Whirlpool KN6T62SA(X)/B Gebruikershandleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Gebruikershandleiding
NL
FORNUIS EN OVEN
Inhoud
Installatie, 26-29
Plaatsen en waterpas zetten
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Tabel eigenschappen
Beschrijving van het apparaat, 30
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Starten en gebruik, 31-33
Gebruik van de kookplaat
Gebruik van de oven
De klok instellen
Kookprogramma’s
Kooktabel oven
Voorzorgsmaatregelen en advies, 34
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 35
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Vervangen van het ovenlampje
Onderhoud gaskranen
Service,
Gebruiksaanwijzing
Nederlands, 25
NL
Français, 13
Deutsch, 36
English,1
GB FR
DE
KN6T62 SA/B
26
NL
! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor
eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u
het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u
verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard
worden.
! Lees de instructies aandachtig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
! De installatie van het apparaat moet volgens deze
instructies worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur.
! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat.
Ventilatie van de vertrekken
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in
permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig
de geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen . In het vertrek waar het apparaat wordt
geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen
als nodig is voor de normale gasverbranding (de
luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m
3
/h per
kW geïnstalleerd vermogen).
De luchttoevoeropeningen, beschermd door
roosters, moeten voorzien zijn van een leiding van
minstens 100 cm
2
bruikbare doorsnede en zo
moeten zijn geplaatst dat niet worden verstopt, zelf
niet gedeeltelijk (
zie afbeelding A
).
Deze openingen moeten met 100% worden verbreed
- met een minimum van 200 cm
2
- als het fornuis
niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en
wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier
van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (
zie
afbeelding B
) - mits dit geen gemeenschappelijke
ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een
verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die
beschikken over een ventilatieopening die
verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven.
Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek
AB
A
! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het
aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid
van eventuele ventilatoren te vermeerderen.
Afvoer van de verbrandingsgassen
De afvoer van de verbrandingsgassen moet
plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is
aangesloten op een veilige en goedwerkende
schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel
van een elektrische ventilator die automatisch in
werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet
(
zie afbeeldingen
).
! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn
dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten
LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe
hebben om een eventuele gaslekkage naar onder
toe af te kunnen voeren.
Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die
lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is
beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te
bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open
haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer
dan 50°C zouden kunnen brengen.
Plaatsen en waterpas zetten
! Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst
die niet hoger zijn dan het werkvlak.
! Controleer dat de wand die in contact komt met de
achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar
materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge
temperaturen (T 90°C).
Voor een correcte installatie:
plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer
of in een eenkamerappartement (niet in de
badkamer);
als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten
zij op minstens 600 mm van het apparaat vandaan
worden geplaatst;
Installatie
Ventilatieopening voor
verbrandingslucht
Vergroting van de kier
tussen deur en vloer
Afvoer rechtstreeks
naar buiten
Afvoer door een
schoorsteen of vertakt
rookkanaal (alleen
bestemd voor
kookapparaten)
NL
27
als het fornuis onder
een keukenkastje wordt
geïnstalleerd, moet de
afstand tussen de twee
minstens 420 mm zijn.
Deze afstand moet 700
mm worden als de
keukenkastjes zijn
vervaardigd uit
ontvlambaar materiaal
(
zie afbeelding
);
hang geen gordijnen achter het fornuis, of op
minder dan 200 mm van de zijkanten;
eventuele afzuigkappen moeten volgens de
instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing
worden geïnstalleerd.
Waterpas zetten
Indien het nodig is het
apparaat te nivelleren, kunnen
de bijgeleverde stelvoetjes in
de daarvoor geschikte
openingen in de hoeken van
het onderstuk van het fornuis
worden geschroefd (
zie
afbeelding
).
De poten* moeten aan het
onderstuk van het fornuis
worden vastgeklemd.
Elektrische aansluiting
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje(
zie tabel Technische gegevens
).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het
elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar
aanbrengen met een afstand tussen de contacten
van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische
vermogen en voldoend aan de geldende nationale
normen (de aarding mag niet worden onderbroken
door de schakelaar). De voedingskabel moet
zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
HOOD
420
Min.
min. 650 mm. with hood
min.
700 mm. without hood
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
de contactdoos in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te dragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker van het apparaat
overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel
de stekker ofwel de contactdoos te vervangen;
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden
gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs
worden vervangen.
! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden
nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of
-fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele
rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen en uitsluitend na te hebben
gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het
soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie
etiket met ijking op het deksel: als dit niet het geval
is
zie onder
). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een
gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken
kan de gasvoeding aan de zijkant worden
geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder
voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de
bijgeleverde afdichting.
! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van
de energie en een langere levensduur van het
apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de
gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn
aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders
en sproeiers (
zie onder
).
Aansluiting gas met flexibele rubberen buis
Controleer of de buis overeenkomt met de geldende
nationale normen. De interne diameter van de buis
moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas; 13
mm voor voeding met aardgas.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
28
NL
Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u
controleren of de buis:
in geen enkel punt contact maakt met delen die
temperaturen bereiken van meer dan 50°C;
niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat
er geen bochten of knelpunten zijn;
niet in contact komt met scherpe voorwerpen,
scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet
in de knel raakt;
gedurende de hele lengte makkelijk te
inspecteren is, zodat u probleemloos kunt
controleren of hij in goede staat verkeert;
korter is dan 1500 mm;
aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden
bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de
geldende nationale normen.
! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet
kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd
volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse
1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels),
dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (
zie
onder
).
Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Controleer of de buis voldoet aan de geldende
nationale normen en de metalen aluminium
afdichtingen voldoen aan de norm UNI 9001-2 of de
rubberen afdichtingen conform aan de geldende
nationale normen.
Voordat u de buis monteert verwijdert u de
buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk
waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is
voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische
schroefbout).
! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van
de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan
2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact
komt met bewegende delen en dat hij niet wordt
afgekneld.
Controle gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met
een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten
gas
Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een
verschillende gassoort (anders dan die staat
aangegeven op het typeplaatje op het deksel).
Aanpassen kookplaat
Het vervangen van de sproeiers van de branders
van de kookplaat:
1. verwijder de pannendragers en haal de branders
van hun plek;
2. draai de sproeiers los met
een pijpsleutel van 7 mm (
zie
afbeelding
) en vervang ze met
de sproeiers die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (
zie
Tabel Eigenschappen
branders en sproeiers
);
3. zet de onderdelen in
omgekeerde volgorde weer op hun plaats.
Het regelen van de minimum stand van de branders
van de kookplaat:
1. zet het kraantje op de minimum stand;
2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine regelmatige vlam heeft.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden vastgeschroefd;
3. controleer of door de kraan snel van maximum
naar minimum te draaien de branders niet uitgaan.
! De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
! Na de afregeling van een ander soort gas dan het
goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat
overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij
onze Erkende Technische Servicedienst.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende normen EN 88-1 en EN
88-2 voor de “drukregelaars voor gekanaliseerd
gas”.
NL
29
TC
A
S
R
KN6T62 SA/B
* Bij 15°C en 1013 mbar – dry gas
** Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg
*** Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg
Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37,78 MJ/m
3
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
TABEL EIGENSCHAPPEN
Afmetingen Oven
HxBxD
32x43,5x40 cm
Inhoud liter 56
Afmetingen
van de
verwarmingslade
breedte 44 cm
diepte 46 cm
hoogte 8,5 cm
Branders
geschikt voor alle soorten gas
aangegeven op het typeplaatje
Spanning en
frequentie van de
elektrische
voeding
zie typeplaatje
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/EG op het etiket
van elektrische ovens. Norm EN
50304
Energieverbruik convectie Natuurlijk
- verwarmingsfunctie:
Traditioneel;
Energieverbruikverklaring Klasse
convectie Hetelucht -
verwarmingsfunctie: Gebak
EU Richtlijnen: 2006/95/EG van
12.12.06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen –
2004/108/EG van 15/12/04
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen -2009/142/EG van
30/11/09 (Gas) en daaropvolgende
wijzigingen - 93/68/EG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen - 2002/96/EG.
1275/2008 (Stand-by/Off mode)
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Tabel 1 Vloeibaar gas Aardgas
Brander
Diameter
(mm)
Verwarmingsvermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
sproeier
1/100
vermogen*
g/h
sproeier
1/100
vermogen *
l/h
Nomin. Gereduc. (mm) (mm) *** *** (mm)
Snel (Groot)
(R)
100 3,00 0,7 41 86 218 214 116 286
Half-snel
(Middelgroot)
(S)
75 1.90 0.4 30 70 138 136 106 181
Extra (Klein)
(A)
55 1.00 0.4 30 50 73 71 79 95
Drievoudige
ring (TC)
130 3,25 1,50 63 91 236 232 133 309
Toevoerdruk Nominaal (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
17
25
30
NL
Beschrijving van het apparaat
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Rooster van het werkvlak
Glazen deksel
*
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
GELEIDERS
van de roosters
stand 3
stand 2
stand 1
Gasbrander
Lekplaat voor eventueel
overkoken
Stelvoetje
Stelvoetje
stand 5
stand 4
Knop van de
gasbranders
Knop van
de timer
Thermostaatknop
Controlelampje
thermostaat
Keuzeknop
NL
31
Starten en gebruik
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop
linksom tot aan het symbool van de grootste vlam E.
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum
C, op het maximum E of op een tussenliggende
stand.
Als het apparaat beschikt
over een elektronische
ontsteking*(C) (
zie
afbeelding
) is het voldoende
tegelijkertijd de BRANDER
knop in te drukken en
linksom te draaien tot op het
symbool van de grootste vlam, totdat de ontsteking
heeft plaatsgevonden. Het kan zijn dat de brander
uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet
u de handeling herhalen en de knop iets langer
ingedrukt houden.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging (X) dient u de BRANDER
knop circa 3-7 seconden ingedrukt te houden om de
vlam aan te houden en de beveiliging te activeren.
! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER
knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de
vlam aan te houden en de beveiliging te activeren.
Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot
hij op uit staat •.
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken
met een platte onderkant, die voorzien zijn van een
deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van
de brander:
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in
het hoofdstuk “Eigenschappen branders en
sproeiers”.
! Op modellen die voorzien zijn van een
vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt
op de extra brander wanneer men pannen gebruikt
die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
X
C
BELANGRIJK! De glazen afdekplaat
kan breken bij oververhitting. Doe alle
branders of eventuele elektrische kook-
platen uit voordat u hem dicht
doet.*Betreft alleen modellen met gla-
zen deksel
Gebruik van de oven
! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden gebruikt
om de oven te beschermen.
! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic
folie aan de zijkanten van het apparaat te
verwijderen.
! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. Kies de aangeraden temperatuur voor het
betreffende programma of de door u gewenste
temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te
draaien.
Een lijst met kooktijden en aanbevolen
kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale
tabel (
zie Kooktabel oven
).
Brander ø Diameter Pannen (cm)
Extra Snel (UR) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Extra (A) 10 – 14
Drievoudige ring
(TC)
24 – 26
32
NL
Tijdens het koken kunt u nog altijd:
het kookprogramma veranderen met behulp van
de PROGRAMMAKNOP;
de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
het koken onderbreken door de
PROGRAMMAKNOP weer op stand “0” te zetten.
! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.
Controlelampje THERMOSTAAT
Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven
aan het verwarmen is. Het licht gaat uit als de
geselecteerde temperatuur is bereikt. Vanaf dit
moment gaat het controlelampje aan en uit, hetgeen
aangeeft dat de thermostaat werkt en de temperatuur
in de oven constant houdt.
Controlelampje WERKING OVEN
Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven in
werking is.
Ovenverlichting
De verlichting gaat aan door de PROGRAMMAKNOP in een
willekeurige stand (behalve “0”) te zetten. Hij zal aanblijven totdat de
oven werkt. Door met de knop
88
88
8
te selecteren gaat het licht aan
zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld.
Kookprogramma’s
! U kunt voor alle programma’s een temperatuur
instellen
tussen de 60°C en MAX, behalve voor:
BARBECUE (hierbij is het aanbevolen alleen MAX
te gebruiken);
GRATINEREN (hierbij is het aanbevolen niet meer
dan 200°C in te stellen).
Programma TRADITIONELE OVEN
De onderste en bovenste verwarmingselementen
gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het
beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere
roosters riskeert u een slechte
temperatuursverspreiding.
Programma MULTIOVEN
Alle verwarmingselementen gaan aan (onder, boven
en cirkelvormig) en de ventilator gaat draaien.
Aangezien de warmte in de hele oven constant is,
zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze
gekookt en gebakken worden. Hierbij is het
mogelijk maximaal twee roosters tegelijk te
gebruiken.
Programma BARBECUE
Het bovenste verwarmingselement gaat aan en het
braadspit (waar aanwezig) gaat draaien. Het koken
onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten
die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig
hebben. Kook met de ovendeur dicht.
Programma GRATINEREN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan en de
ventilator en het braadspit (waar aanwezig) gaan
draaien. Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte
van de grill gecombineerd met de circulatie van de
lucht in de oven.
Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo
vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door
naar de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht.
Programma PIZZA OVEN
De onderste en de cirkelvormige
verwarmingselementen gaan aan en de ventilator
gaat draaien. Met deze combinatie wordt de oven
snel warm dankzij het aanzienlijke vermogen dat
vooral van onderaf komt. Indien u meerdere
roosters gebruikt moet u de gerechten halverwege
de kooktijd omwisselen.
Programma GEBAK OVEN
Het achterste verwarmingselement gaat aan en de
ventilator gaat werken zodat een gelijkmatige,
zachte
Praktische kooktips
! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit
de standen 1 en 5: de hete lucht zou hier fijne
gerechten kunnen verbranden.
! Bij de functies BARBECUE of GRATINEREN raden
wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om
eventueel vet of jus op te vangen.
MULTIKOKEN
Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten
die meer warmte nodig hebben op stand 2.
Plaats de lekplaat op de onderste stand en de grill
op de hoogste.
NL
33
BARBECUE
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten
op het midden van de grill.
We raden u aan het energieniveau op de hoogste
stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA OVEN
Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem
op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt
u waarschijnlijk geen krokante pizza.
Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella
of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te
voegen.
Kooktabel oven
Programma's
Gerechten
Gewicht
(kg)
Roosterstanden
Voorverwarmin
g (minuten)
Aangeraden
temperatuur
Kooktijd
(minuten)
Traditionele
oven
Eend
Braadstuk
Varkensrollade
Koekjes (kruimeldeeg)
Taarten
1
1
1
-
1
3
3
3
3
3
15
15
15
15
15
200
200
200
180
180
65-75
70-75
70-80
15-20
30-35
Multikoken
Pizza (op 2 roosters)
Lasagne
Lamsvlees
Kip + gebakken aardappels
Makreel
Plum-cake
Soesjes (op 2 roosters)
Koekjes (op 2 roosters)
Cake (op 1 rooster)
Cake (op 2 roosters)
Quiche
1
1
1
1+1
1
1
0.5
0.5
0.5
1
1.5
2 en 4
3
2
2 en 4
2
2
2 en 4
2 en 4
2
2 en 4
3
15
10
10
15
10
10
10
10
10
10
15
230
180
180
200
180
170
190
180
170
170
200
15-20
30-35
40-45
60-70
30-35
40-50
20-25
10-15
15-20
20-25
25-30
Barbecue
Tong en inktvis
Calamari- en garnalenspiesjes
Kabeljauwfilet
Gegrilde groenten
Kalfsbiefstuk
Koteletten
Hamburgers
Makreel
Toast
1
1
1
1
1
1
1
1
no. 4
4
4
4
3 of 4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
MAX.
8-10
6-8
10
10-15
15-20
15-20
7-10
15-20
2-3
Gratineren
Gegrilde kip
Inktvis
1.5
1.5
2
2
10
10
200
200
55-60
30-35
Met braadspit (waar aanwezig)
Kalfsvlees aan het spit
Lamsvlees aan het spit
Kip (aan het spit) +
aardappelen (op de lekplaat)
1.5
1.5
1.5
-
-
-
-
2
10
10
10
10
200
200
200
200
70-80
70-80
70-75
70-75
Pizza oven
Pizza
Braadstuk
Kip
0.5
1
1
3
2
2 of 3
15
10
10
220
220
180
15-20
25-30
60-70
Oven
Gebak
Taarten
Vruchtentaart
Plum-cake
Cake
Gevulde flensjes (op 2 roosters)
Kleine cakejes (op 2 roosters)
Kaaskoekjes (op 2 roosters)
Soesjes (op 3 roosters)
Koekjes (op 3 roosters)
Schuimgebak (op 3 roosters)
0.5
1
0.7
0.5
1.2
0.6
0.4
0.7
0.7
0.5
3
2 of 3
3
3
2 en 4
2 en 4
2 en 4
1 en 3 en 5
1 en 3 en 5
1 en 3 en 5
15
15
15
15
15
15
15
15
15
15
180
180
180
160
200
190
210
180
180
90
20-30
40-45
40-50
25-30
30-35
20-25
15-20
20-25
20-25
180
Ovenlade
Onderin de oven zit een
ruimte die kan worden
gebruikt voor het
bewaren van accessoires
of pannen. Om de lade te
openen draait u hem naar
beneden toe (
zie
afbeelding
).
! Plaats geen brandbaar
materiaal in de onderste lade.
! De interne oppervlakken van de lade (indien
aanwezig) kunnen warm worden.
34
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens
de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid
en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-
professioneel gebruik binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden
geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is
erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen
of onweer.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent
of met natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient om gerechten te koken. Het
mag uitsluitend door volwassenen worden
gebruikt en alleen volgens de instructies die
beschreven staan in deze handleiding.
Deze handleiding betreft een apparaat van klasse
1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1
(ingebouwd tussen 2 meubels).
Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van de
ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd
kinderen op een afstand.
laat de apparatuur niet door kinderen of
gehandicapte personen gebruiken zonder toezicht
Voorkom dat elektrische snoeren van andere
kleine keukenapparaten op warme delen van het
apparaat terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de
oven te zetten en eruit te halen.
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol,
benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het
in gebruik is.
Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste
opberglade of in de oven: als de oven plotseling
aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam
kunnen vatten.
De interne oppervlakken van de lade (indien
aanwezig) kunnen warm worden.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand
staan als het apparaat niet gebruikt wordt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het
stopcontact, maar pak altijd de stekker direct
beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen
onderhoud uit als de stekker nog in het
stopcontact zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de
interne mechanismen van het apparaat te
repareren. Neem contact op met de Technische
Dienst.
Plaats geen zware voorwerpen op de open
ovendeur.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of
personen die niet de nodige ervaring of kennis
hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het
apparaat werkt.
Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de
dekplaat bevinden voordat u hem open doet.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal:
houdt u aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal hergebruikt kan worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende
afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke
apparatuur niet met het normale afval mag worden
meegegeven. De verwijderde apparaten moeten
apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele
schade voortvloeit voor de gezondheid en het
milieu. Het symbool van de afvalemmer met een
kruis staat op alle producten om de consument
eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een
juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de
consument zich richten tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of de verkopers.
Energiebesparing en milieubehoud
Door de oven te gebruiken vanaf het late
middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u
ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt
belast tijdens het ‘spitsuur’.
Houd bij de functies GRILL altijd de ovendeur
dicht: u bereikt betere kookresultaten en een
aanzienlijke energiebesparing (circa 10%).
Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan
komen.
NL
35
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige
handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en
droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De pannendragers, de branderdeksels, de
vlamkronen en de branders van de kookplaat
kunnen worden verwijderd voor een
gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en
een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor
de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op
hun plaats als ze volledig droog zijn.
Reinig geregeld het uiteinde van de
thermokoppelbeveiliging*.
De binnenkant van de oven kunt u het beste
direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw
is. Gebruik warm water en een
schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog
met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Reinig het glas van de deur met een spons en
niet schurende producten. Droog met een zachte
doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of
scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden
kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou
kunnen barsten.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de
gasbranders nog aan of warm zijn. Verwijder
eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat
bevinden voordat u hem open doet.
Het controleren van de afdichtingen van de oven
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichting
beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven
niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het ovenlampje
1. Nadat u de oven heeft
losgekoppeld van het
elektrische net, verwijdert u
het glazen deksel van de
lamphouder (
zie afbeelding
).
2. Schroef het lampje los en
vervang het met eenzelfde
soort lampje: spanning 230 V,
vermogen 25 W, fitting E 14.
3. Doe het deksel weer op zijn plaats en verbind de
oven weer aan het elektrische net.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
!
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.
Servicedienst
! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
Het model apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op
het apparaat.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing FORNUIS EN OVEN NL GB English,1 FR Français, 13 DE Deutsch, 36 NL Nederlands, 25 Inhoud Installatie, 26-29 Plaatsen en waterpas zetten Elektrische aansluiting Gasaansluiting Aanpassen aan de verschillende soorten gas Tabel eigenschappen branders en sproeiers Tabel eigenschappen Beschrijving van het apparaat, 30 Aanzichttekening Bedieningspaneel Starten en gebruik, 31-33 KN6T62 SA/B Gebruik van de kookplaat Gebruik van de oven De klok instellen Kookprogramma’s Kooktabel oven Voorzorgsmaatregelen en advies, 34 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubehoud Onderhoud en verzorging, 35 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat Vervangen van het ovenlampje Onderhoud gaskranen Service, Installatie NL ! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard worden. ! Lees de instructies aandachtig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. ! De installatie van het apparaat moet volgens deze instructies worden uitgevoerd door een bevoegde installateur. ! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid van eventuele ventilatoren te vermeerderen. Afvoer van de verbrandingsgassen De afvoer van de verbrandingsgassen moet plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is aangesloten op een veilige en goedwerkende schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel van een elektrische ventilator die automatisch in werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet (zie afbeeldingen). ! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat. Ventilatie van de vertrekken Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen . In het vertrek waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen als nodig is voor de normale gasverbranding (de luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m3/h per kW geïnstalleerd vermogen). De luchttoevoeropeningen, beschermd door roosters, moeten voorzien zijn van een leiding van minstens 100 cm 2 bruikbare doorsnede en zo moeten zijn geplaatst dat niet worden verstopt, zelf niet gedeeltelijk (zie afbeelding A). Deze openingen moeten met 100% worden verbreed - met een minimum van 200 cm 2 - als het fornuis niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (zie afbeelding B) - mits dit geen gemeenschappelijke ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die beschikken over een ventilatieopening die verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven. Aangrenzend vertrek A Te ventileren vertrek B 26 Afvoer door een schoorsteen of vertakt rookkanaal (alleen bestemd voor kookapparaten) ! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe hebben om een eventuele gaslekkage naar onder toe af te kunnen voeren. Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Plaatsen en waterpas zetten ! Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst die niet hoger zijn dan het werkvlak. ! Controleer dat de wand die in contact komt met de achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge temperaturen (T 90°C). A Ventilatieopening voor verbrandingslucht Afvoer rechtstreeks naar buiten Vergroting van de kier tussen deur en vloer Voor een correcte installatie: • plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer of in een eenkamerappartement (niet in de badkamer); • als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten zij op minstens 600 mm van het apparaat vandaan worden geplaatst; 420 mm. Min. min. 650 mm. with hood min. 700 mm. without hood 420 mm. Min. • als het fornuis onder een keukenkastje wordt HOOD geïnstalleerd, moet de Min. 600 mm. afstand tussen de twee minstens 420 mm zijn. Deze afstand moet 700 mm worden als de keukenkastjes zijn vervaardigd uit ontvlambaar materiaal (zie afbeelding); • hang geen gordijnen achter het fornuis, of op minder dan 200 mm van de zijkanten; • eventuele afzuigkappen moeten volgens de instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing worden geïnstalleerd. Waterpas zetten Indien het nodig is het apparaat te nivelleren, kunnen de bijgeleverde stelvoetjes in de daarvoor geschikte openingen in de hoeken van het onderstuk van het fornuis worden geschroefd (zie afbeelding). De poten* moeten aan het onderstuk van het fornuis worden vastgeklemd. Elektrische aansluiting Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje( zie tabel Technische gegevens). Wanneer het apparaat rechtstreeks op het elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende nationale normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; * Slechts op enkele modellen aanwezig. • de contactdoos in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • de contactdoos en de stekker van het apparaat overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn. ! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen. ! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Gasaansluiting De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen en uitsluitend na te hebben gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie etiket met ijking op het deksel: als dit niet het geval is zie onder). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de gasvoeding aan de zijkant worden geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de bijgeleverde afdichting. ! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van de energie en een langere levensduur van het apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders en sproeiers (zie onder). Aansluiting gas met flexibele rubberen buis Controleer of de buis overeenkomt met de geldende nationale normen. De interne diameter van de buis moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas; 13 mm voor voeding met aardgas. 27 NL NL Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u controleren of de buis: • in geen enkel punt contact maakt met delen die temperaturen bereiken van meer dan 50°C; • niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat er geen bochten of knelpunten zijn; • niet in contact komt met scherpe voorwerpen, scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet in de knel raakt; • gedurende de hele lengte makkelijk te inspecteren is, zodat u probleemloos kunt controleren of hij in goede staat verkeert; • korter is dan 1500 mm; • aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de geldende nationale normen. ! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse 1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels), dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (zie onder). Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad. Controleer of de buis voldoet aan de geldende nationale normen en de metalen aluminium afdichtingen voldoen aan de norm UNI 9001-2 of de rubberen afdichtingen conform aan de geldende nationale normen. Voordat u de buis monteert verwijdert u de buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout). ! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan 2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact komt met bewegende delen en dat hij niet wordt afgekneld. Controle gasdichtheid Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Aanpassen aan de verschillende soorten gas Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een verschillende gassoort (anders dan die staat aangegeven op het typeplaatje op het deksel). 28 Aanpassen kookplaat Het vervangen van de sproeiers van de branders van de kookplaat: 1. verwijder de pannendragers en haal de branders van hun plek; 2. draai de sproeiers los met een pijpsleutel van 7 mm (zie afbeelding) en vervang ze met de sproeiers die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie Tabel Eigenschappen branders en sproeiers); 3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats. Het regelen van de minimum stand van de branders van de kookplaat: 1. zet het kraantje op de minimum stand; 2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine regelmatige vlam heeft. ! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden vastgeschroefd; 3. controleer of door de kraan snel van maximum naar minimum te draaien de branders niet uitgaan. ! De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. ! Na de afregeling van een ander soort gas dan het goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Erkende Technische Servicedienst. ! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende normen EN 88-1 en EN 88-2 voor de “drukregelaars voor gekanaliseerd gas”. Tabel eigenschappen branders en sproeiers Tabel 1 Brander Diameter (mm) Snel (Groot) (R) Half-snel (Middelgroot) (S) Extra (Klein) (A) Drievoudige ring (TC) By-Pass 1/100 (mm) Aardgas sproeier vermogen * 1/100 l/h (mm) 100 3,00 0,7 41 86 218 214 116 286 75 1.90 0.4 30 70 138 136 106 181 55 1.00 0.4 30 50 73 71 79 95 130 3,25 1,50 63 91 236 232 133 309 28-30 20 35 37 25 45 Toevoerdruk * ** *** Verwarmingsvermogen kW (p.c.s.*) Nomin. Gereduc. NL Vloeibaar gas sproeier vermogen* 1/100 g/h (mm) *** *** Nominaal (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 20 17 25 Bij 15°C en 1013 mbar – dry gas Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37,78 MJ/m3 S R TC A KN6T62 SA/B TABEL EIGENSCHAPPEN Afmetingen Oven 32x43,5x40 cm HxBxD Inhoud liter 56 breedte 44 cm Afmetingen diepte 46 cm van de verwarmingslade hoogte 8,5 cm geschikt voor alle soorten gas Branders aangegeven op het typeplaatje Spanning en frequentie van de zie typeplaatje elektrische voeding Richtlijn 2002/40/EG op het etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304 Energieverbruik convectie Natuurlijk ENERGY LABEL - verwarmingsfunctie: Traditioneel; Energieverbruikverklaring Klasse convectie Hetelucht verwarmingsfunctie: Gebak EU Richtlijnen: 2006/95/EG van 12.12.06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen – 2004/108/EG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen -2009/142/EG van 30/11/09 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/EG. 1275/2008 (Stand-by/Off mode) 29 Beschrijving van het apparaat NL Aanzichttekening Glazen deksel* Gasbrander Rooster van het werkvlak Lekplaat voor eventueel overkoken GELEIDERS van de roosters stand 5 stand 4 stand 3 stand 2 stand 1 Bedieningspaneel Rooster GRILL Rooster LEKPLAAT Stelvoetje Stelvoetje Bedieningspaneel Keuzeknop Knop van de timer Thermostaatknop Controlelampje thermostaat 30 Knop van de gasbranders Starten en gebruik Gebruik van de kookplaat Brander Aansteken van de branders Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje aangegeven bij welke brander deze knop hoort. Om een brander van de kookplaat aan te steken: 1. houd een vlam of aansteker bij de brander; 2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop linksom tot aan het symbool van de grootste vlam E. 3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum C, op het maximum E of op een tussenliggende stand. Als het apparaat beschikt over een elektronische X ontsteking*(C) (zie afbeelding) is het voldoende tegelijkertijd de BRANDER knop in te drukken en C linksom te draaien tot op het symbool van de grootste vlam, totdat de ontsteking heeft plaatsgevonden. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet u de handeling herhalen en de knop iets langer ingedrukt houden. Als het apparaat is voorzien van een thermokoppelbeveiliging (X) dient u de BRANDER knop circa 3-7 seconden ingedrukt te houden om de vlam aan te houden en de beveiliging te activeren. ! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Als het apparaat is voorzien van een thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam aan te houden en de beveiliging te activeren. Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot hij op uit staat •. Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken met een platte onderkant, die voorzien zijn van een deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van de brander: Om het type brander te selecteren kunt u de NL ø Diameter Pannen (cm) Extra Snel (UR) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Extra (A) 10 – 14 Drievoudige ring (TC) 24 – 26 tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”. ! Op modellen die voorzien zijn van een vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt op de extra brander wanneer men pannen gebruikt die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm. BELANGRIJK! De glazen afdekplaat kan breken bij oververhitting. Doe alle branders of eventuele elektrische kookplaten uit voordat u hem dicht doet.*Betreft alleen modellen met glazen deksel Gebruik van de oven ! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen. ! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic folie aan de zijkanten van het apparaat te verwijderen. ! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen. 1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan de PROGRAMMAKNOP te draaien. 2. Kies de aangeraden temperatuur voor het betreffende programma of de door u gewenste temperatuur door aan de THERMOSTAATKNOP te draaien. Een lijst met kooktijden en aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de speciale tabel (zie Kooktabel oven). * Slechts op enkele modellen aanwezig. 31 NL Tijdens het koken kunt u nog altijd: • het kookprogramma veranderen met behulp van de PROGRAMMAKNOP; • de temperatuur veranderen met behulp van de THERMOSTAATKNOP; • het koken onderbreken door de PROGRAMMAKNOP weer op stand “0” te zetten. ! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters. Controlelampje THERMOSTAAT Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven aan het verwarmen is. Het licht gaat uit als de geselecteerde temperatuur is bereikt. Vanaf dit moment gaat het controlelampje aan en uit, hetgeen aangeeft dat de thermostaat werkt en de temperatuur in de oven constant houdt. Controlelampje WERKING OVEN Het oplichten van dit lampje geeft aan dat de oven in werking is. Ovenverlichting De verlichting gaat aan door de PROGRAMMAKNOP in een willekeurige stand (behalve “0”) te zetten. Hij zal aanblijven totdat de oven werkt. Door met de knop 8 te selecteren gaat het licht aan zonder dat de verwarming wordt ingeschakeld. Kookprogramma’s ! U kunt voor alle programma’s een temperatuur instellen tussen de 60°C en MAX, behalve voor: • BARBECUE (hierbij is het aanbevolen alleen MAX te gebruiken); • GRATINEREN (hierbij is het aanbevolen niet meer dan 200°C in te stellen). Programma TRADITIONELE OVEN De onderste en bovenste verwarmingselementen gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters riskeert u een slechte temperatuursverspreiding. Programma MULTIOVEN Alle verwarmingselementen gaan aan (onder, boven en cirkelvormig) en de ventilator gaat draaien. Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze 32 gekookt en gebakken worden. Hierbij is het mogelijk maximaal twee roosters tegelijk te gebruiken. Programma BARBECUE Het bovenste verwarmingselement gaat aan en het braadspit (waar aanwezig) gaat draaien. Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge temperatuur aan de buitenkant nodig hebben. Kook met de ovendeur dicht. Programma GRATINEREN Het bovenste verwarmingselement gaat aan en de ventilator en het braadspit (waar aanwezig) gaan draaien. Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd met de circulatie van de lucht in de oven. Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht. Programma PIZZA OVEN De onderste en de cirkelvormige verwarmingselementen gaan aan en de ventilator gaat draaien. Met deze combinatie wordt de oven snel warm dankzij het aanzienlijke vermogen dat vooral van onderaf komt. Indien u meerdere roosters gebruikt moet u de gerechten halverwege de kooktijd omwisselen. Programma GEBAK OVEN Het achterste verwarmingselement gaat aan en de ventilator gaat werken zodat een gelijkmatige, zachte Praktische kooktips ! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit de standen 1 en 5: de hete lucht zou hier fijne gerechten kunnen verbranden. ! Bij de functies BARBECUE of GRATINEREN raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen. MULTIKOKEN • Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten die meer warmte nodig hebben op stand 2. • Plaats de lekplaat op de onderste stand en de grill op de hoogste. Ovenlade Onderin de oven zit een ruimte die kan worden gebruikt voor het bewaren van accessoires of pannen. Om de lade te openen draait u hem naar beneden toe (zie afbeelding). ! Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste lade. ! De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig) kunnen warm worden. BARBECUE • Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill. • We raden u aan het energieniveau op de hoogste stand te zetten. Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat. PIZZA OVEN • Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster. Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza. • Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen. Kooktabel oven Programma's Traditionele oven Multikoken Barbecue Gratineren Pizza oven Oven Gebak Gerechten Eend Braadstuk Varkensrollade Koekjes (kruimeldeeg) Taarten Pizza (op 2 roosters) Lasagne Lamsvlees Kip + gebakken aardappels Makreel Plum-cake Soesjes (op 2 roosters) Koekjes (op 2 roosters) Cake (op 1 rooster) Cake (op 2 roosters) Quiche Tong en inktvis Calamari- en garnalenspiesjes Kabeljauwfilet Gegrilde groenten Kalfsbiefstuk Koteletten Hamburgers Makreel Toast Gegrilde kip Inktvis Met braadspit (waar aanwezig) Kalfsvlees aan het spit Lamsvlees aan het spit Kip (aan het spit) + aardappelen (op de lekplaat) Pizza Braadstuk Kip Taarten Vruchtentaart Plum-cake Cake Gevulde flensjes (op 2 roosters) Kleine cakejes (op 2 roosters) Kaaskoekjes (op 2 roosters) Soesjes (op 3 roosters) Koekjes (op 3 roosters) Schuimgebak (op 3 roosters) Gewicht Roosterstanden (kg) Voorverwarmin g (minuten) Aangeraden temperatuur Kooktijd (minuten) 1 1 1 1 1 1 1 1+1 1 1 0.5 0.5 0.5 1 1.5 1 1 1 1 1 1 1 1 no. 4 1.5 1.5 3 3 3 3 3 2 en 4 3 2 2 en 4 2 2 2 en 4 2 en 4 2 2 en 4 3 4 4 4 3 of 4 4 4 4 4 4 2 2 15 15 15 15 15 15 10 10 15 10 10 10 10 10 10 15 5 5 5 5 5 5 5 5 5 10 10 200 200 200 180 180 230 180 180 200 180 170 190 180 170 170 200 MAX. MAX. MAX. MAX. MAX. MAX. MAX. MAX. MAX. 200 200 65-75 70-75 70-80 15-20 30-35 15-20 30-35 40-45 60-70 30-35 40-50 20-25 10-15 15-20 20-25 25-30 8-10 6-8 10 10-15 15-20 15-20 7-10 15-20 2-3 55-60 30-35 1.5 1.5 1.5 0.5 1 1 0.5 1 0.7 0.5 1.2 0.6 0.4 0.7 0.7 0.5 2 3 2 2 of 3 3 2 of 3 3 3 2 en 4 2 en 4 2 en 4 1 en 3 en 5 1 en 3 en 5 1 en 3 en 5 10 10 10 10 15 10 10 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 200 200 200 200 220 220 180 180 180 180 160 200 190 210 180 180 90 70-80 70-80 70-75 70-75 15-20 25-30 60-70 20-30 40-45 40-50 25-30 30-35 20-25 15-20 20-25 20-25 180 33 NL Voorzorgsmaatregelen en advies NL ! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is vervaardigd voor nietprofessioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of onweer. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding. • Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels). • Tijdens het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd kinderen op een afstand. • laat de apparatuur niet door kinderen of gehandicapte personen gebruiken zonder toezicht • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van het apparaat terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is. • Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig) kunnen warm worden. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand staan als het apparaat niet gebruikt wordt. • • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen 34 onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van het apparaat te repareren. Neem contact op met de Technische Dienst. • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat bevinden voordat u hem open doet. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. Energiebesparing en milieubehoud • Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het ‘spitsuur’. • Houd bij de functies GRILL altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere kookresultaten en een aanzienlijke energiebesparing (circa 10%). • Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De pannendragers, de branderdeksels, de vlamkronen en de branders van de kookplaat kunnen worden verwijderd voor een gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op hun plaats als ze volledig droog zijn. • Reinig geregeld het uiteinde van de thermokoppelbeveiliging*. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. • Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd. Vervangen van het ovenlampje 1. Nadat u de oven heeft losgekoppeld van het elektrische net, verwijdert u het glazen deksel van de lamphouder (zie afbeelding). 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: spanning 230 V, vermogen 25 W, fitting E 14. 3. Doe het deksel weer op zijn plaats en verbind de oven weer aan het elektrische net. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. Servicedienst ! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs. Dit dient u door te geven: • Het soort storing; • Het model apparaat (Mod.) • Het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser). • Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de gasbranders nog aan of warm zijn. Verwijder eventuele vloeistoffen die zich op de dekplaat bevinden voordat u hem open doet. Het controleren van de afdichtingen van de oven Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen rondom de ovendeur. In het geval de afdichting beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde * Slechts op enkele modellen aanwezig. 35 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Whirlpool KN6T62SA(X)/B Gebruikershandleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Gebruikershandleiding