Pioneer gm-d8400 Handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Bezoek onze website ........................................ 2
Bij problemen .................................................... 2
Over dit product ................................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Versterkingsregelaar .......................................... 3
Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter)
drempelfrequentie ...................................... 4
Spanningsindicator (Blauw) .............................. 4
Schakelaar voor de regeling van de
slagfrequentie (BFC) .................................. 4
Ingangsschakelaar ............................................ 4
Bass Boost regelaar .......................................... 4
Correct instellen van de Gain
(extra versterking) ...................................... 5
Aansluiten van het toestel ...................... 6
Aansluitschema ................................................ 7
Aansluitingen zonder solderen .......................... 8
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 8
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 9
Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 9
Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 9
Installatie .................................................. 10
Bevestigen van de Bass Boost
afstandsbediening .................................... 11
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 11
Technische gegevens ............................ 12
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze gebruiks-
aanwijzing goed door, voordat het toestel
in gebruik genomen wordt.
In de lidstaten van de EU, Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig
kunt opvragen als u die nodig mocht
hebben voor de verzekering na
bijvoorbeeld verlies of diefstal.
Op onze website vindt u de laatste
informatie over Pioneer Corporation.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
Over dit product
Dit product is een klasse D versterker voor
de subwoofer. Als zowel de L (linker) als
R (rechter) kanalen zijn aangesloten op de
RCA (tulp) ingangsaansluitingen van dit
product, zal de geluidsweergave gemengd
zijn omdat dit product een mono-
versterker is.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de
schroeven of bouten vast te draaien wanneer u de
draden aan de aansluitingen bevestigt. Gebruik van
een los verkrijgbare, lange inbussleutel kan ertoe
leiden dat er teveel kracht wordt gezet, hetgeen de
aansluitingen en de bedrading zou kunnen
beschadigen.
WAARSCHUWING
We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de spannings-
toevoer en de subwoofer indien de zekering van
de los verkrijgbare accudraad of de zekering van
de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de
oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens
een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en
ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en de
subwoofer te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de
spanning naar de versterker uit indien de
omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit
geval de spanning van het systeem uit (OFF),
controleer de verbinding met de spanningsbron en
de subwoofer. Zoek de oorzaak en los het
probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
3
Instellen van dit toestel
Versterkingsregelaar
Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt,
zelf wanneer het volume is verhoogd met de auto-stereo die u met deze
eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het
geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV),
dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA
gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan
te passen aan het uitgangsniveau van de auto-stereo.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC)
Als u een slag of dreun hoort bij het luisteren naar een MW/LW (MG/LG)-uitzending op uw
autostereo, kunt u de stand van de BFC-schakelaar wijzigen met een kleine schroevedraaier
met platte kop.
Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter) drempelfrequentie
U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen.
Bass Boost regelaar
U kunt de extra versterking van de lage tonen (Bass Boost) regelen van 0 dB t/m 12 dB.
Voor aanwijzingen omtrent het aansluiten van de Bass Boost afstandsbediening op de
versterker, verwijzen we u naar het “Aansluitschema”.
Spanningsindicator (Blauw)
De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld.
Ingangsschakelaar
Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo of de luidspreker-
uitgang van een autostereo. Verzet de ingangsschakelaar voor u de stroom inschakelt. Omdat er
een zeer hard geluid geproduceerd kan worden via de luidsprekers wanneer u de ingangsschakelaar
omzet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de stroom worden uitgeschakeld door een ingebouwde
beveiliging. Bij gebruik van een externe uitgang dient u deze schakelaar naar rechts (RCA) te
zetten. Voor instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”.
Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar links (SP) te zetten. In dit geval
is het nodig het meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie
voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”.
5
Instellen van dit toestel
Correct instellen van de Gain
(extra versterking)
Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die
bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan
de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog
uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste
aansluitingen te voorkomen.
Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een
te hoog volume enz. zal deze functie de
geluidsweergave binnen een paar seconden
onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager
zet, zal de geluidsweergave worden hersteld.
Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het
mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit
toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te
kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal
worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel
met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’
instelling van de versterker op een geschikte stand
te zetten in overeenstemming met het maximale
pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel.
‘Gain’ instelling van dit toestel
Op de afbeelding hierboven is de GAIN ingesteld
op NORMAL.
Zo is het niet nodig het volume van het
hoofdtoestel te verlagen en wordt een te hoog
uitgangsniveau voorkomen.
Verhouding tussen de ‘gain’ van de
versterker en het uitgangsvermogen van
het hoofdtoestel
Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de
versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal
alleen de vervorming toenemen en zal het
vermogen slechts marginaal toenemen.
Golfvorm signaal bij weergave met hoog
volume via de ‘gain’ instelling van de
versterker
Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de
golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het
vermogen slechts marginaal zal veranderen als u
de ‘gain’ van de versterker hoger instelt.
Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet
en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker
op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog
steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient
u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
erkende PIONEER service-centrum.
Gelijk vermogen
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Golfvorm
signaal
Golfvorm
signaal
Normale ‘gain’
Maximale ‘gain’
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Volumestappen hoofdtoestel
Vermogen
Normale ‘gain’
Vermogen
Volumestappen hoofdtoestel
Maximale ‘gain’
Gelijk vermogen
Pre-out niveau: 2 V
(Standaard: 500 mV)
Pre-out niveau: 4 V
Pre-out niveau: 6,5 V
Aansluiten van het toestel
6
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af ze dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar
(12 V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere
impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van
de luidsprekerdraden”. Dit kan namelijk leiden
tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en
oververhitting. Ook kan het oppervlak van de
versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan
leiden tot lichte brandwonden.
•U kunt twee soorten subwoofers aansluiten op de
versterker; 1: een subwoofer met een nominaal
ingangsvermogen van 350 W of meer en een
impedantie van 4 , of 2: een subwoofer met een
nominaal ingangsvermogen van 600 W of meer
en een impedantie van 2 . Als het nominale
ingangsvermogen en de impedantie buiten de
genoemde waarden ligt, kan de subwoofer vlam
vatten, rook uitstoten of kapot gaan.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo
ver als mogelijk uit de buurt van de
luidsprekerdraden. Plaats en leid het los
verkrijgbare accudraad en aardedraad,
luidsprekerdraden en de versterker zo ver als
mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
7
Aansluiten van het toestel
Aansluitschema
Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de
ingangsschakelaar naar rechts (RCA).
6 m
Doorvoerbuisje
Speciaal rood accusnoer [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan
op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Zekering (30 A) × 2
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Externe uitgang
(subwoofer uitgang)
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers (los verkrijgbaar).
RCA-ingangspenaansluiting
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting
voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM
REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden
aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische
antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-
dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het
spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Luidspreker-aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van
de luidsprekerdraden” voor richtlijnen
i.v.m. het aansluiten van luidsprekers.
Aansluiting voor Bass Boost
afstandsbediening
Verbind deze aansluiting met de
Bass Boost afstandsbediening via
de daarbij behorende draad.
Bass Boost afstandsbediening
Draad voor Bass Boost afstandsbediening
Zekering (40 A) × 2
Achterkant
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
8
Aansluitingen zonder solderen
Sluit geen bedrading met blootliggende
geleiderkern aan op de stroomaansluitingen van
deze versterker (spanningsaansluitpunt, GND
aardeaansluiting, aansluiting voor
systeemafstandsbediening). Als de blootliggende
geleiderkern van een dergelijke draad los raakt of
breekt, zou dit kunnen leiden tot kortsluiting of
brand.
Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen
te zitten, moet u deze regelmatig controleren en
indien nodig opnieuw vastzetten.
Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze
te solderen of af te binden.
Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet
met de isolatie vastklemt.
Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de
schroef van de versterkeraansluiting vast of los te
draaien. Zet de draad goed vast met de schroef
van de aansluiting. Omdat echter te vast
aandraaien van de aansluitingsschroef voor de
systeemafstandsbediening het risico met zich
meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u
de draad bij het vastdraaien goed in de gaten
houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te
vast aandraait.
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad en de aarddraad moeten allemaal
dezelfde maat hebben.
Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de
draad voor de systeemafstandsbediening.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte minder dan minder dan minder dan
4,5 m 7,2 m 11,4 m
Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Boor een gat
van 13 mm in
de carrosserie
van de auto.
Steek het rubberen O-vormige
doorvoerbuisje in de carrosserie
van de auto.
Positieve
aansluiting (+)
Zekering (40 A) × 2
GND aarde-
aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
Aansluitpuntschroeven
9
Aansluiten van het toestel
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen
•Gebruik draad van 10 AWG tot 16 AWG voor
luidsprekerdraad.
1. Strip ongeveer 10 mm tot 12 mm
van de isolatie van het uiteinde van
de luidsprekerdraden met een
striptang of mes.
2. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
Gebruik van de luidspreker-ingang
Sluit de uitgangsdraden van de autostereo
aan op de versterker via de meegeleverde
luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp)
stekkers.
Schuif de ingangsschakelaar naar links (SP).
7 Verbindingen bij gebruik van de
luidspreker-ingang
Aansluiten van de
luidsprekerdraden
Sluit de luidsprekersnoeren aan zoals
aangegeven in de onderstaande
afbeeldingen.
10 mm tot 12 mm
Subwoofer
Aansluitpuntschroeven
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
Luidspreker-ingang
Luidspreker-
ingangsdraad met
RCA (tulp) stakkers
Naar de RCA-ingangsaansluiting
van dit toestel.
Autostereo
Wit: Zwart: Zwart: Rood:
Links + Links Rechts Rechts +
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
10
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met
brand tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele
plaatsen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend
afhankelijk van het automerk en model en uw
wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig
op een stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u
controleren dat het reservewiel, de krik en het
gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden
verwij-derd.
Installatie
11
Installatie
Bevestigen van de Bass Boost
afstandsbediening
Bevestig deze met zelftappende schroeven (3 mm ×
10 mm) op een gemakkelijk toegankelijke plek,
bijvoorbeeld onder het dashboard.
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 mm × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Zelftappende schroef
(3 mm × 10 mm)
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroef
(4 mm × 30 mm)
Vloermat
of chassis
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
12
Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik .......................................................................................................... 27,0 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* .................................................................................................. 7,5 A (4 voor een kanaal)
15,0 A (2 voor een kanaal)
Zekering .................................................................................................................................................................. 30 A × 2
Afmetingen ........................................................................................................ 290 mm (B) × 56 mm (H) × 200 mm (D)
(Exclusief aansluitingen)
Gewicht ........................................................................................................................................ 3,2 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ......................................................................................600 W × 1 (4 ) / 1 200 W × 1 (2 )
Continu vermogen (14,4 V) ............................................................… 4 , 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0 % THV, 300 W × 1
2 , 50 Hz, 1,0 % THV, 600 W × 1
Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 (2 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB)
Signaal/ruisverhouding .................................................................................................................. 80 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ........................................................................................................................................ 0,3% (10 W, 100 Hz)
Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Extra versterking lage tonen .................................................................................................................... Frequentie: 50 Hz
Helling: 0 dB t/m 12 dB
Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 200 mV t/m 6,5 V
Luidspreker: 0,8 V t/m 26 V
Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 k
Luidspreker: 26 V / 90 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.
Technische gegevens

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Alvorens gebruik ........................................ 1 Bezoek onze website ........................................ 2 Bij problemen .................................................... 2 Over dit product ................................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 Instellen van dit toestel ............................ 3 Versterkingsregelaar .......................................... 3 Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter) drempelfrequentie ...................................... 4 Spanningsindicator (Blauw) .............................. 4 Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC) .................................. 4 Ingangsschakelaar ............................................ 4 Bass Boost regelaar .......................................... 4 Correct instellen van de Gain (extra versterking) ...................................... 5 Aansluiten van het toestel ...................... 6 Aansluitschema ................................................ 7 Aansluitingen zonder solderen .......................... 8 Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 8 Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 9 Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 9 Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 9 Installatie .................................................. 10 Bevestigen van de Bass Boost afstandsbediening .................................... 11 Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ............................................ 11 Technische gegevens ............................ 12 Alvorens gebruik Dank U zeer voor de aanschaf van dit PIONEER-product. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door, voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren. Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering van het product. Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Bezoek onze website Hier vindt u onze site: http://www.pioneer.nl • Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering na bijvoorbeeld verlies of diefstal. • Op onze website vindt u de laatste informatie over Pioneer Corporation. 1 Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde PIONEER servicecentrum, wanneer de eenheid niet juist functioneert. WAARSCHUWING FRANÇAIS ITALIANO • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. • Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de schroeven of bouten vast te draaien wanneer u de draden aan de aansluitingen bevestigt. Gebruik van een los verkrijgbare, lange inbussleutel kan ertoe leiden dat er teveel kracht wordt gezet, hetgeen de aansluitingen en de bedrading zou kunnen beschadigen. • We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • Raak de versterker niet met natte handen aan. U zou anders een elektrische schok kunnen krijgen. Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze nat is. • Voor de verkeersveiligheid dient u het volume zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en ander verkeer nog goed kunt horen. • Controleer de verbindingen van de spanningstoevoer en de subwoofer indien de zekering van de los verkrijgbare accudraad of de zekering van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en ampèrage. • Om een onjuiste werking van de versterker en de subwoofer te voorkomen, schakelt het beschermingscircuit van de versterker de spanning naar de versterker uit indien de omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding met de spanningsbron en de subwoofer. Zoek de oorzaak en los het probleem op. • Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de oorzaak niet kunt vinden. • Om een elektrische schok of kortluiting te voorkomen tijdens het aansluiten en installeren, moet de negative (–) pool van de accu worden ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. DEUTSCH Dit product is een klasse D versterker voor de subwoofer. Als zowel de L (linker) als R (rechter) kanalen zijn aangesloten op de RCA (tulp) ingangsaansluitingen van dit product, zal de geluidsweergave gemengd zijn omdat dit product een monoversterker is. WAARSCHUWING ESPAÑOL Over dit product ENGLISH Bij problemen NEDERLANDS êìëëäàâ 2 Instellen van dit toestel Versterkingsregelaar Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het volume is verhoogd met de auto-stereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd. • Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de auto-stereo. 3 ENGLISH Regelaar voor LPF (lage-doorlaatfilter) drempelfrequentie U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen. ESPAÑOL DEUTSCH Spanningsindicator (Blauw) De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld. FRANÇAIS Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC) Als u een slag of dreun hoort bij het luisteren naar een MW/LW (MG/LG)-uitzending op uw autostereo, kunt u de stand van de BFC-schakelaar wijzigen met een kleine schroevedraaier met platte kop. ITALIANO Ingangsschakelaar NEDERLANDS Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo of de luidsprekeruitgang van een autostereo. Verzet de ingangsschakelaar voor u de stroom inschakelt. Omdat er een zeer hard geluid geproduceerd kan worden via de luidsprekers wanneer u de ingangsschakelaar omzet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de stroom worden uitgeschakeld door een ingebouwde beveiliging. Bij gebruik van een externe uitgang dient u deze schakelaar naar rechts (RCA) te zetten. Voor instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar links (SP) te zetten. In dit geval is het nodig het meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. êìëëäàâ Bass Boost regelaar U kunt de extra versterking van de lage tonen (Bass Boost) regelen van 0 dB t/m 12 dB. Voor aanwijzingen omtrent het aansluiten van de Bass Boost afstandsbediening op de versterker, verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. 4 Instellen van dit toestel Correct instellen van de Gain (extra versterking) • Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste aansluitingen te voorkomen. • Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een te hoog volume enz. zal deze functie de geluidsweergave binnen een paar seconden onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing. Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager zet, zal de geluidsweergave worden hersteld. • Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’ instelling van de versterker op een geschikte stand te zetten in overeenstemming met het maximale pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel. ‘Gain’ instelling van dit toestel Pre-out niveau: 2 V (Standaard: 500 mV) Pre-out niveau: 4 V Pre-out niveau: 6,5 V Zo is het niet nodig het volume van het hoofdtoestel te verlagen en wordt een te hoog uitgangsniveau voorkomen. Verhouding tussen de ‘gain’ van de versterker en het uitgangsvermogen van het hoofdtoestel 5 Maximale ‘gain’ Normale ‘gain’ Gelijk vermogen Volumestappen hoofdtoestel ‘Gain’ versterker (normaal) Volumestappen hoofdtoestel ‘Gain’ versterker (maximaal) • Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal alleen de vervorming toenemen en zal het vermogen slechts marginaal toenemen. Golfvorm signaal bij weergave met hoog volume via de ‘gain’ instelling van de versterker Normale ‘gain’ Maximale ‘gain’ Gelijk vermogen Golfvorm signaal ‘Gain’ versterker (normaal) • Op de afbeelding hierboven is de GAIN ingesteld op NORMAL. Vermogen Vermogen Golfvorm signaal ‘Gain’ versterker (maximaal) • Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het vermogen slechts marginaal zal veranderen als u de ‘gain’ van de versterker hoger instelt. • Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende PIONEER service-centrum. Aansluiten van het toestel ENGLISH WAARSCHUWING WAARSCHUWING: Om beschadiging en/of letsel te voorkomen • Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor verschillende luidsprekers. • Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst de accuspanning na voor u het toestel installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus. • De accu raakt mogelijk uitgeput indien de autostereo langdurig is ingeschakeld maar de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de autostereo uit wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de versterker is aangesloten op de spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het contact aanstaat, ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van de luidsprekerdraden”. Dit kan namelijk leiden tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en oververhitting. Ook kan het oppervlak van de versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan leiden tot lichte brandwonden. • U kunt twee soorten subwoofers aansluiten op de versterker; 1: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 350 W of meer en een impedantie van 4 Ω, of 2: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 600 W of meer en een impedantie van 2 Ω. Als het nominale ingangsvermogen en de impedantie buiten de genoemde waarden ligt, kan de subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of kapot gaan. • Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden. Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de antenne, antennekabel en tuner. ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS • Voorkom kortsluiting en beschadiging van de eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool van het voertuig. • Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleerof plakband vast. Bescherm de bedrading door de gedeelten in de buurt van metalen delen met isoleerband af ze dekken. • Leid de draden niet langs plaatsen die heet worden, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarmingselementen. Indien de isolatie van draden heet wordt, zullen de draden worden beschadigd met kortsluiting tot gevolg. • Zorg dat de bedrading de werking van bewegende of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen van het de auto niet hindert. • Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit werkt anders namelijk niet wanneer het voor de veiligheid zou moeten functioneren. • Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af voor gebruik van andere apparaten. Het vermogen van het draad zou dan namelijk worden overschreden, met oververhitting tot gevolg. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. ITALIANO NEDERLANDS êìëëäàâ 6 Aansluiten van het toestel Aansluitschema • Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de ingangsschakelaar naar rechts (RCA). Speciaal rood accusnoer [RD-228] (los verkrijgbaar) Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Doorvoerbuisje Zekering (40 A) × 2 Aardingssnoer (zwart) [RD-228] (los verkrijgbaar) Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis. Bass Boost afstandsbediening Draad voor Bass Boost afstandsbediening 6m Aansluitsnoer met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar). Autostereo met RCA-uitgangspenaansluitingen Aansluiting voor Bass Boost afstandsbediening Verbind deze aansluiting met de Bass Boost afstandsbediening via de daarbij behorende draad. Externe uitgang (subwoofer uitgang) RCA-ingangspenaansluiting Achterkant Luidspreker-aansluitpunt Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor richtlijnen i.v.m. het aansluiten van luidsprekers. Zekering (30 A) × 2 7 Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar) Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbedieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar. minder dan 4,5 m minder dan 7,2 m minder dan 11,4 m Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG Interieur van het voertuig Zekering (40 A) × 2 Boor een gat Steek het rubberen O-vormige van 13 mm in doorvoerbuisje in de carrosserie de carrosserie van de auto. van de auto. 2. Sluit de draden aan. • Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast. Aansluitpuntschroeven Aansluiting voor systeemafstandsbediening GND aardeaansluiting Spanningsaansluitpunt Aardingssnoer (POWER) Accudraad Draad voor systeemafstandsbediening NEDERLANDS Draadlengte Motorcompartiment ITALIANO Maat voor de accudraad en de aarddraad Positieve aansluiting (+) FRANÇAIS • We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • De aanbevolen maten voor de draden (AWG: American Wire Gauge) zijn als volgt. De accudraad en de aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben. • Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de draad voor de systeemafstandsbediening. • Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoeraansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. DEUTSCH Aansluiten van het spanningsaansluitpunt 1. Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto. ESPAÑOL • Sluit geen bedrading met blootliggende geleiderkern aan op de stroomaansluitingen van deze versterker (spanningsaansluitpunt, GND aardeaansluiting, aansluiting voor systeemafstandsbediening). Als de blootliggende geleiderkern van een dergelijke draad los raakt of breekt, zou dit kunnen leiden tot kortsluiting of brand. • Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen te zitten, moet u deze regelmatig controleren en indien nodig opnieuw vastzetten. • Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze te solderen of af te binden. • Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet met de isolatie vastklemt. • Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de schroef van de versterkeraansluiting vast of los te draaien. Zet de draad goed vast met de schroef van de aansluiting. Omdat echter te vast aandraaien van de aansluitingsschroef voor de systeemafstandsbediening het risico met zich meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u de draad bij het vastdraaien goed in de gaten houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te vast aandraait. ENGLISH Aansluitingen zonder solderen WAARSCHUWING Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden. êìëëäàâ 8 Aansluiten van het toestel Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen 7 Verbindingen bij gebruik van de luidspreker-ingang • Gebruik draad van 10 AWG tot 16 AWG voor luidsprekerdraad. 1. Strip ongeveer 10 mm tot 12 mm van de isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden met een striptang of mes. 10 mm tot 12 mm Autostereo Luidspreker-ingang Wit: Zwart: Links + Links ≠ Zwart: Rood: Rechts ≠ Rechts + 2. Verbind de luidsprekerdraden met de luidsprekeruitgangsaansluiting. • Zet de luidsprekerdraden goed met de schroeven van de aansluiting vast. Luidsprekeringangsdraad met RCA (tulp) stakkers Aansluitpuntschroeven Luidsprekeruitgangsaansluiting Naar de RCA-ingangsaansluiting van dit toestel. Luidsprekerdraad Gebruik van de luidspreker-ingang Sluit de uitgangsdraden van de autostereo aan op de versterker via de meegeleverde luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp) stekkers. Aansluiten van de luidsprekerdraden Sluit de luidsprekersnoeren aan zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. • Schuif de ingangsschakelaar naar links (SP). Subwoofer 9 Installatie ENGLISH WAARSCHUWING WAARSCHUWING: Om slechte werking en/of letsel te voorkomen • Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt gehinderd, en let derhalve op de volgende punten tijdens het installeren. —Zorg dat er voor een goede vrije ruimte boven de versterker is. —Bedek de versterker niet met een vloermat of kleed. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Installeer de versterker niet op onstabiele plaatsen, zoals op de reservebandhouder. • De beste installatieplaats is verschillend afhankelijk van het automerk en model en uw wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig op een stabiele plaats. • Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of de versterker en het systeem naar behoren werken. • Na het installeren van de versterker, moet u controleren dat het reservewiel, de krik en het gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden verwij-derd. ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS ITALIANO NEDERLANDS • Niet installeren op: —Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers zou kunnen verwonden wanner de auto plotseling stopt. —Plaasten waar de bestuurder door de eenheid tijdens het rijden zou kunnen worden gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel. • Kontroleer dat draden niet in de weg van de stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk kortsluiting kunnen veroorzaken. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen van het voertuig door worden gesneden met brand tot gevolg. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier die is beschreven om de installatie uit te voeren zoals het hoort. Als andere onderdelen dan diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is het mogelijk dat inwendige onderdelen van de versterker schade oplopen of loskomen, zodat de versterker niet meer werkt. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. êìëëäàâ 10 Installatie Bevestigen van de Bass Boost afstandsbediening Bevestig deze met zelftappende schroeven (3 mm × 10 mm) op een gemakkelijk toegankelijke plek, bijvoorbeeld onder het dashboard. Zelftappende schroef (3 mm × 10 mm) Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis 1. Zet de versterker op de plaats waar hij moet worden geïnstalleerd. Steek de bijgeleverde tapschroeven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten. Druk met een schroevendraaier op de schroeven zodat ze een inkeping maken op de plaats waar de gaten voor de installatie moeten komen. 2. Boor gaten met een diameter van 2,5 mm op de plaatsen die zijn gemerkt en installeer de versterker, ofwel op de vloermat ofwel rechtstreeks op het chassis. Tapschroef (4 mm × 30 mm) Vloermat of chassis Boor een gat met een diameter van 2,5 mm 11 Technische gegevens ENGLISH ESPAÑOL Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar) Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa Stroomverbruik .......................................................................................................... 27,0 A (met continu spanning, 4 Ω) Gemiddeld stroomverbruik* .................................................................................................. 7,5 A (4 Ω voor een kanaal) 15,0 A (2 Ω voor een kanaal) Zekering .................................................................................................................................................................. 30 A × 2 Afmetingen ........................................................................................................ 290 mm (B) × 56 mm (H) × 200 mm (D) (Exclusief aansluitingen) Gewicht ........................................................................................................................................ 3,2 kg (Excl. bedrading) Maximale spanningsuitvoer ......................................................................................600 W × 1 (4 Ω) / 1 200 W × 1 (2 Ω) Continu vermogen (14,4 V) ............................................................… 4 Ω, 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0 % THV, 300 W × 1 2 Ω, 50 Hz, 1,0 % THV, 600 W × 1 Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 Ω (2 Ω t/m 8 Ω toelaatbaar) Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB) Signaal/ruisverhouding .................................................................................................................. 80 dB (IEC-A netwerk) Vervorming ........................................................................................................................................ 0,3% (10 W, 100 Hz) Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz Afsnijsteilheid: –12 dB/oct Extra versterking lage tonen .................................................................................................................... Frequentie: 50 Hz Helling: 0 dB t/m 12 dB Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 200 mV t/m 6,5 V Luidspreker: 0,8 V t/m 26 V Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 kΩ Luidspreker: 26 V / 90 kΩ DEUTSCH FRANÇAIS Opmerking: • Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. *Gemiddeld stroomverbruik ITALIANO • Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomverbruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers. NEDERLANDS êìëëäàâ 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86

Pioneer gm-d8400 Handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten