IMG STAGELINE 25.3610 Handleiding

Categorie
Microfoons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

16
Nederlands
Deutsch
Deutsch Seite
English
English Page
Français
Français Page
Italiano
Italiano Pagina
Español
Español Página
Polski
Polski Strona
Radio-handmicrofoon
Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers
zonder bijzondere vakkennis. Lees de hand-
leiding grondig door, alvorens het apparaat in
gebruik te nemen, en bewaar ze voor latere
raadpleging.
Op de uitklapbare pagina 3 vindt u een
overzicht van alle bedieningselementen.
1 Overzicht
1.1 Figuur 1: Handmicrofoon
1 Microfoonkapsel; schroef het kapsel los om
de batterijen aan te brengen
(figuren 2 – 4)
2 LCD-display; geeft tijdens het gebruik de
zenderfrequentie en de laadtoestand van
de batterijen aan
3 Kap voor de bedieningsgedeelte; verwijder
de kap voor de bediening (figuur 5)
4 POWER-schakelaar
1.2 Figuren 2 – 4:
De batterijen worden aangebracht
(microfoonkapsel losgeschroefd)
5 4-polig stekkercontact, telkens op het mi-
crofoonkapsel (figuur 2) en op de hand-
greep (figuur 3); alvorens microfoonkap-
sel en handgreep op elkaar te schroeven,
steekt u de contacten in elkaar
6 Vergrendeling voor de batterijhouder (7);
om de houder te ontgrendelen, drukt u de
vergrendeling naar achter in de richting van
de pijl
7 Batterijhouder voor twee mignon-batterijen
van 1,5 V (R6, AA)
1.3 Figuur 5: Bedieningsgedeelte
(kap verwijderd)
8 Toets SET
bij niet-vergrendeld apparaat:
om de instelmodussen voor de frequentie /
gevoeligheid / vergrendelingsfunctie op te
roepen en te verlaten
☞
hoofdstuk 5.1,
5.2 en 5.3.1
bij vergrendeld apparaat:
om de instelmodus voor de vergrende-
lingsfunctie op te roepen en te verlaten
☞
hoofdstuk. 5.3.2
9 Toets om de frequentie (in de frequen-
tie-instelmodus) resp. de gevoeligheid (in
de gevoeligheidsinstelmodus) te verlagen
en de vergrendelingsfunctie uit te schakelen
(in de vergrendelingsmodus)
10 Toets om de frequentie (in de frequentie-
instelmodus) resp. de gevoeligheid (in de
gevoeligheidsinstelmodus) te verhogen en
de vergrendelingsfunctie te activeren (in de
vergrendelingsmodus)
2 Belangrijke gebruiksvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle
relevante EU-richtlijnen en is daarom geken-
merkt met .
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik
binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater,
uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen
met een hoge vochtigheid (toegestaan om-
gevingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C).
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen chemicaliën of water.
In geval van ongeoorloofd gebruik, foutieve
bediening of van herstelling door een niet-
gekwalificeerd persoon vervalt de garantie en
de verantwoordelijkheid voor hieruit resulte-
rende materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit be-
drijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Toepassingen
Deze dynamische handmicrofoon met inge-
bouwde multifrequentiezender vormt met
de multifrequentie-ontvanger TXS-871 van
IMG STAGELINE een draadloos audio-trans-
missiesysteem. De zenderfrequentie kan bin-
nen het UHF-frequentiebereik 863 – 865 MHz
uit 15frequenties (frequentie rooster 125 kHz)
worden geselecteerd.
De levering omvat een microfoonkoffer,
een microfoonhouder en 7 overschuifbare
kunststofkappen in verschillende kleuren.
3.1 Conformiteit en goedkeuring
Hiermee verklaart MONACOR INTERNATIONAL
dat de radiomicrofoon TXS-871HT in over-
Nederlands
Nederlands Pagina
17
Nederlands
een stemming is met de Europese richtlijn
2014 / 53 / EU. De EU-conformiteitsverklaring is
beschikbaar op het internet:
www.img-stageline.com
Het gebruik van de radiomicrofoon is algemeen
toegelaten in de lidstaten van de EU en de
EFTA, en is vrij van registratie en van taksen.
4 Voedingsspanning
Gebruik enkel batterijen van hetzelfde type
en vervang steeds alle batterijen.
Indien u het apparaat voor een langere peri-
ode niet gebruikt, dient u de batterijen eruit
te nemen. Zo blijft het apparaat onbescha-
digd bij eventueel uitlopen van de batterijen.
1) Schroef het microfoonkapsel (1) eraf.
2) Om de batterijhouder (7) te ontgrendelen,
drukt u de vergrendeling (6) achteruit in de
richting van de pijl.
3) Trek de batterijhouder tot aan de aanslag er-
uit (figuur 4) en plaats twee mignonbatterij-
en van 1,5 V (R6, AA), met de positieve en
negatieve polen zoals voorgedrukt in het vak.
4) Schuif de batterijhouder opnieuw in de
handgreep, tot hij vast klikt.
5) Plaats het microfoonkapsel op de hand-
greep, zodat de 4-polige stekkercontacten
(5) van kapsel en handgreep in elkaar grijpen.
Schroef het kapsel op de handgreep vast.
Geef lege batterijen niet met het ge-
wone huisvuil mee, maar verwijder ze
als KGA (bijvoorbeeld de inzamelbox in
de gespecialiseerde elektrozaak).
5 Ingebruikneming
1) Om de microfoon in te schakelen, schuift u
de schakelaar POWER (4) aan het uiteinde
van de microfoon in de stand ON. Op het
display (2) verschijnt de ingestelde zendfre-
quentie evenals een batterijsymbool dat de
huidige laadtoestand van de batterijen in
meerdere niveaus aanduidt:
vol leeg
2) Om de kunststofkap (3) eraf te nemen,
drukt u de geribbelde grendellip op de ach-
terzijde van de kap voorzichtig in en trekt u
de kap eraf. Het bedieningsgedeelte met de
drie insteltoetsen (8, 9, 10) is dan bereikbaar
(zie figuur 5). Om de toetsen in te drukken,
gebruikt u eventueel een smal, puntig voor-
werp, b.v. een kleine schroevendraaier.
3) Stel de radiofrequentie voor de microfoon
in:
☞
hoofdstuk 5.1. Schakel de ontvanger
in en stel hem in op dezelfde frequentie:
☞
gebruiksaanwijzing van de ontvanger.
Schakel het audioapparaat (mengpaneel
of versterker) in dat op de ontvanger is aan-
gesloten.
4) Spreek / zing in de microfoon. Door de ge-
voelig heid te wijzigen, kunt u het volume-
niveau van de microfoon corrigeren:
☞
hoofdstuk 5.2.
5) De microfoon kan worden vergrendeld, om
een onbedoelde wijziging van de instel-
lingen of het uitschakelen te verhinderen:
☞
hoofdstuk 5.3.
6) Nadat alle instellingen zijn doorgevoerd,
plaatst u de kap (3) terug. De kap kan ook
vervangen worden door de bijgeleverde ge-
kleurde kappen. Zo kunt u diverse systemen
met verschillende radiofrequenties met kleur
markeren.
7) Om de microfoon uit te schakelen, plaatst u
de POWER-schakelaar (4) na gebruik in de
stand OFF. Het display geeft even de melding
weer en gaat dan uit.
5.1 De zenderfrequentie instellen
1) Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt.
Het display geeft even weer en wis-
selt dan terug naar de vorige weergave. In
het display knippert MHZ.
Opmerking: Om de instelmodus zonder instel-
ling te verlaten, drukt u verschillende keren op
de toets SET tot op het display de melding
verschijnt. Het apparaat schakelt daarna terug
naar normaal bedrijf.
2) Stel met de pijltoetsen de frequentie in: bij
elke keer drukken op de toets (9), vermin-
dert de frequentie met 125 kHz, bij elke keer
drukken op de toets (10), neemt de fre-
quentie toe met 125 kHz.
Opmerking: Bij gelijktijdig gebruik van verschil-
lende radiosystemen moeten de radiofrequenties
van de afzonderlijke systemen zorgvuldig op elkaar
worden afgestemd om storingen te vermijden.
18
Nederlands
3) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding , de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
5.2 De gevoeligheid instellen
1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op:
Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt.
2) Zodra op het display MHZ knippert, drukt
u even op de toets SET om naar de ge-
voeligheidsmodus te wisselen: Op het dis-
play verschijnt even de melding ,
daarna de ingestelde gevoeligheid (0 dB,
−10 dB, −20 dB of −30 dB).
Opmerking: Om de instelmodus zonder instel-
ling te verlaten, drukt u verschillende keren op
de toets SET tot op het display de melding
verschijnt. Het apparaat schakelt daarna terug
naar normaal bedrijf.
3) Stel de gevoeligheid zo in dat een optimaal
volumeniveau van de microfoon wordt be-
reikt. Bij een te hoog geluidsvolume ver-
vormt het microfoonsignaal; stel in dat geval
met de toets (9) een lagere waarde in.
Een te laag geluidsvolume resulteert in een
slechte signaal-ruisverhouding; stel dan met
de toets (10) een hogere waarde in.
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding , de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
5.3 Het apparaat vergrendelen /ontgrendelen
Bij een vergrendeld apparaat is het niet moge-
lijk om
a) het apparaat uit te schakelen; wordt bij een
vergrendeld apparaat de POWER-schakelaar
(4) in de stand OFF geplaatst, dan verschijnt
de melding op het display.
b) de instelmodus voor frequentie en gevoelig-
heid op te roepen.
5.3.1 De vergrendelingsfunctie activeren
1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op:
Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt.
2) Zodra op het display MHZ knippert, drukt u
even op de toets SET om naar de gevoelig-
heidsmodus te wisselen.
3) Zodra het display de gevoeligheid aanduidt,
drukt u even op de toets SET om naar de
vergrendelingsmodus te wisselen: Op het
display knippert de melding (vergren-
deling uitgeschakeld).
4) Druk op de toets (10): Op het display
knippert .
5) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding , de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf
.
5.3.2 De vergrendelingsfunctie uitschakelen
1) De POWER-schakelaar (4) moet op ON staan.
2) Houd de toets SET (8) 3 seconden ingedrukt
tot de melding op het display knippert.
3) Druk op de toets (9): Op het display knip-
pert de melding .
4) Sla de instelling op door op de toets SET te
drukken. Op het display verschijnt even de
melding , de instelmodus wordt verla-
ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf.
6 Reserve-microfoonkapsel
Het dynamische microfoonkapsel (1) kan ver-
vangen worden door het condensator-micro-
foonkapsel MD-872 (bestelnr. 23.3440) met
supernieren- richtingskarakteristiek en uitge-
breid frequentiebereik (50 – 18 000 Hz).
7 Technische gegevens
Apparaattype: . . . . . . dynamische hand-
microfoon met PLL-
multifrequentiezender
Richtingskarakteristiek: hypernieren
Radiofrequentiebereik: 863,125 – 864,875 MHz
Audiofrequentiebereik: 50 – 16 000 Hz
Frequentiestabiliteit:. . ±0,005 %
Zendvermogen: . . . . . < 10 mW (EIRP)
Omgevings-
temperatuurbereik: . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning:. . . twee mignon-batterij-
en van 1,5 V (R6, AA)
Afmetingen: . . . . . . . 50 mm × 260 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . 350 g
Wijzigingen voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be-
schermd eigendom van MONACOR
®
INTERNATIONAL
GmbH& Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk –
voor eigen commerciële doeleinden is verboden.

Documenttranscriptie

Nederlands Radio-handmicrofoon Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers zonder bijzondere vakkennis. Lees de hand­ leiding grondig door, alvorens het apparaat in gebruik te nemen, en bewaar ze voor latere raadpleging. Op de uitklapbare pagina 3 vindt u een overzicht van alle bedieningselementen. 1 Overzicht 1.1 Figuur 1: Handmicrofoon 1 Microfoonkapsel; schroef het kapsel los om de batterijen aan te brengen  (figuren 2 – 4) 2 LCD-display; geeft tijdens het gebruik de zenderfrequentie en de laadtoestand van de batterijen aan 3 Kap voor de bedieningsgedeelte; verwijder de kap voor de bediening (figuur 5) 4 POWER-schakelaar 1.2 Figuren 2 – 4: De batterijen worden aangebracht (microfoonkapsel losgeschroefd) 5 4-polig stekkercontact, telkens op het mi­ crofoonkapsel (figuur 2) en op de hand­ greep (figuur 3); alvorens microfoonkap­ sel en handgreep op elkaar te schroeven, steekt u de contacten in elkaar 6 Vergrendeling voor de batterijhouder (7); om de houder te ontgrendelen, drukt u de vergrendeling naar achter in de richting van de pijl 7 Batterijhouder voor twee mignon-batterijen van 1,5 V (R6, AA) 1.3 Figuur 5: Bedieningsgedeelte (kap verwijderd) 8 Toets SET bij niet-vergrendeld apparaat:  om de instelmodussen voor de frequentie / gevoeligheid / vergrendelingsfunctie op te roepen en te verlaten ☞ hoofdstuk 5.1, 5.2 en 5.3.1 bij vergrendeld apparaat: om de instelmodus voor de vergrende­ lingsfunctie op te roepen en te verlaten ☞ hoofdstuk. 5.3.2 16 9 Toets  om de frequentie (in de frequen­ tie-instelmodus) resp. de gevoeligheid (in de gevoeligheidsinstelmodus) te verlagen en de vergrendelingsfunctie uit te schakelen (in de vergrendelingsmodus) 10 Toets  om de frequentie (in de frequentieinstelmodus) resp. de gevoeligheid (in de gevoeligheidsinstelmodus) te verhogen en de vergrendelingsfunctie te activeren (in de vergrendelingsmodus) 2 Belangrijke gebruiksvoorschriften Het apparaat is in overeenstemming met alle relevante EU-richtlijnen en is daarom geken­ merkt met . • Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uitzonderlijk warme plaatsen en plaatsen met een hoge vochtigheid (toegestaan om­ gevingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C). • Verwijder het stof met een droge, zachte doek. Gebruik zeker geen chemicaliën of water. • In geval van ongeoorloofd gebruik, foutieve bediening of van herstelling door een nietgekwalificeerd persoon vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit resulte­ rende materiële of lichamelijke schade. Wanneer het apparaat definitief uit be­ drijf wordt genomen, bezorg het dan voor ­milieuvriendelijke verwerking aan een plaatselijk recyclagebedrijf. 3 Toepassingen Deze dynamische handmicrofoon met inge­ bouwde multifrequentiezender vormt met de multifrequentie-ontvanger TXS-871 van IMG STAGELINE een draadloos audio-trans­ missiesysteem. De zenderfrequentie kan bin­ nen het UHF-frequentiebereik 863 – 865 MHz uit 15 frequenties (frequentie­rooster 125 kHz) worden geselecteerd. De levering omvat een microfoonkoffer, een microfoonhouder en 7 overschuifbare kunststofkappen in verschillende kleuren. 3.1 Conformiteit en goedkeuring Hiermee verklaart MONACOR I­NTERNATIONAL dat de radiomicrofoon TXS-871HT in over­ 4 Voedingsspanning • • Gebruik enkel batterijen van hetzelfde type en vervang steeds alle batterijen. Indien u het apparaat voor een langere peri­ ode niet gebruikt, dient u de batterijen eruit te nemen. Zo blijft het apparaat onbescha­ digd bij eventueel uitlopen van de batterijen. 1) Schroef het microfoonkapsel (1) eraf. 2) Om de batterijhouder (7) te ontgrendelen, drukt u de vergrendeling (6) achteruit in de richting van de pijl. 3) Trek de batterijhouder tot aan de aanslag er­ uit (figuur 4) en plaats twee mignonbatterij­ en van 1,5 V (R6, AA), met de positieve en negatieve polen zoals voorgedrukt in het vak. 4) Schuif de batterijhouder opnieuw in de handgreep, tot hij vast klikt. 5) Plaats het microfoonkapsel op de hand­ greep, zodat de 4-polige stekkercontacten (5) van kapsel en handgreep in elkaar grijpen. Schroef het kapsel op de handgreep vast. Geef lege batterijen niet met het ge­ wone huisvuil mee, maar verwijder ze als KGA (bijvoorbeeld de inzamelbox in de gespecialiseerde elektrozaak). 5 Ingebruikneming 1) Om de microfoon in te schakelen, schuift u de schakelaar POWER (4) aan het uiteinde van de microfoon in de stand ON. Op het display (2) verschijnt de ingestelde zendfre­ quentie evenals een batterijsymbool dat de huidige laadtoestand van de batterijen in meerdere niveaus aanduidt: vol leeg 2) Om de kunststofkap (3) eraf te nemen, drukt u de geribbelde grendellip op de ach­ terzijde van de kap voorzichtig in en trekt u de kap eraf. Het bedieningsgedeelte met de drie insteltoetsen (8, 9, 10) is dan bereikbaar (zie figuur 5). Om de toetsen in te drukken, gebruikt u eventueel een smal, puntig voor­ werp, b.v. een kleine schroevendraaier. 3) Stel de radiofrequentie voor de microfoon in: ☞ hoofdstuk 5.1. Schakel de ontvanger in en stel hem in op dezelfde frequentie: ☞ gebruiksaanwijzing van de ontvanger. Schakel het audioapparaat (mengpaneel of versterker) in dat op de ontvanger is aan­ gesloten. Nederlands een­ stemming is met de Europese richtlijn 2014 / 53 / EU. De EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het internet: www.img-stageline.com Het gebruik van de radiomicrofoon is algemeen toegelaten in de lidstaten van de EU en de EFTA, en is vrij van registratie en van taksen. 4) Spreek / zing in de microfoon. Door de ge­ voelig­heid te wijzigen, kunt u het volume­ niveau van de microfoon corrigeren: ☞ hoofdstuk 5.2. 5) De microfoon kan worden vergrendeld, om een onbedoelde wijziging van de instel­ lingen of het uitschakelen te verhinderen: ☞ hoofdstuk 5.3. 6) Nadat alle instellingen zijn doorgevoerd, plaatst u de kap (3) terug. De kap kan ook vervangen worden door de bijgeleverde ge­ kleurde kappen. Zo kunt u diverse systemen met verschillende radiofrequenties met kleur markeren. 7) Om de microfoon uit te schakelen, plaatst u de POWER-schakelaar (4) na gebruik in de stand OFF. Het display geeft even de melding weer en gaat dan uit. 5.1 De zenderfrequentie instellen 1) Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt. Het display geeft even weer en wis­ selt dan terug naar de vorige weergave. In het display knippert MHZ. Opmerking: Om de instelmodus zonder instel­ ling te verlaten, drukt u verschillende keren op de toets SET tot op het display de melding verschijnt. Het apparaat schakelt daarna terug naar normaal bedrijf. 2) Stel met de pijltoetsen de frequentie in: bij elke keer drukken op de toets  (9), vermin­ dert de frequentie met 125 kHz, bij elke keer drukken op de toets  (10), neemt de fre­ quentie toe met 125 kHz. Opmerking: Bij gelijktijdig gebruik van verschil­ lende radiosystemen moeten de radiofrequenties van de afzonderlijke systemen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd om storingen te vermijden. 17 Nederlands 3) Sla de instelling op door op de toets SET te drukken. Op het display verschijnt even de melding , de instelmodus wordt verla­ ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf. 5.2 De gevoeligheid instellen 1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op: Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt. 2) Zodra op het display MHZ knippert, drukt u even op de toets SET om naar de ge­ voeligheidsmodus te wisselen: Op het dis­ play verschijnt even de melding , daarna de ingestelde gevoeligheid (0 dB, −10 dB, −20 dB of −30 dB). Opmerking: Om de instelmodus zonder instel­ ling te verlaten, drukt u verschillende keren op de toets SET tot op het display de melding verschijnt. Het apparaat schakelt daarna terug naar normaal bedrijf. 3) Stel de gevoeligheid zo in dat een optimaal volumeniveau van de microfoon wordt be­ reikt. Bij een te hoog geluidsvolume ver­ vormt het microfoonsignaal; stel in dat geval met de toets  (9) een lagere waarde in. Een te laag geluidsvolume resulteert in een slechte signaal-ruisverhouding; stel dan met de toets  (10) een hogere waarde in. 4) Sla de instelling op door op de toets SET te drukken. Op het display verschijnt even de melding , de instelmodus wordt verla­ ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf. 5.3 Het apparaat vergrendelen/ontgrendelen Bij een vergrendeld apparaat is het niet moge­ lijk om a) het apparaat uit te schakelen; wordt bij een vergrendeld apparaat de POWER-schakelaar (4) in de stand OFF geplaatst, dan verschijnt de melding op het display. b) de instelmodus voor frequentie en gevoelig­ heid op te roepen. 5.3.1 De vergrendelingsfunctie activeren 1) Roep eerst de frequentie-instelmodus op: Houd de toets SET (8) 2 seconden ingedrukt. 2) Zodra op het display MHZ knippert, drukt u even op de toets SET om naar de gevoelig­ heidsmodus te wisselen. 3) Zodra het display de gevoeligheid aanduidt, drukt u even op de toets SET om naar de vergrendelingsmodus te wisselen: Op het 18 display knippert de melding (vergren­ deling uitgeschakeld). 4) Druk op de toets  (10): Op het display knippert . 5) Sla de instelling op door op de toets SET te drukken. Op het display verschijnt even de melding , de instelmodus wordt verla­ ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf. 5.3.2 De vergrendelingsfunctie uitschakelen 1) De POWER-schakelaar (4) moet op ON staan. 2) Houd de toets SET (8) 3 seconden ingedrukt tot de melding op het display knippert. 3) Druk op de toets  (9): Op het display knip­ pert de melding . 4) Sla de instelling op door op de toets SET te drukken. Op het display verschijnt even de melding , de instelmodus wordt verla­ ten, het apparaat wisselt naar normaal bedrijf. 6 Reserve-microfoonkapsel Het dynamische microfoonkapsel (1) kan ver­ vangen worden door het condensator-micro­ foonkapsel MD-872 (bestelnr. 23.3440) met supernieren-­ richtingskarakteristiek en uitge­ breid frequentiebereik (50 – 18 000 Hz). 7 Technische gegevens Apparaattype: ������������� dynamische handmicrofoon met PLLmultifrequentiezender Richtingskarakteristiek: hypernieren Radiofrequentiebereik: 863,125 – 864,875 MHz Audiofrequentiebereik: 50 – 16 000 Hz Frequentiestabiliteit: ��� ±0,005 % Zendvermogen: ����������� < 10 mW (EIRP) Omgevingstemperatuurbereik: ����� 0 – 40 °C Voedingsspanning: ����� twee mignon-batterij­ en van 1,5 V (R6, AA) Afmetingen: ��������������� ⌀ 50 mm × 260 mm Gewicht: ��������������������� 350 g Wijzigingen voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be­ schermd eigendom van MONACOR ® INTERNATIONAL GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

IMG STAGELINE 25.3610 Handleiding

Categorie
Microfoons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor