15
ZELFREINIGEN
Activeer de functie “Zelfreinigen” voor een optimale
reiniging van de interne oppervlakken.
Het is raadzaam om de ovendeur niet te openen tijdens de
reinigingscyclus, om verlies van waterdamp te voorkomen,
wat een nadelig eect heeft op het uiteindelijke
schoonmaakresultaat.
• Verwijder alle hulpstukken uit de oven voordat u
de functie activeert.
• Giet, wanneer de oven koud is, 200 ml drinkwater
op de bodem van de oven.
• Raak “START” aan om de reinigingsfunctie in te
schakelen.
Nadat de cyclus is geselecteerd, kunt u de start van de
automatische reiniging uitstellen. Raak “UITSTEL” aan om de
eindtijd in te stellen zoals wordt aangegeven in het
betreende gedeelte.
AFVOEREN
Met de afvoerfunctie laat u het water weglopen, zodat er
geen water in de tank achterblijft. Het is raadzaam om het
afvoeren altijd uit te voeren na gebruik van de oven.
Deze functie moet in ieder geval worden uitgevoerd na
een bepaald aantal bereidingen. De stoomfunctie kan
niet worden gestart voordat u dat gedaan heeft.
Zodra u de functie “Afvoeren” heeft
geselecteerd of wanneer het display
het aangeeft, start u de functie en
voert u de aangegeven handelingen
uit: Open de deur en plaats een grote
kan onder het afvoertuitje rechts op
de bodem van het paneel. Houd de
kan na de start van het afvoeren in de juiste stand tot
het helemaal uitgevoerd is.
Het display geeft aan wanneer de tank volledig moet
worden leeggemaakt.
Let op: Deze werkzaamheid kan niet uitgevoerd worden
voordat 4 uren zijn verstreken na de laatste cyclus (of de
laatste keer dat het product werd gevoed). Tijdens het
wachten geeft het display de volgende feedback weer
"WATER IS TE HEET wacht tot de temperatuur daalt. Wanneer
het koud genoeg is, kunt u doorgaan door op DOORGAAN te
drukken”.
De kan moet tenminste 2 liter kunnen bevatten.
ONTKALKEN
Deze speciale functie wordt periodiek geactiveerd en
zorgt ervoor dat de boiler en het stoomcircuit in
optimale conditie worden gehouden.
De functie is verdeeld in twee fasen: legen, ontkalken,
spoelen. Zodra de functie gestart is, volgt u alle stappen
aangegeven op het display.
De gemiddelde duur van de volledige functie is
ongeveer 190 minuten.
Let op: Als de functie op een willekeurig ogenblik wordt
stilgelegd, moet de gehele ontkalkingscyclus herhaald
worden.
» LEEGMAKEN
Vóór het ontkalken moet de tank leeggemaakt worden:
om deze handeling zo goed mogelijk uit te voeren gaat
u te werk zoals aangegeven in de betreffende paragraaf.
Let op: Deze werkzaamheid kan niet uitgevoerd worden
voordat 4 uren zijn verstreken na de laatste cyclus (of de
laatste keer dat het product werd gevoed). Tijdens het
wachten geeft het display de volgende feedback weer "water
is TE HEET wacht tot de temperatuur daalt. Wanneer het koud
genoeg is, kunt u doorgaan door op DOORGAAN te drukken”.
De kan moet tenminste 2 liter kunnen bevatten.
» ONTKALKEN
Om de beste ontkalkingsresultaten te verkrijgen raden
we aan om de tank te vullen met een oplossing van 75 g
van het specifieke WPRO-product en 1,7 liter drinkwater.
WPRO-ontkalker is het professionele product dat we
aanbevelen voor het behoud van de beste prestaties
van de stoomfunctie in uw oven. Volg de
gebruiksaanwijzingen op de verpakking. Voor
bestellingen en informatie neemt u contact op met de
Consumentenservice of met www.bauknecht.eu
Bauknecht wijst elke aansprakelijkheid af voor schade
veroorzaakt door het gebruik van andere, op de markt
te verkrijgen reinigingsmiddelen. Zodra de ontkalking
helemaal uitgevoerd is, moet de tank leeggemaakt
worden.
» SPOELEN
Om de tank en het stoomcircuit te reinigen voert u de
spoelcyclus uit. Vul de tank met drinkwater tot het
display “TANK FULL” (tank vol) weergeeft en start
vervolgens het spoelen. Aan het einde geeft het display
aan deze fase te herhalen en de tank opnieuw leeg te
maken en te spoelen. Zet de oven niet uit voordat alle
stappen van de functie helemaal zijn uitgevoerd.
De bereidingsfuncties kunnen tijdens de
reinigingscyclus niet geactiveerd worden.
Let op: Een bericht op het display herinnert u eraan om deze
handeling regelmatig uit te voeren.
SONDE
Met de gaarthermometer kan de binnentemperatuur
van het vlees tijdens de bereiding worden gemeten
om zich ervan te verzekeren dat de optimale
temperatuur wordt bereikt. De temperatuur van
de oven varieert afhankelijk van de functie die
u heeft geselecteerd, maar de bereiding is altijd
geprogrammeerd om te beëindigen zodra de
gespecificeerde temperatuur is bereikt. Plaats
voedsel in de oven en sluit de gaarthermometer aan
op de contactdoos. Houd de sonde zo ver mogelijk
verwijderd van de warmtebron. Sluit de ovendeur.
Raak
aan. U kunt kiezen tussen de handmatige
functies (op bereidingswijze) en My Menu-functies
(op type voedsel) als het gebruik van de sonde
toegestaan of nodig is.
Als een bereidingsfunctie is gestart, wordt deze geannuleerd
als de sonde wordt verwijderd. Haal altijd de stekker uit de
stekker eruit en verwijder de sonde uit de oven bij het
uitnemen van het voedsel.