Pioneer PRS-D1100M Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Bezoek onze website ........................................ 1
Bij problemen .................................................... 2
Over dit product ................................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Aansluitingenafdekking .................................... 3
Spanningsindicator ............................................ 3
Subsonic Keuzetoets ..........................................3
Bass Boost regelaar .......................................... 3
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 3
MODE SELECT schakelaar .............................. 4
Versterkingsregelaar .......................................... 4
Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF ...... 4
Ingangsschakelaar ............................................ 4
POWER MODE schakelaar .............................. 4
Aansluiten van het toestel ...................... 5
Aansluitschema ................................................ 6
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8
Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 8
Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 9
Installatie .................................................. 13
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 14
Terugzetten van de aansluitingenafdekking .... 14
Technische gegevens ............................ 15
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze
gebruiksaanwijzing goed door, voordat het
toestel in gebruik genomen wordt.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland
en Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig
kunt opvragen als u die nodig mocht
hebben voor de verzekering na
bijvoorbeeld verlies of diefstal.
Op onze website vindt u de laatste
informatie over Pioneer Corporation.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
Over dit product
Dit product is een versterker voor de
subwoofer. Als zowel de L (linker) als R
(rechter) kanalen zijn aangesloten op
de RCA (tulp) ingangsaansluitingen van
dit product, zal de geluidsweergave
gemengd zijn omdat dit product een
mono-versterker is.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door
één met een hoger vermogen of hogere
waarde dan de originele. Gebruik van een
verkeerde zekering kan leiden tot
oververhitting en rookontwikkeling en tot
beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]).
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto. Het risico bestaat dat de
zekering doorbrandt wanneer slechts één van
deze wordt aangesloten.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de
spanningstoevoer en luidsprekers inden de
zekering van het los verkrijgbare accudraad of de
zekering van de versterker regelmatig doorbrandt.
Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats
vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde
formaat en ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en
luidsprekers te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de spanning
naar de versterker uit indien de omstandigheden
niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning
van het systeem uit (OFF), controleer de
verbinding met de spanningsbron en luidsprekers.
Zoek de oorzaak en los het probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
3
Instellen van dit toestel
Spanningsindicator
De spanningsindicator
licht op wanneer de
spanning wordt
ingeschakeld.
Aansluitingenafdekking
Voor u het toestel gaat installeren, dient u
de schroeven los te maken met een
inbussleutel van 4 mm en dient u de
aansluitingenafdekking te verwijderen.
Bass Boost regelaar
U kunt de lage tonen extra
versterken (Bass Boost) met 0, 6,
9 of 12 dB.
Voor aanwijzingen omtrent het
aansluiten van de Bass Boost
afstandsbediening op de
versterker, verwijzen we u naar
het “Aansluitschema”.
BFC (Beat Frequency Control)
schakelaar
De BFC schakelaar bevindt zich aan de onderkant
van het toestel. Als u een ritmisch geluid (beat)
hoort wanneer u naar een MW/LW uitzending
luistert met uw autostereo, kunt u de BFC
schakelaar verzetten met behulp van een kleine
schroevendraaier.
Subsonic Keuzetoets
Het Subsonic filter houdt onhoorbare
frequenties lager dan 20 Hz tegen
om ongewenste vibraties te
voorkomen en vermogensverliezen
te minimaliseren.
Om de schakelaar te verzetten kunt u indien nodig een kleine schroevendraaier gebruiken.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Versterkingsregelaar
Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het
volume is verhoogd met de autostereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de
versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de
NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer autostereo met RCA gebruikt, met een maximale
uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de
autostereo.
Wanneer u te veel ruis hoort bij het gebruik van de luidsprekeringangsaansluitingen, moet u de
versterkingsregelaar naar links draaien.
Ingangsschakelaar
Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo of de luidspreker-
uitgang van een autostereo. Verzet de ingangsschakelaar voor u de stroom inschakelt. Omdat er
een zeer hard geluid geproduceerd kan worden via de luidsprekers wanneer u de ingangsschakelaar
omzet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de stroom worden uitgeschakeld door een ingebouwde
beveiliging. Bij gebruik van een externe uitgang dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor
instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. Bij gebruik van
een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar rechts te zetten. In dit geval is het nodig het
meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie voor details de
paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”.
POWER MODE schakelaar
Bij gebruik van luidsprekers met een synthetische impedantie van 2
t/m 8
, dient u deze
schakelaar in de rechter stand (NORMAL) te zetten. Bij gebruik van luidsprekers met een
synthetische impedantie tussen 1
en 2
, dient u deze schakelaar in de linker stand
(HI-CURRENT) te zetten. Deze instellingen worden alleen gebruikt wanneer u een enkele
versterker gebruikt. Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” wanneer u meerdere
versterkers wilt combineren.
Als de luidsprekerimpedantie hoger is dan 2
(4
in brugschakeling), kunt umet deze
schakelaar in de NORMAL stand een hoger vermogen realiseren dan wanneer de POWER
MODE schakelaar op HI-CURRENT zou staan.
Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF
U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen.
MODE SELECT schakelaar
U kunt de synchronisatiefunctie van de versterker instellen op MASTER, SYNC, of SYNC INV.
Zet de MODE SELECT schakelaar op MASTER wanneer u alleen de versterker gebruikt.
Wanneer u twee of meer van deze synchroon geschakelde versterkers gebruikt, dient u de eerste
daarvan op MASTER te zetten en de resterende op SYNC of SYNC INV afhankelijk van de
manier waarop ze zijn aangesloten. De versterkers moeten alleen op SYNC INV worden ingesteld
wanneer ze synchroon geschakeld zijn in een brugschakeling. Wanneer u over wilt schakelen naar
de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT schakelaar af moeten halen zodat
u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u zich ervan heeft
overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn. Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden”
voor details omtrent de MODE SELECT schakelaar.
5
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de
autostereo langdurig is ingeschakeld maar de
motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de
autostereo uit wanneer de motor stationair draait
of is uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12
V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de autostereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere
impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van
het toestel”. Dit kan namelijk leiden tot schade
aan de versterker, rookontwikkeling en
oververhitting. Ook kan het oppervlak van de
versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan
leiden tot lichte brandwonden.
U kunt drie soorten subwoofers aansluiten op de
versterker; 1: een subwoofer met een nominaal
ingangsvermogen van 420 W of meer en een
impedantie van 4 , 2: een subwoofer met een
nominaal ingangsvermogen van 600 W of meer
en een impedantie van 2 of 3: een subwoofer
met een nominaal ingangsvermogen van 600 W
of meer en een impedantie van 1 . Als het
nominale ingangsvermogen en de impedantie
buiten de genoemde waarden ligt, kan de
subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of kapot
gaan.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver
als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en
aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo
ver als mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit
toestel met een ander toestel daarom de
handleiding van beide toestellen en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of
isoleer- of plakband vast. Bescherm de bedrading
door de gedeelten in de buurt van metalen delen
met isoleerband af ze dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
6
Aansluitschema
Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang. Schuif de ingangsschakelaar naar links.
Wanneer u een externe uitgang van een autostereo aansluit op een RCA (tulpstekker) ingang, dient u de aansluit-
ing voor geluidsignalen met het volledige toonbereik te gebruiken. De reden hiervoor is dat het laag-doorlaatfilter
(LPF) van de versterker niet uitgeschakeld kan worden. Als deze aansluiting niet gebruikt kan worden, dient u de
uitgangsaansluiting voor de subwoofer te verbinden met de RCA ingangsaansluiting.
Bij gebruik van een luidspreker-uitgang zullen de noodzakelijke verbindingen afwijken van dit schema. Raadpleeg
voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. In beide gevallen dient u de ingangsschakelaar op de
juiste stand te zetten. Zie voor details hieromtrent de paragraaf “Instellen van dit toestel”.
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]). Verbind het
accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto.
Het risico bestaat dat de zekering doorbrandt wanneer slechts één van deze wordt aangesloten.
Zekering (40 A)
Autostereo met
RCA-uit-
gangspen-
aansluitingen
Externe uitgang
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar).
RCA-
ingangspenaansluiting
Luidsprekeruitgangs-
aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk
“Aansluiten van de
luidsprekerdraden” voor richtlijnen
i.v.m. het aansluiten van luidsprekers.
Draad voor Bass Boost
afstandsbediening
Bass Boost
afstandsbediening
6 m
Aansluiting voor Bass
Boost afstandsbediening
Verbind deze aansluiting
met de Bass Boost
afstandsbediening via de
daarbij behorende draad.
Zekering (30 A) × 3
Doorvoerbuisje
Speciaal rood accusnoer
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker
zijn gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de
versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de
accu.
Aardingssnoer (zwart)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
[RD-223]
(los verkrijgbaar)
[RD-222] (los verkrijgbaar)
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de
systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke
aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische
antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-dieningsaansluitpunt, sluit
dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
SYNC OUTPUT / SYNC INPUT
aansluiting
Zie “Aansluiten van de luidspreker-
draden” voor aanwijzingen omtrent
het gebruik van de SYNC OUTPUT /
SYNC INPUT aansluiting.
7
Aansluiten van het toestel
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]).
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto. Het risico bestaat dat de
zekering doorbrandt wanneer slechts één van
deze wordt aangesloten.
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
[RD-223]
[RD-222]
2. Draai het accudraad, aardedraad
en systeemafstandsbedieningsdraad
ineen.
3. Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de draden. De
verbindingsstukjes zijn niet
bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
4. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
Ineendraaien
Boor een gat van
14 mm in de
carrosserie van
de auto.
Steek het rubberen O-
vormige doorvoerbuisje in
de carrosserie van de auto.
Positieve aansluiting
Zekering (30 A)
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Zekering (30 A)
Boor een gat van
8 mm in de
carrosserie van
de auto.
Steek het rubberen O-
vormige doorvoerbuisje in
de carrosserie van de auto.
Positieve aansluiting
Zekering (30 A)
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Verbindingsstukje
Verbindingsstukje
Accudraad
Aardingssnoer
GND aarde-aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
8
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen
1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie
van het uiteinde van de
luidsprekerdraden met een tang, en
draai de draadstrengen ineen.
2. Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de luidsprekerdraden.
De verbindingsstukjes zijn niet
bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
3. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
Gebruik van de luidspreker-ingang
Sluit de uitgangsdraden van de autostereo
aan op de versterker via de meegeleverde
luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp)
stekkers.
Schuif de ingangsschakelaar naar rechts.
7 Verbindingen bij gebruik van de
luidspreker-ingang
Als resultaat van het aansluiten van de
luidspreker van de autostereo op de versterker, zal
de stroom voor de versterker automatisch worden
ingeschakeld wanneer de autostereo aan wordt
gezet. In dit geval is het niet nodig de draad voor de
systeemafstandsbediening aan te sluiten.
Wanneer de versterker en het hoofdtoestel op
elkaar zijn aangesloten met een luidsprekerdraad
met RCA (tulpstekker) aansluitingen, zal de
versterker alleen worden ingeschakeld wanneer er
slechts één versterker wordt gebruikt. Als er twee
of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn
geschakeld, dient u het hoofdtoestel en alle
versterkers op elkaar aan te sluiten met de
systeembedieningsdraad.
Opmerking:
Sluit de draad voor de systeemafstandsbediening
aan wanneer de stroom voor de versterker niet
ingeschakeld moet worden wanneer de autostereo
wordt aan gezet.
10 mm
Aansluitpuntschroef
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
Ineendraaien
Verbindingsstukje
Luidsprekerdraad
Luidspreker-ingang
Luidspreker-
ingangsdraad met
RCA (tulp) stakkers
Naar de RCA-
ingangsaansluiting
van dit toestel.
Autostereo
Wit: Zwart: Zwart: Rood:
Links + Links Rechts Rechts +
9
Aansluiten van het toestel
Aansluiten van de luidsprekerdraden
Sluit de luidsprekerdraden aan en zet de MODE SELECT en POWER MODE schakelaars op de voor uw sys-
teem correcte standen, zoals hieronder en op de volgende bladzijde aangegeven.
Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u uitsluitend deze
versterkers te gebruiken. Gebruik deze versterkers niet door elkaar met andere versterkers.
Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u de extra versterking
(Gain), subsonische keuzeschakelaar, afsnijfrequentie voor het laag-doorlaatfilter en de extra lage tonenver-
sterking (Bass Boost) te regelen via de versterker waarvan de MODE SELECT schakelaar op MASTER is
gezet. Deze instellingen functioneren niet voor versterkers die op SYNC of SYNC INV staan.
WAARSCHUWING
U mag deze versterker NIET installeren of gebruiken door luidsprekers van 2 (of lager) parallel te bedraden
om een overbrugde modus (brugschakeling; diagram B) van 1 (of lager) te verkrijgen.
Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van
de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden.
Om een overbrugde modus (brugschakeling) op de juiste manier te installeren of te gebruiken en een belasting van 2
te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 4 parallel te bedraden met Links + en Rechts - (diagram A) of een
enkelvoudige luidspreker van 2 te gebruiken.
Als de synthetische impedantie tussen 2 en 4 ligt, moet u de POWER MODE schakelaar op de HI-CURRENT
stand zetten.
Raadpleeg bovendien de handleiding van de luidspreker in kwestie voor meer informatie over de juiste manier van
aansluiten.
Enkele versterker
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van
het toestel” voor details.
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
Diagram A - Correct Diagram B - Incorrect
4 Luid-
spreker
4
Luid-
spreker
4 Luidspreker
1 brugschakeling2 brugschakeling
4 Luid-
spreker
1 tot 8
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
10
Twee versterkers (Ex. brugschakeling)
Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 tot 16 . Controleer bovendien of de synthetische
tenminste 2 bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt.
De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zet de POWER
MODE schakelaar op de HI-CURRENT stand bij een impedantie tussen 2 en (minder dan) 4 , of zet
deze schakelaar op NORMAL bij een impedantie tussen 4 en 16 . Voor beide versterkers wordt dezelfde
instelling gebruikt.
Wanneer u over wilt schakelen naar de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT
schakelaar af moeten halen zodat u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u
zich ervan heeft overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn.
Twee versterkers
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van
het toestel” voor details. Voor beide versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt.
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC INV staan.
Verbindingssnoer met RCA
(tulp) stekkers (los verkrijgbaar).
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC staan.
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
Verbindingssnoer met RCA (tulp)
stekkers (los verkrijgbaar).
2 tot 16
SYNC OUTPUT
SYNC INPUT
1 tot 8
1 tot 8
SYNC OUTPUT
SYNC INPUT
Vier versterkers (Ex. brugschakeling)
Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 tot 16 . Controleer bovendien of de synthetische
tenminste 2 bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt.
De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zet de POWER
MODE schakelaar op de HI-CURRENT stand bij een impedantie tussen 2 en (minder dan) 4 , of zet
deze schakelaar op NORMAL bij een impedantie tussen 4 en 16 . Voor vier versterkers wordt dezelfde
instelling gebruikt.
Wanneer u over wilt schakelen naar de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT
schakelaar af moeten halen zodat u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u
zich ervan heeft overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn.
11
Aansluiten van het toestel
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Verbindingssnoer met RCA (tulp)
stekkers (los verkrijgbaar).
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC INV staan.
Aansluiten op een
autostereo.
Zie het “Aansluitschema”
voor details.
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC INV staan.
Verbindingssnoer met RCA (tulp)
stekkers (los verkrijgbaar).
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC INV staan.
Verbindingssnoer met RCA
(tulp) stekkers (los verkrijgbaar).
SYNC OUTPUT
SYNC INPUT
SYNC OUTPUT
SYNC INPUT
2 tot
16
SYNC INPUT
SYNC OUTPUT
Vier versterkers
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van
het toestel” voor details. Voor vier versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt.
12
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een
autostereo.
Zie het
“Aansluitschema”
voor details.
Verbindingssnoer met RCA (tulp)
stekkers (los verkrijgbaar).
Verbindingssnoer met RCA
(tulp) stekkers (los verkrijgbaar).
Verbindingssnoer met RCA (tulp)
stekkers (los verkrijgbaar).
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC staan.
De MODE SELECT schake-
laar moet op SYNC staan.
De MODE SELECT schakelaar
moet op SYNC staan.
1 tot
8
SYNC OUTPUT
1 tot
8
1 tot
8
1 tot
8
SYNC
INPUT
SYNC
OUTPUT
SYNC INPUT
SYNC INPUT
SYNC OUTPUT
13
Installatie
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele
plaatsen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend
afhankelijk van het automerk en model en uw
wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig
op een stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u
controleren dat het reservewiel, de krik en het
gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden
verwijderd.
14
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Terugzetten van de
aansluitingenafdekking
1. Pas de aansluitingenafdekking
netjes op het toestel en doe de
schroeven terug.
2. Draai de schroeven vast met een
inbussleutel van 4 mm.
Schroef
Aansluitingenafdekking
Boor een gat met een
diameter van 2,5 mm
Tapschroeven
(4 × 18 mm)
Vloermat
of chassis
15
Technische gegevens
Spanningsbron ............................................................ 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ................................................................................................................ Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik ........................................................................................ 39 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................. 12 A (4 voor een kanaal)
20 A (2 voor een kanaal)
28 A (1 voor een kanaal)
Zekering (extern) ............................................................................................................................ 40 A × 2
Afmetingen ................................................................................................ 304 (B) × 56 (H) × 195 (D) mm
Gewicht .................................................................................................................. 2,9 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer .................................................. 800 W × 1 (4 ) / 1 200 W × 1 (1 t/m 2 )
Continu vermogen (14,4 V) ..........… NORMAL stand: 4 , 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0% THV, 400 W × 1
2 , 100 Hz, 1,0% THV, 600 W × 1
HI-CURRENT stand: 4 , 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0% THV, 150 W × 1
2 , 100 Hz, 1,0% THV, 300 W × 1
1 , 100 Hz, 1,0% THV, 600 W × 1
Belastingsimpedantie .................................................................................... 4 (1 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ................................................................................ 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB)
S/R verhouding ........................................................................................................ 92 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming .................................................................................................................. 0,5% (10 W, 100 Hz)
Laag-doorlaatfilter ................................................................................ Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz
Afsnij-helling: –18 dB/oct
Subsonisch filter (HPF) .................................................................................................... Frequentie: 20 Hz
Helling: –18 dB
Extra versterking lage tonen ............................................................................................ Frequentie: 50 Hz
Niveau: 0 / 6 / 9 / 12 dB
Versterkingsregeling .............................................................................................. RCA: 400 mV t/m 6,5 V
SP: 1,6 V t/m 26 V
Maximale ingangsniveau /-impedantie .......................................................................... RCA: 6,5 V / 22 k
SP: 26 V / 90 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Alvorens gebruik ........................................ 1 Bezoek onze website ........................................ 1 Bij problemen .................................................... 2 Over dit product ................................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 Instellen van dit toestel ............................ 3 Aansluitingenafdekking .................................... 3 Spanningsindicator ............................................ 3 Subsonic Keuzetoets ..........................................3 Bass Boost regelaar .......................................... 3 BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 3 MODE SELECT schakelaar .............................. 4 Versterkingsregelaar .......................................... 4 Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF ...... 4 Ingangsschakelaar ............................................ 4 POWER MODE schakelaar .............................. 4 Aansluiten van het toestel ...................... 5 Aansluitschema ................................................ 6 Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7 Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8 Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 8 Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 9 Installatie .................................................. 13 Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ............................................ 14 Terugzetten van de aansluitingenafdekking .... 14 Technische gegevens ............................ 15 Alvorens gebruik Dank U zeer voor de aanschaf van dit PIONEER-product. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door, voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren. Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering van het product. Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Bezoek onze website Hier vindt u onze site: • Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering na bijvoorbeeld verlies of diefstal. • Op onze website vindt u de laatste informatie over Pioneer Corporation. 1 Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde PIONEER servicecentrum, wanneer de eenheid niet juist functioneert. WAARSCHUWING FRANÇAIS Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. Het risico bestaat dat de zekering doorbrandt wanneer slechts één van deze wordt aangesloten. • Raak de versterker niet met natte handen aan. U zou anders een elektrische schok kunnen krijgen. Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze nat is. • Voor de verkeersveiligheid dient u het volume zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en ander verkeer nog goed kunt horen. • Controleer de verbindingen van de spanningstoevoer en luidsprekers inden de zekering van het los verkrijgbare accudraad of de zekering van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en ampèrage. • Om een onjuiste werking van de versterker en luidsprekers te voorkomen, schakelt het beschermingscircuit van de versterker de spanning naar de versterker uit indien de omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding met de spanningsbron en luidsprekers. Zoek de oorzaak en los het probleem op. • Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de oorzaak niet kunt vinden. • Om een elektrische schok of kortluiting te voorkomen tijdens het aansluiten en installeren, moet de negative (–) pool van de accu worden ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. DEUTSCH Dit product is een versterker voor de subwoofer. Als zowel de L (linker) als R (rechter) kanalen zijn aangesloten op de RCA (tulp) ingangsaansluitingen van dit product, zal de geluidsweergave gemengd zijn omdat dit product een mono-versterker is. WAARSCHUWING ESPAÑOL Over dit product ENGLISH Bij problemen ITALIANO NEDERLANDS êìëëäàâ 2 Instellen van dit toestel • Om de schakelaar te verzetten kunt u indien nodig een kleine schroevendraaier gebruiken. Aansluitingenafdekking Voor u het toestel gaat installeren, dient u de schroeven los te maken met een inbussleutel van 4 mm en dient u de aansluitingenafdekking te verwijderen. Spanningsindicator De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld. Subsonic Keuzetoets Het Subsonic filter houdt onhoorbare frequenties lager dan 20 Hz tegen om ongewenste vibraties te voorkomen en vermogensverliezen te minimaliseren. Bass Boost regelaar U kunt de lage tonen extra versterken (Bass Boost) met 0, 6, 9 of 12 dB. Voor aanwijzingen omtrent het aansluiten van de Bass Boost afstandsbediening op de versterker, verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. 3 BFC (Beat Frequency Control) schakelaar De BFC schakelaar bevindt zich aan de onderkant van het toestel. Als u een ritmisch geluid (beat) hoort wanneer u naar een MW/LW uitzending luistert met uw autostereo, kunt u de BFC schakelaar verzetten met behulp van een kleine schroevendraaier. ENGLISH MODE SELECT schakelaar ESPAÑOL U kunt de synchronisatiefunctie van de versterker instellen op MASTER, SYNC, of SYNC INV. Zet de MODE SELECT schakelaar op MASTER wanneer u alleen de versterker gebruikt. Wanneer u twee of meer van deze synchroon geschakelde versterkers gebruikt, dient u de eerste daarvan op MASTER te zetten en de resterende op SYNC of SYNC INV afhankelijk van de manier waarop ze zijn aangesloten. De versterkers moeten alleen op SYNC INV worden ingesteld wanneer ze synchroon geschakeld zijn in een brugschakeling. Wanneer u over wilt schakelen naar de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT schakelaar af moeten halen zodat u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u zich ervan heeft overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn. Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor details omtrent de MODE SELECT schakelaar. Versterkingsregelaar DEUTSCH Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het volume is verhoogd met de autostereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd. FRANÇAIS • Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer autostereo met RCA gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de autostereo. • Wanneer u te veel ruis hoort bij het gebruik van de luidsprekeringangsaansluitingen, moet u de versterkingsregelaar naar links draaien. Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen. ITALIANO Ingangsschakelaar NEDERLANDS Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo of de luidsprekeruitgang van een autostereo. Verzet de ingangsschakelaar voor u de stroom inschakelt. Omdat er een zeer hard geluid geproduceerd kan worden via de luidsprekers wanneer u de ingangsschakelaar omzet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de stroom worden uitgeschakeld door een ingebouwde beveiliging. Bij gebruik van een externe uitgang dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar rechts te zetten. In dit geval is het nodig het meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. POWER MODE schakelaar êìëëäàâ Bij gebruik van luidsprekers met een synthetische impedantie van 2 Ω t/m 8 Ω, dient u deze schakelaar in de rechter stand (NORMAL) te zetten. Bij gebruik van luidsprekers met een synthetische impedantie tussen 1 Ω en 2 Ω, dient u deze schakelaar in de linker stand (HI-CURRENT) te zetten. Deze instellingen worden alleen gebruikt wanneer u een enkele versterker gebruikt. Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” wanneer u meerdere versterkers wilt combineren. Als de luidsprekerimpedantie hoger is dan 2 Ω (4 Ω in brugschakeling), kunt umet deze schakelaar in de NORMAL stand een hoger vermogen realiseren dan wanneer de POWER MODE schakelaar op HI-CURRENT zou staan. 4 Aansluiten van het toestel WAARSCHUWING • Voorkom kortsluiting en beschadiging van de eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool van het voertuig. • Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer- of plakband vast. Bescherm de bedrading door de gedeelten in de buurt van metalen delen met isoleerband af ze dekken. • Leid de draden niet langs plaatsen die heet worden, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarmingselementen. Indien de isolatie van draden heet wordt, zullen de draden worden beschadigd met kortsluiting tot gevolg. • Zorg dat de bedrading de werking van bewegende of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen van het de auto niet hindert. • Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit werkt anders namelijk niet wanneer het voor de veiligheid zou moeten functioneren. • Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af voor gebruik van andere apparaten. Het vermogen van het draad zou dan namelijk worden overschreden, met oververhitting tot gevolg. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. WAARSCHUWING: Om beschadiging en/of letsel te voorkomen • Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor verschillende luidsprekers. • Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst de accuspanning na voor u het toestel installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus. • De accu raakt mogelijk uitgeput indien de autostereo langdurig is ingeschakeld maar de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de autostereo uit wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de versterker is aangesloten op de spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het contact aanstaat, ongeacht of de autostereo wel of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van het toestel”. Dit kan namelijk leiden tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en oververhitting. Ook kan het oppervlak van de versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan leiden tot lichte brandwonden. 5 • U kunt drie soorten subwoofers aansluiten op de versterker; 1: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 420 W of meer en een impedantie van 4 Ω, 2: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 600 W of meer en een impedantie van 2 Ω of 3: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 600 W of meer en een impedantie van 1 Ω. Als het nominale ingangsvermogen en de impedantie buiten de genoemde waarden ligt, kan de subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of kapot gaan. • Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden. Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de antenne, antennekabel en tuner. • Snoeren voor dit toestel en overeenkomende snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk verschillende kleuren ookal is de functie van de snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit toestel met een ander toestel daarom de handleiding van beide toestellen en verbind de snoeren met dezelfde functie met elkaar. ENGLISH Aansluitschema Doorvoerbuisje ESPAÑOL • Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang. Schuif de ingangsschakelaar naar links. • Wanneer u een externe uitgang van een autostereo aansluit op een RCA (tulpstekker) ingang, dient u de aansluiting voor geluidsignalen met het volledige toonbereik te gebruiken. De reden hiervoor is dat het laag-doorlaatfilter (LPF) van de versterker niet uitgeschakeld kan worden. Als deze aansluiting niet gebruikt kan worden, dient u de uitgangsaansluiting voor de subwoofer te verbinden met de RCA ingangsaansluiting. • Bij gebruik van een luidspreker-uitgang zullen de noodzakelijke verbindingen afwijken van dit schema. Raadpleeg voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. In beide gevallen dient u de ingangsschakelaar op de juiste stand te zetten. Zie voor details hieromtrent de paragraaf “Instellen van dit toestel”. • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. Het risico bestaat dat de zekering doorbrandt wanneer slechts één van deze wordt aangesloten. Zekering (30 A) × 3 [RD-223] (los verkrijgbaar) DEUTSCH Speciaal rood accusnoer Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Aardingssnoer (zwart) Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis. Externe uitgang FRANÇAIS [RD-222] (los verkrijgbaar) Autostereo met RCA-uitgangspenaansluitingen Bass Boost afstandsbediening Draad voor Bass Boost afstandsbediening ITALIANO Aansluitsnoer met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar). NEDERLANDS 6m Aansluiting voor Bass Boost afstandsbediening Verbind deze aansluiting met de Bass Boost afstandsbediening via de daarbij behorende draad. RCAingangspenaansluiting Zekering (40 A) SYNC OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor aanwijzingen omtrent het gebruik van de SYNC OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting. Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar) Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar. êìëëäàâ Luidsprekeruitgangsaansluitpunt Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor richtlijnen i.v.m. het aansluiten van luidsprekers. 6 Aansluiten van het toestel Aansluiten van het spanningsaansluitpunt • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad ([RD-223] en [RD-222]). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. Het risico bestaat dat de zekering doorbrandt wanneer slechts één van deze wordt aangesloten. 1. Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto. • Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoeraansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. [RD-223] 3. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de draden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Verbindingsstukje Aardingssnoer Verbindingsstukje Accudraad 4. Sluit de draden aan. Interieur van Zekering (30 A) Motorcompartiment het voertuig Zekering (30 A) Positieve aansluiting Boor een gat van 14 mm in de carrosserie van Steek het rubberen Ovormige doorvoerbuisje in de auto. de carrosserie van de auto. • Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast. SpanningsGND aarde-aansluiting aansluitpunt Aansluiting voor (POWER) systeemafstandsbediening Draad voor systeemafstandsbediening Aardingssnoer [RD-222] Zekering (30 A) MotorInterieur van compartiment het voertuig Accudraad Positieve aansluiting Boor een gat van Steek het rubberen O8 mm in de vormige doorvoerbuisje in carrosserie van de carrosserie van de auto. de auto. 2. Draai het accudraad, aardedraad en systeemafstandsbedieningsdraad ineen. Ineendraaien 7 WAARSCHUWING Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden. Gebruik van de luidspreker-ingang Sluit de uitgangsdraden van de autostereo aan op de versterker via de meegeleverde luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp) stekkers. • Schuif de ingangsschakelaar naar rechts. 7 Verbindingen bij gebruik van de luidspreker-ingang ESPAÑOL 1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden met een tang, en draai de draadstrengen ineen. ENGLISH Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen Ineendraaien Autostereo 10 mm • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Luidspreker-ingang Wit: Zwart: Links + Links ≠ Zwart: Rood: Rechts ≠ Rechts + FRANÇAIS Verbindingsstukje DEUTSCH 2. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de luidsprekerdraden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. Luidsprekerdraad • Zet de luidsprekerdraden goed met de schroeven van de aansluiting vast. Aansluitpuntschroef Luidsprekerdraad • Als resultaat van het aansluiten van de luidspreker van de autostereo op de versterker, zal de stroom voor de versterker automatisch worden ingeschakeld wanneer de autostereo aan wordt gezet. In dit geval is het niet nodig de draad voor de systeemafstandsbediening aan te sluiten. • Wanneer de versterker en het hoofdtoestel op elkaar zijn aangesloten met een luidsprekerdraad met RCA (tulpstekker) aansluitingen, zal de versterker alleen worden ingeschakeld wanneer er slechts één versterker wordt gebruikt. Als er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn geschakeld, dient u het hoofdtoestel en alle versterkers op elkaar aan te sluiten met de systeembedieningsdraad. NEDERLANDS Luidsprekeruitgangsaansluiting Naar de RCAingangsaansluiting van dit toestel. Luidsprekeringangsdraad met RCA (tulp) stakkers ITALIANO 3. Verbind de luidsprekerdraden met de luidsprekeruitgangsaansluiting. êìëëäàâ Opmerking: • Sluit de draad voor de systeemafstandsbediening aan wanneer de stroom voor de versterker niet ingeschakeld moet worden wanneer de autostereo wordt aan gezet. 8 Aansluiten van het toestel Aansluiten van de luidsprekerdraden Sluit de luidsprekerdraden aan en zet de MODE SELECT en POWER MODE schakelaars op de voor uw systeem correcte standen, zoals hieronder en op de volgende bladzijde aangegeven. • Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u uitsluitend deze versterkers te gebruiken. Gebruik deze versterkers niet door elkaar met andere versterkers. • Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u de extra versterking (Gain), subsonische keuzeschakelaar, afsnijfrequentie voor het laag-doorlaatfilter en de extra lage tonenversterking (Bass Boost) te regelen via de versterker waarvan de MODE SELECT schakelaar op MASTER is gezet. Deze instellingen functioneren niet voor versterkers die op SYNC of SYNC INV staan. WAARSCHUWING Diagram A - Correct 4 Ω Luidspreker 2 Ω brugschakeling Diagram B - Incorrect 4 Ω Luidspreker 4Ω Luidspreker 4 Ω Luidspreker 1 Ω brugschakeling U mag deze versterker NIET installeren of gebruiken door luidsprekers van 2 Ω (of lager) parallel te bedraden om een overbrugde modus (brugschakeling; diagram B) van 1 Ω (of lager) te verkrijgen. Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden. Om een overbrugde modus (brugschakeling) op de juiste manier te installeren of te gebruiken en een belasting van 2 Ω te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 4 Ω parallel te bedraden met Links + en Rechts - (diagram A) of een enkelvoudige luidspreker van 2 Ω te gebruiken. Als de synthetische impedantie tussen 2 Ω en 4 Ω ligt, moet u de POWER MODE schakelaar op de HI-CURRENT stand zetten. Raadpleeg bovendien de handleiding van de luidspreker in kwestie voor meer informatie over de juiste manier van aansluiten. Enkele versterker De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. 1 Ω tot 8 Ω • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. • De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van het toestel” voor details. 9 ENGLISH Twee versterkers (Ex. brugschakeling) De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. Aansluiten op een autostereo. SYNC OUTPUT Zie het “Aansluitschema” voor details. ESPAÑOL Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). 2 Ω tot 16 Ω Luidsprekerdraad (los verkrijgbaar). SYNC INPUT DEUTSCH De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. Twee versterkers Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. ITALIANO De MODE SELECT schakelaar SYNC OUTPUT moet op MASTER staan. FRANÇAIS • Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 Ω tot 16 Ω. Controleer bovendien of de synthetische tenminste 2 Ω bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt. • De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zet de POWER MODE schakelaar op de HI-CURRENT stand bij een impedantie tussen 2 Ω en (minder dan) 4 Ω, of zet deze schakelaar op NORMAL bij een impedantie tussen 4 Ω en 16 Ω. Voor beide versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt. • Wanneer u over wilt schakelen naar de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT schakelaar af moeten halen zodat u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u zich ervan heeft overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn. Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. NEDERLANDS 1 Ω tot 8 Ω êìëëäàâ SYNC INPUT 1 Ω tot 8 Ω • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. • De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van het toestel” voor details. Voor beide versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt. 10 Aansluiten van het toestel Vier versterkers (Ex. brugschakeling) De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. SYNC OUTPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). Luidsprekerdraad (los verkrijgbaar). De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. SYNC OUTPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). SYNC INPUT 2 Ω tot 16 Ω De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. SYNC OUTPUT Luidsprekerdraad De MODE SELECT schakelaar (los verkrijgbaar). moet op SYNC INV staan. SYNC INPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). SYNC INPUT • Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 Ω tot 16 Ω. Controleer bovendien of de synthetische tenminste 2 Ω bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt. • De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zet de POWER MODE schakelaar op de HI-CURRENT stand bij een impedantie tussen 2 Ω en (minder dan) 4 Ω, of zet deze schakelaar op NORMAL bij een impedantie tussen 4 Ω en 16 Ω. Voor vier versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt. • Wanneer u over wilt schakelen naar de SYNC INV stand zult u het stickertje van de MODE SELECT schakelaar af moeten halen zodat u de SYNC INV schakelaar kunt zien. Haal het stickertje pas weg nadat u zich ervan heeft overtuigd dat de verbindingen correct gemaakt zijn. 11 ENGLISH Vier versterkers De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. ESPAÑOL Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. SYNC OUTPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). 1 Ω tot 8Ω De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. SYNC OUTPUT SYNC OUTPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). FRANÇAIS De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. DEUTSCH 1 Ω tot 8Ω SYNC INPUT SYNC INPUT 1 Ω tot 8Ω ITALIANO Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. NEDERLANDS SYNC INPUT 1 Ω tot 8Ω êìëëäàâ • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. • De instelling van de POWER MODE schakelaar hangt af van de luidsprekerimpedantie. Zie “Instellen van het toestel” voor details. Voor vier versterkers wordt dezelfde instelling gebruikt. 12 Installatie WAARSCHUWING • Niet installeren op: —Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers zou kunnen verwonden wanner de auto plotseling stopt. —Plaasten waar de bestuurder door de eenheid tijdens het rijden zou kunnen worden gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel. • Kontroleer dat draden niet in de weg van de stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk kortsluiting kunnen veroorzaken. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen van het voertuig door worden gesneden met brand tot gevolg. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier die is beschreven om de installatie uit te voeren zoals het hoort. Als andere onderdelen dan diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is het mogelijk dat inwendige onderdelen van de versterker schade oplopen of loskomen, zodat de versterker niet meer werkt. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. 13 WAARSCHUWING: Om slechte werking en/of letsel te voorkomen • Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt gehinderd, en let derhalve op de volgende punten tijdens het installeren. —Zorg dat er voor een goede vrije ruimte boven de versterker is. —Bedek de versterker niet met een vloermat of kleed. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Installeer de versterker niet op onstabiele plaatsen, zoals op de reservebandhouder. • De beste installatieplaats is verschillend afhankelijk van het automerk en model en uw wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig op een stabiele plaats. • Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of de versterker en het systeem naar behoren werken. • Na het installeren van de versterker, moet u controleren dat het reservewiel, de krik en het gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden verwijderd. ENGLISH Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ESPAÑOL 1. Zet de versterker op de plaats waar hij moet worden geïnstalleerd. Steek de bijgeleverde tapschroeven (4 × 18 mm) in de schroefgaten. Druk met een schroevendraaier op de schroeven zodat ze een inkeping maken op de plaats waar de gaten voor de installatie moeten komen. DEUTSCH 2. Boor gaten met een diameter van 2,5 mm op de plaatsen die zijn gemerkt en installeer de versterker, ofwel op de vloermat ofwel rechtstreeks op het chassis. FRANÇAIS Terugzetten van de aansluitingenafdekking 1. Pas de aansluitingenafdekking netjes op het toestel en doe de schroeven terug. Schroef ITALIANO 2. Draai de schroeven vast met een inbussleutel van 4 mm. Tapschroeven (4 × 18 mm) Aansluitingenafdekking NEDERLANDS êìëëäàâ Vloermat of chassis Boor een gat met een diameter van 2,5 mm 14 Technische gegevens Spanningsbron ............................................................ 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar) Aarding ................................................................................................................ Negatieve klem aan massa Stroomverbruik ........................................................................................ 39 A (met continu spanning, 4 Ω) Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................. 12 A (4 Ω voor een kanaal) 20 A (2 Ω voor een kanaal) 28 A (1 Ω voor een kanaal) Zekering (extern) ............................................................................................................................ 40 A × 2 Afmetingen ................................................................................................ 304 (B) × 56 (H) × 195 (D) mm Gewicht .................................................................................................................. 2,9 kg (Excl. bedrading) Maximale spanningsuitvoer .................................................. 800 W × 1 (4 Ω) / 1 200 W × 1 (1 Ω t/m 2 Ω) Continu vermogen (14,4 V) ..........… NORMAL stand: 4 Ω, 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0% THV, 400 W × 1 2 Ω, 100 Hz, 1,0% THV, 600 W × 1 HI-CURRENT stand: 4 Ω, 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0% THV, 150 W × 1 2 Ω, 100 Hz, 1,0% THV, 300 W × 1 1 Ω, 100 Hz, 1,0% THV, 600 W × 1 Belastingsimpedantie .................................................................................... 4 Ω (1 Ω t/m 8 Ω toelaatbaar) Frequentieweergave ................................................................................ 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB) S/R verhouding ........................................................................................................ 92 dB (IEC-A netwerk) Vervorming .................................................................................................................. 0,5% (10 W, 100 Hz) Laag-doorlaatfilter ................................................................................ Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz Afsnij-helling: –18 dB/oct Subsonisch filter (HPF) .................................................................................................... Frequentie: 20 Hz Helling: –18 dB Extra versterking lage tonen ............................................................................................ Frequentie: 50 Hz Niveau: 0 / 6 / 9 / 12 dB Versterkingsregeling .............................................................................................. RCA: 400 mV t/m 6,5 V SP: 1,6 V t/m 26 V Maximale ingangsniveau /-impedantie .......................................................................... RCA: 6,5 V / 22 kΩ SP: 26 V / 90 kΩ Opmerking: • Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. *Gemiddeld stroomverbruik • Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomverbruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers. 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113

Pioneer PRS-D1100M Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding