SI-8JL0B-001-03
SI-8JL0B-001
BR-IM86-F
BR-IM85-F
Inter-M Rem
Technische montage-instructies
Voor het verkrijgen van de beste prestaties van het Shimano
Inter-M voorremsysteem, wordt het aanbevolen gebruik te
maken van de volgende combinatie.
Rem BR-IM86-F/BR-IM85-F
Naaf HB-IM70/DH-2R35-E-H/DH-3R35-H
Hendel
SB-8S20/ST-8S20
SB-7S45/BL-IM60
BL-IM65/BL-IM45
Remkabel
Monteren van de rem aan het frame
Monteer de adapter aan de voorvork zodanig dat de zijde
1.
van de adapter met het draadgat naar voren is, zoals is
afgebeeld.
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
Adapter
5 mm
inbussleutel
Bevestigingsbout
Draadgat van
de adapterzijde
Plaats de vergrendelringen op de bevestigingsbouten. De
2.
uitsteeksels van de vergrendelringen dienen daarbij tegen
de voorvork gedrukt te zitten.
Vergrendelring
Maakt contact
Maakt contact
Controleer of de voorremeenheid stevig met behulp van
3.
de bevestigingsmoer van de remeenheid aan het naafhuis
bevestigd is.
Aantrekkoppel:
15 – 20 N·m {150 – 200 kgf·cm}
Bevestigingsmoer van remeenheid
Bij types met ●
snelontgrendelhendel:
Met gekartelde zijkanten
De gekartelde zijkant moet naar
buiten gericht zijn.
Bij types met naafmoer: ●
Zonder gekartelde zijkanten
Voorremeenheid
Plaats het wiel met de voorremeenheid gemonteerd tot
4.
volledig achteraan in het vorkuiteinde en draai de remarm
zodanig dat deze de adapter raakt. Zet vervolgens de
hendel van de snelontgrendelhendel of naafmoer stevig
vast.
Bij types met snelontgrendelhendel: ●
Zet de snelontgrendelhendel stevig
vast.
Aantrekkoppel:
5 – 7,5 N·m {50 – 75 kgf·cm}
Naafas
Adapter
Remarm
Maakt
contact
Maakt contact
Aantrekkoppel:
20 – 25 N·m {200 – 250 kgf·cm}
Bij types met naafmoer: ●
Naafmoer
Zet de remarm vast met de bevestigingsgrendel en druk
5.
de valverhinderingring vast.
Druk vervolgens het uitstekende deel van de
valverhinderingsring op de adapter.
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
5 mm
inbussleutel
Bevestigingsbout
Vergrendelring
Maakt contact
Monteren van de remkabel
Controleer of de afstelbout en -moer volledig ingedraaid
1.
zijn en schuif dan de buitenkabelhouderunit in de richting
zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven over de
binnenkabel.
Buitenkabelhouderunit
Afstelmoer
Afstelbout
Steek vervolgens de binnenkabel door de
2.
binnenkabelbevestiging. Controleer daarbij of op de
binnenkabelbevestiging de letter ‘F’ is aangebracht.
Letter ‘F’
Bout van de
binnenkabelbevestiging
Monteer de onderdelen op de manier zoals is
3.
weergegeven in de volgende afbeelding en draai dan
de moer van de binnenkabelbevestiging vast. Gebruik
de TL-IM21 (gereedschap voor binnenkabelbevestiging)
om de moer van de binnenkabelbevestiging vast te
draaien, zoals aangeduid in Afb. 1. Controleer na het
vastdraaien of de aangegeven richting van de moer van
de binnenkabelbevestiging en binnenkabel juist zijn, zoals
aangeduid in Afb. 2.
101mm
Moer van de
binnenkabelbevestiging
Afb. 1
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
TL-IM21
Afb. 2
Draai nooit de bout van de binnenkabelbevestiging vast
terwijl het aan uw fiets is bevestigd. De richtingen van
de moer van de binnenkabelbevestiging en binnenkabel
worden onjuist aangeduid in Afb. 3, wat ervoor kan
zorgen dat de bout van de binnenkabelbevestiging
losraakt van de rem.
Afb. 3
Plaats de rode markering op de vulring voor de
4.
moer van de binnenkabelbevestiging tegenover de
groef in de wikkelunit en druk dan de bout van de
binnenkabelbevestiging zo ver mogelijk in de groef.
Bout van de binnenkabelbevestiging
Druk de bout van de
binnenkabelbevestiging zo
ver als mogelijk in de groef
in de wikkelunit.
Groef in de wikkelunit
Rode markering
op de vulring voor
de moer van de
binnenkabelbevestiging
Leid de binnenkabel langs de groef in de wikkelunit.
5.
BinnenkabelGroef in de wikkelunit
Haak de binnenkabel over de kabelhaak.
6.
Binnenkabel
Kabelhaak
Steek de buitenkabelhouderunit van onderaf in de
7.
opening van de remarm en druk de houder vervolgens
naar het smalle deel van de opening.
Remarm
Buitenkabelhouderunit
Controleer of de buitenkabelhouderunit volledig tegen
8.
de rand van het smalle deel van de opening aan ligt en
monteer dan het binnenkabeldopje.
Zorg ervoor dat het binnenkabeldopje, de vinnen en de
spaken elkaar niet raken.
Buitenkabelhouderuni
Binnenkabeldopje
Draai de kabelafstelbout om de binnenkabel te spannen.
9.
Kabelafstelbout
Controleer of de rode markeringen op de vulring voor de
10.
moer van de binnenkabelbevestiging, met de bout van de
binnenkabelbevestiging in de wikkelunit gedrukt, zich in
de juiste richting bevinden.
Rode markering
Rode markering
De remkabel is nu volledig gemonteerd. Om de remkabel
te demonteren, gaat u in de omgekeerde volgorde te werk.
Afstellen van de remkabel
Controleer of tijdens het aantrekken van de remkabel
1.
het wiel niet gemakkelijk gedraaid kan worden en druk
vervolgens de remhendel ongeveer 10 maal volledig tot
aan de greep in om de remkabel in te laten lopen.
Ongeveer
10 maal
indrukken
Opmerking:
Indien de remkabel niet wordt ingelopen, dient deze
na slechts een korte periode van gebruik opnieuw
afgesteld te worden.
Draai de kabelafstelbout van de remeenheid of remhendel
2.
zodanig dat de remhendel een speling van ongeveer 15
mm heeft.
De mate van speling van de remhendel komt
overeen met de afstand tussen de rustpositie van
de remhendel en de positie waarbij plotseling
bij het aantrekken van de remhendel een druk
gevoeld wordt.
Kabelafstelbout
15 mm speling
Kabelafstelbout
Zet na het indrukken van de remhendel voor het
3.
controleren van de remwerking de kabelafstelbout vast
met behulp van de kabelafstelmoer.
Kabelafstelmoer
Aantrekkoppel:
1 – 2 N·m {10 – 20 kgf·cm}
WAARSCHUWING
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
Het is van vitaal belang dat u de werking van het remsysteem ●
van uw fiets volledig begrijpt. Indien het remsysteem niet op
de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit tot gevolg hebben dat
u de macht over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden
waarbij u ernstige verwondingen kunt oplopen.
Omdat de bediening van elke fiets verschillend is, dient u
de juiste remtechnieken te leren (zoals de kracht waarmee
de remhendel ingedrukt dient te worden alsmede de
overige bedieningseigenschappen van uw fiets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw fiets en
een professionele fietsenhandelaar en oefen uw rij- en
remtechniek.
Als de voorrem te krachtig wordt aangetrokken, bestaat de ●
kans dat het wiel blokkeert en dat de fiets over de kop slaat
wat ernstig letsel kan veroorzaken.
De naaf van de Shimano Inter-M voorrem heeft een ●
ingebouwde remkrachtmodulator. Dit systeem doseert de
remkracht, zodat de remkracht niet hoger kan worden dan
een bepaalde gewenste waarde. Als de naaf niet voorzien
is van de remkrachtmodulator, kan de remkracht te hoog
worden. Daarom adviseren we om de Shimano Inter-M
voorrem te gebruiken in combinatie met de naaf. De
remkrachtmodulator maakt geluid; dit is normaal en geen
storing.
Draai nooit de bout van de binnenkabelbevestiging vast ●
terwijl het aan uw fiets is bevestigd. Dit kan ervoor zorgen
dat de bout van de binnenkabelbevestiging losraakt.
Als de BR-IM86-F/BR-IM85-F gebruikt wordt in combinatie ●
met een verende voorvork, is het belangrijk om de juiste
voorvork te kiezen. Neem hiervoor contact op met de winkel
of de fietsfabrikant. Als de rem gebruikt wordt in combinatie
met de verkeerde vork, is het mogelijk dat de vork niet meer
goed werkt als gevolg van oververhitting tijdens remmen of
zelfs zal breken en tot ongevallen kan leiden.
De remhendels SB-8S20/ST-8S20/SB-7S45/BL-IM60/ ●
BL-IM65/BL-IM45 zijn voorzien van een keuzemechanisme.
Zet dit mechanisme bij gebruik van de BR-IM86-F en
BR-IM85-F in de stand C.R.
C.R functiestand
De C geeft de functiestand voor het
gebruik met vrijdragende remmen aan.
De R geeft de functiestand voor het
gebruik met trommelremmen.
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter ●
beschikking heeft en lees deze nauwkeurig alvorens
de onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of
beschadigde onderdelen kunnen de berijder ernstig letsel
toebrengen.
Het wordt ten sterkste aanbevolen uitsluitend originele
Shimano vervangingsonderdelen te gebruiken.
Controleer steeds alvorens u met de fiets gaat rijden of de ●
voor- en achterremmen correct functioneren.
Als het wegdek nat is, zullen de banden gemakkelijker ●
slippen. Als de banden slippen, bestaat de kans dat u van de
fiets valt. Om dit te voorkomen, uw snelheid verminderen en
de remmen tijdig en voorzichtig aantrekken.
Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en ●
bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige referentie.
LET OP
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
Bij gebruik van het Shimano Inter-M remsysteem, bij
1.
het afrijden van lange hellingen continu gebruik van
de remmen vermijden, aangezien hierdoor de interne
remonderdelen bijzonder heet worden, hetgeen een
nadelig effect op de remwerking heeft. Ook kan dit tot
gevolg hebben dat de hoeveelheid vet binnen in de rem
vermindert, hetgeen tot problemen zoals abnormaal
plotseling afremmen kan leiden. De constructie van het
Shimano Inter-M remsysteem is tot stand gekomen op
basis van standaarden zoals ISO 4210 en DIN 79100-2.
Deze standaarden bepalen de prestatie voor een totaal
gewicht van 100 kg. Hoewel de BR-IM86-F is ontworpen
voor een aannemelijk totaal gewicht van 130 kg. Als
het totaal gewicht meer is dan 100 kg (130 kg voor
BR-IM86-F), bestaat de kans dat het remvermogen dat
door het systeem wordt geleverd voor een juist afremmen
onvoldoende is en dat ook de gebruiksduur van het
systeem verminderd wordt.
Het Inter-M voorremsysteem dient uitsluitend gemonteerd
2.
te worden aan de linkerkant op een fiets van 26” of groter.
Als het systeem gebruikt wordt op een fiets die kleiner
is dan 26”, bestaat de kans dat de remkracht te groot is,
hetgeen ongelukken kan veroorzaken.
Voor het verkrijgen van een optimale werking van de
3.
Shimano Inter-M voorrem, steeds Shimano remkabels en
remhendels als set gebruiken. (Zie de onderdelenlijst.)
De hoeveelheid beweging van de binnenkabel wanneer
de remhendel wordt ingedrukt dient 14,5 mm of meer te
zijn. Als dit minder is dan 14,5 mm, zal dit een nadelig
effect op de remwerking hebben en bestaat de kans dat
de remmen niet zullen functioneren.
Controleer of de voorremeenheid stevig met behulp van
4.
de bevestigingsmoer van de remeenheid aan het naafhuis
bevestigd is.
Controleer of de wielas tegen het uiteinde van de vork
5.
aanraakt. Het wiel is stevig in het frame bevestigd met de
snelontgrendelhendel of de naafmoer. Als het wiel niet
goed gemonteerd is, kan het loskomen, wat onder het
rijden kan leiden tot ernstige ongevallen.
Indien tijdens het gebruik van de remmen zich een van de
6.
volgende problemen voordoet, onmiddellijk stoppen met
fietsen en bij de plaats van aankoop vragen om inspectie
en reparatie.
1) Wanneer u tijdens het gebruik van de remmen een
abnormaal geluid hoort.
2) Als het remvermogen abnormaal krachtig is.
3) Als het remvermogen abnormaal zwak is.
In het geval van 1) en 2) kan de oorzaak een tekort aan
remvet zijn. Vraag daarom bij de plaats van aankoop het
mechanisme in te vetten met speciaal trommelremvet.
Om de rem te smeren verwijdert u het dopje van de
smeeropening en drukt u het uiteinde van het flesje in de
opening. Breng voldoende vet aan (ongeveer 5 g) terwijl u
het wiel langzaam draait. Controleer na het inbrengen van
het vet of de rem goed werkt en geen abnormaal geluid
maakt.
Smeeropeningdopje
Langzaam
draaien.
Minimaal 12 mm
Vet voor rollerbrake
Als de remmen regelmatig gebruikt
7.
worden, worden de onderdelen in
de buurt van de rem heet. Raak
deze onderdelen pas ten minste
30 minuten na het einde van een
fietsrit aan.
Indien de remkabel roestig wordt, zal dit een nadelig
8.
effect op de remwerking hebben. Vernieuw in dat geval
de remkabel door een originele Shimano remkabel en
controleer de werking van de remmen nogmaals.
De BR-IM86-F/BR-IM85-F voorremunits en de HB-IM70,
9.
DH-2R35-E-H/DH-3R35-H voornaafunits hoeven nooit
gedemonteerd te worden. Na demontage werken deze
units mogelijk niet goed meer.
OPMERKING:
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakverdeling. Wielen met ●
een radiale spaakverdeling kunnen niet worden gebruikt
aangezien de spaken en het wiel bij het gebruik van de
remmen beschadigd kunnen worden en remgeluiden kunnen
voortbrengen.
De Inter-M rem is verschillend van conventionele remmen ●
doordat de binnenzijde van de remtrommel met vet gevuld is.
Dit kan tot gevolg hebben dat het draaien van het wiel enigszins
zwaarder verloopt dan normaal, vooral bij koud weer.
Als u de Inter-M voorrem krachtig aantrekt wanneer de fiets stil ●
staat en vervolgens het wiel heen en weer beweegt, zult u
bemerken dat de remmen een geringe mate van speling
hebben. Dit is normaal en zal tijdens het rijden absoluut geen
problemen opleveren.
Voor het controleren van de mate van ●
speling van de balhoofdonderdelen,
het midden van het stuur en een van
de voorvorken zoals aangegeven
in de illustratie vastpakken en
vervolgens de balhoofdonderdelen
heen en weer bewegen in de richting
aangegeven door de pijlen.
Aangezien de remmen een geringe
mate van speling hebben wanneer
deze op de manier zoals hierboven
aangegeven krachtig aangetrokken
worden en het wiel vervolgens heen
en weer bewogen wordt, zal het
controleren van de speling van de
balhoofdonderdelen daardoor bemoeilijkt worden.
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of ●
veroudering dat het gevolg is van normaal gebruik.
Neem voor eventuele vragen betreffende de methoden van ●
behandeling of afstelling contact op met de plaats van aankoop.
Onderdelen in de
buurt van de rem
Algemene veiligheidsinformatie
* Montage-instructies in andere talen zijn beschikbaar op:
http://techdocs.shimano.com
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande
kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)