29
draaien. Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, of de “voltagekeuzeschakelaar”
op de juiste stand staat. Kies de gewenste waarde met behulp van de punt van een potlood of iets
dergelijks. Houd er rekening mee dat als de schakelaar niet op de juiste stand staat, er schade kan
ontstaan of de vereiste temperatuur niet kan worden bereikt.
- Dit is een reisstrijkijzer; het is niet ontworpen voor regelmatig gebruik.
- Dit product is niet geschikt om zonder toezicht te worden gebruikt door kinderen of andere
personen die vanwege hun lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke gesteldheid niet in staat zijn
om het op veilige wijze te gebruiken. Er moet altijd goed op de kinderen worden gelet om te
voorkomen dat zij met het product gaan spelen.
- Indien het snoer beschadigd is dient het, om gevaar te voorkomen, te worden vervangen door de
fabrikant, een erkende technische dienst of vakman.
SPECIALE AANWIJZINGEN
1. Om overbelasting in het net te voorkomen, mag u geen andere apparatuur met groot vermogen
op hetzelfde circuit gebruiken.
2. Als een verlengsnoer absoluut nodig is, dient u een snoer van 13 A te gebruiken.
Snoeren voor een lagere stroomsterkte kunnen oververhit raken. Wees voorzichtig met
het snoer, zorg ervoor dat er niet aan wordt getrokken en dat er niemand over struikelt.
ADVIEZEN VOOR HET EERSTE GEBRUIK VAN HET STRIJKIJZER
1. Sommige gedeeltes van het strijkijzer zijn enigszins ingevet; daardoor kan er de eerste keer dat
u het gebruikt een beetje rook ontstaan. Dit gaat echter na een tijdje over.
2. Verwijder, alvorens het strijkijzer voor het eerst te gebruiken, de plastic bescherming van de
strijkzool (voor zover aanwezig). Maak de strijkzool met een zachte doek schoon.
3. Zorg ervoor dat de strijkzool schoon blijft. Laat hem niet over metalen voorwerpen (zoals de
strijkplank, knopen, ritsen, enz.) glijden
4. Vezels van pure wol (100% wol) kunnen worden gestreken als het apparaat in de stand voor
stoom staat. Kies bij voorkeur een stand met veel stoom, en gebruik een droog strijkvlak.
TEMPERATUURKEUZE
1. Raadpleeg de aanduidingen voor het strijken van het te strijken kledingstuk.
2. Heeft het kledingstuk geen aanwijzingen over strijken, maar weet u uit wat voor soort stof het
bestaat, dan kunt u onderstaande tabel gebruiken.
3. Stoffen met een afwerking (glans, plooien, contrasten, enz.) kunnen op de laagste temperatuur
worden gestreken.
4. Indien de stof uit verschillende vezels bestaat, kies dan de temperatuur voor de vezelsoort die
de laagste temperatuur verdraagt. Indien een kledingstuk bijvoorbeeld uit 60% polyester en 40%
katoen bestaat, dan moet er gestreken worden op de temperatuur die geschikt is voor polyester
en zonder stoom.
5. Sorteer eerst het strijkgoed, afhankelijk van de temperatuur waarop het moet worden gestreken,
wol bij wol, katoen bij katoen, enz. Aangezien het strijkijzer net zo snel warm als koud wordt, dient
u te beginnen met de kledingstukken die op de laagste temperatuur moeten worden gestreken,