Pottinger EUROPROFI 5510 L COMBILINE Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1675.nl-NL.80Y.0
Originele handleiding
Opraapwagen
EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE
1675
Chassisnr.: +..000551
Technische wijzigingen
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding
afwijken van het product. Er kunnen daarom geen rechten worden ontleend aan de gege-
vens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde eigenschappen
van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Juridische kennisgeving
Wij wijzen u erop dat alleen de Duitstalige gebruiksaanwijzing de originele gebruiksaanwij-
zing is in de zin van Richtlijn 2006/42/EG (machinerichtlijn). Gebruiksaanwijzingen in andere
talen dan Duits zijn vertalingen van de oorspronkelijke Duitse gebruiksaanwijzing.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de
vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toege-
staan met schriftelijke toestemming van PÖTTINGER Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven PÖTTINGER Landtechnik GmbH uitdrukkelijk voorbehouden.
© PÖTTINGER Landtechnik GmbH
MyPÖTTINGER – Eenvoudig. Altijd. Overal.
QR-code van het typeplaatje scannen met smartphone / tablet of www.mypoettin-
ger.com invoeren op internet.
Reserveonderdelenlijsten zijn exclusief verkrijgbaar via MyPÖTTINGER.
Individuele informatie, zoals gebruiksaanwijzingen en onderhoudsinformatie voor uw
machines, is beschikbaar op MyPÖTTINGER in "Mijn machines" op elk gewenst mo-
ment na registratie.
2 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Geachte klant!
Kwaliteit is waarde die loont. Daarom hanteren wij de hoogste kwaliteitsnormen voor onze
producten. Deze worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door ons management
voortdurend gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos werking, hoogste kwaliteit en ab-
solute betrouwbaarheid van onze machines tijdens het gebruik vormen onze kerncompeten-
ties, waarvoor wij staan.
Met behulp van deze gebruiksaanwijzing kunt u de machine leren kennen. De gebruiksaan-
wijzing informeert u bovendien op een overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik,
verzorging en onderhoud. Het verdient daarom aanbeveling om de gebruiksaanwijzing te le-
zen.
De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de machine. De gebruiksaanwijzing moet tijdens
de levensduur van de machine op een geschikte plaats worden bewaard en op elk moment
voor het personeel toegankelijk zijn. Instructies over nationale voorschriften met betrekking
tot het voorkomen van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming moeten worden
aangevuld.
Alle mensen die de machine gebruiken, onderhouden of transporteren, moeten deze ge-
bruiksaanwijzing, met name de veiligheidsinstructies, hebben gelezen en begrepen, voordat
met de werkzaamheden wordt begonnen. Als deze gebruiksaanwijzing niet wordt nageleefd,
vervalt de aanspraak op garantie.
Neem bij vragen over de inhoud van deze gebruiksaanwijzing of andere vragen over deze
machine contact op met uw PÖTTINGER servicepartner.
Door tijdige en gewetensvolle verzorging en onderhoud volgens de voorgeschreven onder-
houdsintervallen, waarborgt u de bedrijfs- en verkeersveiligheid en de betrouwbaarheid van
uw machine.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen of reserveonderdelen en accessoires die zijn
vrijgegeven door PÖTTINGER Landtechnik GmbH. Alleen de door ons vrijgegeven originele
reserveonderdelen zijn door ons gecontroleerd en beschikken over de vereisten die nodig
zijn voor het gebruik van uw machine. Bij gebruik van niet vrijgegeven onderdelen kan geen
aanspraak meer worden gemaakt op de garantie. Ook na afloop van de garantieperiode ad-
viseren wij het gebruik van originele reserveonderdelen, om ervoor te zorgen dat de machine
goed blijft presteren.
De productaansprakelijkheidswetgeving verplicht de producent en de dealer bij de verkoop
van de machines een gebruiksaanwijzing mee te leveren en de klant bij de machine te instru-
eren over de veiligheids- bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Ter controle van de goe-
de overdracht van de machine en de gebruiksaanwijzing is een bevestiging in de vorm van
een overdrachtsverklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring wordt door de dealer elek-
tronisch ingevuld.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke zelfstandige en landbouwer ondernemer.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder de aanspra-
kelijkheid van PÖTTINGER. Als materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheid
geldt schade die door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De gebruiksaanwijzing maakt deel uit van de machine; daarom moet deze worden doorgege-
ven aan een, indien nodig, volgende eigenaar van de machine. De volgende eigenaar moet
worden geïnstrueerd en op genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw PÖTTINGER serviceteam wenst u veel succes.
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 3
Opmaakconventies
Deze paragraaf bevat uitleg voor een beter begrip van de in deze gebruiksaanwijzing ge-
bruikte afbeeldingen, veiligheidsinstructies en waarschuwingen en tekstuele beschrijvingen.
Veiligheidsinstructies / waarschuwingen
Veiligheidsinstructies met een algemeen karakter staan altijd aan het begin van een para-
graaf. Ze waarschuwen voor gevaren die tijdens het gebruik van de machine of bij voorberei-
dingen op werkzaamheden aan de machine kunnen ontstaan. Waarschuwingen waarschu-
wen voor gevaren die onmiddellijk bij een proces of werkstap op de machine kunnen ont-
staan. Waarschuwingen worden samen met de respectieve processen / werkstappen in de
instructietekst vermeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen worden als volgt weergegeven:
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een dodelijk of een levensbedreigend letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een ernstig letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op een letsel.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden opgevolgd, bestaat de kans
op schade.
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten dienen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Tekstdelen die op deze manier gemarkeerd zijn, bevatten aanbevelingen en adviezen over
het gebruik van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten bevatten adviezen met betrekking tot het thema milieubescherming.
Richtingsaanduidingen
Richtingsaanduidingen (zoals links, rechts, voor, achter) worden gegeven op basis van de
normale "werkrijrichting" van de machine.
4 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Oriëntatie-informatie voor een afbeelding van een machinedetail heeft betrekking op deze af-
beelding zelf en wordt slechts in sommige gevallen begrepen in relatie tot de rijrichting. De
betekenis van de oriëntatie-informatie (indien nodig) blijkt duidelijk uit de begeleidende tekst
zelf.
Aanduidingen
In deze gebruiksaanwijzing wordt de verwisselbare uitrusting voor landbouwvoertuigen (in de
zin van de Europese richtlijn 2006/42/EG) machine genoemd.
Voertuigen die bedoeld zijn voor de aandrijving van deze machine, worden tractor genoemd.
Uitrusting die als optie is aangeduid, wordt alleen aangeboden voor bepaalde machinever-
sies of alleen in bepaalde landen.
Onder persoonlijke beschermingsmiddelen worden veiligheidsbrillen, werkhandschoenen,
veiligheidsschoenen, nauwsluitende lange werkkleding, haarnetje bij lang haar, gehoorbe-
scherming en geschikte uitrustingen ter bescherming tegen stof van zaadbehandelingsmid-
delen (zoals stofmaskers enz.) verstaan. De volledige keuze van geschikte persoonlijke be-
schermingsmiddelen voor de betreffende toepassing blijft de verantwoordelijkheid van de ei-
genaar van de machine.
Verwijzingen
Verwijzingen naar een andere plaats in de gebruiksaanwijzing of een ander document staan
in de tekst, met vermelding van hoofdstuk en paragraaf of subparagraaf. De aanduiding van
paragraaf of subparagraaf staat tussen aanhalingstekens. (Voorbeeld: Alle bouten op de ma-
chine controleren op stevig vastzitten. Zie "Aandraaimomenten" op pagina xxx.) De subpara-
graaf of paragraaf vindt u in het document ook via een vermelding in de inhoudsopgave.
Actiestappen
Een pijl of opeenvolgende nummering geeft actiestappen aan die u moet uitvoeren.
Een zwart omrande, inspringende pijl of opeenvolgende inspringende nummering duidt
op tussenresultaten of tussenstappen die u moet uitvoeren.
Afbeeldingen
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van uw machine en moeten worden opgevat als prin-
cipeweergave/symbolische weergave.
Gebruik van kleuren
Afbeeldingen worden in dit door PÖTTINGER Landtechnik GmbH ter beschikking gestelde
afdrukdocument uitsluitend in grijstinten of zwart-wit weergegeven.
Afbeeldingen in elektronisch verspreidbare documenten (pdf's) worden ook in kleur weerge-
geven en kunnen desgewenst ook in kleur worden afgedrukt.
Gebruik van symbolen
Afbeeldingen kunnen ook ingevoegde symbolen, pijlen en andere lijnen bevatten, die dienen
om de begrijpelijkheid van de afbeeldingsinhoud te verbeteren of bedoeld zijn om de aan-
dacht te vestigen op een bepaald deel van de afbeelding.
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 5
Instructies voor de overdracht van machines
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te contro-
leren.
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle bijgeleverde onderdelen
verwijderd, alle veiligheidsinrichtingen, cardanazs en bedieningselementen aanwe-
zig.
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig
aan de hand van de handleiding met de gebruiker besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental en draairichting gewezen.
Aanpassing op de tractor uitgevoerd; driepuntsverstelling, disselhoogte, installatie
van de parkeerremhendel in de tractorcabine, bevestiging van de gedwongen be-
sturing ingesteld, compatibiliteit van alle benodigde elektrische, hydraulische en
pneumatische connectoren naar de tractor gecontroleerd en tot stand gebracht.
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Testloop van alle machinefuncties en de handrem en bedrijfsrem uitgevoerd en
geen onvolkomenheden vastgesteld.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie verstrekt over optionele en extra uitrusting.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de gebruiksaanwijzing is het ge-
wenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. Hiervoor hebt u een bevestigingsmail van
PÖTTINGER ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Oostenrijk
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
4710 Grieskirchen
Telefoon+43 7248 600-0
Fax+43 7248 600-2513
6 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Wijzigingsindex
Datum Index Reden voor wijziging Gewijzigd hoofdstuk
54
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 7
Transportvergrendelingen af fabriek
Transportvergrendeling elektronische gedwongen besturing........................................... 17
Fabrieksnorm aandraaimomenten voor bouten
Schroefaandraai-draaimomenten...................................................................................... 19
Opbouw en functie
Functie-elementen............................................................................................................ 20
Meegeleverde accessoires............................................................................................... 22
Uitbreidingsprogramma..................................................................................................... 22
Overzicht
Kenmerk............................................................................................................................ 23
Typeplaatje.................................................................................................................. 23
Beschrijving
Conformiteitsverklaring..................................................................................................... 25
Beoogd gebruik................................................................................................................. 26
Gebruik niet in overeenstemming met de specificaties..................................................... 26
Technische gegevens
Technische gegevens....................................................................................................... 27
Banden onderstel........................................................................................................ 28
Disselsystemen........................................................................................................... 29
Geluidsemissie............................................................................................................ 29
Veiligheid en milieu
Veiligheidsinstructies......................................................................................................... 31
Kwalificatie van het personeel........................................................................................... 31
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden...................................................................... 31
Organisatorische maatregelen.......................................................................................... 31
Handhaving van de bedrijfsveiligheid................................................................................ 32
Bijzondere gevaren........................................................................................................... 33
Bedrijfsafhankelijke gevarenzone..................................................................................... 35
Waarschuwingssymbool................................................................................................... 35
Inhoud
8 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verkeerstechnische uitrusting........................................................................................... 42
Parkeerrem....................................................................................................................... 45
Omgang met gevaarlijke stoffen....................................................................................... 46
Brandstofefficiëntie en bodembescherming...................................................................... 46
Afvoer van de machine..................................................................................................... 47
Technische gegevens
POWER CONTROL terminal............................................................................................ 49
EXPERT 75-terminal......................................................................................................... 49
Terminal CCI 1200............................................................................................................ 50
Besturingsterminal-bediening
Overzicht terminals........................................................................................................... 51
EXPERT 75 terminal overzicht.......................................................................................... 51
Invoertoetsen............................................................................................................... 51
CCI 1200 terminal overzicht.............................................................................................. 53
BEDIENING: Besturing met LS-hydraulica (variant PROFILINE)..................................... 54
Bediening ISOBUS...................................................................................................... 54
Invoerschermen................................................................................................................ 54
Terminal in- /uitschakelen - menu "START"................................................................ 54
Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)........................................................................... 57
Bediening: Combi-menu.................................................................................................... 65
Bediening: Lossen............................................................................................................. 66
Losautomaat..................................................................................................................... 67
Bediening: Menu "TRANSPORT"..................................................................................... 70
Bediening: Frontklep......................................................................................................... 71
Selectie menu "Set"..................................................................................................... 71
Selectie menu "Set" submenu "losautomaat"................................................................... 73
Selectie menu "Set" submenu "Knikdissel"....................................................................... 74
Selectie menu "Set" submenu "pick-up"........................................................................... 76
Selectie menu "Set" submenu "Autotast".......................................................................... 77
Selectie menu "Set" submenu "Werkverlichting".............................................................. 79
Selectie menu "Set" submenu "zijafvoerband".................................................................. 82
Selectie menu "Set" submenu "Stuuras"........................................................................... 83
Selectie menu "Set" submenu "Rolbodem"....................................................................... 85
Servicemenu................................................................................................................ 87
Selectie menu "DATA"................................................................................................. 90
Inhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 9
Selectie menu "TEST"................................................................................................. 91
Selectie submenu "spanningswaarde knikdissel"............................................................. 94
Selectie submenu "spanningswaarden snij-installatie"..................................................... 96
Selectie submenu "spanningswaarden rolbodem"............................................................ 98
Selectie submenu "spanningswaarden / toerental aandrijving"........................................ 100
Selectie submenu "Spanningswaarden ECU"................................................................... 101
Menu "Foutenlijst" oproepen............................................................................................. 103
Selectie submenu "Spanningswaarden CAN"................................................................... 113
Selectie submenu "Stroomvoorzieningswaarden kleppen"............................................... 114
Selectie submenu "State".................................................................................................. 116
Selectie menu "CONFIG"............................................................................................ 118
Selectie menu "CONFIG CODE"...................................................................................... 123
Selectie menu "Kalibreren disselposities"......................................................................... 124
Selectie menu "Kalibreren rolbodem"............................................................................... 126
Selectie menu "Kalibreren CAL2"..................................................................................... 128
Isobus 'Auxiliary' functie (AUX).................................................................................... 130
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
Zijbescherming / frontbescherming bediening.................................................................. 133
Laadruimtedeur (optie)...................................................................................................... 136
Steunpoot bediening......................................................................................................... 140
Gebruik
Inbedrijfstelling.................................................................................................................. 144
Tractor-aanhangkoppeling inschakelen....................................................................... 144
Tractorballast............................................................................................................... 145
Tractorballast bepalen door weegmethode....................................................................... 146
Tractorballast berekenen.................................................................................................. 148
Elektronische gedwongen besturing............................................................................ 149
Tractor-hydrauliek aanpassen..................................................................................... 149
In gebruik nemen van een cardanas........................................................................... 150
Afstelpenpositie noodremklep (hydr. enkelleidingrem H1L)........................................ 153
Bevestiging van de losbreekkabel (noodremklep hydr. enkelleidingrem H1L)............ 153
Instelling / ombouw........................................................................................................... 155
Gedwongen besturing................................................................................................. 156
Botsingsbeveiliging........................................................................................................... 156
Gedwongen besturing kogekoppeling (Ø 50) aan de tractor monteren............................ 157
Inhoud
10 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Hydraulisch gedwongen besturing cilinder / reservoir vullen............................................ 158
Hydraulische gedwongen besturing afstellen.................................................................... 160
Opraper....................................................................................................................... 161
Pick-up tastwals (optie)..................................................................................................... 161
Pick-up instelling............................................................................................................... 162
Opraper hydraulische ontlasting....................................................................................... 164
Pick-up mechanische ontlasting........................................................................................ 166
Opbouw en frontkleppen............................................................................................. 167
Slanghouder...................................................................................................................... 167
Frontklep instelling............................................................................................................ 169
Dakkabels......................................................................................................................... 171
Perskanaal-afdekking (optie)............................................................................................ 174
Instelling telescopische achterklepsteunen (OPTIE Profiline "L")..................................... 176
Instelling telescopische achterklepsteunen....................................................................... 177
Hydraulische "zijafvoerband breed" werkpositie / transportpositie.................................... 181
Losvarianten met doseerwals........................................................................................... 183
Doseerwals voorspanning (volmeldingssensor)................................................................ 190
Sluitdruk achterklep (alleen bij variant "L")........................................................................ 191
Knikdisselhoogte laadbedrijf-instelling......................................................................... 193
Knikdissel-schokdemping............................................................................................ 196
Aankoppeling.................................................................................................................... 198
Snij-installatie controle................................................................................................. 198
Disselboom koppelen.................................................................................................. 199
Hydraulische gedwongen besturing aanbouw.................................................................. 201
Elektronische gedwongen besturing aanbouw.................................................................. 202
Luchtremsysteem (optie)............................................................................................. 203
Hydraulische beremming............................................................................................. 205
Cardanas koppelen..................................................................................................... 207
Cardanas toepassingsgrenzen......................................................................................... 208
Load sensing ventiel-instelling..................................................................................... 208
Hydraulische slangen aansluiten...................................................................................... 209
Kabel aansluiten.......................................................................................................... 212
Bedieningsterminal monteren...................................................................................... 213
Tractorterminal verbinden............................................................................................ 213
Gebruik.............................................................................................................................. 214
Noodremklep hydraulische rem................................................................................... 215
Handmatige lastaanpassingsklep afstelling (hydr. rem).............................................. 215
Cardanas toelaatbare scharnierhoek.......................................................................... 216
Inhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 11
Bediening van nalopende stuuras............................................................................... 216
Rijden met geknikte trekdissel..................................................................................... 217
Achterklep bediening................................................................................................... 217
Bediening snij-inrichting............................................................................................... 218
Laadprocedure............................................................................................................ 219
Laadprocedure algemene aanwijzingen........................................................................... 219
Laadprocedure (via pick-up)............................................................................................. 219
Losprocedure............................................................................................................... 222
Extern toetsenblok (achterbediening, optie)...................................................................... 222
Lossen en hydraulische eigenvoorziening zijafvoerband.................................................. 225
Losprocedure.................................................................................................................... 226
Losprocedure zonder doseerwalsen................................................................................. 227
Buitenbedrijfstelling van de machine aan het einde van het seizoen................................ 228
Machine wegzetten...................................................................................................... 229
Loskoppelen...................................................................................................................... 230
Cardanas afkoppelen.................................................................................................. 231
Bedieningsterminal demonteren.................................................................................. 231
Hydraulische slangen loskoppelen.............................................................................. 232
Tweedraads remsysteem (H2L) loskoppelen.............................................................. 232
Verbindingsleidingen luchtremsysteem loskoppelen................................................... 233
Machine afkoppelen van de tractor............................................................................. 233
Diefstalbeveiliging aanbrengen................................................................................... 234
Onderhoud
Klaar voor gebruiken houden............................................................................................ 236
Algemene aanwijzingen.................................................................................................... 237
Wagenheffer hefpunten..................................................................................................... 238
Aanhangerremklep quick release-positie (luchtrem)......................................................... 238
Olievul-, olie-aftap- en oliepeilcontrolepluggen................................................................. 239
Cardanas........................................................................................................................... 242
Overzicht onderhoudswerkzaamheden aan assen en wielen........................................... 243
Toestandgebaseerd onderhoud
Messenbalk klappen / uitzwenken.................................................................................... 246
Messen.............................................................................................................................. 249
Mes handmatig slijpen...................................................................................................... 253
Messenbalk uitzwenkmechanisme instelling..................................................................... 253
Inhoud
12 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Messenbalk zwenkarm aanslag instellen.......................................................................... 255
Messenbalk instelling........................................................................................................ 255
Mesbeveiliging reinigen..................................................................................................... 256
Messenbalk vanghaak aanslagschroef instellen............................................................... 257
Rolbodemkettingen controleren / opnieuw spannen......................................................... 257
Hydraulische oliefilter........................................................................................................ 259
Terminal reinigen.............................................................................................................. 262
Persrotor afstrijker vervangen........................................................................................... 262
Pick-up tanden vervangen................................................................................................ 264
Sleepoog (optie) slijtagecontrole / vervanging.................................................................. 266
Zijafvoerbandaandrijving hydraulische eigenvoorziening.................................................. 267
Periodiek onderhoud
Voor elk seizoen................................................................................................................ 269
Transmissieolie bijvullen.............................................................................................. 269
Transmissieolie verversen........................................................................................... 269
Trek-kogelkoppeling controleren/smeren.................................................................... 270
Nokkenschakelkoppeling van de cardanas controleren.............................................. 271
Wrijvingskoppeling controleren.................................................................................... 272
Voor ieder seizoen en indien nodig................................................................................... 272
Hydraulisch chassis (optie) controleren / instellen...................................................... 272
Voor ieder seizoen, daarna om de 40 uur......................................................................... 274
Opraper-aandrijfkettingen smeren............................................................................... 274
Dagelijks onderhoud......................................................................................................... 275
Remslangen en slangkoppelingen controleren........................................................... 275
Persluchttank aftappen................................................................................................ 276
Perstransmissie zitting controleren / corrigeren.......................................................... 277
Bandenspanning controleren / corrigeren................................................................... 279
Hydraulische installatie controleren............................................................................. 280
Verlichting en lampen controleren / vervangen........................................................... 281
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies controle-
ren / vervangen............................................................................................................ 286
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 200 bedrijfsuren.......................................... 288
Steunas, beneden en aan de zijkant smeren.............................................................. 288
Voor de eerste keer na 10 uur, na eerste rit met belasting bij bandenwissel, daarna
elke 500 uur...................................................................................................................... 289
Wielmoeren controleren / natrekken............................................................................ 289
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 500 bedrijfsuren of halfjaarlijks................... 290
Inhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 13
Boogiechassis steunas schroeven controleren........................................................... 290
Boogie-onderstel veerspanbehuizing lagerbout controleren....................................... 291
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 500 bedrijfsuren.......................................... 291
Hydraulisch chassis veerbouten controleren............................................................... 291
1 x per maand................................................................................................................... 292
Sleepoog (optie) slijtagecontrole / vervanging............................................................. 292
Midden in het seizoen....................................................................................................... 293
Transmissieolie vulniveau controleren........................................................................ 293
Elke 40 uur........................................................................................................................ 294
Stuurassen stuurarmen smeren.................................................................................. 294
Na de eerste 100 bedrijfsuren, daarna om de 500 bedrijfsuren of elke 2 jaar.................. 295
Eigenvoorziening zijafvoerband hydraulische olie / filter vervangen........................... 295
Elke 200 uur...................................................................................................................... 296
Remblokken controleren.............................................................................................. 296
Stuurasvergrendeling cilinderkoppen smeren............................................................. 297
Hydraulisch chassis dempingscilinder smeren............................................................ 298
Messenafstand tot de rotor controleren....................................................................... 298
Ontgrendelmoment mes controleren........................................................................... 299
Lageras van de messen controleren........................................................................... 300
Afstrijkerafstand controleren / corrigeren..................................................................... 302
Om de 200 uren en na meer dan 3 maanden stilstand..................................................... 305
Remaslager buiten en binnen smeren......................................................................... 305
Standaard remstangen-insteller controleren............................................................... 306
Elke 500 uur of jaarlijks..................................................................................................... 307
Hydraulisch chassis dempingscilinder controleren...................................................... 307
Hydraulisch chassis veerverbinding controleren......................................................... 308
Automatische remstangen-insteller instelling controleren........................................... 308
Automatische remstangafsteller functiecontrole.......................................................... 309
Standaard remstangafsteller smeren.......................................................................... 309
Om de 500 uren of jaarlijks na vervanging van remblok................................................... 310
Automatische remsteller smeren................................................................................. 310
Controleren of de wielbehuizing vast zit...................................................................... 311
Lagerspeling wielnaven controleren............................................................................ 311
Om de 1000 uren of jaarlijks na vervanging van remblok................................................. 314
Onderstel lagervet van de wielnaaf vervangen........................................................... 314
Elke 40 ladingen................................................................................................................ 317
Doseerrol-aandrijfkettingen smeren............................................................................ 317
Elke 80 ladingen................................................................................................................ 319
Inhoud
14 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Persrotor smeren......................................................................................................... 319
1x per jaar......................................................................................................................... 319
Sensoren instelling controleren / corrigeren................................................................ 319
Na elk seizoen (winterstalling).......................................................................................... 325
Machine reinigen / conserveren.................................................................................. 325
Opgehoopt vuil in het frameprofiel verwijderen........................................................... 326
Schroefverbindingen frame en asbrug controleren..................................................... 327
Zuigerslag wielremcilinder controleren / instellen (luchtrem)....................................... 328
Om de 4 jaar..................................................................................................................... 329
Hydraulische drukaccumulator controleren / bijvullen................................................. 329
Om de 6 jaar..................................................................................................................... 330
Hydraulische slangen vervangen................................................................................ 330
Smeerschema's................................................................................................................ 330
Smeermiddelen
Specificatie bedrijfsstof..................................................................................................... 335
Smeermiddelen en vulhoeveelheden................................................................................ 335
Raad en daad
Cardanas-nokkenschakelkoppeling functie....................................................................... 337
Doseerinrichting nokkenschakelkoppeling........................................................................ 337
Wat te doen als ................................................................................................................ 338
verlichting.................................................................................................................... 338
Sensoren probleemoplossing...................................................................................... 339
Opraper hoeksensoren..................................................................................................... 339
Tastwielsensoren Opraper Super Large 2360.................................................................. 340
Hydrauliek noodbediening........................................................................................... 341
Elektronische gedwongen besturing............................................................................ 343
Elektronische gedwongen sturing noodbedrijf............................................................. 344
Gebeurtenisgeheugen uitlezen.................................................................................... 346
Stuurcomputer foutcodelijst......................................................................................... 346
Machinebewaking alarmmeldingen............................................................................. 383
Hydraulisch gedwongen besturing noodbedrijf............................................................ 385
Storingen / Oorzaken / Oplossingen............................................................................ 387
ALB-regelaar............................................................................................................... 389
Machine omstellen en remkracht -handregelaar (H2L+H1L)...................................... 390
Tweedraads rem: Losmaken van de noodrem (in combinatie)................................... 391
Inhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 15
2-Draads-rem: Losmaken van de noodrem (bij afgekoppelde tractor)........................ 391
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
Waarschuwingssymbool Engels VS / CANADA................................................................ 393
Veilig slepen van lasten.................................................................................................... 400
Inhoud
16 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Transportvergrendeling elektronische gedwongen
besturing
Bij de levering van de machine af fabriek zijn de afsluitkranen aan het hydraulische blok van
de elektronische gedwongen besturing gesloten.
Daarmee zijn de stuurassen vergrendeld. Zo kan de machine rangeren zonder aanbouw aan
een tractor.
Tridem-assen: Afsluitkranen 1 / 2 / 3 / 4 van de stuurassen in transportveiligheidspositie (=
gesloten)
Tandem-assen: Afsluitkranen 5 / 6 van de stuurassen in transportveiligheidspositie (= geslo-
ten)
Transportvergrendelingen af fabriek
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 17
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
TIP
De afsluitkranen bevinden zich boven de eerste as van de chassis.
Afsluitkranen openen zoals hieronder afgebeeld.
Tridem-assen: Afsluitkranen 1 / 2 / 3 / 4 van de stuurassen in bedrijfspositie (= open)
Tandem-assen: Afsluitkranen 5 / 6 van de stuurassen in bedrijfspositie (= open)
Transportvergrendelingen af fabriek
18 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Schroefaandraai-draaimomenten
Deze bedrijfsnorm geldt voor alle metrische schroeven waarbij geen specifiek aandraai-
draaimoment is aangegeven in de tekening/handleiding. De respectievelijke weerstandscate-
gorie is aangegeven op de schroefkop.
De aangegeven waarden zijn nominale waarden en gelden voor een kopwrijvingsfactor
van IJ=0,14 en een schroefdraadwrijvingskoppel van IJ=0,125. Er kunnen kleine afwij-
kingen van spankracht voorkomen door verschillende wrijvingsfactoren. De vermelde
waarden moeten worden aangehouden met een tolerantie van ± 10%.
Bij gebruik van de aangegeven aantrek-draaimomenten en bij de gebruikte wrijvingsfac-
toren wordt het schroefmateriaal voor 90% van de minimumtreksterkte volgens DIN ISO
898 belast.
Wanneer bij een schroefkoppeling een specifiek aantrek-draimoment wordt aangege-
ven, dan dienen al deze schroefkoppelingen te worden aangetrokken met een draaimo-
mentsleutel en het aangegeven aantrek-draaimoment.
Schroefdraad
metrisch Weerstandscategorie 8.8 Weerstandscategorie 10.9
Aandraaimoment Spankracht Aandraaimoment Spankracht
M 4 3,1 Nm 4000 N 4,4 Nm 5700 N
M 5 6,2 Nm 6600 N 8,7 Nm 9300 N
M 6 10,5 Nm 9300 N 15 Nm 13000 N
M 8 25 Nm 17000 N 36 Nm 24000 N
M 10 50 Nm 27000 N 70 Nm 38000 N
M 12 86 Nm 39500 N 121 Nm 56000 N
M 14 135 Nm 54000 N 195 Nm 76000 N
M 16 215 Nm 75000 N 300 Nm 105000 N
M 20 410 Nm 117000 N 580 Nm 164000 N
M 24 710 Nm 168000 N 1000 Nm 237000 N
M 30 1400 Nm 270000 N 2000 Nm 380000 N
M 8 x 1 27 Nm 18700 N 38 Nm 26500 N
M 10 x 1,25 53 Nm 29000 N 74 Nm 41000 N
M 12 x 1,25 95 Nm 44500 N 130 Nm 63000 N
M 14 x 1,5 150 Nm 60000 N 210 Nm 85000 N
M 16 x 1,5 230 Nm 81000 N 320 Nm 115000 N
M 20 x 1,5 460 Nm 134000 N 650 Nm 189000 N
M 24 x 2 780 Nm 188000 N 1090 Nm 265000 N
Fabrieksnorm aandraaimomenten voor bouten
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 19
Functie-elementen
Benaming en functie
Pos. Element Functie
1 Knikdissel Hydraulisch bediend. Aanbouw aan de tractor en ver-
stelling van de machinehoogte.
2 Steunpoot Handmatig bediend. Wegzetten van de machine op een
vlakke en stevige bodem.
3 Pick-up De pick-up past zich aan aan oneffenheden van de bo-
dem door de flexibele ophanging en maakt de snelle en
schone opname van het gewas vanaf het veld mogelijk,
evenals het snel en schoon doorvoeren naar rotor en
snij-inrichting
4Snij-inrichting Kleiner maken van het gewas. Meswissel via snelwis-
sel-messenhouder.
5 Parkeerrem Beveiligen van de machine tegen wegrollen.
6 Rolbodem Hydraulisch bediend. Transporteert het laadgoed bij be-
lading / lossen met snelheid naar keuze.
7 Zijafvoerband (optie) Hydraulisch bediend. Zijdelings lossen samen met do-
seerrollen. Keuze van de loszijde via de besturing.
8 Achterklep Hydraulisch bediend. Eigen bedrijfsmodus voor de zijaf-
voerbandfunctie.
9 Doseerrollen (optie) Optioneel met 2 of 3 rollen.
10 Volledig stalen opbouw Speciaal voor gewas met een hoog soortelijk gewicht
zoals gehakseld maïs.
11 Frontklep Hydraulisch klapbaar bij Combiline voor directe opname
van het hakselgoed vanaf de hakselaar. "Vulstandme-
ting/sturing van het automatisch laden" door de laad-
goeddruk bij Profiline.
Zon-
der
pos.
Gedwongen besturing Met kogelkopkoppeling aan de tractor gekoppeld.
Mechanisch-hydraulisch De stuurbeweging wordt via
een stang aan de dissel en hydraulische hoofd- en hulp-
cilinders direct op de stuurassen overgebracht.
Elektrisch-hydraulisch (optie) De stuurbeweging wordt
via een stang aan de dissel aan de hoeksensor overge-
bracht en de berekende stuurhoek wordt aan de stuur-
computer doorgegeven. De stuurcomputer regelt de hy-
draulische drukvoorziening van de stuurcilinders en
daarmee de stuurbeweging van de wielen van de stuur-
assen.
Opbouw en functie
20 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Opbouw en functie
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 21
Meegeleverde accessoires
D = Diefstalbeveiliging (afhankelijk van de disseluitvoering)
B = Spatwaterdichte box voor de meegeleverde documentatie
U = Wielblok
Uitbreidingsprogramma
Het uitbreidingsprogramma van PÖTTINGER Landtechnik GmbH biedt talloze uitbreidings-
mogelijkheden. Uw dealer kan u hierover informeren.
Opbouw en functie
22 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Kenmerk
Typeplaatje
T = positie van het typeplaatje
Typeplaatje
Voor algemene of technische vragen over de machine, informatie over het model en type af-
lezen van het typeplaatje en klaar houden. Het chassisnr. en/of het serienr. is absoluut
noodzakelijk voor het bestellen van reserveonderdelen.
Onmiddellijk na overname van de machine het volledige chassisnr. en / of serienr. op de titel-
pagina van deze gebruiksaanwijzing noteren, om deze gebruiksaanwijzing correct aan de
betreffende machine toe te kunnen wijzen.
CE-markering
De CE-markering op het typeplaatje bevestigt de overeenstemming van de machine met de
bepalingen van de versie van de Machinerichtlijn die geldig is op het moment van in de han-
del brengen van de machine.
Vermelde gegevens
De volgende gegevens kunnen worden afgelezen op het typeplaatje, afhankelijk van het ma-
chinetype en de uitvoering.
Gegevens Gegevens
Chassisnummer Bouwjaar
Model Modeljaar
Identificatienummer van het voertuig Aslasten per as
Type Belasting
Overzicht
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 23
Gegevens Gegevens
Serienummer Toelaatbaar totaal gewicht
Basisgewicht
Overzicht
24 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Conformiteitsverklaring
Beschrijving
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 25
Beoogd gebruik
De machine is bedoeld voor het laden, vervoeren en lossen van groenvoer, ruw voeder,
droog ruwvoer en stro.
Het beoogde gebruik houdt ook in dat alle inhoud van deze gebruiksaanwijzing wordt
opgevolgd en dat de waarschuwingssymbolen (pictogrammen) op de machine in acht
worden genomen.
Gebruik niet in overeenstemming met de
specificaties
Het volgende gebruik van de machine kan tot het vervallen van de garantie leiden
Opslag en transport van zaaigoed, kunstmest, stalmest, afval, voertuigen of bouwmate-
riaal op de machine.
Dieren in of op de machine.
Transporteren van personen of dieren in of op de machine.
Uitbouwen van de doseerrol met doel om de machine zonder doseerrol te gebruiken.
Beschrijving
26 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Technische gegevens
Totale lengte Variant L 9810 mm
Totale lengte Variant D 10280 mm
Totale breedte (standaard bandenmaat) 2670 mm
Hoogte met volledig stalen opbouw ge-
bruiksklaar
3550 mm
Hoogte met touwen in dak +325 mm
Hoogte met volledig stalen opbouw neer-
geklapt
-
Spoorbreedte 1950 mm
Hoogte laadvloer 1250 mm
Pick-up breedte 1850 mm
Droog ruwvoer volume bij gemiddelde
persing
55 m3
Inhoud volgens DIN 11741 Variant L 32,0 m3
Inhoud volgens DIN 11741 Variant D 31,0 m3
Aantal messen max. 35
Messenafstand 39 mm
Benodigd vermogen 162 kW
Cardanas overbelastingsbeveiliging 2000 Nm
Eigen gewicht variant "D" 7850
Totale lengte variant "L" 7350
Toerental van de aftakas / draairichting
van de aftakas
max. 1000 U/min
Sticker in de buurt van de ingaande trans-
missie
TIP
Als uw machine is uitgerust met extra uitrustingsonderdelen, kan het opgegeven gewicht
afwijken!
Voeding
Spanning 12 VDC
Aansluitingen 1x stekker 7-polig - volgens DINISO 1724
Technische gegevens
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 27
Hydraulische installatie
Hydraulische olie-specificatie DIN
51524
deel 1 en
2
Olietemperatuur max.
80 °C
Werkdruk 140 tot
max.
200 bar
Sticker in de buurt van de ingaande
transmissie
Aansluitingen dubbelwerkende re-
gelkleppen
1 Alternatief 1 enkelwerkende aansluiting +
1 vrije retour
Aansluitingen met Loading Sen-
sing (LS)
1
Debiet max.
90 l/min
AANWIJZING
Schade aan de hydrauliek door niet-compatibele hydraulische oliën!
Minerale oliën niet mengen met bio-oliën!
Compatibiliteit van de hydraulische olie controleren voor het aankoppelen van de ma-
chine aan de tractor.
Banden onderstel
Voor meer informatie over de banden, raadpleeg de dealer.
Technische gegevens
28 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Pick-up tastwielen
Bandenmaat Bandenspanning (bar)
16 x 6,5 - 8 10 PR, RP 1,5
Disselsystemen
Type Dissel
Onderaanspanning Hydraulisch verstelbare knikdissel
Boven-aankoppeling Hydraulisch verstelbare knikdissel
Trekdissel Dc-waarde
De toelaatbare ‘Dc-waarde’ staat vermeld op het dissel- of sleepoogtypeplaatje.
TIP
De D-waarde(bij stardisselaanhangers Dc-waarde genoemd) geeft deweerstand in kN (ki-
loNewton) tegen krachtinwerkingen door het rijden tussen het trekvoertuig en de aanhan-
ger aan de aanhangerkoppelingsconstrctie weer.
Belasting
De toegestane verticale belasting van de gemonteerde dissel is te vinden op het voertuigty-
peplaatje of het typeplaatje van het gemonteerde sleepoog / de gemonteerde trekkogelkop-
peling (VO_208_2015).
Geluidsemissie
Continu geluidsniveau <70 dB(A)
Technische gegevens
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 29
TIP
Door de verschillende tractorversies kan het werkelijke geluidsniveau op de werkplek afwij-
ken van het gemeten continue geluidsdrukniveau.
Wij raden aan gehoorbescherming te dragen tijdens het werk!
Technische gegevens
30 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Veiligheidsinstructies
De veiligheidsinstructies waarschuwen voor gevaren voor lichaam en leven en voor onjuist
gebruik van de machine. Lees voor ingebruikname en werkzaamheden met of aan de machi-
ne deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem de veiligheidsinstructies in deze ge-
bruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de machine in acht. Als de waarschuwingen in
deze gebruiksaanwijzing of op de machine niet in acht worden genomen, is de bediener van
de machine verantwoordelijk voor verwondingen en schade!
Kwalificatie van het personeel
Alleen personen die de wettelijke minimale leeftijd hebben bereikt, die psychisch en fy-
siek gezond zijn en die op de juiste manier zijn geïnstrueerd of geschoold, mogen met
de machine werken. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet worden, of dat
momenteel een opleiding volgt, mag de machine alleen bedienen onder permanent toe-
zicht van een ervaren persoon.
Controle- en afstelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd en
gekwalificeerd personeel. Onder bevoegd en gekwalificeerd personeel worden personen
verstaan die geschoold zijn door PÖTTINGER Landtechnik GmbH of een PÖTTINGER
servicedealer.
Montage-, reparatie- en ombouwwerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd. Onder een gekwalificeerd persoon wordt een persoon ver-
staan die op grond van zijn of haar beroepsopleiding, kennis en ervaring in staat is de
hem of haar opgedragen taken te beoordelen en naar behoren uit te voeren. Daarbij
heeft de gekwalificeerde persoon kennis van alle relevante normen en gevaren in ver-
band met zijn of haar activiteit.
Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
In deze handleiding zijn alleen die onderhouds- en reparatiewerkzaamheden beschre-
ven, die de gebruiker zelfstandig mag uitvoeren. Alle werkzaamheden die niet zijn be-
schreven, mogen alleen in een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel
worden uitgevoerd.
Reparaties aan het elektrische of hydraulische systeem, aan voorgespannen veren, aan
druktanks enz. vereisen voldoende kennis en het gebruik van het juiste gereedschap, en
mogen daarom alleen worden uitgevoerd in een gespecialiseerde werkplaats door des-
kundig personeel.
Geschikt gereedschap en persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
Organisatorische maatregelen
Handleiding altijd bij de hand houden.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moeten de functies van alle bedie-
ningsinrichtingen duidelijk zijn.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 31
Naast de instructies in deze gebruiksaanwijzing moeten ook de nationale voorschriften
met betrekking tot arbeidsveiligheid en de algemeen geldende, wettelijke of andere bin-
dende voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht worden genomen. Dergelijke
verplichtingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het dragen van persoonlijke veiligheids-
uitrustingen of het naleven van voorschriften uit de wegenverkeerswet.
Voor het uitvoeren van controle-, afstel- en reparatiewerkzaamheden is een passende
werkplaatsuitrusting absoluut noodzakelijk.
Handhaving van de bedrijfsveiligheid
De machine alleen gebruiken als deze zich in technisch perfecte staat bevindt, in over-
eenstemming met het beoogde gebruik en op een veiligheidsbewuste en gevaarbewus-
te manier.
Alle gebreken die de veiligheid negatief beïnvloeden, dienen direct te worden verholpen,
evt. in een werkplaats door deskundig personeel.
Let op de waarschuwingsafbeeldingen op de machine.
De gebruiker moet ervoor zorgen dat alle waarschuwingsafbeeldingen altijd op de juiste
plaats zitten en leesbaar zijn.
Aan- en ombouwwerkzaamheden en veranderingen aan de machine mogen niet eigen-
handig worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor het installeren en afstellen van veiligheids-
voorzieningen en voor lassen of boren aan dragende delen.
Reserveonderdelen en accessoires moeten ofwel originele reserveonderdelen van PÖT-
TINGER Landtechnik GmbH of uitdrukkelijk door PÖTTINGER goedgekeurde onderde-
len zijn. Van deze onderdelen is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van PÖTTINGER vastgesteld. Voor andere producten kunnen wij dit niet be-
oordelen en we kunnen daarvoor ook niet instaan.
Onderhoudswerkzaamheden zoals in deze handleiding staan beschreven, moeten volle-
dig en in de voorgeschreven tijdsintervallen worden uitgevoerd, dan wel in een werk-
plaats door deskundig personeel worden uitgevoerd.
De software bij programmeerbare regelsystemen mag niet worden gewijzigd.
Veiligheid en milieu
32 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Bijzondere gevaren
GEVAAR
Verpletteren en naar binnen te trekken van ledematen door aangedreven machineon-
derdelen!
Lang haar moet worden samengebonden, draag geen loszittende kleding. Voor zover
noodzakelijk of voor zover door regelingen voorgeschreven, dienen persoonlijke veilig-
heidsuitrustingen te worden gebruikt.
De machine alleen in gebruik nemen als alle beveiligingsinrichtingen goed zijn aange-
bracht, niet beschadigd zijn en zich in veiligheidspositie bevinden.
Tijdens de werking mogen zich geen personen binnen het bereik van bewegende ma-
chineonderdelen bevinden.
Ga niet vlakbij de uitgeschakelde machine staan voordat alle bewegende machineon-
derdelen tot stilstand zijn gekomen.
Verzorgings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de
aandrijving stilstaat. De machine moet altijd worden beveiligd tegen inschakelen, weg-
rollen en/of kantelen.
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door lawaai!
Bij een geluidsniveau vanaf 80 dB(A) wordt dringend gehoorbescherming aanbevolen.
Bij geluidsniveaus vanaf 85 dB(A) is het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
WAARSCHUWING
Brand of explosie!
Verontreinigingen door brandbare stoffen in het gebied van de slijp- en laswerkzaamheden
kunnen ontbranden wanneer er vonken overspringen.
Vóór slijp- en laswerkzaamheden de machine en de omgeving reinigen van stof en
brandbare materialen en zorgen voor voldoende ventilatie.
Slijp- en laswerkzaamheden niet boven brandbare ondergrond uitvoeren.
WAARSCHUWING
Huid-, oog- of luchtwegirritatie!
Oliën, vetten, oplos- en reinigingsmiddelen kunnen de gezondheid schaden.
Let op de veiligheidsvoorschriften die gelden voor het betreffende product.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals beschermende kleding, beschermende
handschoenen / veiligheidsbril gebruiken.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 33
WAARSCHUWING
Infecties door ontsnappende hydraulische olie!
Onder hoge druk ontsnappende hydraulische olie kan de huid binnendringen, in lichaams-
openingen binnendringen en ernstige infecties veroorzaken!
Voordat er onderhoudswerkzaamheden worden verricht, het hydraulische systeem
drukloos maken.
Bij alle werkzaamheden aan het hydraulische systeem persoonlijke beschermingsmid-
delen zoals veiligheidsbril en handschoenen dragen.
Voor iedere ingebruikname moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en be-
schadigingen.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten direct worden hersteld in
een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages niet met de hand of andere lichaamsdelen afdichten.
In geval van letsel in samenhang met hydraulische olie onmiddellijk een arts raadple-
gen.
WAARSCHUWING
Uitworp van stenen en aarde!
Tijdens gebruik kunnen vreemde voorwerpen met hoge snelheid langs de beveiligingsin-
richtingen van de machine vliegen en grote afstanden overbruggen.
Bijzondere voorzichtigheid in acht nemen bij bedrijf in de buurt van gebouwen, weides
met dieren en omgevingen met mensenverkeer.
Afremmen, toerental van de aftakas verlagen en verder rijden met verlaagde snelheid
totdat de gevarenzone is verlaten.
In geval van twijfel stoppen en aftakas uitschakelen tot de gevaar voor gevaar kan wor-
den uitgesloten.
Veiligheid en milieu
34 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Bedrijfsafhankelijke gevarenzone
Het betreden van de gevarenzone terwijl de machine in werking is en/of de tractormotor
draait, is ten strengste verboden!
Als gevarenzone geldt de gehele machine in werkpositie en het gedeelte binnen een afstand
van 3 m voor en aan de zijkant of 5 m achter de machine.
GEVAAR
Bekneld raken, intrekken en afsnijden van delen van het lichaam!
Bij het naderen van bewegende machinedelen kunnen kleding, haar en delen van het li-
chaam zo worden gegrepen dat ontsnappen niet mogelijk is zonder ernstig of dodelijk let-
sel.
Gevarenzone van de machine niet betreden zolang zich daar machinedelen kunnen be-
wegen.
Beschermingsvoorzieningen vóór de ingebruikname controleren op volledigheid en ge-
bruiksklare toestand.
Vóór de inbedrijfstelling en tijdens het gebruik iedereen wegsturen uit het gevarenge-
bied rond de machine.
Aanzicht van boven!
Markering = gevarenzone van de machine
Waarschuwingssymbool
Vervolgens worden posities en betekenissen van alle gebruikte waarschuwingssymbolen
weergegeven.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 35
TIP
Waarschuwingssymbool (pictogrammen) geven resterende gevaren aan en hoe deze te
vermijden.
Beschadigde of verloren gegane waarschuwingsafbeeldingen moeten worden vervangen.
Worden machinedelen met opgeplakte waarschuwingsafbeeldingen vervangen, dan moe-
ten op de nieuwe delen de juiste waarschuwingsafbeeldingen worden geplakt.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ombouwset met waarschu-
wingssymbolen (voor het aanpassen aan lokaal geldende voorschriften) naar keuze in het
Engels of Frans bij PÖTTINGER verkrijgbaar! Zie ook "Aanvulling op de gebruiksaanwijzing
VS / CANADA".
Waarschuwingssymbool
Uitleg
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
1 Gevaar voor beknelling van de handen! Niet
in het gebied met beknellingsgevaar reiken
zolang er daar nog delen kunnen bewegen.
Veiligheid en milieu
36 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
2 Tijdens het gebruik buiten het knikbereik blij-
ven.
3 Let op gevaarlijke plaats!
4 Nooit in het pick-up-bereik grijpen, zo lang de
trekker bij aangesloten kruiskoppelingsas
draait.
5 Voor ingebruikname gebruiksaanwijzing aan-
dachtig doorlezen.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 37
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
6 Nooit in de buurt van onder hoge druk ont-
snappende hydraulische vloeistof komen.
Hoofdstuk Onderhoud en reparatie en Veilig-
heid en milieu in de handleiding in acht ne-
men.
7Gevaar voor beknelling van de handen! Niet
in het gebied met beknellingsgevaar reiken
zolang er daar nog delen kunnen bewegen.
8 Let op gevaarlijke plaats!
9 Let op gevaarlijke plaats!
10 Geen draaiende machinedelen aanraken;
wachten totdat deze volledig tot stilstand zijn
gekomen.
11 Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den de motor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Veiligheid en milieu
38 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Uitleg
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
12 Machine vóór het loskoppelen of parkeren
beveiligen met wielblok.
13 Gevaar van intrekken / grijpen van lichaams-
delen! Laadvloer niet betreden terwijl de aan-
drijving is ingeschakeld en de motor draait.
14 Gevaar van intrekken / grijpen van lichaams-
delen! Laadvloer niet betreden terwijl de aan-
drijving is ingeschakeld en de motor draait.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 39
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
15 Beknellingsgevaar van het hele lichaam! Bij
een lopende tractormotor niet in het zwenk-
bereik van de achterklep komen.
16 Tijdens het gebruik buiten het zwenkbereik
van de achterklep blijven.
Veiligheid en milieu
40 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Uitleg
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
17 Beknellingsgevaar van het hele lichaam! Bij
een lopende tractormotor niet in het zwenk-
bereik van de achterklep komen.
18 Let op gevaarlijke plaats!
19 Gevaar voor beknelling van de handen! Niet
in het gebied met beknellingsgevaar reiken
zolang er daar nog delen kunnen bewegen.
20 Nooit in het pick-up-bereik grijpen, zo lang de
trekker bij aangesloten kruiskoppelingsas
draait.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 41
Pos. Waarschuwingssymbool Betekenis
21 Tijdens het gebruik buiten het knikbereik blij-
ven.
22 Gevaar voor beknelling van de handen! Niet
in het gebied met beknellingsgevaar reiken
zolang er daar nog delen kunnen bewegen.
Verkeerstechnische uitrusting
De verkeerstechnische uitrusting is verplicht bij ritten over de openbare wegen. Dit kan per
land van bestemming verschillend zijn.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ‘Flasher Control-module’
(voor het aanpassen van de knipperfrequentie van de richtingaanwijzers aan de momenteel
geldende voorschriften) verkrijgbaar!
Veiligheid en milieu
42 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Pos. Uitrusting
1 Led-markeringslicht wit aan beide zijden van de machine
2 - 4 / 6 Led-zijmarkeringslicht oranje aan beide zijden van de machine
5 Led-markeringslicht rood aan beide zijden van de machine
6 Led-markeringslicht rood / wit aan beide zijden van de machine
Pos. Uitrusting
1 - 4 Achterstraler oranje aan beide kanten van de machine
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 43
Pos. Uitrusting
1 Waarschuwingsbord aan beide zijden van de machine
2 Wielblok aan beide zijden van de machine
3 Reflector driehoekig rood
4 Led achterlicht
5 Waarschuwingsborden
6 Toegestane maximumsnelheid
7 Waarschuwingsdriehoek/ LRV-bord
8 Waarschuwingsbord "ITALIË"
9 Led stroboscooplamp oranje
10 Waarschuwingsborden
11 Led achterlicht
12 Led kentekenplaatverlichting
Pos. Uitrusting
1 Reflecterende folie geel aan beide zijden van de machine
Veiligheid en milieu
44 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Pos. Uitrusting
2 Reflecterende folie rood
3 SMVI-embleem
4 Reflecterende folie rood
5 Led-knipperlicht aan beide zijden van de machine
6 Led remlicht / Led achterlicht
Parkeerrem
Om de wagen te parkeren wordt deze altijd met behulp van de parkeerrem geremd.
1 = Parkeerrem handkruk
Parkeerrem aantrekken / lossen
Voorwaarde
Bedrijfsrem zonder drukverlies in de leiding voorraad.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond, bedrijfsrem op
de tractor aangetrokken.
Wielblokken geplaatst.
Werkwijze
Parkeerrem aantrekken: Handkruk van de parkeerrem naar buiten klappen (HA) en par-
keerrem met de klok mee vastdraaien, tot de kabel strak gespannen is.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 45
HA = handkruk uitgeklapt
HE = handkruk ingeklapt
Handkruk van de parkeerrem weer naar binnen klappen (HE).
Parkeerrem lossen: Handkruk van de parkeerrem naar buiten klappen (HA) en parkeer-
rem tegen de klok in lossen, totdat de kabel volledig ontspannen is.
Handkruk van de parkeerrem weer naar binnen klappen (HE).
AANWIJZING
Schade aan het remsysteem!
Als de remkabels niet volledig worden ontspannen, kan oververhitting en uitval
van de bedrijfsrem optreden wanneer er met de machine wordt gereden.
Parkeerrem volledig lossen.
Omgang met gevaarlijke stoffen
Naast de aanwijzingen in deze handleiding dienen ook de algemeen geldende, wettelijke en
andere bindende voorschriften met betrekking tot de milieubescherming te worden nage-
leefd.
Brandstofefficiëntie en bodembescherming
Een zorgvuldige instelling van de machine beschermt de machine/grond en spaart brandstof.
Veiligheid en milieu
46 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afvoer van de machine
MILIEU
Principieel moet de machine aan het einde van zijn levensduur volgens de nationale wette-
lijke voorschriften met betrekking tot afvalverwerking worden afgevoerd.
Drukreservoirs, schokdempers, gasdrukveren enz.
Afhankelijk van het type machine zijn hydraulische drukreservoirs ingebouwd. Deze
staan onder hoge gasdruk (stikstof) en moeten voor de vernietiging met behulp van een
geschikte voorziening worden geleegd.
Persluchttank van luchtremmen vóór de verwijdering drukloos maken via de condensaa-
tafvoer.
Gasdrukveren, gasdrukdempers of oliedrukdempers staan onder hoge druk en moeten
voor de vernietiging van de machine worden uitgebouwd en evt. gescheiden van het
metaalschroot aan de afvalverwerking worden aangeleverd.
Smeer- en bedrijfsstoffen afvoeren
Smeermiddelen en hydraulische oliën weg laten lopen, opvangen en op correcte wijze
afvoeren.
Smeermiddelreservoirs van centrale smeerinstallaties legen en smeermiddelen op cor-
recte wijze afvoeren.
Elektrische en elektronische onderdelen afvoeren
Verlichtingsinrichting, boordcomputer, sensoren en kabels verwijderen en apart aan de
afvalverwerking aanleveren
Kunststof onderdelen afvoeren
Kunststof onderdelen zijn voorzien van een kenmerk met informatie over de materiaal-
samenstelling. Daarmee kunnen kunststof onderdelen gesorteerd aan de recycling wor-
den aangeleverd.
Metalen onderdelen afvoeren
Alle metalen onderdelen moeten zoveel mogelijk gesorteerd aan het betreffende recy-
clingproces worden aangeleverd.
Onderdelen voor de sloop ontdoen van smeermiddelen als transmissie-olie, hydrauli-
sche olie enz.
Rubberen onderdelen / banden afvoeren
Banden met en zonder velg en andere onderdelen van rubber moeten aan het betreffen-
de recyclingstation worden aangeleverd.
Demontage van zware delen van de machine
Delen van de machine, waarvan het gewicht 25 kg overschrijdt, alleen met kraan of hef-
truck heffen.
Veiligheid en milieu
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 47
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door handmatig, zwaar tillen!
Delen van de machine, waarvan het gewicht 25 kg overschrijdt, niet handmatig til-
len.
Voor het verwijderen, demonteren van deze delen een kraan, heftruck of iets der-
gelijks gebruiken.
Veiligheid en milieu
48 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
POWER CONTROL terminal
Bedrijfsspanning 8 V DC tot 18 V DC
Beschermings-
graad
IP65
Bedrijfstempera-
tuur
Opslagtempera-
tuur
20 °C tot +70 °C
30 °C tot +70 °C
Weergave 5″ TFT-kleurendisplay
800x480 pixel
Toetsenbord Folietoetsenbord met achtergrond-
verlichting
Aansluitkabel 1x stekker 8polig - vrouwelijk -
signaalverbinding naar de tractor
1x stekker 8- polig - mannelijk -
hoofdaansluiting
EXPERT 75-terminal
Bedrijfsspanning 10 V DC tot 30 V DC
Nominale spanning 12 V DC
Stroomverbruik bij
13,8 volt
0,26 A
Beschermingsgraad IP65
Bedrijfstemperatuur 20 °C tot +70 °C
Opslagtemperatuur 40 °C tot +80 °C
Weergave 5,6 " TFT-kleurendisplay met
helderheidsregeling
Toetsenbord Folietoetsenbord met achter-
grondverlichting
Aansluitkabel 1x stekker 8polig - CAN-IN
Meer interfaces – zie de ge-
bruiksaanwijzing van de termi-
nal
Technische gegevens
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 49
Terminal CCI 1200
Voedingsspanning
toegelaten bereik
12 V DC en 24 V DC
7,5 V DC - 32 V DC
Luchtvochtigheid 95% bij +25 °C tot +50 °C
Bedrijfstemperatuur 15 °C tot +70 °C
Lagertemperatuur 30 °C tot +80 °C
Beschermingsklas-
se
IP65
Weergave 12,1 " TFT
1200 x 800 pixels
Aansluitingen 1x ISOBUS, voedingsspanning
1x signaalcontactdoos, gps
Meer interfaces - zie de ge-
bruiksaanwijzing voor de termi-
nal
Technische gegevens
50 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Overzicht terminals
Select Control 3.0 - voorselectie-hydrauliek uitvoering Selectline
Power Control 3.0 - voorselectie-hydrauliek uitvoering Selectline / drukcirculatie- of Load
Sensing-hydrauliek uitvoering Profiline
Expert 75 - voorselectie-hydrauliek uitvoering Selectline / drukcirculatie- of Load Sen-
sing-hydrauliek uitvoering Profiline
CCI 1200-terminal - voorselectie-hydrauliek uitvoering Selectline / drukcirculatie- of Load
Sensing-hydrauliek uitvoering Profiline
EXPERT 75 terminal overzicht
Hoofdmodules
Pos. Omschrijving
1 Behuizing
2 Scrollwiel (draaipulsgever) met toetsfunctie
3 Invoertoetsen
4 5,6″ aanraakscherm
Invoertoetsen
Knopfuncties
Pos. Knop
1 Terminal in- /uitschakelen
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 51
Pos. Knop
2 Home
3 Wisseltoets
4 Bevestigingstoets
5 ISOBUS snelkoppeling knop (ISB): Stopt alle functies op alle aangesloten ISOBUS-
machines, die met een ISOBUS-besturing geactiveerd zijn.
Na een bediening van de ISB wordt het ISB alarm scherm weergegeven:
6Functietoetsen (F1-F12): Functie afhankelijk van het menu
TIP
Bediening door te tikken of met uw vingertoppen over het scherm te vegen.
Bij de bediening geen handschoenen dragen!
Bij het selecteren van invoervelden die een invoer van tekst, cijfers of een selectie van
voorgestelde opties vereisen, wordt automatisch het betreffende invoerscherm weergege-
ven.
TIP
Bij de bediening kunnen de naast het betreffende symbool liggende functietoetsen (F1-
F12) worden gebruikt.
Voor de selectie van invoervelden kan de draaipulsgever met de ingebouwde knop of de
telkens naast de weergegeven navigatiesymbolen liggende functietoetsen (F1-F12) worden
gebruikt.
Besturingsterminal-bediening
52 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
CCI 1200 terminal overzicht
Hoofdmodules
Pos. Omschrijving
1 2x USB 2.0
2 Terminal in- /uitschakelen
3 Omgevingslichtsensor
4 12,1" touchscreen
TIP
Bediening door te tikken of met uw vingertoppen over het scherm te vegen.
Bij de bediening geen handschoenen dragen!
Bij het selecteren van invoervelden die een invoer van tekst, cijfers of een selectie van
voorgestelde opties vereisen, wordt automatisch het betreffende invoerscherm weergege-
ven.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 53
BEDIENING: Besturing met LS-hydraulica (variant
PROFILINE)
Bediening ISOBUS
Invoerschermen
Om gegevens op de terminal in te voeren, is het soms nodig cijfers, tekst of beide in te voe-
ren. Daartoe wordt het juiste invoerscherm weergegeven wanneer een invoerveld wordt ge-
selecteerd.
Invoerscherm weergeven
Invoerschermen worden weergegeven op het scherm wanneer er cijfers, tekst en de bijbeho-
rende speciale tekens in gegevensvelden kunnen worden ingevoerd. Afhankelijk van de be-
dieningsterminal kunnen invoerschermen verschillend worden opgeroepen.
Keuzescherm oproepen op bedieningsterminals zonder aanraakscherm: Invoer-
veld selecteren met de pijlknoppen en selectie bevestigen. Het invoerscherm wordt au-
tomatisch geopend.
Keuzescherm oproepen op bedieningsterminals met aanraakscherm: Invoerveld op
het aanraakscherm markeren (aanraken). Het invoerscherm wordt automatisch geo-
pend.
Voorbeeld: Invoerscherm voor cijfers CCI-1200 bedieningsterminal
Keuzescherm oproepen op bedieningsterminals met extra hard- of softkeys: In-
voerveld selecteren met de pijlknoppen en selectie bevestigen. Het invoerscherm wordt
automatisch geopend.
Keuzescherm oproepen via scrollwiel (draaipulsgever) Keuzescherm oproepen:
Draaipulsgever in de juiste richting draaien en op de geïntegreerde knop drukken wan-
neer het gewenste invoerveld is bereikt.
TIP
De invoer van tekst of cijfers vindt op dezelfde wijze plaats als bij een virtueel toetsenbord
van een computer of mobiele telefoon.
Terminal in- /uitschakelen - menu "START"
Voorwaarde
Terminal goed verbonden met tractor en machine.
Machine goed verbonden met de tractor. Zie "Aankoppeling" pagina 198.
Besturingsterminal-bediening
54 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Menu "START" weergeven
Werkwijze
1 Contact tractor inschakelen.
2Terminal inschakelen: Knop aanraken.
3 De jobcomputer van de machine meldt zich automatisch aan bij de terminal.
4 Indien al gegevens van meerdere machines in de objectpool van de terminal zijn opge-
slagen, wordt de gewenste machine automatisch opgeladen.
TIP
Als de verbinding voor de eerste keer tot positie wordt gebracht, wordt de objectpool
(alle menu's) van de jobcomputer van de machine naar de terminal overgebracht en
daar opgeslagen. Het laden kan enkele minuten duren en is pas voltooid als het menu
"START / OK" verschijnt.
Na drukken op "OK", springt de weergave automatisch naar het menu "START".
Indien het menu "START" niet automatisch wordt weergegeven, is het geheugen van
de terminal misschien vol. In dat geval moet het geheugen door het wissen van gege-
vens vrijgemaakt worden. Zie handleiding van de terminal.
Symbolische weergave (menu "START / OK")
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 55
Symbolische weergave (menu "START")
Weergave
Symbolen Uitleg van de symbolen
xxxxx Momenteel geselecteerd machinetype
SW-versie xx.xx.x Software-versie
08.02.2023 Huidige datum
11:02 Tijd
Pöttinger Landtech-
nik GmbH
Naam (instelbaar)
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkey Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing zijn
gestart.
Menu "WORK"
Bedrijfsmodus (menu "WORK") wordt opgeroepen.
1. Menu "SET"
Basisinstelling (menu "SET") wordt opgeroepen.
2. Menu "CONFIGURATIE"
Knop gedurende 10 seconden vasthouden: Configuratie (menu "CONFI-
GURATIE") wordt opgeroepen
Wijzigingen in dit menu mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegde
servicewerkplaatsen of servicetechnici!
Besturingsterminal-bediening
56 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Softkey Uitleg
Menu "SERVICE"
Servicetimer (menu "SERVICE") wordt opgeroepen.
Het menu "SERVICE" dient voor het weergeven of resetten van onderhouds-
relevante gegevens (timer).
Menu "DATA"
Bedrijfsgegevens (menu "DATA") worden opgeroepen.
Menu "TEST"
Machinetest (menu "TEST") wordt opgeroepen.
Het menu "TEST" dient voor het weergeven van de huidige bedrijfstoestan-
den van sensoren, kleppen en regeleenheden.
Bovendien wordt de foutenlijst beheerd.
Twee seconden onafgebroken op de softkey drukken om de Pöttinger bestu-
ring weer te geven op een andere terminal. Deze softkey is alleen beschik-
baar wanneer meer dan één ISOBUS-terminal op de tractor is aangesloten.
Iedere terminal moet een eigen VT-nummer hebben. Zie handleiding van de
terminal.
Terminal uitschakelen
Werkwijze
Terminal uitschakelen: Knop 3 seconden aanraken.
Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)
Oproepen van alle benodigde statusinformatie tijdens het werk. Machinefuncties kunnen in-
of uitgeschakeld worden.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "WORK" oproepen
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop (F-knop) te drukken, wordt
het menu "WORK" opgeroepen.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 57
Symboolafbeelding (menu "WORK")
Mogelijke toestanden in het menu "WORK" (weergave links bovenaan)
Symbool Toestand
Toestand "Laden" wordt weergegeven wanneer:
de opraapwagen zich in de basistoestand bevindt.
Toestand "Lossen" wordt weergegeven wanneer:
de achterklep geopend is
het aftakastoerental 0 is
de rolbodem achteruit draait
Toestand "Stilstand" wordt weergegeven wanneer:
de rijsnelheid 0 is
het aftakastoerental 0 is
Toestand "Transport" wordt weergegeven wanneer:
de pick-up opgetild is
de rijsnelheid 0 is
de achterklep gesloten is
het aftakastoerental 0 is
TIP
Als een symbool uit de onderstaande uitleg van de symbolen niet wordt weergegeven, dan
is de uitrusting op de betreffende machine niet gemonteerd / niet verkrijgbaar of is de uit-
rusting gedeactiveerd in het menu "CONFIG" (Configuratie).
Besturingsterminal-bediening
58 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
1. Statusregels
Symboolafbeelding (menu "WORK")
De softkeys van de statusregels veranderen als volgt hun functies:
Symbool Uitleg
Volmelding
Gelijktijdige triggering van de sensoren van voorwand en achterklep / do-
seerrollen betekent dat het werktuig volledig gevuld is. Beëindig het laden!
Automatische knikdissel gedeactiveerd
Automatische knikdissel geactiveerd
Functie wordt alleen uitgevoerd, zolang de cardanas wordt aangedreven.
Autotast gedeactiveerd
Autotast geactiveerd
Autotast voorgeselecteerd maar niet aan alle voorwaarden voldaan.
Bijvoorbeeld: Pick-up is niet neergelaten, PTO niet ingeschakeld.
Afkorting in het menu "SET"
Automatisch laden gedeactiveerd
Niet bij alle laadwagens aanwezig.
Automatisch laden geactiveerd
groen: Automatisch laden is actief - momenteel wordt geladen
geel: Automatisch laden is actief - momenteel wordt niet geladen
Automatisch laden voorgeselecteerd maar niet aan alle voorwaarden vol-
daan.
Bijvoorbeeld: Pick-up is niet neergelaten, PTO niet ingeschakeld.
Doseerapparaat (voedermiddeltoevoeging) gedeactiveerd
Doseerapparaat (voedermiddeltoevoeging) geactiveerd
Zwaailicht uitgeschakeld
Zwaailicht ingeschakeld
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 59
Symbool Uitleg
Zwaailicht automaat uitgeschakeld
Zwaailicht automaat ingeschakeld
Zwaailicht ISO uitgeschakeld
Zwaailicht ISO ingeschakeld
Arbeidsverlichting uitgeschakeld
Alle aanwezige lichten worden uitgeschakeld.
Arbeidsverlichting ingeschakeld
Alle beschikbare lichten worden ingeschakeld.
Automatische werkverlichting uitgeschakeld
De lichten die in het menu "SET" zijn voorgeselecteerd voor de betreffende
bedrijfstoestand, worden uitgeschakeld.
Automatische werkverlichting ingeschakeld
De lichten die in het menu "SET" zijn voorgeselecteerd voor de betreffende
bedrijfstoestand, worden uitgeschakeld ingeschakeld.
Werkverlichting selectief uitgeschakeld
De lichten die in het menu "SET" zijn voorgeselecteerd worden uitgescha-
keld.
Werkverlichting selectief ingeschakeld
De lichten die in het menu "SET" zijn voorgeselecteerd worden ingescha-
keld.
Hellingshoek-controle geactiveerd
Hellingshoek-controle gedeactiveerd
Zijafvoerband (optie) ingeschakeld
Zijafvoerband (optie) uitgeschakeld
Stuuras geactiveerd
Stuuras vergrendeld
Besturingsterminal-bediening
60 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Vergrendelingsprocedure aan de stuuras actief
Het symbool wordt getoond zo lang de vergrendelingsprocedure loopt. Ver-
volgens wordt het symbool voor stuuras vergrendeld in het menu weerge-
geven.
Stuuras in automaatmodus actief
De stuuras wordt bij bereiken van de ingegeven parameters automatische
vergrendeld.
2. Weergave opraapwagensensoren
1. Sensor laadklep
Symbool Uitleg
Sensor (B03) laadklep is getriggerd. De rolbodem draait één cyclus achter-
uit, indien niet tegelijkertijd de volmelding openstaat.
2. Doseerapparaat (optie)
Symbool Uitleg
Doseerapparaat geconfigureerd
3. Sensor volmelding
Symbool Uitleg
Sensor (B06) is getriggerd
4. Toestand rolbodem (snelheid en richting)
Symbool Uitleg
Statusweergave rolbodem (tijdens het laden beweegt de rolbodem altijd
met maximale snelheid).
Rolbodemsnelheid - lage versnelling (trap 1-20)
Rolbodemsnelheid - hoge versnelling (trap 20+)
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 61
Symbool Uitleg
Rolbodem achteruit laten draaien
Snelheid (niveau 20)
Rolbodem richting vooruit
Snelheid (niveau 20)
Rolbodem achteruit tijdens het lossen - de snelheidstrap wordt als getal
links naast de pijl weergegeven.
5. Snij-inrichting
Symbool Uitleg
Messenbalk naar binnen gezwenkt
Messenbalk naar buiten gezwenkt
Messenbalk naar buiten gezwenkt, en een andere beweging zou een bot-
sing veroorzaken.
Onderste deel van het scherm
Weergave
Symbool Uitleg
Op de knop drukken om het zwaailicht in en uit te schakelen.
Op de knop drukken om de verlichting in en uit te schakelen.
Laadmomentsensor voor de aandrijfkabel van de rotor actief.
De gemeten waarde (in het wit aangegeven) overschrijdt nog geen van de
beide in het menu "Set" laaddrempelwaarde.
De rolbodem wordt, in overeenstemming met de waarden in het menu
"Set", pas bij overschrijding van een laaddrempelwaarde ingeschakeld.
Het invoerveld maakt directe invoer van de maximale laaddrempelwaarde
voor het menu "Set" mogelijk.
Besturingsterminal-bediening
62 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Laadmomentsensor voor de aandrijfkabel van de rotor actief.
De gemeten waarde (in het groen aangegeven) overschrijdt de in het me-
nu "set" instelbare minimale laaddrempelwaarde. De in het menu "Set" in-
gestelde vertragingstijd voor de rolbodemterugloop wordt nageleefd.
De rolbodem na afloop van de in het menu "Set" ingegeven rolbodemte-
ruglooptijd weer uitgeschakeld.
Het invoerveld maakt directe invoer van de maximale laaddrempelwaarde
voor het menu "Set" mogelijk.
Laadmomentsensor voor de aandrijfkabel van de rotor actief.
De gemeten waarde (in het rood aangegeven) overschrijdt de in het menu
"set" instelbare maximale laaddrempelwaarde. De in het menu "Set" inge-
stelde vertragingstijd voor de rolbodemterugloop wordt hier niet nageleefd
en de rolbodem wordt direct ingeschakeld.
De rolbodem na afloop van de in het menu "Set" ingegeven rolbodemte-
ruglooptijd weer uitgeschakeld.
Het invoerveld maakt directe invoer van de maximale laaddrempelwaarde
voor het menu "Set" mogelijk.
GEVAAR
Gelijktijdige machinebediening op de bedieningsterminal en het externe toetsen-
bord!
Iedereen wegsturen uit het gevarengebied voordat er machinefuncties wordt bediend.
Bevoegdheden van aanwezige helpers duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures af-
spreken.
Softkeys (functieknoppen in overeenstemming met de softkeypositie)
Symbool Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing zijn
gestart.
Retour
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Knikdissel naar boven
Knikdissel naar beneden
Combi-menu
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 63
Symbool Uitleg
Pick-up naar boven
Pick-up naar beneden
Menu "Frontklep"
Stuuras blokkeren / deblokkeren
Rolbodem richting "achteruit" draaien
Messenbalk terugzwenken
Messenbalk uitzwenken
Modus selecteren in de statusregel (display boven)
Druk op de overeenkomstige modusweergave in de statusregel om het bijbehorende menu
op te roepen. In dit menu selecteert u een van de mogelijke modi en bevestigt u deze met
OK.
Voor de statusknoppen Zwaailicht en Verlichting kunnen submenu's worden
opgeroepen.
Softkey van de modusweergave aanraken. Het keuzemenu van de bijbehorende modi
verschijnt.
Gewenste modus selecteren
Indien nodig, met de schuifbalk naar beneden of boven scrollen om andere modi
weer te geven.
Op de gewenste modus drukken om de modus voor te selecteren.
bijvoorbeeld:
Besturingsterminal-bediening
64 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Softkey van de gewenste modus nogmaals aanraken of softkey aanraken
om de modus te selecteren. De geselecteerde modus verschijnt in de statusregel.
Als de voorgeselecteerde modus niet gewenst is, drukt u op de softkey om
de voorselectie te annuleren. De oude modus blijft weergegeven in de statusregel.
Bediening: Combi-menu
Voorwaarde
Menu "WORK" opgeroepen. Zie "Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)" pagina 57.
Menu "WORK" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: softkey aanraken.
TIP
Als de achterklep beweegt, kan de rolbodem niet worden ingeschakeld. De rolbodem kan
pas worden ingeschakeld als de achterklep zich volledig in de betreffende eindpositie be-
vindt.
Uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
Knikdissel heffen
Knikdissel neerlaten
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 65
Symbool Uitleg
Losmenu oproepen
Dissel in de wegtransportpositie
Stuuras
Bediening: Lossen
Voorwaarde
Menu "Combi-menu" opgeroepen op de terminal. Zie "Bediening: Lossen" pagina 66.
Menu "Bediening: Lossen" oproepen
Werkwijze
softkey aanraken.
Uitleg van de symbolen softkeys "Lossen handmatig"
Symbool Uitleg
Knikdissel heffen
Knikdissel neerlaten
Doseerapparaat in- / uitschakelen
Gedurende één seconde softkey aanraken om de functie te starten.
Kan alleen worden ingeschakeld wanneer de achterklep geopend is.
Besturingsterminal-bediening
66 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Menu “losautomaat” oproepen
Menu “bediening frontklep” oproepen
Achterklep openen
Achterklep sluiten. Gedurende één seconde softkey aanraken om de func-
tie te starten.
Menu "Bediening rolbodem" oproepen
Snelheid rolbodem verhogen (niveau 1 - 20)
Snelheid rolbodem verlagen (niveau 1 - 20)
Rolbodem - vooruitbeweging inschakelen
Wanneer op de softkey wordt gedrukt terwijl de rolbodem achteruit draait,
stopt de rolbodem. Vervolgens nogmaals softkey aanraken om de rolbo-
dem vooruit te laten draaien.
Rolbodem omschakeling (langzaam / snel).
Bij actieve optie 2-trapsmotor wordt de motor automatisch ingeschakeld.
Losautomaat
De losautomaat maakt het de bestuurder mogelijk om door automatische sequentiële sturing
van achterklep en rolbodem te zorgen voor ontlasting en de machine te sparen.
Menu “losautomaat” oproepen
Voorwaarde
Menu "Bediening: Lossen" oproepen. Zie "Bediening: Lossen" pagina 66.
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey aanraken gedurende een seconde vasthouden.
Vervolgens wordt het menu "losautomaa weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 67
Uitleg van de symbolen softkeys "Losautomaat"
Symbool Uitleg
Knikdissel heffen.
Functie ook via het externe toetsenbord uitvoerbaar.
Knikdissel neerlaten.
Functie ook via het externe toetsenbord uitvoerbaar.
Snelheid rolbodem verhogen (niveau 1 - 20)
De huidige rolbodemsnelheid wordt na een rolbodemlooptijd van 10 secon-
den opgeslagen en voor de volgende losprocedure automatisch weer ge-
bruikt!
Rolbodem - vooruitbeweging inschakelen
Wanneer op de softkey wordt gedrukt terwijl de rolbodem achteruit draait,
stopt de rolbodem. Vervolgens nogmaals softkey aanraken om de rolbo-
dem vooruit te laten draaien.
Snelheid rolbodem verlagen (niveau 1 - 20)
De huidige rolbodemsnelheid wordt na een rolbodemlooptijd van 10 secon-
den opgeslagen en voor de volgende losprocedure automatisch weer ge-
bruikt!
Rolbodem omschakeling (langzaam / snel).
Bij actieve optie 2-trapsmotor wordt de motor automatisch ingeschakeld.
De huidige rolbodemsnelheid wordt na een rolbodemlooptijd van 10 secon-
den opgeslagen en voor de volgende losprocedure automatisch weer ge-
bruikt!
Achterklep sluiten: Softkey gedurende een seconde vasthouden.
Stuuras
Besturingsterminal-bediening
68 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Doseerapparaat in- / uitschakelen
Alleen bij geopende achterklep te schakelen!
Losautomaat starten (machine zonder zijafvoerband)
Voorwaarde
"Losmenu" (combi-menu) opgeroepen.
Cardanas op de tractor ingeschakeld.
Werkwijze
Automatisch lossen starten: softkey aanraken.
De achterklep wordt geopend en er wordt een waarschuwingstoon gegeven.
Doseerrollen worden ingeschakeld (bij machines met doseerrollen) en er wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven.
De machine wordt gelost met de vooraf ingestelde rolbodem-snelheid.
De actuele rolbodemsnelheid wordt na een loopduur van 10 seconden opgeslagen
en voor de daarop volgende losprocedure automatisch weer gebruikt!
Losautomaat onderbreken / voortzetten
Voorwaarde
"Losmenu" (combi-menu) opgeroepen.
Cardanas op de tractor ingeschakeld.
Werkwijze
Losautomaat onderbreken: softkey aanraken.
Er klinkt een waarschuwingssignaal.
Doseerrollen worden uitgeschakeld (bij machines met doseerrollen) en er wordt een
waarschuwingsbericht weergegeven.
De rolbodem wordt stopgezet.
Losautomaat voortzetten: softkey aanraken.
Er klinkt een waarschuwingssignaal.
De doseerrollen worden ingeschakeld (bij machines met doseerrollen) en er wordt
een waarschuwingsbericht weergegeven.
De machine wordt gelost met de vooraf ingestelde rolbodem-snelheid.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 69
Losautomaat beëindigen
TIP
Wanneer het automatisch lossen met de softkey wordt onderbroken, wordt de ach-
terklep niet gesloten!
Werkwijze
Losautomaat beëindigen: Softkey blijven aanraken totdat er een akoestisch sig-
naal klinkt.
De bewegingspijl van de achterklep op het display begint te knipperen.
Rolbodem (doseerwalsen en zijafvoerband indien beschikbaar) worden uitgescha-
keld.
Achterklep wordt langzaam gesloten.
De achterklep is vergrendeld als de bewegingsrichtingspijl niet meer knippert
en de achterklep als gesloten wordt weergegeven.
Zijafvoerband in wegtransportpositie brengen en zekeren.
Menu "losautomaat" deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval in het
menu "Bediening: Lossen". Zie "Bediening: Lossen" pagina 66.
Bediening: Menu "TRANSPORT"
Voorwaarde
Menu "WORK" opgeroepen op de terminal.
Cardanas op de tractor ingeschakeld.
Wegtransportpositie naderen
Werkwijze
Door op de knop te drukken, wordt de pick-up naar de werkpositie neergelaten.
Door vervolgens op knop te drukken en deze (één seconde) vast te houden,
wordt de pick-up weer naar boven bewogen, en beweegt de knikdissel automatisch naar
de wegtransportpositie.
Besturingsterminal-bediening
70 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De positie van de knikdissel voor de wegtransportpositie wordt in het menu "SET" inge-
steld. Zie "Selectie menu "Set" submenu "Knikdissel"" pagina 74.
Bediening: Frontklep
Voorwaarde
Menu "WORK" opgeroepen op de terminal.
Menu "Bediening: Frontklep" oproepen
Werkwijze
softkey aanraken.
Uitleg van de symbolen softkey "frontklep"
Symbool Uitleg
Frontklep heffen
Frontklep laten zakken
Frontklep heffen / neerlaten
Om de frontklep handmatig te sturen de betreffende softkey aanraken en ingedrukt houden.
De klep beweegt zich zolang de knop wordt ingedrukt.
Selectie menu "Set"
De menu "SET" dient voor het instellen van de basis-machinefuncties.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 71
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "SET" oproepen
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
Navigeren door de submenu's gebeurt door:
Rechtstreeks aanraken van de verschillende tabs (tabbladen) van de submenu's op
het aanraakscherm.
Als alternatief kunnen ook de softkeys en voor het overschakelen
tussen de submenu's worden gebruikt. Herhaaldelijk op de knoppen drukken totdat
het gewenste menu wordt geopend.
Symboolafbeelding (menu "SET")
Weergave
Pos. Uitleg
--- Display
Op het display worden de momenteel gespecificeerde bedrijfstoestanden van
het betreffende submenu weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
72 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys) die in alle
submenu's "SET" hetzelfde zijn
Softkeys of F-
toetsen
Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de be-
sturing zijn gestart.
Retour
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit
geval naar het menu "START".
Bladeren naar rechts
Knop voor het naar rechts bladeren van de submenu-tabs.
Bladeren naar links
Knop voor het naar links bladeren van de submenu-tabs.
TIP
Omkaderde cijfervelden geven aan dat de waarde kan worden gewijzigd.
Menu "SET" deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval in het
menu "Work".
Selectie menu "Set" submenu "losautomaat"
In het menu Automatisch lossen kunt u de parameters voor de start en uitvoering van de mo-
dus voor automatisch lossen instellen. Elke wijziging wordt onmiddellijk opgeslagen.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Submenu "Losautomaat" oproepen
Werkwijze
1
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 73
Symboolafbeelding (submenu "Set" submenu "losautomaat")
Weergave
Symbool Uitleg
Achterklep-opening wachtduur.
Instelbereik met doseerwals 1-10 seconden.
Gewenste tijd voor de ontlasting van de doseerrollen.
De rolbodem draait gedurende de opgegeven tijd in de richting
pick-up.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "Knikdissel"
In het menu Knikdissel kunt u de parameters voor de veilige werking van de knikdissel instel-
len. Elke wijziging wordt opgeslagen door aanraken van de bijbehorende softkey totdat er
een akoestisch signaal klinkt.
Besturingsterminal-bediening
74 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Submenu "Knikdissel" oproepen
Werkwijze
1
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
2 Naar het submenu "Knikdissel" schakelen.
Door het aanraken van de tab op het aanraakscherm, wordt direct het sub-
menu geopend.
Als alternatief kunnen ook de softkeys of herhaaldelijk worden aan-
geraakt totdat het submenu wordt geopend.
Symboolafbeelding (submenu "SET" - Knikdissel)
Weergave
Symbool Uitleg
Weergave: huidige positie van de knikdissel
Opgeslagen waarde voor positie Transport
Opgeslagen waarde voor positie Laden
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 75
Symbool Uitleg
Tijd na het bereiken van de bovenste positie van de pick-up
totdat de knikdisselautomaat inschakelt.
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Knop Uitleg
Opslaan van de transportpositie waarnaar met "Knikdissel heffen" of "Knikdissel
zakken" werd verplaatst.
Opslaan van de laadpositie waarnaar met "Knikdissel heffen" of "Knikdissel zak-
ken" werd verplaatst.
Knikdissel heffen
Knikdissel neerlaten
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "pick-up"
Het menu "Pick-up" heeft momenteel geen functie.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Submenu "Pick-up" oproepen
Werkwijze
1
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
2 Naar het submenu "Pick-up" schakelen.
Door het aanraken van de tab op het aanraakscherm, wordt direct het sub-
menu geopend.
Besturingsterminal-bediening
76 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Als alternatief kunnen ook de softkeys of herhaaldelijk worden aan-
geraakt totdat het submenu wordt geopend.
Symboolafbeelding ("Menu "Set" submenu "Pick-up")
Weergave
Symbool Uitleg
Weergave van de heftijd van de pick-up in seconden
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "Autotast"
TIP
Het submenu "Autotast" heeft momenteel geen functie.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 77
Submenu "Autotast" oproepen
Werkwijze
1
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
2 Naar het submenu "Autotast" schakelen.
Door het aanraken van de tab op het aanraakscherm, wordt direct het sub-
menu geopend.
Door de tab op het aanraakscherm aan te raken, wordt naar het submenu
"Autotast" geschakeld.
Als alternatief kunnen ook de softkeys of herhaaldelijk worden aan-
geraakt totdat het submenu wordt geopend.
Symboolafbeelding (Menu "Set" submenu "Knikdissel")
Weergave
Symbool Uitleg
--- Op dit moment geen informatie beschikbaar.
Besturingsterminal-bediening
78 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "Werkverlichting"
In het menu "Werkverlichting" kunt u de huidige parameters voor de autotast- standaard-
functie aflezen, en verschillende standaardparameters instellen. Elke wijziging wordt onmid-
dellijk opgeslagen.
Voorwaarde
Menu "Set" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "Set"" pagina 71.
Submenu "Werkverlichting A" oproepen
De letter "A"staat hier voor "automaat". De verlichting wordt hier in het menu "Set" geacti-
veerd / gedeactiveerd en tijdens de werkzaamheden naar behoefte automatisch geschakeld.
Voorbeeld: De pick-up wordt omlaag gebracht. De verlichting voor de pick-up wordt automa-
tisch ingeschakeld, zodra de pick-up omlaag wordt gebracht. De verlichting voor de pick-up
wordt automatisch uitgeschakeld, zodra de pick-up volledig omhoog werd gebracht. Dit geldt
voor alle functies, waarvoor een automatische functie activeerbaar is.
Werkwijze
Menu oproepen: Toets of de betreffende functietoets (F-toets) aanraken,
totdat het menu "Werkverlichting A" wordt getoond.
Symboolafbeelding (Menu "Set" submenu "Werkverlichting")
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 79
Weergave
Symbool Verlichting geactiveerd
Uitleg
Verlichting gedeactiveerd
Verlichting snij-inrichting geactiveerd
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Symbool Uitleg
Pick-upverlichting activeren / deactiveren.
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Onderstelverlichting activeren / deactiveren.
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Achteruitrijden bovenste verlichting voor achteruitrijden activeren / deactiveren.
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Verlichting snij-inrichting activeren / deactiveren.
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Verlichting laadruimte activeren / deactiveren.
De softkey wordt bij alle in het menu "Config" activeerbare opties getoond.
Achteruitrijden onderste verlichting voor achteruitrijden activeren / deactiveren.
De softkey wordt alleen bij alle in het menu "Config" activeerbare opties "P" of
"R" getoond.
Submenu "Werkverlichting s" oproepen
De letter "s"staat hier voor "selectief". De verlichting wordt hier in het menu "Set" geacti-
veerd / gedeactiveerd en in het menu "Work" naar behoefte handmatig geschakeld.
Werkwijze
Menu oproepen: Toets of de betreffende functietoets (F-toets) aanraken,
totdat het menu "Werkverlichting" wordt getoond.
Besturingsterminal-bediening
80 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Weergave
Symbool Verlichting geactiveerd
Uitleg
Verlichting gedeactiveerd
Verlichting snij-inrichting geactiveerd
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Symbool Uitleg
Pick-upverlichting activeren / deactiveren
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Onderstelverlichting activeren / deactiveren
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Achteruitrijden bovenste verlichting voor achteruitrijden activeren / deactiveren
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Verlichting snij-inrichting activeren / deactiveren
Deze softkey wordt alleen weergegeven als de optie "P" in het menu "Config" is
geactiveerd.
Verlichting laadruimte activeren / deactiveren
De softkey wordt bij alle in het menu "Config" activeerbare opties getoond.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 81
Symbool Uitleg
Achteruitrijden onderste verlichting voor achteruitrijden activeren / deactiveren
De softkey wordt alleen bij alle in het menu "Config" activeerbare opties "P" of
"R" getoond.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "zijafvoerband"
In dit menu kan de zijafvoerband worden in- of uitgeschakeld, en kan de achterklep in / van
zweefpositie naar geblokkeerde stand, voor handmatige instellingen, worden omgeschakeld.
Submenu "Zijafvoerband" oproepen
Voorwaarde
Zijafvoerband niet geactiveerd in het menu "Config". Zie "Selectie menu "CONFIG"" pa-
gina 118.
Menu "Set" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "Set"" pagina 71.
Werkwijze
Menu oproepen: Toets of de betreffende functietoets (F-toets) aanraken,
totdat het menu "zijafvoerband" wordt getoond.
Symboolafbeelding (Menu "Set" submenu "Zijafvoerband")
Besturingsterminal-bediening
82 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Weergave
Symbool Optie Uitleg
Zijafvoerband ingebouwd en geactiveerd.
Zijafvoerband ingebouwd en gedeactiveerd.
Achterbediening ingebouwd en geactiveerd
Achterbediening ingebouwd en gedeactiveerd
Looprichting links
Looprichting rechts
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkey Uitleg
Achterklep in zweefpositie.
Door op de knop te drukken, wordt de achterklep in de zweefpositie geschakeld.
In deze stand kan de achterklep handmatig ten opzichte van de zijafvoerband
worden uitgelijnd.
Achterklep in vergrendelde stand.
Na het handmatig instellen van de achterklep in de zweefpositie, moet de achter-
klep met deze knop weer worden vergrendeld.
Automatisch bewegen van de achterklep (losautomaat) werkt alleen met vergren-
delde achterklep. In de zweefpositie is de hydrauliek voor de achterklep gedeacti-
veerd.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "Stuuras"
In dit menu kan de stuuras worden geblokkeerd / gedeblokkeerd en de drempelwaarde voor
de rolhoeksensor worden ingegeven.
Submenu "Stuuras" oproepen
Voorwaarde
Zijafvoerband niet geactiveerd in het menu "Config". Zie "Selectie menu "CONFIG"" pa-
gina 118.
Menu "Set" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "Set"" pagina 71.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 83
Werkwijze
Menu oproepen: Toets of de betreffende functietoets (F-toets) aanraken,
totdat het menu "stuuras" wordt getoond.
Symboolafbeelding (Menu "Set" submenu "Stuuras")
Weergave
Symbool Uitleg
De stuuras in het menu "work" uitsluitend handmatig blokke-
ren / deblokkeren.
De stuuras wordt automatisch geblokkeerd / gedeblokkeerd
en kan door handmatig ingrijpen in het menu "Work" worden
overruled.
De besturing neemt de handmatig ingegeven commando's
over en beëindigt daarbij de automatische functie.
De stuuras wordt automatisch geblokkeerd / gedeblokkeerd
en kan niet door handmatig ingrijpen in het menu "Work" wor-
den overruled.
De besturing beëindigt of start de automatische functie als in
het menu "Work" de toets wordt aangeraakt. De
stuuras blijft daarbij geblokkeerd.
Betreft het gedrag van de stuuras bij een bepaalde rijsnelheid
van de machine.
Is het gedrag van de stuuras bij een bepaalde rolhoek volle-
dig geconfigureerd dan worden beide functies gecombineerd.
Besturingsterminal-bediening
84 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
t: Wachttijd in seconden tot aan de automatische uitvoering
van de betreffende functie.
De stuuras wordt automatisch geblokkeerd als de minimale
waarde (hier 3 km/h) wordt overschreden.
De stuuras wordt automatisch gedeblokkeerd als de maxima-
le waarde (hier 15 km/h) wordt overschreden.
Betreft het gedrag van de stuuras bij een bepaalde rolhoek
van de machine.
Is het gedrag van de stuuras bij een bepaalde rijsnelheid vol-
ledig geconfigureerd dan worden beide functies gecombi-
neerd.
Wordt een ingegeven rolhoek (hier 10 ° ) overschreden, dan
klinkt een waarschuwingssignaal en wordt er een waarschu-
wing getoond op de terminal.
De stuuras wordt automatisch geblokkeerd als de rolhoek
(hier 15 ° ) wordt overschreden.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Selectie menu "Set" submenu "Rolbodem"
In het menu "Rolbodem" kunt u de snelheid instellen.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Submenu "Rolbodem" oproepen
Werkwijze
1
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets) ,wordt het menu "SET" opgeroepen.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
2 Naar het submenu "Rolbodem" schakelen.
Door het aanraken van de tab en achtereenvolgens de tab op het
aanraakscherm, wordt direct het submenu geopend.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 85
Als alternatief kunnen ook de softkeys of herhaaldelijk worden aan-
geraakt totdat het submenu wordt geopend.
Symboolafbeelding (Menu "Set" submenu "rolbodem")
Weergave
Symbool Uitleg
Rolbodemsnelheid trap 1 (minimaal)
Rolbodemsnelheid trap 19 (maximaal)
Huidige snelheid van de rolbodem in tpm
(niet voor alle laadwagens beschikbaar)
Afstand die de rolbodem sinds het laatste sluiten van de
achterklep heeft afgelegd.
(niet voor alle laadwagens beschikbaar)
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkey Uitleg
Opslaan van de minimale snelheid van de rolbodem
Opslaan van de maximale snelheid van de rolbodem
Snelheid van de rolbodem verhogen
Besturingsterminal-bediening
86 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Softkey Uitleg
Snelheid van de rolbodem verlagen
Rolbodemsnelheid instellen
Druk op de softkey voor de snelheid die u wilt instellen.
Wijzig de snelheid met de softkeys [Snelheid verhogen] of [snelheid verlagen]
Bij elke druk op een softkey wordt ook de snelheid opgeslagen.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt naar het menu "WORK" geschakeld.
Servicemenu
Het menu "SERVICE" dient voor het weergeven of resetten van onderhoudsrelevante gege-
vens (timer).
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "SERVICE" oproepen
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functietoets
(F-toets), wordt het menu "SERVICE" opgeroepen.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 87
Symboolafbeelding (menu "SERVICE")
Weergave
Symbool Uitleg
Weergave van de resterende tijd tot
de volgende smering met vet.
Grijs en tussen haakjes wordt het in-
terval weergegeven waarnaar zal
worden gereset.
Weergave van de resterende tijd tot
de volgende smering met vet.
Grijs en tussen haakjes wordt het in-
terval weergegeven waarnaar zal
worden gereset.
Weergave van de resterende tijd tot
de volgende smering met vet.
Grijs en tussen haakjes wordt het in-
terval weergegeven waarnaar zal
worden gereset.
Weergave van de resterende tijd tot
de volgende olieverversing.
Grijs en tussen haakjes wordt het in-
terval weergegeven waarnaar zal
worden gereset. De initiële interval
is 500 h.
Besturingsterminal-bediening
88 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Weergave van de resterende tijd tot
het volgende onderhoud van de
transmissie.
Grijs en tussen haakjes wordt het in-
terval weergegeven waarnaar zal
worden gereset. De initiële interval
is 20 h.
Naspaninterval van de rolbodemket-
ting. Das initiële interval (20 h) en de
daaropvolgende intervallen zijn ver-
schillend.
(Symboolafbeelding)
Totale-urenteller van de cardanas
Telt de bedrijfsuren van de cardanas
sinds de bouw van de machine.
Softkeys of functietoetsen
Softkeys of
F-toetsen
Uitleg
STOP
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing
zijn gestart.
Retour
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval
naar het menu "START".
Druk op de knop om de smeerintervalteller naar het oorspronkelijke in-
terval (grijs) te resetten (bijv.: na een smeerproces).
Druk op de knop om de smeerintervalteller naar het oorspronkelijke in-
terval (grijs) te resetten (bijv.: na een smeerproces).
Druk op de knop om de smeerintervalteller naar het oorspronkelijke in-
terval (grijs) te resetten (bijv.: na een smeerproces).
Druk op de knop om de olieverversingsintervalteller naar het oorspron-
kelijke interval (grijs) te resetten (bijv.: na een smeerproces).
Druk op de knop om de urenteller voor onderhoud van de transmissie
naar het oorspronkelijke interval (grijs) te resetten (bijv.: na olieverver-
sing).
Druk op de knop om de intervalteller voor het naspannen van de rolbo-
demketting naar het oorspronkelijke interval te resetten (bijv.: na de na-
spanprocedure).
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 89
Menu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie menu "DATA"
Het menu "DATA" dient voor de weergave van het werk dat met de machine is verricht.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "DATA" oproepen
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop (F-knop) te drukken, wordt
het menu "DATA" opgeroepen.
Symbolische weergave (menu "DATA")
Weergave
Symbool Uitleg
Uren totaalteller
(kan niet op nul worden teruggezet)
Uren totaalteller aftakas
(kan niet op nul worden teruggezet)
Besturingsterminal-bediening
90 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Totaalteller vrachten
(kan niet op nul worden teruggezet)
Uren dagteller
(kan op nul worden teruggezet)
Ladingen dagteller
(kan op nul worden teruggezet)
Softkeys of functieknoppen
Softkey Uitleg
STOP
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing zijn
gestart.
Retour
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval
naar het menu "START".
Wis de gegevens van de dagtellers.
TIP
De tellers voor het aantal ladingen worden met 1 verhoogd:
Bij volmelding (FULL)
Reeks van de volgende situaties: "Achterklep dicht --> Achterklep open --> Rolbodem
achteruit gedurende 10 seconden".
Menu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie menu "TEST"
Het menu "TEST" dient voor het weergeven van de huidige bedrijfstoestanden van sensoren,
kleppen en regeleenheden.
Bovendien wordt de foutenlijst beheerd.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 91
Menu ‘TEST’ oproepen
TIP
Symbolen met een zwarte achtergrond geven aan dat een sensor actief is of dat een scha-
kelaar is bediend.
Bij signaalwissel wordt het symbool omgekeerd weergegeven.
Bij een passende frequentie van de signaalwissel kan dit ertoe leiden dat het symbool gaat
knipperen. Knipperen van een symbool betekent niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is
van een foutmelding!
TIP
Omkaderde cijfervelden geven aan dat de waarde kan worden gewijzigd.
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indrukken.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
Navigeren door de submenu's gebeurt door:
Rechtstreeks aanraken van de verschillende tabs (tabbladen) van de submenu's op
het aanraakscherm.
Als alternatief kunnen ook de softkeys en voor het overschakelen
tussen de submenu's worden gebruikt. Herhaaldelijk op de knoppen drukken totdat
het gewenste menu wordt geopend.
Besturingsterminal-bediening
92 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symboolafbeelding (menu "TEST")
Weergave
Pos. Uitleg
Sensor achterklep geopend
Sensor achterklep gesloten
Sensor achterklep laadruimte nog niet vol
Sensor achterklep laadruimte vol
Sensor laadruimte toegangsdeur gesloten
Sensor laadruimte toegangsdeur geopend
Softkeys
Softkeys of F-toetsen Uitleg
Achterklep openen
De achterklep wordt alleen bewogen zolang de knop wordt in-
gedrukt.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 93
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys) die in alle
submenu's "TEST" hetzelfde zijn
Softkeys of F-
toetsen
Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de be-
sturing zijn gestart.
Retour
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit
geval naar het menu "START".
Bladeren naar rechts
Knop voor het naar rechts bladeren van de submenu-tabs.
Bladeren naar links
Knop voor het naar links bladeren van de submenu-tabs.
Menu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "spanningswaarde knikdissel"
Controle van de sensoren en waarden voor de knikdissel.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "spanningswaarde knikdissel" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkeys of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken.
Vervolgens wordt het submenu getoond.
Besturingsterminal-bediening
94 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "spanningswaarde knikdissel")
Weergave
Symbool Uitleg
Huidige spanning van de hoeksensor van de knikdissel in volt of
digit.
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkeys
of F-toet-
sen
Uitleg
Knikdissel heffen
Met deze knop wordt de sensor in de richting "omhoog" getest.
De bijbehorende weergave verandert wanneer er op de knop wordt ge-
drukt (de getoonde waarde wordt kleiner).
Indien de test meermaals wordt uitgevoerd, moet bij elke herhaling dezelf-
de waarde worden getoond. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van
een sensordefect.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 95
Softkeys
of F-toet-
sen
Uitleg
Knikdissel neerlaten
Met deze knop wordt de sensor in de richting "omlaag" getest.
De bijbehorende weergave verandert wanneer er op de knop wordt ge-
drukt (de getoonde waarde wordt kleiner).
Indien de test meermaals wordt uitgevoerd, moet bij elke herhaling dezelf-
de waarde worden getoond. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van
een sensordefect.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "spanningswaarden snij-installatie"
Controle van de sensoren en waarden voor de knikdissel.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "spanningswaarden snij-installatie" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkeys of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Besturingsterminal-bediening
96 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "Snij-inrichting")
Weergave
Symbool Uitleg
Huidige spanning van de hoeksensor van de knikdissel
in volt of digit.
Sensor actief - messenbalk naar buiten gezwenkt
Sensor inactief - messenbalk niet naar buiten gezwenkt
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkeys of F-toetsen Uitleg
Snij-inrichting naar binnen zwenken
Snij-inrichting uitzwenken
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 97
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "spanningswaarden rolbodem"
Controle van de sensoren en waarden voor de rolbodem.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "spanningswaarde rolbodem" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkeys of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "spanningswaarde rolbodem")
Besturingsterminal-bediening
98 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Weergave
Symbool Uitleg
Betreft rolbodem
Weergave van het toerental
Als de rolbodem stilstaat, moet het toerental op nul staan.
Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van een sensorde-
fect.
Looprichtingsindicatie draairichtingsensor voor achteruit draaien
inactief
Looprichtingsindicatie draairichtingsensor voor achteruit draaien
actief
Looprichtingsindicatie draairichtingsensor voor vooruit draaien
inactief
Looprichtingsindicatie draairichtingsensor voor vooruit draaien
actief
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkeys
of F-toet-
sen
Uitleg
Rolbodem vooruit
Met deze knop wordt de looprichtingssensor in de richting "vooruit" getest.
De rolbodem wordt bewogen zolang de knop wordt ingedrukt.
De weergave van het toerental en de looprichting verandert wanneer er op
de knop wordt gedrukt.
Indien de test meermaals wordt uitgevoerd, moet bij elke herhaling dezelf-
de waarde worden getoond. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van
een sensordefect.
Rolbodem achteruit
Met deze knop wordt de looprichtingssensor in de richting "achteruit" ge-
test. De rolbodem wordt bewogen zolang de knop wordt ingedrukt.
De weergave van het toerental en de looprichting verandert wanneer er op
de knop wordt gedrukt.
Indien de test meermaals wordt uitgevoerd, moet bij elke herhaling dezelf-
de waarde worden getoond. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn van
een sensordefect.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 99
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "spanningswaarden / toerental aandrijving"
Controle van de sensoren en waarden voor de rolbodem.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "spanningswaarden / toerental aandrijving" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkeys of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "spanningswaarden / toerental aandrijving")
Besturingsterminal-bediening
100 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Weergave
Symbool Uitleg
Huidig, berekend toerental van de aftakas (inductieve sen-
sor B01)
Wanneer het toerental wordt gewijzigd, verandert de weer-
gegeven waarde. Als dit niet het geval is, kan er sprake zijn
van een sensorfout.
Laadmomentsensor van de verdichtingsklep in volt en di-
gits.
Bij verandering van het toerental en verandering van de be-
lasting van de aandrijving bij laadprocedures verandert de
aangegeven waarde. Als dit niet het geval is, kan er sprake
zijn van een sensorfout.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "Spanningswaarden ECU"
Controle van de spanningswaarden voor sensoren en ECU.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "ECU spanningswaarden" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 101
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "spanningswaarden ECU")
Weergave
Symbool Uitleg
Voedingsspanningen
Huidige voedingsspanning van de ECU
Minimumwaarde van de voedingsspanning van de ECU
sinds de laatste start van de machine
Maximumwaarde van de voedingsspanning van de ECU
sinds de laatste start van de machine
Huidige 12 V sensorvoedingsspanning van de ECU
Huidige 5 V sensorvoedingsspanning van de ECU
Weergave
Symbool Uitleg
Huidige spanningsbron van de ECU
Minimumwaarde van de voedingsspanning van de ECU
sinds de laatste start van de machine
Maximumwaarde van de voedingsspanning van de ECU
sinds de laatste start van de machine
Besturingsterminal-bediening
102 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Huidige 12 V sensorvoedingsspanning van de ECU
Huidige 5 V sensorvoedingsspanning van de ECU
Softkeys of functieknoppen (overeenkomend met de positie van de softkeys)
Softkeys of F-knoppen Uitleg
Resetten van de waarden
Foutenlijst
Met deze knop wordt de foutenlijst opgeroepen.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Menu "Foutenlijst" oproepen
In het menu "foutenlijst" worden foutmeldingen weergegeven en geregistreerd.
Het menu kan vanuit het menu "Test" of het menu "Work" worden opgeroepen.
AANWIJZING
Materiële schade door het negeren van foutmeldingen!
Bij verder gebruik van de machine na weergave van een foutmelding kan er schade aan de
machine ontstaan.
De machine pas verder gebruiken, nadat de fout is verholpen.
TIP
Als er een storing optreedt, wordt op de terminal de foutenlijst weergegeven. De meest re-
cente foutmelding staat in de foutenlijst op de eerste bovenste regel.
Als de storing niet direct wordt verholpen, maar er wordt verder gewerkt, blijft in het Work-
menu het waarschuwingssymbool branden, ter herinnering aan de bestaande storing.
Aan de hand van de tekst van de foutmelding en het nummer ervan kan worden achterhaald,
in welk apparaat een storing is opgetreden.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 103
Menu "Foutenlijst vanuit het menu "Test" oproepen
Voorwaarde
Menu / Submenu / Submenu opgeroepen. Zie "Selectie submenu
"Spanningswaarden ECU"" pagina 101.
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "ECU")
Werkwijze
1
Menu ‘Foutenlijst’ oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) in-
drukken. Vervolgens wordt het menu "foutenlijst" weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
104 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symboolafbeelding Foutenlijst
Foutenlijst vanuit het menu "WORK" oproepen
Voorwaarde
Menu "WORK" opgeroepen. Zie "Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)" pagina 57.
Symboolafbeelding (menu "WORK")
Werkwijze
1
Menu ‘Foutenlijst’ oproepen: Waarschuwingssymbool Links boven in het beeld-
scherm aanraken.
TIP
Het waarschuwingssymbool wordt alleen getoond als er een foutmelding actief is!
Vervolgens wordt het menu "foutenlijst" weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 105
Foutenlijst
Hierna wordt de foutenlijst beschreven.
Weergave menu Foutenlijst
Symbolische weergave Foutenlijst
Weergave
Symbool Uitleg
Tekst van de foutmelding
hier:
"206" - Nummer van de foutmelding
"CAN - IO Module A, No connection" - beschrij-
ving van de storing in normale taal
Datum en tijd waarop de foutmelding voor het
laatst is voorgekomen
ha: ... - oppervlakte: Stand van de teller voor het
totale aantal hectaren bij het laatste optreden van
de fout
OC: ... - Occurrence Count: Aantal keren dat de
fout is opgetreden.
Foutmelding actief
Een nieuwe of terugkerende fout die momenteel
wacht om te worden gecorrigeerd.
Foutmelding inactief
Een nieuwe of terugkerende fout die gecorrigeerd
is.
Foutmelding gezien
Het feit dat een foutmelding is gezien, betekent
dat de foutenlijst minstens eenmaal gesloten is
sinds de storing optrad.
Besturingsterminal-bediening
106 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Foutmelding onderdrukt
Onderdrukte foutmeldingen verschijnen niet meer
tot de volgende herstart van de besturing.
De foutmelding wordt niet geactiveerd wanneer
de storing blijft bestaan of terugkeert.
LET OP: Onderdrukking is alleen bedoeld voor
noodsituaties. Fout zo snel mogelijk laten repare-
ren.
Softkeys of functieknoppen (overeenkomend met de positie van de softkeys)
Softkeys of F-
knoppen
Uitleg
Scrollsoftkeys
Markeert de foutmelding erboven / eronder
Scrollsoftkeys inactief
Als een scrollsoftkey grijs wordt weergegeven, is de bovenste / onder-
ste regel van de foutenlijst bereikt.
Foutmelding onderdrukken
Onderdrukt de foutmelding die met de scrollsoftkeys is geselecteerd.
De foutmelding verschijnt niet meer tot de volgende herstart van de
besturing.
Door nogmaals te drukken op de knop, wordt de onderdrukking weer
geannuleerd.
LET OP: Onderdrukking is alleen bedoeld voor noodsituaties. Fout zo
snel mogelijk laten repareren.
Fout wissen
Door lang op de knop te drukken, wordt de hele foutenlijst gewist.
Mogelijke fouten
Beschrijving Oorzaak Maatregel
20 - 109
De uitgang van de jobcomputer voor het
vermelde apparaat (bijvoorbeeld: E1_2)
detecteert een fout
"OPENLOAD" = klep
defect of niet aange-
sloten
"SHORT TO GND" =
kortsluiting met mas-
sapotentiaal
"SHORT TO SUP" =
kortsluiting met voe-
dingsspanning
"UNKNOWN" = onbe-
kende fout
1. Onderbreek
de elektri-
sche voe-
ding van de
machine
2. Stekkerver-
bindingen
en kabels
naar het
betrokken
apparaat
controleren.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 107
Beschrijving Oorzaak Maatregel
111 CAN 0 Bodybus CAN-bus-fout
112 CAN 1 ISOBUS ISOBUS-fout
113 CAN 2 Extension Bus Uitbreidingsbusfout (mo-
gelijkerwijs weging)
114 CAN 0 Bodybus Buffer Full CAN-bus 0 overbelast
115 CAN 1 ISOBUS Buffer Full ISOBUS overbelast
116 CAN 2 Extension Bus Buffer Full Uitbreidingsbus overbe-
last
118 - 121
De uitgang van de jobcomputer voor het
vermelde apparaat (bijvoorbeeld: klep
Y16) detecteert een fout
"OPENLOAD" = klep
defect of niet aange-
sloten
"SHORT TO GND" =
kortsluiting met mas-
sapotentiaal
"SHORT TO SUP" =
kortsluiting met voe-
dingsspanning
"UNKNOWN" = onbe-
kende fout
1. Onderbreek
de elektri-
sche voe-
ding van de
machine
2. Stekkerver-
bindingen
en kabels
naar het
betrokken
apparaat
controleren.
122 - 147
De uitgang van de jobcomputer voor het
vermelde apparaat (bijvoorbeeld: B17
achterklep) detecteert over- of onder-
spanning
LOW VOLTAGE
< 100 mV
en daardoor een te
hoog stroomverbruik
van de machine en
daardoor te grote ver-
liezen in de voedings-
kabels
• Kortsluiting
HIGH VOLTAGE
> 4530 mV
en daardoor een te
laag stroomverbruik
van de machine en
daardoor te grote ver-
liezen in de voedings-
kabels
• Stekkerver-
bindingen
en kabels
controleren.
As contro-
leren op
bewegings-
gemak.
Wanneer
het stroom-
verbruik te
hoog is,
kan de voe-
dingsspan-
ning in ge-
vaar ko-
men.
150
Wrong ISOBUS Driver implemented
Verkeerd ISOBUS-stuur-
programma geïmplemen-
teerd
Alleen voor in-
tern gebruik
151
DriveSide RPM is not Zero
Aftakastoerental is niet
gelijk aan 0
153
Tailgate is not open
Achterklep is niet geo-
pend
Besturingsterminal-bediening
108 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Beschrijving Oorzaak Maatregel
159
ISB not available
ISB is niet beschikbaar
omdat de Noodstop-knop
op de terminal is inge-
drukt.
160 - 163
De uitgang van de jobcomputer voor het
vermelde apparaat (bijvoorbeeld: ingang
E238) detecteert een fout
"OPENLOAD" =
zwaailicht defect of
niet aangesloten
"SHORT TO GND" =
kortsluiting met mas-
sapotentiaal
"SHORT TO SUP" =
kortsluiting met voe-
dingsspanning
"UNKNOWN" = onbe-
kende fout
• Stekkerver-
bindingen
en kabels
controleren.
As contro-
leren op
bewegings-
gemak.
Wanneer
het stroom-
verbruik te
hoog is,
kan de voe-
dingsspan-
ning in ge-
vaar ko-
men.
164
Autocut Motor blocked
Autocut-motor geblok-
keerd; overstroom
165
Autocut longitudinal motor blocked
Autocut-langsmotor ge-
blokkeerd; overstroom
166
Autocut cross motor supply
Autocut-dwarsmotor: On-
derspanning voeding
167
Autocut longitudinal motor supply
Autocut-langsmotor: On-
derspanning voeding
168
Autocut cross motor lag error
Autocut-dwarsmotor:
Sleepfout
169
Autocut longitudinal motor lag error
Autocut-langsmotor:
Sleepfout
170
Autocut cross motor lost online signal
Autocut-dwarsmotor: Fout
in de online verbinding
171
Autocut longitudinal motor lost online
signal
Autocut-langsmotor: Fout
in de online verbinding
172
Autocut cross motor unknown error
Autocut-dwarsmotor: on-
bekende fout
173
Autocut longitudinal motor unknown er-
ror
Autocut-langsmotor: on-
bekende fout
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 109
Beschrijving Oorzaak Maatregel
202
CAN2-IO-Module-A, NO connection
Geen verbinding met de
CAN2-module A
203
CAN2-IO-Module-B, NO connection
Geen verbinding met de
CAN0-module B
204
CAN 0 KEYPAD, NO connection
Geen verbinding met het
externe toetsenbord
206
CAN0-IO-Module-A, NO connection
Geen verbinding met de
CAN0-module A
207
CAN0-Module-A Power Supply 12 V too
low
Voedingsspanning CAN-
module A 12 V te laag
208
CAN0-Module-A Sensor Supply 5 V too
low
Sensorspanning CAN-
module A 5 V te laag
209
CAN2-Module-A Power Supply 12 V too
low
Voedingsspanning CAN-
module A 12 V te laag
210
CAN2-Module-A Sensor Supply 5 V too
low
Sensorspanning CAN-
module A 5 V te laag
211
CAN2-IO-Module-B, NO connection
Geen verbinding met de
CAN2-module B
212
CAN EBS, NO connection
Geen verbinding met het
EBS
214
ECU Power Supply 12 V too low
Onderspanning ECU_Po-
wer <9.0 V
215
ECU Sensor Supply 12 V too low
Onderspanning Sen-
sorSpg <9.0 V
216
ECU Sensor Supply 5 V too low
Onderspanning Sen-
sorSpg <4.0 V
217
CAN 2 KEYPAD, NO connection
Geen verbinding met het
externe toetsenbord
218
Y03 Prop valve, check Valve
Y03 proportionele klep
controleren
219
Y04 Prop valve, check Valve
Y04 proportionele klep
controleren
220
CAN 0 AUTOCUT KEYPAD, NO con-
nection
Geen verbinding met
CAN Autocut toetsenbord
Besturingsterminal-bediening
110 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Beschrijving Oorzaak Maatregel
221
MOTOR LONGI not Motor Code B65
Motorcode langsmotor
komt niet overeen met
MD 65
222
MOTOR CROSS not Motor Code B65
Motorcode dwarsmotor
komt niet overeen met
MD 65
223 - 226
De uitgang van de jobcomputer voor het
vermelde apparaat (bijvoorbeeld: ingang
P03) detecteert een fout
"OPENLOAD" = sig-
naalgever voor audio-
signaal defect of niet
aangesloten
"SHORT TO GND" =
kortsluiting met mas-
sapotentiaal
"SHORT TO SUP" =
kortsluiting met voe-
dingsspanning
"UNKNOWN" = onbe-
kende fout
• Stekkerver-
bindingen
en kabels
controleren.
As contro-
leren op
bewegings-
gemak.
Wanneer
het stroom-
verbruik te
hoog is,
kan de voe-
dingsspan-
ning in ge-
vaar ko-
men.
Mogelijke waarschuwingen
Beschrijving Oorzaak Maatregel
De tijd voor het sluiten van de achter-
klep is verstreken zonder dat de sensor
het sluiten van de achterklep heeft ge-
meld.
De tijd voor het heffen van de pick-up is
verstreken zonder dat de sensor het
heffen van de pick-up heeft gemeld.
Aandrijfriemen zijn niet gespannen
Messenbalken zitten niet in de vangha-
ken
Messen zijn niet vergrendeld
Tastwielen in de transportpositie
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 111
Beschrijving Oorzaak Maatregel
Laadruimtedeur is geopend. Controle-
ren of er
zich
geen
personen
in de
laadruim-
te bevin-
den.
• Laad-
ruimte-
deur slui-
ten.
Pick-up is niet opgetild
Positie van de riemspanner is onbe-
kend.
Toerental van de rolbodem is te laag
Toerental van de pick-up is te laag
Slip op de aandrijfriem
Snijsysteem is naar buiten gezwenkt
Tastwielen niet in de voorste positie
Achterklep niet volledig gesloten
Hakselmodus: Geen rotorafdekking ge-
monteerd.
Autocut niet in parkeerpositie (langs- of
dwarsmotor getroffen)
Autocut-slede in de werkpositie
Snelheid > 15 km/h volgende actie niet
toegestaan.
Achterklep niet geopend
Besturingsterminal-bediening
112 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Mogelijke informatie
Beschrijving Actie
400 Wachten totdat de riemen volledig ge-
spannen zijn. Onderbrekingen zijn niet
toegestaan.
401 Service-interval overschreden: Breng
smeermiddel aan volgens menu "SERVI-
CE".
404 Cardanas uitschakelen.
405 Cardanas inschakelen.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop te drukken, wordt naar het
eerstvolgende hogere menuniveau teruggeschakeld. In dit geval naar het menu "TEST /
ECU 2 / ECU 2.1".
Selectie submenu "Spanningswaarden CAN"
Controle van de CAN-spanningswaarden.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "CAN spanningswaarden" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 113
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "spanningswaarden CAN")
Weergave
Symbool Uitleg
Voedingsspanningen
Huidige voedingsspanning op de CAN-IO-module in volt
Huidige voedingsspanning voor hoeksensoren, geleverd
door de CAN-IO-module in volt
Huidige softwareversie van de CAN-IO-module
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "Stroomvoorzieningswaarden kleppen"
In het menu stroomvoorzieningswaarden kleppen worden de huidige gewenste en daadwer-
kelijke stromen van de hydraulische kleppen weergegeven en getest.
Besturingsterminal-bediening
114 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Submenu "stroomvoorzieningswaarden kleppen" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "stroomvoorzieningswaarden kleppen")
Weergave
Symbool Uitleg
Standaardwaarde klepvoeding in milliampère
Huidige waarde van de klepvoeding in milliampère
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 115
Symbool Uitleg
Klep "Y01" heeft de standaardwaarde "X" en de huidige waarde
"Y" in milliampère.
Als de huidige waarden bij klepbediening aanzienlijk van de stan-
daardwaarde afwijken, kan dit op schade (elektrisch of mecha-
nisch) aan de klep wijzen.
Toewijzing van de vermelde kleppen (Y01 - Y60) aan de betref-
fende functie, zie hydraulisch schema.
Softkeys of functieknoppen (overeenkomend met de positie van de softkeys)
Softkeys of
F-knoppen
Uitleg
Rolbodem vooruit bewegen
Met deze knop wordt de proportionele klep Rolbodem vooruit (Y01) getest.
De weergave verandert wanneer er op de knop wordt gedrukt.
Rolbodem achteruit laten draaien
Met deze knop wordt de proportionele klep Rolbodem achteruit (Y02) getest.
De weergave verandert wanneer er op de knop wordt gedrukt.
Knikdissel naar boven bewegen
Met deze knop wordt de proportionele klep van de actuatoren (Y04) getest.
De weergave verandert wanneer er op de knop wordt gedrukt.
Knikdissel naar beneden bewegen
Met deze knop wordt de proportionele klep van de actuatoren (Y03) getest.
De weergave verandert wanneer er op de knop wordt gedrukt.
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie submenu "State"
Het TEST-menu State is gereserveerd voor de klantenservice.
Voorwaarde
Menu "Test" opgeroepen op de terminal. Zie "Selectie menu "TEST"" pagina 91.
Besturingsterminal-bediening
116 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Submenu "State" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indruk-
ken, totdat het submenu wordt getoond.
Symboolafbeelding ("Menu "Test" submenu "State")
Weergave
Symbool Uitleg
Weergave van speciale parameters voor de klantenservice.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 117
Submenu deselecteren
Werkwijze
Door te drukken op de softkey of te drukken op de overeenkomstige functie-
toets, wordt teruggekeerd naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar
het menu "START".
Selectie menu "CONFIG"
AANWIJZING
Machinestoring mogelijk bij verkeerde machineconfiguratie.
Wijzigingen mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde servicewerkplaatsen
of servicetechnici om storingen te voorkomen.
Het menu "CONFIG" bevat alle instellingen die nodig zijn voor het selecteren en deselecte-
ren van achteraf gemonteerde of verwijderde uitrusting. De configuratie van de leveringstoe-
stand is vooraf ingesteld in de fabriek.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "CONFIG" oproepen
Werkwijze
Menu oproepen: Softkey of de overeenkomstige functietoets (F-toets) blijven
aanraken tot het menuvenster "CONFIG 1" wordt getoond.
Symboolafbeelding (menu "CONFIG 1")
Besturingsterminal-bediening
118 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Uitleg van de symbolen
Symbool Symbool opties 1 Symbool opties 2 Uitleg
Dosering voedermiddeltoevoeging geacti-
veerd
Dosering voedermiddeltoevoeging ge-
deactiveerd/niet aanwezig
Frontklep gedeactiveerd
1 Frontklep geactiveerd
2 Frontkleppen geactiveerd
Niet bij Europrofi Combiline
Sensoren niet geconfigureerd
Hoeksensoren van de knikdissel geconfi-
gureerd
Inductieve sensor van de knikdissel niet
geselecteerd
Snelheidsmeting geactiveerd
Snelheidsmeting gedeactiveerd
Snelheidssignaal van de elektronische
gedwongen besturing overnemen
Snelheidssignaal van ISOBUS overne-
men
Snelheidssignaal van EBS/ ABS overne-
men
Zijafvoerband gedeactiveerd / niet aan-
wezig
Hydraulisch aangedreven
Mechanisch aangedreven (niet bij Euro-
profi)
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 119
Symbool Symbool opties 1 Symbool opties 2 Uitleg
Werklamp gedeactiveerd / niet aanwezig
Standaard verlichting
Achteruitrijlicht, achterklep met extra ach-
ter- en knipperlichten, boven; opbouw-
lichten zijkant boven; onderstelverlichting,
verlichting snij-inrichting...
Achteruitrijlicht, achterklep met extra ach-
ter- en knipperlichten, boven...
Standaard stuuras geactiveerd
Stuuras gedeactiveerd / niet aanwezig
Agro Turn (BPW) stuuras
Stuuras van de elektronische gedwongen
besturing
Softkeys uitleg van de symbolen
Softkey Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing zijn ge-
start.
Retour RESET
Slaat de gewijzigde parameters op.
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar het
menu "START".
Vorige bladzijde oproepen
Volgende bladzijde oproepen
Kalibratiemenu oproepen
Terug naar het menu "Work"
Besturingsterminal-bediening
120 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Menu "Config" 2 oproepen
Voorwaarde
Menu "Config" 1 opgeroepen.
Werkwijze
Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indrukken.
Aansluitend wordt het menuvenster "CONFIG 2" getoond.
Uitleg van de symbolen
Symbool kolom
1
Symbool opties 1 Sym-
bool
opties 2
Uitleg
Werklamp gedeactiveerd / niet
aanwezig
Standaard verlichting
Achteruitrijlicht, achterklep met
extra achter- en knipperlich-
ten, boven; opbouwlichten zij-
kant boven; onderstelverlich-
ting, verlichting snij-inrichting...
Achteruitrijlicht, achterklep met
extra achter- en knipperlich-
ten, boven...
Hellingshoek-controle geacti-
veerd
Hellingshoek-controle gedeac-
tiveerd
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 121
Symbool kolom
1
Symbool opties 1 Sym-
bool
opties 2
Uitleg
Tweetrapsmotor geactiveerd
Tweetrapsmotor gedeacti-
veerd
Zwaailicht geactiveerd
Zwaailicht gedeactiveerd
MKrachtmeetbouten in aandrijf-
kabel aanwezig
Krachtmeetbouten niet aanwe-
zig in aandrijfkabel
Ingaveveld bandendiameter
Softkeys uitleg van de symbolen
Softkey Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de besturing zijn ge-
start.
Retour RESET
Slaat de gewijzigde parameters op.
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit geval naar het
menu "START".
Vorige bladzijde oproepen
Volgende bladzijde oproepen
Terug naar het menu "Work"
Menu "CONFIG" deselecteren
Werkwijze
Menu deselecteren: Softkey of de betreffende functietoets (F-toets) indrukken.
Aansluitend wordt teruggekeerd naar het eerst hogere menuniveau.
In dit geval naar het menu "START".
Besturingsterminal-bediening
122 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Selectie menu "CONFIG CODE"
AANWIJZING
Machinestoring mogelijk bij verkeerde machineconfiguratie.
Wijzigingen mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde servicewerkplaatsen
of servicetechnici om storingen te voorkomen.
Het menu "CONFIG CODE" bevat de code-invoer voor twee verschillende, beveiligde gebie-
den. Beide gebieden zijn gereserveerd voor de klantenservice.
Voorwaarde
Menu "CONFIG" opgeroepen. Zie "Selectie menu "CONFIG"" pagina 118.
Menu "CONFIG CODE" oproepen
Werkwijze
1
Menu oproepen: op knop of drukken totdat het menu wordt weergege-
ven.
Symbolische weergave (menu "CONFIG CODE")
Weergave
Symbool Uitleg
Invoer code voor gebied één
Invoer code voor gebied twee
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 123
Softkeys of functieknoppen (overeenkomend met de positie van de softkeys)
Softkeys of F-
knoppen
Uitleg
Stop
Alle hydraulische / elektrische processen beëindigen die via de be-
sturing zijn gestart.
Retour RESET
Slaat de gewijzigde parameters op.
Terugschakelen naar het eerstvolgende hogere menuniveau. In dit
geval naar het menu "START".
Pijl-softkeys
Ga naar het volgende / vorige scherm
Menu "CONFIG CODE" deselecteren
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop te drukken, wordt naar het
eerstvolgende hogere menuniveau teruggeschakeld. In dit geval naar het menu
"START".
Selectie menu "Kalibreren disselposities"
Het kalibratiemenu voor de disselposities bevat waarden voor de sensoren van de bovenste
en onderste disselpositie. De sensoren zijn in de fabriek gekalibreerd. Kalibratie is bijvoor-
beeld nodig na het vervangen van een sensor.
Voorwaarde
Menu "CONFIG" opgeroepen. Zie "Selectie menu "CONFIG"" pagina 118.
Menu "Kalibreren disselposities" oproepen
Werkwijze
1
Menu oproepen: Knop 2 seconden aanraken. Hierdoor wordt het menu "CALI-
BRATE" geopend.
Hier wordt als eerste het submenu / weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
124 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbolische weergave (menu "Kalibreren disselposities")
Weergave
Symbool Uitleg
Huidige waarde van de disselsensor
Opgeslagen waarde voor de bovenste positie van de dissel
Opgeslagen waarde voor de onderste positie van de dissel
Sensor niet gekalibreerd
Sensor gekalibreerd
Softkeys of functieknoppen (overeenkomend met de positie van de softkeys)
Softkeys of F-
knoppen
Uitleg
Kalibreren van de bovenste disselpositie
Softkey aanraken en vasthouden
Dissel beweegt naar de bovenste positie
Softkey aanraken totdat het akoestische signaal hoorbaar is.
Bovenste positie van de dissel is gekalibreerd en opgeslagen.
Kalibreren van de onderste disselpositie
Softkey aanraken en vasthouden
Dissel beweegt naar de onderste positie
Softkey aanraken totdat het akoestische signaal hoorbaar is.
Onderste positie van de dissel is gekalibreerd en opgeslagen.
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 125
Menu "Kalibreren disselposities" deselecteren
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop te drukken, wordt naar het
eerstvolgende hogere menuniveau teruggeschakeld. In dit geval naar het menu "CON-
FIG 1".
Selectie menu "Kalibreren rolbodem"
Het menu "Kalibreren rolbodem" bevat waarden voor de bovenste en onderste rolbodem-
snelheid. De waarden zijn in de fabriek gekalibreerd.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "Kalibreren rolbodem" oproepen
Werkwijze
1
Softkey of de overeenkomstige functietoets (F-toets) 10 seconden blijven aanra-
ken om het menu "CONFIG" op te roepen.
Hier wordt automatisch als eerste het menu "CONFIG 1" weergegeven.
Symboolafbeelding (menu "CONFIG 1")
2
Knop 2 seconden vasthouden. Hierdoor wordt het menu "CALIBRATE" geopend.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
3 Naar het submenu "Kalibreren rolbodem" schakelen.
Door het aanraken van de tab op het aanraakscherm, wordt naar het sub-
menu "Kalibreren rolbodem" geschakeld.
Besturingsterminal-bediening
126 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Als alternatief kan meermaals op de softkey worden gedrukt totdat het sub-
menu wordt geopend.
Symboolafbeelding (menu "Kalibreren rolbodem")
Weergave
Symbool Uitleg
Als de snelheid 1 (langzaam) wordt ingesteld, ver-
schijnt naast het symbool voor de rolbodem de waarde
van de klepopening in %. Via de klepopening wordt de
snelheid geregeld.
Als de snelheid 19 (snel) wordt ingesteld, verschijnt
naast het symbool voor de rolbodem de waarde van de
klepopening in %. Via de klepopening wordt de snel-
heid geregeld.
Huidige snelheid van de rolbodem in tpm
(niet voor alle laadwagens beschikbaar)
Afgelegde afstand van de rolbodem
(niet voor alle laadwagens beschikbaar)
Softkeys of functietoetsen (afhankelijk van de positie van de softkeys)
Softkeys of F-
toetsen
Uitleg
Kalibreren van de snelheid 1 (langzaam)
Softkey aanraken
De snelheid van de rolbodem met de softkeys wij-
zigen
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 127
Softkeys of F-
toetsen
Uitleg
Kalibreren van de snelheid 19 (snel)
Softkey aanraken
De snelheid van de rolbodem met de softkeys wij-
zigen
De ingestelde snelheid verhogen.
De ingestelde snelheid verlagen.
Menu deselecteren
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop te drukken, wordt naar het
eerstvolgende hogere menuniveau teruggeschakeld. In dit geval naar het menu "CON-
FIG 1".
Selectie menu "Kalibreren CAL2"
Het menu "Kalibreren CAL2" heeft momenteel geen functie.
Voorwaarde
Menu "START" opgeroepen op de terminal. Zie "Terminal in- /uitschakelen - menu
"START"" pagina 54.
Menu "Kalibreren CAL2" oproepen
Werkwijze
1
Softkey of de overeenkomstige functietoets (F-toets) 10 seconden blijven aanra-
ken om het menu "CONFIG" op te roepen.
Hier wordt automatisch als eerste het menu "CONFIG 1" weergegeven.
Besturingsterminal-bediening
128 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symboolafbeelding (menu "CONFIG 1")
2
Knop 2 seconden vasthouden. Hierdoor wordt het menu "CALIBRATE" geopend.
Hier wordt automatisch als eerste het submenu / weergegeven.
3 Naar het submenu "Kalibreren CAL2" schakelen.
Door het aanraken van de tab op het aanraakscherm, wordt naar het sub-
menu "Kalibreren CAL2" geschakeld.
Als alternatief kan meermaals op de softkey worden gedrukt totdat het sub-
menu wordt geopend.
Symboolafbeelding (menu "Kalibreren CAL2")
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 129
Weergave
Symbool Uitleg
----- -----
----- -----
Menu deselecteren
Werkwijze
Door op de softkey of de bijbehorende functieknop te drukken, wordt naar het
eerstvolgende hogere menuniveau teruggeschakeld. In dit geval naar het menu "CON-
FIG 1".
Isobus 'Auxiliary' functie (AUX)
TIP
Alle bij de CCI-1200- en Expert 75-terminal of een reeds aanwezige tractorterminal die
eveneens de ISOBUS-functie ondersteunt.
Door deze functie kunnen de programmeerbare knoppen van een hulpbedieningsapparaat
(bijv.: joystick) met verschillende functies van de regeling worden toegewezen. Een knop kan
op verschillende niveaus ook meervoudig worden gebruikt.
Hoe u de afzonderlijke functies aan de knoppen kunt toewijzen, vindt u in de gebruiksaanwij-
zing voor de terminal.
Als een programmeerbare knop voor de eerste keer wordt bediend, verschijnt het active-
ringsschermpje in beeld.
Hulpbedieningsapparaat
Hulpbedieningsapparaat vrijgeven: op knop drukken.
Hulpbedieningsapparaat niet vrijgeven: op knop drukken.
Uitleg van de symbolen
Sym-
bool
Uitleg
Pick-up heffen
Pick-up laten zakken
Achterklep sluiten
Besturingsterminal-bediening
130 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Sym-
bool
Uitleg
Achterklep openen
Automatisch lossen
Snijsysteem naar buiten zwenken
Snijsysteem naar binnen zwenken
Verlichting (aan / uit / automaat)
Knikdissel heffen
Knikdissel zakken
Rolbodem achteruit
Rolbodem vooruit
Tweetraps motor
Droogvoeropbouw heffen
Droogvoeropbouw laten zakken
TIP
Voor meer informatie over de functies, zie hoofdstuk Isobus terminal (voorklep, laad- en
losmenu).
Joystick AUX CCI-A3
Bezettingsmogelijkheden
Besturingsterminal-bediening
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 131
Niveau 1
TIP
Voor verdere richtlijnen zie handleiding van de gebruikte terminal.
Besturingsterminal-bediening
132 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Zijbescherming / frontbescherming bediening
De beschermingen moeten eventueel bij onderhouds- en afstelwerkzaamheden worden geo-
pend.
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Zijbescherming openen / sluiten
Afb.: Zijbescherming links
Werkwijze
Linker zijbescherming openen: Met een geëigend hulpmiddel (bijvoorbeeld een schroe-
vendraaier) de vergrendeling naar de buitenkant drukken (zie ook sticker in de buurt van
de vergrendeling) en de zijbescherming met de andere hand iets naar de buitenkant
trekken.
Afb.: Sticker in de buurt van de vergrendeling
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 133
Bescherming met een hand vasthouden, schroevendraaier verwijderen en bescher-
ming volledig naar boven zwenken. De bescherming wordt door de gasveren (G) in
geopende positie gehouden.
Zijbescherming sluiten: Bescherming tegen de weerstand van de gasveer in naar bene-
den zwenken en tegen de weerstand van de vergrendeling, voelbaar en hoorbaar, in
werkpositie in laten klikken.
Afb.: Bescherming in werkpositie
Door trekken aan de bescherming zeker stellen dat de bescherming correct ver-
grendeld is.
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
134 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Frontbescherming openen / sluiten
Afb.: Frontbescherming links
Werkwijze
Linker frontbescherming openen: Met een geëigend hulpmiddel (bijvoorbeeld een
schroevendraaier) de vergrendeling naar de buitenkant drukken (zie ook sticker in de
buurt van de vergrendeling) en de zijbescherming met de andere hand iets naar voren
trekken.
Afb.: Sticker in de buurt van de vergrendeling
Bescherming met een hand vasthouden, schroevendraaier verwijderen en bescher-
ming volledig naar boven zwenken. De bescherming wordt door de gasveren (G) in
geopende positie gehouden.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 135
Zijbescherming sluiten: Bescherming tegen de weerstand van de gasveer in naar bene-
den zwenken en tegen de weerstand van de vergrendeling, voelbaar en hoorbaar, in
werkpositie in laten klikken.
Afb.: Bescherming in werkpositie
Door trekken aan de bescherming zeker stellen dat de bescherming correct ver-
grendeld is.
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Laadruimtedeur (optie)
De klimhulp (ladder) vergemakkelijkt het betreden van de laadruimte voor onderhoud en in-
spectie. De klimhulp wordt eerst neergeklapt, voordat de deur van de laadruimte kan worden
geopend.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
136 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
VOORZICHTIG
Intrekken en afrukken van ledematen!
Voordat de laadruimte wordt betreden, de tractormotor uitschakelen, parkeerrem in-
schakelen, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Voordat de laadruimte wordt betreden, cardanas loskoppelen van de tractor.
WAARSCHUWING
Val door uitglijden / struikelen!
Vochtige, vervuilde oppervlakken kunnen glad zijn.
Handgreep, zoals beschreven gebruiken.
Indien er in de laadruimte wordt gewerkt, dan zo ver mogelijk verwijderd blijven van de
geopende achterklep.
Door passende maatregelen voorkomen dat kinderen de machine betreden.
Laadruimtedeur openen / sluiten
Voorwaarde
Laadruimte zo goed mogelijk leeg gemaakt.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Laadruimtedeur openen: Lunspen (V) verwijderen.
Klimhulp (L) met een hand vasthouden en de vergrendeling (R) openen.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 137
Klimhulp (L) vast blijven houden en langzaam naar beneden zwenken.
Klimhulp (L) naar beneden zwenken tot aan de aanslag.
Hendel (H) naar beneden drukken en de laadruimtedeur ontgrendelen.
De laadruimtedeur openen, naar voren zwenken en de hendel (H) aan de voorste beu-
gel inklikken, zoals afgebeeld.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
138 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Laadruimtedeur sluiten en de klimhulp in werkpositie brengen: Procedure in omgekeerde
volgorde uitvoeren.
Laadruimte via de klimhulp betreden
Voorwaarde
Laadruimte zoveel mogelijk leeggemaakt.
Achterklep indien mogelijk gesloten.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Ladder omlaag geklapt en laadruimtedeur geopend.
Grove vervuiling aan de klimhulp verwijderd.
VOORZICHTIG
Val van de klimhulp!
De klimhulp niet betreden indien u met de rug naar klimhulp of de laadruimte is ge-
keerd.
Nooit op de klimhulp stappen zonder dat u zich vasthoudt zoals beschreven.
Niet van de klimhulp springen.
Werkwijze
Klimhulp (L) betreden en vasthouden aan de treden.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 139
Op de bovenste treden met uw rechterhand overpakken en aan de handgreep (G)
rechts op het deurkozijn vasthouden.
Met de linkerhand vasthouden aan het deurkozijn en helemaal naar boven klimmen.
Daarbij letten op het hoofd (geringe hoogte van de laadruimtedeur 1,30 m ) en de laad-
ruimte vervolgens langzaam betreden.
Laadruimte verlaten: Procedure in omgekeerde volgorde uitvoeren.
VOORZICHTIG
Val van de klimhulp!
De klimhulp niet betreden indien u met de rug naar klimhulp of de laadruimte is ge-
keerd.
Nooit op de klimhulp stappen zonder dat u zich vasthoudt zoals beschreven.
Niet van de klimhulp springen.
Steunpoot bediening
VOORZICHTIG
Gevaar voor verpletteren en omverrijden!
Voordat de gevarenzone wordt betreden, zorgen dat de machine of tractor niet onver-
wacht door een andere persoon kan worden bediend.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
140 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Steunpoot in de werkpositie brengen
Voorwaarde
Machine volledig geleegd.
Machine volledig aan de tractor gekoppeld en beveiligd.
Steunpoot ontlast door heffen van de knikdissel.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
WAARSCHUWING
Slag tegen het hoofd en bovenlichaam!
Iedereen wegsturen uit het gevarengebied zolang de steunpoot beweegt.
Steunpoot tijdens de zwenkprocedure niet loslaten.
Veerbelaste vergrendelingspen (B) eruit trekken, steunpoot met een hand aan de greep
(G) vasthouden en lichtjes naar opzij zwenken.
Vergrendelingspen (B) loslaten zodra de steunpoot voldoende uit het vergrendelingsge-
bied is gezwenkt en de vergrendelingsbout (B) niet meer kan vastklikken.
B = bout
G = handgreep
Steunpoot met beide handen naar boven zwenken tot de vergrendelingspen (B) vanzelf
hoorbaar in werkpositie en zichtbaar aan de vergrendelingspen vastklikt.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 141
Stel zeker dat de vergrendelingsbout (B) op de juiste manier is vastgeklikt.
Steunpoot loslaten.
Steunpoot in de parkeerpositie brengen
Voorwaarde
Machine correct aan de tractor gekoppeld en alle leidingen en kabels aangesloten.
Machine volledig geleegd.
Knikdissel licht geheven.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Steunpoot met één hand aan de greep (G) vasthouden, de veerbelaste vergrendelings-
pen (B) eruit trekken en de steunpoot lichtjes naar opzij zwenken.
Vergrendelingspen loslaten zodra de steunpoot voldoende uit het vergrendelingsgebied
is gezwenkt en niet meer kan vastklikken.
B = bout
G = handgreep
Steunpoot met beide handen langzaam en volledig naar rechts zwenken tot de vergren-
delingspen (B) vanzelf hoorbaar en zichtbaar in de parkeerpositie vastklikt.
Stel zeker dat de vergrendelingsbout (B) op de juiste manier is vastgeklikt.
Steunpoot loslaten.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
142 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Indien nodig, vervolgens de knikdissel neerlaten en de machine op de steunpoot
plaatsen.
Bij zachte ondergrond bovendien een stabiele houten plaat of iets dergelijks onder
de steunpoot plaatsen om het steunvlak te vergroten en zo te voorkomen dat de
steunpoot weg kan zakken.
Kleppen / deksel / hulpinrichtingen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 143
Inbedrijfstelling
Voor inbedrijfstelling controleren of de tractor voor de werkzaamheden met de machine
geschikt is. De specificaties vergelijken met de overeenkomstige specificaties in de ge-
bruiksaanwijzing voor de tractor.
Veiligstellen dat de eventueel aanwezige transportvergrendelingen zijn verwijderd / ge-
deactiveerd.
Veiligstellen dat de (meegeleverde) cardanas voor inbedrijfstelling is aangepast aan de
tractor en correct is gemonteerd.
Veiligstellen dat de noodremklep van het hydraulische remsysteem (optie) zich in be-
drijfspositie bevindt. Zie "Afstelpenpositie noodremklep (hydr. enkelleidingrem H1L)" pa-
gina 153.
Veiligstellen dat de bandenspanning klopt.
Tractor-aanhangkoppeling inschakelen
Aanhangerkoppeling (A) zodanig aan de tractor aanbrengen dat...
...bijv volledig aangekoppelde machine, met name met knikdissel, voldoende afstand
tussen cardanas en dissel aanwezig is (A1).
Afb.: Voorbeeld boven-aankoppeling
TIP
Bovenaan-koppeling en onder-aankoppeling op dezelfde manier!
...bij volledig aangekoppelde machine, de maximale lengte van de draadspindel van de
hydraulische cilinder van de knikdissel niet wordt overschreden. Zie "Knikdisselhoogte
laadbedrijf-instelling" pagina 193.
Gebruik
144 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Tractorballast
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen door ballastfouten!
Bij ballastfouten wordt de bestuurbaarheid en het remvermogen van de tractor aangetast.
Machines die in verschillende koppelingstoestanden als solo-machine of als machine-
combinatie kunnen worden gebruikt, moeten steeds in deze toestanden worden gewo-
gen.
Voor het wegen, de positie van de machine / machinecombinatie die het verst naar
achteren / naar voren steekt tot stand brengen.
Na succesvolle ballastplaatsing remtest uitvoeren.
Minstens 20% van het leeggewicht van de tractor moeten als voorasbelasting aanwezig zijn,
om de bestuurbaarheid en het remvermogen van de tractor te waarborgen. De asbelasting,
het totaalgewicht en het draagvermogen van de banden mogen hierbij niet worden over-
schreden.
Voor de correcte ballast van uw tractor zie ook de gebruiksaanwijzing voor de tractor.
Voor de bepaling van de benodigde ballast kunnen twee verschillende methodes worden
toegepast.
Methodes voor het bepalen van de tractorballast
Weegmethode
Met de weegmethode wordt het nauwkeurigste resultaat bereikt. Er wordt rekening ge-
houden met mogelijke afwijkingen van aangegeven gewichten.
Berekeningsmethode
De berekeningsmethode levert enkel de rekenkundige resultaten, op basis van de ge-
wichten in de technische gegevens van machine en tractor op het moment van levering.
Deze cijfers kunnen afwijken van het feitelijke gewicht, wegens latere technische wijzi-
gingen.
TIP
Indien mogelijk altijd kiezen voor de weegmethode!
De correcte ballast moet bij elke tractor- en machinewissel opnieuw worden bepaald.
In te vullen cijfertabel
daadwerkelijke waar-
de toegelaten waarde toegelaten draagver-
mogen van de banden
Minimale frontballast kg (GV min)- -
Totaalgewicht kg (Gwrk) ≤ kg (Gzul)-
Voorasbelasting kg (TV wrk) kg (TV tlb)≤ kg
Achterasbelasting kg (TH wrk) ≤ kg (TH zul)≤ kg
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 145
Tractorballast bepalen door weegmethode
Deze (voorkeurs-)methode kan worden gebruikt voor het controleren van de rekenkundig be-
paalde tractorballast. Zie "Tractorballast berekenen" pagina 148.
Werkwijze
Tractor wegen.
Eventueel gemonteerde machines en ballastgewichten van de tractor demonteren.
Tractor met voor- en achteras op de weegbrug rijden.
Gewicht als tractor-leeggewicht (TL) noteren en in de tabel invoeren.
Voorasbelasting wegen.
Machine aan de tractor koppelen en in transportpositie brengen.
De tractor met de vooras op de weegbrug rijden.
Gewicht als daadwerkelijke vooraslas (TV tat) noteren en in de tabel invoeren.
Berekenen of de daadwerkelijke voorasbelasting (TV wrk) nog minstens 20% van het leeg
gewicht van de tractor TL bedraagt. Ingeval de voorasbelasting te klein is, ballastgewich-
ten aanbrengen tot de daadwerkelijke voorasbelasting (TV tat) ten minste 20% van het le-
dig gewicht van de tractor (TL) bedraagt.
Controleren of de maximaal toelaatbare voorasbelasting (TV zul), rekening houdend met
het draagvermogen van de banden, niet wordt overschreden. Zie tractor-handleiding.
Totaalgewicht wegen
Tractor met machine in transportstand en met ballastgewichten met voor- en achteras
op de weegbrug rijden.
Gebruik
146 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Gewicht als totaalgewicht (Gtat) noteren en in de tabel invoeren.
Controleren of de gemeten waarde het maximaal toegelaten totaalgewicht (Gzul) van de
tractor overschrijdt. Zie tractor-handleiding.
Achterasbelasting wegen
Tractor met machine en met ballastgewichten met achteras op de weegbrug rijden.
Gewicht als daadwerkelijke achteraslas TH in de tabel invoeren.
Controleren of de gemeten waarde de maximaal toelaatbare achterasbelasting (TV zul),
rekening houdend met het draagvermogen van de banden, niet overschrijdt. Zie tractor-
handleiding.
Controleren of de technische gegevens van de banden en velgen overeenstemmen met
de voorschriften van de tractorfabrikant. Zie tractor-handleiding.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 147
Tractorballast berekenen
Werkwijze
Afstand (a) zwaartepunt voorballast (GV) tot midden vooras:
a = ......................... mm (zie handleiding tractor of meten)
Asafstand (b) tractor:
b = ......................... mm (zie handleiding tractor of meten)
Afstand (c) midden achteras tot koppelpunt:
c = ......................... mm (zie handleiding tractor of meten)
Afstand (d) achterste koppelpunt tot zwaartepunt (GH) machinecombinatie:
d = ......................... mm (meten)
Voorasbelasting onbelaste tractor (TV):
TV = ......................... kg (zie handleiding tractor)
Achterasbelasting onbelaste tractor (TH):
TH = ......................... kg (zie handleiding tractor)
Ledig gewicht tractor (TL):
TL = ......................... kg (zie handleiding tractor)
Minimale voorballast (GV min) berekenen en in de tabel invoeren:
GV min = (GH * (c + d) - TV * b + 0,2 * TL * b) / (a + b)
...........................................................................................................................................
Werkelijke voorasbelasting (TV wrk) berekenen en in de tabel invoeren:
TV wrk = GV * (a + b) + TV * b - GH * (c + d) / b
...........................................................................................................................................
De waarde voor de toelaatbare voorasbelasting (TV tlb) volgens de tractorgebruiksaanwij-
zing in de tabel invoeren.
Werkelijk totaal gewicht (Gwrk) berekenen en in de tabel invoeren:
Gwrk = GV + TL + GH
...........................................................................................................................................
De waarde voor het toelaatbare totale gewicht (Gtlb) volgens de tractorgebruiksaanwij-
zing in de tabel invoeren.
Werkelijke achterasbelasting (TH wrk) berekenen en in de tabel invoeren:
TH wrk = Gwrk - TV wrk
...........................................................................................................................................
De waarde voor de toelaatbare achterasbelasting (TH tlb) volgens de tractorgebruiksaan-
wijzing in de tabel invoeren.
Toegelaten draagvermogen van de banden volgens de gebruiksaanwijzing van de trac-
tor of uit de gegevens van de bandenproducent verdubbelen (twee banden per as) en in
de tabel invoeren.
Gebruik
148 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Elektronische gedwongen besturing
TIP
Bij foutmeldingen op de stuurcomputer tijdens het dagelijks gebruik, moet het gebeurtenis-
sengeheugen onmiddellijk door opgeleid servicepersoneel worden uitgelezen.
Controles voor ingebruikname
Koppeling en hoeksensor controleren op beschadiging en roestvorming.
Schade aan de koppeling leidt tot een verhoogde slijtage door slecht rechtuit rijden en
een foutieve stuurhoek.
Controleer of de hoeksensor en de elektrische en hydraulische voedingsbron correct zijn
aangesloten!
Houd rekening met de foutmeldingen van het stuursysteem, in het bijzonder binnen de
eerste gereden meter.
Tractor-hydrauliek aanpassen
Indien de tractor is uitgerust met een van de volgende systemen, dan moet door een vakman
een hydraulische olie-terugloopleiding worden gemonteerd. Dit vermindert de opwarming van
de hydraulische olie.
Systemen met enkelwerkend regelventiel aan de tractor
Constantstroom-systeem Constantstroom-systeem met lastcompen-
satie
Een aansluiting voor de drukleiding. Elk één aansluiting voor persleiding en be-
dieningsleiding.
Indien de tractor is uitgerust met een van de volgende systemen, dan is geen aanpassing
nodig.
Systemen met dubbelwerkend regelventiel aan de tractor
Constantedruk-systeem Constantedruk-systeem met lastcompensa-
tie
Telkens een aansluiting voor drukleiding en
terugloopleiding.
Elk één aansluiting voor persleiding, retour-
leiding en bedieningsleiding.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 149
In gebruik nemen van een cardanas
Voorwaarden
Controle en aanpassing van de lengte van cardanassen met buisvormig schuifprofiel
door een servicepartner.
Bij gloednieuwe cardanassen alle smeernippels gesmeerd totdat er schoon vet uit de la-
gerpunten komt.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door beschadigde of weggeslingerde delen van de cardanas!
Als de profieloverlapping onvoldoende is bij een verkeerd afgestelde of structureel gewijzig-
de cardanas, of als de cardanas tijdens het buigen wordt samengedrukt, kunnen mensen
worden geraakt en gewond raken door beschadigde of weggeslingerde delen van de car-
danas.
Aanpassingen aan de cardanas moeten worden uitgevoerd door een servicepartner.
Gebruiksaanwijzing van de cardanasfabrikant in acht nemen.
Cardanas vóór het eerste gebruik in alle bedrijfsomstandigheden bij de servicepartner
laten controleren en aanpassen.
Als de machine met een andere tractor wordt gebruikt, cardanas laten controleren en
opnieuw laten aanpassen.
Op een cardanas met overbelastings- of een vrijloopkoppeling de koppeling aan de ma-
chinezijde aanbrengen.
Geen profieladapter of profielverlengingen aanbrengen op de cardanas of de aftakas.
Uitvoeringsinstructie voor de servicepartner
Cardanaslengte in alle werkposities controleren om na te gaan of de schuifafstand en de pro-
fieloverlapping volstaan.
Schuifafstand in kortste werkpositie controleren
Werkwijze
1 De machine aan de tractor koppelen.
2 De cardanas volledig uit elkaar trekken.
De cardanas bestaat nu uit 2 helften.
3 De vergrendeling van de cardanashelft met het tractorsymbool op de beschermbuis (1)
op de aftakas van de tractor schuiven totdat de vergrendeling vastklikt.
Gebruik
150 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
4 De vergrendeling van de andere cardanashelft op de ingaande as op de machine schui-
ven totdat de vergrendeling vastklikt.
5 De beide cardanashelften naast elkaar houden. De cardanashelften mogen elkaar niet
raken. Een schuifafstand (a) van 40 mm moet beschikbaar zijn.
Als de cardanashelften tegen elkaar botsen en / of de schuifweg van 40 mm niet
wordt aangehouden, moet de cardanas door een servicepartner worden aangepast.
6 De toegestane hoek van de cardanas controleren. Zie de gebruiksaanwijzing voor de
cardanas.
7 De vrije ruimte rondom de cardanas moet voldoende zijn, anders zal deze beschadigd
raken.
8 Beide cardanashelften loskoppelen van de tractor en de machine, op een schone onder-
grond neerleggen, en bij de hand houden voor de volgende controle van de profielover-
lapping in de langste werkpositie.
De profieloverlapping in de langste werkpositie controleren
a = totale lengte van het profiel van een cardanashelft
PULB = profieloverlapping
Werkwijze
1 De langst mogelijke werkpositie voor de cardanas tussen tractor en machine tot stand
brengen.
2 De vergrendeling van de cardanashelft met het tractorsymbool op de beschermbuis op
de aftakas van de tractor schuiven totdat de vergrendeling vastklikt.
3 De vergrendeling van de andere cardanashelft op de ingaande as op de machine schui-
ven totdat de vergrendeling vastklikt.
4 De profieloverlapping controleren.
5 De minimale profieloverlapping (PULB) moet gelijk zijn aan de helft van de totale lengte
van het profiel (a/2). Een maximale profieloverlapping is wenselijk.
6 Tijdens transport en wanneer de aandrijving is uitgeschakeld, moet de profieloverlap-
ping (PULB) minstens 100 mm zijn.
7 De beschermkap aan de tractorzijde en het beschermdeksel aan de machinezijde moe-
ten de beschermtrechters van de cardanas minstens met 50 mm overlappen.
Als de profieloverlapping in een van de bovenstaande gevallen niet voldoende is,
moet u bij de servicepartner nieuwe beschermbuizen of een nieuwe cardanas be-
stellen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 151
Cardanas inkorten
Aanpassingen aan de cardanas moeten worden uitgevoerd door een servicepartner. De ge-
bruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanas moet hierbij worden opgevolgd.
Werkwijze
De cardanashelften naast elkaar houden en vanaf de rand van de binnenste bescherm-
buis de minimale schuifafstand van 40 mm op de buitenste beschermbuis markeren.
De cardanashelften van de transmissie of aftakasstomp van de tractor verwijderen.
De buitenste beschermbuis inkorten tot aan de markering.
De binnenste beschermbuis inkorten tot dezelfde lengte als de buitenste beschermbuis.
De buitenste en binnenste profielbuis inkorten tot dezelfde lengte als de buitenste be-
schermbuis.
De snijzijden afronden en spanen voorzichtig verwijderen.
De profielbuizen smeren met universeel lithiumvet.
De ingekorte helften van de cardanas in elkaar steken.
Aftakasaandrijving controleren.
Aftakasaandrijving controleren
WAARSCHUWING
Intrekken en afrukken van ledematen!
Wanneer de aftakas wordt aangedreven, kunnen ledematen, losse kleding of lang haar
worden gevangen en naar binnen getrokken.
Voor het proefdraaien alle iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de machine.
Proefdraaien starten vanaf de bestuurderszitplaats van de tractor.
De aftakas van de tractor onmiddellijk uitschakelen in geval van afwijkend gedrag.
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Tractor en machine in de werkpositie geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Werkwijze
1 Op het juiste toerental en de draairichting van de aftakas letten, zie sticker in de buurt
van de ingaande transmissie.
Gebruik
152 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
2 Aftakastoerental langzaam tot het nominale toerental verhogen.
De aftakasaandrijving onmiddellijk uitschakelen bij abnormale geluiden of sterke tril-
lingen.
3 In dit geval moet vóór verder gebruik van de machine de volledige aandrijflijn worden
onderzocht op fouten waarna een corrigerende actie moet worden uitgevoerd.
Afstelpenpositie noodremklep (hydr. enkelleidingrem H1L)
Het noodremventiel wordt geactiveerd als de tractor en aanhanger onbedoeld van elkaar
worden gescheiden. In dit geval wordt de staalkabel gespannen en het ventiel in positie 'rem’
gedraaid. Tegelijkertijd wordt de lunspen uit zijn positie getrokken om beschadiging van het
noodremventiel te voorkomen.
WAARSCHUWING
Materiële schade aan het remsysteem!
De positie van de klep en de lunspen moet overeenstemmen met de op de klep aange-
brachte sticker in de positie "BEDRIJF', anders kan de machine niet in beweging worden
gebracht of raken de remblokken tijdens het rijden oververhit, waardoor ze hun remwerking
verliezen!
Bij machines met hydr. mechanisch noodremklep de positie van de klep beslist contro-
leren alvorens de machine in beweging te zetten!
De positie van de beide groeven aan de stelschroeven met de sticker aan de klep gelijk
afstellen en, indien nodig, corrigeren!
Positie stelbouten controleren!
Correct! Verkeerd!
ST = Stelbouten ST = Stelbouten
Bevestiging van de losbreekkabel (noodremklep hydr. enkelleidin-
grem H1L)
TIP
Is de tractor uitgerust met ongeschikte aanhangpunten voor de losbreekkabel, dan moeten
geschikte aanhangpunten worden gemonteerd door een Pöttinger servicepartner .
Bij de toerusting achteraf moet rekening worden gehouden met de volgende voorwaarden.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 153
Om te garanderen dat de noodrem in elk geval wordt geactiveerd, moet de trekkracht van de
kabel in het voorgeschreven hoekbereik effect hebben op de borgpen en de houder van de
kabel moet adequaat gedimensioneerd zijn. Zie volgende afbeeldingen.
0-20 ° = voorgeschreven hoekbereik van de trekkabel bij het activeren van het noodremven-
tiel
F = losbreekkabel bedieningskrachtverloop
alpha = variabele schuifhoek van het noodremventiel tijdens het activeren
De kabeltrekkracht F werd in horizontale positie bij een voorraadsdruk van 120 bar vastge-
steld.
De diagram laat de trekkracht F (Newton) zien van de losbreekkabel in samenhang met de
schuifhoek van het noodremventiel (alpha)
Gebruik
154 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
TIP
Voor het aanbrengen van de houder moet de maximaal aanliggende kabelkracht van 116 N
worden vermenigvuldigd met een veiligheidsfactor 2 = 232 N
Instelling / ombouw
De onderstaande instel- en ombouwwerkzaamheden uitvoeren en de machine op correcte
instelling en uitrusting controleren, voordat er met het werk wordt begonnen.
TIP
Een zorgvuldige afstelling van de machine beschermt de machine / bodem en spaart
brandstof!
GEVAAR
Vangen en naar binnen trekken van het hele lichaam door bewegende machineon-
derdelen, bij alle werkzaamheden aan de machine.
Alle werkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de aandrijving stilstaat.
Voor aanvang van alle werkzaamheden de machine beveiligen tegen inschakelen.
Tijdens het werken geen lang haar los / wijde kleding dragen.
Er mogen zich geen personen binnen het gevarengebied bevinden.
Machine alleen in gebruik nemen als alle beveiligingsinrichtingen correct gemonteerd
zijn, onbeschadigd zijn en zich in de beschermende positie bevinden.
Tijdens gebruik niemand de gevarenzone van bewegende machineonderdelen laten
betreden.
WAARSCHUWING
Kneuzen, snijden, bekneld raken en stoten van het hele lichaam!
Bij alle afstelwerkzaamheden bestaan gevaren door zware en deels onder veerdruk staan-
de machineonderdelen met scherpe randen.
Instelwerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door hiervoor gekwalificeerd
personeel.
Voor de werkzaamheden geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals werk-
handschoenen, veiligheidsbril enz.) dragen.
Bedrijfsveiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften in acht nemen.
Er mogen zich geen personen binnen het gevarengebied bevinden.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 155
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandletsel!
Tijdens gebruik kunnen machineonderdelen (zoals transmissie, lagers enz.) zeer heet
(>45 °C) worden en langere tijd heet blijven!
Tijdens en onmiddellijk na gebruik de transmissie en lagers enz. niet aanraken zonder
persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals handschoenen, lange werkkleding enz.).
Gedwongen besturing
Botsingsbeveiliging
De botsingsbeveiliging dient ter bescherming van de dissel, de gedwongen besturing en trac-
torbanden bij onbedoeld contact tussen tractorbanden en de dissel.
AANWIJZING
Botsingsbeveiliging verkeerd afgesteld of verwijderd!
Machine alleen met volledig gemonteerde en intacte botsingsbeveiliging in gebruik ne-
men.
Machine alleen met een correct ingestelde botsingsbeveiliging in gebruik nemen.
Elke keer dat de tractor wordt gewisseld, moet de afstelling van de botsingsbeveiliging
worden gecontroleerd en, indien nodig, gecorrigeerd.
Botsingsbeveiliging instellen
Botsingsbeveiliging zodanig instellen dat de maximale hoek tussen cardanas in gebruik niet
wordt overschreden en tegelijkertijd de banden van de tractor niet worden beschadigd. Zie
"Cardanas toepassingsgrenzen" pagina 208.
Gebruik
156 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
1 = schroeven
2 = afstandplaten
Werkwijze
Schroeven (1) volgens afbeelding verwijderen en botsingbeveiliging afnemen.
Afstandplaten (2) indien nodig aanbrengen of verwijderen.
Botsingbeveiliging weer aanbrengen en schroeven weer vastdraaien.
Instelling aan beide zijden van de dissel op dezelfde manier uitvoeren.
Gedwongen besturing kogekoppeling (Ø 50) aan de tractor monteren
TIP
De stuurstang van de gedwongen besturing alleen koppelen aan een goedgekeurde kogel-
koppeling 50 (diameter 50mm) aan de tractorzijde, met neerhouder die geschikt is voor vei-
lige montage en vergrendeling.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Goedgekeurde kogelkoppeling met 50 mm kogeldiameter en neerhouder.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 157
Werkwijze
A = gedwongen besturing stuurstang
B = borgpen neerhouder
V = Lunspen
Montage-afstand 250 mm van de trek-kogelkoppeling, zoals boven afgebeeld.
Montagehoogte en -diepte gelijk met de trek-kogelkoppeling.
AANWIJZING
Schade aan hefarm en stuurstang van de gedwongen besturing!
Botsingsgevaar van stuurstang (A) met hydraulische hefarm bij het nemen van bochten!
Hefarm demonteren of voldoende hoog instellen.
Hydraulisch gedwongen besturing cilinder / reservoir vullen
M2 / M3 manometer
H1 / H2 / H3 Afsluitkranen aan de dissel gesloten (= in bedrijfspositie)
Gebruik
158 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
H4 / H5 Afsluitkranen links en rechts onder de asbrug open (= in bedrijfspositie)
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
WAARSCHUWING
Misverstanden door slechte / ontbrekende afspraken!
