Makita 5903R Data papier

Categorie
Cirkelzagen
Type
Data papier
28
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
1 Een typische afbeelding van
goede handplaatsing, werkstuk-
ondersteuning en netsnoerroute
(indien van toepassing).
2 Om terugslag te voorkomen,
ondersteun de plank of plaat
dicht bij de snijlijn.
3 Plaats de ondersteuningen niet
te ver van de snijlijn.
4 Hendel
5 Klemschroef
6 Grondplaat
7 Bovengeleider
8Zool
9 60° schuine zaagsneden
10 45° schuine zaagsneden
11 30° schuine zaagsneden
12 Rechte zaagsneden
13 Zaagblad
14 Uitsteeksels voor afstelling van
het spouwmes
15 Zeskantbout (Voor afstelling van
het spouwmes)
16 Snijdiepte
17 Ontgrendelknop
18 Trekschakelaar
19 Zeskantsleutel
20 Asvergrendeling
21 Zeskantbout
22 Buitenflens
23 Zaagblad
24 Binnenflens
25 Stofzuiger
26 Limietaanduiding
27 Schroevendraaier
28 Borstelhouderdop
TECHNISCHE GEGEVENS
In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
ENE078-2
Doeleinden van gebruik
Het gereedschap is bedoeld voor het rechtzagen in leng-
terichting en in dwarsrichting en voor het verstekzagen
van hoeken in hout terwijl het gereedschap stevig tegen
het werkstuk wordt gehouden. Met de geschikte originele
Makita zaagbladen kunt u ook andere materialen zagen.
ENF002-2
Stroomvoorziening
Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op
een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op
de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. Het gereedschap is dubbel-geïsoleerd
volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
GEA010-1
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
GEB029-5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
CIRKELZAAGMACHINE
Werkwijze bij het zagen
1. GEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van
het zaaggebied en het zaagblad. Houd met uw
andere hand de voorhandgreep of de behuizing
van het gereedschap vast. Als u de cirkelzaag met
beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen
zagen.
2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u niet beschermen onder het
werkstuk tegen het zaagblad.
3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte
van het werkstuk. Minder dan een volledige tand-
hoogte dient onder het werkstuk uit te komen.
4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het werk-
stuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen
om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan
blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de
controle over het gereedschap verliest. (Fig. 1)
5. Houd het elektrisch gereedschap uitsluitend
vast aan de geïsoleerde handgrepen wanneer u
werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap
met verborgen bedrading of met zijn eigen snoer
in aanraking kan komen. Als een draad die onder
stroom staat wordt gezaagd, komen de metalen
delen van het gereedschap ook onder stroom te
staan en kunt u een gevaarlijke elektrische schok
krijgen.
Model 5603R 5703R 5705R 5903R 5103R 5143R
Bladdiameter 165 mm 190 mm 190 mm 235 mm 270 mm 355 mm
Max.
zaagdiepte
bij 90° 54 mm 66 mm 66 mm 85 mm 100 mm 130 mm
bij 45° 38 mm 46 mm 46 mm 64 mm 73 mm 90 mm
Toerental onbelast (min
–1
) 5 000 4 800 4 800 4 500 3 800 2 700
Totale lengte 330 mm 356 mm 356 mm 400 mm 442 mm 607 mm
Netto gewicht 4,9 kg 5,7 kg 5,7 kg 7,2 kg 9,4 kg 14,0 kg
Veiligheidsklasse /II /II /II /II /II /II
29
6. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegelei-
der of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauw-
keurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van
de juiste afmetingen en vorm (diamand of rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de bevesti-
gingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch
draaien waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
8. Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde
bouten en ringen om het zaagblad mee te beves-
tigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van
het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik
met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig
gebruik.
Oorzaken van terugslag en aanverwante waarschu-
wingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld,
vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad, waardoor de
oncontroleerbare cirkelzaag omhoog, uit het werkstuk
en in de richting van de gebruiker gaat.
Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt door-
dat de zaagsnede naar beneden toe smaller wordt, ver-
traagt het zaagblad en komt als reactie de motor snel
omhoog in de richting van de gebruiker.
Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in de
zaagsnede, kunnen de tanden aan de achterrand van
het zaagblad zich in het bovenoppervlak van het hout
vreten, waardoor het zaagblad uit de zaagsnede klimt
en omhoog springt in de richting van de gebruiker.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cirkelzaag
en/of onjuiste gebruiksprocedures of -omstandigheden,
en kan worden voorkomen door goede voorzorgsmaatre-
gelen te treffen, zoals hieronder vermeld:
9. Houd de cirkelzaag stevig vast met beide handen
en houdt uw armen zodanig dat een terugslag
wordt opgevangen. Plaats uw lichaam zijwaarts
versprongen van het zaagblad en niet in een
rechte lijn erachter. Door terugslag kan de cirkel-
zaag achterwaarts springen, maar de kracht van de
terugslag kan met de juiste voorzorgsmaatregelen
door de gebruiker worden opgevangen.
10. Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u
om een of andere reden het zagen onderbreekt,
laat u de aan/uit-schakelaar los en houdt u de
cirkelzaag stil in het materiaal totdat het zaag-
blad volledig tot stilstand is gekomen. Probeer
nooit het zaagblad uit het werkstuk te halen of
de cirkelzaag naar achteren te trekken, terwijl
het zaagblad nog draait omdat hierdoor een
terugslag kan optreden. Onderzoek waarom het
zaagblad is vastgelopen en tref afdoende maatrege-
len om de oorzaak ervan op te heffen.
11. Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt terwijl
het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het
zaagblad in het midden van de zaagsnede en
controleert u dat de tanden niet in het materiaal
grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan wan-
neer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het zaagblad
uit het werkstuk lopen of terugslaan.
12. Ondersteun grote platen om de kans te minimali-
seren dat het zaagblad bekneld raakt of terug-
slaat. Grote platen neigen door te zakken onder hun
eigen gewicht. U moet de plaat ondersteunen aan
beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en vlakbij het uit-
einde. (Fig. 2 en 3)
13. Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet
meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden
maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote wrij-
ving, vastlopen en terugslag.
14. De vergrendelhendels voor het instellen van de
zaagbladdiepte en verstelhoek moeten vastzitten
alvorens te beginnen met zagen. Als de instellin-
gen van het zaagblad zich tijdens het zagen wijzi-
gen, kan dit leiden tot vastlopen of terugslag.
15. Wees extra voorzichtig wanneer u een “blinde”
zaagsnede maakt in een bestaande wand of een
andere plaats waarvan u de onderkant niet kunt
zien. Het zaagblad zou iets hards kunnen raken,
met als gevolg een gevaarlijke terugslag.
16. Houd het gereedschap ALTIJD met beide handen
stevig vast. Plaats NOOIT uw hand of vingers
achter het zaagblad. Als een terugslag optreedt,
kan het zaagblad gemakkelijk achteruit en over uw
hand springen waardoor ernstig persoonlijk letsel
ontstaat. (Fig. 4)
17. Dwing de cirkelzaag nooit. Duw de cirkelzaag
vooruit met een snelheid waarbij het zaagblad
niet vertraagt. Als u het zaagblad dwingt, kan dat
leiden tot een ongelijkmatige zaagsnede, vermin-
derde nauwkeurigheid en mogelijke terugslag.
Functie van de onderste beschermkap
18. Controleer voor ieder gebruik of de onderste
beschermkap goed sluit. Gebruik de cirkelzaag
niet als de onderste beschermkap niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste
beschermkap nooit vast in de geopende stand.
Als u de cirkelzaag per ongeluk laat vallen, kan de
onderste beschermkap worden verbogen. Til de
onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel
en controleer dat deze vrij kan bewegen en niet het
zaagblad of enig ander onderdeel raakt, onder alle
verstekhoeken en op alle zaagdiepten.
19. Controleer de werking van de veer van de onder-
ste beschermkap. Als de beschermkap en de
veer niet goed werken, dienen deze te worden
gerepareerd voordat de cirkelzaag wordt
gebruikt. De onderste beschermkap kan traag wer-
ken als gevolg van beschadigde onderdelen, gom-
of hardafzetting, of opeenhoping van vuil.
20. De onderste beschermkap mag alleen handmatig
worden ingetrokken in speciale gevallen, zoals
een “blinde” of gecompliceerde zaagsnede.
Licht de onderste beschermkap op door de hen-
del in te trekken en laat dan de beschermkap los
zodra het zaagblad het materiaal aangrijpt. Voor
alle andere zaagsneden moet u de onderste
beschermkap automatisch laten werken.
21. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het
zaagblad bedekt voordat u de cirkelzaag op een
werkbak of vloer neerlegt. Een onbeschermd
zaagblad dat nog nadraait, zal de cirkelzaag achter-
uit doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt
gezaagd. Denk aan de tijd die het duurt nadat de cir-
kelzaag is uitgeschakeld voordat het zaagblad stil-
staat.
22. U kunt de onderste beschermkap controleren,
door deze met de hand te openen, los te laten en
te kijken hoe hij sluit. Controleer tevens of de
terugtrekhendel de behuizing van het gereed-
schap niet raakt. Het zaagblad onbeschermd laten
is UITERST GEVAARLIJK en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel.
30
Functie van het spouwmes
23. Gebruik het geschikte zaagblad voor het spouw-
mes dat wordt gebruikt. Om het spouwmes goed
te laten werken, moet het zaagblad dunner zijn dan
het spouwmes, maar moet de snijbreedte van het
zaagblad breder zijn dan de dikte van het spouw-
mes.
24. Stel het spouwmes in zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Door een onjuiste afstand,
positie of uitlijning, zal het spouwmes eventuele
terugslag niet effectief kunnen voorkomen.
25. Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij het
maken van een “blinde” zaagsnede. Het spouw-
mes moet worden teruggeplaatst nadat de “blinde”
zaagsnede is gemaakt. Het spouwmes zit in de weg
bij het maken van een “blinde” zaagsnede en kan
terugslag veroorzaken.
26. Voor een goede werking van het spouwmes,
moet het in het werkstuk lopen. Het spouwmes is
niet effectief in het voorkomen van terugslag tijdens
korte zaagsneden.
27. Bedien de zaag niet als het spouwmes verbogen
is. Zelfs bij heel licht aanlopen kan de sluitsnelheid
van een beschermkap worden verlaagd.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
28. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout,
druk-behandeld timmerhout en hout met knoes-
ten. Zorg dat de cirkelzaag steeds soepel vooruit
beweegt zonder dat de snelheid van het zaagblad
lager wordt, om oververhitting van de zaagtanden te
voorkomen.
29. Probeer niet afgezaagd materiaal te verwijderen
terwijl het zaagblad nog draait. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voor-
dat u het afgezaagde materiaal vastpakt. Het
zaagblad draait nog na nadat het gereedschap is uit-
geschakeld.
30. Voorkom dat u in spijkers zaag. Inspecteer het
hout op spijkers en verwijder deze zonodig voor-
dat u begint te zagen.
31. Plaats het bredere deel van de zool van de cirkel-
zaag op het deel van het werkstuk dat goed is
ondersteund, en niet op het deel dat omlaag valt
nadat de zaagsnede gemaakt is. Als voorbeeld
laat afbeelding 5 zien hoe u het uiteinde van een
plank GOED afzaagt, en afbeelding 6 hoe u dit
VERKEERD doet. Als het werkstuk kort of smal
is, klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT
WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN!
(Fig. 5 en 6)
32. Voordat u het gereedschap neerlegt na het vol-
tooien van een zaagsnede, controleert u dat de
onderste beschermkap gesloten is en het zaag-
blad volledig tot stilstand is gekomen.
33. Probeer nooit te zagen waarbij de cirkelzaag
ondersteboven in een bankschroef is geklemd.
Dit is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel. (Fig. 7)
34. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatrege-
len tegen het inademen van stof en contact met
de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de
leverancier van het materiaal op.
35. Breng het zaagblad niet tot stilstand door zijde-
lings op het zaagblad te drukken.
36. Gebruik altijd zaagbladen die in deze gebruiks-
aanwijzing aanbevolen worden. Gebruik geen
slijpschijven.
37. Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of
hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt
het zaagblad en verhoogt de kans op terugslag.
Houd het zaagblad schoon door dit eerst van het
gereedschap te demonteren en het vervolgens
schoon te maken met een reinigingsmiddel voor
gom en hars, heet water of kerosine. Gebruik nooit
benzine.
38. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens de functies op het gereedschap te controleren of
af te stellen.
De zaagdiepte instellen (Fig. 8)
LET OP:
Nadat u de zaagdiepte hebt ingesteld, zet u de hendel
altijd stevig vast.
Zet de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de
grondplaat op of neer. Zet de zool vast op de gewenste
zaagdiepte door de hendel vast te draaien.
Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de zaag-
diepte zodanig in dat niet meer dan een tandhoogte door
het werkstuk heen steekt. Door de zaagdiepte goed in te
stellen, verkleint u de kans op een potentieel gevaarlijke
TERUGSLAG, en daarmee op persoonlijk letsel.
Verticaal verstekzagen (Fig. 9)
Voor de model 5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R
Draai de klemschroeven aan de voor- en achterkant los
en kantel het gereedschap in de gewenste hoek voor ver-
ticaal-verstekzagen (0° t/m 45°). Draai na het instellen de
klemschroeven aan de voor- en achterkant stevig aan.
Voor de model 5143R
Draai de klemschroef aan de voorkant los en kantel het
gereedschap in de gewenste hoek voor verticaal-verstek-
zagen (0° t/m 60°). Draai na het instellen de klemschroef
aan de voorkant stevig aan.
Zichtlijn
Voor 5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R
(Fig. 10 en 11)
Voor recht zagen lijnt u de positie A op de voorkant van
de zool uit met de zaaglijn. Voor verticaal verstekzagen
onder een hoek van 45°, gebruikt u hiervoor positie B.
31
Voor 5143R (Fig. 12)
Lijn uw zichtlijn uit met 0°-nok voor recht zagen, met de
30°-nok voor verticaal verstekzagen onder een hoek van
30°, met de 45°-nok voor verticaal verstekzagen onder
een hoek van 45°, of met de 60°-nok voor verticaal ver-
stekzagen onder een hoek van 60°.
Afstellen van het spouwmes (Fig. 13)
Draai met de zeskantsleutel de zeskantbout voor afstel-
ling van het spouwmes los, en breng dan de onderste
beschermkap omhoog. Beweeg het spouwmes naar
omhoog of naar omlaag over de twee uitsteeksels voor
afstelling van het spouwmes aangegeven in de afbeel-
ding om de juiste afstand tussen het spouwmes en het
zaagblad te krijgen.
LET OP:
Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand
niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder
dan 5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uit-
steekt.
Werking van de aan/uit-schakelaar (Fig. 14)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcon-
tact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-vergren-
delknop in en haalt u de aan/uit-schakelaar aan. Laat de
aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen.
INEENZETTEN
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Verwijderen of installeren van het zaagblad
(Fig. 15 en 16)
Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbladen
worden gebruikt.
006481
De dikte van het spouwmes is 1,8 mm voor Modellen
5603R, 5703R en 5705R, 2,0 mm voor Modellen 5903R
en 5103R, 2,5 mm voor Model 5143R.
LET OP:
Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden aan
de in deze gebruiksaanwijzing vermelde specificaties.
Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker, of
de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is dan de
dikte van het spouwmes.
LET OP:
Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig wordt aan-
gebracht dat de tanden aan de voorkant van het
gereedschap omhoog wijzen.
Gebruik uitsluitend de Makita-steeksleutel voor het
aanbrengen en verwijderen van het zaagblad.
Druk nooit de asvergrendeling in terwijl de zaag draait.
Als u het zaagblad wilt verwijderen, drukt u eerst de
asvergrendeling helemaal in zodat het zaagblad niet
meer kan draaien, en gebruikt u vervolgens de steek-
sleutel om de zeskantbout linksom los te draaien. Verwij-
der tenslotte de zeskantbout, de buitenflens en het
zaagblad.
Om het zaagblad aan te brengen, volgt u de procedure in
omgekeerde volgorde. ZORG ERVOOR DAT U DE ZES-
KANTBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT.
Vergeet niet tijdens het verwisselen van het zaagblad ook
de bovenste en onderste beschermkappen te ontdoen
van opgehoopt zaagsel. Ondanks dergelijk onderhoud
blijft het noodzakelijk de werking van de onderste
beschermkap voor ieder gebruik te controleren.
Een stofzuiger aansluiten (Fig. 17)
Om de zaagomgeving schoon te houden, kunt u een
Makita-stofzuiger op dit gereedschap aansluiten. Mon-
teer de aansluitmond met behulp van de schroeven op
het gereedschap. Sluit vervolgens de stofzuigerslang
aan op de aansluitmond, zoals aangegeven in de afbeel-
ding.
Model
Max.
diam.
Min.
diam.
Zaagblad-
dikte
Zaagsnede
5603R 165 mm 150 mm
1,6 mm
of minder
1,9 mm
of meer
5703R,
5705R
190 mm 170 mm
1,6 mm
of minder
1,9 mm
of meer
5903R 235 mm 210 mm
1,7 mm
of minder
2,1 mm
of meer
5103R 270 mm 260 mm
1,8 mm
of minder
2,2 mm
of meer
5143R 355 mm 350 mm
2,3 mm
of minder
2,7 mm
of meer
32
BEDIENING
LET OP:
Duw het gereedschap voorzichtig in een rechte lijn
naar voren. Als u het gereedschap dwing of verdraait,
zal de motor oververhit raken en het gereedschap
gevaarlijk terugslaan waardoor ernstig letsel kan wor-
den veroorzaakt.
Houd het gereedschap stevig vast. Het gereedschap is
voorzien van zowel een voorhandgreep als een achter-
handgreep. Gebruik beide om het gereedschap zo goed
mogelijk vast te houden. Als u de cirkelzaag met beide
handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
Plaats eerst de zool op het werkstuk dat u wilt zagen,
zonder dat het zaagblad het werkstuk raakt. Schakel ver-
volgens het gereedschap in en wacht totdat het zaagblad
op volle snelheid draait. Duw het gereedschap nu
gewoon naar voren over het oppervlak van het werkstuk,
houd het daarbij vlak, en duw gelijkmatig totdat het
zagen klaar is.
Zorg voor een schone zaagsnede door een rechte zaag-
lijn en een constante voortgaande snelheid. Als de
zaagsnede niet verloopt volgens de voorgenomen zaag-
lijn, mag u niet proberen het gereedschap iets te draaien
of te dwingen terug te keren naar de zaaglijn. Als u dit
doet, kan het zaagblad vastlopen en een gevaarlijke
terugslag optreden met mogelijk ernstig persoonlijk letsel
tot gevolg. Laat de aan/uit-schakelaar los, wacht tot het
zaagblad tot stilstand is gekomen en trek vervolgens het
gereedschap terug. Lijn het gereedschap opnieuw uit
met een nieuwe zaaglijn en begin weer te zagen. Pro-
beer te vermijden dat door de positie van het gereed-
schap de gebruiker wordt blootgesteld aan zaagsel en
spaanders die door het gereedschap worden uitgewor-
pen. Gebruik oogbescherming om verwonding te voorko-
men. (Fig. 18)
LET OP:
Het spouwmes moet altijd worden gebruikt, behalve
voor invalzaagwerk.
Breedtegeleider (liniaal) (Fig. 19)
Met de handige breedtegeleider kunt u extra nauwkeurig
recht zagen. Schuif gewoon de breedtegeleider strak
tegen de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn
plaats vast met behulp van de schroef op de voorkant
van de zool van het gereedschap. Op deze manier is het
tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met iden-
tieke breedte.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Dat kan verkleuring, vervormingen en bar-
sten veroorzaken.
Vervangen van koolborstels (Fig. 20 en 21)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-
vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-
ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat
ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels
dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitslui-
tend gelijksoortige koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de
koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten
koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna
de kappen weer goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
product te handhaven, dienen alle reparaties en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecen-
trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-
gingsonderdelen.
OPTIONELE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de acces-
soires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecifi-
ceerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
Zaagbladen
Breedtegeleider (liniaal)
Zeskantsleutel
Aansluitmond
OPMERKING:
Sommige onderdelen in deze lijst kunnen bij het
gereedschap zijn meeverpakt als standaard-
accessoires. Deze kunnen van land tot land
verschillen.
33
ENG905-1
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld vol-
gens EN60745:
Model 5603R, 5703R
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 93 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 104 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Model 5705R, 5143R
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 94 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 105 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Model 5903R
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 95 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 106 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Model 5103R
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 97 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 108 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Draag oorbeschermers
ENG900-1
Trilling
De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom)
vastgesteld volgens EN60745:
Model 5603R
Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h, W
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model 5103R, 5143R
Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h, W
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Bedrijfsfunctie: zagen in metaal
Trillingsemissie (a
h, CM
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model 5703R
Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h, W
): 3,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model 5903R
Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h, W
): 3,0 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
Model 5705R
Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h, W
): 2,5 m/s
2
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
• De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten vol-
gens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt
om dit gereedschap te vergelijken met andere gereed-
schappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstell-
ing.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd
op een schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen van de
bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het
gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait,
naast de ingeschakelde tijdsduur).
ENH101-15
Alleen voor Europese landen
EU-Verklaring van Conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s):
Aanduiding van de machine: Cirkelzaagmachine
Modelnr./Type:
5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R, 5143R
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland
30.1.2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1 Een typische afbeelding van goede handplaatsing, werkstukondersteuning en netsnoerroute (indien van toepassing). Om terugslag te voorkomen, ondersteun de plank of plaat dicht bij de snijlijn. Plaats de ondersteuningen niet te ver van de snijlijn. Hendel Klemschroef Grondplaat 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Bovengeleider Zool 60° schuine zaagsneden 45° schuine zaagsneden 30° schuine zaagsneden Rechte zaagsneden Zaagblad Uitsteeksels voor afstelling van het spouwmes 15 Zeskantbout (Voor afstelling van het spouwmes) 16 Snijdiepte 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Ontgrendelknop Trekschakelaar Zeskantsleutel Asvergrendeling Zeskantbout Buitenflens Zaagblad Binnenflens Stofzuiger Limietaanduiding Schroevendraaier Borstelhouderdop TECHNISCHE GEGEVENS Model 5603R 5703R 5705R 5903R 5103R 5143R Bladdiameter 165 mm 190 mm 190 mm 235 mm 270 mm 355 mm bij 90° 54 mm 66 mm 66 mm 85 mm 100 mm 130 mm bij 45° 38 mm 46 mm 46 mm 64 mm 73 mm 90 mm Toerental onbelast (min–1) 5 000 4 800 4 800 4 500 3 800 2 700 Totale lengte 330 mm 356 mm 356 mm 400 mm 442 mm 607 mm Netto gewicht 4,9 kg 5,7 kg 5,7 kg 7,2 kg 9,4 kg 14,0 kg /II /II /II /II /II Max. zaagdiepte Veiligheidsklasse • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 ENE078-2 Doeleinden van gebruik Het gereedschap is bedoeld voor het rechtzagen in lengterichting en in dwarsrichting en voor het verstekzagen van hoeken in hout terwijl het gereedschap stevig tegen het werkstuk wordt gehouden. Met de geschikte originele Makita zaagbladen kunt u ook andere materialen zagen. ENF002-2 Stroomvoorziening Het gereedschap mag alleen worden aangesloten op een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom worden gebruikt. Het gereedschap is dubbel-geïsoleerd volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op een niet-geaard stopcontact worden aangesloten. GEA010-1 Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. 28 /II GEB029-5 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN CIRKELZAAGMACHINE Werkwijze bij het zagen 1. GEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied en het zaagblad. Houd met uw andere hand de voorhandgreep of de behuizing van het gereedschap vast. Als u de cirkelzaag met beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen. 2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk. De beschermkap kan u niet beschermen onder het werkstuk tegen het zaagblad. 3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte van het werkstuk. Minder dan een volledige tandhoogte dient onder het werkstuk uit te komen. 4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit vast met uw handen of benen. Zorg dat het werkstuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond. Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de controle over het gereedschap verliest. (Fig. 1) 5. Houd het elektrisch gereedschap uitsluitend vast aan de geïsoleerde handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap met verborgen bedrading of met zijn eigen snoer in aanraking kan komen. Als een draad die onder stroom staat wordt gezaagd, komen de metalen delen van het gereedschap ook onder stroom te staan en kunt u een gevaarlijke elektrische schok krijgen. 6. 7. 8. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegeleider of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauwkeurigheid van het zagen vergroot en de kans op vastlopen van het zaagblad verkleint. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van de juiste afmetingen en vorm (diamand of rond). Zaagbladen die niet goed passen op de bevestigingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch draaien waardoor u de controle over het gereedschap verliest. Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde bouten en ringen om het zaagblad mee te bevestigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig gebruik. Oorzaken van terugslag en aanverwante waarschuwingen – Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld, vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad, waardoor de oncontroleerbare cirkelzaag omhoog, uit het werkstuk en in de richting van de gebruiker gaat. – Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie de motor snel omhoog in de richting van de gebruiker. – Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in de zaagsnede, kunnen de tanden aan de achterrand van het zaagblad zich in het bovenoppervlak van het hout vreten, waardoor het zaagblad uit de zaagsnede klimt en omhoog springt in de richting van de gebruiker. Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cirkelzaag en/of onjuiste gebruiksprocedures of -omstandigheden, en kan worden voorkomen door goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld: 9. Houd de cirkelzaag stevig vast met beide handen en houdt uw armen zodanig dat een terugslag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan de cirkelzaag achterwaarts springen, maar de kracht van de terugslag kan met de juiste voorzorgsmaatregelen door de gebruiker worden opgevangen. 10. Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u om een of andere reden het zagen onderbreekt, laat u de aan/uit-schakelaar los en houdt u de cirkelzaag stil in het materiaal totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Probeer nooit het zaagblad uit het werkstuk te halen of de cirkelzaag naar achteren te trekken, terwijl het zaagblad nog draait omdat hierdoor een terugslag kan optreden. Onderzoek waarom het zaagblad is vastgelopen en tref afdoende maatregelen om de oorzaak ervan op te heffen. 11. Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt terwijl het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het zaagblad in het midden van de zaagsnede en controleert u dat de tanden niet in het materiaal grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan wanneer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het zaagblad uit het werkstuk lopen of terugslaan. 12. Ondersteun grote platen om de kans te minimaliseren dat het zaagblad bekneld raakt of terugslaat. Grote platen neigen door te zakken onder hun eigen gewicht. U moet de plaat ondersteunen aan beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en vlakbij het uiteinde. (Fig. 2 en 3) 13. Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote wrijving, vastlopen en terugslag. 14. De vergrendelhendels voor het instellen van de zaagbladdiepte en verstelhoek moeten vastzitten alvorens te beginnen met zagen. Als de instellingen van het zaagblad zich tijdens het zagen wijzigen, kan dit leiden tot vastlopen of terugslag. 15. Wees extra voorzichtig wanneer u een “blinde” zaagsnede maakt in een bestaande wand of een andere plaats waarvan u de onderkant niet kunt zien. Het zaagblad zou iets hards kunnen raken, met als gevolg een gevaarlijke terugslag. 16. Houd het gereedschap ALTIJD met beide handen stevig vast. Plaats NOOIT uw hand of vingers achter het zaagblad. Als een terugslag optreedt, kan het zaagblad gemakkelijk achteruit en over uw hand springen waardoor ernstig persoonlijk letsel ontstaat. (Fig. 4) 17. Dwing de cirkelzaag nooit. Duw de cirkelzaag vooruit met een snelheid waarbij het zaagblad niet vertraagt. Als u het zaagblad dwingt, kan dat leiden tot een ongelijkmatige zaagsnede, verminderde nauwkeurigheid en mogelijke terugslag. Functie van de onderste beschermkap 18. Controleer voor ieder gebruik of de onderste beschermkap goed sluit. Gebruik de cirkelzaag niet als de onderste beschermkap niet vrij kan bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste beschermkap nooit vast in de geopende stand. Als u de cirkelzaag per ongeluk laat vallen, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Til de onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel en controleer dat deze vrij kan bewegen en niet het zaagblad of enig ander onderdeel raakt, onder alle verstekhoeken en op alle zaagdiepten. 19. Controleer de werking van de veer van de onderste beschermkap. Als de beschermkap en de veer niet goed werken, dienen deze te worden gerepareerd voordat de cirkelzaag wordt gebruikt. De onderste beschermkap kan traag werken als gevolg van beschadigde onderdelen, gomof hardafzetting, of opeenhoping van vuil. 20. De onderste beschermkap mag alleen handmatig worden ingetrokken in speciale gevallen, zoals een “blinde” of gecompliceerde zaagsnede. Licht de onderste beschermkap op door de hendel in te trekken en laat dan de beschermkap los zodra het zaagblad het materiaal aangrijpt. Voor alle andere zaagsneden moet u de onderste beschermkap automatisch laten werken. 21. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt voordat u de cirkelzaag op een werkbak of vloer neerlegt. Een onbeschermd zaagblad dat nog nadraait, zal de cirkelzaag achteruit doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt gezaagd. Denk aan de tijd die het duurt nadat de cirkelzaag is uitgeschakeld voordat het zaagblad stilstaat. 22. U kunt de onderste beschermkap controleren, door deze met de hand te openen, los te laten en te kijken hoe hij sluit. Controleer tevens of de terugtrekhendel de behuizing van het gereedschap niet raakt. Het zaagblad onbeschermd laten is UITERST GEVAARLIJK en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 29 Functie van het spouwmes 23. Gebruik het geschikte zaagblad voor het spouwmes dat wordt gebruikt. Om het spouwmes goed te laten werken, moet het zaagblad dunner zijn dan het spouwmes, maar moet de snijbreedte van het zaagblad breder zijn dan de dikte van het spouwmes. 24. Stel het spouwmes in zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Door een onjuiste afstand, positie of uitlijning, zal het spouwmes eventuele terugslag niet effectief kunnen voorkomen. 25. Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij het maken van een “blinde” zaagsnede. Het spouwmes moet worden teruggeplaatst nadat de “blinde” zaagsnede is gemaakt. Het spouwmes zit in de weg bij het maken van een “blinde” zaagsnede en kan terugslag veroorzaken. 26. Voor een goede werking van het spouwmes, moet het in het werkstuk lopen. Het spouwmes is niet effectief in het voorkomen van terugslag tijdens korte zaagsneden. 27. Bedien de zaag niet als het spouwmes verbogen is. Zelfs bij heel licht aanlopen kan de sluitsnelheid van een beschermkap worden verlaagd. 36. Gebruik altijd zaagbladen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik geen slijpschijven. 37. Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt het zaagblad en verhoogt de kans op terugslag. Houd het zaagblad schoon door dit eerst van het gereedschap te demonteren en het vervolgens schoon te maken met een reinigingsmiddel voor gom en hars, heet water of kerosine. Gebruik nooit benzine. 38. Draag een stofmasker en gehoorbescherming tijdens gebruik van het gereedschap. Aanvullende veiligheidsvoorschriften 28. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout, druk-behandeld timmerhout en hout met knoesten. Zorg dat de cirkelzaag steeds soepel vooruit beweegt zonder dat de snelheid van het zaagblad lager wordt, om oververhitting van de zaagtanden te voorkomen. 29. Probeer niet afgezaagd materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad nog draait. Wacht totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u het afgezaagde materiaal vastpakt. Het zaagblad draait nog na nadat het gereedschap is uitgeschakeld. 30. Voorkom dat u in spijkers zaag. Inspecteer het hout op spijkers en verwijder deze zonodig voordat u begint te zagen. 31. Plaats het bredere deel van de zool van de cirkelzaag op het deel van het werkstuk dat goed is ondersteund, en niet op het deel dat omlaag valt nadat de zaagsnede gemaakt is. Als voorbeeld laat afbeelding 5 zien hoe u het uiteinde van een plank GOED afzaagt, en afbeelding 6 hoe u dit VERKEERD doet. Als het werkstuk kort of smal is, klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN! (Fig. 5 en 6) 32. Voordat u het gereedschap neerlegt na het voltooien van een zaagsnede, controleert u dat de onderste beschermkap gesloten is en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. 33. Probeer nooit te zagen waarbij de cirkelzaag ondersteboven in een bankschroef is geklemd. Dit is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. (Fig. 7) 34. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. 35. Breng het zaagblad niet tot stilstand door zijdelings op het zaagblad te drukken. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES 30 BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende gereedschap altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstige verwondingen. LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de functies op het gereedschap te controleren of af te stellen. De zaagdiepte instellen (Fig. 8) LET OP: • Nadat u de zaagdiepte hebt ingesteld, zet u de hendel altijd stevig vast. Zet de hendel op de dieptegeleider los en beweeg de grondplaat op of neer. Zet de zool vast op de gewenste zaagdiepte door de hendel vast te draaien. Voor een schonere, veiligere zaagsnede, stelt u de zaagdiepte zodanig in dat niet meer dan een tandhoogte door het werkstuk heen steekt. Door de zaagdiepte goed in te stellen, verkleint u de kans op een potentieel gevaarlijke TERUGSLAG, en daarmee op persoonlijk letsel. Verticaal verstekzagen (Fig. 9) Voor de model 5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R Draai de klemschroeven aan de voor- en achterkant los en kantel het gereedschap in de gewenste hoek voor verticaal-verstekzagen (0° t/m 45°). Draai na het instellen de klemschroeven aan de voor- en achterkant stevig aan. Voor de model 5143R Draai de klemschroef aan de voorkant los en kantel het gereedschap in de gewenste hoek voor verticaal-verstekzagen (0° t/m 60°). Draai na het instellen de klemschroef aan de voorkant stevig aan. Zichtlijn Voor 5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R (Fig. 10 en 11) Voor recht zagen lijnt u de positie A op de voorkant van de zool uit met de zaaglijn. Voor verticaal verstekzagen onder een hoek van 45°, gebruikt u hiervoor positie B. Voor 5143R (Fig. 12) Lijn uw zichtlijn uit met 0°-nok voor recht zagen, met de 30°-nok voor verticaal verstekzagen onder een hoek van 30°, met de 45°-nok voor verticaal verstekzagen onder een hoek van 45°, of met de 60°-nok voor verticaal verstekzagen onder een hoek van 60°. LET OP: • Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden aan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde specificaties. • Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker, of de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is dan de dikte van het spouwmes. Afstellen van het spouwmes (Fig. 13) LET OP: • Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig wordt aangebracht dat de tanden aan de voorkant van het gereedschap omhoog wijzen. • Gebruik uitsluitend de Makita-steeksleutel voor het aanbrengen en verwijderen van het zaagblad. • Druk nooit de asvergrendeling in terwijl de zaag draait. Draai met de zeskantsleutel de zeskantbout voor afstelling van het spouwmes los, en breng dan de onderste beschermkap omhoog. Beweeg het spouwmes naar omhoog of naar omlaag over de twee uitsteeksels voor afstelling van het spouwmes aangegeven in de afbeelding om de juiste afstand tussen het spouwmes en het zaagblad te krijgen. Werking van de aan/uit-schakelaar (Fig. 14) Als u het zaagblad wilt verwijderen, drukt u eerst de asvergrendeling helemaal in zodat het zaagblad niet meer kan draaien, en gebruikt u vervolgens de steeksleutel om de zeskantbout linksom los te draaien. Verwijder tenslotte de zeskantbout, de buitenflens en het zaagblad. Om het zaagblad aan te brengen, volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. ZORG ERVOOR DAT U DE ZESKANTBOUT RECHTSOM STEVIG VASTDRAAIT. LET OP: • Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten. Vergeet niet tijdens het verwisselen van het zaagblad ook de bovenste en onderste beschermkappen te ontdoen van opgehoopt zaagsel. Ondanks dergelijk onderhoud blijft het noodzakelijk de werking van de onderste beschermkap voor ieder gebruik te controleren. Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht. Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-vergrendelknop in en haalt u de aan/uit-schakelaar aan. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen. Een stofzuiger aansluiten (Fig. 17) LET OP: • Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat: De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder dan 5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uitsteekt. INEENZETTEN Om de zaagomgeving schoon te houden, kunt u een Makita-stofzuiger op dit gereedschap aansluiten. Monteer de aansluitmond met behulp van de schroeven op het gereedschap. Sluit vervolgens de stofzuigerslang aan op de aansluitmond, zoals aangegeven in de afbeelding. LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren. Verwijderen of installeren van het zaagblad (Fig. 15 en 16) Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbladen worden gebruikt. Model Max. diam. Min. diam. ZaagbladZaagsnede dikte 5603R 165 mm 150 mm 1,6 mm of minder 1,9 mm of meer 5703R, 190 mm 5705R 170 mm 1,6 mm of minder 1,9 mm of meer 5903R 235 mm 210 mm 1,7 mm of minder 2,1 mm of meer 5103R 270 mm 260 mm 1,8 mm of minder 2,2 mm of meer 5143R 355 mm 350 mm 2,3 mm of minder 2,7 mm of meer 006481 De dikte van het spouwmes is 1,8 mm voor Modellen 5603R, 5703R en 5705R, 2,0 mm voor Modellen 5903R en 5103R, 2,5 mm voor Model 5143R. 31 BEDIENING ONDERHOUD LET OP: • Duw het gereedschap voorzichtig in een rechte lijn naar voren. Als u het gereedschap dwing of verdraait, zal de motor oververhit raken en het gereedschap gevaarlijk terugslaan waardoor ernstig letsel kan worden veroorzaakt. LET OP: • Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie of onderhoud. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en dergelijke. Dat kan verkleuring, vervormingen en barsten veroorzaken. Houd het gereedschap stevig vast. Het gereedschap is voorzien van zowel een voorhandgreep als een achterhandgreep. Gebruik beide om het gereedschap zo goed mogelijk vast te houden. Als u de cirkelzaag met beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen. Plaats eerst de zool op het werkstuk dat u wilt zagen, zonder dat het zaagblad het werkstuk raakt. Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht totdat het zaagblad op volle snelheid draait. Duw het gereedschap nu gewoon naar voren over het oppervlak van het werkstuk, houd het daarbij vlak, en duw gelijkmatig totdat het zagen klaar is. Zorg voor een schone zaagsnede door een rechte zaaglijn en een constante voortgaande snelheid. Als de zaagsnede niet verloopt volgens de voorgenomen zaaglijn, mag u niet proberen het gereedschap iets te draaien of te dwingen terug te keren naar de zaaglijn. Als u dit doet, kan het zaagblad vastlopen en een gevaarlijke terugslag optreden met mogelijk ernstig persoonlijk letsel tot gevolg. Laat de aan/uit-schakelaar los, wacht tot het zaagblad tot stilstand is gekomen en trek vervolgens het gereedschap terug. Lijn het gereedschap opnieuw uit met een nieuwe zaaglijn en begin weer te zagen. Probeer te vermijden dat door de positie van het gereedschap de gebruiker wordt blootgesteld aan zaagsel en spaanders die door het gereedschap worden uitgeworpen. Gebruik oogbescherming om verwonding te voorkomen. (Fig. 18) LET OP: • Het spouwmes moet altijd worden gebruikt, behalve voor invalzaagwerk. Breedtegeleider (liniaal) (Fig. 19) Met de handige breedtegeleider kunt u extra nauwkeurig recht zagen. Schuif gewoon de breedtegeleider strak tegen de zijkant van het werkstuk en zet deze op zijn plaats vast met behulp van de schroef op de voorkant van de zool van het gereedschap. Op deze manier is het tevens mogelijk een zaagbeweging te herhalen met identieke breedte. 32 Vervangen van koolborstels (Fig. 20 en 21) Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Vervang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarkering versleten zijn. Houd de koolborstels schoon, zodat ze gemakkelijk in de houders glijden. Beide koolborstels dienen gelijktijdig te worden vervangen. Gebruik uitsluitend gelijksoortige koolborstels. Gebruik een schroevendraaier om de kappen van de koolborstelhouders te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, schuif de nieuwe erin, en zet daarna de kappen weer goed vast. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het product te handhaven, dienen alle reparaties en alle andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecentrum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervangingsonderdelen. OPTIONELE ACCESSOIRES LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecificeerde doel. Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita servicecentrum. • • • • Zaagbladen Breedtegeleider (liniaal) Zeskantsleutel Aansluitmond OPMERKING: • Sommige onderdelen in deze lijst kunnen bij het gereedschap zijn meeverpakt als standaardaccessoires. Deze kunnen van land tot land verschillen. ENG905-1 Geluidsniveau De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld volgens EN60745: Model 5603R, 5703R Geluidsdrukniveau (LpA): 93 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 104 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Model 5705R, 5143R Geluidsdrukniveau (LpA): 94 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 105 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Model 5903R Geluidsdrukniveau (LpA): 95 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 106 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Model 5103R Geluidsdrukniveau (LpA): 97 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 108 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Draag oorbeschermers ENG900-1 Trilling De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom) vastgesteld volgens EN60745: Model 5603R Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah, W): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model 5103R, 5143R Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah, W): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Bedrijfsfunctie: zagen in metaal Trillingsemissie (ah, CM): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model 5703R Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah, W): 3,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model 5903R Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah, W): 3,0 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 Model 5705R Bedrijfsfunctie: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah, W): 2,5 m/s2 Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). ENH101-15 Alleen voor Europese landen EU-Verklaring van Conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-machine(s): Aanduiding van de machine: Cirkelzaagmachine Modelnr./Type: 5603R, 5703R, 5705R, 5903R, 5103R, 5143R in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, Bucks MK15 8JD, Engeland 30.1.2009 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, 446-8502, JAPAN 33
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Makita 5903R Data papier

Categorie
Cirkelzagen
Type
Data papier