Genius SPRINT 03 04 Handleiding

Type
Handleiding
36
NEDERLANDS
ELEKTRONISCHE APPARATUUR VOOR SCHUIFPOORTEN 24 V dc MET ENCODER EN
EINDSCHAKELAARS
GEBRUIKSAANWIJZINGEN - INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
1. ALGEMENE EIGENSCHAPPEN
Deze centrale bedieningsunit voor schuifpoorten 24V dc met encoder biedt grote prestaties en een groot aantal regelingen, met
verlangzamingen bij opening en sluiting, besturing van de motor en de mogelijkheid de eindschakelaars voor opening en sluiting te
beheren.
Een gesofisticeerde elektronische besturing zorgt voor een voortdurende bewaking van het voedingscircuit, en grijpt in door de besturingsunit
te blokkeren in het geval van storingen die de werking van de elektronische koppeling kunnen beïnvloeden.
De instellingen van de parameters en de bedrijfslogica worden weergegeven op een handig display dat tijdens de normale werking de
status van de poort aangeeft.
Voor de motorvertragingen met ingebouwde besturingsunit (uitvoeringen C) is een houder voor buiten nodig, waarin de 2 (optionele)
bufferbatterijen kunnen worden ondergebracht
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Let op: afhankelijk van de netspanning kunnen er verschillende uitgangswaarden zijn op de spanning van 24V~. Voorafgaand aan
de inbedrijfstelling moet altijd de uitgangsspanning van de transformator worden gecontroleerd. Deze mag niet hoger zijn dan
26V~, zowel voor de voeding met 230 V~ als met 115V~. De spanning moet onbelast worden gemeten, d.w.z. terwijl de transformator
gevoed wordt en afgekoppeld is van de kaart.
3. AANSLUITMOGELIJKHEDEN
Let op: voor de persoonlijke veiligheid is het belangrijk dat alle aanwijzingen en instructies in dit boekje nauwkeurig worden
opgevolgd. Een foutieve installatie of foutief gebruik van het product kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Controleer of er een geschikte differentieelschakelaar aanwezig is vóór de installatie, zoals voorgeschreven wordt door de geldende
normen, en zorg voor een automatische schakelaar met alpolige uitschakeling op de voedingslijn.
Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten geschikte stijve en/of buigzame leidingen worden gebruikt. Houd de verbindingskabels
van de accessoires met laagspanning altijd gescheiden van de 230 V~ voedingskabels.
In de uitvoering met op de motorvertraging gemonteerde besturingsunit, zijn enkele aansluitingen en montages die in deze instructies
worden beschreven (motor, transformator, encoder, enz....) al in de fabriek bekabeld.
In de uitvoering met besturingsunit in de waterdichte houder voor buiten, mag de lengte van de voedingskabels
tussen de besturingsunit en de motor/encoder niet groter zijn dan 3 m.; gebruik kabels van 2 x 2,5 mm² voor
de motor en 3 x 0,5 mm² voor de encoder en de eindschakelaars (optioneel).
Ga als volgt te werk om de diverse componenten in de waterdichte houder te bevestigen (zie figuur 1);
1) Bevestig de steun voor de ringtransformator in positie A met 3 zelftappende schroeven Ø 4,.2 x 13
(bijgeleverd), en breng afstandstukken aan tussen de steun en de geleiders van de waterdichte houder.
Nota bene: de steun heeft afmetingen die geschikt zijn voor een transformator met de eigenschappen en
afmetingen die worden gespecificeerd in de tabel van paragraaf 2.
2) Bevestig de transformator aan de steun met 2 bandjes (bijgeleverd).
3) Indien er een bufferbatterij gebruikt wordt, moet de desbetreffende houder worden bevestigd in positie
B met 4 zelftappende schroeven Ø 3,5 x 9,5 (bijgeleverd) in de kruisgaten van de geleiders van de waterdichte
houder.
Nota bene: de steun heeft afmetingen die geschikt zijn voor 2 batterijen (niet bijgeleverd) met de
eigenschappen en afmetingen die worden gespecificeerd in de tabel van paragraaf 2.
4) Plaats de batterijen op de steun.
Fig. 1
rotamrofsnartednavgninnapssgnideoV .zH06/05-)%01-6+(~V032/511
tinusgnirutsebednavgninnapssgnideoV .zH06/05-)%01-6+(~V42
negomrevnemonegpO W3
rotomgnitsaleb.xaM W07
seriosseccagnitsaleb.xaM Am005cdV42
pmalsgniwuhcsraawgnitsaleb.xaM .xamW51cdV42
ruutarepmetsgnivegmO C°05+C°02-
negnirekezsdiehgilieV 3
s'acigolsfjirdeB
/hcsitamotuaflaH/patsroovpatshcsitamotuA/hcsitamotuA
ekjileppahcsneemeG/patsroovpatshcsitamotuaflaH
neziuhnoow
djitsgnitiuls/-sgninepO esafreemmargorpedninerelfleZ
djitezuaP esafreemmargorpedninerelfleZ
thcarkwuD yalpsidaivraabletsni,suaevinreiV
negnimazgnalreV nerelflezsnedjit,gnitiulsnegninepojiB
drobnemmelkponegnagnI
gninepoegidelloV/redocnE/nejirettabgnideoV/~V22gnideoV
/potS/gnitiuls-gnineponedehgilieV/sregnagteovgninepO/
gnitiuls-gnineporaalekahcsdniE
oidarroovrotcennoC rotcennoclenssnip-5
drobnemmelkponegnagtiU
pmalsgniwuhcsraaW/cdV42rotoM/cdV42seriosseccagnideoV
cdV42
traaknegnitemfA .mm541x721
~V032rotamrofsnartgnirneppahcsnegiE AV08/~V22.ces/~V032.mirp
~V511rotamrofsnartgnirneppahcsnegiE AV08/~V02.ces/~V511.mirp
nejirettabelenoitpopahcsnegiE .mm801x07x09.mfa/hA4-V21
netiubroovreduohneppahcsnegiE 55PI-.mm521x522x503
AB
C
37
NEDERLANDS
5) Bevestig de besturingsunit in positie C met 4 zelftappende schroeven Ø 4,2 x 13 (bijgeleverd), en breng hierbij afstandstukken aan tussen
de kaart en de geleiders van de waterdichte houder.
4. AANSLUITINGEN EN WERKING
4.1. KLEMMENBORD M1
4.1.1 Open A
Klemmen “OPEN A - COM 2”. Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar, enz.
…) die een commando geeft voor volledige opening van de poort. De werking van dit contact wordt gedefinieerd door de parameter
D.
Nota Bene:
•Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
•Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.2 Open B
Klemmen “OPEN B - COM 2”. Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar, enz.
…) die een commando geeft voor gedeeltelijke opening van de vleugel. De gedeeltelijke opening is niet regelbaar, zij is gelijk aan 30%
van de volledige opening, zoals die is opgeslagen in het geheugen.
Nota Bene:
• Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening.
• Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten.
4.1.3 STOP-commando
Klemmen “STOP - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar,
enz. …) die de beweging van de poort moet laten stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL2 “STOP”.
Nota Bene:
• Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere STOP-voorzieningen wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten.
4.1.4 Veiligheden bij sluiting
Klemmen “FSW CL - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veiligheidslijst,
enz. …) die moet ingrijpen op de sluitende beweging van de poort, waarbij de beweging van de poort wordt omgekeerd tot aan volledige
opening, zoals die in het geheugen is opgeslagen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL3 “FSW-CL”.
Nota Bene:
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden
aangesloten.
4.1.5 Veiligheden bij opening
Klemmen “FSW OP - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veiligheidslijst,
enz. …) die moet ingrijpen op de openende beweging van de poort door de beweging van de poort te blokkeren. Bij deactivering van
de veiligheid zal de beweging weer gewoon worden hervat, en wordt de in het geheugen opgeslagen cyclus uitgevoerd. De status van
deze ingang wordt gesignaleerd door led DL4 “FSW-OP”.
Nota Bene:
• Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd.
• Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden
aangesloten.
4.2 KLEMMENBORD M2
4.2.1 Encoder
Klemmen “SIG. - -ENC - +ENC”. Gebruik de bij de besturingsunit geleverde encoder. Verbind met de klem “SIG:” het terugwaartse signaal
van de klem “S11” van de encoder, verbind met de klem “-ENC” de klem “-12” van de encoder, en met de klem “+ENC” de klem “+13” van
de encoder.
Nota Bene:
• De besturingsunit kan alleen correct werken als er een encoder wordt gebruikt
• Voor de werking van de encoder moet de hierboven beschreven verbinding tussen de klemmen in acht worden genomen.
4.2.2 Eindschakelaar voor sluiting (optioneel)
Klemmen “COMF - FCC ”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de sluiting aan. Deze grijpt in door de
sluitende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL5 “FCC”.
Nota Bene:
•Als er geen eindschakelaar voor sluiting wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd.
4.2.3 Eindschakelaar voor opening (optioneel)
Klemmen “COMF - FCA ”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de opening aan. Deze grijpt in door de
openende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL6 “FCA”.
Nota Bene:
• Als er geen eindschakelaar voor opening wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd.
4.3 KLEMMENBORD M3
4.3.1 Waarschuwingslamp
Klemmen “LAMP - LAMP”. Gebruik een permanent brandende waarschuwingslamp (het knipperen wordt bepaald door de besturingsunit)
met bedrijfsspanning 24Vdc 15W max. Het is raadzaam de waarschuwingslamp aan te sluiten voordat de besturingsunit wordt
geprogrammeerd, want deze geeft de fasen ervan weer. Zowel bij opening als bij sluiting knippert de lamp vooraf gedurende 1,5 sec. Als
de poort open is, is de lamp uit, hij knippert alleen (gedurende maximaal 10 sec.) als de veiligheden bij sluiting worden geactiveerd, om
aan te geven dat er gewerkt wordt in het bewegingsgebied van de poort; vervolgens gaat hij uit, ook als de veiligheden voor sluiting nog
geactiveerd zijn.
4.3.2 Motor
Klemmen “CHM1 - APM1”. Sluit op deze klemmen de motor aan met een voeding van 24Vdc 70W max.
4.4 KLEMMENBORD M4
4.4.1 Voeding
Klemmen “VAC - VAC”. Sluit op deze klemmen de draden van de secundaire wikkeling aan die afkomstig zijn van de ringtransformator,
met een spanning van 22V~ 50 Hz. De aanwezigheid van de voeding wordt gesignaleerd door het branden van de led DL1 “POWER”.
4.4.2 Batterijen (optioneel)
Klemmen “+BAT - -BAT”. Sluit op deze klemmen de 2 (optionele) bufferbatterijen aan. Wanneer de besturingsunit wordt gevoed, zorgt hij
38
NEDERLANDS
ervoor dat de batterijen opgeladen worden. Deze treden in werking op het moment dat er geen voeding van de transformator meer is.
Nota Bene:
• Voor de afmetingen en de eigenschappen van de batterijen, zie de gegevens in de tabel van paragraaf 2.
• Voeding door middel van de batterijen dient als een noodsituatie te worden beschouwd. Het aantal manoeuvres dat uitgevoerd kan
worden hangt af van de kwaliteit van de batterijen, van de constructie van de poort (gewicht, lengte, algemene conditie, enz. …),
van de tijd die verstreken is sinds de uitval van de voeding, enz. enz.
• Neem de voedingspolen van de batterijen in acht.
4.4.3 Accessoires
Klemmen “+24 - -24”. Uitgang voor de voeding van externe accessoires 24Vdc.
Nota Bene:
• de maximale belasting van de accessoires bedraagt 500 mA.
4.4.4 Aarding
Speciale aardklem of -kabel. Sluit de aarde van het net op 230V~ aan.
Nota Bene:
• Deze aansluiting is beslist noodzakelijk om de besturingsunit correct te laten werken.
5. PLAATSING ONTVANGERKAART VOOR AFSTANDSBEDIENING
In de besturingsunit kan een 5-pins radio-ontvangstmodule worden ondergebracht. Om deze te installeren moet de elektrische voeding
worden afgekoppeld en moet de module worden aangebracht op de connector M5 in de besturingsunit.
LET OP: Om de ontvanger niet te beschadigen, waardoor de werking onherroepelijk zou worden aangetast, moet hij worden geplaatst
in de richting die wordt aangegeven in paragraaf 12 (aansluitschema).
Volg vervolgens de aanwijzingen van de radio-ontvanger op om de afstandsbediening in het geheugen op te slaan. Na opslag in het
geheugen werkt de afstandsbediening op dezelfde manier als elke andere bediening op de START.
6. CONTROLELEDS
Nota Bene:
• Indien vet gedrukt, geeft de status van de leds aan dat de poort gesloten is, de besturingsunit wordt gevoed via de transformator, en
de eindschakelaars zijn aangesloten.
• Als er geen eindschakelaars worden gebruikt, moeten de respectieve contacten worden overbrugd, en moeten de leds DL5 en DL6
altijd branden.
7. WERKING VAN HET DISPLAY
De besturingsunit heeft een handig display voor weergave van de bedrijfsparameters en de programmering ervan. Bovendien wordt de
status van de poort voortdurend weergegeven tijdens de normale werking.
Tijdens de weergave en de regeling van de parameters geeft het display links de geselecteerde parameters
weer en rechts de corresponderende waarde. Op fig. 2 ziet u een weergavevoorbeeld van de parameter
A” met de waarde “2”.
Tijdens de normale werking wordt de status van de poort weergegeven. De weergegeven waarden worden in de onderstaande tabel
vermeld:
Tijdens de programmeerfase verschijnt de waarde “
” voortdurend op het display
8. REGELING VAN DE BEDRIJFSPARAMETERS
Nadat alle nodige aansluitingen gereed gemaakt zijn, moet de voeding naar de installatie worden ingeschakeld en moet worden
gecontroleerd of alle signaleringsleds zich in de situatie bevinden die wordt aangegeven in paragraaf 6.
Volg onderstaande aanwijzingen op om de regeling van de parameters te beginnen:
• Op het display wordt de waarde “
” weergegeven.
• Druk op de toets P2 en houd hem ingedrukt totdat de naam van de eerste parameter op het display verschijnt.
• Om de waarde van de parameter te wijzigen, druk op de knop P1.
• Om over te gaan naar de volgende parameter, druk opnieuw op de knop P2.
• Nadat er 60 seconden geen toetsen zijn aangeraakt, sluit de besturingsunit de regeling af. Het is mogelijk de regeling handmatig af te
DELNAATIU
1LD REWOP- rotamrofsnartaivdeovegtinusgnirutseB
tdrowtinusgnirutsebedfognideovneeG
nejirettabreffubedtemdeoveg
2LD POTS- feitcateinodnammoC dreevitcaegodnammoC
3LD LC-WSF- dreevitcaegteindiehgilieV dreevitcaegdiehgilieV
4LD PO-WSF- dreevitcaegteindiehgilieV dreevitcaegdiehgilieV
5LD CCF- dreevitcaegteingnitiulsraalekahcsdniE dreevitcaeggnitiulsraalekahcsdniE
6LD ACF- dreevitcaegteingnineporaalekahcsdniE dreevitcaeggnineporaalekahcsdniE
Fig. 2
NEVEGEGREEW
EDRAAW
TROOPSUTATS
tsurnitrooP
dnepoegtdrowtrooP
)faargarapednegloveiz,nevegegjirvsignitiulsehcsitamotuaedslaneella(ezuapnidnepoegtrooP
netolsegtdrowtrooP
39
NEDERLANDS
sluiten, door alle parameters te laten passeren. Wanneer “ ” op het display verschijnt, bent u weer teruggekeerd naar de normale
werking.
In de onderstaande tabel worden de verschillende parameters en de mogelijke waarden samengevat.
9. PROGRAMMERING
Tijdens de programmeerprocedure worden de mechanische aanslagen voor opening en sluiting en de eventuele pauzetijd opgeslagen
in de besturingsunit. Volg onderstaande aanwijzingen op om de programmeerprocedure uit te voeren:
• Ontgrendel de motorvertraging, breng de poort halverwege de openingsbeweging, en vergrendel de motorvertraging weer.
• Geef de besturingsunit voeding en ga na of op het display de waarde “
” wordt weergegeven
• Houd de toets P2 ongeveer 5 seconden ingedrukt, de besturingsunit laat de waarde van de eerste parameter zien.
• Geef een impuls OPEN A met een drukknop en een willekeurige andere voorziening die volledige opening van de poort bedient, op
het display verschijnt de waarde “
” en de poort begint de sluitingsmanoeuvre tot de mechanische aanslag voor sluiting, of tot de
eindschakelaar voor sluiting indien deze aanwezig en vrijgegeven is (zie vorige paragraaf).
Let op: als de eerste manoeuvre die tijdens de programmering door de aandrijving wordt uitgevoerd een openende beweging is,
moet de spanning worden weggenomen en moeten de draden die zijn aangesloten op de klemmen “CHM1 - APM1” worden
verwisseld. Herhaal de programmeerprocedure vanaf het eerste punt.
• Na een pauze van ongeveer 2 seconden voert de poort een volledige opening uit, tot de mechanische aanslag voor opening of tot
de desbetreffende eindschakelaar.
• Als de automatische sluiting niet is vrijgegeven, is de programmeerfase voltooid en geeft het display de waarde “
” weer; zo niet,
dan begint de besturingsunit de pauzetijd te tellen.
• Nadat de gewenste tijd verstreken is, moet opnieuw een commando OPEN A worden gegeven, en begint de poort de sluitingsfase.
• Nadat de sluitingsfase voltooid is, is de programmering beëindigd en geeft het display de waarde ”
” weer.
Nota Bene:
• Tijdens de hele programmeerprocedure geeft het display de waarde “
” weer.
YALPSID GNIVJIRHCSEB
.rotomednavthcarkednegnileppokehcsinortkeleednavdiehgileovegednavgnilegeR
slekatsboroovdiehgileovegeretorg,thcarkrotomelaminiM
slekatsboroovdiehgileovegegnireg,thcarkrotomedleddimeg-egnireG
slekatsboroovdiehgileovegetorg,thcarkrotometorg-edleddimeG
slekatsboroovdiehgileovegetorg,thcarkrotometorG
:gnitiulsehcsitamotuA nevegegjirvteinfolatroopednavgnitiulsehcsitamotuaedtdroweitcnufezedtem
dreevitcaegteiN
dreevitcaeG
:ANEPOodnammoctehnavgnikreW .)gninepoegidellov(ANEPOponkednavgardegtehtlaapebgnikrewezed
tnepO/tiulS/tnepO
potS/tiulS/potS/tnepO
:gnitiulsangalsreekmO evlahneereevegno,esafsgnitiulsednavednietehnaa,troopedtkaamnevegegjirvsieitcnufezedsla
tdrownavregnineidebeleutneveedtadoz,tsaltnonedrowemsinahcemlednergtnotehnakroodreiH.gnithciredneneponiiaard
.tkjilekkamegrev
dreevitcaegteiN
dreevitcaeG
:neziuhnoowekjileppahcsneemegroovgnikreW tehtdrow,troopednavesafsgninepoedsnedjitnerevitcaeteitcnufezedrood
.tkurdrednoodnammoc-trats
dreevitcaegteiN
dreevitcaeG
:tnigebgnimazgnalrevporaawtnupegatnecreP etleedegedgelegfaremazgnaltehnavetgneledtdrowretemarapezedtem
nedraawedletsegnirooveewtedtiunezeiket,dletsegni
negalsegposineguehegtehnieidgninepoelamixamednav%02
negalsegposineguehegtehnieidgninepoelamixamednav%01
:esafemazgnaledsnedjitdiehlenS nezeiket,esafemazgnaledsnedjitdletsegninedrowdiehlensrotomednakretemarapezedtem
nedraaweewttiu
gaaL
gooH
:sraalekahcsdnietemgnikreW .tkiurbegnedrowsraalekahcsdnieedkoosladreevitcaegnedrowetneellatneideitcnufezed
redocnetemneellA
raalekahcsdnieneredocnE
40
NEDERLANDS
• Tijdens de hele programmering blijft de waarschuwingslamp branden met permanent licht.
• Tijdens de programmeerfase zal de poort vertraagd bewegen.
10. WERKING VAN DE ELEKTRONISCHE KOPPELING
Dit is een zeer belangrijke voorziening voor wat betreft de veiligheid, en de afstelling ervan blijft constant en is niet onderhevig aan slijtage
of veranderingen.
De koppeling is zowel bij sluiting als bij opening actief; zij grijpt in door de beweging om te keren, zonder de automatische sluiting buiten
werking te stellen als deze is ingeschakeld.
Als zij tweemaal achtereen ingrijpt, gaat zij op STOP en worden alle automatische commando's buiten werking gesteld: tweemaal
achtereen ingrijpen betekent dat het obstakel niet verdwenen is en het gevaarlijk zou kunnen zijn verdere manoeuvres uit te voeren. De
gebruiker wordt zodoende gedwongen een commando voor opening of sluiting te geven.
Als de koppeling langer dan 90 sec. achtereen ingrijpt, voert de besturingsunit een NOOD-procedure uit, d.w.z. de poort wordt langzaam
helemaal geopend tot aan de aanslag voor opening, en gaat vervolgens automatisch dicht, zodat de aanslagen zich zelfstandig
synchroniseren.
11. VEILIGHEIDSZEKERINGEN
12. AANSLUITSCHEMA
GNIREKEZGNIMREHCSEBGNIREKEZGNIMREHCSEBGNIREKEZGNIMREHCSEB
02x5-V052/A01T=1FV22gnideoV
-V052/A5.0T=2F
02x5
seriosseccagnideoV
redalpojirettabne
-V052/A5.0R=3F
02x5
gnagtiU
pmalsgniwuhcsraaw
COD.
DISPLAY
P1
P2
RESET
DL1JMP1
F2 0.5A
POWER
M1
DL2
F3 0.5A
F1 10A
M4
M3
M5
M2
FSW
CL
STOP
DL6
DL5
DL4
DL3
COM2
FCA
FCC
SIG.
-ENC
+ENC
COMF
FCC
FCA
STOP
OPEN
B
OPEN
A
OP
LAMP
LAMP
CHM1
APM1
VAC
VAC
+BAT
-BAT
+24V
-24V
CL
FSW
FSW
OP
M
22V~
230 V~
50 Hz
+
-
1
2
3
4
5
RX - OP
1
2
3
4
5
1
2
-
+
-
+
1
2
TX - OP
-
+
-
+
TX - OP/CL
RX - CL
1
2
3
4
5
TX - OP/CL
TX - CL
-
+
-
+
1
2
Andere veiligheden
bij opening
Andere veiligheden
bij sluiting
Fotocellen voor sluiting
Fotocel voor opening
Fotocellen voor
opening en sluiting
Andere veiligheden
bij opening en sluiting
Encoder
Motor
Batterijen
Voeding externe
accessoires
Aarding
Ringtransformator
Ontvanger
Connector voor ontvanger
Waarschuwingslamp
41
NEDERLANDS
0=F0=d1=C"A"acigolehcsitamotuA
troopsutatS neslupmI
AnepOBnepOpotSgnineponedehgilieVgnitiulsnedehgilieVLC/POdiehgilieV
netolseG
tiulsne,leguelvedtnepO
djitezuapedanreew
leguelvedtnepO
mehtiulsne,ekjiletleedeg
djitezuapedanreew
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tceffeneeG
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
ezuapnidnepoeG
djitezuapedtnigeB
wueinpo
troopedtiulS
reewkjilleddimno
gnikrewedtreekkolBtceffeneeG
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
netolsegtdroW
navgnigewebedtreeK
motrooped
tceffeneeGgnikrewedtreekkolBtceffeneeGmognigewebedtreeK
negnikrewedtreekkolB
gnirevitcaedjibmotreek
dnepoegtdroW
navgnigewebedtreeK
motrooped
tceffeneeGgnikrewedtreekkolB
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
tceffeneeG
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
0=F1=d1=CpatSroovpatS"PA"acigolehcsitamotuA
troopsutatS neslupmI
AnepOBnepOpotSgnineponedehgilieVgnitiulsnedehgilieVLC/POdiehgilieV
netolseG
tiulsne,leguelvedtnepO
djitezuapedanreew
leguelvedtnepO
mehtiulsne,ekjiletleedeg
djitezuapedanreew
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tceffeneeG
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
ezuapnidnepoeG
djitezuapedtnigeB
wueinpo
troopedtiulS
reewkjilleddimno
gnikrewedtreekkolBtceffeneeG
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
netolsegtdroW
gnigewebedtreekkolB
edjib,troopednav
jihtaagslupmiedneglov
nepo
tceffeneeGgnikrewedtreekkolBtceffeneeGmognigewebedtreeK
negnikrewedtreekkolB
gnirevitcaedjibmotreek
dnepoegtdroW
gnigewebedtreekkolB
edjib,troopednav
jihtaagslupmiedneglov
thcid
tceffeneeGgnikrewedtreekkolB
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
tceffeneeG
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
13. BEDRIJFSLOGICA'S
42
NEDERLANDS
0=F0=d0=C"E"acigolehcsitamotuaflaH
troopsutatS neslupmI
AnepOBnepOpotSgnineponedehgilieVgnitiulsnedehgilieVLC/POdiehgilieV
netolseG leguelvedtnepO
ekjiletleedegedtreoV
tiugninepo
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tceffeneeG
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
nepO tiulStroopedtiulS
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tehtkurdrednO
jibNEPOodnammoc
5anjihtiulsgnirevitcaed
.ces
netolsegtdroW
gnigewebedtreeK
motroopednav
tceffeneeGgnikrewedtreekkolBtceffeneeG
gnigewebedtreeK
motroopednav
negnikrewedtreekkolB
gnirevitcaedjibmotreek
dnepoegtdroW
gnigewebedtreeK
motroopednav
tceffeneeGgnikrewedtreekkolB
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
tceffeneeG
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
0=F1=d0=CpatSroovpatS"PE"acigolehcsitamotuaflaH
troopsutatS neslupmI
AnepOBnepOpotSgnineponedehgilieVgnitiulsnedehgilieVLC/POdiehgilieV
netolseG leguelvedtnepO
ekjiletleedegedtreoV
tiugninepo
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tceffeneeG
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
nepO tiulStroopedtiulS
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tehtkurdrednO
jibNEPOodnammoc
5anjihtiulsgnirevitcaed
.ces
netolsegtdroW
navgnikrewedtreekkolB
edneglovedjib,trooped
nepojihtaagslupmi
tceffeneeGgnikrewedtreekkolBtceffeneeG
gnigewebedtreeK
motroopednav
negnikrewedtreekkolB
gnirevitcaedjibmotreek
dnepoegtdroW
gnigewebedtreekkolB
edjib,troopednav
jihtaagslupmiedneglov
thcid
tceffeneeGgnikrewedtreekkolB
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
tceffeneeG
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
1=F0=d1=Cneziuhnoowekjileppahcsneemegroov"D"acigoL
troopsutatS neslupmI
AnepOBnepOpotSgnineponedehgilieVgnitiulsnedehgilieVLC/POdiehgilieV
netolseG
tiulsne,leguelvedtnepO
djitezuapedanreew
leguelvedtnepO
mehtiulsne,ekjiletleedeg
djitezuapedanreew
tceffeneeG
)tkurdrednoNEPO(
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
tceffeneeG
tehtkurdrednO
NEPOodnammoc
ezuapnidnepoeG
djitezuapedtnigeB
wueinpo
troopedtiulS
reewkjilleddimno
gnikrewedtreekkolBtceffeneeG
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
jibne,gnitiulsedtreekkolB
anjihtaaggnirevitcaed
edslathcidreew.ces5
,sinekertsrevdjitezuap
reewjihtiulsdreekegmo
ednavnekjirtsrevtehjib
.djitezuapedletsegni
netolsegtdroW
gnigewebedtreeK
motroopednav
tceffeneeGgnikrewedtreekkolBtceffeneeGmognigewebedtreeK
negnikrewedtreekkolB
gnirevitcaedjibmotreek
dnepoegtdroW tceffeneeGtceffeneeGgnikrewedtreekkolB
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
tceffeneeG
negnikrewedtreekkolB
jibezedtavreh
gnirevitcaed
perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
6) GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
7) No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos
inflamables constituye un grave peligro para la seguridad.
8) Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias
normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben
seguirse las Normas arriba indicadas.
9) GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de
fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones
que pudieran intervenir en la utilización.
10) La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
11) Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar
cualquier intervención en la instalación.
12) Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar
con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja
usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
13) Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor
diferencial con umbral de 0,03 A.
14) Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten
las partes metálicas del cierre.
15) La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento
constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el
umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
16) Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas
de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento,
arrastre, corte.
17) Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así
como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del
bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”.
18) GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen
funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación
que no sean de producción GENIUS.
19) Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
20) No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del
sistema de automación.
21) El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual
de advertencias que se adjunta al producto.
22) No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto
durante su funcionamiento.
23) Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor
de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada
involuntariamente.
24) Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
25) El usuario no debe por ningún motivo intentar reparar o modificar el producto,
debe siempre dirigirse a personal cualificado.
26) No pongan en cortocircuito los polos de las baterías y no intenten recargarlas
con alimentadores diferentes de las tarjetas Master o Slave.
27) No abandonen las baterías agotadas en el ambiente, hay que eliminarlas
utilizando los específicos contenedores para permitir el reciclaje de las mismas.
Los costes de eliminación ya han sido pagados por el fabricante.
28) Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones
debe entenderse como no permitido
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
1) ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung
aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter
Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
2) Bevor Stempel van de dealer:Bevor mit der Installation des Produktes begonnen
wird, sollten die
Anleitungen aufmerksam gelesen werden.
3) Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
4) Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie
nehmen zu können.
5) Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen
Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht
ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes
beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen.
6) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen
oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden,
ab.
7) Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden:
das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein
schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar.
8) Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN
12604 und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die
Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen
gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
9) Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten
Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen
sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
10) Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
11) Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische
Versorgung und die Batterie abzunehmen.
12) Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit
Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber
hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer
Abschaltung empfohlen.
13) Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer
Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
14) Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht ausgeführt
wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen
werden.
15) Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den
Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle
erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10
angegebenen Vorschriften zu überprüfen.
16) Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller
Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel
Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
17) Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen
sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem
Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16”
erwähnten Vorrichtungen einzusetzen.
18) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des
störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage
eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt wurden.
19) Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS
verwendet werden.
20) Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine
Veränderungen vorgenommen werden.
21) Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des
Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch,
das dem Produkt beigelegt ist, übergeben.
22) Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der
unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten.
23) Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der
Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren
der Automation zu vermeiden.
24) Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei
vollständig geöffnetem Tor erfolgen.
25) Der Betreiber sollte keinerlei Reparaturen oder direkte Eingriffe auf der Automation
ausführen, sondern sich hierfür ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal
wenden.
26) Die Pole der Batterien sollten nicht kurzgeschlossen werden. Die Batterien sollten
nicht mit Speisegeräten geladen werden, die von den Karten Master oder Slave
abweichen.
27) Leere Batterien gehören nicht in den Hausmüll, sondern sind über die
entsprechenden Behälter zu entsorgen, damit sie dem Recycling zugeführt
werden können. Die Entsorgungskosten wurden bereits vom Hersteller bezahlt.
28) Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung
vorgesehen sind, sind nicht zulässig
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig
wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product
kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
2)
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van
het product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het
bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van
gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze
documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt
vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar
kunnen vormen.
6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de
bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken,
behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht
worden genomen.
9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor
vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453
en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische
voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met
meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is
geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de
metalen delen van het sluitsysteem op aan.
15) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen
inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet
hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de
normen die worden vermeld onder punt 10.
16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door
beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
17) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en
sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die
genoemd zijn onder punt “16”.
18) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid
en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie
gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn
geproduceerd.
19) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
20) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
21) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van
het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het
product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
22) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
23) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik
van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan
worden aangedreven.
24) Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is.
25) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen
plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
26) Breng de polen van de batterijen niet in kortsluiting en probeer niet de batterijen
op te laden met andere voeders dan de Master- of Slave-kaarten.
27) Gooi lege batterijen niet weg bij het gewone afval, maar maak gebruik van de
speciale verzamelbakken om recycling mogelijk te maken. De kosten voor
afvalverwerking zijn al betaald door de fabrikant.
28) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet
toegestaan
Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: /
Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: /Stempel van de
dealer:
I0383 Rev.0
GENIUS s.r.l.
Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
tel. 0039.035.4242511
fax. 0039.035.4242600
www.geniusg.com
DICHIARAZIONE CE DI CONFORMITÁ
Fabbricante: GENIUS s.r.l.
Indirizzo: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALIA
Dichiara che:L'apparecchiatura elettronica SPRINT 03
•è conforme ai requisiti essenziali di sicurezza delle seguenti altre
direttive:
73/23 CEE e successiva modifica 93/68/CEE.
89/336 CEE e successiva modifica 92/31 CEE e 93/68/CEE.
Note aggiuntive:
questi prodotti sono stati sottoposti a test in una configurazione tipica
omogenea (tutti i prodotti di costruzione GENIUS s.r.l.)
EC COMPLIANCE DECLARATION
Manufacturer: GENIUS s.r.l.
Address: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
Declares that: the SPRINT 03 electronic
•complies with the essential safety requirements in the following EEC
Directives:
73/23 EEC and subsequent amendment 93/68 EEC.
89/336 EEC and subsequent amendments 92/31 EEC and 93/68 EEC.
Notes:
these products have been subject to testing procedures carried out
under standardised conditions (all products manufactured by GENIUS
s.r.l.)
DÉCLARATION CE DE CONFORMITÉ
Fabricant: GENIUS s.r.l.
Adresse: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALIE
Déclare que: L'appareillage électronique SPRINT 03
•satisfait les exigences essentielles de sécurité des directives CEE
suivantes:
73/23 CEE, modifiée 93/68 CEE.
89/336 CEE, modifiée 92/31 CEE et 93/68 CEE.
Note supplémentaire:
ces produits ont été soumis à des essais dans une configuration typique
homogène (tous les produits sont fabriqués par GENIUS s.r.l.)
Grassobbio, 1 Marzo 2004
L’Amministratore Delegato
D. Gianantoni
Grassobbio, 1 March 2004
Managing Director
D. Gianantoni
Grassobbio, le 1 Mars 2004
L’Administrateur Délégué
D. Gianantoni
DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD CE
Fabricante: GENIUS s.r.l.
Dirección: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO - ITALIA
Declara que: El equipo electrónico SPRINT 03
•Cumple los requisitos esenciales de seguridad establecidos por las
siguientes directivas CEE:
73/23 CEE y sucesiva modificación 93/68 CEE.
89/336 CEE y sucesivas modificaciones 92/31 CEE y 93/68 CEE.
Nota:
los productos mencionados han sido sometidos a pruebas en una
configuración típica homogénea (todo productos fabricado por
GENIUS s.r.l.)
Grassobbio, 1º de Marzo de 2004.
Administrador Delegado
D. Gianantoni
EG-KONFORMITÄTSERKLÄRUNG
Hersteller: GENIUS s.r.l.
Adresse: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO - ITALIEN
erklärt: das elektronisch Gerät SPRINT 03
•den wesentlichen Sicherheitsbestimmungen folgender anderer EG-
Richtlinien entspricht:
73/23 EWG und nachträgliche Änderung 93/68 EWG
89/336 EWG und nachträgliche Änderung 92/31 EWG sowie 93/68
EWG
Anmerkung:
die o.g. produkte sind in einer typischen und einheitlichen weise getestet
(alle von GENIUS s.r.l. gebaute produkte).
Grassobbio, 1 Märs 2004
Der Geschäftsführer
D. Gianantoni
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e
senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds
necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les
caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication .
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier
momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter
constructivo o comercial.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten
in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen.
De beschrijvingen en illustraties in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor om op elk willekeurig moment, en zonder verplicht te zijn deze publicatie bij te werken, de wijzigingen aan
te brengen die wenselijk geacht worden met het oog op technische verbeteringen of om andere redenen van technische of commerciële aard, waarbij de essentiële eigenschappen van de apparatuur ongewijzigd
blijven.
CE VERKLARING VAN
OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS s.r.l.
Adres: Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO - ITALIË
Verklaart dat: de elektronische apparatuur SPRINT 03
•in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van
de volgende richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG.
89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG
Aanvullende opmerkingen:
deze producten zijn onderworpen aan tests, in een homogene,
gebruikelijke configuratie (alle producten vervaardigd door GENIUS
s.r.l.).
Grassobbio, 1 maart 2004
De Algemeen Directeur
D. Gianantoni

Documenttranscriptie

NEDERLANDS ELEKTRONISCHE APPARATUUR VOOR SCHUIFPOORTEN 24 V dc MET ENCODER EN EINDSCHAKELAARS GEBRUIKSAANWIJZINGEN - INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN 1. ALGEMENE EIGENSCHAPPEN Deze centrale bedieningsunit voor schuifpoorten 24V dc met encoder biedt grote prestaties en een groot aantal regelingen, met verlangzamingen bij opening en sluiting, besturing van de motor en de mogelijkheid de eindschakelaars voor opening en sluiting te beheren. Een gesofisticeerde elektronische besturing zorgt voor een voortdurende bewaking van het voedingscircuit, en grijpt in door de besturingsunit te blokkeren in het geval van storingen die de werking van de elektronische koppeling kunnen beïnvloeden. De instellingen van de parameters en de bedrijfslogica worden weergegeven op een handig display dat tijdens de normale werking de status van de poort aangeeft. Voor de motorvertragingen met ingebouwde besturingsunit (uitvoeringen C) is een houder voor buiten nodig, waarin de 2 (optionele) bufferbatterijen kunnen worden ondergebracht 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Voed ing ssp a nning va n d e tra nsforma tor Voed ing ssp a nning va n d e b esturing sunit Op g enomen vermog en Ma x. b ela sting motor Ma x. b ela sting a ccessoires Ma x. b ela sting wa a rschuwing sla mp Omg eving stemp era tuur Veilig heid szekering en Bed rijfslog ica ' s Op ening s-/sluiting stijd Pa uzetijd Duwkra cht Verla ng za ming en Ing a ng en op klemmenb ord Connector voor ra d io Uitg a ng en op klemmenb ord Afmeting en ka a rt Eig enscha p p en ring tra nsforma tor 230V~ Eig enscha p p en ring tra nsforma tor 115V~ Eig enscha p op tionele b a tterijen Eig enscha p p en houd er voor b uiten 115 / 230 V~ (+6 -10%) - 50 / 60 Hz. 24 V~ (+6 -10%) - 50 / 60 Hz. 3W 70 W 24Vdc 500mA 24Vdc 15W max. -20°C +50°C 3 Automatisch / Automatisch “stap voor stap” / Halfautomatisch / Halfautomatisch “stap voor stap” / Gemeenschappelijke woonhuizen Zelfleren in de programmeerfase Zelfleren in de programmeerfase Vier niveaus, instelbaar via display Bij opening en sluiting, tijdens zelfleren Voeding 22 V~ / Voeding batterijen / Encoder /Volledige opening /Opening voetgangers / Veiligheden opening - sluiting / Stop / Eindschakelaar opening - sluiting 5-pins snelconnector Voeding accessoires 24Vdc / Motor 24Vdc / Waarschuwingslamp 24Vdc 1 2 7 x 1 4 5 mm. prim. 230V~ / sec. 22V~ / 80VA prim. 115V~ / sec. 20V~ / 80VA 12V - 4 Ah / afm. 90 x 70 x 108 mm. 305 x 225 x 125 mm. - IP55 Let op: afhankelijk van de netspanning kunnen er verschillende uitgangswaarden zijn op de spanning van 24V~. Voorafgaand aan de inbedrijfstelling moet altijd de uitgangsspanning van de transformator worden gecontroleerd. Deze mag niet hoger zijn dan 26V~, zowel voor de voeding met 230 V~ als met 115V~. De spanning moet onbelast worden gemeten, d.w.z. terwijl de transformator gevoed wordt en afgekoppeld is van de kaart. 3. AANSLUITMOGELIJKHEDEN Let op: voor de persoonlijke veiligheid is het belangrijk dat alle aanwijzingen en instructies in dit boekje nauwkeurig worden opgevolgd. Een foutieve installatie of foutief gebruik van het product kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Controleer of er een geschikte differentieelschakelaar aanwezig is vóór de installatie, zoals voorgeschreven wordt door de geldende normen, en zorg voor een automatische schakelaar met alpolige uitschakeling op de voedingslijn. Voor het plaatsen van de elektriciteitskabels moeten geschikte stijve en/of buigzame leidingen worden gebruikt. Houd de verbindingskabels van de accessoires met laagspanning altijd gescheiden van de 230 V~ voedingskabels. In de uitvoering met op de motorvertraging gemonteerde besturingsunit, zijn enkele aansluitingen en montages die in deze instructies worden beschreven (motor, transformator, encoder, enz....) al in de fabriek bekabeld. In de uitvoering met besturingsunit in de waterdichte houder voor buiten, mag de lengte van de voedingskabels tussen de besturingsunit en de motor/encoder niet groter zijn dan 3 m.; gebruik kabels van 2 x 2,5 mm² voor de motor en 3 x 0,5 mm² voor de encoder en de eindschakelaars (optioneel). Ga als volgt te werk om de diverse componenten in de waterdichte houder te bevestigen (zie figuur 1); 1) Bevestig de steun voor de ringtransformator in positie A met 3 zelftappende schroeven Ø 4,.2 x 13 (bijgeleverd), en breng afstandstukken aan tussen de steun en de geleiders van de waterdichte houder. Nota bene: de steun heeft afmetingen die geschikt zijn voor een transformator met de eigenschappen en afmetingen die worden gespecificeerd in de tabel van paragraaf 2. 2) Bevestig de transformator aan de steun met 2 bandjes (bijgeleverd). 3) Indien er een bufferbatterij gebruikt wordt, moet de desbetreffende houder worden bevestigd in positie B met 4 zelftappende schroeven Ø 3,5 x 9,5 (bijgeleverd) in de kruisgaten van de geleiders van de waterdichte houder. Nota bene: de steun heeft afmetingen die geschikt zijn voor 2 batterijen (niet bijgeleverd) met de eigenschappen en afmetingen die worden gespecificeerd in de tabel van paragraaf 2. 4) Plaats de batterijen op de steun. A B C Fig. 1 36 NEDERLANDS 5) Bevestig de besturingsunit in positie C met 4 zelftappende schroeven Ø 4,2 x 13 (bijgeleverd), en breng hierbij afstandstukken aan tussen de kaart en de geleiders van de waterdichte houder. 4. AANSLUITINGEN EN WERKING 4.1. KLEMMENBORD M1 4.1.1 Open A Klemmen “OPEN A - COM 2”. Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar, enz. …) die een commando geeft voor volledige opening van de poort. De werking van dit contact wordt gedefinieerd door de parameter D. Nota Bene: •Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening. •Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten. 4.1.2 Open B Klemmen “OPEN B - COM 2”. Arbeidscontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige voorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar, enz. …) die een commando geeft voor gedeeltelijke opening van de vleugel. De gedeeltelijke opening is niet regelbaar, zij is gelijk aan 30% van de volledige opening, zoals die is opgeslagen in het geheugen. Nota Bene: • Een impuls van OPEN A, volledige opening, heeft altijd voorrang boven OPEN B, gedeeltelijke opening. • Als u meerdere impulsgevers wilt installeren, moeten de contacten parallel worden aangesloten. 4.1.3 STOP-commando Klemmen “STOP - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (drukknop, sleutelschakelaar, enz. …) die de beweging van de poort moet laten stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL2 “STOP”. Nota Bene: • Als er geen STOP-voorzieningen worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd. • Als u meerdere STOP-voorzieningen wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten. 4.1.4 Veiligheden bij sluiting Klemmen “FSW CL - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veiligheidslijst, enz. …) die moet ingrijpen op de sluitende beweging van de poort, waarbij de beweging van de poort wordt omgekeerd tot aan volledige opening, zoals die in het geheugen is opgeslagen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL3 “FSW-CL”. Nota Bene: • Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd. • Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de sluitende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten. 4.1.5 Veiligheden bij opening Klemmen “FSW OP - COM 2”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen een willekeurige veiligheidsvoorziening aan (fotocellen, veiligheidslijst, enz. …) die moet ingrijpen op de openende beweging van de poort door de beweging van de poort te blokkeren. Bij deactivering van de veiligheid zal de beweging weer gewoon worden hervat, en wordt de in het geheugen opgeslagen cyclus uitgevoerd. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL4 “FSW-OP”. Nota Bene: • Als er geen veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging worden aangesloten, moet de ingang worden overbrugd. • Als u meerdere veiligheidsvoorzieningen voor de openende beweging wilt installeren, moeten de rustcontacten in serie worden aangesloten. 4.2 KLEMMENBORD M2 4.2.1 Encoder Klemmen “SIG. - -ENC - +ENC”. Gebruik de bij de besturingsunit geleverde encoder. Verbind met de klem “SIG:” het terugwaartse signaal van de klem “S11” van de encoder, verbind met de klem “-ENC” de klem “-12” van de encoder, en met de klem “+ENC” de klem “+13” van de encoder. Nota Bene: • De besturingsunit kan alleen correct werken als er een encoder wordt gebruikt • Voor de werking van de encoder moet de hierboven beschreven verbinding tussen de klemmen in acht worden genomen. 4.2.2 Eindschakelaar voor sluiting (optioneel) Klemmen “COMF - FCC ”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de sluiting aan. Deze grijpt in door de sluitende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL5 “FCC”. Nota Bene: •Als er geen eindschakelaar voor sluiting wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd. 4.2.3 Eindschakelaar voor opening (optioneel) Klemmen “COMF - FCA ”. Rustcontact. Sluit op deze klemmen de eventuele eindschakelaar voor de opening aan. Deze grijpt in door de openende beweging van de poort te stoppen. De status van deze ingang wordt gesignaleerd door led DL6 “FCA”. Nota Bene: • Als er geen eindschakelaar voor opening wordt gebruikt, moet de ingang worden overbrugd. 4.3 KLEMMENBORD M3 4.3.1 Waarschuwingslamp Klemmen “LAMP - LAMP”. Gebruik een permanent brandende waarschuwingslamp (het knipperen wordt bepaald door de besturingsunit) met bedrijfsspanning 24Vdc 15W max. Het is raadzaam de waarschuwingslamp aan te sluiten voordat de besturingsunit wordt geprogrammeerd, want deze geeft de fasen ervan weer. Zowel bij opening als bij sluiting knippert de lamp vooraf gedurende 1,5 sec. Als de poort open is, is de lamp uit, hij knippert alleen (gedurende maximaal 10 sec.) als de veiligheden bij sluiting worden geactiveerd, om aan te geven dat er gewerkt wordt in het bewegingsgebied van de poort; vervolgens gaat hij uit, ook als de veiligheden voor sluiting nog geactiveerd zijn. 4.3.2 Motor Klemmen “CHM1 - APM1”. Sluit op deze klemmen de motor aan met een voeding van 24Vdc 70W max. 4.4 KLEMMENBORD M4 4.4.1 Voeding Klemmen “VAC - VAC”. Sluit op deze klemmen de draden van de secundaire wikkeling aan die afkomstig zijn van de ringtransformator, met een spanning van 22V~ 50 Hz. De aanwezigheid van de voeding wordt gesignaleerd door het branden van de led DL1 “POWER”. 4.4.2 Batterijen (optioneel) Klemmen “+BAT - -BAT”. Sluit op deze klemmen de 2 (optionele) bufferbatterijen aan. Wanneer de besturingsunit wordt gevoed, zorgt hij 37 NEDERLANDS ervoor dat de batterijen opgeladen worden. Deze treden in werking op het moment dat er geen voeding van de transformator meer is. Nota Bene: • Voor de afmetingen en de eigenschappen van de batterijen, zie de gegevens in de tabel van paragraaf 2. • Voeding door middel van de batterijen dient als een noodsituatie te worden beschouwd. Het aantal manoeuvres dat uitgevoerd kan worden hangt af van de kwaliteit van de batterijen, van de constructie van de poort (gewicht, lengte, algemene conditie, enz. …), van de tijd die verstreken is sinds de uitval van de voeding, enz. enz. • Neem de voedingspolen van de batterijen in acht. 4.4.3 Accessoires Klemmen “+24 - -24”. Uitgang voor de voeding van externe accessoires 24Vdc. Nota Bene: • de maximale belasting van de accessoires bedraagt 500 mA. 4.4.4 Aarding Speciale aardklem of -kabel. Sluit de aarde van het net op 230V~ aan. Nota Bene: • Deze aansluiting is beslist noodzakelijk om de besturingsunit correct te laten werken. 5. PLAATSING ONTVANGERKAART VOOR AFSTANDSBEDIENING In de besturingsunit kan een 5-pins radio-ontvangstmodule worden ondergebracht. Om deze te installeren moet de elektrische voeding worden afgekoppeld en moet de module worden aangebracht op de connector M5 in de besturingsunit. LET OP: Om de ontvanger niet te beschadigen, waardoor de werking onherroepelijk zou worden aangetast, moet hij worden geplaatst in de richting die wordt aangegeven in paragraaf 12 (aansluitschema). Volg vervolgens de aanwijzingen van de radio-ontvanger op om de afstandsbediening in het geheugen op te slaan. Na opslag in het geheugen werkt de afstandsbediening op dezelfde manier als elke andere bediening op de START. 6. CONTROLELEDS LED AAN DL1 - POWER UIT Besturingsunit gevoed via transformator Geen voeding of de besturingsunit wordt gevoed met de bufferbatterijen DL2 - STOP Commando niet actief Commando geactiveerd DL3 - FSW-CL Veiligheid niet geactiveerd Veiligheid geactiveerd DL4 - FSW-OP Veiligheid niet geactiveerd Veiligheid geactiveerd DL5 - FCC Eindschakelaar sluiting niet geactiveerd Eindschakelaar sluiting geactiveerd DL6 - FCA Eindschakelaar opening niet geactiveerd Eindschakelaar opening geactiveerd Nota Bene: • Indien vet gedrukt, geeft de status van de leds aan dat de poort gesloten is, de besturingsunit wordt gevoed via de transformator, en de eindschakelaars zijn aangesloten. • Als er geen eindschakelaars worden gebruikt, moeten de respectieve contacten worden overbrugd, en moeten de leds DL5 en DL6 altijd branden. 7. WERKING VAN HET DISPLAY De besturingsunit heeft een handig display voor weergave van de bedrijfsparameters en de programmering ervan. Bovendien wordt de status van de poort voortdurend weergegeven tijdens de normale werking. Tijdens de weergave en de regeling van de parameters geeft het display links de geselecteerde parameters weer en rechts de corresponderende waarde. Op fig. 2 ziet u een weergavevoorbeeld van de parameter “A” met de waarde “2”. Fig. 2 Tijdens de normale werking wordt de status van de poort weergegeven. De weergegeven waarden worden in de onderstaande tabel vermeld: WEERGEGEVEN WAARDE STATUS POORT Poort in rust Poort wordt geopend Poort geopend in pauze (alleen als de automatische sluiting is vrijgegeven, zie volgende paragraaf) Poort wordt gesloten Tijdens de programmeerfase verschijnt de waarde “ ” voortdurend op het display 8. REGELING VAN DE BEDRIJFSPARAMETERS Nadat alle nodige aansluitingen gereed gemaakt zijn, moet de voeding naar de installatie worden ingeschakeld en moet worden gecontroleerd of alle signaleringsleds zich in de situatie bevinden die wordt aangegeven in paragraaf 6. Volg onderstaande aanwijzingen op om de regeling van de parameters te beginnen: ” weergegeven. • Op het display wordt de waarde “ • Druk op de toets P2 en houd hem ingedrukt totdat de naam van de eerste parameter op het display verschijnt. • Om de waarde van de parameter te wijzigen, druk op de knop P1. • Om over te gaan naar de volgende parameter, druk opnieuw op de knop P2. • Nadat er 60 seconden geen toetsen zijn aangeraakt, sluit de besturingsunit de regeling af. Het is mogelijk de regeling handmatig af te 38 NEDERLANDS sluiten, door alle parameters te laten passeren. Wanneer “ ” op het display verschijnt, bent u weer teruggekeerd naar de normale werking. In de onderstaande tabel worden de verschillende parameters en de mogelijke waarden samengevat. DISPLAY BESCHRIJVING Regeling van de gevoeligheid van de elektronische koppeling en de kracht van de motor. Minimale motorkracht, grotere gevoeligheid voor obstakels Geringe-gemiddelde motorkracht, geringe gevoeligheid voor obstakels Gemiddelde-grote motorkracht, grote gevoeligheid voor obstakels Grote motorkracht, grote gevoeligheid voor obstakels Automatische sluiting: met deze functie wordt de automatische sluiting van de poort al of niet vrijgegeven Niet geactiveerd Geactiveerd Werking van het commando OPEN A: deze werking bepaalt het gedrag van de knop OPEN A (volledige opening). Opent / Sluit / Opent Opent / Stop / Sluit / Stop Omkeerslag na sluiting: als deze functie is vrijgegeven maakt de poort, aan het einde van de sluitingsfase, ongeveer een halve draai in openende richting. Hierdoor kan het ontgrendelmechanisme worden ontlast, zodat de eventuele bediening ervan wordt vergemakkelijkt. Niet geactiveerd Geactiveerd Werking voor gemeenschappelijke woonhuizen: door deze functie te activeren tijdens de openingsfase van de poort, wordt het start-commando onderdrukt. Niet geactiveerd Geactiveerd Percentage punt waarop verlangzaming begint: met deze parameter wordt de lengte van het langzamer afgelegde gedeelte ingesteld, te kiezen uit de twee vooringestelde waarden 20% van de maximale opening die in het geheugen is opgeslagen 10% van de maximale opening die in het geheugen is opgeslagen Snelheid tijdens de langzame fase: met deze parameter kan de motorsnelheid worden ingesteld tijdens de langzame fase, te kiezen uit twee waarden Laag Hoog Werking met eindschakelaars: deze functie dient alleen te worden geactiveerd als ook de eindschakelaars worden gebruikt. Alleen met encoder Encoder en eindschakelaar 9. PROGRAMMERING Tijdens de programmeerprocedure worden de mechanische aanslagen voor opening en sluiting en de eventuele pauzetijd opgeslagen in de besturingsunit. Volg onderstaande aanwijzingen op om de programmeerprocedure uit te voeren: • Ontgrendel de motorvertraging, breng de poort halverwege de openingsbeweging, en vergrendel de motorvertraging weer. • Geef de besturingsunit voeding en ga na of op het display de waarde “ ” wordt weergegeven • Houd de toets P2 ongeveer 5 seconden ingedrukt, de besturingsunit laat de waarde van de eerste parameter zien. • Geef een impuls OPEN A met een drukknop en een willekeurige andere voorziening die volledige opening van de poort bedient, op ” en de poort begint de sluitingsmanoeuvre tot de mechanische aanslag voor sluiting, of tot de het display verschijnt de waarde “ eindschakelaar voor sluiting indien deze aanwezig en vrijgegeven is (zie vorige paragraaf). Let op: als de eerste manoeuvre die tijdens de programmering door de aandrijving wordt uitgevoerd een openende beweging is, moet de spanning worden weggenomen en moeten de draden die zijn aangesloten op de klemmen “CHM1 - APM1” worden verwisseld. Herhaal de programmeerprocedure vanaf het eerste punt. • Na een pauze van ongeveer 2 seconden voert de poort een volledige opening uit, tot de mechanische aanslag voor opening of tot de desbetreffende eindschakelaar. • Als de automatische sluiting niet is vrijgegeven, is de programmeerfase voltooid en geeft het display de waarde “ ” weer; zo niet, dan begint de besturingsunit de pauzetijd te tellen. • Nadat de gewenste tijd verstreken is, moet opnieuw een commando OPEN A worden gegeven, en begint de poort de sluitingsfase. • Nadat de sluitingsfase voltooid is, is de programmering beëindigd en geeft het display de waarde ” ” weer. Nota Bene: • Tijdens de hele programmeerprocedure geeft het display de waarde “ ” weer. 39 NEDERLANDS • Tijdens de hele programmering blijft de waarschuwingslamp branden met permanent licht. • Tijdens de programmeerfase zal de poort vertraagd bewegen. 10. WERKING VAN DE ELEKTRONISCHE KOPPELING Dit is een zeer belangrijke voorziening voor wat betreft de veiligheid, en de afstelling ervan blijft constant en is niet onderhevig aan slijtage of veranderingen. De koppeling is zowel bij sluiting als bij opening actief; zij grijpt in door de beweging om te keren, zonder de automatische sluiting buiten werking te stellen als deze is ingeschakeld. Als zij tweemaal achtereen ingrijpt, gaat zij op STOP en worden alle automatische commando's buiten werking gesteld: tweemaal achtereen ingrijpen betekent dat het obstakel niet verdwenen is en het gevaarlijk zou kunnen zijn verdere manoeuvres uit te voeren. De gebruiker wordt zodoende gedwongen een commando voor opening of sluiting te geven. Als de koppeling langer dan 90 sec. achtereen ingrijpt, voert de besturingsunit een NOOD-procedure uit, d.w.z. de poort wordt langzaam helemaal geopend tot aan de aanslag voor opening, en gaat vervolgens automatisch dicht, zodat de aanslagen zich zelfstandig synchroniseren. 11. VEILIGHEIDSZEKERINGEN ZEKERING F 1 = T 1 0 A /2 5 0 V - 5 x 2 0 BESCHERMING ZEKERING BESCHERMING ZEKERING BESCHERMING Voeding 22V F2=T0.5A/250V 5x 20 Voeding accessoires en batterijoplader F3=R0.5A/250V 5x 20 Uitgang waarschuwingslamp 12. AANSLUITSCHEMA DISPLAY F2 0.5A P1 P2 COD. JMP1 DL1 POWER RESET F3 0.5A Connector voor ontvanger F1 10A M5 FCA M2 M1 -24V +24V -BAT VAC +BAT VAC APM1 CHM1 LAMP LAMP DL6 FCA COMF FCC +ENC -ENC COM2 FCC DL5 SIG. DL3 DL4 CL FSW OP OPEN A OPEN B DL2 STOP STOP FSW FSW CL OP M4 M3 Ontvanger 22V~ Aarding + Andere veiligheden bij opening - Voeding externe accessoires M Motor Andere veiligheden bij sluiting Fotocellen voor sluiting Fotocellen voor opening en sluiting Fotocel voor opening RX - CL 1 2 3 4 5 + TX - CL TX - OP/CL TX - OP/CL 1 2 3 - 4 + 5 1 2 + RX - OP 1 2 3 4 5 + Encoder Batterijen - 1 +2 Waarschuwingslamp Andere veiligheden bij opening en sluiting Ringtransformator 230 V~ 50 Hz TX - OP - 1 + 2 40 Open B 41 Sluit de poort onmiddellijk weer Geen effect Geen effect Begint de pauzetijd opnieuw Blokkeert de beweging van de poort, bij de volgende impuls gaat hij open Blokkeert de beweging van de poort, bij de volgende impuls gaat hij dicht Geopend in pauze Wordt gesloten Wordt geopend Gesloten Open B Opent de vleugel Opent de vleugel, en sluit gedeeltelijke, en sluit hem weer na de pauzetijd weer na de pauzetijd Open A Geen effect Keert de beweging van de poort om Wordt geopend Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking Geen effect (OPEN onderdrukt) Stop Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Geen effect Geen effect Onderdrukt het commando OPEN Veiligheden opening Impulsen Geen effect Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en keert om bij deactivering Blokkeert de sluiting, en bij deactivering gaat hij na 5 sec. weer dicht als de pauzetijd verstreken is, omgekeerd sluit hij weer bij het verstrijken van de ingestelde pauzetijd. Blokkeert de sluiting, en bij deactivering gaat hij na 5 sec. weer dicht als de pauzetijd verstreken is, omgekeerd sluit hij weer bij het verstrijken van de ingestelde pauzetijd. Keert de beweging om Onderdrukt het commando OPEN Veiligheid OP/CL Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Geen effect Veiligheden sluiting Geen effect Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en keert om bij deactivering Blokkeert de sluiting, en bij deactivering gaat hij na 5 sec. weer dicht als de pauzetijd verstreken is, omgekeerd sluit hij weer bij het verstrijken van de ingestelde pauzetijd. Blokkeert de sluiting, en bij deactivering gaat hij na 5 sec. weer dicht als de pauzetijd verstreken is, omgekeerd sluit hij weer bij het verstrijken van de ingestelde pauzetijd. Keert de beweging om Onderdrukt het commando OPEN Veiligheid OP/CL Geen effect Veiligheden sluiting Geen effect Geen effect Onderdrukt het commando OPEN Veiligheden opening Impulsen Geen effect (OPEN onderdrukt) Stop Automatische logica "AP" Stap voor Stap C=1 d=1 F=0 Geen effect Keert de beweging van de poort om Wordt gesloten Status poort Sluit de poort onmiddellijk weer Begint de pauzetijd opnieuw Opent de vleugel Opent de vleugel, en sluit gedeeltelijke, en sluit hem weer na de pauzetijd weer na de pauzetijd Open A Automatische logica "A" C=1 d=0 F=0 Geopend in pauze Gesloten Status poort 13. BEDRIJFSLOGICA'S NEDERLANDS 42 Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Geen effect Geen effect (OPEN onderdrukt) Opent de vleugel gedeeltelijke, en sluit hem weer na de pauzetijd Sluit de poort onmiddellijk weer Geen effect Geen effect Opent de vleugel, en sluit weer na de pauzetijd Begint de pauzetijd opnieuw Keert de beweging van de poort om Geen effect Gesloten Geop end in p a uze Word t g esloten Word t g eop end Blokkeert de werking Blokkeert de werking Blokkeert de werking Stop Op en B Op en A Onderdrukt het commando OPEN Veilig heid OP/CL Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en keert om bij deactivering Onderdrukt het commando OPEN bij deactivering sluit hij na 5 sec. Onderdrukt het commando OPEN Veilig heid OP/CL Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en keert om bij deactivering Onderdrukt het commando OPEN bij deactivering sluit hij na 5 sec. Onderdrukt het commando OPEN Veilig heid OP/CL Keert de beweging om Geen effect Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Blokkeert de werking en keert om bij deactivering Blokkeert de sluiting, en bij Blokkeert de sluiting, en bij deactivering gaat hij na deactivering gaat hij na 5 sec. weer dicht als de 5 sec. weer dicht als de pauzetijd verstreken is, pauzetijd verstreken is, omgekeerd sluit hij weer omgekeerd sluit hij weer bij het verstrijken van de bij het verstrijken van de ingestelde pauzetijd. ingestelde pauzetijd. Geen effect Veilig hed en sluiting Geen effect Keert de beweging van de poort om Onderdrukt het commando OPEN Geen effect Veilig hed en sluiting Geen effect Geen effect Onderdrukt het commando OPEN Veilig hed en op ening Imp ulsen Log ica "D" voor g emeenscha p p elijke woonhuizen C=1 d =0 F=1 Geen effect Blokkeert de beweging van de poort, bij de volgende impuls gaat hij dicht Word t g eop end Sta tus p oort Geen effect Blokkeert de werking van de poort, bij de volgende impuls gaat hij open Onderdrukt het commando OPEN Geen effect (OPEN onderdrukt) Sluit de poort Sluit Op en Word t g esloten Onderdrukt het commando OPEN Geen effect (OPEN onderdrukt) Voert de gedeeltelijke opening uit Opent de vleugel Gesloten Veilig hed en op ening Stop Op en B Imp ulsen Ha lfa utoma tische log ica "EP" Sta p voor Sta p C=0 d =1 F=0 Geen effect Op en A Sta tus p oort Blokkeert de werking Blokkeert de werking en hervat deze bij deactivering Geen effect Keert de beweging van de poort om Word t g eop end Keert de beweging van de poort om Geen effect Keert de beweging van de poort om Word t g esloten Onderdrukt het commando OPEN Geen effect Veilig hed en sluiting Geen effect Onderdrukt het commando OPEN Geen effect (OPEN onderdrukt) Sluit de poort Sluit Op en Blokkeert de werking Onderdrukt het commando OPEN Geen effect (OPEN onderdrukt) Voert de gedeeltelijke opening uit Opent de vleugel Gesloten Veilig hed en op ening Stop Op en B Imp ulsen Ha lfa utoma tische log ica "E" C=0 d =0 F=0 Op en A Sta tus p oort NEDERLANDS perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 6) GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 7) No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 8) Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9) GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10) La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11) Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12) Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13) Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14) Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15) La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16) Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17) Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18) GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19) Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20) No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21) El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22) No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23) Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 24) Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 25) El usuario no debe por ningún motivo intentar reparar o modificar el producto, debe siempre dirigirse a personal cualificado. 26) No pongan en cortocircuito los polos de las baterías y no intenten recargarlas con alimentadores diferentes de las tarjetas Master o Slave. 27) No abandonen las baterías agotadas en el ambiente, hay que eliminarlas utilizando los específicos contenedores para permitir el reciclaje de las mismas. Los costes de eliminación ya han sido pagados por el fabricante. 28) Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN 1) ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 2) Bevor Stempel van de dealer:Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 3) Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 4) Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 5) Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 6) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 7) Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 8) Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9) Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10) Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11) Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12) Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13) Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslöseschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14) Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht ausgeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15) Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16) Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17) Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18) Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt wurden. 19) Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20) Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21) Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22) Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23) Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 24) Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 25) Der Betreiber sollte keinerlei Reparaturen oder direkte Eingriffe auf der Automation ausführen, sondern sich hierfür ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal wenden. 26) Die Pole der Batterien sollten nicht kurzgeschlossen werden. Die Batterien sollten nicht mit Speisegeräten geladen werden, die von den Karten Master oder Slave abweichen. 27) Leere Batterien gehören nicht in den Hausmüll, sondern sind über die entsprechenden Behälter zu entsorgen, damit sie dem Recycling zugeführt werden können. Die Entsorgungskosten wurden bereits vom Hersteller bezahlt. 28) Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15) Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 23) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden aangedreven. 24) Ga alleen tussen de vleugels door als het hek helemaal geopend is. 25) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel. 26) Breng de polen van de batterijen niet in kortsluiting en probeer niet de batterijen op te laden met andere voeders dan de Master- of Slave-kaarten. 27) Gooi lege batterijen niet weg bij het gewone afval, maar maak gebruik van de speciale verzamelbakken om recycling mogelijk te maken. De kosten voor afvalverwerking zijn al betaald door de fabrikant. 28) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan DICHIARAZIONE CE DI CONFORMITÁ EC COMPLIANCE DECLARATION DÉCLARATION CE DE CONFORMITÉ Fabbricante: GENIUS s.r.l. Manufacturer: GENIUS s.r.l. Fabricant: GENIUS s.r.l. Indirizzo: Via Padre Elzi, 32 Address: Via Padre Elzi, 32 Adresse: Via Padre Elzi, 32 24050 - Grassobbio 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALIA BERGAMO-ITALY 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALIE Dichiara che:L'apparecchiatura elettronica SPRINT 03 Declares that: the SPRINT 03 electronic Déclare que: L'appareillage électronique SPRINT 03 •è conforme ai requisiti essenziali di sicurezza delle seguenti altre direttive: •complies with the essential safety requirements in the following EEC Directives: •satisfait les exigences essentielles de sécurité des directives CEE suivantes: 73/23 CEE e successiva modifica 93/68/CEE. 73/23 EEC and subsequent amendment 93/68 EEC. 73/23 CEE, modifiée 93/68 CEE. 89/336 CEE e successiva modifica 92/31 CEE e 93/68/CEE. 89/336 EEC and subsequent amendments 92/31 EEC and 93/68 EEC. 89/336 CEE, modifiée 92/31 CEE et 93/68 CEE. Note aggiuntive: Notes: Note supplémentaire: questi prodotti sono stati sottoposti a test in una configurazione tipica omogenea (tutti i prodotti di costruzione GENIUS s.r.l.) these products have been subject to testing procedures carried out under standardised conditions (all products manufactured by GENIUS s.r.l.) ces produits ont été soumis à des essais dans une configuration typique homogène (tous les produits sont fabriqués par GENIUS s.r.l.) Grassobbio, 1 Marzo 2004 Grassobbio, 1 March 2004 Grassobbio, le 1 Mars 2004 L’Amministratore Delegato Managing Director L’Administrateur Délégué D. Gianantoni D. Gianantoni D. Gianantoni DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD CE EG-KONFORMITÄTSERKLÄRUNG Fabricante: GENIUS s.r.l. Hersteller: GENIUS s.r.l. Dirección: Via Padre Elzi, 32 Adresse: CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING Via Padre Elzi, 32 Fabrikant: GENIUS s.r.l. 24050 - Grassobbio 24050 - Grassobbio Adres: Via Padre Elzi, 32 BERGAMO - ITALIA BERGAMO - ITALIEN 24050 - Grassobbio Declara que: El equipo electrónico SPRINT 03 erklärt: das elektronisch Gerät SPRINT 03 •Cumple los requisitos esenciales de seguridad establecidos por las siguientes directivas CEE: •den wesentlichen Sicherheitsbestimmungen folgender anderer EGRichtlinien entspricht: 73/23 CEE y sucesiva modificación 93/68 CEE. 73/23 EWG und nachträgliche Änderung 93/68 EWG •in overeenstemming is met de fundamentele veiligheidseisen van de volgende richtlijnen: 89/336 CEE y sucesivas modificaciones 92/31 CEE y 93/68 CEE. 89/336 EWG und nachträgliche Änderung 92/31 EWG sowie 93/68 EWG 73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG. BERGAMO - ITALIË Verklaart dat: de elektronische apparatuur SPRINT 03 89/336/EEG en latere wijziging 92/31/EEG en 93/68/EEG Nota: los productos mencionados han sido sometidos a pruebas en una configuración típica homogénea (todo productos fabricado por GENIUS s.r.l.) Grassobbio, 1º de Marzo de 2004. Anmerkung: Aanvullende opmerkingen: die o.g. produkte sind in einer typischen und einheitlichen weise getestet (alle von GENIUS s.r.l. gebaute produkte). deze producten zijn onderworpen aan tests, in een homogene, gebruikelijke configuratie (alle producten vervaardigd door GENIUS s.r.l.). Grassobbio, 1 maart 2004 Grassobbio, 1 Märs 2004 Administrador Delegado Der Geschäftsführer De Algemeen Directeur D. Gianantoni D. Gianantoni D. Gianantoni Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale. The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication. Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant mettre à jour cette publication . Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial. Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen. De beschrijvingen en illustraties in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor om op elk willekeurig moment, en zonder verplicht te zijn deze publicatie bij te werken, de wijzigingen aan te brengen die wenselijk geacht worden met het oog op technische verbeteringen of om andere redenen van technische of commerciële aard, waarbij de essentiële eigenschappen van de apparatuur ongewijzigd blijven. Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: /Stempel van de dealer: GENIUS s.r.l. Via Padre Elzi, 32 24050 - Grassobbio BERGAMO-ITALY tel. 0039.035.4242511 fax. 0039.035.4242600 [email protected] www.geniusg.com I0383 Rev.0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Genius SPRINT 03 04 Handleiding

Type
Handleiding