00058I0761 - Rev. 3 3 INTERMODO2
P4
P1
P2
P3
NEDERLANDS
3. RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN IN HET GEHEUGEN OPSLAAN
Er kan slechts één radiocodering per keer worden
gebruikt (JLC, RC) .
Er kunnen max. 250 codes verdeeld over de kana-
len 1 en 2 worden opgeslagen
3.1 JLC-RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN IN HET GEHEUGEN OPSLAAN
1) Druk op de master JLC-afstandsbediening de knoppen P1 en P2
in, en houd ze tegelijkertijd ingedrukt.
2) De led van de afstandsbediening begint te knipperen (ongeveer
10 seconden).
3) Laat beide knoppen los.
4) Druk 1 seconde op de knop van de ontvanger (Fig.1 ref. ) die
behoort bij met het kanaal waarmee u de radioafstandsbediening
wilt associëren.
5) De bijbehorende led op de ontvanger (Fig.1 ref. ) begint
gedurende 5 sec. langzaam te knipperen.
6) Druk binnen deze 5 sec., terwijl de led van de radioafstandsbediening
nog knippert, op de gewenste knop op de radioafstandsbediening,
en houd hem ingedrukt (de led van de radioafstandsbediening
blijft branden).
7) De led op de kaart (Fig.1 ref. ) blijft 1 seconde lang branden
om vervolgens te doven, waarmee wordt aangegeven dat opslag
heeft plaatsgevonden.
8) Laat de knop van de radioafstandsbediening los.
9) Druk de knop van de radioafstandsbediening die in het geheugen
is opgeslagen 2 keer kort achter elkaar in.
De kaart stuurt een commando naar de uitgang
die met het kanaal is geassocieerd.
10) Om verdere radioafstandsbedieningen toe te voegen, moet
de code van de knop van de in het geheugen opgeslagen
radioafstandsbediening worden overgezet op de toe te voegen
radioafstandsbedieningen, volgens de volgende procedure:
a) Druk op de in het geheugen opgeslagen afstandsbediening de
knoppen P1 en P2 in en houd ze tegelijkertijd ingedrukt.
b) De led van de afstandsbediening begint te knipperen.
c) Laat de beide knoppen los.
d) Druk op de in het geheugen opgeslagen knop en houd hem ingedrukt
(de led van de radioafstandsbediening blijft branden).
e) Houd de radioafstandsbedieningen in de buurt, houd de knop
behorende bij de toe te voegen afstandsbediening ingedrukt,
en laat hem pas los nadat de led van de radioafstandsbediening twee
keer heeft geknipperd, waarmee wordt aangegeven dat het zelflerende
proces heeft plaatsgevonden.
f) Druk de knop van de nieuwe in het geheugen opgeslagen
afstandbediening 2 keer kort achter elkaar in.
De kaart stuurt een commando naar de uitgang
die met het kanaal is geassocieerd.
3.2 RC-RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN IN HET GEHEUGEN OPSLAAN
De RC radio codering is alleen beschikbaar bij de
INTERMODO2 433 ontvanger.
1) Druk 1 seconde op de ontvanger op de knop (Fig.1 ref. )
die hoort bij het kanaal waarmee u de afstandsbediening wilt
associëren.
2) Op de ontvanger begint de bijbehorende led (Fig.1 ref. )
gedurende 5 sec. langzaam te knipperen.
3) Druk binnen deze 5 sec. op de gewenste knop op de
RC-afstandsbediening.
4) De led op de ontvanger (Fig.1 ref. ) blijft 1 seconde lang
branden, waarmee wordt aangegeven dat de afstandsbediening
in het geheugen is opgeslagen, om vervolgens 5 sec. lang te
knipperen, gedurende welke periode nog een afstandsbediening
in het geheugen kan worden opgeslagen.
5) Na afloop van de 5 sec. dooft de led, waarmee wordt aangegeven
dat de procedure beëindigd is.
6) Herhaal de procedure hierboven om andere
radioafstandsbedieningen in het geheugen op te slaan.
3.2.1 OPSLAG RC ZONDER INGREEP OP DE KAART (op afstand)
Lees de volgende procedure alvorens nieuwe radioafstandsbedie-
ningen in het geheugen op te slaan
1) Neem een eerder opgeslagen radioafstandsbediening
2) Ga in het ontvangstgebied van de radioafstandsbedieningen staan
3) Druk de knoppen P1 en P2 van de afstandsbediening tegelijkertijd
minstens 5 seconden in
4) Laat beide knoppen los
5) Binnen 5 seconden moet de knop van het voordien opgeslagen
kanaal worden ingedrukt en losgelaten
6) Neem een nieuwe radioafstandsbediening en druk op de knop
die moet worden opgeslagen
Binnen 5 seconden kunnen verdere radioafstandsbedieningen worden
toegevoegd door punt 5 te herhalen
Probeer de opgeslagen radioafstandsbedieningen uit om te zien of
ze goed werken.
4. WISSEN VAN ALLE RADIOAFSTANDSBEDIENINGEN
1) Om ALLE codes van de met de kanalen 1-2 geassocieerde
radioafstandsbedieningen te wissen, hoeft enkel de knop SW1 of
SW2 (Fig.1 ref. ) 10 sec. lang ingedrukt te worden gehouden.
2) De led die bij de ingedrukte knop hoort (Fig.1 ref. ) knippert
eerst 5 sec. normaal, om vervolgens 5 sec. sneller te knipperen.
3) De led blijft 2 sec. lang branden, om vervolgens te doven.
4) Laat de ingedrukte knop los op het moment dat de bijbehorende
led blijft branden.
Deze handeling kan NIET ongedaan worden ge-
maakt.
5. BEDRIJFSLOGICA’S
Het is mogelijk de kanalen van de ontvanger met
andere radioafstandsbedieningen te bedienen.
(bijv. Radioafstandsbediening 1 bedient kanaal 1,
radioafstandsbediening 2 bedient kanaal 2 )
IMPULS VAN RADIOAFSTANDSBEDIENING
KANAAL 1
KANAAL 2
DIPSCHA-
KELAAR
1=OFF
KANAAL 2
DIPSCHAKELAAR
1=ON
UITGANG 1 IMPULS / /
UITGANG 2 / IMPULS
CONTACT GESLO-
TEN TOT VOLGENDE
IMPULS VAN RA-
DIOAFSTANDSBEDIE-
NING
Fig.1