Samsung SAMSUNG ST80 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Draadloos netwerk
Instellingen
Appendices
Index
User Manual
ST80
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Let op: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen
en huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en
accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen
schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen
en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Waarschuwingen
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet dicht bij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig
letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het afvoeren van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen t
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of
een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok
veroorzaken.
Vermijd storing van pacemakers
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers
om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen,
overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke
onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt
dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander
medisch apparaat, dient u de camera onmiddellijk uit te schakelen
en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de
pacemaker of het medische apparaat.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor t
kunt u anderen of uzelf verwonden.
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende t
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, t
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok
veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt t
met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen
kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige t
of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende
delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op t
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik t
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
bij het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, t
sleuven en openingen van de camera. Schade als gevolg van
onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Veiligheidsvoorschriften
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur
De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten
in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften,
waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch
personeel.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een
vliegtuig gaat
De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig
veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een t
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw
camera en geheugenkaart beschadigen.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst t
of verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera t
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of t
geheugenkaart.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, gebruik dan een t
hoesje om de kaart tegen elektromagnetische straling te
beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals t
een harde schijf of CD/DVD.
Wanneer u de camera voor langere tijd gebruikt, wordt de t
geheugenkaart mogelijk warm. Dit is normaal en wijst niet op
een defect.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, t
kunt u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een
nieuwe geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit t
wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens
beschadigen.
4
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, voordat u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen t
in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden
van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open
netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor t
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt
op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-
eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de
openbare zedelijkheid.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur
De camera zendt RF-signalen (Radiofrequentie) uit die storing
kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet
voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten,
medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto.
Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Verwijder de kabel uit de camera wanneer het
opladen is voltooid.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als t
u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Belangrijke gebruiksinformatie
Informatie over gezondheid en veiligheid
5
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 13
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera,
pictogrammen en basisfuncties voor het maken van
opnamen.
Uitgebreide functies 30
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's
opneemt.
Opname-instellingen 40
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de
opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven en bewerken 64
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de
camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit.
Draadloos netwerk 91
Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende
functies via een WLAN (Wireless Local Area Network).
Instellingen 106
Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Appendices 112
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde t
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.t
Wi-Fit
®
, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land t
waar u hem hebt aangeschaft.
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u t
het bestand “OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde
cd-rom.
6
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
S
Auto
a
Programma
p
Scène
s
Intelligente
scènedetectie
D
Film
v
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie
in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s
ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
bijv.)
Beschikbaar in
Programma- en
Film modus.
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor
de ontspanknop.
()
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren
om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer
>
(staat voor Selecteer
>
, en vervolgens )
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
AF
Autofocus (automatische scherpstelling)
AP
Access Point (toegangspunt)
DIS
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
WB
White Balance (witbalans)
7
Op de ontspanknop drukken
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [t Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt : het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt : de objecten rondom het onderwerp
Compositiet : de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
8
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 45)
Als de foto al is genomen, selecteert u t
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 80)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Stofdeeltjes die in de lucht zweven, kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 46)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
Druk [t Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 28)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Selecteer t
Nacht in de modus
s
. (pag. 34)
Schakel de flitser in. (pag. t 45)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 46)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Neem geen foto's tegen de zon in.t
Selecteer t
Tegenl. in de modus
s
. (pag. 32)
Stel de flitsoptie in op t
Invulflits. (pag. 45)
Pas de belichting aan. (pag. t 54)
Stel de optie Automatische contrastbalans (t ACB) in. (pag. 55)
Stel de lichtmeting in op t
Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader
bevindt. (pag. 56)
9
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t -modus > Beautyshot, Portret, Kinderen
f
32
Rode ogent , Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
f
45
Gezichtsdetectiet
f
50
's Nachts of in het donker foto's
maken
s
t -modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk
f
32
Flitseropties t
f
45
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
46
Actiefoto's maken
Continut , Bewegingsopname
f
59
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t -modus > Close-up, Tekst
f
32
Macrot , Auto macro (close-upfoto's maken)
f
47
Witbalanst (de kleurtint wijzigen)
f
57
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
46
EV (de belichting bijstellen) t
f
54
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte t
achtergronden)
f
55
L.metingt
f
56
AEB (van een scène 3 foto's met verschillende t
belichtingen maken)
f
59
Een speciaal effect toepassen
Fotostijlen (een speciale tint aanbrengen) t
f
60
Intelligente filtereffecten t
f
61
Beeld aanpassen t
(kleurverzadiging, scherpte of contrast bijstellen)
f
62
Bewegingsonscherpte voorkomen
Digitale beeldstabilisatie (DIS) t
f
27
Bestanden op categorie t
bekijken in Smart Album
f
69
Alle bestanden op de t
geheugenkaart wissen
f
71
Foto's als diavertoning t
weergeven
f
72
Bestanden op een tv t
weergeven
f
82
De camera op een computer t
aansluiten
f
83
Geluid en volume bijstellen t
f
108
De helderheid van het t
scherm bijstellen
f
109
De schermtaal wijzigen t
f
109
De datum en tijd instellen t
f
109
De geheugenkaart t
formatteren
f
109
Problemen oplossen t
f
119
10
Inhoud
Uitgebreide functies
....................................................... 30
Opnamemodi .................................................................... 31
De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... 31
De Scènemodus gebruiken .................................................. 32
De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... 33
Kaderlijnen gebruiken ........................................................... 34
De belichting in de Nachtmodus aanpassen .......................... 34
De Programmamodus gebruiken .......................................... 35
Een video opnemen ............................................................ 36
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ....................... 37
Spraakmemo's opnemen .................................................. 39
Een spraakmemo opnemen ................................................. 39
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 39
Opname-instellingen
...................................................... 40
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... 41
De resolutie selecteren ........................................................ 41
De beeldkwaliteit selecteren ................................................. 42
De zelfontspanner gebruiken ............................................. 43
Basisfuncties
................................................................... 13
Uitpakken .......................................................................... 14
Onderdelen en knoppen van de camera ........................... 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. 17
De batterij opladen en de camera inschakelen .................. 18
De batterij opladen .............................................................. 18
De camera inschakelen ....................................................... 18
De eerste instellingen uitvoeren ......................................... 19
Uitleg over de pictogrammen ............................................ 20
Het aanraakscherm gebruiken .......................................... 21
Een opnamemodus selecteren .......................................... 22
Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren .......... 23
Het aanraakscherm en geluid instellen .............................. 24
Het type weergave voor het aanraakscherm instellen .............. 24
Het geluid instellen .............................................................. 24
Foto's maken .................................................................... 25
Zoomen ............................................................................. 26
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ................................ 27
Tips om betere foto's te maken ........................................ 28
11
Inhoud
Opnamen in het donker maken ......................................... 45
Rode ogen voorkomen ........................................................ 45
De flitser gebruiken .............................................................. 45
De ISO-waarde aanpassen .................................................. 46
De scherpstelling aanpassen ............................................. 47
Macro gebruiken ................................................................. 47
Autofocus gebruiken ............................................................ 47
Smart Touch AF gebruiken ................................................... 48
One Touch-opname ............................................................ 49
Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... 49
Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... 50
Gezichten detecteren .......................................................... 50
Een zelfportret maken .......................................................... 51
Een foto van een lachend gezicht maken ............................... 51
Knipperende ogen detecteren .............................................. 52
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ................................... 52
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ............................ 53
Helderheid en kleur aanpassen ......................................... 54
De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... 54
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... 55
De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. 56
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... 57
Serie-opnamen ................................................................. 59
Foto's mooier maken ........................................................ 60
Fotostijlen toepassen ........................................................... 60
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ 61
Foto's aanpassen ................................................................ 62
Weergeven en bewerken
............................................... 64
Weergeven ........................................................................ 65
De weergavemodus starten ................................................. 65
Een video afspelen .............................................................. 73
Een spraakmemo afspelen ................................................... 74
Foto's bewerken ............................................................... 76
Een foto draaien .................................................................. 76
Foto's in grootte aanpassen ................................................. 76
Slim bijsnijden gebruiken ...................................................... 77
Fotostijlen toepassen ........................................................... 77
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ 78
Een speciaal effect toepassen .............................................. 79
Foto bijwerken ..................................................................... 80
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 80
Bestanden op een tv weergeven ....................................... 82
12
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... 83
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. 84
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten
.......................................... 86
De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. 87
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... 88
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 89
Draadloos netwerk
......................................................... 91
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren ....................................... 92
Automatisch verbinding maken met een WLAN ...................... 92
Netwerkopties instellen ........................................................ 93
IP handmatig instellen .......................................................... 93
Tips over netwerkverbinding ................................................. 94
Uw gegevens opslaan ......................................................... 95
E-mailadressen opslaan ....................................................... 95
De bestandsgrootte voor te delen bestanden instellen ............ 96
Een wachtwoord instellen ..................................................... 96
Het wachtwoord wijzigen ..................................................... 96
Gegevens controleren ......................................................... 97
Tekst invoeren ..................................................................... 97
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ... 98
Een website openen ............................................................ 98
Foto's of video's uploaden ................................................... 99
Foto's via e-mail verzenden ............................................. 100
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven ....
101
Foto’s of video’s op een tv-scherm weergeven ..................... 101
Foto’s of video’s op een ander apparaat weergeven ............. 102
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen
met een camera .............................................................. 104
Foto’s of video’s naar een andere camera verzenden ............ 104
Foto’s of video’s van een andere camera ontvangen ............. 104
Instellingen
.................................................................... 106
Instellingenmenu ............................................................. 107
Het instellingenmenu openen ............................................. 107
Geluidsinstellingen ............................................................. 108
Scherminstellingen ............................................................ 108
Camera-instellingen ........................................................... 109
Appendices
................................................................... 112
Foutmeldingen ................................................................ 113
Cameraonderhoud .......................................................... 114
De camera reinigen ........................................................... 114
Geheugenkaarten .............................................................. 115
De batterij ......................................................................... 116
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ......... 119
Cameraspecificaties ........................................................ 122
Index ............................................................................... 128
Inhoud
Uitpakken
…………………………………… 14
Onderdelen en knoppen van de camera
… 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 17
De batterij opladen en de
camera inschakelen
……………………… 18
De batterij opladen
…………………………… 18
De camera inschakelen
……………………… 18
De eerste instellingen uitvoeren
………… 19
Uitleg over de pictogrammen
…………… 20
Het aanraakscherm gebruiken
…………… 21
Een opnamemodus selecteren
…………… 22
Een opnamemodus met
bewegingsdetectie selecteren
……………… 23
Het aanraakscherm en geluid instellen
… 24
Het type weergave voor het
aanraakscherm instellen
……………………… 24
Het geluid instellen
…………………………… 24
Foto's maken
……………………………… 25
Zoomen
……………………………………… 26
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
…… 27
Tips om betere foto's te maken
………… 28
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera, pictogrammen en basisfuncties voor het maken
van opnamen.
Basisfuncties
14
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
Camera AC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterij
Polslus Schermpen Gebruiksaanwijzing op
cd-rom
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui
A/V-kabel
Geheugenkaart
(microSD
TM
)
Batterijoplader
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt.
Batterijklep
Plaatsing van batterij en
geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
Luidspreker
Ontspanknop
[POWER]
AF-lampje/timerlampje
Flitser
Lens
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van
het draadloos netwerk
Basisfuncties
16
Onderdelen en knoppen van de camera
Zoomknop
In- en uitzooment
Inzoomen op een deel van de foto of t
bestanden als miniaturen weergeven
USB- en A/V-poort
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
Weergaveknop
Aanraakscherm
1
2
Microfoon
Statuslampje
Knippertt : bij opslaan van een foto of video, uitlezen door
een computer of printer of bij een onscherp onderwerp
Licht opt : bij aansluiting op een computer of wanneer er
op het onderwerp is scherpgesteld
Basisfuncties
17
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst.
Geheugenkaart
Batterij
Batterijvergrendeling
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Basisfuncties
18
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [Weergaveknop]. De camera wordt ingeschakeld en
gaat direct naar de weergavemodus.
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Roodt : bezig met opladen
Groent : volledig opgeladen
Basisfuncties
19
De eerste instellingen uitvoeren
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
Stel de datum en tijd in en selecteer
6
.
Datum/tijd aanpassen
Selecteer
7
Aanraakkalibratie.
Tik met de pen op het plusteken op het scherm.
8
Aanraakkalibratie
Het beste resultaat krijgt u als u precies in het midden van het plusteken tikt.
Selecteer
9
om naar de opnamemodus te gaan.
Selecteer
1
Language.
Selecteer een taal.
2
Selecteer
3
Tijdzone.
Selecteer een tijdzone en selecteer
4
.
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u t .
Tijdzone
Londen
Selecteer
5
Datum/tijd aanpassen.
Basisfuncties
20
Pictogram Beschrijving
l
t : Bewegingsdetectie
N
t : Netwerkmenu’s
M
t : Menu voor
opname-instellingen
f
Opname-instellingen
t : Belichtingswaarde
t : Witbalans
t : ISO-waarde
t : Gezichtstint
t : Gezichtsretouchering
t : Scherpstelgebied
t : Gezichtsdetectie
t : Fotoresolutie
t : Videoresolutie
t : Fotokwaliteit
t : Framesnelheid
t : Belichting met ACB
t : Lichtmeting
t : Type serie-opname
t : Fotostijlen
t : Intelligent filtereffect
t : Beeldaanpassing (scherpte,
contrast, kleurverzadiging)
t : Lange sluitertijd
t : Digitale beeldstabilisatie (DIS)
t : Geluidsopname
<>
t : Volgende rij instellingen
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
p
Opnamemodus
Diafragma en sluitertijd
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Framesnelheid
Belichtingswaarde
ISO-waarde
Witbalans
Gezichtsdetectie
Serieopnamen
Beeldaanpassing (scherpte, contrast,
kleurverzadiging)
Fotostijlen
Pictogram Beschrijving
Intelligent filtereffect
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
t : Volledig opgeladen
t : Deels opgeladen
t : Opladen noodzakelijk
Zoomverhouding
Spraakmemo
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Instellingenreeks 1 (van 3)
Huidige datum en tijd
Rasterlijnen
2
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram Beschrijving
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Zelfontspannerinstelling
Type weergave
Aanraakschermvergrendeling
1
2
Basisfuncties
21
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Gebruik de meegeleverde schermpen om items op het scherm aan te raken of over
het scherm te slepen.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Slepen
Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen.
-2 -1 0 +2-2 -
1
0
0
+
2+1
EV
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en
potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de t
schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar
een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende
effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met
de schermpen te slepen.
Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u:t
meerdere items tegelijk aanraakt -
de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt -
de camera gebruikt in combinatie met een lcd-beschermlaag of een -
ander lcd-accessoire
Als u het scherm met uw vinger aanraakt, herkent het scherm uw t
invoer misschien niet.
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donkerder lijken. t
Pas de helderheid of de kijkhoek aan.
Basisfuncties
22
Een opnamemodus selecteren
Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen.
Modus Beschrijving
S
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 31)
a
Auto: hiermee maakt u snel een foto met de minimale
instellingen. (pag. 25)
p
Programma: hiermee stelt u zelf opties in voor de foto
die u maakt. (pag. 35)
s
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf
ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 32)
D
Intelligente scènedetectie: hiermee neemt u
een video op, waarbij de camera automatisch een
geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 37)
v
Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 36)
Selecteer het moduspictogram.
1
Selecteer een modus.
2
Basisfuncties
23
Een opnamemodus selecteren
Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 31)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt, zoals weergegeven.
Een opnamemodus met bewegingsdetectie
selecteren
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de
camera te kantelen.
Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op
.
Naar de Film-modus gaan (pag. 36)
Naar de Programma-modus gaan (pag. 35)
Basisfuncties
24
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Optie Beschrijving
Verberg: hiermee worden pictogrammen op het scherm
verborgen als u 3 seconden lang geen handelingen
uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen
opnieuw weer te geven).
Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De
rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak
uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen
van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de
opnamemodus.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Piepjes.
Selecteer een optie.
3
Optie Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
Aan
De camera laat een geluid klinken.
Selecteer
4
om terug te gaan naar de vorige modus.
Het type weergave voor het aanraakscherm
instellen
Selecteer in de opnamemodus
1
.
(Selecteer in de weergavemodus
.)
Selecteer een optie.
2
Volledig
Optie Beschrijving
Aanraakvergrendeling: Het aanraakscherm is tijdens
de opname vergrendeld. (Tik op
en houd deze
ingedrukt totdat
bereikt om het aanraakscherm
te ontgrendelen.)
Volledig: In de opnamemodus, altijd pictogrammen op
het scherm weergeven. In de weergavemodus, altijd
pictogrammen en informatie op het scherm weergeven.
Basis: In de weergavemodus, altijd pictogrammen op het
scherm weergeven.
Basisfuncties
25
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken.
Zorg dat de camera in
1
a
-modus (Auto) staat, de
standaardopnamemodus.
Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram t

a
.
Kadreer het onderwerp.
2
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 28 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
26
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
een optische functie voor inzoomen tot 3x en een digitale functie
voor inzoomen tot 3x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 9 keer
inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomverhouding
De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt.
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Zoomindicator
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi t
S
,
s
(in bepaalde scènes),
D
en
v
en in combinatie met
Gezichtsdetectie en Smart filter.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Basisfuncties
27
Foto's maken
DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:t
wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te -
volgen
wanneer u digitale zoom gebruikt -
wanneer de camera te veel trilt -
wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij -
selectie van Nacht in de modus
s
)
wanneer de batterij bijna leeg is -
wanneer u een close-up neemt -
In sommige scènes is de DIS-functie niet beschikbaar.t
Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in t
dat geval de camera uit en weer in zodat de DIS-functie weer naar
behoren werkt.
Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal
beperken.
Vóór correctie Na correctie
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
.
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit: de DIS-functie uitzetten.
Aan: de DIS-functie aanzetten.
ps
Basisfuncties
28
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De sluiterknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [t Ontspanknop] om
een foto te maken als het
kader groen is.
Pas het kader aan en druk t
[Ontspanknop] nogmaals
half in als het kader rood is.
Tips om betere foto's te maken
Bewegingsonscherpte verminderen
Stel de DIS-optie (Digitale beeldstabilisatie ) in
om de bewegingsonscherpte te reduceren.
(pag. 27)
Als
h
wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op t Invulflits. (pag. 45)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 46)
Basisfuncties
29
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 45)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
voor continuopnamen
of bewegingsdetectie.
(pag. 59)
Opnamemodi
…………………………………………… 31
De Smart Auto-modus gebruiken
……………………… 31
De Scènemodus gebruiken
…………………………… 32
De Beautyshot-modus gebruiken
……………………… 33
Kaderlijnen gebruiken
…………………………………… 34
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
…………… 34
De Programmamodus gebruiken
……………………… 35
Een video opnemen
…………………………………… 36
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken
………… 37
Spraakmemo's opnemen
……………………………… 39
Een spraakmemo opnemen
…………………………… 39
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………… 39
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus
te selecteren en over hoe u video's en spraakmemo's opneemt.
Uitgebreide functies
31
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het
donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is
alleen bij gebruik van een statief beschikbaar.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen. De modus is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
S
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Uitgebreide functies
32
Opnamemodi
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
Selecteer in de opnamemodus
1
a

s
.
Selecteer een scène.
2
Scène
Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties
Zie voor de modus t Beautyshot het gedeelte “De Beautyshot-
modus gebruiken” op pagina 33.
Zie voor de modus t Kaderlijnen het gedeelte “Kaderlijnen
gebruiken” op pagina 34.
Voor de modus t Nacht, zie “De belichting in de Nachtmodus
aanpassen” op pagina 34.
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, verandert t
S
niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus t
niet
wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af.
Uitgebreide functies
33
Opnamemodi
Als u onvolkomenheden in het gezicht wilt verbergen,
3
selecteert u een optie.
Selecteer een hogere instelling om een groter aantal t
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
Kadreer het onderwerp en druk [
4
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
5
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
De Beautyshot-modus gebruiken
Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
 .
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
2
lijken (alleen het gezicht), selecteert u
f
 een
optie.
Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten t
lijken.
Niveau 2
Uitgebreide functies
34
Opnamemodi
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter langer open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
.
Selecteer
2
f
Diafragma.
Diafragma
Sluitertijd
Selecteer een optie.
3
Kaderlijnen gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u
de scène instellen met behulp van de kaderlijnen. De kaderlijnen
helpen degene die een foto van u maakt door het gedeelte van
de vooraf gekadreerde scène te laten zien.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
.
Kadreer het onderwerp en druk op [
2
Ontspanknop].
Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen t
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: Terug
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
3
Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de t
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Selecteer
4
om de kaderlijnen op te heffen.
Uitgebreide functies
35
Opnamemodi
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen
(met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
Selecteer in de opnamemodus
1
a
p
.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “
2
Opname-
instellingen”.)
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Selecteer
4
Sluitertijd.
Sluitertijd
Diafragma
Selecteer een waarde om de sluitertijd aan te passen en
5
selecteer .
Kadreer het onderwerp en druk [
6
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
7
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Uitgebreide functies
36
Opnamemodi
30 fps
is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240.
Selecteer
3
>
 een geluidsoptie.
Optie Beschrijving
Uit : hiermee kunt u een video zonder geluid opnemen.
Aan: hiermee kunt u een video met geluid opnemen.
Zoom gedempt: hiermee kunt u een video opnemen
zonder geluid tijdens in-/uitzoomen.
Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met
4
opties, zie “Opname-instellingen”.)
Druk op [
5
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op [
6
Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Een video opnemen
U kunt video’s in high-definition van maximaal 20 minuten
opnemen. De video-opname wordt opgeslagen als een MP4
bestand (H.264).
H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met t
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het t
zoomgeluid op de video hoorbaar zijn.
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met t
high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen t
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het
opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid
geheugenkaarten met een hoge schrijfsnelheid.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
v
.
Selecteer
2
f
een opnamesnelheid
(het aantal frames per seconde).
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, t
maar wordt het bestand ook groter.
Uitgebreide functies
37
Opnamemodi
De Intelligente scènedetectiemodus
gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
D
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij het maken van video’s van
landschappen.
Verschijnt bij het maken van video’s van heldere
luchten.
Verschijnt bij het maken van video’s van beboste
gebieden.
Verschijnt bij het maken van video’s van
zonsondergangen.
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Selecteer
om de opname te pauzeren. Selecteer om verder
te gaan.
Stop: Sluiter
Uitgebreide functies
38
Opnamemodi
Druk op de [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
4
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Als de camera geen scènemodus herkent, verandert t
D
niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
In de modus Intelligente scènedetectie kunt u geen intelligente t
filtereffecten of fotostijlen instellen.
Uitgebreide functies
39
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
aps
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
(In sommige modi selecteert u
f
>
(tweemaal)
.)
Memo
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
2
Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen t
van een spraakmemo.
Neem een korte spraakmemo op
3
(maximaal 10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een spraakmemo opnemen
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
(In sommige modi selecteert u
f
>
(tweemaal)
.)
Opname
Druk op [
2
Ontspanknop] om de opname te starten.
Selecteer t om de opname te pauzeren en om verder te
gaan.
Wanneer het opnemen begint, wordt de resterende tijd boven t
in het scherm door de bestandsnaam vervangen.
U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.t
Druk op [
3
Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Selecteer
4
om naar de opnamemodus over te
schakelen.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 41
De resolutie selecteren
……………………… 41
De beeldkwaliteit selecteren
………………… 42
De zelfontspanner gebruiken
……………… 43
Opnamen in het donker maken
………… 45
Rode ogen voorkomen
……………………… 45
De flitser gebruiken
…………………………… 45
De ISO-waarde aanpassen
………………… 46
De scherpstelling aanpassen
…………… 47
Macro gebruiken
…………………………… 47
Autofocus gebruiken
………………………… 47
Smart Touch AF gebruiken
…………………… 48
One Touch-opname
………………………… 49
Het scherpstelgebied aanpassen
…………… 49
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 50
Gezichten detecteren
………………………… 50
Een zelfportret maken
……………………… 51
Een foto van een lachend gezicht maken
…… 51
Knipperende ogen detecteren
……………… 52
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken
……… 52
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
53
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 54
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 54
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
………… 55
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 56
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
………… 57
Serie-opnamen
…………………………… 59
Foto's mooier maken
……………………… 60
Fotostijlen toepassen
………………………… 60
Intelligente filtereffecten toepassen
………… 61
Foto's aanpassen
…………………………… 62
Opname-instellingen
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opname-instellingen
41
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
Optie Beschrijving
4320 X 3240: Afdrukken op A1-papier.
4000 X 3000: Afdrukken op A1-papier.
4320 X 2880: Afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4320 X 2432: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-papier.
2560 X 1920: Afdrukken op A4-papier.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
1024 X 768: Bij een e-mail voegen.
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
Wanneer u een foto gaat maken doet u het volgende:
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
4320 X 2432
SapsDv
Opname-instellingen
42
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Wanneer u een video gaat opnemen doet u het volgende:
Selecteer in de modi
1
D
en
v
de opties
f
.
Selecteer een optie.
2
1280 X 720 HQ
Optie Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
afspelen op een HDTV.
1280 X 720: Afspelen op een HDTV.
640 X 480: Afspelen op een gewone televisie.
320 X 240: Afspelen op een webpagina.
Om te delen: Op een website plaatsen via het
draadloos netwerk (maximaal 30 seconden).
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-
indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
Hoog
Optie Beschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
aps
Opname-instellingen
43
De zelfontspanner gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
SapsDv
Druk op [
3
Ontspanknop] om de zelfontspanner te
starten.
Het AF-lampje/timerlampje knippert. De camera maakt na de t
ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
Selecteer het zelfontspannerpictogram of druk op [t Ontspanknop] om
de zelfontspanner uit te schakelen.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is t
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Uit
Optie Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: hiermee wordt er na 10 seconden een foto
gemaakt.
2 sec: hiermee wordt er na 2 seconden een foto
gemaakt.
Dubbel: hiermee wordt er eerst na 10 seconden een
foto gemaakt en 2 seconden daarna een tweede.
Bewegingstimer: na detectie van uw beweging wordt
er een foto gemaakt. (pag. 44)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opname-instellingen
44
De zelfontspanner gebruiken
Poseer voor de foto terwijl het AF-lampje/timerlampje
5
knippert.
Het AF-lampje/timerlampje stopt met knipperen vlak voordat t
de camera een foto neemt.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera.t
uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg.t
er is te veel licht of tegenlicht.t
het onderwerp is dicht genoeg bij u om het AF-lampje te reflecteren.t
De bewegingstimer gebruiken
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Druk op [
2
Ontspanknop].
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op
3
[Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op
maximaal 3 m afstand.
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de
4
zelfontspanner te activeren.
Als de camera u detecteert begint het AF-lampje/timerlampje t
snel te knipperen.
Het detectiebereik van
de bewegingstimer
Opname-instellingen
45
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Auto
Optie Beschrijving
Uit:
De flitser gaat niet af.t
Er wordt een waarschuwing voor bewegingsonscherpte t
(
) weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen
maakt.
Auto: In de modus
S
selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Saps
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-
rode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
Deze optie is alleen in bepaalde scènemodi beschikbaar.
ap
Opname-instellingen
46
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
Selecteer t om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Auto
Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.
p
Optie Beschrijving
Rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera gaat rode ogen tegen.t
Invulflits:
De flitser gaat altijd af.t
De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.t
Langz sync:
De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.t
Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt t
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Anti-rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera corrigeert rode ogen door middel van t
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serie-opnamen of als u t
Knipperen of Zelfportret selecteert.
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de t
flitser bevindt. (pag. 122)
Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen t
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
Opname-instellingen
47
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken selecteert u de juiste scherpsteloptie
al naar gelang de afstand tot het onderwerp.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Normaal (AF)
Optie Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand.
Auto macro: scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 10 cm afstand (meer dan 50 cm bij het
gebruik van de zoomfunctie).
Macro: scherpstellen op een onderwerp op
10 - 80 cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de
zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apDv
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus
gebruiken”.
Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan t
40 cm bedraagt.
aDv
Opname-instellingen
48
De scherpstelling aanpassen
Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het t
scherpstelkader midden in het beeld.
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:t
het onderwerp is te klein of verplaatst zich -
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond -
overeen
de camera trilt erg -
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen t
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het t
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor t
gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Smart Touch AF gebruiken
Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Raak in het aanraakgedeelte (door een kader
2
aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan.
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het t
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.t
Een groen kader wanneer u [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
aps
Opname-instellingen
49
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
Centrum AF
Optie Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld)
Multi AF: scherpstellen op een of meer van de 9
mogelijke gebieden.
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp
door het beeld op het scherm aan te raken. Blijf het
onderwerp aanraken om de foto te maken.
Smart Touch AF: scherpstellen op en volgen van het
onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 48)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
aps
One Touch-opname
U kunt met druk van uw vinger op uw onderwerp scherpstellen
en een foto maken.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Raak een onderwerp aan om op scherp te stellen.
2
Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken.
3
Blijf aanraken totdat de niveau-indicator gevuld is. t
Als u een ander gedeelte gedurende korte tijd aanraakt, verandert het t
gezichtsdetectiekader in een normaal kader.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor t
reeksopnamen, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
aps
Opname-instellingen
50
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto
te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. U kunt tevens Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te
registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven.
aps
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 gezichten).
Selecteer in de opnamemodus f . Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de t
camera gezichten.
Als u wilt scherpstellen op gezichten in grijze kaders, raakt u deze aan t
om erop scherp te stellen.
Als de optie voor reeksopnamen in gebruik is, worden de t
gedetecteerde gezichten mogelijk niet geregistreerd.
In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.t
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:t
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het -
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
het is te licht of te donker -
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn -
veranderlijk
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch -
Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl, t
een intelligent foto-effect of smart touch AF.
Als u de optie voor gezichtsdetectie gebruikt, werkt de digitale t
zoomfunctie niet.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is t
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde t
opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Als u foto’s van gedetecteerde gezichten maakt, worden deze t
opgeslagen in de lijst met gezichten.
In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op t
volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 68) Ook als gezichten
zijn geregistreerd, worden ze mogelijk in de weergavemodus niet
geclassificeerd.
Het gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd komt t
mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor.
Opname-instellingen
51
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
Selecteer in de opnamemodus f . De camera
herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht.
Een zelfportret maken
U kunt foto’s van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op
close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op
2
[Ontspanknop].
U kunt de piep in- en uitschakelen door bij de geluidsinstellingen t
Zelfportret te selecteren. (pag. 108)
Als u het volume bij Instellingen uitschakelt, zal de camera geen piepje t
laten klinken.
Opname-instellingen
52
Gezichtsdetectie gebruiken
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. Met deze functie krijgt de scherpstelling van deze
gezichten en favoriete gezichten prioriteit. Deze functie is alleen bij
gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus f . Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
t : Hiermee worden favoriete gezichten aangegeven (zie
pagina 53 voor het registreren van favoriete gezichten).
t : Hiermee worden gezichten aangegeven die automatisch
door de camera worden geregistreerd.
De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed t
in extreme lichtomstandigheden, bij drastische veranderingen in
de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het
onderwerp de bril wel of niet draagt.
De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als t
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
De camera kan maximaal 5 gezichten in een scène detecteren.t
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
Selecteer in de opnamemodus f .
Houd de camera stil terwijl “t Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding t
Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat
geval nog een foto.
Opname-instellingen
53
Gezichtsdetectie gebruiken
Selecteer
3
wanneer de lijst met gezichten verschijnt.
Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een t
aangegeven.
U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.t
De flitseroptie wordt op t Uit ingesteld.
Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten t
uit de lijst verwijderen.
Uw favoriete gezichten weergeven
Selecteer in de opnamemodus
1
f
  .
Selecteer
2
om uw favoriete gezichten weer te geven.
Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, t
selecteert u . (pag. 68)
Als u uw favoriete gezichten wilt annuleren, selecteert u t
.
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Kadreer het onderwerp met de ovalen kaderlijn en druk
2
op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren.
Als het gezicht van het onderwerp niet is gekadreerd met de t
ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven.
U neemt 5 foto’s van het gezicht: van de voorkant, van links, t
van rechts, van boven en van onderen.
Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon t
tegelijk.
Opname-instellingen
54
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-) Neutraal (0) Helderder (+)
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
2
+: helderder, -: donkerdert
-2 -1 0 +2-2 -
1
0
0
+
2+1
EV
pv
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Selecteer
3
.
De aangepaste belichting wordt op de onderstaande wijze t
weergegeven.
Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. t
Mogelijk moet deze later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u t AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan 3 foto’s achter elkaar
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 59)
Opname-instellingen
55
Helderheid en kleur aanpassen
Optie Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld.
Aan: ACB is ingeschakeld.
In de t
a
-modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer t Continu,
Bewegingsopname of AEB wordt gebruikt.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
 .
Selecteer een optie.
2
Uit
p
Opname-instellingen
56
Helderheid en kleur aanpassen
Optie Beschrijving
Spot:
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het t
uiterste midden van het kader.
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld t
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.t
Centr. gewogen:
De camera bepaalt een gemiddelde voor de t
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk
op het midden.
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in t
het midden van het beeld bevindt.
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's
varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
(Selecteer in de modus
p
de opties
f

>
 .)
Selecteer een optie.
2
Multi
Optie Beschrijving
Multi:
De camera verdeelt het beeld onder in diverse t
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
Geschikt voor algemene foto's.t
pv
Opname-instellingen
57
Helderheid en kleur aanpassen
Selecteer een optie.
2
Auto witbalans
Optie Beschrijving
Auto witbalans: Automatische instellingen die per
lichtomstandigheid verschillen.
Daglicht: Voor foto's in de buitenlucht op een zonnige
dag.
Bewolkt: Voor foto's in de buitenlucht op een
bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Voor foto's bij daglichtlampen of drie-
wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: Voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: Uw vooraf gedefinieerde
instellingen gebruiken. (pag. 58)
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
pv
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron
en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren
wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de
witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of
Kunstlicht.
Auto witbalans Daglicht
Bewolkt Kunstlicht
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
Opname-instellingen
58
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt zelf de witbalans definiëren door een foto te maken van
een wit oppervlak, zoals een stuk papier. Hiermee kunt u de
kleuren in de foto aan de hand van de lichtomstandigheid laten
overeenstemmen met de daadwerkelijke scène.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Richt de lens op een wit stuk papier.
2
Druk op [
3
Ontspanknop].
Opname-instellingen
59
Serie-opnamen
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serie-opnamen.
p
Optie Beschrijving
1 opname: hiermee maakt u een foto tegelijk.
Continu:
Terwijl u [t Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de t
capaciteit van de geheugenkaart.
Bewegingsopname: Terwijl u [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's
per seconde, met een maximum van 30 foto's).
AEB:
Hiermee maakt u 3 foto's met een verschillende t
belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te t
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
U kunt de flitser en zelfontspanner alleen gebruiken wanneer u t
1 opname selecteert.
Als u t Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-waarde op Auto.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn t
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
U kunt continuopnamen maken als u de Kinderenmodus in de t
Scènemodus selecteert.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
.
Selecteer een optie.
2
1 opname
Opname-instellingen
60
Foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen, kleuren of Intelligente filtereffecten toe te passen en door
aanpassingen uit te voeren.
Uw eigen RGB-tint definiëren
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
(Selecteer in de modus
p
de opties
f

>
 .)
Selecteer
2
.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
3
Pas de mate van de geselecteerde kleur aan.
4
Aangep. RGB
Selecteer
5
.
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos.
Zacht Helder Bos
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
(Selecteer in de modus
p
de opties
f

>
 .)
Selecteer een optie.
2
Selecteer t om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Normaal
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsherkenning, intelligente filtereffecten en beeldbewerking in te stellen.
apv
Opname-instellingen
61
Foto's mooier maken
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
(Selecteer in de modus
p
de opties
f

>
 .)
Selecteer een effect.
2
Optie Beschrijving
Normaal: Geen effect
Miniatuur: Laat een foto van een levensgrote locatie
of object er uitzien als een foto van een miniatuur
schaalmodel. Door delen van de foto vaag af te
beelden, lijkt een scène veel kleiner dan deze in
werkelijkheid is.
Vignetten: Pas retro-kleuren, een hoog contrast en
sterke vignettering toe.
Visoog 1: Vervorm nabije objecten om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Visoog 2: Maak de randen van het kader donkerder
en vervorm nabije objecten om de visuele effecten
van een vissenooglens te imiteren.
Schets: Laat de foto op een tekening lijken.
Anti-nevel: Maak de foto helderder.
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog 1 Visoog 2
apv
Opname-instellingen
62
Foto's mooier maken
Foto's aanpassen
U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
Selecteer een aanpassingsoptie.
2
t : Scherpte
t : Contrast
t : Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
3
aan te passen.
-2 -1 +2
-
2
-1
+
2+10
Scherpte
Scherpteoptie Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt
voor fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker
te maken. Hierdoor kan ook de
beeldruis in de foto's toenemen.
p
Als u tijdens een video-opname t Miniatuur selecteert, wordt de
opnametijd hiervoor met het pictogram
weergegeven. Deze is
korter dan de daadwerkelijke opnametijd.
Als u tijdens een video-opname t Miniatuur selecteert, wordt het geluid
niet opgenomen.
Wanneer u een intelligent filtereffect toepast terwijl u een video t
opneemt, wordt de opnamesnelheid op
ingesteld en wordt de
opnameresolutie minder dan
.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor t
fotostijlen en beeldbewerking in te stellen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.t
Wanneer u t Schets selecteert, wordt de foto automatisch verkleind
tot
of kleiner.
Opname-instellingen
63
Foto's mooier maken
Contrastoptie Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Kleurverzadigingsoptie Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
Selecteer t 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk de opties voor t
gezichtsherkenning, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Weergeven
………………………………… 65
De weergavemodus starten
………………… 65
Een video afspelen
…………………………… 73
Een spraakmemo afspelen
………………… 74
Foto's bewerken
…………………………… 76
Een foto draaien
……………………………… 76
Foto's in grootte aanpassen
………………… 76
Slim bijsnijden gebruiken
…………………… 77
Fotostijlen toepassen
………………………… 77
Intelligente filtereffecten toepassen
………… 78
Een speciaal effect toepassen
……………… 79
Foto bijwerken
……………………………… 80
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
………… 80
Bestanden op een tv weergeven
………… 82
Bestanden naar de computer overbrengen
(Windows)
…………………………………… 83
Bestanden overbrengen met behulp
van Intelli-studio
……………………………… 84
Bestanden overbrengen door de camera
als een verwisselbare schijf aan te sluiten
…… 86
De camera loskoppelen (Windows XP)
……… 87
Bestanden naar de computer
overbrengen (Macintosh)
………………… 88
Foto's met een fotoprinter
afdrukken (PictBridge)
…………………… 89
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Weergeven en bewerken
65
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de t
geheugenkaart.
Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant t
zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven.
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
Druk op
1
[Weergaveknop].
Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen t
wordt weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.t
Sleep bestanden naar links of rechts om door
2
bestanden te scrollen.
Selecteer t
<
om het vorige bestand weer te geven. Blijf het
scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
Selecteer t
>
om het volgende bestand weer te geven. Blijf
het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
Weergeven en bewerken
66
Weergeven
Een menu openen met behulp van bewegingsdetectie
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel een menu kunt openen door de camera te
kantelen.
Kantel in de weergavemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op
.
Hiermee stelt u het huidige bestand als uw favoriete foto in*
(
verschijnt boven aan het bestand.)
Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de huidige foto
(
verschijnt boven aan het bestand.)
* U kunt geen favoriete bestanden instellen voor het volgende:
video’s of spraakmemo’s -
foto’s met fouten of vergrendelde foto’s -
foto’s die met een camera van een andere fabrikant zijn gemaakt -
foto’s die met behulp van bewegingsdetectie zijn gemaakt -
foto’s die te groot zijn voor het beschikbare geheugen -
Bestanden weergeven met bewegingsherkenning
U kunt bestanden bekijken door de camera te kantelen.
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera t
parallel aan de grond houdt.
Als u de camera tijdens het weergeven van een foto 90° t
of 180° draait, wordt de stand van de foto automatisch
aangepast.
Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u in de t
weergavemodus M . Gebarenoverzicht Uit.
Weergeven en bewerken
67
Weergeven
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
Pictogram Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
v
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Foto bevat een geregistreerd gezicht; alleen beschikbaar bij
gebruik van een geheugenkaart
Favoriet bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Hiermee opent u de lijst met gezichten (pag. 68);
alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart
Hiermee wist u bestanden (pag. 71)
Hiermee start u een diavertoning (pag. 72)
Hiermee kunt u foto's bewerken (pag. 76)
Hiermee start u een diavertoning (pag. 72)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt.
Weergeven en bewerken
68
Weergeven
Selecteer
2
een gezicht.
Rangorde wijzigen
Selecteer
3
,
of
.
om de classificatie van het gezicht te
wijzigen en selecteer .
Pictogram Beschrijving
Hiermee selecteert u een weergavetype (pag. 24)
Hiermee selecteert u een menu met behulp van
bewegingsdetectie (pag. 66)
N
Netwerkmenu’s gebruiken (pag. 91)
M
Weergave- en instellingenmenu's
Weergavetijd van video’s en spraakmemo’s
Hiermee speelt u video's of spraakmemo's af
(Video pag. 73/Spraakmemo pag. 74)
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt de classificatie van uw favoriete gezichten aanpassen en
de gezichten verwijderen. Deze functie is alleen bij gebruik van
een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Gezichtenlijst
Selecteer t om uw favoriete gezichten te annuleren.
Weergeven en bewerken
69
Weergeven
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
Selecteer een datum, bestandstype, weekdag, kleur of
3
gezicht.
U kunt ook uw vinger op t
<
of
>
houden om door data,
bestandstypen, weekdagen, kleuren en gezichten te scrollen.
Selecteer
4
<
of
>
om door bestanden te scrollen.
Selecteer
5
om naar de normale weergave terug te
gaan.
Wanneer u een categorie en een menu met miniaturen selecteert (zoals
voor het verwijderen van meerdere bestanden tegelijk of het beschermen
van geselecteerde bestanden) geeft de camera alle bestanden gesorteerd
op categorie weer of alleen de bestanden die met de categorie-optie
overeenkomen.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
U kunt Smart Album ook openen door de [t Zoomknop] naar
links te draaien.
Selecteer
2
een categorie
Type
Datum
Kleur
Week
Favoriet
Gezicht
Optie Beschrijving
Type
Hiermee worden bestanden gesorteerd op bestandstype
weergegeven.
Datum
Hiermee worden bestanden op volgorde van de
opslagdatum weergegeven.
Kleur
Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante
kleur in het beeld weergegeven.
W
eek
Hiermee worden bestanden weergegeven op volgorde van
de weekdag waarop ze zijn opgeslagen.
Favoriet Hiermee worden uw favoriete bestanden weergegeven.
Gezicht
Hiermee worden bestanden gesorteerd op herkende en
favoriete gezichten weergegeven. (Maximaal 20 personen)
Weergeven en bewerken
70
Weergeven
Bestanden als miniatuur weergeven
U kunt snel miniaturen van bestanden bekijken.
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 16 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Functie Actie
Door bestanden
scrollen
Selecteer
<
of
>
of schuif uw vinger naar
links of rechts over het scherm om door de
bestanden te scrollen.
Een bestand
weergeven
Selecteer een miniatuur.
Bestanden wissen
Selecteer . (pag. 71)
Weergeven in 3D
Selecteer .
Een categorie
selecteren
Selecteer .
Wanneer u in miniatuurmodus bestanden versleept, kunnen er
indicatorpictogrammen verschijnen nadat de miniaturen zijn geladen.
Bestanden in 3D-weergave bekijken
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden
2
te scrollen.
Sleep bestanden naar links of rechts om ze sneller te t
verplaatsen. Hoe verder u een pictogram over het scherm
sleept, des te sneller worden de bestanden verplaatst.
Selecteer t
om bestanden in Smart Album weer te geven.
1/5
Selecteer een bestand in het midden van het scherm om
3
het schermvullend weer te geven.
Selecteer het bestand om naar de 3D-weergave terug te t
keren.
In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo’s afspelen.t
De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten t
op een televisie.
Weergeven en bewerken
71
Weergeven
Bestanden wissen
U kunt afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk wissen.
Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen
Selecteer in de weergavemodus een bestand
1
.
Selecteer
2
Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen
Selecteer in de weergavemodus
1
Meer wissen.
Selecteer de bestanden die u wilt wissen.
2
Selecteer t om alle bestanden in het huidige scherm te
selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
3
Ja.
Bestanden beveiligen
U kunt uw bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per
ongeluk worden gewist.
Bestanden selecteren en beveiligen
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Beveiligen Select..
Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen.
3
Selecteer t om alle bestanden te selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
4
.
Alle bestanden beschermen
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Beveiligen Alles Vergrendel.
Weergeven en bewerken
72
Weergeven
Pictogram Beschrijving
Hiermee wist u het bestand.
Hiermee snijdt u de vergrote foto bij (de foto wordt als
een nieuw bestand opgeslagen).
Hiermee keert u terug naar de oorspronkelijke weergave.
X2.0
Zoomverhouding
Een diavertoning starten
U kunt de diavertoning van geluid en effecten voorzien. Deze
functie werkt niet voor video's en spraakmemo's.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Stel een effect voor de diavertoning in.
2
Optie Beschrijving
Foto's: Hiermee selecteert u foto’s voor uw
diavertoning (maximaal 2000).
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
.
Kopie.
Selecteer
3
Ja om bestanden te kopiëren.
Een foto vergroten
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai
de [Zoomknop] naar links om een foto te
verkleinen).
Het vergrote gebied wordt boven aan het scherm weergegeven.
De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen.
Scroll in de richting die u wenst.
Weergeven en bewerken
73
Weergeven
Een video afspelen
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
Selecteer in de weergavemodus een video
1
.
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of dempen.
Optie Beschrijving
Afsp.mod.: Hiermee stelt u in of de vertoning wordt
herhaald.
Interval: Hiermee stelt u het interval tussen foto's in.
Dit is beschikbaar wanneer u t Effect instelt op
.
Bij gebruik met een andere effectoptie dan t
wordt het interval op 1 sec. ingesteld.
Muziek: Hier selecteert u achtergrondmuziek.
Effect:
Hier selecteert u een overgangseffect.t
Selecteer t voor geen effecten.
Selecteer
3
om de diavertoning te starten.
Raak het scherm aan (geen optiepictogrammen) om de t
diavertoning te onderbreken.
Selecteer t
om het volume van het achtergrondgeluid bij te
stellen of het geluid te dempen.
Selecteer t
om naar de weergavemodus over te schakelen.
Weergeven en bewerken
74
Weergeven
Een spraakmemo afspelen
Een spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo
1
.
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of dempen.
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
Selecteer
1
op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten beginnen en selecteer
.
Selecteer
2
om het afspelen te hervatten.
Selecteer
3
op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten eindigen.
Selecteer
4
.
Selecteer
5
Ja.
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.t
De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.t
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
Selecteer
1
op het punt waarop u een foto wilt opslaan.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
Ja.
Afzonderlijke beelden die worden bewaard, hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Weergeven en bewerken
75
Weergeven
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een foto met
1
spraakmemo .
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Het volume aanpassen of dempen.
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
M
.
Selecteer
2
Spraakmemo Aan.
Druk op [
3
Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Weergeven en bewerken
76
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.t
Wanneer u foto’s van t
of groter bewerkt, worden deze automatisch naar een lagere resolutie omgezet (behalve wanneer u foto’s draait of in grootte aanpast).
Foto's in grootte aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Selecteer t om de foto als beginafbeelding op te slaan.
(pag. 108)
1920 X 1080
Selecteer
3
.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Een foto draaien
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Links 90 gr.
Selecteer
3
.
De gedraaide foto wordt als hetzelfde bestand opgeslagen, niet als een nieuw
bestand.
Weergeven en bewerken
77
Foto's bewerken
Fotostijlen toepassen
Pas een andere kleurtint op de foto toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Zacht Helder Bos
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Selecteer t om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Zacht
Selecteer
3
.
Slim bijsnijden gebruiken
Selecteer een deel van de foto om te vergroten en sla de foto als
nieuw bestand op.
Selecteer in de weergavemodus een foto
1

Selecteer
2
.
Selecteer 4 punten op het aanraakscherm om een
3
gebied te selecteren.
Selecteer
4
.
De foto wordt als nieuw bestand opgeslagen.t
De nieuwe bestandsgrootte wordt gereduceerd, ongeacht de oorspronkelijke
grootte.
Weergeven en bewerken
78
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
 

.
Selecteer een kleur (R: Rood, G: Groen, B: Blauw).
2
Pas de mate van de kleur aan.
3
Aangep. RGB
Selecteer
4
.
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Miniatuur Vignetten
Visoog 1 Visoog 2
Weergeven en bewerken
79
Foto's bewerken
Een speciaal effect toepassen
Pas speciale effecten op foto's toe, zoals kleurfilters en
ruiseffecten. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand
opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Elegant
Optie Beschrijving
Kleurenfilter: hiermee verandert u de
achtergrondkleuren in zwart-wit om het
hoofdonderwerp daartegen te laten afsteken.
Elegant: hiermee past u effecten toe om de foto
helderder en zachter te maken.
Ruis toevoegen: hiermee voegt u ruis aan de foto toe
voor een ouderwetse uitstraling.
Gezichtretouch.: retoucheer de portretfoto’s en laat
gezichten helderder en duidelijker overkomen.
Selecteer
3
.
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een effect.
Miniatuur
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
80
Foto's bewerken
ACB (automatische contrastverbetering) aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in, zoals het
aantal afdrukken en het papierformaat.
De geheugenkaart kan naar een printshop worden gebracht die DPOF t
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant t
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.t
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
DPOF Select..
Als u alle bestanden wilt afdrukken, selecteert u t Alles en gaat
u naar stap
5
.
Foto bijwerken
Verwijder rode ogen of pas de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aan. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand
opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een aanpassingsoptie.
t : Helderheid
t : Contrast
t : Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
3
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Selecteer
4
.
Rode ogen verwijderen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
81
Foto's bewerken
Selecteer foto's die u wilt afdrukken.
3
Selecteer t om alle bestanden te selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
4
.
Stel
5
DPOF-opties in.
Optie Beschrijving
Hier stelt u in of u de foto's als miniaturen wilt
afdrukken. (Selecteer
om foto's als miniaturen af
te drukken.)
Hier geeft u de afdrukgrootte op.
Selecteer
6
,
of
.
om het aantal afdrukken in te stellen.
Selecteer
7
.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF
1.1-compatibele printers.
Weergeven en bewerken
82
Bestanden op een tv weergeven
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera
8
de gewenste foto's en video's weer.
Het aanraakscherm fungeert als bedieningspaneel voor t
het televisiescherm. Zoek de gewenste optie op het
televisiescherm en raak op het camerascherm de plek aan
waar deze optie zich bevindt. Wanneer er een aanwijzer
op het televisiescherm verschijnt, selecteert u
op het
camerascherm.
Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het t
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de t
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's t
en video's maken.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal)Video.
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
3
(pag. 111)
Schakel de camera en de televisie uit.
4
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
5
televisie aan.
Video
Audio
Schakel de televisie in en selecteer de
6
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
Schakel de camera in en druk op [
7
Weergaveknop].
Weergeven en bewerken
83
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en
uploaden naar uw favoriete websites.
Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar t
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s t
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma t
te gebruiken.
U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies t
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc t
en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies t
van Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Vereisten voor Intelli-studio
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
Cd-romstationt
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 t
series of hoger
1024 x 768 pixels, monitor met t
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwert
Weergeven en bewerken
84
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Schakel de camera in.
5
De camera wordt automatisch herkend.t
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Selecteer een map op de computer waarin u de
6
bestanden wilt opslaan.
Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het t
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Selecteer
7
Ja.
Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer t
overgebracht.
Selecteer bij Windows Vista en Windows 7 Run iStudio.exe in het venster
Automatisch afspelen.
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal)Pc-softwareAan.
Schakel de camera uit.
3
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
4
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje ( ) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven en bewerken
85
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt er ook bestanden mee
uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help Help in het programma voor meer informatie.
Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u t Tool Install Intelli-studio on PC.
Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.t
Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.t
Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:t
Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -
Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF -
1
7
8
0
2345
6
@
#
9
$
%
!
Weergeven en bewerken
86
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal) Pc-software Uit.
Schakel de camera uit.
3
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
4
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje ( ) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Pictogram Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map
weer
3
Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus gaan
4
Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus gaan
5
Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te
delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar
websites zoals Flickr of YouTube uploaden.)
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst
7
Hiermee selecteert u een bestandstype
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer
9
Hiermee geeft u bestanden van de aangesloten camera
weer of verbergt u deze
0
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de camera weer
!
Hiermee geeft u bestanden weer als miniaturen, in Smart
Album of op een kaart
@
Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten
apparaat
#
Hiermee bladert u door mappen op de computer
$
Hiermee gaat u naar de vorige of volgende pagina
%
Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden op
een kaart weer, slaat u bestanden op in Mijn map of
registreert u gezichten
Weergeven en bewerken
87
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
De camera loskoppelen (Windows XP)
De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze
losgekoppeld.
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
1
het knipperen ophoudt.
Klik op
2
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
Klik op het pop-upbericht.
3
Verwijder de USB-kabel.
4
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is.
Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen.
Schakel de camera in.
5
De camera wordt automatisch herkend.t
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Selecteer op de computer
6
Deze computer 
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
7
computer of sla ze daar op.
Weergeven en bewerken
88
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
Schakel de camera in.
2
De computer herkent de camera automatisch en geeft op t
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
3
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
4
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
1
computer aan.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven en bewerken
89
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Selecteer
6
om af te drukken.
Selecteer t om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties
instellen” op pagina 90.
Selecteer een optie.
7
Optie Beschrijving
Huidige foto
Hiermee drukt u de geselecteerde foto af. Ga
naar stap 8.
Geselect. foto's
Hiermee drukt u de gewenste foto’s af.
Alle foto's
Hiermee drukt u alle foto's af. Ga naar stap 8.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal) USB Printer.
Schakel de camera uit.
3
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
4
USB-kabel op aan.
Schakel de camera in.
5
De printer herkent de camera automatisch.t
Weergeven en bewerken
90
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
Optie Beschrijving
Formaat: Hier geeft u de afdrukgrootte op.
Lay-out: Hiermee drukt u miniaturen af.
Type: Hier selecteert u het papiertype.
Kwalit.: Hier stelt u de afdrukkwaliteit in.
Datum: Hier stelt u in of de datum moet worden afgedrukt.
Best.naam: Hier stelt u in of de bestandsnaam moet
worden afgedrukt.
Reset: Hiermee stelt u de afdrukopties op de
beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
Selecteer
8
<
of
>
om naar een foto te scrollen die u wilt
afdrukken.
Selecteer
9
,
of
.
om het aantal afdrukken in te stellen
en selecteer
.
Als u ervoor gekozen had om alleen de gewenste foto’s t
af te drukken, herhaalt u stap 7-8 voor alle foto’s die u wilt
afdrukken.
Selecteer ter bevestiging
10
Ja.
Het afdrukken begint. Selecteer t Annuleer om het afdrukken
te annuleren.
Afdrukopties instellen
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren ………… 92
Automatisch verbinding maken
met een WLAN ………………………………… 92
Netwerkopties instellen ……………………… 93
IP handmatig instellen ………………………… 93
Tips over netwerkverbinding ………………… 94
Uw gegevens opslaan ………………………… 95
E-mailadressen opslaan ……………………… 95
De bestandsgrootte voor te delen
bestanden instellen …………………………… 96
Een wachtwoord instellen …………………… 96
Het wachtwoord wijzigen ……………………… 96
Gegevens controleren ………………………… 97
Tekst invoeren ………………………………… 97
Websites voor het delen van
foto's of video's gebruiken ………………… 98
Een website openen …………………………… 98
Foto's of video's uploaden …………………… 99
Foto's via e-mail verzenden …………… 100
Foto’s of video’s op de
Allshare-apparaten weergeven ………… 101
Foto’s of video’s op een tv-scherm
weergeven …………………………………… 101
Foto’s of video’s op een ander apparaat
weergeven …………………………………… 102
Foto’s of video’s verzenden of
ontvangen met een camera …………… 104
Foto’s of video’s naar een andere camera
verzenden …………………………………… 104
Foto’s of video’s van een andere camera
ontvangen …………………………………… 104
Draadloos netwerk
Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende functies via een WLAN (Wireless Local Area
Network).
Draadloos netwerk
92
Pictogram Beschrijving
Beveiligd toegangspunt
Ad-hoc toegangspunt
Signaalsterkte
Signaal gevonden.
Er is geen signaal gevonden.
Als het geselecteerde toegangspunt niet beveiligd is, maakt t
de camera verbinding met het WLAN.
Als er een wachtwoord nodig is voor het geselecteerde t
toegangspunt, voert u het wachtwoord in om verbinding te
maken met het WLAN.
Automatisch verbinding maken met een
WLAN
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
AP-instelling.
Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het t
camerascherm weergegeven.
Selecteer een toegangspunt.
3
AP-instelling
AIA-2
Samsung 1
Samsung 2
Samsung 3
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. Verder
wordt ingegaan op het configureren van netwerkinstellingen en wordt uitgelegd hoe u tekst invoert.
Deze camera maakt gebruik van niet-geharmoniseerde frequenties en is bestemd voor gebruik in alle Europese landen.
Het WLAN kan in de EU zonder beperking binnenshuis worden gebruikt maar kan in Frankrijk niet buitenshuis worden gebruikt.
Draadloos netwerk
93
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
IP handmatig instellen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
AP-instelling.
Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het t
camerascherm weergegeven.
Selecteer
3
naast het toegangspunt dat u wilt
verbinden.
Selecteer
4
IP-instelling Handmatig.
Selecteer de vakjes naast de opties die u wilt instellen.
5
Optie Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
Voer waarden in en selecteer
6
.
Selecteer
7
wanneer u klaar bent.
Netwerkopties instellen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
AP-instelling.
Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het t
camerascherm weergegeven.
Selecteer
3
naast het toegangspunt dat u wilt instellen.
Selecteer netwerkopties.
4
Optie Beschrijving
Verificatie
Selecteer een methode voor
netwerkverificatie.
Gegevenscod.
Selecteer een coderingstype.
Netwerksleutel
Selecteer Touch en voer de Netwerksleutel
in.
Selecteer
5
.
Draadloos netwerk
94
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tips over netwerkverbinding
Bij sommige toegangspunten is het niet mogelijk om met uw t
camera verbinding met het netwerk te maken.
Als u zich ver van het toegangspunt bevindt, kan het lang duren t
voordat er verbinding met het netwerk is.
Als er elektronische apparatuur in de buurt is die dezelfde RF-t
signalen gebruikt, kan de camera mogelijk geen verbinding met
het toegangspunt maken.
Als het toegangspunt een niet-Engelse naam heeft, verschijnt t
deze mogelijk niet in de zoeklijst, of wordt deze mogelijk
onvolledig of met vreemde tekens weergegeven.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider t
voor netwerkprofielen en een wachtwoord.
Als voor het netwerk verificatie door de serviceprovider is t
vereist, kunt u mogelijk geen verbinding maken. Neem dan
contact op met uw netwerkserviceprovider.
Hoeveel tekens en cijfers zijn toegestaan voor de t
coderingssleutel, is afhankelijk van het type codering.
Afhankelijk van uw omgeving is een WLAN-verbinding t
misschien niet mogelijk.
Wanneer u naar netwerken zoekt, kunt u mogelijk een printer t
vinden die ondersteuning biedt voor het netwerk. U kunt de
printer echter niet gebruiken om verbinding te maken met een
netwerk.
De camera kan geen verbinding met het netwerk maken als het t
toestel met de A/V-kabel op een televisie is aangesloten. Ook
kunt u geen bestanden op een televisiescherm bekijken als de
camera met het netwerk is verbonden, ook niet als de A/V-
kabel is aangesloten.
Wanneer u verbinding maakt met het netwerk, worden u t
hiervoor de kosten in rekening gebracht die in het contract met
uw netwerkprovider zijn vastgelegd.
U kunt met deze camera alleen van gratis WLAN’s t
gebruikmaken. Als u gebruikmaakt van gratis WLAN’s waarbij
u gevraagd wordt een gebruikersovereenkomst te accepteren
en aanvullende informatie te verstrekken wanneer u via een
webbrowser verbinding maakt, zijn bepaalde functies op
websites of met betrekking tot e-mail mogelijk niet beschikbaar.
De voor netwerkverbinding beschikbare frequentiebereiken t
kunnen per land verschillen.
De WLAN-voorziening van de camera moet voldoen aan de t
regelgeving met betrekking tot radiosignalen. Hierdoor is het
gebruik van deze functie in bepaalde landen wellicht niet of
beperkt mogelijk. We raden u aan om de WLAN voorziening te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider t
voor netwerkprofielen en een wachtwoord.
Hoe u de netwerkprofielen configureert, kan variëren al naar t
gelang de netwerkomgeving.
Probeer niet toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag t
gebruiken.
Gebruik een volledig opgeladen batterij terwijl u verbinding t
maakt met het netwerk.
Wanneer de DHCP-server niet beschikbaar is en u verbinding t
maakt met het netwerk via Auto IP, maakt u een autoip.
txt-bestand en kopieert u dit naar de geheugenkaart in het
apparaat.
Draadloos netwerk
95
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
E-mailadressen opslaan
U kunt maximaal 10 e-mailadressen in uw camera opslaan. U
kunt deze adressen gebruiken wanneer u uw foto's via e-mail
verstuurt.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N

Netwerkinstelling.
Selecteer
2
E-mailadres.
Adresboek voor e-mail
Samsung
Pictogram Beschrijving
De e-mailadressen weergeven die u onlangs hebt
gebruikt.
*
Het e-mailadres bewerken.
*
Het e-mailadres verwijderen.
* De pictogrammen worden weergegeven nadat u een e-mailadres hebt
opgeslagen.
Uw gegevens opslaan
U kunt uw naam en e-mailadres opslaan om e-mailberichten te
verzenden of uw camera vanaf een ander apparaat te vinden.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
Gebruikersinstelling.
Selecteer het invoerveld voor de naam en voer uw naam
3
in.
Zie pagina t 97 voor informatie over het invoeren van tekst.
Selecteer
4
wanneer u klaar bent.
Selecteer het invoerveld voor het e-mailadres en voer uw
5
e-mailadres in.
Selecteer
6
wanneer u klaar bent.
Selecteer
7
om uw gegevens op te slaan.
Draadloos netwerk
96
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Voer een wachtwoord in (4 cijfers).
3
Voer het wachtwoord nogmaals in (4 cijfers).
4
Het wachtwoord wijzigen
Het wachtwoord zo nodig wijzigen.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
.
Wachtwoord wijzigen.
Voer het huidige wachtwoord in (4 cijfers).
3
Voer een nieuw wachtwoord in (4 cijfers).
4
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in (4 cijfers).
5
U kunt een wachtwoord resetten door in het wachtwoordinvoervenster
Reset te selecteren. Als u het wachtwoord reset, worden uw opgeslagen
e-mailadressen, onlangs verzonden e-mailadressen en alle persoonlijke
gegevens gewist.
Selecteer
3
.
Voer een naam en e-mailadres in.
4
Selecteer
5
wanneer u klaar bent.
De bestandsgrootte voor te delen bestanden
instellen
U kunt de bestandsgrootte instellen voor het delen van bestanden
met andere Allshare-apparaten. U kunt de oorspronkelijke grootte
kiezen of
.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
DLNA-afbeeldingsgrootte.
Selecteer een grootte.
3
Een wachtwoord instellen
Beveilig het verzenden van e-mail en het configureren van
netwerkinstellingen met een wachtwoord.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
.
Wachtwoord instellen Aan 
Bevestig.
Draadloos netwerk
97
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tekst invoeren
Bij het opslaan van uw gegevens of e-mailadressen kunt u
tekst invoeren door de gewenste letters, symbolen en cijfers te
selecteren.
Gebr.instelling: naam
Pictogram Beschrijving
<
/
>
De cursor verplaatsen.
In ABC-modus: kleine letters in hoofdletters veranderen
en omgekeerd. In 123-modus: meer symbolen
weergeven.
Naar ABC-modus overschakelen.
Een spatie invoeren.
De laatste letter verwijderen.
Naar 123-modus overschakelen.
De weergegeven tekst opslaan.
U kunt tekst alleen in het Engels invoeren, ongeacht de schermtaal.
Gegevens controleren
U kunt het Mac-adres en serienummer van uw camera nagaan,
zodat u deze op de Samsung-website kunt registreren.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Netwerkinstelling.
Selecteer
2
.
Apparaatgegevens.
Draadloos netwerk
98
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Uw foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden (op de camera wordt aangegeven welke websites er
beschikbaar zijn).
Pictogrammen op een website
Pictogram Beschrijving
Vorige pagina
Volgende pagina
Stoppen
Vernieuwen
Startpagina
Sluiten
Een website openen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Web .
De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via t
het laatstgebruikte toegangspunt
Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft t
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
Selecteer een website.
2
Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
3
Aanmelding.
Stel uw gebruikersnaam en wachtwoord vooraf in op een pc.
Draadloos netwerk
99
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
U kunt foto's met een resolutie van maximaal t uploaden, en
video's van maximaal 30 seconden met een resolutie van
320 X 240 of de video die met behulp van Om te delen is
opgenomen.
Als de geselecteerde foto een resolutie van meer dan t
heeft, wordt
deze automatisch verkleind naar een lagere resolutie.
Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan t
10 MB is, kunt u ze naar een website uploaden. (maximaal 20 foto's)
De manier waarop foto’s en video’s moeten worden geüpload, is per t
website verschillend.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen t
toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.
Als u wegens serverfouten geen foto's of video's kunt uploaden, t
selecteert u
.
Foto's of video's kunnen een titel krijgen die overeenkomt met de t
datum waarop ze zijn gemaakt.
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt t
openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
Foto's of video's uploaden
Selecteer
1
.
Selecteer
2
<
of
>
om door bestanden te bladeren.
Sleep foto’s en video’s naar het selectiegebied of
3
selecteer foto’s en video’s en selecteer .
Datum
Selecteer t Datum om de bestanden te categoriseren.
(pag. 69)
Voer een albumtitel in en selecteer
4
.
Draadloos netwerk
100
Foto's via e-mail verzenden
Selecteer
3
.
Selecteer
4
en voer de tekst van uw e-mailbericht in.
Selecteer foto's of sleep foto's naar het selectiegebied
5
en selecteer .
De foto's worden naar de geselecteerde e-mailadressen t
gestuurd.
Het bericht t Overdracht voltooid. wordt ook weergegeven
als foto's niet kunnen worden verzonden, dan wel als
spam worden behandeld, als gevolg van een fout bij de
e-mailaccount van de geadresseerde.
Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan 10 MB is, t
kunt u ze per e-mail verzenden. (maximaal 20 foto's)
Voor elk e-mailbericht kunt u maximaal 10 geadresseerden opgeven.t
Het kan voorkomen dat u geen e-mail kunt verzenden door een t
probleem met de netwerkverbinding of door de instellingen van de
e-mailaccount.
U kunt foto's met een resolutie van maximaal t
verzenden. Als de
geselecteerde foto een resolutie van meer dan heeft, wordt deze
automatisch verkleind naar een lagere resolutie.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail t
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet t
gebruiken.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
E-mail.
De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via t
het laatstgebruikte toegangspunt
Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft t
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
Voer het e-mailadres van de afzender en
2
geadresseerde(n) in.
Afzender/ontvanger
Samsung
Samsung 1
Pictogram Beschrijving
Het e-mailadres van de afzender invoeren of
wijzigen.
De opgeslagen e-mailadressen ophalen.
Een e-mailadres handmatig invoeren.
Draadloos netwerk
101
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
Allshare is een internationale technologiestandaard voor het delen van mediabestanden tussen netwerkapparaten in huis. Met deze
technologie kunt u uw foto’s of video’s op een breedbeeld-tv of ander apparaat weergeven. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of
ontvangen.
Zoek op de tv naar de camera en blader door de
4
gedeelde foto’s of video’s.
De naam van uw camera komt overeen met wat u als t
gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie t
over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto’s
of video’s op de tv.
Video’s worden mogelijk niet goed afgespeeld afhankelijk t
van het type televisie of de netwerkomstandigheden. Neem
als dit het geval is de video opnieuw op in 640X480- of
320X240-kwaliteit en speel deze opnieuw af. Als video’s via
de draadloze verbinding niet goed op uw televisie worden
afgespeeld, verbindt u de camera met de tv via een A/V-
kabel.
AP
Foto’s of video’s op een tv-scherm
weergeven
Bekijk uw foto’s of video’s op een tv waarop de Allshare-functie
wordt ondersteunt.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N

Zend bestanden.
De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via t
het laatstgebruikte toegangspunt.
Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft t
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
Selecteer
2
Geselecteerde bestanden.
Als u alle bestanden wilt delen, selecteert u t Alle bestanden
en gaat u naar stap
4
.
Selecteer foto’s of video’s die u wilt delen.
3
U kunt maximaal 1000 foto’s of video’s delen.
Draadloos netwerk
102
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
Foto’s of video’s op een ander apparaat
weergeven
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Stuur best.
De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via t
het laatstgebruikte toegangspunt.
Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft t
gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare
toegangspunten. (pag. 92)
Als de camera verbinding met het WLAN heeft gemaakt, t
worden automatisch de beschikbare Allshare-compatibele
verbindingen gezocht en op het camerascherm weergegeven.
Dit kan echter even duren.
Selecteer een apparaat voor het weergeven van de
2
foto's.
Sleep een foto of video naar het selectiegebied of
3
selecteer een foto of video.
De foto’s of video’s worden weergegeven op het t
apparaatscherm.
Als u andere foto’s of video’s wilt weergeven, sleept u deze t
een voor een naar het selectiegebied op uw camera.
Op een televisiescherm kunt u alleen foto’s bekijken die u met de t
camera hebt gemaakt.
Het toegangspunt-apparaat kan mede bepalend zijn voor de afstand t
tussen de camera en de tv.
Als de camera met 2 televisies is verbonden, wordt het afspelen t
mogelijk vertraagd.
Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte t
aangehouden. (pag. 96)
De video’s worden in hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-gecertificeerde t
DMP (Digital Media Player).
Gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op de tv, maar u t
kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties.
Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan t
het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag
nemen.
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt (door bijvoorbeeld t
de batterij te verwijderen) terwijl u foto’s of video’s op een tv bekijkt,
gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
De volgorde van foto’s of video’s op de camera kan afwijken van die t
op de tv.
Al naar gelang het aantal foto’s of video’s dat u wilt delen, kan het t
enige tijd duren om uw foto’s of video’s te laden en de instelprocedure
uit te voeren.
Tijdens de weergave van foto’s of video’s op de televisie kan het t
voortdurende gebruik van de afstandsbediening of het uitvoeren van
handelingen op de televisie een goede werking van deze functie in
de weg staan.
Als u bestanden in de camera sorteert terwijl ze op de televisie worden t
weergegeven, dient u het instelproces te herhalen om de lijst met
bestanden op de televisie te actualiseren.
Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze t
functie niet gebruiken.
Draadloos netwerk
103
Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven
Bij het zoeken naar Allshare-apparaten in het netwerk worden mogelijk t
niet alle netwerkapparaten gevonden.
Als u het apparaat op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto’s t
of video’s op een apparaat bekijkt, gaat de camera ervan uit dat de
verbinding met het apparaat nog intact is.
Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte t
aangehouden. (pag. 96) De video’s worden in hun originele grootte
gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-renderer.t
De gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op het t
apparaat, maar u kunt ze opslaan volgens de apparaatspecificaties.
Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan t
het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag
nemen.
U kunt bestanden een voor een overbrengen.t
Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze t
functie niet gebruiken.
Op andere weergaveapparaten kunt u alleen foto’s of video’s bekijken t
die u met de camera hebt gemaakt.
Als u naar andere apparaten zoekt, kan dat even duren, afhankelijk t
van de netwerkverbinding. Probeer het in dat geval nog eens.
Draadloos netwerk
104
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera
U kunt foto’s of video’s verzenden naar of ontvangen van een camera van hetzelfde model. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of
ontvangen.
Foto’s of video’s van een andere camera
ontvangen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Camera naar camera .
Selecteer
2
Ontvangen op uw camera.
Selecteer t Verzenden op de verzendende camera en
selecteer na enige tijd Ontvangen.
Selecteer de naam van de verzendende camera.
3
Voer het wachtwoord van de verzendende camera in.
4
Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm van de t
verzendende camera.
Wanneer de verzendende camera foto’s of video’s verzendt, t
worden deze op de ontvangende camera weergegeven.
Foto’s of video’s naar een andere camera
verzenden
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
N
Camera naar camera .
Selecteer
2
Verzenden.
Er wordt een wachtwoord gegenereerd en op het t
camerascherm weergegeven terwijl verbinding wordt gemaakt
met de ontvangende camera.
Selecteer op de ontvangende camera de naam van de
3
verzendende camera.
De naam van de verzendende camera komt overeen met wat t
u als gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95)
Voer het viercijferige wachtwoord in op de ontvangende
4
camera.
Het selectiegebied wordt automatisch weergegeven op de t
verzendende camera.
Sleep foto's of video's naar het selectiegebied of
5
selecteer ze.
De foto’s of video’s worden naar de ontvangende camera t
verzonden.
Draadloos netwerk
105
Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera
Deze functie maakt gebruik van een draadloos ad-hocnetwerk.t
U kunt niet tegelijk bestanden verzenden en ontvangen. Nadat u t
bestanden hebt ontvangen, moet u de verbinding verbreken, waarna
u opnieuw verbinding met de camera maakt om foto’s of video’s te
verzenden.
De efficiëntie van het draadloze ad-hocnetwerk kan mede bepalend t
zijn voor de afstand tussen twee camera's.
Als een camera op ongebruikelijke wijze wordt uitgeschakeld tijdens t
het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s, gaat de andere
camera ervan uit dat de verbinding nog intact is. Na enige tijd wordt
de verbinding vanzelf beëindigd.
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de ad-hocnetwerkverbinding t
kan het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s enige tijd in
beslag nemen.
U kunt bestanden een voor een overbrengen.t
Als u een foto of video niet kunt verzenden of ontvangen, wordt deze t
niet opgeslagen op de ontvangende camera.
Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet t
gebruiken.
U kunt alleen foto’s of video’s verzenden en ontvangen die met uw t
camera of de andere camera zijn gemaakt.
Als u in de Allshare-beeldformaatinstellingen de originele grootte t
selecteert, kunt u de foto’s zonder verandering verzenden of
ontvangen. Als u echter
selecteert en de geselecteerde foto een
resolutie van meer dan heeft, wordt deze automatisch verkleind
naar een lagere resolutie. (pag. 96)
U kunt alleen foto’s of video’s van minder dan 35 MB verzenden of t
ontvangen.
Instellingenmenu
……………………………………… 107
Het instellingenmenu openen
…………………………… 107
Geluidsinstellingen
……………………………………… 108
Scherminstellingen
……………………………………… 108
Camera-instellingen
…………………………………… 109
Instellingen
Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Instellingen
107
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt aanpassen.
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
3
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
AF-geluid
Uit
Laag
Middel
Hoog
Selecteer
4
om terug te gaan naar het vorige scherm.
Het instellingenmenu openen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M
.
Selecteer een menu.
2
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
AF-geluid
: Middel
: Aan
: 1
: Uit
: Aan
Pictogram Beschrijving
Geluidsinstellingen: hier stelt u de geluiden van de
camera en het volume in. (pag. 108)
Scherminstellingen: hier past u scherminstellingen
zoals helderheid aan. (pag. 108)
Camera-instellingen: hier past u de
instellingen voor het camerasysteem aan, zoals
geheugenindeling, standaardbestandsnaam en USB-
modus. (pag. 109)
Instellingen
108
Instellingenmenu
Scherminstellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Functiebeschrijving
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie
of menu weergeven. (
Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
Uitt *: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
Logot : Er wordt een standaardafbeelding uit
het interne geheugen weergegeven.
Gebr.afbt : Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 76)
Er wordt slechts één beginafbeelding in t
het interne geheugen opgeslagen.
Als u een nieuwe foto selecteert of t
de camera reset, wordt de huidige
beginafbeelding gewist.
Rasterlijn
Selecteer een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, +, X)
Geluidsinstellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden
aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Hier kiest u welk geluid bij het aanraken van
het scherm of het wisselen van modi wordt
geproduceerd. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken
van de sluiterknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hier selecteert u een geluidssignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de sluiterknop. (Uit,
Aan*)
Zelfportret
Hier stelt u in of er een geluid klinkt wanneer de
camera uw gezicht detecteert. (Uit,
Aan*)
Instellingen
109
Instellingenmenu
Camera-instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt.
Hiermee formatteert u het interne geheugen en de
geheugenkaart (alle bestanden, ook beschermde,
worden gewist). (Nee, Ja)
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt,
of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen
door de camera mogelijk niet correct worden gelezen.
Formatteer de kaart voor gebruik in de camera.
Reset
Hiermee zet u de standaardinstellingen voor
menu's en opnameopties terug (datum en tijd,
taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de
standaardinstellingen teruggezet). (Nee, Ja)
Language
Hier selecteert u een taal voor de tekst op het
scherm.
Tijdzone
Hier kunt u een regio selecteren en zomer-wintertijd (DST)
instellen.
Datum/tijd
aanpassen
De datum en tijd instellen.
Datumtype
Een datumnotatie selecteren.
(JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ, Uit*)
Onderdeel Beschrijving
Helderh. scherm
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal staat voor de weergavemodus vast,
zelfs als Auto is geselecteerd.
Snel tonen
Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte
foto in, voordat naar de opnamemodus wordt
teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec )
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de energiespaarstand (druk op een knop om deze
modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan)
* Standaard
Instellingen
110
Instellingenmenu
* Standaard * Standaard
Onderdeel Beschrijving
Afdruk
Hier stelt u in of de datum en tijd op de foto's
worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
De datum en tijd worden in de rechteronderhoek t
geel weergegeven.
Bij bepaalde printermodellen worden de datum t
en tijd niet afgedrukt.
Als ut
Tekst selecteert in de modus
s
worden de datum en tijd niet weergegeven.
Automatisch uit
Hier stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Bij vervanging van de batterij blijven deze t
instellingen behouden.
De camera schakelt in de volgende gevallen niet t
automatisch uit:
wanneer deze op een computer of printer is -
aangesloten
wanneer u een diavertoning of video's afspeelt -
wanneer u een spraakmemo opneemt -
AF-lamp
Hiermee stelt u een hulplampje in ter
ondersteuning van het scherpstellen in donkere
omgevingen. (Uit,
Aan*)
Onderdeel Beschrijving
Bestandsnr.
Hier stelt u de naamgeving van bestanden in.
Op nult : Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint
wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
Seriet *: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er
een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden gewist.
De standaardnaam van de eerste map is t
100PHOTO en de standaardnaam van het eerste
bestand is SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één t
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Het mapnummer wordt steeds met één t
opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximumaantal bestanden dat in een map t
kan worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen volgens de t
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera
deze bestanden mogelijk niet meer weergeven.
Instellingen
111
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Video
Hier stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land
of regio in.
NTSCt *: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico.
PALt (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken,
Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland,
Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Thailand.
USB
Hier stelt u in dat de camera via een USB-
verbinding met een computer of printer kan
communiceren.
Computert *: sluit de camera op een computer
aan om bestanden over te brengen.
Printert : sluit de camera op een printer aan om
bestanden af te drukken.
Selecteer een modust : selecteer een USB-
modus als u de camera op een ander apparaat
aansluit.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw
computer aansluit. (Uit, Aan*)
Aanraakkalibratie
Om ervoor te zorgen dat de camera uw invoer
correct herkent, moet u het scherm kalibreren.
* Standaard
Foutmeldingen
………………………………………… 113
Cameraonderhoud
…………………………………… 114
De camera reinigen
…………………………………… 114
Geheugenkaarten
……………………………………… 115
De batterij
……………………………………………… 116
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
119
Cameraspecificaties
………………………………… 122
Index
…………………………………………………… 128
Appendices
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
Appendices
113
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Ongeldig
wachtwoord.
Het wachtwoord voor het overdragen van
bestanden naar een andere camera is onjuist.
Voer het juiste wachtwoord in.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
foto's.
Foto-ontvangst
mislukt.
De camera kan een foto niet ontvangen van de
verzendende camera. Vraag de ander om het
bestand opnieuw te verzenden.
Overdracht
mislukt.
De camera kan een foto niet verzenden. t
Probeer de foto opnieuw te verzenden.
De camera kan niet naar een Allshare-t
apparaate-mailen of verzenden. Controleer of
het netwerk beschikbaar is en probeer opnieuw
verbinding te maken.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze t
weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.t
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar
voor uw camera. Plaats een microSD
TM
- of
microSDHC
TM
-geheugenkaart.
Verbinding is niet
gelukt.
De camera kan geen verbinding met het t
netwerk maken via het geselecteerde
toegangspunt. Selecteer een ander
toegangspunt en probeer het opnieuw.
De camera kan geen verbinding met de t
andere camera maken. Probeer opnieuw
verbinding te maken.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 109)
Apparaat
losgekoppeld.
Maak opnieuw verbinding met het desbetreffende
apparaat.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Initialisatie
mislukt.
Schakel de Allshare-apparaten op het netwerk t
in.
De camera kan geen Allshare-apparaatvinden.t
Appendices
114
Cameraonderhoud
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. t
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de t
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Appendices
115
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus
en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een
1-GB microSD
TM
-kaart gebaseerd:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps 30 fps 15 fps
F
o
t
o
'
s
122 240 353 - - -
142 278 409 - - -
137 267 391 - - -
163 320 471 - - -
211 409 594 - - -
335 637 908 - - -
510 936 1314 - - -
762 1373 1931 - - -
1626 2574 3089 - - -
*
V
i
d
e
o
'
s
- - - -
Circa
13 min.
30 sec.
Circa
23 min.
36 sec.
- - - -
Circa
15 min.
20 sec.
Circa
29 min.
42 sec.
- - - -
Circa
35 min.
54 sec.
Circa
67 min.
30 sec.
- - -
Circa
78 min.
07 sec.
Circa
138 min.
19 sec.
Circa
237 min.
41 sec.
- - - -
Circa
30 sec.
-
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter
elkaar opgenomen.
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: microSD
TM
(Secure Digital) en microSDHC
TM
(Secure Digital High Capacity).
Appendices
116
Cameraonderhoud
Levensduur van de batterij
Gemiddelde tijdsduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Foto's
Circa 100 min./
circa 200 foto's
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in modus
a
, resolutie 14M en
kwaliteit Normaal.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30
seconden uit en herhaal dit 5 minuten
lang. Schakel de camera vervolgens 1
minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Circa 80 min.
Neem video's op bij een resolutie van
1280 x 720 HQ en met 30 fps.
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en t
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar t
opgenomen.
Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.t
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Modus
BP-70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
740 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Circa 150 min.
* Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en
uw camera duurt mogelijk langer.
Appendices
117
Cameraonderhoud
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.t
De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:t
wanneer u een USB-hub gebruikt -
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn -
aangesloten
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de -
computer aansluit
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm -
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
De batterij opladen
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera t
uit voordat u de batterij oplaadt.
Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten t
hebt opgeladen.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de t
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel t
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de t
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat
de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het t
stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Appendices
118
Cameraonderhoud
Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent t
aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging.
Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat t
in met een scherp voorwerp.
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme t
krachten.
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld t
door deze van grote hoogte te laten vallen.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven t
de 60 °C (140 °F).
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.t
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige t
hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke.
Richtlijnen voor afvoer
Verwijder de batterij met zorg.t
Werp de batterij nooit in een open vuur.t
Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met t
betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af
volgens de lokale en federale regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als
deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet t
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de producent.
Gebruik alleen authentieke, door de producent t
aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad
de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing
voorgeschreven wijze op.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel t
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zomer.
Plaats de batterij niet in een magnetron.t
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige t
omgeving, zoals badkamer of douche.
Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare t
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor t
langere tijd in een afgesloten ruimte.
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact t
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels of horloges.
Appendices
119
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Situatie
Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
wor
den gemaakt
Er is geen ruimte op de geheugenkaart. t
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart. t
(pag. 109)
De geheugenkaart is defect. Koop een t
nieuwe geheugenkaart.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Laad de batterij op.t
Controleer of de batterij op de juiste t
wijze is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
Mogelijk is de flitser op t Uit ingesteld.
(pag. 45)
U kunt geen gebruik maken van de flitser t
in de modi
D
,
v
of soms
s
.
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser gaat mogelijk af vanwege
statische elektriciteit. Dit ligt niet aan de
camera.
Situatie
Mogelijke oplossing
De camera kan niet
wor
den ingeschakeld
Controleer of de batterij in de camera is t
geplaatst.
Controleer of de batterij op de juiste t
wijze is geplaatst.
Laad de batterij op.t
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
Laad de batterij op.t
De camera bevindt zich mogelijk in de t
energiespaarstand. (pag.109)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld t
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
De batterij raakt bij lage temperaturen t
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
Met het gebruik van de flitser en het t
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
Batterijen zijn verbruiksgoederen die t
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Appendices
120
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
De foto's zijn onscherp
Controleer of de ingestelde t
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 47)
Controleer of de lens schoon is. Reinig t
de lens indien nodig. (pag. 114)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het t
bereik van de flitser bevindt. (pag. 122)
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 57)
De foto is te licht
Schakel de flitser uit. (pag. t 45)
De foto is overbelicht. Pas de t
belichtingswaarde aan. (pag. 54)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
Schakel de flitser in. (pag. t 45)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 46)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 54)
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
Controleer of de camera goed met de t
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's t
bevat.
Situatie
Mogelijke oplossing
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in. (pag. 108)
Het aanraakscherm of
de knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
een fout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats t
deze weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.t
Raadpleeg ‘Bescherm batterijen, opladers en
geheugenkaarten tegen schade’ voor meer
informatie. (pag. 2)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
Appendices
121
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
Intelli-studio werkt niet
naar behor
en
Sluit Intelli-studio af en start het t
programma opnieuw.
Intelli-studio kan niet op Macintosh-t
computers worden gebruikt.
Controleer of t Pc-software in het
instellingen menu op Aan is ingesteld.
(pag. 111)
Afhankelijk van de specificaties en t
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op de computer
op start Deze Computer
Intelli-studio iStudio.exe.
Situatie
Mogelijke oplossing
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel op de juiste t
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Controleer of het besturingssysteem t
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
van bestanden
verbreekt de computer
de verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
De camera kan geen
video's afspelen
Het hangt af van de programma’s die u
gebruikt voor het afspelen van video’s,
of de videobestanden kunnen worden
afgespeeld. Installeer en gebruik het
programma Intelli-studio op uw computer
voor het afspelen van videobestanden
die u met uw camera hebt opgenomen.
(pag. 85)
Appendices
122
Cameraspecificaties
Sluitertijd
Auto
t : 1/8 - 1/1500 seconde
Programma
t : 1 - 1/1500 seconde
Nacht
t : 8 - 1/1500 seconde
Vuurwerk
t : 2 seconden
Belichting
Bediening Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen
Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
Bereik
Groothoek: 0,4 m - 3,6 m (ISO Auto)
t
Tele: 0,5 m - 1,9 m (ISO Auto)t
Oplaadtijd Circa 4 sec.
Trillingsreductie
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Beeldsensor
Type 1/2,3 inch (circa 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels
Totaal aantal pixels Circa 14,5 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung-lens f = 6,3 - 18,9 mm
(35 mm equivalent: 35 - 105 mm)
Diafragmabereik f/3,0 (G) - f/5,6 (T)
Digitale zoom Fotomodus: 1,0x - 3,0x
Scherm
Type WQVGA LCD
Eigenschap 3,0-inch volledig breedbeeldaanraakscherm
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF,
Gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF,
Smart Touch AF, One Touch-opname)
Bereik
Groothoek (G)
Tele (T)
Normaal
80 cm - oneindig
80 cm - oneindig
Macro
10 cm - 80 cm
50 cm - 80 cm
Auto macro
10 cm - oneindig
50 cm - oneindig
Appendices
123
Cameraspecificaties
Video’s
Modi:
t Intelligente scènedetectie (Landschap,
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film
Bestandsindeling: MP4 (H.264) (max. opnametijd:
t
20 min.)
Formaat:
t 1280 X 720 HQ (30 fps, 15 fps),
1280 X 720 (30 fps, 15 fps), 640 X 480
(30 fps, 15 fps), 320 X 240 (60 fps, 30 fps, 15 fps),
320 X 240 Om te delen (30 fps)
Framesnelheid
t : 60 fps, 30 fps, 15 fps
Effect:
t Fotostijlkeuze, Witbalans, Smart filter
Spraak
t : Uit , Aan, Zoom gedempt
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
t
foto’s maken, tijd bijsnijden
Weergave
Type
Eén foto, Miniaturen, Diavoorstelling met muziek en
effecten, Video, Smart Album*
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week,
Gezicht, Favoriet
Bewerken
Res.wijz, Draaien, Slim bijsnijden, Fotostijlkeuze, Beeld
aanpassen, Smart filter, Speciaal effect, Bijsnijden
Effect
Opnamemodus
Fotostijlkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
Smart filter
t : Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
Beeld aanpassen
t : Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Opname
Foto’s
Modi:
t Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portret
met tegenlicht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Actie,
Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Natuurlijk groen, Macro portret,
Macro kleur, Vuurwerk), Auto, Programma, Scène
(Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst,
Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk,
Strand/sneeuw, Kaderlijnen, Beautyshot)
Snelheid
t : 1 opname, Continu, Bewegingsopname,
AEB
Timer
t : 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer
Appendices
124
Cameraspecificaties
Beeldformaat
Voor 1 GB microSD
TM
Superhoog Hoog
Normaal
4320 X 3240
122 240
353
4000 X 3000
142 278
409
4320 X 2880
137 267
391
4320 X 2432
163 320
471
3264 X 2448
211 409
594
2560 X 1920
335 637
908
2048 X 1536
510 936
1314
1920 X 1080
762 1373
1931
1024 X 768
1626 2574
3089
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities
en kunnen variëren, afhankelijk van
opnameomstandigheden en camera-instellingen.
Draadloos netwerk
Wi-Fi (IEEE 802.11 b/g), allshare
Effect
Fotostijlkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
Beeld aanpassen
t : ACB, Helderheid, Contrast,
Kleurverz., Anti-rode ogen
Smart filter
t : Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
Speciaal effect
t : Kleurenfilter, Elegant,
Ruis toevoegen, Gezichtretouch.
Spraakopname
Spraakopname (max. 10 uur)
t
Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.)t
Opslag
Media
Intern geheugen: circa 22 MB
t
Extern geheugen (optioneel): microSDt
TM
-kaart
(tot 2 GB gegarandeerd), microSDHC
TM
-kaart
(tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Bestandsindeling
DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0
t
Foto: JPEGt
Videoclip: MP4 (Video: MPEG4.AVC/H.264, t
Audio: AAC)
Geluidsbestand: WAV
t
Appendices
125
Cameraspecificaties
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon)
Video-uitvoer A/V: NTSC, PAL (keuze)
Gelijkstroom-
aansluiting
20-pins, 4,2V
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP-70A, 740 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
92 x 55,4 x 18,5 mm
Gewicht
108 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Intelli-studio
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Appendices
126
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste
bedrijfsvoering.
Appendices
127
Declaration of Conformity
EN 300 328-1 v1.7.1
EN 55024:1998+A1:2001+A2:2003
EN 301 489-1 v1.6.1:2005
EN 301 489-17 v1.2.1:2002
and the Eco-Design Directive (2009/125/EC) implemented by
Regulation (EC) No 278/2009 for external power supplies
Representative in the EU
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park
Saxony Way, Yateley, Hampshire
GU46 6GG, UK
December 4, 2009
(Place and date of issue)
Yong Sang Park / S. Manager
(Name and signature of authorized person)
Product details
For the following
Product : DIGITAL CAMERA (W-LAN / BT)
Model(s) : SAMSUNG ST80
Manufactured at:
Manufacturer: SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
416, Maetan-3dong, Yeongtong-gu, Suwon-City,
Gyeonggi-do, 443-742, Korea
Factory: TianJin Samsung Opto-Electronics Co., Ltd.
No.9 ZhangHeng Street, Micro-Electronic Industrial Park,
JinGang Road, Tianjin, China. 300385
(Factories name and address)
Declaration & Applicable standards
We hereby declare, that the product above is in compliance
with the essential requirements of the R&TTE Directive (1999/5/
EC), the EMC Directive (2004/108/EC) and the LVD Directive
(2006/95/EC) by application of:
EN 60950-1:2001+A11:2004
EN 55022:2006
Appendices
128
F
Filmmodus 36
Flitser
Anti-rode ogen 46
Auto 45
Invul 46
Langz sync 46
Rode ogen 46
Uit 45
Formatteren 109
Fotokwaliteit 42
Foto's afdrukken 89
Fotostijlen
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 77
Foutmeldingen 113
Framesnelheid 36
Functiebeschrijving 108
Bewegingsdetectie
in de opnamemodus 23
in de weergavemodus 66
Bewegingsonscherpte 28
Bewegingstimer 44
Bewerken 76
D
Datum en tijd 109
Diafragma 34
Diavertoning 72
Digitale zoom 26
Digitale beeldstabilisatie
(DIS) 27
DPOF 80
Draaien 76
E
E-mail
Adres 95
Foto verzenden 100
Automatische
contrastverbetering (ACB) 55
Automodus 25
B
Batterij
Levensduur 116
Opladen 117
Specificaties 116
Beautyshot-modus 33
Beginafbeelding 108
Belichting 54
Bestanden beveiligen 71
Bestanden overbrengen
voor Mac 88
voor Windows 83
Bestanden weergeven
als miniatuur 70
diavertoning 72
op televisie 82
smart Album 69
Bestanden wissen 71
A
Aanpassen
Contrast
In de opnamemodus 63
In de weergavemodus 80
Helderheid 80
Kleurverzadiging
In de opnamemodus 63
In de weergavemodus 80
Scherpte 62
Aanraakkalibratie 19, 111
Aanraken 21
ACB
in de opnamemodus 55
in de weergavemodus 80
Afdruk 110
Afdrukbestelling 80
AF-geluid 108
AF-lamp 110
Afzonderlijke
beelden opslaan 74
Allshare 101
Index
Appendices
129
Opnamemodus
Auto 25
Film 36
Programma 35
Scène 32
Smart Auto 31
Opnemen
Spraakmemo 39
Video 36
P
Pictogrammen 20
Programmamodus 35
R
Rasterlijn 24, 108
Reinigen
Behuizing 114
Lens 114
Scherm 114
Reset 109
L
Lange sluitertijd 34
Lichtbron (Witbalans) 57
Lichtmeting
Centrum 56
Multi 56
Spot 56
M
Macro 47
Mijn ster
Classificeren 68
Gezichten registreren 53
O
Onderhoud 114
One Touch-opname 49
Onvolkomenheden in het
gezicht 33
I
Instellingen
Camera 109
Geluid 108
Openen 107
Scherm 108
Intelligente aanraking-AF 48
Intelligente
gezichtsdetectie 52
Intelligente
scènedetectiemodus 37
Intelligent filtereffect
in de opnamemodus 61
in de weergavemodus 78
Intelli-studio 85
ISO-waarde 46
K
Kaderlijnen 34
Knipperen 52
G
Geheugenkaart
Capaciteit 115
MicroSD 115
Geluid uitschakelen
Video 36
Gezichtsdetectie
Gezichtsdetectie 50
Intelligente
gezichtsdetectie 52
Knipperen 52
Smile shot 51
Zelfportret 51
Grootte aanpassen 76
H
Half indrukken 7
Helderheid scherm 109
Helderheid van het
gezicht 33
Het apparaat loskoppelen 87
Index
Appendices
130
Z
Zelfontspanner 43
Zelfportret 51
Zoomen 26
T
Tekst invoeren 97
Type weergave 24
V
Vergroten 72
Video
Afspelen 73
Opnemen 36
Video Out 111
Volume 108
W
Website
Foto uploaden 99
Openen 98
Weergaveknop 18
Weergavemodus 65
Witbalans 57
WLAN 92
Serie-opnamen
Bew.detectie 59
Continu 59
Opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 59
Servicecenter 119
Slepen 21
Slim bijsnijden 77
Sluitertijd 34
Smart Album 69
Smart Auto-modus 31
Smile shot 51
Snel tonen 109
Speciale effecten
Elegant 79
Kleurenfilter 79
Ruis toevoegen 79
Spraakmemo
Afspelen 74
Opnemen 39
Resolutie
Foto 41
Video 42
RGB-tint
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 78
Rode ogen
in de opnamemodus 45
In de weergavemodus 80
S
Scènemodus 32
Scherpstelafstand
Auto macro 47
Macro 47
Scherpstelgebied
Centrum AF 49
Intelligente aanraking-AF 49
Multi AF 49
One Touch-opname 49
Index
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
http://www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Ä Klik op een onderwerp Bekende problemen Beknopt overzicht Inhoud User Manual ST80 Basisfuncties Uitgebreide functies Opname-instellingen Weergeven en bewerken Draadloos netwerk Instellingen Appendices Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Gebruik de flitser van de camera niet dicht bij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Let op: situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie t Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. t Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het afvoeren van gebruikte batterijen. t Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. t Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Vermijd storing van pacemakers Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, dient u de camera onmiddellijk uit te schakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Veiligheidsvoorschriften t Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u anderen of uzelf verwonden. t Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. t Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig t Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. t Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. t Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. t Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. t Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. t Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. t Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en bij het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. t Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en openingen van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade t Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. t Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok veroorzaken. t Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. t Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid t Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en geheugenkaart beschadigen. t Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. t Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. t Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. t Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. t Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, gebruik dan een hoesje om de kaart tegen elektromagnetische straling te beschermen. t Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde schijf of CD/DVD. t Wanneer u de camera voor langere tijd gebruikt, wordt de geheugenkaart mogelijk warm. Dit is normaal en wijst niet op een defect. t Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. t Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie. Bescherm de cameralens t Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. t Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Volg alle veiligheidsvoorschriften en regelgeving Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt. Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Voorkom storing met andere elektronische apparatuur Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen De camera zendt RF-signalen (Radiofrequentie) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, voordat u de camera gebruikt. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert Belangrijke gebruiksinformatie De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. Gebruik de camera in de normale gebruikspositie Raak de interne antenne van de camera niet aan. Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader t Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken. t De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueeleigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid. t Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Verwijder de kabel uit de camera wanneer het opladen is voltooid. t Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. t Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. t Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. 4 Indeling van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie 13 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera, pictogrammen en basisfuncties voor het maken van opnamen. t Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. t Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. t Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. Uitgebreide functies 30 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Opname-instellingen t Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. t Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land waar u hem hebt aangeschaft. t Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand “OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde cd-rom. 40 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Weergeven en bewerken 64 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Draadloos netwerk 91 Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende functies via een WLAN (Wireless Local Area Network). Instellingen 106 Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te configureren. Appendices Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. 5 112 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Pictogram Smart Auto Scène S a p s [ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de ontspanknop. Intelligente scènedetectie D ( ) Paginanummer van verwante informatie Film v “ De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer > “ (staat voor Selecteer >, en vervolgens ) * Voetnoot Auto Programma Symbool Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing bijv.) Beschikbaar in Programma- en Film modus. 6 Afkorting Betekenis ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) AEB Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) AF Autofocus (automatische scherpstelling) AP Access Point (toegangspunt) DIS Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) EV Exposure Value (belichtingswaarde) WB White Balance (witbalans) Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Belichting (Helderheid) tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in t Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop] Normale belichting Onderwerp, achtergrond en compositie t Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven t Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp t Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 7 Overbelicht (te helder) Bekende problemen Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost. De ogen van de gefotografeerde zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. t Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 45) Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 80) t Als de foto al is genomen, selecteert u Foto's bevatten stofvlekken. Stofdeeltjes die in de lucht zweven, kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt. t Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46) Foto's zijn onscherp. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. t Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 28) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. t Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 34) t Schakel de flitser in. (pag. 45) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46) t Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden. t Neem geen foto's tegen de zon in. t Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 32) t Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 45) t Pas de belichting aan. (pag. 54) t Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 55) Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader t Stel de lichtmeting in op bevindt. (pag. 56) 8 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken t s-modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 32 t Rode ogen, Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 45 t Gezichtsdetectie f 50 's Nachts of in het donker foto's maken t s-modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 32 t Flitseropties f 45 t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 46 Actiefoto's maken t Continu, Bewegingsopname f 59 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen t s-modus > Close-up, Tekst f 32 t Macro, Auto macro (close-upfoto's maken) f 47 t Witbalans (de kleurtint wijzigen) f 57 De belichting aanpassen (helderheid) t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 46 t EV (de belichting bijstellen) f 54 t ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte achtergronden) f 55 t L.meting f 56 t AEB (van een scène 3 foto's met verschillende belichtingen maken) f 59 Een speciaal effect toepassen t Fotostijlen (een speciale tint aanbrengen) f 60 t Intelligente filtereffecten f 61 t Beeld aanpassen (kleurverzadiging, scherpte of contrast bijstellen) f 62 Bewegingsonscherpte voorkomen t Digitale beeldstabilisatie (DIS) f 27 9 t Bestanden op categorie bekijken in Smart Album f 69 t Alle bestanden op de geheugenkaart wissen f 71 t Foto's als diavertoning weergeven f 72 t Bestanden op een tv weergeven f 82 t De camera op een computer aansluiten f 83 t Geluid en volume bijstellen f 108 t De helderheid van het scherm bijstellen f 109 t De schermtaal wijzigen f 109 t De datum en tijd instellen f 109 t De geheugenkaart formatteren f 109 t Problemen oplossen f 119 Inhoud Basisfuncties ................................................................... Uitpakken .......................................................................... Onderdelen en knoppen van de camera ........................... De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. De batterij opladen en de camera inschakelen .................. De batterij opladen .............................................................. De camera inschakelen ....................................................... De eerste instellingen uitvoeren ......................................... Uitleg over de pictogrammen ............................................ Het aanraakscherm gebruiken .......................................... Een opnamemodus selecteren .......................................... Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren .......... Het aanraakscherm en geluid instellen .............................. Het type weergave voor het aanraakscherm instellen .............. Het geluid instellen .............................................................. Foto's maken .................................................................... Zoomen ............................................................................. Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) ................................ Tips om betere foto's te maken ........................................ Uitgebreide functies ....................................................... 30 13 14 15 17 18 18 18 19 20 21 22 23 24 24 24 25 26 27 28 Opnamemodi .................................................................... De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... De Scènemodus gebruiken .................................................. De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... Kaderlijnen gebruiken ........................................................... De belichting in de Nachtmodus aanpassen .......................... De Programmamodus gebruiken .......................................... Een video opnemen ............................................................ De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ....................... Spraakmemo's opnemen .................................................. Een spraakmemo opnemen ................................................. Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 31 31 32 33 34 34 35 36 37 39 39 39 Opname-instellingen ...................................................... 40 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... De resolutie selecteren ........................................................ De beeldkwaliteit selecteren ................................................. De zelfontspanner gebruiken ............................................. 10 41 41 42 43 Inhoud Opnamen in het donker maken ......................................... Rode ogen voorkomen ........................................................ De flitser gebruiken .............................................................. De ISO-waarde aanpassen .................................................. De scherpstelling aanpassen ............................................. Macro gebruiken ................................................................. Autofocus gebruiken ............................................................ Smart Touch AF gebruiken ................................................... One Touch-opname ............................................................ Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... Gezichten detecteren .......................................................... Een zelfportret maken .......................................................... Een foto van een lachend gezicht maken ............................... Knipperende ogen detecteren .............................................. Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ................................... Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ............................ Helderheid en kleur aanpassen ......................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... Serie-opnamen ................................................................. Foto's mooier maken ........................................................ Fotostijlen toepassen ........................................................... Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ Foto's aanpassen ................................................................ 45 45 45 46 47 47 47 48 49 49 50 50 51 51 52 52 53 54 54 55 56 57 59 60 60 61 62 Weergeven en bewerken ............................................... 64 Weergeven ........................................................................ De weergavemodus starten ................................................. Een video afspelen .............................................................. Een spraakmemo afspelen ................................................... Foto's bewerken ............................................................... Een foto draaien .................................................................. Foto's in grootte aanpassen ................................................. Slim bijsnijden gebruiken ...................................................... Fotostijlen toepassen ........................................................... Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ Een speciaal effect toepassen .............................................. Foto bijwerken ..................................................................... Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... Bestanden op een tv weergeven ....................................... 11 65 65 73 74 76 76 76 77 77 78 79 80 80 82 Inhoud Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten .......................................... De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 83 84 86 87 88 89 Foto's via e-mail verzenden ............................................. Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven .... Foto’s of video’s op een tv-scherm weergeven ..................... Foto’s of video’s op een ander apparaat weergeven ............. Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera .............................................................. Foto’s of video’s naar een andere camera verzenden ............ Foto’s of video’s van een andere camera ontvangen ............. 100 101 101 102 104 104 104 Instellingen .................................................................... Instellingenmenu ............................................................. Het instellingenmenu openen ............................................. Geluidsinstellingen ............................................................. Scherminstellingen ............................................................ Camera-instellingen ........................................................... 106 107 107 108 108 109 Draadloos netwerk ......................................................... 91 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ....................................... Automatisch verbinding maken met een WLAN ...................... Netwerkopties instellen ........................................................ IP handmatig instellen .......................................................... Tips over netwerkverbinding ................................................. Uw gegevens opslaan ......................................................... E-mailadressen opslaan ....................................................... De bestandsgrootte voor te delen bestanden instellen ............ Een wachtwoord instellen ..................................................... Het wachtwoord wijzigen ..................................................... Gegevens controleren ......................................................... Tekst invoeren ..................................................................... Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ... Een website openen ............................................................ Foto's of video's uploaden ................................................... 92 92 93 93 94 95 95 96 96 96 97 97 98 98 99 Appendices ................................................................... 112 Foutmeldingen ................................................................ Cameraonderhoud .......................................................... De camera reinigen ........................................................... Geheugenkaarten .............................................................. De batterij ......................................................................... Voordat u contact opneemt met een servicecenter ......... Cameraspecificaties ........................................................ Index ............................................................................... 12 113 114 114 115 116 119 122 128 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera, pictogrammen en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken …………………………………… 14 Het aanraakscherm en geluid instellen … 24 Onderdelen en knoppen van de camera … 15 Het type weergave voor het aanraakscherm instellen ……………………… 24 Het geluid instellen …………………………… 24 De batterij en geheugenkaart plaatsen … 17 De batterij opladen en de camera inschakelen ……………………… 18 De batterij opladen …………………………… 18 De camera inschakelen ……………………… 18 De eerste instellingen uitvoeren ………… 19 Uitleg over de pictogrammen …………… 20 Het aanraakscherm gebruiken …………… 21 Een opnamemodus selecteren …………… 22 Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren ……………… 23 Foto's maken ……………………………… 25 Zoomen ……………………………………… 26 Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) …… 27 Tips om betere foto's te maken ………… 28 Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Optionele accessoires Camera Polslus AC-adapter/ USB-kabel Schermpen Oplaadbare batterij Camera-etui A/V-kabel Geheugenkaart (microSDTM) Batterijoplader Gebruiksaanwijzing op cd-rom De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Snelstartgids Basisfuncties 14 Onderdelen en knoppen van de camera Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt. [POWER] Ontspanknop Luidspreker AF-lampje/timerlampje Flitser Interne antenne* * Vermijd contact met de interne antenne tijdens het gebruik van het draadloos netwerk Lens Statiefbevestigingspunt Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Basisfuncties 15 Onderdelen en knoppen van de camera Zoomknop t In- en uitzoomen t Inzoomen op een deel van de foto of bestanden als miniaturen weergeven Microfoon Weergaveknop Statuslampje t Knippert: bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp t Licht op: bij aansluiting op een computer of wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld USB- en A/V-poort Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel 1 2 Aanraakscherm Basisfuncties 16 De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de Geheugenkaart sleuf. Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Batterijvergrendeling Batterij Plaats de batterij met het Samsung-logo omlaag gericht. Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. Basisfuncties 17 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan. Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen. t Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19) De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [Weergaveknop]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Indicatielampje t Rood: bezig met opladen t Groen: volledig opgeladen Basisfuncties 18 De eerste instellingen uitvoeren Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren. 1 6 Selecteer Language. Stel de datum en tijd in en selecteer . Datum/tijd aanpassen 2 3 4 7 8 Selecteer een taal. Selecteer Tijdzone. Selecteer een tijdzone en selecteer Selecteer Aanraakkalibratie. Tik met de pen op het plusteken op het scherm. . t Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u . Tijdzone Aanraakkalibratie Londen Het beste resultaat krijgt u als u precies in het midden van het plusteken tikt. 5 9 Selecteer Datum/tijd aanpassen. Basisfuncties 19 Selecteer om naar de opnamemodus te gaan. Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Pictogram 1 Beschrijving Pictogram Beschrijving Intelligent filtereffect Resterend aantal foto's Beschikbare opnametijd l Interne geheugen t : Bewegingsdetectie t N: Netwerkmenu’s t M: Menu voor opname-instellingen Geheugenkaart geplaatst Gezichtsdetectie Autofocusinstelling Serieopnamen Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) Zelfontspannerinstelling Type weergave Opname-instellingen t : Belichtingswaarde t : Witbalans t : ISO-waarde t : Gezichtstint t : Gezichtsretouchering t : Scherpstelgebied t : Gezichtsdetectie t : Fotoresolutie t : Videoresolutie t : Fotokwaliteit t : Framesnelheid t : Belichting met ACB t : Lichtmeting t : Type serie-opname t : Fotostijlen t : Intelligent filtereffect t : Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) t : Lange sluitertijd t : Digitale beeldstabilisatie (DIS) t : Geluidsopname Fotostijlen Aanraakschermvergrendeling t <>: Volgende rij instellingen 2 1 Statuspictogrammen t t t : Volledig opgeladen : Deels opgeladen : Opladen noodzakelijk Zoomverhouding Pictogram Beschrijving Spraakmemo p Opnamemodus Autofocuskader Diafragma en sluitertijd Bewegingsonscherpte Fotoresolutie Instellingenreeks 1 (van 3) Videoresolutie Huidige datum en tijd Lichtmeting Rasterlijnen f Digitale beeldstabilisatie (DIS) Framesnelheid Belichtingswaarde ISO-waarde Witbalans 2 Instellingenpictogrammen (aanraken) Pictogram Beschrijving Flitsoptie Basisfuncties 20 Het aanraakscherm gebruiken Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Gebruik de meegeleverde schermpen om items op het scherm aan te raken of over het scherm te slepen. Aanraken Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen. Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. t Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met de schermpen te slepen. t Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u: - meerdere items tegelijk aanraakt - de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt - de camera gebruikt in combinatie met een lcd-beschermlaag of een ander lcd-accessoire t Als u het scherm met uw vinger aanraakt, herkent het scherm uw invoer misschien niet. t Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donkerder lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan. Slepen Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen. EV -2 Basisfuncties 21 -1 0 +1 +2 Een opnamemodus selecteren Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen. 1 2 Selecteer het moduspictogram. Modus S Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 31) a Auto: hiermee maakt u snel een foto met de minimale instellingen. (pag. 25) p Programma: hiermee stelt u zelf opties in voor de foto die u maakt. (pag. 35) s Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 32) D Intelligente scènedetectie: hiermee neemt u een video op, waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 37) v Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 36) Selecteer een modus. Basisfuncties 22 Beschrijving Een opnamemodus selecteren Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de camera te kantelen. Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger houdt op . Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 31) Naar de Film-modus gaan (pag. 36) Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt, zoals weergegeven. Naar de Programma-modus gaan (pag. 35) Basisfuncties 23 Het aanraakscherm en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het type weergave voor het aanraakscherm instellen 1 Selecteer in de opnamemodus . (Selecteer in de weergavemodus .) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Verberg: hiermee worden pictogrammen op het scherm verborgen als u 3 seconden lang geen handelingen uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen opnieuw weer te geven). Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de opnamemodus. Volledig Het geluid instellen Optie Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. Beschrijving Aanraakvergrendeling: Het aanraakscherm is tijdens de opname vergrendeld. (Tik op en houd deze ingedrukt totdat bereikt om het aanraakscherm te ontgrendelen.) Volledig: In de opnamemodus, altijd pictogrammen op het scherm weergeven. In de weergavemodus, altijd pictogrammen en informatie op het scherm weergeven. Basis: In de weergavemodus, altijd pictogrammen op het scherm weergeven. 1 2 3 4 Basisfuncties 24 Selecteer in de opname- of weergavemodus M. Selecteer “ Piepjes. Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. Aan De camera laat een geluid klinken. Selecteer om terug te gaan naar de vorige modus. Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken. 1 3 Zorg dat de camera in a-modus (Auto) staat, de standaardopnamemodus. t Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram “ a. 2 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. t Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Kadreer het onderwerp. Zie pagina 28 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 25 Foto's maken Digitale zoom Zoomen U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft een optische functie voor inzoomen tot 3x en een digitale functie voor inzoomen tot 3x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 9 keer inzoomen. Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Digitaal bereik Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Zoomindicator Zoomverhouding Optisch bereik t De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi S, s (in bepaalde scènes), D en v en in combinatie met Gezichtsdetectie en Smart filter. t Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. Uitzoomen Inzoomen De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt. Basisfuncties 26 Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (DIS) t DIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: - wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen - wanneer u digitale zoom gebruikt - wanneer de camera te veel trilt - wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij selectie van Nacht in de modus s) - wanneer de batterij bijna leeg is - wanneer u een close-up neemt t In sommige scènes is de DIS-functie niet beschikbaar. t Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in dat geval de camera uit en weer in zodat de DIS-functie weer naar behoren werkt. ps In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte digitaal beperken. Vóór correctie 1 2 Na correctie Selecteer in de opnamemodus f “ > “ . Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: de DIS-functie uitzetten. Aan: de DIS-functie aanzetten. Basisfuncties 27 Tips om betere foto's te maken Bewegingsonscherpte verminderen De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. Stel de DIS-optie (Digitale beeldstabilisatie ) in om de bewegingsonscherpte te reduceren. (pag. 27) Als h wordt weergegeven De sluiterknop half indrukken Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld. Scherpstelkader t Druk op [Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. t Pas het kader aan en druk [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Basisfuncties Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. t Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 45) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46) 28 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond - t Wanneer u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 45) (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) de lichtbron achter het onderwerp is te fel het onderwerp glanst het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader t Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie voor continuopnamen of bewegingsdetectie. (pag. 59) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 29 Uitgebreide functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en over hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Opnamemodi …………………………………………… 31 De Smart Auto-modus gebruiken ……………………… De Scènemodus gebruiken …………………………… De Beautyshot-modus gebruiken ……………………… Kaderlijnen gebruiken …………………………………… De belichting in de Nachtmodus aanpassen …………… De Programmamodus gebruiken ……………………… Een video opnemen …………………………………… De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ………… 31 32 33 34 34 35 36 37 Spraakmemo's opnemen ……………………………… 39 Een spraakmemo opnemen …………………………… Een spraakmemo aan een foto toevoegen …………… 39 39 Opnamemodi Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Pictogram Beschrijving In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De modus is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. 1 2 Verschijnt bij portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Selecteer in de opnamemodus a “ S. Verschijnt bij close-upfoto's van objecten. Kadreer het onderwerp. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij foto's van zonsondergangen. Verschijnt bij foto's van heldere luchten. Verschijnt bij foto's van beboste gebieden. Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke onderwerpen. Verschijnt bij close-upfoto's van mensen. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het donker maakt. Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. Pictogram Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is alleen bij gebruik van een statief beschikbaar. Verschijnt bij foto's met een heldere witte achtergrond. Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Uitgebreide functies 31 Opnamemodi 3 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. De Scènemodus gebruiken Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert S niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus niet wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s. Selecteer een scène. Scène Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties t Zie voor de modus Beautyshot het gedeelte “De Beautyshotmodus gebruiken” op pagina 33. t Zie voor de modus Kaderlijnen het gedeelte “Kaderlijnen gebruiken” op pagina 34. t Voor de modus Nacht, zie “De belichting in de Nachtmodus aanpassen” op pagina 34. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Uitgebreide functies 32 Opnamemodi 3 De Beautyshot-modus gebruiken Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s “ Als u onvolkomenheden in het gezicht wilt verbergen, selecteert u “ een optie. t Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. . Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), selecteert u f “ “ een optie. Niveau 3 t Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. Niveau 2 4 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Uitgebreide functies 33 Opnamemodi Kaderlijnen gebruiken De belichting in de Nachtmodus aanpassen Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u de scène instellen met behulp van de kaderlijnen. De kaderlijnen helpen degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen. Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s “ . Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop]. t Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s “ Selecteer f “ Kader annuleren: Terug 3 4 Diafragma 3 Vraag een andere persoon om een foto te maken. Selecteer een optie. t Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. Selecteer om de kaderlijnen op te heffen. Uitgebreide functies 34 “ Diafragma. Sluitertijd . Opnamemodi 4 Selecteer “ Sluitertijd. De Programmamodus gebruiken In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). Diafragma 1 2 Sluitertijd 5 Selecteer een waarde om de sluitertijd aan te passen en selecteer . 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Selecteer in de opnamemodus a “ p. Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameinstellingen”.) 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Uitgebreide functies 35 Opnamemodi Een video opnemen U kunt video’s in high-definition van maximaal 20 minuten opnemen. De video-opname wordt opgeslagen als een MP4 bestand (H.264). t H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. t Als u tijdens het opnemen van een video in- of uitzoomt, kan het zoomgeluid op de video hoorbaar zijn. t Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in. t Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid geheugenkaarten met een hoge schrijfsnelheid. 30 fps is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240. 3 Selecteer > “ Optie 1 2 “ een geluidsoptie. Beschrijving Uit : hiermee kunt u een video zonder geluid opnemen. Selecteer in de opnamemodus a “ v. Aan: hiermee kunt u een video met geluid opnemen. Selecteer f “ “ een opnamesnelheid (het aantal frames per seconde). Zoom gedempt: hiermee kunt u een video opnemen zonder geluid tijdens in-/uitzoomen. t Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. 4 Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opname-instellingen”.) 5 6 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. Uitgebreide functies Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. 36 Opnamemodi Het opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. Selecteer te gaan. om de opname te pauzeren. Selecteer om verder De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ D. Kadreer het onderwerp. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Stop: Sluiter Pictogram Beschrijving Verschijnt bij het maken van video’s van landschappen. Verschijnt bij het maken van video’s van heldere luchten. Verschijnt bij het maken van video’s van beboste gebieden. Verschijnt bij het maken van video’s van zonsondergangen. Uitgebreide functies 37 Opnamemodi 3 4 Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert D niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t In de modus Intelligente scènedetectie kunt u geen intelligente filtereffecten of fotostijlen instellen. Uitgebreide functies 38 Spraakmemo's opnemen aps Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 1 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . (In sommige modi selecteert u f “ > (tweemaal) “ “ .) Selecteer in de opnamemodus f “ “ . (In sommige modi selecteert u f “ > (tweemaal) “ “ .) Memo Opname 2 3 4 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. t Selecteer om de opname te pauzeren en om verder te gaan. t Wanneer het opnemen begint, wordt de resterende tijd boven in het scherm door de bestandsnaam vervangen. t U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. 2 3 Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Selecteer schakelen. Kadreer het onderwerp en maak een foto. t Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen van een spraakmemo. Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. om naar de opnamemodus over te Uitgebreide functies 39 Opname-instellingen Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. De zelfontspanner gebruiken ……………… 43 Een foto van een lachend gezicht maken …… Knipperende ogen detecteren ……………… Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ……… Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) … Opnamen in het donker maken Helderheid en kleur aanpassen …………… 54 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 41 De resolutie selecteren ……………………… 41 De beeldkwaliteit selecteren ………………… 42 ………… Rode ogen voorkomen ……………………… De flitser gebruiken …………………………… De ISO-waarde aanpassen ………………… 45 45 45 46 De scherpstelling aanpassen 47 47 47 48 49 49 …………… Macro gebruiken …………………………… Autofocus gebruiken ………………………… Smart Touch AF gebruiken …………………… One Touch-opname ………………………… Het scherpstelgebied aanpassen …………… Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 50 Gezichten detecteren ………………………… 50 Een zelfportret maken ……………………… 51 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………… De lichtmeetmethode wijzigen ……………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… Serie-opnamen 51 52 52 53 54 55 56 57 …………………………… 59 Foto's mooier maken ……………………… 60 Fotostijlen toepassen ………………………… 60 Intelligente filtereffecten toepassen ………… 61 Foto's aanpassen …………………………… 62 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren SapsDv Optie Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. 4320 X 3240: Afdrukken op A1-papier. 4000 X 3000: Afdrukken op A1-papier. 4320 X 2880: Afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 4320 X 2432: Afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. Wanneer u een foto gaat maken doet u het volgende: 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ Beschrijving . Selecteer een optie. 3264 X 2448: Afdrukken op A3-papier. 2560 X 1920: Afdrukken op A4-papier. 2048 X 1536: Afdrukken op A5-papier. 4320 X 2432 1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 1024 X 768: Bij een e-mail voegen. Opname-instellingen 41 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Wanneer u een video gaat opnemen doet u het volgende: 1 2 Selecteer in de modi D en v de opties f “ Selecteer een optie. 1280 X 720 HQ . De beeldkwaliteit selecteren De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEGindeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere bestanden. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ Selecteer een optie. Hoog Optie aps Beschrijving 1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit afspelen op een HDTV. 1280 X 720: Afspelen op een HDTV. Optie 640 X 480: Afspelen op een gewone televisie. Beschrijving Superhoog 320 X 240: Afspelen op een webpagina. Hoog Om te delen: Op een website plaatsen via het draadloos netwerk (maximaal 30 seconden). Normaal Opname-instellingen 42 . De zelfontspanner gebruiken SapsDv Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken. 1 2 Selecteer in de opnamemodus 3 . Selecteer een optie. Druk op [Ontspanknop] om de zelfontspanner te starten. t Het AF-lampje/timerlampje knippert. De camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. t Selecteer het zelfontspannerpictogram of druk op [Ontspanknop] om de zelfontspanner uit te schakelen. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde zelfontspanneropties niet beschikbaar. Uit Optie Beschrijving Uit: de zelfontspanner is niet actief. 10 sec: hiermee wordt er na 10 seconden een foto gemaakt. 2 sec: hiermee wordt er na 2 seconden een foto gemaakt. Dubbel: hiermee wordt er eerst na 10 seconden een foto gemaakt en 2 seconden daarna een tweede. Bewegingstimer: na detectie van uw beweging wordt er een foto gemaakt. (pag. 44) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 43 De zelfontspanner gebruiken 5 De bewegingstimer gebruiken 1 2 3 4 Selecteer in de opnamemodus “ . Poseer voor de foto terwijl het AF-lampje/timerlampje knippert. t Het AF-lampje/timerlampje stopt met knipperen vlak voordat de camera een foto neemt. Druk op [Ontspanknop]. Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op [Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand. Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de zelfontspanner te activeren. t Als de camera u detecteert begint het AF-lampje/timerlampje snel te knipperen. De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden: t u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera. t uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg. t er is te veel licht of tegenlicht. t het onderwerp is dicht genoeg bij u om het AF-lampje te reflecteren. Het detectiebereik van de bewegingstimer Opname-instellingen 44 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken ap Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Antirode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser gebruiken”. Saps Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 2 Selecteer in de opnamemodus . Selecteer een optie. Auto Deze optie is alleen in bepaalde scènemodi beschikbaar. Optie Beschrijving Uit: t De flitser gaat niet af. t Er wordt een waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: In de modus S selecteert de camera een geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène. Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Opname-instellingen 45 Opnamen in het donker maken De ISO-waarde aanpassen Optie Beschrijving p De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. Rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera gaat rode ogen tegen. Invulflits: t De flitser gaat altijd af. t De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. Langz sync: t De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. t Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. t Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ . Selecteer een optie. t Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Auto Anti-rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is afgegaan. Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden. t Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serie-opnamen of als u Knipperen of Zelfportret selecteert. t Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 122) t Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. Opname-instellingen 46 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen. Macro gebruiken Autofocus gebruiken aDv Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus gebruiken”. apDv Om scherpe foto's te maken selecteert u de juiste scherpsteloptie al naar gelang de afstand tot het onderwerp. 1 2 Selecteer in de opnamemodus . Selecteer een optie. Normaal (AF) Optie Beschrijving Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp op meer dan 80 cm afstand. Auto macro: scherpstellen op een onderwerp op meer dan 10 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). t Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. t Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Macro: scherpstellen op een onderwerp op 10 - 80 cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 47 De scherpstelling aanpassen Smart Touch AF gebruiken aps t Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het scherpstelkader midden in het beeld. t Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: - het onderwerp is te klein of verplaatst zich - er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats - kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond overeen - de camera trilt erg In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één witte lijn. t Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. t Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het scherpstelkader een kader met één rode lijn. t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Raak in het aanraakgedeelte (door een kader aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan. t Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. t Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. t Een groen kader wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. Opname-instellingen 48 De scherpstelling aanpassen One Touch-opname Het scherpstelgebied aanpassen aps aps U kunt met druk van uw vinger op uw onderwerp scherpstellen en een foto maken. U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 3 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Raak een onderwerp aan om op scherp te stellen. Selecteer in de opnamemodus f “ . Selecteer een optie. Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken. t Blijf aanraken totdat de niveau-indicator gevuld is. Centrum AF Optie Beschrijving Centrum AF: scherpstellen op het midden (geschikt voor onderwerpen in het midden van het beeld) Multi AF: scherpstellen op een of meer van de 9 mogelijke gebieden. t Als u een ander gedeelte gedurende korte tijd aanraakt, verandert het gezichtsdetectiekader in een normaal kader. t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor reeksopnamen, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp door het beeld op het scherm aan te raken. Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken. Smart Touch AF: scherpstellen op en volgen van het onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 48) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 49 Gezichtsdetectie gebruiken aps Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. U kunt tevens Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven. t In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar. t Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje) - het is te licht of te donker - het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - het onderwerp draagt een zonnebril of een masker - het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk - de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch t Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl, een intelligent foto-effect of smart touch AF. t Als u de optie voor gezichtsdetectie gebruikt, werkt de digitale zoomfunctie niet. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde zelfontspanneropties niet beschikbaar. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. t Als u foto’s van gedetecteerde gezichten maakt, worden deze opgeslagen in de lijst met gezichten. t In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 68) Ook als gezichten zijn geregistreerd, worden ze mogelijk in de weergavemodus niet geclassificeerd. t Het gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor. Gezichten detecteren De camera detecteert automatisch menselijke gezichten (maximaal 10 gezichten). Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. Opname-instellingen t Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. t Als u wilt scherpstellen op gezichten in grijze kaders, raakt u deze aan om erop scherp te stellen. t Als de optie voor reeksopnamen in gebruik is, worden de gedetecteerde gezichten mogelijk niet geregistreerd. 50 Gezichtsdetectie gebruiken Een zelfportret maken Een foto van een lachend gezicht maken U kunt foto’s van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen. De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ Selecteer in de opnamemodus f “ “ . De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. . Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op [Ontspanknop]. t U kunt de piep in- en uitschakelen door bij de geluidsinstellingen Zelfportret te selecteren. (pag. 108) t Als u het volume bij Instellingen uitschakelt, zal de camera geen piepje laten klinken. Opname-instellingen 51 Gezichtsdetectie gebruiken Knipperende ogen detecteren Intelligente gezichtsdetectie gebruiken Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. De camera registreert automatisch gezichten die u vaak fotografeert. Met deze functie krijgt de scherpstelling van deze gezichten en favoriete gezichten prioriteit. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. Selecteer in de opnamemodus f “ “ . t Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm wordt weergegeven. t Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval nog een foto. Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. t : Hiermee worden favoriete gezichten aangegeven (zie pagina 53 voor het registreren van favoriete gezichten). t : Hiermee worden gezichten aangegeven die automatisch door de camera worden geregistreerd. t De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in extreme lichtomstandigheden, bij drastische veranderingen in de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp de bril wel of niet draagt. t De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste prioriteit door het nieuwe vervangen. t De camera kan maximaal 5 gezichten in een scène detecteren. Opname-instellingen 52 Gezichtsdetectie gebruiken Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) 3 U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ Selecteer t U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren. t De flitseroptie wordt op Uit ingesteld. t Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten uit de lijst verwijderen. . Kadreer het onderwerp met de ovalen kaderlijn en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren. t Als het gezicht van het onderwerp niet is gekadreerd met de ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven. t U neemt 5 foto’s van het gezicht: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van onderen. t Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk. wanneer de lijst met gezichten verschijnt. t Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een aangegeven. Uw favoriete gezichten weergeven 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ Selecteer “ . om uw favoriete gezichten weer te geven. t Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, selecteert u . (pag. 68) t Als u uw favoriete gezichten wilt annuleren, selecteert u . Opname-instellingen 53 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. 3 De belichting handmatig aanpassen (EV) pv Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) 1 2 Neutraal (0) Selecteer Helderder (+) Selecteer in de opnamemodus f “ t Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet deze later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. t Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan 3 foto’s achter elkaar met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 59) . Selecteer een waarde om de belichting aan te passen. t +: helderder, -: donkerder EV -2 -1 0 +1 +2 Opname-instellingen . t De aangepaste belichting wordt op de onderstaande wijze weergegeven. 54 Helderheid en kleur aanpassen Compenseren voor tegenlicht (ACB) p Optie Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. Beschrijving Uit: ACB is uitgeschakeld. Aan: ACB is ingeschakeld. t In de a-modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld. t Deze functie is niet beschikbaar wanneer Continu, Bewegingsopname of AEB wordt gebruikt. Zonder ACB 1 2 Met ACB Selecteer in de opnamemodus f “ > “ . Selecteer een optie. Uit Opname-instellingen 55 Helderheid en kleur aanpassen De lichtmeetmethode wijzigen pv Optie De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 Selecteer in de opnamemodus f “ . (Selecteer in de modus p de opties f “ > “ 2 Selecteer een optie. Spot: t De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. t Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. t Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. .) Centr. gewogen: t De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. t Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Multi Optie Beschrijving Beschrijving Multi: t De camera verdeelt het beeld onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. t Geschikt voor algemene foto's. Opname-instellingen 56 Helderheid en kleur aanpassen 2 Een lichtbron selecteren (Witbalans) Selecteer een optie. pv De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. Auto witbalans Optie Beschrijving Auto witbalans: Automatische instellingen die per lichtomstandigheid verschillen. Auto witbalans Daglicht: Voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag. Daglicht Bewolkt: Voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: Voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen. TL-licht L: Voor foto's bij wit TL-licht. Bewolkt 1 Kunstlicht Selecteer in de opnamemodus f “ Kunstlicht: Voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. . Aangep. instelling: Uw vooraf gedefinieerde instellingen gebruiken. (pag. 58) Opname-instellingen 57 Helderheid en kleur aanpassen Uw eigen witbalansinstelling configureren U kunt zelf de witbalans definiëren door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier. Hiermee kunt u de kleuren in de foto aan de hand van de lichtomstandigheid laten overeenstemmen met de daadwerkelijke scène. 1 2 Richt de lens op een wit stuk papier. 3 Druk op [Ontspanknop]. Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Opname-instellingen 58 Serie-opnamen p Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serie-opnamen. Optie 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ > “ Beschrijving 1 opname: hiermee maakt u een foto tegelijk. Continu: t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. t Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. . Bewegingsopname: Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde, met een maximum van 30 foto's). Selecteer een optie. AEB: t Hiermee maakt u 3 foto's met een verschillende belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. t Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. 1 opname Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. t U kunt de flitser en zelfontspanner alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. t Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie ingesteld op VGA en de ISO-waarde op Auto. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. t U kunt continuopnamen maken als u de Kinderenmodus in de Scènemodus selecteert. Opname-instellingen 59 Foto's mooier maken Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen, kleuren of Intelligente filtereffecten toe te passen en door aanpassingen uit te voeren. Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren apv Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder, of Bos. 1 2 3 4 Zacht 1 2 Helder Selecteer in de opnamemodus f “ . (Selecteer in de modus p de opties f “ > “ Selecteer . Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Pas de mate van de geselecteerde kleur aan. Bos Selecteer in de opnamemodus f “ . (Selecteer in de modus p de opties f “ > “ Aangep. RGB .) Selecteer een optie. t Selecteer om uw eigen RGB-tint te definiëren. 5 Normaal Selecteer Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsherkenning, intelligente filtereffecten en beeldbewerking in te stellen. Opname-instellingen 60 . .) Foto's mooier maken Intelligente filtereffecten toepassen apv Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te maken. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ . (Selecteer in de modus p de opties f “ > “ .) Selecteer een effect. Optie Beschrijving Normaal: Geen effect Miniatuur Miniatuur: Laat een foto van een levensgrote locatie of object er uitzien als een foto van een miniatuur schaalmodel. Door delen van de foto vaag af te beelden, lijkt een scène veel kleiner dan deze in werkelijkheid is. Vignetten Vignetten: Pas retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering toe. Visoog 1: Vervorm nabije objecten om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Visoog 1 Visoog 2 Visoog 2: Maak de randen van het kader donkerder en vervorm nabije objecten om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Schets: Laat de foto op een tekening lijken. Anti-nevel: Maak de foto helderder. Opname-instellingen 61 Foto's mooier maken t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt de opnametijd hiervoor met het pictogram weergegeven. Deze is korter dan de daadwerkelijke opnametijd. t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid niet opgenomen. t Wanneer u een intelligent filtereffect toepast terwijl u een video opneemt, wordt de opnamesnelheid op ingesteld en wordt de opnameresolutie minder dan . t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor fotostijlen en beeldbewerking in te stellen. t Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. t Wanneer u Schets selecteert, wordt de foto automatisch verkleind tot of kleiner. Foto's aanpassen p U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 2 3 Selecteer in de opnamemodus f “ . Selecteer een aanpassingsoptie. t t t : Scherpte : Contrast : Kleurverz. Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. Scherpte -2 Scherpteoptie Opname-instellingen 62 -1 0 +1 +2 Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Foto's mooier maken Contrastoptie Beschrijving - Verminder kleuren en helderheid. + Verhoog kleuren en helderheid. Kleurverzadigingsoptie Beschrijving - Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. t Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk de opties voor gezichtsherkenning, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. Opname-instellingen 63 Weergeven en bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Weergeven ………………………………… 65 De weergavemodus starten ………………… 65 Een video afspelen …………………………… 73 Een spraakmemo afspelen ………………… 74 Foto's bewerken …………………………… 76 Een foto draaien ……………………………… Foto's in grootte aanpassen ………………… Slim bijsnijden gebruiken …………………… Fotostijlen toepassen ………………………… Intelligente filtereffecten toepassen ………… Een speciaal effect toepassen ……………… Foto bijwerken ……………………………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) ………… 76 76 77 77 78 79 80 80 Bestanden op een tv weergeven ………… 82 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) …………………………………… 83 Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ……………………………… 84 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten …… 86 De camera loskoppelen (Windows XP) ……… 87 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) ………………… 88 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) …………………… 89 Weergeven Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert. De weergavemodus starten Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [Weergaveknop]. t Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt weergegeven. t Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in. 2 Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden te scrollen. t Selecteer < om het vorige bestand weer te geven. Blijf het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven. t Selecteer > om het volgende bestand weer te geven. Blijf het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven. Weergeven en bewerken t Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. t Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven. 65 Weergeven Bestanden weergeven met bewegingsherkenning Een menu openen met behulp van bewegingsdetectie U kunt bestanden bekijken door de camera te kantelen. De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor waarmee u snel een menu kunt openen door de camera te kantelen. Kantel in de weergavemodus de camera terwijl u uw vinger houdt op . Hiermee stelt u het huidige bestand als uw favoriete foto in* ( verschijnt boven aan het bestand.) t Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt. t Als u de camera tijdens het weergeven van een foto 90° of 180° draait, wordt de stand van de foto automatisch aangepast. t Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u in de weergavemodus M “ . “ Gebarenoverzicht “ Uit. Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de huidige foto ( verschijnt boven aan het bestand.) * U kunt geen favoriete bestanden instellen voor het volgende: - Weergeven en bewerken 66 video’s of spraakmemo’s foto’s met fouten of vergrendelde foto’s foto’s die met een camera van een andere fabrikant zijn gemaakt foto’s die met behulp van bewegingsdetectie zijn gemaakt foto’s die te groot zijn voor het beschikbare geheugen Weergeven Het scherm in de weergavemodus Informatie Hiermee start u een diavertoning (pag. 72) Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt. Pictogram Beschrijving Foto heeft een spraakmemo v Videobestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Beschermd bestand Foto bevat een geregistreerd gezicht; alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart Favoriet bestand Mapnaam – Bestandsnaam Hiermee opent u de lijst met gezichten (pag. 68); alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart Hiermee wist u bestanden (pag. 71) Hiermee start u een diavertoning (pag. 72) Hiermee kunt u foto's bewerken (pag. 76) Weergeven en bewerken 67 Weergeven Pictogram 2 Beschrijving Selecteer Hiermee selecteert u een weergavetype (pag. 24) Hiermee selecteert u een menu met behulp van bewegingsdetectie (pag. 66) N M “ een gezicht. Rangorde wijzigen 1 Netwerkmenu’s gebruiken (pag. 91) 4 2 Weergave- en instellingenmenu's 3 Weergavetijd van video’s en spraakmemo’s Hiermee speelt u video's of spraakmemo's af (Video pag. 73/Spraakmemo pag. 74) 3 Selecteer , of . om de classificatie van het gezicht te wijzigen en selecteer . Uw favoriete gezichten classificeren U kunt de classificatie van uw favoriete gezichten aanpassen en de gezichten verwijderen. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. 1 Selecteer in de weergavemodus . Gezichtenlijst 1 4 2 5 3 6 1/2 t Selecteer om uw favoriete gezichten te annuleren. Weergeven en bewerken 68 Weergeven Bestanden op categorie bekijken in Smart Album Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend. Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of bestandstype. 1 Selecteer in de weergavemodus . t U kunt Smart Album ook openen door de [Zoomknop] naar links te draaien. 2 3 t U kunt ook uw vinger op < of > houden om door data, bestandstypen, weekdagen, kleuren en gezichten te scrollen. “ een categorie Selecteer Selecteer een datum, bestandstype, weekdag, kleur of gezicht. Type Datum Kleur Week Favoriet Gezicht Optie Type Datum Kleur Week Favoriet Gezicht 29 1 6 7 29 20 Beschrijving Hiermee worden bestanden gesorteerd op bestandstype weergegeven. Hiermee worden bestanden op volgorde van de opslagdatum weergegeven. Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante kleur in het beeld weergegeven. Hiermee worden bestanden weergegeven op volgorde van de weekdag waarop ze zijn opgeslagen. Hiermee worden uw favoriete bestanden weergegeven. Hiermee worden bestanden gesorteerd op herkende en favoriete gezichten weergegeven. (Maximaal 20 personen) 4 5 1 6 7 Selecteer < of > om door bestanden te scrollen. Selecteer gaan. Weergeven en bewerken om naar de normale weergave terug te Wanneer u een categorie en een menu met miniaturen selecteert (zoals voor het verwijderen van meerdere bestanden tegelijk of het beschermen van geselecteerde bestanden) geeft de camera alle bestanden gesorteerd op categorie weer of alleen de bestanden die met de categorie-optie overeenkomen. 69 Weergeven Bestanden in 3D-weergave bekijken 1 2 Selecteer in de weergavemodus Bestanden als miniatuur weergeven “ U kunt snel miniaturen van bestanden bekijken. . Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar links om 9 of 16 miniaturen weer te geven (draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus terug te keren). Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden te scrollen. t Sleep bestanden naar links of rechts om ze sneller te verplaatsen. Hoe verder u een pictogram over het scherm sleept, des te sneller worden de bestanden verplaatst. t Selecteer om bestanden in Smart Album weer te geven. 29 6 7 20 Functie Actie Door bestanden scrollen Selecteer < of > of schuif uw vinger naar links of rechts over het scherm om door de bestanden te scrollen. Selecteer een bestand in het midden van het scherm om het schermvullend weer te geven. Een bestand weergeven Selecteer een miniatuur. t Selecteer het bestand om naar de 3D-weergave terug te keren. Bestanden wissen Selecteer Weergeven in 3D Selecteer Een categorie selecteren Selecteer 1/5 3 1 t In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo’s afspelen. t De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten op een televisie. . (pag. 71) . . Wanneer u in miniatuurmodus bestanden versleept, kunnen er indicatorpictogrammen verschijnen nadat de miniaturen zijn geladen. Weergeven en bewerken 70 Weergeven Bestanden beveiligen Bestanden wissen U kunt uw bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. U kunt afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk wissen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. Bestanden selecteren en beveiligen Afzonderlijke bestanden wissen 1 2 3 1 2 Selecteer in de weergavemodus M. Selecteer Beveiligen “ Select.. Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen. t Selecteer t Selecteer om alle bestanden te selecteren. om de selectie op te heffen. Selecteer Selecteer Ja om het bestand te wissen. Meerdere bestanden tegelijk wissen 1 2 3 4 Selecteer in de weergavemodus een bestand “ . Selecteer in de weergavemodus t Selecteer selecteren. t Selecteer Selecteer . Alle bestanden beschermen 1 2 “ Meer wissen. Selecteer de bestanden die u wilt wissen. Selecteer in de weergavemodus M. Selecteer Beveiligen “ Alles “ Vergrendel. Weergeven en bewerken 71 om alle bestanden in het huidige scherm te om de selectie op te heffen. “ Ja. Weergeven Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren Pictogram Beschrijving U kunt bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 2 3 Hiermee wist u het bestand. Hiermee snijdt u de vergrote foto bij (de foto wordt als een nieuw bestand opgeslagen). Selecteer in de weergavemodus M. Hiermee keert u terug naar de oorspronkelijke weergave. Selecteer . “ Kopie. X2.0 Zoomverhouding Selecteer Ja om bestanden te kopiëren. Een diavertoning starten Een foto vergroten Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar rechts om een foto te vergroten (draai de [Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen). U kunt de diavertoning van geluid en effecten voorzien. Deze functie werkt niet voor video's en spraakmemo's. 1 2 Selecteer in de weergavemodus . Stel een effect voor de diavertoning in. Het vergrote gebied wordt boven aan het scherm weergegeven. De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen. Scroll in de richting die u wenst. Optie Beschrijving Foto's: Hiermee selecteert u foto’s voor uw diavertoning (maximaal 2000). Weergeven en bewerken 72 Weergeven Optie Beschrijving Een video afspelen Afsp.mod.: Hiermee stelt u in of de vertoning wordt herhaald. U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden. Interval: Hiermee stelt u het interval tussen foto's in. t Dit is beschikbaar wanneer u Effect instelt op . t Bij gebruik met een andere effectoptie dan wordt het interval op 1 sec. ingesteld. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een video “ Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. Muziek: Hier selecteert u achtergrondmuziek. Effect: t Hier selecteert u een overgangseffect. t Selecteer voor geen effecten. 3 Selecteer om de diavertoning te starten. t Raak het scherm aan (geen optiepictogrammen) om de diavertoning te onderbreken. t Selecteer om het volume van het achtergrondgeluid bij te stellen of het geluid te dempen. t Selecteer om naar de weergavemodus over te schakelen. . Pictogram Beschrijving Terugspoelen. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. Vooruitspoelen. Het volume aanpassen of dempen. Weergeven en bewerken 73 Weergeven Een video tijdens het afspelen bijsnijden Een spraakmemo afspelen 1 Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt laten beginnen en selecteer . 2 3 Selecteer 4 5 om het afspelen te hervatten. Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt laten eindigen. Selecteer Een spraakmemo afspelen 1 2 Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo “ Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. . Selecteer Ja. t De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. t De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen. Pictogram Beschrijving Een beeld vastleggen tijdens het afspelen 1 2 3 Selecteer Selecteer Terugspoelen. op het punt waarop u een foto wilt opslaan. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. . Vooruitspoelen. Selecteer Ja. Het volume aanpassen of dempen. Afzonderlijke beelden die worden bewaard, hebben dezelfde grootte als het oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen. Weergeven en bewerken 74 . Weergeven Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 2 3 Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen Selecteer in de weergavemodus een foto “ M. Selecteer Spraakmemo “ Aan. Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op te nemen (maximaal 10 seconden). 1 Selecteer in de weergavemodus een foto met spraakmemo “ . 2 Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Pictogram Beschrijving / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. Het volume aanpassen of dempen. Weergeven en bewerken 75 Foto's bewerken Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aan te passen. t Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen. t Wanneer u foto’s van of groter bewerkt, worden deze automatisch naar een lagere resolutie omgezet (behalve wanneer u foto’s draait of in grootte aanpast). Een foto draaien 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer Foto's in grootte aanpassen 1 2 . “ een optie. Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer . “ een optie. t Selecteer (pag. 108) om de foto als beginafbeelding op te slaan. Links 90 gr. 1920 X 1080 3 Selecteer . De gedraaide foto wordt als hetzelfde bestand opgeslagen, niet als een nieuw bestand. 3 Selecteer . De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de geselecteerde foto. Weergeven en bewerken 76 Foto's bewerken Slim bijsnijden gebruiken Fotostijlen toepassen Selecteer een deel van de foto om te vergroten en sla de foto als nieuw bestand op. Pas een andere kleurtint op de foto toe, zoals Zacht, Helder, of Bos. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer . Selecteer 4 punten op het aanraakscherm om een gebied te selecteren. Zacht 1 2 4 Selecteer Helder Bos Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer “ een optie. t Selecteer om uw eigen RGB-tint te definiëren. Zacht . t De foto wordt als nieuw bestand opgeslagen. De nieuwe bestandsgrootte wordt gereduceerd, ongeacht de oorspronkelijke grootte. 3 Selecteer Weergeven en bewerken 77 . . Foto's bewerken Uw eigen RGB-tint definiëren Intelligente filtereffecten toepassen 1 Selecteer in de weergavemodus een foto “ “ . 2 3 Selecteer een kleur (R: Rood, G: Groen, B: Blauw). Pas de mate van de kleur aan. Aangep. RGB 4 Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te maken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. “ Selecteer . Miniatuur Vignetten Visoog 1 Visoog 2 Weergeven en bewerken 78 Foto's bewerken 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ “ een effect. Selecteer Miniatuur . Een speciaal effect toepassen Pas speciale effecten op foto's toe, zoals kleurfilters en ruiseffecten. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer . “ een optie. Elegant 3 Selecteer . Optie Beschrijving Kleurenfilter: hiermee verandert u de achtergrondkleuren in zwart-wit om het hoofdonderwerp daartegen te laten afsteken. Elegant: hiermee past u effecten toe om de foto helderder en zachter te maken. Ruis toevoegen: hiermee voegt u ruis aan de foto toe voor een ouderwetse uitstraling. Gezichtretouch.: retoucheer de portretfoto’s en laat gezichten helderder en duidelijker overkomen. 3 Selecteer Weergeven en bewerken 79 . Foto's bewerken ACB (automatische contrastverbetering) aanpassen Foto bijwerken Verwijder rode ogen of pas de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging aan. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer t t t 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer “ Selecteer . . . . “ een aanpassingsoptie. Een afdrukbestelling maken (DPOF) : Helderheid : Contrast : Kleurverz. Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in, zoals het aantal afdrukken en het papierformaat. 3 Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. (-: minder of +: meer) 4 Selecteer t De geheugenkaart kan naar een printshop worden gebracht die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. t Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's. t Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken. . Rode ogen verwijderen 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer Selecteer “ . . . 1 2 Selecteer in de weergavemodus M. Selecteer DPOF “ Select.. t Als u alle bestanden wilt afdrukken, selecteert u Alles en gaat u naar stap 5. Weergeven en bewerken 80 Foto's bewerken 3 4 5 Selecteer foto's die u wilt afdrukken. t Selecteer t Selecteer Selecteer om alle bestanden te selecteren. om de selectie op te heffen. . Stel DPOF-opties in. Optie Beschrijving Hier stelt u in of u de foto's als miniaturen wilt afdrukken. (Selecteer om foto's als miniaturen af te drukken.) Hier geeft u de afdrukgrootte op. 6 7 Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen. Selecteer . Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. Weergeven en bewerken 81 Bestanden op een tv weergeven Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 2 3 Selecteer . (tweemaal) “ Video. 4 5 Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 111) Schakel de camera en de televisie uit. 8 Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera de gewenste foto's en video's weer. t Het aanraakscherm fungeert als bedieningspaneel voor het televisiescherm. Zoek de gewenste optie op het televisiescherm en raak op het camerascherm de plek aan waar deze optie zich bevindt. Wanneer er een aanwijzer op het televisiescherm verschijnt, selecteert u op het camerascherm. Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de televisie aan. Video Audio 6 Schakel de televisie in en selecteer de videouitvoermodus met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in en druk op [Weergaveknop]. Weergeven en bewerken t Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven. t Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. t Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's en video's maken. 82 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en uploaden naar uw favoriete websites. Vereisten voor Intelli-studio Onderdeel Vereisten Processor Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/ AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows XP SP2/Vista/7 Schijfruimte 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig t Cd-romstation t nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 series of hoger t 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) t USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer Weergeven en bewerken t Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten voldoet. t Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s te bewerken. t Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma te gebruiken. t U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten. t Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt. t De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van Windows XP, Windows Vista en Windows 7. 83 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio 5 Schakel de camera in. t De camera wordt automatisch herkend. Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met de USB-kabel op uw computer aansluit. Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. 1 Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 6 t Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet verschijnen. Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 2 3 4 7 Selecteer . (tweemaal) “ Pc-software “ Aan. Schakel de camera uit. Selecteer een map op de computer waarin u de bestanden wilt opslaan. Selecteer Ja. t Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer overgebracht. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Selecteer bij Windows Vista en Windows 7 Run iStudio.exe in het venster Automatisch afspelen. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Weergeven en bewerken 84 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio gebruiken Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt er ook bestanden mee uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help “ Help in het programma voor meer informatie. t Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool “ Install Intelli-studio on PC. t Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. t Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd. t Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen: - Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF 1 2 3 4 5 % $ 6 7 # 8 9 0 @ ! Weergeven en bewerken 85 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 1 Hiermee opent u menu's Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten 2 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 3 Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus gaan 4 Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus gaan 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 5 Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar websites zoals Flickr of YouTube uploaden.) Selecteer . (tweemaal) “ Pc-software “ Uit. 6 Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst 7 Hiermee selecteert u een bestandstype 2 3 4 8 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de computer weer 9 Hiermee geeft u bestanden van de aangesloten camera weer of verbergt u deze 0 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de camera weer ! Hiermee geeft u bestanden weer als miniaturen, in Smart Album of op een kaart @ Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten apparaat # Hiermee bladert u door mappen op de computer $ Hiermee gaat u naar de vorige of volgende pagina % Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden op een kaart weer, slaat u bestanden op in Mijn map of registreert u gezichten Pictogram Beschrijving Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Weergeven en bewerken Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 86 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 5 Schakel de camera in. De camera loskoppelen (Windows XP) t De camera wordt automatisch herkend. De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze losgekoppeld. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 6 Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf “ DCIM “ 100PHOTO. 7 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. 3 4 Klik op het pop-upbericht. Verwijder de USB-kabel. De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is. Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen. Weergeven en bewerken 87 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. 2 Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Schakel de camera in. t De computer herkent de camera automatisch en geeft op het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf weer. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 3 4 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. Breng foto’s of video’s naar de computer over. Weergeven en bewerken 88 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 2 3 4 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 6 Selecteer . (tweemaal) “ USB “ Printer. om af te drukken. Schakel de camera uit. Schakel de printer in en sluit de camera er met een USB-kabel op aan. 7 5 Selecteer t Selecteer om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties instellen” op pagina 90. Selecteer een optie. Schakel de camera in. t De printer herkent de camera automatisch. Weergeven en bewerken Optie Beschrijving Huidige foto Hiermee drukt u de geselecteerde foto af. Ga naar stap 8. Geselect. foto's Hiermee drukt u de gewenste foto’s af. Alle foto's Hiermee drukt u alle foto's af. Ga naar stap 8. 89 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) 8 9 10 Selecteer < of > om naar een foto te scrollen die u wilt afdrukken. Optie Beschrijving Formaat: Hier geeft u de afdrukgrootte op. Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen en selecteer . Lay-out: Hiermee drukt u miniaturen af. t Als u ervoor gekozen had om alleen de gewenste foto’s af te drukken, herhaalt u stap 7-8 voor alle foto’s die u wilt afdrukken. Kwalit.: Hier stelt u de afdrukkwaliteit in. Type: Hier selecteert u het papiertype. Datum: Hier stelt u in of de datum moet worden afgedrukt. Selecteer ter bevestiging Ja. Best.naam: Hier stelt u in of de bestandsnaam moet worden afgedrukt. t Het afdrukken begint. Selecteer Annuleer om het afdrukken te annuleren. Reset: Hiermee stelt u de afdrukopties op de beginwaarden terug. Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund. Afdrukopties instellen Weergeven en bewerken 90 Draadloos netwerk Hier wordt ingegaan op het gebruik van verschillende functies via een WLAN (Wireless Local Area Network). Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ………… 92 Automatisch verbinding maken met een WLAN ………………………………… Netwerkopties instellen ……………………… IP handmatig instellen ………………………… Tips over netwerkverbinding ………………… Uw gegevens opslaan ………………………… E-mailadressen opslaan ……………………… De bestandsgrootte voor te delen bestanden instellen …………………………… Een wachtwoord instellen …………………… Het wachtwoord wijzigen ……………………… Gegevens controleren ………………………… Tekst invoeren ………………………………… 92 93 93 94 95 95 96 96 96 97 97 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ………………… 98 Een website openen …………………………… 98 Foto's of video's uploaden …………………… 99 Foto's via e-mail verzenden …………… 100 Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven ………… 101 Foto’s of video’s op een tv-scherm weergeven …………………………………… 101 Foto’s of video’s op een ander apparaat weergeven …………………………………… 102 Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera …………… 104 Foto’s of video’s naar een andere camera verzenden …………………………………… 104 Foto’s of video’s van een andere camera ontvangen …………………………………… 104 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. Verder wordt ingegaan op het configureren van netwerkinstellingen en wordt uitgelegd hoe u tekst invoert. Deze camera maakt gebruik van niet-geharmoniseerde frequenties en is bestemd voor gebruik in alle Europese landen. Het WLAN kan in de EU zonder beperking binnenshuis worden gebruikt maar kan in Frankrijk niet buitenshuis worden gebruikt. Automatisch verbinding maken met een WLAN 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 2 Selecteer AP-instelling. 3 Pictogram Beschrijving Beveiligd toegangspunt Ad-hoc toegangspunt Signaalsterkte Signaal gevonden. t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het camerascherm weergegeven. Selecteer een toegangspunt. AP-instelling AIA-2 Er is geen signaal gevonden. t Als het geselecteerde toegangspunt niet beveiligd is, maakt de camera verbinding met het WLAN. t Als er een wachtwoord nodig is voor het geselecteerde toegangspunt, voert u het wachtwoord in om verbinding te maken met het WLAN. Samsung 1 Samsung 2 Samsung 3 Draadloos netwerk 92 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Netwerkopties instellen IP handmatig instellen 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 1 Selecteer AP-instelling. 2 2 3 4 t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het camerascherm weergegeven. Selecteer naast het toegangspunt dat u wilt instellen. Selecteer netwerkopties. Optie Beschrijving Verificatie Selecteer een methode voor netwerkverificatie. Gegevenscod. Selecteer een coderingstype. Netwerksleutel 5 3 Selecteer 4 5 Selecteer Touch en voer de Netwerksleutel in. . 6 7 Draadloos netwerk Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. Selecteer AP-instelling. t Er worden beschikbare toegangspunten gezocht en op het camerascherm weergegeven. Selecteer verbinden. naast het toegangspunt dat u wilt Selecteer IP-instelling “ Handmatig. Selecteer de vakjes naast de opties die u wilt instellen. Optie Beschrijving IP Hier voert u het statische IP-adres in. Subnetmasker Hier voert u het subnetmasker in. Gateway Hier voert u de gateway in. DNS-server Hier voert u het DNS-adres in. Voer waarden in en selecteer Selecteer 93 . wanneer u klaar bent. Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Tips over netwerkverbinding t Bij sommige toegangspunten is het niet mogelijk om met uw camera verbinding met het netwerk te maken. t Als u zich ver van het toegangspunt bevindt, kan het lang duren voordat er verbinding met het netwerk is. t Als er elektronische apparatuur in de buurt is die dezelfde RFsignalen gebruikt, kan de camera mogelijk geen verbinding met het toegangspunt maken. t Als het toegangspunt een niet-Engelse naam heeft, verschijnt deze mogelijk niet in de zoeklijst, of wordt deze mogelijk onvolledig of met vreemde tekens weergegeven. t Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider voor netwerkprofielen en een wachtwoord. t Als voor het netwerk verificatie door de serviceprovider is vereist, kunt u mogelijk geen verbinding maken. Neem dan contact op met uw netwerkserviceprovider. t Hoeveel tekens en cijfers zijn toegestaan voor de coderingssleutel, is afhankelijk van het type codering. t Afhankelijk van uw omgeving is een WLAN-verbinding misschien niet mogelijk. t Wanneer u naar netwerken zoekt, kunt u mogelijk een printer vinden die ondersteuning biedt voor het netwerk. U kunt de printer echter niet gebruiken om verbinding te maken met een netwerk. t De camera kan geen verbinding met het netwerk maken als het toestel met de A/V-kabel op een televisie is aangesloten. Ook kunt u geen bestanden op een televisiescherm bekijken als de camera met het netwerk is verbonden, ook niet als de A/Vkabel is aangesloten. t Wanneer u verbinding maakt met het netwerk, worden u hiervoor de kosten in rekening gebracht die in het contract met uw netwerkprovider zijn vastgelegd. t U kunt met deze camera alleen van gratis WLAN’s gebruikmaken. Als u gebruikmaakt van gratis WLAN’s waarbij u gevraagd wordt een gebruikersovereenkomst te accepteren en aanvullende informatie te verstrekken wanneer u via een webbrowser verbinding maakt, zijn bepaalde functies op websites of met betrekking tot e-mail mogelijk niet beschikbaar. t De voor netwerkverbinding beschikbare frequentiebereiken kunnen per land verschillen. t De WLAN-voorziening van de camera moet voldoen aan de regelgeving met betrekking tot radiosignalen. Hierdoor is het gebruik van deze functie in bepaalde landen wellicht niet of beperkt mogelijk. We raden u aan om de WLAN voorziening te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht. t Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkprovider voor netwerkprofielen en een wachtwoord. t Hoe u de netwerkprofielen configureert, kan variëren al naar gelang de netwerkomgeving. t Probeer niet toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken. t Gebruik een volledig opgeladen batterij terwijl u verbinding maakt met het netwerk. t Wanneer de DHCP-server niet beschikbaar is en u verbinding maakt met het netwerk via Auto IP, maakt u een autoip. txt-bestand en kopieert u dit naar de geheugenkaart in het apparaat. Draadloos netwerk 94 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Uw gegevens opslaan E-mailadressen opslaan U kunt uw naam en e-mailadres opslaan om e-mailberichten te verzenden of uw camera vanaf een ander apparaat te vinden. U kunt maximaal 10 e-mailadressen in uw camera opslaan. U kunt deze adressen gebruiken wanneer u uw foto's via e-mail verstuurt. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 2 3 Selecteer Gebruikersinstelling. Selecteer het invoerveld voor de naam en voer uw naam in. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 2 Selecteer E-mailadres. Adresboek voor e-mail t Zie pagina 97 voor informatie over het invoeren van tekst. 4 5 6 7 Selecteer Samsung wanneer u klaar bent. Selecteer het invoerveld voor het e-mailadres en voer uw e-mailadres in. Selecteer wanneer u klaar bent. Selecteer om uw gegevens op te slaan. Pictogram Beschrijving De e-mailadressen weergeven die u onlangs hebt gebruikt. * Het e-mailadres bewerken. * Het e-mailadres verwijderen. * De pictogrammen worden weergegeven nadat u een e-mailadres hebt opgeslagen. Draadloos netwerk 95 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren 3 4 5 Selecteer 3 4 . Voer een naam en e-mailadres in. Selecteer Voer een wachtwoord in (4 cijfers). Voer het wachtwoord nogmaals in (4 cijfers). wanneer u klaar bent. De bestandsgrootte voor te delen bestanden instellen Het wachtwoord wijzigen U kunt de bestandsgrootte instellen voor het delen van bestanden met andere Allshare-apparaten. U kunt de oorspronkelijke grootte kiezen of . 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. Selecteer . “ Wachtwoord wijzigen. 2 3 Selecteer DLNA-afbeeldingsgrootte. 2 3 4 5 Selecteer een grootte. Het wachtwoord zo nodig wijzigen. Voer het huidige wachtwoord in (4 cijfers). Voer een nieuw wachtwoord in (4 cijfers). Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in (4 cijfers). U kunt een wachtwoord resetten door in het wachtwoordinvoervenster Reset te selecteren. Als u het wachtwoord reset, worden uw opgeslagen e-mailadressen, onlangs verzonden e-mailadressen en alle persoonlijke gegevens gewist. Een wachtwoord instellen Beveilig het verzenden van e-mail en het configureren van netwerkinstellingen met een wachtwoord. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. 2 Selecteer . “ Wachtwoord instellen “ Aan “ Bevestig. Draadloos netwerk 96 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Gegevens controleren Tekst invoeren U kunt het Mac-adres en serienummer van uw camera nagaan, zodat u deze op de Samsung-website kunt registreren. Bij het opslaan van uw gegevens of e-mailadressen kunt u tekst invoeren door de gewenste letters, symbolen en cijfers te selecteren. 1 2 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Netwerkinstelling. Gebr.instelling: naam Selecteer . “ Apparaatgegevens. Pictogram </> Beschrijving De cursor verplaatsen. In ABC-modus: kleine letters in hoofdletters veranderen en omgekeerd. In 123-modus: meer symbolen weergeven. Naar ABC-modus overschakelen. Een spatie invoeren. De laatste letter verwijderen. Naar 123-modus overschakelen. De weergegeven tekst opslaan. U kunt tekst alleen in het Engels invoeren, ongeacht de schermtaal. Draadloos netwerk 97 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Uw foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden (op de camera wordt aangegeven welke websites er beschikbaar zijn). Pictogrammen op een website Een website openen 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Web . t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via het laatstgebruikte toegangspunt t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 92) 2 3 Selecteer een website. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer Aanmelding. Pictogram Beschrijving Vorige pagina Volgende pagina Stoppen Stel uw gebruikersnaam en wachtwoord vooraf in op een pc. Vernieuwen Startpagina Sluiten Draadloos netwerk 98 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Foto's of video's uploaden 1 2 3 Selecteer t U kunt foto's met een resolutie van maximaal uploaden, en video's van maximaal 30 seconden met een resolutie van 320 X 240 of de video die met behulp van Om te delen is opgenomen. t Als de geselecteerde foto een resolutie van meer dan heeft, wordt deze automatisch verkleind naar een lagere resolutie. t Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan 10 MB is, kunt u ze naar een website uploaden. (maximaal 20 foto's) t De manier waarop foto’s en video’s moeten worden geüpload, is per website verschillend. t Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. t Als u wegens serverfouten geen foto's of video's kunt uploaden, selecteert u . t Foto's of video's kunnen een titel krijgen die overeenkomt met de datum waarop ze zijn gemaakt. t De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. . Selecteer < of > om door bestanden te bladeren. Sleep foto’s en video’s naar het selectiegebied of selecteer foto’s en video’s en selecteer . Datum t Selecteer Datum om de bestanden te categoriseren. (pag. 69) 4 Voer een albumtitel in en selecteer . Draadloos netwerk 99 Foto's via e-mail verzenden 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ E-mail. t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via het laatstgebruikte toegangspunt t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 92) 2 3 4 5 Voer het e-mailadres van de afzender en geadresseerde(n) in. Afzender/ontvanger Selecteer . Selecteer en voer de tekst van uw e-mailbericht in. Selecteer foto's of sleep foto's naar het selectiegebied en selecteer . t De foto's worden naar de geselecteerde e-mailadressen gestuurd. t Het bericht Overdracht voltooid. wordt ook weergegeven als foto's niet kunnen worden verzonden, dan wel als spam worden behandeld, als gevolg van een fout bij de e-mailaccount van de geadresseerde. Samsung t Wanneer het totaal van alle geselecteerde foto’s minder dan 10 MB is, kunt u ze per e-mail verzenden. (maximaal 20 foto's) t Voor elk e-mailbericht kunt u maximaal 10 geadresseerden opgeven. t Het kan voorkomen dat u geen e-mail kunt verzenden door een probleem met de netwerkverbinding of door de instellingen van de e-mailaccount. t U kunt foto's met een resolutie van maximaal verzenden. Als de geselecteerde foto een resolutie van meer dan heeft, wordt deze automatisch verkleind naar een lagere resolutie. t Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. t Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. Samsung 1 Pictogram Beschrijving Het e-mailadres van de afzender invoeren of wijzigen. De opgeslagen e-mailadressen ophalen. Een e-mailadres handmatig invoeren. Draadloos netwerk 100 Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven Allshare is een internationale technologiestandaard voor het delen van mediabestanden tussen netwerkapparaten in huis. Met deze technologie kunt u uw foto’s of video’s op een breedbeeld-tv of ander apparaat weergeven. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of ontvangen. 4 Foto’s of video’s op een tv-scherm weergeven Bekijk uw foto’s of video’s op een tv waarop de Allshare-functie wordt ondersteunt. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Zend bestanden. t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via het laatstgebruikte toegangspunt. t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 92) 2 3 Selecteer Geselecteerde bestanden. Zoek op de tv naar de camera en blader door de gedeelde foto’s of video’s. t De naam van uw camera komt overeen met wat u als gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95) t Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto’s of video’s op de tv. t Video’s worden mogelijk niet goed afgespeeld afhankelijk van het type televisie of de netwerkomstandigheden. Neem als dit het geval is de video opnieuw op in 640X480- of 320X240-kwaliteit en speel deze opnieuw af. Als video’s via de draadloze verbinding niet goed op uw televisie worden afgespeeld, verbindt u de camera met de tv via een A/Vkabel. t Als u alle bestanden wilt delen, selecteert u Alle bestanden en gaat u naar stap 4. Selecteer foto’s of video’s die u wilt delen. U kunt maximaal 1000 foto’s of video’s delen. AP Draadloos netwerk 101 Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven t Op een televisiescherm kunt u alleen foto’s bekijken die u met de camera hebt gemaakt. t Het toegangspunt-apparaat kan mede bepalend zijn voor de afstand tussen de camera en de tv. t Als de camera met 2 televisies is verbonden, wordt het afspelen mogelijk vertraagd. t Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte aangehouden. (pag. 96) De video’s worden in hun originele grootte gedeeld. t U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-gecertificeerde DMP (Digital Media Player). t Gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op de tv, maar u kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties. t Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag nemen. t Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt (door bijvoorbeeld de batterij te verwijderen) terwijl u foto’s of video’s op een tv bekijkt, gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is. t De volgorde van foto’s of video’s op de camera kan afwijken van die op de tv. t Al naar gelang het aantal foto’s of video’s dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto’s of video’s te laden en de instelprocedure uit te voeren. t Tijdens de weergave van foto’s of video’s op de televisie kan het voortdurende gebruik van de afstandsbediening of het uitvoeren van handelingen op de televisie een goede werking van deze functie in de weg staan. t Als u bestanden in de camera sorteert terwijl ze op de televisie worden weergegeven, dient u het instelproces te herhalen om de lijst met bestanden op de televisie te actualiseren. t Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. Foto’s of video’s op een ander apparaat weergeven 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Stuur best. t De camera maakt automatisch verbinding met het WLAN via het laatstgebruikte toegangspunt. t Als de camera geen verbinding met het WLAN heeft gemaakt, wordt automatisch gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 92) t Als de camera verbinding met het WLAN heeft gemaakt, worden automatisch de beschikbare Allshare-compatibele verbindingen gezocht en op het camerascherm weergegeven. Dit kan echter even duren. 2 Selecteer een apparaat voor het weergeven van de foto's. 3 Sleep een foto of video naar het selectiegebied of selecteer een foto of video. Draadloos netwerk t De foto’s of video’s worden weergegeven op het apparaatscherm. t Als u andere foto’s of video’s wilt weergeven, sleept u deze een voor een naar het selectiegebied op uw camera. 102 Foto’s of video’s op de Allshare-apparaten weergeven t Bij het zoeken naar Allshare-apparaten in het netwerk worden mogelijk niet alle netwerkapparaten gevonden. t Als u het apparaat op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto’s of video’s op een apparaat bekijkt, gaat de camera ervan uit dat de verbinding met het apparaat nog intact is. t Bij het delen van de foto's wordt de door u ingestelde grootte aangehouden. (pag. 96) De video’s worden in hun originele grootte gedeeld. t U kunt deze functie alleen gebruiken met een Allshare-renderer. t De gedeelde foto’s of video’s worden niet opgeslagen op het apparaat, maar u kunt ze opslaan volgens de apparaatspecificaties. t Afhankelijk van de netwerkverbinding en de bestandsgrootte kan het overbrengen van foto’s of video’s naar de tv enige tijd in beslag nemen. t U kunt bestanden een voor een overbrengen. t Als het camerageheugen geen foto’s of video’s bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. t Op andere weergaveapparaten kunt u alleen foto’s of video’s bekijken die u met de camera hebt gemaakt. t Als u naar andere apparaten zoekt, kan dat even duren, afhankelijk van de netwerkverbinding. Probeer het in dat geval nog eens. Draadloos netwerk 103 Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera U kunt foto’s of video’s verzenden naar of ontvangen van een camera van hetzelfde model. U kunt geen spraakmemo’s verzenden of ontvangen. Foto’s of video’s naar een andere camera verzenden Foto’s of video’s van een andere camera ontvangen 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Camera naar camera . 1 Selecteer Verzenden. 2 2 3 t Er wordt een wachtwoord gegenereerd en op het camerascherm weergegeven terwijl verbinding wordt gemaakt met de ontvangende camera. Selecteer op de ontvangende camera de naam van de verzendende camera. 3 4 t De naam van de verzendende camera komt overeen met wat u als gebruikersinstelling hebt opgegeven. (pag. 95) 4 Voer het viercijferige wachtwoord in op de ontvangende camera. Selecteer in de opname- of weergavemodus N “ Camera naar camera . Selecteer Ontvangen op uw camera. t Selecteer Verzenden op de verzendende camera en selecteer na enige tijd Ontvangen. Selecteer de naam van de verzendende camera. Voer het wachtwoord van de verzendende camera in. t Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm van de verzendende camera. t Wanneer de verzendende camera foto’s of video’s verzendt, worden deze op de ontvangende camera weergegeven. t Het selectiegebied wordt automatisch weergegeven op de verzendende camera. 5 Sleep foto's of video's naar het selectiegebied of selecteer ze. t De foto’s of video’s worden naar de ontvangende camera verzonden. Draadloos netwerk 104 Foto’s of video’s verzenden of ontvangen met een camera t Deze functie maakt gebruik van een draadloos ad-hocnetwerk. t U kunt niet tegelijk bestanden verzenden en ontvangen. Nadat u bestanden hebt ontvangen, moet u de verbinding verbreken, waarna u opnieuw verbinding met de camera maakt om foto’s of video’s te verzenden. t De efficiëntie van het draadloze ad-hocnetwerk kan mede bepalend zijn voor de afstand tussen twee camera's. t Als een camera op ongebruikelijke wijze wordt uitgeschakeld tijdens het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s, gaat de andere camera ervan uit dat de verbinding nog intact is. Na enige tijd wordt de verbinding vanzelf beëindigd. t Afhankelijk van de bestandsgrootte en de ad-hocnetwerkverbinding kan het verzenden of ontvangen van foto’s of video’s enige tijd in beslag nemen. t U kunt bestanden een voor een overbrengen. t Als u een foto of video niet kunt verzenden of ontvangen, wordt deze niet opgeslagen op de ontvangende camera. t Als het camerageheugen geen foto’s bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. t U kunt alleen foto’s of video’s verzenden en ontvangen die met uw camera of de andere camera zijn gemaakt. t Als u in de Allshare-beeldformaatinstellingen de originele grootte selecteert, kunt u de foto’s zonder verandering verzenden of ontvangen. Als u echter selecteert en de geselecteerde foto een resolutie van meer dan heeft, wordt deze automatisch verkleind naar een lagere resolutie. (pag. 96) t U kunt alleen foto’s of video’s van minder dan 35 MB verzenden of ontvangen. Draadloos netwerk 105 Instellingen Raadpleeg de opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ……………………………………… 107 Het instellingenmenu openen …………………………… Geluidsinstellingen ……………………………………… Scherminstellingen ……………………………………… Camera-instellingen …………………………………… 107 108 108 109 Instellingenmenu Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt aanpassen. 3 Het instellingenmenu openen 1 2 Selecteer in de opname- of weergavemodus M. Selecteer een menu. Selecteer een optie en sla de instellingen op. Volume Uit Piepjes Laag Sl.toon Middel Hoog Volume : Middel Begingeluid Piepjes : Aan AF-geluid Sl.toon :1 Begingeluid : Uit 1/2 4 : Aan AF-geluid 1/2 Pictogram Beschrijving Geluidsinstellingen: hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 108) Scherminstellingen: hier past u scherminstellingen zoals helderheid aan. (pag. 108) Camera-instellingen: hier past u de instellingen voor het camerasysteem aan, zoals geheugenindeling, standaardbestandsnaam en USBmodus. (pag. 109) Instellingen 107 Selecteer om terug te gaan naar het vorige scherm. Instellingenmenu Geluidsinstellingen Scherminstellingen * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Beschrijving Volume Hiermee past u het volume van alle geluiden aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Functiebeschrijving Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu weergeven. (Uit, Aan*) Piepjes Hier kiest u welk geluid bij het aanraken van het scherm of het wisselen van modi wordt geproduceerd. (Uit, Aan*) Sl.toon Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de sluiterknop. (Uit, 1*, 2, 3) Begingeluid Hier selecteert u een geluidssignaal voor het inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3) AF-geluid Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half indrukken van de sluiterknop. (Uit, Aan*) Zelfportret Hier stelt u in of er een geluid klinkt wanneer de camera uw gezicht detecteert. (Uit, Aan*) Beginafbeelding t Er wordt slechts één beginafbeelding in het interne geheugen opgeslagen. t Als u een nieuwe foto selecteert of de camera reset, wordt de huidige beginafbeelding gewist. Rasterlijn Instellingen Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. t Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. t Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergegeven. t Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze weergeven. (pag. 76) 108 Selecteer een raster om u te helpen bij de compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, +, X) Instellingenmenu Camera-instellingen * Standaard * Standaard Onderdeel Onderdeel Beschrijving Hiermee formatteert u het interne geheugen en de geheugenkaart (alle bestanden, ook beschermde, worden gewist). (Nee, Ja) Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Helderh. scherm Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als Auto is geselecteerd. Formatt. Snel tonen Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte foto in, voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec ) Spaarstand Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de energiespaarstand (druk op een knop om deze modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan) Instellingen Beschrijving Geheugenkaarten die in een camera van een andere fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer de kaart voor gebruik in de camera. Reset Hiermee zet u de standaardinstellingen voor menu's en opnameopties terug (datum en tijd, taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de standaardinstellingen teruggezet). (Nee, Ja) Language Hier selecteert u een taal voor de tekst op het scherm. Tijdzone Hier kunt u een regio selecteren en zomer-wintertijd (DST) instellen. Datum/tijd aanpassen De datum en tijd instellen. Datumtype Een datumnotatie selecteren. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ, Uit*) 109 Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Hier stelt u de naamgeving van bestanden in. t Op nul: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. t Serie*: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Bestandsnr. * Standaard Onderdeel Beschrijving Hier stelt u in of de datum en tijd op de foto's worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd) Afdruk t De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel weergegeven. t Bij bepaalde printermodellen worden de datum en tijd niet afgedrukt. t Als u Tekst selecteert in de modus s worden de datum en tijd niet weergegeven. Hier stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) t De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. t Het bestandsnummer wordt steeds met één opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. t Het mapnummer wordt steeds met één opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. t Het maximumaantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. t De camera definieert bestandsnamen volgens de Digital rule for Camera File system-norm (DCF). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Instellingen Automatisch uit AF-lamp 110 t Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen behouden. t De camera schakelt in de volgende gevallen niet automatisch uit: - wanneer deze op een computer of printer is aangesloten - wanneer u een diavertoning of video's afspeelt - wanneer u een spraakmemo opneemt Hiermee stelt u een hulplampje in ter ondersteuning van het scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*) Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Video Hier stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land of regio in. t NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico. t PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand. USB Hier stelt u in dat de camera via een USBverbinding met een computer of printer kan communiceren. t Computer*: sluit de camera op een computer aan om bestanden over te brengen. t Printer: sluit de camera op een printer aan om bestanden af te drukken. t Selecteer een modus: selecteer een USBmodus als u de camera op een ander apparaat aansluit. Pc-software Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Aanraakkalibratie Om ervoor te zorgen dat de camera uw invoer correct herkent, moet u het scherm kalibreren. Instellingen 111 Appendices Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. Foutmeldingen ………………………………………… 113 Cameraonderhoud …………………………………… 114 De camera reinigen …………………………………… 114 Geheugenkaarten ……………………………………… 115 De batterij ……………………………………………… 116 Voordat u contact opneemt met een servicecenter 119 Cameraspecificaties ………………………………… 122 Index …………………………………………………… 128 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing Kaartfout t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. t Formatteer de geheugenkaart. Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar voor uw camera. Plaats een microSDTM- of microSDHCTM-geheugenkaart. Foutmelding Mogelijke oplossing Ongeldig wachtwoord. Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden naar een andere camera is onjuist. Voer het juiste wachtwoord in. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. t De camera kan geen verbinding met het netwerk maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer een ander Verbinding is niet toegangspunt en probeer het opnieuw. gelukt. t De camera kan geen verbinding met de andere camera maken. Probeer opnieuw verbinding te maken. DCF Full Error Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 109) Apparaat losgekoppeld. Maak opnieuw verbinding met het desbetreffende apparaat. Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Initialisatie mislukt. t Schakel de Allshare-apparaten op het netwerk in. t De camera kan geen Allshare-apparaatvinden. Appendices Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's. Foto-ontvangst mislukt. De camera kan een foto niet ontvangen van de verzendende camera. Vraag de ander om het bestand opnieuw te verzenden. Overdracht mislukt. t De camera kan een foto niet verzenden. Probeer de foto opnieuw te verzenden. t De camera kan niet naar een Allshareapparaate-mailen of verzenden. Controleer of het netwerk beschikbaar is en probeer opnieuw verbinding te maken. 113 Cameraonderhoud Camerabehuizing De camera reinigen Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Cameralens en aanraakscherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. t Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. t Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Appendices 114 Cameraonderhoud Geheugenkaarten Capaciteit van de geheugenkaart De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een 1-GB microSDTM-kaart gebaseerd: Geheugenkaarten voor deze camera U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: microSDTM (Secure Digital) en microSDHCTM (Secure Digital High Capacity). Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps F o t o ' s 30 fps 15 fps 122 240 353 - - - 142 278 409 - - - 137 267 391 - - - 163 320 471 - - - 211 409 594 - - - 335 637 908 - - - 510 936 1314 - - - 762 1373 1931 - - - 1626 2574 3089 - Circa Circa 13 min. 23 min. 30 sec. 36 sec. Circa Circa * 15 min. 29 min. V 20 sec. 42 sec. i Circa Circa d e 35 min. 67 min. o 54 sec. 30 sec. ' Circa Circa Circa s 78 min. 138 min. 237 min. 07 sec. 19 sec. 41 sec. Circa 30 sec. * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven waarden afwijken. Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Appendices 115 Cameraonderhoud De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Gemiddelde tijdsduur/ Aantal foto's Batterijspecificaties Modus BP-70A Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 740 mAh Voltage 3,7 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 150 min. Testomstandigheden (bij een volledig geladen batterij) Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in modus a, resolutie 14M en kwaliteit Normaal. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. Foto's Circa 100 min./ 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto circa 200 foto's en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit. * Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en uw camera duurt mogelijk langer. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Circa 80 min. Neem video's op bij een resolutie van 1280 x 720 HQ en met 30 fps. t De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. t Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. t Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg. Appendices 116 Cameraonderhoud De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten De batterij opladen t Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. t Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen wordt. t Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. t Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. t Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Appendices t Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. t De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: - wanneer u een USB-hub gebruikt - wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten - wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit - wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) 117 Cameraonderhoud t Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging. t Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat in met een scherp voorwerp. t Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. t Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. t Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). t Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. t De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke. Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: t De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de producent. t Gebruik alleen authentieke, door de producent aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op. t Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer. t Plaats de batterij niet in een magnetron. t Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals badkamer of douche. t Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. t Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte. t Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels of horloges. Appendices Richtlijnen voor afvoer t Verwijder de batterij met zorg. t Werp de batterij nooit in een open vuur. t Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. 118 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld t Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld t Laad de batterij op. t De camera bevindt zich mogelijk in de energiespaarstand. (pag.109) t De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. De batterij raakt snel leeg t De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. t Batterijen zijn verbruiksgoederen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Haal een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. Appendices Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen foto's worden gemaakt t Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 109) t De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Laad de batterij op. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera wordt warm De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. De flitser werkt niet t Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld. (pag. 45) t U kunt geen gebruik maken van de flitser in de modi D,v of soms s. De flitser gaat onverwachts af De flitser gaat mogelijk af vanwege statische elektriciteit. Dit ligt niet aan de camera. 119 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De datum en tijd kloppen niet Stel in het scherminstellingenmenu de datum en tijd in. (pag. 108) Situatie Mogelijke oplossing De foto's zijn onscherp t Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 47) t Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 114) t Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 122) De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 57) De foto is te licht t Schakel de flitser uit. (pag. 45) t De foto is overbelicht. Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 54) Raadpleeg ‘Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade’ voor meer informatie. (pag. 2) De foto is te donker Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. De foto is onderbelicht. t Schakel de flitser in. (pag. 45) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 46) t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 54) De foto's worden niet op de televisie weergegeven t Controleer of de camera goed met de A/V-kabel op de externe monitor is aangesloten. t Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. Verwijder de batterij en plaats deze weer Het aanraakscherm of de knoppen werken niet terug. Het camerascherm werkt niet goed Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm hierdoor niet goed werken of verkleuren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. De geheugenkaart heeft t Formatteer de geheugenkaart. een fout Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Appendices 120 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De computer herkent de camera niet t Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Tijdens het overbrengen De bestandsoverdracht kan door statische van bestanden elektriciteit worden gestoord. Koppel de verbreekt de computer USB-kabel los en sluit deze weer aan. de verbinding De camera kan geen video's afspelen Situatie Mogelijke oplossing Intelli-studio werkt niet naar behoren t Sluit Intelli-studio af en start het programma opnieuw. t Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt. t Controleer of Pc-software in het instellingen menu op Aan is ingesteld. (pag. 111) t Afhankelijk van de specificaties en instellingen van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dat geval op de computer op start “ Deze Computer “ Intelli-studio “ iStudio.exe. Het hangt af van de programma’s die u gebruikt voor het afspelen van video’s, of de videobestanden kunnen worden afgespeeld. Installeer en gebruik het programma Intelli-studio op uw computer voor het afspelen van videobestanden die u met uw camera hebt opgenomen. (pag. 85) Appendices 121 Cameraspecificaties Beeldsensor Sluitertijd Type 1/2,3 inch (circa 7,76 mm) CCD Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels t Auto: 1/8 - 1/1500 seconde t Programma: 1 - 1/1500 seconde t Nacht: 8 - 1/1500 seconde t Vuurwerk: 2 seconden Totaal aantal pixels Circa 14,5 megapixels Lens Brandpuntsafstand Belichting Samsung-lens f = 6,3 - 18,9 mm (35 mm equivalent: 35 - 105 mm) Diafragmabereik f/3,0 (G) - f/5,6 (T) Digitale zoom Fotomodus: 1,0x - 3,0x Scherm Bediening Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW) ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 Flitser Type WQVGA LCD Eigenschap 3,0-inch volledig breedbeeldaanraakscherm Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart Touch AF, One Touch-opname) Bereik t Groothoek: 0,4 m - 3,6 m (ISO Auto) t Tele: 0,5 m - 1,9 m (ISO Auto) Oplaadtijd Circa 4 sec. Scherpstelling Type Trillingsreductie Normaal Bereik Groothoek (G) Tele (T) 80 cm - oneindig 80 cm - oneindig Macro 10 cm - 80 cm 50 cm - 80 cm Auto macro 10 cm - oneindig 50 cm - oneindig Appendices Digitale beeldstabilisatie (DIS) 122 Cameraspecificaties t Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Effect Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro, t Bestandsindeling: MP4 (H.264) (max. opnametijd: Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB Opnamemodus 20 min.) t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten, Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel t Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. t Formaat: 1280 X 720 HQ (30 fps, 15 fps), Video’s Witbalans t t t t Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling Datering Datum/tijd, Datum, Uit Opname Weergave t Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portret Foto’s 1280 X 720 (30 fps, 15 fps), 640 X 480 (30 fps, 15 fps), 320 X 240 (60 fps, 30 fps, 15 fps), 320 X 240 Om te delen (30 fps) Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps Effect: Fotostijlkeuze, Witbalans, Smart filter Spraak: Uit , Aan, Zoom gedempt Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto’s maken, tijd bijsnijden met tegenlicht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Actie, Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht, Zonsondergang, Natuurlijk groen, Macro portret, Macro kleur, Vuurwerk), Auto, Programma, Scène (Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst, Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw, Kaderlijnen, Beautyshot) t Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname, AEB t Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer Appendices Type Eén foto, Miniaturen, Diavoorstelling met muziek en effecten, Video, Smart Album* * Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week, Gezicht, Favoriet Bewerken Res.wijz, Draaien, Slim bijsnijden, Fotostijlkeuze, Beeld aanpassen, Smart filter, Speciaal effect, Bijsnijden 123 Cameraspecificaties t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB t Beeld aanpassen: ACB, Helderheid, Contrast, Kleurverz., Anti-rode ogen t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten, Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel t Speciaal effect: Kleurenfilter, Elegant, Ruis toevoegen, Gezichtretouch. Voor 1 GB microSDTM Superhoog Hoog Normaal 4320 X 3240 122 240 353 4000 X 3000 142 278 409 4320 X 2880 137 267 391 4320 X 2432 163 320 471 3264 X 2448 211 409 594 Spraakopname 2560 X 1920 335 637 908 t Spraakopname (max. 10 uur) t Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.) 2048 X 1536 510 936 1314 1920 X 1080 762 1373 1931 Opslag 1024 X 768 1626 2574 3089 Effect Beeldformaat t Intern geheugen: circa 22 MB t Extern geheugen (optioneel): microSDTM-kaart Media Bestandsindeling Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. (tot 2 GB gegarandeerd), microSDHCTM-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Draadloos netwerk Wi-Fi (IEEE 802.11 b/g), allshare t DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0 t Foto: JPEG t Videoclip: MP4 (Video: MPEG4.AVC/H.264, Audio: AAC) t Geluidsbestand: WAV Appendices 124 Cameraspecificaties Interface Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon) Video-uitvoer A/V: NTSC, PAL (keuze) Gelijkstroomaansluiting 20-pins, 4,2V Energiebron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP-70A, 740 mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 92 x 55,4 x 18,5 mm Gewicht 108 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0 - 40 ˚C Bedrijfsluchtvochtigheid 5 - 85 % Software Intelli-studio Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Appendices 125 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste bedrijfsvoering. Appendices 126 Declaration of Conformity EN 300 328-1 v1.7.1 Product details EN 55024:1998+A1:2001+A2:2003 For the following EN 301 489-1 v1.6.1:2005 Product : DIGITAL CAMERA (W-LAN / BT) EN 301 489-17 v1.2.1:2002 Model(s) : SAMSUNG ST80 and the Eco-Design Directive (2009/125/EC) implemented by Regulation (EC) No 278/2009 for external power supplies Manufactured at: Manufacturer: SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD. 416, Maetan-3dong, Yeongtong-gu, Suwon-City, Gyeonggi-do, 443-742, Korea Representative in the EU Factory: TianJin Samsung Opto-Electronics Co., Ltd. No.9 ZhangHeng Street, Micro-Electronic Industrial Park, JinGang Road, Tianjin, China. 300385 Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park Saxony Way, Yateley, Hampshire GU46 6GG, UK (Factories name and address) Declaration & Applicable standards We hereby declare, that the product above is in compliance with the essential requirements of the R&TTE Directive (1999/5/ EC), the EMC Directive (2004/108/EC) and the LVD Directive (2006/95/EC) by application of: EN 60950-1:2001+A11:2004 EN 55022:2006 Appendices 127 December 4, 2009 Yong Sang Park / S. Manager (Place and date of issue) (Name and signature of authorized person) Index A Aanpassen Contrast In de opnamemodus 63 In de weergavemodus 80 Helderheid 80 Kleurverzadiging In de opnamemodus 63 In de weergavemodus 80 Scherpte 62 Aanraakkalibratie 19, 111 Aanraken 21 ACB in de opnamemodus 55 in de weergavemodus 80 Afdruk 110 Afdrukbestelling 80 AF-geluid 108 AF-lamp 110 Afzonderlijke beelden opslaan 74 Allshare 101 Automatische contrastverbetering (ACB) 55 Bewegingsdetectie in de opnamemodus 23 in de weergavemodus 66 Automodus 25 Bewegingsonscherpte 28 B Bewegingstimer 44 Batterij Bewerken 76 Levensduur 116 Opladen 117 Specificaties 116 Beautyshot-modus 33 Beginafbeelding 108 Belichting 54 Bestanden beveiligen 71 Bestanden overbrengen voor Mac 88 voor Windows 83 Bestanden weergeven als miniatuur 70 diavertoning 72 op televisie 82 smart Album 69 D F Filmmodus 36 Flitser Anti-rode ogen 46 Auto 45 Invul 46 Langz sync 46 Rode ogen 46 Uit 45 Datum en tijd 109 Formatteren 109 Diafragma 34 Fotokwaliteit 42 Diavertoning 72 Foto's afdrukken 89 Digitale zoom 26 Fotostijlen Digitale beeldstabilisatie (DIS) 27 in de opnamemodus 60 in de weergavemodus 77 DPOF 80 Foutmeldingen 113 Draaien 76 Framesnelheid 36 Functiebeschrijving 108 E E-mail Adres 95 Foto verzenden 100 Bestanden wissen 71 Appendices 128 Index G I Geheugenkaart Instellingen Capaciteit 115 MicroSD 115 Geluid uitschakelen Video 36 Gezichtsdetectie Gezichtsdetectie 50 Intelligente gezichtsdetectie 52 Knipperen 52 Smile shot 51 Zelfportret 51 Grootte aanpassen 76 Opnamemodus L Lange sluitertijd 34 Camera 109 Geluid 108 Openen 107 Scherm 108 Lichtbron (Witbalans) 57 Lichtmeting Centrum 56 Multi 56 Spot 56 Intelligente aanraking-AF 48 Intelligente gezichtsdetectie 52 Intelligent filtereffect Half indrukken 7 P Mijn ster Pictogrammen 20 Classificeren 68 Gezichten registreren 53 Onderhoud 114 K One Touch-opname 49 Helderheid van het gezicht 33 Kaderlijnen 34 Onvolkomenheden in het gezicht 33 Knipperen 52 Programmamodus 35 R O Helderheid scherm 109 Het apparaat loskoppelen 87 Spraakmemo 39 Video 36 Macro 47 in de opnamemodus 61 in de weergavemodus 78 ISO-waarde 46 Opnemen M Intelligente scènedetectiemodus 37 Intelli-studio 85 H Auto 25 Film 36 Programma 35 Scène 32 Smart Auto 31 Rasterlijn 24, 108 Reinigen Behuizing 114 Lens 114 Scherm 114 Reset 109 Appendices 129 Index Resolutie Foto 41 Video 42 RGB-tint in de opnamemodus 60 in de weergavemodus 78 Rode ogen in de opnamemodus 45 In de weergavemodus 80 Serie-opnamen Bew.detectie 59 Continu 59 Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) 59 Servicecenter 119 Slepen 21 T Z Tekst invoeren 97 Zelfontspanner 43 Type weergave 24 Zelfportret 51 Zoomen 26 V Vergroten 72 Video Slim bijsnijden 77 Afspelen 73 Opnemen 36 Sluitertijd 34 S Smart Album 69 Video Out 111 Scènemodus 32 Smart Auto-modus 31 Volume 108 Scherpstelafstand Smile shot 51 Auto macro 47 Macro 47 Scherpstelgebied Centrum AF 49 Intelligente aanraking-AF 49 Multi AF 49 One Touch-opname 49 Snel tonen 109 W Speciale effecten Website Elegant 79 Kleurenfilter 79 Ruis toevoegen 79 Spraakmemo Afspelen 74 Opnemen 39 Foto uploaden 99 Openen 98 Weergaveknop 18 Weergavemodus 65 Witbalans 57 WLAN 92 Appendices 130 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Samsung SAMSUNG ST80 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor