Scholtes TF 66 S (IX) de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
35
Dit uit twee delen bestaande document is bijgeleverd bij de kook-
plaat:
·de instructies voor het dagelijks gebruik van het apparaat. Met deze
gebruiksaanwijzing ontdekt u alle voordelen en het beste rendement.
Lees het boekje aandachtig door voordat u de kookplaat gaat ge-
bruiken en raadpleeg het zo vaak mogelijk.
·het technische gedeelte dat alle raadgevingen bevat voor het in-
stalleren in overeenstemming met de geldende normen.
De aansluiting aan het elektrische net en de gasleiding moet wor-
den uitgevoerd door een erkende installateur, hij is de enige die de
geldende wetten kan toepassen.
Al zijn de handelingen voor het installeren eenvoudig, toch zijn ze de-
licaat en essentiëel voor het beste rendement van de kookplaat.
Dit document moet door de gebruiker bewaard worden
Het technische gedeelte bevat een tabel die moet worden ingevuld in
het geval dat het apparaat aan een ander soort gas moet worden aan-
gepast: zodoende kunnen er geen misverstanden plaats vinden betref-
fende de staat van het apparaat na de verandering.
36
De kookplaat
De "alles gas" modellen bevatten:
(1) - twee half-snelle branders: 1,90 kW
(2) - een spaarbrander: 1,00 kW
(3) - een snelbrander: 3,30 kW voor aardgas
3,00 kW voor vloeibaar gas
(5) - een brander met drievoudige kring: 3,25 kW
(6) - (7) de bedieningsknoppen van de branders
De seriegrafische pictogrammen om de knoppen heen geven de verhouding bediening-
vuur aan.
TF 66 S - TA 66 S
5
1
2
6
1
TC 64 - TC 64 S
3
1
2
6
1
37
De "gemengde" modellen bevatten:
(1) - een half-snelle brander: 1,90 kW
(2) - een spaarbrander: 1,00 kW
(3) - een snelbrander: 3,30 kW voor aardgas
3,00 kW voor vloeibaar gas
(4) - een snelle elektrische plaat met hittebeveiliging: 1,50 kW Ø 145 mm
(5) - een brander met drievoudige kring: 3,25 kW
(6) - de bedieningsknoppen van de gasbranders
(7) - de bedieningsknop van de elektrische plaat
(8) - het controlelampje van de elektrische plaat
De seriegrafische pictogrammen om de knoppen heen geven de verhouding bediening-
vuur aan.
De kookplaat
5
4
2
1
7
8
TF 65 S - TA 65 S
6
3
4
2
1
7
8
TC 63 S
6
38
Regelen van de gasbranders
Regelen van de branders
Het regelen is geleidelijk en maakt het aanpassen aan de verschillende diameters van
de pannen en het regelen van de intensiteit van de verwarming gemakkelijk.
U regelt door de bedieningsknop in te drukken en tegen de klok in te draaien, zodat het
wijzertje van de knop samenvalt met de symbolen:
een zwarte punt: dicht
een grote vlam: open
een kleine vlam: gereduceerde warmte
De ontsteking van de branders is voorzien van een veiligheidssysteem
De ontsteking van de branders van uw kookplaat is met éénknopsbediening. Druk de
knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan.
Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat het veiligheids-
systeem geactiveerd kan worden.
Als de vlammen per ongeluk uitgaan gedurende het koken, treedt het veiligheidssysteem
in werking: de gastoevoer wordt automatisch stop gezet. De brander wordt weer aange-
stoken met dezelfde methode als hierboven aangegeven.
N.B.: als er geen stroom is kunt u de brander met een lucifer aansteken door de knop
te draaien en genoeg druk uit te oefenen, zoals hierboven aangegeven.
0
39
Regelen van de plaat
Gebruik van de snelle platen met geïntegreerde beveiliging
De plaat verwarmt constant en een beveiliging vermijdt oververhitting bij te lang ge-
bruik of onjuist gebruik (lege pan, vervormde pan...).
Bij gebruik van de plaat met beveiliging is het beste hem meteen op maximum (6) te
zetten voor vrijwel onmiddelijke warmte. Als de plaat warm begint te worden kunt u de
knop op een lagere stand zetten.
De plaat gaat door met verwarmen voor ongeveer 10 minuten nadat de stroom is uitge-
schakeld: het is dus voordelig hem af te zetten vóór het einde van het koken.. De
platen met beveiliging garanderen een zeer snel op temperatuur komen als hij op de
maximum (6) stand staat.
De bedieningsknop van de snelle plaat met geïntegreerde beveiliging gaat van 1 tot 6;
hij wordt als volgt geregeld:
Positie Normale of snelle plaat
0
Uit
1
Groenten en vis
2
Aardappelen (gestoomd), soep,
capucijners, bonen
3
Doorkoken van grote hoevelheeden,
minestroni enz.
4
Braden (medium)
5 Braden (hard)
6 Bruin bakken of snel aan de kook brengen
0
1
2
3
4
5
6
Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten voor ongeveer 4 minuten op
maximum worden verwarmd, zonder pannen. Gedurende deze beginfase wordt
de beschermlaag hard en maximaal resistent.
Welke pannen te gebruiken
Voor de elektrische plaat wordt aangeraden pannen met een dikke en perfect platte
bodem te gebruiken. Hun diameter moet minstens gelijk zijn aan die van de plaat, zo
spaart u energie en tijd.
Gebruik liefst ook een deksel op de pannen.
40
Raadgevingen voor het gebruik
Belangrijke aanbevelingen
De kookplaat is alleen bestemd voor huiselijk gebruik, waarvoor hij is ontwor-
pen. Ieder ander gebruik (b.v. een vertrek verwarmen) is gevaarlijk.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onjuist en
verkeerd gebruik.
· Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met zich mee het in acht nemen
van zekere fundamentele regels.
het apparaat moet binnen worden geïnstalleerd en het mag niet worden blootge-
steld aan de elementen;
gebruik het apparaat nooit als u blootsvoets bent;
trek nooit aan het snoer : voor het uitschakelen trekt u de stekker uit het
stopcontact;
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met
een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet
de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd
hoe het apparaat werkt.
· Alle onderdelen van uw kookplaat zullen altijd goed functioneren als ze perfect
schoon worden gehouden.
· Plaats geen ontvlambare schoonmaakmiddelen in het kastje onder de kook-
plaat.
· Als het apparaat niet in gebruik is moet de hoofdkraan van het apparaat of het
kraantje van de gasfles, in het geval van butagas, worden afgesloten.
41
Raadgevingen voor het gebruik
Welke pannen te gebruiken
· De pannendragers van de gas-of gemengde kookplaten zijn niet geschikt voor
gebruik van pannen met een holle of bolle bodem.
· Alle branders - snel, middelsnel of spaarbrander - kunnen worden gebruikt voor
pannen met een doorsnede van minimum 120 mm.
· Toch raden wij aan altijd een brander te gebruiken die past bij de afmetingen van
de pan (zie tabel) zodat de vlammen niet onder de pan uit steken: de vlammen
moeten alleen de bodem van de pan verwarmen.
· Plaats nooit wankele of vervormde pannen op de branders of op de elektrische
kookplaten teneinde ieder risico van per ongeluk overlopen te vermijden.
· Opgelet: Iedere keer nadat u de het fornuis heeft schoongemaakt moeten de pan-
dragers weer op de juiste wijze stevig op hun plaats worden gezet.
· Controleer altijd of de knoppen op de "
" positie staan als het apparaat niet in
gebruik is.
· Zodra een vloeistof in de pan aan de kook is geraakt hoeft u hem slechts op de
minimum verwarmingssterkte te zetten om te vermijden dat de inhoud van de pan
overloopt.
Type brander
Diameter pannen (cm)
Snel 24 - 26
Half-snel 16 - 20
Spaarbrander 10 - 14
Drievoudige brander 24 - 26
42
Schoonmaken
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Het is belangrijk voor de lange duurzaamheid van het apparaat dat u het regel-
matig nauwkeurig schoonmaakt, als volgt:
gebruik voor het schoonmaken geen stoomapparaten
gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die schade kunnen aanrichten;
de vlamverspreiders worden regelmatig in een warm sop gewassen zodat even-
tuele aankorstingen verwijderd worden;
bij de fornuizen die voorzien zijn van automatische vonkontsteking moet het uit-
einde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden gereinigd en
moeten de gaatjes van de vlamverspreiders worden gecontroleerd om te zien of ze
niet verstopt zijn;
de elektrische kookplaten worden schoon gemaakt met een vochtige doek en met
een beetje olie ingesmeerd als ze nog lauw zijn;
de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen na lang contact met kalk-
houdend water of agressieve wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het
reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel geknoeid water af;
Het smeren van de kranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is
het noodzakelijk de kraan te vervangen.
N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde
installateur.
43
Installeren van de inbouwkookplaten
Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat deze het installeren, rege-
len en onderhoud op de juiste wijze uitvoert en volgens de geldende normen.
Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot onderhoud of regelen
overgaat.
De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie type-
plaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) :
natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie;
Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland.
Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren.
Deze gebruiksaanwijzing betreft een inbouwkookvlak klasse 3.
Het plaatsen
Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed
geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen:
NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België);
NEN-1078 (voor Nederland).
De volgende eisen moeten in acht genomen worden:
a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe hebben voor de
verbrandinsrook. Dit kan door middel van een afzuigkap of door middel van een
elektrische ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de apparatuur aan-
zet.
In het gevaal van een schoorsteen of Rechtstreeks naar buiten
vertakte rookleiding
(gereserveerd voor fornuizen)
b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van luchttoevoer die noodzakelijk
is voor de verbranding. De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW.
Het systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht van buiten aan te
voeren door een leiding met een doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat
deze niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder veiligheidsmechanisme
44
moeten de ventilatie-openingen 100% groter zijn, met een minimum van 200 cm²
(afb.A). Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met ventilatie naar
buiten, die niet zijn: algemene ruimte van het gebouw, ruimten met brandgevaar of
slaapkamers (afb.B).
Détail A Aangrenzend Te ventileren
vertrek vertrek
A
Voorbeelden ventilatie-opening Verhoging van de spleet
voor verbrandingslucht tussen deur en vloer
Afb. A Afb. B
c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt kan het nodig zijn het
vertrek te luchten, b.v. door het raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig,
op hoog te zetten.
d) (voor België)
Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar beneden. De vertrekken die
GPL flessen bevatten moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen naar
buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL flessen, leeg of gedeeltelijk
vol, mogen dus niet geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager zijn dan
het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in het vertrek alleen de fles die u aan
het gebruiken bent, zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan warmtebron-
nen (oven, open haard, kachel enz.) die een temperatuur kunnen bereiken die ho-
ger is dan 50°C.
Het installeren van inbouwkookplaten
Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes als het niet hoger is dan de
aanrecht. De muur die in kontakt staat met de achterkant van het fornuis mag niet van
brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de achterwand van het fornuis een
warmte bereiken van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. De volgende voorzorgen voor
de installatie van de kookplaten moeten in acht worden genomen.
a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken,
moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan.
b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens de vereisten die te vinden zijn
in het instructie-boekje dat bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand
van minstens 650 mm.
c) Als de afzuigkap 600 mm breed is, volgt u de aanwijzingen van punt b) op en dient u
de hangkastjes naast de afzuigkap zo te plaatsen, dat er tussen de hangkastjes en
het werkblad een afstand van minstens 540 mm zit. Op deze manier is het mogelijk
om een eventuele gasforhuis-deksel te installeren die zich gemakkelijk kan openen en
sluiten. In elk geval staat deze afstand toe om de pannen comfortabel en gemakkelijk
45
te gebruiken.
d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt geinstalleerd dan moet de afstand
tussen de twee minstens 700 mm (milimeter).
600mm min.
540mm min.
700mm min.
e) De ruimte die het meubel inneemt moet de afmetingen hebben die op de figuren. Met.
behulp van bijgeleverde haken kan de kookplaat op een keukenblad met een dikte van
20 tot 40 mm vastgezet worden. Om de plaat goed vast te zetten is het aan te raden
alle beschikbare haken te gebruiken.
555 mm
475
mm
55 mm
Bevestigingsschema van het kookvlak
Positie van de haak voor top Positie van de haak voor top
hoogte H=20mm hoogte H=30mm
Á frente
46
Positie van de haak voor top
Atrás
hoogte
H=40mm
N.B: Gebruik de haken die zich in de "doos met onderdelen" bevinden.
f) De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op voor-
waarde dat deze voorzien is van afkoelingsventilatie.
g) Als het kookvlak niet wordt geïnstalleerd op een inbouwoven, dan is het noodza-
kelijk een houten paneel aan te brengen als isolatie. Dit Moet geplaatst worden op
een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van het kookvlak.
N.B: Als het fornuis boven een ingebouwde oven wordt geinstalleerd, dan moet men
de oven zodanig installeren dat hij op twee houten lijsten rust; mocht hij op een door-
lopende plank rusten, dan moet deze aan de aschterkant tenminste 45x560 mm ruimte
laten.
560 mm.
45 mm.
Aansluiten gas
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals
voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het
fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde
geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing
aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (na-
tuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder
te monteren.R (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder G”,die er uit ziet als een L” ,
van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2
gas.
47
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN D51-003)
- of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met
bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.)
die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
L
G
R
Aansluiting met harde buis (koper of staal)
De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd dat het geen enkele druk
uitoefent op het apparaat. Op de voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting,
die gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting moet draaien, dan moet
men de pakking vervangen (bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan
het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas.
Aansluiting met stalen flexibile buis
Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt. Het verbindingsstuk waar-
door het gas toegang krijgt tot het apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/
2 gas. Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de voorgeschreven
nationale normen. Het in werking stellen van deze buizen moet zodanig worden uitge-
voerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm is.
Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U kontroleren dat de metalen slang
niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit.
Controle van de dichting
Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte luchtdichtheid van de aanslui-
tingen kontroleren met zeepsop, nooit met een vlam.
Elektrische aansluiting
De fornuizen met een drie-polige voedingskabel zijn ingesteld op het gebruik van
wisselstroom met een verzorgingsspanning en frequentie zoals aangegeven op het
typeplaatje (aan de onderkant van het apparaat). De geel/groene draad is voor het
aarden. In het geval van installeren boven een ingebouwde oven, moet de elektrische
aansluiting van het apparaat en van de oven apart worden uitgevoerd, zowel voor
veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekken van de oven mogelijk te maken.
48
Het aansluiten aan het net
Monteer een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het type-
plaatje; bij direkte aansluiting aan het net moet men een veel-polige schakelaar aan-
brengen tussen het net en het fornuis met een minimum afstand van 3 mm tussen de
kontaktpunten, die is aangepast aan de lading en aan de geldende normen (de draad
voor het aarden mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel
moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt van meer dan
50°C. Voor het aansluiten kontroleert men dat:
de zekering en het net de lading van het apparaat kunnen verdragen (zie type-
plaatje);
het net op efficiënte wijze is geaard volgens de normen en voor-schriften van de
wet;e e le disposizioni di legge;
het stopkontakt of de schakelaar gemakkelijk bereikbaar zijn.
N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke, aangezien deze oververhitting
en branden kunnen veroorzaken.
Aanpassing aan verschillende types gas (voor België)
Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type gas dan waarvoor het
gebruiksklaar is (aangegeven op het typeplaatje onderaan het kookvlak of op de ver-
pakking) moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden op de volgende
wijze:
verwijder de roosters en de branders;
schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm en vervang ze met straal-
pijpen die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van
branders en straalpijpen”);
monteer de onderdelen weer;
aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling
aangeeft vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u
gaat gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde straalpijpjes.
Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel) van wat is voorzien
moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de
geldende Nationale Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas).
Regulatie primaire lucht van de branders (voor België)
De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht nodig.
Het regelen van de minimum stand (voor België)
Het regelen van de minimum stand:
zet het kraantje op minimum;
neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast het staafje van het
kraantje totdat u een regelmatige vlam heeft;
N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden aangedraaid.
draai de knop snel van maximum op minimum om te zien of de vlammen blijven
branden;
als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben (thermo-element), dit
niet functioneert met de branders op minimum, dan moet de minimum gastoevoer
49
verhoogd worden door aan het regelschroefje te draaien.
Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de by-pass weer worden aange-
bracht met lak of gelijksoortig materiaal.
Modificatie
Stempel van de technische
dienst
Datum
Plak hier een van de etiketten
die zich in het zakje van de
injectors bevinden
50
Plaatsing van de branders
TC 63 S
ø 145
R
S
A
TC 64 - TC 64 S
S
R
S
A
TF 65 S - TA 65 S
ø 145
TC
S
A
TF 66 S - TA 66 S
SS
A
TC
Tabel van de injectors
Table 1 (Voor Belgie) Vloeibaar gas Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
g/h
Thermisch
vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. (mm) Nomin. (mm) *** ** Nomin. (mm) G20 G25
Snel (R)
100 0,70 39 3,00 86 218 214 3,30 123 314 365
Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,90 70 138 136 1,90 103 181 218
Hulp (A) 55 0,40 28 1,00 50 73 71 1,00 79 95 111
Drievoudige
ring (TC)
130 1,30 57 3,25 91 236 232 3,25 133 309 360
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
15
25
25
20
30
Table 1 (Voor Nederland) Natuurlijk gas
Gaspit Doorsnee Thermisch vermogen
kW (p.c.s.*)
Straal.
1/100
Bereik*
l/h
Gered. Nomin. (mm) G25
Snel (R)
100 0,70 3,30 123 365
Halp Snel (S) 75 0,40 1,90 103 218
Hulp (A) 55 0,40 1,00 79 111
Drievoudige ring (TC) 130 1,30 3,25 133 360
Spanning
van
voeding
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
51
* A 15°C en 1013 mbar-droog gas
P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m
3
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m
3
P.C.S. du Butane = 49,47 MJ/Kg
P.C.S. du Propane = 50,37 MJ/Kg
%
Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen van de gemeeschap:
- EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties;
- EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en
successievelijke modificaties;
- EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties;
- EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties.
- 2002/96/EC
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische
Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet
mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moe-
ten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te
optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren.
Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert
u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart
moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale
autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude
apparaat.

Documenttranscriptie

Dit uit twee delen bestaande document is bijgeleverd bij de kookplaat: ·de instructies voor het dagelijks gebruik van het apparaat. Met deze gebruiksaanwijzing ontdekt u alle voordelen en het beste rendement. Lees het boekje aandachtig door voordat u de kookplaat gaat gebruiken en raadpleeg het zo vaak mogelijk. ·het technische gedeelte dat alle raadgevingen bevat voor het installeren in overeenstemming met de geldende normen. De aansluiting aan het elektrische net en de gasleiding moet worden uitgevoerd door een erkende installateur, hij is de enige die de geldende wetten kan toepassen. Al zijn de handelingen voor het installeren eenvoudig, toch zijn ze delicaat en essentiëel voor het beste rendement van de kookplaat. Dit document moet door de gebruiker bewaard worden Het technische gedeelte bevat een tabel die moet worden ingevuld in het geval dat het apparaat aan een ander soort gas moet worden aangepast: zodoende kunnen er geen misverstanden plaats vinden betreffende de staat van het apparaat na de verandering. 35 De kookplaat 1 1 6 2 3 TC 64 - TC 64 S 1 1 6 2 5 TF 66 S - TA 66 S De "alles gas" modellen bevatten: (1) - twee half-snelle branders: 1,90 kW (2) - een spaarbrander: 1,00 kW (3) - een snelbrander: 3,30 kW voor aardgas 3,00 kW voor vloeibaar gas (5) - een brander met drievoudige kring: 3,25 kW (6) - (7) de bedieningsknoppen van de branders De seriegrafische pictogrammen om de knoppen heen geven de verhouding bedieningvuur aan. 36 De kookplaat 4 1 6 8 7 3 2 TC 63 S 4 1 6 8 7 5 2 TF 65 S - TA 65 S De "gemengde" modellen bevatten: (1) - een half-snelle brander: 1,90 kW (2) - een spaarbrander: 1,00 kW (3) - een snelbrander: 3,30 kW voor aardgas 3,00 kW voor vloeibaar gas (4) - een snelle elektrische plaat met hittebeveiliging: 1,50 kW Ø 145 mm (5) - een brander met drievoudige kring: 3,25 kW (6) - de bedieningsknoppen van de gasbranders (7) - de bedieningsknop van de elektrische plaat (8) - het controlelampje van de elektrische plaat De seriegrafische pictogrammen om de knoppen heen geven de verhouding bedieningvuur aan. 37 Regelen van de gasbranders Regelen van de branders Het regelen is geleidelijk en maakt het aanpassen aan de verschillende diameters van de pannen en het regelen van de intensiteit van de verwarming gemakkelijk. U regelt door de bedieningsknop in te drukken en tegen de klok in te draaien, zodat het wijzertje van de knop samenvalt met de symbolen: 0 een zwarte punt: dicht een grote vlam: open een kleine vlam: gereduceerde warmte De ontsteking van de branders is voorzien van een veiligheidssysteem De ontsteking van de branders van uw kookplaat is met éénknopsbediening. Druk de knop in en draai hem tegelijkertijd tegen de klok in: vonken steken de brander aan. Nadat de brander aan is houdt u de knop lang genoeg ingedrukt zodat het veiligheidssysteem geactiveerd kan worden. Als de vlammen per ongeluk uitgaan gedurende het koken, treedt het veiligheidssysteem in werking: de gastoevoer wordt automatisch stop gezet. De brander wordt weer aangestoken met dezelfde methode als hierboven aangegeven. N.B.: als er geen stroom is kunt u de brander met een lucifer aansteken door de knop te draaien en genoeg druk uit te oefenen, zoals hierboven aangegeven. 38 Regelen van de plaat Gebruik van de snelle platen met geïntegreerde beveiliging De plaat verwarmt constant en een beveiliging vermijdt oververhitting bij te lang gebruik of onjuist gebruik (lege pan, vervormde pan...). Bij gebruik van de plaat met beveiliging is het beste hem meteen op maximum (6) te zetten voor vrijwel onmiddelijke warmte. Als de plaat warm begint te worden kunt u de knop op een lagere stand zetten. De plaat gaat door met verwarmen voor ongeveer 10 minuten nadat de stroom is uitgeschakeld: het is dus voordelig hem af te zetten vóór het einde van het koken.. De platen met beveiliging garanderen een zeer snel op temperatuur komen als hij op de maximum (6) stand staat. De bedieningsknop van de snelle plaat met geïntegreerde beveiliging gaat van 1 tot 6; hij wordt als volgt geregeld: Positie Normale of snelle plaat 0 Uit 1 Groenten en vis 2 Aardappelen (gestoomd), soep, capucijners, bonen 3 Doorkoken van grote hoevelheeden, minestroni enz. 4 Braden (medium) 5 Braden (hard) 6 Bruin bakken of snel aan de kook brengen 0 6 1 5 2 3 4 Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten voor ongeveer 4 minuten op maximum worden verwarmd, zonder pannen. Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag hard en maximaal resistent. Welke pannen te gebruiken Voor de elektrische plaat wordt aangeraden pannen met een dikke en perfect platte bodem te gebruiken. Hun diameter moet minstens gelijk zijn aan die van de plaat, zo spaart u energie en tijd. Gebruik liefst ook een deksel op de pannen. 39 Raadgevingen voor het gebruik Belangrijke aanbevelingen De kookplaat is alleen bestemd voor huiselijk gebruik, waarvoor hij is ontworpen. Ieder ander gebruik (b.v. een vertrek verwarmen) is gevaarlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door onjuist en verkeerd gebruik. 40 · Het gebruik van ieder electrisch apparaat brengt met zich mee het in acht nemen van zekere fundamentele regels. – het apparaat moet binnen worden geïnstalleerd en het mag niet worden blootgesteld aan de elementen; – gebruik het apparaat nooit als u blootsvoets bent; – trek nooit aan het snoer : voor het uitschakelen trekt u de stekker uit het stopcontact; – Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. · Alle onderdelen van uw kookplaat zullen altijd goed functioneren als ze perfect schoon worden gehouden. · Plaats geen ontvlambare schoonmaakmiddelen in het kastje onder de kookplaat. · Als het apparaat niet in gebruik is moet de hoofdkraan van het apparaat of het kraantje van de gasfles, in het geval van butagas, worden afgesloten. Raadgevingen voor het gebruik Welke pannen te gebruiken · · · · · · · De pannendragers van de gas-of gemengde kookplaten zijn niet geschikt voor gebruik van pannen met een holle of bolle bodem. Alle branders - snel, middelsnel of spaarbrander - kunnen worden gebruikt voor pannen met een doorsnede van minimum 120 mm. Toch raden wij aan altijd een brander te gebruiken die past bij de afmetingen van de pan (zie tabel) zodat de vlammen niet onder de pan uit steken: de vlammen moeten alleen de bodem van de pan verwarmen. Plaats nooit wankele of vervormde pannen op de branders of op de elektrische kookplaten teneinde ieder risico van per ongeluk overlopen te vermijden. Opgelet: Iedere keer nadat u de het fornuis heeft schoongemaakt moeten de pandragers weer op de juiste wijze stevig op hun plaats worden gezet. Controleer altijd of de knoppen op de " " positie staan als het apparaat niet in gebruik is. Zodra een vloeistof in de pan aan de kook is geraakt hoeft u hem slechts op de minimum verwarmingssterkte te zetten om te vermijden dat de inhoud van de pan overloopt. Type brander Diameter pannen (cm) Snel 24 - 26 Half-snel 16 - 20 Spaarbrander 10 - 14 Drievoudige brander 24 - 26 41 Schoonmaken Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Het is belangrijk voor de lange duurzaamheid van het apparaat dat u het regelmatig nauwkeurig schoonmaakt, als volgt: • gebruik voor het schoonmaken geen stoomapparaten • gebruik geen schuurmiddelen of bijtende middelen die schade kunnen aanrichten; • de vlamverspreiders worden regelmatig in een warm sop gewassen zodat eventuele aankorstingen verwijderd worden; • bij de fornuizen die voorzien zijn van automatische vonkontsteking moet het uiteinde van de elektronische ontstekingselementen regelmatig worden gereinigd en moeten de gaatjes van de vlamverspreiders worden gecontroleerd om te zien of ze niet verstopt zijn; • de elektrische kookplaten worden schoon gemaakt met een vochtige doek en met een beetje olie ingesmeerd als ze nog lauw zijn; • de delen van roestvrij staal kunnen vlekken vertonen na lang contact met kalkhoudend water of agressieve wasmiddelen (fosforhoudend). Spoel ze dus na het reinigen goed af en droog ze af. Droog altijd eventueel geknoeid water af; Het smeren van de kranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk de kraan te vervangen. N.B.: Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. 42 Installeren van de inbouwkookplaten Deze instrukties zijn voor de bevoegde installateur, zodat deze het installeren, regelen en onderhoud op de juiste wijze uitvoert en volgens de geldende normen. Belangrijk: sluit altijd eerst de stroom af voordat U tot onderhoud of regelen overgaat. De apparaten zijn gebruiksklaar gemaakt in de fabriek voor de functies (zie typeplaatje en plaatje van de gas instelling van het apparaat) : natuurlijk gas Categorie II2E+3+ voor Belgie; Natuurlijk gas Categorie I2L voor Nederland. Het is dus niet nodig verdere regelingen uit te voeren. • Deze gebruiksaanwijzing betreft een inbouwkookvlak klasse 3. Het plaatsen Belangrijk: dit apparaat mag alleen geïnstalleerd worden en funktioneren in goed geventileerde vertrekken volgens de voorschriften van de van kracht zijnde Normen: NBN D51-003 e NBN D51-001 (voor België); NEN-1078 (voor Nederland). De volgende eisen moeten in acht genomen worden: a) Het vertrek moet een afvoersysteem naar buiten toe hebben voor de verbrandinsrook. Dit kan door middel van een afzuigkap of door middel van een elektrische ventilator, die automatisch aangaat, wanneer men de apparatuur aanzet. In het gevaal van een schoorsteen of vertakte rookleiding Rechtstreeks naar buiten (gereserveerd voor fornuizen) b) Het vertrek moet voorzien zijn van een systeem van luchttoevoer die noodzakelijk is voor de verbranding. De luchttoevoer mag niet minder zijn dan 2 m³/h per kW. Het systeem kan worden uitgevoerd door rechtstreeks lucht van buiten aan te voeren door een leiding met een doorsnede van minstens 100 cm² en zodanig dat deze niet belemmerd kan worden. Bij fornuizen zonder veiligheidsmechanisme 43 moeten de ventilatie-openingen 100% groter zijn, met een minimum van 200 cm² (afb.A). Of op indirecte wijze vanuit aangrenzende vertrekken met ventilatie naar buiten, die niet zijn: algemene ruimte van het gebouw, ruimten met brandgevaar of slaapkamers (afb.B). Détail A Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek A Voorbeelden ventilatie-opening voor verbrandingslucht Verhoging van de spleet tussen deur en vloer Afb. A Afb. B c) Als U het apparaat intensief en lang achter elkaar gebruikt kan het nodig zijn het vertrek te luchten, b.v. door het raam te openen of de afzuigkap, indien aanwezig, op hoog te zetten. d) (voor België) Vloeibaar gas, dat zwaarder is dan de lucht, zakt naar beneden. De vertrekken die GPL flessen bevatten moeten dus voorzien zijn van laagliggende openingen naar buiten voor afvoer van eventuele gaslekken. De GPL flessen, leeg of gedeeltelijk vol, mogen dus niet geïnstalleerd of bewaard worden in vertrekken die lager zijn dan het niveau van de vloer (kelders enz.). Houd in het vertrek alleen de fles die u aan het gebruiken bent, zodanig geplaatst dat hij niet is blootgesteld aan warmtebronnen (oven, open haard, kachel enz.) die een temperatuur kunnen bereiken die hoger is dan 50°C. Het installeren van inbouwkookplaten Het is mogelijk het fornuis te installeren naast keukenkastjes als het niet hoger is dan de aanrecht. De muur die in kontakt staat met de achterkant van het fornuis mag niet van brandbaar materiaal zijn gemaakt. Tijdens werking kan de achterwand van het fornuis een warmte bereiken van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. De volgende voorzorgen voor de installatie van de kookplaten moeten in acht worden genomen. a) De meubels die direkt naast de kookplaat geplaatst zijn en hier boven uitsteken, moeten op minstens 600 mm van de rand van de plaat staan. b) De afzuigkappen moeten geinstalleerd worden volgens de vereisten die te vinden zijn in het instructie-boekje dat bij de afzuigkap hoort, maar in ieder geval op een afstand van minstens 650 mm. c) Als de afzuigkap 600 mm breed is, volgt u de aanwijzingen van punt b) op en dient u de hangkastjes naast de afzuigkap zo te plaatsen, dat er tussen de hangkastjes en het werkblad een afstand van minstens 540 mm zit. Op deze manier is het mogelijk om een eventuele gasforhuis-deksel te installeren die zich gemakkelijk kan openen en sluiten. In elk geval staat deze afstand toe om de pannen comfortabel en gemakkelijk 44 600mm min. 540mm min. 700mm min. te gebruiken. d) Als het kookvlak onder een keukenkastje wordt geinstalleerd dan moet de afstand tussen de twee minstens 700 mm (milimeter). e) De ruimte die het meubel inneemt moet de afmetingen hebben die op de figuren. Met. behulp van bijgeleverde haken kan de kookplaat op een keukenblad met een dikte van 20 tot 40 mm vastgezet worden. Om de plaat goed vast te zetten is het aan te raden alle beschikbare haken te gebruiken. 55 mm 475 mm 555 mm Bevestigingsschema van het kookvlak Positie van de haak voor top hoogteH=20mm Positie van de haak voor top hoogteH=30mm Á frente 45 Positie van de haak voor top Atrás hoogte H=40mm N.B: Gebruik de haken die zich in de "doos met onderdelen" bevinden. f) De kookplaat kan worden geïnstalleerd boven een ingebouwde oven op voorwaarde dat deze voorzien is van afkoelingsventilatie. g) Als het kookvlak niet wordt geïnstalleerd op een inbouwoven, dan is het noodzakelijk een houten paneel aan te brengen als isolatie. Dit Moet geplaatst worden op een minimum afstand van 20 mm van de onderkant van het kookvlak. N.B: Als het fornuis boven een ingebouwde oven wordt geinstalleerd, dan moet men de oven zodanig installeren dat hij op twee houten lijsten rust; mocht hij op een doorlopende plank rusten, dan moet deze aan de aschterkant tenminste 45x560 mm ruimte laten. . m 60 m 5 45 m m. Aansluiten gas De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In het omgekeerde geval (voor België) gaat u te werk zoals beschreven in de paragraaf “Aanpassing aan verschillende types gas”. Om het apparaat aan de gasbuizen aan te sluiten (natuurlijk gas II2E+3+ voor Belgie en I2L voor Nederland), dient men eerst de verbinder te monteren.”R” (Deze is op aanvraag verkrijgbaar bij de technische-service-dienst Ariston) Tevens dient men zijn pakking op de verbinder “G”,die er uit ziet als een “L” , van de voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. 46 De aansluiting voert men uit met behulp van: - een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen NBN D51-003) - of met een flexibile buis van roestvrij staal die in de muur zit en voortzet met bedradingsverbinder. Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de huidige Nationale Normen te voldoen. L G R Aansluiting met harde buis (koper of staal) De aansluiting aan het gas moet zodanig worden uitgevoerd dat het geen enkele druk uitoefent op het apparaat. Op de voedingsingang van het fornuis zit een L-aansluiting, die gericht kan worden, met pakking. Als men de aansluiting moet draaien, dan moet men de pakking vervangen (bijgeleverd bij het fornuis). De aansluiting van het gas aan het formuis is gedraad: rond mannelijk 1/2 gas. Aansluiting met stalen flexibile buis Verwijder het rubberbuisje, dat zich op het apparaat bevindt. Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het apparaat is gedraad: kegelvormig mannelijk 1/ 2 gas. Gebruik uitsluitend buizen en pakkingen, die voldoen aan de voorgeschreven nationale normen. Het in werking stellen van deze buizen moet zodanig worden uitgevoerd dat de lengte van de buizen, geheel uitgestrekt, niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft plaats gevonden moet U kontroleren dat de metalen slang niet in kontakt is met beweegbare delen of dat hij knel zit. Controle van de dichting Als het apparaat geinstalleerd is moet men de perfekte luchtdichtheid van de aansluitingen kontroleren met zeepsop, nooit met een vlam. Elektrische aansluiting De fornuizen met een drie-polige voedingskabel zijn ingesteld op het gebruik van wisselstroom met een verzorgingsspanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje (aan de onderkant van het apparaat). De geel/groene draad is voor het aarden. In het geval van installeren boven een ingebouwde oven, moet de elektrische aansluiting van het apparaat en van de oven apart worden uitgevoerd, zowel voor veiligheidsredenen als om het eventueel uittrekken van de oven mogelijk te maken. 47 Het aansluiten aan het net Monteer een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje; bij direkte aansluiting aan het net moet men een veel-polige schakelaar aanbrengen tussen het net en het fornuis met een minimum afstand van 3 mm tussen de kontaktpunten, die is aangepast aan de lading en aan de geldende normen (de draad voor het aarden mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt van meer dan 50°C. Voor het aansluiten kontroleert men dat: • de zekering en het net de lading van het apparaat kunnen verdragen (zie typeplaatje); • het net op efficiënte wijze is geaard volgens de normen en voor-schriften van de wet;e e le disposizioni di legge; • het stopkontakt of de schakelaar gemakkelijk bereikbaar zijn. N.B: gebruik geen adaptors, dubbelstekkers of dergelijke, aangezien deze oververhitting en branden kunnen veroorzaken. Aanpassing aan verschillende types gas (voor België) Voor het aanpassen van het kookvlak aan een ander type gas dan waarvoor het gebruiksklaar is (aangegeven op het typeplaatje onderaan het kookvlak of op de verpakking) moeten de straalpijpen van de branders vervangen worden op de volgende wijze: • verwijder de roosters en de branders; • schroef de straalpijpen los met een buissleutel van 7mm en vervang ze met straalpijpen die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie tabel 1 “Kenmerken van branders en straalpijpen”); • monteer de onderdelen weer; • aan het einde van deze handelingen moet u het oude etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het etiket dat correspondeert met het nieuwe gas dat u gaat gebruiken; u vindt dit in het zakje met de bijgeleverde straalpijpjes. Als de druk van het gebruikte gas verschillend is (of variabel) van wat is voorzien moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende Nationale Normen (regulatoren voor gekanaliseerd gas). Regulatie primaire lucht van de branders (voor België) De branders hebben geen regulatie van de primaire lucht nodig. Het regelen van de minimum stand (voor België) Het regelen van de minimum stand: • zet het kraantje op minimum; • neem de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast het staafje van het kraantje totdat u een regelmatige vlam heeft; N.B.: bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden aangedraaid. • draai de knop snel van maximum op minimum om te zien of de vlammen blijven branden; • als, bij apparaten die een veiligheidsmechanisme hebben (thermo-element), dit niet functioneert met de branders op minimum, dan moet de minimum gastoevoer 48 verhoogd worden door aan het regelschroefje te draaien. Als de regulatie is uitgevoerd moeten de zegels op de by-pass weer worden aangebracht met lak of gelijksoortig materiaal. Modificatie Stempel van de technische dienst Datum Plak hier een van de etiketten die zich in het zakje van de injectors bevinden 49 Plaatsing van de branders ø 145 S S S ø 145 S S S R A R A TC A TC A TC 63 S TC 64 - TC 64 S TF 65 S - TA 65 S TF 66 S - TA 66 S Tabel van de injectors Table 1 (Voor Belgie) Gaspit Doorsnee Vloeibaar gas Natuurlijk gas Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) By-Pass 1/100 Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* g/h Gered. (mm) Nomin. (mm) *** Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 ** Nomin. (mm) G20 G25 Snel (R) 100 0,70 39 3,00 86 218 214 3,30 123 314 365 Halp Snel (S) 75 0,40 28 1,90 70 138 136 1,90 103 181 218 Hulp (A) 55 0,40 28 1,00 50 73 71 1,00 79 95 111 Drievoudige ring (TC) 130 1,30 57 3,25 91 236 232 3,25 133 309 360 28-30 20 35 37 25 45 20 15 25 25 20 30 Spanning van voeding Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) Table 1 (Voor Nederland) Gaspit Natuurlijk gas Doorsnee Thermisch vermogen kW (p.c.s.*) Straal. 1/100 Bereik* l/h Gered. Nomin. (mm) G25 Snel (R) 100 0,70 3,30 123 365 Halp Snel (S) 75 0,40 1,90 103 218 Hulp (A) 55 0,40 1,00 79 111 Drievoudige ring (TC) 130 1,30 3,25 133 360 Spanning van voeding 50 Bereik* l/h Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 25 20 30 * A 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Natuurlijk gas G20 = 37,78 MJ/m3 P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m3 P.C.S. du Butane = 49,47 MJ/Kg P.C.S. du Propane = 50,37 MJ/Kg % Deze apparatuur voldoet aan de volgende richtlijnen van de gemeeschap: - EEG/73/23 van 19/02/73 (Laagspanning) en successievelijke modificaties; - EEG/89/336 van 03/05/89 (Electromagnetische compatibiliteit) en successievelijke modificaties; - EEG/90/396 van 29/06/90 (Gas) en successievelijke modificaties; - EEG/93/68 van 22/07/93 en successievelijke modificaties. - 2002/96/EC De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. 51
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66

Scholtes TF 66 S (IX) de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding