Indesit KN3G11S(W)/NL S Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FORNUIS EN OVEN
Inhoud
WAARSCHUWING,2
Installatie, 3-4
Plaatsen en waterpas zetten
Elektrische aansluitingen
Gas aansluitingen
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Technische gegevens
Tabel eigenschappen
Beschrijving van het apparaat, 5
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 6-9
De kookzones
Gebruik van de oven
Kooktabel oven
Voorzorgsmaatregelen en advies, 11
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 12
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Vervangen van het ovenlampje
Reinigen van de glaskeramische kookplaat
Servicedienst
Gebruiksaanwijzing
NL
Nederland, 1
NL
Français, 23
FR
English, 13
GB
KN3G11S/NL S
2
NL
PAS OP: Dit apparaat en zijn bereikbare
onderdelen worden jdens gebruik zeer heet.
Zorg ervoor de verwarmende elementen niet
aan te raken.
Zorg ervoor dat kinderen die kleiner dan
8 jaar oud zijn niet dichtbij het apparaat
kunnen komen, tenzij onder constant
toezicht.
Het huidige apparaat mag alleen door
kinderen van 8 jaar en ouder en door
personen met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen, of zonder
ervaring en kennis worden gebruikt, mits
ze onder adequaat toezicht zijn, of mits ze
zijn onderricht m.b.t. het veilige gebruik
van het apparaat en zich bewust zijn van de
betre ende gevaren. Voorkom dat kinderen
met het apparaat spelen. De reinigings- en
onderhoudshandelingen mogen niet door
kinderen worden uitgevoerd, tenzij onder
toezicht.
PAS OP: Het kan gevaarlijk zijn een fornuis
met vet of olie onbewaakt te laten. Er kan
brand ontstaan.
U moet NOOIT proberen een vlam/brand
te blussen met water. U dient daarentegen
het apparaat uit te schakelen en de vlam te
bedekken met bijvoorbeeld een (blus)deken.
Gebruik geen schurende producten, noch
snijdende metalen spatels om de glazen deur
van de oven te reinigen, aangezien deze het
oppervlak zouden kunnen krassen, en als
gevolg het glas doen verbrijzelen.
De interne oppervlakken van de lade (indien
aanwezig) kunnen warm worden.
Gebruik nooit huishoudapparaten met
stoom of hoge druk voor het reinigen van de
kookplaat.
Verwijder eventuele geknoeide vloeisto en
van de dekplaat voordat u hem opent. Doe
het glazen deksel (waar aanwezig) niet
omlaag als de gasbranders of de elektrische
plaat nog warm zijn.
PAS OP: Controleer of het apparaat uit staat
voor u de lamp vervangt, om te voorkomen
dat u een elektrische schok krijgt.
PAS OP: het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermingen kan ongelukken
veroorzaken.
WAARSCHUWING
NL
3
! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor
eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u
het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u verhuist,
moet het boekje bij het apparaat bewaard worden.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
! De installatie van het apparaat moet volgens deze
instructies worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur.
! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot
onderhoud of regeling van het fornuis overgaat.
Ventilatie van de vertrekken
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in
permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig
de geldende nationale voorschriften. In het vertrek
waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet zoveel
lucht kunnen toestromen als nodig is voor de normale
gasverbranding (de luchtcapaciteit mag niet minder
zijn dan 2 m
3
/h per kW geïnstalleerd vermogen).
De luchttoevoeropeningen, beschermd door roosters,
moeten voorzien zijn van een leiding met een minstens
100 cm
2
bruikbare doorsnede en zo moeten zijn
geplaatst dat ze, zelfs niet gedeeltelijk, worden
verstopt, (zie afbeelding A).
Deze openingen moeten met 100% worden verbreed
- met een minimum van 200 cm
2
- als het fornuis
niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en
wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier van
aangrenzende vertrekken plaatsvindt (zie afbeelding
B) - mits dit geen gemeenschappelijke ruimtes zijn
van het gebouw, vertrekken met een verhoogd
brandgevaar of slaapkamers, die beschikken over een
ventilatieopening die verbonden is met buiten, zoals
zojuist beschreven.
Installatie
A
! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het aan
te raden een raam te openen of de draaisnelheid van
eventuele ventilatoren te vermeerderen.
Plaatsen en waterpas zetten
! Het apparaat kan
naast meubels worden
geplaatst die niet hoger
zijn dan het werkvlak.
! Controleer of de wand
die in contact komt
met de achterzijde van
het apparaat van niet
ontvlambaar materiaal is
gemaakt en bestand is
tegen hoge temperaturen (T 90°C).
Voor een correcte installatie:
plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer of
in een eenkamerappartement (niet in de badkamer);
als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten
Afvoer van de verbrandingsgassen
De afvoer van de verbrandingsgassen moet
plaatsvinden door middel van een afzuigkap die
is aangesloten op een veilige en goedwerkende
schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel
van een elektrische ventilator die automatisch in
werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet (zie
afbeeldingen).
! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn dan
de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten LPG
flessen afvoeropeningen naar buiten toe hebben om
een eventuele gaslekkage naar onder toe af te kunnen
voeren.
Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet worden
geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen
dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in
gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, ver van
warmtebronnen (ovens, open haard, kachels) die hem
tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen
brengen.
HOOD
420
Min.
min.
650
mm. with hood
min.
700
mm. without hood
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
Afvoer door een
schoorsteen of
vertakt rookkanaal
(alleen bestemd voor
kookapparaten)
Aangrenzend vertrek
Te ventileren vertrek
Ventilatieopening voor
verbrandingslucht
Vergroting van de kier
tussen de deur en de vloer
B
A
Ventilatieopening voor
verbrandingslucht
4
NL
zij op minstens 200 mm van het apparaat vandaan
worden geplaatst;
als het fornuis onder een keukenkastje wordt
geïnstalleerd, moet de afstand tussen de twee
minstens 420 mm zijn.
Deze afstand moet 700 mm zijn als de keukenkastjes
zijn vervaardigd uit ontvlambaar materiaal (zie
afbeelding);
hang geen gordijnen achter het fornuis, of op minder
dan 200 mm van de zijkanten;
eventuele afzuigkappen moeten volgens de
instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing worden
geïnstalleerd.
Waterpas zetten
Indien het nodig is het apparaat te nivelleren, kunnen
de bijgeleverde stelvoetjes
in de daarvoor geschikte
openingen in de hoeken van
het onderstuk van het fornuis
worden geschroefd (zie
afbeelding).
De poten* moeten aan het
onderstuk van het fornuis
worden vastgezet.
Elektrische aansluiting
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje( zie tabel Technische gegevens).
IWanneer het apparaat rechtstreeks op het elektrische
net wordt aangesloten, moet u tussen het apparaat en
het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met
een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm,
aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend
aan de geldende nationale normen (de aarding mag
niet worden onderbroken door de schakelaar). De
voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij
nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan
de kamertemperatuur.
Voor de aansluiting moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen
van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op
het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
de contactdoos en de stekker overeenkomen.
Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel
de contactdoos te vervangen; gebruik geen
verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd
en mag alleen door erkende monteurs worden
vervangen.
! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding
of -fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele
rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de
normen UNI-CIG 7129 en 7131 en daaropvolgende
aanpassingen, en uitsluitend na te hebben
gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het
soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie etiket
met de ijking op het deksel: als dit niet het geval is, zie
onder). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles
gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de normen
UNI EN 12864 en daaropvolgende wijzigingen. Om de
aansluiting te vergemakkelijken kan de gasvoeding
aan de zijkant worden geplaatst*: verander de plaats
van de slanghouder voor de aansluiting met de
afsluitdop en vervang de bijgeleverde afdichting.
! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik
van de energie en een langere levensduur van het
apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk
overeenkomt met de waarden die zijn aangegeven in
de Tabel Eigenschappen branders en sproeiers (zie
onder).
Aansluiting gas met flexibele rubberen buis
Controleer of de buis overeenkomt met de geldende
nationale normen. De interne diameter van de buis
moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas.
Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u controleren
of de buis:
in geen enkel punt contact maakt met delen die
temperaturen bereiken van meer dan 50°C;
niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat er
geen bochten of knelpunten zijn;
niet in contact komt met scherpe voorwerpen,
NL
5
scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet in
de knel raakt;
gedurende de hele lengte makkelijk te inspecteren
is, zodat u probleemloos kunt controleren of hij in
goede staat verkeert;
korter is dan 1500 mm;
aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden
bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de
geldende nationale normen.
! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet
kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd
volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse 1
(apparaat gemonteerd tussen twee meubels), dient u
een flexibele, stalen buis gebruiken (zie onder).
Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Controleer of de buis en de afdichtingen
overeenkomen met de geldende nationale normen.
Voordat u de buis monteert verwijdert u de buishouder
op het apparaat (het verbindingsstuk waardoor het
gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van
schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout).
! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van
de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan
2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact
komt met bewegende delen en dat hij niet wordt
afgekneld.
Controle gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een
vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten
gas
Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor
een verschillende gassoort (anders dan die staat
aangegeven op het typeplaatje op het deksel).
Aanpassen kookplaat
Het vervangen van de sproeiers van de branders van
de kookplaat:
1. verwijder de pannendragers en haal de branders
van hun plek;
2. draai de sproeiers los met
een pijpsleutel van 7 mm (zie
afbeelding) en vervang ze met
de sproeiers die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (zie
Tabel Eigenschappen branders
en sproeiers);
3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op
hun plaats.
Het regelen van de minimum stand van de branders:
1. zet het kraantje op de minimum stand;
2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine
regelmatige vlam krijgt.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden vastgeschroefd;
3. controleer of door de kraan snel van maximum naar
minimum te draaien de branders niet uitgaan.
! De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
! Na de afregeling van een ander soort gas dan het
goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat overeenkomt
met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Erkende
Technische Servicedienst.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die
voldoet aan de geldende landelijke normen voor de
“drukregelaars voor gekanaliseerd gas”.
6
NL
S
S
R
A
A 15°C en 1013 mbar-droog gas
P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m
3
KN3G11S/NL S
Tabel 1 (Voor Hollande) Natuurlijk gas
Branders Doorsnee
(mm)
Thermisch vermogen
kW (p.c.s. *)
Straal. 1/100 Bereik*
(l/h)
Nomin. Réd. (mm) G25
Snel
(Groot) (R)
100 3,00 0,7 128 332
Half Snel
(Medium) (S)
75 1,90 0,4 104 210
Hulp
(Klein) (A)
51 1,00 0,4 76 111
Spanning
Nominale (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
25
20
30
TECHNISCHE
GEGEVENS
Afmetingen Oven
HxBxD
34x39x44 cm
Inhoud
liter 60
Afmetingen van de
verwarmingslade
breedte 42 cm
diepte 44 cm
hoogte 18 cm
Branders
geschikt voor alle soorten gas
aangegeven op het typeplaatje
kan worden aangepast voor
elk type gas op het data plaat,
die zich in de flap of na de
ovenruimte is geopend, aan de
linker wand in de oven.
Spanning en
frequentie van de
elektrische voeding
zie typeplaatje
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/EG op etiket
van elektrische ovens. Norm EN
50304
Energieverbruikverklaring Klasse
Natuurlijk convectie -
verwarmingsfunctie:
Statisch.
EU Richtlijnen: 2006/95/EC van
12/12/06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen -
2004/108/EC van 15/12/04
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen -
2009/142/EC van 30/11/09 (Gas)
en daaropvolgende wijzigingen -
93/68/EEC van 22/07/93 en
daaropvolgende wijzigingen -
2002/96/EC.
1275/2008 (Stand-by/ Off mode)
NL
7
Beschrijving van het apparaat
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
OVENKNOP
THERMOSTAATKNOP
Controlelampje
THERMOSTAAT
Knop
TIMER*
Knoppen
BRANDER
OVENKNOP
THERMOSTAATKNOP
Controlelampje
THERMOSTAAT
Knop
TIMER
Knoppen
BRANDER
8
NL
Starten en gebruik
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop
linksom tot aan het symbool van de grootste vlam .
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum ,
op het maximum of op een tussenliggende stand.
Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt
u de bijhorende knop geheel in en draait u hem tegen
de klok in tot aan de maximum stand; houd hem
ingedrukt totdat de brander aan is.
! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem
weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER knop
circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam
aan te houden en de beveiliging te activeren.
Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot hij
op uit staat •.
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken
met een platte onderkant, die voorzien zijn van een
deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van de
brander:
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het
hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”.
! Op modellen die voorzien zijn van een
vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt op
de extra brander wanneer men pannen gebruikt die
een doorsnede hebben van minder dan 12 cm.
Gebruik van de oven
! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u
de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en
lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het
verdampen van de middelen die worden gebruikt om
de oven te beschermen.
! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic folie
aan de zijkanten van het apparaat te verwijderen.
! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. Kies de aangeraden temperatuur voor het
betreffende programma of de door u gewenste
temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te
draaien.
Een lijst met kooktijden en aanbevolen
kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale
tabel (zie Kooktabel oven).
Tijdens het koken kunt u nog altijd:
het kookprogramma veranderen met behulp van de
PROGRAMMAKNOP;
de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
het koken onderbreken door de PROGRAMMAKNOP
weer op stand “0” te zetten.
! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters.
Controlelampje THERMOSTAAT
Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de
oven aan het verwarmen is. Het licht gaat uit als
de geselecteerde temperatuur is bereikt. Vanaf dit
moment gaat het controlelampje aan en uit, hetgeen
aangeeft dat de thermostaat werkt en de temperatuur
in de oven constant houdt.
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
BELANGRIJK! De glazen afdekplaat
kan breken bij oververhitting.
Doe alle branders of eventuele
elektrische kookplaten uit voordat
u hem dicht doet.*Betreft alleen
modellen met glazen deksel
Branders ř Diameter pan (cm)
Snel (R) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Spaarbrander (A) 10 – 14
NL
9
Ovenverlichting
De verlichting gaat aan door de PROGRAMMAKNOP
in een willekeurige stand (behalve “0”) te zetten. Hij
zal aanblijven totdat de oven werkt. Door met de
knop
te selecteren gaat het licht aan zonder dat de
verwarming wordt ingeschakeld.
Timer*
Voor het activeren van de Timer gaat u als volgt te
werk:
1. draai de TIMERKNOP bijna 360° rechtsom om de
wekker op te laden;
2. draai de TIMERKNOP linksom en stel de
gewenste tijd in.
Kookprogramma’s
! U kunt voor alle programma’s een temperatuur tussen
de 60°C en MAX instellen, behalve:
GRILL (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te
gebruiken);
Statische oven
In deze stand gaan de twee onderste en bovenste
verwarmingselementen aan. Dit is de klassieke,
ouderwetse oven, die verheven is tot een
uitzonderlijk niveau van temperatuurverspreiding
en energiebesparing. De traditionele oven blijft
onovertroffen voor ovenschotels zoals b.v. : kool
met varkensribben, stokvis op zijn Spaans, rijst met
kalfsvlees enz.... Uitstekende resultaten krijgt u bij
het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees,
goulash, gevogelte, varkenshaas enz...die langzaam
gaar gekookt en bedropen moeten worden. Het is
ook het beste systeem voor het bakken van taarten
en koekjes, gestoofde vruchten en voor het koken in
speciaal voor de oven geschikte pannen. Bij het koken
in de statische oven gebruikt u slechts één ovenstand,
aangezien met meer ovenstanden in gebruik de
temperatuur slecht verdeeld zou zijn. Bij gebruik van
meerdere roosters kunt u de hoeveelheid warmte
tussen de bovenste stand en de onderste stand tegen
elkaar afwegen. Als meer boven- of onderwarmte
vereist is, zet u de schotel hoger of lager in de oven.
Gebak-oven
Het onderste verwarmingselement gaat aan.
Deze functie wordt aangeraden voor het bakken van
fijne gerechten en vooral voor taarten die moeten rijzen
en dus meer warmte nodig hebben die van onderaf
komt.
Viene fatto notare che le temperature più elevate
vengono raggiunte in tempi piuttosto lunghi, pertanto in
questi casi è consigliabile utilizzare la funzione „Forno
Statico”.
Oven „boven” :
Het bovenste verwarmingselement gaat aan.
Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken
van een gerecht.
Grill
Het centrale bovenste verwarmingselement gaat aan.
De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten
van het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren
gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de
grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge
temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: biefstuk,
entrecôte, filet, hamburger etc...
U vindt enkele voorbeelden in de tabel „Praktische
raadgevingen voor het koken”.
Praktische kooktips
! Bij de functie GRILL raden wij u aan de lekplaat op
stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen.
GRILL
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten
op het midden van de grill.
Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA
Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem
op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt
u waarschijnlijk geen krokante pizza.
Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella
of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te
voegen.
! Als u het rooster erin schuift dient u zich ervan te
verzekeren dat de blokkering zich aan de achterzijde
van de opening bevindt (zie afbeelding).
10
NL
Kooktabel oven
Het braadspit
Ga voor het aktiveren van het braadspit als volgt te werk:
a) plaats de lekplaat op de 1° stand;
b) plaats de braadspithouder in de 4° stand en steek
de vleespen in het hiervoor bedoelde gat van het
braadspit dat zich achterin de oven bevindt;
c) aktiveer het braadspit door de knop in de positie
te zetten (50% van het totale vermogen van de grill)
voor kleine hoeveelheden of in de positie (totale
vermogen van de grill).
Positie
keuzeknop
Gerecht Gewicht
(kg)
Positie ovenrek
van beneden af
Voorverwarming
(minuten)
Positie
thermostaa-
tknop
Kooktijd
(minuten)
1 Statisch
Eend
Braadstuk Varkensvlees
Koekjes (kruimeldeeg)
Jamtaart
Lasagne
Lamsvlees
Makreel
Plum-cake
Beignets
Pan di spagna
Quiche
1
1
1
-
1
1
1
1
1
0.3
0.5
1.5
3
3
3
3
3
3
2
2
2
3
3
3
15
15
15
15
15
10
10
10
10
10
10
15
200
200
200
180
180
190
180
180
170
180
170
200
65-75
70-75
70-80
15-20
30-35
35-40
50-60
30-35
40-50
30-35
20-25
30-35
2 Zachte
oven
Cake
Jamtaart
Vruchtentaart
Brioches
0,5
1
1
0,5
3
3
3
3
15
15
15
15
160
180
180
160
30-40
35-40
50-60
25-30
3 Bovenin
de oven
Afmaken van een
gerecht
- 3/4 15 220 -
4 Grill
Tong en inktvis
Clamari en garnalen aan
het spit
Gefileerde kabeljauw
Gegrilde groenten
Biefstuk
Koteletten
Hamburgers
Makreel
Toast
Het braadspit
kalfsvlees
kippevlees
lamsvlees
1
1
1
1
1
1
1
1
n.° 4
1
1,5
1
4
4
4
3/4
4
4
4
4
4
-
-
-
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
Max
8-10
6-8
10
10-15
15-20
15-20
7-10
15-20
2-3
80-90
70-80
70-80
NB: de kooktijden zijn indicatief en kunnen naar gelang uw persoonlijke smaak worden veranderd. Bij het bakken
onder de grill moet de lekplaat altijd op de onderste stand staan.
NL
11
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid
en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg
gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of
onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag
uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en
alleen volgens de instructies die beschreven staan
in deze handleiding.
Deze handleiding betreft een apparaat van klasse
1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd
tussen 2 meubels).
Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd
kinderen op een afstand.
laat de apparatuur niet door kinderen of
gehandicapte personen gebruiken zonder toezicht
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van het apparaat
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven
te zetten en eruit te halen.
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol,
benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het in
gebruik is.
Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste
opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan
zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen
vatten.
De interne oppervlakken van de lade (indien
aanwezig) kunnen warm worden.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand
staan
als het apparaat niet gebruikt wordt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact
zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van het apparaat te repareren. Neem
contact op met de Technische Dienst.
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de
dekplaat bevinden voordat u hem open doet.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet
met het normale afval mag worden meegegeven.
De verwijderde apparaten moeten apart worden
opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de
materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te
voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor
de gezondheid en het milieu. Het symbool van de
afvalemmer met een kruis staat op alle producten
om de consument eraan te herinneren dat dit
gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een
juiste verwijdering van huishoudapparaten kan
de consument zich richten tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkopers.
Energiebesparing en milieubehoud
Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur
tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw
elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het
‘spitsuur’.
Houd bij de functies GRILL altijd de ovendeur dicht:
u bereikt betere kookresultaten en een aanzienlijke
energiebesparing (circa 10%).
Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan
komen.
12
NL
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en
droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De pannendragers, de branderdeksels, de
vlamkronen en de branders van de kookplaat
kunnen worden verwijderd voor een gemakkelijkere
reiniging; was ze in warm water en een niet
schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor de
afzettingen te verwijderen en doe ze pas op hun
plaats als ze volledig droog zijn.
Reinig geregeld het uiteinde van de
thermokoppelbeveiliging*.
De binnenkant van de oven kunt u het beste direct
na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is.
Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel,
spoel vervolgens af en droog met een zachte doek.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Reinig het glas van de deur met een spons en
niet schurende producten. Droog met een zachte
doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen
of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden
kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou
kunnen barsten.
De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen
(eventueel ook in de vaatwasser).
Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang
de gasbranders nog aan of warm zijn. Verwijder
eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat
bevinden voordat u hem open doet.
Het controleren van de afdichtingen van de oven
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichting
beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven
niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het ovenlampje
1. Nadat u de oven heeft losgekoppeld van het
elektrische net, verwijdert
u het glazen deksel van de
lamphouder (zie afbeelding).
2. Schroef het lampje los en
vervang het met eenzelfde
soort lampje: spanning 230 V,
vermogen 25 W, fitting E 14.
3. Doe het deksel weer op zijn
plaats en verbind de oven weer
aan het elektrische net.
! Gebruik de ovenlamp nooit om een vertrek te
verlichten.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem
te vervangen.
! Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.
Servicedienst
! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
Het model apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het
typeplaatje op het apparaat.
Verwijderen van de dekplaat
De dekplaat van het fornuis kan
verwijderd worden om het reinigen
te vergemakkelijken. Open hem
helemaal en trek hem naar boven
(zie afbeelding).

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing FORNUIS EN OVEN Inhoud NL Nederland, 1 GB English, 13 FR Français, 23 WAARSCHUWING,2 Installatie, 3-4 Plaatsen en waterpas zetten Elektrische aansluitingen Gas aansluitingen Aanpassen aan de verschillende soorten gas Technische gegevens Tabel eigenschappen Beschrijving van het apparaat, 5 Aanzichttekening Bedieningspaneel Starten en gebruik, 6-9 De kookzones Gebruik van de oven Kooktabel oven KN3G11S/NL S Voorzorgsmaatregelen en advies, 11 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubehoud Onderhoud en verzorging, 12 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat Vervangen van het ovenlampje Reinigen van de glaskeramische kookplaat Servicedienst NL WAARSCHUWING NL PAS OP: Dit apparaat en zijn bereikbare onderdelen worden jdens gebruik zeer heet. Zorg ervoor de verwarmende elementen niet aan te raken. Zorg ervoor dat kinderen die kleiner dan 8 jaar oud zijn niet dichtbij het apparaat kunnen komen, tenzij onder constant toezicht. Het huidige apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of zonder ervaring en kennis worden gebruikt, mits ze onder adequaat toezicht zijn, of mits ze zijn onderricht m.b.t. het veilige gebruik van het apparaat en zich bewust zijn van de betreffende gevaren. Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. De reinigings- en onderhoudshandelingen mogen niet door kinderen worden uitgevoerd, tenzij onder toezicht. PAS OP: Het kan gevaarlijk zijn een fornuis met vet of olie onbewaakt te laten. Er kan brand ontstaan. U moet NOOIT proberen een vlam/brand te blussen met water. U dient daarentegen het apparaat uit te schakelen en de vlam te bedekken met bijvoorbeeld een (blus)deken. Gebruik geen schurende producten, noch snijdende metalen spatels om de glazen deur van de oven te reinigen, aangezien deze het oppervlak zouden kunnen krassen, en als gevolg het glas doen verbrijzelen. De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig) kunnen warm worden. Gebruik nooit huishoudapparaten met stoom of hoge druk voor het reinigen van de kookplaat. Verwijder eventuele geknoeide vloeistoffen van de dekplaat voordat u hem opent. Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders of de elektrische plaat nog warm zijn. PAS OP: Controleer of het apparaat uit staat voor u de lamp vervangt, om te voorkomen dat u een elektrische schok krijgt. PAS OP: het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermingen kan ongelukken veroorzaken. 2 Installatie ! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard worden. ! Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. NL Afvoer van de verbrandingsgassen De afvoer van de verbrandingsgassen moet plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is aangesloten op een veilige en goedwerkende schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel van een elektrische ventilator die automatisch in werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet (zie afbeeldingen). ! De installatie van het apparaat moet volgens deze instructies worden uitgevoerd door een bevoegde installateur. ! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat. Ventilatie van de vertrekken Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig de geldende nationale voorschriften. In het vertrek waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen als nodig is voor de normale gasverbranding (de luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m3/h per kW geïnstalleerd vermogen). De luchttoevoeropeningen, beschermd door roosters, moeten voorzien zijn van een leiding met een minstens 100 cm 2 bruikbare doorsnede en zo moeten zijn geplaatst dat ze, zelfs niet gedeeltelijk, worden verstopt, (zie afbeelding A). Deze openingen moeten met 100% worden verbreed - met een minimum van 200 cm 2 - als het fornuis niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (zie afbeelding B) - mits dit geen gemeenschappelijke ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die beschikken over een ventilatieopening die verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven. Ventilatieopening voor verbrandingslucht ! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe hebben om een eventuele gaslekkage naar onder toe af te kunnen voeren. Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Plaatsen en waterpas zetten Te ventileren vertrek 420 mm. 420 mm. Min. ! Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst die niet hoger zijn dan het werkvlak. ! Controleer of de wand die in contact komt met de achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge temperaturen (T 90°C). A Ventilatieopening voor verbrandingslucht 600 mm. Min. B A Min. min. 650 mm. with hood min. 700 mm. without hood HOOD Aangrenzend vertrek Afvoer door een schoorsteen of vertakt rookkanaal (alleen bestemd voor kookapparaten) Vergroting van de kier tussen de deur en de vloer ! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid van eventuele ventilatoren te vermeerderen. Voor een correcte installatie: • plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer of in een eenkamerappartement (niet in de badkamer); • als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten 3 NL zij op minstens 200 mm van het apparaat vandaan worden geplaatst; • als het fornuis onder een keukenkastje wordt geïnstalleerd, moet de afstand tussen de twee minstens 420 mm zijn. Deze afstand moet 700 mm zijn als de keukenkastjes zijn vervaardigd uit ontvlambaar materiaal (zie afbeelding); • hang geen gordijnen achter het fornuis, of op minder dan 200 mm van de zijkanten; • eventuele afzuigkappen moeten volgens de instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing worden geïnstalleerd. Waterpas zetten Indien het nodig is het apparaat te nivelleren, kunnen de bijgeleverde stelvoetjes in de daarvoor geschikte openingen in de hoeken van het onderstuk van het fornuis worden geschroefd (zie afbeelding). De poten* moeten aan het onderstuk van het fornuis worden vastgezet. Elektrische aansluiting Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje( zie tabel Technische gegevens). IWanneer het apparaat rechtstreeks op het elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende nationale normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. Voor de aansluiting moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; 4 • de contactdoos en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn. ! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen. ! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Gasaansluiting De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de normen UNI-CIG 7129 en 7131 en daaropvolgende aanpassingen, en uitsluitend na te hebben gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie etiket met de ijking op het deksel: als dit niet het geval is, zie onder). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de normen UNI EN 12864 en daaropvolgende wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de gasvoeding aan de zijkant worden geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de bijgeleverde afdichting. ! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van de energie en een langere levensduur van het apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders en sproeiers (zie onder). Aansluiting gas met flexibele rubberen buis Controleer of de buis overeenkomt met de geldende nationale normen. De interne diameter van de buis moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas. Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u controleren of de buis: • in geen enkel punt contact maakt met delen die temperaturen bereiken van meer dan 50°C; • niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat er geen bochten of knelpunten zijn; • niet in contact komt met scherpe voorwerpen, * Slechts op enkele modellen aanwezig. scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet in de knel raakt; • gedurende de hele lengte makkelijk te inspecteren is, zodat u probleemloos kunt controleren of hij in goede staat verkeert; • korter is dan 1500 mm; • aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de geldende nationale normen. ! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse 1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels), dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (zie onder). Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad. Controleer of de buis en de afdichtingen overeenkomen met de geldende nationale normen. Voordat u de buis monteert verwijdert u de buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout). ! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan 2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact komt met bewegende delen en dat hij niet wordt afgekneld. NL 3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats. Het regelen van de minimum stand van de branders: 1. zet het kraantje op de minimum stand; 2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine regelmatige vlam krijgt. ! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden vastgeschroefd; 3. controleer of door de kraan snel van maximum naar minimum te draaien de branders niet uitgaan. ! De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. ! Na de afregeling van een ander soort gas dan het goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Erkende Technische Servicedienst. ! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende landelijke normen voor de “drukregelaars voor gekanaliseerd gas”. Controle gasdichtheid Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Aanpassen aan de verschillende soorten gas Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een verschillende gassoort (anders dan die staat aangegeven op het typeplaatje op het deksel). Aanpassen kookplaat Het vervangen van de sproeiers van de branders van de kookplaat: 1. verwijder de pannendragers en haal de branders van hun plek; 2. draai de sproeiers los met een pijpsleutel van 7 mm (zie afbeelding) en vervang ze met de sproeiers die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie Tabel Eigenschappen branders en sproeiers); 5 NL Tabel 1 (Voor Hollande) Branders Natuurlijk gas Doorsnee (mm) Thermisch vermogen kW (p.c.s. *) Straal. 1/100 Bereik* (l/h) Nomin. Réd. (mm) G25 Snel (Groot) (R) 100 3,00 0,7 128 332 Half Snel (Medium) (S) 75 1,90 0,4 104 210 Hulp (Klein) (A) 51 1,00 0,4 76 111 Nominale (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) Spanning A 15°C en 1013 mbar-droog gas P.C.S. Natuurlijk gas G25 = 32,49 MJ/m3 S R S 25 20 30 TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen Oven HxBxD Inhoud Afmetingen van de verwarmingslade A Branders KN3G11S/NL S Spanning en frequentie van de elektrische voeding ENERGY LABEL 6 34x39x44 cm liter 60 breedte 42 cm diepte 44 cm hoogte 18 cm geschikt voor alle soorten gas aangegeven op het typeplaatje kan worden aangepast voor elk type gas op het data plaat, die zich in de flap of na de ovenruimte is geopend, aan de linker wand in de oven. zie typeplaatje Richtlijn 2002/40/EG op etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304 Energieverbruikverklaring Klasse Natuurlijk convectie verwarmingsfunctie: Statisch. EU Richtlijnen: 2006/95/EC van 12/12/06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen 2004/108/EC van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen 2009/142/EC van 30/11/09 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen 93/68/EEC van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen 2002/96/EC. 1275/2008 (Stand-by/ Off mode) Beschrijving van het apparaat NL Aanzichttekening Bedieningspaneel Knop TIMER* THERMOSTAATKNOP Knop TIMER THERMOSTAATKNOP Controlelampje THERMOSTAAT OVENKNOP Knoppen BRANDER Controlelampje THERMOSTAAT OVENKNOP Knoppen BRANDER 7 Starten en gebruik NL Gebruik van de kookplaat Aansteken van de branders Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje aangegeven bij welke brander deze knop hoort. Om een brander van de kookplaat aan te steken: 1. houd een vlam of aansteker bij de brander; 2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop linksom tot aan het symbool van de grootste vlam . 3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum , op het maximum  of op een tussenliggende stand. Voor het aansteken van de gewenste gasbrander drukt u de bijhorende knop geheel in en draait u hem tegen de klok in tot aan de maximum  stand; houd hem ingedrukt totdat de brander aan is. ! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Als het apparaat is voorzien van een thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam aan te houden en de beveiliging te activeren. Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot hij op uit staat •. Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken met een platte onderkant, die voorzien zijn van een deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van de brander: Om het type brander te selecteren kunt u de tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”. Branders ř Diameter pan (cm) Snel (R) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Spaarbrander (A) 10 – 14 BELANGRIJK! De glazen afdekplaat kan breken bij oververhitting. Doe alle branders of eventuele elektrische kookplaten uit voordat u hem dicht doet.*Betreft alleen modellen met glazen deksel 8 ! Op modellen die voorzien zijn van een vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt op de extra brander wanneer men pannen gebruikt die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm. Gebruik van de oven ! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen. ! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic folie aan de zijkanten van het apparaat te verwijderen. ! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen. 1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan de PROGRAMMAKNOP te draaien. 2. Kies de aangeraden temperatuur voor het betreffende programma of de door u gewenste temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te draaien. Een lijst met kooktijden en aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale tabel (zie Kooktabel oven). Tijdens het koken kunt u nog altijd: • het kookprogramma veranderen met behulp van de PROGRAMMAKNOP; • de temperatuur veranderen met behulp van de THERMOSTAATKNOP; • het koken onderbreken door de PROGRAMMAKNOP weer op stand “0” te zetten. ! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters. Controlelampje THERMOSTAAT Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven aan het verwarmen is. Het licht gaat uit als de geselecteerde temperatuur is bereikt. Vanaf dit moment gaat het controlelampje aan en uit, hetgeen aangeeft dat de thermostaat werkt en de temperatuur in de oven constant houdt. * Slechts op enkele modellen aanwezig. Ovenverlichting De verlichting gaat aan door de PROGRAMMAKNOP in een willekeurige stand (behalve “0”) te zetten. Hij zal aanblijven totdat de oven werkt. Door met de knop te selecteren gaat het licht aan zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld. vengono raggiunte in tempi piuttosto lunghi, pertanto in questi casi è consigliabile utilizzare la funzione „Forno Statico”. Oven „boven” : Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een gerecht. Timer* Grill Voor het activeren van de Timer gaat u als volgt te werk: 1. draai de TIMERKNOP bijna 360° rechtsom  om de wekker op te laden; 2. draai de TIMERKNOP linksom  en stel de gewenste tijd in. De hoge en rechtstreekse hitte bruint de oppervlakten van het vlees onmiddellijk zodat er geen vocht verloren gaat en de binnenkant mals blijft. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig hebben: biefstuk, entrecôte, filet, hamburger etc... U vindt enkele voorbeelden in de tabel „Praktische raadgevingen voor het koken”. Het centrale bovenste verwarmingselement gaat aan. Kookprogramma’s ! U kunt voor alle programma’s een temperatuur tussen de 60°C en MAX instellen, behalve: • GRILL (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te gebruiken); Statische oven In deze stand gaan de twee onderste en bovenste verwarmingselementen aan. Dit is de klassieke, ouderwetse oven, die verheven is tot een uitzonderlijk niveau van temperatuurverspreiding en energiebesparing. De traditionele oven blijft onovertroffen voor ovenschotels zoals b.v. : kool met varkensribben, stokvis op zijn Spaans, rijst met kalfsvlees enz.... Uitstekende resultaten krijgt u bij het koken van vleesgerechten zoals: gestoofd vlees, goulash, gevogelte, varkenshaas enz...die langzaam gaar gekookt en bedropen moeten worden. Het is ook het beste systeem voor het bakken van taarten en koekjes, gestoofde vruchten en voor het koken in speciaal voor de oven geschikte pannen. Bij het koken in de statische oven gebruikt u slechts één ovenstand, aangezien met meer ovenstanden in gebruik de temperatuur slecht verdeeld zou zijn. Bij gebruik van meerdere roosters kunt u de hoeveelheid warmte tussen de bovenste stand en de onderste stand tegen elkaar afwegen. Als meer boven- of onderwarmte vereist is, zet u de schotel hoger of lager in de oven. Praktische kooktips ! Bij de functie GRILL raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen. GRILL • Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill. • Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat. PIZZA • Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster. Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza. • Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen. ! Als u het rooster erin schuift dient u zich ervan te verzekeren dat de blokkering zich aan de achterzijde van de opening bevindt (zie afbeelding). Gebak-oven Het onderste verwarmingselement gaat aan. Deze functie wordt aangeraden voor het bakken van fijne gerechten en vooral voor taarten die moeten rijzen en dus meer warmte nodig hebben die van onderaf komt. Viene fatto notare che le temperature più elevate 9 NL NL Het braadspit Ga voor het aktiveren van het braadspit als volgt te werk: a) plaats de lekplaat op de 1° stand; b) plaats de braadspithouder in de 4° stand en steek de vleespen in het hiervoor bedoelde gat van het braadspit dat zich achterin de oven bevindt; c) aktiveer het braadspit door de knop in de positie te zetten (50% van het totale vermogen van de grill) voor kleine hoeveelheden of in de positie (totale vermogen van de grill). Kooktabel oven Positie keuzeknop Gewicht (kg) Positie ovenrek van beneden af Eend Braadstuk Varkensvlees Koekjes (kruimeldeeg) Jamtaart Lasagne Lamsvlees Makreel Plum-cake Beignets Pan di spagna Quiche 1 1 1 1 1 1 1 1 0.3 0.5 1.5 3 3 3 3 3 3 2 2 2 3 3 3 15 15 15 15 15 10 10 10 10 10 10 15 200 200 200 180 180 190 180 180 170 180 170 200 65-75 70-75 70-80 15-20 30-35 35-40 50-60 30-35 40-50 30-35 20-25 30-35 2 Zachte oven Cake Jamtaart Vruchtentaart Brioches 0,5 1 1 0,5 3 3 3 3 15 15 15 15 160 180 180 160 30-40 35-40 50-60 25-30 3 Bovenin de oven Afmaken van een gerecht - 3/4 15 220 - 4 Grill Tong en inktvis Clamari en garnalen aan het spit Gefileerde kabeljauw Gegrilde groenten Biefstuk Koteletten Hamburgers Makreel Toast 1 4 5 Max 8-10 1 1 1 1 1 1 1 n.° 4 4 4 3/4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 Max Max Max Max Max Max Max Max 6-8 10 10-15 15-20 15-20 7-10 15-20 2-3 1 1,5 1 - 5 5 5 Max Max Max 80-90 70-80 70-80 1 Statisch Gerecht Het braadspit kalfsvlees kippevlees lamsvlees Voorverwarming Positie Kooktijd (minuten) thermostaa- (minuten) tknop NB: de kooktijden zijn indicatief en kunnen naar gelang uw persoonlijke smaak worden veranderd. Bij het bakken onder de grill moet de lekplaat altijd op de onderste stand staan. 10 Voorzorgsmaatregelen en advies ! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. • Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels). • Tijdens het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd kinderen op een afstand. • laat de apparatuur niet door kinderen of gehandicapte personen gebruiken zonder toezicht • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van het apparaat terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is. • Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig) kunnen warm worden. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand • staan als het apparaat niet gebruikt wordt. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. NL zit. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van het apparaat te repareren. Neem contact op met de Technische Dienst. • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat bevinden voordat u hem open doet. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. Energiebesparing en milieubehoud • Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het ‘spitsuur’. • Houd bij de functies GRILL altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere kookresultaten en een aanzienlijke energiebesparing (circa 10%). • Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact 11 Onderhoud en verzorging NL De elektrische stroom afsluiten Het controleren van de afdichtingen van de oven Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen rondom de ovendeur. In het geval de afdichting beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd. Reinigen van het apparaat ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De pannendragers, de branderdeksels, de vlamkronen en de branders van de kookplaat kunnen worden verwijderd voor een gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op hun plaats als ze volledig droog zijn. • Reinig geregeld het uiteinde van de thermokoppelbeveiliging*. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. • Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser). • Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de gasbranders nog aan of warm zijn. Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat bevinden voordat u hem open doet. Vervangen van het ovenlampje 1. Nadat u de oven heeft losgekoppeld van het elektrische net, verwijdert u het glazen deksel van de lamphouder (zie afbeelding). 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: spanning 230 V, vermogen 25 W, fitting E 14. 3. Doe het deksel weer op zijn plaats en verbind de oven weer aan het elektrische net. ! Gebruik de ovenlamp nooit om een vertrek te verlichten. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Servicedienst ! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs. Dit dient u door te geven: • Het soort storing; • Het model apparaat (Mod.) • Het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat. Verwijderen van de dekplaat De dekplaat van het fornuis kan verwijderd worden om het reinigen te vergemakkelijken. Open hem helemaal en trek hem naar boven (zie afbeelding). 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Indesit KN3G11S(W)/NL S Gebruikershandleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor