto's kopiëren (opnieuw afdrukken)" op pagina 49
Tekst of gemengde documenten kopiëren
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Eenzijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Kopiëren 43
Kopiëren
Sluit de klep.
c. Stel het aantal exemplaren in.
Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
Raak de rechter pijltjestoets aan om het aantal exemplaren in te stellen.
d. Start het kopiëren.
Raak Z&W of Kleuren aan.
Dubbelzijdige kopie
a. Plaats papier.
Plaats groot papier in de hoofdinvoerlade.
b. Plaats het origineel.
Til de klep van het apparaat omhoog.
Hoofdstuk 7
44 Kopiëren
Kopiëren
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
Sluit de klep.
c. Specificeer de dubbelzijdige optie.
Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
Druk op Instellingen.
Het Kopieerinstellingen-menu wordt weergegeven.
Druk op 2-zijdig.
Druk op Aan.
d. Stel het aantal exemplaren in.
Raak de rechter pijltjestoets aan om het aantal exemplaren in te stellen.
e. Start het kopiëren.
Raak Z&W of Kleuren aan.
f. Kopieer de tweede origineel.
Laad de tweede pagina op het glas en raak OK aan.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
•"
De kopieerinstellingen wijzigen" op pagina 45
•"
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken" op pagina 47
•"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
De kopieerinstellingen wijzigen
Het aantal kopieën instellen vanaf het scherm
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
2. Raak de rechter pijltjestoets aan om het aantal exemplaren in te stellen.
De kopieerinstellingen wijzigen 45
Kopiëren
Het papierformaat instellen via het scherm
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op Papierformaat.
4. Selecteer het gewenste kopieerformaat.
De papiersoort voor kopieën instellen
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
2. Raak Instellingen aan.
3. Raak Papiersoort aan.
4. Selecteer het gewenste papiersoort.
Raadpleeg de volgende tabel om vast te stellen welke instelling van de papiersoort
u moet kiezen, gebaseerd op het papier dat in de invoerlade is geplaatst.
Papiersoort Instelling bedieningspaneel
Kopieer- of briefhoofdpapier Gewoon papier
HP Helderwit Papier Gewoon papier
HP Premium Plus Fotopapier, Glanzend Premium Foto
HP Premium Plus Fotopapier, Mat Premium Foto
HP Premium Plus Fotopapier van 10 x 15 cm Premium Foto
HP Fotopapier Fotopapier
HP Everyday Fotopapier Gewone Foto
HP Everyday Fotopapier, Matglanzend Gewoon Mat
HP Premium Papier Premium Inkjet
Ander inkjetpapier Premium Inkjet
HP Professional Brochure- & flyerpapier
(Glanzend)
Brochure Glanzend
HP Professional Brochure- & flyerpapier
(Mat)
Brochure Mat
HP Premium of Premium Plus
Inkjettransparant
Transparant
Ander transparantpapier Transparant
Gewoon Hagaki Gewoon papier
Hagaki, Glanzend Premium Foto
L (alleen Japan) Premium Foto
Geavanceerd Fotopapier Geavanceerde Foto
Hoofdstuk 7
46 Kopiëren
Kopiëren
De kopieerkwaliteit wijzigen via het scherm
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
2. Druk op Instellingen.
3. Druk op Kwaliteit.
4. Selecteer de gewenste kopieerkwaliteit.
Het contrast van de kopie wijzigen vanaf het scherm
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
Het Kopiëren-menu wordt weergegeven.
2. Druk op Bewerken.
3. Druk op Contrast.
4. Stel het contrast in zoals u wilt en druk vervolgens op Gereed.
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken
Nadat u kopieerinstellingen op de HP Photosmart hebt gewijzigd, kunt u een voorbeeld
van het verwachte resultaat op het scherm bekijken voordat u begint met kopiëren.
Opmerking Verander papierformaat en -type naar het papier dat u daadwerkelijk in
de invoerlade hebt geplaatst, zodat het voorbeeld juist is. Als u de
standaardinstellingen gebruikt, geeft het voorbeeld op het scherm mogelijk de uitvoer
niet juist weer. Het voorbeeld geeft dan weer hoe de uitvoer zou zijn als papier van
standaard soort en formaat in de invoerlade was geplaatst.
De voorbeelden verschijnen wanneer u Voorbeeld op het menu Kopiëren selecteert.
Een voorbeeld van de kopie weergeven vanaf het scherm
1. Druk op Kopiëren op het scherm Start.
2. Druk op Instellingen.
3. U kunt de kopieerinstellingen van het apparaat wijzigen om precies de kopie te maken
die u wilt.
4. Het apparaat vraagt u om het scherm aan te raken om een voorbeeld uw
kopieerinstellingen te zien.
Op het scherm wordt een voorbeeld weergegeven van hoe de kopie zal worden
afgedrukt.
Verwante onderwerpen
"
De kopieerinstellingen wijzigen" op pagina 45
Een voorbeeld van een kopie bekijken voor het afdrukken 47
Kopiëren
Hoofdstuk 7
48 Kopiëren
Kopiëren
8 Foto's opnieuw afdrukken
Een originele foto opnieuw afdrukken
1. Plaats het origineel.
a. Til de klep van het apparaat omhoog.
b. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
c. Sluit de klep.
2. Plaats papier.
Laad papier tot 13 x 18 cm (5 x 7) inch in de fotolade of groot fotopapier in de
hoofdinvoerlade.
3. Druk de foto opnieuw af.
a. Druk op Foto op het scherm Home.
Het Foto-menu wordt weergegeven.
b. Druk op Extra afdrukken.
c. Druk op OK.
d. Raak het gewenste papierformaat aan.
e. Druk op de pijltjestoets omhoog om het aantal afdrukken te doen toenemen.
Foto's opnieuw afdrukken 49
Foto's opnieuw afdrukken
f.Druk op Afdrukken om een afdrukvoorbeeld te bekijken.
g.Druk op Afdrukken.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Hoofdstuk 8
50 Foto's opnieuw afdrukken
Foto's opnieuw afdrukken
9Fax
De HP Photosmart configureren voor faxen
Een faxbericht verzenden
Een faxbericht ontvangen
De HP Photosmart configureren voor faxen
De Wizard faxinstallatie biedt een snelle en gemakkelijke manier om de HP Photosmart
in te stellen voor faxen. U kunt de Wizard faxinstallatie uitvoeren wanneer u de software
installeert of op ieder ander moment vanuit de Solution Center.
De wizard Faxinstallatie uitvoeren
1. Klik op de taakbalk van Windows achtereenvolgens op Start > Programma's of Alle
programma's > HP > HP Solution Center.
2. Klik in de HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik in het gebied Faxinstellingen op Meer faxinstellingen.
4. Klik op Wizard Faxinstallatie.
Opmerking De Wizard faxinstallatie helpt u om de HP Photosmart te installeren om
faxen te verzenden en ontvangen, faxinstellingen te beheren en uw faxinstallatie te
testen. U kunt de informatie met betrekking tot uw instellingen ook bekijken aan het
einde van de wizard Fax-setup om te bevestigen of uw faxinformatie juist is.
Als u de Wizard faxinstallatie niet uitvoert, kunt u de HP Photosmart configureren via het
bedieningspaneel. Zie de volgende gedeeltes voor meer informatie:
•"
Bepaal uw telefoonsysteem" op pagina 51
•"
Aanbevolen faxinstellingen" op pagina 52
•"
Aanvullende informatie over faxen instellen" op pagina 70
Bepaal uw telefoonsysteem
Voordat u begint met het instellen van de HP Photosmart voor het uitvoeren van faxtaken,
moet u vaststellen wat voor soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De
instructies voor het instellen van de HP Photosmart voor het uitvoeren van faxtaken
verschillen, afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt.
Fax 51
Fax
Als uw land/regio niet in de onderstaande tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk
een serieel telefoonsysteem. Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type
connector op uw gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en
antwoordapparaten) niet fysiek worden aangesloten op de 2-EXT-poort op de
HP Photosmart. In dit geval moet alle apparatuur worden aangesloten op de
telefoonaansluiting.
Opmerking In sommige landen/regio's waar seriële telefoonsystemen worden
gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is meegeleverd soms
voorzien van een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op
dezelfde telefoonaansluiting aansluiten waarop ook de HP Photosmart is
aangesloten.
Als uw land/regio wel in de onderstaande tabel voorkomt, gebruikt u waarschijnlijk
een parallel telefoonsysteem. Als u een parallel telefoonsysteem gebruikt, kunt u
gedeelde apparatuur voor telefonie aansluiten op de telefoonlijn via de poort "2-EXT"
aan de achterzijde van de HP Photosmart.
Opmerking HP raden u in dat geval aan om de HP Photosmart aan te sluiten
op de telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij de
HP Photosmart werd geleverd.
Tabel 9-1 Landen/regio's met een parallel telefoonsysteem
Argentinië Australië Brazilië
Canada Chili China
Colombia Griekenland India
Indonesië Ierland Japan
Korea Latijns-Amerika Maleisië
Mexico Filippijnen Polen
Portugal Rusland Saoedi-Arabië
Singapore Spanje Taiwan
Thailand V.S. Venezuela
Vietnam
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat
navragen bij uw telefoonmaatschappij.
Verwante onderwerpen
•"
Aanbevolen faxinstellingen" op pagina 52
•"
Aanvullende informatie over faxen instellen" op pagina 70
Aanbevolen faxinstellingen
Zoek de juiste instellingen in de onderstaande tabel op basis van uw telefoonsysteem.
Voor iedere situatie in de volgende gedeelten zijn stapsgewijze instructies opgenomen.
Hoofdstuk 9
52 Fax
Fax
Opmerking Als uw thuis- of kantoorinstallatie in dit gedeelte niet wordt genoemd,
stelt u de HP Photosmart in als een gewone analoge telefoon. Sluit het ene uiteinde
van het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos, aan op de telefoonaansluiting
en het andere uiteinde op de poort met het label 1-LINE achter op de HP Photosmart.
Als u een ander telefoonsnoer gebruikt, zult u mogelijk problemen ondervinden met
het verzenden en ontvangen van faxen.
Aanbevolen faxinstellingen voor parallelle
telefoonsystemen
Aanbevolen faxinstellingen voor seriële
telefoonsystemen
"Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen
gespreksoproepen ontvangen)" op pagina 54
"Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen
gespreksoproepen ontvangen)"
op pagina 54
"Situatie B: De HP Photosmart installeren als er
sprake is van een DSL-lijn" op pagina 54
"Situatie B: De HP Photosmart installeren als er
sprake is van een DSL-lijn" op pagina 54
"Situatie C: De HP Photosmart installeren als er
sprake is van een telefooncentrale (PBX) of een
ISDN-aansluiting" op pagina 56
"Situatie C: De HP Photosmart installeren als
er sprake is van een telefooncentrale (PBX) of
een ISDN-aansluiting" op pagina 56
"Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op
specifieke belsignalen hebt en dezelfde lijn
gebruikt" op pagina 56
"Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op
specifieke belsignalen hebt en dezelfde lijn
gebruikt" op pagina 56
"Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn"
op pagina 58
"Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn"
op pagina 58
"Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met
voicemail" op pagina 59
"Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met
voicemail" op pagina 59
"Situatie G: Gedeelde faxlijn met
computermodem voor inbellen (er komen geen
gespreksoproepen binnen)" op pagina 60
N.v.t.
"Situatie H: Gedeelde gespreks-/faxlijn met
computermodem voor inbellen" op pagina 61
N.v.t.
"Situatie I: Gedeelde lijn voor zowel gespreks-
als faxoproepen en een antwoordapparaat"
op pagina 64
N.v.t.
"Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks-
als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat"
op pagina 65
N.v.t.
"Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks-
als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en voicemail" op pagina 68
N.v.t.
Verwante onderwerpen
•"
Bepaal uw telefoonsysteem" op pagina 51
•"
Aanvullende informatie over faxen instellen" op pagina 70
De HP Photosmart configureren voor faxen 53
Fax
Situatie A: Aparte faxlijn (er worden geen gespreksoproepen ontvangen)
Als u een aparte telefoonlijn hebt waarop u geen gespreksoproepen ontvangt, en er geen
andere apparatuur op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de HP Photosmart in zoals
in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 9-1 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een aparte faxlijn
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
b. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
c. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt de HP Photosmart automatisch op na het aantal
belsignalen dat u met Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens verzendt het
apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt en ontvangt
het apparaat het faxbericht.
Situatie B: De HP Photosmart installeren als er sprake is van een DSL-lijn
Als u via uw telefoonmaatschappij gebruikmaakt van een DSL-service, kunt u aan de
hand van de instructies in dit gedeelte een DSL-filter aansluiten tussen de
telefoonaansluiting en de HP Photosmart. Het DSL-filter haalt het digitale signaal weg
Hoofdstuk 9
54 Fax
Fax
dat storingen veroorzaakt in de communicatie tussen de HP Photosmart en de
telefoonlijn, zodat de HP Photosmart probleemloos via de telefoonlijn kan communiceren.
(DSL wordt in uw land/regio wellicht ADSL genoemd.)
Opmerking Als u over een DSL-lijn beschikt en u geen DSL-filter gebruikt, kunt u
met de HP Photosmart geen faxberichten verzenden en ontvangen.
Afbeelding 9-2 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 DSL-filter en snoer (verkrijgbaar bij uw DSL-provider)
3 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart installeren als er sprake is van een DSL-lijn
1. U kunt een DSL-filter aanschaffen bij uw DSL-provider.
2. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
3. Sluit het snoer van de DSL-filter aan op de telefoonaansluiting op de wand.
Opmerking Raadpleeg het toepasselijke gedeelte verderop in dit hoofdstuk
voor aanvullende configuratierichtlijnen als deze telefoonlijn eveneens wordt
gebruikt door andere apparatuur of services, zoals een service voor specifieke
belsignalen, een antwoordapparaat of voicemail.
4. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
een faxtest uit te voeren.
De HP Photosmart configureren voor faxen 55
Fax
Situatie C: De HP Photosmart installeren als er sprake is van een telefooncentrale
(PBX) of een ISDN-aansluiting
Als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt, dient u het volgende te
doen:
Sluit de HP Photosmart aan op de poort die voor fax- en telefoongebruik is bedoeld
als u een PBX- of een ISDN-converter/terminaladapter gebruikt. Zorg ook dat de
adapter zo mogelijk is ingesteld op het juiste switch-type voor uw land/regio.
Opmerking Bij sommige ISDN-systemen kunt u de poorten configureren voor
specifieke telefoonapparatuur. U kunt bijvoorbeeld een poort toewijzen aan een
telefoon en Groep 3-faxapparaat en een andere voor meerdere doelen. Als u
problemen hebt bij aansluiting op de fax-/telefoonpoort van uw ISDN-converter,
probeer dan de poort te gebruiken die voor meerdere doeleinden is bedoeld; deze
kan bijvoorbeeld Multi-combi heten.
Als u gebruik maakt van een telefooncentrale (PBX), stelt u de wisselgesprektoon in
op 'uit'.
Opmerking Veel digitale PBX-telefooncentrales hebben een wisselgesprektoon
die standaard is ingeschakeld. De wisselgesprektoon stoort de faxtransmissie en
u kunt geen faxen verzenden of ontvangen met de HP Photosmart. Raadpleeg
de documentatie die bij het PBX-telefoonsysteem is geleverd, voor instructies
voor het uitschakelen van de wisselgesprektoon.
Als u een PBX-telefooncentrale hebt, draait u het nummer van een buitenlijn voordat
u het faxnummer draait.
Zorg dat u het meegeleverde snoer gebruikt om de HP Photosmart op de
telefoonaansluiting aan te sluiten. Als u dat niet doet, zult u mogelijk geen faxen
kunnen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig zijn. Als het
meegeleverde telefoonsnoer te kort is, kunt u een verbindingsstuk kopen in een
elektronicawinkel en het snoer verlengen.
Situatie D: Faxen terwijl u een abonnement op specifieke belsignalen hebt en
dezelfde lijn gebruikt
Als u een abonnement hebt op de service voor specifieke belsignalen (via uw
telefoonmaatschappij) en u één telefoonlijn wilt gebruiken voor verschillende
Hoofdstuk 9
56 Fax
Fax
telefoonnummers waarvan elk een ander belsignaal heeft, stelt u de HP Photosmart in
zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 9-3 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een service voor specifieke belsignalen
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
b. Wijzig de instelling Specifiek belsignaal, zodat deze overeenstemt met het
patroon dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend.
Opmerking De HP Photosmart staat standaard ingesteld op het
beantwoorden van alle belpatronen. Als het belsignaal dat u voor Specifiek
belsignaal instelt niet overeenstemt met het belpatroon dat de
telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen, bestaat de kans
dat de HP Photosmart zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat
het apparaat helemaal niet reageert.
c. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
d. Voer een faxtest uit.
De HP Photosmart beantwoordt automatisch binnenkomende oproepen met het
belpatroon dat u hebt opgegeven (met de instelling Specifiek belsignaal) na het aantal
De HP Photosmart configureren voor faxen 57
Fax
belsignalen dat u hebt geselecteerd (met de instelling Hoe vaak overgaan). Vervolgens
verzendt het apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt
en ontvangt het apparaat het faxbericht.
Situatie E: Gedeelde gespreks-/faxlijn
Als u zowel gespreks- als faxoproepen op hetzelfde telefoonnummer ontvangt en geen
andere kantoorapparatuur (of voicemail) op deze telefoonlijn is aangesloten, stelt u de
HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 9-4 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
3 Telefoon (optioneel)
De HP Photosmart instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Stel de optie Automatisch antwoorden in.
Schakel de optie in als u wilt dat de HP Photosmart automatisch oproepen
beantwoordt.
Schakel de optie uit als u persoonlijk binnenkomende oproepen wilt
beantwoorden.
b. Voer een faxtest uit.
Hoofdstuk 9
58 Fax
Fax
3. Sluit de telefoon op de telefoonaansluiting aan.
4. Voer, afhankelijk van uw telefoonsysteem, een van de volgende handelingen uit:
Als u een parallel telefoonsysteem hebt, verwijdert u de witte plug van de poort
met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart en sluit u vervolgens een
telefoon aan op deze poort.
Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, moet u de telefoon direct op de
HP Photosmart-kabel aansluiten met de seriestekker.
Als u de telefoon opneemt voordat de HP Photosmart reageert en u faxtonen hoort van
een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
Situatie F: Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u via
uw telefoonmaatschappij bent geabonneerd op een voicemailservice, stelt u de
HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u
voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet faxen
handmatig ontvangen; dat betekent dat u aanwezig moet zijn om persoonlijk te
kunnen reageren op binnenkomende faxen. Als u uw faxen liever automatisch
ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij om u te abonneren op
een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen
voor het faxen.
Afbeelding 9-5 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart configureren voor faxen 59
Fax
Instellen van de HP Photosmart met voicemail
1. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
2. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
b. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders
kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
Situatie G: Gedeelde faxlijn met computermodem voor inbellen (er komen geen
gespreksoproepen binnen)
Als u een faxlijn gebruikt waarop geen gespreksoproepen binnenkomen, maar waarop
wel een computermodem voor inbellen is aangesloten, stelt u de HP Photosmart in zoals
in dit gedeelte wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de
HP Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om
een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afbeelding 9-6 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
3 Computer met modem
Hoofdstuk 9
60 Fax
Fax
De HP Photosmart instellen met een computermodem voor inbellen
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
4. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
5. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
b. (Optioneel) Zet Hoe vaak overgaan op de laagste instelling (tweemaal
overgaan).
c. Voer een faxtest uit.
Wanneer de telefoon gaat, neemt de HP Photosmart automatisch op na het aantal
belsignalen dat u met Hoe vaak overgaan hebt opgegeven. Vervolgens verzendt het
apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt en ontvangt
het apparaat het faxbericht.
Situatie H: Gedeelde gespreks-/faxlijn met computermodem voor inbellen
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een computermodem op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de HP Photosmart in
zoals in dit deel wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de
HP Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om
een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of
verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
De HP Photosmart configureren voor faxen 61
Fax
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters
met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 9-7 Voorbeeld van een parallelle splitter
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 9-8 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon
5 Computer met modem
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
Hoofdstuk 9
62 Fax
Fax
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
6. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Stel de optie Automatisch antwoorden in.
Schakel de optie in als u wilt dat de HP Photosmart automatisch oproepen
beantwoordt.
Schakel de optie uit als u persoonlijk binnenkomende oproepen wilt
beantwoorden.
b. Voer een faxtest uit.
Als u de telefoon opneemt voordat de HP Photosmart reageert en u faxtonen hoort van
een faxapparaat dat een fax verzendt, moet u de faxoproep handmatig beantwoorden.
De HP Photosmart configureren voor faxen 63
Fax
Situatie I: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen en een
antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een antwoordapparaat gebruikt dat gespreksoproepen beantwoordt op dit
telefoonnummer, stelt u de HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Afbeelding 9-9 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-poort op uw antwoordapparaat
3 "OUT"-poort op uw antwoordapparaat
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-LINE"-
poort
De HP Photosmart instellen met een gedeelde spraak- en faxlijn met
antwoordapparaat
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de
poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op de HP Photosmart
aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een faxbericht verzendt,
mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten
ontvangen met de HP Photosmart.
Hoofdstuk 9
64 Fax
Fax
3. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
4. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon,
kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw
antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen.
Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de
HP Photosmart worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard
telefoonsnoeren gebruiken.
5. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
6. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
b. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de HP Photosmart in het
maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal
belsignalen varieert per land/regio.)
c. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren rinkelen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De HP Photosmart
controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de
HP Photosmart faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen
worden waargenomen, stopt de HP Photosmart met het controleren van de lijn en kan
het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Situatie J: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem voor inbellen en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u ook
een computermodem en antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt aangesloten, stelt
u de HP Photosmart in zoals in dit deel wordt beschreven.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de
HP Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om
een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
De HP Photosmart configureren voor faxen 65
Fax
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
(coupler) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter heeft
een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee
RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 9-10 Voorbeeld van een parallelle splitter
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 9-11 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon (optioneel)
5 Antwoordapparaat
6 Computer met modem
7 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
Hoofdstuk 9
66 Fax
Fax
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting op de wand en sluit het
apparaat aan op de telefoonuitgang achter op de computermodem.
Op deze manier kan er een rechtstreekse verbinding tot stand worden gebracht
tussen de HP Photosmart en het antwoordapparaat, ondanks dat de
computermodem ertussen zit.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet op deze manier aansluit, worden
de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op
het antwoordapparaat en kunt u geen faxen verzenden met de HP Photosmart.
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde telefoon,
kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant van het
antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u geen externe telefoon kunt aansluiten op uw
antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker) aanschaffen.
Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon op de
HP Photosmart worden aangesloten. Voor deze verbindingen kunt u standaard
telefoonsnoeren gebruiken.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
b. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op de HP Photosmart in het
maximale aantal dat voor uw apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal
belsignalen varieert per land/regio.)
c. Voer een faxtest uit.
De HP Photosmart configureren voor faxen 67
Fax
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren rinkelen. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De HP Photosmart
controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de
HP Photosmart faxontvangsttonen uit waarna deze de fax ontvangt. Als er geen faxtonen
worden waargenomen, stopt de HP Photosmart met het controleren van de lijn en kan
het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Situatie K: Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een
computermodem voor inbellen en voicemail
Stel de HP Photosmart in volgens de instructies in dit gedeelte als u op dezelfde lijn
gespreks- als faxoproepen ontvangt, terwijl u tegelijkertijd een computermodem voor
inbellen hebt aangesloten en een voicemailservice van uw telefoonmaatschappij hebt
ingesteld.
Opmerking Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u
voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet faxen
handmatig ontvangen; dat betekent dat u aanwezig moet zijn om persoonlijk te
kunnen reageren op binnenkomende faxen. Als u uw faxen liever automatisch
ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij om u te abonneren op
een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen
voor het faxen.
Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met de HP Photosmart, kunt u de
modem en de HP Photosmart niet gelijktijdig gebruiken. U kunt bijvoorbeeld de
HP Photosmart niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om
een e-mailbericht te verzenden of te surfen op internet.
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u de HP Photosmart kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (of
verdeelstekker) aanschaffen, zoals in de volgende afbeelding. (Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters
met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 9-12 Voorbeeld van een parallelle splitter
Hoofdstuk 9
68 Fax
Fax
Als de computer is voorzien van twee telefoonpoorten, kunt u de HP Photosmart
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 9-13 Achteraanzicht van de HP Photosmart
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 "IN"-telefoonpoort op uw computer
3 "OUT"-telefoonpoort op uw computer
4 Telefoon
5 Computer met modem
6 Gebruik het telefoonsnoer dat bij de HP Photosmart is geleverd en sluit dit aan op de "1-
LINE"-poort
De HP Photosmart op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee
telefoonpoorten
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op de HP Photosmart.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (het
computerinbelmodem) is aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de
achterkant van de HP Photosmart.
3. Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4. Gebruik het telefoonsnoer van de HP Photosmart om verbinding te maken tussen de
telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde van de
HP Photosmart.
Opmerking Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de
HP Photosmart op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u
waarschijnlijk geen faxen verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer
verschilt van de telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig
zijn.
De HP Photosmart configureren voor faxen 69
Fax
5. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt
in de software van uw modem, kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
6. Ga vanuit het aanraakscherm HP Photosmart naar het menu Fax Instellingen om
het volgende te doen:
a. Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
b. Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders
kan de HP Photosmart geen faxen ontvangen.
Aanvullende informatie over faxen instellen
Ga voor aanvullende informatie over het instellen van faxen in specifieke landen/regio's
naar de hieronder opgegeven faxconfiguratiewebsite.
Oostenrijk www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland www.hp.com/de/faxconfig
Zwitserland (Frans) www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits) www.hp.com/ch/de/faxconfig
Groot-Brittannië www.hp.com/uk/faxconfig
Spanje www.hp.com/es/faxconfig
Nederland www.hp.com/nl/faxconfig
België (Franstalig) www.hp.com/be/fr/faxconfig
België (Nederlandstalig) www.hp.com/be/nl/faxconfig
Portugal www.hp.com/pt/faxconfig
Zweeds www.hp.com/se/faxconfig
Finland www.hp.com/fi/faxconfig
Denemarken www.hp.com/dk/faxconfig
Noorwegen www.hp.com/no/faxconfig
Ierland www.hp.com/ie/faxconfig
Frankrijk www.hp.com/fr/faxconfig
Italië www.hp.com/it/faxconfig
Zuid-Afrika www.hp.com/za/faxconfig
Polen www.hp.pl/faxconfig
Rusland www.hp.ru/faxconfig
Noord-Amerika www.hp.com/us/faxsetup
Hoofdstuk 9
70 Fax
Fax
Een faxbericht verzenden
Als u een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk:
1. Plaats het origineel.
a. Til de klep van het apparaat omhoog.
b. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de rechter
voorhoek van de glasplaat.
c. Sluit de klep.
2. Fax verzenden.
a. Druk op Faxen op het scherm Home.
Het scherm Faxen verschijnt.
b. Faxnummer invoeren.
c.Raak Z&W of Kleuren aan.
d. Druk op Doorgaan.
3. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Andere methodes om te faxen
"
Een fax vanaf uw telefoon starten" op pagina 72
Een faxbericht verzenden 71
Fax
Een fax vanaf uw telefoon starten
Als u een fax handmatig verzendt, kunt u de ontvanger bellen voordat u de fax verzendt.
Dit komt van pas als u de ontvanger wilt melden dat u hem of haar een fax wilt toesturen
voordat u deze daadwerkelijk gaat verzenden. Als u een fax handmatig verzendt, kunt u
de kiestonen, telefonische aanwijzingen en andere geluiden horen via de handset van
de telefoon. Op deze manier kunt u eenvoudig een telefoonkaart gebruiken voor het
verzenden van een fax.
Afhankelijk van de instellingen van het faxapparaat van de ontvanger, beantwoordt de
ontvanger de telefoon of ontvangt het faxapparaat de fax. Als een persoon de telefoon
beantwoordt, kunt u met de ontvanger spreken alvorens de fax te verzenden. Als de
oproep wordt aangenomen door een faxapparaat, kunt u de fax naar het apparaat
verzenden wanneer u de faxtonen van het ontvangende apparaat hoort.
Een fax handmatig via een telefoon verzenden
1. Kies het nummer met behulp van het toetsenblok op de telefoon die op het toestel is
aangesloten.
Opmerking U moet het toetsenblok op de telefoon gebruiken om het nummer
te kiezen. Gebruik niet het virtuele toetsenblok op het scherm van het apparaat.
2. Als de ontvanger de telefoon opneemt, kunt u met de ontvanger spreken voordat u
de fax verzendt.
Opmerking Als de oproep wordt aangenomen door een faxapparaat, hoort u de
faxtonen van het ontvangende apparaat. Ga door met de volgende stap om de
fax te verzenden.
3. Raak Kleuren of Z&W aan.
4. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat en raak vervolgens Doorgaan aan.
Tip Als u de fax rechtstreeks naar een faxapparaat verzendt en niet met de
ontvanger spreekt voordat u het bericht verzendt, kan het handig zijn om de eerste
pagina van het origineel al op de glasplaat te plaatsen voordat u gaat bellen.
5. Volg de volgende procedure:
Als u nog een pagina wilt faxen
a.Druk op Ja.
b. Plaats de volgende pagina van het origineel met de bedrukte zijde omlaag in de
rechterbenedenhoek van de glasplaat.
c.Druk op Doorgaan.
Het scherm Pagina toevoegen? verschijnt.
d. Herhaal stap 8.
Als u geen pagina's meer wilt faxen
Druk op Nee.
Hoofdstuk 9
72 Fax
Fax
De telefoonlijn is stil, terwijl de fax wordt verzonden. Op dat moment kunt u de
telefoonverbinding verbreken. Als u verder wil gaat met uw gesprek, blijft u aan de lijn
totdat de fax is verzonden.
Een faxbericht ontvangen
Wanneer u aan de telefoon bent, kan uw gesprekspartner u een fax sturen terwijl u met
elkaar spreekt. Dit wordt ook wel handmatig faxen genoemd. Volg de instructies in dit
gedeelte om een fax handmatig te ontvangen.
U kunt faxen handmatig vanaf een telefoon ontvangen als deze:
Rechtstreeks op de HP Photosmart is aangesloten (op de 2-EXT-poort)
Is aangesloten op dezelfde telefoonlijn, maar niet rechtstreeks op de HP Photosmart
Opmerking U kunt de Status van het bedieningspaneel bekijken om de instellingen
voor het ontvangen van faxen te zien. Zie "
Pictogrammen Bedieningspaneel status"
op pagina 9 voor meer informatie.
Een fax handmatig ontvangen
1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en dat er papier in de invoerlade zit.
2. Stel de instelling Hoe vaak overgaan in op een hoog getal zodat u eerst de
binnenkomende oproepen kunt beantwoorden voordat het apparaat de belsignalen
gaat beantwoorden. U kunt ook de instelling Automatisch antwoorden uitschakelen
zodat het apparaat niet automatisch binnenkomende oproepen beantwoordt.
3. Als u momenteel een gesprek voert met de verzender, zegt u tegen de verzender dat
Start moet worden ingedrukt op het zendende faxapparaat.
4. Wanneer u de faxtonen van een verzendend faxapparaat hoort, raakt u accepteer
op het scherm aan.
5. Zodra het toestel de fax begint te ontvangen, kunt u de telefoon ophangen of aan de
lijn blijven. De telefoonlijn is tijdens de faxtransmissie stil.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Een faxbericht ontvangen 73
Fax
Hoofdstuk 9
74 Fax
Fax
10 Foto's opslaan
Foto's op de computer opslaan
Een back-up maken van foto's op een USB-opslagapparaat
Foto's op Snapfish opslaan
Foto's delen met Snapfish
Foto's op de computer opslaan
Foto's opslaan
1. Plaats het geheugentoestel.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo (adapter
optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure Digital
High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
Foto's opslaan 75
Foto's opslaan
2. Foto's opslaan.
Raak de foto aan om deze te selecteren en raak vervolgens Opslaan aan.
Opmerking Als het apparaat op het netwerk is aangesloten, verschijnt er
een lijst met beschikbare computers. Selecteer de computer waarnaar u de
foto's wilt overbrengen, en ga dan naar de volgende stap.
3. Volg de opdrachten.
Volg de opdrachten op het computerscherm om foto's op de computer op te slaan.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Een back-up maken van foto's op een USB-opslagapparaat
Een back-up maken van foto's
1. Plaats het geheugentoestel.
a. Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat.
Hoofdstuk 10
76 Foto's opslaan
Foto's opslaan
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
b. Als het fotolampje stopt met knipperen, sluit u een opslagapparaat aan op de
voorste USB-poort.
2. Foto's opslaan.
a.Raak Opslaan aan.
b. Volg de opdrachten op het scherm van uw computer.
3. Verwijder het geheugenapparaat.
4. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Een back-up maken van foto's op een USB-opslagapparaat 77
Foto's opslaan
Foto's op Snapfish opslaan
Foto's op Snapfish opslaan
1. Stel een internetverbinding in.
Controleer of de HP Photosmart is aangesloten op een netwerk met
internettoegang.
2. Plaats het geheugentoestel.
Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat.
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
3. Selecteer een projecttype.
a.Raak Opslaan aan.
b.Raak Snapfish aan.
Hoofdstuk 10
78 Foto's opslaan
Foto's opslaan
4. Meld u bij Snapfish aan het upload foto's.
a. Meld u aan met het toetsenbord en druk op OK.
b.Raak Gereed aan.
5. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Foto's delen met Snapfish
Foto's delen met Snapfish
1. Stel een internetverbinding in.
Controleer of de HP Photosmart is aangesloten op een netwerk met
internettoegang.
2. Plaats het geheugentoestel.
Plaats een geheugenkaart in de juiste sleuf van het apparaat.
Foto's delen met Snapfish 79
Foto's opslaan
1 Memory Stick, Memory Stick Pro, Memory Stick Select, Memory Stick Magic Gate,
Memory Stick Duo or Pro Duo (adapter optioneel), Memory Stick Pro-HG Duo
(adapter optioneel), or Memory Stick Micro (adapter vereist)
2 MultiMediaCard (MMC), MMC Plus, Secure MultiMedia Card, MMC Mobile (RS-MMC;
adapter vereist), Secure Digital (SD), Secure Digital Mini (adapter vereist), Secure
Digital High Capacity (SDHC), TransFlash MicroSD Card (adapter vereist), of xD-
Picture card
3 CompactFlash (CF) types I en II
4 Voorste USB-poort/PictBridge: Voor digitale camera's en verwijderbare schijven
3. Selecteer een projecttype.
a.Raak Opslaan aan.
b.Raak Snapfish aan.
4. Meld u bij Snapfish aan het upload foto's.
a. Meld u aan met het toetsenbord en druk op OK.
b.Raak Gereed aan.
c. "Opslaan geslaagd" wordt weergegeven.
5. Deel foto's met Snapfish.
a.Raak Delen aan.
b.Raak Uit Snapfish-adresboek aan.
c.Raak Selectie klaar aan nadat u alle gewenste adressen hebt geselecteerd.
d.Raak Verzenden aan.
e.Raak OK aan.
6. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Hoofdstuk 10
80 Foto's opslaan
Foto's opslaan
Verwante onderwerpen
"
De huidige afdruktaak stoppen" op pagina 189
Foto's delen met Snapfish 81
Foto's opslaan
Hoofdstuk 10
82 Foto's opslaan
Foto's opslaan
11 Netwerkinstallatie
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen
Stel een Bluetooth draadloze verbinding in
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen
•"Bekabeld (ethernet-)netwerk" op pagina 83
•"
WiFi-beveiligde instelling (WPS)" op pagina 84
•"
Draadloos met een router (infrastructuurnetwerk)" op pagina 86
•"
Draadloos zonder router (ad hoc-verbinding)" op pagina 87
Bekabeld (ethernet-)netwerk
Voordat u de HP Photosmart op een netwerk aansluit, moet u controleren of u alle
benodigde materialen hebt.
Een werkend Ethernet-netwerk met een router, switch, of hub met een Ethernet-poort.
CAT-5 Ethernet-kabel.
Hoewel standaard Ethernet-kabels veel lijken op standaard telefoonkabels, kunt u
geen telefoonkabels gebruiken. Het aantal draden en de aansluiting van de twee
soorten kabels verschilt. Een Ethernet-kabelaansluiting (ook wel een RJ-45-
aansluiting genoemd) is breder en dikker en heeft altijd acht contactjes bij het
uiteinde. Een telefoonaansluiting heeft twee tot zes contactjes.
Een desktopcomputer of laptop op hetzelfde netwerk.
Opmerking De HP Photosmart ondersteunt netwerken met automatische
snelheidsregeling die 10 of 100 Mbps aankunnen.
De HP Photosmart aansluiten op het netwerk
1. Sluit de Ethernet-kabel aan.
a. Verwijder de gele stekker aan de achterkant van de HP Photosmart.
Netwerkinstallatie 83
Netwerkinstallatie
b. Sluit de Ethernet-kabel aan op de Ethernet-poort achter op de HP Photosmart.
c. Sluit het andere uiteinde van de Ethernet-kabel aan op een beschikbare poort op
de Ethernet-router of switch.
2. Installeer de software.
3. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 90
WiFi-beveiligde instelling (WPS)
Om de HP Photosmart op een draadloos netwerk aan te sluiten met een WiFi-beveiligde
installatie (WPS), hebt u het volgende nodig:
Hoofdstuk 11
84 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloos toegangspunt of een WPS-
draadloze router.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Photosmart wilt installeren.
De HP Photosmart aansluiten met WiFi-beschermde instellingen (WPS)
1. Voer een van de volgende handelingen uit:
Gebruik de methode PBC (drukknop)
a. Kies een andere manier van installeren.
Raak Instellingen aan.
Raak Netwerk aan.
Raak WiFi-beschermde instellingen aan.
Raak Druk op knop aan.
b. Stel de draadloze verbinding in.
Raak Goed van start aan.
Houd de knop op de WPS-router of een ander netwerktoestel ingedrukt om
WPS te activeren.
Opmerking Het apparaat start een timer gedurende ongeveer twee
minuten. De bijbehorende knop op het netwerktoestel moet deze tijd
worden ingedrukt.
Raak OK aan.
c. Installeer de software.
PIN-methode gebruiken
a. Kies een andere manier van installeren.
Raak Instellingen aan.
Raak Netwerk aan.
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 85
Netwerkinstallatie
Raak WiFi-beschermde instellingen aan.
Raak PIN-code aan.
b. Stel de draadloze verbinding in.
Raak Goed van start aan.
Het toestel geeft een PIN weer.
Druk op PIN of router met WPS of een ander netwerktoestel.
Opmerking Het apparaat start een timer gedurende ongeveer twee
minuten. De PIN moet binnen die tijd op het netwerktoestel worden
ingetoetst.
Raak OK aan.
c. Installeer de software.
2. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 90
Draadloos met een router (infrastructuurnetwerk)
Om de HP Photosmart aan te sluiten op een ingebouwd draadloos WLAN 802.11-
netwerk, hebt u het volgende nodig:
Een draadloos 802.11-netwerk met een draadloze router of toegangspunt.
Een pc of laptop met ondersteuning voor draadloze netwerken of een
netwerkinterfacekaart (NIC). De computer moet zijn aangesloten op het draadloze
netwerk waarop u de HP Photosmart wilt installeren.
Breedbandtoegang tot het Internet (aanbevolen), zoals kabel of DSL.
Wanneer u de HP Photosmart aansluit op een draadloos netwerk met Internet-
toegang, raadt HP u aan een draadloze router (toegangspunt of basisstation) met
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) te gebruiken.
Netwerknaam (SSID).
WEP-sleutel of WPA-toegangscode (indien nodig).
Het apparaat aansluiten met de Wizard Draadloos instellen
1. Noteer uw netwerknaam (SSID) en WEP-sleutel of WPA-toegangscode.
2. Schakel de draadloze radio in.
a. Verwijder de netwerkkabel.
b.Raak Instellingen aan.
c.Raak Netwerk aan.
d.Raak Draadloze radio aan en raak vervolgens Aan aan.
3. Start de Wizard draadloos instellen op.
Raak Wizard voor draadloze instellingen aan.
Hoofdstuk 11
86 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
4. Maak verbinding met het draadloze netwerk.
Selecteer uw netwerk uit de lijst met gedetecteerde netwerken.
5. Volg de opdrachten.
6. Installeer de software.
7. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 90
Draadloos zonder router (ad hoc-verbinding)
Lees dit gedeelte als u de HP Photosmart wilt aansluiten op een draadloze computer
zonder gebruik te maken van een draadloze router of toegangspunt.
Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken om de HP Photosmart op uw computer aan
te sluiten met een adhoc-draadloze netwerkverbinding. Na het aansluiten kunt u de
HP Photosmart-software installeren.
Zet de draadloze radio voor de HP Photosmart en de draadloze radio op uw computer
aan. Verbind op uw computer met de netwerknaam (SSID) hpsetup, het standaard
adhoc-netwerk van de HP Photosmart.
Als de HP Photosmart eerst was geconfigureerd voor een ander netwerk, gebruik
dan Standaardnetwerkinstellingen herstellen om het standaard adhoc-profiel van
hpsetup te herstellen.
OF
Gebruik een adhoc-netwerkprofiel op uw computer om het apparaat aan te sluiten.
Als uw computer momenteel niet is geconfigureerd met een adhoc-netwerkprofiel,
raadpleeg dan het Help-bestand van het besturingssysteem van uw computer voor
de juiste methode om een adhoc-profiel op uw computer te maken. Als een adhoc-
netwerkprofiel is gemaakt, start u de Wizard voor draadloze instellingen vanuit het
menu Netwerk op de HP Photosmart en selecteert u het adhoc-netwerkprofiel dat u
op uw computer hebt gemaakt.
Opmerking Er kan een adhoc-verbinding worden gebruikt als u geen draadloze
router of draadloos toegangspunt hebt maar wel een draadloze radio op uw computer
hebt. Een adhoc-verbinding kan echter leiden tot een lager niveau netwerkbeveiliging
en mogelijk tot verminderde prestatie vergeleken met een
infrastructuurnetwerkverbinding met een draadloze router of een draadloos
toegangspunt.
Om de HP Photosmart aan te sluiten op een Windows-computer met een ad hoc-
verbinding, moet de computer beschikken over een adapter voor draadloos netwerk en
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 87
Netwerkinstallatie
een ad hoc-profiel. Een netwerkprofiel creëren voor een computer met Windows Vista of
Windows XP met behulp van de onderstaande instructies.
Opmerking Als u een ander besturingssysteem gebruikt dan Windows Vista of
Windows XP, raadt HP u aan het configuratieprogramma te gebruiken dat bij uw
draadloze LAN-kaart is geleverd. Zoek in de lijst met programma's op de computer
naar het configuratieprogramma voor uw draadloze LAN-kaart.
Een netwerkprofiel maken
Opmerking Het apparaat is geconfigureerd met een netwerkprofiel met hpsetup
als netwerknaam (SSID). De veiligheid en privacy van HP raden echter aan dat u een
nieuw netwerkprofiel aanmaakt op uw computer, zoals hier wordt beschreven.
1. Dubbelklik in het Configuratiescherm op Netwerkverbindingen.
2. Klik in het venster Netwerkverbindingen met de rechtermuisknop op de Draadloze
netwerkverbinding. Selecteer Inschakelen als dit wordt weergegeven in het
snelmenu. Als Uitschakelen wordt weergegeven in het menu, is de draadloze
verbinding al ingeschakeld.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Draadloze netwerkverbinding en klik
vervolgens op Eigenschappen.
4. Klik op het tabblad Draadloze netwerken.
5. Schakel het selectievakje Draadloos netwerk automatisch configureren in.
6. Klik op Toevoegen en voer de volgende handelingen uit:
a. In het vakje Netwerknaam (SSID) typt u een unieke netwerknaam naar uw keuze.
Opmerking De netwerknaam is hoofdlettergevoelig, het is dus belangrijk
elke hoofd- en kleine letter te onthouden.
b. Selecteer Openen in de lijst Netwerkverificatie als die aanwezig is. Ga anders
door met de volgende stap.
c. Selecteer WEP in de lijst Gegevenscodering.
d. Zorg ervoor dat het selectievakje naast De sleutel wordt mij automatisch
aangeleverd niet is ingeschakeld. Als dit selectievakje is ingeschakeld, schakelt
u het uit.
e. Typ in het vak Netwerksleutel een WEP-sleutel met exact vijf of exact 13
alfanumerieke tekens (ASCII). Als u vijf tekens invoert, kunt u bijvoorbeeld
ABCDE of 12345 invoeren. Als u 13 tekens invoert, kunt u bijvoorbeeld
ABCDEF1234567 invoeren. (12345 en ABCDE zijn slechts voorbeelden.
Selecteer een combinatie van uw selectie.)
U kunt ook HEX-tekens (hexadecimale tekens) gebruiken voor de WEP-sleutel.
Een HEX WEP-sleutel moet tien tekens bevatten voor 40-bits codering of 26
tekens voor 128-bits codering.
f. Typ in het vak Netwerksleutel bevestigen dezelfde WEP-sleutel als in de vorige
stap.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters onthouden. Als
u de WEP-sleutel onjuist invoert op het apparaat, wordt de draadloze
verbinding niet tot stand gebracht.
Hoofdstuk 11
88 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
g. Noteer de WEP-sleutel exact zoals u deze hebt getypt, met hoofdletters en kleine
letters.
h. Schakel het selectievakje Dit is een computer-naar-computer netwerk. Er
worden geen draadloze toegangspunten gebruikt in.
i. Klik op OK om het venster Eigenschappen voor draadloos netwerk te sluiten
en klik vervolgens nogmaals op OK.
j. Klik nogmaals op OK om het venster Eigenschappen voor draadloze
netwerkverbinding te sluiten.
Aansluiten op een draadloos adhoc-netwerk
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op Netwerk.
Opmerking Als de door u gewenste menuoptie niet te zien is op het scherm,
raak dan de pijltjestoetsen omhoog of omlaag aan om alle menuopties te
doorlopen.
3. Druk op Wizard voor draadloze instellingen.
Het Wizard voor draadloze instellingen wordt uitgevoerd. In de wizard wordt er
naar beschikbare netwerken gezocht en wordt er vervolgens een lijst met gevonden
netwerknamen (SSID's) weergegeven. De infrastructuurnetwerken staan vooraan in
de lijst, gevolgd door beschikbare adhoc-netwerken. De netwerken worden tevens
gerangschikt naar de kracht van het signaal.
4. Zoek op het scherm naar de netwerknaam die u hebt gemaakt op de computer
(bijvoorbeeld Mijnnetwerk).
5. Raak de netwerknaam aan.
Als u uw netwerknaam hebt gevonden en geselecteerd, ga dan door naar stap 7.
Wanneer u uw netwerknaam niet in de lijst aantreft
a. Druk op Een nieuwe netwerknaam (SSID) invoeren.
Het visuele toetsenbord wordt weergegeven.
b. Geef de SSID op. Druk op de juiste letters of cijfers op het visuele toetsenbord.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters invoeren.
Anders wordt de draadloze verbinding niet tot stand gebracht.
c. Als u klaar bent met het invoeren van de nieuwe SSID, drukt u op Gereed op het
visuele toetsenbord, en vervolgens op OK.
Tip Als het apparaat het netwerk niet kan vinden op basis van de door u
ingegeven netwerknaam, zal u de volgende instructies zien. U wilt het
apparaat dichter bij de computer brengen en de Draadloze Setup Wizard
opnieuw proberen te starten om het netwerk automatisch te ontdekken.
De HP Photosmart aan een netwerk toevoegen 89
Netwerkinstallatie
d.Druk op Adhoc.
e.Druk op Ja, mijn netwerk maakt gebruik van WEP-codering. Het visuele
toetsenbord wordt weergegeven.
Als u de WEP-codering niet wilt gebruiken drukt u op Nee, mijn netwerk maakt
geen gebruik van codering. Ga naar stap 7.
6. Voer indien dit wordt gevraagd uw WEP-sleutel als volgt in. Anders gaat u verder met
stap 8.
a. Druk op de juiste letters of cijfers op het visuele toetsenbord.
Opmerking U moet de exacte hoofdletters en kleine letters invoeren.
Anders wordt de draadloze verbinding niet tot stand gebracht.
b. Als u klaar bent met het invoeren van de WEP-sleutel, drukt u op Gereed op het
visuele toetsenbord.
7. Druk nogmaals op OK om te bevestigen.
Het apparaat probeert verbinding te maken met de SSID. Als in een bericht wordt
aangegeven dat u een ongeldige WEP-sleutel hebt ingevoerd, controleert u de sleutel
die u hebt genoteerd voor het nieuwe netwerk, volgt u de instructies om de WEP-
sleutel te corrigeren, en probeert u opnieuw.
8. Wanneer het apparaat verbinding heeft gemaakt met het netwerk, gaat u naar de
computer om de software te installeren.
Opmerking U kunt het Testrapport van het draadloze netwerk afdrukken aan
het eind van een geslaagde aansluiting via de Wizard Draadloze instelling,
waarmee u mogelijke toekomstige problemen met de netwerkinstelling kunt
vaststellen.
Verwante onderwerpen
"
De software voor een netwerkverbinding installeren" op pagina 90
De software voor een netwerkverbinding installeren
Raadpleeg dit gedeelte als u de HP Photosmart-software wilt installeren op een computer
die op een netwerk is aangesloten. Zorg dat u de HP Photosmart hebt aangesloten op
een netwerk voordat u de software installeert. Als de HP Photosmart niet is aangesloten
op een netwerk, volg dan de instructies op het scherm tijdens de software-installatie om
het apparaat op het netwerk aan te sluiten.
Opmerking Als de computer is geconfigureerd om verbinding te maken met een
aantal netwerkstations, moet u ervoor zorgen dat de computer op dit moment is
verbonden met deze stations voordat u de software installeert. De software-installatie
van de HP Photosmart kan anders proberen om een van de gereserveerde
stationsletters te gebruiken, waardoor u het betreffende netwerkstation niet op uw
computer kunt openen.
Opmerking De installatie duurt 20 tot 45 minuten. Dit is afhankelijk van het
besturingssysteem, de beschikbare ruimte en de processorsnelheid op de computer.
Hoofdstuk 11
90 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
De Windows HP Photosmart-software installeren op een op het netwerk
aangesloten computer
1. Sluit alle actieve toepassingen op de computer af.
2. Plaats de installatie-cd-rom die bij het apparaat werd geleverd in het cd-rom-station
op de computer en volg de instructies op het scherm.
Opmerking Als de HP Photosmart niet is aangesloten op een netwerk, voer de
Wizard voor draadloze instellingen dan uit vanuit het menu Netwerk op de
HP Photosmart. Als de software tijdens de software-installatie het product niet op
het netwerk kan vinden of als u de Wizard voor draadloze instellingen niet goed
kunt gebruiken, dan wordt u gevraagd om het apparaat tijdelijk aan de computer
aan te sluiten met de USB-kabel om de HP Photosmart op uw netwerk te
installeren. Sluit de USB-kabel niet op de computer aan totdat u dit wordt
gevraagd.
3. Volg de instructies als er een dialoogvenster over firewalls verschijnt. Als er vensters
met berichten over de firewall verschijnen, moet u deze berichten altijd accepteren
of toestaan.
4. Selecteer op het scherm Type aansluiting een geschikte optie en klik vervolgens op
Volgende.
Het scherm Zoeken wordt weergegeven terwijl het installatieprogramma zoekt naar
het apparaat in het netwerk
5. Controleer in het scherm Gevonden printer of de printerbeschrijving juist is.
Als er meerdere printers op het netwerk worden gevonden, wordt het scherm Printers
gevonden weergegeven. Selecteer het apparaat dat u wilt aansluiten.
6. Volg de aanwijzingen om de software te installeren.
Wanneer u de software hebt geïnstalleerd, kunt u het apparaat gebruiken.
7. Als u de netwerkverbinding wilt testen, gaat u naar de computer en drukt u een
testpagina af op het apparaat.
Stel een Bluetooth draadloze verbinding in
De HP Photosmart wordt geleverd met ingebouwde draadloze Bluetooth
®
-technologie
waarmee Bluetooth
®
-apparaten kunnen afdrukken naar de HP Photosmart.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•"
Wat u nodig hebt voor Bluetooth-aansluiting" op pagina 91
•"
Sluit de HP Photosmart op de computer aan met een draadloze Bluetooth®-
verbinding" op pagina 92
•"
Sluit de HP Photosmart op andere Bluetooth-toestellen aan met een draadloze
Bluetooth®-verbinding" op pagina 94
Wat u nodig hebt voor Bluetooth-aansluiting
Als u de HP Photosmart wilt aansluiten met een Bluetooth-verbinding, hebt u het
volgende nodig:
Een apparaat dat geschikt is voor Bluetooth (compatibel HCRP- of SPP-profiel) (zoals
een PDA, cameratelefoon of computer)
Stel een Bluetooth draadloze verbinding in 91
Netwerkinstallatie
Sommige Bluetooth-apparaten wisselen apparaatadressen uit wanneer ze met elkaar
communiceren, zodat u mogelijk ook de apparaatadressen van de HP Photosmart moet
achterhalen om een verbinding tot stand te brengen.
Het apparaatadres van het product zoeken
1. Druk op Instellingen.
2. Druk op Bluetooth.
Opmerking Het is vereist dat de Bluetooth-radio wordt ingeschakeld om de
Bluetooth-opties in de Bluetooth-menu in te schakelen.
3. Druk op Apparaatadres.
Vervolgens wordt het Apparaatadres weergegeven. Dit adres is alleen-lezen.
4. Noteer het apparaatadres. U hebt het later mogelijk nodig.
Zie voor meer informatie over het afdrukken op de HP Photosmart vanaf Bluetooth-
apparaten met een Bluetooth-verbinding:
•"
Sluit de HP Photosmart op de computer aan met een draadloze Bluetooth®-
verbinding" op pagina 92
•"
Sluit de HP Photosmart op andere Bluetooth-toestellen aan met een draadloze
Bluetooth®-verbinding" op pagina 94
Sluit de HP Photosmart op de computer aan met een draadloze Bluetooth
®
-
verbinding
Een Bluetooth-verbinding voorziet in een snelle en eenvoudige draadloze manier voor
het afdrukken van afbeeldingen vanaf een computer waarop Bluetooth is ingeschakeld.
Met een Bluetooth-verbinding kunt u veel van dezelfde afdrukfuncties gebruiken als met
een USB-verbinding. U kunt bijvoorbeeld de printerstatus en de geschatte hoeveelheid
inkt in de inktpatronen controleren.
Opmerking De enige softwarefunctionaliteit die beschikbaar is voor een Bluetooth-
verbinding, is afdrukken. Scannen en softwarematig kopiëren is niet mogelijk via een
Bluetoothverbinding.
Als u verbinding wilt maken met de HP Photosmart, moeten Windows Vista of Windows
XP, en de Microsoft Bluetooth
®
-protocolstack of de Widcomm Bluetooth
®
-protocolstack
zijn geïnstalleerd. Het is mogelijk dat u zowel de Microsoft-stack als de Widcomm-stack
op uw computer hebt, maar u gebruikt slechts een van de twee om het apparaat aan te
sluiten.
Hoofdstuk 11
92 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
Microsoft-stack Als Windows Vista of Windows XP met Service Pack 2 op de
computer is geïnstalleerd, beschikt uw computer over de Microsoft Bluetooth
®
-
protocolstack. Met de Microsoft-stack kunt u automatisch een externe Bluetooth
®
-
adapter installeren. Als uw Bluetooth
®
-adapter de Microsoft-stack ondersteunt, maar
niet automatisch installeert, dan bevindt de Microsoft-stack zich niet op uw computer.
Raadpleeg de documentatie die bij de Bluetooth
®
-adapter is geleverd, om te
controleren of deze de Microsoft-stack ondersteunt.
Widcomm-stack: Als u een HP-computer hebt waarin de Bluetooth
®
-technologie is
ingebouwd, of als u een HP bt450 hebt geïnstalleerd, dan heeft uw computer de
Widcomm-stack. Als u een HP-computer hebt en daarop een HP bt450 aansluit, wordt
deze automatisch geïnstalleerd met de Widcomm-stack.
Installeren en afdrukken met behulp van de Microsoft-stack
1. Zorg dat u de software van het apparaat op de computer hebt geïnstalleerd.
Opmerking De software wordt geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat het
printerstuurprogramma beschikbaar is voor de Bluetooth
®
-verbinding. Als u de
software al hebt geïnstalleerd, hoeft u deze niet opnieuw te installeren. Als u zowel
een USB- als een Bluetooth
®
-verbinding wilt met de HP Photosmart, installeert u
eerst de USB-verbinding. Zie de installatiehandleiding voor meer informatie. Als
u geen USB-verbinding nodig hebt, selecteert u Rechtstreeks naar de
computer in het scherm Verbindingstype. Schakel in het scherm Het apparaat
nu aansluiten het selectievakje in dat onder in het scherm naast Als u het
apparaat nu niet kunt aansluiten... wordt weergegeven.
2. Als u voor uw computer een externe Bluetooth
®
-adapter gebruikt, moet de computer
zijn opgestart voordat u de Bluetooth
®
-adapter op een USB-poort van de computer
aansluit. Als u Windows Vista of Windows XP met Service Pack 2 hebt geïnstalleerd,
worden de Bluetooth
®
-stuurprogramma's automatisch geïnstalleerd. Selecteer
HCRP als u wordt gevraagd om een Bluetooth
®
-profiel te selecteren.
Als Bluetooth
®
is ingebouwd in uw computer, controleert u of de computer is
opgestart.
3. Klik op de Windows-taakbalk op Start, en dan op Printers en faxapparaten (of klik
op Bedieningspaneel, en daarna op Printers).
4. Klik op Een printer toevoegen.
5. Klik op Volgende en selecteer Een Bluetooth-printer.
6. Volg de aanwijzigen op het scherm om de installatie te voltooien.
7. Druk vervolgens af zoals bij elke andere printer.
Stel een Bluetooth draadloze verbinding in 93
Netwerkinstallatie
Installeren en afdrukken met behulp van de Widcomm-stack
1. Zorg dat u de HP Photosmart-software op de computer hebt geïnstalleerd.
Opmerking De software wordt geïnstalleerd om ervoor te zorgen dat het
printerstuurprogramma beschikbaar is voor de Bluetooth
®
-verbinding. Als u de
software al hebt geïnstalleerd, hoeft u deze niet opnieuw te installeren. Als u zowel
een USB- als een Bluetooth
®
-verbinding wilt met de HP Photosmart, installeert u
eerst de USB-verbinding. Zie de installatiehandleiding voor meer informatie. Als
u geen USB-verbinding nodig hebt, selecteert u Rechtstreeks naar de
computer in het scherm Verbindingstype. Schakel in het scherm Het apparaat
nu aansluiten het selectievakje in dat onder in het scherm naast Als u het
apparaat nu niet kunt aansluiten... wordt weergegeven.
2. Klik op het pictogram Bluetooth-locaties op het bureaublad of op de taakbalk.
3. Klik op Apparaten binnen het bereik.
4. Zodra de beschikbare printers zijn gedetecteerd, dubbelklikt u op de HP Photosmart
om de installatie te voltooien.
5. Druk vervolgens af zoals bij elke andere printer.
Sluit de HP Photosmart op andere Bluetooth-toestellen aan met een draadloze
Bluetooth
®
-verbinding
U kunt foto's afdrukken van elk apparaat voorzien van de draadloze Bluetooth-
technologie. Indien u een PDA of een mobiele telefoon hebt met Bluetooth-draadloze
technologie, kunt u deze aansluiten op de HP Photosmart en draadloos foto's naar het
product versturen. U kunt ook afdrukken vanaf andere apparaten met draadloze
Bluetooth-technologie, zoals digitale camera's en laptops.
Verbinding maken met en afdrukken vanaf andere Bluetooth-toestellen.
1. Zorg dat u de nodige software van het apparaat op het Bluetooth-toestel hebt
geïnstalleerd.
2. Laat de HP Photosmart zoeken naar beschikbare Bluetooth-toestellen.
Opmerking Het is vereist dat de Bluetooth-radio wordt ingeschakeld om de
Bluetooth-opties in de Bluetooth-menu in te schakelen.
3. Selecteer uw toestel uit de lijst met beschikbare Bluetooth-toestellen.
Opmerking Sommige mobiele telefoons moeten worden gekoppeld met de
HP Photosmart voordat u kunt afdrukken. Het standaard wachtwoord voor het
koppelen met de HP Photosmart is 0000.
4. Stuur de afdruktaak van het Bluetooth-apparaat naar het apparaat. Zie de
documentatie bij het Bluetooth-apparaat voor specifieke instructies voor afdrukken.
Hoofdstuk 11
94 Netwerkinstallatie
Netwerkinstallatie
12 Het onderhoud van de
HP Photosmart
De geschatte inktniveaus controleren
Inktproducten bestellen
Vervang de cartridges
Informatie over de cartridgegarantie
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is
De geschatte inktniveaus controleren
U kunt gemakkelijk de inktniveaus controleren als u wilt nagaan hoe lang de printcartridge
nog kan meegaan. De inktniveaus geven ongeveer aan hoeveel inkt de printcartridge
nog bevatten.
Opmerking Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een
cartridge die in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Opmerking Waarschuwingen en indicatorlampjes voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een waarschuwingsbericht
voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een vervangende cartridge klaar te
houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U hoeft de cartridges pas te
vervangen als de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt.
Opmerking Inkt uit de cartridge wordt tijdens het afdrukproces op een aantal
verschillende manieren gebruikt, waaronder tijdens het initialisatieproces, dat het
apparaat en de cartridges voorbereidt op afdrukken, en tijdens onderhoud voor de
printkop, dat ervoor zorgt dat de printbuisjes schoon blijven en de inkt vlot wordt
aangebracht. Daarnaast blijft er wat inkt in de cartridge achter nadat deze is gebruikt.
Zie
www.hp.com/go/inkusage voor meer informatie.
Inktniveaus controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Raak in de rechter bovenhoek van het scherm Home het pictogram Bedieningspaneel
status aan.
Het onderhoud van de HP Photosmart 95
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Het Bedieningspaneel status wordt geopend.
2. Raak het pictogram Geschatte inktniveaus aan.
De HP Photosmart geeft een inhoud weer die het geschatte inktniveau van alle
geïnstalleerde patronen toont.
Inktniveaus controleren vanuit de HP Photosmart-software
Klik op het pictogram Geschat inktniveau in HP Solution Center.
Opmerking U kunt Printeronderhoud ook openen vanuit het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster Afdrukeigenschappen op het
tabblad Functies en klik vervolgens op de knop Printeronderhoud.
Verwante onderwerpen
"
Inktproducten bestellen" op pagina 96
Inktproducten bestellen
Om te weten te komen welke HP-benodigdheden compatibel zijn met uw product, bestelt
u deze online of drukt u een bestellijstje af en gaat u naar HP Solution Center om dit onlin
te bestellen.
Cartridgegegevens en links naar online shopping worden ook weergegeven op
waarschuwingsberichten met betrekking tot inkt. Daarnaast vindt u cartridge-informatie
en online bestellingsmogelijkheden op
www.hp.com/buy/supplies
Opmerking Online cartridges bestellen is niet in alle landen/regio's mogelijk. Als dit
in uw land/regio niet mogelijk is, vraagt u een HP-leverancier bij u in de buurt om
informatie over het aanschaffen van cartridges.
Hoofdstuk 12
96 Het onderhoud van de HP Photosmart
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Vervang de cartridges
De cartridges vervangen
1. Controleer dat de stroom is ingeschakeld.
2. Verwijder de cartridge.
a. Open de toegangsklep voor de printcartridges door deze rechtsvoor van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
Wacht tot de printwagen naar het midden van het apparaat beweegt.
b. Druk op het klepje op de cartridge en verwijder deze uit de sleuf.
3. Plaats een nieuwe cartridge.
a. Haal de cartridge uit de verpakking.
Vervang de cartridges 97
Het onderhoud van de
HP Photosmart
b. Draai het oranje kapje om het los te breken. U moet krachtig draaien om het kapje
te verwijderen.
c. Pas de kleurpictogrammen bij elkaar en schuif de cartridge in de sleuf tot deze
op zijn plaats klikt.
Hoofdstuk 12
98 Het onderhoud van de HP Photosmart
Het onderhoud van de
HP Photosmart
d. Sluit de cartridgeklep.
4. Plaats papier.
Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
5. Lijn de cartridges uit.
6. Bekijk de animatie voor dit onderwerp.
Verwante onderwerpen
"
Inktproducten bestellen" op pagina 96
Informatie over de cartridgegarantie
De garantie op HP-cartridges is van toepassing wanneer het product wordt gebruikt in
combinatie met de daarvoor bedoelde printer van HP. Deze garantie is niet van
toepassing op inktproducten van HP die zijn bijgevuld, gerecycled, gerepareerd of op
onjuiste wijze zijn gebruikt of zijn beschadigd.
Gedurende de garantieperiode is het product gedekt zolang de HP-inkt niet is opgebruikt
en de uiterste garantiedatum nog niet werd bereikt. Het einde van de garantiedatum, in
JJJJ/MM-formaat , vindt als volgt op het product terug:
Raadpleeg de gedrukte documentatie die met het product is meegeleverd voor de HP-
verklaring inzake beperkte garantie.
Informatie over de cartridgegarantie 99
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed
is
Problemen met de afdrukkwaliteit kunnen diverse oorzaken hebben. Mogelijk gebruikt u
de verkeerde software-instellingen of drukt u een bronbestand van slechte kwaliteit af, of
er is mogelijk een probleem met het printsysteem in de HP Photosmart. Als u niet
tevreden bent met de kwaliteit van uw afdrukken, kunt u een afdrukkwaliteitsrapport
afdrukken om u te helpen vaststellen of het printsysteem goed werkt.
Een afdrukkwaliteitsrapport afdrukken
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van Letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Raak Instellingen aan.
3. Raak Hulpmiddelen aan.
4. Raak Rapport afdrukkwaliteit aan.
Het product drukt een afdrukkwaliteitrapport af dat u kunt gebruiken om problemen
met betrekking tot de afdrukkwaliteit op te lossen.
Het afdrukkwaliteitsrapport evalueren
1. Controleer de inktniveaus die op de pagina worden getoond. Als een cartridge zeer
lage inktniveaus vertoont en de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar is, overweeg dan die
printcartridge te vervangen. De afdrukkwaliteit verslechtert naarmate de cartridges
leeg raken.
Opmerking Als het afdrukkwaliteitrapport niet leesbaar is, kunt u de geschatte
inktniveaus controleren vanuit het bedieningspaneel of de software van
HP Photosmart.
Hoofdstuk 12
100 Het onderhoud van de HP Photosmart
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
2. Bekijk de kleurbalken in het midden van de pagina. De balken moeten scherpen
randen hebben en zich ononderbroken met gelijke kleur helemaal over de pagina
uitstrekken.
Afbeelding 12-1 Gekleurde balken - verwacht resultaat
1 Zwarte inktpatroon
2 Cyaan cartridge
3 Magenta cartridge
4 Gele cartridge
5 Foto zwarte cartridge
Als er gekleurde balken onregelmatige strepen hebben, lichter zijn aan een kant,
of een of meerdere strepen van een andere kleur hebben, raadpleegt u de
volgende stappen.
Afbeelding 12-2 Gekleurde balken - onregelmatig gestreept of vervaagde
balk (bovenste balk)
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 101
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Afbeelding 12-3 Gekleurde balken - gemengde kleuren (gele balk met
magenta strepen)
Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Controleer of het oranje lipje van de cartridge die hoort bij de gestreepte balk
is verwijderd.
Plaats de cartridge terug en zorg ervoor dat alle cartridges goed zijn geplaatst.
Reinig de printkop en druk deze diagnosepagina vervolgens nogmaals af.
Als de afdrukkwaliteit niet verbetert nadat u de printkop hebt gereinigd,
vervangt u de cartridge de overeenkomt met de gestreepte balk.
Opmerking Als met het vervangen van de cartridge dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
Als een van de gekleurde balken regelmatige witte strepen vertoont, volgt u de
volgende stappen op.
Als in regel 11 op de diagnosepagina PHA TTOE = 0 staat, lijn dan de printer
uit.
Als op regel 11 op de diagnosepagina een andere waarde staat of uitlijnen
niet helpt, reinig dan de printkop.
Opmerking Als met het reinigen van de printkop dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-
ondersteuning voor hulp.
3. Kijk naar de grote tekst boven het uitlijnpatroon. Het type moet scherp en duidelijk
zijn.
Afbeelding 12-4 Voorbeeld tekstgebied - verwacht resultaat
Als het type onregelmatig is, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-5 Voorbeeld tekstgebied - onregelmatige tekst
Hoofdstuk 12
102 Het onderhoud van de HP Photosmart
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Als de tekst ongelijk en aan een kant gerafeld is, reinig dan de printkop en druk
vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af. Als dit net nadat een nieuwe
cartridge is geïnstalleerd gebeurt, lossen de automatische onderhoudsroutines
van het apparaat het probleem na een paar dagen mogelijk op.
Afbeelding 12-6 Voorbeeld tekstgebied - ongelijke inktverdeling
Als de tekst vlekkerig is, controleer dan of het papier omgekruld is, reinig de
printkop en druk vervolgens deze diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-7 Voorbeeld tekstgebied - streperig of vlekkerig
4. Kijk naar de grote tekst boven de gekleurde vakken. De lijnen moeten recht en scherp
zijn.
Afbeelding 12-8 Uitlijnpatroon - verwachte resultaat
Als de lijnen gekarteld zijn, lijn de printer dan uit, en druk vervolgens deze
diagnosepagina nogmaals af.
Afbeelding 12-9 Uitlijnpatroon - gekartelde lijnen
Opmerking Als met het uitlijnen van de printer dit probleem met de
afdrukkwaliteit niet is opgelost, neem dan contact op met HP-ondersteuning voor
hulp.
Als u geen fouten ziet op het afdrukkwaliteitrapport, werkt het afdruksysteem correct. Er
is geen reden om onderdelen te vervangen of onderhoud uit te voeren, want het apparaat
werkt juist. Als u nog steeds een probleem met de afdrukkwaliteit ondervindt, zijn er een
aantal andere dingen die u kunt controleren:
Controleer het papier.
Controleer de afdrukinstellingen.
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is 103
Het onderhoud van de
HP Photosmart
Controleer of uw afbeelding voldoende resolutie heeft.
Als het probleem lijkt te liggen bij een strook bij de hoek van uw afdruk, gebruik dan
de software die u bij het apparaat hebt geïnstalleerd of een andere
softwaretoepassing om de afbeelding 180 graden te draaien. Mogelijk verschijnt het
probleem niet aan het andere uiteinde van de afdruk.
Hoofdstuk 12
104 Het onderhoud van de HP Photosmart
Het onderhoud van de
HP Photosmart
13 Een probleem oplossen
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
HP-ondersteuning
Problemen met de installatie oplossen
Problemen met afdrukken oplossen
Problemen met geheugenkaarten oplossen
Problemen met scannen oplossen
Problemen met kopiëren oplossen
Problemen met faxen oplossen
Fouten
HP-ondersteuning
Telefonische ondersteuning van HP
Extra garantieopties
Telefonische ondersteuning van HP
De telefonische ondersteuningsopties en beschikbaarheid variëren per product, land/
regio en taal.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Periode voor telefonische ondersteuning
Telefonisch contact opnemen
Na de periode van telefonische ondersteuning
Zie
www.hp.com/support voor de meest actuele lijst van HP met telefoonnummers voor
ondersteuning en informatie over de gesprekskosten.
Opmerking Total Care van HP biedt nu gratis "Verbeterde ondersteuning" in Noord-
Amerika gedurende de standaard garantieperiode van uw product, via
1-888-447-0172.
Periode voor telefonische ondersteuning
Gedurende één jaar kunt u gratis een beroep doen op telefonische ondersteuning in
Noord-Amerika, Azië en Oceanië, en Latijns-Amerika (met inbegrip van Mexico). Ga naar
www.hp.com/support voor informatie over de lengte van de periode van gratis
telefonische ondersteuning in Oost-Europa, het Midden-Oosten en Afrika. De
standaardtelefoonkosten zijn van toepassing.
Telefonisch contact opnemen
Bel HP-ondersteuning terwijl u bij de computer en het apparaat zit. Zorg ervoor dat u de
volgende informatie kunt geven:
Een probleem oplossen 105
Een probleem oplossen
Productnaam (HP Photosmart Premium Web C309 series)
Modelnummer (in de buurt van de toegang tot de cartridge)
[[[[[
Het serienummer van de printer (bevindt zich achteraan of onderaan op het apparaat)
Berichten die verschijnen wanneer het probleem zich voordoet
Antwoorden op de volgende vragen:
Doet dit probleem zich vaker voor?
Kunt u het probleem reproduceren?
Hebt u nieuwe hardware of software aan de computer toegevoegd kort voordat
dit probleem zich begon voor te doen?
Heeft er zich iets anders bijzonders voorgedaan voor deze toestand (een onweer,
werd het apparaat verplaatst, enz.)?
Zie
www.hp.com/support voor de lijst met telefoonnummers voor ondersteuning.
Opmerking Total Care van HP biedt nu gratis "Verbeterde ondersteuning" in Noord-
Amerika gedurende de standaard garantieperiode van uw product, via
1-888-447-0172.
Na de periode van telefonische ondersteuning
Na afloop van de periode waarin u een beroep kunt doen op telefonische ondersteuning,
kunt u tegen vergoeding voor hulp terecht bij HP. Help is mogelijk ook beschikbaar via
de website voor online ondersteuning van HP:
www.hp.com/support. Neem contact op
met uw HP leverancier of bel het telefoonnummer voor ondersteuning in uw land/regio
voor meer informatie over de beschikbare ondersteuningsopties.
Extra garantieopties
U kunt tegen vergoeding uw garantie voor de HP Photosmart verlengen. Ga naar
www.hp.com/support, selecteer uw land/regio en taal en zoek in het deel over service en
garantie meer informatie over de uitgebreide serviceplannen.
Hoofdstuk 13
106 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Problemen met de installatie oplossen
Dit gedeelte bevat informatie over het oplossen van installatieproblemen voor het
apparaat.
Veel problemen doen zich voor wanneer het apparaat met een USB-kabel op de
computer wordt aangesloten voordat software van het apparaat op de computer is
geïnstalleerd. Als u het apparaat op uw computer hebt aangesloten voordat dit gevraagd
werd in het software-installatiescherm, dient u de volgende stappen uit te voeren:
Algemene installatieproblemen oplossen
1. Koppel de USB-kabel los van de computer.
2. Verwijder de software (als u deze hebt geïnstalleerd).
Zie "
De software verwijderen en opnieuw installeren" op pagina 112 voor meer
informatie.
3. Start de computer opnieuw op.
4. Schakel het apparaat uit, wacht ongeveer één minuut en schakel het apparaat
opnieuw in.
5. Installeer de software voor de HP Photosmart opnieuw.
Let op Sluit de USB-kabel pas op de computer aan als er op het scherm een bericht
wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de USB-kabel op de computer aan
te sluiten.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
U kunt het apparaat niet inschakelen
Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken
In de menu's op het display worden de verkeerde maateenheden weergegeven
Op het display wordt de verkeerde taal gebruikt
Het registratiescherm wordt niet weergegeven
De software verwijderen en opnieuw installeren
U kunt het apparaat niet inschakelen
Probeer de volgende oplossingen als er geen licht, geen ruis en geen beweging van het
apparaat is als u het inschakelt.
Oplossing 1: Controleer het netsnoer
Oplossing 2: Stel het toestel opnieuw in
Oplossing 3: Druk langzamer op de Aan-knop
Oplossing 4: Neem contact op met HP om de voedingseenheid te vervangen
Oplossing 5: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Problemen met de installatie oplossen 107
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Controleer het netsnoer
Oplossing:
Kijk na of u het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd gebruikt.
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op het apparaat en de
netsnoeradapter. Plaats het netsnoer in een wandcontactdoos, piekbeveiliging of
stekkerblok.
1 Aansluiting van netsnoer
2 Netsnoer en netsnoeradapter
3 Stopcontact
Controleer bij gebruik van een stekkerdoos of deze is ingeschakeld. U kunt het
apparaat ook rechtstreeks op een stopcontact aansluiten.
Test het stopcontact om te zien of er stroom op staat. Sluit een apparaat aan
waarvan u zeker weet dat dit werkt en controleer of het apparaat stroom ontvangt.
Als dat niet het geval is, kan er een probleem zijn met het stopcontact.
Als u het apparaat aansluit op een stopcontact met een schakelaar, dient u ervoor
te zorgen dat de schakelaar is ingeschakeld. Als de schakelaar is ingeschakeld
maar niet werkt, is er misschien een probleem met het stopcontact.
Oorzaak: Er was een probleem met het netsnoer of met de voeding.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Stel het toestel opnieuw in
Oplossing: Schakel het toestel uit en haal de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. Sluit het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het toestel in
te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het toestel.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
108 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Druk langzamer op de Aan-knop
Oplossing: Soms reageert het apparaat niet als u de Aan-knop te snel indrukt.
Druk eenmaal op de knop Aan. Het kan enkele ogenblikken duren voordat het
apparaat wordt ingeschakeld. Als u in deze tijd nogmaals op de Aan-knop drukt,
schakelt u het apparaat misschien weer uit.
Let op Als het apparaat nog steeds niet kan worden ingeschakeld, heeft deze
misschien een mechanisch mankement. Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact.
Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support. Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en
klik vervolgens op Neem contact op met HP voor informatie over technische
ondersteuning per telefoon.
Oorzaak: U hebt te snel op de knop Aan gedrukt.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Neem contact op met HP om de voedingseenheid te vervangen
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning om een voedingseenheid
voor het toestel te vragen.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De voedingseenheid was niet bedoeld voor gebruik met dit apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog
steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP
voor technische ondersteuning.
Oorzaak: U hebt mogelijk hulp nodig om het toestel of de software goed te kunnen
laten functioneren.
Nadat het apparaat werd geïnstalleerd, wil het niet drukken
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Problemen met de installatie oplossen 109
Een probleem oplossen
Oplossing 1: druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
Oplossing 3: controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing 1: druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen
Oplossing: Bekijk het display van de printer. Als het display leeg is en de knop
Aan niet is verlicht, is de printer uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer stevig is
aangesloten op de printer en in een stopcontact gestoken is. Druk op de knop Aan
om de printer in te schakelen.
Oorzaak: Het apparaat stond mogelijk uitgeschakeld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: stel uw apparaat als standaardprinter in
Oplossing: Controleer uw computerdocumentatie om uw apparaat als
standaardprinter in te stellen.
Oorzaak: U kunt de afdruktaak naar de standaardprinter sturen, maar dit apparaat
was niet de standaardprinter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: controleer de verbinding tussen het apparaat en de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van het apparaat. Controleer of de andere kant van de USB-kabel is aangesloten op
een USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u het
apparaat uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een
vaste, draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve
verbindingen actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Hoofdstuk 13
110 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de
computer, raadpleegt u de installatie-instructies die zijn meegeleverd met de printer.
Oorzaak: Het apparaat en de computer stonden niet met elkaar in verbinding.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
In de menu's op het display worden de verkeerde maateenheden weergegeven
Oplossing: Wijzig de land-/regio-instelling.
Land/regio instellen
1. Raak Instellingen aan op het scherm.
2. Raak Voorkeuren aan.
3. Raak Land/regio instellen aan.
4. Raak het/de land/regio aan dat/die u wilt selecteren.
Opmerking Als de door u gewenste menuoptie niet te zien is op het scherm,
raak dan de pijltjestoetsen omhoog of omlaag aan om alle menuopties te
doorlopen.
5. Raak, wanneer gevraagd, Ja aan om uw selectie te bevestigen of raak Nee aan
om een ander(e) land/regio te kiezen.
Oorzaak: Mogelijk hebt u het verkeerde land/de verkeerde regio geselecteerd bij
de installatie van de printer. De selectie van land/regio bepaalt de papierformaten die
op het display worden weergegeven.
Op het display wordt de verkeerde taal gebruikt
Oplossing: Wijzig de taalinstelling.
De taal instellen
1. Raak Instellingen aan op het scherm.
2. Raak Voorkeuren aan.
3. Raak Taal instellen aan.
4. Raak de taal aan die u wilt selecteren.
Opmerking Als de door u gewenste menuoptie niet te zien is op het scherm,
raak dan de pijltjestoetsen omhoog of omlaag aan om alle menuopties te
doorlopen.
5. Raak, wanneer gevraagd, Ja aan om uw selectie te bevestigen of raak Nee aan
om een andere taal te kiezen.
Oorzaak: Mogelijk hebt u de verkeerde taal geselecteerd bij de installatie van de
printer.
Het registratiescherm wordt niet weergegeven
Oplossing: U kunt het registratiescherm (Nu aanmelden) openen vanuit de
Windows-taakbalk. Klik hiertoe op Start, wijs Programma's of Alle programma's
Problemen met de installatie oplossen 111
Een probleem oplossen
aan, wijs HP aan, wijs Photosmart Premium Web C309 series aan en klik op
Productregistratie.
Oorzaak: Het registratiescherm is niet automatisch gestart.
De software verwijderen en opnieuw installeren
Wanneer de installatie onvolledig is of wanneer u de USB-kabel al had aangesloten
voordat u dat door het installatieprogramma is gevraagd te doen, moet u de software
waarschijnlijk verwijderen en opnieuw installeren. Verwijder de toepassingsbestanden
voor de HP Photosmart niet zomaar van de computer. Verwijder deze bestanden op de
juiste manier met het hulpprogramma voor het verwijderen de installatie dat bij de
HP Photosmart is meegeleverd.
De software-installatie ongedaan maken en opnieuw installeren
1. Koppel het apparaat los van de computer.
2. Klik op de taakbalk van Windows op Start, Instellingen, Bedieningspaneel (of
gewoon op Bedieningspaneel).
3. Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen (of klik op Installatie van een
programma ongedaan maken).
4. Selecteer HP Photosmart All-in-One Driver Software en klik vervolgens op
Wijzigen/Verwijderen.
Volg de instructies op het scherm.
5. Start de computer opnieuw op.
Opmerking Het is belangrijk dat u het apparaat loskoppelt voordat u de
computer opnieuw opstart. Sluit het apparaat pas aan op de computer nadat u de
software opnieuw hebt geïnstalleerd.
6. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
Opmerking Als het configuratieprogramma niet wordt weergegeven, zoekt u
naar het bestand setup.exe op de cd-rom en dubbelklikt u op dit bestand.
Opmerking Als u de installatie-cd niet meer hebt, kunt u de software van
www.hp.com/support downloaden.
7. Volg de instructies op het scherm en de installatie-instructies die bij het apparaat
werden meegeleverd.
Als de installatie van de software is voltooid, wordt het pictogram HP Digital Imaging
Monitor in het systeemvak van Windows weergegeven.
Hoofdstuk 13
112 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Problemen met afdrukken oplossen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Controleer de printcartridges
Papier controleren
Controleer het apparaat
De afdrukinstellingen controleren
Het apparaat resetten
Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Controleer de printcartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Inktniveaus controleren
controleer of u originele HP-printcartridges gebruikt
Oplossing: Controleer of uw printcartridges originele HP-printcartridges zijn.
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Problemen met afdrukken oplossen 113
Een probleem oplossen
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan het apparaat die nodig
zijn door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridge hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Oorzaak: Er werden printcartridges gebruikt die niet van HP zijn.
Inktniveaus controleren
Oplossing: Het inktniveau van de printcartridges controleren.
Opmerking Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden
uitsluitend schattingen om te kunnen plannen. Wanneer u een
waarschuwingsbericht voor een laag inktniveau krijgt, overweeg dan om een
vervangcartridge klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden.
U hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit
onaanvaardbaar wordt.
Zie voor meer informatie:
"
De geschatte inktniveaus controleren" op pagina 95
Oorzaak: Mogelijk zit er onvoldoende inkt in de printcartridges.
Papier controleren
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Selecteer de juiste papiersoort.
Het afdrukmateriaal goed laden
Selecteer de juiste papiersoort.
Oplossing: HP raadt u aan HP-papier te gebruiken of om het even welke andere
papiersoort die geschikt is voor het apparaat. Controleer of er maar een papiersoort
tegelijk is geladen.
Zorg er altijd voor dat het papier waarop u afdrukt plat ligt. Gebruik HP Geavanceerd
Fotopapier voor afdrukken met het beste resultaat.
Oorzaak: De papiersoort was onjuist of er was meer dan een papiersoort geplaatst.
Hoofdstuk 13
114 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Het afdrukmateriaal goed laden
Oplossing: Verwijder de papierstapel uit de invoerlade, plaats het papier terug en
schuif de papiergeleider naar binnen tot hij stopt aan de rand van het papier.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
Oorzaak: De papiergeleiders waren niet correct ingesteld.
Controleer het apparaat
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
De printer uitlijnen
Reinig de printkop
De printer uitlijnen
Oplossing: De printer uitlijnen kan helpen om een uitstekende afdrukkwaliteit te
garanderen.
Om de printer vanuit de HP Photosmart-software uit te lijnen.
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
invoerlade.
2. Klik in de HP Solution Center op Settings .
3. Klik op Werkset van de printer, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Afdrukinstellingen ook openen vanuit het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen op het tabblad Functies en klik vervolgens op
Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printer uitlijnen.
Het apparaat drukt een testpagina af, lijnt de printkop uit en kalibreert de printer.
U kunt deze pagina opnieuw gebruiken of bij het oud papier doen.
Oorzaak: De printer moest worden uitgelijnd.
Problemen met afdrukken oplossen 115
Een probleem oplossen
Reinig de printkop
Oplossing: Als de vorige oplossingen het probleem niet oplosten, probeer dan de
printkop te reinigen.
De printkop reinigen vanuit de HP Photosmart-software
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in de HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Afdrukinstellingen ook openen vanuit het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen op het tabblad Functies en klik vervolgens op
Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printkop reinigen.
6. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken
en klik vervolgens op Gereed.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag,
verbruikt een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na
elke fase, de kwaliteit van de afgedrukte pagina. U moet de volgende
reinigingsfase enkel starten als de afdrukkwaliteit slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer
dan de printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na
uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Nadat u de printkop hebt gereinigd, drukt u een afdrukkwaliteitsrapport af. Beoordeel
het afdrukkwaliteitsrapport om te zien of er nog steeds een probleem is met de
afdrukkwaliteit.
Zie voor meer informatie:
"
Druk een afdrukkwaliteitsrapport af en kijk na of deze goed is" op pagina 100
Oorzaak: De printkop moest worden gereinigd.
Hoofdstuk 13
116 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De afdrukinstellingen controleren
Oplossing: Probeer het volgende:
Controleer de afdrukinstellingen om te zien of de kleurinstellingen juist zijn.
U kunt bijvoorbeeld controleren of het document is ingesteld om in grijswaarden
te worden afgedrukt. Of controleer of geavanceerde kleurinstellingen zoals
verzadiging, helderheid of kleurschakering zijn ingesteld om het uitzicht van
kleuren te wijzigen.
Controleer de instelling Afdrukkwaliteit zodat deze overeenkomt met de
papiersoort in het apparaat.
Mogelijk moet u een lagere instelling kiezen voor de afdrukkwaliteit, als de kleuren
in elkaar overlopen. Of kies een hogere instelling als u een kwaliteitsfoto afdrukt,
en zorg ervoor dat fotopapier zoals HP Geavanceerd Fotopapier, in de papierlade
is geplaatst. Zie "
Afdrukken met maximum aantal dpi" op pagina 32 voor
informatie over het gebruiken van de modus Maximum dpi.
Zorg dat de marges van het document binnen het afdrukgebied van het apparaat
vallen.
Een afdruksnelheid of -kwaliteit selecteren
1. Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2. Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3. Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4. Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5. Klik op het tabblad Functies.
6. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
7. In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit
voor uw project.
Opmerking Klik op Resolutie om te weten te komen met welk dpi het
apparaat zal afdrukken op basis van de papiersoort en de instellingen van
afdrukkwaliteit die u hebt geselecteerd.
Marge-instellingen controleren
1. Bekijk de afdruktaak voordat u deze naar het apparaat zendt.
In de meeste softwaretoepassingen klikt u op Bestand en vervolgens op
Afdrukvoorbeeld.
2. Controleer de marges.
Gebruik de marges die u in de softwaretoepassing hebt ingesteld, zolang deze
groter zijn dan de minimummarges die het apparaat ondersteunt. Raadpleeg de
documentatie over de marge-instellingen in uw softwaretoepassing in de
handleiding die bij de software werd geleverd.
3. Annuleer de afdruktaak als de marges niet goed zijn en pas vervolgens de marges
aan in de softwaretoepassing.
Oorzaak: De instellingen waren niet goed ingesteld.
Problemen met afdrukken oplossen 117
Een probleem oplossen
Het apparaat resetten
Oplossing: Schakel het apparaat uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Sluit
het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud
Oplossing: Als u alle stappen van de vorige oplossingen hebt uitgevoerd en nog
steeds een probleem ondervindt, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio in de keuzelijst en klik vervolgens op Neem contact op met HP
voor technische ondersteuning.
Oorzaak: U hebt mogelijk hulp nodig om het toestel of de software goed te kunnen
laten functioneren.
Problemen met geheugenkaarten oplossen
Raadpleeg dit deel om de volgende problemen met geheugenkaarten op te lossen:
Het apparaat leest de geheugenkaart niet
De foto's op de geheugenkaart worden niet naar de computer overgebracht
Foto's op een aangesloten digitale camera met PictBridge worden niet afgedrukt
Het apparaat leest de geheugenkaart niet
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart juist
Oplossing 2: verwijder de bijkomende geheugenkaart
Oplossing 3: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart juist
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: De geheugenkaart was achterstevoren of ondersteboven geplaatst.
Hoofdstuk 13
118 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: verwijder de bijkomende geheugenkaart
Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen.
Als er meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, knippert het
waarschuwingslampjelampje snel en wordt een foutbericht weergegeven op het
computerscherm. Verwijder de tweede geheugenkaart om het probleem op te lossen.
Oorzaak: U had meer dan één geheugenkaart geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw.
Oplossing: Controleer of op het computerscherm een foutbericht wordt
weergegeven dat de afbeelding op de geheugenkaart beschadigd is.
Als het bestandssysteem op de kaart is beschadigd, formatteert u de geheugenkaart
in de digitale camera opnieuw. Zie de documentatie bij de digitale camera voor meer
informatie.
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: Het bestandssysteem op de geheugenkaart is beschadigd.
De foto's op de geheugenkaart worden niet naar de computer overgebracht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer de productsoftware
Oplossing 2: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing 1: Installeer de productsoftware
Oplossing: Installeer de printersoftware die bij de printer is geleverd. Start de
computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk om de printersoftware te installeren
1. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
2. Klik op Meer software installeren om de printersoftware te installeren.
3. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Oorzaak: De printersoftware is niet geïnstalleerd.
Problemen met geheugenkaarten oplossen 119
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van de printer. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u de printer
uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een vaste,
draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen
actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de
computer, raadpleegt u de startershandleiding die is meegeleverd met de printer.
Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer.
Foto's op een aangesloten digitale camera met PictBridge worden niet afgedrukt
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: stel de camera in op de modus PictBridge
Oplossing 2: sla de foto's in een ondersteund bestandsformaat op
Oplossing 3: selecteer op de camera foto's die u wilt afdrukken
Oplossing 1: stel de camera in op de modus PictBridge
Oplossing: Als de camera PictBridge ondersteunt, controleert u of de camera op
de PictBridge-modus is ingesteld. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
camera voor instructies hieromtrent.
Oorzaak: De digitale camera stond niet in de PictBridge-modus.
Hoofdstuk 13
120 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: sla de foto's in een ondersteund bestandsformaat op
Oplossing: Controleer of de digitale camera foto's opslaat in een bestandsindeling
die door de overdrachtsfunctie PictBridge wordt ondersteund (Exif/JPEG, JPEG en
DPOF).
Oorzaak: De afbeeldingen hadden geen ondersteund formaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: selecteer op de camera foto's die u wilt afdrukken
Oplossing: Selecteer een paar foto's om af te drukken op de camera, voor u de
digitale camera aansluit op de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat.
Opmerking Met bepaalde digitale camera's kunt u pas foto's selecteren nadat
u een PictBridge-verbinding tot stand hebt gebracht. In dat geval sluit u uw digitale
camera aan op de USB-poort vooraan, zet u de camera aan en verandert u deze
naar de modus PictBridge. Vervolgens kunt u de camera gebruiken om de foto's
die u wilt afdrukken, te selecteren.
Oorzaak: U hebt geen foto's in de camera geselecteerd om af te drukken.
Problemen met scannen oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende scanproblemen op te lossen:
De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden
De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst
De tekstopmaak is onjuist
Tekst is onjuist of weggevallen
De gescande afbeelding is niet goed bijgesneden
Oplossing: Met de softwarefunctie Automatisch bijsnijden wordt alles bijgesneden
wat niet tot de hoofdafbeelding behoort. Dit komt niet altijd overeen met wat u wilt.
Schakel in dat geval de functie voor automatisch bijsnijden uit in de software. U kunt
de scan dan met de hand bijsnijden of helemaal niet bijsnijden.
Oorzaak: De software was ingesteld om gescande afbeeldingen automatisch bij te
snijden.
De gescande afbeelding heeft stippellijnen in plaats van tekst
Oplossing: Maak een zwart-witkopie van het origineel en scan vervolgens de
kopie.
Problemen met scannen oplossen 121
Een probleem oplossen
Oorzaak: Als u het afbeeldingstype Tekst gebruikte om tekst te scannen die u wilde
bewerken, heeft de scanner mogelijk geen gekleurde tekst herkend. Bij het
afbeeldingstype Tekst wordt gescand met een resolutie van 300 x 300 dpi in zwart-
wit.
Als u een origineel scande met illustraties of tekeningen rond de tekst, is het mogelijk
dat de scanner de tekst niet heeft herkend.
De tekstopmaak is onjuist
Oplossing: Sommige toepassingen ondersteunen geen tekstopmaak met kaders.
Omkaderde tekst is een van de instellingen in de software voor het scannen van
documenten. Complexe lay-outs, zoals nieuwsbrieven met meerdere kolommen,
blijven hierbij gehandhaafd doordat de tekst in verschillende kaders (vakken) in de
bestemmingstoepassing wordt geplaatst. Selecteer in de software het juiste formaat
zodat de lay-out en het formaat van de gescande tekst behouden blijven.
Oorzaak: De documentinstellingen voor de scan waren onjuist.
Tekst is onjuist of weggevallen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan
Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon.
Oplossing 1: Pas de helderheid in de software aan
Oplossing: Pas de helderheid aan in de software en scan het origineel opnieuw.
Oorzaak: De helderheid was niet goed ingesteld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Maak de glasplaat en de klep schoon.
Oplossing: Schakel het apparaat uit, haal het netsnoer los en maak de glasplaat
en de binnenzijde van het deksel schoon met een zachte doek.
Oorzaak: Mogelijk is vuil achtergebleven op de glasplaat of op de binnenzijde van
het deksel. Dit veroorzaakt scans van een slechte kwaliteit.
Problemen met kopiëren oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende kopieerproblemen op te lossen:
Aanpassen aan pagina werkt niet volgens verwachting
Hoofdstuk 13
122 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Aanpassen aan pagina werkt niet volgens verwachting
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Scan, vergroot, en druk vervolgens een kopie af
Oplossing 2: Veeg de glasplaat en de achterkant van de documentklep schoon.
Oplossing 1: Scan, vergroot, en druk vervolgens een kopie af
Oplossing: Met Aanpassen aan pagina kan het origineel slechts tot het
maximumpercentage van het model worden vergroot. 200% kan bijvoorbeeld het
maximale vergrotingpercentage zijn dat mogelijk is op uw model. Een pasfoto met
200% vergroten is wellicht niet genoeg om deze een gehele pagina te laten vullen.
Als u een grote kopie wilt maken van een klein origineel, scant u het origineel naar
de computer, vergroot u de afbeelding in de software van HP Scan en drukt u
vervolgens een kopie af van de vergrote afbeelding.
Opmerking Gebruik het apparaat niet om te kopiëren op enveloppen of ander
papier dat niet geschikt is voor het apparaat. Zie "
Aanbevolen papiersoorten om
af te drukken" op pagina 14 voor meer informatie over aanbevolen
afdrukmateriaal.
Oorzaak: U probeerde het formaat te vergroten van een origineel dat te klein is.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Veeg de glasplaat en de achterkant van de documentklep schoon.
Oplossing: Schakel het apparaat uit, trek de stekker uit het stopcontact en veeg
de glasplaat en de documentachtergrondplaat met een zachte stofdoek schoon.
Oorzaak: Mogelijk is vuil achtergebleven op de glasplaat of op de binnenzijde van
het deksel. Het apparaat interpreteert alles wat hij op de glasplaat detecteert als een
onderdeel van de afbeelding.
Problemen met faxen oplossen
Raadpleeg dit gedeelte om de volgende faxproblemen op te lossen:
Wat u eerst kunt proberen
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
De kwaliteit van de fax die ik heb verzonden, is slecht
Faxoverdracht is langzaam
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Ik hoor statische ruis op mijn telefoonlijn sinds mijn apparaat hierop is aangesloten
De faxtest is mislukt
Problemen met faxen oplossen 123
Een probleem oplossen
Het faxlogboekrapport geeft een fout weer
Wat u eerst kunt proberen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing 2: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing 3: De faxsnelheid veranderen
Oplossing 1: controleer of het apparaat juist is ingesteld voor faxen
Oplossing: Zorg ervoor dat u het apparaat goed hebt ingesteld voor faxen op basis
van de apparatuur en services die u op dezelfde telefoonlijn als het apparaat gebruikt.
Zie "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 51 voor meer informatie.
Voer vervolgens een faxtest uit om de status van het apparaat te controleren en te
controleren of het apparaat juist is geconfigureerd.
De faxinstellingen controleren vanaf het bedieningspaneel
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van letter- of A4-formaat in de invoerlade.
2. Raak Instellingen aan op het scherm.
3. Raak Faxen aan.
4. Raak Rapporten aan.
5. Raak Faxtest uitvoeren aan.
De HP Photosmart geeft de status van de test weer op het display en drukt een
rapport af.
6. Bekijk het rapport.
Als de test lukt, maar u nog steeds problemen hebt met faxen, dient u de
faxinstellingen te controleren die in het rapport worden weergegeven. Hierin
kunt u zien of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan
faxproblemen veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen
van de aangetroffen problemen.
7. Nadat u het faxrapport van de HP Photosmart hebt ontvangen, raakt u OK aan.
Los mogelijke gevonden problemen op en voer de test nogmaals uit.
Het apparaat drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt
u het rapport voor informatie over het oplossen van het probleem.
Meer informatie vindt u in:
"
De faxtest is mislukt" op pagina 133
Oorzaak: Het product werd niet goed opgesteld om te faxen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
124 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Controleer of u ruis in de telefoonlijn hoort
Oplossing: U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn controleren door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en te luisteren of u storingen
of ander ruis hoort. Als het probleem wordt veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
neemt u contact op met de afzender om de fax opnieuw te laten verzenden. De
kwaliteit is mogelijk beter als u het opnieuw probeert. Als het probleem hiermee niet
is opgelost, schakelt u de Foutcorrectiemodus (ECM) uit en neemt u contact op met
de telefoonmaatschappij.
De ECM-instelling wijzigen
1. Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op
het scherm Home.
2. Raak het pictogram Fax aan.
3. Druk op Instellingen.
4. Druk op Foutcorrectiemodus.
5. Raak Uit of Aan aan.
Oorzaak: Er was ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: De faxsnelheid veranderen
Oplossing: Verander de instelling van de faxsnelheid.
De faxsnelheid instellen via het scherm
1. Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op
het scherm Home.
Problemen met faxen oplossen 125
Een probleem oplossen
2. Raak het pictogram Fax aan.
3. Raak Instellingen aan.
4. Raak Faxsnelheid aan.
5. Selecteer een van de volgende instellingen.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Medium (14400) v.17 (14400 baud)
Traag (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De instelling Faxsnelheid was te langzaam of te snel.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing 2: Controleer of de telefoonaansluiting goed werkt
Oplossing 3: Controleer of telefoontoestellen of andere apparatuur op de telefoonlijn
niet in gebruik zijn
Oplossing 1: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing: Een telefoonlijnsplitter kan leiden tot faxproblemen. (Een splitter is een
verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Als u
een splitter gebruikt, verwijder deze dan en sluit het apparaat direct aan op de
telefoonaansluiting op de wand.
Oorzaak: U gebruikte een telefoonlijnsplitter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer of de telefoonaansluiting goed werkt
Oplossing: Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer aan te sluiten op de
telefoonaansluiting op de wand die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u
Hoofdstuk 13
126 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij voor service.
Oorzaak: De telefoonaansluiting op de wand werkte niet goed.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Controleer of telefoontoestellen of andere apparatuur op de
telefoonlijn niet in gebruik zijn
Oplossing: Controleer of telefoontoestellen (telefoons op dezelfde telefoonlijn,
maar niet aangesloten op het apparaat) of andere apparatuur niet in gebruik zijn en
of de hoorn niet van de haak is. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om
te faxen als de hoorn van een telefoontoestel dat gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te
surfen op internet.
Oorzaak: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruik maakt van dezelfde
telefoonlijn als het apparaat.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of het ontvangende faxapparaat een handmatige fax kan
ontvangen
Oplossing 2: De faxsnelheid vertragen
Oplossing 1: Controleer of het ontvangende faxapparaat een handmatige fax kan
ontvangen
Oplossing: Informeer bij de ontvanger of zijn faxapparaat handmatig faxen kan
ontvangen.
Oorzaak: Het faxapparaat van de ontvanger ondersteunt handmatig faxen niet.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De faxsnelheid vertragen
Oplossing: U moet mogelijk faxen met een lagere snelheid verzenden. Stel de
optie Faxsnelheid in op Medium (14400) of Traag (9600) als u een van de volgende
services gebruikt:
Een internet-telefoonservice
Een PBX-systeem
Fax over internetprotocol (FoIP)
Een ISDN-service
Problemen met faxen oplossen 127
Een probleem oplossen
De faxsnelheid instellen via het scherm
1. Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op
het scherm Home.
2. Raak het pictogram Fax aan.
3. Raak Instellingen aan.
4. Raak Faxsnelheid aan.
5. Selecteer een van de volgende instellingen.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Medium (14400) v.17 (14400 baud)
Traag (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De snelheid voor Faxsnelheid was mogelijk te hoog ingesteld.
De kwaliteit van de fax die ik heb verzonden, is slecht
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: De faxresolutie verhogen
Oplossing 2: Controleer dat de glasplaat schoon is
Oplossing 3: Gebruik de instelling Lichter/Donkerder om het origineel donkerder te
maken wanneer u de fax stuurt
Oplossing 1: De faxresolutie verhogen
Oplossing: Wijzig de faxresolutie in Fijn (indien beschikbaar), of Zeer fijn voor
faxen van de hoogste kwaliteit Foto.
Oorzaak: De faxresolutie stond ingesteld op een lage resolutie, bijvoorbeeld
Standaard.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
128 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Controleer dat de glasplaat schoon is
Oplossing: Maak een kopie om de kwaliteit van de afdruk te controleren als u een
fax verzendt vanaf de glasplaat. Als de kwaliteit van de afdruk slecht is, reinigt u de
glasplaat.
Oorzaak: De glasplaat van het apparaat was misschien vuil.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Gebruik de instelling Lichter/Donkerder om het origineel donkerder
te maken wanneer u de fax stuurt
Oplossing: Maak een kopie om de kwaliteit van de afdruk te controleren. Als de
afdruk te licht is, kunt u deze donkerder maken door de instelling Lichter/
Donkerder aan te passen wanneer u de fax verzendt.
Oorzaak: De instelling Lichter/Donkerder was mogelijk te licht ingesteld. Als u een
vervaagde, gevlekte of handgeschreven fax verzond, of een document met een
watermerk (zoals een rood zegel of postzegel), kunt u de instelling voor Lichter/
Donkerder wijzigen om de fax donkerder dan het origineel te verzenden.
Faxoverdracht is langzaam
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Het faxbericht in zwart-wit verzenden
Oplossing 2: De faxresolutie verlagen
Oplossing 3: De faxsnelheid verhogen
Oplossing 1: Het faxbericht in zwart-wit verzenden
Oplossing: Het versturen van een fax in kleur duurt dikwijls langer dan het
versturen van een fax in zwart-wit. Probeer de fax in zwart-wit te versturen.
Oorzaak: U verzond een kleurenfaxbericht.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: De faxresolutie verlagen
Oplossing: Voor een snellere transmissie gebruikt u de resolutie Standaard. Deze
instelling biedt de snelst mogelijke transmissie, maar de minst goede kwaliteit. De
resolutie is standaard ingesteld op Fijn, waardoor het verzenden langer kan duren.
Oorzaak: Het document bevatte veel afbeeldingen of heel kleine details.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Problemen met faxen oplossen 129
Een probleem oplossen
Oplossing 3: De faxsnelheid verhogen
Oplossing: Zorg ervoor dat de optie Faxsnelheid is ingesteld opSnel (33600) of
Medium (14400).
De faxsnelheid instellen via het scherm
1. Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op
het scherm Home.
2. Raak het pictogram Fax aan.
3. Raak Instellingen aan.
4. Raak Faxsnelheid aan.
5. Selecteer een van de volgende instellingen.
Instelling faxsnelheid Faxsnelheid
Snel (33600) v.34 (33600 baud)
Medium (14400) v.17 (14400 baud)
Traag (9600) v.29 (9600 baud)
Oorzaak: De optie Faxsnelheid stond ingesteld op een langzame
transmissiesnelheid.
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing 2: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen
Oplossing 3: Als u een computermodem voor inbellen hebt op dezelfde telefoonlijn
als het apparaat, moet u ervoor zorgen dat de modemsoftware de fax niet
onderschept
Oplossing 4: Als u een antwoordapparaat hebt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, neem dan een nieuw uitgaand bericht op
Hoofdstuk 13
130 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 5: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing 1: De instelling Automatisch beantwoorden controleren
Oplossing: Afhankelijk van de installaties op uw kantoor kunt u het apparaat
mogelijk instellen op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen.
Als Automatisch antwoorden uitgeschakeld moet zijn, moet u accepteer aanraken
om een fax te ontvangen.
Oorzaak: Automatisch antwoorden was uitgeschakeld, wat betekent dat het
apparaat geen binnenkomende oproepen zou beantwoorden. U moet zelf aanwezig
zijn om de binnenkomende faxoproepen te beantwoorden om faxen te ontvangen.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen
Oplossing: Stel het apparaat in op het handmatig beantwoorden van faxen. U kunt
faxen niet automatisch ontvangen als u een voicemailservice hebt op hetzelfde
telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt. U moet faxen handmatig ontvangen. Dit
betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden.
Raadpleeg "
De HP Photosmart configureren voor faxen" op pagina 51 voor informatie
over het instellen van het apparaat als u een voicemailservice gebruikt.
Oorzaak: U was geabonneerd op een voicemailservice op hetzelfde
telefoonnummer dat u voor faxoproepen gebruikte.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Als u een computermodem voor inbellen hebt op dezelfde telefoonlijn
als het apparaat, moet u ervoor zorgen dat de modemsoftware de fax niet
onderschept
Oplossing: Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch overgenomen.
In dat geval worden alle faxen door het modem ontvangen, zodat het apparaat geen
faxoproepen kan ontvangen.
Oorzaak: U had een computermodem die gebruik maakt van dezelfde telefoonlijn
als het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Als u een antwoordapparaat hebt op dezelfde telefoonlijn als het
apparaat, neem dan een nieuw uitgaand bericht op
Oplossing: Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een fax te
ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het probleem mogelijk
Problemen met faxen oplossen 131
Een probleem oplossen
bij het antwoordapparaat. Sluit het antwoordapparaat weer aan en spreek het bericht
opnieuw in.
Neem een bericht van ongeveer 10 seconden op.
Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te
hard volume.
Neem ten minste vijf seconden stilte op na het einde van het gesproken bericht.
Tijdens deze stilte dient er geen achtergrondgeluid te zijn.
Oorzaak: Als u naast het apparaat een antwoordapparaat gebruikte op dezelfde
telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voor hebben gedaan:
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te luid zijn
geweest, waardoor het apparaat geen faxtonen kon detecteren en het
verzendende faxapparaat de verbinding kan hebben verbroken.
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor het apparaat
geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor bij digitale
antwoordapparaten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: Wis het geheugen van het apparaat
Oplossing: Als Backup-faxontvangst is ingeschakeld en er een foutbericht op het
apparaat verschijnt, kan het geheugen vol raken met faxen die nog niet zijn afgedrukt
en zal het apparaat geen oproepen meer beantwoorden. Als er een fout is opgetreden
waardoor het apparaat geen faxen kan afdrukken, controleert u het scherm voor
informatie over de fout. Zorg ervoor dat:
Het apparaat aan staat. Druk op de knop Aan om het apparaat aan te zetten.
Het product juist is ingesteld voor faxen. Zie "
De HP Photosmart configureren
voor faxen" op pagina 51 voor meer informatie.
Er is papier ingevoerd in de invoerlade.
Er is geen papierstoring opgetreden.
De wagen met de inktpatronen is niet vastgelopen of geblokkeerd. Schakel het
apparaat uit, verwijder de objecten die de wagen met printcartridges blokkeren,
inclusief eventueel verpakkingsmateriaal, en schakel het apparaat weer in.
De klep van de printcartridge is gesloten. Zo niet, sluit dan het vak met
printcartridges, zoals hieronder wordt weergegeven.
Hoofdstuk 13
132 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Los eventuele problemen op. Het apparaat begint automatisch met het afdrukken van
alle faxen in het geheugen die nog niet zijn afgedrukt. Als u het geheugen wilt
leegmaken, kunt u de faxen die zijn opgeslagen in het geheugen verwijderen door
het apparaat uit te schakelen.
Oorzaak: Het geheugen van het apparaat is vol.
Ik hoor statische ruis op mijn telefoonlijn sinds mijn apparaat hierop is
aangesloten
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing 2: Probeer een ander stopcontact
Oplossing 1: Probeer de splitter te verwijderen
Oplossing: Een telefoonlijnsplitter kan leiden tot faxproblemen. (Een splitter is een
verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de wand.) Als u
een splitter gebruikt, verwijder deze dan en sluit het apparaat direct aan op de
telefoonaansluiting op de wand.
Oorzaak: U gebruikte een telefoonlijnsplitter.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Probeer een ander stopcontact
Oplossing: Probeer deze aan te sluiten op een ander stopcontact.
Oorzaak: U gebruikte geen goed geaard stopcontact voor het apparaat.
De faxtest is mislukt
Als u hebt geprobeerd de faxtest uit te voeren vanaf uw computer en dat lukte niet, is het
apparaat wellicht bezig met een andere taak of is er een fout opgetreden waardoor de
faxtest niet kon worden uitgevoerd.
Wat te controleren
Het apparaat is goed ingesteld, aangesloten op een werkend stopcontact en
aangesloten op de computer. Raadpleeg de installatiehandleiding van het apparaat
voor meer informatie over het instellen van het apparaat.
Het apparaat is ingeschakeld. Is dat niet het geval, druk dan op de knop Aan om het
apparaat in te schakelen.
De printcartridges zijn correct geïnstalleerd, de wagen met printcartridges is niet
geblokkeerd en het vak met printcartridges is gesloten.
Problemen met faxen oplossen 133
Een probleem oplossen
Het apparaat is nu niet bezig is met een andere taak, zoals het uitlijnen van de printer.
Kijk op de display. Als het apparaat bezig is, wacht dan tot de huidige taak is voltooid
en voer de faxtest opnieuw uit.
De achterklep is bevestigd aan de achterzijde van het apparaat.
Er worden geen foutberichten op het display weergegeven. Als er een foutbericht
wordt weergegeven, lost u het probleem op en voert u de test opnieuw uit.
Als u de faxtest uitvoert en het apparaat aangeeft dat de test is mislukt, lees dan de
volgende informatie zorgvuldig om vast te stellen hoe problemen met de faxinstellingen
kunnen worden opgelost. Verschillende onderdelen van de faxtest kunnen mislukken om
verschillende redenen.
De faxhardwaretest is mislukt
Het is niet gelukt de aansluiting van de fax op een actieve telefoonaansluiting te testen
Het is niet gelukt de aansluiting van het telefoonsnoer op de juiste poort op de fax te
testen
Het is niet gelukt te testen of het juiste type snoer bij de fax wordt gebruikt
De faxlijnconditietest is mislukt
De kiestoondetectietest is mislukt
De faxhardwaretest is mislukt
Oplossing:
Schakel het apparaat uit met behulp van de knop Aan op het bedieningspaneel
en koppel vervolgens het netsnoer los van de achterkant van het apparaat. Sluit
het netsnoer na enkele seconden weer aan en schakel het apparaat in. Voer de
test opnieuw uit. Als de test opnieuw mislukt, zoekt u verder in de informatie over
het oplossen van problemen in dit gedeelte.
Opmerking De datum en tijd zijn mogelijk gewist, afhankelijk van hoe lang
het apparaat geen stroom heeft ontvangen. Als u het netsnoer weer aansluit,
moet u de datum en de tijd wellicht opnieuw instellen.
Probeer of u een fax kunt verzenden of ontvangen. Als u faxen kunt verzenden
of ontvangen, is er mogelijke geen sprake van een probleem met de fax.
Als u de test vanuit de wizard Fax-setup uitvoert, dient u te controleren of het
apparaat niet met een andere taak bezig is, zoals het maken van een kopie.
Controleer of op het scherm van de een bericht wordt weergegeven met de
melding dat het apparaat bezet is. Als het apparaat is bezet, wacht u totdat het
apparaat niet meer actief is en alle bewerkingen zijn voltooid en voert u de test
opnieuw uit.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u contact
op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/support. Kies uw land/regio
wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact op met HP voor
informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Hoofdstuk 13
134 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Het is niet gelukt de aansluiting van de fax op een actieve telefoonaansluiting te
testen
Oplossing:
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de
telefoonaansluiting aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat geleverde
telefoonsnoer hebt aangesloten.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Zie "
De HP Photosmart
configureren voor faxen" op pagina 51 voor meer informatie over het instellen van
het apparaat voor faxen.
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op
de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor het apparaat en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op
met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
Probeer of u een fax kunt verzenden of ontvangen. Als u faxen kunt verzenden
of ontvangen, is er mogelijke geen sprake van een probleem met de fax.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen.
Problemen met faxen oplossen 135
Een probleem oplossen
Het is niet gelukt de aansluiting van het telefoonsnoer op de juiste poort op de fax
te testen
Oplossing: Sluit het telefoonsnoer aan op de juiste poort.
Het telefoonsnoer aansluiten op de juiste poort
1. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd bij het apparaat aan
op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE
aan de achterkant van het apparaat.
Opmerking Als u de 2-EXT-poort aansluit op de telefoonaansluiting, kunt u
geen faxen verzenden of ontvangen. U kunt de 2-EXT-poort alleen aansluiten
op andere apparatuur, zoals een antwoordapparaat of telefoon.
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt aangesloten op de 1-LINE-poort, voert u de
faxtest nogmaals uit om te controleren of het apparaat gereed is om te faxen.
3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Het is niet gelukt te testen of het juiste type snoer bij de fax wordt gebruikt
Oplossing:
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd voor de
telefoonaansluiting hebt gebruikt. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer moet
worden aangesloten op de poort 1-LINE op de achterkant van het apparaat en
het andere uiteinde op de telefoonaansluiting, zoals hieronder aangegeven.
Hoofdstuk 13
136 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Telefoonsnoer meegeleverd in de doos van het apparaat
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
U moet het apparaat aansluiten op de analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt
verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit
u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als
u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale
telefoons. Sluit het apparaat aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax
te verzenden of ontvangen.
Controleer de verbinding tussen de wandcontactdoos voor de telefoon en het
apparaat en verifieer of het telefoonsnoer correct is bevestigd.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Zie "
De HP Photosmart
configureren voor faxen" op pagina 51 voor meer informatie over het instellen van
het apparaat voor faxen.
Problemen met faxen oplossen 137
Een probleem oplossen
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alle apparaten behalve het apparaat
los van de telefoonlijn en voer de test opnieuw uit.
Als de Faxlijnconditietest zonder de andere apparatuur wel slaagt, worden
de problemen veroorzaakt door een of meer andere apparaten. Voeg de
apparaten een voor een toe en voer na elk toegevoegd onderdeel de test uit,
totdat u kunt vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt.
Als de Faxlijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, sluit u het apparaat aan op een werkende telefoonlijn en zoekt
u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel.
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, vraagt u de
telefoonmaatschappij om uw telefoonlijn te controleren.
Opmerking Als u niet zeker weet wat voor soort telefoonlijn u hebt (analoog of
digitaal), kunt u dit controleren bij uw dienstaanbieder.
De kiestoondetectietest is mislukt
Oplossing:
Andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat,
kan ervoor zorgen dat de test mislukt. Koppel alle apparaten behalve het apparaat
los van de telefoonlijn en voer de test opnieuw uit. Als de Kiestoondetectie
zonder de andere apparatuur wel slaagt, worden de problemen veroorzaakt door
een of meer andere apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en voer na
elk toegevoegd onderdeel de test uit, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het
probleem veroorzaakt.
Probeer een werkende telefoon en een werkend telefoonsnoer aan te sluiten op
de wandcontactdoos voor de telefoon die u gebruikt voor het apparaat en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op
met de telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
Zorg dat u het apparaat op de juiste wijze hebt aangesloten op de
telefoonaansluiting. Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer dat is geleverd
bij het apparaat aan op de telefoonaansluiting op de wand en het andere uiteinde
op de poort 1-LINE aan de achterkant van het apparaat. Zie "
De HP Photosmart
configureren voor faxen" op pagina 51 voor meer informatie over het instellen van
het apparaat voor faxen.
Hoofdstuk 13
138 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
1 Telefoonaansluiting
2 Gebruik het telefoonsnoer dat is meegeleverd in de doos van het product
Het gebruik van een splitter veroorzaakt mogelijk faxproblemen. (Een splitter is
een verdeelstekker die wordt aangesloten op een telefoonaansluiting op de
wand.) Probeer de problemen op te lossen door de splitter te verwijderen en het
apparaat rechtstreeks op de telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten.
Als uw telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals het geval is bij
sommige PBX-systemen, kan de test mislukken. Er zullen geen problemen
optreden bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een testfax te
verzenden of ontvangen.
Controleer of u de juiste instelling voor uw land/regio hebt ingesteld. Als de
instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld, kan de test mislukken en
zult u mogelijk problemen hebben met het verzenden en ontvangen van faxen.
U moet het apparaat aansluiten op de analoge telefoonlijn voordat u faxen kunt
verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, sluit
u een gewone analoge telefoon aan op de lijn en luistert u naar de kiestoon. Als
u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk bedoeld voor digitale
telefoons. Sluit het apparaat aan op een analoge telefoonlijn en probeer een fax
te verzenden of ontvangen.
Opmerking Als u niet zeker weet wat voor soort telefoonlijn u hebt (analoog
of digitaal), kunt u dit controleren bij uw dienstaanbieder.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit om
te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Kiestoondetectie blijft mislukken, vraagt u de telefoonmaatschappij om uw
telefoonlijn te controleren.
Het faxlogboekrapport geeft een fout weer
Oplossing: Raadpleeg de volgende tabel voor informatie over de foutcodes in het
Faxlogboek-rapport. Met deze informatie kunt u problemen oplossen die optreden
wanneer u de faxfuncties van het product gebruikt. In deze tabel wordt ook
aangegeven welke codes specifiek voor Foutcorrectiemodus (ECM) zijn. Als
dezelfde fout herhaaldelijk optreedt, probeer dan de ECM uit te schakelen.
Problemen met faxen oplossen 139
Een probleem oplossen
Foutcode Foutdefinitie
(223 Foutcorrectiemodus)
224
Een of meer ontvangen pagina's zijn mogelijk
niet leesbaar.
225-231 Er is een incompatibiliteit van functies met het
verzendende faxapparaat.
232-234
(235-236 Foutcorrectiemodus)
237
De telefoonverbinding is verbroken.
238
(239-241 Foutcorrectiemodus)
Het verzendende faxapparaat heeft een
onverwachte communicatie verzonden.
242 Het verzendende faxapparaat probeert te
ontvangen in plaats van de verzenden.
243-244
(245-246 Foutcorrectiemodus)
Het verzendende faxapparaat heeft de sessie
voortijdig beëindigd.
247-248
(249-251 Foutcorrectiemodus)
Er is een communicatiefout opgetreden met
het verzendende faxapparaat.
252 De conditie van de telefoonlijn is te slecht om
een fax te kunnen ontvangen.
253 Het verzendende faxapparaat heeft
geprobeerd een niet-ondersteunde
paginabreedte te gebruiken.
281
(282 Foutcorrectiemodus)
283-284
(285 Foutcorrectiemodus)
286
De telefoonverbinding is verbroken.
290 Er is een communicatiefout opgetreden met
het verzendende faxapparaat.
291 De ontvangen fax kan niet worden
opgeslagen.
314-320 Er is een incompatibiliteit van functies met het
ontvangende faxapparaat.
321 Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
322-324 De conditie van de telefoonlijn is te slecht om
een fax te kunnen verzenden.
(325-328 Foutcorrectiemodus)
329-331
Het ontvangende faxapparaat heeft
aangegeven dat een of meer pagina's
mogelijk niet leesbaar zijn.
332-337
(338-342 Foutcorrectiemodus)
Het ontvangende faxapparaat heeft een
onverwachte communicatie verzonden.
Hoofdstuk 13
140 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Foutcode Foutdefinitie
343
344-348
(349-353 Foutcorrectiemodus)
354-355
De telefoonverbinding is verbroken.
356-361
(362-366 Foutcorrectiemodus)
Het ontvangende faxapparaat heeft de sessie
voortijdig beëindigd.
367-372
(373-377 Foutcorrectiemodus)
378-380
Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
381 De telefoonverbinding is verbroken.
382 Het ontvangende faxapparaat is gestopt met
het accepteren van pagina's.
383 De telefoonverbinding is verbroken.
390-391 Er is een communicatiefout opgetreden met
het ontvangende faxapparaat.
De ECM-instelling wijzigen
1. Raak het pictogram Status van controlepaneel aan in de rechter bovenhoek op
het scherm Home.
2. Raak het pictogram Fax aan.
3. Druk op Instellingen.
4. Druk op Foutcorrectiemodus.
5. Raak Uit of Aan aan.
Oorzaak: Als er een probleem of een fout is opgetreden tijdens het verzenden of
ontvangen van een fax, wordt een Faxlogboek-rapport afgedrukt.
Fouten
Dit gedeelte bevat de volgende soorten berichten over uw apparaat:
(vervolg)
Fouten 141
Een probleem oplossen
Productberichten
Bestanden
Gebruikersfouten
Papier
Voeding en verbindingen
Berichten over printcartridge en printkop
Productberichten
Dit is een lijst van foutberichten die betrekking hebben op het apparaat zelf:
Verkeerde firmwareversie
Geheugen is vol
Probleem met fotolade
Fotolade kan geen papier nemen
Fotolade kan geen papier uitstoten
Ontbrekende HP Photosmart-software
Verkeerde firmwareversie
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Het versienummer van de firmware van het apparaat kwam niet overeen
met het versienummer van de software.
Geheugen is vol
Oplossing: Druk minder exemplaren tegelijk af.
Oorzaak: Het document dat u kopieerde is te groot voor het geheugen van het
apparaat.
Probleem met fotolade
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats meer papier in de fotolade
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier in de fotolade is geplaatst
Oplossing 3: verwijder overtollig papier uit de fotolade.
Oplossing 4: controleer of er geen vellen papier aan elkaar vastplakken
Oplossing 5: controleer of het fotopapier niet is gekruld
Oplossing 6: plaats één vel fotopapier tegelijk
Hoofdstuk 13
142 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: plaats meer papier in de fotolade
Oplossing: Als de fotolade leeg is of als er slechts een paar vellen over zijn, dient
u meer papier in de fotolade te plaatsen. Als er nog papier in de fotolade ligt, haalt u
het papier eruit, klopt u met de stapel papier op een vlakke ondergrond en plaatst u
het weer terug in de fotolade. Volg de instructies op het scherm of het
computerscherm om door te aan met uw afdruktaak.
Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. zorg ervoor dat de stapel fotopapier
in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van de
papierbreedtegeleider.
Oorzaak: Er was niet voldoende papier in de fotolade.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: controleer of het papier op de juiste manier in de fotolade is geplaatst
Oplossing: Controleer of u op de juiste manier papier in de fotolade hebt geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Afdrukmateriaal laden" op pagina 16
Oorzaak: Het papier werd niet op de juiste manier doorgevoerd omdat het niet
correct was geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: verwijder overtollig papier uit de fotolade.
Oplossing: Plaats niet te veel afdrukmateriaal in de fotolade. zorg ervoor dat de
stapel fotopapier in de fotolade past en dat deze niet hoger is dan de bovenkant van
de papierbreedtegeleider.
Oorzaak: Het was teveel papier in de fotolade geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer of er geen vellen papier aan elkaar vastplakken
Oplossing: Verwijder het papier uit de fotolade en blader met uw duim door de
stapel papier zodat de vellen niet aan elkaar kleven. Plaats het papier weer in de
fotolade en probeer het opnieuw.
Oorzaak: Twee of meer vellen papier kleefden aan elkaar.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: controleer of het fotopapier niet is gekruld
Oplossing: Wanneer het fotopapier gekruld is, plaatst u het papier in een plastic
zak en buigt u het voorzichtig in de tegenovergestelde richting tot het weer recht is.
Als dit niet lukt, gebruikt u fotopapier dat niet gekruld is.
Fouten 143
Een probleem oplossen
Oorzaak: Het fotopapier was omgekruld.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 6: plaats één vel fotopapier tegelijk
Oplossing: Probeer steeds een vel fotopapier tegelijk in de fotolade te plaatsen.
Oorzaak: Het papier wordt mogelijk niet goed doorgevoerd als u het apparaat in
een omgeving met extreem hoge of lage vochtigheid gebruikt.
Fotolade kan geen papier nemen
Oplossing: Verwijder de uitvoerlade en vervang het papier. Duw de uitvoerlade zo
ver mogelijk naar binnen. Zorg ervoor dat de uitvoerlade helemaal naar beneden is
gebracht en plat ligt.
Oorzaak: Mogelijk was de uitvoerlade niet helemaal ingevoerd.
Fotolade kan geen papier uitstoten
Oplossing: Duw de uitvoerlade helemaal naar beneden.
Oorzaak: Mogelijk was de uitvoerlade niet helemaal omlaag gebracht.
Ontbrekende HP Photosmart-software
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de HP Photosmart-software
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing 1: installeer de HP Photosmart-software
Oplossing: Installeer de HP Photosmart-software die bij de printer is geleverd.
Start de computer opnieuw nadat u de software opnieuw hebt geïnstalleerd.
De HP Photosmart-software installeren
1. Plaats de cd-rom van de printer in het cd-romstation van uw computer en start
vervolgens de installatie opnieuw.
2. Klik op Meer software installeren om de HP Photosmart-software te installeren.
3. Volg de instructies op het scherm en in de startershandleiding van de printer.
Oorzaak: De HP Photosmart-software is niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
144 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Schakel het apparaat in
Oplossing: Schakel de printer in.
Oorzaak: De printer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Schakel de computer in
Oplossing: Zet de computer aan.
Oorzaak: De computer stond uit.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: controleer de verbinding van het apparaat met de computer
Oplossing: Controleer de verbinding van het apparaat met de computer.
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de USB-poort aan de achterzijde
van de printer. Controleer of andere kant van de USB-kabel is aangesloten op een
USB-poort van uw computer. Als de kabel goed is aangesloten, schakelt u de printer
uit en weer in. Als het apparaat op de computer is aangesloten door een vaste,
draadloze of Bluetooth-verbinding, controleer dan of de respectieve verbindingen
actief zijn en het apparaat is ingeschakeld.
Als u meer wilt weten over het instellen van de printer en het aansluiten ervan op de
computer, raadpleegt u de startershandleiding die is meegeleverd met de printer.
Oorzaak: De printer is niet goed aangesloten op de computer.
Bestanden
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
het bestand:
Fout tijdens lezen of schrijven van bestand
Fouten 145
Een probleem oplossen
Onleesbare bestanden. NN-bestanden konden niet worden gelezen
Kan foto's niet vinden
Bestand niet gevonden
Ongeldige bestandsnaam
Ondersteunde bestandstypen voor het apparaat
Bestand beschadigd
Fout tijdens lezen of schrijven van bestand
Oplossing: Controleer of u de juiste map en bestandsnaam hebt.
Oorzaak: De software voor het apparaat is niet in staat om het bestand te openen
of op te slaan.
Onleesbare bestanden. NN-bestanden konden niet worden gelezen
Oplossing: Plaats de geheugenkaart opnieuw in het apparaat. Als dit niet werkt,
maakt u de foto's opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer
hebt overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Kan foto's niet vinden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug
Oplossing 2: Druk foto's af vanaf de computer
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug
Oplossing: Plaats de geheugenkaart terug. Als dit niet werkt, maakt u de foto's
opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer hebt
overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Druk foto's af vanaf de computer
Oplossing: Als u een aantal foto's maakt met uw digitale camera, of als u voordien
foto's op uw computer hebt opgeslagen, kunt u ze afdrukken met de software van het
apparaat.
Hoofdstuk 13
146 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: Er zijn geen foto's gevonden op de geheugenkaart.
Bestand niet gevonden
Oplossing: Sluit enkele toepassingen en probeer de taak opnieuw uit te voeren.
Oorzaak: Er was onvoldoende geheugen beschikbaar op uw computer om een
afdrukvoorbeeldbestand te creëren.
Ongeldige bestandsnaam
Oplossing: Controleer of de bestandsnaam geen ongeldige symbolen bevat.
Oorzaak: De bestandsnaam die u hebt opgegeven, was ongeldig.
Ondersteunde bestandstypen voor het apparaat
De software van het apparaat herkent alleen JPG- en TIF-afbeeldingen.
Bestand beschadigd
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug in het apparaat
Oplossing 2: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw.
Oplossing 1: Plaats de geheugenkaart terug in het apparaat
Oplossing: Plaats de geheugenkaart terug. Als dit niet werkt, maakt u de foto's
opnieuw met uw digitale camera. Als u de foto's al naar de computer hebt
overgebracht, kunt u proberen deze bestanden af te drukken met de
apparaatsoftware. Het is mogelijk dat de kopieën niet zijn beschadigd.
Oorzaak: Sommige bestanden op een geïnstalleerde geheugenkaart of
aangesloten opslagapparaat waren beschadigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Formatteer de geheugenkaart in uw digitale camera opnieuw.
Oplossing: Controleer of op het computerscherm een foutbericht wordt
weergegeven dat de afbeelding op de geheugenkaart beschadigd is.
Als het bestandssysteem op de kaart beschadigd is, formatteert u de geheugenkaart
in de digitale camera opnieuw.
Fouten 147
Een probleem oplossen
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: Het bestandssysteem op de geheugenkaart is beschadigd.
Gebruikersfouten
Hieronder vindt u een lijst met veelvoorkomende gebruikersfouten:
Geheugenkaartfout
Kan niet bijsnijden
Onvoldoende schijfruimte
Geen toegang tot kaart
Gebruik slechts één kaart tegelijk
De kaart is verkeerd ingebracht
De kaart is beschadigd
De kaart is niet volledig ingebracht
Geheugenkaartfout
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na. Het apparaat leest de
overgebleven geheugenkaart en geeft de eerste foto weer die op de geheugenkaart
is opgeslagen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing: Verwijder de kaart en installeer deze op de juiste wijze. Het label van
de geheugenkaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze in
de sleuf stopt.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
148 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor
de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Kan niet bijsnijden
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Sluit een aantal toepassingen of start uw computer opnieuw op
Oplossing 2: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg
Oplossing 1: Sluit een aantal toepassingen of start uw computer opnieuw op
Oplossing: Sluit alle onnodig geopende toepassingen, Dit geldt ook voor
toepassingen die op de achtergrond draaien, zoals screensavers en
antivirusprogramma's. (Vergeet niet het antivirusprogramma weer te activeren als u
klaar bent.) Start de computer opnieuw op om het geheugen vrij te maken. Mogelijk
moet u meer geheugen aanschaffen. Raadpleeg de documentatie bij de computer.
Oorzaak: De computer had onvoldoende geheugen beschikbaar.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg
Oplossing: Maak de prullenbak op het bureaublad leeg. Misschien moet u ook
bestanden van de vaste schijf verwijderen. U kunt bijvoorbeeld tijdelijke bestanden
verwijderen.
Oorzaak: Om te scannen hebt u minstens 50 MB beschikbare ruimte op de vaste
schijf van de computer nodig.
Onvoldoende schijfruimte
Oplossing: Sluit enkele toepassingen en probeer de taak opnieuw uit te voeren.
Oorzaak: De computer had onvoldoende geheugen beschikbaar.
Geen toegang tot kaart
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Fouten 149
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing 1: Verwijder alle geheugenkaarten op één na
Oplossing: Verwijder alle geheugenkaarten op één na. Het apparaat leest de
overgebleven geheugenkaart en geeft de eerste foto weer die op de geheugenkaart
is opgeslagen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Verwijder de kaart en plaats deze op de juiste wijze
Oplossing: Verwijder de kaart en installeer deze op de juiste wijze. Het label van
de geheugenkaart moet naar boven gericht zijn en moet leesbaar zijn als u deze in
de sleuf stopt.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: Duw de geheugenkaart helemaal naar voren
Oplossing: Verwijder de geheugenkaart en schuif deze opnieuw in de sleuf voor
de geheugenkaart tot de kaart niet verder gaat.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Gebruik slechts één kaart tegelijk
Oplossing: U kunt maar één geheugenkaart tegelijk inbrengen.
Als er meerdere geheugenkaarten zijn geplaatst, knippert het
waarschuwingslampjelampje snel en wordt een foutbericht weergegeven op het
computerscherm. Verwijder de tweede geheugenkaart om het probleem op te lossen.
Oorzaak: Er waren twee of meer geheugenkaarten tegelijk in het toestel geplaatst.
De kaart is verkeerd ingebracht
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: U hebt de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren geplaatst.
Hoofdstuk 13
150 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
De kaart is beschadigd
Oplossing: Formatteer de geheugenkaart in de camera opnieuw of formatteer de
geheugenkaart op een computer door de indeling FAT te selecteren. Raadpleeg voor
meer informatie de documentatie die bij uw digitale camera is geleverd.
Let op Bij het formatteren van de geheugenkaart worden alle foto's op de kaart
verwijderd. Als u de foto's al van de geheugenkaart naar een computer hebt
overgebracht, kunt u proberen of u de foto's van de computer kunt afdrukken.
Anders moet u foto's die u eventueel kwijt bent, opnieuw maken.
Oorzaak: U hebt mogelijk de kaart geformatteerd op een Windows XP-computer.
Bij Windows XP wordt een geheugenkaart van 8 MB of minder en 64 MB of meer
standaard geformatteerd met FAT32. Digitale camera's en overige toestellen
gebruiken het FAT (FAT16 of FAT12) formaat en kunnen geen FAT32 geformatteerde
kaart herkennen.
De kaart is niet volledig ingebracht
Oplossing: Draai de geheugenkaart op die manier dat de labelzijde naar boven ligt
en de contactpunten aan de kant van het apparaat liggen. Duw de kaart vervolgens
in de geschikte sleuf tot het lampje Foto begint te branden.
Als de geheugenkaart niet goed is geplaatst, reageert het apparaat niet en knippert
het waarschuwingslampje snel.
Zodra de geheugenkaart op de juiste manier is geplaatst, zal het groene lampje Foto
enkele seconden knipperen en dan blijven branden.
Oorzaak: U had de geheugenkaart niet volledig in de sleuf gestoken.
Papier
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
het papier:
Inkt is bezig te drogen
Papier ondersteboven
Verkeerde richting papier
Inkt is bezig te drogen
Oplossing: Voor dubbelzijdig afdrukken moeten de afgedrukte vellen droog zijn
voordat op de achterkant wordt afgedrukt. Wacht tot het apparaat het afgedrukte vel
trekt om op de achterzijde af te drukken.
Oorzaak: Transparanten en bepaalde andere media hebben een langere droogtijd
nodig dan normaal.
Papier ondersteboven
Oplossing: Plaats het papier in de invoerlade met de bedrukte zijde naar beneden.
Fouten 151
Een probleem oplossen
Oorzaak: Het papier in de invoerlade zat ondersteboven.
Verkeerde richting papier
Oplossing: Plaats papier in de invoerlade met de korte rand naar voren en de
afdrukzijde naar beneden. Schuif het papier zo ver mogelijk in de printer.
Oorzaak: Het papier in de invoerlade lag in de stand om in de breedte liggend te
worden bedrukt.
Voeding en verbindingen
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
de voeding en de verbindingen:
Verkeerd uitzetten
Verkeerd uitzetten
Oplossing: Druk op de knop Aan om het apparaat aan en uit te zetten.
Oorzaak: De vorige keer dat het apparaat is gebruikt, is het verkeerd uitgeschakeld.
Als u het apparaat uitschakelt door een stekkerdoos uit te schakelen of een
wandschakelaar om te zetten, kan het apparaat beschadigd raken.
Berichten over printcartridge en printkop
Hieronder vindt u een lijst met foutberichten die worden weergegeven bij problemen met
printcartridges en printkoppen:
Printcartridges in de verkeerde sleuf
Algemene printerfout.
Incompatibele printcartridges
Incompatibele printkop
Inktalarm
Probleem met printcartridge
Waarschuwing inktniveau
Inktsysteemfout
controleer de printcartridges
Installeer de printkop en dan de cartridges
Cartridge die niet van HP is
Oorspronkelijke HP-inkt is op
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn.
Probleem met de printkop
Probleem met klaarmaken printer
Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit apparaat
Hoofdstuk 13
152 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Printcartridges in de verkeerde sleuf
Oplossing: Verwijder de aangegeven printcartridges en plaats ze terug in de juiste
sleuven zodat de kleur van de printcartridges overeenkomt met de kleur en het
pictogram van elke sleuf.
Om te kunnen afdrukken moet een van elk type printcartridge in de juiste sleuf zijn
geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De aangegeven printcartridges werden in de verkeerde sleuf geplaatst.
Algemene printerfout.
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: reset het apparaat
Oplossing: Schakel het apparaat uit en trek het netsnoer uit het stopcontact. Sluit
het netsnoer weer aan en druk op de knop Aan om het apparaat in te schakelen.
Oorzaak: Er is een fout opgetreden met het apparaat.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Schrijf de code van de foutmelding op die in het bericht wordt gegeven,
en neem contact op met de HP-ondersteuning. Ga naar:
www.hp.com/support
Fouten 153
Een probleem oplossen
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het toestel.
Incompatibele printcartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Controleer of de printcartridges compatibel zijn.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Controleer of de printcartridges compatibel zijn.
Oplossing: Controleer of u de juiste printcartridges voor uw apparaat gebruikt.
Raadpleeg voor een lijst met nummers van compatibele printcartridges de gedrukte
documentatie bij het apparaat.
Als u printcartridges gebruikt die niet compatibel zijn met het apparaat, vervangt u de
aangegeven printcartridges door compatibele printcartridges.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Als u de juiste printcartridges gebruikt, gaat u verder naar de volgende oplossing.
Zie voor meer informatie:
•"
Inktproducten bestellen" op pagina 96
•"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit
apparaat, zoals het op dat moment was geconfigureerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat.
Incompatibele printkop
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Hoofdstuk 13
154 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printkop was niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat of was
beschadigd.
Inktalarm
Oplossing: Als u een Inktwaarschuwing krijgt, hoeft u de aangegeven
printcartridge nog niet te vervangen. De hoeveelheid inkt kan echter zo laag zijn dat
een slechte afdrukkwaliteit wordt veroorzaakt. Volg stappen op het scherm om door
te gaan.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Als u een opnieuw gevulde of herstelde printcartridge gebruikt, of een cartridge die
in een ander apparaat werd gebruikt, is de inktniveau-indicator mogelijk
onnauwkeurig of onbeschikbaar.
Waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau bieden uitsluitend schattingen
om te kunnen plannen. Wanneer u een Inktwaarschuwing krijgt, overweeg dan om
vervangcartridges klaar te houden om eventuele afdrukvertragingen te vermijden. U
hoeft de printcartridges niet te vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar
wordt.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De aangegeven printcartridges bevatten onvoldoende inkt om goed te
kunnen afdrukken.
Probleem met printcartridge
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer de printcartridges juist
Oplossing 2: Sluit de vergrendelingspal van de wagen met de printcartridges
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Fouten 155
Een probleem oplossen
Oplossing 1: Installeer de printcartridges juist
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
Hoofdstuk 13
156 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
Fouten 157
Een probleem oplossen
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren verkeerd geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Sluit de vergrendelingspal van de wagen met de printcartridges
Oplossing: Breng de vergrendelingshendel omhoog en breng deze voorzichtig
omlaag om ervoor te zorgen dat de hendel die de printkop vergrendelt, stevig vastzit.
Als u de veiligheidspal ophoog laat kan dit ertoe leiden dat de printcartridges niet juist
zijn geplaatst, wat problemen bij het afdrukken kan geven. De vergrendelingspel moet
omlaag blijven om de printcartridges juist te plaatsen.
Oorzaak: De vergrendelingspal van de wagen met printcartridges was niet goed
gesloten.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
158 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 3: Reinig de elektrische contactpunten
Oplossing: Reinig de elektrische contactpunten van de cartridge.
De elektrische contactpunten reinigen
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de cartridges door de blauwe toegangshendel aan
voorkant van het apparaat omhoog te tillen, totdat de klep in de geopende stand
is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje om de printcartridge uit de sleuf te halen.
4. Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek
de elektrische contactpunten op de printcartridge.
De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of
goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge.
Fouten 159
Een probleem oplossen
1 Inktvenster
2 Elektronische contactpunten
5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje
schoon.
6. Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop.
De contactpunten zien eruit als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen
die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de printcartridges passen.
7. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee
schoon te wrijven.
8. Installeer de printcartridge opnieuw.
9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
10. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Hoofdstuk 13
160 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als u dit bericht nog steeds ontvangt nadat u de contactpunten van de cartridges hebt
gereinigd, is er mogelijk een cartridge beschadigd.
Controleer of uw cartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van
de garantieperiode nog niet is bereikt.
Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe
printcartridge kopen.
Als dat niet het geval is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud of vervanging van de cartridge.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Zie voor meer informatie:
•"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 99
•"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De elektrische contactpunten moesten worden gereinigd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: Vervang de printcartridge
Oplossing: Vervang de aangegeven printcartridge.
Als uw cartridge nog steeds onder garantie staat, neem dan contact op met HP
support voor onderhoud of vervanging.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Zie voor meer informatie:
"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 99
Oorzaak: De aangegeven printcartridges waren defect.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 5: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met het apparaat.
Fouten 161
Een probleem oplossen
Waarschuwing inktniveau
Oplossing: Als u het apparaat gaat verplaatsen of vervoeren nadat u dit bericht
hebt gekregen, moet u het rechtop houden en mag u het niet opzij kantelen om
inktlekken te vermijden.
U kunt doorgaan met afdrukken, maar de werking van het inktsysteem kan
veranderen.
Oorzaak: Het inktniveau van het apparaat staat bijna op het maximum.
Inktsysteemfout
Oplossing: Zet het apparaat uit, koppel het netsnoer los en wacht vervolgens 10
seconden. Steek de stekker dan terug in en zet het apparaat aan.
Als u dit bericht nog steeds ontvangt, schrijf dan de foutcode uit het bericht op het
display van het apparaat over en neem contact op met HP-ondersteuning. Ga naar:
www.hp.com/support
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printkop of het inktsysteem is defect en het apparaat kan niet meer
afdrukken.
controleer de printcartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Installeer alle vijf de printcartridges
Oplossing 2: Zorg ervoor dat de printcartridges juist in de printer zijn geplaatst
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Installeer alle vijf de printcartridges
Oplossing: Installeer alle vijf printcartridges.
Als alle vijf printcartridges al zijn geïnstalleerd, gaat u verder met de volgende
oplossing.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: Een of meerdere printcartridges waren niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
162 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 2: Zorg ervoor dat de printcartridges juist in de printer zijn geplaatst
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
Fouten 163
Een probleem oplossen
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
Hoofdstuk 13
164 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Oorzaak: De printcartridges waren verkeerd geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 3: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printcartridges.
Installeer de printkop en dan de cartridges
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de printkop en dan de cartridges
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: installeer de printkop en dan de cartridges
Oplossing: Controleer of de printkop en de cartridges geïnstalleerd zijn.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
Fouten 165
Een probleem oplossen
3. Verwijder iedere printcartridge door op het lipje op de printcartridge te drukken
en de printcartridge vervolgens uit de sleuf te trekken. Plaats de printcartridges
op een vel papier met de inktopeningen naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
Hoofdstuk 13
166 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
6. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
7. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
8. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
Fouten 167
Een probleem oplossen
9. Sluit de klep van de printcartridges.
Oorzaak: De printkop of printcartridges waren niet of verkeerd geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij het plaatsen van de printkop en de
printcartridges.
Cartridge die niet van HP is
Oplossing: Volg de instructies op het display om door te gaan of vervang de
aangegeven printcartridges.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Hoofdstuk 13
168 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: Het apparaat heeft inkt gedetecteerd die niet van HP is.
Oorspronkelijke HP-inkt is op
Oplossing: Volg de instructies op het display om verder te gaan of vervang de
aangegeven printcartridges.
Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als de kwaliteit niet
bevredigend is, kunt u proberen de printkop te reinigen om te zien of dit de kwaliteit
verbetert.
Er is geen informatie over inktniveau's beschikbaar.
Let op HP raadt aan dat u geen printcartridge verwijdert tot u een vervanging
klaar hebt om te installeren.
Het is raadzaam om originele HP-inktpatronen te gebruiken. Originele HP-
inktpatronen zijn ontworpen en getest met HP-printers, zodat u telkens weer
schitterende resultaten kunt bereiken.
Opmerking HP kan de kwaliteit of betrouwbaarheid van materiaal dat niet van
HP is, niet garanderen. Onderhoud of herstellingen aan de printer die nodig zijn
door het gebruik van dergelijk materiaal, worden niet gedekt door de garantie.
Als u meent dat u originele HP-printcartridges hebt aangeschaft, gaat u naar:
www.hp.com/go/anticounterfeit
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De oorspronkelijke HP-inkt in de aangegeven printcartridges was op.
Fouten 169
Een probleem oplossen
Een originele HP-cartridge die eerder al werd gebruikt
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als de kwaliteit
niet bevredigend is, kunt u proberen de printkop te reinigen om te zien of dit de
kwaliteit verbetert.
De printkop reinigen vanuit de HP Photosmart-software
1. Plaats ongebruikt, wit standaardpapier van A4-, Letter- of Legal-formaat in de
hoofdinvoerlade.
2. Klik in de HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Afdrukinstellingen ook openen vanuit het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen op het tabblad Functies en klik vervolgens op
Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printkop reinigen.
6. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken
en klik vervolgens op Gereed.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag,
verbruikt een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na
elke fase, de kwaliteit van de afgedrukte pagina. U moet de volgende
reinigingsfase enkel starten als de afdrukkwaliteit slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer
dan de printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na
uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Volg de stappen op het display of het computerscherm om door te gaan.
Opmerking HP raadt aan de printcartridge niet voor een langere periode buiten
de printer te laten. Controleer de afdrukkwaliteit als u een gebruikte printcartridge
hebt geplaatst. Als de kwaliteit niet voldoende is, voert u de reinigingsprocedure
van de werkset uit.
Oorzaak: De originele HP printcartridge werd eerder in een ander apparaat
gebruikt.
De printkop lijkt te ontbreken of beschadigd te zijn.
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: installeer de printkop en de cartridges opnieuw
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Hoofdstuk 13
170 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 1: installeer de printkop en de cartridges opnieuw
Oplossing: Controleer of de printkop en de cartridges geïnstalleerd zijn.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening
naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
Fouten 171
Een probleem oplossen
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
6. Reinig de printkop.
Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic
randen aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en
de elektrische contactpunten en de elektrische contactpunten.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers
2 Rand tussen sproeiers en contactpunten
3 Elektronische contactpunten
Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten
alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger.
De printkop reinigen
a. Bevochtig een schoon, pluisvrij doekje lichtjes en wrijf van onder naar boven
over het gebied met de elektrische contactpunten. Ga niet verder dan de hoek
tussen de sproeiers en de elektrische contactpunten. Reinig totdat er geen
nieuwe inkt meer op het doekje zit.
Hoofdstuk 13
172 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en
vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen.
c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen
aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers
af.
d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje
voordat u verdergaat met de volgende stap.
Fouten 173
Een probleem oplossen
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat.
De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen
a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of
flessenwater.
b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van
boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig
totdat er geen inkt meer op het doekje zit.
c. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat
met de volgende stap.
8. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
Hoofdstuk 13
174 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
10. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
11. Sluit de klep van de printcartridges.
Oorzaak: De printkop of printcartridges waren niet correct geplaatst.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden bij de printkop of de printcartridges.
Probleem met de printkop
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: plaats de printkop opnieuw
Fouten 175
Een probleem oplossen
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: plaats de printkop opnieuw
Oplossing: Controleer of de printkop is geplaatst en of de toegangsklep tot de
printcartridges gesloten is.
Installeer de printkop opnieuw.
De printkop opnieuw installeren
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de klep van de printcartridge.
3. Verwijder alle printcartridges en plaats ze op een vel papier met de inktopening
naar boven.
4. Til de vergrendelingshendel op de wagen met printcartridges op totdat deze stopt.
Hoofdstuk 13
176 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
5. Verwijder de printkop door deze recht omhoog te heffen.
6. Reinig de printkop.
Op de printkop zijn er drie gebieden die moeten worden gereinigd: de plastic
randen aan beide kanten van de inktsproeiers, de hoek tussen de sproeiers en
de elektrische contactpunten en de elektrische contactpunten.
1 Plastic randen aan de kanten van de sproeiers
2 Rand tussen sproeiers en contactpunten
3 Elektronische contactpunten
Fouten 177
Een probleem oplossen
Let op Raak de gebieden met de sproeiers en de elektrische contactpunten
alleen aan met reinigingsmateriaal en niet met uw vinger.
De printkop reinigen
a. Bevochtig een schoon, pluisvrij doekje lichtjes en wrijf van onder naar boven
over het gebied met de elektrische contactpunten. Ga niet verder dan de hoek
tussen de sproeiers en de elektrische contactpunten. Reinig totdat er geen
nieuwe inkt meer op het doekje zit.
b. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om opgehoopte inkt en
vuil van de hoek tussen de sproeiers en de contactpunten te vegen.
c. Gebruik een vers, licht bevochtigd en pluisvrij doekje om de plastic randen
aan beide kanten van de sproeiers schoon te vegen. Veeg van de sproeiers
af.
Hoofdstuk 13
178 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
d. Wrijf de eerder gereinigde gebieden droog met een droog pluisvrij doekje
voordat u verdergaat met de volgende stap.
7. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat.
De elektrische contactpunten in het apparaat reinigen
a. Bevochtig een schone pluisvrije doek lichtjes met gedistilleerd water of
flessenwater.
b. Reinig de elektrische contactpunten in het apparaat door met het doekje van
boven naar onder te wrijven. Gebruik zo veel nieuwe doekjes als nodig. Reinig
totdat er geen inkt meer op het doekje zit.
c. Wrijf het gebied droog met een droog pluisvrij doekje voordat u verdergaat
met de volgende stap.
8. Zorg ervoor dat de vergrendelingshendel omhoog staat en plaats vervolgens de
printkop opnieuw.
Fouten 179
Een probleem oplossen
9. Laat de vergrendelingsgreep voorzichtig zakken.
Opmerking Zorg ervoor dat u de vergrendelingsgreep laat zakken voordat
u de printcartridges opnieuw plaatst. Als u de vergrendelingsgreep omhoog
laat kan dit leiden tot verkeerd geplaatste printcartridges en problemen met
het afdrukken. De vergrendeling moet omlaag blijven om de printcartridges
correct te kunnen plaatsen.
10. Door de gekleurde pictogramvormen te gebruiken voor hulp, schuift u de
printcartridge in de lege sleuf tot deze op zijn plaats klikt en stevig in de sleuf zit.
11. Sluit de klep van de printcartridges.
Hoofdstuk 13
180 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: Er is een probleem opgetreden met de printkop.
Probleem met klaarmaken printer
Oplossing: Controleer de afdrukkwaliteit van de huidige afdruktaak. Als die niet
voldoende is, kan dat betekenen dat de interne klok defect is en dat het apparaat de
printkop niet kon onderhouden zoals gepland. Probeer dan de printkop te reinigen
om te zien of de kwaliteit daardoor verbetert.
De printkop reinigen vanuit de HP Photosmart-software
1. Plaats ongebruikt, gewoon wit papier van A4-, kwarto- of folio-formaat in de
invoerlade.
2. Klik in het HP Solution Center op Instellingen.
3. Klik op Printer Werkset, in het gedeelte afdrukinstellingen.
Opmerking U kunt Afdrukinstellingen ook openen vanuit het
dialoogvenster Afdrukeigenschappen. Klik in het dialoogvenster
Afdrukeigenschappen op het tabblad Functies en klik vervolgens op
Printeronderhoud.
De functie Printer Werkset wordt weergegeven.
4. Klik op het tabblad Apparaatservice.
5. Klik op Printkop reinigen.
6. Volg de aanwijzingen totdat u tevreden bent met de kwaliteit van de afdrukken
en klik vervolgens op Gereed.
Er zijn twee reinigingsfasen. Elke fase neemt ongeveer twee minuten in beslag,
verbruikt een blad papier en een toenemende hoeveelheid inkt. Controleer na
elke fase, de kwaliteit van de afgedrukte pagina. U moet de volgende
reinigingsfase enkel starten als de afdrukkwaliteit slecht is.
Als de afdrukkwaliteit nog steeds slecht lijkt na beide reinigingsfasen, probeer
dan de printer uit te lijnen. Neem contact op met HP-ondersteuning als er na
uitlijnen en reinigen nog steeds problemen met de afdrukkwaliteit zijn.
Oorzaak: Het apparaat werd niet op de juiste manier uitgeschakeld.
Fouten 181
Een probleem oplossen
Printcartridge ontbreekt, is verkeerd geplaatst of is niet bedoeld voor dit
apparaat
Probeer het probleem op te lossen met de volgende oplossingen. De oplossingen staan
in volgorde, met de meest waarschijnlijke oplossing eerst. Als de eerste oplossing het
probleem niet oplost, gaat u verder met de resterende oplossingen tot het probleem is
opgelost.
Oplossing 1: Plaats alle printcartridges
Oplossing 2: Controleer of alle printcartridges goed zijn geïnstalleerd
Oplossing 3: De contactpunten van printcartridges reinigen
Oplossing 4: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing 1: Plaats alle printcartridges
Oplossing: Zorg ervoor dat alle printcartridges zijn geplaatst.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: Een of meer printcartridges ontbraken.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 2: Controleer of alle printcartridges goed zijn geïnstalleerd
Oplossing: Ga na of de printcartridges juist zijn geplaatst. Raadpleeg de volgende
stappen om deze fout op te lossen.
Nagaan of de printcartridges goed zijn geplaatst
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de printcartridges door de rechtervoorkant van het
apparaat omhoog te tillen totdat de klep in de geopende stand is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
Hoofdstuk 13
182 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
3. Zorg ervoor dat de printcartridges in de juiste sleuven zijn geplaatst.
Breng de vorm van het pictogram en de kleur van de printcartridge in
overeenstemming met de sleuf met hetzelfde pictogram en dezelfde kleur.
4. Ga met uw vinger langs de bovenkant van de printcartridges om cartridges te
zoeken die niet volledig naar beneden zijn gedrukt.
5. Druk cartridges die omhoog steken naar beneden.
Ze moeten op hun plaats klikken.
6. Als er een printcartridge omhoog stak en u deze op zijn plaats kon klikken, sluit
dan de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
Als het bericht weg is, stop dan hier met de foutenopsporing. De fout is
opgelost.
Als het bericht niet weg is, gaat u verder met de volgende stap.
Als geen van de printcartridges omhoog staken, gaat u verder met de
volgende stap.
7. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje op de printcartridge uit de sleuf te halen.
Fouten 183
Een probleem oplossen
8. Druk de printcartridge terug op zijn plaats.
Het lipje moet een klikkend geluid maken als de printcartridge correct is geplaatst.
Als de inktcartridge geen klikkend geluid maakt, moet het lipje mogelijk opnieuw
worden aangepast.
9. Verwijder de printcartridge uit de gleuf.
10. Plooi het lipje voorzichtig weg van de printcartridge.
Let op Zorg ervoor dat u het lipje niet meer plooit dan ongeveer 1,27 cm.
11. Installeer de printcartridge opnieuw.
Hij moet nu op zijn plaats klikken.
12. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
13. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Zie voor meer informatie:
"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: Een of meerdere printcartridges waren niet geïnstalleerd.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Hoofdstuk 13
184 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Oplossing 3: De contactpunten van printcartridges reinigen
Oplossing: Reinig de elektrische contactpunten van de cartridge.
De elektrische contactpunten reinigen
1. Controleer of de printer aanstaat.
2. Open de toegangsklep voor de cartridges door de blauwe toegangshendel aan
voorkant van het apparaat omhoog te tillen, totdat de klep in de geopende stand
is vergrendeld.
De wagen met de printcartridges beweegt naar het midden van het apparaat.
Opmerking Wacht tot de wagen met de printcartridges stopt voor u verder
gaat.
3. Zoek de printcartridge die wordt aangegeven in het foutbericht en druk vervolgens
op het lipje om de printcartridge uit de sleuf te halen.
4. Houd de printcartridge aan de zijkant vast met de onderkant naar boven, en zoek
de elektrische contactpunten op de printcartridge.
De elektrische contactpunten zijn vier kleine rechthoeken van koper- of
goudkleurig metaal aan de onderkant van de printcartridge.
Fouten 185
Een probleem oplossen
1 Inktvenster
2 Elektronische contactpunten
5. Veeg de contactpunten met een droog wattenstaafje of een pluisvrij doekje
schoon.
6. Zoek aan de binnenkant van het apparaat de contactpunten in de printkop.
De contactpunten zien eruit als een set van vier koper- of goudkleurige pinnen
die zo zijn geplaatst dat ze op de contactpunten op de printcartridges passen.
7. Gebruik een droog wattenstaafje of een pluisvrije doek om de contactpunten mee
schoon te wrijven.
8. Installeer de printcartridge opnieuw.
9. Sluit de toegangsklep voor de printcartridges en controleer of het foutbericht weg
is.
10. Als u nog steeds een foutbericht krijgt, schakelt u het apparaat uit en vervolgens
opnieuw in.
Hoofdstuk 13
186 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
Als u dit bericht nog steeds ontvangt nadat u de contactpunten van de cartridges hebt
gereinigd, is er mogelijk een cartridge beschadigd.
Controleer of uw cartridge nog steeds onder garantie staat en of de einddatum van
de garantieperiode nog niet is bereikt.
Als de einddatum van de garantieperiode is bereikt, moet u een nieuwe
printcartridge kopen.
Als dat niet het geval is, neemt u contact op met HP-ondersteuning voor
onderhoud of vervanging van de cartridge.
Ga naar:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem
contact op met HP voor informatie over het aanvragen van technische
ondersteuning.
Zie voor meer informatie:
•"
Informatie over de cartridgegarantie" op pagina 99
•"
Vervang de cartridges" op pagina 97
Oorzaak: De aangegeven contactpunten van de printcartridges waren defect.
Als het probleem hiermee niet verholpen is, probeert u de volgende oplossing.
Oplossing 4: neem contact op met HP-ondersteuning
Oplossing: Neem contact op met HP-ondersteuning voor onderhoud.
Bezoek:
www.hp.com/support.
Kies uw land/regio wanneer dit wordt gevraagd en klik vervolgens op Neem contact
op met HP voor informatie over het aanvragen van technische ondersteuning.
Oorzaak: De printcartridges waren niet bedoeld voor gebruik in dit apparaat.
Fouten 187
Een probleem oplossen
Hoofdstuk 13
188 Een probleem oplossen
Een probleem oplossen
14 De huidige afdruktaak stoppen
Een huidige taak stoppen via het apparaat
Druk op het bedieningspaneel op Annuleren. Als de afdruktaak niet stopt, drukt u
nogmaals op Annuleren.
Het kan even duren voordat de huidige afdruktaak wordt geannuleerd.
De huidige afdruktaak stoppen 189
De huidige afdruktaak stoppen
Hoofdstuk 14
190 De huidige afdruktaak stoppen
De huidige afdruktaak stoppen
15 Technische informatie
Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties en internationale overheidsvoorschriften voor de
HP Photosmart.
Zie voor bijkomende specificaties de gedrukte documentatie bij de HP Photosmart.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Kennisgeving
Informatie over de cartridgechip
Specificaties
Programma voor milieubeheer
Overheidsvoorschriften
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften
Kennisgeving
Kennisgevingen van Hewlett-Packard Company
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Alle rechten voorbehouden. Niets in dit materiaal mag worden verveelvoudigd, aangepast of vertaald zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Hewlett-Packard, behalve voor zover toegestaan op grond van de wet op het auteursrecht. De enige garanties voor producten en
services van HP worden uiteengezet in de garantieverklaringen die bij de desbetreffende producten en services worden verstrekt. Niets hierin mag
worden opgevat als een aanvullende garantie. HP is niet aansprakelijk voor technische of andere fouten of omissies in dit materiaal.
© 2009 Hewlett-Packard Development Company, L.P.
Windows, Windows 2000 en Windows XP zijn in de V.S. gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Windows Vista is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation, in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Intel en Pentium zijn handelsmerken of gedepondeerde handelsmerken van Intel Corporation of haar dochterondernemingen, in de Verenigde Staten
of andere landen.
De Bluetooth-handelsmerken zijn eigendom van de eigenaar en worden door Hewlett-Packard Company onder licentie gebruikt.
Informatie over de cartridgechip
De HP cartridges die bij dit apparaat worden gebruikt, bevatten een geheugenchip die de werking
van het apparaat ondersteunt. Verder verzamelt deze geheugenchip een beperkte hoeveelheid
informatie over het gebruik van het apparaat, waaronder mogelijk: de datum waarop de cartridge
voor het eerst werd geplaatst, de datum waarop de cartridge voor het laatst werd geplaatst, het
aantal pagina's dat werd afgedrukt met de cartridge, het paginagebied, de gebruikte afdrukstanden,
eventuele afdrukfouten die zijn opgetreden en het productmodel. Deze informatie helpt HP om
apparaten in de toekomst te ontwerpen die aan de afdrukbehoeften van onze klanten voldoen.
De gegevens die worden verzameld door de cartridgegeheugenchip bevatten geen informatie die
kan worden gebruikt om een klant of gebruiker van de cartridge of hun apparaat te identificeren.
HP verzamelt een greep uit de geheugenchips van cartridges die naar het gratis terugbrengen en
recyclingprogramma van HP worden teruggebracht (HP Planet Partners:
www.hp.com/hpinfo/
globalcitizenship/environment/recycle/). De geheugenchips uit deze greep worden gelezen en
bestudeerd om de HP producten in de toekomst te verbeteren. HP partners die helpen bij de
recycling van deze cartridge hebben mogelijk ook toegang tot deze gegevens.
Een derde partij die de cartridge bezit heeft mogelijk toegang tot de anonieme informatie op de
geheugenchip. Als u liever geen toegang geeft to deze informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken.
Nadat u de geheugenchip echter onbruikbaar maakt, kan de cartridge niet meer worden gebruikt in
een HP-product.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u deze informatie
ontoegankelijk maken door het vermogen van de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het
product te verzamelen, uit te schakelen.
Technische informatie 191
Technische informatie
De functie voor gebruiksinformatie uitschakelen
1. Raak Instellingen aan.
2. Raak Voorkeuren aan.
3. Raak Informatie over Cartridge chip aan en raak vervolgens OK aan.
Opmerking Om de functie voor gebruiksinformatie weer in te schakelen, herstelt u de
fabrieksinstellingen.
Opmerking U kunt de cartridge in het HP apparaat blijven gebruiken als u het vermogen van
de geheugenchip om de gebruiksinformatie van het apparaat te verzamelen, uitschakelt.
Specificaties
In dit gedeelte worden de technische specificaties voor de HP Photosmart beschreven. Zie het
Apparaatgegevensblad op
www.hp.com/support voor de volledige productspecificaties.
Systeemvereisten
De systeemvereisten voor de software worden vermeld in het Leesmij-bestand.
Voor meer informatie over toekomstige releases van het besturingssysteem verwijzen we naar de
online ondersteunende website van HP op
www.hp.com/support.
Omgevingsspecificaties
Aanbevolen temperatuurbereik bij werkend apparaat: 15 tot 32 ºC
Toegestaan temperatuurbereik bij werkend apparaat: 5 °C tot 40 ºC
Vochtigheid: 15 tot 80% RV niet-condenserend; 28 ºC maximaal dauwpunt
Temperatuurbereik bij niet-werkend apparaat (opslag): -40 °C tot 60 ºC
In sterke elektromagnetische velden kan de uitvoer van de HP Photosmart enigszins worden
verstoord
HP raadt aan een USB-kabel te gebruiken met een lengte van maximaal 3 m om de invloed van
eventuele hoog elektromagnetische velden te minimaliseren.
Papierspecificaties
Type
Gewicht papier Invoerlade
*
Uitvoerlade
Fotolade
*
Gewoon papier 75 tot 90 g/m² Maximaal 100
vellen (papier van
75 g/m²)
50 (papier van 75
g/m²)
n.v.t.
Legal-papier 75 tot 90 g/m² Maximaal 40 vellen
(papier van 75 g/m²)
10 (papier van 75
g/m²)
n.v.t.
Kaarten index van
maximaal 200 g/m²
Maximaal 20 25 Maximaal 20
Enveloppen 75 tot 90 g/m² Maximaal 15 15 n.v.t.
Transparanten n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t.
Etiketten n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t.
Hoofdstuk 15
192 Technische informatie
Technische informatie
Type Gewicht papier Invoerlade
*
Uitvoerlade
Fotolade
*
Fotopapier van 13 x 18
cm
236 g/m²
(145 lb.)
Maximaal 20 20 Maximaal 20
Fotopapier van 10 x 15
cm
236 g/m²
(145 lb.)
Maximaal 20 20 Maximaal 20
Fotopapier van 216 x
279 mm
n.v.t. Maximaal 40 25 n.v.t.
* Maximale capaciteit
De capaciteit van de uitvoerlade is afhankelijk van de papiersoort en de hoeveelheid inkt die u
gebruikt. HP raadt u aan de uitvoerlade regelmatig leeg te maken. Voor de afdrukkwaliteit van
de modus SNEL moet het verlengstuk van de lade zijn uitgeklapt en de eindlade omhoog zijn
geklapt. Als de eindlade niet omhoog is geklapt, valt het papier van zowel letter- als legal-formaat
op het eerste vel.
*
Opmerking Zie de printerdriver voor een volledige lijst van de ondersteunde afdrukmaterialen
en hun afmetingen.
Papierspecificaties voor de accessoire voor dubbelzijdig afdrukken
Type
Formaat Gewicht
Papier Letter: 8,5 x 11 inch
Executive: 7,25 x 10,5 inch
A4: 210 x 297 mm
A5: 148 x 210 mm
60 tot 90 g/m
2
(16 tot 24lb.)
Brochurepapier Letter: 8,5 x 11 inch
A4: 210 x 297 mm
Tot 180 g/m
2
(48 lb. briefpapier)
Kaarten en foto's 4 x 6 inch
5 x 8 inch
10 x 15 cm
A6: 105 x 148,5 mm
Hagaki: 100 x 148 mm
Tot 200 g/m
2
(110 lb. index)
Uitlijning scheef
,006 mm/mm op gewoon papier (2de zijde)
Opmerking Beschikbaarheid van afdrukmateriaal varieert per land/regio.
Afdrukspecificaties
De afdruksnelheid is afhankelijk van de complexiteit van het document.
Afdrukken in panorama-formaat
Methode: drop-on-demand thermal inkjet
Taal: PCL3 GUI
(vervolg)
Specificaties 193
Technische informatie
Scanspecificaties
Afbeeldingseditor inbegrepen
Software TWAIN-interface
Resolutie: tot 4.800 x 4.800 ppi optisch (afhankelijk van model); 19.200 geoptimaliseerde ppi
(software)
Voor meer informatie over de ppi-resolutie, zie de scannersoftware.
Kleur: 48-bits kleur, 8-bits grijsschaal (256 grijstinten)
Maximaal scanformaat van glas: 21,6 x 29,7 cm
Kopieerspecificaties
Digitale beeldverwerking
Het maximum aantal kopieën verschilt per model.
De kopieersnelheid is afhankelijk van de complexiteit en het model van het document.
De maximale kopievergroting gaat van 200 tot 400 % (afhankelijk van het model)
De maximale kopieverkleining gaat van 25 tot 50 % (afhankelijk van het model)
Faxspecificaties
Mogelijkheid voor zwart-wit en kleur bij apparaat.
Maximaal 110 snelkiesnummers (verschilt per model).
Geheugen van maximaal 120 pagina's (verschilt per model, volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1
bij standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vragen meer tijd en
geheugen.
Fax handmatig verzenden en ontvangen.
Automatisch tot vijf keer opnieuw kiezen bij in gesprek (verschilt per model).
Automatisch een keer opnieuw kiezen bij geen gehoor (verschilt per model).
Bevestigings- en activiteitenrapporten.
CCITT/ITU Group 3-fax met foutcorrectiemodus.
33,6 Kbps overdracht.
Snelheid van 3 sec. per pagina bij 33,6 Kbps (volgens ITU-T-testafbeelding nr. 1 bij
standaardresolutie). Complexere pagina's of hogere resoluties vergen meer tijd en geheugen.
Oproepherkenning met automatisch schakelen tussen fax en antwoordapparaat.
Foto (dpi) Zeer fijn (dpi) Fijn (dpi) Standaard (dpi)
Zwart 200 x 200 (8-bits
grijstinten)
300 x 300 200 x 200 200 x 100
Kleur 200 x 200 200 x 200 200 x 200 200 x 200
Afdrukresolutie
Zie de printersoftware voor meer informatie over de printerresolutie. Zie "
De afdrukresolutie
weergeven" op pagina 33 voor meer informatie.
Rendement printcartridge
Bezoek
www.hp.com/go/learnaboutsupplies voor meer informatie over de gewenste
printcartridgeopbrengst.
Programma voor milieubeheer
Hewlett-Packard streeft ernaar om producten van hoge kwaliteit te leveren die op milieuvriendelijke
wijze zijn geproduceerd. Dit product is ontworpen met het oog op recycling. Het aantal materialen
is tot een minimum beperkt, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit en de
betrouwbaarheid. De verschillende materialen zijn ontworpen om eenvoudig te kunnen worden
Hoofdstuk 15
194 Technische informatie
Technische informatie
gescheiden. Bevestigingen en andere aansluitingen zijn eenvoudig te vinden, te bereiken en te
verwijderen met normale gereedschappen. Belangrijke onderdelen zijn zo ontworpen dat deze
eenvoudig zijn te bereiken waardoor demontage en reparatie efficiënter worden.
Raadpleeg de HP-website over de betrokkenheid van HP bij het milieu op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/index.html
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Eco-Tips
Papiergebruik
Plastics
Veiligheidsinformatiebladen
Kringloopprogramma
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
De modus energie besparen instellen
Stroomverbruik
Disposal of waste equipment by users in private households in the European Union
Chemische stoffen
Battery disposal in the Netherlands
Battery disposal in Taiwan
Bericht aan gebruikers in California
EU battery directive
Eco-Tips
HP is geëngageerd om klanten hun ecologische voetstap te helpen verminderen. HP biedt de
onderstaande Eco- Tips om u te helpen letten op manieren waarop u de effecten van uw
afdrukkeuzes kunt evalueren en beperken. Naast specifieke functies in dit product kunt u de HP Eco
Solutions-website bezoeken voor meer informatie over de milieu-initiatieven van HP.
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/
De Eco-functies van uw product
Duplex afdrukken: Gebruik Papierbesparend afdrukken om tweezijdige documenten met
veelvoudige pagina's op hetzelfde vel af te drukken, om papiergebruik te verminderen. Zie
"
Afdruksnelkoppelingen gebruiken" op pagina 33 voor meer informatie.
Smart Web afdrukken: De interface HP Smart Web afdrukken bevat een venster Clipboek en
Clips bewerken waar u clips die u op internet hebt verzameld, kunt opslaan, organiseren of
afdrukken. Zie "Een webpagina afdrukken" op pagina 31 voor meer informatie.
Informatie over energiebesparing: Zie "
Stroomverbruik" op pagina 196 om de ENERGY
STAR®-qualificatiestatus voor dit product te bekijken.
Gerecyclede materialen: Meer informatie over het recyclen van HP producten kunt u vinden
op:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Papiergebruik
Dit product is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan DIN-norm 19309 en EN
12281:2002.
Plastics
Onderdelen van kunststof die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens de internationaal geldende
normen gemerkt. Deze onderdelen kunnen hierdoor eenvoudig worden herkend en aan het einde
van de levensduur van het product worden gerecycled.
Programma voor milieubeheer 195
Technische informatie
Veiligheidsinformatiebladen
Material Safety Data Sheets (MSDS, veiligheidsbladen) kunt u verkrijgen via de website van HP:
www.hp.com/go/msds
Kringloopprogramma
HP biedt in veel landen en regio's een toenemend aantal productrecyclingprogramma's. Daarnaast
werkt HP samen met een aantal van de grootste centra voor het recyclen van elektronische
onderdelen ter wereld. HP bespaart op het verbruik van kostbare hulpbronnen door een aantal van
zijn populairste producten opnieuw te verkopen. Ga voor informatie over het recyclen van HP
producten naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
Recyclingprogramma van HP inkjet-onderdelen
HP streeft ernaar om het milieu te beschermen. Het recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
is in veel landen/regio's beschikbaar. Het programma biedt u de mogelijkheid gebruikte
printcartridges gratis te recyclen. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.hp.com/hpinfo/globalcitizenship/environment/recycle/
De modus energie besparen instellen
Wanneer u de HP Photosmart uitzet, schakelt deze standaard naar de energiebesparende modus.
Dit maakt het apparaat energie-efficiënt, maar het betekent ook dat het langer dan verwacht kan
duren voor het apparaat inschakelt. Verder kan de HP Photosmart mogelijk een aantal automatische
onderhoudstaken niet uitvoeren in de energiebesparende modus. Als u regelmatig berichten op het
scherm ziet over een fout met de klok of u de opstarttijd wilt beperken, kunt u de energiebesparende
modus uitschakelen.
Opmerking Deze optie is standaard ingeschakeld.
De energiespaarstand in- of uitschakelen
1. Raak het Set-up-pictogram aan.
2. Raak Voorkeuren aan.
3. Raak het pijltje omlaad aan om door de opties te bladeren en raak vervolgens Modus Energie
besparen aan.
4. Raak Aan of Uit aan.
Stroomverbruik
Het energieverbruik is aanzienlijk lager wanneer het apparaat zich in de Slaapstand bevindt. Dit
levert een besparing op van natuurlijke hulpbronnen en een besparing van geld zonder dat het
gevolgen heeft voor de hoge prestaties van het product. Zie het Apparaatgegevensblad of
Specificatieblad om de ENERGY STAR®-kwalificatiestatus voor dit apparaat te bepalen.
Gekwalificeerde apparaten staan ook op
www.hp.com/go/energystar.
Hoofdstuk 15
196 Technische informatie
Technische informatie
Disposal of waste equipment by users in private households in the European Union
Disposal of Waste Equipment by Users in Private Households in the European Union
This symbol on the product or on its packaging indicates that this product must not be disposed of with your other household waste. Instead, it is your responsibility to dispose of your waste
equipment by handing it over to a designated collection point for the recycling of waste electrical and electronic equipment. The separate collection and recycling of your waste equipment
at the time of disposal will help to conserve natural resources and ensure that it is recycled in a manner that protects human health and the environment. For more information about where
you can drop off your waste equipment for recycling, please contact your local city office, your household waste disposal service or the shop where you purchased the product.
Évacuation des équipements usagés par les utilisateurs dans les foyers privés au sein de l'Union européenne
La présence de ce symbole sur le produit ou sur son emballage indique que vous ne pouvez pas vous débarrasser de ce produit de la même façon que vos déchets courants.
Au contraire, vous êtes responsable de l'évacuation de vos équipements usagés et, à cet effet, vous êtes tenu de les remettre à un point de collecte agréé pour le recyclage des
équipements électriques et électroniques usagés. Le tri, l'évacuation et le recyclage séparés de vos équipements usagés permettent de préserver les ressources naturelles et de s'assurer
que ces équipements sont recyclés dans le respect de la santé humaine et de l'environnement. Pour plus d'informations sur les lieux de collecte des équipements usagés, veuillez contacter
votre mairie, votre service de traitement des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Entsorgung von Elektrogeräten durch Benutzer in privaten Haushalten in der EU
Dieses Symbol auf dem Produkt oder dessen Verpackung gibt an, dass das Produkt nicht zusammen mit dem Restmüll entsorgt werden darf. Es obliegt daher Ihrer Verantwortung, das
Gerät an einer entsprechenden Stelle für die Entsorgung oder Wiederverwertung von Elektrogeräten aller Art abzugeben (z.B. ein Wertstoffhof). Die separate Sammlung und das
Recyceln Ihrer alten Elektrogeräte zum Zeitpunkt ihrer Entsorgung trägt zum Schutz der Umwelt bei und gewährleistet, dass sie auf eine Art und Weise recycelt werden, die keine
Gefährdung für die Gesundheit des Menschen und der Umwelt darstellt. Weitere Informationen darüber, wo Sie alte Elektrogeräte zum Recyceln abgeben können, erhalten Sie bei
den örtlichen Behörden, Wertstoffhöfen oder dort, wo Sie das Gerät erworben haben.
Smaltimento di apparecchiature da rottamare da parte di privati nell'Unione Europea
Questo simbolo che appare sul prodotto o sulla confezione indica che il prodotto non deve essere smaltito assieme agli altri rifiuti domestici. Gli utenti devono provvedere allo
smaltimento delle apparecchiature da rottamare portandole al luogo di raccolta indicato per il riciclaggio delle apparecchiature elettriche ed elettroniche. La raccolta e il riciclaggio
separati delle apparecchiature da rottamare in fase di smaltimento favoriscono la conservazione delle risorse naturali e garantiscono che tali apparecchiature vengano rottamate
nel rispetto dell'ambiente e della tutela della salute. Per ulteriori informazioni sui punti di raccolta delle apparecchiature da rottamare, contattare il proprio comune di residenza,
il servizio di smaltimento dei rifiuti locale o il negozio presso il quale è stato acquistato il prodotto.
Eliminación de residuos de aparatos eléctricos y electrónicos por parte de usuarios domésticos en la Unión Europea
Este símbolo en el producto o en el embalaje indica que no se puede desechar el producto junto con los residuos domésticos. Por el contrario, si debe eliminar este tipo de residuo, es
responsabilidad del usuario entregarlo en un punto de recogida designado de reciclado de aparatos electrónicos y eléctricos. El reciclaje y la recogida por separado de estos residuos
en el momento de la eliminación ayudará a preservar recursos naturales y a garantizar que el reciclaje proteja la salud y el medio ambiente. Si desea información adicional sobre los
lugares donde puede dejar estos residuos para su reciclado, póngase en contacto con las autoridades locales de su ciudad, con el servicio de gestión de residuos domésticos o con la
tienda donde adquirió el producto.
Likvidace vysloužilého zařízení uživateli v domácnosti v zemích EU
Tato značka na produktu nebo na jeho obalu označuje, že tento produkt nesmí být likvidován prostým vyhozením do běžného domovního odpadu. Odpovídáte za to, že vysloužilé
zařízení bude předáno k likvidaci do stanovených sběrných míst určených k recyklaci vysloužilých elektrických a elektronických zařízení. Likvidace vysloužilého zařízení samostatným
sběrem a recyklací napomáhá zachování přírodních zdrojů a zajišťuje, že recyklace proběhne způsobem chránícím lidské zdraví a životní prostředí. Další informace o tom, kam můžete
vysloužilé zařízení předat k recyklaci, můžete získat od úřadů místní samosprávy, od společnosti provádějící svoz a likvidaci domovního odpadu nebo v obchodě, kde jste produkt
zakoupili.
Bortskaffelse af affaldsudstyr for brugere i private husholdninger i EU
Dette symbol på produktet eller på dets emballage indikerer, at produktet ikke må bortskaffes sammen med andet husholdningsaffald. I stedet er det dit ansvar at bortskaffe affaldsudstyr
ved at aflevere det på dertil beregnede indsamlingssteder med henblik på genbrug af elektrisk og elektronisk affaldsudstyr. Den separate indsamling og genbrug af dit affaldsudstyr på
tidspunktet for bortskaffelse er med til at bevare naturlige ressourcer og sikre, at genbrug finder sted på en måde, der beskytter menneskers helbred samt miljøet. Hvis du vil vide mere
om, hvor du kan aflevere dit affaldsudstyr til genbrug, kan du kontakte kommunen, det lokale renovationsvæsen eller den forretning, hvor du købte produktet.
Afvoer van afgedankte apparatuur door gebruikers in particuliere huishoudens in de Europese Unie
Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit product niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Het is uw verantwoordelijkheid uw afgedankte apparatuur
af te leveren op een aangewezen inzamelpunt voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. De gescheiden inzameling en verwerking van uw afgedankte
apparatuur draagt bij tot het sparen van natuurlijke bronnen en tot het hergebruik van materiaal op een wijze die de volksgezondheid en het milieu beschermt. Voor meer informatie over
waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst of de winkel waar u het product
hebt aangeschaft.
Eramajapidamistes kasutuselt kõrvaldatavate seadmete käitlemine Euroopa Liidus
Kui tootel või toote pakendil on see sümbol, ei tohi seda toodet visata olmejäätmete hulka. Teie kohus on viia tarbetuks muutunud seade selleks ettenähtud elektri- ja elektroonikaseadmete
utiliseerimiskohta. Utiliseeritavate seadmete eraldi kogumine ja käitlemine aitab säästa loodusvarasid ning tagada, et käitlemine toimub inimeste tervisele ja keskkonnale ohutult.
Lisateavet selle kohta, kuhu saate utiliseeritava seadme käitlemiseks viia, saate küsida kohalikust omavalitsusest, olmejäätmete utiliseerimispunktist või kauplusest, kust te seadme
ostsite.
Hävitettävien laitteiden käsittely kotitalouksissa Euroopan unionin alueella
Tämä tuotteessa tai sen pakkauksessa oleva merkintä osoittaa, että tuotetta ei saa hävittää talousjätteiden mukana. Käyttäjän velvollisuus on huolehtia siitä, että hävitettävä laite
toimitetaan sähkö- ja elektroniikkalaiteromun keräyspisteeseen. Hävitettävien laitteiden erillinen keräys ja kierrätys säästää luonnonvaroja. Näin toimimalla varmistetaan myös,
että kierrätys tapahtuu tavalla, joka suojelee ihmisten terveyttä ja ympäristöä. Saat tarvittaessa lisätietoja jätteiden kierrätyspaikoista paikallisilta viranomaisilta, jäteyhtiöiltä tai tuotteen
jälleenmyyjältä.
Απόρριψη άχρηστων συσκευών στην Ευρωπαϊκή Ένωση
Το παρόν σύμβολο στον εξοπλισμό ή στη συσκευασία του υποδεικνύει ότι το προϊόν αυτό δεν πρέπει να πεταχτεί μαζί με άλλα οικιακά απορρίμματα. Αντίθετα, ευθύνη σας είναι να
απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές σε μια καθορισμένη μονάδα συλλογής απορριμμάτων για την ανακύκλωση άχρηστου ηλεκτρικού και ηλεκτρονικού εξοπλισμού. Η χωριστή συλλογή και
ανακύκλωση των άχρηστων συσκευών θα συμβάλει στη διατήρηση των φυσικών πόρων και στη διασφάλιση ότι θα ανακυκλωθούν με τέτοιον τρόπο, ώστε να προστατεύεται η υγεία των
ανθρώπων και το περιβάλλον. Για περισσότερες πληροφορίες σχετικά με το πού μπορείτε να απορρίψετε τις άχρηστες συσκευές για ανακύκλωση, επικοινωνήστε με τις κατά τόπους αρμόδιες
αρχές ή με το κατάστημα από το οποίο αγοράσατε το προϊόν.
A hulladékanyagok kezelése a magánháztartásokban az Európai Unióban
Ez a szimbólum, amely a terméken vagy annak csomagolásán van feltüntetve, azt jelzi, hogy a termék nem kezelhető együtt az egyéb háztartási hulladékkal. Az Ön feladata,
hogy a készülék hulladékanyagait eljuttassa olyan kijelölt gyűjtőhelyre, amely az elektromos hulladékanyagok és az elektronikus berendezések újrahasznosításával foglalkozik.
A hulladékanyagok elkülönített gyűjtése és újrahasznosítása hozzájárul a természeti erőforrások megőrzéséhez, egyúttal azt is biztosítja, hogy a hulladék újrahasznosítása az
egészségre és a környezetre nem ártalmas módon történik. Ha tájékoztatást szeretne kapni azokról a helyekről, ahol leadhatja újrahasznosításra a hulladékanyagokat, forduljon
a helyi önkormányzathoz, a háztartási hulladék begyűjtésével foglalkozó vállalathoz vagy a termék forgalmazójához.
Lietotāju atbrīvošanās no nederīgām ierīcēm Eiropas Savienības privātajās mājsaimniecībās
Šis simbols uz ierīces vai tās iepakojuma norāda, ka šo ierīci nedrīkst izmest kopā ar pārējiem mājsaimniecības atkritumiem. Jūs esat atbildīgs par atbrīvošanos no nederīgās ierīces,
to nododot norādītajā savākšanas vietā, lai tiktu veikta nederīgā elektriskā un elektroniskā aprīkojuma otrreizējā pārstrāde. Speciāla nederīgās ierīces savākšana un otrreizējā pārstrāde
palīdz taupīt dabas resursus un nodrošina tādu otrreizējo pārstrādi, kas sargā cilvēku veselību un apkārtējo vidi. Lai iegūtu papildu informāciju par to, kur otrreizējai pārstrādei var
nogādāt nederīgo ierīci, lūdzu, sazinieties ar vietējo pašvaldību, mājsaimniecības atkritumu savākšanas dienestu vai veikalu, kurā iegādājāties šo ierīci.
Europos Sąjungos vartotojų ir privačių namų ūkių atliekamos įrangos išmetimas
Šis simbolis ant produkto arba jo pakuotės nurodo, kad produktas negali būti išmestas kartu su kitomis namų ūkio atliekomis. Jūs privalote išmesti savo atliekamą įrangą atiduodami ją
į atliekamos elektronikos ir elektros įrangos perdirbimo punktus. Jei atliekama įranga bus atskirai surenkama ir perdirbama, bus išsaugomi natūralūs ištekliai ir užtikrinama, kad įranga
yra perdirbta žmogaus sveikatą ir gamtą tausojančiu būdu. Dėl informacijos apie tai, kur galite išmesti atliekamą perdirbti skirtą įrangą kreipkitės į atitinkamą vietos tarnybą, namų ūkio
atliekų išvežimo tarnybą arba į parduotuvę, kurioje pirkote produktą.
Utylizacja zużytego sprzętu przez użytkowników domowych w Unii Europejskiej
Symbol ten umieszczony na produkcie lub opakowaniu oznacza, że tego produktu nie należy wyrzucać razem z innymi odpadami domowymi. Użytkownik jest odpowiedzialny za
dostarczenie zużytego sprzętu do wyznaczonego punktu gromadzenia zużytych urządzeń elektrycznych i elektronicznych. Gromadzenie osobno i recykling tego typu odpadów
przyczynia się do ochrony zasobów naturalnych i jest bezpieczny dla zdrowia i środowiska naturalnego. Dalsze informacje na temat sposobu utylizacji zużytych urządzeń można
uzyskać u odpowiednich władz lokalnych, w przedsiębiorstwie zajmującym się usuwaniem odpadów lub w miejscu zakupu produktu.
Descarte de equipamentos por usuários em residências da União Européia
Este símbolo no produto ou na embalagem indica que o produto não pode ser descartado junto com o lixo doméstico. No entanto, é sua responsabilidade levar os equipamentos
a serem descartados a um ponto de coleta designado para a reciclagem de equipamentos eletro-eletrônicos. A coleta separada e a reciclagem dos equipamentos no momento do
descarte ajudam na conservação dos recursos naturais e garantem que os equipamentos serão reciclados de forma a proteger a saúde das pessoas e o meio ambiente. Para obter mais
informações sobre onde descartar equipamentos para reciclagem, entre em contato com o escritório local de sua cidade, o serviço de limpeza pública de seu bairro ou a loja em que
adquiriu o produto.
Postup používateľov v krajinách Európskej únie pri vyhadzovaní zariadenia v domácom používaní do odpadu
Tento symbol na produkte alebo na jeho obale znamená, že nesmie by vyhodený s iným komunálnym odpadom. Namiesto toho máte povinnos odovzda toto zariadenie na zbernom
mieste, kde sa zabezpečuje recyklácia elektrických a elektronických zariadení. Separovaný zber a recyklácia zariadenia určeného na odpad pomôže chráni prírodné zdroje a
zabezpečí taký spôsob recyklácie, ktorý bude chráni ľudské zdravie a životné prostredie. Ďalšie informácie o separovanom zbere a recyklácii získate na miestnom obecnom úrade,
vo firme zabezpečujúcej zber vášho komunálneho odpadu alebo v predajni, kde ste produkt kúpili.
Ravnanje z odpadno opremo v gospodinjstvih znotraj Evropske unije
Ta znak na izdelku ali embalaži izdelka pomeni, da izdelka ne smete odlagati skupaj z drugimi gospodinjskimi odpadki. Odpadno opremo ste dolžni oddati na določenem zbirnem
mestu za recikliranje odpadne električne in elektronske opreme. Z ločenim zbiranjem in recikliranjem odpadne opreme ob odlaganju boste pomagali ohraniti naravne vire in zagotovili,
da bo odpadna oprema reciklirana tako, da se varuje zdravje ljudi in okolje. Več informacij o mestih, kjer lahko oddate odpadno opremo za recikliranje, lahko dobite na občini,
v komunalnem podjetju ali trgovini, kjer ste izdelek kupili.
Kassering av förbrukningsmaterial, för hem- och privatanvändare i EU
Produkter eller produktförpackningar med den här symbolen får inte kasseras med vanligt hushållsavfall. I stället har du ansvar för att produkten lämnas till en behörig återvinningsstation
för hantering av el- och elektronikprodukter. Genom att lämna kasserade produkter till återvinning hjälper du till att bevara våra gemensamma naturresurser. Dessutom skyddas både
människor och miljön när produkter återvinns på rätt sätt. Kommunala myndigheter, sophanteringsföretag eller butiken där varan köptes kan ge mer information om var du lämnar
kasserade produkter för återvinning.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortuguêsSlovenčinaSlovenščinaSvenska
Chemische stoffen
HP engageert zich ertoe om onze klanten te informeren over chemische stoffen in onze producten,
om te voldoen aan de wettelijke bepalingen, zoals REACH (EG-richtlijn 1907/2006 van het Europees
parlement en de Raad). Een rapport met de chemische informatie over dit product vindt u hier:
www.hp.com/go/reach.
Programma voor milieubeheer 197
Technische informatie
Battery disposal in the Netherlands
Dit HP Product bevat een lithium-manganese-dioxide
batterij. Deze bevindt zich op de hoofdprintplaat.
Wanneer deze batterij leeg is, moet deze volgens de
geldende regels worden afgevoerd.
Battery disposal in Taiwan
Bericht aan gebruikers in California
De bij dit product geleverde batterij kan perchloraat bevatten. Moet mogelijk speciaal worden
behandeld. Ga voor meer informatie naar de volgende website:
www.dtsc.ca.gov/hazardouswaste/perchlorate
Hoofdstuk 15
198 Technische informatie
Technische informatie
EU battery directive
European Union Battery Directive
This product contains a battery that is used to maintain data integrity of real time clock or product settings and is designed to last the life of the
product. Any attempt to service or replace this battery should be performed by a qualified service technician.
Directive sur les batteries de l'Union Européenne
Ce produit contient une batterie qui permet de maintenir l'intégrité des données pour les paramètres du produit ou l'horloge en temps réel et qui a
été conçue pour durer aussi longtemps que le produit. Toute tentative de réparation ou de remplacement de cette batterie doit être effectuée par un
technicien qualifié.
Batterie-Richtlinie der Europäischen Union
Dieses Produkt enthält eine Batterie, die dazu dient, die Datenintegrität der Echtzeituhr sowie der Produkteinstellungen zu erhalten, und die für die
Lebensdauer des Produkts ausreicht. Im Bedarfsfall sollte das Instandhalten bzw. Austauschen der Batterie von einem qualifizierten Servicetechniker
durchgeführt werden.
Direttiva dell'Unione Europea relativa alla raccolta, al trattamento e allo smaltimento di batterie e accumulatori
Questo prodotto contiene una batteria utilizzata per preservare l'integrità dei dati dell'orologio in tempo reale o delle impostazioni del prodotto e
la sua durata si intende pari a quella del prodotto. Eventuali interventi di riparazione o sostituzione della batteria devono essere eseguiti da un
tecnico dell'assistenza qualificato.
Directiva sobre baterías de la Unión Europea
Este producto contiene una batería que se utiliza para conservar la integridad de los datos del reloj de tiempo real o la configuración del producto
y está diseñada para durar toda la vida útil del producto. El mantenimiento o la sustitución de dicha batería deberá realizarla un técnico de
mantenimiento cualificado.
Směrnice Evropské unie pro nakládání s bateriemi
Tento výrobek obsahuje baterii, která slouží k uchování správných dat hodin reálného času nebo nastavení výrobku. Baterie je navržena tak, aby
vydržela celou životnost výrobku. Jakýkoliv pokus o opravu nebo výměnu baterie by měl provést kvalifikovaný servisní technik.
EU's batteridirektiv
Produktet indeholder et batteri, som bruges til at vedligeholde dataintegriteten for realtidsur- eller produktindstillinger og er beregnet til at holde i
hele produktets levetid. Service på batteriet eller udskiftning bør foretages af en uddannet servicetekniker.
Richtlijn batterijen voor de Europese Unie
Dit product bevat een batterij die wordt gebruikt voor een juiste tijdsaanduiding van de klok en het behoud van de productinstellingen. Bovendien is
deze ontworpen om gedurende de levensduur van het product mee te gaan. Het onderhoud of de vervanging van deze batterij moet door een
gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden uitgevoerd.
Euroopa Liidu aku direktiiv
Toode sisaldab akut, mida kasutatakse reaalaja kella andmeühtsuse või toote sätete säilitamiseks. Aku on valmistatud kestma terve toote kasutusaja.
Akut tohib hooldada või vahetada ainult kvalifitseeritud hooldustehnik.
Euroopan unionin paristodirektiivi
Tämä laite sisältää pariston, jota käytetään reaaliaikaisen kellon tietojen ja laitteen asetusten säilyttämiseen. Pariston on suunniteltu kestävän laitteen
koko käyttöiän ajan. Pariston mahdollinen korjaus tai vaihto on jätettävä pätevän huoltohenkilön tehtäväksi.
Οδηγία της Ευρωπαϊκής Ένωσης για τις ηλεκτρικές στήλες
Αυτό το προϊόν περιλαμβάνει μια μπαταρία, η οποία χρησιμοποιείται για τη διατήρηση της ακεραιότητας των δεδομένων ρολογιού πραγματικού
χρόνου ή των ρυθμίσεων προϊόντος και έχει σχεδιαστεί έτσι ώστε να διαρκέσει όσο και το προϊόν. Τυχόν απόπειρες επιδιόρθωσης ή αντικατάστασης
αυτής της μπαταρίας θα πρέπει να πραγματοποιούνται από κατάλληλα εκπαιδευμένο τεχνικό.
Az Európai unió telepek és akkumulátorok direktívája
A termék tartalmaz egy elemet, melynek feladata az, hogy biztosítsa a valós idejű óra vagy a termék beállításainak adatintegritását. Az elem úgy
van tervezve, hogy végig kitartson a termék használata során. Az elem bármilyen javítását vagy cseréjét csak képzett szakember végezheti el.
Eiropas Savienības Bateriju direktīva
Produktam ir baterija, ko izmanto reālā laika pulksteņa vai produkta iestatījumu datu integritātes saglabāšanai, un tā ir paredzēta visam produkta
dzīves ciklam. Jebkura apkope vai baterijas nomaiņa ir jāveic atbilstoši kvalificētam darbiniekam.
Europos Sąjungos baterijų ir akumuliatorių direktyva
Šiame gaminyje yra baterija, kuri naudojama, kad būtų galima prižiūrėti realaus laiko laikrodžio veikimą arba gaminio nuostatas; ji skirta veikti
visą gaminio eksploatavimo laiką. Bet kokius šios baterijos aptarnavimo arba keitimo darbus turi atlikti kvalifikuotas aptarnavimo technikas.
Dyrektywa Unii Europejskiej w sprawie baterii i akumulatorów
Produkt zawiera baterię wykorzystywaną do zachowania integralności danych zegara czasu rzeczywistego lub ustawień produktu, która
podtrzymuje działanie produktu. Przegląd lub wymiana baterii powinny być wykonywane wyłącznie przez uprawnionego technika serwisu.
Diretiva sobre baterias da União Européia
Este produto contém uma bateria que é usada para manter a integridade dos dados do relógio em tempo real ou das configurações do produto e
é projetada para ter a mesma duração que este. Qualquer tentativa de consertar ou substituir essa bateria deve ser realizada por um técnico
qualificado.
Smernica Európskej únie pre zaobchádzanie s batériami
Tento výrobok obsahuje batériu, ktorá slúži na uchovanie správnych údajov hodín reálneho času alebo nastavení výrobku. Batéria je skonštruovaná
tak, aby vydržala celú životnosť výrobku. Akýkoľvek pokus o opravu alebo výmenu batérie by mal vykonať kvalifikovaný servisný technik.
Direktiva Evropske unije o baterijah in akumulatorjih
V tem izdelku je baterija, ki zagotavlja natančnost podatkov ure v realnem času ali nastavitev izdelka v celotni življenjski dobi izdelka. Kakršno koli
popravilo ali zamenjavo te baterije lahko izvede le pooblaščeni tehnik.
EU:s batteridirektiv
Produkten innehåller ett batteri som används för att upprätthålla data i realtidsklockan och produktinställningarna. Batteriet ska räcka produktens
hela livslängd. Endast kvalificerade servicetekniker får utföra service på batteriet och byta ut det.
Директива за батерии на Европейския съюз
Този продукт съдържа батерия, която се използва за поддържане на целостта на данните на часовника в реално време или настройките за
продукта, създадена на издържи през целия живот на продукта. Сервизът или замяната на батерията трябва да се извършва от квалиф
ициран
техник.
Directiva Uniunii Europene referitoare la baterii
Acest produs conţine o baterie care este utilizată pentru a menţine integritatea datelor ceasului de timp real sau setărilor produsului şi care este
proiectată să funcţioneze pe întreaga durată de viaţă a produsului. Orice lucrare de service sau de înlocuire a acestei baterii trebuie efectuată de
un tehnician de service calificat.
EnglishFrançaisDeutschItalianoEspañolČeskyDanskNederlandsEestiSuomiΕλληνικάMagyarLatviskiLietuviškaiPolskiPortugsSlovenčinaSlovenščinaSvenskaБългарскиRomână
Programma voor milieubeheer 199
Technische informatie
Overheidsvoorschriften
De HP Photosmart voldoet aan de producteisen van overheidsinstellingen in uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Voorgeschreven identificatienummer van het model
FCC statement
VCCI (Class B) compliance statement for users in Japan
Notice to users in Japan about the power cord
Notice to users in Korea
Notice to users in Germany
Noise emission statement for Germany
HP Photosmart Premium Web C309 series declaration of conformity
Voorgeschreven identificatienummer van het model
Om het product te kunnen identificeren, is aan het product een voorgeschreven modelnummer
toegewezen. Het voorgeschreven modelnummer voor uw product is SDGOB-0915. Verwar dit
nummer niet met de marketingnaam (zoals HP Photosmart Premium Web C309 series) of met
productnummers (zoals CD734A).
Hoofdstuk 15
200 Technische informatie
Technische informatie
FCC statement
FCC statement
The United States Federal Communications Commission (in 47 CFR 15.105) has specified
that the following notice be brought to the attention of users of this product.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital
device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reason-
able protection against harmful interference in a residential installation. This equipment
generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications.
However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can
be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct
the interference by one or more of the following measures:
Reorient the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the
receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
For further information, contact:
Manager of Corporate Product Regulations
Hewlett-Packard Company
3000 Hanover Street
Palo Alto, Ca 94304
(650) 857-1501
Modifications (part 15.21)
The FCC requires the user to be notified that any changes or modifications made to this
device that are not expressly approved by HP may void the user's authority to operate the
equipment.
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following
two conditions: (1) this device may not cause harmful interference, and (2) this device must
accept any interference received, including interference that may cause undesired
operation.
VCCI (Class B) compliance statement for users in Japan
Notice to users in Japan about the power cord
Overheidsvoorschriften 201
Technische informatie
Notice to users in Korea
Notice to users in Germany
Sehanzeige-Arbeitsplätze
Das Gerät ist nicht für die Benutzung am Bildschirmarbeitsplatz gemäß BildscharbV
vorgesehen.
Noise emission statement for Germany
Geräuschemission
LpA < 70 dB am Arbeitsplatz im Normalbetrieb nach DIN 45635 T. 19
Hoofdstuk 15
202 Technische informatie
Technische informatie
HP Photosmart Premium Web C309 series declaration of conformity
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur
Dit deel bevat de volgende overheidsvoorschriften met betrekking tot draadloze producten.
Exposure to radio frequency radiation
Notice to users in Brazil
Notice to users in Canada
European Union regulatory notice
Notice to users in Taiwan
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur 203
Technische informatie
Exposure to radio frequency radiation
Exposure to radio frequency radiation
Caution The radiated output power of this device is far below the FCC radio
frequency exposure limits. Nevertheless, the device shall be used in such a manner
that the potential for human contact during normal operation is minimized. This
product and any attached external antenna, if supported, shall be placed in such
a manner to minimize the potential for human contact during normal operation. In
order to avoid the possibility of exceeding the FCC radio frequency exposure
limits, human proximity to the antenna shall not be less than 20 cm (8 inches)
during normal operation.
Notice to users in Brazil
Aviso aos usuários no Brasil
Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção
contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar
interferência a sistemas operando em caráter primário. (Res.ANATEL 282/2001).
Notice to users in Canada
Notice to users in Canada/Note à l'attention des utilisateurs canadiens
For Indoor Use. This digital apparatus does not exceed the Class B limits for radio noise
emissions from the digital apparatus set out in the Radio Interference Regulations of the
Canadian Department of Communications. The internal wireless radio complies with RSS
210 and RSS GEN of Industry Canada.
Utiliser à l'intérieur. Le présent appareil numérique n'émet pas de bruit radioélectrique
dépassant les limites applicables aux appareils numériques de la classe B prescrites dans
le Règlement sur le brouillage radioélectrique édicté par le ministère des Communications
du Canada. Le composant RF interne est conforme a la norme RSS-210 and RSS GEN
d'Industrie Canada.
Hoofdstuk 15
204 Technische informatie
Technische informatie
European Union regulatory notice
European Union Regulatory Notice
Products bearing the CE marking comply with the following EU Directives:
Low Voltage Directive 2006/95/EC
EMC Directive 2004/108/EC
CE compliance of this product is valid only if powered with the correct CE-marked AC
adapter provided by HP.
If this product has telecommunications functionality, it also complies with the essential
requirements of the following EU Directive:
R&TTE Directive 1999/5/EC
Compliance with these directives implies conformity to harmonized European standards
(European Norms) that are listed in the EU Declaration of Conformity issued by HP for this
product or product family. This compliance is indicated by the following conformity
marking placed on the product.
The wireless telecommunications functionality of this product may be used in the following
EU and EFTA countries:
Austria, Belgium, Bulgaria, Cyprus, Czech Republic, Denmark, Estonia, Finland, France,
Germany, Greece, Hungary, Iceland, Ireland, Italy, Latvia, Liechtenstein, Lithuania,
Luxembourg, Malta, Netherlands, Norway, Poland, Portugal, Romania, Slovak Republic,
Slovenia, Spain, Sweden, Switzerland and United Kingdom.
Products with 2.4-GHz wireless LAN devices
France
For 2.4 GHz Wireless LAN operation of this product certain restrictions apply: This
product may be used indoor for the entire 2400-2483.5 MHz frequency band (channels
1-13). For outdoor use, only 2400-2454 MHz frequency band (channels 1-9) may be used.
For the latest requirements, see http://www.art-telecom.fr.
Italy
License required for use. Verify with your dealer or directly with the General Direction for
Frequency Planning and Management (Direzione Generale Pianificazione e Gestione
Frequenze).
Notice to users in Taiwan
Wettelijke informatie betreffende draadloze apparatuur 205
Technische informatie
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften
De HP Photosmart voldoet aan de telecommunicatievereisten die voortkomen uit de
overheidsvoorschriften van uw land/regio.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
Notice to users of the U.S. telephone network:FCC requirements
Notice to users of the Canadian telephone network
Notice to users in the European Economic Area
Notice to users of the German telephone network
Australia wired fax statement
Hoofdstuk 15
206 Technische informatie
Technische informatie
Notice to users of the U.S. telephone network:FCC requirements
Notice to users of the U.S. telephone network: FCC requirements
This equipment complies with FCC rules, Part 68. On this equipment is a label that
contains, among other information, the FCC Registration Number and Ringer Equivalent
Number (REN) for this equipment. If requested, provide this information to your telephone
company.
An FCC compliant telephone cord and modular plug is provided with this equipment. This
equipment is designed to be connected to the telephone network or premises wiring using
a compatible modular jack which is Part 68 compliant. This equipment connects to the
telephone network through the following standard network interface jack: USOC
RJ-11C.
The REN is useful to determine the quantity of devices you may connect to your telephone
line and still have all of those devices ring when your number is called. Too many devices
on one line might result in failure to ring in response to an incoming call. In most, but not
all, areas the sum of the RENs of all devices should not exceed five (5). To be certain of the
number of devices you may connect to your line, as determined by the REN, you should call
your local telephone company to determine the maximum REN for your calling area.
If this equipment causes harm to the telephone network, your telephone company might
discontinue your service temporarily. If possible, they will notify you in advance. If advance
notice is not practical, you will be notified as soon as possible. You will also be advised of
your right to file a complaint with the FCC. Your telephone company might make changes
in its facilities, equipment, operations, or procedures that could affect the proper operation
of your equipment. If they do, you will be given advance notice so you will have the
opportunity to maintain uninterrupted service. If you experience trouble with this equipment,
please contact the manufacturer, or look elsewhere in this manual, for warranty or repair
information. Your telephone company might ask you to disconnect this equipment from the
network until the problem has been corrected or until you are sure that the equipment is not
malfunctioning.
This equipment may not be used on coin service provided by the telephone company.
Connection to party lines is subject to state tariffs. Contact your state public utility commis-
sion, public service commission, or corporation commission for more information.
This equipment includes automatic dialing capability. When programming and/or making
test calls to emergency numbers:
Remain on the line and explain to the dispatcher the reason for the call.
Perform such activities in the off-peak hours, such as early morning or late evening.
Note The FCC hearing aid compatibility rules for telephones are not applicable
to this equipment.
The Telephone Consumer Protection Act of 1991 makes it unlawful for any person to use a
computer or other electronic device, including fax machines, to send any message unless
such message clearly contains in a margin at the top or bottom of each transmitted page
or on the first page of transmission, the date and time it is sent and an identification of the
business, other entity, or other individual sending the message and the telephone number
of the sending machine or such business, other entity, or individual. (The telephone number
provided might not be a 900 number or any other number for which charges exceed local
or long-distance transmission charges.) In order to program this information into your fax
machine, you should complete the steps described in the software.
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften 207
Technische informatie
Notice to users of the Canadian telephone network
Note à l’attention des utilisateurs du réseau téléphonique
canadien/Notice to users of the Canadian telephone network
Cet appareil est conforme aux spécifications techniques des équipements terminaux
d’Industrie Canada. Le numéro d’enregistrement atteste de la conformité de l’appareil.
L’abréviation IC qui précède le numéro d’enregistrement indique que l’enregistrement a été
effectué dans le cadre d’une Déclaration de conformité stipulant que les spécifications
techniques d’Industrie Canada ont été respectées. Néanmoins, cette abréviation ne signifie
en aucun cas que l’appareil a été validé par Industrie Canada.
Pour leur propre sécurité, les utilisateurs doivent s’assurer que les prises électriques reliées
à la terre de la source d’alimentation, des lignes téléphoniques et du circuit métallique
d’alimentation en eau sont, le cas échéant, branchées les unes aux autres. Cette précaution
est particulièrement importante dans les zones rurales.
Remarque Le numéro REN (Ringer Equivalence Number) attribué à chaque
appareil terminal fournit une indication sur le nombre maximal de terminaux qui
peuvent être connectés à une interface téléphonique. La terminaison d’une
interface peut se composer de n’importe quelle combinaison d’appareils, à
condition que le total des numéros REN ne dépasse pas 5.
Basé sur les résultats de tests FCC Partie 68, le numéro REN de ce produit est 0.0B.
This equipment meets the applicable Industry Canada Terminal Equipment Technical
Specifications. This is confirmed by the registration number. The abbreviation IC before the
registration number signifies that registration was performed based on a Declaration of
Conformity indicating that Industry Canada technical specifications were met. It does not
imply that Industry Canada approved the equipment.
Users should ensure for their own protection that the electrical ground connections of the
power utility, telephone lines and internal metallic water pipe system, if present, are
connected together. This precaution might be particularly important in rural areas.
Note The REN (Ringer Equivalence Number) assigned to each terminal device
provides an indication of the maximum number of terminals allowed to be
connected to a telephone interface. The termination on an interface might consist
of any combination of devices subject only to the requirement that the sum of the
Ringer Equivalence Numbers of all the devices does not exceed 5.
The REN for this product is 0.0B, based on FCC Part 68 test results.
Hoofdstuk 15
208 Technische informatie
Technische informatie
Notice to users in the European Economic Area
Notice to users in the European Economic Area
This product is designed to be connected to the analog Switched Telecommunication
Networks (PSTN) of the European Economic Area (EEA) countries/regions.
Network compatibility depends on customer selected settings, which must be reset to use
the equipment on a telephone network in a country/region other than where the product
was purchased. Contact the vendor or Hewlett-Packard Company if additional product
support is necessary.
This equipment has been certified by the manufacturer in accordance with Directive
1999/5/EC (annex II) for Pan-European single-terminal connection to the public switched
telephone network (PSTN). However, due to differences between the individual PSTNs
provided in different countries, the approval does not, of itself, give an unconditional
assurance of successful operation on every PSTN network termination point.
In the event of problems, you should contact your equipment supplier in the first instance.
This equipment is designed for DTMF tone dialing and loop disconnect dialing. In the
unlikely event of problems with loop disconnect dialing, it is recommended to use this
equipment only with the DTMF tone dial setting.
Notice to users of the German telephone network
Hinweis für Benutzer des deutschen Telefonnetzwerks
Dieses HP-Fax ist nur für den Anschluss eines analogen Public Switched Telephone Network
(PSTN) gedacht. Schließen Sie den TAE N-Telefonstecker, der im Lieferumfang des
HP All-in-One enthalten ist, an die Wandsteckdose (TAE 6) Code N an. Dieses HP-Fax kann
als einzelnes Gerät und/oder in Verbindung (mit seriellem Anschluss) mit anderen zugelass-
enen Endgeräten verwendet werden.
Australia wired fax statement
Kennisgevingen van telecommunicatievoorschriften 209
Technische informatie
Hoofdstuk 15
210 Technische informatie
Technische informatie
Index
A
aanpassen aan pagina
mislukt 123
aansluiting testen, fax 135
aansluitproblemen
HP All-in-One kan niet
worden ingeschakeld
107
Aansluitproblemen
Fax 126, 127, 130
ADSL. zie DSL
afdrukken
kwaliteit, problemen
oplossen 128
problemen oplossen 113
specificaties 193
afdrukkwaliteitsrapport 100
antwoordapparaat
instellen met fax 64
instellen voor fax 65
B
bedieningspaneel
kenmerken 8
knoppen 8
Bedieningspaneel status
pictogrammen 9
beschadigde inktpatroon 155
bestand
ondersteunde indelingen
147
ongeldige naam 147
onleesbaar 146
beveiliging
netwerk, WEP-sleutel 88,
90
problemen oplossen 88
bijsnijden
mislukt 149
Bluetooth
afdrukken vanaf een
Bluetooth-apparaat 94
afdrukken vanaf een
computer 92
C
CAT-5 Ethernet-kabel 83
Codering
WEP-sleutel 88
computermodem
instellen voor fax 60, 61,
65, 68
D
diagnosepagina 100
display
maateenheden wijzigen
111
taal wijzigen 111
draadloze router 83
DSL, instellen met fax 54
E
enveloppen
specificaties 192
etiketten
specificaties 192
F
fax
antwoordapparaat,
instellen 64
specificaties 194
voicemail, instellen 59
faxen
antwoordapparaat,
instellen 65
computermodem,
instellen 60, 61, 65, 68
DSL, instellen 54
ISDN-aansluiting,
instellen 56
problemen oplossen 123
specifiek belsignaal 56
telefooncentrale (PBX),
instellen 56
voicemail, instellen 68
faxen, problemen
ontvangen 126, 130
problemen oplossen 123
ruis op de lijn 133
verzenden 126, 127
wat u eerst kunt proberen
124
faxproblemen
langzame overdracht 129
ontvangen 129
slechte afdrukkwaliteit 128
verzenden 129
foto's
ontbreken 146
fotopapier
aanbevolen soorten 13
specificaties 192
fotopapier van 10 x 15 cm
specificaties 192
foutberichten
geheugenkaarten 148
tijdens lezen of schrijven van
bestand 146
G
garantie 106
geheugenkaarten
bestand onleesbaar 146
foto's ontbreken 146
foutberichten 148
HP Photosmart kan niet
lezen 118
problemen oplossen 118
Gevonden printer (scherm),
Windows 91
H
hardwaretest, fax 134
I
inkt
droogtijd 151
inktniveaus
pictogrammen 9
inktpatronen
beschadigd 155
HP-inkt is op 169
ontbreken 155
installatie
211
Index
computermodem 60, 61,
68
DSL 54
ISDN-aansluiting 56
telefooncentrale (PBX) 56
voicemail 68
installatie van software
opnieuw installeren 112
verwijderen 112
instellen
antwoordapparaat 64
aparte faxlijn 54
gedeelde telefoonlijn 58
specifiek belsignaal 56
voicemail 59
instellingen
antwoordapparaat 65
computermodem 65
interfacekaart 85, 86
ISDN-verbinding, instellen met
fax 56
J
juiste poort testen, fax 136
K
kennisgevingen van
telecommunicatievoorschrifte
n 206
kiestoontest, fax 138
klantensupport
garantie 106
knoppen, bedieningspaneel
8
kopie
aanpassen aan pagina
mislukt 123
kopiëren
problemen oplossen 122
specificaties 194
L
Legal-papier
specificaties 192
Letter-papier
specificaties 192
lijnconditietest, fax 137
M
milieu
Programma voor
milieubeheer 194
modem. zie computermodem
modem voor inbellen. zie
computermodem
N
na de ondersteuningsperiode
106
netwerk
beveiliging 88
interfacekaart 85, 86
O
omgeving
omgevingsspecificaties
192
onderhoud
afdrukkwaliteitsrapport
100
diagnosepagina 100
Ongeldige bestandsnaam 147
ontbreken
inktpatroon 155
tekst op scan 122
opnieuw installeren van
software 112
overheidsvoorschriften 200
P
papier
aanbevolen soorten 14
specificaties 192
tips 19
pc-modem. zie computermodem
periode telefonische
ondersteuning
periode voor
ondersteuning 105
printcartridges
eerder gebruikt 170
Printcartridges
foutbericht 182
foutberichten 152
inkt van andere
fabrikanten 168
niet compatibel 154
niet correct 154, 182
printen
afdrukkwaliteitsrapport
100
diagnosepagina 100
printkop
Problemen 175
problemen
afdrukken 113
foutberichten 141
kopiëren 122
scannen 121
problemen oplossen
afdrukken 113
faxen, problemen 123,
126, 127, 130, 133
faxproblemen 128, 129
foutberichten 141
installatie 107
kopiëren 122
onjuiste maateenheden
111
scannen 121
taal, display 111
Problemen oplossen
geheugenkaart 118
R
rapporten
afdrukkwaliteit 100
diagnose 100
recycling
printcartridges 196
Rinkelen om te antwoorden
56
RJ-45-aansluiting 83
router 83
S
scannen
bijsnijden onjuist 121
problemen oplossen 121
scanspecificaties 194
tekst onjuist 122
tekstopmaak onjuist 122
tekst verschijnt als
stippellijnen 121
slechte afdrukkwaliteit
faxen 128
specifiek belsignaal 56
systeemvereisten 192
T
technische gegevens
afdrukspecificaties 193
faxspecificaties 194
kopieerspecificaties 194
omgevingsspecificaties
192
212
Index
papierspecificaties 192
technische informatie
scanspecificaties 194
systeemvereisten 192
tekst
onjuiste opmaak op scan
122
onjuist of ontbreekt op
scan 122
stippellijnen op scan 121
telefonische ondersteuning
105
telefoonaansluiting testen,
fax 135
telefooncentrale (PBX), instellen
met fax 56
Telefoonsnoer
controleren 136
verbinding, probleem 136
testen
faxhardware 134
faxlijnconditie 137
faxpoort 136
Kiestoon 138
telefoonaansluiting 135
Telefoonsnoer 136
transparanten
specificaties 192
V
verkeerde firmwareversie 142
verkeerd uitzetten 152
verwijderen van software 112
voicemail
instellen met fax 59
instellen voor fax 68
voorschriften
voor draadloos werken
203
voorgeschreven
identificatienummer van
het model 200
W
WEP-sleutel, instellen 88
Index
213
Index
214
Index
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217

HP Photosmart Premium TouchSmart Web All-in-One Printer series - C309 Handleiding

Type
Handleiding