Als er meerdere personen tegelijk op de tractor en opraapwagen werken, is er een ver-
hoogd risico op ongevallen!
Bevoegdheden duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures goed afspreken!
Positie van de afsluitkranen actieve gedwongen besturing
Afsluitkranen Positie
H1 gesloten
H2 gesloten
H3 gesloten
H4 open
H5 open
Afsluitkranen H1 / H2 / H3 / H4 / H5 openen.
Hydraulische functie ‘Pick-up heffen’ uitvoeren en accumulator vullen: op knop
drukken.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Bij een te hoge druk bestaat de kans dat de hydraulische leidingen scheuren!
Hydraulisch systeem met max. 75 bar voorspannen.
De functie wordt uitgevoerd zolang de knop ingedrukt blijft.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 159
Manometer M2 / M3 bekijken en de voorspandruk op 65 bar tot maximaal 75 bar instel-
len.
Vervolgens de afsluitkranen H1 / H2 / H3 op gesloten zetten.
Hydraulische gedwongen besturing afstellen
bij elke nieuwe montage van de machine op de tractor uitvoeren
M2 / M3 manometer
H1 / H2 / H3 Afsluitkranen aan de dissel gesloten (= in bedrijfspositie)
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Werkwijze
Afsluitkranen in de volgende positie brengen.
Afsluitkranen Positie
H1 open
H2 gesloten
H3 open
H4 open
H5 open
Met de opraapwagen ca. 50m rechtdoor rijden om de stuuras(sen) recht af te stellen.
Afsluitkranen H1 en H3 sluiten.
Gebruik
160 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Positie van de afsluitkranen actieve gedwongen besturing
Afsluitkranen Positie
H1 gesloten
H2 gesloten
H3 gesloten
H4 open
H5 open
TIP
De gedwongen besturing is correct afgesteld, als alle wielen aan beide zijden van de ma-
chine in lijn liggen en de beide manometers M2 / M3 in deze wielpositie een druk tussen
55... 75 bar weergeven.
Opraper
Pick-up tastwals (optie)
Eerst de tastwals instellen, vervolgens de tastwielen. Zie "Pick-up instelling" pagina 162.
1 = linker tastwiel
2 = Contramoeren verstelspindel
3 = Verstelspindel
4 = Pick-up tanden
5 = Tastwals
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 161
Pick-up tastwals instellen
De tastwals moet 2 cm hoger worden ingesteld dan het laagste punt van de cirkelbaan die
door de pick-uptanden in werkpositie wordt beschreven.
TIP
De tastwals moet aan beide kanten van de machine op dezelfde wijze worden ingesteld.
Voorwaarde
Machine in arbeidspositie met neergelaten pick-up.
Pick-up zo ingesteld dat de tanden op de bodem rusten.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Contramoeren (2) van de verstelspindel (3) aan beide kanten van de machine losmaken
en enkele schroefdraadgangen van de verstelspindel verwijderen.
Verstelspindel aan beide zijden van de machine verdraaien en bij de passende hoogte
(2 cm hoger dan de tanden) de contramoer weer aanhalen.
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Vervolgens de tastwielen instellen. Zie "Pick-up instelling" pagina 162.
Pick-up instelling
Alleen met een optimaal aangepaste werkdiepte is een betrouwbare, snelle en schone opna-
me van het laadgoed gegarandeerd.
Om ervoor de zorgen dat de pick-up in het optimale pendelbereik werkt, moet de knikdissel
op de juiste manier worden ingesteld.
TIP
Knikdissel-laadbedrijf instellen vóór de instelling van de schokdemping van de knikdissel!
Zie "Knikdissel-schokdemping" pagina 196.
Knikdissel-laadbedrijf instellen vóór de instelling van de pick-up
Gebruik
162 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
P = Pick-up / gewaskeerplaat
Maat - M = knikdissel instelmaat van de bodem tot het midden van de tastwiel-draagarmlage-
ring gemeten
Bij oneffen ondergronden de maat (M) tot 460 mm - 470 mm verkleinen. Zie "Knikdisselhoog-
te laadbedrijf-instelling" pagina 193.
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Knikdissel correct ingesteld. Zie "Knikdisselhoogte laadbedrijf-instelling" pagina 193.
Machine in laadpositie (knikdissel en pick-up neergelaten) geparkeerd.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkdiepte instellen
TIP
Hoge instelling: als de stoppels lang zijn en bij oneffenheden in de grond.
Lage instelling: als het groenvoer kort is en de ondergrond vlak.
Werkwijze
Pick-up hydraulisch zo ver heffen dat de verstelbalken (51) van de tastwielen in beide
richtingen kunnen worden versteld.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 163
Tractormotor uitschakelen, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Verstelbalken (51) aan beide zijden van de pick-up naar behoefte in gelijke positie af-
stellen en met de lunspen zekeren.
Gewaskeerplaat instellen
Werkwijze
Voor kleinere zwaden en kort gewas de gewaskeerplaat (52) zo laag hangen (gewas-
keerplaat in positie "T") dat er net geen lading boven de gewaskeerplaat komt te liggen.
52 = Gewaskeerplaat
T = diepte gewaskeerplaat instelling
H = hoogte gewaskeerplaat instelling
Voor grotere zwaden, de gewaskeerplaat (52) hoog hangen (gewaskeerplaat in posi-
tie "H"), om kruimelverliezen te voorkomen.
Opraper hydraulische ontlasting
Voor een optimale opraper druk kan de oplegdruk worden aangepast, als de opraper te licht
(met te gering gewicht) of te zwaar (met te hoog gewicht) drukt.
Gebruik
164 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Iedereen wegsturen uit het gevarengebied rond om de opraper.
Hydraulische ontlasting instellen
G = Stikstofvoorspanningsdruk in drukaccumulator 10 bar
M = Manometer
H = Afsluitkraan
Werkwijze
Afsluitkraan (H) openen (pos. E)
Opraper heffen
Afsluitkraan (H) sluiten (pos. A)
Opraper neerlaten
Systeemdruk instellen door kort openen van de afsluitkraan (H) volgens manometer (M).
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 165
TIP
Hoe hoger de druk, hoe hoger de ontlasting en des te geringer het drukgewicht van de op-
raper.
Hoe geringer de druk, hoe geringer de ontlasting en des te hoger het drukgewicht van de
opraper.
Pick-up mechanische ontlasting
Voor een optimale pick-up druk kan de oplegdruk worden aangepast, als de pick-up te licht
(met te gering gewicht) of te zwaar (met te hoog gewicht) is.
TIP
De meest geschikte instelling moet tijdens het gebruik worden bepaald.
Afb.: 1 = Pick-up mechanische ontlasting onder de zijbescherming rechtsvoor
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Fabrieksinstelling
Met tastwielonderstel Zonder tastwielonderstel
Maat "X" = 110 mm Maat "X" = 85 mm
Ontlasting instellen
Zijbescherming rechtsvoor openen. Zie "Zijbescherming / frontbescherming bediening"
pagina 133.
Gebruik
166 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Te weinig druk op de pick-up (stuitert): Maat (X) stapsgewijs en in kleine stappen ver-
kleinen.
Te veel druk op de pick-up: Maat (X) stapsgewijs en in kleine stappen vergroten.
Zijbescherming sluiten.
Instelling tijdens de werking controleren.
Instelling naar behoefte herhalen.
Opbouw en frontkleppen
Slanghouder
Slanghouder zo instellen dat tijdens de werkzaamheden altijd voldoende afstand bestaat tus-
sen de kabels / hydraulische leidingen en de dissel.
TIP
Wordt de machine gebruikt met verschillende tractoren, de instelling bij iedere tractorwissel
controleren en indien nodig corrigeren.
AANWIJZING
Schade aan slangen en kabels!
Hydraulische leidingen en kabels mogen tijdens de werkzaamheden niet worden uitge-
rekt, geknikt of blootgesteld aan torsiekrachten, en niet schuren.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 167
Slanghouder instellen
Voorwaarde
Tractor en machine in de wegtransportpositie geparkeerd op een vlakke en stabiele on-
dergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Slanghouder met een hand vasthouden en de schroef, zoals afgebeeld, verwijderen.
Slanghouder naar behoefte heffen of neerlaten.
Gebruik
168 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Schroef in de gewenste slanghouderpositie weer aanbrengen en vastdraaien.
Frontklep instelling
Met de hydraulische frontklep kan worden gewisseld tussen standaardbedrijf en hakselwerk-
zaamheden. De hydraulische frontklep kan in elke willekeurige positie worden geplaatst om
een optimale stroom van de lading te kunnen garanderen. De frontklep wordt door de hyrau-
lische cilinder (1) gehouden en wordt afhankelijk van de mate van vulling bewogen.
De hoogte van de frontklep wordt begrenst door de eindaanslag (3).
1 = hydraulische cilinder voor laadautomaat
2 = Hulpveer voor het instellen van de verdichting
3 = Aanslag voor de maximale hoogte van de frontklep
4 = Frontklep
Standaardbedrijf instellen
Standaardbedrijf = belading van de laadruimte geschiedt viea de pick-up
Werkwijze
1 Frontklep conform de aanslagpositie zwenken.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 169
Aanslag boven: Hydraulische cilinder inschuiven om de frontklep helemaal naar bo-
ven te zwenken.
Aanslag onder: Hydraulische cilinder slechts ca. 25 mm uitschuiven. De frontklep
wordt zo niet helemaal naar boven gezwenkt en daarmee de laadzuil in laadbedrijf
naar de zijkant verbreed.
Laadvloed optimaliseren
In standaardbedrijf.
Werkwijze
1 Frontklep door middel van het stuurapparaat van de tractor zodanig instellen dat de
laadvloed wordt geoptimaliseerd en de laadruimte gelijkmatig, ook in naar de zijkant,
wordt gevuld.
TIP
De meest geschikte instelling moet tijdens het gebruik worden bepaald.
Hakselwerkzaamheden instellen
Hakkselwerkzaamhden = de belading van de laadruimte geschiedt via de hakselaar.
Werkwijze
1 Frontklep door middel van de stuurautomaat van de tractor volledig naar beneden zwen-
ken.
Mechanische frontklep
De mechanische frontklep is ontworpen om uitsluitend de opraapwagen te gebruiken. De
frontklep wordt door de beweegbare balk in de langwerpige gaten (1) gehouden. De langwer-
pige gaten maken het mogelijk om de laadautomaat door middel van de een vulstandsensor,
afhankelijk van de vulgraad van de laadruimte, via de stelling van de klep aan te spreken.
De optimalisatie van laadvloed is alleen mogelijk door verstelling van de druk van de hulpve-
ren aan de frontklep.
Gebruik
170 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
1 = beugel
2 = Hulpveer voor het voorinstellen van de verdichting
3 = Eindaanslag voor de maximale hoogte van de frontklep
4 = Frontklep
Dakkabels
De dakkabels dienen ter zekering van de lading en worden zodanig aan de voorste (1) en
achterste rij haken (2) bevestigd dat ze een gelijke lengte hebben.
Dakkabel verborgen
1 = Dakkabelhouder / Dakkabelspanner
2 = kabelbeugel achter
TIP
Voor vulling met hakselgoed alle dakkabels afnemen, oprollen en beschermd opbergen te-
gen vervuiling en vocht!
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 171
WAARSCHUWING
Vallen / uitglijden / struikelen / intrekken!
Het betreden van de laadruimte kan leiden tot zware en levensgevaarlijke verwondingen.
De laadruimte alleen betreden wanneer deze volledig leeg is.
Vochtige laadruimtebodem langzaam en uiterst voorzichtig betreden.
In de laadruimte zo mogelijk niet achterwaards bewegen.
Bij het betreden van de laadruimte persoonlijke beschermingsuitrusting, zoals hand-
schoenen en werkkleding gebruiken.
Laadruimteopeningen zekeren tegen onbedoeld sluiten (bijvoorbeeld door deze te blok-
keren).
Voor aanvang van de werkzaamheden laadruimte de tractormotor uitschakelen, par-
keerrem aantrekken, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Dakkabel afnemen
1 = Dakkabelspanner
Voorbereiding
Geschikte opberggelegenheid voor gedemonteerde dakkabel.
Eventueel ladder om de laadruimte te kunnen betreden.
Eventueel ladder om de bevestiging van de kabelspanner te kunnen bereiken.
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Laadruimte volledig leeggemaakt.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Toegangsdeur (indien aanwezig) of achterklep geopend. Zie "Laadruimtedeur (optie)"
pagina 136.
Tijdens het werken: tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleu-
tel verwijderd en opgeborgen.
Klapbare perskanaal-afdekking in werkpositie neergeklapt. Zie "Perskanaal-afdek-
king (optie)" pagina 174.
Gebruik
172 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Werkwijze
Schroef (3) aan de dakkabelspanner aan beide zijden van de machine verwijderen.
Buis naar achteren draaien en de dakkabel ontspannen.
Dakkabel voor en achter laten hangen, oprollen en opbergen tegen vervuiling en vocht.
Schroef (3) aan dakkabelspanner aan beide zijden van de machine weer aanbren-
gen en vasttrekken.
Dakkabel naspannen
In het gebruik worden de dakkabels in de loop van de tijd wat langer. De dakkabels moeten
worden nagespannen als door de doorhang een betrouwbare afdekking van de lading niet
meer kan worden gegarandeerd of als de maximaal toegestane voertuighoogte wordt over-
schreden.
Werkwijze
Schroef (3) aan de dakkabelspanner aan beide zijden van de machine verwijderen.
De dakkabelspanner verdraaien om de dakkabel na te spannen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 173
Schroef (3) aan dakkabelspanner aan beide zijden van de machine weer aanbrengen en
vasttrekken.
Perskanaal-afdekking (optie)
De perskanaal-afdekking wordt alleen bij hakselwerkzaamheden in werkpositie gebracht. De-
ze voorkomt verlies van het hakselgoed door het perskanaal. Voor het standaard laadbedrijf
door middel van de pick-up de perskanaal-afdekking in parkeerpositie brengen.
AANWIJZING
Schade aan pers, snij-installatie en perskanaal-afdekking!
Is de perskanaal-afdekking in werkpositie terwijl de machine via de pick-up (standaard be-
lading) wordt beladen, dan ontstaat er een opstopping van het laadgoed in het perskanaal.
Perskanaal-afdekking in het standaard laadbedrijf niet samen met de pick-up gebrui-
ken.
Perskanaal-afdekking in werkpositie voor hakselwerkzaamheden brengen
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Ladder omlaag geklapt en ingangsdeur geopend. Zie "Laadruimtedeur (optie)" pagi-
na 136.
Werkwijze
Vervuilingen op de laddertreden verwijderen.
Op de ladder stappen, daarbij de laddertreden als handgreep gebruiken, en aan de bo-
venkant de handgreep (G) rechts aan de kant van de instapdeur met één hand vastpak-
ken, en de laadruimte voorzichtig betreden.
Gebruik
174 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
WAARSCHUWING
Stoten met het hoofd en vallen van de klimhulp / laadruimteopening door uitglij-
den!
Bukken bij het betreden van de laadruimte.
Laadruimte langzaam betreden.
Ladder in vochtige omstandigheden langzaam en bijzonder voorzichtig betreden.
Bij vochtige rolbodem laadruimte langzaam en bijzonder voorzichtig betreden.
Afdekking (A) met een hand vasthouden.
Afb.: Transportpositie bij standaad laadbedrijf door middel van de pick-up.
Lunspennen (B/C) verwijderen en onder handbereik houden.
De afdekking vast blijven houden langzaam naar onderen zwenken in werkpositie.
Afb.: Werkpositie
De afdekking wordt niet extra vergrendeld, maar door het eigengewicht en door het ge-
wicht van de lading in positie gehouden.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 175
Lunspennen (B/C) in transportpositie bij standaard laadbedrijf weer aanbrengen.
Laadruimte verlaten/klimhulp betreden.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door struikelen en vallen!
Klimhulp alleen gebruiken met het gezicht naar de klimhulp toegekeerd!
Aan de bovenkant de handgreep (G) rechts aan de kant van het kozijn van de instap-
deur met één hand vastpakken en tijdens het afdalen de laddertreden als handgreep ge-
bruiken.
Ingangsdeur indien nodig sluiten en vergrendelen
Stel zeker dat er geen personen in de laadruimte worden opgesloten.
Perskanaal-afdekking in parkeerpositie voor standaard laadbedrijf brengen: Pro-
cedure in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Instelling telescopische achterklepsteunen (OPTIE Profiline "L")
Met telescopische achterklepsteunen kan de opening van de achterklep worden aangepast
aan bouwkundige omstandigheden (lage ingangen).
Voorwaarde
Machine en tractor geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen
wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Telescopische achterklepsteunen (optie) geïnstalleerd.
Gebruik
176 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
AANWIJZING
Schade aan de achterklep en de aanbouwdelen door foutieve bediening!
Als beide zijden van de machine niet in dezelfde positie worden vastgepind, kunnen de
achterklep en de aanbouwdelen worden verbogen.
Borgpennen aan beide zijden van de machine op dezelfde wijze vergrendelen!
Werkwijze
Eindhoogte voor de achterklep door schroeven van de posities 1-3 aan de balk instellen.
Positie 1= 465 mm boven het bovenste langsprofiel(L)
Positie 2= 365 mm boven het bovenste langsprofiel(L)
Positie 3= 265 mm boven het bovenste langsprofiel(L)
Instelling telescopische achterklepsteunen
De telescopische achterklepsteunen maken het mogelijk om de opening van de achterklep
aan te passen aan de op dat moment benodigde losmethode. Zo is het mogelijk om de dose-
ring via de zijafvoerband direct via een transportband te laten plaatsvinden.
AANWIJZING
Schade aan de achterklep en de aanbouwdelen door foutieve bediening!
Na het verplaatsen van de achterklepsteunen naar zijafvoerbandfunctie, de bediening
beslist ook instellen op zijafvoerbandfunctie.
Borgpennen aan beide zijden van de machine op dezelfde wijze vergrendelen!
TIP
De gemeenschappelijke aansturing van doseerwals en zijafvoerband is alleen mogelijk via
ISOBUS!
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 177
Afb.: Linker telescopische achterklepsteun
Voorwaarde
Stuurapparaat tractor voor de achterklep moet zijn ingesteld zweefstand.
Machine en tractor geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen
wegrollen.
Zijafvoerbandfunctie instellen
Indien de zijafvoerband samen met de doseerwals wordt gebruikt voor het afladen, dan moet
de zijafvoerband worden uitgeschoven en de telescopische achterklepsteun, zoals hiernavol-
gend beschreven, op deze werkwijze worden omgesteld.
AANWIJZING
Schade aan de achterklep en de aanbouwdelen door foutieve bediening!
Na het verplaatsen van de achterklepsteunen naar zijafvoerbandfunctie, de bediening
beslist ook instellen op zijafvoerbandfunctie.
Borgpennen aan beide zijden van de machine op dezelfde wijze vergrendelen!
Voorwaarden
Achterklep, zoals hieronder afgebeeld, zo vastgepind dat alleen het onderste deel van
de achterklep wordt gezwenkt.
Werkwijze
Zijafvoerband handmatig tot aan de aanslag uittrekken en vergrendelen. De vergrende-
ling volgt merkbaar vanzelf. Zie "Hydraulische "zijafvoerband breed" werkpositie / trans-
portpositie" pagina 181.
Gebruik
178 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controleren of de vergrendeling goed vastzit.
TIP
Als de zijafvoerband helemaal is uitgeschoven en vergrendeld, kan de achterklep
alleen nog worden bediend via de achterkleptoetsen aan de achterkant van de
laadwagen.
Ankerlijst (1) afhankelijk van de geplande richting bij het uitladen, inhangen en door mid-
del van de lunspen (V) zekeren.
Afb.: Voorbeeld montagepositie aan de linkerkant van de machine, als er aan de rech-
terkant moet worden geladen.
Achterklep met de achterkleptoetsen ongeveer 10 cm openen om de borgpennen aan
de achterklepsteun te ontlasten.
Lunspennen en borgpennen (A) aan beide zijden van de machine van de achterklep-
steun verwijderen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 179
Afb.: Voorbeeld linkerzijde van de machine
Borgpennen (A) en alle lunspennen aan beide zijden van de machine aan de zijfafvoer-
band aanbrengen, zoals hieronder afgebeeld.
Achterklep door middel van achterkleptoetsen openen tot aan de aanslag en er op letten
dat de bouten in de aanslaghaken aan beide zijden van de zijafvoerband inklikken.
Afb.: Voorbeeld linkerzijde van de machine
Afdekzeil aan de zijkant (2) naar behoefte, afhankelijk van de geplande transportrichting
bij het uitladen, inhangen.
Gebruik
180 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afb.: Voorbeeld montagepositie aan de linkerkant van de machine, als er aan de rech-
terkant moet worden geladen.
Afdekzeil door het draaien van de (8x) knoppen (3) met 90 ° zekeren.
Achterklepsteunen / achterklep in de ‘standaardpositie’ brengen (werking zonder
zijafvoerband): Procedure in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Hydraulische "zijafvoerband breed" werkpositie / transportpositie
De zijafvoerband is voor het vervoer op de openbare weg standaard onder de rolbodem ge-
schoven en vergrendeld.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 181
1 = Zijafvoerband in de transportpositie
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
In werkpositie brengen
Werkwijze
Vergrendelingshendel (2) openen, aan de handgreep (3) trekken en zijafvoerband zo
ver eruit trekken tot de veerbelaste vergrendeling niet meer vanzelf kan vastklikken.
Zijafvoerband verder eruit trekken tot de veerbelaste vergrendelingshendel vanzelf weer
vastklikt.
Gebruik
182 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controleren of de vergrendeling goed vastzit.
Indien met de zijafvoerband moet worden gelost, dan de verstelbare achter-
klepsteunen van de achterklep instellen en het afdekzeil op de tegenoverlig-
gende zijde van de laadzijde inhangen.
Houder aan de beide achterlichten zodanig instellen, dat de achterlichten verti-
caal naar de bodem staan en de moeren weer vastdraaien.
In de transportpositie brengen
De transportpositie wordt tot stand gebracht wanneer de zijafvoerband niet langer nodig is.
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Verstelbare achterklepsteunen in de wegtransportpositie brengen. Zie "Instelling tele-
scopische achterklepsteunen" pagina 177.
Achterklep sluiten.
Zijafvoerband ontgrendelen en in het frame schuiven tot de vergrendeling vastklikt. Con-
troleren op correcte vergrendeling.
Houder aan de beide achterlichten zodanig instellen, dat de achterlichten verticaal naar
de bodem staan en de moeren weer vastdraaien.
Achterklep naar behoefte volledig hydraulisch sluiten (alleen bij volledig ingeklapte hy-
draulische zijafvoerband mogelijk!).
Losvarianten met doseerwals
De telescopische achterklepsteunen maken het mogelijk om de opening van de achterklep
aan te passen aan de op dat moment benodigde losmethode.
Bij machines met doseerwalsen bestaat de mogelijkheid om de dosering door middel van het
gebruik van een zijafvoerband en de instelling van de achterklep af te stemmen op de betref-
fende behoefte om op die manier een optimale stroming van lading te verkrijgen. Zo is het
mogelijk om de dosering via de zijafvoerband direct via een transportband te laten plaatsvin-
den. Voor dit doel moeten, zoals hiernavolgend beschreven, de achterklepsteun en de ge-
deelde achterklep in verschillende posities worden gebracht.
Voorwaarde
Machine en tractor geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen
wegrollen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 183
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Voorbereiding
Ladder of iets dergelijks.
AANWIJZING
Schade aan de achterklep en de aanbouwdelen door foutieve bediening!
Als beide zijden van de machine niet in dezelfde positie worden vastgepind, kunnen de
achterklep en de aanbouwdelen worden verbogen.
Borgpennen aan beide zijden van de machine op dezelfde wijze vergrendelen!
Zijafvoerbandfunctie instellen
Indien de zijafvoerband samen met de doseerwals wordt gebruikt voor het afladen, dan moet
de zijafvoerband worden uitgeschoven en de telescopische achterklepsteun, zoals hiernavol-
gend beschreven, op deze werkwijze worden omgesteld.
AANWIJZING
Schade aan de achterklep en de aanbouwdelen door foutieve bediening!
Na het verplaatsen van de achterklepsteunen naar zijafvoerbandfunctie, de bediening
beslist ook instellen op zijafvoerbandfunctie.
Borgpennen aan beide zijden van de machine op dezelfde wijze vergrendelen!
Voorwaarden
Achterklep, zoals hieronder afgebeeld, zo vastgepind dat alleen het onderste deel van
de achterklep wordt gezwenkt.
Werkwijze
Zijafvoerband handmatig tot aan de aanslag uittrekken en vergrendelen. De vergrende-
ling volgt merkbaar vanzelf. Zie "Hydraulische "zijafvoerband breed" werkpositie / trans-
portpositie" pagina 181.
Gebruik
184 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controleren of de vergrendeling goed vastzit.
TIP
Als de zijafvoerband helemaal is uitgeschoven en vergrendeld, kan de achterklep
alleen nog worden bediend via de achterkleptoetsen aan de achterkant van de
laadwagen.
Ankerlijst (1) afhankelijk van de geplande richting bij het uitladen, inhangen en door mid-
del van de lunspen (V) zekeren.
Afb.: Voorbeeld montagepositie aan de linkerkant van de machine, als er aan de rech-
terkant moet worden geladen.
Achterklep met de achterkleptoetsen ongeveer 10 cm openen om de borgpennen aan
de achterklepsteun te ontlasten.
Lunspennen en borgpennen (A) aan beide zijden van de machine van de achterklep-
steun verwijderen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 185
Afb.: Voorbeeld linkerzijde van de machine
Borgpennen (A) en alle lunspennen aan beide zijden van de machine aan de zijfafvoer-
band aanbrengen, zoals hieronder afgebeeld.
Achterklep door middel van achterkleptoetsen openen tot aan de aanslag en er op letten
dat de bouten in de aanslaghaken aan beide zijden van de zijafvoerband inklikken.
Afb.: Voorbeeld linkerzijde van de machine
Afdekzeil aan de zijkant (2) naar behoefte, afhankelijk van de geplande transportrichting
bij het uitladen, inhangen.
Gebruik
186 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afb.: Voorbeeld montagepositie aan de linkerkant van de machine, als er aan de rech-
terkant moet worden geladen.
Afdekzeil door het draaien van de (8x) knoppen (3) met 90 ° zekeren.
Achterklepsteunen / achterklep in de ‘standaardpositie’ brengen (werking zonder
zijafvoerband): Procedure in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Losvariant "grove dosering" instellen (Combiline)
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 187
Werkwijze
Lunspen (V) en borgpen (A) verwijderen.
Bovenste en onderste deel achterklep in de getoonde positie steken.
Borgpennen (A) met lunspen (V) zekeren.
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Bij aanraking van het onderste en bovenste deel van de achterklep samen geo-
pend.
Gebruik
188 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Losvariant "fijne dosering" instellen (Combiline)
Werkwijze
Lunspen (V) en borgpen (A) verwijderen.
Onderste deel achterklep in de getoonde positie steken.
Borgpennen (A) met lunspen (V) zekeren.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 189
Procedure aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Bij aanraking wordt alleen het onderste deel van de achterklep geopend.
Doseerwals voorspanning (volmeldingssensor)
Bij machines met een doseerwals moet de op de lengteas van de machine beweeglijke lage-
ring van de onderste doseerwals vooraf op het specifieke gewicht van de te behandelen la-
ding (droog ruwvoer of kuilvoeder) worden ingesteld. Alleen op die manier vindt de laadruim-
te vol melding / uitschakeling van de rolbodem via de sensor (90) plaats bij een optimale vul-
graad van de laadruimte. De instelling gebeurt via de voorspanveer die zich achter de onder-
ste doseerwals bevindt.
TIP
Af-fabriek is voorspanning ingesteld op Sl = sI = kuilvoeder.
Gebruik
190 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorwaarde
Machine in transportpositie op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Laadruimte leeg.
Voorspanning doseerwals instellen
Werkwijze
Voorspanning door het verdraaien van de moer (M) zodanig instellen dat de schijf (S)
overeenkomt met de passende markeringen van de betreffende lading (DF / SI).
DF = droog ruwvoer
SI = kuilvoeder
Afbeelding toont de juiste instelling voor silage.
Sluitdruk achterklep (alleen bij variant "L")
De sluitdruk van de achterklep hangt af van de lading. Hoe meer gewicht er op de achterklep
rust, hoe hoger de hydraulische sluitdruk moet zijn, om ervoor te zorgen dat de achterklep
niet door het gewicht van de lading en de bewegingen tijdens het rijden wordt opgedrukt.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 191
TIP
De achterklep wordt slechts de laatste 10 centimeter voordat deze wordt gesloten voorzien
van hydraulische druk en vervolgens met de vooraf ingestelde druk volledig gesloten.
Voorwaarde
Machine volledig aangekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd
Machine in transportpositie geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en bevei-
ligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
VOORZICHTIG
Ladingverlies tijdens het rijden!
Indien de sluitdruk van de achterklep verkeerd is ingesteld, kan de achterklep door het ge-
wicht van de lading worden opgedrukt en kan er lading uit de laadruimte vallen.
Sluitdruk achterklep instellen op basis van het type lading.
Sluitdruk achterklep instellen
Werkwijze
Omschakelklep instellen op de te laden lading DF/SI.
Gebruik
192 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
DF = droog ruwvoer
SI = kuilvoeder
Knikdisselhoogte laadbedrijf-instelling
TIP
Knikdissel-laadbedrijf instellen vóór de instelling van de schokdemping van de knikdissel!
Zie "Knikdissel-schokdemping" pagina 196.
Knikdissel-laadbedrijf instellen vóór de instelling van de pick-up
Voor het goed functioneren van de pick-up (optimaal pendelbereik), moet de knikdissel op de
juiste manier worden ingesteld.
P = Pick-up
M = 480 mm (instelmaat van de bodem tot het midden van de tastwiel-draagarmlagering ge-
meten)
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Laadruimte volledig leeggemaakt.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Knikdissel volledig geheven (= hydraulische cilinder volledig ingeschoven).
Aftakas uitgeschakeld
Tractormotor tijdens de werkzaamheden aan de machine uitgeschakeld, aftakas uitge-
schakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 193
Knikdissel instellen
Werkwijze
Contramoeren (KM) aan de draadspindels van de knikdissel-hydraulische cilinders los-
maken.
KM = Contramoer
KS = Kolfstang
Door de kolfstangen (KS) te verdraaien de draadspindel zo ver uit- of indraaien, tot de
instelmaat "M" bereikt is, zie afbeelding hieronder.
P = Pick-up
M = 480 mm (instelmaat van de bodem tot het midden van de tastwiel-draagarmlagering
gemeten)
AANWIJZING
Schade aan de dissel of aanbouwdelen!
Indien de draadspindel van de hydraulische cilinder boven de aanbevolen instelmaat
"L max" wordt uitgedraaid, kan er tijdens het gebruik schade ontstaan aan de hydrauli-
sche cilinder.
Maximale maat hydraulische cilinder "L max" volgens de volgende tabel niet over-
schrijden!
Door uitdraaien van de draadspindel mag de lengte "L-max” afhankelijk van de hy-
draulische cilinder (zie tabel onder) niet worden overschreden.
Gebruik
194 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
L-max = gemeten lengte van lagerboutmiddelpunt tot lagerboutmidelpunt
Maximaal verstelbereik knikdissel-hydraulische cilinder
Type Artikelnummer
Hydraulische cilinder
Lengte (L max)
EUROPROFI met 2 t -Aan-
hangsel
442.330 555 mm
EUROPROFI met 3 t oder 4 t
Aanhangsel
442.858 540 mm
TIP
Indien de maximale maat "L max" wordt overschreden om de maat "M" aan de
pick-up te halen dan dien de aanbouwhoogte van de dissel aan de tractor gecon-
troleerd te worden en dienovereenkomstig te worden gecorrigeerd.
Aan de hydraulische cilinder bevindt zich een sticker met de gemarkeerde maxima-
le lengte "L max" in millimeter.
Instelling aan beide hydraulische cilinders op exact dezelfde wijze uitvoeren.
AANWIJZING
Schade aan de dissel of aanbouwdelen!
Indien de instelling niet op exact dezelfde wijze aan de beide hydraulische cilinder
wordt uitgevoerd, kunnen de dissel en de aanbouwdelen worden beschadigd.
Instelling aan beide hydraulische cilinders op exact dezelfde wijze uitvoeren.
Contramoeren (KM) aan de beide hydraulische cilinders weer vast aanhalen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 195
KM = Contramoer
Knikdissel-schokdemping
Bij ritten over de weg op de juiste functie van de knikdissel schokdemping letten.
De demping gebeurt via het hydraulische membraanreservoir (MS).
TIP
De instelling van de knikdissel-schokdemping uitvoeren na de instelling van de knikdissel-
positie voor het laadbedrijf"! Zie "Knikdisselhoogte laadbedrijf-instelling" pagina 193.
KA = Knikdissel hefcilinder
MS = Membraanreservoir
AANWIJZING
Materiële schade als gevolg van niet correct ingestelde knikdissel schokdemping!
Bij hoge rijsnelheden kunnen bij overbelasting tractor- of machinecomponenten overbelast
raken of breken.
Schokdemping beschreven zoals ingesteld!
Gebruik
196 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Schokdemping instellen
Voorwaarde
Tractor en machine in de wegtransportpositie geparkeerd op een vlakke en stabiele on-
dergrond en beveiligd tegen wegrollen.
Membraanreservoir van de correcte voorspandruk voorzien.
Werkwijze
Hydraulische cilinder uitschuiven (=knikdissel neerlaten), tot de kolfstang circa 1 cm3 cm
afstand tot de eindaanslag heeft (Maat "X") heeft bereikt.
Afb.: Maat "X" = 1 cm -3 cm
Doorsnede van de hydraulische cilinder
Aansluitend kan de knikdissel-wegtransportpositie in het menu "SET” worden vast-
gelegd. Zie "Selectie submenu "spanningswaarde knikdissel"" pagina 94.
Membraanreservoir vuldruk
Type Vuldruk
BOSS (optie) 50 bar
PRIMO (optie) 50 bar
FARO (optie) 50 bar
EUROPROFI (optie) 70 bar
TORRO 80 bar
JUMBO 2 t dissel 100 bar
JUMBO 3 t + 4 t dissel 90 bar
TIP
Membraanreservoir vuldruk veranderen / navullen. Zie "Hydraulische drukaccumulator con-
troleren / bijvullen" pagina 329.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 197
Aankoppeling
AANWIJZING
Botsingen met andere weggebruikers!
Bij het rijden met machines waarvan de onderdelen niet in de wegtransportpositie zijn vast-
gezet, kunnen botsingen ontstaan met andere weggebruikers.
Vóór transportritten op de openbare weg, alle machineonderdelen in de wegtransport-
positie brengen en vastzetten zoals voorgeschreven.
Vóór het rijden in verkeersgebieden waar andere weggebruikers aanwezig zijn, de ma-
chine in de wegtransportpositie brengen.
GEVAAR
Intrekken en afrukken van ledematen!
Aftakasaandrijving beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar van het hele lichaam!
Het verblijf in het gevarengebied van tractor en machine is verboden, zolang de combinatie
niet is beveiligd tegen wegrollen en onbedoelde inbedrijfstelling.
1 Omstanders wegsturen uit het gevarengebied rondom de tractor en machine.
2 Zorgen dat niet-betrokken personen de gevarenzone niet betreden.
3 Machine alleen op een vlakke en stevige ondergrond parkeren.
4 Parkeerrem aantrekken.
5 Tractormotor uitschakelen, contactsleutel verwijderen en opbergen.
6 Wielblokken bij de tractor en de machine plaatsen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling voor het hele lichaam bij bediening van de hefinrichting!
Personen wegsturen uit het gevarengebied rondom de hefinrichting.
Bij bediening van de hefinrichting via externe toetsen niet tussen de tractor en machine
komen.
Snij-installatie controle
VOORZICHTIG
Ongecontroleerd uitzwenken van de messenbalk!
Is de messenbalk bij ingebruikname van de machine niet vergrendeld en beveiligd, dan kan
de messenbalk ongecontroleerd naar de zijkant uitzwenken.
Vergendeling aan de snij-installatie voor iedere ingebruikname controleren!
Gebruik
198 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Vergrendeling van de snij-installatie controleren
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Machine in de wegtransportpositie.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Controleren of de vergrendeling van de snij-installatie volledig gesloten is. 246
Disselboom koppelen
AANWIJZING
Materiële schade aan machineonderdelen tijdens het koppelen!
Let op vrije toegankelijkheid.
Slangen, kabels en kettingen altijd buiten het koppelingsgebied plaatsen.
Voorwaarden
Diefstalbeveiliging verwijderd. Zie "Diefstalbeveiliging aanbrengen" pagina 234.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Sleepoog aan handmatige aanhangerkoppeling koppelen
symboolafbeelding handmatige aanhangerkoppeling voor sleepogen
1 = Koppelbout
2 = Boutborging
Voorbereiding
• Koppelbouten
• Boutborging
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 199
Werkwijze
1 Disselhoogte van het werktuig zo instellen dat de koppelinrichting van de tractor wordt
bereikt.
2 Rijd de trekker tot aan de koppeling zodat de koppelbout kan worden ingestoken.
3 Beveilig de trekker met de handrem tegen wegrollen.
4 Plaats koppelbout (1) in de koppeling.
5 Installeer koppelbout met de boutborging (2).
TIP
Stel de koppeling aan de werktuigzijde zodanig in dat het steunvlak van het sleepoog of het
onderste vlak van de kogelkoppeling horizontaal staat (+/- 3°).
Sleepoog aan automatische aanhangerkoppeling koppelen
Symboolafbeelding automatische aanhangerkoppeling voor sleepogen
1 = Aanhangerkoppeling
2 = Boutkoppeling
Werkwijze
1 Disselhoogte van het werktuig zo instellen dat de koppelinrichting van de tractor wordt
bereikt.
2 Open aanhangerkoppeling (1).
3 Beweeg de trekker naar de koppeling totdat de boutkoppeling (2) in het dissel-sleepoog
vastklikt.
4 Controleer of de boutkoppeling gesloten en geborgd is.
TIP
Stel de koppeling aan de werktuigzijde zodanig in dat het steunvlak van het sleepoog of het
onderste vlak van de kogelkoppeling horizontaal staat (+/- 3°).
Gebruik
200 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Trekkogel aan handmatige trekkogelkoppeling aankoppelen
Symboolafbeelding handmatige trekkogelkoppeling
1 = Kogelkop
2 = Neerhouder
Werkwijze
1 Disselhoogte van het werktuig zo instellen dat de koppelinrichting van de tractor wordt
bereikt.
2 Kogelkop (1) en de trekschaal reinigen en met machinevet smeren.
3 Ontgrendel neerhouder (2) op het lagerblok en zwenk deze in de koppelingspositie.
4 Rijd trekker langzaam achteruit totdat de kogelkop (1) de trekschaal opneemt.
5 Beveilig de trekker met de handrem tegen wegrollen.
6 Neerhouder (2) aan het lagerblok vergrendelen en borgen.
TIP
Stel de koppeling aan de werktuigzijde zodanig in dat het steunvlak van het sleepoog of het
onderste vlak van de kogelkoppeling horizontaal staat (+/- 3°).
Hydraulische gedwongen besturing aanbouw
Voorwaarden
Machine gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Console voor de gedwongen besturing monteren, indien dit nog niet is gebeurd. Zie
"Gedwongen besturing kogekoppeling (Ø 50) aan de tractor monteren" pagina 157.
Stuurstang van de gedwongen besturing met de console koppelen en beveiligen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 201
TIP
Het sleepoog voor de kogelkoppeling alleen koppelen aan een goedgekeurde kogel-
koppeling 50 (diameter 50mm) aan de tractorzijde, met neerhouder die geschikt is
voor veilige montage en vergrendeling.
Elektronische gedwongen besturing aanbouw
TIP
De elektronische gedwongen besturing met hydraulische systemen zonder Load sensing is
niet mogelijk.
Voorwaarde
Tractor met Load sensing aansluiting.
Machine gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Console voor gedwongen besturing monteren indien nog niet gebeurd. Zie "Gedwongen
besturing kogekoppeling (Ø 50) aan de tractor monteren" pagina 157.
Kogelkop en de trekschaal reinigen en met universeel vet smeren.
Neerhouder aan de console ontgrendelen en in koppelpositie zwenken.
Stuurstang van de gedwongen besturing met de console koppelen en beveiligen.
TIP
Het sleepoog voor de kogelkoppeling alleen koppelen aan een goedgekeurde kogel-
koppeling 50 (diameter 50mm) aan de tractorzijde, met neerhouder die geschikt is
voor veilige montage en vergrendeling.
De hydrauliek met Load sensing aansluiten aan de tractor.
Gebruik
202 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De stroomvoorziening en de gegevensverbinding van de bedieningsterminal aansluiten.
Bedieningsterminal nog niet inschakelen!
Bij uitvoering met EBS (elektronisch remsysteem): De EBS-kabel aansluiten.
TIP
Wordt de EBS-kabel niet binnen 20 seconden na het inschakelen van de bedienings-
terminal aangesloten, dan verschijnt er een foutmelding op de terminal. Deze foutmel-
ding kan alleen worden gewist door uit- / inschakelen van de terminal.
Bedieningsterminal inschakelen
Luchtremsysteem (optie)
Luchtremsysteem alleen met onbeschadigde en volledig aangesloten en vergrendelde ver-
bindingsleidingen gebruiken!
GEVAAR
Gevaar voor overrijden en gevaar voor beknelling voor het hele lichaam!
Als de volgorde bij het aansluiten van de remslangen niet in acht wordt genomen, kan de
bedrijfsrem onbedoeld worden gelost en kan de machine wegrollen.
De machine aan beide zijden van de as met wielblokken beveiligen tegen wegrollen.
Bevestig altijd eerst de koppelingskop van de remleiding (geel) en dan de koppelings-
kop van de toevoerleiding (rood). Het bedrijfsremsysteem komt uit de rempositie wan-
neer de rode koppelingskop is gekoppeld.
WAARSCHUWING
Falen van de bedrijfsrem!
Let erop dat afdichtringen van de koppelingskoppen schoon en onbeschadigd zijn.
Koppelingskoppen controleren op dichtheid na het koppelen.
Aan de machine aangekoppelde remslangen moeten gemakkelijk kunnen meegeven bij
alle bewegingen tussen de machine en tractor en mogen niet worden gespannen, ge-
knikt of schuren.
Pas gaan rijden als de manometer van het luchtremsysteem op de tractor minstens
5,0 bar weergeeft.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 203
Afbeelding slanghouder-symbool
1 = Rode leiding voorraad
2 = Gele leiding rem
Luchtremsysteem verbindingsleidingen aansluiten
Voorwaarde
Machine correct gekoppeld aan een geschikte tractor.
Voldoende ballastgewicht aangebracht op de tractor.
Werkwijze
1 Parkeerrem op de tractor inschakelen.
2 Koppelingskoppen geel (remleiding) (1) en rood (toevoerleiding) (2) iets heffen en draai-
en om ze los te maken van de koppelingshouder.
3 Beschermkappen verwijderen van de koppelingskoppen en koppelingskoppen, indien
nodig, reinigen met een pluisvrije doek.
4 Afdichting van de koppelingskoppen visueel controleren en vervangen in geval van
schade. Zie "Remslangen en slangkoppelingen controleren" pagina 275.
5 Eerst de gele koppelingskop aandrukken op de gele persluchtkoppeling van de tractor.
De koppelingskop draaien om hem in de geleiding van de koppelingshouder te ver-
grendelen.
6 Vervolgens de rode koppelingskop aandrukken op de rode persluchtkoppeling van de
tractor.
De koppelingskop draaien om hem in de geleiding van de koppelingshouder te ver-
grendelen.
Bij het koppelen van de toevoerleiding (rood) wordt de bedieningsknop van de los-
klep aan de remklep van de aanhanger automatisch uitgedrukt door de door de
tractor gegenereerde toevoerdruk.
Gebruik
204 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
7 De koppelingspunten controleren op correcte plaatsing en dichtheid.
8 Wielblokken verwijderen en opbergen.
9 Indien nodig, de parkeerrem (indien aanwezig) lossen met handslinger.
Hydraulische beremming
Reminstallatie aan de tractor koppelen
Voorwaarden
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Stekkerverbindingen met een zachte pluisvrije doek gereinigd.
Werkwijze
Hydraulische en elektrische verbindingen met de tractor tot stand brengen.
Voor tractoren met 1-draads-remsysteem Voor tractoren met 2-draads-remsysteem
Remkabel "BL (CL)" en ABS stekkerver-
binding aan de bijbehorende aansluitin-
gen van de tractor koppelen.
Aansluiting "ZL (SL)" op aansluiting "Zp"
overbruggen.
Remkabel "BL (CL)", extra kabel "ZL
(SL)” en ABS stekkerverbinding aan de
bijbehorende aansluitingen van de trac-
tor koppelen.
In gebruiksklare toestand brengen
Voorwaarden
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond.
Steunpoot in werkpositie.
Werkwijze
1 Contact van de tractor inschakelen en wachten totdat het ABS-controlelampje gaat
branden.
Het ABS-controlelampje van de tractor brandt.
2 Tractor starten.
3 Bedrijfsrem van de tractor 10 seconden lang bedienen.
Het ABS-controlelampje van de tractor dooft.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 205
VOORZICHTIG
Levensgevaar door niet correct werkende remmen
Voor elke inbedrijfstelling:
1. Remkrachtregelaar (indien handmatig bediend) passend bij de lading instellen.
2. Remcontrole 10 sec uitvoeren.
Voor het afkoppelen:
1. Parkeerrem aantrekken.
2. Drukreservoir legen.
Wielblokken verwijderen.
Parkeerrem van de machine losmaken.
Parkeerrem van de tractor losmaken.
Langzaam wegrijden en de remmen controleren.
Als de combinatie onmiddellijk tot stilstand komt en het ABS-controlelampje niet
gaat branden, is de rem inclusief ABS klaar voor gebruik.
Als de combinatie niet onmiddellijk tot stilstand komt en het ABS-controlelampje
gaat branden, is de rem niet klaar voor gebruik.
In dat geval dient de procedure voor het in gebruiksklare toestand brengen
vanaf stap 3 te worden herhaald.
Als de combinatie onmiddellijk tot stilstand komt en het ABS-controlelampje gaat
branden, is de ABS niet klaar voor gebruik.
In dat geval kan desondanks met de machine worden verder gereden. Tijdens
het rijden dient er op te worden gelet dat bij sterk afremmen de wielen op natte
ondergrond onverwacht plotseling kunnen blokkeren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongelukken door uitval van het ABS-systeem!
Bij uitval van de ABS kunnen de wielen bij remacties blokkeren en kan de
machine uit controle raken.
Langzaam rijden en sterke remacties vermijden.
ABS-systeem onmiddellijk in een werkplaats laten controleren!
Gebruik
206 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Cardanas koppelen
Zorgen dat de cardanas vóór inbedrijfstelling is aangepast op de tractor. Zie "In gebruik ne-
men van een cardanas" pagina 150.
VOORZICHTIG
Weggeslingerde cardanasfragmenten!
Als de cardanas niet aan de tractor is aangepast, kan de cardanas tijdens gebruik worden
vernield.
Cardanas voor inbedrijfstelling door een bevoegde servicedealer laten aanpassen op
de tractor.
Bij een tractorwissel moet de geschiktheid van de cardanas opnieuw worden gecontro-
leerd en de cardanas indien nodig opnieuw worden aangepast.
AANWIJZING
Weggeslingerde delen van de cardanas!
Onjuiste koppeling van de cardanas kan ernstige schade aan de tractor, de machine en de
cardanas zelf veroorzaken.
Vóór het aankoppelen van de cardanas de gebruiksaanwijzing van de cardanasfabri-
kant lezen.
Werkwijze
Cardanas, volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing van de cardanasfabrikant,
(met de zijde van de overbelastingskoppeling, indien aanwezig) op de aftakasstomp van
de ingaande transmissie van de machine aansluiten en volledig laten vergrendelen.
Afhankelijk van de cardanasuitvoering klemschroef aanbrengen en vastdraaien.
Zorgen dat de verbinding van de aftakasstomp van de transmissie naar de carda-
nas stevig vastzit.
Veiligheidsketting op een geschikte plaats (nabij het koppelingspunt) en rekening hou-
dend met de maximale zwenkhoek van de cardanas erin hangen.
De bescherming-ophangketting mag zich niet rond de bescherming wikkelen, daar-
om passend maken, rekening houdend met de maximale zwenkhoek.
Cardanas met de andere kant op de tractor steken en helemaal laten vastklikken.
Cardanashouder (indien aanwezig) naar de parkeerpositie brengen.
Afhankelijk van de cardanasuitvoering klemschroef aanbrengen en vastdraaien.
Zorgen dat de verbinding transmissie-aftakasuitloop naar cardanas volledig vast zit.
Veiligheidskettingen op een geschikt punt en rekening houdend met de maximale
zwenkhoek vasthaken.
De bescherming-ophangketting mag zich niet rond de bescherming wikkelen, daar-
om passend maken, rekening houdend met de maximale zwenkhoek.
Wanneer de dissel laag ligt: Veiligheidsketting aan het oog bij de dissel vastha-
ken.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 207
Wanneer de dissel hoog ligt: Veiligheidsketting aan de zijkant van de dissel vast-
haken.
AANWIJZING
Schade aan beschermingselementen!
Te lange veiligheidskettingen kunnen zich tijdens het werk om de cardanas wikkelen en be-
schermingselementen beschadigen.
Veiligheidsketting niet aan de beschermkap van de transmissie bevestigen.
Veiligheidsketting, rekening houdend met de mogelijke maximale zwenkhoek, indien
nodig passend maken.
Cardanas toepassingsgrenzen
Bij het gebruik het toegestane aftakastoerental en de toegestane maximale hoek per koppe-
lingsuitvoering niet worden overschreden.
Bij stilstand van de aftakas mag ook de toegestane maximale hoek per koppelingsuitvoering
niet worden overschreden!
Maximaal toegestane hoek per koppelingsuitvoering
Koppelingsuitvoering Maximale hoek bij bedrijf Maximale hoek bij stilstand
Groothoekkoppeling 70 ° 70 °
Normale koppeling 35 ° 90 °
Load sensing ventiel-instelling
De basisinstelling af fabriek (ventiel volledig uitgedraaid) is geconstrueerd voor tractoren met
open hydraulisch systeem.
De verandering van de basisinstelling is alleen noodzakelijk bij tractoren met gesloten hy-
draulisch systeem (constante drukpomp).
Gebruik
208 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
A = Load sensing ventiel achter de (in rijrichting) linker voorste afdekking
TIP
Wordt de instelling van het ventiel niet gecorrigeerd, dan wordt het overdrukventiel van de
tractorhydrauliek teveel belast en de olie wordt te heet.
TIP
Wordt de machine gebruikt met tractoren met verschillende hydraulische uitrustingen, dan
moet de ventielinstelling bij iedere tractorwissel worden aangepast aan de betreffende trac-
tor.
Ventiel instellen
Bij tractoren met gesloten hydraulisch systeem ventiel tot de aanslag naar rechts in-
draaien.
Bij tractoren met open hydraulisch systeem ventiel tot de aanslag naar links uitdraaien.
Hydraulische slangen aansluiten
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken!
Het hydraulische systeem moet zowel aan tractor- als machinezijde drukloos zijn.
Aan de machine gekoppelde hydraulische slangen moeten gemakkelijk kunnen meege-
ven bij alle bewegingen tussen de machine en tractor en mogen niet worden gespan-
nen, geknikt of schuren.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 209
WAARSCHUWING
Bekneld raken en afsnijden van delen van het lichaam wanneer de hydraulische
functie wordt omgekeerd!
Hydraulische aansluitingen zijn kleurgecodeerd en moeten bij het aansluiten correct
worden toegewezen.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
AANWIJZING
Onvoldoende remwerking van de losbreekrem!
De hydraulische accumulator van de noodremklep van de hydraulische rem moet gevuld
zijn, om het maximale remeffect te bereiken wanneer de machine van de tractor losbreekt.
Voor elke rit gedurende 10 seconden een remtest uitvoeren om de hydraulische accu-
mulator volledig te vullen. 205
Kleurmarkeringen regeling via stekkerkoppelingen
Functie Kleurmarkering Stuurapparaat
Rolbodem druk oranje + Dubbelwerkend
Rolbodem tank oranje -
Pick-up zwart + Enkelwerkend
Achterklep open rood + Dubbelwerkend
Achterklep dicht rood -
Hydraulische rem groen + Enkelwerkend
Kleurmarkeringen Select-control regeling
Functie Kleurmarkering Stuurapparaat
Rolbodem druk oranje + Dubbelwerkend
Rolbodem tank oranje -
Functie + grijs + Dubbelwerkend
Functie - grijs -
Hydraulische rem groen + Enkelwerkend
Kleurmarkeringen Direct-control regeling
Functie Kleurmarkering Stuurapparaat
Druk oranje + Dubbelwerkend
tank oranje -
Hydraulische rem groen + Enkelwerkend
Gebruik
210 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Kleurmarkeringen Direct-control regeling + Load-sensing
Functie Kleurmarkering Stuurapparaat
Druk oranje + Dubbelwerkend
tank oranje -
Load-sensing leiding oranje +
Hydraulische rem groen + Enkelwerkend
Enkelvoudige regelventielen
TIP
Wanneer de tractor alleen is uitgerust met enkelvoudig werkende regelventielen, is het ab-
soluut noodzakelijk dat een olieretourleiding (T) wordt gemonteerd door een vakgarage,
voor zover niet aanwezig.
Voorwaarde
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Afsluitkranen en wegkranen van alle functies op '0’ instellen.
Werkwijze
1 Enkelvoudig werkende regelventielen kiezen en regelventielen in zweefstand zetten.
2 Hydraulische slang voor de drukloze retour aansluiten.
1. Mof van de retourleiding (markering ‘T’, blauwe beschermkap) uit het opbergvak
nemen.
2. Beschermkappen op mof en stekker voor de retour openen.
3. Mof en stekker reinigen met een niet-pluizende doek.
4. Mof zover in de stekker drukken tot de stekker merkbaar vastklikt.
3 Hydraulische slang voor elke functie aansluiten.
1. Stekker van de drukleiding (markering ‘P', rode beschermkap) uit het opbergvak ne-
men.
2. Beschermkappen op stekker en moffen van de geselecteerde regelklep openen.
3. Stekker en mof reinigen met een niet-pluizende doek.
4. Stekker in de mof drukken tot de stekker merkbaar vastklikt.
Dubbelwerkende regelventielen
TIP
Als de olie tijdens de werkzaamheden oververhit raakt, moet worden overgeschakeld op
een enkelwerkend regelventiel.
Voorwaarde
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Afsluitkranen en wegkranen van alle functies op '0’ instellen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 211
Werkwijze
Dubbele regelventielen kiezen en regelventielen in zweefstand zetten.
Hydraulische slang voor elke functie aansluiten.
1. Stekker van de drukleiding (markering ‘P', rode beschermkap) uit het opbergvak ne-
men.
2. Beschermkappen op stekker en moffen van de geselecteerde regelklep openen.
3. Stekker en mof reinigen met een niet-pluizende doek.
4. Stekker in de mof drukken tot de stekker merkbaar vastklikt.
Hydraulische slang voor de drukloze retour aansluiten.
1. Mof van de retourleiding (markering ‘T’, blauwe beschermkap) uit het opbergvak
nemen.
2. Beschermkappen op mof en stekker voor de retour openen.
3. Mof en stekker reinigen met een niet-pluizende doek.
4. Mof zover in de stekker drukken tot de stekker merkbaar vastklikt.
Kabel aansluiten
Werkwijze
1 Kabel voor elke functie aansluiten.
Stekker voor de verkeerstechnische verlichtings-inrichting
2-polige stekker (stroomvoorziening jobcomputer) in de DIN 9680 contactdoos van
de tractor steken.
2 Beschermkappen verwijderen.
3 Kabel aansluiten.
Gebruik
212 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Bedieningsterminal monteren
Afb.: Aansluitschema
Positie Aanduiding
1 Jobcomputer machine (schematische afbeelding)
2 Verbindingskabel machine naar tractor
3 Y-interfacekabel
4 Datakabel
5 Voedingskabel
6 Bedieningsterminal (schematische afbeelding)
Werkwijze
Verbindingskabel in de tractorcabine leiden.
Let op een juiste kabelgeleiding. Kabels mogen niet uitgerekt, geknikt of platgedrukt
worden.
Plaats de terminal in de cabine binnen het zicht en het handbereik van de bestuurder.
Het uitzicht naar buiten en op de bedieningselementen van de tractor mag niet worden
beperkt. Zie de gebruiksaanwijzing van de terminal voor montage-instructies.
Stekker van de verbindingskabel in de contactdoos aan de Y-interfacekabel steken.
Stekker voor de voeding op de Y-interfacekabel in het stopcontact steken.
Tractorterminal verbinden
Werkwijze
Stekker van de ISOBUS-kabel van de machine in de ISOBUS-contactdoos op de tractor
steken.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 213
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Controleer de machine voor gebruik op geschiktheid voor gebruik in het verkeer en vei-
lige werking. Neem de machine alleen in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen cor-
rect zijn aangebracht en werken.
Machine voor gebruik correct en volledig aan de tractor koppelen.
Vóór het rijden met de machine ervoor zorgen dat zich niemand in de gevarenzone
voor en achter de machine bevindt. Indien nodig, door een tweede persoon die zich
buiten de gevarenzone bevindt, laten gidsen.
Er mogen zich geen personen binnen het gevarengebied bevinden.
Het rijgedrag wordt door ballastgewichten en door de grootte van aangekoppelde/
aangebouwde machines aanzienlijk beïnvloed. Vooral bij het rijden in bergachtig terrein
en bij dwars rijden op hellingen moeten snelle of plotselinge bochten wegens kantelge-
vaar worden vermeden.
Voordat de tractor wordt verlaten de handrem aantrekken, de motor afzetten en de con-
tactsleutel opbergen. Eventueel wielblokken gebruiken.
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid door lawaai!
Bij een geluidsniveau vanaf 80 dB(A) wordt dringend gehoorbescherming aanbevolen.
Bij geluidsniveaus vanaf 85 dB(A) is het gebruik van gehoorbescherming verplicht.
Om het geluidsniveau verder te verlagen, kunt u de tractorcabine sluiten.
WAARSCHUWING
Weggeslingerd materiaal (bijv. stenen, klompen aarde...) kan personen raken en ver-
wonden!
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op steenachtige velden en in de buurt van stra-
ten en wegen.
Beschermingsafdekkingen in transportpositie brengen.
Wanneer de motor loopt, afstand houden!
Tijdens het werk mogen er zich geen personen in het gevarengebied bevinden. Ieder-
een wegsturen uit het gevarengebied.
Tijdens het werk mogen zich geen personen bij het werktuig bevinden.
Aftakas uitschakelen en wachten op stilstand van de aandrijving voordat u de machine
heft.
Gebruik
214 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
AANWIJZING
Schade bij het rijden over obstakels!
Vooruitziend rijden.
Bekende obstakels indien mogelijk verwijderen voor het begin van het werk.
MILIEU
Vermijd onnodig keren! Vóór begin van het werk bedenken hoe het perceel het beste kan
worden bewerkt.
Noodremklep hydraulische rem
AANWIJZING
Onvoldoende remwerking van de losbreekrem!
De hydraulische accumulator van de noodremklep van de hydraulische rem moet gevuld
zijn, om het maximale remeffect te bereiken wanneer de machine van de tractor losbreekt.
Voor elke rit gedurende 10 seconden een remtest uitvoeren om de hydraulische accu-
mulator volledig te vullen. 205
Handmatige lastaanpassingsklep afstelling (hydr. rem)
De lastaanpassingsklep LB06 is een 3-wegs drukregelklep met lekolie- en manometeraan-
sluiting. Het heeft tot taak de maximale remdruk van een hydraulisch aanhangerremsysteem
te beperken, afhankelijk van de respectieve beladingstoestand. De regeling is traploos instel-
baar tussen de grensbereiken Leeg en Vol, zodat onder alle beladingstoestanden optimaal
kan worden geremd.
TIP
Hoe hoger het gewicht, des te hoger de afstelling van de lastaanpassingsklep en vice ver-
sa.
VOORZICHTIG
Te weinig of te sterk remeffect!
Verkeerde afstelling van de lastaanpassingsklep kan leiden tot te sterk remmen of tot on-
voldoende remeffect afhankelijk van de beladingstoestand.
De afstelling van de lastaanpassingsklep moet bij elke wijziging van de beladingstoe-
stand van de machine opnieuw worden aangepast aan de respectieve beladingstoe-
stand.
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Hydraulisch enkel- of tweeleidingsremsysteem zonder ALB-regelaar.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 215
Werkwijze
Afstelling van de lastaanpassingsklep uitvoeren in overeenstemming met het specifieke
laadgewicht en de vulling van de laadruimte.
TIP
Voor machines met weeginrichting kan het weegresultaat worden gebruikt als basis
voor de afstelling van de lastaanpassingsklep.
Gemiddeld gewicht van het graslandgewas
Gewas Droge stof (DS) Specifiek gewicht per kubieke meter
Droog ruwvoer en stro -- ca. 100 kg
Kuilgras ‘droog’ ca. 40% ca. 250 kg
Kuilgras ‘nat’ ca. 30% ca. 400 kg
Maiskuilvoer ca. 30% ca. 400 kg
Cardanas toelaatbare scharnierhoek
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Door ontoelaatbare scharnierhoek kunnen tractor, cardanas en machine beschadigd raken.
De maximaal toelaatbare scharnierhoeken bij gebruik en bij stilstand van de cardanas
moeten absoluut in acht worden genomen!
TIP
Gegevens over de maximaal toelaatbare scharnierhoeken van de meegeleverde cardanas
zijn te vinden in de gebruiksaanwijzing van de cardanasfabrikant!
Bediening van nalopende stuuras
De nalopende stuuras kan, afhankelijk van de tractor- en machine-uitvoering, verschillend
worden bediend.
Gebruik
216 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
GEVAAR
Levensgevaar door kantelen van de machine bij niet-vergrendelde stuuras!
De machine kan in bepaalde situaties buiten controle raken, als de stuuras niet van tevoren
werd vergrendeld.
Bij snelle ritten rechtuit boven 30 km/h stuuras vergrendelen.
Op hellingen op een onverharde ondergrond stuuras vergrendelen.
Bij ontlasting van de voorste as door knikdisselbedrijf stuuras vergrendelen.
Bij het rijden over kuilvoer stuuras vergrendelen.
Algemeen als de zijdelingse geleiding van de ongestuurde as niet meer voldoende is
stuuras vergrendelen.
zonder Loadsensing
De stuuras wordt geactiveerd en gedeactiveerd via het regelklep van de tractor.
met Loadsensing
Bediening via POWER CONTROL- of ISOBUS-terminal.
Rijden met geknikte trekdissel
In vol opgetild – geknikte positie (bij het lossen) is alleen een korte rit op een vlakke en stevi-
ge ondergrond toegestaan. Een geringe knik van dissel tijdens het rijden is wel toegestaan.
Zie "Knikdissel-schokdemping" pagina 196.
Bij rijden in geknikte positie moet er algemeen extra op worden gelet dat de hoekbewegingen
van de trekogen/kogelkoppelingen naar boven toe verminderd zijn.
Achterklep bediening
TIP
Veiligstellen dat de achterklep gesloten is, voordat met de machine wordt gereden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij bediening van de achterklep!
Kom niet in het zwenk-gevarengebied achter de achterklep, zolang de achterklep zich
kan bewegen.
Personen wegsturen uit het zwenk-gevarengebied rond de achterklep zolang de achter-
klep kan bewegen.
Achterklep niet bedienen tijdens het rijden op de openbare weg.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 217
AANWIJZING
Schade aan de achterklep!
Veiligstellen dat de achterklep tijdens de bediening niet tegen hindernissen stoot.
Achterklep niet in lage ruimtes, in tunnels, onder bomen of dakgoten, of onder laaghan-
gende stroom- en telefoonleidingen bedienen.
Achterklep openen / sluiten
Het neerlaten van de achterklep gebeurt drukloos, tot de achterklep nog ca. 60 mm open
staat. (Laadautomaatsensor schakelt in) Het laatste stuk wordt de achterklep druk van de hy-
drauliek gesloten. (Achterklepsensor schakelt in.)
Werkwijze
ISOBUS achterklep openen / sluiten: Zie "Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)" pagi-
na 57.
Bediening snij-inrichting
TIP
Om losse afzettingen te verwijderen is het noodzakelijk om de messenbalk tijdens het ge-
bruik en na de laatste vracht van de dag regelmatig uit en in te klappen.
AANWIJZING
Materiële schade bij het inklappen van de snij-inrichting!
Snij-inrichting en messen voor het inklappen op beschadigingen controleren.
Messenbalk uitklappen / inklappen
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar in de nabijheid van de messenbalk!
Niet in de buurt van de messenbalk verblijven wanneer deze hydraulisch wordt bewo-
gen.
AANWIJZING
Schade aan de messenbalk!
Wanneer de messenbalken uitgeklapt / opzij gezwenkt zijn, zijn de bodemvrijheid en stabili-
teit van de messenbalkconstructie sterk verminderd.
Machine in gebruik nemen niet met uitgeklapte of opzij gezwenkte messenbalken.
Niet rijden met uitgeklapte of opzij gezwenkte messenbalken.
Werkwijze
ISOBUS: Zie "Selectie menu "WORK" (bedrijfsmodus)" pagina 57.
Gebruik
218 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Laadprocedure
Laadprocedure algemene aanwijzingen
Een sticker die op de dissel is aangebracht, geeft informatie over het gewenste aftakas-
toerental (540 tpm / 1000 tpm) en de benodigde draairichting van de aftakas.
Gebruik alleen de meegeleverde of een gelijkwaardige cardanas met de juiste overbe-
lastingsbeveiliging (zie reserveonderdelenlijst), om overbelasting te voorkomen.
De rijsnelheid moet altijd worden aangepast aan de omgevingsomstandigheden. Bij het
rijden op hellingen moet het plotseling rijden door bochten worden vermeden (kantelge-
vaar).
Kort snijden met laag toerental, hoge rijsnelheid en grote ruwvoerpakketten (zwaden).
Het laden van groenvoer
Groenvoer wordt in de regel uit een maaizwad en van een stengelkop opgenomen.
Het laden van droog ruwvoer
Droog ruwvoer wordt effectief uit een zwad opgenomen.
Het zwad mag niet te klein worden geselecteerd om een korte laadtijd te bereiken.
Laadprocedure (via pick-up)
Voorwaarde
Machine correct en volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Gedwongen besturing (indien aanwezig) gekoppeld.
Hydraulische noodremklep in de werkpositie en losbreekkabel bevestigd (alleen bij een
hydraulische enkelleidingrem H1L!).
Messenslijpinrichting (indien aanwezig) in de parkeerpositie.
Snij-inrichting naar opzij ingezwenkt, vergrendeld, geborgd en naar binnen geklapt naar
de werkpositie.
Cardanas aangepast, met de kant van de overbelastingskoppeling aan de kant van de
machine bevestigd en beveiligd, en veiligheidskettingen (indien aanwezig) aangepast en
aan beide kanten ingehangen.
Toerental van de aftakas en draairichting in acht genomen en op de tractor dienover-
eenkomstig ingesteld.
Maximaal mogelijke hoek van de cardanas bij gebruik ingeslagen.
Werkhoogte van de opraper en gewaskeerplaat ingesteld.
Achterklep volledig gesloten (behalve bij ‘Positie gebruik van de zijafvoerband").
Ladingafdekking (indien aanwezig) volledig geopend.
Zijafvoerband (indien aanwezig) in de parkeerpositie ingeschoven (behalve bij "positie
gebruik van de zijafvoerband").
Transporttunnel-afdekking (indien aanwezig) in de parkeerpositie voor gebruik van een
opraapwagen.
Toegangsdeur naar de laadruimte (indien aanwezig) gesloten en klimhulp naar boven
geklapt en vergrendeld.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 219
Regelingsterminal ingeschakeld
Machine beladen
GEVAAR
Grijpen, intrekken en afrukken van ledematen, en beknellen en omvallen van het hele
lichaam.
Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, zich ervan vergewissen dat er zich
geen personen in het gevarenbereik van de machine bevinden.
Zorg dat personen uit de buurt blijven van de gevarenzone rondom de tractor en de
machine, tijdens de laadprocedure.
Werkwijze
Hydrauliek drukvoorziening aan de tractor activeren.
De pick-up tastwielen naar de werkpositie zwenken (alleen bij pick-up extra large).
Knikdissel in de werkpositie laten zakken (niet wanneer automatisch laden is geacti-
veerd en geconfigureerd!)
Aftakas inschakelen.
Pick-up tot werkdiepte laten zakken (bij geactiveerde en geconfigureerde laadautomaat
wordt de knikdissel automatisch mee neergelaten!).
Aftakastoerental controleren (laden met gemiddeld toerental).
Met de tractor wegrijden en het zwad, afhankelijk van de breedte, pendelend opnemen
om gelijkmatige vulling van de laadruimte te ondersteunen.
Rijsnelheid aanpassen aan het zwad en het laadgoed. Hoe breder het zwad en hoe
zwaarder het laadgoed, des te langzamer er moet worden gereden.
Om het laadgoed naar achteren te brengen en de laadruimte optimaal (gelijkmatig) te
benutten, moet de rolbodem regelmatig kort in positie achteruit worden geschakeld (bij
geactiveerde en geconfigureerde laadautomaat wordt de rolbodemterugloop automa-
tisch uitgevoerd!).
Voor brede bochten het motortoerental verlagen.
VOORZICHTIG
Kantelen en wegschuiven van de machine bij het rijden op hellingen!
Voor het rijden bedenken hoe zonder onnodige en mogelijk riskante draaimanoeu-
vres over het gebied kan worden gereden.
Bij twijfel achteruit rijden, in plaats van riskante omdraaimanoeuvres uit te voeren.
Rekening houden met het soortelijk gewicht van de lading en de mate van vulling
van de laadruimte. Hoe zwaarder de lading en hoe voller de laadruimte, hoe hoger
het zwaartepunt van de machine.
Voor krappe bochten de maximale hoek van de cardanas in acht nemen. Als de
maximale hoek naar verwachting wordt overschreden, moet voor de veiligheid de
aftakas worden uitgeschakeld en de opraper iets worden geheven.
Gebruik
220 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
TIP
Pick-up pas volledig heffen als het perskanaal leeg is, anders kan het perskanaal
verstopt raken.
Vultoestand van het laadoppervlak in de gaten houden en de wagenvulweergave op de
terminal controleren.
AANWIJZING
Schade aan dissel / aanhangerkoppeling / tractor!
Bij verkeerde belading kan de maximaal toegestane verticale belasting en de maxi-
maal toegestane Dc-waarde van de dissel worden overschreden.
Bij verkeerde belading kan er een negatieve verticale belasting ontstaan. De achter-
kant van de tractor wordt daardoor ontlast en manoeuvreerbaarheid / prestaties van de
aandrijving / remprestaties van de tractor worden negatief beïnvloed.
Rekening houden met gewicht van oogstgoed in verhouding tot volume bij de bela-
ding.
Lading in de laadruimte zo gelijkmatig mogelijk verdelen.
Niet te zwaar belasten.
Voldoende lading in het voorste gedeelte van de laadruimte laten om negatieve
verticale lasten te vermijden.
Wanneer de grenswaarde is bereikt, wordt de hefas (optie) automatisch neergela-
ten.
Gemiddeld gewicht van het graslandgewas
Gewas Droge stof (DS) Specifiek gewicht per kubieke meter
Droog ruwvoer en stro -- ca. 100 kg
Kuilgras ‘droog’ ca. 40% ca. 250 kg
Kuilgras ‘nat’ ca. 30% ca. 400 kg
Maiskuilvoer ca. 30% ca. 400 kg
Als de ‘Vol’-melding wordt weergegeven, de opraper niet uitschakelen. In plaats daarvan
de tractor stoppen en iets terugsteken, om de opname van het gewas te onderbreken.
Pick-up en pers door laten lopen, tot het laatste restant laadgoed de laadruimte
heeft bereikt.
Aftakas uitschakelen.
Opraper heffen (wanneer automatisch laden correct geconfigureerd en geactiveerd is,
wordt de dissel automatisch geheven!).
Alleen bij opraper extra large de opraper tastwielen naar de transportpositie zwenken.
Alleen wanneer automatisch laden niet geconfigureerd / geactiveerd is, knikdissel hef-
fen.
Ladingafdekking (indien aanwezig) sluiten.
Transportrit uitvoeren.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 221
Losprocedure
Extern toetsenblok (achterbediening, optie)
De externe bediening (2-knopsbediening aan de achterkant) is alleen mogelijk met de hy-
draulische aansturing Profiline (+load sensing (LS)) mogelijk.
Op het externe toetsenblok kunnen voor de achterbediening relevante functies in- en uitge-
schakeld resp. ingesteld worden.
VOORZICHTIG
Gelijktijdige bediening van tractor en machine!
Veiligstellen dat niemand onverwachts de tractor of machine kan bedienen.
Als er meerdere mensen aan de machine en tractor werken, dan de werkprocessen
van tevoren met elkaar bespreken en tijdens het werk zorgen voor spraak- en bij voor-
keur ook visueel contact.
Functies die gebruiksklaar zijn worden door een
LED via de betreffende toets aangegeven.
1... Verdeler bedieningspaneel
Bediening van achterklep, rolbodem, optioneel doseerapparaat en optionele zijafvoerband.
Bovendien kan de losautomaat gestart / onderbroken worden.
De NOODSTOP garandeert in noodgevallen een veilige uitschakeling van de machinefunc-
ties.
De verdeler van het bedienigspaneel (1) scheidt de functietoetsen en van de
voorselectieknoppen van de afzonderlijke functies. Dit zorgt voor een veilig gebruik (2-knops-
bediening).
Voorwaarde
Het externe toetsenblok (achterbediening) is in het menu SET geactiveerd. Zie "Selectie
menu "Set" submenu "zijafvoerband"" pagina 82.
Gebruik
222 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Toetsenblok functies overzicht
Symbool Uitleg
NOODSTOP
Uitschakeling van de machinefuncties bij noodgeval.
OPMERKING:
NOODSTOP in geen geval voor het standaard stilzetten van de machine
gebruiken!
Op langere duur kan materiële schade het gevolg zijn.
Losautomaat starten / onderbreken
Door het indrukken van de knop wordt de losautomaat gestart resp. onderbro-
ken.
De rolbodem moet handmatig worden gestart.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 223
Symbool Uitleg
De knop “Achterklep” heeft verschillende functies, die bepalen welke zijafvoer-
band wordt gebruikt (voorkeuze in menu SET van de besturing).
1. "Zijafvoerband mechanisch" voorgeselecteerd (niet beschikbaar voor alle ty-
pen opraapwagens):
Door op de knop te drukken wordt de achterklep drukloos (in zweefpositie)
geschakeld.
In de zweefpositie kan de achterklep handmatig ten opzichte van de zijaf-
voerband worden uitgelijnd.Zie "Instelling telescopische achterklepsteunen
(OPTIE Profiline "L")" pagina 176.Zie "Instelling telescopische achterklep-
steunen" pagina 177.
Na het handmatig instellen van de achterklep in de zweefpositie, moet de
achterklep, door het nogmaals indrukken van de knop, weer hydraulisch
worden vergrendeld.
2. "Zijafvoerband hydraulisch" voorgeselecteerd (niet voor alle typen opraap-
wagens beschikbaar):
Door het indrukken van de toets en tegelijkertijd indrukken van de
toetsen of wordt de achterklep met verminderde snelheid ge-
opend / gesloten.
3. Geen voorselectie zijafvoerband in het menu SET:
Door het aanraken van de toets en gelijktijdig aanraken van de toet-
sen of wordt de achterklep met normale snelheid geopend /
gesloten.
De telescopische balken van de achterklep moet zijn omgebouwd in de posi-
tie "lage inritten", omdat anders de rijbeweging van de achterklep wordt ge-
blokkeerd. Alleen het onderste gedeelte van de achterklep beweegt op en
neer.
LET OP:
Niet geactiveerde zijafvoerbanden (in het menu SET) van de machine de-
monteren of in parkeerpositie brengen!
Rolbodem in- / uitschakelen
Knop voor een seconden ingedrukt houden om de functie te starten.
Doseerapparaat in- / uitschakelen
Knop voor een seconden ingedrukt houden om de functie te starten.
Kan alleen worden ingeschakeld wanneer de achterklep geopend is.
Gebruik
224 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
Rolbodemsnelheid + / -
Door het indrukken van de knop en het tegelijkertijd indrukken van de
knop of wordt de rolbodemsnelheid verhoogd resp. verlaagd.
De knop heeft verschillende functies, die bepalen welke zijafvoerband wordt ge-
bruikt.
1. Zijafvoerband mechanisch (niet beschikbaar voor alle typen opraapwagens):
Door op de knop te drukken wordt de zijafvoerband in-/uitgeschakeld.
De looprichting is afhankelijk van op welke aftakasuitloop van de zijafvoer-
band de cardanas is gemonteerd.
2. Zijafvoerband hydraulisch (niet beschikbaar voor alle typen opraapwagens):
Door op de knop te drukken wordt de zijafvoerband in-/uitgeschakeld.
Bovendien gebeurt de voorkeuze van de looprichting met de knoppen
(linksloop) of (rechtsloop).
3. Geen zijafvoerband geactiveerd (in SET-menu):
De knop is zonder functie.
Deze instelling kan worden gebruikt voor het lossen op een stationaire trans-
portband.
Lossen en hydraulische eigenvoorziening zijafvoerband
TIP
Bij tactoren zonder loadsensing-hydraulica is parallel gebruik van de zijafvoerband zonder
zijafvoerband zonder eigenvoorziening niet mogelijk.
Het gebruik van hydraulische eigenvoorziening van de zijafvoerband is af fabriek alleen
mogelijk met de ingaande transmissie (1000 omw./min) met verlengde aftakasstomp (voor
de hydraulische pomp).
Werkwijze
Bij het lossen met de zijafvoerband de aftakas met 1000 U/min laten lopen om de nood-
zakelijke hydraulische prestatie voor de zijafvoerband beschikbaar te kunnen stellen.
TIP
De aansturing gebeurt, evenals bij de zijafvoerband, zonder hydraulische eigenvoor-
ziening!
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 225
Losprocedure
De losprocedure bij machines met aangebouwde doseerwals / zijafvoerband is anders dan
bij de losprocedure bij machines zonder doseerwals. Voor de losprocedure kan, afhankelijk
van de aansturing, ook de losautomaat worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij bediening van de achterklep!
Kom niet in het zwenk-gevarengebied achter de achterklep, zolang de achterklep zich
kan bewegen.
Personen wegsturen uit het zwenk-gevarengebied rond de achterklep zolang de achter-
klep kan bewegen.
Achterklep niet bedienen tijdens het rijden op de openbare weg.
Losprocedure met doseerwals
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Losautomaat geconfigureerd (indien nodig).
Zijafvoerband (indien aanwezig) in werkpositie.
Droog ruwvoeropbouw (indien aanwezig) volledig geheven of dekzeil verwijderd.
Werkwijze
Losautomaat inschakelen.
Aftakasaandrijving inschakelen.
Bij niet geconfigureerde losautomaat:
Achterklep openen (alleen bij lossen zonder zijafvoerband en zonder losautomaat).
Rolbodem kort op voorloop schakelen om de doseerwalsen te ontlasten.
Doseerwalsaandrijving inschakelen.
Zijafvoerband inschakelen (indien aanwezig).
Gebruik
226 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel wanneer de zijafvoerband beweegt door intrekken of
schaven!
Nooit bewegende delen van de zijafvoerband aanraken.
Dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen (werkkleding, werkschoe-
nen, beschermende handschoenen) bij het werken aan de zijafvoerband.
Rolbodem in terugloop schakelen (optioneel via rolbodemachterschakelaar) en ma-
chine lossen.
Afb.: 1 = rolbodemachterschakelaar
De rolbodemaandrijving wordt automatisch onderbroken als een andere functie
wordt geselecteerd.
De rolbodemaandrijving wordt gestopt als de rolbodemachterschakelaar op-
nieuw wordt ingedrukt.
Lossen beëindigen: Achterklep "sluiten"
TIP
Alleen bij het lossen zonder zijafvoerband wordt de achterklep daadwerkelijk gesloten!
Aftakasaandrijving uitschakelen.
Losprocedure zonder doseerwalsen
Voorwaarde
Machine volledig gekoppeld aan een geschikte tractor en beveiligd.
Losautomaat geconfigureerd (indien nodig).
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 227
Werkwijze
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij bediening van de achterklep!
Kom niet in het zwenk-gevarengebied achter de achterklep, zolang de achterklep zich
kan bewegen.
Personen wegsturen uit het zwenk-gevarengebied rond de achterklep zolang de achter-
klep kan bewegen.
Achterklep niet bedienen tijdens het rijden op de openbare weg.
Losautomaat inschakelen.
Aftakasaandrijving inschakelen.
Bij niet geconfigureerde losautomaat:
Achterklep openen.
Rolbodem inschakelen (optioneel via achterschakelaar) en machine lossen.
TIP
De rolbodemaandrijving wordt automatisch onderbroken als een andere functie
wordt geselecteerd.
De rolbodemaandrijving wordt gestopt als de rolbodemachterschakelaar opnieuw
wordt ingedrukt.
Lossen beëindigen: Achterklep sluiten.
Aftakasaandrijving uitschakelen.
Buitenbedrijfstelling van de machine aan het einde
van het seizoen
AANWIJZING
Schade door ongunstige opslagomstandigheden!
Machine gereinigd, beschermd tegen weersinvloeden, droog en niet in de buurt van
kunstmest of stallen parkeren.
Blanke machinedelen zoals zuigerstangen van hydraulische cilinders en dergelijke
voorzien van roestbescherming.
Cardanassen van de machine afkoppelen, in de lengte volledig inschuiven, beschermd
tegen weersinvloeden, droog en liggend opslaan.
Gebruik
228 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
WAARSCHUWING
Vallen door uitglijden / struikelen!
Het betreden van de geparkeerde machine kan tot ernstig letsel leiden.
De geparkeerde machine niet betreden.
Door passende maatregelen voorkomen dat kinderen de machine betreden.
Machine wegzetten
Voorwaarde
Machine helemaal geleegd!
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Bij zachte ondergrond het oppervlak van de steunpoot vergroten met behulp van een
geschikt hulpmiddel (zoals een dikke houten plaat) om te voorkomen dat de steunpoot
kan wegzakken.
Werkwijze
Knikdissel heffen.
Steunpoot in de parkeerpositie brengen. Zie "Steunpoot bediening" pagina 140.
Vervolgens knikdissel neerlaten en de steunpoot belasten totdat de aanhangerkoppeling
aan de tractor voldoende is ontlast om de machine van de tractor te ontkoppelen.
Indien nodig machine aansluitend afkoppelen. Zie "Loskoppelen" pagina 230.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 229
Loskoppelen
GEVAAR
Gevaar voor kantelen door verkeerde bediening van steuninrichtingen!
Als steuninrichtingen zoals steunpoten / parkeersteunen niet worden gebruikt of niet wor-
den geborgd, kan de machine kantelen.
Machine alleen op een vlakke en stevige ondergrond parkeren.
Steunpoten of parkeersteunen gebruiken bij het parkeren van de machine.
Steunpoten of parkeersteunen borgen zoals voorgeschreven.
GEVAAR
Intrekken en afrukken van ledematen!
Aftakasaandrijving beveiligen tegen onbedoeld inschakelen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling voor het hele lichaam bij bediening van de hefinrichting!
Personen wegsturen uit het gevarengebied rondom de hefinrichting.
Bij bediening van de hefinrichting via externe toetsen niet tussen de tractor en machine
komen.
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar van het hele lichaam!
Het verblijf in het gevarengebied van tractor en machine is verboden, zolang de combinatie
niet is beveiligd tegen wegrollen en onbedoelde inbedrijfstelling.
1 Omstanders wegsturen uit het gevarengebied rondom de tractor en machine.
2 Zorgen dat niet-betrokken personen de gevarenzone niet betreden.
3 Machine alleen op een vlakke en stevige ondergrond parkeren.
4 Parkeerrem aantrekken.
5 Tractormotor uitschakelen, contactsleutel verwijderen en opbergen.
6 Wielblokken bij de tractor en de machine plaatsen.
WAARSCHUWING
Vallen door uitglijden / struikelen!
Het betreden van de geparkeerde machine kan tot ernstig letsel leiden.
De geparkeerde machine niet betreden.
Door passende maatregelen voorkomen dat kinderen de machine betreden.
Gebruik
230 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Cardanas afkoppelen
Voorwaarde
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Cardanashouder in de parkeerpositie / parkeerpositie brengen.
Veiligheidsketting aan de tractorzijde loshaken.
Afhankelijk van de cardanasuitvoering klemschroef aan de tractorzijde verwijderen of de
veerbelaste koppelinrichting aan de tractorzijde losmaken en de cardanas van de afta-
kas trekken.
Cardanas met het voorste derde deel in de cardanashouder plaatsen. Let erop dat de
beschermkap niet door de opslag wordt beschadigd.
Zorgen dat de cardanas beschermd tegen weersinvloeden wordt opgeslagen!
Bedieningsterminal demonteren
Afb.: Aansluitschema
Positie Aanduiding
1 Jobcomputer machine (schematische afbeelding)
2 Verbindingskabel machine naar tractor
3 Y-interfacekabel
4 Datakabel
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 231
Positie Aanduiding
5 Voedingskabel
6 Bedieningsterminal (schematische afbeelding)
Werkwijze
Stekker van de datakabel uit de contactdoos op de tractor trekken.
Afdekkappen aanbrengen.
Trek de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact.
Terminal verwijderen.
Datakabel verwijderen uit de cabine en opbergen.
Hydraulische slangen loskoppelen
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken.
Vóór het aansluiten of loskoppelen van de hydraulische slangen het hydraulisch sys-
teem drukloos maken.
Voordat de hydraulische slangen worden losgemaakt, of voor onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden moet het hydraulische systeem drukloos worden gemaakt.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
Werkwijze
Het bedieningselement van de regelklep instellen op "neutraal (zweefstand)".
Stekker van de drukleiding (aanduiding “P”, beschermkap “rood”) ontgrendelen en uit de
aansluiting van de regeleenheid trekken.
1 Hydraulische slang van de functie loskoppelen.
2 Beschermkappen aanbrengen op de stekker en de bus.
3 Stekker in slanghouder plaatsen.
Tweedraads remsysteem (H2L) loskoppelen
Voorwaarde
Tractor en machine in parkeerpositie op een vlakke en stabiele ondergrond in de trans-
portpositie geparkeerd en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Gebruik
232 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Werkwijze
Machine met behulp van wielblokken beveiligen tegen wegrollen.
Drukaccumulator legen via de aftapklep (1) op de noodremklep.
Alle verbindingen (remleiding “BL (CL)”, extra leiding “ZL (SL)”) van de overeenkomstige
aansluitingen op de tractor loskoppelen.
Slangen, elektrische aansluitkabels en hun aansluitingen op de tractor voorzien van de
bijbehorende afdekkingen en de slangen in de slanghouder vasthaken.
Verbindingsleidingen luchtremsysteem loskoppelen
1 Parkeerrem op de tractor inschakelen.
2 Parkeerrem van de machine (indien aanwezig door middel van de handslinger) vast-
draaien.
3 Wielblokken plaatsen.
4 Rode leiding "Voorraad" loskoppelen.
5 Gele leiding "Rem" loskoppelen.
6 Beschermkappen aanbrengen op de koppelingskoppen.
7 Koppelingskoppen aan de leidingshouder aandrukken met een draaibeweging vergren-
delen. Let erop dat de beschermkappen gesloten blijven.
8 ABS-stekker (indien aanwezig) ontgrendelen, verwijderen en op de houder aan de ma-
chine steken en vergrendelen.
Machine afkoppelen van de tractor
WAARSCHUWING
Weggijden van de afgekoppelde machine!
Machine parkeren op een vlakke, stabiele ondergrond.
Werkwijze
1 Tractor stoppen, parkeerrem aantrekken, motor van de tractor uitschakelen, contact-
sleutel verwijderen en bewaren.
2 Handrem van de machine aantrekken en wielblok plaatsen.
3 Steunpoot (afhankelijk van de uitvoering) laten zakken en zoals voorgeschreven beveili-
gen.
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 233
4Bij gebruik van een hydraulische 2-draads-rem: Drukreservoir via het legingsventiel
(2) aan het blok van het noodremventiel legen.
5 Hydraulische slangen, remslangen en kabels losmaken en in de slangenhouder plaat-
sen.
6 Machine laten zakken en op de steunpoot neerzetten. Zie "Machine wegzetten" pagi-
na 229.
7 Aanhangerkoppeling openen en met de tractor, met inachtneming van het koppelpunt,
langzaam voorrijden.
8 De diefstalbeveiliging op de machine aanbrengen en beveiligen met een hangslot. Zie
"Diefstalbeveiliging aanbrengen" pagina 234.
Diefstalbeveiliging aanbrengen
De uitvoering van de diefstalbeveiliging hangt af van het type van de aanhanging.
Diefstalbeveiliging voor trekkogelkoppeling
Diefstalbeveiliging aanbrengen aan de trekkogelkoppeling van de dissel en beveiligen
met een hangslot, zoals afgebeeld.
Diefstalbeveiliging voor sleepoog
Diefstalbeveiliging aanbrengen op het sleepoog van de dissel en beveiligen met een
hangslot.
Gebruik
234 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Gebruik
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 235
GEVAAR
Grijpen, intrekken en afrukken van ledematen, evenals kneuzingen en overrijden van
het hele lichaam!
Tijdens het werk moet de gevarenzone tussen de tractor en de machine worden betreden.
Voor aanvang van de werkzaamheden aftakas uitschakelen, tractormotor uitschakelen,
parkeerrem aantrekken, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Stilstand van alle machineonderdelen afwachten voordat de gevarenzone tussen trac-
tor en machine wordt betreden.
Bij onderhoudswerkzaamheden onder de machine kriksteunen gebruiken!
WAARSCHUWING
Roterende delen achter beschermkappen!
Roterende delen achter beschermkappen kunnen ongemerkt langere tijd blijven draaien!
Stilstand van alle roterende delen afwachten.
Zorgen dat de machine niet onbedoeld en niet door derden in beweging kan worden
gebracht.
Zorgen dat de tractor niet onbedoeld en niet door derden in beweging kan worden ge-
bracht.
WAARSCHUWING
Het niet dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen!
Persoonlijke beschermingsmiddelen (werkkleding, werkschoenen, handschoenen, vei-
ligheidsbril) gebruiken tijdens het omgaan met de machine.
Klaar voor gebruiken houden
Regelmatige verzorging en onderhoud is een basisvoorwaarde voor de goede en veilige
werking van de machine.
Onderhoud
236 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij werkzaamheden aan de machine!
Persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsbril, handschoenen enz. gebrui-
ken.
Machine parkeren op een vlakke, stevige ondergrond en beveiligen tegen wegrollen.
Tractormotor afzetten, parkeerrem aantrekken, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Werkgebied zodanig beveiligen dat dit gebied niet door derden / onbevoegden kan wor-
den betreden.
Alle werkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de aandrijving stilstaat.
Afsluitkraan op alle hydraulische leidingen sluiten voordat in de gevarenzone of aan hy-
draulisch gestuurde machineonderdelen wordt gewerkt.
Alle elektrische stekkerverbindingen tussen tractor en machine loskoppelen voordat
aan elektrisch aangedreven machineonderdelen wordt gewerkt.
Geschikte steunelementen tegen onbedoeld zakken / zwenken van hydraulisch ge-
stuurde machineonderdelen gebruiken.
Nadat de werkzaamheden zijn beëindigd, losgedraaide schroefverbindingen controle-
ren op stevig vastzitten en afschermingen / beschermende inrichtingen controleren op
correcte werking.
Algemene aanwijzingen
Na de eerste bedrijfsuren alle schroeven aantrekken!
Reserveonderdelen
Originele PÖTTINGER onderdelen en accessoires zijn speciaal voor de betreffende ma-
chines ontworpen.
Wij vestigen uw aandacht op het feit dat onderdelen en accessoires die niet door PÖTTIN-
GER geleverd zijn, niet voor gebruik op PÖTTINGER machines zijn vrijgegeven.
De inbouw en het gebruik van dergelijke producten kan de gespecificeerde eigenschappen
van uw machine beïnvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de ontstaan door het gebruik van niet-originele onderdelen en accessoires.
Eigenmachtige wijzigingen aan de machine, evenals het gebruik van componenten en aan-
bouwdelen die niet af fabriek tot de machine behoren, sluiten de aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
Besturingsterminals
Besturingsterminals vóór de winter demonteren en tegen vorst beschermd, droog en tegen
direct zonlicht beschermd opslaan. Accugevoede terminals vóór de winterstalling volledig op-
laden en accutoestand regelmatig controleren om te voorkomen dat de accu defect raakt
door volledige ontlading.
Onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 237
Cardanassen
Voor het onderhoud van cardanassen gelden in principe de instructies in deze gebruiksaan-
wijzing.
Als in deze gebruiksaanwijzing geen speciale instructies worden gegeven, gelden de instruc-
ties in de meegeleverde gebruiksaanwijzing voor de betreffende cardanasfabrikant.
Reparatielaswerk
Vóór alle laswerkzaamheden aan de tractor, als de machine is aangekoppeld, moeten de
connectoren worden losgekoppeld van de jobcomputer van de machine. Vóór laswerkzaam-
heden aan de machine zelf moeten de connectoren van de jobcomputer ook worden losge-
koppeld.
Procedures voor het opladen van accu's en voor starthulp
Wanneer de tractoraccu met een acculader wordt opgeladen terwijl de machine is aangekop-
peld, moeten van tevoren alle elektrische connectoren naar de machine worden losgekop-
peld.
Wanneer de tractoraccu met een starthulp moet worden gestart terwijl de machine is aange-
koppeld, moeten van tevoren alle elektrische connectoren naar de machine worden losge-
koppeld.
Wagenheffer hefpunten
De hefpunten voor de wagenkrik bevinden zich op de assen in de buurt van de band. De hef-
punten zijn gemarkeerd met de volgende stickers.
De stickers zijn altijd van voren zichtbaar op de voorste asbuis en van achteren zichtbaar op
de achterste asbuis aangebracht. Op dezelfde manier bij de drie-assers.
Bij enkelassers zijn de stickers van voren en van achteren zichtbaar op de asbuis aange-
bracht.
Wagenheffer bij bandenpech of bij bandenwissel altijd alleen direct onder de sticker op de
asbuis plaatsen.
Aanhangerremklep quick release-positie (luchtrem)
De quick release-positie maakt het bewegen van de machine mogelijk wanneer de remslan-
gen niet aan de tractor gekoppeld zijn.
De quick release-positie wordt alleen gebruikt als de machine bijvoorbeeld in een hal (voor
reparatie) moet worden verplaatst.
Onderhoud
238 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
TIP
De aanhangerremklep mag niet worden gebruikt als parkeerrem!
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
Door het losraken van de aanhangerrem kan de machine ongecontroleerd in beweging ko-
men.
Aanhangerrem in geen geval lossen als de machine op een helling staat.
Aanhangerrem in geen geval lossen als de machine niet tegen wegrollen is beveiligd.
Aanhangerrem losmaken
Voorwaarde
Remslangen niet aan de tractor aangekoppeld.
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Rem losmaken: Bedieningsknop (M) tot de aanslag indrukken.
Rem bedienen: Bedieningsknop (M) tot de aanslag uittrekken. De machine wordt op de
rem gezet door de luchtdruk die nog in het reservoir aanwezig is.
TIP
Bij het koppelen van de remslangen aan de tractor wordt de bedieningsknop (M) ook weer
automatisch uitgedrukt door de luchtdruk die van het trekkende voertuig komt.
Olievul-, olie-aftap- en oliepeilcontrolepluggen
Posities van los te maken schroeven, bij transmissies met oliepeilcontroleplug.
Onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 239
Doseertransmissie achter
6 = olievulplug
7 = oliepeilcontroleplug
5 = olieaftapplug
Ingangsaandrijving
6 = olievulplug
7 = oliepeilcontroleplug
5 = olieaftapplug
Doseertransmissie voor
6 = olievulplug
7 = oliepeilcontroleplug
5 = olieaftapplug
Onderhoud
240 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Rolbodemtransmissie
6 = olievulplug
7 = oliepeilcontroleplug
5 = olieaftapplug
Zijtransmissie
7 = olievulplug en tegelijkertijd oliepeilcontroleplug
5 = olieaftapplug
Onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 241
Oprapertransmissie
In normaal bedrijf onderhoudsvrij.
Cardanas
TIP
De smeerintervallen van de cardanas moeten in stoffige omstandigheden en bij bedrijfsge-
bonden grote hoeken worden aangepast of worden gehalveerd.
TIP
Voor volledige instructies voor reiniging en onderhoud voor de betreffende cardanas, moet
men de meegeleverde handleiding van de fabrikant van de cardanas in acht nemen.
Gebruik in de winter
Als de cardanas in de winter wordt gebruikt, moeten de beschermbuizen met universeel vet
bedrijfsstofindex (IV) conform de bedrijfsstofspecificatie worden ingevet, om het vastvriezen
van de beschermbuizen te voorkomen. Zie pagina 335.
Werkwijze
Cardanas zonder geïntegreerde beschermbuissmering uit elkaar trekken tot de maxi-
maal mogelijke lengte en de binnenste beschermbuis dun invetten met universeel vet.
Cardanas weer in elkaar schuiven.
Cardanas met geïntegreerde beschermbuissmering op de smeerpunten smeren volgens
de gebruiksaanwijzing van de cardanasfabrikant.
Cardanas reinigen en smeren
Werkwijze
Bij een geheel nieuwe cardanas en bij langere stilstand voor de eerste ingebruikname
reinigen en met universeel vet bedrijfsstofindex (IV) smeren, totdat er vet uit de lager-
punten treedt. Zie "Specificatie bedrijfsstof" pagina 335.
Onderhoud
242 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbolische weergave van de mogelijke smeerpunten
Vrijkomend smeermiddel afvoeren op de juiste manier.
Cardanas vervolgens regelmatig smeren, altijd volgens voorschrift van de fabrikant / vol-
gens het smeerschema.
Overzicht onderhoudswerkzaamheden aan assen en
wielen
Overzichtstabel onderhoudswerkzaamheden aan assen en wielen
Variant
Na de eerste rit
om de 40 uur
om de 200 uur
om de 500 uur (jaarlijks)
om de 1000 uur (jaarlijks)
1 Stuurstanglagering, boven en beneden 2 Ο
2 Arreterings-cilinderkoppen 2 Ο
3 Remas-lagering, buiten en binnen 1, 2, 3, 4 Ο
4 Stangenmechanisme-insteller 1, 2, 3, 4 Ο
5 Automatische stangenmechanisme-insteller 1, 2, 3, 4 Ο
6 Wielnaaflagering vet verversen, kegelrolla-
ger controleren op slijtage.
1, 2, 3, 4 Ο
7 Dempingscilinder, boven en beneden 3 Ο
8 Steunas, beneden en aan de zijkant 4 Ο Ο
9 Alle onderdelen op beschadigingen en slijta-
ge controleren.
Δ
Onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 243
Variant
Na de eerste rit
om de 40 uur
om de 200 uur
om de 500 uur (jaarlijks)
om de 1000 uur (jaarlijks)
10 Wielmoeren controleren of ze vast zitten 1, 2, 3, 4 Δ Δ
11 Wielnaaf-lagerspeling controleren 1, 2, 3, 4 Δ
12 Remvoering-controle 1, 2, 3, 4 Δ
13 Instelling aan de stangenmechanisme-in-
steller
1, 2, 3, 4 Δ
14 Instelling aan de automatische stangenme-
chanisme-insteller
1, 2, 3, 4 Δ
15 Functiecontrole van de automatische stan-
genmechanisme-insteller
1, 2, 3, 4 Δ
16 Dempings-cilinder op conditie en dichtheid
controleren
3 Δ
17 Dempings-cilinder-bevestiging controleren 3 Δ
18 Veer-verbinding controleren of deze vastzit 3 Δ Δ
19 Veerbout controleren of deze vastzit 3 Δ Δ
20 Veerbeugel en schroeven aan de steunas
controleren of deze vastzitten
4 Δ Δ
21 Veerbeugel en schroeven aan de veerspan-
behuizingen controleren
4 Δ
22 Lagerbouten aan de veerspanbehuizingen
controleren of deze vastzitten
4 Δ Δ
Gebruikte symbolen
Symbolen Variant Afbeelding
Ο = Smeren 1
Δ = Onderhoudswerkzaamheden 2
Onderhoud
244 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbolen Variant Afbeelding
3
4
Onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 245
De hieronder beschreven activiteiten worden uitgevoerd na de controle en beoordeling van
de toestand van bepaalde machinegebieden / machinedelen.
Messenbalk klappen / uitzwenken
De messenbalk kan naar keuze via de regelingsterminal of via de externe toetsen van de
snij-inrichting worden bediend. Wij raden aan om de messenbalk bij onderhoudswerkzaam-
heden om veiligheidsredenen via de externe toetsen van de snij-inrichting te bedienen.
1 = Messenbalk inklappen
2 = Messenbalk uitklappen
3 = Mesbeveiliging deblokkeren
GEVAAR
Gelijktijdige machinebediening op de bedieningsterminal en het externe toetsen-
bord!
Iedereen wegsturen uit het gevarengebied voordat er machinefuncties wordt bediend.
Bevoegdheden van aanwezige helpers duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures af-
spreken.
Messenbalk uitklappen
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar in de nabijheid van de messenbalk!
Niet in de buurt van de messenbalk verblijven wanneer deze hydraulisch wordt bewo-
gen.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Machine correct gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractormotor ingeschakeld en hydraulische druktoevoer geactiveerd.
Werkwijze
Messenbalk hydraulisch uitklappen: Knop (2) drukken.
Toestandgebaseerd onderhoud
246 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De messenbalk wordt uitgezwenkt naar de eindpositie (uitgeklapt).
Op de terminal wordt vervolgens het symbool weergegeven.
Indien nodig, mesbeveiliging voor het verwijderen hydraulisch ontgrendelen: Knop (3)
drukken.
Afbeelding met optionele omkeermessen
De messen kunnen vervolgens worden verwijderd. 248Zie "Messen" pagina 249.
Indien nodig hydraulische drukvoorziening deactiveren, tractormotor uitschakelen, con-
tactsleutel verwijderen en opbergen.
Messenbalk inklappen
WAARSCHUWING
Beknellingsgevaar in de nabijheid van de messenbalk!
Niet in de buurt van de messenbalk verblijven wanneer deze hydraulisch wordt bewo-
gen.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Machine correct gekoppeld aan een geschikte tractor.
Tractormotor ingeschakeld en hydraulische druktoevoer geactiveerd.
Messenbalk naar opzij ingezwenkt en vergrendeld.
Mes en messenbalk zonder beschadigingen.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 247
AANWIJZING
Materiële schade aan pers en messenbalk bij het inklappen!
Messenbalk niet inklappen als messen of messenbalk schade hebben.
Werkwijze
Messenbalk inklappen: Knop (1) drukken.
1 = Messenbalk inklappen
2 = Messenbalk uitklappen
3 = Mesbeveiliging deblokkeren
De messenbalk wordt hydraulisch ingeklapt en de mesbeveiliging wordt tijdens het
inkappen hydraulisch vergrendeld.
Op de terminal wordt vervolgens het symbool weergegeven.
Messenbalk handmatig zijdelings uitzwenken / inzwenken
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Messenbalk uitgeklapt.
Werkwijze
Veerbelaste hendel (H) bedienen en vasthouden om de messenbalk te ontgrendelen.
Aan de handgreep (HG) aan beide zijden van de messenbalk trekken en de mesbalk
naar de linkerzijde van de machine handmatig naar buiten zwenken.
Toestandgebaseerd onderhoud
248 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
TIP
Op de terminal wordt verder het symbool weergegeven voor het naar buiten ge-
zwenkte snijsysteem.
Messenbalk naar buiten zwenken tot de vanghaak (1) vastklikt in opening (2) en de
mesbalk in de zijwaarts naar buiten gezwenkte stand wordt vergrendeld.
WAARSCHUWING
Gevaar voor beknelling door onverwachte beweging van de messenbalk!
Bij het naar buiten zwenken van de messenbalk altijd zo ver naar buiten zwenken
dat de vanghaak vastklikt.
Visuele controle uitvoeren of de haak veilig is vergrendeld.
Indien de vanghaak niet inklikt dan is de aanslagschroef versteld en moeten de
werkzaamheden worden onderbroken.
Aanslagschroef voor voortzetting van de werkzaamheden opnieuw instellen.
Zie "Messenbalk vanghaak aanslagschroef instellen" pagina 257.
Terugzwenken van de messenbalk: Procedure in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Messen
De weergave van de volgende procedures gebeurt aan de hand van een messenbalk die is
uitgerust met twinblade-messen (keermessen). De procedures met standaardmessen dienen
op dezelfde wijze te worden uitgevoerd.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 249
Messen worden gedemonteerd...
als de messen handmatig moeten worden geslepen.
als er beschadigingen aan de messen zijn opgetreden.
als de vervanging van messen noodzakelijk wordt bij het bereiken van de slijtagegrens.
TIP
De messen kunnen om veiligheidsredenen niet hydraulisch worden vergrendeld, zolang de
messenbalk in de zijwaarts naar buiten gezwenkte positie staat.
Mes demonteren
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Messenbalk hydraulisch uitgeklapt en handmatig zijwaarts naar buiten gezwenkt. Zie
"Messenbalk klappen / uitzwenken" pagina 246.
Mes hydraulisch vergrendeld. Zie "Messenbalk klappen / uitzwenken" pagina 246.
VOORZICHTIG
Snijletsel door mesbladen!
Mes niet aan de snijvlakken vastpakken!
Bij alle werkzaamheden met en aan de messen snijvaste handschoenen gebruiken.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat deze niet van tafels, werkvlakken en der-
gelijke kunnen vallen.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat aanwezige personen zich niet kunnen ver-
wonden door messen die ergens liggen.
Werkwijze
Mes hydraulisch ontgrendelen. Zie "Messenbalk klappen / uitzwenken" pagina 246.
Aftakas en tractormotor uitschakelen, handrem aantrekken, contactsleutel verwijderen
en opbergen.
Mes naar voren / boven zwenken.
Mes eruit trekken zoals afgebeeld.
Toestandgebaseerd onderhoud
250 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Door de afplatting van de as en het taps toelopen van de uitsparing in het mes, kan
het mes slechts in één richting van de as worden verwijderd.
Mes indien nodig verwijderen.
Mes monteren
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Messenbalk hydraulisch uitgeklapt en handmatig zijwaarts naar buiten gezwenkt.
Mes hydraulisch ontgrendeld. Zie "Messenbalk klappen / uitzwenken" pagina 246.
VOORZICHTIG
Snijletsel door mesbladen!
Mes niet aan de snijvlakken vastpakken!
Bij alle werkzaamheden met en aan de messen snijvaste handschoenen gebruiken.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat deze niet van tafels, werkvlakken en der-
gelijke kunnen vallen.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat aanwezige personen zich niet kunnen ver-
wonden door messen die ergens liggen.
Mes vasthaken aan de as.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 251
Door de afplatting aan de as en het taps toelopen aan de uitsparing in het mes, kan
het mes slechts in één richting aan de as worden vastgehaakt.
Mes naar beneden zwenken.
Controleren of de rug van het mes op de retourrol in de kantelhendel op het gehele op-
pervlak rust en niet kantelt.
Messenbalk naar behoefte handmatig naar de zijkant inzwenken. Zie "Messenbalk klap-
pen / uitzwenken" pagina 246.
TIP
De messen kunnen om veiligheidsredenen niet hydraulisch worden vergrendeld, zo-
lang de messenbalk in de zijwaarts naar buiten gezwenkte positie staat.
Toestandgebaseerd onderhoud
252 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Messenbalk naar behoefte vervolgens hydraulisch inklappen. Zie "Messenbalk klappen /
uitzwenken" pagina 246.
De mesbeveiliging wordt tijdens het omhoog klappen automatisch vergrendeld.
Mes handmatig slijpen
Bij stompe messen
Bij machines zonder geïntegreerde messenslijpinrichting
AANWIJZING
Gevaar voor schade aan de messen!
Messen alleen aan de gladde kant van de kling naslijpen!
Spaarzaam slijpen zonder het snijvlak te oververhitten.
WAARSCHUWING
Letsel door wegspringende materiaaldelen en lawaai!
Veiligheidsbril, handschoenen en gehoorbescherming dragen.
Werkwijze
Mes verwijderen.
Opnieuw slijpen aan de gladde zijde van het mes (bij machines zonder geïntegreerde
messenslijpinrichting)
TIP
Slijpproces aan de keermessen (optie) op dezelfde manier uitvoeren.
Messenbalk uitzwenkmechanisme instelling
De instelling moet zo zijn dat bij het terugzwenken van de messenbalk de geleidegaffel zon-
der grote kracht over de buis van het persframe past. Is dit niet het geval, dan moet de mes-
senbalk als volgt worden ingesteld.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 253
M = messenbalk
P = persframe
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Contramoer van de schroeven (SK 4) losmaken en de messenbalk door verdraaien van
de schroef (SK 4) stapsgewijs aan beide zijden instellen.
De instelling is correct als de geleidegaffel van de messenbalk zoals afgebeeld ca.
3 mm onder het hoogst mogelijke punt over het buisgedeelte aan het persframe glijdt.
Indien nodig de glijvlakken lichtjes met universeel vet invetten.
Instelling aan beide zijden van de machine uitvoeren op dezelfde manier.
Nadat de contramoeren zijn afgesteld de losgemaakte schroeven (SK 4) weer aanhalen
zonder de schroeven verder te verdraaien.
Toestandgebaseerd onderhoud
254 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Messenbalk zwenkarm aanslag instellen
Een correcte instelling van de zwenkarmaanslag is nodig om de hefcilinder voor de messen-
balk aan de linkerzijde van het snijsysteem niet te beschadigen en om de goede werking van
de vergrendelingshaak bij het zijwaarts naar buiten zwenken van de messenbalk te waarbor-
gen.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen
Messenbalk uitgeklapt en opzij gezwenkt.
Werkwijze
Borgmoer (K) losdraaien en bout (S) zo instellen dat de zwenkarm (SW) niet tegen de
afdekking van de hydraulische cilinder (H) botst.
Borgmoer (K) vastdraaien zonder bout (S) te verstellen.
Controleren of de vanghaak van de zwenkbeveiliging nog correct vastklikt.
Als dat niet het geval is, aanslagschroef voor de vanghaak van de zwenkbeveiliging
bijstellen. Zie "Messenbalk vanghaak aanslagschroef instellen" pagina 257.
Messenbalk instelling
Messenbalk zo instellen dat de messen midden tussen de transporttanden van de persrotor
zijn gepositioneerd.
Is dit niet het geval, dan kan dit een nadelig effect hebben op het snijvermogen en de snij-
kwaliteit.
Voorwaarde
Machine in transportpositie geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en bevei-
ligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Contramoeren van de bouten (SK 1) en (SK 2) aan beide zijden lossen.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 255
Afb.: Aanzicht messenbalk van onder
TIP
Afhankelijk van het feit of de messen zich links of rechts buiten het midden bevinden,
moet de messenbalk in de tegengestelde richting worden verschoven.
Messenbalk naar links verschuiven: Schroef (SK 1) enigszins uitdraaien en schroef (SK
2) indraaien.
Messenbalk door middel van bout (SK 2) verschuiven tot de messen midden tussen
de transporttanden staan.
Messenbalk naar rechts verschuiven: Schroef (SK2) enigszins uitdraaien en schroef (SK
1) indraaien, tot de messen in het midden staan.
Messenbalk door middel van bout (SK 1) verschuiven tot de messen midden tussen
de transporttanden staan.
Vervolgens de bouten (SK 1) en (SK 2) losmaken en aan beide zijden met circa 10 Nm
vastdraaien.
Contramoeren (K) aan beide zijden vastdraaien zonder de schroeven (SK 1) en (SK 2)
verder te verdraaien.
Mesbeveiliging reinigen
Om een goede werking van de mesbeveiliging te waarborgen, wordt aanbevolen om deze
regelmatig te reinigen.
Werkwijze
De drukveren met een hogedrukreiniger reinigen.
Toestandgebaseerd onderhoud
256 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
D = drukveren
Voor de winterstalling messen en het beveiligingsmechanisme goed inoliën!
Messenbalk vanghaak aanslagschroef instellen
De aanslagschroef moet worden ingesteld als de vanghaak bij het naar buiten zwenken van
de messenbalk niet meer correct vastklikt.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrollen
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen
Messenbalk uitgeklapt en opzij gezwenkt.
Messenbalk uitzwenkmechanisme correct ingesteld.
Messenbalk zwenkarmaanslag correct ingesteld.
Werkwijze
Borgmoer (KM) losdraaien en de bout (S) verstellen tot de vanghaak correct kan vastk-
likken, zoals afgebeeld.
Borgmoer (KM) vastdraaien zonder de bout (S) te verdraaien.
Rolbodemkettingen controleren / opnieuw spannen
Opnieuw spannen als de doorhanging te groot wordt.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 257
TIP
De rolbodemkettingen moeten gelijkmatig, maar niet te strak gespannen zijn. Ze moeten
aan de onderzijde van de wagen iets doorhangen.
De doorhang moet ongeveer zo groot zijn dat de rolbodemlijst aan de bovenzijde van de
aseenheid de langsgeleiderails nog raken.
De rek van de ketting is aan het begin van de levensduur hoger omdat de coating op de
contactpunten van de kettingschakels eerst moet afslijten.
De spanbouten (S) bevinden zich vooraan onder de rolbodem.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
• Gereedschap
Werkwijze
Moeren (1) aan de omleidingsplaten losdraaien
Contramoeren (2) losdraaien en spanbouten (3) trapsgewijs (een halve boutrotatie) in-
draaien.
Procedure uitvoeren bij alle kettingspanners (3) totdat alle rolbodemkettingen dezelfde
doorhang hebben.
Contramoeren (2) weer vastdraaien en kettingspanning nogmaals controleren.
Toestandgebaseerd onderhoud
258 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
VOORZICHTIG
Kans op lichamelijk letsel!
Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone bevinden.
Tijdens het proefdraaien niet in de directe omgeving van de rolbodemkettingen of
de rolbodemaandrijving blijven!
Moeren (1) aan de omleidingsplaten aanhalen.
Testloop uitvoeren en kettingspanning aansluitend nogmaals controleren.
TIP
Als de spanweg van de spanbout niet meer voldoende is, moeten kettingschakels worden
verwijderd en vervolgens de kettingspanning opnieuw worden ingesteld.
Altijd een heel paar schakels (komt overeen met een lengte van 62 mm) verwijderen.
Verwijder bij alle rolbodemkettingen evenveel paren schakels.
Hydraulische oliefilter
Afb.: Positie van het hydraulische oliefilter (1) voorbeeld Europrofi Combiline
De rode stift (50) dient als service-indicator. Deze toont de vervuilingsgraad van het oliefilter
(F). De stift wordt afhankelijk van de vervuilingsgraad van het filter meer of minder uitgedrukt.
Uiterlijk wanneer maximale vervuiling wordt aangegeven moet het filter (F) worden vervan-
gen.
Het verversen van de hydraulische olie dient te gebeuren volgens de handleiding van de
trekker.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 259
WAARSCHUWING
Infecties door ontsnappende hydraulische olie!
Onder hoge druk ontsnappende hydraulische olie kan de huid binnendringen, in lichaams-
openingen binnendringen en ernstige infecties veroorzaken!
Voordat er onderhoudswerkzaamheden worden verricht, het hydraulische systeem
drukloos maken.
Bij alle werkzaamheden aan het hydraulische systeem persoonlijke beschermingsmid-
delen zoals veiligheidsbril en handschoenen dragen.
Voor iedere ingebruikname moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en be-
schadigingen.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten direct worden hersteld in
een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages niet met de hand of andere lichaamsdelen afdichten.
In geval van letsel in samenhang met hydraulische olie onmiddellijk een arts raadple-
gen.
Filter vervangen
Voorbereiding
Opvangbak voor afgewerkte olie
Pluisvrij, schoon poetspapier of iets dergelijks.
Nieuwe filterinzet / nieuwe filterhuisafdichting. Zie reserveonderdelenlijst.
Toestandgebaseerd onderhoud
260 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verse en schone hydraulische olie in voldoende mate.
Nieuwe filterinzet / nieuwe filterhuisafdichting controleren op goede toestand (zichtcon-
trole). Let op de meegeleverde inbouwaanwijzingen.
Eventueel aanwezige aanwijzingen voor oliefilterwissel op het oliefilterhuis gelezen en
begrepen.
Voorwaarden
Hydraulica drukloos gemaakt.
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd in de parkeerpositie.
Werkwijze
Controleer of de hydraulica drukloos is.
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en
ernstige infecties veroorzaken.
Vóór het aansluiten of loskoppelen van de hydraulische slangen het hydraulisch
systeem drukloos maken.
Voordat de hydraulische slangen worden losgemaakt, of voor onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden moet het hydraulische systeem drukloos worden gemaakt.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Filterhuis en de directe omgeving van het filter ontdoen van vuiligheid.
Opvangbak voor afgewerkte olie neerzetten en het filterhuis openschroeven.
MILIEU
Smeermiddelen en smeermiddelmengsels opvangen en op correcte wijze afvoeren.
Neem de aanwijzingen met betrekking tot filterwissel op het oliefilterhuis in acht.
Vervuilde filter verwijderen.
Bovenste en onderste gedeelte van de binnenzijde ontdoen van vervuiling.
Controleer of er geen kleine snippertjes papier of iets dergelijks in het filterhuis ach-
terblijven.
Afdichting van het filterhuis vervangen.
Nieuwe filterinzet inbouwen. Let op de meegeleverde inbouwaanwijzingen.
Afdichting filterhuis insmeren met verse en schone hydraulische olie.
Afdichting filterset insmeren met verse en schone hydraulische olie.
Onderste gedeelte van het filterhuis vullen met verse en schone hydraulische olie.
Filterhuis sluiten en vastdraaien. Let hierbij op de aanwijzingen voor het vastdraaien op
het oliefilterhuis.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 261
MILIEU
Afgewerkte olie / olieachtige verontreinigingen enz. verwijderen en afvoeren op de juis-
te manier.
Proefdraaien met de hydraulica en het filterhuis controleren op dichtheid.
Terminal reinigen
AANWIJZING
Materiële schade aan de terminal!
Terminals van de besturing zijn niet waterdicht, daarom terminal nooit onderdompelen
in vloeistoffen voor reiniging.
AANWIJZING
Materiële schade aan de terminal!
Voor het reinigen geen oplosmiddelen zoals aceton, nitroverdunner, benzine of iets der-
gelijks gebruiken.
Voorbereiding
Mild schoonmaakmiddel
Zachte reinigingsdoek
Werkwijze
Terminal schoonmaken met een vochtige poetsdoek en wat schoonmaakmiddel.
Persrotor afstrijker vervangen
Bij schade aan de afstrijkers moeten deze worden vervangen.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Perskanaal en laadruimte helemaal geleegd.
Perskanaalafdekking indien aanwezig verwijderd.
Werkwijze
Schroeven (S) losdraaien en plat ijzer verwijderen.
Toestandgebaseerd onderhoud
262 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Vanuit de laadruimte: Schraper naar beneden eruit trekken.
Gedemonteerde schraper
Nieuwe schraper in omgekeerde volgorde opnieuw inbouwen.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 263
Afstand van de schraper tot de rotor met zelf gebouwd machine controleren (13 mm +/-
3mm).
TIP
De afstand van de afstrijker tot de persrotor kan in het perskanaal alleen met een ge-
schikt, zelf gemaakt gereedschap worden vastgesteld!
Wij adviseren om een gereedschap te maken van een stuk metalen strip, dat tussen
de afstrijker en de rotortanden in het persframe door past. Aan het ene uiteinde moet
dit instrument een breedte hebben van 10mm en aan het andere uiteinde een breedte
van 16mm.
De uiteinden van de strip worden afwisselend tussen persrotor en afstrijker gescho-
ven, om de minimale en maximale afstand van de afstrijkers tot de persrotor te contro-
leren.
Wordt de voorgeschreven afstand bij geen van de schrapers onder- of overschre-
den, dan is geen verdere actie nodig.
Wordt de voorgeschreven afstand bij een van de schrapers onder- of overschreden,
moet de afstand opnieuw worden ingesteld.
Pick-up tanden vervangen
Gebroken tanden van de pick-up kunnen na het afnemen van de afstrijkbeugel worden ver-
vangen.
Voorbereiding
Momentsleutel (30 Nm)
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Pick-uponderstellen door middel van onderstelbokken of iets dergelijks beveiligen tegen
onbedoeld neerlaten.
Toestandgebaseerd onderhoud
264 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afstrijkbeugel boven de gebroken tand verwijderen.
Gebroken tand verwijderen.
Let erop dat de veertanden op de juiste manier volgens de afbeelding worden gemon-
teerd.
AANWIJZING
Schade aan tanden en pick-up
Bij onjuiste montage kunnen de tanden tijdens het bedrijf losraken!
Montage van de nieuwe tanden alleen volgens de afbeelding uitvoeren.
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 265
Linker afbeelding correcte montage. De bevestigingslus van de veertand ligt helemaal
tegen de schroef en wordt door de ring via de hele omvang afgedekt.
Rechter afbeelding foute montage. De bevestigingslus van de veertand ligt niet tegen de
schroef en wordt daardoor door de ring niet afgedekt.
Nieuwe tanden in omgekeerde volgorde aanbrengen - bout met 30 Nm aanhalen.
Procedure bij alle gebroken tanden op dezelfde wijze uitvoeren.
Verwijderde afstrijkbeugels weer monteren en schroeven aanhalen.
Sleepoog (optie) slijtagecontrole / vervanging
Slijtagegrenzen
Sleepoogdiameter groter dan de aangegeven slijtagemaat
Ringhoogte of ringdiepte kleiner dan de aangegeven slijtagemaat
Slijtagemaattabel
Basismaat in millimeter Slijtagemaat in millimeter
Oogdiameter A 50 51,5
Ringhoogte voor H 35 31,5
Ringdiepte T 31 28,5
Voorbereiding
• Schuifmaat
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Slijtage met behulp van schuifmaat vaststellen.
Toestandgebaseerd onderhoud
266 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Worden de slijtagegrenzen volgens tabel niet bereikt, dan is geen verdere actie no-
dig.
Worden de slijtagegrenzen volgens tabel bijna bereikt, moet het sleepoog onmid-
dellijk door een geautoriseerde servicedealer worden vervangen.
Zijafvoerbandaandrijving hydraulische
eigenvoorziening
V-riem spannen...
...als de V-riem meer dan 5 mm kan worden ingedrukt.
...Na vervanging V-snaar.
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Bovenste deksel verwijderen
4x borgschroef (1) losmaken
Contramoer aan de stelschroef (2) losmaken
Stelschroef en contramoer (2) verstellen, totdat de spanning van de riem (3-5 mm) klopt
4x borgschroef (1) weer vastmaken
Riemspanning nogmaals controleren - Proces indien nodig herhalen
Contramoer vastdraaien
Bovenste deksel weer aanbrengen
V-riem vervangen...
...als de V-riem is gescheurd
...bij vervanging van de V-riem
Toestandgebaseerd onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 267
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Cardanas afnemen.
Beschermkap cardanas demonteren.
Bovenste deksel verwijderen.
Onderste deksel verwijderen.
4x borgschroef (1) losmaken.
Contramoer en stelschroef (2) losmaken.
Console naar beneden trekken, totdat de V-riem verwijderd kan worden.
Nieuwe V-riem (zie vervangende onderdelenlijst) omleggen.
Riem op spanning brengen, zoals beschreven onder "V-riem spannen".
Verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde weer monteren.
Toestandgebaseerd onderhoud
268 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De hieronder beschreven activiteiten worden op een bepaald tijdstip of met bepaalde tussen-
pozen uitgevoerd.
Voor elk seizoen
Transmissieolie bijvullen
Werkwijze bij transmissies met oliepeilcontroleschroef.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Omgeving rond de oliepeilcontroleschroef en de olievulschroef vrijmaken van vervuilin-
gen.
Transmissie laten afkoelen
Voorbereiding
Reservoir voor afgewerkte olie
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden door hete transmissieolie of door de hete transmissiebe-
huizing!
Transmissie laten afkoelen.
Olievulschroef verwijderen
Reservoir voor afgewerkte olie onder de oliepeilcontroleschroef plaatsen.
Oliepeilcontroleschroef verwijderen
Transmissie-olie volgens de bedrijfsmiddelenspecificatie via de olievulschroef stapsge-
wijs bijvullen, tot de olie uit de oliepeilcontroleschroef komt.
Oliepeilcontroleschroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Olievulschroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Omgeving van de oliepeilcontroleschroef en olievulschroef schoonmaken.
Afgewerkte olie en vervuild poetspapier op correcte wijze afvoeren.
Transmissieolie verversen
Werkwijze bij transmissies met oliepeilcontroleschroef.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 269
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Omgeving rond de oliepeilcontroleschroef, olieaftapschroef en de olievulschroef vrijma-
ken van vervuilingen.
Transmissie laten afkoelen
Voorbereiding
Voldoende groot reservoir voor afgewerkte olie
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden door hete transmissieolie of door de hete transmissiebe-
huizing!
Transmissie laten afkoelen.
Olievulschroef verwijderen
Reservoir voor afgewerkte olie onder de olieaftapschroef plaatsen.
Olieaftapschroef verwijderen en afgewerkte olie laten weglopen.
Afgewerkte olie helemaal laten uitdruppelen.
Oliepeilcontroleschroef verwijderen.
Olieaftapschroef met nieuwe dichtingsring (zie reserve-onderdelenlijst) weer aanbren-
gen en vastdraaien.
Transmissie-olie volgens de bedrijfsmiddelenspecificatie via de olievulschroef stapsge-
wijs bijvullen, tot de olie uit de oliepeilcontroleschroef komt.
Oliepeilcontroleschroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Olievulschroef weer aanbrengen en vastdraaien.
Omgeving rond de oliepeilcontroleschroef, olieaftapschroef en de olievulschroef vrijma-
ken van vervuilingen.
Afgewerkte olie en vervuild poetspapier op correcte wijze afvoeren.
Trek-kogelkoppeling controleren/smeren
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Koppelingen controleren op beschadigingen of slijtage, en indien nodig in een geautori-
seerde vakwerkplaats laten vervangen.
Periodiek onderhoud
270 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De speling tussen kogelkoppeling en kogel mag niet groter zijn dan 2 mm. Als de buiten-
diameter van de kogel 80 mm is, moet de kogelkoppeling bij een binnendiameter van
82 mm worden vervangen.
Contactoppervlakken op het koppelingspunt met lithiumvet (volgens bedrijfsstofklasse
IV) smeren.
Bevestigingsschroeven van de trek-kogelkoppeling aan de dissel controleren op vastzit-
ten en indien nodig aanhalen.
Bevestigingsschroef Aanhaalmoment
M16 x 1,5 10.9 250 Nm
M20 x 1,5 10.9 460 Nm
Nokkenschakelkoppeling van de cardanas controleren
Eenmaal per jaar moet de nokkenschakelkoppeling van de cardanas worden gecontroleerd
(afgeperst). De controle is vooral belangrijk als deze in normaal bedrijf nooit reageert.
AANWIJZING
Overbelasting in de aandrijflijn!
Als de nokkenschakelkoppeling tijdens bedrijf nooit wordt geactiveerd, kan het ontkoppe-
lingskoppel vanzelf aanzienlijk toenemen of kan de nokkenschakelkoppeling vastlopen.
Cardanas eenmaal per jaar bij een service-vakhandel laten afklemmen!
Een tolerantie van +/- 10% vanaf het activeringsmoment is toegestaan.
Wordt de grenswaarde over- of onderschreden, moet de cardanas worden vervangen.
TIP
Voor volledige instructies voor reiniging en onderhoud voor de betreffende cardanas, moet
men de meegeleverde handleiding van de fabrikant van de cardanas in acht nemen.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 271
Wrijvingskoppeling controleren
Voor eerste gebruik van een nieuwe cardanas uit de fabriek en na langere stilstand, kan de
werking van de wrijvingskoppeling door samenkleven van de wrijvingsbekleding verstoord
zijn. Daarom moet voor gebruik worden gecontroleerd of de wrijvingskoppeling correct werkt.
Werkwijze
TIP
Koppelingsbekleding in geen geval behandelen met oliën, vetten of roestverwijderaars!
Maat (L) aan de drukveer (bij wrijvingskoppeling K90, K90/4) of aan de stelschroef (bij
wrijvingskoppeling K92E, K92/4E) meten en noteren.
Schroeven losdraaien om de koppelingsbekleding te ontlasten.
Koppeling enige omwentelingen doordraaien. Hierdoor worden verontreinigingen op de
wrijvingsbekleding verwijderd.
Schroeven weer op de voordien genoteerde maat (L) instellen.
De koppeling is weer gebruiksklaar.
Voor ieder seizoen en indien nodig
Hydraulisch chassis (optie) controleren / instellen
VOORZICHTIG
Gevaar voor ernstig letsel!
Als de combinatie (tractor en machine) door meerdere personen tegelijkertijd wordt be-
diend, bestaat een verhoogd gevaar voor ongevallen doordat mogelijk onduidelijk is wie
waarvoor verantwoordelijk is!
Bevoegdheden met alle betrokken personen duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures
exact afspreken.
Veiligstellen dat niemand zich op de machine bevindt.
Iedereen wegsturen uit het gevarengebied van de machine.
Periodiek onderhoud
272 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorwaarde
Machine mag tijdens de instelprocedure niet beladen zijn!
Machine aan een geschikte tractor correct gemonteerd en horizontaal ten opzichte van
de ondergrond geparkeerd.
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Achterklep en toegangsdeur gesloten.
Controlematen (bodem tot langsdrager onderzijde)
Chassis Controlemaat
Tandem 16t asbelasting
(Asafstand 1300 mm)
Banden 22,5"
1180 mm
Tandem 18t asbelasting
(Asafstand: 1450 mm)
Banden 22,5"
1280 mm
X = Controlemaat; meting altijd midden van de asbrug
Werkwijze
Controlemaat (X) aan beide zijden van de machine (midden van de asbrug) uitmeten.
Wijkt de gemeten maat aan een of aan beide kanten van de opgegeven maat af,
moet het hydraulische chassis worden ingesteld.
TIP
De instelling van het hydraulische chassis verandert de totale hoogte van de ma-
chine! De maximale totale hoogte mag niet groter zijn dan 4m!
Met de vulslang (2) die wordt meegeleverd, worden de cilinders van het chassis gevuld
en daarna wordt met de afsluitkranen (1) het niveau gereguleerd tot de chassisinstelling
volgens controlemaat X overeenkomt.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 273
TIP
Bij het vullen kunnen de afsluitkranen (1) gesloten blijven!
De beide koppelingen van de vulslang (3) aan de koppelingen van de cilinder van het
hydraulische chassis koppelen.
De vulslang aan een regeleenheid (4) van een tractor koppelen.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Let bij het vullen onder dak op de hoogte van de machine. Deze wordt hoger dan
4m geheven!
De cilinders tot het maximum vullen.
De machine wordt daardoor geheven.
De regeleenheid van de tractor in de zweefstand schakelen.
De afsluitkranen (1) van het hydraulische chassis onder de opraapwagen tegelijkertijd
openen tot de controlemaat X is bereikt.
De machine wordt neergelaten, zolang de afsluitkranen zijn geopend.
Afsluitkranen sluiten en de vulslang loskoppelen.
De koppelingen met de stofkappen afsluiten.
Voor ieder seizoen, daarna om de 40 uur
Opraper-aandrijfkettingen smeren
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Opraper naar de werkpositie neergelaten.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Periodiek onderhoud
274 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voorbereiding
• Kettingolie
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
Kettingbescherming aan de opraper verwijderen.
Linker zijde van de opraper
Rechter zijde van de opraper
Kettingen en behuizing ontdoen van opgehoopt vuil.
Ketting met kettingolie oliën.
Afdekkingen opnieuw monteren.
Dagelijks onderhoud
Het dagelijks onderhoud moet aan het begin van elke werkdag worden uitgevoerd, voordat
de machine wordt gebruikt.
Remslangen en slangkoppelingen controleren
De remslangen van de tractor naar de machine zijn onderhevig aan hoge druk, weersinvloe-
den en de beweging van tractor en machine. Dit kan leiden tot verhoogde slijtage.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 275
1 = Rode leiding (accumulator)
2 = Gele leiding (rem)
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Zichtcontrole van knik- en schuurplaatsen en andere schade. In dit geval moeten de
remslangen onmiddellijk worden vervangen.
Let op ontsnappende perslucht. Afdichtringen aan de slangkoppeling, indien nodig, ver-
vangen.
Zichtcontrole van leidingsfilters van de slangkoppelingen.
Door de opening onder het kunststofdeksel kan de vervuilingsgraad van het filter simpel
worden vastgesteld.
Is het filter sterk vervuild, dan moet het deksel aan de bodem van de koppelingskop
worden ingedrukt en tegelijkertijd ca. 90 ° worden gedraaid. Het filter kan nu worden ver-
wijderd en uitgewassen.
De montage van het filter vindt plaats in omgekeerde volgorde.
Persluchttank aftappen
Bij machines met luchtrem!
Periodiek onderhoud
276 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afb.: Symbolische weergave persluchttank met aftapklep
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond in de werkpositie of werkpositie gepar-
keerd en beveiligd tegen wegrollen.
Remleidingen en luchtrem van de tractor losgekoppeld.
Persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen.
Werkwijze
Aftapklep aan de persluchttank naar de zijkant trekken tot lucht en condenswater weg-
loopt.
Als er geen water meer uit de aftapklep komt, dan klep loslaten. De klep sluit auto-
matisch.
De persluchttank wordt bij het aansluiten van de persluchtremleidingen (rode lei-
ding = reservoir) op de tractor weer gevuld.
Perstransmissie zitting controleren / corrigeren
Door de veelvuldige belastingswissel bij de laadprocedure kan het gebeuren dat de pers-
transmissie in het voorste bereik aan de lagerbout losraakt.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 277
1 = Perstransmissie
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Perskanaal volledig geleegd.
WAARSCHUWING
Gevaar voor stoten en kneuzen voor het hele lichaam!
Machineonderdelen kunnen bewegingen uitvoeren die niet te voorzien zijn voor personen
in de gevarenzone.
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de machine voordat er machinefuncties
worden bediend.
Werkwijze
1 Controle door schudden in het voorste bereik van de transmissie of alternatief door
zichtcontrole bij lopende persrotor en bij wisselende rotorbelasting, of de transmissie
aan de lagerbout beweegt.
Wordt beweging niet vastgesteld, dan is verdere actie niet nodig.
Wordt vastgesteld dat de transmissie is losgeraakt, dan doorgaan met de volgende
stap.
Periodiek onderhoud
278 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
AANWIJZING
Schade aan transmissies en lageringen!
Als de transmissie is losgeraakt, machine in geen geval verder gebruiken,
maar eerst de transmissie vastmaken.
2 Contramoeren (K) losmaken en de schroeven (S) aanhalen.
3 De schroeven (S) aanhalen tot de lagerbout (L) spelingsvrij vastzit.
4 Contramoeren (K) weer vastdraaien.
Bandenspanning controleren / corrigeren
Altijd bij koude banden controleren
Bij elke bandenwissel controleren
GEVAAR
Ernstige letsel door bandenschade!
Te lage bandenspanning kan, vooral bij ritten over de weg, leiden tot oncontroleerbare toe-
standen.
Te hoge bandenspanning kan een band doen barsten.
Bandenspanning met de opgegeven tussenpozen controleren en corrigeren.
Werkwijze
Tabel met waarden voor bandenspanning
Bandenmaat bij 40 km/h bij 50 km/h max. km/h bar bij max. km/h
15x6,0 – 6 6 PR 1,5 bar - - -
16x6,5 – 8 6 PR 1,5 bar - - -
16x6,5 – 8 10 PR 1,5 bar - 40 -
16x9,5 – 8 8 PR 2,5 bar - - -
18x8,5 – 8 6 PR 1,5 – 2 bar - 40 1,5 – 2 bar
11,5/80 – 15,3 8 PR 2,8 bar - - -
260/70-15 ET 0 1,5 bar - - -
340/55 – 16 133 A8 3,0 bar - - -
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 279
Bandenmaat bij 40 km/h bij 50 km/h max. km/h bar bij max. km/h
350/50 – 16 12 PR 4,0 bar - - -
15,0/55 – 17 12 PR 1,5 bar - - -
380/55 – 17 138 A8 3,4 bar - - -
19,0/45 – 17 14 PR 3,8 bar - - -
480/45 – 17 146 A8 3,8 bar - - -
500/50 – 17 14 PR 3,5 bar - - -
560/45 R 22,5 146 D 2,6 bar - 70 3,2 bar
560/45 R 22,5 152 D 3,0 bar - 60 4,0 bar
600/50 R 22,5 159 D 2,8 bar 3,6 bar - -
600/55 – 22,5 16 PR 2,8 bar 3,5 bar - -
600/55 R 26,5 165 D 2,4 bar 2,8 bar 65 4,0 bar
620/40 R 22,5 154 D 2,8 bar - 65 4,0 bar
620/50 R 22,5 163 D 2,8 bar 3,4 bar 65 4,0 bar
700/45 – 22,5 12 PR 2,5 bar 2,5 bar - -
710/45 R 22,5 165 D 2,6 bar 3,2 bar 65 4,0 bar
710/50 R 26,5 170 D 2,2 bar 2,6 bar 65 4,0 bar
800/45 R 26,5 174 D 2,2 bar 2,6 bar 65 4,0 bar
Bandenspanning met een geschikt testapparaat controleren en indien nodig, volgens de
bandenspanningstabel corrigeren.
Hydraulische installatie controleren
WAARSCHUWING
Infecties door ontsnappende hydraulische olie!
Onder hoge druk ontsnappende hydraulische olie kan de huid binnendringen, in lichaams-
openingen binnendringen en ernstige infecties veroorzaken!
Voordat er onderhoudswerkzaamheden worden verricht, het hydraulische systeem
drukloos maken.
Bij alle werkzaamheden aan het hydraulische systeem persoonlijke beschermingsmid-
delen zoals veiligheidsbril en handschoenen dragen.
Voor iedere ingebruikname moet de hydrauliek worden gecontroleerd op slijtage en be-
schadigingen.
Zoek alleen met passende hulpmiddelen (bv. speciale spray voor vaststellen van lekka-
ges) naar lekkageplaatsen. De vastgestelde gebreken moeten direct worden hersteld in
een gespecialiseerde werkplaats door deskundig personeel.
Lekkages niet met de hand of andere lichaamsdelen afdichten.
In geval van letsel in samenhang met hydraulische olie onmiddellijk een arts raadple-
gen.
Periodiek onderhoud
280 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controle op schade en lekken
AANWIJZING
Breuk van oude hydraulische slangen
Hydraulische slangen die ouder zijn dan 6 jaar moeten worden vervangen. Alleen ver-
vangslangen met dezelfde specificatie gebruiken. Zie reserveonderdelenlijst.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Hydraulisch systeem (bijv. hydraulische slangen, drukaccumulator...) controleren op be-
schadigingen en lekkages en indien nodig onderdelen vervangen (zie de reserveonder-
delenlijst).
TIP
Mogelijk schadebeeld aan hydraulische slangen
• Knikken
• Bellenvorming
Poreus of scheuren in slangoppervlak
Barsten en openliggend weefsel aan de ommanteling
In geval van lekkages bij de schroefverbinding de betreffende schroefverbinding, in-
dien mogelijk, opnieuw aandraaien. Als de lekkage hiermee niet kan worden verhol-
pen, moet het betreffende hydraulische onderdeel onmiddellijk worden vervangen.
Vóór alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de hydrauliek moet het hy-
draulische systeem drukloos worden gemaakt.
Hiervoor de regeleenheid van de tractor met uitgeschakelde hydraulische druktoe-
voer enkele keren tussen heffen en zakken heen en weer bewegen.
Verlichting en lampen controleren / vervangen
TIP
Defecte lampen of lichtbronnen vóór het rijden op de openbare weg vervangen (dit geldt
niet voor werklampen).
TIP
Onderhoud van ledverlichting
Lichtbronnen kunnen bij ledverlichting niet worden vervangen!
Ledlampen in geval van een defect vervangen.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 281
Kentekenplaatverlichting vervangen
LED lampen met ingebouwde lamp.
Werkwijze
Kabelklem van de aansluitkabel openen en de kabel verwijderen.
Bevestigingsschroeven aan de achterzijde van de lamp losmaken en de defecte lamp
verwijderen.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Achterlicht / remlicht vervangen (verlichting VS)
LED lampen met ingebouwde lamp.
Werkwijze
Bajonetstekker aan de achterzijde van de lamp openen en stekker verwijderen.
Bevestigingsbouten aan de achterzijde van de lamp losmaken en de defecte lamp ver-
wijderen.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Knipperlicht vervangen (verlichting VS)
LED lampen met ingebouwde lamp.
Periodiek onderhoud
282 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Werkwijze
Bajonetstekker aan de achterzijde van de lamp openen en stekker verwijderen.
Bevestigingsbouten aan de achterzijde van de lamp losmaken en de defecte lamp ver-
wijderen.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Achterlicht lamp vervangen
Werkwijze
4x schroeven in het lampglas verwijderen.
Lampglas verwijderen, daarbij letten op de afdichting van de behuizing aan de binnenzij-
de.
Defecte lamp verwijderen.
Defecte lamp enigszins in de fitting drukken, tegen de klok in draaien en eruit trek-
ken.
Nieuwe lamp van dezelfde specificaties in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Afdichting van de behuizing in acht nemen en lampglas weer monteren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 283
Markeringsverlichting lamp vervangen
Werkwijze
Schroeven in het lampglas verwijderen.
Lampglas verwijderen, daarbij letten op de afdichting van de behuizing aan de binnenzij-
de.
Defecte lamp eruit trekken.
Nieuwe lamp van dezelfde specificaties in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Afdichting van de behuizing in acht nemen en lampglas weer monteren.
Markeringsverlichting vervangen (LED)
LED lampen met ingebouwde lamp.
Werkwijze
Kabelklem van de aansluitkabel van de lamp openen en de kabel verwijderen.
Vervolgens bevestigingsschroeven aan de lamp losmaken en de defecte lamp verwijde-
ren.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lampen op correcte wijze afvoeren.
Periodiek onderhoud
284 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Zwaailicht vervangen
Werkwijze
Kabelklem van de aansluitkabel openen en de kabel eruit trekken.
Bevestigingsbouten aan de achterzijde van de lamp losmaken en de defecte lamp ver-
wijderen.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Positielicht (geel of wit) vervangen
LED lampen met ingebouwde lamp.
Positielicht geel
Positielicht wit
Werkwijze
Kabelklem van de aansluitkabel van de lamp openen en de kabel verwijderen.
Vervolgens bevestigingsschroeven aan de lamp losmaken en de defecte lamp verwijde-
ren.
Nieuwe lamp in dezelfde kleur als de defecte lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 285
Defecte lampen op correcte wijze afvoeren.
Werklamp vervangen
Ledverlichting met ingebouwde lichtbron.
TIP
Werklampen behoren niet tot verkeerstechnisch relevante verlichting!
Symbolische weergave
Werkwijze
Kabelklem van de aansluitkabel van de lamp openen en de kabel eruit trekken.
Vervolgens bevestigingsbouten aan de lamp losmaken en de defecte lamp verwijderen.
Nieuwe lamp in omgekeerde volgorde monteren.
Functietest uitvoeren.
Defecte lamp op correcte wijze afvoeren.
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschu-
wingsfolies controleren / vervangen
TIP
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies bestaan uit een
drager (verschillende materialen) en een daarop aangebrachte laag lichtreflecterend mate-
riaal.
De uitvoering en de montageposities kunnen afhankelijk van de machine en het land van
bestemming verschillend zijn.
Periodiek onderhoud
286 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbolische weergave
1 = Waarschuwingsborden
2 = Waarschuwingsfolies (rood en geel)
3 = Waarschuwingsdriehoek (SMVI-embleem)
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongevallen door slecht zichtbare waarschuwingsinrichtingen.
Vervuilde waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies rei-
nigen voordat met de machine op de openbare weg wordt gereden.
Beschadigde waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies
vervangen voordat met de machine op de openbare weg wordt gereden.
Werkwijze
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies controleren op
vervuiling.
Eventueel vuil volledig verwijderen met een zuur- en alcoholvrije reiniger, een zach-
te doek of spons en, indien mogelijk, met wat warm water.
Waarschuwingsborden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies controleren op
schade.
Door weersinvloeden of door mechanische invloeden beschadigde waarschuwings-
borden, waarschuwingsdriehoeken, waarschuwingsfolies onmiddellijk vervangen
(zie reserveonderdelenlijst).
TIP
Bij het vervangen van waarschuwingsborden de richting van de balken in acht ne-
men!
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 287
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 200
bedrijfsuren
Steunas, beneden en aan de zijkant smeren
Voorbereiding
Lithiumvet bedrijfsstofklasse (IV) volgens bedrijfsmiddelspecificatie
• Vetspuit
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
TIP
Let erop dat de cilinder en de toevoerleiding altijd ontlucht zijn.
Werkwijze
Opbouw van de machine heffen, om de steunas te ontlasten.
Steunas, beneden en aan de zijkant (8) smeren.
Periodiek onderhoud
288 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Voor de eerste keer na 10 uur, na eerste rit met
belasting bij bandenwissel, daarna elke 500 uur
Wielmoeren controleren / natrekken
TIP
Wielmoerenwijzer vergemakkelijkt de controle.
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
• Momentsleutel
Oplegvlak wiel zonder extra kleur (schijfwiel kan losraken)!
Aanhaalmomenten
Schroefdraad Sleutel-
maat
mm
Max. aanhaalmoment
Afbeelding
Beeld
Geomet
Geopett
Verzinkt Zwart
Boutcentrering
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 289
M 18 x 1,5 24 270 Nm
(250 Nm - 290
Nm)
320 Nm
(300 Nm - 340
Nm)
290 Nm
(275 Nm - 305
Nm)
M 20 x 1,5 27 380 Nm
(360 Nm - 400
Nm)
420 Nm
(400 Nm - 440
Nm)
380 Nm
(360 Nm - 400
Nm)
M 22 x 1,5 32 510 Nm
(485 Nm - 535
Nm)
560 Nm
(535 Nm - 585
Nm)
510 Nm
(485 Nm - 535
Nm)
M 22 x 2 32 -- 505 Nm
(480 Nm - 530
Nm)
460 Nm
(435 Nm - 485
Nm)
Middencentrering
M 22 x 1,5 32 263 Nm
(600 Nm - 660
Nm)
-- --
Werkwijze
Met behulp van momentsleutel en kruislings volgens tabel aandraaien.
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 500
bedrijfsuren of halfjaarlijks
Boogiechassis steunas schroeven controleren
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Veerbeugel / schroeven (11) controleren op vastzitten.
Periodiek onderhoud
290 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Bij losgeraakte schroefverbinding veerbeugel / schroeven vastdraaien.
Boogie-onderstel veerspanbehuizing lagerbout controleren
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Controleren of lagerbout / kroonmoer goed vastzitten.
Bij losgeraakte schroefverbinding veerbeugel aanhalen.
Lagerbout aan de veerspanbehuizingen aanhalen
Werkwijze
Kroonmoer (13) enigszins losmaken
Moeren met het voorgeschreven aanhaalmoment kruiselings en in verschillende etap-
pes aanhalen.
Contramoer weer aanhalen
Aanhaalmoment
Dimensie Aanhaalmoment
Lagerbout M 25 x 2 400 Nm
Na de eerste 10 bedrijfsuren, daarna om de 500
bedrijfsuren
Hydraulisch chassis veerbouten controleren
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 291
Aandraaimoment
Dimensie Aandraaimoment
Veerbout M 30 900 Nm
TIP
De levensduur van de rubberen staal-bus-lagering is afhankelijk van het vastzitten van de
veerbout.
Werkwijze
Aansluitingen controleren
Terwijl de rem is ingeschakeld, beweegt u de wagen een beetje heen en weer of
verplaatst u de veerogen met de montagehendel. Daarbij mag geen speling in het
veeroog waarneembaar zijn. Bij een losse bevestiging kan de veerbout zijn bescha-
digd.
Zijdelingse slijtplaten (V) in de steun controleren.
Controleren of borgmoer M 30 aan de veerbout (10) goed vastzit.
1 x per maand
Sleepoog (optie) slijtagecontrole / vervanging
Slijtagegrenzen
Sleepoogdiameter groter dan de aangegeven slijtagemaat
Ringhoogte of ringdiepte kleiner dan de aangegeven slijtagemaat
Periodiek onderhoud
292 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Slijtagemaattabel
Basismaat in millimeter Slijtagemaat in millimeter
Oogdiameter A 50 51,5
Ringhoogte voor H 35 31,5
Ringdiepte T 31 28,5
Voorbereiding
• Schuifmaat
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Werkwijze
Slijtage met behulp van schuifmaat vaststellen.
Worden de slijtagegrenzen volgens tabel niet bereikt, dan is geen verdere actie no-
dig.
Worden de slijtagegrenzen volgens tabel bijna bereikt, moet het sleepoog onmid-
dellijk door een geautoriseerde servicedealer worden vervangen.
Midden in het seizoen
Transmissieolie vulniveau controleren
Bij transmissies met oliepeilcontroleplug!
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Het oliepeil moet worden gecontroleerd bij koude transmissie.
Omgeving rond de oliepeilcontroleschroef en de olievulschroef vrijmaken van vervuilin-
gen.
Voorbereiding
Reservoir voor afgewerkte olie
Poetspapier of iets dergelijks
Werkwijze
Olievulschroef verwijderen
Oliepeilcontroleschroef verwijderen
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 293
Als aan de oliepeilcontroleschroef olie uittreedt, dan is het oliepeil correct. Olievul-
schroef en oliepeilcontroleschroef kunnen weer worden aangebracht en vastge-
maakt.
Komt bij de oliepeilcontroleschroef geen olie naar buiten, dan moet de transmissie-
olie volgens de bedrijfsmiddelenspecificatie worden bijgevuld Zie "Transmissieolie
bijvullen" pagina 269.
Elke 40 uur
Stuurassen stuurarmen smeren
Voorbereiding
Lithiumvet bedrijfsmiddelenstandaardgetal (IV) volgens bedrijfsmiddelspecificatie
• Vetspuit
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Stuurarmen op het daarvoor bestemde punt van de as heffen, zodat de banden de bo-
dem niet meer raken.
TIP
De hefpunten aan de assen zijn gekenmerkt met stickers.
Stuurarmen (1) boven en onder smeren. Vet volgens bedrijfsstoffenlijst punt (IV) gebrui-
ken
Periodiek onderhoud
294 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
As weer langzaam laten zakken.
Wagenkrik voor het wegrijden verwijderen.
Procedure aan alle stuurarmen op dezelfde manier uitvoeren.
Na de eerste 100 bedrijfsuren, daarna om de 500
bedrijfsuren of elke 2 jaar
Eigenvoorziening zijafvoerband hydraulische olie / filter vervangen
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Voorbereiding
Reservoir met minimaal 55 liter inhoud voor de afgewerkte olie.
Nieuw filterelement voor het retourfilter (zie lijst met vervangende onderdelen)
MILIEU
Hydraulische olie niet in het milieu laten komen.
Afgewerkte olie, filterelementen, vuil poetspapier of iets dergelijks op correcte wijze afvoe-
ren.
Werkwijze
Vervuiling in het gedeelte rondom het oliefilter en de vulhulp voor de olie verwijderen.
Olievulplug bij de vulhulpen losmaken - nog niet volledig verwijderen!
Een schroef aan de toevoerleiding van de olietank naar de pomp losdraaien.
TIP
De schroef kiezen die de beste toegankelijkheid naar een olieopvangbak van de juiste
grootte kan garanderen!
De vervuilde olie via de geopende aanvoerleiding in de opvangbak laten lopen.
Indien nodig de olievulplug verder opendraaien.
Afsluitdeksel aan het retourfilter (RF) openschroeven.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 295
Oud filterelement verwijderen en afvoeren.
Nieuw filterelement inbouwen en afsluitdeksel weer aanbrengen (zie reserveonder-
delenlijst).
Indien de vervuilde olie volledig werd verwijderd dan de aanvoerleiding weer monteren
en vastdraaien.
Verse hydraulische olie (zie paragraaf bedrijfsstoffen vulhoeveelheden) van de vereiste
specificaties en hoeveelheid vullen via de vulhulpen.
TIP
Olietank niet overmatig vullen!
De maximale vulstand dient circa 50 mm onder de bovenkant van de tank te liggen.
Indien nodig de aanvoerleiding ontluchten.
Vulhulpen sluiten.
Na de eerste ingebruikname van de installatie de toestand van de hydraulische olie con-
troleren en indien nodig bijvullen (let op de maximale vulstand!).
Elke 200 uur
Remblokken controleren
Indien de machine overwegend in heuvelachtig terrein wordt gebruikt, moet de controle van
het remblok met kortere tussenpozen worden uitgevoerd dan voorgeschreven.
Periodiek onderhoud
296 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
3 = Kijkgat afsluitstop
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Afsluitstop aan een remankerplaat verwijderen en remblokdikte bepalen.
TIP
Vanaf een minimale remblokdikte van 2 mm of minder, moeten de remblokken onmid-
dellijk worden vervangen door een servicedealer.
Afsluitstop weer aanbrengen.
Procedure bij elke remankerplaat op dezelfde manier uitvoeren.
Stuurasvergrendeling cilinderkoppen smeren
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Let erop dat de cilinder en de toevoerleiding altijd ontlucht zijn.
Werkwijze
Vergrendelingscilinderkoppen (2) smeren
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 297
Hydraulisch chassis dempingscilinder smeren
Voorbereiding
Lithiumvet bedrijfsmiddelenstandaardgetal (IV) volgens bedrijfsmiddelspecificatie.
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
TIP
Let erop dat de cilinder en de toevoerleiding altijd ontlucht zijn.
Werkwijze
Dempingscilinder boven en onder smeren.
Procedure aan alle dempingscilinders op dezelfde manier uitvoeren.
Messenafstand tot de rotor controleren
AANWIJZING
Bij te geringe afstand bestaat het gevaar van ernstige schade aan rotor en messen!
Messenafstand controleren en bij onderschrijding van de minimale afstand absoluut als
beschreven nastellen.
Een te grote afstand heeft een nadelig effect op de snijkwaliteit.
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Snijvaste handschoenen gebruiken!
Messenbalk in werkpositie
Werkwijze
Messenafstand naar de rotor controleren en indien nodig aan de schroef SK-3 aan bei-
de kanten van de messenbalk zoals hierna afgebeeld corrigeren.
Periodiek onderhoud
298 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Contramoer (K) aan beide zijden van de messenbalk losmaken en door middel van de
schroef (S) de meetafstand van de rotor aan beide zijden op dezelfde manier instellen.
Contramoer (K) aan beide zijden van de messenbalk vastdraaien zonder de schroef (S)
te verstellen.
Ontgrendelmoment mes controleren
Nastellen van het ontgrendelmoment is noodzakelijk als de rug van het mes niet volledig op
de lagerbout en vastklikrol liggen en daarmee het mes niet spelingsvrij wordt vastgehouden.
AANWIJZING
Gevaar van beschadiging aan messenbalk en messen!
Bij niet correct ingesteld ontgrendelmoment kunnen messen en messenbalk beschadigd ra-
ken, en kan de snijkwaliteit negatief worden beïnvloed.
Ontgrendelmoment uitvoeren zoals beschreven.
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Messenbalk hydraulisch uitgeklapt.
Aftakas en tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwij-
derd en opgeborgen.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 299
VOORZICHTIG
Snijletsel door mesbladen!
Mes niet aan de snijvlakken vastpakken!
Bij alle werkzaamheden met en aan de messen snijvaste handschoenen gebruiken.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat deze niet van tafels, werkvlakken en der-
gelijke kunnen vallen.
Bij gedemonteerde messen zeker stellen dat aanwezige personen zich niet kunnen ver-
wonden door messen die ergens liggen.
Werkwijze
Aftakas en tractormotor uitschakelen, handrem aantrekken, contactsleutel verwijderen
en opbergen.
Zitting van de messen afzonderlijk controleren op speling.
Indien er speling in de mesgeleiding wordt geconstateerd dan de betreffende mes-
sen nastellen zoals hieronder beschreven.
Mes ontgrendelmoment instellen
Werkwijze
Moer aan schroef (S) verdraaien en drukveer zodanig instellen dat vastklikrol (R) en la-
gerbout (B) volledig tegen de rug van het mes liggen.
Mesgeleiding na het nastellen door bewegen van het mes in de lengte- en dwarsrichting
controleren.
Indien er geen speling meer in de mesgeleiding wordt vastgesteld dan kan het instellen
worden beëindigd.
Instellen op dezelfde wijze uitvoeren bij alle messen.
Lageras van de messen controleren
Door de wisselen lastverhoudingen waaraan de messen en daarmee de lagerassen van de
messen worden blootgesteld, komt het in het gebruik tot slijtage in het gedeelte waarin de
messen en de lagerassen van de messen zich bewegen.
Periodiek onderhoud
300 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
TIP
De lageras van de messen kan in geval van onderhoud 180 ° in de lengte en 180 ° dwars-
as worden gedraaid.
Daarmee wordt levensduur van de lageras van de messen aanzienlijk verlengd, doordat in
totaal 4 posities voor de messen ter beschikking staan.
Voorbereiding
Schuifmaat of ander geschikt meetapparaat
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst en beveiligd tegen wegrollen.
Alle messen uitgebouwd.
Tractormotor uitgeschakeld, parkeerrem aangetrokken, contactsleutel verwijderd en op-
geborgen.
Werkwijze
Om de rechter lageras van de messen uit te bouwen aan de linker en rechter lageras
van de messen de buitenste spanstift (SP) verwijderen en de linker lageras van de mes-
sen door middel van een koperdoorn naar rechts doorslaan tot de rechter lageras van
de messen (RM) er uit kan worden getrokken.
Maximaal toegestane slijtage van 1,5 mm op de plek waar de messen tegen lagers van
de messen aankomen controleren door deze te meten.
Mogelijke slijtagebeelden
1
Indien de slijtage van de lageras van de messen nog ongeveer de helft van de
maximaal toegestane slijtagewaarde heeft bereikt dan kan de lageras van de mes-
sen weer op dezelfde positie worden ingebouwd tot aan het volgende geplande on-
derhoud.
2
Indien de slijtage van de lageras van de messen bijna de maximaal toegestane slij-
tagewaarde heeft bereikt dan moet de lageras van de messen 180 ° worden ge-
draaid.
3
Indien de slijtage van de lageras van de messen op alle 4 de mogelijke posities bij-
na de maximaal toegestane slijtagewaarde heeft bereikt dan moet de lageras van
de messen worden vervangen door een nieuwe. Zie reserveonderdelenlijst.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 301
Lageras van de messen (overeenkomstig het slijtagebeeld) aan de rechterzijde weer in-
bouwen.
Met de linker lageras van de missen exact dezelfde procedure volgen.
Aansluitend de verwijderde spanstiften aan beide lagerassen van de messen weer aan-
brengen.
Messen indien nodig weer inbouwen.
Messenbalk indien nodig weer handmatig zijdelings inzwenken.
Afstrijkerafstand controleren / corrigeren
Om een optimaal resultaat te verkrijgen en schade aan de afstrijkers en persrotor te voorko-
men, moet de correcte afstand tussen afstrijkers en persrotor worden gecontroleerd.
TIP
De afstand van de afstrijker tot de persrotor kan in het perskanaal alleen met een geschikt,
zelf gemaakt gereedschap worden vastgesteld!
Wij adviseren om een gereedschap te maken van een stuk metalen strip, dat tussen de af-
strijker en de rotortanden in het persframe door past. Aan het ene uiteinde moet dit instru-
ment een breedte hebben van 10mm en aan het andere uiteinde een breedte van 16mm.
De uiteinden van de strip worden afwisselend tussen persrotor en afstrijker geschoven, om
de minimale en maximale afstand van de afstrijkers tot de persrotor te controleren.
P = Pers
AB = Afstrijker in gedemonteerde toestand
AANWIJZING
Gevaar van schade aan de persrotor en afstrijkers door onjuiste instelling!
De afstand tot de persrotor moet bij alle afstrijkers als volgt weergegeven worden uitge-
voerd.
Voorbereiding
Zelf geconstrueerd instrument voor afstrijker-afstandcontrole.
Voorwaarde
Machine in transportpositie op een vlakke en stevige bodem geplaatst en beveiligd te-
gen wegrollen.
Periodiek onderhoud
302 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Beschadigde afstrijkers vervangen. Zie "Persrotor afstrijker vervangen" pagina 262.
TIP
De afstrijkers kunnen niet afzonderlijk, maar alleen allemaal tegelijk via de verstelbare af-
strijkerdrager worden ingesteld.
Werkwijze
1 Laadruimte betreden.
2 Perskanaalafdekking indien aanwezig opklappen en beveiligen zoals voorgeschreven.
Zie "Perskanaal-afdekking (optie)" pagina 174.
3 Afstrijkerafstand tot persrotor in het perskanaal met het zelf geconstrueerde instrument
vaststellen. De afstand van de afstrijker mag niet afwijken van de aangegeven maat als
hieronder afgebeeld.
Wordt de voorgeschreven afstand bij geen van de afstrijkers onder- of overschre-
den, dan is geen verdere actie nodig.
Wordt de voorgeschreven afstand bij een van de afstrijkers onder- of overschreden,
dan met de instelling aan de afstrijkerdrager (A) als hieronder beschreven verder-
gaan.
4 Schroeven (S) aan de afstrijkerdrager(A) aan beide kanten van de machine alleen los-
maken maar niet verwijderen.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 303
5 Schroef (ES) aan excenter (E) aan beide kanten van de machine losdraaien.
6 Door verdraaien van de excenter (E) aan beide kanten van de machine wordt de afstrij-
kerdrager om het rotatiepunt (D) verdraaid.
Excenter (2) in rijrichting bewegen om de afstand van de afstrijkers tot de persrotor te
verkleinen. Excenter (2) tegen de rijrichting in draaien om de afstand van de afstrijkers
tot de persrotor te vergroten.
7 Excenters aan beide zijden van de machine stapsgewijs in de juiste richting draaien om
de afstand van 13 mm +/- 3 mm naar de persrotor te benaderen.
Na iedere verdraaiing van de excenter de excenterschroef (ES) enigszins aanhalen
en de afstand van de afstrijker tot de persrotor nameten.
8 Als de voorgeschreven maat (13 mm +/- 3 mm) is bereikt, bouten (S)eerst aan de afstrij-
kerdrager en vervolgens de schroeven (ES) aan de excenter (E) aan beide zijden van
de machine weer vastdraaien. De excenter mag daarbij niet verder worden verdraaid.
Periodiek onderhoud
304 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
9 Afsluitend controle van de afstand aan iedere afstrijker op correcte instelling.
Wordt de voorgeschreven afstand bij geen van de afstrijkers onder- of overschre-
den, dan is geen verdere actie nodig.
Wordt de voorgeschreven afstand bij een van de afstrijkers onder- of overschreden,
dan de procedure vanaf stap 5 herhalen.
Om de 200 uren en na meer dan 3 maanden stilstand
Remaslager buiten en binnen smeren
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en met wielblok-
ken beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Parkeerrem niet aangetrokken!
Werkwijze
GEVAAR
Gevaar voor ernstige en levensbedreigende letsel door niet-werkende remmen!
Bij smeren van de remas kan bij sommige modellen vet in de remtrommel komen, omdat
het lager niet bij alle uitvoeringen naar binnen is afgedicht!
Gebruik slechts zoveel vet als absoluut nodig.
Geen vet in de binnenzijde van de remtrommel drukken.
Remaslager (3) smeren.
TIP
Alleen lithiumverzeept vet met een druppelpunt boven 190 °C gebruiken. Zie ook be-
drijfsstofspecificatie bedrijfsstofcode (IV).
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 305
Afbeelding geeft alleen het buitenste remaslager weer
Standaard remstangen-insteller controleren
TIP
De standaard stelschroeven van het remsysteem zijn niet zelfstellend.
Voorbereiding
• Gereedschap
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en door wielblokken bevei-
ligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Bedrijfsrem niet geactiveerd.
Parkeerrem gelost.
Werkwijze
Stangenmechanisme met de hand in de drukrichting brengen.
Als de vrije slag van de cilinderstang kleiner is dan 35 mm, is geen verdere actie
vereist.
TIP
Rekenvoorbeeld
Bij een hefboomlengte van 150 mm moet de vrije slag "a" 15 mm (=10% van de
hefboomlengte) zijn.
Als de vrije slag van de cilinderstang ongeveer 35 mm of meer is, verdergaan met
de volgende stap.
Nastelschoef instellen en lege ruimte "a" op 10 - 12 % van de aangesloten remhendel-
lengte "B" instellen.
Periodiek onderhoud
306 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Elke 500 uur of jaarlijks
Hydraulisch chassis dempingscilinder controleren
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Controle op slijtage van de dempingscilinder en afdichting van de hydraulische aanslui-
tingen (7).
Hydraulische aansluitingen indien nodig aandraaien.
Controle op vastzitten en visuele controle op slijtage van het dempingscilinderlager (8)
uitvoeren.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 307
Hydraulisch chassis veerverbinding controleren
Voorwaarde
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Aandraaimoment
Dimensie Aandraaimoment
Veerbeugel M 24 650 Nm
Werkwijze
Veerbeugel en schroeven controleren op vastzitten.
Moeren (9) met het voorgeschreven aandraaimoment kruiselings en in verschillen-
de fasen vastdraaien
Automatische remstangen-insteller instelling controleren
Werkwijze
De basisinstelling gebeurt analoog aan de standaard stangen-instelling.
De bijstelling gebeurt bij ca. 15° nokdraaiing automatisch.
Periodiek onderhoud
308 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
De ideale hefboompositie is bij ca. 15° voor de haaksheid ten opzichte van de bedie-
ningsrichting (vanwege cilinderbevestiging niet te beïnvloeden).
Automatische remstangafsteller functiecontrole
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en door middel
van wielblokken beveiligd tegen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Bedrijfsrem / parkeerrem gelost
Werkwijze
Rubberen afsluitkap verwijderen.
Stelbout (pijl) met ringsleutel ca. 3/4 omwenteling tegen de klok in terugdraaien. Er moet
een vrije slag van minstens 50 mm, bij hefboomlengte 150 mm, beschikbaar zijn.
Remhendel verschillende keren met de hand bedienen. Daarbij moet de automatische
bijstelling licht lopend functioneren. Het vergrendelen van de tandkoppeling is te horen
en bij de retourslag draait de stelbout enigszins met de klok mee.
Afsluitkap monteren.
Standaard remstangafsteller smeren
Voorbereiding
• Vetspuit
Lithiumvet bedrijfsstofklasse (IV) volgens bedrijfsstofspecificatie
Voorwaarde
Tractor en machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Remsteller (4) smeren.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 309
(3) = Binnenste remaslager
Procedure bij elke remsteller uitvoeren op dezelfde manier.
Om de 500 uren of jaarlijks na vervanging van
remblok
Automatische remsteller smeren
Ook bij elke vervanging van het remblok
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
Rubberen afsluitkap verwijderen.
Met lithiumvet (IV) smeren tot bij de stelbout voldoende schoon vet naar buiten komt.
Zie ook bedrijfsstoffenlijst punt IV.
Stelbout met ringsleutel circa één slag tegen de klok in terugdraaien.
Remhendel verschillende keren met de hand bedienen. Daarbij moet de automatische
bijstelling licht lopend functioneren. Indien nodig, enkele keren herhalen.
Afsluitkap monteren.
Opnieuw met Lithiumvet (IV) smeren.
Periodiek onderhoud
310 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controleren of de wielbehuizing vast zit
Indien de wielbehuizing los of niet op de juiste zijn gemonteerd dan kan er water binnendrin-
gen in de lagers in de naaf an zo corrosieschade veroorzaken.
Controleren of de wielbehuizing zonder draad vast zit
Werkwijze
Zichtcontrole of de wielbehuizing zich rondom de aanslag op zijn plek in de naaf bevindt.
Indien dit niet het geval is de wielbehuizing door middel van zetgereedschap in de
naaf tot aan de aanslag inslaan.
Procedure bij elk wiel uitvoeren op dezelfde manier.
Controleren of de wielbehuizing met draad vast zit
Werkwijze
Wielbehuizing door middel van een momentsleutel controleren of deze vast zit.
Stalen capsule
As Aandraaimoment
8 t - 12 t 500 Nm
14 t 800 Nm
Procedure bij elk wiel uitvoeren op dezelfde manier.
Lagerspeling wielnaven controleren
Voorwaarden
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Bedrijfsrem en parkeerrem gelost.
Werkwijze
As heffen, totdat het wiel vrij kan worden rondgedraaid.
Hefarm tussen rem en grond plaatsen en speling controleren.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 311
Bij voelbare lagerspeling het wiellager nastellen zoals hiernavolgend beschreven.
Lagerspeling wielnaven nastellen
Bij vervanging van het wiellager.
Als de wielnaaf-lagerspeling voelbaar en hoorbaar wordt.
Werkwijze
Wielen en naafbehuizing verwijderen.
Kroonmoer verwijderen.
Kroonmoer met momentsleutel bij tegelijkertijd draaien van de wielnaaf met een aan-
haalmoment uit de tabel aandraaien: (totdat het aanhaalmoment is bereikt, moeten
meerdere omwentelingen hebben plaatsgevonden).
Type kegelrollager (buiten) Aanhaalmoment (Nm)
30206 20 Nm
32207 45 Nm
30210 90 Nm
32213 150 Nm
32310 150 Nm
33213 150 Nm
Tolerantie: +5% -15%
Bij gebruik van een normale asmoersleutel (boordgereedschap), kroonmoer aandraaien
tot de loop van de wielnaaf licht geremd wordt.
Asmoer naar het eerstvolgende gat terugdraaien. Bij congruentie asmoer terugdraaien
naar het volgende gat (max. 30°).
Periodiek onderhoud
312 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Splitpen plaatsen en licht openbuigen.
Naafbehuizing navullen met wat BPW longterm smeervet (ECO-Li 91). Let op de hoe-
veelheid vet - zie hiernavolgende tabel.
Typ. lager Wielnaaf BPW Longterm smeervet (ECO-Li 91) vethoeveel-
heden per kegelrollager
Binnen
A
Buiten
b
30206-30209 GS 3006 30 g 60 g
32207-30210 GS 4006 30 g 60 g
32207-32211 GS 5506 40 g 60 g
32207-32013 GS 5506
GS 5508
40 g 60 g
32310-32215 GS 8010 90 g 290 g
30210-32014 GS 7006
GS 7008
50 g 180 g
32213-32215 GS 8008
GS 8010
90 g 250 g
32213-32215 GS 9008
GS 9010
90 g 250 g
32310-33116 GS 11008-1
GS 11010-1
100 g 290 g
32310-33116
Met KM as-
moer
GS 11008-1
GS 11010-1
100 g 350 g
33213-33118 GS 12008
GS 12010
130 g 320 g
33213-33118
Met KM as-
moer
GS 12008
GS 12010
130 g 370 g
33215-32219 GS 14010 190 g 500 g
Resterend vetmengsel
in de lagerbuitenring
van de naaf uitstrijken.
Vet in de vrije ruimtes
tussen kegelrollenlager
en kooi persen.
Het vet voor het buiten-
ste kegelrollenlager
wordt bij het inschroeven
van de met vet gevulde
wielbehuizing in het la-
ger geperst.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 313
Draad van de behuizing rondom insmeren met BPW longterm smeervet (ECO-Li 91) en
met een aanhaalmoment van 500 Nm inschroeven - of (bij behuizingen zonder draad)
opslaan. Zie "Controleren of de wielbehuizing vast zit" pagina 311.
Om de 1000 uren of jaarlijks na vervanging van
remblok
Onderstel lagervet van de wielnaaf vervangen
A = Binnenlager
B = Buitenlager
Voorbereiding
BPW longterm smeervet (ECO-Li 91)
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en door middel van wielblok-
ken beveiligd tegen wegrollen.
Parkeerrem en bedrijfsrem gelost.
Werkwijze
Voertuig op een veilige manier opbokken.
Parkeerrem en bedrijfrem lossen (indien nog niet gebeurd).
Wielen en stofkappen verwijderen.
Splint verwijderen uit de kroonmoer en moer afschroeven.
Periodiek onderhoud
314 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Met een passend gereedschap de wielnaaf met remtrommel, kegelrollager en afdicht-
ingselementen van de astap verwijderen.
Gedemonteerde wielnaven en lagerkooien markeren, zodat ze tijdens de montage niet
worden verwisseld.
TIP
Het is dringend noodzakelijk dat de binnenlagerringen met rollen weer dezelfde naven
worden teruggeplaatst.
De rem schoonmaken, controleren op slijtage, schade en werking, en versleten onder-
delen vervangen.
Het inwendige deel van de rem moet vrij blijven van smeerstoffen en onzuiverheden.
Wielnaven van binnen en buiten grondig reinigen. Oud vet helemaal verwijderen, kegel-
rollenlager grondig reinigen (dieselolie), drogen en controleren op hergebruik. Afdichtin-
gen vernieuwen.
Lagerpassingen van de astap reinigen (moten metalachtig blank, droog en vetvrij zijn)
en rondom lichtjes invetten met BPW longterm smeervet (ECO-Li 91).
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 315
TIP
Niet te veel vet gebruiken!
Het moet gegarandeerd zijn dat de afdichtingselementen compleet op de astap kun-
nen worden geschoven.
Stootring en nieuwe afdichtingsringen op de astap schuiven en indien nodig met aan-
sluitbussen recht en zonder beschadigingen voorzichtig aanbrengen.
TIP
Stootring controleren op eventuele beschadigingen of ongelijkmatig draagbeeld, zowel
in de conische boring als op het contactoppervlak bij de lagerbinnenring controleren
en, indien nodig, vervangen.
BPW longterm smeervet (ECO-Li 91) in de vrije ruimte tussen kegelrollager en kooi per-
sen.
Let op de totale hoeveelheid vet. Zie "" pagina 313.
Resterende hoeveelheid vet in de lagerbuitenring van de naaf strijken.
Voor montage van de wielnaafsensor, indien aanwezig, controleren op beweeglijkheid.
Complete naaf met remtrommel gecentreerd opschuiven. Sensoren, indien aanwezig,
worden bij de montage van de naaf door het polwiel in de juiste positie teruggeschoven.
Daarom de naaf niet kantelen.
Buitenste kegelrollager inzetten.
Schijf opzetten. Asmoer opschroeven en met een momentsleutel bij gelijktijdig draaien
van de wielnaaf met aanhaalmoment volgens de tabel aanhalen (totdat het aanhaalmo-
ment is bereikt, moeten meerdere omwentelingen hebben plaatsgevonden).
Periodiek onderhoud
316 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Type kegelrollager (buiten) Aanhaalmoment (Nm)
30206 20 Nm
32207 45 Nm
30210 90 Nm
32213 150 Nm
32310 150 Nm
33213 150 Nm
Tolerantie: +5% -15%
Asmoer naar het eerstvolgende gat terugdraaien. Bij congruentie asmoer terugdraaien
naar het volgende gat (max. 30°).
Splitpen plaatsen en licht openbuigen.
Wielbehuizing vullen met BPW longterm smeervet (ECO-Li 91). Let op de hoeveelheid
vet. Zie "" pagina 313.
Wielbehuizing met draad rondom insmeren met BPW longterm smeervet (ECO-Li 91) in
inschroeven. Wielbehuizing vastdraaien.
Stalen capsule
As Aandraaimoment
8 t - 12 t 500 Nm
14 t 800 Nm
Wielbehuizing zonder draad met zetwerktuig inslaan. Zie "Controleren of de wielbehui-
zing vast zit" pagina 311.
Rem instellen.
Vervolgens controleren op goed functioneren en een testrit maken, eventueel vastge-
stelde gebreken verhelpen.
Elke 40 ladingen
Doseerrol-aandrijfkettingen smeren
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
Klimhulp of iets dergelijks
• Kettingolie
Poetspapier of iets dergelijks
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 317
Werkwijze
Draaigreep (B) openen, binnen gelegen snapsluiting (C) met een schroevendraaier of
iets dergelijks naar beneden drukken en afdekking (A) openen.
A = afdekking links
Bij doseerder met 3 doseerrollen bovenste moer en onderste schroef verwijderen en af-
dekking verwijderen.
Symboolafbeelding
Kettingolie met kwast gelijkmatig aanbrengen op alle kettingrollen.
Symboolafbeelding ketting derde doseerrol
Afdekking weer sluiten tot de snapsluiting hoorbaar vastklikt en draaigreep vastdraaien.
Afdekking van de aandrijving van de derde doseerrollen terugplaatsen en vastdraaien.
Periodiek onderhoud
318 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Met olie vervuild poetspapier op correcte wijze afvoeren.
Elke 80 ladingen
Persrotor smeren
Voorbereiding
Lithiumvet bedrijfsmiddelklasse (IV) volgens bedrijfsmiddelspecificatie.
• Vetspuit
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Werkwijze
De beide hoofdlagers als afgebeeld doorsmeren.
1x per jaar
Sensoren instelling controleren / corrigeren
Sensoren moeten binnen een bepaald meetbereik zijn gemonteerd.
Doordat de machine tijdens de werkzaamheden heen en weer beweegt, kunnen sensoren in
hun houder losraken en beschadigd raken, of verkeerde signalen aan de besturing doorge-
ven.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 319
Werkwijze
Sensoren controleren op vastzitten en, indien nodig, instellen en vastdraaien zoals hier-
onder afgebeeld.
Toerentalsensor van de aandrijfas
S = sensor (B1)
X = Meetbereik 2 – 4mm
Klimhulp / toegangsdeur
Meetbereik 5-7mm
Periodiek onderhoud
320 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Achterklep "D"
Meetbereik 5-7mm
Achterklep "L"
Meetbereik 5-7mm
Messenvergrendeling snij-inrichting
Meetbereik 7-8mm
In serie geschakeld met sensor B19
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 321
Snij-inrichting zijdelings in- of uitgezwenkt
Meetbereik 4mm
In serie geschakeld met sensor B24
Snij-inrichting in- / uitgeklapt
Meetbereik 2 mm tussen sensor en magneet
Automatisch laden
Frontwand sensor B4
Meetbereik 5-7mm
Periodiek onderhoud
322 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Automatisch laden
Frontklep sensor B3
Meetbereik 5-7mm
Vol-melding doseerrollen ‘D’
Doseerrollen sensor B6
Meetbereik 6-10mm
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 323
Volmelding achterklep "L"
Achterklep sensor B6
Meetbereik 3mm
Sensoren zijafvoerband breed overzicht
1 = sensor voor werkpositie
2 = toerentalsensor
Zijafvoerband breed toerentalsensor
2 = toerentalsensor
M = magneet aan de wals
Meetbereik 2mm
Periodiek onderhoud
324 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Zijafvoerband breed werkpositiesensor
1 = sensor voor werkpositie
L = lus aan beweegbaar frame
Meetbereik 5mm
Na elk seizoen (winterstalling)
Bij machines die zonder geschikte roestbescherming worden geparkeerd, kan bij de herinbe-
drijfstelling aan het begin van het seizoen schade aan de machine ontstaan. Daarom moet
de machine beschermd tegen stofafzettingen (met name door kunstmest en zaadbehande-
lingsmiddel), niet in de buurt van stallen en beschermd tegen weersinvloeden worden gepar-
keerd.
AANWIJZING
Roestschade aan blanke machinedelen zonder roestbescherming!
Als blanke machinedelen niet worden geconserveerd, kunnen zij door roest worden aange-
tast wanneer de machine na langere stilstand (bijv. na de winterstalling) weer in bedrijf
wordt genomen.
Blanke zuigerstangen van hydraulische cilinders vóór de winterstalling van de machine
reinigen en conserveren met universeel vet.
Asstompen op transmissies en profielen van cardanassen vóór de winterstalling van de
machine reinigen en conserveren met universeel vet.
Alle smeerpunten volgens de onderhoudsinstructies smeren vóór de winterstalling.
Machine reinigen / conserveren
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
• Hogedrukreiniger
• Conserveringsolie
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 325
Werkwijze
1 Met hogedrukreiniger grondig reinigen.
VOORZICHTIG
Oogletsel door het gebruik van hogedrukreinigers!
Bij reinigingswerkzaamheden met hogedrukreinigers of perslucht, veiligheidsbril
dragen.
AANWIJZING
Machineonderdelen kunnen beschadigd raken door hogedrukreinigers.
Watertemperatuur maximaal 80 °C
Geen rondstraal-sproeiers, vuilfrezen of powerspuiters gebruiken.
Minimale afstand van ca. 30 cm tussen hogedrukspuit en oppervlak aanhouden.
Tijdens de reinigingsprocedure waterstraal altijd in beweging houden.
Waterstraal niet rechtstreeks op elektrische of hydraulische componenten, lagers,
aanzuigopeningen, cardanassen, stickers en banden richten.
2 Machine goed laten drogen na vochtig reinigen.
3 Repareer eventueel aanwezige lakschade.
4 Blanke machinedelen met conserveringsolie insmeren/inspuiten.
5 Waarschuwingsafbeelding controleren op volledigheid en eventueel vervangen.
Opgehoopt vuil in het frameprofiel verwijderen
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Voorbereiding
Industriële stofzuiger
• Perslucht
Werkwijze
Vergrendeling openen en afdekking verwijderen.
Periodiek onderhoud
326 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Opgehoopt vuil verwijderen, indien nodig.
Afdekking terugplaatsen en vergrendelen.
Procedure aan beide zijden van de machine op dezelfde manier uitvoeren!
Schroefverbindingen frame en asbrug controleren
1x per jaar na het seizoen
Voorwaarde
Machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Schroefverbinding van de dwarsdragers aan beide kanten controleren en indien nodig
met 230 Nm aandraaien (geen slagmoersleutel gebruiken).
Schroefverbinding van de asbrug aan beide kanten controleren en indien nodig met 150
Nm aandraaien (geen slagmoersleutel gebruiken!).
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 327
Zuigerslag wielremcilinder controleren / instellen (luchtrem)
TIP
Voor het snelverkeer ‘300 x 200’ is er een speciaal onderhoudshandboek dat aangevraagd
kan worden bij de klantenservice.
TIP
De zuigerslag wielremcilinder wordt vergroot door slijtage van de remvoeringen. Voor het
afstellen de restdikte van de remvoeringen controleren. Zie "Remblokken controleren" pagi-
na 296.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Restdikte remblok al gecontroleerd (er moet duidelijk meer dan 2 mm restdikte beschik-
baar zijn)
Instelling laten uitvoeren door een servicepartner.
TIP
De zuigerslag wielremcilinder mag bij gebruik nooit groter zijn dan 30 mm!
De zuigerslag wielremcilinder moet bij instelling als hij nieuw is 12 mm mm - 15 mm bedra-
gen.
Zuigerslag wielremcilinder niet opnieuw instellen als de restdikte remblok nog slechts 2 mm
bedraagt. In dit geval eerst de remblokken vervangen en vervolgens de zuigerslag wielrem-
cilinder instellen.
Werkwijze
Zuigerslag wielremcilinder (= slagverschil tussen losgemaakte en bediende bedrijfsrem)
vaststellen.
Als de zuigerslag wielremcilinder (D) al bij benadering 30 mm is, dan de zuigerslag
met de stelbout (7) absoluut opnieuw instellen.
Periodiek onderhoud
328 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Om de 4 jaar
Hydraulische drukaccumulator controleren / bijvullen
TIP
Het stikstofdrukverlies van hydraulische drukreservoirs bedraagt na 4 jaar ca. 8-12 %.
GEVAAR
Gevaar voor ernstig letsel!
Als hydraulische drukaccumulatoren zijn gevuld met andere gassen dan stikstof, kan het
hydraulische drukreservoir exploderen.
Hydraulische drukaccumulatoren mogen alleen met stikstof worden gevuld.
De hydraulische drukaccumulator moet tijdens het vullen aan de vloeistofzijde drukloos
zijn.
GEVAAR
Gevaar voor ernstig letsel!
Als de gasaccumulator beschadigd is, kan de hydraulische drukaccumulator exploderen.
Aan hydraulische drukreservoirs mag niet worden gelast of gesoldeerd, en ook mecha-
nische bewerkingen zijn niet toegestaan.
Voorwaarde
Machine geparkeerd op een vlakke en stabiele ondergrond en beveiligd tegen wegrol-
len.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Hydrauliek drukloos
Werkzaamheden worden uitgevoerd door een servicedealer.
Voorbereiding
Hogedruk stikstofvulsysteem
Werkwijze
Ten minste eens in de 4 jaar bij een gespecialiseerde werkplaats laten controleren en,
indien nodig, laten corrigeren.
De benodigde vuldruk is af te lezen op een sticker op de drukaccumulator of is te vinden
in het betreffende hydraulische schema.
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 329
N = Stikstof
Om de 6 jaar
Hydraulische slangen vervangen
WAARSCHUWING
Hydraulische olie die onder hoge druk ontsnapt, kan de huid binnendringen en ern-
stige infecties veroorzaken.
Vóór het aansluiten of loskoppelen van de hydraulische slangen het hydraulisch sys-
teem drukloos maken.
Voordat de hydraulische slangen worden losgemaakt, of voor onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden moet het hydraulische systeem drukloos worden gemaakt.
Bij verwondingen dient direct een arts te worden geraadpleegd.
Hydraulische slangen die ouder zijn dan 6 jaar moeten worden vervangen. Alleen reserve-
slangen met dezelfde specificatie gebruiken, en bevestigingspunten en bevestigingsmethode
van de ‘oude’ slangen overnemen of overbrengen op de nieuwe slangen. Zie ook reserveon-
derdelenlijst.
Smeerschema's
Smeerschema - uitleg van de symbolen
Symbool Uitleg
Vet
Olie
Aantal en positie van de smeernippels
Romeinse cijfers tus-
sen ronde haakjes, bij-
voorbeeld (lll), (lV), enz.
Bedrijfsstofcode, zie hoofdstuk “Specificatie bedrijfsstoffen”; vul-
hoeveelheden zie hoofdstuk “Smeermiddelen en vulhoeveelhe-
den”
Gebruiksaanwijzing van de fabrikant in acht nemen
Periodiek onderhoud
330 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Symbool Uitleg
X hElke “X” bedrijfsuren smeren
_____ ononderbroken verbindingslijnen - standaard onderdeel
- - - - onderbroken verbindingslijnen - optioneel onderdeel
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 331
standaard
Periodiek onderhoud
332 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Aandrijving doseerder
Periodiek onderhoud
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 333
Assen
Periodiek onderhoud
334 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Specificatie bedrijfsstof
TIP
Door PÖTTINGER Landtechnik G.m.b.H. voorgeschreven minimumkwaliteitsnormen voor
bedrijfsstoffen die op PÖTTINGER machines wordt gebruikt.
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Als bedrijfsstoffen worden gebruikt met lagere kwaliteitsnormen dan voorgeschreven,
kan dit leiden tot schade aan de machine.
Bedrijfsstofco-
de
Volgens
smeerschema
Omschrijving Specificatie
I Hydraulische olie HLP 46 DIN 51524 deel 2
II Motorolie SAE 30 conform API CD/SF
III Transmissieolie SAE 90 of SAE 85W - 140 conform API-GL 4
of API-GL 5
IV Lithiumvet DIN 51 502, KP 2K
V Vloeibare transmissieolie DIN 51 502:GOH
VI Complex vet DIN 51 502:KP 1R
VII Transmissieolie SAE 90 of SAE 85W - 140 conform API-GL 5
VIII Transmissieolie SAE 75W - 90 volgens API-GL 5
IX Transmissieolie SAE 80W - 90 volgens API-GL 5
X Bio-smeerolie SAE 15W-40
XI Vloeibare transmissieolie DIN 51 825:KP2k-20
Smeermiddelen en vulhoeveelheden
Waar Bedrijfsstof-
code
Volgens
smeersche-
ma
Omschrijving Specificatie Hoeveel-
heid
Smeerplaatsen
(ook met smeer-
nippels)
(IV) Universeel li-
thiumvet
NLGI 12 Indien no-
dig
Doseerdertrans-
missie achter
(VII) Transmissie-
olie
SAE 90 of SAE 85W -
140 conform API-GL 5
1 liter
Ingangsaandrijving (VII) Transmissie-
olie
SAE 90 of SAE 85W -
140 conform API-GL 5
2,1 liter
Smeermiddelen
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 335
Waar Bedrijfsstof-
code
Volgens
smeersche-
ma
Omschrijving Specificatie Hoeveel-
heid
Doseerdertrans-
missie voor
(VII) Transmissie-
olie
SAE 90 of SAE 85W -
140 conform API-GL 5
1 liter
Rolbodem-trans-
missie
(VII) Transmissie-
olie
SAE 90 of SAE 85W -
140 conform API-GL 5
1,5 liter
Zijtransmissie (VII) Transmissie-
olie
SAE 90 of SAE 85W -
140 conform API-GL 5
4 liter
Smeermiddelen
336 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Cardanas-nokkenschakelkoppeling functie
De ratelkoppeling is een overbelastingskoppeling die het koppel bij een overbelasting volle-
dig scheidt. Er is dus geen koppeloverdracht op het moment van overbelasting. Voorwaarde
voor de beoogde werking is dat de cardanas wordt aangedreven met de overbelastingskop-
peling in de voorgeschreven draairichting en in de voorgeschreven inbouwpositie.
De ontkoppelde koppeling wordt automatisch weer ingeschakeld bij ongeveer 200 U/min
wanneer het toerental van de aftakas daalt, zonder dat de cardanas volledig tot stilstand
komt.
TIP
Veelvuldig gebruik van de nokkenschakelkoppeling verkort de levensduur door sterkere slij-
tage.
Over het algemeen de nokkenschakelkoppeling niet langer dan 10 seconden laten door-
draaien.
Doseerinrichting nokkenschakelkoppeling
De nokkenschakelkoppeling scheidt de aandrijfkabel van de doseerwalsen bij overbelasting
(vanaf 1700 Nm) volledig van de aandrijving Zie "Cardanas-nokkenschakelkoppeling functie"
pagina 337..
Een overbelasting van de nokkenschakelkoppeling ontstaat door te hoge druk van het laad-
goed aan de doseerwalsen bij een te hoog gekozen rolbodemsnelheid.
AANWIJZING
Schade aan de nokkenschakelkoppeling door te vaak losmaken van de koppeling.
Rolbodemsnelheid zo instellen dat de nokkenschakelkoppeling niet wordt losgemaakt.
Nokkenschakelkoppeling koppelen
Voorwaarde
Machine variant "D"
Werkwijze
Bij het losmaken van de nokkenschakelkoppeling de rolbodemaandrijving direct uitscha-
kelen.
Rolbodem kort op voorloop schakelen om de doseerwalsen te ontlasten.
Rolbodemsnelheid aanpassen (verlagen) Zie "Selectie menu "Set" submenu "Rolbo-
dem"" pagina 85..
Losprocedure opnieuw starten
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 337
Wat te doen als ...
Deze sectie bevat een beschrijving van mogelijke storingen en aanbevelingen om deze te
corrigeren. Als de machine niet kan worden hersteld met de aanbevolen maatregelen, moet
u contact opnemen met uw dealer.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel bij werkzaamheden aan de machine!
Persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsbril, handschoenen enz. gebrui-
ken.
Machine parkeren op een vlakke, stevige ondergrond en beveiligen tegen wegrollen.
Tractormotor afzetten, parkeerrem aantrekken, contactsleutel verwijderen en opbergen.
Werkgebied zodanig beveiligen dat dit gebied niet door derden / onbevoegden kan wor-
den betreden.
Alle werkzaamheden alleen uitvoeren wanneer de aandrijving stilstaat.
Afsluitkraan op alle hydraulische leidingen sluiten voordat in de gevarenzone of aan hy-
draulisch gestuurde machineonderdelen wordt gewerkt.
Alle elektrische stekkerverbindingen tussen tractor en machine loskoppelen voordat
aan elektrisch aangedreven machineonderdelen wordt gewerkt.
Geschikte steunelementen tegen onbedoeld zakken / zwenken van hydraulisch ge-
stuurde machineonderdelen gebruiken.
Nadat de werkzaamheden zijn beëindigd, losgedraaide schroefverbindingen controle-
ren op stevig vastzitten en afschermingen / beschermende inrichtingen controleren op
correcte werking.
verlichting
Verlichting compleet zonder functie
Oorzaken en oplossing
Zekering defect.
Door zekering zelfde specificatie vervangen.
Er is een contactfout van de kabel.
De verlichting uit- en weer inschakelen.
Alle kabelstekkers controleren op correcte aansluiting.
Kabel defect Laten vervangen of repareren door service-werkplaats.
Verlichting deels zonder functie
Verlichting defect.
Door verlichting zelfde specificatie vervangen.
Bij LED-verlichting kunnen lampen misschien niet vervangen worden (bijv. contour-
verlichting). In dit geval verlichting laten vervangen door de dealer
Raad en daad
338 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Er is een contactfout van de kabel.
De verlichting uit- en weer inschakelen.
Alle kabelstekkers controleren op correcte aansluiting.
Kabel defect Laten vervangen of repareren door service-werkplaats.
Zekering defect.
Door zekering zelfde specificatie vervangen.
Relais defect. Laten vervangen door service-werkplaats.
Sensoren probleemoplossing
Naderingsschakelaars, toerentalgeversensoren, toerentalopnemersensoren, hoeksensoren
Defecte sensoren moeten worden vervangen door een service-werkplaats voordat de machi-
ne opnieuw wordt gebruikt.
Mogelijke foutenbronnen
Sensor Fout Oplossen
Naderings-
schakelaar
Sensor reageert
niet
1. Controleren of de sensor goed vastzit
2. Afstand van de sensorkop tot de signaaltrigger contro-
leren. De afstand moet 6-10 mm bij signaaltrigger bedra-
gen.
3. Sensorkabel stekker en bijbehorende kabelstreng
controleren op schade.
Toerental-
sensor- en
toerentalop-
nemersenso-
ren
Ongelijkmatige
toerentallen of
stilstand van het
betreffende on-
derdeel
1. Controleren of de sensor goed vastzit
2. Afstand van de sensorkop tot de signaaltrigger contro-
leren. De afstand moet bij signaaltriggering 2-4 mm be-
dragen.
3. Mechanische fouten uitsluiten
Hoeksenso-
ren
Positie wordt
niet herkend
1. Controleren of de sensor goed vastzit
2. Mechanische fouten uitsluiten
3. Sensorkabel stekker en bijbehorende kabelstreng
controleren op schade.
Opraper hoeksensoren
AANWIJZING
Gevaar voor materiële schade!
Als hoeksensoren zijn vervangen, is botsing van machine-onderdelen mogelijk als niet
wordt gekalibreerd.
Hoeksensoren na het vervangen opnieuw kalibreren.
Opraper hoeksensoren kalibreren
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 339
Tastwielsensoren Opraper Super Large 2360
1 = Sensor achter links B22
2 = Sensor voor links B20
Spiegelbeeldig 1 = sensor achter rechts B23 (zonder afbeelding)
Spiegelbeeldig 2 = sensor voor rechts B21 (zonder afbeelding)
Tastwielsensoren instellen
Voorwaarde
Opraper in de parkeerpositie
Tastwielen in de parkeerpositie bij instelling van de sensoren voor de parkeerpositie.
Tastwielen in de werkpositie bij instelling van de sensoren voor de werkpositie.
Tractor en machine op een vlakke en stabiele ondergrond geparkeerd en beveiligd te-
gen wegrollen.
Tractormotor uitgeschakeld, contactsleutel verwijderd en opgeborgen.
Werkwijze
Voor de parkeerpositie de sensoren linksachter (B22) en rechtsachter (B23) op 1-3mm
afstand van de metalen plaat instellen.
Voor de werkpositie de sensoren linksvoor (B20) en rechtsvoor (B21) op 1-3mm afstand
van de metalen plaat instellen.
Raad en daad
340 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Hydrauliek noodbediening
Ondanks uitval van de elektrische installatie, kan de gewenste hydraulische functie direct via
het hydraulische schakelblok en het tractor-regelventiel worden uitgevoerd.
Het hydraulische schakelblok bevindt zich onder de voorste linker beschermkap.
1 = Hydraulisch schakelblok
Noodbediening van de hydraulische functies
WAARSCHUWING
Gevaar voor stoten en kneuzen voor het hele lichaam!
Machineonderdelen kunnen bewegingen uitvoeren die niet te voorzien zijn voor personen
in de gevarenzone.
Iedereen wegsturen uit de gevarenzone rond de machine voordat er machinefuncties
worden bediend.
Werkwijze
De klepknoppen op het hydraulische schakelblok die zijn toegewezen aan de betreffen-
de functie, volgens de tabel (met de klok mee) volledig erin draaien.
De functie wordt uitgevoerd via de betreffende tractorregelklep.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 341
Y16
Y15
LS
Load sensing
024-02-04
Tractor regelventiel bedienen - de gekozen functie wordt uitgevoerd.
Is de gekozen functie niet meer nodig, dan de ingedeelde ventielknoppen (tegen de klok
in) volledig uitdraaien.
Raad en daad
342 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Elektronische gedwongen besturing
Fout aan stuurcomputer
Symbool knippert.
Oplossen
Kijk dit na op de stuurcomputer en verhelp de fout .
Rijd naar een werkplaats wanneer de fout niet kan worden opgelost. Rijd maximaal 10
km/h.
Gegevensverbinding onderbroken
Symbool fout gedwongen besturing en CAN-symbool knipperen beurtelings.
Oplossen
Breng de gegevensverbinding weer tot stand.
De voeding van de stuurcomputer controleren. De stuurcomputer is via de voe-
dingskabel op de hoofdcomputer aangesloten.
De CAN-bus-aansluiting in de verdelerkast van de kabelboom van de machine op
correcte bedrading controleren.
Rijd naar een werkplaats wanneer de fout niet kan worden opgelost. Rijd maximaal 10
km/h.
Fout in de hydraulische voeding
Symbool fout gedwongen besturing en oliekan-symbool knipperen beurtelings.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 343
Oplossen
De hydraulische voeding controleren. Hierbij moet de tractor gestart zijn.
Rijd naar een werkplaats wanneer de fout niet kan worden opgelost. Rijd maximaal 10
km/h.
Melding botsingsbewaking
TIP
De botsingsbewaking wordt geactiveerd via het menu ‘Special Setup – Collision alarm’ op
de stuurcomputer door invoeren van de maximale hoek.
Symbool fout gedwongen besturing en dissel-symbool knipperen beurtelings. Er
klinkt een pieptoon.
Oplossen
De maximale stuurinslag is overschreden. Een botsing van de achterwielen van de trac-
tor met de aanhanger ligt voor.
Elektronische gedwongen sturing noodbedrijf
In principe worden de assen in noodbediening vrijgeschakeld. Daarmee bevinden de assen
zich voor de rit vooruit in vrije (ongestuurde) naloop. Daardoor is achteruitrijden slechts be-
perkt mogelijk.
Om toch korte stukken achteruit te kunnen rijden, moeten volgende maatregelen worden ge-
nomen.
Raad en daad
344 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongelukken!
Bij technische defecten aan het elektronische stuursysteem de werkzaamheden direct
staken en blijven staan.
Indien fout niet ter plaatse worden verholpen, dan met maximaal 10 km/h naar de
dichtstbijzijnde service-dealer rijden!
Achteruitrijden in noodbedrijf (mechanische defecten)
Werkwijze
Vooruit rijden tot de wielen aan beide kanten van de machine in één lijn liggen.
Draai de schroeven aan het hydraulisch blok van de gedwongen besturing helemaal in,
om de hydrauliek van de gedwongen besturing te vergrendelen.
Tridem-onderstellen
Aan Tridem-onderstellen met elektronische gedwongen besturing de schroeven (5
- 8) aan het hydraulisch blok volledig naar binnen draaien.
Tandem-onderstellen
Aan Tandem-onderstellen met elektronische gedwongen besturing de schroeven
(9/ 10) aan het hydraulisch blok volledig naar binnen draaien.
Achteruit rijden indien nodig.
Aansluitend de schroeven aan het hydraulisch blok weer helemaal uitdraaien.
Met maximaal 10 km/h naar de dichtstbijzijnde service-dealer rijden en het defect laten
verhelpen.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 345
Achteruitrijden in noodbedrijf terminal-foutmelding 'Snelheidssignaal’
Om vast te stellen of er sprake is van een dergelijke fout, moet de opgetreden foutcode op
de terminal worden vergeleken met de foutcodes in de handleiding. Zie "Stuurcomputer fout-
codelijst" pagina 346.
TIP
Bijvoorbeeld voor de foutcode bij fout 'Snelheidssignaal': 052 - xxx - xxx
Werkwijze
VOORZICHTIG
Gevaar voor ongelukken!
Bij technische defecten aan het elektronische stuursysteem de werkzaamheden direct
staken en blijven staan.
Indien fout niet ter plaatse worden verholpen, dan met maximaal 10 km/h naar de
dichtstbijzijnde service-dealer rijden!
Is er sprake van een fout 'Snelheidssignaal', dan kan de automatische besturing via de
terminal (niet de stuurcomputer) als normaal worden geblokkeerd, om achteruitrijden
mogelijk te maken.
Gebeurtenisgeheugen uitlezen
De veiligheids-stuurcomputer beschikt over uitgebreide diagnosefuncties .
Naast functiestoringen in de stuurcomputer worden ook storingen van alle perifere modules
van de gedwongen besturing weergegeven, met vermelding van de foutlocatie en het foutty-
pe Zie "Stuurcomputer foutcodelijst" pagina 346..
Stuurcomputer foutcodelijst
Foutcode Beschrijving
005 – 002 – 00 Digitale uitgang 1 (DA1) Kabelbreuk
005 – 002 – 03 Digitale uitgang 1 (DA1) Kabelbreuk
005 – 003 – 00 Digitale uitgang 1 (DA1) Kortsluiting
005 – 003 – 03 Digitale uitgang 1 (DA1) Kortsluiting
005 – 005 – 03 Digitale uitgang 1 (DA1) Parameterprogrammering
005 – 012 – 03 Digitale uitgangen > max. waarde
006 – 002 – 00 Digitale uitgang 2 (DA2) Kabelbreuk
006 – 002 – 03 Digitale uitgang 2 (DA2) Kabelbreuk
006 – 003 – 00 Digitale uitgang 2 (DA2) Kortsluiting
006 – 003 – 03 Digitale uitgang 2 (DA2) Kortsluiting
006 – 005 – 03 Digitale uitgang 2 (DA2) Parameterprogrammering
007 – 002 – 00 Digitale uitgang 3 (DA3) Kabelbreuk
Raad en daad
346 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Foutcode Beschrijving
007 – 002 – 03 Digitale uitgang 3 (DA3) Kabelbreuk
007 – 003 – 00 Digitale uitgang 3 (DA3) Kortsluiting
007 – 003 – 03 Digitale uitgang 3 (DA3) Kortsluiting
007 – 005 – 03 Digitale uitgang 3 (DA3) Parameterprogrammering
008 – 002 – 00 Digitale uitgang 4 (DA4) Kabelbreuk
008 – 002 – 03 Digitale uitgang 4 (DA4) Kabelbreuk
008 – 003 – 00 Digitale uitgang 4 (DA4) Kortsluiting
008 – 003 – 03 Digitale uitgang 4 (DA4) Kortsluiting
008 – 005 – 03 Digitale uitgang 4 (DA4) Parameterprogrammering
009 – 002 – 00 Digitale uitgang 5 (DA5) Kabelbreuk
009 – 002 – 03 Digitale uitgang 5 (DA5) Kabelbreuk
009 – 003 – 00 Digitale uitgang 5 (DA5) Kortsluiting
009 – 003 – 03 Digitale uitgang 5 (DA5) Kortsluiting
009 – 005 – 03 Digitale uitgang 5 (DA5) Parameterprogrammering
010 – 002 – 00 Digitale uitgang 6 (DA6) Kabelbreuk
010 – 002 – 03 Digitale uitgang 6 (DA6) Kabelbreuk
010 – 003 – 00 Digitale uitgang 6 (DA6) Kortsluiting
010 – 003 – 03 Digitale uitgang 6 (DA6) Kortsluiting
010 – 005 – 03 Digitale uitgang 6 (DA6) Parameterprogrammering
011 – 002 – 00 Digitale uitgang 7 (DA7) Kabelbreuk
011 – 002 – 03 Digitale uitgang 7 (DA7) Kabelbreuk
011 – 003 – 00 Digitale uitgang 7 (DA7) Kortsluiting
011 – 003 – 03 Digitale uitgang 7 (DA7) Kortsluiting
011 – 005 – 03 Digitale uitgang 7 (DA7) Parameterprogrammering
012 – 002 – 00 Digitale uitgang 8 (DA8) Kabelbreuk
012 – 002 – 03 Digitale uitgang 8 (DA8) Kabelbreuk
012 – 003 – 00 Digitale uitgang 8 (DA8) Kortsluiting
012 – 003 – 03 Digitale uitgang 8 (DA8) Kortsluiting
Verduidelijkingen/instructies
Kabel-
breuk
Aan de overeenkomstige uitgang is een kabelbreuk gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencijfe-
rige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
• Bij meerdere gemelde kabelbreuken kan een onderbroken, gemeenschappe-
lijke retourleiding de oorzaak zijn.
• Wanneer door een systematische weerstandsmeting van de leidingen en de
verbindingen geen kabelbreuk kan worden vastgesteld, is het mogelijk dat de
dwarsdoorsnede van de gemeenschappelijke retourleiding te klein is.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 347
Verduidelijkingen/instructies
Kortslui-
ting
Aan de overeenkomstige uitgang is een kortsluiting gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencijfe-
rige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
Parame-
terprog.
De uitgang beschikt door de parametrering van de stuurcomputer op niet-toe-
gelaten wijze over meerdere functies.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
> max.
waarde
De parametrering van de stuurcomputer wijst meer uitgangen aan de beschik-
bare functies toe dan daadwerkelijk fysiek beschikbaar zijn. De melding heeft
geen betrekking op een speciale uitgang.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
020 – 002 – 02 PWM1 Kabelbreuk
020 – 002 – 03 PWM1 Kabelbreuk
020 – 003 – 03 PWM1 Kortsluiting
020 – 005 – 03 PWM1 Parameterprogrammering
021 – 002 – 02 PWM2 Kabelbreuk
021 – 002 – 03 PWM2 Kabelbreuk
021 – 003 – 03 PWM2 Kortsluiting
021 – 005 – 03 PWM2 Parameterprogrammering
022 – 002 – 02 PWM3 Kabelbreuk
022 – 002 – 03 PWM3 Kabelbreuk
022 – 003 – 03 PWM3 Kortsluiting
022 – 005 – 03 PWM3 Parameterprogrammering
023 – 002 – 02 PWM4 Kabelbreuk
023 – 002 – 03 PWM4 Kabelbreuk
023 – 003 – 03 PWM4 Kortsluiting
023 – 005 – 03 PWM4 Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Raad en daad
348 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Kabel-
breuk
Aan de overeenkomstige uitgang is een kabelbreuk gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencij-
ferige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
• Bij meerdere gemelde kabelbreuken kan een onderbroken, gemeenschappe-
lijke retourleiding de oorzaak zijn.
• Wanneer door een systematische weerstandsmeting van de leidingen en
verbindingen geen kabelbreuk kan worden vastgesteld, is het mogelijk dat de
dwarsdoorsnede van de gemeenschappelijke retourleiding te klein is.
Kortslui-
ting
Aan de overeenkomstige uitgang is een kortsluiting gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencij-
ferige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
Parame-
terprog.
De uitgang beschikt door de parametrering van de stuurcomputer op niet-toe-
gelaten wijze over meerdere functies.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de vrijgegeven parameterset en/of de vrijgegeven softwarever-
sie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
030 – 002 – 00 Voedingsbron Kabelbreuk
030 – 006 – 00 Voedingsbron Time-out
030 – 009 – 00 Voedingsbron Niveau
030 – 010 – 00 Voedingsbron 5 V referentie
030 – 011 – 00 Voedingsbron 5 V extern
030 – 031 – 00 Voedingsbron Snelheid > 0
Verduidelijkingen/instructies
Kabel-
breuk
De digitale ingang voor de bewaking van de geschakelde voedingsbron van de
stuurcomputer toont een kabelbreuk.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Het is mogelijk dat een tussengeschakelde zekering defect is.
• Controleer de leidingen naar de spanningsbron en naar de overeenkomstige
digitale ingang van de stuurcomputer.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 349
Verduidelijkingen/instructies
Time-out De stuurcomputer kan zich niet via de functie met stationair commando uit-
schakelen.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De schakeling van het stationair commando heeft talrijke aansluitingen aan
het relais en de stuurcomputer die snel kunnen worden verwisseld.
• Er is eventueel een verkeerd relais gebruikt.
Niveau De voedingsspanning ligt binnen het onderspanningsbereik en het voertuig be-
weegt zich sneller voort dan 25 km/h.
5 V refe-
rentie
De referentiespanning ligt buiten het toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De 5 V-referentie voorziet meestal de hoeksensoren en druksensoren. Meet
de spanning wanneer de stuurcomputer is aangesloten. Bij afwijkingen moeten
de aangesloten hoeksensor en sensoren achtereenvolgens kort worden losge-
koppeld om de defecte verbinding te vinden. Er is mogelijk een kortsluiting
aanwezig. Controleer ook de afscherming van de aangesloten sensoren.
5 V ex-
tern
De externe referentiespanning ligt buiten het toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De 5 V-externe voorziet meestal de hoeksensoren en druksensoren van
spanning. Meet de spanning wanneer de stuurcomputer is aangesloten. Bij af-
wijkingen moeten de aangesloten hoeksensor en sensoren achtereenvolgens
kort worden losgekoppeld om de defecte verbinding te vinden. Er is mogelijk
een kortsluiting aanwezig. Controleer ook de afscherming van de aangesloten
sensoren.
Snelheid
> 0
De spanningsbron werd ingeschakeld bij een voertuigsnelheid groter dan
10 km/h.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Er is mogelijk een loszittend contact in de spanningsbron. Wordt het voertuig
gesleept?
Foutcode Beschrijving
031 – 005 – 01 Parameter Parameterprogrammering
031 – 019 – 00 Parameter Afwijking
031 – 019 – 01 Parameter Afwijking
Verduidelijkingen/instructies
Parame-
terprog.
Minimaal één waarde in het parameterbereik is ongeldig. De stuurcomputer
gebruikt in plaats van de geprogrammeerde waarde een standaardwaarde.
Raad en daad
350 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Afwijking De parameterset stemt niet overeen met de goedgekeurde configuratie. Dat
betekent dat er minimaal één parameterwaarde is gewijzigd. Dit kan in het ka-
der van verzoeken een reguliere toestand zijn. Het stuursysteem kan in dit ge-
val na het inschakelen gedurende 5 minuten worden aangedreven
(031-019-00), daarna wordt het stuursysteem gedeactiveerd (031-019-01).
Maatregel:
• Veranderingen mogen alleen in samenspraak met ME plaatsvinden en moe-
ten door ME worden goedgekeurd. De foutcode verschijnt dan niet meer.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset.
Foutcode Beschrijving
034 – 031 – 00 Laadcontrole Snelheid > 0
Verduidelijkingen/instructies
Snelheid > 0 Het voertuig rijdt sneller dan 20 km/h en het signaal laadcontrole is niet ac-
tief (dat wil zeggen: motor is uitgeschakeld resp. geen hydraulische voe-
dingsbron aanwezig, bijv. drukschakelaar niet geschakeld).
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de bedrading.
• Controleer de sensor (indien aanwezig).
Foutcode Beschrijving
040 – 002 – 01 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Kabelbreuk
040 – 003 – 02 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Kortsluiting
040 – 003 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Kortsluiting
040 – 005 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Parameterprogrammering
040 – 007 – 02 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Signaaluitval
040 – 007 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Signaaluitval
040 – 017 – 02 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Som baan 1 / 2
040 – 017 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Som baan 1 / 2
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 351
Foutcode Beschrijving
040 – 018 – 02 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Verschil baan 1 / 2
040 – 018 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 1
Verschil baan 1 / 2
Verduidelijkingen/instructies
Kabel-
breuk
De uitgangsspanning van de hoeksensor ligt in het kabelbreukbereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De hoeksensor wordt eventueel niet gevoed of is te ver uitgestuurd. Er is ook
een kabelbreuk op de spanningsbron mogelijk.
• Spanning > 4,8 V:
- Kortsluiting van de uitgang naar +UB.
- Hoeksensor te ver uitgestuurd?
- Kabelbreuk naar de aarding van de hoeksensor
• Spanning < 0,2 V:
- Kortsluiting van de uitgang naar aarding.
- Kabelbreuk tussen de uitgang en de hoeksensor.
- Kabelbreuk tussen de spanningsbron en de hoeksensor.
- Hoeksensor te ver uitgestuurd?
Kortslui-
ting
Er is een kortsluiting tussen beide uitgangsspanningen van de hoeksensor.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de bedrading en de stekker.
Parame-
terprog.
De parametrering van de hoeksensor is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Signaal-
uitval
Beide signalen van de hoeksensor zijn herkend als fout of instabiel. Treedt al-
leen in combinatie met andere fouten aan deze hoeksensor op.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De verdere fouten van deze hoeksensor geven gedetailleerde informatie over
de aard van de signaaluitvallen
• Bewaak de signaalspanningen en controleer op onregelmatigheden.
Raad en daad
352 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Som
baan 1 /
2
De som van de waarden van de uitgangsspanningen is niet plausibel. Indien
beide uitgangsspanningen van de hoeksensor worden toegevoegd, dan moet
dit resulteren in een waarde van 5 V.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Bij voertuigen in gebruik; Is de hoeksensor beschadigd? Controleer het ver-
loop van de uitgangsspanningen en de aansluiting van de afscherming van de
aansluitkabel.
• Wanneer het lager van de hoeksensor is beschadigd, moet u bij het vervan-
gen van de hoeksensor de koppeling controleren.
• Bij de eerste ingebruikname: Bij potentiometrische hoeksensoren kunnen de
voedingsspanningen zijn omgewisseld.
Verschil
baan 1 /
2
Het verschil tussen beide op basis van de uitgangsspanningen bepaalde hoe-
kwaarden is ontoelaatbaar groot.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Bij een vervanging van de hoeksensor, de stuurcomputer of bij de eerste in-
gebruikname moet de hoeksensor worden afgesteld.
• Controleer de kabel van de hoeksensor op breuk van de draad door onder-
schrijding van de minimale buigstraal van de kabel.
• Controleer de steekverbinding van de hoeksensor op sporen van vochtigheid,
veilige contactvergrendeling, trekontlasting en krimpverbindingen volgens de
normen.
• Controleer de steekverbinding van de stuurcomputer.
• Controleer de aansluiting van de afscherming van de overeenkomstige hoek-
sensor.
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
041 – 002 – 01 Hoeksensor
Achteras 1 baan 2
Kabelbreuk
041 – 003 – 03 Hoeksensor
Achteras 1 baan 2
Kortsluiting
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 353
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk De uitgangsspanning van de hoeksensor ligt in het kabelbreukbereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De hoeksensor wordt eventueel niet gevoed of is te ver uitgestuurd. Er is
ook een kabelbreuk op de spanningsbron mogelijk.
• Spanning > 4,8 V:
- Kortsluiting van de trekker naar spanningsbron.
- Hoeksensor te ver uitgestuurd?
- Kabelbreuk naar de aarding van de hoeksensor
• Spanning < 0,2 V:
- Kortsluiting van de trekker naar aarding van de hoeksensor of naar de voer-
tuigaarding.
- Kabelbreuk tussen de trekker en de hoeksensor.
- Kabelbreuk tussen de spanningsbron en de hoeksensor.
- Hoeksensor te ver uitgestuurd?
Kortsluiting Er is een kortsluiting tussen beide uitgangsspanningen van de hoeksensor.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de bedrading en de stekker.
5 V extern
Foutcode Beschrijving
042 – 002 – 01 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Kabelbreuk
042 – 003 – 02 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Kortsluiting
042 – 003 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Kortsluiting
042 – 005 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Parameterprogrammering
042 – 007 – 02 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Signaaluitval
042 – 007 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Signaaluitval
042 – 017 – 02 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Som baan 1 / 2
042 – 017 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Som baan 1 / 2
042 – 018 – 02 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Verschil baan 1 / 2
Raad en daad
354 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Foutcode Beschrijving
042 – 018 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 1
Verschil baan 1 / 2
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Zie 040-002-01
Kortsluiting Zie 040-003-02 en 040-003-03
Parameterprog. Zie 040-005-03
Signaaluitval Zie 040-007-02 en 040-007-03
Som baan 1 / 2 Zie 040-017-02 en 040-017-03
Verschil baan 1 / 2 Zie 040-018-02 en 040-018-03
Foutcode Beschrijving
043 – 002 – 01 Hoeksensor
Achteras 2 baan 2
Kabelbreuk
043 – 003 – 03 Hoeksensor
Achteras 2 baan 2
Kortsluiting
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Zie 041-002-01, 041-002-02 en 041-002-03
Kortsluiting Zie 041-003-03
5 V extern Zie 041-011-01
Foutcode Beschrijving
044 – 002 – 01 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Kabelbreuk
044 – 003 – 02 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Kortsluiting
044 – 003 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Kortsluiting
044 – 005 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Parameterprogrammering
044 – 007 – 02 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Signaaluitval
044 – 007 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Signaaluitval
044 – 017 – 02 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Som baan 1 / 2
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 355
Foutcode Beschrijving
044 – 017 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Som baan 1 / 2
044 – 018 – 02 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Verschil baan 1 / 2
044 – 018 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 1
Verschil baan 1 / 2
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Zie 040-002-01
Kortsluiting Zie 040-003-02 en 040-003-03
Parameterprog. Zie 040-005-03
Signaaluitval Zie 040-007-02 en 040-007-03
Som baan 1 / 2 Zie 040-017-02 en 040-017-03
Verschil baan 1 / 2 Zie 040-018-02 en 040-018-03
Foutcode Beschrijving
045 – 002 – 01 Hoeksensor
Vooras 1 baan 2
Kabelbreuk
045 – 003 – 03 Hoeksensor
Vooras 1 baan 2
Kortsluiting
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Zie 041-002-01, 041-002-02 en 041-002-03
Kortsluiting Zie 041-003-03
5 V extern Zie 041-011-01
Foutcode Beschrijving
052 – 005 – 03 Snelheid 1 Parameterprogrammering
052 – 006 – 00 Snelheid 1 Time-out
052 – 006 – 01 Snelheid 1 Time-out
052 – 016 – 00 Snelheid 1 Drift
052 – 018 – 00 Snelheid 1 Verschil
052 – 018 – 01 Snelheid 1 Verschil
052 – 047 – 00 Snelheid 1 Signaaluitval
052 – 047 – 01 Snelheid 1 Signaaluitval
Raad en daad
356 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Parame-
terprog.
De parametrering van de snelheidsselectie is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Time-out Het snelheidssignaal via CAN is uitgevallen.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de apparaten die de snelheidswaarde ter beschikking stellen
(ABS-stuurapparaat, tacho).
Drift Het signaal is niet correct. Er zijn nog twee verdere signalen beschikbaar.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer het snelheidssignaal.
Verschil Verschil tussen snelheid 1 en 2 is groter dan toegelaten.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Er is mogelijk een snelheidssignaal uitgevallen.
• Bij naderingsinitiatoren: Is de afstand tussen de initiator en de metalen activa-
tor (tandschijf) correct?
• Controleer de snelheden tijdens een testrit. Werd de tachograaf opnieuw ge-
kalibreerd (geijkt)? Werden de banden (bandendiameter) veranderd?
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Signaal-
uitval
Alle snelheidssignalen zijn uitgevallen. Geen verdere snelheidsmeting mogelijk.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Wanneer alle snelheidssignalen via de CAN-bus worden doorgegeven: Con-
troleer de CAN-bus.
• Controleer de apparaten die de signalen ter beschikking stellen en de signaal-
geleidende leidingen en steekverbindingen.
Foutcode Beschrijving
053 – 004 – 00 Snelheid / disselbeweging Plausibiliteit snelheid ten opzichte van de dis-
selbeweging
053 – 004 – 01 Snelheid / disselbeweging Plausibiliteit snelheid ten opzichte van de dis-
selbeweging
053 – 006 – 00 Snelheid 2 Time-out
053 – 006 – 01 Snelheid 2 Time-out
053 – 016 – 00 Snelheid 2 Drift
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 357
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit
snelheid ten
opzichte van
de disselbewe-
ging
De disselhoeksensor werd meerdere keren bewogen, zonder dat er een
snelheidssignaal aan het systeem wordt doorgegeven. Als de aanhanger
rijdt, ontbreken de snelheidssignalen volledig.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de snelheidssensoren en de snelheidssignalen.
• Zodra het stuursysteem een snelheidssignaal ontvangt, wordt de fout-
melding na een herstart van het systeem gereset.
Time-out Het snelheidssignaal via CAN is uitgevallen.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de apparaten die de snelheidswaarde ter beschikking stellen
(ABS-stuurapparaat, tacho).
Drift Het signaal is niet correct. Er zijn nog twee verdere signalen beschikbaar.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer het snelheidssignaal.
Foutcode Beschrijving
055 – 004 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 1 Plausibiliteit
055 – 005 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 1 Parameterprogrammering
055 – 006 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 1 Time-out
055 – 019 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 1 Afwijking
055 – 019 – 02 Stuurhoekbewaking achteras 1 Afwijking
055 – 019 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 1 Afwijking
055 – 030 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 1 Omgekeerde beweging
055 – 030 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 1 Omgekeerde beweging
055 – 041 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 1 Factor
055 – 041 – 02 Stuurhoekbewaking achteras 1 Factor
055 – 041 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 1 Factor
055 – 047 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 1 Uitval
056 – 004 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 2 Plausibiliteit
056 – 005 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 2 Parameterprogrammering
056 – 006 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 2 Time-out
056 – 019 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 2 Afwijking
056 – 019 – 02 Stuurhoekbewaking achteras 2 Afwijking
056 – 019 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 2 Afwijking
056 – 030 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 2 Omgekeerde beweging
056 – 030 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 2 Omgekeerde beweging
056 – 041 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 2 Factor
056 – 041 – 02 Stuurhoekbewaking achteras 2 Factor
056 – 041 – 03 Stuurhoekbewaking achteras 2 Factor
056 – 047 – 00 Stuurhoekbewaking achteras 2 Bewakingsfout
Raad en daad
358 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Plausibili-
teit
De parametrering van de stuurtolerantiebewaking is niet in overeenstemming
met het ingestelde astype.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Parame-
terprog.
De parametrering van de stuurhoekbewaking is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Time-out De as kan bij een fout niet binnen een minuut in de rechtuit stand worden ge-
bracht en gecentreerd.
Afwijking Het maximaal toegelaten regelverschil van de as werd zo lang overschreden.
Dit is afhankelijk van de voertuigsnelheid.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Treden eventueel te grote stuurkrachten op?• Is de olietoevoer voldoende?
• Is de as geblokkeerd?
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Omge-
keerde
beweging
De as beweegt in de tegengestelde richting van de verwachte richting.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Bij de eerste ingebruikname: Zijn de hoeksensor en het proportioneel ventiel
correct aangesloten en in de correcte draairichting ingesteld?
• Bij voertuigen in gebruik; Klemt het proportioneel ventiel? Is de hoeksensor-
koppeling spelingsvrij?
Factor Het regelverschil van de as werd met een bepaalde factor overschreden. De
as werd onmiddellijk uitgeschakeld.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Treden eventueel te grote stuurkrachten op?
• Is de olietoevoer voldoende?
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 359
Bewa-
kingsfout
De parametrering van de stuurhoekbewaking is niet in overeenstemming met
de ingestelde asreactie.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde softwa-
reversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
060 – 004 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Plausibiliteit
060 – 019 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Afwijking
060 – 031 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Snelheid > 0
060 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 0 ° - afstelling
060 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 0 °- afstelling
060 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Links-afstelling
060 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Links-afstelling
060 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Rechts-afstelling
060 – 044 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 1 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit De opgeslagen afstellingswaarden zijn niet volledig of niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
Afwijking De signaturen via de afstellinggegevens van beide deelcomputers van de
stuurcomputer zijn verschillend.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Er is mogelijk een hardwaredefect.
Snelheid > 0 werd ingeschakeld bij een voertuigsnelheid hoger dan 10 km/h
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Het activeren van de afstelling tijdens het rijden is niet toegelaten.
• Controleer de snelheidssignalen.
0 ° - afstel-
ling
De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde ligt buiten het toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
• Wanneer alleen de 0 ° positie niet correct is, moet alleen deze positie
worden afgesteld.
Raad en daad
360 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Links-afstel-
ling
De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde van de linker aanslag ligt buiten het
toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
• Wanneer alleen de linker aanslag niet correct is, moet alleen deze positie
worden afgesteld.
• Wanneer opnieuw afstellen geen resultaat heeft, moet eventueel de hoek-
sensorkoppeling worden aangepast.
Rechts-af-
stelling
De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde van de rechter aanslag ligt buiten het
toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
• Wanneer alleen de rechter aanslag niet correct is, moet alleen deze posi-
tie worden aangepast.
• Wanneer opnieuw afstellen geen resultaat heeft, moet eventueel de hoek-
sensorkoppeling worden aangepast.
Foutcode Beschrijving
061 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 0 °- afstelling
061 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 0 ° - afstelling
061 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 Links-afstelling
061 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 Links-afstelling
061 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 Rechts-afstelling
061 – 044 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 1 baan 2 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
0 ° - afstelling De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde ligt buiten het toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Wanneer alleen de 0 ° positie niet correct is, moet alleen deze positie
worden afgesteld.
Links-afstel-
ling
De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde van de linker aanslag ligt buiten het
toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
• Wanneer alleen de linker aanslag niet correct is, moet alleen deze positie
worden afgesteld.
• Wanneer opnieuw afstellen geen resultaat heeft, moet eventueel de hoek-
sensorkoppeling worden aangepast.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 361
Verduidelijkingen/instructies
Rechts-af-
stelling
De opgeslagen 0 °-afstellingswaarde van de linker aanslag ligt buiten het
toegelaten bereik.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Voer een asafstelling uit.
• Wanneer alleen de rechter aanslag niet correct is, moet alleen deze posi-
tie worden aangepast.
• Wanneer opnieuw afstellen geen resultaat heeft, moet eventueel de hoek-
sensorkoppeling worden aangepast.
Foutcode Beschrijving
062 – 004 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 Plausibiliteit
062 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 0 ° - afstelling
062 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 0 ° - afstelling
062 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 Links-afstelling
062 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 Links-afstelling
062 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 Rechts-afstelling
062 – 044 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 1 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit Zie L060-004-03
Snelheid > 0 Zie L060-031-00
0 ° - afstelling Zie L060-042-00 en L060-042-03
Links-afstelling Zie L060-043-00 en L060-043-03
Rechts-afstelling Zie L060-044-00 en L060-044-03
Foutcode Beschrijving
063 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 0 ° - afstelling
063 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 0 ° - afstelling
063 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 Links-afstelling
063 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 Links-afstelling
063 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 Rechts-afstelling
063 – 044 – 03 Afstelling hoeksensor achteras 2 baan 2 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
0 ° - afstelling Zie 061-042-00 en 061-042-03
Links-afstelling Zie 061-043-00 en 061-043-03
Rechts-afstelling Zie 061-044-00 en 061-044-03
Raad en daad
362 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Gebeurteniscode Beschrijving
064 – 004 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 Plausibiliteit
064 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 0 ° - afstelling
064 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 0 ° - afstelling
064 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 Links-afstelling
064 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 Links-afstelling
064 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 Rechts-afstelling
064 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 1 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit Zie 060-004-03
Snelheid > 0 Zie 060-031-03
0 ° - afstelling Zie 060-042-03
Links-afstelling Zie 060-043-03
Rechts-afstelling Zie 060-044-03
Foutcode Beschrijving
065 – 042 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 0 ° - afstelling
065 – 042 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 0 ° - afstelling
065 – 043 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 Links-afstelling
065 – 043 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 Links-afstelling
065 – 044 – 00 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 Rechts-afstelling
065 – 044 – 03 Afstelling hoeksensor vooras 1 baan 2 Rechts-afstelling
Verduidelijkingen/instructies
0 ° - afstelling Zie 061-042-00 en 061-042-03
Links-afstelling Zie 061-043-00 en 061-043-03
Rechts-afstelling Zie 061-044-00 en 061-044-03
Foutcode Beschrijving
074 – 004 – 03 Software Password niet plausibel
074 – 021 – 03 Software Vergrendelingscyclus
074 – 046 – 00 Software Overbelasting
074 – 050 – 00 Software Signatuur EEPROM
Verduidelijkingen/instructies
Password niet plausibel De passwordcontrole heeft een ongeldige waarde opgeleverd.
Vergrendelingscyclus Alleen voor ingebruikname door de fabrikant.
Overbelasting Alleen voor ingebruikname door de fabrikant.
Signatuur EEPROM Alleen voor ingebruikname door de fabrikant.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 363
Foutcode Beschrijving
075 – 012 – 00 CAN-verbinding > max. waarde
Verduidelijkingen/instructies
> max. waar-
de
Er kan minimaal één CAN-boodschap niet worden bewerkt. Er werden te
veel boodschappen geconfigureerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
077 – 004 – 03 Asconfiguratie Plausibiliteit
077 – 005 – 03 Asconfiguratie Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit De parametrering van de asconfiguratie is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Parameter
prog
De parametrering van het aantal gestuurde assen is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
078 – 005 – 03 Stuurhoekonderdrukking Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parameter-
prog
De parametrering van de stuurhoekonderdrukking is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Raad en daad
364 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Foutcode Beschrijving
079 – 005 – 03 Stuurhoekreducering Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parameter-
prog.
De parametrering van de stuurhoekreducering is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
080 – 005 – 03 Globale nominale waarde helling Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parameter-
prog.
De parametrering van de globale nominale waarde van de helling is niet
correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
081 – 009 – 00 Veiligheidsbewaking Niveau
Verduidelijkingen/instructies
Niveau De digitale ingang voor de bewaking van de foutlamp is niet actief of het signaal is
niet plausibel.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De foutlamp wordt via een relais aangestuurd en wordt via een eigen zekering
gevoed. Eén van de componenten zekering/relais/lamp/terugmeldsignaal werkt
niet.
• Controleer de zekering van de foutlamp en de bedrading.
• Controleer de foutlamp tijdens de lampentest (start het stuursysteem opnieuw
op). Deze moet twee keer na elkaar oplichten.
Foutcode Beschrijving
083 – 004 – 00 Stuurprogrammatoetsen Plausibiliteit
083 – 005 – 03 Stuurprogrammatoetsen Parameterprogrammering
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 365
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit De bedieningselementen voor de keuze van het stuurprogramma zijn niet
correct bediend. Er worden geen bedieningen meer aanvaard,
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Eventueel klemt er een toets of is één van de ingangen kortgesloten.
Parameter-
prog.
De parametrering van de stuurprogrammatoetsen is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Gebeurteniscode Beschrijving
084 - 004 - 00 Stuurlijnreducering Plausibiliteit
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit Parameter P_14/P_15 resp. Parameter P_276/P_277 fout geprogrammeerd.
Eindwaarde van de stuurlijnreducering kleiner dan de beginwaarde
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
087 – 004 – 00 CAN-master Plausibiliteit
087 – 006 – 00 CAN-master Time-out
087 – 018 – 00 CAN-master Verschil
Verduidelijkingen/instructies
Plausibili-
teit
De parametrering van een master zonder slave is niet toegelaten.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Raad en daad
366 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Time-out De CAN-verbinding van deze stuurcomputer naar de overeenkomstige andere
stuurcomputer (master) is onderbroken of verstoord.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Zijn de stuurcomputers ingeschakeld? Controleer de zekering en de span-
ningsbron.
• Controleer de leiding en de afscherming van de CAN-bus.
Verschil De bepaalde stuurhoeken aan de voorassen van de individuele stuurcompu-
ters (master-slaves) wijken te sterk van elkaar af.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de gemeten hoek.
• Stel de voorassen opnieuw af.
Gebeurteniscode Beschrijving
088 – 006 – 00 CAN-Slave 1 Time-out
088 – 018 – 00 CAN-Slave 1 Verschil
088 – 047 – 00 CAN-Slave 1 Buiten bedrijf
Verduidelijkingen/instructies
Parame-
terprog.
De parametrering van het aantal slaves is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Time-out De CAN-verbinding van deze stuurcomputer naar de overeenkomstige andere
stuurcomputer (slave) is onderbroken of verstoord.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Zijn de stuurcomputers ingeschakeld? Controleer de zekering en de span-
ningsbron.
• Controleer de leiding en de afscherming van de CAN-bus.
Verschil De bepaalde stuurhoeken aan de voorassen van de individuele stuurcompu-
ters (master-slaves) wijken te sterk van elkaar af.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de gemeten hoek.
• Stel de voorassen opnieuw af.
Buiten
bedrijf
De overeenkomstige stuurcomputer (slave) heeft het bedrijf beëindigd. Er is
een fout aanwezig op deze computer.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de werking van de andere stuurcomputer. Lees daar de foutcode
af. De sturing kan eventueel alleen nog in beperkte mate worden gebruikt.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 367
Foutcode Beschrijving
090 – 004 – 03 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 1
Plausibiliteit
090 – 016 – 00 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 1
Drift
090 – 016 – 03 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 1
Drift
091 – 004 – 03 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 2
Plausibiliteit
091 – 016 – 00 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 2
Drift
091 – 016 – 03 Asblokkering/vergrendeling
Achteras 2
Drift
Verduidelijkingen/instructies
Plausibili-
teit
Niet-gedefinieerde toestand van de asblokkering/vergrendeling
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Stel ME op de hoogte.
Drift Afwijking van de vergrendelingspositie resp. de vergrendeling is niet mogelijk.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De vergrendelde as is uit de 0 °-positie gekomen of beweegt zich onvol-
doende om deze in de 0 °- positie te vergrendelen.
• Bij de eerste ingebruikname: Stel de as af.
• Bij voertuigen in gebruik; Controleer de hoeksensorkoppeling op speling. Tij-
dens een proefrit moet u rekening houden met de werkelijke hoek van de as.
De hoek mag niet meer dan 0,5 ° zijn. Is het vastzetten van de as, in het bij-
zonder in bochten, mogelijk? Verandert de hoek bij het inveren van de as?
Foutcode Beschrijving
095 – 023 – 00 Actuatortest achteras 1 Vergrendelingstoestand niet plausibel
095 – 023 – 01 Actuatortest achteras 1 Vergrendelingstoestand niet plausibel
095 – 031 – 00 Actuatortest achteras 1 Snelheid > 0
095 – 031 – 02 Actuatortest achteras 1 Snelheid > 0
095 – 031 – 03 Actuatortest achteras 1 Snelheid > 0
096 – 023 – 00 Actuatortest achteras 2 Vergrendeling niet plausibel
096 – 023 – 01 Actuatortest achteras 2 Vergrendeling niet plausibel
096 – 031 – 00 Actuatortest achteras 2 Snelheid > 0
096 – 031 – 02 Actuatortest achteras 2 Snelheid > 0
096 – 031 – 03 Actuatortest achteras 2 Snelheid > 0
Raad en daad
368 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Vergrende-
lingstoestand
niet plausibel
Bij een vergrendelas of een zelfsporende as:
De test van de asvergrendeling is mislukt. De as kan ondanks de uitscha-
keling worden bewogen.
Bij een centreeras:
Het reservoir is herhaaldelijk leeg bij het inschakelen van het stuursysteem.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergrendelas of zelfsporende as: De as beweegt tijdens de actuatortest
hoewel het ventiel is uitgeschakeld. Mogelijk is de afsluitklep of het bypass-
ventiel defect.
• Centreeras: De centreerkring is mogelijk niet dicht.
Snelheid > 0 De actuatortest werd op basis van de snelheid van het voertuig afgebroken.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De actuatortest had in deze stand geen mogelijkheid deze te beëindigen.
• Controleer de snelheidssignalen in stilstand.
Foutcode Beschrijving
099 – 002 – 00 Aardingsschakelaar Kabelbreuk
099 – 003 – 00 Aardingsschakelaar Kortsluiting
099 – 004 – 00 Aardingsschakelaar Plausibiliteit
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Na het inschakelen van de aardingsschakelaar wordt er geen stroom geme-
ten.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Is er een ventiel aangesloten?
• Controleer de ventielspoel en de bedrading.
Kortsluiting Hoewel de aardingsschakelaar is uitgeschakeld, wordt er een stroom geme-
ten.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de ventielspoel en de bedrading.
Plausibiliteit De terugmelding van de uitgegeven uitgang is niet in overeenstemming met
de uitvoer.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de bedrading.
Foutcode Beschrijving
100 – 005 – 03 Digitale ingang DE1 Parameterprogrammering
100 – 012 – 00 Digitale ingang DE1 > max. waarde
100 – 012 – 03 Digitale ingang DE1 > max. waarde
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 369
Foutcode Beschrijving
101 – 005 – 03 Digitale ingang DE2 Parameterprogrammering
102 – 005 – 03 Digitale ingang DE3 Parameterprogrammering
103 – 005 – 03 Digitale ingang DE4 Parameterprogrammering
104 – 005 – 03 Digitale ingang DE5 Parameterprogrammering
105 – 005 – 03 Digitale ingang DE6 Parameterprogrammering
106 – 005 – 03 Digitale ingang DE7 Parameterprogrammering
107 – 005 – 03 Digitale ingang DE8 Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parame-
terprog
De parametrering van de digitale ingang is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
> max.
waarde
De parametrering van de stuurcomputer wijst meer ingangen aan de beschik-
bare functies toe dan daadwerkelijk fysiek beschikbaar zijn. De melding heeft
geen betrekking op een specifieke ingang.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
120 – 003 – 03 Analoge ingang AE1 Kortsluiting
121 – 003 – 03 Analoge ingang AE2 Kortsluiting
122 – 003 – 03 Analoge ingang AE3 Kortsluiting
123 – 003 – 03 Analoge ingang AE4 Kortsluiting
124 – 003 – 03 Analoge ingang AE5 Kortsluiting
125 – 003 – 03 Analoge ingang AE6 Kortsluiting
Verduidelijkingen/instructies
Kortsluiting Kortsluiting tussen de analoge ingangen.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de bedrading van de aangeduide ingang!
Foutcode Beschrijving
130 – 002 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Kabelbreuk
Raad en daad
370 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Foutcode Beschrijving
130 – 002 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Kabelbreuk
130 – 003 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Kortsluiting
130 – 003 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Kortsluiting
130 – 007 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Initialisatiefout
130 – 007 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Initialisatiefout
130 – 019 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 1
Afwijking
131 – 002 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Kabelbreuk
131 – 002 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Kabelbreuk
131 – 003 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Kortsluiting
131 – 003 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Kortsluiting
131 – 007 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Initialisatiefout
131 – 007 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Initialisatiefout
131 – 019 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 1
Afwijking
132 – 002 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Kabelbreuk
132 – 002 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Kabelbreuk
132 – 003 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Kortsluiting
132 – 003 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Kortsluiting
132 – 007 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Initialisatiefout
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 371
Foutcode Beschrijving
132 – 007 – 03 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Initialisatiefout
132 – 019 – 00 Proportioneel ventiel
‘A’ achteras 2
Afwijking
133 – 002 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Kabelbreuk
133 – 002 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Kabelbreuk
133 – 003 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Kortsluiting
133 – 003 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Kortsluiting
133 – 007 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Initialisatiefout
133 – 007 – 03 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Initialisatiefout
133 – 019 – 00 Proportioneel ventiel
‘B’ achteras 2
Afwijking
Verduidelijkingen/instructies
Kabel-
breuk
Aan de overeenkomstige uitgang is een kabelbreuk gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencij-
ferige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
• Bij meerdere gemelde kabelbreuken kan een onderbroken, gemeenschap-
pelijke retourleiding de oorzaak zijn.
• Wanneer door een systematische weerstandsmeting van de leidingen en de
verbindingen geen kabelbreuk kan worden vastgesteld, is het mogelijk dat de
dwarsdoorsnede van de gemeenschappelijke retourleiding te klein is.
Kortsluiting Aan de overeenkomstige uitgang is een kortsluiting gedetecteerd.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Aangesloten ventielspoelen kunnen door een weerstandsmeting direct aan
de stekker worden gecontroleerd. De spoelweerstand moet zich in het eencij-
ferige of tweecijferige onderste Ohm-bereik bevinden.
Raad en daad
372 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen/instructies
Initialisa-
tiefout
De parametrering van de PWM-uitgang is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met de
voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde soft-
wareversie indien nodig.
Afwijking De noodzakelijke PWM-stroom kon omwille van de spanningsbron of de
spoelweerstand niet worden uitgegeven.
Foutcode Beschrijving
140 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE1 via CAN
Parameterprogrammering
141 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE2 via CAN
Parameterprogrammering
142 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE3 via CAN
Parameterprogrammering
143 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE4 via CAN
Parameterprogrammering
144 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE5 via CAN
Parameterprogrammering
145 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE6 via CAN
Parameterprogrammering
146 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE7 via CAN
Parameterprogrammering
147 – 005 – 03 Digitale ingang
CAN-DE8 via CAN
Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parameter-
prog.
De parametrering van de digitale ingang is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
156 – 004 – 00 CAN-bedieningsterminal Plausibiliteit
157 – 004 – 00 CAN-speciale boodschap 1 Plausibiliteit
158 – 004 – 00 CAN-speciale boodschap 2 Plausibiliteit
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 373
Foutcode Beschrijving
159 – 004 – 00 CAN-speciale boodschap 3 Plausibiliteit
Verduidelijkingen/instructies
Plausibiliteit Het CAN-bericht van de ME-bedieningsterminal of de door de klant ter be-
schikking gestelde terminal/aansturing is niet plausibel.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De door het stuurapparaat berekende CRC komt niet overeen met de CRC
van de bedieningsterminal.
• De door de bedieningsterminal verzonden, continue verandering van de tel-
ler, blijft uit.
Foutcode Beschrijving
156 – 006 – 00 CAN-bedieningsterminal Time-out
157 – 006 – 00 CAN-speciale boodschap 1 Time-out
158 – 006 – 00 CAN-speciale boodschap 2 Time-out
159 – 006 – 00 CAN-speciale boodschap 3 Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Time-out De CAN-verbinding naar de ME-bedieningsterminal of de door de klant ter be-
schikking gestelde terminal/sturing is onderbroken of verstoord.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Is de terminal ingeschakeld? Controleer de zekering en de spanningsbron.
• Controleer de leiding en de afscherming van de CAN-bus.
Foutcode Beschrijving
160 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA1 via CAN
Parameterprogrammering
161 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA2 via CAN
Parameterprogrammering
162 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA3 via CAN
Parameterprogrammering
163 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA4 via CAN
Parameterprogrammering
164 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA5 via CAN
Parameterprogrammering
165 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA6 via CAN
Parameterprogrammering
166 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA7 via CAN
Parameterprogrammering
Raad en daad
374 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Foutcode Beschrijving
167 – 005 – 03 Digitale uitgang
CAN-DA8 via CAN
Parameterprogrammering
Verduidelijkingen/instructies
Parameter-
prog.
De parametrering van de digitale uitgang is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Foutcode Beschrijving
179 – 002 – 00 J1939-boodschap 'ETC1' Kabelbreuk
179 – 004 – 00 J1939-boodschap 'ETC1' Plausibiliteit
179 – 006 – 00 J1939-boodschap 'ETC1' Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
180 – 002 – 00 CAN-snelheid van EBS Kabelbreuk
180 – 004 – 00 CAN-snelheid van EBS Plausibiliteit
180 – 006 – 00 CAN-snelheid van EBS Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
181 – 002 – 00 J1939-boodschap 'EBC2' Kabelbreuk
181 – 004 – 00 J1939-boodschap 'EBC2' Plausibiliteit
181 – 006 – 00 J1939-boodschap 'EBC2' Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 375
Verduidelijkingen/instructies
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
182 – 002 – 00 J1939-boodschap 'CCVS' Kabelbreuk
182 – 004 – 00 J1939-boodschap 'CCVS' Plausibiliteit
182 – 006 – 00 J1939-boodschap 'CCVS' Time-out
182 – 012 – 00 J1939-boodschap 'CCVS' > max. waarde
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
> max. waarde Signaal "handrem actief" is actief, hoewel de snelheid van het voertuig
meer dan 30 km/h bedraagt.
Foutcode Beschrijving
183 – 002 – 00 J1939-boodschap 'EEC1' Kabelbreuk
183 – 004 – 00 J1939-boodschap 'EEC1' Plausibiliteit
183 – 006 – 00 J1939-boodschap 'EEC1' Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
184 – 002 – 00 J1939-boodschap 'ETC2' Kabelbreuk
184 – 004 – 00 J1939-boodschap 'ETC2' Plausibiliteit
184 – 006 – 00 J1939-boodschap 'ETC2' Time-out
184 – 012 – 00 J1939-boodschap 'ETC2' > max. waarde
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
> max. waarde Het signaal "handrem actief" is actief, hoewel de snelheid van het voertuig
meer dan 30 km/h bedraagt.
Raad en daad
376 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Gebeurteniscode Beschrijving
185 – 002 – 00 J1939-boodschap
'Time_Date'
Kabelbreuk
185 – 006 – 00 J1939-boodschap
'Time_Date'
Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
186 – 006 – 00 J1939-boodschap
'Veh_Dist_high_Res'
Time-out
Verduidelijkingen/instructies
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
Foutcode Beschrijving
189 – 002 – 00 CAN-boods.bedien Kabelbreuk
189 – 004 – 00 CAN-boods.bedien Plausibiliteit
189 – 006 – 00 CAN-boods.bedien Time-out
189 – 012 – 00 CAN-boods.bedien > max. waarde
Verduidelijkingen/instructies
Kabelbreuk Het signaal binnen de boodschap heeft de aanduiding 'fout'.
Plausibiliteit Het signaal is niet beschikbaar in de boodschap.
Time-out De boodschap is niet beschikbaar.
> max. waarde Het signaal "as neergelaten" en/of "handrem actief" is actief, hoewel de
snelheid van het voertuig meer dan 30 km/h bedraagt.
Foutcode Beschrijving
195 – 005 – 03 Parameters van de asregelaar Parameterprogrammering
Verduidelijkingen, instructies
Parameter-
prog.
De parametrering van de asregelaar is niet correct.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Vergelijk de softwareversie en de parameterset in de stuurcomputer met
de voor het voertuig goedgekeurde versie.
• Programmeer de goedgekeurde parameterset en/of de goedgekeurde
softwareversie indien nodig.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 377
Foutcode Beschrijving
196 – 004 – 00 Positie hefas Plausibiliteit
Verduidelijkingen, instructies
Plausibiliteit De positie van de hefas(sen) is niet plausibel.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• Controleer de sensor voor positieherkenning. Stel deze in of vervang deze
indien nodig.
• Controleer de sensorkabel en vervang deze indien nodig.
Foutcode Beschrijving
197 – 050 – 03 Snelheidsconfiguratie Plausibiliteit EEPROM-signatuur
Verduidelijkingen, instructies
Plausibiliteit EEPROM-
signatuur
De snelheidsconfiguratie in E2 ontbreekt of is niet plausibel.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• De snelheidsconfiguratie moet opnieuw worden ingesteld. Dit
gebeurt via de CAN-verbinding naar het Pöttingersysteem.
Foutcode Beschrijving
198 – 031 – 00 Gedwongen omschakeling stuurprogramma Voertuigsnelheid
Verduidelijkingen, instructies
Snelheid De maximaal toegestane snelheid van het voertuig in stuurmodus arbeidspositie
werd overschreden. Hierdoor heeft een gedwongen omschakeling van de stuur-
modus arbeidspositie naar gebruik op de openbare weg. Deze procedure is niet
toegestaan. De bestuurder moet voor het besturen op openbare wegen hand-
matig overschakelen naar de stuurmodus voor gebruik op de openbare weg.
LET OP:
• Er klinkt een ononderbroken geluidssignaal.
• Om het geluidssignaal te deactiveren, moet de bestuurder de snelheid reduce-
ren tot minder dan 5 km/h en de toets voor gebruik op de openbare weg aanra-
ken.
Gebeurteniscode Beschrijving
224 – 248 – 03 Voertuigsnelheid Onplausibele uitval
Raad en daad
378 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen, instructies
Het stuursysteem detecteert een voertuigsnelheid van 0 km/h, echter wordt er gedurende
minstens 20 seconden een toerental van meer dan 5,0°/s vastgesteld (waarde configureer-
baar). Deze toestand werd als niet plausibel gekenschetst.
Het stuursysteem zendt een waarschuwing als diagnose-informatie. De huidige waarde
van de buighoek en de stuurhoek wordt bijgehouden.
Maatregel: Voedingsbron en bedrading van de beide snelheidssensoren controleren. Snel-
heidssensoren en hun inbouwpositie controleren en, indien noodzakelijk, vervangen.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
225 – 245 – 03 IMU Signaalfout
Verduidelijkingen, instructies
Plotselinge uitval van beide snelheidssignalen tijdens de rit (v > 7,0km/h) of indien een on-
verklaarbare vertraging via beide snelheidssignalen wordt herkend, die niet kan worden
verklaard door (sterk) afremmen van de wielen.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
225 – 246 – 03 IMU Signaalfout
Verduidelijkingen, instructies
De Messagecounter van de door de SLC ontvangen melding Tx1 (ID=0x174) van de IMU
MM7.10 is foutief.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
226 – 004 – 03 IMU Signaalfout
Verduidelijkingen, instructies
Timeout van de melding Tx1 (ID=0x174) van de IMU MM7.10.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Maatregel: Bedrading tussen stuurcomputer en IMU conform bedradingsschema controle-
ren. Anders IMU vervangen.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 379
Gebeurteniscode Beschrijving
227 – 241 – 03 IMU
Verduidelijkingen, instructies
De statusbyte van de IMU MM7.10 constateert een probleem: De initialisatie van de IMU is
onverwachts nog niet beëindigd.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
227 – 242 – 03 IMU
Verduidelijkingen, instructies
De statusbyte van de IMU MM7.10 constateert een probleem: Signaalfout gieringsignaal.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
227 – 243 – 03 IMU
Verduidelijkingen, instructies
De statusbyte van de IMU MM7.10 constateert een probleem: Sensor/IMU niet beschik-
baar.
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
227 – 244 – 03 IMU
Verduidelijkingen, instructies
IMU MM7.10: Het gieringsignaal werd als "invalid" bepaald (Ruwe data: 0xFFFF)
Het stuursysteem wissel naar de veilige toestand.
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
228 – 004 – 00 Rijrichtingssignalen niet plausibel
Raad en daad
380 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen, instructies
Bij een (plausibele) voertuigsnelheid van eer dan 5 km/h worden diverse rijrichtingsignalen
aan het linker en rechter wiel ingelezen, gedurende een minimale duur van 1 seconde.
Het stuursysteem zendt een waarschuwing. Indien de rijrichting niet eenduidig kan worden
vastgesteld, wordt uitgegaan van "voorwaarts". Een wisseling van de resulterende rijrich-
ting van "voorwaarts" naar "achterwaarts" wordt bij een snelheid van meer dan 5 km/h niet
meer uitgevoerd.
Maatregel: Als eerste in het diagnosemenu de sturing (submenu van "operating data") de
toestand van de rijrichtingssignalen controleren. Bij rijrichting voorwaarts vanaf ca.
0,5...1,0 km/h moet voor beide signalen „DriveDirLe“ en „DriveDirRi“ de waarde:
„forw“ worden getoond. Bij rijrichting achterwaarts "rev". Indien dit niet het geval is, dan
eerst controleren of betreffende snelheidssensor met geïntegreerde rijrichtingsherkenning
correct is ingebouwd en of de aansluitleidingen intact zijn. Anders sensor vervangen (zie
ook handboek deel 2, rijrichtingssignalen).
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
228 – 070 – 00 Rijrichtingssignaal rechts
Verduidelijkingen, instructies
Het rijrichtingssignaal "rechts" is veranderd bij een snelheid aan het rechter wiel van meer
dan 5 km/h.
Het stuursysteem zendt een waarschuwing. Indien de rijrichting niet eenduidig kan worden
vastgesteld, wordt uitgegaan van "voorwaarts". Een wisseling van de resulterende rijrich-
ting van "voorwaarts" naar "achterwaarts" wordt bij een snelheid van meer dan 5 km/h niet
meer uitgevoerd.
Maatregel: Als eerste in het diagnosemenu de sturing (submenu van "operating data") de
toestand van de rijrichtingssignalen controleren. Bij rijrichting voorwaarts vanaf ca.
0,5...1,0 km/h moet voor beide signalen „DriveDirLe“ en „DriveDirRi“ de waarde:
„forw“ worden getoond. Bij rijrichting achterwaarts "rev". Indien dit niet het geval is, dan
eerst controleren of betreffende snelheidssensor met geïntegreerde rijrichtingsherkenning
correct is ingebouwd en of de aansluitleidingen intact zijn. Anders sensor vervangen (zie
ook handboek deel 2, rijrichtingssignalen).
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
228 – 071 – 00 Rijrichtingssignaal links niet plausibel
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 381
Verduidelijkingen, instructies
Het rijrichtingssignaal "links" is veranderd bij een snelheid aan het liner wiel van meer dan
5 km/h.
Het stuursysteem zendt een waarschuwing. Indien de rijrichting niet eenduidig kan worden
vastgesteld, wordt uitgegaan van "voorwaarts". Een wisseling van de resulterende rijrich-
ting van "voorwaarts" naar "achterwaarts" wordt bij een snelheid van meer dan 5 km/h niet
meer uitgevoerd.
Maatregel: Als eerste in het diagnosemenu de sturing (submenu van "operating data") de
toestand van de rijrichtingssignalen controleren. Bij rijrichting voorwaarts vanaf ca.
0,5...1,0 km/h moet voor beide signalen „DriveDirLe“ en „DriveDirRi“ de waarde:
„forw“ worden getoond. Bij rijrichting achterwaarts "rev". Indien dit niet het geval is, dan
eerst controleren of betreffende snelheidssensor met geïntegreerde rijrichtingsherkenning
correct is ingebouwd en of de aansluitleidingen intact zijn. Anders sensor vervangen (zie
ook handboek deel 2, rijrichtingssignalen).
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
228 – 071 – 00 Rijrichtingssignaal links niet plausibel
Verduidelijkingen, instructies
Het rijrichtingssignaal "links" is veranderd bij een snelheid aan het liner wiel van meer dan
5 km/h.
Het stuursysteem zendt een waarschuwing. Indien de rijrichting niet eenduidig kan worden
vastgesteld, wordt uitgegaan van "voorwaarts". Een wisseling van de resulterende rijrich-
ting van "voorwaarts" naar "achterwaarts" wordt bij een snelheid van meer dan 5 km/h niet
meer uitgevoerd.
Maatregel: Als eerste in het diagnosemenu de sturing (submenu van "operating data") de
toestand van de rijrichtingssignalen controleren. Bij rijrichting voorwaarts vanaf ca.
0,5...1,0 km/h moet voor beide signalen „DriveDirLe“ en „DriveDirRi“ de waarde:
„forw“ worden getoond. Bij rijrichting achterwaarts "rev". Indien dit niet het geval is, dan
eerst controleren of betreffende snelheidssensor met geïntegreerde rijrichtingsherkenning
correct is ingebouwd en of de aansluitleidingen intact zijn. Anders sensor vervangen (zie
ook handboek deel 2, rijrichtingssignalen).
Opmerking: Foutcode wordt alleen gebruikt voor stuursysteem zonder disselsensor, of in-
dien de buighoekregistratie niet plaatsvindt door de disselhoeksensor.
Gebeurteniscode Beschrijving
230 – 006 – 02 CAN-hoeksensor Time-out
Raad en daad
382 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Verduidelijkingen, in-
structies
Beschrijving
Time-out De SLC 2 heeft een timeout van de disselhoeksensormelding.
Hulp bij het opsporen van de fout:
• CAN verbinding controleren
• Controleer de sensorkabel en vervang deze indien nodig.
Machinebewaking alarmmeldingen
Isobus - Stop - alarm
PÖTTINGER CCI-terminal vanaf softwareversie 2.10
Als de stoptoets op de terminal wordt ingedrukt, verschijnt het volgende scherm.
Alle hydraulische functies en de bedieningsterminal worden vergrendeld.
Om verder te werken eerst de Stop-knop ontgrendelen.
Laadruimtebewaking
Zodra het klimhulp voor de laadruimtedeur naar beneden wordt geklapt, stoppen alle eventu-
eel actieve hydraulische functies, de doseerrollen loskoppelen zich en onderstaande diagno-
semelding verschijnt. Met het sluiten van de laadruimtedeur en naar boven klappen van de
klimhulp wordt deze melding bevestigd.
TIP
Pers en pick-up worden niet automatisch gestopt!
TIP
De alarmmelding wordt alleen weergegeven als de klimhulp naar beneden wordt geklapt,
terwijl de hydraulische functies / doseerrollen actief zijn.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 383
Controle externe toetsenbord
De alarmmelding wordt weergegeven als de bedrading, sensor of voeding niet in orde zijn.
Druksensorbewaking weeginrichting
De alarmmelding wordt weergegeven als de bedrading, sensor of voeding niet in orde zijn.
TIP
Drukwaarde in menu Kalibratie van de weeginrichting controleren .
Zijafvoerbandbewaking
De alarmmelding wordt weergegeven als de toerentalsensor van de zijafvoerband 1s na het
inschakelen van de zijafvoerband geen beweging registreert.
Raad en daad
384 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Controle van het automatisch lossen (machines met doseerrollen)
De alarmmelding wordt weergegeven als de aftakas / cardanas stilstaat of veel te langzaam
draait, of de toerentalsensor defect is. De melding wordt uitgeschakeld als het toerental
wordt opgevoerd, op voorwaarde dat de sensor niet defect is.
Hydraulisch gedwongen besturing noodbedrijf
als een tractor zonder koppelingsmogelijkheid voor de gedwongen besturing moet wor-
den gebruikt
als de gedwongen besturing vanwege technische problemen (bijv. stuurstang verbogen)
niet meer goed functioneert
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 385
H1 / H2 / H3 Afsluitkranen aan de dissel gesloten (= in bedrijfspositie)
H4 / H5 Afsluitkranen links en rechts onder de asbrug open (= in bedrijfspositie)
Positie van de afsluitkranen actieve gedwongen besturing
Afsluitkranen Positie
H1 gesloten
H2 gesloten
H3 gesloten
H4 open
H5 open
Werkwijze
Positie van de afsluitkranen vergrendelde gedwongen besturing (noodbedrijf)
Afsluitkranen Positie
H1 open
H2 open
Raad en daad
386 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Afsluitkranen Positie
H3 open
H4 gesloten
H5 gesloten
WAARSCHUWING
Misverstanden door slechte / ontbrekende afspraken!
Als er meerdere personen tegelijk op de tractor en opraapwagen werken, is er een ver-
hoogd risico op ongevallen!
Bevoegdheden duidelijk vastleggen en arbeidsprocedures goed afspreken!
Stuurstang indien nodig van de tractor losmaken en aan de dissel beveiligen
Stuurassen rechtuit positioneren Zie "Hydraulische gedwongen besturing afstellen" pagi-
na 160.
Afsluitkranen H1 / H2 / H3 openen
Afsluitkranen H4 / H5 sluiten
Storingen / Oorzaken / Oplossingen
Elke machine kan storingen oplopen. De volgende instructies kunnen het verhelpen van sto-
ringen vergemakkelijken.
Storingen Oorzaken Oplossingen
Overbelastingskoppeling op
de cardanas reageert cons-
tant.
Te grote invoer
(prop), grote vreem-
de elementen of
stompe messen.
Koppeling ontkoppelen en met een
laag toerental weer wegrijden. Even-
tueel vreemde elementen verwijde-
ren en messen slijpen.
Bij verstopping in het perskanaal de
excentrische sluiting aan de mes-
senbalk losmaken, pers inschakelen
(messenbalk zwenkt automatisch
uit), messenbalk weer naar binnen
zwenken.
Warmlopen van een trans-
missie.
Geen smering. Transmissieolie bijvullen of verver-
sen.
Rolbodemketting maakt veel
lawaai als de wagen leeg is.
Rolbodemketting te
strak of te slap.
Kettingspanning controleren.
Lawaai van de aandrijfket-
ting.
Ketting te slap. Regelmatig kettingspanning contro-
leren (speling 5-8 mm), indien nodig,
opnieuw spannen.
Gewas hoopt zich op. Te hoge rijsnelheid,
te laag gekoppeld.
Juiste disselhoogte instellen.
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 387
Storingen Oorzaken Oplossingen
Slecht snijden van het ge-
was.
Stompe messen, te
hoog toerental van
de aftakas.
Messen slijpen of vervangen.
Met een lager toerental rijden, zodat
grotere hoeveelheden voer kunnen
worden opgenomen.
Messenbalk wordt niet of
slechts onvolledig uitgeklapt
(variant met Select Control)
Vreemde voorwer-
pen in het transport-
kanaal of drukverlies
in de hydrauliek van
de snijeenheid.
Ongerechtigheden verwijderen.
Hydraulische drukaccumulator of hy-
draulisch systeem vullen (zie volgen-
de gebruiksaanwijzing).
Pick-uptastwielen rusten
niet op de grond.
Pick-up slecht afge-
steld.
Afstellen van de tastwielen of hoog-
teverstelling van de koppelinrichting
controleren.
Het gewas wordt vervuild
opgeraapt.
Tastwielen te diep in-
gesteld.
Geleidewielen controleren.
Schokkende bewegingen
van de hydr. inrichtingen.
Lucht in de leidingen
of cilinders.
Ontluchtingspluggen (A) losdraaien
en leidingen ontluchten.
Achterklep zwenkt niet. Vervuilde stroom-
smoorspoelen (plaat-
sing van de stroom-
smoorspoelen, zie
pijlmarkeringen in de
volgende afbeelding)
Wartelmoer bij cilinder openen, een
beetje olie laten weglopen en op-
nieuw monteren, evt. ontluchten en
stroomsmoorspoelen reinigen.
Voorzichtig! Olie afvoeren volgens
de voorschriften.
Slechte remwerking. Remblokken versle-
ten.
Remblokken opnieuw afstellen of
vernieuwen.
De vergrendeling van de
achterklephydrauliek die no-
dig is voor de zijafvoerband-
functie kan niet worden ge-
activeerd.
Positiesensoren bij
de hydraulische zijaf-
voerband geven
geen positiesignaal.
Zijafvoerband niet
geactiveerd in het
menu “CONFIG.
Sensoren montagepositie en werk-
ing controleren.
Instelling controleren in het menu
“CONFIG” en zijafvoerband active-
ren.
Als er sensoren defect zijn, kan de
vergrendeling van de achterklephy-
drauliek ook in het menu “SET” wor-
den geactiveerd.
Raad en daad
388 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Positie van de stroomsmoorspoelen
Snijsysteem hydrauliek vullen (Select Control)
Hendel van de driewegkraan in de positie “E” draaien.
Regeleenheid op de tractor bedienen
De messenbalken worden hydraulisch naar buiten gezwenkt.
Regeleenheid op de tractor nog enkele seconden in de drukstand laten en tegelijkertijd
de hendel van de driewegkraan in de positie “0” zwenken.
Als de storing zo niet kan worden verholpen, de gasvuldruk (100 bar stikstof) in de hy-
draulische accumulator controleren en, indien nodig, bijvullen. Zie "Hydraulische drukac-
cumulator controleren / bijvullen" pagina 329.
ALB-regelaar
TIP
De instelling van de ALB-regelaar gebeurt in de fabriek. Bij standaard-bedrijf zijn onder-
houds- en afstelwerkzaamheden aan de ALB-regelaar niet nodig!
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 389
Met de ALB-regelaar (automatische lastafhankelijke remkrachtregelaar) wordt de benodigde
remkracht automatisch geregeld, afhankelijk van de beladingstoestand.
Heeft de bedrijfsrem van de aanhanger ook bij langer gebruik steeds de neiging om te veel
te remmen (blokkeren van de wielen), moet de ALB-regelaar eventueel worden bijgesteld of
gerepareerd. Met vragen hieromtrent en over de verdere procedure kunt u terecht bij de ser-
vice-vakhandel.
AANWIJZING
Uitval van de rem!
Door ondeskundige afstelling van de ALB-regelaar kan het bedrijfsremsysteem volledig uit-
vallen of kan het remeffect ervan verslechteren.
Reparaties of afstelwerkzaamheden aan de ALB-regelaar mogen alleen worden uitge-
voerd door gekwalificeerde vakwerkplaatsen, of door de Pöttinger klantenservice!
Instelling
De instelmaat moet overeenkomen met de waarde die op het WABCO typeplaatje aangege-
ven is en mag niet eigenhandig worden gewijzigd.
WABCO typeplaatje
Machine omstellen en remkracht -handregelaar (H2L+H1L)
MILIEU
Naar buiten treden van hydraulische olie uit de hydraulische olie-retourleiding!
Is de machine uitgerust met een remkracht-handregelaar, dan moet, ook bij kort omstellen
van de machine, de hydraulische olie-retourleiding altijd aan de tractor worden aangeslo-
ten. De handregelaar-lekolieleiding is verbonden met de retourleiding van de hydraulische
olie.
Raad en daad
390 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Tweedraads rem: Losmaken van de noodrem (in combinatie)
VOORZICHTIG
Gevaar voor ernstig letsel door onbedoeld wegrollen van de machine (van de aan-
hanger)
De machine beveiligen tegen wegrollen.
Hiervoor de mechanische parkeerrem bedienen en passende wielblokken onder de
wielen plaatsen.
Voorwaarde
1. De remkabel is door verhoogde trekbelasting uit de koppeling (nominaal breekpunt) los-
gebroken.
2. De noodstop werd geactiveerd.
3. De tractor is correct aan de machine gemonteerd.
Werkwijze
Combinatie beveiligen tegen onbedoeld wegrollen (parkeerrem activeren, wielblokken
plaatsen, …).
Remkabel weer in de koppeling van de noodremklep steken. Dit is zonder gereedschap
mogelijk, ook wanneer de kabel onder druk staat.
Tractor starten en bedrijfsrem bedienen om de slangkoppeling te ontgrendelen en de
kabel weer bedrijfsklaar te maken.
Aftapklep op de noodremklep bedienen om de remmen van de machine te ontgrende-
len.
Extra kabel en ABS-stekkerverbinding controleren op stevig vastzitten. Eventueel op-
nieuw insteken.
Alle stappen uitvoeren die horen bij inbedrijfstelling. Zie het hoofdstuk ‘Inbedrijfstelling’
De combinatie is klaar om te gebruiken.
2-Draads-rem: Losmaken van de noodrem (bij afgekoppelde tractor)
VOORZICHTIG
Onbedoeld wegrollen van de machine (van de aanhanger)
Machine beveiligd tegen wegrollen het de parkeerrem en wielblok.
Benodigde hulpmiddelen
1. Opvangreservoir voor hydraulische olie (volume: 5 l)
2. Passende slang (binnendiameter: vanaf 6 mm)
Losmaken van de rem
Werkwijze
De machine beveiligen tegen onbedoeld wegrollen (parkeerrem activeren, wielblokken
plaatsen, …).
Raad en daad
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 391
Slang op de nood-legingsvuldop (1) plaatsen en vrij uiteinde van de slang in het opvan-
greservoir leiden.
Nood-legingsvuldop (1) openen en legingsventiel (2) bedienen.
De hydraulische vloeistof loopt via de slang in het opvangreservoir.
De remdruk wordt gereduceerd en de rem wordt losgemaakt.
MILIEU
Olie en vet op correcte wijze afvoeren!!
Raad en daad
392 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Waarschuwingssymbool Engels VS / CANADA
Vervolgens worden posities en betekenissen van alle gebruikte waarschuwingssymbolen
weergegeven.
TIP
Waarschuwingssymbool (pictogrammen) geven resterende gevaren aan en hoe deze te
vermijden.
Beschadigde of verloren gegane waarschuwingsafbeeldingen moeten worden vervangen.
Worden machinedelen met opgeplakte waarschuwingsafbeeldingen vervangen, dan moe-
ten op de nieuwe delen de juiste waarschuwingsafbeeldingen worden geplakt.
TIP
VS / CANADA
Voor machines die in de VS / CANADA worden gebruikt, is een ombouwset met waarschu-
wingssymbolen (voor het aanpassen aan lokaal geldende voorschriften) naar keuze in het
Engels of Frans bij PÖTTINGER verkrijgbaar! Zie ook "Aanvulling op de gebruiksaanwijzing
VS / CANADA".
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 393
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
394 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 395
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
396 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 397
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
398 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
1675.nl-NL.80Y.0 Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE | 399
Veilig slepen van lasten
De remweg neemt toe met de snelheid en het gewicht van de getrokken lasten en op dalin-
gen. Getrokken, geremde of ongeremde lasten die voor de tractor te zwaar zijn of te snel
worden getrokken, kunnen leiden tot verlies van controle. Houd rekening met het totale ge-
wicht van het werktuig en de lading. Houd u aan deze aanbevolen maximumsnelheden op de
weg of aan de plaatselijke snelheidsbeperkingen, die lager kunnen zijn. Verlaag de snelheid
ook bij slechte wegomstandigheden of slecht weer.
Als het getrokken werktuig niet over remmen beschikt, rijdt u niet sneller dan 32 km/h en
trekt u geen lasten die zwaarder zijn dan het 1,5-voudige van het tractorgewicht.
Als het getrokken werktuig over een remsysteem met een bedieningsleiding en een
hulpleiding beschikt, rijdt u niet sneller dan 40 km/h en trekt u geen lasten die zwaarder
zijn dan het 4,5-voudige van het tractorgewicht.
Als het getrokken werktuig alleen over een remsysteem met een bedieningsleiding be-
schikt, rijdt u niet sneller dan 40 km/h en trekt u geen lasten die zwaarder zijn dan het
1,5-voudige van het tractorgewicht.
Als u niet weet over welk remsysteem het werktuig beschikt, raadpleeg dan de gebruiksaan-
wijzing of vraag het de eigenaar of uw dealer. Zolang u niet zeker bent van het type remsys-
teem, mag de getrokken last niet zwaarder zijn dan het 1,5-voudige van het tractorgewicht.
Zorg ervoor dat de lading de aanbevolen gewichtsverhouding niet overschrijdt. Voeg ballast
toe tot het voor de tractor aanbevolen maximum, verminder de lading of neem een zwaarder
trekkend voertuig. De tractor moet zwaar en krachtig genoeg zijn en over voldoende remver-
mogen voor de getrokken last beschikken. Wees bij het slepen van lasten in ongunstige bo-
demomstandigheden, bij het keren en over hellingen extra voorzichtig.
Aanvulling op de gebruiksaanwijzing VS / CANADA
400 | Originele handleiding EUROPROFI 5510 L / D COMBILINE 1675.nl-NL.80Y.0
PÖTTINGER Servicepartner
Ons fijnmazige, wereldwijde net van service-vakhandelaren staat volledig tot uw beschikking.
Doordat er altijd een PÖTTINGER-dealer in de buurt is, bent u verzekerd van een snelle le-
vering van vervangende onderdelen. Bovendien wordt uw machine afgeleverd en ingesteld
door vakkundige medewerkers.
Onze service:
Regelmatige bijscholing zorgt voor vakkundig personeel
24 uur per dag "ORIGINAL INSIDE" onderdelen online bestellen.
Langdurige beschikbaarheid van vervangende onderdelen
en nog veel meer ...
Informeer bij uw service-vakhandelaar of ga naar www.poettinger.at.
1675.nl-NL.80Y.0
1675.nl-NL.80Y.0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402

Pottinger EUROPROFI 5510 L COMBILINE Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor