32
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u uw apparaat hebt uitgepakt, legt u eerst de batterijen erin.
Het batterijvakje 5 bevindt zich aan de onderzijde van het instru-
ment. Leg de batterijen in (4 x grootte AA 1,5 V), en let daarbij op
de aangegeven polariteit.
Selecteer de juiste manchet
Microlife biedt 3 verschillende manchet grootten: S, M en L. Selec-
teer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw
bovenarm (gemeten nauw aangesloten liggend om het midden
van de bovenarm). M is de juiste maat voor de meeste mensen.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 6 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
• Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
• Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
• De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient
op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
• Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
• Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AM op het
scherm en een zoemer weerklinkt elke keer met de waarne-
ming van een hartslag.
10.Het resultaat, inclusief de systolische 9 en de diastolische AT
bloeddruk en de hartslagfrequentie AK wordt weergegeven en
een langere zoemer wordt gehoord. Raadpleeg ook deze hand-
leiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige
detectie
Dit symbool AL geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de
polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan
het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de
meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid.
Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer
per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts
te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmeter die ook de
polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het appa-
raat is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een
onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd.
Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per
week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt
medisch advies in te winnen.
Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om
onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te
ontdekken.