49
• Het vierde symbool “S-CAPS” geeft aan dat het doel waarschijnlijk een type metaal is, zoals vb. een fles-
sendop. Veel kleinere voorwerpen uit goud kunnen in deze categorie worden weergegeven.
• Het vijfde symbool staat voor zink/koper (1c-icoon) en geeft aan dat het doel een geldstuk uit zink of
koper kan zijn. Veel grotere voorwerpen uit goud kunnen in deze categorie worden weergegeven.
• Het zesde symbool (25c-icoon) geeft aan dat het voorwerp waarschijnlijk een zilveren munt is. Veel gro-
tere voorwerpen uit aluminium kunnen in deze categorie worden weergegeven.
• Het indicatielampje voor de zoekgevoeligheid (2) kan met de knoppen “plus” (+) en “min” (-) tussen de
laagste (een symbool licht op) en hoogste gevoeligheid (12 symbolen lichten op) worden ingesteld. De
hoogste gevoeligheid is slechts zelden nodig. In deze instelling zou het apparaat bijna voortdurend een
vondst melden.
• Het “Lo-Bat”-indicatielampje (3) licht op wanneer de batterijen leeg zijn en moeten worden vervangen.
• De indicatielampjes voor de bedrifjsmodi (4) lichten op naargelang de gekozen zoekmodus. Beschikbaar
zijn “All METAL”, ‘DISC”, en “NOTCH” en worden door de overeenkomstige knoppen (onder het scherm)
weergegeven.
• “ALL METAL” dient voor het detecteren van elk metaaltype. In deze modus kan alleen de SENS-waarde
(gevoeligheid) worden aangepast.
• Bij “DISC” kunt u een onderscheid tussen de voorwerpen instellen. U kunt hiermee het doelbereik instel-
len door op de DISC/NOTCH-knop te drukken en dan op de “Plus” of “Min”-knop. Meer of minder sym-
bolen onder het metalen icoon (1) zullen oplichten. Er worden dan alleen nog de metalen gedetecteerd
die door symbolen worden gekenmerkt. Voorbeeld: Als u het DISC-bereik op 4 instelt (zie schaal op het
scherm) zal de detector in het bereik S-CAPS, 1c of 25c detecteren terwijl de andere metaaltypes wor-
den genegeerd. U kunt het DISC-bereik alleen van zilver naar goud vergroten.
• “NOTCH” is voor het detecteren van zuiver zilver- of goudtypes. Wanneer u op de knop voor de NOTCH-
bedrijfsmodus drukt, wordt in de regel “DISC/NOTCH” helemaal links en rechts telkens een symbool
weergegeven. De detector zal in deze instelling tamelijk zuivere zilver- en goudtypes bepalen en de
meeste andere legeringen negeren. Door op de “DISC/NOTCH”-knop en dan de plus-knop te drukken, zal
het bereik van de mogelijke metalen groter worden. Daardoor worden ook onreine voorwerpen gedetec-
teerd. In dit geval worden door het indicatielampje “Edelmetalen” (alleen de beide buitenste symbolen
in de regel DISC/NOTCH lichten op) aan beide zijden van het detectiebereik altijd meer symbolen inge-
schakeld. Als alle symbolen in de regel “DISC/NOTCH” oplichten, dan komt de zoekmodus opnieuw met
“ALL METAL” overeen. In de zoekmodus DISC/NOTCH kunt u de gevoeligheid alleen wijzigen wanneer u
eerst de knop “SENS” ingedrukt hebt.
• Gedetecteerde voorwerpen worden met metaaliconen aangeduid. Wanneer de metaaldetector een ob-
ject bindt, dan verschijnt een pijl (5) onder het materiaaltype dat waarschijnlijk gedetecteerd is. Wanneer
de detector een sterk signaal ontvangt, verschijnt de pijl ononderbroken. Als het signaal zwak is, knippert
de pijl of verschijnt helemaal niet. Wanneer een detectie langer dan 5 seconden uitblijft, dooft de pijl
opnieuw uit. Deze doel-aanduidingen zijn slechts visuele hulpmiddelen. Hiermee kunt u beslissen of het
zich loont om het voorwerpen verder te onderzoeken.
• De diepteaanduiding (7) geeft weer of het voorwerp zich onmiddellijk onder de aarde bevindt of op grote
diepte. Hoe meer symbolen in de regel “Depth” worden weergegeven, hoe dieper het voorwerp ligt.
Deze meting is echter sterk door de grootte en de toestand van het voorwerp afhankelijk. De diepteaan-
duiding dient slechts als oriënteringshulp.