NL
22
Starten en gebruik
Voor gebruik is het absoluut noodzakelijk om het
plasticfolie aan de zijkanten van het apparaat te
verwijderen.
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. Druk op de knop van de BRANDER en draai hem
linksom zodat hij naar de maximum stand
wordt gericht.
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: u kunt hem op
minimum
, maximum of elke andere willekeurige
stand plaatsen.
Als het apparaat beschikt over een elektronisch
ontstekingsmechanisme (zie
afbeelding), drukt u op de knop
van de BRANDER en draait u
hem linksom, naar de minimum
stand, totdat de brander
aangaat. Het kan zijn dat de
brander uitgaat wanneer u de
knop loslaat. In dit geval moet u
de handeling herhalen en de knop iets langer
ingedrukt houden.
! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging tegen gaslekken dient u de
BRANDER knop circa 2-3 seconden ingedrukt te
houden om de vlam aan te houden en de beveiliging
te activeren.
Om de brander uit te doen draait u de knop tot aan
de uit stand 0.
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Om te zorgen dat de branders op de meest efficiënte
mogelijke manier werken en tegelijkertijd gas te
besparen, raden wij u aan altijd deksels op de
pannen te plaatsen. De bodem van de pan moet
bovendien plat zijn en geschikt voor de afmetingen
van de brander:
Brenner Diameter van de pan in cm.
Hulpbrander A van 6 - 14
Halfsnel B van 15 - 22
Snel C van 21 - 26
Drioevoudige ring D van 24 - 26
Om te besluiten welk type brander voor welke pan
te gebruiken kunt u de schema's naslaan in de
"Eigenschappen branders en sproeiers".
In de modellen die beschikken over een
reductierooster gebruikt u het rooster alleen op de
hulpbrander met pannen die een diameter hebben
van minder dan 12 cm.
Voorkom dat tijdens het gebruik de pannen buiten
de rand van het kookvlak komen.
Gebruik van de oven
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u
de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en
lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het
verdampen van de middelen die worden gebruikt om de
oven te beschermen.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
Teneinde de warmte aan de buitenzijde te beperken,
beschikken enkele modellen over een verkoelende venti-
lator die in werking treedt als u aan de programmaknop
draait. In dat geval is de ventilator altijd aan en u kunt een
luchtstroom voelen die tussen het voorpaneel en de
ovendeur uitkomt.
N.B.: aan het einde van de bereiding blijf de
ventilator draaien totdat de oven voldoende is
afgekoeld, ook al staat de knop op "0".
Tijdens "Fast cooking" gaat de ventilator automatisch
alleen aan als de oven warm is.
Nadat u de gerechten uit de oven heeft gehaald, houdt
u de ovendeur enkele minuten half open staan: zo koelt
de oven aanzienlijk sneller af. Het proces wordt door
een supplementaire thermostaat gecontroleerd en kan
zich in een of meer cycli afspelen.
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. Kies de aangeraden temperatuur voor het
betreffende programma of de door u gewenste
temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te
draaien.
Een lijst met kookprogramma's en betreffende
kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale
tabel (zie Kooktabel oven).
Tijdens het koken kunt u nog altijd:
• het kookprogramma veranderen met behulp van de
PROGRAMMAKNOP;
• de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
• het koken onderbreken door de knop
PROGRAMMA'S weer op stand 0 te zetten;
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.