Microlife BP A100 Plus Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding
16
Weergave
Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies
aandachtig door.
Geleverd onderdeel type BF
Geachte klant,
Uw nieuwe
Microlife
bloeddrukmeter is een betrouwbaar medisch
apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is
eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het
controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmeter is in
samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies
hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.*
Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veilig-
heidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het
apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen
wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw
Microlife
importeur. De
verkoper zal u het adres van de
Microlife
importeur in uw land geven.
Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u
waardevolle informatie kunt vinden over onze producten.
Blijf gezond – Microlife AG!
* Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevali-
deerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension
Society (BHS) protocol.
Microlife BP A100 Plus
NL
1
AAN/UIT knop
2
Weergave
3
Insteekkaart
4
Manchetaansluiting
5
Adapteraansluiting
6
Manchetcompartiment
7
Batterijcompartiment
8
Manchet
9
Manchetconnector
AT
M-knop (geheugen)
AK
MAM Schakelaar
AL
Tijdknop
AM
Aritmie indicator
AN
Pols
AO
Batterijweergave
AP
Opgeslagen waarden
AQ
Systolische waarde
AR
Diastolische waarde
AS
Hartslagfrequentie
BT
Datum /tijd
BK
MAM Modus
BL
MAM Intervaltijd
BM
Verkeerslichtweergave
BN
Alarmtijd
Droog houden
17BP A100 Plus
NL
Inhoudsopgave
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
2. Eerste gebruik van het apparaat
Activeren van geplaatste batterijen
Instellen van datum en tijd
Selecteer de juiste manchet
Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus
MAM modus
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige
detectie
5. Verkeerslichtindicatie in de weergave
6. Geheugenopslag
Bekijken van de opgeslagen waarden
Geheugen vol
Wis alle waarden
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
7. Vervangen van de insteekkaart
8. Instellen van de alarmfunctie
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Batterijen leeg – vervanging
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik van oplaadbare batterijen
10. Gebruik van een netadapter
11. Foutmeldingen
12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering
Veiligheid en bescherming
Apparaatonderhoud
Reinig de manchet
Nauwkeurigheidstest
Verwijdering
13. Garantie
14. Technische specificaties
Garantiebon (zie achterzijde)
1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten
hiervan
Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen
stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee
waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische
(onder) waarde worden altijd gemeten.
Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal
keren dat het hart per minuut slaat) aan.
Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw
gezondheid en moet door uw arts worden behandeld!
Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar
wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker
bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat.
Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloed-
drukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht.
Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden.
Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien
nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie en
gewichtsafname, kunt uzelf door lifestyle aanpassingen uw
bloeddruk ook verlagen.
Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen
zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts!
Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloed-
druk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag.
U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde
rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich
ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag,
één in de ochtend en één in de avond.
Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar
genomen opvallend verschillende resultaten opleveren.
Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de
apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat
deze situaties volledig verschillend zijn.
Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje
dan slechts een enkele meting.
Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen
twee metingen.
Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig
in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd
drastisch kan veranderen!
Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf
4.»), moeten metingen genomen met dit apparaat alleen
worden beoordeeld in overleg met uw arts.
18
De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van
de frequentie van hart-pacemakers!
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt.
Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/
98 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het apparaat toont de
bereiken 1-6 in de tabel.
2. Eerste gebruik van het apparaat
Activeren van geplaatste batterijen
Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7.
Instellen van datum en tijd
1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het
scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop AT te
drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te
stellen, drukt u op de tijdknop AL.
2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijdknop
om te bevestigen en stel dan de dag in.
3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijgbaar.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 8 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 9 duw de connector 4 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus
Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkel-
voudige meting) of modus MAM (automatische drievoudige
meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de MAM
schakelaar AK aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om
MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3».
MAM modus
In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in
volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd
en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is
een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een
die is verkregen door een enkele meting.
Na het indrukken van de AAN/UIT knop 1, verschijnt het
MAM-symbool BK in het display.
Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan
te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt.
Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen
(15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monito-
ring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische instrumenten).
Het aftellen toont de resterende tijd en een zoemer zal klinken
5 seconden voordat de 2e en 3e metingen beginnen.
De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk
zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht.
Verwijder de manchet niet tussen de metingen.
Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan
wordt een vierde automatisch genomen.
Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeen-
stemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data
in mmHg.
Bereik
Systo-
lisch
Diasto-
lisch Advies
bloeddruk te laag
100
60
Raadpleeg uw arts
1. bloeddruk optimaal
100 - 120 60 - 80
Zelfcontrole
2. bloeddruk normaal
120 - 130 80 - 85
Zelfcontrole
3. bloeddruk licht
verhoogd
130 - 140 85 - 90
Raadpleeg uw arts
4. bloeddruk te hoog
140 - 160 90 - 100
Win medisch advies in
5. bloeddruk veel te
hoog
160 - 180 100 - 110
Win medisch advies in
6. bloeddruk gevaar-
lijk hoog
180
110
Win dringend medisch
advies in!
Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm
S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches)
M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches)
L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches)
M - L 22 - 42 cm (8.75 - 16.5 inches)
19BP A100 Plus
NL
3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient
op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool
AN
op het
scherm en een zoemer weerklinkt elke keer met de waarneming
van een hartslag.
10.Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR
bloeddruk en de hartslagfrequentie AS wordt weergegeven en
een langere zoemer wordt gehoord. Raadpleeg ook deze hand-
leiding voor uitleg van de overige weergaven.
11.Wanneer een meting voltooid is, verwijder dan de manchet en
verpak het in het instrument als getoond in afb. II.
12.Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en
schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel
hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te
stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opge-
pompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de
display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg
boven de verwachte waarde – laat dan de knop los.
4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige
detectie
Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de
polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan
het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de
meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid.
Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer
per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts
te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien:
5. Verkeerslichtindicatie in de weergave
De balken in de linkerhoek van de verkeerslichtweergave laten u het
bereik zien waarbinnen de getoonde bloeddrukwaarde ligt
BM
.
Afhankelijk van de hoogte van de balk ligt de uitleeswaarde of binnen
het normale (groene), grensgebied (geel) of gevaren (rode) bereik.
De classificatie komt overeen met de 6 bereiken in de tabel zoals
gedefinieerd door de
WHO
, zoals beschreven in «Paragraaf 1.».
Verder verschillen de kleuren op de display volgens de uitlezingen.
Als bijvoorbeeld de uitlezingen in het gebied van 1 tot 2 liggen is
het lampje op de display groen, in gebied 3 geel en in het gebied
4, 5 en 6 rood.
6. Geheugenopslag
Aan het eind van een meting slaat dit apparaat automatisch elk
resultaat op inclusief datum en tijd.
Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige
weergave van de aritmie indicator
Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmeter die ook de
polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het appa-
raat is klinisch gevalideerd.
Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een
onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregis-
treerd. Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende
malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de
patiënt medisch advies in te winnen.
Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor
om onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te
ontdekken.
20
Bekijken van de opgeslagen waarden
Druk eventjes op de M-button AT, wanneer het apparaat is uitge-
schakeld. De weergave toont eerst «M» AP en dan een waarde,
b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn.
Het apparaat schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat.
Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door
nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten
heen bladeren.
Geheugen vol
Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 200 niet
wordt overschreden. Als het geheugen vol is, worden de
oude waarden automatisch overschreven door nieuwe.
Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden
worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale
geheugencapaciteit is bereikt.
Wis alle waarden
Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen,
dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitge-
schakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop
los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop
terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.
Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan
Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in
het display houdt u de AAN/UIT knop
1
ingedrukt totdat de «
M
»
AP
in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop
AT
, dan
wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen.
7. Vervangen van de insteekkaart
U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te
trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet.
Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te
laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven.
Extra kaarten worden geleverd met het apparaat voor dit doeleinde.
8. Instellen van de alarmfunctie
Dit apparaat stelt u in staat 2 alarmtijden in te stellen, waarbij een
alarmsignaal geactiveerd zal worden. Dit kan handig zijn voor
bijvoorbeeld; Een herinnering voor het innemen van uw medicatie.
1. Voor het instellen van de alarmtijd,drukt u op de tijdknop AL het
apparaat moet van tevoren zijn uitgeschakeld)en direct erna de
M-knop AT en houdt beide ingedrukt tot het kloksymbool BN
links onderaan in de weergave verschijnt. Laat dan beide
knoppen los. Het knipperen «1» in de weergave geeft aan dat
het eerst alarm nu kan worden ingesteld.
2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave
knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen.
Druk op de tijdknop ter bevestiging
3. Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de
M-knop worden ingesteld. Ter bevestiging drukt u weer op de
tijdknop.
4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te
selecteren of de alarmtijd actief) of inactief moet zijn (doorge-
kruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging
Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven
vermeld te werk, maar wanneer het symbool «
1
» knippert drukt u
eenmaal op de M-knop zodat het symbool «
2
» knippert, middels
de «Tijd» knop kunt u deze tweede alarmtijd bevestigen.
Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in het
display.
Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken.
Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt
u op de AAN/UIT knop 1.
Om het alarm permanent uit te schakelen, ga dan als hierboven
beschreven te werk, en selecteer het doorgekruiste kloksym-
bool. Het symbool zal dan van de display verdwijnen.
De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer
dat de batterijen vervangen zijn.
9. Batterij-indicator en batterijvervanging
Batterijen bijna leeg
Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterij-
symbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is
(gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het
apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen
weldra vervangen.
Batterijen leeg – vervanging
Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool
AO
knipperen
zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U
kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen.
1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het
apparaatdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het
dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken.
2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals
getoond door de symbolen in het compartiment.
21BP A100 Plus
NL
3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals
beschreven in «Paragraaf 2.».
Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd
(en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten
worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de
batterijen zijn vervangen.
Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik
4
nieuwe, long-life 1,5V, type
AA
alkaline batterijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd
niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmeter! Laad deze batterijen op in een externe oplader
en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
10.Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife
netadapter als accessoire voor uw voedingsspanning t.b.v.
het gebruik via netstroom.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 5 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
11.Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven.
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander
probleem vaker optreedt.
Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«ERR 1» Signaal te
zwak
De polsslag wordt onvoldoende doorge-
geven door de manchet. Plaats de
manchet opnieuw en herhaal de meting.*
«ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten
ontstaan, door bijvoorbeeld een bewe-
ging of samentrekking van een spier.
Herhaal de meting terwijl u uw arm stil
houdt.
«ERR 3» Geen juiste
drukopbouw
in de
manchet
Een adequate druk kan niet in de
manchet worden geproduceerd. Er kan
een lek in het manchet zijn. Controleer
of de manchet goed is aangesloten en
niet te los om de arm zit. Vervang de
batterijen indien nodig. Herhaal de
meting.
«ERR 5» Abnormaal
resultaat
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en
daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Neem het stappenplan
door voor een betrouwbare meting en
herhaal dan de metingen.
«ERR 6» MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het
meten in MAM mode, wat het onmoge-
lijk maakt om een betrouwbaar resul-
taat weer te geven. Lees de controlelijst
door voordat u betrouwbare metingen
verricht en herhaal dan de metingen.
«HI» Hartslag of
manchet-
druk te hoog
De druk in de manchet is te hoog
(boven 300 mmHg) OF de hartslagfre-
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO» Polsslag te
laag
De hartslagfrequentie is te laag (minder
dan 40 slagen per minuut). Herhaal de
meting.*
22
Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan
a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.».
12.Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en
verwijdering
Veiligheid en bescherming
Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel
zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door onjuist gebruik.
Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voor-
zichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedienings-
condities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf
in acht!
Bescherm het tegen:
- water en vochtigheid
- extreme temperaturen
- schokken en laten vallen
- vervuiling en stof
- direct zonlicht
- warmte en kou
De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid
worden behandeld.
Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht.
De werking van dit apparaat kan worden verstoord, wanneer het
gebruikt wordt in de buurt van sterk electromagnetische velden
bijvoorbeeld rondom mobiele telefoons en radio installaties, wij
adviseren dan ook een afstand van tenminste 1 meter. In het
geval dat het vermijden van sterk magnetische velden niet moge-
lijk is, verifieer voor ingebruikname eerst of het apparaat goed
functioneert.
Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het bescha-
digd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks
constateert.
Open het apparaat nooit.
Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat
worden moeten de batterijen worden verwijderd.
Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke para-
grafen van dit boekje.
Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een
volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden
ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling,
indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen.
Apparaatonderhoud
Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek.
Reinig de manchet
Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasma-
chine en/of afwasmachine!
Nauwkeurigheidstest
Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te
laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem
a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene
functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord).
Verwijdering
Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens
de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het
huishoudelijke afval.
13.Garantie
Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum.
De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een
garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) of met een
bevestiging van de aankoopdatum of kassabon.
Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen.
Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de
garantie ongeldig.
De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk
gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden
aan de bedieningsinstructies.
Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord).
14.Technische specificaties
Werkingscondities: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Bewaarcondities: -20 - +55 °C / -4 - +131 °F
15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid
Gewicht: 748 g (inclusief batterijen)
Afmetingen: 160 x 140 x 98 mm
23BP A100 Plus
NL
Dit apparaat komt overeen met de normen van het Medical Device
Directive 93/42/EEC.
Technische wijzigingen voorbehouden.
Meetprocedure: oscillometrisch, volgens de Korotkoff
methode: Fase I systolisch Fase V dias-
tolisch
Meetbereik: 20 - 280 mmHg – bloeddruk
40 - 200 slagen per minuut– polsslag
Manchetdruk
weergave bereik: 0 - 299 mmHg
Resolutie: 1 mmHg
Statische
nauwkeurigheid: druk binnen ± 3 mmHg
Hartslagnauwkeurig-
heid: ±5 % van de weergegeven waarde
Spanningsbron:
4 x 1,5V alkaline batterijen; type AA
Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel)
Levensduur batterij: ongeveer 920 metingen (met nieuwe
batterijen)
IP Klasse: IP20
Verwijzing naar
normen:
EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1;
IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11
Verwachte
levensduur:
Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen
Accessoires: 2 jaar

Documenttranscriptie

Microlife BP A100 Plus 1 2 3 4 5 6 7 8 9 AT AK AL AAN/UIT knop Weergave Insteekkaart Manchetaansluiting Adapteraansluiting Manchetcompartiment Batterijcompartiment Manchet Manchetconnector M-knop (geheugen) MAM Schakelaar Tijdknop Weergave AM Aritmie indicator AN Pols AO Batterijweergave AP Opgeslagen waarden AQ Systolische waarde AR Diastolische waarde AS Hartslagfrequentie BT Datum /tijd BK MAM Modus BL MAM Intervaltijd BM Verkeerslichtweergave BN Alarmtijd Lees alvorens dit apparaat te gebruiken de instructies aandachtig door. Geleverd onderdeel type BF Droog houden 16 NL Geachte klant, Uw nieuwe Microlife bloeddrukmeter is een betrouwbaar medisch apparaat voor het doen van metingen aan de bovenarm. Het is eenvoudig in gebruik, nauwkeurig en uitermate geschikt voor het controleren van uw bloeddruk thuis. Deze bloeddrukmeter is in samenwerking met artsen ontwikkeld en klinische validatiestudies hebben aangetoond dat de meetnauwkeurigheid bijzonder hoog is.* Lees deze handleiding zorgvuldig door zodat u alle functies en veiligheidsinformatie begrijpt. Wij willen graag dat u tevreden bent over het apparaat. Mocht u vragen hebben of wanneer u reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u dan contact op met uw Microlife importeur. De verkoper zal u het adres van de Microlife importeur in uw land geven. Natuurlijk kunt u ook de website www.microlife.nl raadplegen, waar u waardevolle informatie kunt vinden over onze producten. Blijf gezond – Microlife AG! * Dit apparaat gebruikt o.a. dezelfde meettechnologie als het gevalideerde model «BP 3BTO-A» getest conform het British Hypertension Society (BHS) protocol. Inhoudsopgave 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Hoe meet ik mijn bloeddruk? 2. Eerste gebruik van het apparaat • Activeren van geplaatste batterijen • Instellen van datum en tijd • Selecteer de juiste manchet • Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus • MAM modus 3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat 4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave 6. Geheugenopslag • Bekijken van de opgeslagen waarden • Geheugen vol • Wis alle waarden • Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan 7. Vervangen van de insteekkaart 8. Instellen van de alarmfunctie 9. Batterij-indicator en batterijvervanging • Batterijen bijna leeg • Batterijen leeg – vervanging • Welke batterijen en welke werkwijze? • Gebruik van oplaadbare batterijen 10. Gebruik van een netadapter 11. Foutmeldingen 12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering • Veiligheid en bescherming • Apparaatonderhoud • Reinig de manchet • Nauwkeurigheidstest • Verwijdering 13. Garantie 14. Technische specificaties Garantiebon (zie achterzijde) BP A100 Plus 1. Belangrijke feiten over bloeddruk en het zelf meten hiervan • Bloeddruk is de druk waarmee het bloed door de aderen stroomt veroorzaakt door het pompen van het hart. Twee waarden, de systolische (boven) waarde en de diastolische (onder) waarde worden altijd gemeten. • Het apparaat geeft ook de hartslagfrequentie (het aantal keren dat het hart per minuut slaat) aan. • Constante hoge bloeddruk kan nadelig zijn voor uw gezondheid en moet door uw arts worden behandeld! • Bespreek altijd uw waarden met uw arts en vertel hem/haar wanneer u iets ongebruikelijks heeft opgemerkt of onzeker bent. Vertrouw nooit op een enkel bloeddruk resultaat. • Maak een notitie van uw resultaten in het bijgevoegde bloeddrukdagboek. Dit geeft uw arts een kort overzicht. • Er zijn verschillende oorzaken voor hoge bloeddrukwaarden. Uw arts zal deze gedetailleerder met u bespreken en indien nodig een behandeling voorstellen. Naast medicatie en gewichtsafname, kunt uzelf door lifestyle aanpassingen uw bloeddruk ook verlagen. • Verander nooit de doseringen van de geneesmiddelen zoals deze zijn voorgeschreven door uw arts! • Afhankelijk van lichamelijke inspanning en conditie, is bloeddruk onderhevig aan brede schommelingen gedurende de dag. U dient daarom de bloeddruk steeds onder dezelfde rustige omstandigheden op te nemen en wanneer u zich ontspannen voelt! Neem minimaal twee metingen per dag, één in de ochtend en één in de avond. • Het is vrij normaal wanneer twee metingen vlak na elkaar genomen opvallend verschillende resultaten opleveren. • Afwijkingen tussen metingen genomen door uw arts of de apotheek en die thuis zijn opgenomen zijn vrij normaal, omdat deze situaties volledig verschillend zijn. • Verschillende metingen geven een veel duidelijker plaatje dan slechts een enkele meting. • Neem een korte rustpauze van minimaal 15 seconden tussen twee metingen. • Als u in verwachting bent moet u uw bloeddruk zeer nauwkeurig in de gaten houden omdat de bloeddruk gedurende deze tijd drastisch kan veranderen! • Als u lijdt aan onregelmatige hartslag (aritmie, zie «Paragraaf 4.»), moeten metingen genomen met dit apparaat alleen worden beoordeeld in overleg met uw arts. 17 NL • De polsfrequentie is niet geschikt voor het controleren van de frequentie van hart-pacemakers! Hoe meet ik mijn bloeddruk? Tabel voor het categoriseren van bloeddrukwaarden in overeenstemming met de World Health Organisation (WHO) in 2003. Data in mmHg. Systo- DiastoBereik lisch lisch Advies bloeddruk te laag 100 60 Raadpleeg uw arts 1. bloeddruk optimaal 100 - 120 60 - 80 Zelfcontrole 2. bloeddruk normaal 120 - 130 80 - 85 Zelfcontrole 3. bloeddruk licht 130 - 140 85 - 90 Raadpleeg uw arts verhoogd 4. bloeddruk te hoog 140 - 160 90 - 100 Win medisch advies in 5. bloeddruk veel te 160 - 180 100 - 110 Win medisch advies in hoog 6. bloeddruk gevaar- 180 110 Win dringend medisch lijk hoog advies in! De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt. Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/ 98 mmHg toont «bloeddruk te hoog». De insteekkaart 3 aan de voorzijde van het apparaat toont de bereiken 1-6 in de tabel. 2. Eerste gebruik van het apparaat Activeren van geplaatste batterijen Trek de beschermende uitstekende strip uit het batterijenvakje 7. Instellen van datum en tijd 1. Nadat de batterijen zijn geplaatst knippert het jaartal in het scherm. U kunt het jaar instellen door op de M-knop AT te drukken. Om te bevestigen en vervolgens de maand in te stellen, drukt u op de tijdknop AL. 2. Nu kunt u de maand instellen met de M-knop. Druk op de tijdknop om te bevestigen en stel dan de dag in. 3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te stellen. 4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de tijdknop indrukt, zijn de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven. 5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de tijdknop ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven beschreven. 18 Selecteer de juiste manchet Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm (de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm). Manchetgrootte voor omtrek van de bovenarm S 17 - 22 cm (6.75 - 8.75 inches) M 22 - 32 cm (8.75 - 12.5 inches) L 32 - 42 cm (12.5 - 16.5 inches) M-L 22 - 42 cm (8.75 - 16.5 inches) Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijgbaar. Gebruik alleen Microlife manchetten!  Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten manchet 8 niet past.  Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchetconnector 9 duw de connector 4 zo ver als mogelijk in het apparaat. Selecteer de meetmodus: standaard of MAM modus Dit apparaat laat u kiezen tussen of standaard (standaard enkelvoudige meting) of modus MAM (automatische drievoudige meting). Om standaard modus te selecteren, schuift u de MAM schakelaar AK aan de zijkant van het apparaat in stand «1» en om MAM modus te selecteren, schuift u deze schakelaar in stand «3». MAM modus • In MAM modus, 3 metingen worden automatisch genomen in volgorde en het resultaat wordt dan automatisch geanalyseerd en weergegeven. Omdat de bloeddruk constant schommelt, is een op deze manier bepaald resultaat betrouwbaarder dan een die is verkregen door een enkele meting. • Na het indrukken van de AAN/UIT knop 1, verschijnt het MAM-symbool BK in het display. • Het gedeelte rechtsonder in het display toont een 1, 2 of 3 om aan te geven welke van de 3 metingen momenteel genomen wordt. • Er is een pauze van 15 seconden tussen de metingen (15 seconden zijn adequaat volgens «Blood Pressure Monitoring, 2001, 6:145-147» voor oscillometrische instrumenten). Het aftellen toont de resterende tijd en een zoemer zal klinken 5 seconden voordat de 2e en 3e metingen beginnen. • De individuele resultaten worden niet weergegeven. Uw bloeddruk zal alleen worden getoond nadat alle 3 de metingen zijn verricht. • Verwijder de manchet niet tussen de metingen. • Als een van de afzonderlijke metingen twijfelachtig was, dan wordt een vierde automatisch genomen.   3. Bloeddruk meten met behulp van dit apparaat Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting 1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting. 2. Zit en ontspan minimaal 5 minuten voor het meten. 3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links). 4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen. 5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt (markering arm omtrek staat vermeld op het manchet). • Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak. • Zorg ervoor dat de manchet 2 cm boven uw elleboog is geplaatst. • De adermarkering op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd. • Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is. • Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart. 6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten. 7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt getoond. Adem normaal en praat niet. 8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen. 9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AN op het scherm en een zoemer weerklinkt elke keer met de waarneming van een hartslag. 10.Het resultaat, inclusief de systolische AQ en de diastolische AR bloeddruk en de hartslagfrequentie AS wordt weergegeven en een langere zoemer wordt gehoord. Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weergaven. 11.Wanneer een meting voltooid is, verwijder dan de manchet en verpak het in het instrument als getoond in afb. II. 12.Noteer het resultaat in het bijgevoegde bloeddrukpasje en schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na ongeveer. 1 min.). U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een ongemakkelijke of een onplezierige druk voelt). Als bekend is dat de systolische bloeddruk heel hoog is, kan het gunstig zijn de druk individueel in te stellen. Druk op de AAN/UIT knop nadat de monitor is opgepompt tot een niveau van ca. 30 mmHg (weergegeven in de   BP A100 Plus display). Hou de knop ingedrukt totdat de druk ca 40 mmHg boven de verwachte waarde – laat dan de knop los. 4. Weergave van de aritmie indicator voor vroegtijdige detectie Dit symbool AM geeft aan dat bepaalde onregelmatigheden in de polsslag tijdens het meten werden waargenomen. In dit geval kan het resultaat afwijken van uw normale bloeddruk – herhaal de meting. In de meeste gevallen is dit geen reden voor ongerustheid. Echter, als het symbool regelmatig verschijnt (bijv. een paar keer per week met dagelijkse metingen) raden wij u aan dit aan uw arts te vertellen. Laat uw arts de volgende uitleg zien: Informatie voor de arts naar aanleiding van veelvuldige weergave van de aritmie indicator Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmeter die ook de polsfrequentie tijdens de bloeddrukmeting analyseert. Het apparaat is klinisch gevalideerd. Het aritmie symbool wordt weergegeven na de meting, als er een onregelmatigheid in de polsslag tijdens het meten is geregistreerd. Als het symbool vaker verschijnt (bijv. verschillende malen per week bij dagelijks verrichte metingen) adviseren wij de patiënt medisch advies in te winnen. Dit apparaat vervangt geen hartonderzoek, maar dient ervoor om onregelmatigheden in de polsslag in een vroeg stadium te ontdekken. 5. Verkeerslichtindicatie in de weergave De balken in de linkerhoek van de verkeerslichtweergave laten u het bereik zien waarbinnen de getoonde bloeddrukwaarde ligt BM. Afhankelijk van de hoogte van de balk ligt de uitleeswaarde of binnen het normale (groene), grensgebied (geel) of gevaren (rode) bereik. De classificatie komt overeen met de 6 bereiken in de tabel zoals gedefinieerd door de WHO, zoals beschreven in «Paragraaf 1.». Verder verschillen de kleuren op de display volgens de uitlezingen. Als bijvoorbeeld de uitlezingen in het gebied van 1 tot 2 liggen is het lampje op de display groen, in gebied 3 geel en in het gebied 4, 5 en 6 rood. 6. Geheugenopslag Aan het eind van een meting slaat dit apparaat automatisch elk resultaat op inclusief datum en tijd. 19 NL Bekijken van de opgeslagen waarden Druk eventjes op de M-button AT, wanneer het apparaat is uitgeschakeld. De weergave toont eerst «M» AP en dan een waarde, b.v. «M 17». Dit betekent dat er 17 waarden in het geheugen zijn. Het apparaat schakelt dan naar het laatst opgeslagen resultaat. Wederom op de M-knop drukken toont de vorige waarde. Door nogmaals op de M-knop te drukken, kunt u door de meetresultaten heen bladeren. Geheugen vol Let op dat de maximale geheugencapaciteit van 200 niet wordt overschreden. Als het geheugen vol is, worden de oude waarden automatisch overschreven door nieuwe. Om gegevensverlies te voorkomen, moeten waarden worden geëvalueerd door een arts voordat de maximale geheugencapaciteit is bereikt. Wis alle waarden Als u zeker weet dat u alle waarden permanent wilt verwijderen, dan houdt u de M-knop (het apparaat moet van te voren zijn uitgeschakeld) ingedrukt totdat «CL» verschijnt en dan laat u de knop los. Om het geheugen permanent te wissen, drukt u op de M-knop terwijl «CL» knippert. Losse waarden kunnen niet worden gewist.  Een meting uitvoeren zonder deze op te slaan Zodra de meting is uitgevoerd en het resultaat wordt weergegeven in het display houdt u de AAN/UIT knop 1 ingedrukt totdat de «M» AP in het display knippert. Druk dan vervolgens op de M-knop AT, dan wordt de meting verwijderd en niet opgeslagen in het geheugen. 7. Vervangen van de insteekkaart U kunt de insteekkaart 3 vervangen door hem opzij eruit te trekken, zoals getoond in afb. IV en vervang de papieren inzet. Het kan nuttig zijn uw arts de dosering van de geneesmiddelen te laten noteren of een noodtelefoonnummer op de kaart te schrijven. Extra kaarten worden geleverd met het apparaat voor dit doeleinde. 8. Instellen van de alarmfunctie Dit apparaat stelt u in staat 2 alarmtijden in te stellen, waarbij een alarmsignaal geactiveerd zal worden. Dit kan handig zijn voor bijvoorbeeld; Een herinnering voor het innemen van uw medicatie. 1. Voor het instellen van de alarmtijd,drukt u op de tijdknop AL het apparaat moet van tevoren zijn uitgeschakeld)en direct erna de M-knop AT en houdt beide ingedrukt tot het kloksymbool BN links onderaan in de weergave verschijnt. Laat dan beide 20 knoppen los. Het knipperen «1» in de weergave geeft aan dat het eerst alarm nu kan worden ingesteld. 2. Druk op de tijdknop om de uren in te stellen – de urenweergave knippert en het indrukken van M-knop laat u de uren instellen. Druk op de tijdknop ter bevestiging 3. Nu knippert de minutenweergave. De minuten kunnen met de M-knop worden ingesteld. Ter bevestiging drukt u weer op de tijdknop. 4. Het kloksymbool zal nu knipperen. Gebruik de M-knop om te selecteren of de alarmtijd actief) of inactief moet zijn (doorgekruiste klok). Druk op de tijdknop ter bevestiging  Om een tweede alarmtijd in te stellen gaat u als hierboven vermeld te werk, maar wanneer het symbool «1» knippert drukt u eenmaal op de M-knop zodat het symbool «2» knippert, middels de «Tijd» knop kunt u deze tweede alarmtijd bevestigen.  Wordt een actief alarm aangegeven door het kloksymbool in het display.  Het alarm zal op de ingestelde tijd elke dag klinken.  Om het alarm uit te zetten wanneer een alarm weerklinkt drukt u op de AAN/UIT knop 1.  Om het alarm permanent uit te schakelen, ga dan als hierboven beschreven te werk, en selecteer het doorgekruiste kloksymbool. Het symbool zal dan van de display verdwijnen.  De alarmtijden moeten opnieuw worden ingevoerd elke keer dat de batterijen vervangen zijn. 9. Batterij-indicator en batterijvervanging Batterijen bijna leeg Wanneer de batterijen ongeveer ¾ verbruikt zijn zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (gedeeltelijk geladen batterij wordt weergegeven). Alhoewel het apparaat door zal gaan met betrouwbaar meten moet u batterijen weldra vervangen. Batterijen leeg – vervanging Wanneer de batterijen leeg zijn, zal het batterijsymbool AO knipperen zodra het apparaat ingeschakeld is (lege batterij weergegeven). U kunt niet verder meten en moet de batterijen vervangen. 1. Maak het batterijenvakje open 7 aan de achterzijde van het apparaatdoor naar binnen te drukken bij de twee pijlen en het dekseltje van het batterijenvakje eruit te trekken. 2. Vervang de batterijen – controleer de juiste polariteit zoals getoond door de symbolen in het compartiment. 3. Om de datum en de tijd in te stellen volg de procedure zoals beschreven in «Paragraaf 2.». Het geheugen bevat alle waarden alhoewel datum en tijd (en mogelijk ook ingestelde alarmtijden) gereset moeten worden – het jaartal knippert daarom automatisch nadat de batterijen zijn vervangen.  Welke batterijen en welke werkwijze? Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batterijen. Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum is verstreken. Verwijder batterijen als het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden.    Gebruik van oplaadbare batterijen U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken. Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen! De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken (volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat). Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken! De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloeddrukmeter! Laad deze batterijen op in een externe oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het opladen, onderhoud en duurzaamheid!     10. Gebruik van een netadapter U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600mA) gebruiken. Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife netadapter als accessoire voor uw voedingsspanning t.b.v. het gebruik via netstroom. Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet beschadigd zijn. 1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 5 van de bloeddrukmonitor. 2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos. Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterijstroom gebruikt.   BP A100 Plus 11. Foutmeldingen Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt een foutmelding, b.v. «ERR 3», weergegeven. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing «ERR 1» Signaal te De polsslag wordt onvoldoende doorgezwak geven door de manchet. Plaats de manchet opnieuw en herhaal de meting.* «ERR 2» Foutmelding Tijdens het meten zijn er fouten ontstaan, door bijvoorbeeld een beweging of samentrekking van een spier. Herhaal de meting terwijl u uw arm stil houdt. «ERR 3» Geen juiste Een adequate druk kan niet in de drukopbouw manchet worden geproduceerd. Er kan in de een lek in het manchet zijn. Controleer manchet of de manchet goed is aangesloten en niet te los om de arm zit. Vervang de batterijen indien nodig. Herhaal de meting. «ERR 5» Abnormaal De meetsignalen zijn onbetrouwbaar en resultaat daarom kan geen resultaat worden weergegeven. Neem het stappenplan door voor een betrouwbare meting en herhaal dan de metingen. «ERR 6» MAM Modus Er waren teveel fouten tijdens het meten in MAM mode, wat het onmogelijk maakt om een betrouwbaar resultaat weer te geven. Lees de controlelijst door voordat u betrouwbare metingen verricht en herhaal dan de metingen. «HI» Hartslag of De druk in de manchet is te hoog manchet(boven 300 mmHg) OF de hartslagfredruk te hoog quentie is te hoog (boven 200 slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.* «LO» Polsslag te De hartslagfrequentie is te laag (minder laag dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.* * Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt. 21 NL  Als u denkt dat de resultaten ongebruikelijk zijn, leest u dan a.u.b. zorgvuldig de informatie in «Paragraaf 1.». 12. Veiligheid, onderhoud, nauwkeurigheidstest en verwijdering  Veiligheid en bescherming • Dit apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door onjuist gebruik. • Dit apparaat bevat gevoelige componenten en moet met voorzichtigheid worden behandeld. Neem de bewaar- en bedieningscondities beschreven in de «Technische specificaties» paragraaf in acht! • Bescherm het tegen: - water en vochtigheid - extreme temperaturen - schokken en laten vallen - vervuiling en stof - direct zonlicht - warmte en kou • De manchetten zijn gevoelig en moeten met zorgvuldigheid worden behandeld. • Alleen de manchet oppompen wanneer hij is aangebracht. • De werking van dit apparaat kan worden verstoord, wanneer het gebruikt wordt in de buurt van sterk electromagnetische velden bijvoorbeeld rondom mobiele telefoons en radio installaties, wij adviseren dan ook een afstand van tenminste 1 meter. In het geval dat het vermijden van sterk magnetische velden niet mogelijk is, verifieer voor ingebruikname eerst of het apparaat goed functioneert. • Gebruik het apparaat niet wanneer u vermoedt dat het beschadigd is of wanneer u tijdens het gebruik iets ongebruikelijks constateert. • Open het apparaat nooit. • Wanneer het apparaat voor een langere tijd niet gebruikt gaat worden moeten de batterijen worden verwijderd. • Lees de verdere veiligheidsinstructies in de afzonderlijke paragrafen van dit boekje. Laat kinderen het apparaat alleen onder toezicht van een volwassene gebruiken. Kleine onderdelen kunnen worden 22 ingeslikt. Wees alert op het gevaar van verstrengeling, indien het apparaat is voorzien van kabels of slangen. Apparaatonderhoud Reinig het apparaat alleen met een zachte droge doek. Reinig de manchet Verwijder vlekken op de manchet met een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel. WAARSCHUWING: Was de manchet nooit in de wasmachine en/of afwasmachine!  Nauwkeurigheidstest Wij adviseren om dit apparaat elke 2 jaar op nauwkeurigheid te laten testen of na mechanische schok (bijv. na een val). Neem a.u.b. contact op met uw Microlife importeur om een algemene functiecontrole aan te vragen (zie voorwoord). Verwijdering Batterijen en elektronische instrumenten moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd, niet bij het huishoudelijke afval. 13. Garantie Dit apparaat heeft een garantie van 5 jaar vanaf aankoopdatum. De garantie is alleen van toepassing bij overhandigen van een garantiekaart ingevuld door de dealer (zie achterzijde) of met een bevestiging van de aankoopdatum of kassabon. • Batterijen, manchet en slijtageonderdelen zijn niet inbegrepen. • Opening van of wijzigingen aan het apparaat maken de garantie ongeldig. • De garantie dekt geen schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik, ontladen batterijen, ongelukken of het zich niet houden aan de bedieningsinstructies. Neem contact op met uw Microlife importeur (zie voorwoord). 14. Technische specificaties Werkingscondities: Bewaarcondities: Gewicht: Afmetingen: 10 - 40 °C / 50 - 104 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid -20 - +55 °C / -4 - +131 °F 15 - 95 % maximale relatieve vochtigheid 748 g (inclusief batterijen) 160 x 140 x 98 mm Meetprocedure: Meetbereik: Manchetdruk weergave bereik: Resolutie: Statische nauwkeurigheid: Hartslagnauwkeurigheid: Spanningsbron: oscillometrisch, volgens de Korotkoff methode: Fase I systolisch Fase V diastolisch 20 - 280 mmHg – bloeddruk 40 - 200 slagen per minuut– polsslag 0 - 299 mmHg 1 mmHg druk binnen ± 3 mmHg ±5 % van de weergegeven waarde 4 x 1,5V alkaline batterijen; type AA Netadapter DC 6V, 600 mA (optioneel) Levensduur batterij: ongeveer 920 metingen (met nieuwe batterijen) IP Klasse: IP20 Verwijzing naar EN 1060-1 /-3 /-4; IEC 60601-1; normen: IEC 60601-1-2 (EMC); IEC 60601-1-11 Verwachte Apparaat: 5 jaar of 10000 metingen levensduur: Accessoires: 2 jaar Dit apparaat komt overeen met de normen van het Medical Device Directive 93/42/EEC. Technische wijzigingen voorbehouden. BP A100 Plus 23 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105

Microlife BP A100 Plus Handleiding

Categorie
Bloeddruk eenheden
Type
Handleiding

Andere documenten