Endres+Hauser BA Flowfit CYA27 Handleiding

Type
Handleiding
Products Solutions Services
Inbedrijfstellingsvoorschrift
Flowfit CYA27
Modulaire doorstroomarmatuur voor multi-
parametermetingen
BA02059C/15/NL/04.23-00
71629505
2023-08-18
Flowfit CYA27 Inhoudsopgave
Endress+Hauser 3
Inhoudsopgave
1 Over dit document .................. 4
1.1 Waarschuwingen ....................... 4
1.2 Symbolen ............................ 4
2 Fundamentele
veiligheidsinstructies ............... 5
2.1 Voorwaarden voor het personeel ........... 5
2.2 Bedoeld gebruik ........................ 5
2.3 Arbeidsveiligheid ....................... 5
2.4 Bedrijfsveiligheid ....................... 6
2.5 Productveiligheid ....................... 6
3 Productbeschrijving ................ 7
3.1 Productopbouw ........................ 7
4 Goederenontvangst en
productidentificatie ............... 11
4.1 Goederenontvangst .................... 11
4.2 Productidentificatie .................... 11
4.3 Leveringsomvang ...................... 12
5 Montage .......................... 13
5.1 Montagevoorwaarden .................. 13
5.2 Montage van de armatuur ............... 16
5.3 Montage van de armatuur in het proces ..... 19
5.4 Aansluiten van de doorstroomschakelaar,
flowmeting of statuslampje (optie) ......... 25
5.5 Installatie van de sensor in de armatuur ..... 38
5.6 Aansluiten van optionele accessoires ....... 40
5.7 Controles na de montage ................ 41
6 Inbedrijfname ..................... 42
6.1 Installatiecontrole ..................... 42
6.2 Inschakelen van het instrument ........... 42
7 Bediening ......................... 44
7.1 Aanpassen van het meetinstrument op de
procesomstandigheden ................. 44
7.2 Monstername ........................ 45
8 Diagnose en storingen oplossen .... 47
8.1 Algemene oplossing van storingen ......... 47
8.2 Storingen in de armatuur en
procesintegratie ....................... 47
9 Onderhoud ........................ 48
9.1 Onderhoudsschema .................... 48
9.2 Onderhoudswerkzaamheden ............. 49
9.3 Demonteren (bijv. voor wijziging of
reiniging) ........................... 55
10 Reparatie ......................... 56
10.1 Reservedelen ......................... 56
10.2 Retour zenden ........................ 57
10.3 Afvoeren ............................ 57
11 Toebehoren ....................... 58
11.1 Instrumentspecifieke toebehoren .......... 58
12 Technische gegevens .............. 61
12.1 Voedingsspanning ..................... 61
12.2 Specificaties .......................... 61
12.3 Omgeving ........................... 61
12.4 Proces .............................. 61
12.5 Mechanische constructie ................ 63
Trefwoordenregister .................... 65
Over dit document Flowfit CYA27
4 Endress+Hauser
1 Over dit document
1.1 Waarschuwingen
Informatiestructuur Betekenis
LGEVAAR
Oorzaak (/gevolgen)
Indien nodig, de gevolgen indien
niet aangehouden (indien van
toepassing)
Corrigerende maatregel
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie.
Wanneer deze gevaarlijk situatie niet wordt vermeden zal ernstig of
dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
LWAARSCHUWING
Oorzaak (/gevolgen)
Indien nodig, de gevolgen indien
niet aangehouden (indien van
toepassing)
Corrigerende maatregel
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie.
Wanneer deze gevaarlijk situatie niet wordt vermeden kan ernstig of
dodelijk lichamelijk letsel ontstaan.
LVOORZICHTIG
Oorzaak (/gevolgen)
Indien nodig, de gevolgen indien
niet aangehouden (indien van
toepassing)
Corrigerende maatregel
Dit symbool wijst op een gevaarlijke situatie.
Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan licht of middelzwaar letsel
ontstaan.
LET OP
Oorzaak/situatie
Indien nodig, de gevolgen indien
niet aangehouden (indien van
toepassing)
Actie/opmerking
Dit symbool wijst op situaties die materiële schade kunnen veroorzaken.
1.2 Symbolen
Symbool Betekenis
Aanvullende informatie, tips
Toegestaan of aanbevolen
Aanbevolen
Niet toegestaan of aanbevolen
Verwijzing naar instrumentdocumentatie
Verwijzing naar pagina
Verwijzing naar afbeelding
Resultaat van de handelingsstap
1.2.1 Symbolen op het instrument
Verwijzing naar instrumentdocumentatie
Doorstroomrichting
Flowfit CYA27 Fundamentele veiligheidsinstructies
Endress+Hauser 5
2 Fundamentele veiligheidsinstructies
2.1 Voorwaarden voor het personeel
Installatie, inbedrijfname, bediening en onderhoud van het meetsysteem mogen alleen
worden uitgevoerd door speciaal opgeleid technisch personeel.
Het technisch personeel moet door de exploitant van de installatie zijn geautoriseerd
voor het uitvoeren van de specifieke taken.
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.
Het technisch personeel moet deze beknopte handleiding hebben gelezen en begrepen
en de instructies daarin opgenomen opvolgen.
Storingen aan het meetpunt mogen alleen worden opgelost door geautoriseerd en
speciaal opgeleid personeel.
Reparaties, welke niet zijn beschreven in de meegeleverde bedieningsinstructies
mogen alleen worden uitgevoerd bij de fabrikant of door haar serviceorganisatie.
2.2 Bedoeld gebruik
De armatuur is speciaal ontworpen voor het bevestigen van sensoren. Dit zijn met name
met membraan bedekte desinfectiesensoren, bijv. Memosens CCS51D en 12 mm sensoren
met Pg 13,5 schroefdraadadapters en 120 mm (4,72 in) installatielengte, zoals pH- of
ORP-sensoren, zuurstofsensoren en geleidbaarheidssensoren. Dankzij de constructie, kan
deze worden gebruikt in systemen onder druk.
Gebruik van het instrument voor een ander doel dan hier beschreven, veroorzaakt gevaar
voor de veiligheid van mensen en voor het gehele meetsysteem en is daarom verboden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door verkeerd gebruik of
gebruik niet conform de bedoeling.
2.3 Arbeidsveiligheid
Als gebruiker bent u verantwoordelijk voor het aanhouden van de volgende
veiligheidsvoorwaarden:
• Installatierichtlijnen
Lokale normen en regelgeving
Fundamentele veiligheidsinstructies Flowfit CYA27
6 Endress+Hauser
2.4 Bedrijfsveiligheid
Voor de inbedrijfname van het complete meetsysteem:
1. Controleer of alle aansluitingen correct zijn uitgevoerd.
2. Waarborg dat de elektrische kabels en slangaansluitingen niet zijn beschadigd.
3. Gebruik geen beschadigde producten en beveilig deze tegen onbedoelde
inbedrijfname.
4. Label beschadigde producten als zijnde defect.
Tijdens bedrijf:
Indien fouten niet kunnen worden opgelost:
Producten moeten buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onbedoelde
inbedrijfname.
2.5 Productveiligheid
2.5.1 State of the art
Het product is ontworpen om te voldoen aan de meest recente veiligheidsvoorschriften, is
getest en heeft de fabriek verlaten in een bedrijfsveilige toestand. De relevante regelgeving
en internationale normen zijn aangehouden.
Flowfit CYA27 Productbeschrijving
Endress+Hauser 7
3 Productbeschrijving
3.1 Productopbouw
De Flowfit CYA27 is een modulaire armatuur ontworpen voor het gebruik met sensoren
voor vloeistofanalyse bij een constant mediumdoorstroming. De sensoren worden
geplaatst in speciaal aangepaste modules. Vanwege de modulaire constructie, is de
armatuur flexibel voor wat betreft het aantal, type en positie van sensoropeningen.
Voor extra functies, kan de armatuur worden voorzien van optionele accessoires, bijv.:
Statusindicatielampje voor indicatie van de bedrijfsstatus
Doorstroomschakelaar voor bewaken van de doorstroming
Flowmeter voor flowmeting
Monsterklep voor directe monstername aan de armatuur
Deeltjesfilter voor verminderen opgenomen deeltjes
7
8
10
1
2
3
4
5
6
9
12
11
13
14
A0043472
1 Procesadapter inlaat (binnendraad G 1/4") en slangaansluiting (optie)
2 Inlaatmodule
3 Module voor bevestiging van een desinfectiesensor met 25 mm (0,98 in) diameter
4 Desinfectiesensor CCS5xD, bijv. CCS51D (niet meegeleverd)
5 Module voor bevestiging van een sensor met Pg 13,5 aansluiting, bijv. een pH-sensor
6 pH-sensor, bijv. CPS31E (niet meegeleverd)
7 Module voor bevestiging van de geleidbaarheidssensor CLS82E met Pg 13,5 aansluiting
8 Geleidbaarheidssensor CLS82E (niet meegeleverd)
9 Doorstroommodule
10 Doorstroomschakelaar of flowmeter (optie)
11 Uitlaatmodule
12 Procesadapter uitlaat (binnendraad G 1/4") en slangaansluiting (optie)
13 Statuslampje (optie)
14 Monsternameventiel (optie)
Productbeschrijving Flowfit CYA27
8 Endress+Hauser
A0043433
Module voor desinfectiesensoren
Medium stroom naar de sensor van onderen af
Sensorslot voor 25 mm (0,98 in) sensoren
Sensor vastgezet met drukschroef M35x2
Sensoren: →  58
• Doorstroomversies
5 l/h (1,1 gal/h)
30 l/h (6,6 gal/h)
Doorstroomafhankelijke module waarvan de uitvoering varieert afhankelijk
van de gekozen doorstroomversie
Optionele functie: monsternameventiel (zie diagram)
A0043434
Module voor pH, ORP of zuurstofsensoren
Medium stroomt naar de sensor van boven af
Sensorslot voor 12 mm (0,47 in) sensoren met 120 mm (4,72 in) lengte
Sensorinstallatie via Pg 13,5 schroefdraad
Sensoren: →  58
Module onafhankelijk van de doorstroming kan worden gecombineerd met
beide doorstroomversies
A0043431
Doorstroommodule
Kwalitatieve weergave en regeling van de doorstroming
De doorstroming moet van onderen komen
• Doorstroomversies
5 l/h (1,1 gal/h)
30 l/h (6,6 gal/h)
Doorstroomafhankelijke module waarvan de uitvoering varieert afhankelijk
van de gekozen doorstroomversie
Optionele functie
Goedgekeurde doorstroomschakelaar, zie bijbehorende documentatie
• Statuslampje
De doorstroommodule moet, indien gebruikt, de laatste module zijn
bovenstrooms van de uitlaatmodule teneinde de doorstroming door alle
modules te waarborgen.
Flowfit CYA27 Productbeschrijving
Endress+Hauser 9
A0047941
Doorstroommodule voor continue flowmeting
Kwalitatieve regeling en kwantitatieve meting van het doorstroomvolume
Het medium stroomt diagonaal van boven af
• Doorstroomversies
5 l/h (1,1 gal/h)
30 l/h (6,6 gal/h)
Doorstroomafhankelijke module waarvan de uitvoering varieert afhankelijk
van de gekozen doorstroomversie
Optionele functie
Statuslampje
De doorstroommodule moet, indien gebruikt, de laatste module zijn
bovenstrooms van de uitlaatmodule teneinde de doorstroming door alle
modules te waarborgen.
A0043432
Module voor de geleidbaarheidssensor CLS82E
Medium stroomt naar de sensor van onderen af
Adapter voor sensor CLS82E (12 mm (0,47 in) sensor met Pg 13,5
schroefdraad van 120 mm (4,72 in) lengte)
Optionele functie: monsternameventiel (niet getoond hier)
Doorstroomafhankelijke module waarvan de uitvoering varieert afhankelijk
van de gekozen doorstroomversie
A0043430
Doseermodule
Aansluiting voor toevoer van een vloeistof voor pH-aanpassing (verzuring)
of reinigingsdoeleinden
Aansluiting: slangtule 3 mm (0,12 in) op doseeraansluiting PG 13,5
Passend voor slangen met binnendiameter (ID) 1,6 mm (0,06 in),
buitendiameter (OD) 4,8 mm (0,19 in) (slang niet meegeleverd)
Medium stroomt door de module van boven af
Module onafhankelijk van de doorstroming kan worden gecombineerd met
beide doorstroomversies
De doseermodule moet, indien gebruikt, de eerste module
benedenstrooms van de inlaatmodule zijn. Een uitzondering daarop is
een meting, welke kan worden vervalst door het toegevoegde type
vloeistof, bijv. een geleidbaarheidsmeting.. In dat geval moet de
doseermodule als tweede module worden geïnstalleerd →  22.
A0043894
Inlaatmodule
Met naaldventiel (inlaatventiel)
Aansluiting G 1/4'' (ISO 228-1)
Het medium stroomt diagonaal van onderen af
Boorgat voor montage(→  16)
Productbeschrijving Flowfit CYA27
10 Endress+Hauser
A0043895
Uitlaatmodule
Met naaldventiel (uitlaatventiel)
Aansluiting G 1/4'' (ISO 228-1)
Het medium stroomt diagonaal van boven af
Boorgat voor montage(→  16)
A0047942
Module voor verwijderen deeltjes (alleen beschikbaar via vervangen en
naderhand monteren module structuur XPC0014)
Module onafhankelijk van de doorstroming kan worden gecombineerd met
beide doorstroomversies
Met naaldventiel in het bovendeel (helder water)
Met G 1/4'' aansluiting (ISO 228-1) in het onderste deel (afvoer deeltjes)
Centrale doorstroomrichting (kanaalafdichting)
De deeltjesseparatormodule moet, indien gebruikt, de eerste module
benedenstrooms van de inlaatmodule zijn →  23.
Flowfit CYA27 Goederenontvangst en productidentificatie
Endress+Hauser 11
4 Goederenontvangst en productidentificatie
4.1 Goederenontvangst
1. Controleer of de verpakking niet is beschadigd.
Informeer de leverancier in geval van beschadiging van de verpakking.
Bewaar de beschadigde verpakking tot de zaak is opgelost.
2. Controleer of de inhoud niet is beschadigd.
Informeer de leverancier in geval van beschadiging van de levering.
Bewaar de beschadigde goederen tot de zaak is opgelost.
3. Controleer of de levering compleet is en er niets ontbreekt.
Vergelijk de pakbon met uw bestelling.
4. Verpak het product voor opslag en transport zodanig, dat het is beschermd tegen
stoten en vocht.
De originele verpakking biedt de beste bescherming.
Waarborg dat een de toegestane omgevingscondities wordt voldaan.
Wanneer u vragen heeft, neem dan contact op met uw verkoopvertegenwoordiging.
4.2 Productidentificatie
4.2.1 Typeplaat
De typeplaat bevat de volgende informatie over het instrument:
Identificatie fabrikant
• Bestelcode
Uitgebreide bestelcode
• Serienummer
Omgevings- en procesomstandigheden
• Debiet
Veiligheidsinformatie en waarschuwingen
Vergelijk de informatie op de typeplaat met de bestelling.
4.2.2 Identificatie van het product
Productpagina
www.endress.com/cya27
Betekenis van de bestelcode
De bestelcode en het serienummer van uw product zijn vermeld op de volgende locaties:
Op de typeplaat
Op de pakbon
Bevat informatie over het product
1. Ga naar www.endress.com.
2. Pagina zoeken (vergrootglassymbool): voer geldig serienummer in.
3. Zoeken (vergrootglas).
De productstructuur wordt in een popup-venster getoond.
Goederenontvangst en productidentificatie Flowfit CYA27
12 Endress+Hauser
4. Klik op het productoverzicht.
Een nieuw venster wordt geopend. Hier vindt u informatie over uw instrument,
inclusief de productdocumentatie.
Adres van de fabrikant
Endress+Hauser Conducta GmbH+Co. KG
Dieselstraße 24
70839 Gerlingen
Duitsland
4.3 Leveringsomvang
De leveringsomvang omvat:
Armatuur inclusief meegeleverde accessoires in de bestelde uitvoering
• Bedieningshandleiding
• Fabrieksverklaring
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 13
5 Montage
5.1 Montagevoorwaarden
5.1.1 Positie
De armatuur is ontworpen voor montage op panelen, wanden, vlakke oppervlakken,
masten of relings. De enige toegestane inbouwpositie van de armatuur is horizontaal,
→  16.
De beschreven inbouwpositie van de armatuur kan de installatie van bepaalde
sensoren beperken, bijv. installatie ondersteboven.
5.1.2 Montage-instructies
LET OP
Omgevingscondities
De omgevingscondities van de technische specificatie van de armatuur en de sensor
moeten op de installatielocatie worden aangehouden.
Neem technische maatregelen, zoals het installeren van een extra behuizing, om het
meetpunt te beschermen tegen omgevingsinvloeden (bijv. temperatuur, vervuiling).
LET OP
Direct zonlicht of UV-licht
Passende maatregelen moeten genomen op de installatielocatie om de armatuur te
beschermen tegen direct zonlicht of andere UV-stralingsbronnen.
Bij omgevingstemperaturen onder 0 °C (32 °F), kan het medium bevriezen met name
bij lage doorstroomsnelheid. De mediumtemperatuur en het doorstroomvolume
moeten overeenkomstig worden ingesteld. Het kan nodig zijn de aanvoer- en
retourleidingen te isoleren en de armatuur in een behuizing te installeren. Deze moet
indien nodig zijn uitgevoerd met een verwarmingssysteem.
Montage Flowfit CYA27
14 Endress+Hauser
5.1.3 Afmetingen
285 (11.22)
52.5 (2.07)
212.6 (8.37)
221.4 (8.72)
345 (13.58) 225 (8.86)
165 (6.50) 165 (6.50)
249.5 (9.82)
155 (6.10)
ABC
D E F
60 (2.36)
A0045635
 1 Afmetingen. Technische eenheid: mm (in)
A Desinfectie-, pH- en displayversie met monsternameventiel, statusindicatielampje en doorstroomschakelaar of
flowmeting
B Desinfectie-, pH-, ORP- en flowdisplayversie met monsternameventiel, statusindicatielampje en
doorstroomschakelaar of flowmeting
C Desinfectie- en flowdisplayversie met monsternameventiel, statusindicatielampje en doorstroomschakelaar of
flowmeting
D Desinfectieversie met monsternameventiel
E pH-, ORP- of zuurstofversie
F Geleidbaarheidsversie met monsternameventiel
Aantal modules 1 2 3 4 5 6
Breedte mm (in) 165 (6.50) 225 (8.86) 285
(11.22)
345
(13.58)
405
(15.94)
465
(18.31)
Gewicht kg (lb)
Max. gewicht
afhankelijk van de
versie zonder
sensoren
0,9 kg
(1,98 lb)
1,5 kg
(3,31 lb)
2,1 kg
(4,63 lb)
2,7 kg
(5,95 lb)
3,3 kg
(7,28 lb)
3,8 kg
(8,38 lb)
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 15
155 (6.10) 175 (6.89)
A0043194
 2 Montageafstand. Technische eenheid: mm (in)
De benodigde minimale montageafstand voor het verwijderen van de sensor(en) is
175 mm (6,9 in).
Montage Flowfit CYA27
16 Endress+Hauser
5.2 Montage van de armatuur
5.2.1 Meetsysteem
Een compleet meetsysteem kan tot maximaal zes verschillende sensoren bevatten en
bestaat, bijvoorbeeld, uit het volgende:
Doorstroomarmatuur Flowfit CYA27
Tenminste één sensor, bijv. CCS51D voor het meten van vrij chloor
Tenminste één meetkabel, bijv. CYK10
Transmitter, bijv. Liquiline CM44x of CM44xR met nieuwste software
• Optie:
pH-sensoren, bijv. Memosens CPS31E
ORP-sensoren, bijv. Memosens CPS16E
Geleidbaarheidssensor CLS82E
Zuurstofsensoren, bijv. COS22E
Transmitter, bijv. Liquiline Compact CM82
Multiparameter handmeetinstrument Liquiline Mobile CML18
Verlengkabel CYK11
Monsternameventiel op armatuur bij toepassing van modules voor desinfectie en
geleidbaarheid
Doorstroomschakelaar of flowmeter
• Statuslampje
1
2
3
4
5
A0043060
 3 Voorbeeld van een meetsysteem
1 Transmitter Liquiline CM44x of CM44xR
2 Meetkabel CYK10
3 pH-sensor, bijv. CPS31E
4 Doorstroomarmatuur Flowfit CYA27
5 Desinfectiesensor CCS5xD (met membraan bedekt, ⌀25 mm (0,98 in)), bijv. CCS51D
5.2.2 Directe wandmontage
De armatuur kan direct op een wand worden geschroefd via de twee gaten in de inlaat- en
uitlaatmodule.
Directe montage aan de wand is toegestaan voor armaturen met één tot maximaal
drie modules.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 17
Aantal modules 1 2 3
Ruimte tussen de
boorgaten
mm (in)
120 (4,73) 180 (7,09) 240 (9,45)
De benodigde montagematerialen voor het bevestigen van het instrument op de wand zijn
niet meegeleverd.
1. Zorg voor montagemateriaal om het instrument ter plaatse op de wand te bevestigen
(schroeven, pluggen).
2. Gebruik montagemateriaal dat geschikt is voor het wandmateriaal.
M6
240 (9.45) 73 2.87( )
A0048283
 4 Directe wandmontage. Technische eenheid: mm (in)
5.2.3 Monteer de armatuur met de wandhouder
Met de wandhouder is het mogelijk maximaal zes modules te selecteren. Het is vervolgens
mogelijk individuele modules te verwijderen terwijl de rest van de armatuur betrouwbaar
bevestigd blijft in de houder. Verschillende boorgaten maken bijvoorbeeld gebruik van het
Flowfit CCA250 gatpatroon mogelijk.
Optionele accessoires, bestaande uit wandhouder met borgclips voor armaturen met 1 … 6
modules.
De boorgaten (gemarkeerd in afbeelding) komen overeen met die va de armatuur
CCA250, welke kan worden hergebruikt.
70 (2.76)
80 (3.15)
70 (2.76)
240 (9.45)
320 (12.6)
153.6 (6.05)
Ø9 (4x)
7 (0.28)
Ø9 (4x)
80 (3.15)
94 70(3. )
A0047945
 5 Afmetingen wandhouder. Technische eenheid: mm (in)
Montage Flowfit CYA27
18 Endress+Hauser
A0043207
 6 2 borgclips voor 1 … 5 modules
A0043208
 7 3 borgclips voor 6 modules
Met zes modules, zijn drie borgclips nodig voor verbeterde
stabiliteit.
1. Positioneer de armatuur in het midden van de wandhouder.
2. Schijf de armatuur naar beneden op de borgclip tot deze vastklikt.
3. Bevestig de borgclips op de wandhouder door de borgschroef iets vast te draaien. Zet
de borgschroef zodanig vast dat zo vlak mogelijk ligt met de borgclip.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 19
5.3 Montage van de armatuur in het proces
5.3.1 Algemene montage-instructies
LVOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door hoge temperatuur of chemische stoffen wanneer
het procesmedium ontsnapt.
Draag veiligheidshandschoenen, een veiligheidsbril en beschermende kleding.
Installeer de armatuur alleen in tanks of leidingen die zijn afgekoeld, leeg en drukloos
zijn en zijn gespoeld.
LET OP
Wanneer de retourleidingen onvoldoende zijn gedimensioneerd, stijgend verlopen, te
lang zijn of verkeerd zijn geïnstalleerd, bestaat het risico voor overmatige tegendruk
in de armatuur. Dit kan de goede werking van de armatuur en met name de sensoren
ernstig verstoren waardoor onherstelbare schade kan optreden.
Houd retourleidingen zo kort mogelijk en vermijdt onnodige doorstroomweerstanden
en het spoelen van leidingen.
Retourleidingen moeten worden ontworpen, gedimensioneerd en geïnstalleerd
conform de drukspecificaties van de armatuur en de sensoren.
Korte retourleidingen met een open uitlaat verdienen de voorkeur, met name voor
armaturen met een groot aantal modules.
Vanwege de lage debieten, is de armatuur niet geschikt voor directe montage in de
procesleiding. Het moet in plaats daarvan worden geïnstalleerd in een aftakleiding
of een bypass. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker het juiste type
procesaansluiting te selecteren en te testen.
Wanneer de procesdruk boven 4 bar (58 psi) overdruk ligt, is het gebruik van een
drukreduceer bovenstrooms van de armatuur nodig. De drukreduceer moet worden
geconfigureerd passend bij de drukspecificaties van de sensor of armatuur. De
lagere druk hier is de maximaal toegestane insteldruk.
Wanneer vaste deeltjes aanwezig zijn in het medium, kan dit de goede werking
van de armatuur en de sensoren beïnvloeden. Het verdient aanbeveling een
deeltjesfilter/vuilfilter met een maaswijdte van 500 µm bovenstrooms van de
armatuur te installeren. Let erop, dat het filter ook met regelmatige intervallen
moet worden onderhouden om de juiste werking te waarborgen.
De aansluitleidingen (pijp of slang) moeten zodanig worden geselecteerd of
gedimensioneerd, dat deze bestand zijn tegen het procesmedium, temperaturen en
drukken. Let op de technische specificatie van de armatuur en de sensoren.
De aansluitleidingen (pijp of slang) moeten worden aangesloten op de
procesaansluitingen van de armatuur zonder kracht of spanning. Voer indien nodig
passende trekontlastingen uit.
Controleer voor de installatie de flensafdichting tussen de flenzen.
5.3.2 Procesaansluiting aan de armatuur
1. Monteer de armatuur op een verticaal oppervlak.
2. Sluit het medium aan met standaard in de handel verkrijgbare aansluitfittingen.
Gebruik afhankelijk van de specificaties conventionele afdichtingsmaterialen, bijv.
schroefdraadafdichttape of O-ring (aanbevolen) van geschikt materiaal, bijv. FKM.
Montage Flowfit CYA27
20 Endress+Hauser
5.3.3 Open uitlaat
Bij dit type installatie, wordt de armatuur aangesloten op een aftakleiding die uit een
hoofdleiding komt en eindigt in een open uitlaat→  8,  20. In het ideale geval, is de
open uitlaat drukloos of zonder tegendruk.
De druk p mag niet hoger worden dan de toegestane bedrijfsdruk van de armatuur
van 4 bar (58 psi) overdruk.
Wanneer de sensor is geïnstalleerd, moeten de drukspecificaties van de sensor tevens
worden aangehouden.
Wanneer de mediumdruk hoger is dan 4 bar (58 psi) overdruk, is een drukreduceer
nodig.
1. Monteer de armatuur horizontaal.→  13
2. Installatie in een aftakleiding heeft de voorkeur boven installatie direct in de
procesleiding. De aftakleiding kan worden afgesloten zonder het product te
onderbreken (één afsluiter is nodig bovenstrooms en benedenstrooms). Hierdoor is
het bijvoorbeeld mogelijk, de sensor te reinigen zonder het proces te beïnvloeden.
3. Installeer indien nodig een vuilfilter (zeef) met een maaswijdte van 500 µm
bovenstrooms van de armatuur. Wanneer een drukreduceer wordt gebruikt, bevat
deze over het algemeen een vuilfilter.
4. Stel de doorstroomwaarde bovenstrooms van de armatuur in, bijv. met een
bovenstrooms debietregelaar.
De schroefdraadadapters of slangadapters, die kunnen worden meebesteld, zijn
afgedicht op de armatuur met een FKM O-ring en daarom is geen extra afdichting
nodig tussen armatuur en adapter.
1
23456
7
8
9
A0043506
 8 Aansluitvoorbeeld met open uitlaat
1 Hoofdinlaatleiding
2 Handbediend ventiel (niet meegeleverd)
3 Terugslagklep (optie, niet meegeleverd)
4 Drukreduceer (optie, niet meegeleverd)
5 Filter (optie, niet meegeleverd)
6 Armatuur Flowfit CYA27
7 Handbediend ventiel (optie in geval van een naar boven verlopende uitlaatleiding, niet meegeleverd)
8 Uitlaat
9 Hoofduitlaatleiding
Het gebruik van een terugslagklep in de toevoerleiding van de armatuur voorkomt
onbedoelde terugstroming vanuit de armatuur in het proces, bijv. tijdens
onderhoudswerkzaamheden.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 21
5.3.4 Bypass met retour
De tegendruk p2 is de definitieve tegendruk voor de armatuur of de sensoren en moet
onder alle omstandigheden nooit hoger worden dan de toegestane drukspecificatie
van de armatuur of de sensoren.
Teneinde doorstroming door de armatuur te realiseren, moet de druk p1 hoger zijn dan de
druk p2.
Hiervoor is de installatie van een vernauwing of een smoorventiel in de hoofdleiding
nodig.
De druk p1 mag niet hoger worden dan de toegestane bedrijfsdruk van de armatuur
van 4 bar (58 psi) overdruk.
Wanneer de sensor is geïnstalleerd, moeten de drukspecificaties van de sensor tevens
worden aangehouden.
1. Monteer de armatuur horizontaal.→  13
2. Sluit het medium aan met standaard in de handel verkrijgbare aansluitfittingen.
Afhankelijk van de voorschriften kunnen conventionele afdichtingsmaterialen
worden gebruikt zoals bijv. schroefdraadafdichtingstape of O-ringen van FKM.
3. Installatie van de armatuur in de bypass heeft de voorkeur boven installatie direct in
de procesleiding. De bypass-leiding kan worden afgesloten zonder het product te
onderbreken (één afsluiter is nodig bovenstrooms en benedenstrooms). Hierdoor is
het bijvoorbeeld mogelijk, de sensor te reinigen zonder het proces te beïnvloeden.
4. Installeer indien nodig een vuilfilter (zeef) met een maaswijdte van 500 µm
bovenstrooms van de armatuur. Wanneer een drukreduceer wordt gebruikt, bevat
deze over het algemeen een vuilfilter.
5. Stel de doorstroomwaarde bovenstrooms van de armatuur in, bijv. met een
bovenstrooms debietregelaar.
346
7
8
2
1
5
9
p1 p2
p1 > p2
A0043507
 9 Aansluitvoorbeeld met bypass en vernauwing in de hoofdleiding
1 Hoofdinlaatleiding
2 Handbediend ventiel (niet meegeleverd)
3 Terugslagklep (niet meegeleverd)
4 Drukreduceer (optie, niet meegeleverd)
5 Filter (optie, niet meegeleverd)
6 Armatuur Flowfit CYA27
7 Handbediend ventiel (niet meegeleverd)
8 Hoofduitlaatleiding
9 Vernauwing (niet meegeleverd)
Om een armatuur, die op deze manier is geïnstalleerd, uit bedrijf te nemen, moet een
drukontlasting worden uitgevoerd zodat de armatuur veilig drukloos kan worden
gemaakt nadat de aanvoer- en retourleidingen zijn afgesloten. Passende oplossingen
zijn bijvoorbeeld het optionele monsternameventiel op de armatuur of het uitvoeren
van een monsterpunt in de leiding.
Montage Flowfit CYA27
22 Endress+Hauser
5.3.5 Dosering (optie)
Voor de gemeten toevoeging van een reinigingsmiddel of een zuur (voor verzuren van het
medium), is minimaal het volgende nodig:
Een armatuur met doseermodule,
een toevoertank voor de te doseren vloeistof (voorzien door de klant) en
een doseerpomp (voorzien door de klant).
Ventielen zijn optioneel en kunnen nodig zijn afhankelijk van het type pomp en tank.
Het verdient aanbeveling de armatuur eerst in bedrijf te nemen zonder doseereenheid
en vervolgens de doseereenheid in bedrijf te nemen via een testrun. Waarborg daarbij
dat de vloeistof die wordt gedoseerd, in de armatuur druppelt en niet aan de
doseeraansluiting lekt. Lekkages moeten direct worden verholpen door de
slangdiameter te veranderen (indien nodig), de slang extra vast te zetten of door
controle van de afdichting van de doseeraansluiting (lekdicht).
A0047946
1 (Toevoer) tank voor reinigings- of zuuroplossing (niet meegeleverd)
2 Ventiel (optie, niet meegeleverd)
3 Doseerpomp (niet meegeleverd)
4 Terugslagklep (optie, niet meegeleverd)
5 Ventiel (optie, niet meegeleverd)
6 Armatuur met doseermodule
7 Mediuminlaat van de armatuur
8 Mediumuitlaat van de armatuur
LWAARSCHUWING
Overdosering van reinigings- of zuuroplossing of terugstroming
Overdosering van reinigings- of zuuroplossing in de armatuur of terugstroming van
medium in de (toevoer-) tank kunnen lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken!
Wanneer er geen doorstroming door de armatuur is, moet de doseerpomp automatisch
worden uitgeschakeld. De relaisbesturing via de CM44x kan hiervoor worden gebruikt.
LWAARSCHUWING
Ontwikkeling van chloorgas
Chloorgas kan optreden bij pH-waarden lager dan 4 bij tegelijkertijd aanwezigheid van vrij
chloor. Dit kan lichamelijk letsel of materiële schade veroorzaken!
In geval van media met vrij chloor, moet de pH worden gemeten na de doseermodule.
Het regelsysteem moet zodanig zijn ingesteld, dat wordt gewaarborgd dat de pH-
waarde niet tot onder een kritische waarde 4 afneemt.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 23
LWAARSCHUWING
Ontsnappende reinigingsoplossing
Wanneer reinigingsvloeistof ontsnapt, bestaat gevaar voor lichamelijk letsel door hoge
temperatuur of chemische stoffen!
Houd de onderhoudsintervallen voor de gebruikte componenten aan, zoals leidingen
voor een doseerpomp en vervang de componenten in geval van een defect.
Verkort de onderhoudsintervallen bij hoge bedrijfstemperaturen.
LVOORZICHTIG
Niet getest reinigingsmiddel
Reinigingmiddelen die niet zijn getest kunnen de armatuur beschadigen en lekkage tot
gevolg hebben.
Alleen de reinigingsmiddelen die zijn beschreven in →  51 mogen worden gebruikt.
Meetwaarden, bijv. pH-waarde of geleidbaarheid, van geïnstalleerde sensoren kunnen
veranderen vanwege het type en de samenstelling van de gebruikte oplossingen,
zuren of reinigingsmiddelen. Dit kan ongewenste effecten hebben op processen die
worden geregeld door deze meetwaarden. Met veranderingen in de meetwaarden en
de invloed daarvan op een regelaar moet altijd rekening worden gehouden. Als
alternatief wordt een test aanbevolen voor de implementatie. Het kan nodig zijn de
meetwaarden op HOLD te zetten tijdens het doseren.
Een tijdsafhankelijke regeling van het doseren kan worden geïmplementeerd door een
doseerpomp aan te sluiten via een transmitter met een relaiskaart. De reinigingsfunctie
van de CM44x kan worden gebruikt voor automatische dosering van reinigingsmiddel.
Het verdient aanbeveling een regelbare doseerpomp te gebruiken waarmee de hoeveelheid
kan worden ingesteld of geregeld.
Zie voor meer informatie over de aansluiting en de elektrische specificaties, de
bedieningshandleiding van de betreffende transmitter
5.3.6 Deeltjes verwijderen (optie)
De deeltjesseparatiemodule kan worden gebruikt voor onzuiverheden met een hoge
dichtheid > 1,5 g/cm³ en deeltjesgrootte > 10 µm, zoals roet, zeer fijn zand of kristallijne
structuren. De separator is niet geschikt voor organische onzuiverheden zoals algen,
biofilms of opgeloste vaste deeltjes met een dichtheid gelijk aan water (1 g/cm³).
Deze separatormodule wordt gebruikt in plaats van een bovenstrooms filter en heeft als
voordeel dat het geen desinfectant gebruikt, hetgeen kan optreden bij biologische
afzettingen in het filter.
Montage Flowfit CYA27
24 Endress+Hauser
345
1
11
10
2
68
9
13
7
12
A0047952
1 Hoofdleiding
2 Aftakleiding
3 Ventiel (optie, niet meegeleverd)
4 Terugslagklep (optie, niet meegeleverd)
5 Drukreduceer (optie, niet meegeleverd)
6 Mediuminlaat van de armatuur
7 Armatuur met separatormodule
8 Deeltjesseparator
9 Onderste deel van deeltjesseparator voor medium met losse deeltjes
10 Uitlaat van armatuur
11 Ventiel (optie, niet meegeleverd)
12 Uitlaat
13 Naaldventiel in het bovenste deel voor instellen van het flowvolume
Houd bij de inbedrijfname van de armatuur met een deeltjesseparator, de aangepaste
volgorde voor het openen van de ventielen →  43 aan.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 25
5.4 Aansluiten van de doorstroomschakelaar,
flowmeting of statuslampje (optie)
LWAARSCHUWING
Instrument staat onder spanning!
Verkeerde aansluiting kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben!
De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus.
De elektrotechnicus moet de instructies in deze handleiding hebben gelezen en
begrepen en moet deze aanhouden. .
Voor het uitvoeren van de aansluitwerkzaamheden, moet worden gewaarborgd dat op
geen enkele kabel nog spanning staat.
Gebruik van flowmeting met statuslampje verdient aanbeveling (aansluiting en
configuratie: versie 6 →  36).
De doorstroomschakelaar wordt gebruikt om een continue, voldoende
mediumdoorstroming door de armatuur te bewaken (aansluiting en configuratie van de
doorstroomschakelaar: versie 1 →  26).
Flowmeting maakt de continue meting van het doorstroomvolume mogelijk (aansluiting
en configuratie van de flowmeter: versie 2→  28).
Het statuslampje maakt de visualisatie van een storing mogelijk, die wordt gedetecteerd
door de transmitter, bijv. CM44x. De kleuren van het statuslampje komen overeen met de
NAMUR-specificaties (NE107):
NAMUR categorie F (storing) → brandt constant rood
NAMUR categorie S (buiten specificatie) → knippert rood
NAMUR categorie C (controle werking) → knippert rood
NAMUR categorie M (onderhoud nodig) → knippert groen
Wanneer geen diagnosemelding actief is (OK) → brandt constant groen
Het volgende verbindingen van het statuslampje zijn mogelijk:
Alleen aansluiting (aansluiting en configuratie: versie 3 →  29)
Aansluiting met doorstroomschakelaar (aansluiting en configuratie: versie 5 →  33)
Aansluiting met flowmeting (aanbevolen) (aansluiting en configuratie: versie 6
→  36)
Daarnaast kan een vereenvoudigde statusindicatie worden ingesteld (aansluiting en
configuratie: versie 4 →  31).
5.4.1 Aansluiting op CM44x transmitter
De doorstroomschakelaar of flowmeting en het statusindicatielampje zijn aangesloten op
een CM44x transmitter via de voedingsspanning (24 V) en de digitale uitgangen en
ingangen (grijze ader of kabel statuslampje) van een DIO-module, en een relais, bijv. het
alarmrelais van de BASE-E of BASE2-E module of als alternatief een 2R, 4R of AOR
module.
De volgende componenten zijn ook nodig voor de installatie (doorstroomschakelaar,
flowmeting en statusindicatielampje) en zijn niet meegeleverd:
Module DIO (bestelnr. 71135638)
Module 2R (bestelnr. 71125375) of module 4R (bestelnr. 7112536) of module AOR
(bestelnr. 71135632) (optie)
Adereindhulzen (optie)
Kleine platte schroevendraaier
• Striptang
1. Strip de kabel van de doorstroomschakelaar en het statuslampje tenminste
20 cm (7,87 in).
2. Installeer de adereindhulzen.
3. Plaats de kabel door de gaten in de onderkant van de CM44x transmitter.
Montage Flowfit CYA27
26 Endress+Hauser
4. Sluit de kabels aan conform het aansluitschema.
De kabels voor de doorstroomschakelaar en de flowmeter en het statuslampje zijn
identiek.
Insteekklemmen op de CM44x
Druk de schroevendraaier tegen
de clip (klem wordt geopend).
Plaats de ader tot aan de
aanslag.
Verwijder de schroevendraaier
(klem wordt gesloten).
5.4.2 Aansluitschema van versie 1: aansluiting van de
doorstroomschakelaar (zonder statuslampje)
Met dit type aansluiting
kan een diagnosemelding worden gegenereerd in de CM44x wanneer het flowvolume te
laag is
kan een extern instrument worden aangesloten die afhankelijk van de doorstroming
wordt geregeld
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 27
BN
BU
GN
12
3
5
DIO
BK
GN
GN
4
BU
BN
GY
WH
BK
47
47
48
48
+
+
1
2
1
2
1
2
+
+
+
+
45
46
45
46
91
92
91
92
DIO
GN
A0047955
1 BASE-E of BASE2-E module
2 DIO-module (meegeleverd met de CM44x transmitter of afzonderlijk besteld)
3 Kabel doorstroomschakelaar
4 Doorstroomschakelaar
5 Verdeelklemmenblok (bevindt zich standaard in de CM44x transmitter)
De digitale ingangen en uitgangen van de DIO-module die rechts worden getoond zijn
identiek voor alle typen aansluiting!
Kabel doorstroomschakelaar Aansluiting
Bruin (BN) DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 47
Wit (WH) Niet aangesloten
Zwart (BK) DIO-module, digitaal in, poort 1, klem 91
Blauw (BU) Verdeelklemmenblok, klem 3
Grijs (GY) Niet aangesloten
Verdeelklemmenblok kabel Klem Aansluiting
Verbindingskabel, groen (GN) 1 DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 48
Verbindingskabel, groen (GN) 2 DIO-module, digitaal in, poort 1, klem 92
Instellingen op de CM44
Activeren van de binaire ingang van de doorstroomschakelaar
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Ingangen/Binaire ing. x:1 en activeer Binaire ing..
2. Stel Binaire ing.: Aan, Signaaltype: Statisch signaal, Signaalnivo: Laag in.
Montage Flowfit CYA27
28 Endress+Hauser
3. Ken een grenswaardeschakelaar aan de binaire schakelaar toe in: Hoofdmenu/
Setup/Basic setup/Limietschakel.x met de opties: Bron: Binaire ing. x:1,
Ingangsmodus: Nivo, Reinigingsprogr.: ---, Operation mode: Grensw.
overschrijding, Functie: Aan, Start vertraging0 s, Vrijgave vertraging: 0 s
Toekennen van diagnosemelding S910 van de grenswaardeschakelaar als
foutmelding F voor onvoldoende flow
1. Configureer de diagnosemelding voor de Limietschakel. (S910) in Hoofdmenu/
Setup/Basic setup/Diagnose instellingen/ Diagnose gedrag/S910Limietschakel..
De status van de grenswaardeschakelaar en dus het debiet in de armatuur is
beschikbaar als een proceswaarde voor alle uitgangen van de transmitter. Zodra
er onvoldoende doorstroming is, wordt F910 Limietschakel. getoond op het
instrument samen met een rood scherm.
2. Voer de volgende instellingen uit:Diag.code: F910Limietschakel.,
Diagnosemelding: Aan, Foutstroom: Uit, Foutcategorie: Fout (F).
De diagnosemelding kan worden gewijzigd indien nodig.
3. Open Hoofdmenu/ Setup/Additionele functies/Diagnostische modules/
Diagnostic modulex.
4. Voer de volgende instellingen uit: Bron: Limietschakel.x, Actief laag: Aan, Korte
tekst: voer de individuele tekst hier in, bijv. Low flow.
5.4.3 Aansluitschema van versie 2: aansluiten van de flowmeter
(zonder statuslampje)
Met dit type aansluiting
kan het doorstroomvolume worden bepaald
kan een diagnosemelding worden gegenereerd in de CM44x wanneer het flowvolume te
laag of te hoog is
kan een extern instrument worden aangesloten die afhankelijk van de doorstroming
wordt geregeld
De flowmeter is geoptimaliseerd voor het aanbevolen flowmeetbereik (zie hoofdstuk
12 →  61).
LET OP
Verkeerde meetresultaten
Luchtbellen in het medium kunnen de meetwaarde vervalsen.
Gebruik de flowmeter alleen in het aanbevolen flowmeetbereik.
De flowmeter wordt op dezelfde wijze aangesloten als de doorstroomschakelaar. Zie figuur
in het aansluitschema voor versie 1.
Instellingen op de CM44x
Activeren van de binaire ingang van de flowmeter
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Ingangen/Binaire ing. x:1 en activeer Binaire ing..
2. Stel Binaire ing. in:Aan, Signaaltype:PFMMax. frequentie:100,00 Hz,
Meetwaarde formaat: #.#, Ingangsmodus: Flow, Flow eenheid: l/h, start
meetbereik: 0,0 l/h, Bovenbereik waard: 320 l/h (voor de 30 l/h CYA27 versie)
of 105 l/h (voor de 5 l/h CYA27 versie).
3. Ken een grenswaardeschakelaar toe aan de binaire ingang wanneer u detectie van te
laag flowvolume configureert:
Ga naar Hoofdmenu/ Setup/Limietschakel.x en configureer de opties Bron: Binaire
ing. x:1, Ingangsmodus: FlowReinigingsprogr.: ---, Operation mode: Grensw.
overschrijding, Functie: Aan, Start vertraging0 s, Vrijgave vertraging: 0 s.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 29
4. Ken een grenswaardeschakelaar toe aan de binaire ingang wanneer u detectie van
een flowvolume buiten het gespecificeerde bereik configureert:
Ga naar Hoofdmenu/ Setup/Limietschakel.x en configureer de opties Bron: Binaire
ing. x:1, Ingangsmodus: FlowReinigingsprogr.: ---, Operation mode:Buiten
bereik, Functie: Aan, Begin van bereik: 30 l/h(of 5 l/h voor de 5 l/h CYA27
versie), Begin van bereik: 80 l/h (of 30 l/h voor de 5 l/h CYA27 versie),
hysterese (+/-): 0,0 l/h, Start vertraging: 0 s, Vrijgave vertraging: 0 s.
Toekennen van diagnosemelding S910 van de grenswaardeschakelaar als
foutmelding F voor onvoldoende flow
1. Configureer de diagnosmelding voor de grenswaardeschakelaar (S910) in
Hoofdmenu/ Setup/Basic setup/Diagnose instellingen/ Diagnose gedrag/
S910Limietschakel..
De status van de grenswaardeschakelaar en dus het debiet in de armatuur is
beschikbaar als een proceswaarde voor alle uitgangen van de transmitter. Zodra
er onvoldoende doorstroming is, wordt F910Limietschakel. getoond op het
instrument samen met een rood scherm.
2. Voer de volgende instellingen uit:Diag.code: F910Limietschakel.,
Diagnosemelding: Aan, Foutstroom: Uit, Foutcategorie: Fout (F).
De diagnosemelding kan worden gewijzigd indien nodig.
3. Open Hoofdmenu/ Setup/Additionele functies/Diagnostische modules/
Diagnostic modulex.
4. Voer de volgende instellingen uit: Bron: Limietschakel.x, Actief laag: Aan, Korte
tekst: voer de individuele tekst hier in, bijv. Low flow.
5.4.4 Aansluitschema van versie 3: aansluiting van het statuslampje
(zonder doorstroombewaking)
Foutmeldingen kunnen in deze versie gesignaleerd worden via het statuslampje. De
kleuren van het statuslampje komen overeen met de NAMUR-specificaties (NE107):
NAMUR categorie F (storing) → brandt constant rood
NAMUR categorie S (buiten specificatie) → knippert rood
NAMUR categorie C (controle werking) → knippert rood
NAMUR categorie M (onderhoud nodig) → knippert groen
Wanneer geen diagnosemelding actief is (OK) → brandt constant groen
CM44 firmware 1.11.00 of hoger moet worden gebruikt omdat hierin een upgrade
aanwezig is voor diagnosemeldingen met een relais.
Het statuslampje alleen kan worden gebruikt voor de NAMUR-status van het
meetsysteem (transmitter en aangesloten meetinstrumenten). Doorstroomregeling is
dan niet beschikbaar.
Montage Flowfit CYA27
30 Endress+Hauser
BU
VT
VT
12
3
5
DIO
GY
VT
4
BU
BN
GY
WH
BK
VT
VT
BN
BK
A0048018
1 BASE-E of BASE2-E module
2 DIO-module (meegeleverd met de CM44x transmitter of afzonderlijk besteld)
3 Statuslampje kabels
4 Statuslampje
5 Verdeelklemmenblok (bevindt zich standaard in de CM44x transmitter)
Statuslampje kabels Aansluiting
Bruin (BN) BASE-2-E-module, alarm, klem 41
Wit (WH) Niet aangesloten
Zwart (BK) BASE-2-E-module, alarm, klem 43
Blauw (BU) DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 48
Grijs (GY) DIO-module, digitaal out, poort 1, klem 46
Verdeelklemmenblok kabel Klem Aansluiting
Verbindingskabel, violet (VT) 1 BASE-2-E-module, alarm, klem 42
Verbindingskabel, violet (VT) 2 DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 47
Verbindingskabel, violet (VT) 3 DIO-module, digitaal out, poort 1, klem 45
Instellingen op de CM44x
Activeren van een gekoppeld relais
1. Optie A, alarmrelais
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Alarmrelais.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 31
2. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+NAMUR F
Wanneer het alarmrelais wordt gebruikt, is deze niet langer beschikbaar voor andere
meldingen.
3. Optie B, relaismodule (2R, 4R, AOR-module)
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Relaisy:x.
4. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+NAMUR F
Activeren van de aangesloten binaire uitgang
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Bin. uitgangy:x en activeer Bin. uitgang.
2. Stel Signaaltype in: Statisch signaal, Functie: Signaal apparaatstatus, Operation
mode: OK, NAMUR F.
Wanneer een relais van een 2R, 4R of AOR module wordt gebruikt in plaats van het
alarmrelais, is de bedrading hetzelfde met uitzondering van de locatie en naam van
het relais.
5.4.5 Aansluitschema van versie 4: aansluiting van vereenvoudigde
statuslampje
Deze versie wordt alleen gebruikt voor het visualiseren van de NAMUR-status
melding F (constant rood)!
Met dit type aansluiting
De NAMUR-melding F (storing) kan in rood worden gesignaleerd via het statuslampje
Het statuslampje brandt groen wanneer geen diagnosemelding actief is
Het statuslampje kan worden gebruik voor de CM44 software-release versie 01.11.00
Een doorstroomschakelaar of flowmeter kan als optie worden gebruikt
Montage Flowfit CYA27
32 Endress+Hauser
BU
12
3
DIO
VT
4
BU
BN
GY
WH
BK
BN
BK
VT
A0048025
1 BASE-E of BASE2-E module
2 DIO-module (meegeleverd met de CM44x transmitter of afzonderlijk besteld)
3 Statuslampje kabels
4 Statuslampje
Statuslampje kabels Aansluiting
Bruin (BN) BASE-2-E-module, alarm, klem 41
Wit (WH) Niet aangesloten
Zwart (BK) BASE-2-E-module, alarm, klem 43
Blauw (BU) DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 48
Grijs (GY) Niet aangesloten
Kabel Aansluiting 1 Aansluiting 2
Verbindingskabel, violet (VT) BASE-2-E-module, alarm, klem 42 DIO-module,
voedingsaansluiting, poort
1, klem 47
Instellingen op de CM44x
Activeren van een gekoppeld relais
1. Optie A, alarmrelais
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Alarmrelais.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 33
2. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Diag. bericht, Operation mode: NAMUR
F
Wanneer het alarmrelais wordt gebruikt, is deze niet langer beschikbaar voor andere
meldingen.
3. Optie B, relaismodule (2R, 4R, AOR-module)
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Relaisy:x.
4. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Diag. bericht,Operation mode: NAMUR
S+NAMUR C+NAMUR F
Wanneer een relais van een 2R, 4R of AOR module wordt gebruikt in plaats van het
alarmrelais, is de bedrading en de softwareconfiguratie hetzelfde met uitzondering
van de locatie en naam van het relais.
5.4.6 Aansluitschema van versie 5: aansluiting van de
doorstroomschakelaar met statuslampje
Met dit type aansluiting
kan een diagnosemelding worden gegenereerd in de CM44 wanneer het flowvolume te
laag is
kan een extern instrument worden aangesloten die afhankelijk van de doorstroming
wordt geregeld
kunnen foutmeldingen worden gesignaleerd via het statuslampje. De kleuren van het
statuslampje komen overeen met de NAMUR-specificaties (NE107)
NAMUR categorie F (storing) → brandt constant rood
NAMUR categorie S (buiten specificatie) → knippert rood
NAMUR categorie C (controle werking) → knippert rood
NAMUR categorie M (onderhoud nodig) → knippert groen
Wanneer geen diagnosemelding actief is (OK) → brandt constant groen
CM44 firmware 1.11.00 of hoger moet worden gebruikt omdat hierin een upgrade
aanwezig is voor diagnosemeldingen met een relais.
Montage Flowfit CYA27
34 Endress+Hauser
BU
BU
GN
2
3
8
DIO
GY
GN
4
BU
BN
GY
WH
BK
GN
VT
BN
BK
VT
VT
7
VT
5
6
BU
BN
GY
WH
BK
BK
BN
VT
VT
GN
1
A0048032
1 BASE-E of BASE2-E module
2 DIO-module (meegeleverd met de CM44x transmitter of afzonderlijk besteld)
3 Statuslampje kabels
4 Statuslampje
5 Kabel doorstroomschakelaar
6 Doorstroomschakelaar
7 Verdeelklemmenblok 2 (bevindt zich standaard in de CM44x transmitter)
8 Verdeelklemmenblok 1 (bevindt zich standaard in de CM44x transmitter)
Kabel doorstroomschakelaar Aansluiting
Bruin (BN) DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 47
Wit (WH) Niet aangesloten
Zwart (BK) DIO-module, digitaal in, poort 1, klem 91
Blauw (BU) Verdeelklemmenblok 1, klem 3
Grijs (GY) Niet aangesloten
Statuslampje kabels Aansluiting
Bruin (BN) BASE2-E-module, alarm, klem 41
Wit (WH) Niet aangesloten
Zwart (BK) BASE2-E-module, alarm, klem 43
Blauw (BU) DIO-module, voedingsaansluiting, poort 2, klem 48
Grijs (GY) DIO-module, digitaal out, poort 1, klem 46
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 35
Verdeelklemmenblok kabel 1 Klem Aansluiting
Verbindingskabel, groen (GN) 1 DIO-module, voedingsaansluiting, poort 1, klem 48
Verbindingskabel, groen (GN) 2 DIO-module, digitaal in, poort 1, klem 92
Verdeelklemmenblok kabel 2 Klem Aansluiting
Verbindingskabel, violet (VT) 1 BASE2-E-module, alarm, klem 42
Verbindingskabel, violet (VT) 2 DIO-module, voedingsaansluiting, poort 2, klem 47
Verbindingskabel, violet (VT) 3 DIO-module, digitaal out, poort 1, klem 45
Activeren van de binaire ingang van de doorstroomschakelaar
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Ingangen/Binaire ing. x:1 en activeer Binaire ing..
2. Stel Binaire ing.: Aan, Signaaltype: Statisch signaal, Signaalnivo: Laag in.
3. Ken een grenswaardeschakelaar aan de binaire schakelaar toe in: Hoofdmenu/
Setup/Basic setup/Limietschakel.x met de opties: Bron: Binaire ing. x:1,
Ingangsmodus: Nivo, Reinigingsprogr.: ---, Operation mode: Grensw.
overschrijding, Functie: Aan, Start vertraging0 s, Vrijgave vertraging: 0 s
Toekennen van diagnosemelding S910 van de grenswaardeschakelaar als
foutmelding F voor onvoldoende flow
1. Configureer de diagnosemelding voor de Limietschakel. (S910) in Hoofdmenu/
Setup/Basic setup/Diagnose instellingen/ Diagnose gedrag/S910Limietschakel..
De status van de grenswaardeschakelaar en dus het debiet in de armatuur is
beschikbaar als een proceswaarde voor alle uitgangen van de transmitter. Zodra
er onvoldoende doorstroming is, wordt F910 Limietschakel. getoond op het
instrument samen met een rood scherm.
2. Voer de volgende instellingen uit: Diag.code: F910Limietschakel.,
Diagnosemelding: Aan, Foutstroom: Uit, Foutcategorie: Fout (F).
De diagnosemelding kan worden gewijzigd indien nodig.
3. Open Hoofdmenu/ Setup/Additionele functies/Diagnostische modules/
Diagnostic modulex.
4. Voer de volgende instellingen uit: Bron: Limietschakel.x, Actief laag: Aan, Korte
tekst: voer de individuele tekst hier in, bijv. Low flow.
Instellen van het statuslampje
Activeren van een gekoppeld relais
1. Optie A, alarmrelais
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Alarmrelais.
2. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+NAMUR F
Wanneer het alarmrelais wordt gebruikt, is deze niet langer beschikbaar voor andere
meldingen.
3. Optie B, relaismodule (2R, 4R, AOR-module)
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Relaisy:x.
4. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+NAMUR F
Montage Flowfit CYA27
36 Endress+Hauser
Activeren van de aangesloten binaire uitgang
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Bin. uitgangy:x en activeer Bin. uitgang.
2. Stel Signaaltype in: Statisch signaal, Functie: Signaal apparaatstatus, Operation
mode: OK, NAMUR F.
Wanneer een relais van een 2R, 4R of AOR module wordt gebruikt in plaats van het
alarmrelais, is de bedrading en de softwareconfiguratie hetzelfde met uitzondering
van de locatie en naam van het relais.
5.4.7 Aansluitschema van versie 6 (aanbevolen): aansluiten van de
flowmeter met statuslampje
Met dit type aansluiting
kan het doorstroomvolume worden bepaald
kan een diagnosemelding worden gegenereerd in de CM44 wanneer het flowvolume te
laag of te hoog is
kan een extern instrument worden aangesloten die afhankelijk van de doorstroming
wordt geregeld
kan het the NAMUR-statuslampje worden getoond. De kleuren van het statuslampje
komen overeen met de NAMUR-specificaties (NE107)
Diagnosemeldingen met NAMUR categorie F (storing) en onvoldoende flow activeren
een contant rood brandend lampje
Diagnosemeldingen met NAMUR categorie S (buiten specificatie)) of C (controle
werking) activeren een rood knipperend lampje
Diagnosemeldingen met NAMUR categorie M (onderhoud nodig) activeren een groen
knipperend lampje
Wanneer er geen diagnosemelding actief is, brandt het lampje continu groen
CM44 firmware 1.11.00 of hoger moet worden gebruikt omdat hierin een upgrade
aanwezig is voor diagnosemeldingen met een relais.
Het aansluitschema is identiek aan die van versie 5 met een doorstroomschakelaar
→  34.
Instellingen op de CM44x
Activeren van de binaire ingang van de flowmeter
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Ingangen/Binaire ing. x:1 en activeer Binaire ing..
2. Stel Binaire ing. in:Aan, Signaaltype:PFMMax. frequentie:100,00 Hz,
Meetwaarde formaat: #.#, Ingangsmodus: Flow, Flow eenheid: l/h, start
meetbereik: 0,0 l/h, Bovenbereik waard: 320 l/h (voor de 30 l/h CYA27 versie)
of 105 l/h (voor de 5 l/h CYA27 versie).
3. Ken een grenswaardeschakelaar toe aan de binaire ingang wanneer u detectie van te
laag flowvolume configureert:
Ga naar Hoofdmenu/ Setup/Limietschakel.x en configureer de opties Bron: Binaire
ing. x:1, Ingangsmodus: FlowReinigingsprogr.: ---, Operation mode: Grensw.
overschrijding, Functie: Aan, Start vertraging0 s, Vrijgave vertraging: 0 s.
4. Ken een grenswaardeschakelaar toe aan de binaire ingang wanneer u detectie van
een flowvolume buiten het gespecificeerde bereik configureert:
Ga naar Hoofdmenu/ Setup/Limietschakel.x en configureer de opties Bron: Binaire
ing. x:1, Ingangsmodus: FlowReinigingsprogr.: ---, Operation mode:Buiten
bereik, Functie: Aan, Begin van bereik: 30 l/h(of 5 l/h voor de 5 l/h CYA27
versie), Begin van bereik: 80 l/h (of 30 l/h voor de 5 l/h CYA27 versie),
hysterese (+/-): 0,0 l/h, Start vertraging: 0 s, Vrijgave vertraging: 0 s.
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 37
Toekennen van diagnosemelding S910 van de grenswaardeschakelaar als
foutmelding F voor onvoldoende flow
1. Configureer de diagnosemelding voor de Limietschakel. (S910) in Hoofdmenu/
Setup/Basic setup/Diagnose instellingen/ Diagnose gedrag/S910Limietschakel..
De status van de grenswaardeschakelaar en dus het debiet in de armatuur is
beschikbaar als een proceswaarde voor alle uitgangen van de transmitter. Zodra
er onvoldoende doorstroming is, wordt F910 Limietschakel. getoond op het
instrument samen met een rood scherm.
2. Voer de volgende instellingen uit:Diag.code: F910Limietschakel.,
Diagnosemelding: Aan, Foutstroom: Uit, Foutcategorie: Fout (F).
De diagnosemelding kan worden gewijzigd indien nodig.
3. Open Hoofdmenu/ Setup/Additionele functies/Diagnostische modules/
Diagnostic modulex.
4. Voer de volgende instellingen uit: Bron: Limietschakel.x, Actief laag: Aan, Korte
tekst: voer de individuele tekst hier in, bijv. Low flow.
Instellen van het statuslampje
Activeren van een gekoppeld relais
1. Optie A, alarmrelais
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Alarmrelais.
2. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+.NAMUR F
Wanneer het alarmrelais wordt gebruikt, is deze niet langer beschikbaar voor andere
meldingen.
3. Optie B, relaismodule (2R, 4R, AOR-module)
Open Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Relaisy:x.
4. Voer de volgende instellingen uit: Functie: Signaal apparaatstatus,Operation
mode: NAMUR S+NAMUR C+.NAMUR F
Wanneer een relais van een 2R, 4R of AOR module wordt gebruikt in plaats van het
alarmrelais, is de bedrading hetzelfde met uitzondering van de locatie en naam van
het relais.
Activeren van de aangesloten binaire uitgang
1. Ga naar Hoofdmenu/Setup/Uitgangen/Bin. uitgangy:x en activeer Bin. uitgang.
2. Stel Signaaltype in: Statisch signaal, Functie: Signaal apparaatstatus, Operation
mode: OK, NAMUR F.
Wanneer een relais van een 2R, 4R of AOR module wordt gebruikt in plaats van het
alarmrelais, is de bedrading en de softwareconfiguratie hetzelfde met uitzondering
van de locatie en naam van het relais.
Montage Flowfit CYA27
38 Endress+Hauser
5.5 Installatie van de sensor in de armatuur
5.5.1 Desinfectiesensor
Installeer de Memosens CCS58D -sensor in de eerste module na de inlaatmodule
wanneer meerdere modules worden gebruikt om de best mogelijke
doorstroomomstandigheden te realiseren.
Let op het volgende tijdens de installatie:
Waarborg de minimale doorstroming naar de sensor en de minimale
volumedoorstroming door de armatuur (5 l/h of 30 l/h).
Wanneer het medium wordt geretourneerd naar een overloopreservoir, leiding of iets
dergelijks, mag de resulterende tegendruk aan de sensor niet hoger worden dan
1 bar relativ (14,5 psi relativ) (2 bar abs. (29 psi abs.)) en moet constant blijven.
Vermijd een vacuüm aan de sensor, veroorzaakt bijv. door medium dat wordt
geretourneerd naar de aanzuigzijde van een pomp.
Om afzettingen te voorkomen, moet zwaar verontreinigd water worden gefilterd.
Sensor uitrusten met adapter
De benodigde adapter (klemring, drukkraag en O-ring) kan worden besteld als een
gemonteerd accessoire voor de sensor of als separaat accessoire .
Schuif eerst de klemring (1), dan de drukkraag (2) en vervolgens de O-ring (3) vanaf de
membraankap richting de sensorkop en in de onderste groef.
Installatie van de sensor in de armatuur
1. De armatuur wordt aan de klant geleverd met een wartelmoer, geschroefd op de
armatuur: schroef de wartelmoer van de armatuur.
2. De armatuur wordt aan de klant geleverd met een dummy-plug geplaatst in de
armatuur: verwijder de dummy-plug en O-ring (1) uit de armatuur.
3. Schuif de sensor met adapter voor Flowfit CYA27 in de opening vande armatuur.
4. Schroef de wartelmoer weer op de armatuur.
1
1. 2. 3. 4.
A0043536
1 Dummyplug en O-ring
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 39
5.5.2 pH-, ORP- of zuurstofsensor
1. 2. 3. 4.
1
A0052865
1 Dummy-schroef met O-ring
1. De armatuur wordt geleverd aan de klant met een dummyschroef in de armatuur
geschroefd.
2. Verwijder met een steeksleutel AF17 de dummy-schroef en de O-ring (1) van de
armatuur.
3. Schuif de sensor in de opening in de armatuur.
4. Schroef de sensor in de armatuur.
Montage Flowfit CYA27
40 Endress+Hauser
5.5.3 Geleidbaarheidssensor
1. 2. 3. 4.
1
A0052864
1 Dummy-schroef met O-ring
1. De armatuur wordt geleverd aan de klant met een dummyschroef in de armatuur
geschroefd.
2. Verwijder met een steeksleutel AF17 de dummy-schroef en de O-ring (1) van de
armatuur.
3. Schuif de sensor in de adapter van de armatuur.
4. Schroef de sensor in de adapter van de armatuur.
De CLS82E mag niet worden geïnstalleerd in de pH- of zuurstofmodule, omdat de
minimale afstand tot de wand meetfouten tot gevolg heeft.
5.6 Aansluiten van optionele accessoires
Optie Procesadapter
QA G 1/2 (ISO 228-1)
A0043724
QB G 1/8 (ISO 228-1)
A0043723
QH NPT 1/4"
A0043722
QG NPT 1/2"
A0043721
Flowfit CYA27 Montage
Endress+Hauser 41
Optie Procesadapter
QM Slangconnector OD 6 mm (0,24 in), ID 4 mm (0,16 in)
A0043720
QN Slangconnector OD 8 mm (0,31 in), ID 6 mm (0,24 in)
A0043719
PC Adapter voor aansluiting potentiaalvereffening G 1/4
A0043718
QS Slangkoppeling PVDF G1/4 8-12 mm + O-ring
A0048033
De procesadapters worden geleverd met een O-ringafdichting aan de armatuurzijde.
5.7 Controles na de montage
1. Sluit eventueel geïnstalleerde monsternameventielen.
2. Open naaldventielen voor het regelen van de doorstroming op de armatuur.
3. Sluit drukreduceerventielen die bovenstrooms van de armatuur zijn gemonteerd.
4. Controleer na de installatie alle aansluitingen na de montage op goede bevestiging
en lekdichtheid.
5. Controleer alle leidingen en slangen op schade.
Inbedrijfname Flowfit CYA27
42 Endress+Hauser
6 Inbedrijfname
LVOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door hoge temperatuur of chemische stoffen wanneer
het procesmedium ontsnapt.
Controleer voordat de armatuur aan de procesdruk wordt blootgesteld, of alle
aansluitingen zijn afgedicht.
Draag persoonlijke beschermingsuitrusting bestaande uit veiligheidshandschoenen,
een veiligheidsbril en beschermende kleding.
Verhoog de procesdruk langzaam.
Let bij de inbedrijfname met een deeltjesseparator op de gewijzigde
openingsprocedure van de ventielen →  43.
6.1 Installatiecontrole
Waarborg voor de inbedrijfname, dat:
Alle afdichtingen correct zijn geplaatst (op de armatuur en de procesaansluiting)
De sensor is correct geïnstalleerd en aangesloten
Alle andere aansluitpunten van de armatuur zijn correct aangesloten of correct afgedicht
Alle leidingen en/of slangen zijn in perfecte conditie
De ontkoppelbeveiliging is geïnstalleerd op de Cl.I Div.2-kabel, indien gebruikt.
6.2 Inschakelen van het instrument
LVOORZICHTIG
Verkeerde bedieningsvolgorde van ventielen tijdens inbedrijfname
Dit kan verhoogde druk in de armatuur tot gevolg hebben en het functioneren van de
sensoren nadelig beïnvloeden of zelfs geheel verstoren (verlies van kalibratie). Dit kan
weer gevolgschade veroorzaken (aan andere installatiecomponenten, doseersystemen,
personeel).
Houd de bedieningsvolgorde conform de instructies hierna aan.
Instrueer regelmatig bedieningspersoneel en bevestig, indien nodig, een melding op het
meetpunt.
LVOORZICHTIG
Medium kan ontsnappen wanneer de naaldventielen volledig zijn opengeschroefd.
Open de naaldventielen maximaal drie slagen.
LET OP
Inschakelvolgorde naaldventielen
Open eerst het naaldventiel aan de uitlaatmodule en dan het naaldventiel aan de
inlaatmodule.
Het naaldventiel aan de uitlaatmodule moet altijd open zijn tijdens bedrijf en wordt
niet gebruikt om de doorstroming in te stellen.
Het naaldventiel aan de inlaat wordt gebruikt om de doorstroming in te stellen.
6.2.1 Inschakelvolgorde (zonder deeltjesseparator)
1. Open het ventiel in de uitlaat. Het ventiel mag alleen worden gesloten wanneer
sensoren moeten worden verwijderd om terugstroming van medium te voorkomen.
2. Stel de doorstroming in via het naaldventiel op de inlaat.
Flowfit CYA27 Inbedrijfname
Endress+Hauser 43
6.2.2 Inschakelvolgorde (met deeltjesseparator)
1. Open het ventiel in de uitlaat. Het ventiel mag alleen worden gesloten wanneer
sensoren moeten worden verwijderd om terugstroming van medium te voorkomen.
2. Open het ventiel in de uitlaat een beetje.
3. Stel de doorstroming in via het ventiel aan de bovenkant van de deeltjesseparator.
Wanneer lucht in de deeltjesseparator aanwezig is, moet de instelling aan het ventiel op
de bovenkant van de separator worden gewijzigd tot de lucht is ontsnapt.
Meer medium wordt afgevoerd via de onderzijde van de deeltjesseparator dan stroomt
door het bovendeel. De doorstroom in het onderste deel kan worden verminderd via het
inlaatventiel zodat voldoende doorstroming door het bovendeel gewaarborgd blijft.
Bediening Flowfit CYA27
44 Endress+Hauser
7 Bediening
LVOORZICHTIG
Gecomprimeerde media
Gevaar voor lichamelijk letsel door hoge temperatuur of chemische stoffen wanneer het
procesmedium ontsnapt.
Draag persoonlijke beschermingsuitrusting bestaande uit veiligheidshandschoenen,
een veiligheidsbril en beschermende kleding.
7.1 Aanpassen van het meetinstrument op de
procesomstandigheden
7.1.1 Doorstroming
Gebruik het naaldventiel aan de inlaat om de doorstroming in te stellen.
12
A0043875
1 Positie vlotter voor doorstroming 5 l/h (1,1 gal/h)
2 Positie vlotter voor doorstroming 30 l/h (6,6 gal/h)
7.1.2 Ontluchten tijdens bedrijf
De armatuur is zodanig ontworpen dat storende luchtbellen zich onder normale
bedrijfsomstandigheden niet kunnen verzamelen in de armatuur. Gasbellen die worden
gevormd worden normaal gesproken door de vloeistofstroom afgevoerd. Wanneer echter
handmatig ontluchten nodig is, kan dit op twee manieren worden uitgevoerd:
Verhoog de vloeistofdoorstroming gedurende korte tijd om de gasbellen af te voeren (let
op de bediening van de ventielen). Herstel vervolgens de originele doorstroming.
Maak de sensor voorzichtig los en wel zo min mogelijk zodat de lucht in de
sensormodule kan worden meegenomen door de vloeistof. Zet vervolgens de sensor
weer vast.
Flowfit CYA27 Bediening
Endress+Hauser 45
7.2 Monstername
Afhankelijk van de gekozen module, kan de armatuur als optie zijn uitgerust met een
ventiel voor monstername. Zo wordt bijvoorbeeld het monster voor een DPD-test voor
sensorkalibratie, als volgt genomen:
1. Open het monsternameventiel voorzichtig en spoel deze een paar seconden door.
Verzamel deze hoeveelheid vloeistof in een passende container en voer het af.
2. Neem een monster in een passende container.
3. Sluit het monsternameventiel.
4. Controleer de doorstromingsinstelling/functie van de armatuur en stel deze bij indien
nodig.
A0044137
 10 Sluit het monsternameventiel
Verlaagde doorstroming kan fluctuatie van het sensorsignaal tot gevolg hebben tijdens de
monstername. Dit geldt voor de met membraan bedekte desinfectiesensoren en kan in de
volgende situaties optreden:
in geval van armaturen met lage doorstromingen van 5 l/h (1,1 gal/h) en/of
In geval van grote monstervolumes of lange spoelintervallen.
Verwachte afwijkingen in het sensorsignaal van met membraan bedekte
desinfectiesensoren tijdens de monstername (bepaald onder laboratoriumomstandigheden)
Doorstroomvariant Q Monstervolume Sensor signaalafwijking
5 l/h (1,1 gal/h) 10 ml (0,34 fl oz) Circa 3%
50 ml (1,69 fl oz) Circa 20%
100 ml (3,38 fl oz) Circa 30%
30 l/h (6,6 gal/h) 10 ml (0,34 fl oz) Geen
50 ml (1,69 fl oz) Geen
100 ml (3,38 fl oz) Circa 1%
Fluctuerend sensorsignaal tijdens monstername
Afhankelijk van de integratie van de sensormeetwaarden in een besturingssysteem van
hoger niveau, kan het fluctueren van het sensorsignaal tijdens de monstername
Bediening Flowfit CYA27
46 Endress+Hauser
ongewenste of ontoelaatbare consequenties hebben, zoals alarmeringen of verkeerde
regelprocessen en doseringen.
Om dit te vermijden, kunnen de waarden op de transmitter op HOLD worden gezet
gedurende de monstername. In dit geval wordt de monstername als volgt uitgevoerd:
1. Stel de sensormeetwaarden op de transmitter in op HOLD.
Houd de bedieningshandleiding voor de transmitter aan.
2. Open het monsternameventiel voorzichtig en spoel deze een paar seconden door.
Verzamel deze hoeveelheid vloeistof in een passende container en voer het af.
3. Neem een monster in een passende container.
4. Sluit het monsternameventiel zorgvuldig.
5. Schakel de HOLD-status van de sensormeetwaarden op de transmitter uit.
6. Controleer de doorstromingsinstelling/functie van de armatuur en stel deze bij indien
nodig.
Flowfit CYA27 Diagnose en storingen oplossen
Endress+Hauser 47
8 Diagnose en storingen oplossen
8.1 Algemene oplossing van storingen
Storingen aan het meetpunt kunnen niet alleen de armatuur beïnvloeden maar ook de
gebruikte sensoren en transmitters. Daarom moeten de betreffende
bedieningshandleidingen van de sensoren en transmitter ook worden aangehouden voor
diagnose en storingen oplossen.
Diagnose/storingen oplossen kunnen direct op de armatuur of de procesintegratie daarvan
worden uitgevoerd of gebruik maken van de sensormeetwaarden en de informatie die
wordt getoond op de transmitter op het meetpunt.
Wanneer een statusindicatielampje wordt gebruikt op de armatuur, kunnen mogelijke
fouten zoals afwezige doorstroming of Namur F ook eenvoudiger worden gedetecteerd
(→  13).
Neem contact op met de service-afdeling wanneer u de fout niet zelf kunt oplossen.
8.2 Storingen in de armatuur en procesintegratie
Probleem Mogelijke oorzaak Testen en/of oplossingsmaatregelen
Geen doorstroming Gesloten ventielen Open ventiel op de uitlaatmodule
Open ventiel op de inlaatmodule
Controleer bestaande ventielen in de
procesaansluiting (toevoer- en afvoerleiding)
Verstopt filter in de
inlaatleiding
Controleer en, indien nodig, reinig of vervang het
filtermedium
Vervuilde armatuur/
leidingen
Reinig de armatuur en, indien nodig, de toevoer- en
afvoerleidingen
Tegendruk door
retourleiding is te hoog
Controleer de retourleiding, verwijder onnodige
doorstroomweerstand
Kort, indien nodig, de lengte van de retourleiding in
of installeer deze op een andere manier
Verkeerde
geconfigureerde
drukreduceer in de
toevoerleiding
Controleer en corrigeer de drukinstelling op de
drukreduceer
Sterk fluctuerend
meetsignaal van met
membraan bedekte
sensoren
Onvoldoende
doorstroming
Controleer de doorstroomconfiguratie
Stel de doorstroming opnieuw in met het ventiel van
de inlaatmodule
Monstername is open
of constant
Sluit het monsternameventiel
Stel de sensormeetwaarden op de transmitter in op
HOLD gedurende de monstername
Schakel na de monstername de HOLD-status van de
sensormeetwaarden op de transmitter uit.
Lucht wordt de armatuur
ingezogen wanneer het
monsternameventiel open
is
Een naar beneden
verlopende
retourleiding
veroorzaakt negatieve
druk
Verhoog de doorstroming met het ventiel van de
inlaatmodule tot een minimale waarde
Verminder de doorstroming met het ventiel van de
uitlaatmodule
Zet na de monstername de doorstroominstelling of
de ventielstand van de armatuur terug in de
originele instelling
Elektrolyt in met
membraan bedekt sensoren
moet regelmatig worden
vervangen
Tegendruk in de
armatuur is te hoog
Controleer de ventielpositie aan de uitlaatmodule en
open deze indien nodig
Controleer de retourleiding, verwijder onnodige
doorstroomweerstand
Kort, indien nodig, de lengte van de retourleiding in
of installeer deze op een andere manier
Onderhoud Flowfit CYA27
48 Endress+Hauser
9 Onderhoud
LVOORZICHTIG
Gevaar door verkeerd onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden aan de armatuur die de drukveiligheid betreffen mogen
alleen worden uitgevoerd door geautoriseerd specialistisch personeel.
Het ventiel moet voldoen aan de originele technische specificaties na elk
onderhoudsactiviteit. De juiste maatregelen moeten worden genomen om de
lekdichtheid te controleren en te waarborgen.
LVOORZICHTIG
Risico op lichamelijk letsel indien medium ontsnapt
Waarborg voor alle onderhoudswerkzaamheden, dat de procesleiding drukloos, leeg en
gespoeld is.
De armatuur kan resten medium bevatten. Spoel voldoende voor aanvang van de
werkzaamheden.
De volgende regelmatige onderhoudswerkzaamheden kunnen nodig zijn aan de armatuur
of het meetpunt, afhankelijk van de toepassing en de procesomstandigheden:
Functionele controle (lekdichtheid en doorstroming)
Reinigen van de armatuur
Reinigen, vervangen of kalibreren van sensoren
Vervangen van afdichtingen
9.1 Onderhoudsschema
De specifieke intervallen zijn bedoeld als richtlijn. Voor zware proces- of
omgevingsomstandigheden, verdient het aanbeveling het interval overeenkomstig te
bekorten. Reinigingsintervallen voor de sensor en de armatuur zijn afhankelijk van
het medium.
Interval Onderhoudswerkzaamheden
Maandelijks Controleer of de procesaansluitingen lekdicht zijn
1. Verwijder de sensor en controleer deze op afzettingen.
2. Controleer, wanneer afzettingen aanwezig zijn, de
reinigingscyclus (reinigingsmiddelen, temperatuur, duur,
doorstroomvolume).
Als nodig, halfjaarlijks of jaarlijks Vervang afdichtingen in contact met het medium bij gebruik van
hoog geconcentreerde reinigingsmiddelen.
Flowfit CYA27 Onderhoud
Endress+Hauser 49
9.2 Onderhoudswerkzaamheden
9.2.1 Buiten bedrijf stellen
LVOORZICHTIG
Gecomprimeerde media
Gevaar voor lichamelijk letsel door hoge temperatuur of chemische stoffen wanneer het
procesmedium ontsnapt.
Draag persoonlijke beschermingsuitrusting bestaande uit veiligheidshandschoenen,
een veiligheidsbril en beschermende kleding.
Voer alleen onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uit aan de armatuur wanneer
deze drukloos is, is afgekoeld en is gespoeld.
LVOORZICHTIG
Verkeerde bedieningsvolgorde van ventielen tijdens uitbedrijfname
Dit kan verhoogde druk in de armatuur tot gevolg hebben en het functioneren van de
sensoren nadelig beïnvloeden of zelfs geheel verstoren (verlies van kalibratie). Dit kan
weer gevolgschade veroorzaken (aan andere installatiecomponenten, doseersystemen,
personeel).
Houd de bedieningsvolgorde conform de uitschakelprocedure.
Instrueer regelmatig bedieningspersoneel en bevestig, indien nodig, een melding op het
meetpunt.
Uitschakelvolgorde (zonder deeltjesseparator)
Ga voor het uitschakelen of stoppen van de doorstroming op het meetpunt als volgt te
werk:
1. Sluit het ventiel op de inlaat.
2. Sluit het ventiel op de uitlaat.
3. Open voorzichtig het monsternameventiel of maak een sensor los om de druk in de
armatuur af te laten.
Wanneer het meetpunt tijdelijk wordt gesloten en de sensoren moeten in de
armatuur blijven, waarborg dan dat voldoende medium (water) aanwezig blijft in de
armatuur zodat de sensoren niet uitdrogen. Houd de ventielen aan de inlaat en uitlaat
van de armatuur daarvoor gesloten.
Uitschakelvolgorde (met deeltjesseparator)
Ga voor het uitschakelen of stoppen van de doorstroming op het meetpunt als volgt te
werk:
1. Sluit het ventiel aan de bovenkant van de deeltjesseparator.
2. Sluit het ventiel op de inlaat van de armatuur.
3. Sluit het ventiel op de uitlaat.
4. Open voorzichtig het monsternameventiel of maak een sensor los om de druk in de
armatuur af te laten.
Wanneer het meetpunt tijdelijk wordt gesloten en de sensoren moeten in de
armatuur blijven, waarborg dan dat voldoende medium (water) aanwezig blijft in de
armatuur zodat de sensoren niet uitdrogen. Houd de ventielen aan de inlaat en uitlaat
van de armatuur daarvoor gesloten.
9.2.2 Aftappen
Stel de armatuur buiten bedrijf voor het aftappen (→  49).
Onderhoud Flowfit CYA27
50 Endress+Hauser
Het aftappen kan veilig op verschillende plaatsen of op verschillende manieren worden
uitgevoerd:
Op de installatielocatie
1. Open het monsternameventiel.
2. Open de sensoropening of de uitlaataansluiting, welke het verst van het ventiel is
verwijderd.
Het procesmedium wordt via het monsternameventiel afgetapt.
3. Verzamel het procesmedium bij het monsternameventiel.
Of:
De onderdruk kan worden gebruikt voor uitlaatleidingen die een open uiteinde hebben en
onder afschot naar beneden lopen.
1. Open het uitlaatventiel.
2. Open het monsternameventiel.
Het medium wordt afgevoerd via de uitlaatleiding.
Op een voorbereid werkstation (bijv. met verzamelbak of afvoer)
1. Maak de armatuur los van de procesaansluiting.
2. Verwijder de armatuur uit de wandhouder.
3. Open de inlaat- en uitlaatventielen, sensoropeningen en monsternameventiel op het
voorbereide werkstation.
Verzamel de ontsnappende vloeistof op een passende wijze.
De hoeveelheid vloeistof die is achtergebleven in de armatuur hangt af van de
moduleversie.
Afhankelijk van de moduleversie, wordt bij het aftappen de vloeistofinhoud van de
armatuur verminderd tot de volgende experimenteel bepaalde waardes:
Module versie Desinfectie + pH +
doorstromingsindicatie
Desinfectie + pH + ORP +
doorstromingsindicatie
2x desinfectie + 2x pH +
geleidbaarheid +
doorstromingsindicatie
Mediavolume met
sensoren
25 ml (0,85 fl oz) 30 ml (1,01 fl oz) 60 ml (2,03 fl oz)
Volume van
medium dat
achterblijft na
aftappen met
sensoren
9 ml (0,3 fl oz) 13 ml (0,44 fl oz) 19 ml (0,64 fl oz)
9.2.3 Spoelen
Afhankelijk van het procesmedium, is spoelen nodig om mogelijke chemische gevaren te
minimaliseren of te elimineren.
Voor het spoelen moet de armatuur uit bedrijf worden genomen (→  49) en worden
afgetapt (→  49).
Het spoelen kan veilig op verschillende plaatsen of op verschillende manieren worden
uitgevoerd:
Op de installatielocatie
1. Sluit de leiding voor het spoelmedium aan op de inlaatmodule van de armatuur.
2. Open de inlaat- en uitlaatventielen.
Flowfit CYA27 Onderhoud
Endress+Hauser 51
3. Voer het spoelen uit.
4. Leid het spoelmedium in de gebruikelijke uitlaat.
De doorstroming van het spoelmedium mag de armatuurspecificaties niet
overschrijden.
Op een voorbereid werkstation (bijv. met verzamelbak of afvoer)
1. Sluit een spoelleiding voor op de inlaatmodule van de afgetapte armatuur aan.
2. Open de inlaat- en uitlaatventielen.
3. Spoel de armatuur.
4. Verzamel de ontsnapte vloeistof.
9.2.4 Reinigen van de armatuur en sensoren
Reinig de armatuur en de sensor regelmatig als nodig. De frequentie en de intensiteit van
het reinigen hangen af van het medium. Het reinigen van de oppervlakken van de
armatuur en sensoren die in contact komen met het medium, kan handmatig of
automatisch worden uitgevoerd (→  22).
De volgende methoden en reinigingsmiddelen worden geadviseerd:
1. Verwijder lichte vervuiling en afzettingen met een doek die is bevochtigd met
geschikte reinigingsoplossingen.
2. Verwijder zware vervuiling met een zachte borstel en een geschikt reinigingsmiddel.
3. Voor zeer hardnekkige vervuiling: week de onderdelen in een reinigingsoplossing.
Reinig de onderdelen vervolgens met een borstel.
Reinigingsmiddel
De keuze van het reinigingsmiddel hangt af van de mate en het type van de vervuiling. De
meest voorkomende types vervuiling en de juiste reinigingsmiddelen zijn opgenomen in de
volgende tabel.
Type vervuiling Reinigingsmiddel
Vetten en olie Heet water of in water oplosbare organische
oplosmiddelen (bijv. ethanol)
Kalkafzettingen, metaalhydroxide-
opbouw, lyofobe biologische opbouw
Circa 3% zoutzuur
Sulfide-afzettingen Mengsel van zoutzuur (3%) en thiocarbamide
(commercieel verkrijgbaar)
Proteïne afzetting Mengsel van zoutzuur (3%) en pepsine
(commercieel verkrijgbaar)
Vezels, opgeloste substanties Drukwater, mogelijk oppervlakte-actieve middelen
Lichte biologische afzettingen Drukwater
LVOORZICHTIG
Oplosmiddelen
Oplosmiddelen zijn schadelijk voor de gezondheid, kunnen kunststof componenten van de
sensor onherstelbaar beschadigen en zijn vermoedelijk kankerverwekkend (bijv.
chloroform)!
Gebruik geen halogeen bevattende organische oplosmiddelen of aceton.
Onderhoud Flowfit CYA27
52 Endress+Hauser
LET OP
Media met oppervlakte-actieve stoffen
Schade aan het sensormembraan!
Het sensormembraan mag niet in contact komen met stoffen die oppervlakte-actieve
stoffen bevatten.
LET OP
Isopropanol
Tast PMMA aan!
Gebruik geen isopropanol.
Handmatige reiniging
Ga voor de handmatige reiniging van de armatuur als volgt te werk:
1. Neem het meetpunt uit bedrijf (→  49).
2. Armatuur als nodig spoelen en aftappen.
3. Verwijder de sensoren.
4. Reinig de armatuur.
5. Installeer de sensoren.
6. Neem het meetpunt in bedrijf (→  42), let met name op de lekdichtheid.
Voor meer informatie over "Reinigen van de sensor", zie de bedieningshandleiding van
de sensor.
9.2.5 Kalibreren of vervangen van de sensoren
Voor meer informatie over "Kalibreren van de sensor", zie de bedieningshandleiding
van de sensor.
LVOORZICHTIG
Wanneer een sensor met een glazen schacht wordt verwijderd, kan de schacht
breken.
Gevaar voor lichamelijk letsel door glassplinters!
Draag bij het omgaan met deze sensoren altijd veiligheidshandschoenen en een
veiligheidsbril.
Ga voor het vervangen of verwijderen van sensoren, bijv. voor externe kalibratie of
onderhoud, als volgt te werk:
1. Neem het meetpunt uit bedrijf (→  49).
2. Armatuur als nodig spoelen en aftappen (→  49).
3. Verwijder de kabel of connector van de sensor.
4. Schroef de koppelingsmoer los of schroef de sensor direct los.
5. Trek de sensor uit door de opening in de armatuur.
6. Installeer gekalibreerde of nieuwe sensoren.
7. Sluit de kabel of connector aan.
8. Neem het meetpunt in bedrijf (→  42), let met name op de lekdichtheid.
9.2.6 Vervangen van afdichtingen in ventielen, procesadapters,
stekkers en sensoren
Afdichtingen in ventielen, procesadapters, stekkers en sensoren kunnen eenvoudig
worden vervangen door de betreffende componenten te demonteren. De afdichtingen
Flowfit CYA27 Onderhoud
Endress+Hauser 53
kunnen ook worden vervangen terwijl de armatuur in de montagepositie zit. Ga daarvoor
als volgt te werk:
1. Neem het meetpunt uit bedrijf (→  49).
2. Armatuur als nodig spoelen en aftappen →  49.
3. Verwijder de betreffende componenten.
4. Vervang de afdichtingen.
5. Installeer de componenten.
6. Neem het meetpunt in bedrijf (→  42), let met name op de lekdichtheid.
De naaldventielen aan de inlaat en uitlaat kunnen alleen worden gedemonteerd
wanneer de armatuur met extra ventielen is geïntegreerd in het proces.
9.2.7 Vervangen van de afdichtingen en reiniging tussen de
modules
De module-afdichtingen bevinden zicht in het kanaal tussen de modules. Om deze te
vervangen moet de armatuur worden gedemonteerd van de clips en vervolgens weer
correct worden gemonteerd. Ga daarvoor als volgt te werk:
1. Neem het meetpunt uit bedrijf (→  49).
2. Armatuur als nodig spoelen en aftappen (→  49).
3. Maak de armatuur los van het proces.
4. Verwijder de armatuur uit de wandinstallatie (→  55).
5. Demonteer de armatuur in modules via gebruik van de clips(→  53).
6. Vervang of reinig de afdichtingen.
7. Reinig de afdichtoppervlakken van de modules voordat nieuwe afdichtingen worden
geplaatst.
8. Gebruik de clips om de modules weer in de armatuur te monteren.
Let op het volgende:
Let op de juiste positie van de modules (inbouwrichting, positie, volgorde).
Monteer zo mogelijk de armatuur liggend op de zijkant, zodat de afdichting vlak in de
montagegroef kan worden geplaatst.
Waarborg dat de afdichting niet wordt verplaatst bij het bevestigen van de volgende
module.
Zet de schroeven gelijkmatig vast met een aandraaimoment van 2,5 ± 0,5 Nm.
Inspecteer de clips visueel. Indien deze correct zijn geïnstalleerd, zijn er geen openingen
daartussen aanwezig.
9. Voer eerst een lektest bij lage waterdruk uit met de dummypluggen of pluggen
geïnstalleerd en zonder de sensoren.
10. Monteer de armatuur weer op de wand.
11. Sluit de armatuur aan op het proces.
12. Neem het meetpunt in bedrijf (→  42), let met name op de lekdichtheid.
Onderhoud Flowfit CYA27
54 Endress+Hauser
A0044067
A0044066
A0044068
Er zijn twee verschillende uitvoeringen van de module-afdichting:
Afdichtingspakking met boorgat
Afdichtingspakking met kanaal.
De juiste keuze van de afdichting hangt af van de doorstroomrichting van de naastliggende
modules. De doorstroomrichting wordt door een pijl aangegeven.
De afdichtingspakking met boorgat moet worden gebruikt, wanneer de pijlen van de
naastgelegen modulehelften op dezelfde hoogte liggen (→  54)
De afdichtingspakking met kanaal moet worden gebruikt, wanneer de pijlen van de
naastgelegen modulehelften niet op dezelfde hoogte liggen →  54
Afdichtingspakking met boorgat
A0044056
A0045479 A0044058 A0044059 A0044060
Afdichtingspakking met kanaal
A0044061
A0044062 A0044063 A0044064 A0044065
De doorstroomfunctie van de armatuur hangt af van de juiste toepassing van
afdichtingen die geschikt zijn voor de naastgelegen modules. Een verkeerd geplaatste
afdichting kan de doorstroming blokkeren. Dit kan worden geconstateerd tijdens een
doorstroomtest of tijdens de inbedrijfname.
9.2.8 Reinigen van de sensor
1. Voor de kalibratie, wanneer vuil zichtbaar is op het oppervlak.
2. Regelmatig tijdens bedrijf.
Flowfit CYA27 Onderhoud
Endress+Hauser 55
3. Voor retourneren ter reparatie.
Voor meer informatie over "Reinigen van de sensor", zie de bedieningshandleiding van
de sensor.
9.3 Demonteren (bijv. voor wijziging of reiniging)
LET OP
Het instrument kan bij vallen beschadigd raken
Voorkom tijdens het omhoog en uit de houder schuiven van de armatuur, dat de
armatuur kan vallen.
1.
2.
1
A0043717
1 Borgingen
1. Houd de borgingen ingedrukt.
2. Schuif de armatuur omhoog uit de houder.
Reparatie Flowfit CYA27
56 Endress+Hauser
10 Reparatie
LVOORZICHTIG
Verkeerde reparatie
Gevaar vanwege schade aan het instrument!
Schade aan de armatuur die de drukveiligheid in gevaar brengt, mag alleen worden
gerepareerd door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel.
De armatuur moet na reparatiewerkzaamheden voldoen aan de originele technische
specificaties. De juiste maatregelen moeten worden genomen om de lekdichtheid te
controleren en te waarborgen.
Vervang alle andere beschadigde componenten direct.
10.1 Reservedelen
Zie voor meer informatie over reservedelensets de "Spare Part Finding Tool" op internet:
www.endress.com/spareparts_consumables
De productspecifieke reserveonderdelen kunnen worden besteld via de "XPC0014"
bestelstructuur voor reserveonderdelen.
Beschrijving en inhoud Bestelnr.
Set CYA27 doorstroomschakelaar niet-Ex 71486835
Set CYA27 doorstroomschakelaar Ex cl. I Div. 2 71486836
Set CYA27 monsternameventiel PVC 71486839
Set CYA27 monsternameventiel PVDF 71486841
Set CYA27 statusindicatielampje 71486843
Set CYA27 potentiaalvereffeningsverbinding 71486844
Set CYA27 wandmontageset 71486845
Set CYA27 pijp- en railmontageset 71472188
Set CYA27 2x adapter G1/4-G1/8 PVC
G1/8 binnendraad met O-ring FKM
71486849
Set CYA27 2x adapter G1/4-G1/2 PVC
G1/2 binnendraad met O-ring FKM
71486850
Set CYA27 2x adapter G1/4-NPT1/4 PVC
NPT1/4 binnendraad met O-ring FKM
71486852
Set CYA27 2x adapter G1/4-NPT1/2 PVC
NPT1/2 binnendraad met O-ring FKM
71486855
Set CYA27 2x adapter G1/4-G1/8 PVDF
G1/8 binnendraad met O-ring FKM
71486857
Set CYA27 2x adapter G1/4-G1/2 PVDF
G1/2 binnendraad met O-ring FKM
71486858
Set CYA27 2x adapter G1/4-NPT1/4 PVDF
NPT1/4 binnendraad met O-ring FKM
71486860
Set CYA27 2x adapter G1/4-NPT1/2 PVDF
NPT1/2 binnendraad met O-ring FKM
71486863
Kit CYA27 2x adapter G1/4-6 mm OD PVDF
Slangaansluiting 6 mm OD/ 4 mm ID met O-ring FKM
71486865
Set CYA27 2x adapter G1/4-8 mm OD PVDF
Slangaansluiting 8 mm OD/ 6 mm ID met O-ring FKM
71486867
Set CYA27 2x adapter G1/4-12 mm PVC
Slangnozzle 12 mm OD met O-ring FKM
71486871
Flowfit CYA27 Reparatie
Endress+Hauser 57
Beschrijving en inhoud Bestelnr.
Set CYA27 kabel 10 m niet-Ex
voor doorstroomschakelaar of statusindicatielampje
71486872
Set CYA27 kabel 10 m Ex
voor doorstroomschakelaar cl. I Div.2
71486877
Set CYA27 gereedschapsset 71486881
Set CYA27 set reinigingsborstels 71486882
Set CYA27 afdichtingsset compleet 71486884
Set CYA27 2x handventiel inlaat/uitlaat PVC 71486885
Set CYA27 2x handventiel inlaat/uitlaat PVDF 71488273
Set CYA27 moduleklem met schroeven
met tegenstuk voor wandmontage
71486888
Set CYA27 set blindpluggen 71486889
Set CYA27 2x reserve doorstroombody 71486892
10.2 Retour zenden
Het product moet worden retour gezonden indien reparaties of een fabriekskalibratie
nodig zijn of wanneer het verkeerde product is besteld of geleverd. als ISO-gecertificeerde
onderneming en vanwege wettelijke regelgeving, moet Endress+Hauser bepaalde
procedures volgen bij het omgaan met geretourneerde producten welke in aanraking zijn
geweest met medium.
Voor het waarborgen van een snelle, veilige en professionele retourzending van het
instrument:
Zie de website www.endress.com/support/return-material voor informatie over de
procedure en de voorwaarden voor het retourneren van instrumenten.
10.3 Afvoeren
Elektronische componenten kunnen in het product zijn gebruikt. Het product moet worden
afgevoerd als elektronisch afval.
Houd de locale voorschriften aan.
Indien voorgeschreven door de richtlijn 2012/19 EU betreffende elektrisch en
elektronisch afval (WEEE), is het product gemarkeerd met het getoonde symbool
teneinde de afvoer van WEEE als ongesorteerd gemeentelijk afval te minimaliseren. Voer
als zodanig gemarkeerde producten niet af als ongesorteerd gemeentelijk afval. Stuur
deze retour aan de fabrikant voor afvoeren onder de geldende condities.
Toebehoren Flowfit CYA27
58 Endress+Hauser
11 Toebehoren
Hierna volgende de belangrijkste leverbare toebehoren op het moment dat deze
documentatie was uitgegeven.
Opgesomde accessoires zijn technisch compatibel met het product in de instructies.
1. Applicatiespecifieke beperkingen van de productcombinatie zijn mogelijk.
Waarborg conformiteit van het meetpunt op de toepassing. Dit is de
verantwoordelijkheid van de operator van het meetpunt.
2. Let op de informatie in de instructies voor alle producten, met name de technische
gegevens.
3. Voor toebehoren, welke hier niet is opgesomd, neemt u contact op met uw service- of
verkoopvertegenwoordiging.
11.1 Instrumentspecifieke toebehoren
11.1.1 Peristaltische doseerpomp
Set CYA27 doseerpomp 0,1-22 ml/min: bestelnr. 71621627
Set CYA27 pomp onderhoud 0,1-22 ml/min: bestelnr. 71621629
Set CYA27 doseerpomp 1-200 ml/min: bestelnr. 71610954
Set CYA27 pomp onderhoud 1-200 ml/min: bestelnr. 71610955
Set CYA27 doseerpomp aanzuiglans: bestelnr. 71610956
Montage-instructies EA01486C
Flowfit CYA27 Toebehoren
Endress+Hauser 59
11.1.2 Desinfectiesensoren
Memosens CCS50E
Met membraan bedekt amperometrische sensor voor chloordioxide
Met Memosens-technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/ccs50e
Technische informatie TI01353C
Memosens CCS51
Sensor voor meten van vrij aanwezig chloor
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/ccs51 of
Technische informatie TI01424C (CCS51)
Memosens CCS51E
Sensor voor meten van vrij aanwezig chloor
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/ccs51e
Technische informatie TI01423C
Memosens CCS55E
Sensor voor meten van vrij broom
Met Memosens-technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/ccs55e
Technische informatie TI01423C
Memosens CCS58E
Sensor voor meten van ozon
Met Memosens-technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/ccs58e
Technische informatie TI01583C
11.1.3 pH-sensoren
Memosens CPS31E
pH-sensor voor standaard toepassingen in drinkwater en zwembadwater
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps31e
Technische informatie TI01574C
Memosens CPS11E
pH-sensor voor standaard toepassingen in proces en omgevingsengineering
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps11e
Technische informatie TI01493C
Memosens CPS41E
pH-sensor voor procestechnologie
Met keramische overgang en vloeibaar KCl-elektrolyt
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps41e
Technische informatie TI01495C
Toebehoren Flowfit CYA27
60 Endress+Hauser
11.1.4 ORP-sensoren
Memosens CPS12E
ORP-sensor voor standaard toepassingen in proces en omgevingsengineering
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps12e
Technische informatie TI01494C
11.1.5 Gecombineerde pH/ORP-sensoren
Memosens CPS16E
pH/ORP-sensor voor standaard toepassingen in procestechnologie en
omgevingsengineering
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps16e
Technische informatie TI01600C
Memosens CPS76E
pH/ORP-sensor voor procestechnologie
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cps76e
Technische informatie TI01601C
11.1.6 Geleidbaarheidssensor
Memosens CLS82E
Vier-elektrode sensor
Met Memosens-technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cls82e
Technische informatie TI01529C
11.1.7 Zuurstofsensoren
Oxymax COS22E
Steriliseerbare sensor voor opgeloste zuurstof
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cos22e
Technische informatie TI00446C
Memosens COS81E
Hygiënische optische zuurstofsensor met maximale meetstabiliteit gedurende meerdere
sterilisatiecycli
Digitaal met Memosens 2.0 -technologie
Productconfigurator op de productpagina: www.endress.com/cos81e
Technische informatie TI01558C
Flowfit CYA27 Technische gegevens
Endress+Hauser 61
12 Technische gegevens
12.1 Voedingsspanning
Kabelspecificatie Kabelaccessoires 10 m (32,8 ft), M12-bus recht, 5-pin uitvoering
Kabelaccessoires Ex (US) Cl.1 Div.2 kabel, 10 m (32,8 ft), M12 bus recht, 4-pin uitvoering
12.2 Specificaties
Referentie-
omstandigheden
20 °C (68 °F)
12.3 Omgeving
Omgevingstemperatuur –20 … 60 °C (–4 … 140 °F)
Bij omgevingstemperaturen onder 0 °C (32 °F), moet de mediumtemperatuur tenminste
5 °C (41 °F) zijn en de aanvoer- en retourleidingen moeten worden geïsoleerd.
0
5
10
20
30
40
50
60
-20 0 20 40 60 T[°C]
32
41
50
68
86
104
122
140
-4 32 68 104 140 T[°F]
A
B
T[°C]
T[°C]T[°F]
A0044116
A Mediumtemperatuur
B Omgevingstemperatuur
Opslagtemperatuur –20 … 60 °C (–4 … 140 °F)
Beschermingsklasse • Doorstroomschakelaar IP67
Statusindicatielampje: IP66/67
12.4 Proces
Procestemperatuurbereik 0 tot 60 °C (32 tot 140 °F), vorstvrij
Technische gegevens Flowfit CYA27
62 Endress+Hauser
Procesdrukbereik 0 tot 4 bar (0 tot 58 psi) overdruk
Druk/temperatuur-rating
0
15
29
44
58
32 50 68 86 104 122 140 158
0
1
2
3
4
0 10 20 30 40 50 60 70 T[°C]
T[°F]
p [bar]p [psi]
A
B
A0044367
 11 Druk/temperatuur-verhoudingen
A Procesdruk
B Mediumtemperatuur
pH-bereik pH1 … 12
Procesaansluitingen G 1/4" (ISO 228)
Doorstroming Aanbevolen doorstroombereik
5 l uitvoering 5 … 8 l/h (1,32 … 2,11 gal/h)
30 l uitvoering 30 … 40 l/h (7,92 … 10,46 gal/h)
Kritische bovengrenswaarden
5 l uitvoering 40 l/h (10,56 gal/h)
30 l uitvoering 80 l/h (21,13 gal/h)
Boven de gespecificeerde doorstroming kan de druk in de armatuur de gespecificeerde
grenswaarden van de sensoren overschrijden.
Flowfit CYA27 Technische gegevens
Endress+Hauser 63
12.5 Mechanische constructie
→  14
Gewicht Aantal modules 1 2 3 4 5 6
Gewicht in kg (lb)
Max. gewicht
afhankelijk van de versie
zonder sensoren
0,9 kg
(1,98 lb)
1,5 kg
(3,31 lb)
2,1 kg
(4,63 lb)
2,7 kg
(5,95 lb)
3,3 kg
(7,28 lb)
3,8 kg
(8,38 lb)
Accessoires wandmontage: 1,3 kg (2,87 lb)
Pijpmontage-accessoire (incl. wandbeugel): 2,2 kg (4,85 lb)
Materialen In contact met medium
Armatuur: PMMA (modules)
PVDF voor inlaat- en uitlaatmodule
Afdichtingen: FPM (FKM)
Zwarte compound in combinatie met PVDF
Groene compound in combinatie met PVC
Pluggen, adapters, ventielen: PVC/POM of PVDF
Vlotters: Titanium
Flowmeter: PVDF
Aansluiting potentiaalvereffening: 1.4404/1.4571 (316L/316TI) (roestvast Cr-Ni staal)
Niet in contact met medium
Clips, wandhouder, inlaat- en uitlaatmodule PBT-GF20/GF30
Materialen niet in contact met medium
Verplichting tot informatievoorziening conform art. 33 REACH-verordening (EU nr.
1907/2006):
Het gebruikte PVC (hard) bevat meer dan 0,1% van de volgende substanties:
dioctyltinverbindingen (DOTE) CAS-nummer: 15571-58-1. Er zijn geen speciale
voorzorgsmaatregelen nodig voor het omgaan met dit item, omdat de substantie is
ingebed in het kunststof en niet vrijkomt bij gebruik conform de bedoeling.
Doorstroomschakelaar Turck, BI8-M18-AP6X-H1141
Toepassingsgebied Explosieveilige omgeving
Functie schakelelement NAMUR NC-contact
Principe schakelelement Inductief
Materiaal behuizing Messing, verchroomd
Turck, BI8-M18-AP6X-H1141/S1751
Toepassingsgebied Explosiegevaarlijke omgeving CSA Cl. I Div.2
Functie schakelelement NAMUR NC-contact
Technische gegevens Flowfit CYA27
64 Endress+Hauser
Turck, BI8-M18-AP6X-H1141/S1751
Principe schakelelement Inductief
Materiaal behuizing Messing, verchroomd
Flowmeting BIO-TECH, FCH-m--PVDF
Toepassingsgebied Explosieveilige omgeving
Meetprincipe Pulsmeting, Hall-sensor
Pulsfrequentie Inductief
Materiaal PVDF
Statuslampje Turck, K30L2RGB7Q
Toepassingsgebied Explosieveilige omgeving
Flowfit CYA27 Trefwoordenregister
Endress+Hauser 65
Trefwoordenregister
A
Afmetingen ............................... 14
Afvoeren ..................................57
B
Bediening ................................. 44
Bedoeld gebruik ............................. 5
C
Controles na de montage ......................41
D
Demonteren van de armatuur .................. 53
Diagnose ..................................47
Doorstroming .............................. 44
Doorstroomschakelaar .....................25, 63
F
Flowmeting .............................25, 64
G
Gebruik ....................................5
Goederenontvangst .......................... 11
I
Inbedrijfname .............................. 42
Installatie ................................. 16
K
Kabelspecificatie ............................ 61
L
Leveringsomvang ........................... 12
M
Meetsysteem ...............................16
Monstername .............................. 45
Montage ..................................13
Montagevoorwaarden ........................ 13
O
Onderhoud ................................ 48
Onderhoudsschema ..........................48
Onderhoudswerkzaamheden ................... 49
Ontluchten ................................ 44
Oplossen van storingen ....................... 47
P
Procesadapter .............................. 40
Productidentificatie ..........................11
R
Reinigingsmiddel ............................51
Reparatie ................................. 56
Reservedelen ...............................56
Retour zenden ..............................57
S
Sensorinstallatie ............................ 38
Statuslampje ............................ 25, 64
Symbolen .................................. 4
T
Technische gegevens .........................61
Toebehoren ................................58
Typeplaat ................................. 11
V
Veiligheidsinstructies ......................... 5
W
Waarschuwingen ............................ 4
Wandhouder ...............................17
Wandmontage ............................. 16
www.addresses.endress.com
*71629505*
71629505
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Endres+Hauser BA Flowfit CYA27 Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten