Documenttranscriptie

INHOUD VAN DE DOOS • • • • • • DISCOVER DJ PRO USB-kabel Stroomadapter Software-cd (software-handleiding inbegrepen in PDF-formaat) Snelstartgids Informatieboekje Veiligheid en Garantie REGISTRATIE Surf naar http://www.ionaudio.com om uw DISCOVER DJ PRO te registreren. Als u uw product registreert, wordt u op de hoogte gehouden van alle nieuwe producten. Mocht u ooit een probleem hebben, kunt u bovendien rekenen op hoogstaande technische productondersteuning. OPSTELLING PC Voordat u DISCOVER DJ PRO op uw computer kunt beginnen gebruiken, moet u de meegeleverde Virtual DJ LE-software installeren: 1. Plaats de meegeleverde installatie-cd in de cd-romspeler van uw computer. 2. Open de cd om de inhoud ervan te bekijken. 3. Open de map met de titel “PC”. 4. Dubbelklik op “Setup.exe”. 5. Selecteer uw gewenste taal en druk als u klaar bent op “OK”. 6. Lees het informatiescherm en druk vervolgens op “Volgende”. 7. Lees de gebruikersovereenkomst, selecteer “Ik accepteer de overeenkomst” en klik dan op “Volgende”. 8. U wordt gevraagd om een map te kiezen om het programma in te installeren. (Voor de meeste gebruikers raden wij de standaardlocatie aan.) Zodra u de map hebt gekozen, klikt u op “Volgende”. 9. De installatieprocedure vangt aan. Volg de instructies op het scherm. 10. Klik zodra de installatie is voltooid op “Beëindigen”. Om DISCOVER DJ PRO te beginnen gebruiken: 1. Sluit DISCOVER DJ PRO aan op een beschikbare USB-poort van uw computer. (Gebruik best een USB-poort op het achterpaneel van uw computer.) 2. Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad van uw computer om Virtual DJ LE te openen (als u een snelkoppeling hebt aangemaakt) of ga naar Start Alle programma’s Virtual DJ. Voor meer informatie over het gebruik van Virtual DJ LE, zie de handleiding op de cd, beschikbaar in de map “Manual”. MAC Voordat u DISCOVER DJ PRO op uw computer kunt beginnen gebruiken, moet u de meegeleverde Virtual DJ LE-software installeren: 1. Plaats de meegeleverde installatie-cd in de cd-romspeler van uw computer. 2. Open de cd om de inhoud ervan te bekijken. 3. Open de map met de naam “Mac”. 4. Dubbelklik op “Setup.mpkg”. 5. Klik op “Verdergaan” zodra u het verwelkomingsscherm van het installatieprogramma ziet. 6. Lees de Gebruikersovereenkomst, selecteer “Ik accepteer de overeenkomst”, klik op “Verdergaan” en daarna op “Instemmen”. 7. U wordt gevraagd om een map te kiezen om het programma in te installeren. Standaard zal uw harde schijf hiervoor worden geselecteerd. (Wij raden dit aan voor de meeste gebruikers.) Zodra u de locatie hebt gekozen, klikt u op “Installeren” om met de installatie te beginnen. 8. Voer uw wachtwoord in en klik op “OK”. 9. Klik zodra de installatie is voltooid op “Beëindigen”. Om DISCOVER DJ PRO te beginnen gebruiken: 1. Sluit DISCOVER DJ PRO aan op een beschikbare USB-poort van uw computer. (Gebruik best een USB-poort op het achterpaneel van uw computer.) 2. Open Virtual DJ LE door te gaan naar Toepassingen Virtual DJ LE. Voor meer informatie over het gebruik van Virtual DJ LE, zie de handleiding op de cd, beschikbaar in de map “Manual”. 23 AANSLUITDIAGRAM Opmerking: Speakers, computer, iPod, microfoon en koptelefoon worden apart verkocht. SPEAKERS COMPUTER VERMOGENSBRON iPod KOPTELEFOON 24 MICROFOON ELEMENTEN VAN HET BOVENSTE PANEEL 22 27 26 23 26 24 26 25 26 28 21 27 23 24 25 13 26 26 26 26 12 28 5 9 14 8 19 17 18 4 9 7 6 7 10 10 10 14 15 15 20 21 16 16 11 20 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 22 19 17 18 3 2 HEADPHONES: Sluit je koptelefoon met 6,3 mm jackaansluiting aan op deze uitgang voor het instellen van het volgende nummer en het controleren van de geluidsmix. MIC INPUT: Sluit een microfoon met 6,3 mm jackaansluiting aan op deze ingang. MIC GAIN: Past het geluidsniveau van het microfoonsignaal aan. MASTER VOLUME: Past het uitgangsvolume van Programmamix aan. CUE VOLUME: Past het geluidsniveau aan van het Cue-kanaal. CUE SOURCE: Selecteert de geluidsbron die naar de koptelefoon wordt gestuurd. Zet deze toets op "MASTER" om de Programmamix te horen. Zet hem op "A/B" om Deck A en B te horen in het Cuekanaal. Zet hem op "iPod" om naar een iPod / iPhone te luisteren. A/B CUE: Stuurt een pre-fader geluidsbron naar het Cue-kanaal voor monitoring met koptelefoon. BROWSE KNOB: Draai deze knop om te bladeren door tracklijsten en programmamappen. Druk op de knop om een geselecteerde map te openen. LOAD A / LOAD B: Druk op één van deze knoppen terwijl een track is geselecteerd om deze toe te wijzen aan respectievelijk Deck A of Deck B. CHANNEL FADER: Past het geluidsniveau aan van het desbetreffende kanaal. CROSSFADER: Mengt de geluidsbronnen van Deck A en B. Als u deze toets naar links schuift, hoort u Deck A; als u hem naar rechts schuift, hoort u Deck B. DOCK: Sluit hier uw iPod/iPhone aan. Beweeg bij het aansluiten of verwijderen de iPod/iPhone zachtjes heen en weer over de connector. DOCK ADJUSTER: Draai aan deze knop tot de iPod/iPhone die in het dok is geplaatst rust tegen de steun. JOG WHEEL: Tijdens het afspelen kunt u met het JOG WHEEL de toonhoogte van de track op het deck aanpassen. Wanneer de SCRATCH-toets aanstaat, kunt u het JOG WHEEL gebruiken om met de geselecteerde track te scratchen. Wanneer het deck geen muziek afspeelt, kunt u met het JOG WHEEL de track vooruit- en achteruitspoelen. SCRATCH: Schakelt de Scratch-modus aan of uit. Als de Scratch-modus is ingeschakeld, licht de toets op en kunt u met het JOG WHEEL scratchen als met een platenspeler. De LED licht op om aan te geven dat de Scratch-modus is ingeschakeld. KEYLOCK: Deze functie stelt u in staat om de snelheid van het liedje te veranderen zonder hierbij de toonhoogte te veranderen. Wanneer Keylock is ingeschakeld, wordt de toonhoogte van het lied vergrendeld op de positie van de pitch-regelaar. 25 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. PLAY / PAUSE: Start of hervat het afspelen na het pauzeren van het Deck. Pauzeert het afspelen wanneer het Deck speelt. STUTTER: Druk op deze knop tijdens het afspelen om terug naar het laatst ingestelde cue point te springen en een "stutter"-effect te creëren. CUE: De CUE-toets zet de track terug en pauzeert deze op het laatst ingestelde cue point. Om het cue point tijdelijk af te spelen, kunt u de CUE-toets ingedrukt houden. De track blijft spelen zolang de toets ingedrukt blijft en keert terug naar het cue point van zodra hij wordt losgelaten. U kunt CUE en PLAY / PAUSE gelijktijdig indrukken om het afspelen vanaf het cue point te starten. Laat beide knoppen los om het afspelen verder te zetten. SYNC: Synchroniseert automatisch het tempo van het ene Deck met dat van het andere. PITCH FADER: Regelt de afspeelsnelheid van de track. Een LED naast de fader licht op wanneer hij op 0% staat. PITCH BEND (+ / - ): Druk op één van deze toetsen of houdt ze ingedrukt om tijdelijk de afspeelsnelheid van de track aan te passen. Van zodra de toets wordt losgelaten, keert de afspeelsnelheid terug naar de snelheid die werd ingesteld door de PITCH FADER. CHANNEL BASS: Past de lage frequenties (bassen) van het desbetreffende kanaal aan. CHANNEL MID: Past de middenfrequenties van het desbetreffende kanaal aan. CHANNEL TREBLE: Hiermee worden de hoge (treble) frequenties van het desbetreffende kanaal aangepast. EQ KILL SWITCH: Door te drukken op één van deze knoppen verwijdert u het overeenkomstige frequentiebereik (BASS, MID, TREBLE) uit de muziek op het deck. De knop licht op wanneer deze functie is ingeschakeld. Om de functie op te heffen dient u een tweede keer op de knop te drukken. REVERSE PLAY: Speelt de muziek op het Deck omgekeerd af. Druk een tweede keer op de knop om de normale weergave te hervatten. AUTOLOOP: Creëert automatisch een loop van 1, 2, 4 of 8 beats van de huidige plaats in het nummer. ELEMENTEN VAN HET ACHTERPANEEL 1 2 1. 2. 3. 3 CHARGE: Sluit de 6V-1A stroomadapter aan indien u een iPod/iPhone wilt opladen tijdens het gebruik van DISCOVER DJ PRO. USB: Deze USB-verbinding verzendt en ontvangt controle-informatie naar/vanaf een aangesloten computer. Eenmaal aangesloten op uw computer, ontvangt het apparaat stroom van de USBverbinding MASTER OUTPUT (RCA): Gebruik standaardkabels met tulppluggen om deze uitgang te verbinden met luidsprekers of een versterker. Het geluidsniveau van deze uitgang wordt geregeld door de knop MASTER VOLUME op het bovenpaneel. 26