NL
- 73 -
•
Let er wel op dat de montageplaat van de ket-
tingscherpslijper tot tegen de aanslag op de
onderlaag moet worden geschoven (fig. 6).
5.2 Laden van de LI-accupack (fi g. 17-18)
De accu is beschermd tegen diepe ontlading. Het
apparaat wordt door een geïntegreerde veilig-
heidsschakeling automatisch uitgeschakeld, als
de accu is ontladen.
Waarschuwing! Bedien de Aan/Uit-schakelaar
niet meer als de veiligheidsschakeling het ap-
paraat heeft uitgeschakeld. Dit kan schade aan
de accu tot gevolg hebben.
1. Accupack uit de handgreep trekken, terwijl u
de grendelknop (13) naar beneden drukt.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (12) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Schuif de accu op de lader.
Onder punt 10 (indicatie lader) vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie aan
de lader.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan:
•
of aan het stopcontact de netspanning aan-
wezig is.
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
van de lader voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, dan verzoeken wij u
•
de lader en de laadadapter
•
en de accupack
op te sturen aan onze klantendienst.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack valt het aan te raden om tijdig voor het
herladen van de LI-accupack te zorgen. Dit is in
elk geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het gereedschap afneemt.
6. Bediening
6.1 Scherp te slijpen ketting de geleiderail in
plaatsen (fi g. 7)
Te dien einde de kettingvastzetschroef (1) los-
draaien.
6.2 Slijphoek overeenkomstig de gegevens
van uw ketting afstellen (fi g. 8) (doorga-
ans tussen 30° en 35°).
•
Vastzetschroef voor de slijphoekafstelling (1)
losdraaien.
•
Gewenste slijphoek aan de hand van de
schaal (2) afstellen.
•
Vastzetschroef (1) terug aanhalen.
6.3 Kettingstopper afstellen (fi g. 9/10)
•
Kettingstopper (1) op de ketting klappen
•
Ketting naar achteren tegen de kettingstopper
(1) trekken tot die een snijschakel (A) stopt.
Let op! Hierbij dient erop te worden gelet dat
de hoek van de gestopte snijschakel overeen-
komt met de slijphoek. Als dit niet het geval is,
de ketting met één snijschakel verder trekken.
•
Slijpkop (4) omlaagklappen tot de slijpschijf
(5) de scherp te slijpen kettingschakel (A)
raakt. (Te dien einde kan de ketting met
de afstelschroef van de kettingstopper (2)
lichtjes naar voren en achteren worden ver-
plaatst).
6.4 Dieptebeperking afstellen (fi g. 10 )
Slijpkop (4) omlaagklappen en slijpdiepte af-
stellen m.b.v. de afstelschroef (7). Let op! De
slijpdiepte moet worden afgesteld zodat de volle-
dige snijkant van de snijschakel scherp wordt
geslepen.
6.5 Ketting vastzetten (fi g. 7).
Kettingvastzetschroef (1) aanhalen.
6.6 Schakel slijpen (fi g. 10/11)
Let op!
•
Gebruik het toestel alleen voor het slijpen van
zaagkettingen. Slijp of snij nooit andere mate-
rialen.
•
Klem de zaagketting vóór het slijpen vast in
de geleiderail. Daardoor wordt het kantelen
van de slijpschijf door een loszittende zaag-
ketting voorkomen.
•
Leid de slijpschijf langzaam langs de zaag-
ketting. Wordt de slijpschijf te snel en met een
ruk in contact gebracht met de zaagketting,
kan schade aan de slijpschijf worden berok-
Anl_GE_CS_18_Li_SPK7.indb 73Anl_GE_CS_18_Li_SPK7.indb 73 14.05.2019 06:48:5714.05.2019 06:48:57