Canon EF-M 28mm f/3.5 Macro IS STM Handleiding
- Type
- Handleiding
Handleiding
NLD
EF-M28mm f/3.5 MACRO IS STM
NLD-1
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
De Canon EF-M28mm f/3,5 MACRO IS STM
is een macrolens voor gebruik op Canon
EOS M-serie camera’s. Het is uitgerust met
een Image Stabilizer die portretten kan
schieten, landschapfoto’s en andere normale
foto’s kan maken, evenals close-up (macro)
opnamen met een vergrotingsfactor van 1,2x.
“IS” is de afkorting voor beeldstabilisator.
“STM” is de afkorting voor ultrasone motor.
Camerarmware
Bij gebruik van deze lens, moet u op de Canon-website
de laatste rmware van de camera controleren. Indien
de rmware van de camera niet de laatste versie is,
moet u de rmware met de laatste versie bijwerken.
Controleer de Canon-website voor details aangaande
het bijwerken van de rmware.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een storing of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
NLD-2
Voorzorgsmaatregelen voor veilig gebruik van
de camera. Lees deze voorzorgsmaatregelen
zorgvuldig. Zorg ervoor dat alle gegevens in acht
worden genomen om de risico’s op lichamelijk letsel
voor de gebruiker en andere mensen te voorkomen.
Waarschuwing
Informatie met betrekking tot de
risico’s die kunnen leiden tot de
dood of ernstig letsel.
Kijk niet door de lens naar de zon of een felle
lichtbron door. Dit kan gezichtsverlies of blindheid
veroorzaken.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op
de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou
kunnen resulteren in brand.
Voorzichtig
Informatie met betrekking tot de
risico’s die kunnen leiden tot letsel.
Houd de Macro Lites aan de voorzijde van de lens
niet in de buurt van de ogen of staar er niet naar
als deze verlicht zijn. Dit is bijzonder gevaarlijk en
kan resulteren in oogletsel.
Steek uw vingers niet in de camera. Het niet in acht
nemen hiervan kan leiden tot letsel.
Voorzichtig
Informatie met betrekking tot de risico’s die
kunnen leiden tot schade aan het apparaat.
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door
het bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de
zon geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
Veiligheidsmaatregelen
NLD-3
Algemene voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen betreffende
de behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar een
warme ruimte wordt gebracht, kan er condens op de
lens en de interne onderdelen ontstaan. Om condens
te voorkomen, raden wij u aan het objectief in een
luchtdichte plastic zak te doen voordat u het van
een koude omgeving naar een warme ruimte brengt.
Neem het objectief uit de zak nadat het geleidelijk is
opgewarmd. Ga op dezelfde wijze te werk wanneer u
het objectief van een warme omgeving naar een koude
omgeving verplaatst.
Leest u alstublieft ook alle lensgerelateerde
voorzorgsmaatregelen te vinden in uw camera’s
handleiding.
Voorzorgsmaatregelen bij opnames
maken
Merk op dat er gevallen zijn waarin de witte ring aan
de voorzijde van de lens wordt gereecteerd in foto’s
als de lens dichtbij reecterende objecten (glazen
oppervlak polshorloges, bijvoorbeeld) wordt gehouden,
zelfs indien de Macro Lites niet branden. Dit kan
worden voorkomen door het aanbrengen van de kap bij
het nemen van foto’s.
NLD-4
Super macromodus index (→ 6)
Modus selectiering (→ 6)
Macro Lite B (→ 14)
Contactpunten (→ 5)
Zonnekapbevestiging
(→ 16)
Scherpstelring (→ 8)
Macro Lite A (→ 14)
Modus selectie-index (→ 6)
Normale modusindex (→ 6)
Lensbevestigingsmarkering (→ 5)
Macro Lite AAN-knop (→ 15)
Terugtreklocatie-
index (→ 7)
Ontgrendelschakelaar (→ 6)
Zie voor verdere informatie de pagina’s die tussen haakjes zijn vermeld (→ **).
Benaming van de onderdelen
NLD-5
Raadpleeg de handleiding van de camera
voor informatie betreffende het bevestigen
en verwijderen van het objectief.
N
a het verwijderen van het objectief plaatst u het
met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het
lensoppervlak en de contactpunten beschadigd worden.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als
er vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren
in corrosie of een gebrekkige elektrische
verbinding. Dit kan een foutieve werking van de
camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er
vingerafdrukken op zitten, kunt u ze met een
zacht doekje schoonmaken.
B
evestig de lensdop en stofkap bij het
loskoppelen van de lens. Bij het bevestigen van
de stofkap, lijn de lensbevestigingsmarkering uit
met de index van de stofkap en draai met de
klok mee zoals aangegeven in de afbeelding. Volg
de omgekeerde procedure om het los te maken.
Het objectief bevestigen en verwijderen
1
NLD-6
<Opnamevoorbereidingen>
Zet de Modus selectiering op de normale modus of de super macromodus bij het maken van foto’s.
Voorbereidingen voor opname en terugtrekken van de lens
2
Normale modus
De normale modus schakelt oneindige
afstandsfotograe tot aan close-up (macro)
fotograe in.
Ter voorbereiding hiervan, drukt u op de
Ontgrendelschakelaar in de ▲ richting met de
lens ingetrokken, draait u de Modus selectiering
en lijnt u de Normale modusindex uit met de
Modus selectie-index.
Super macromodus
De super macromodus wordt alleen gebruikt voor
close-up (macro)fotograe bij een afstand van 11
cm en 9,3 cm en met een vergrotingsfactor van
tussen de 0,7x en 1,2x.
Ter voorbereiding hiervan, drukt u op de
ontgrendelschakelaar in de ▲ richting, draait
u de modus selectiering en lijnt u de super
macromodus index uit met de modus selectie-
index.
NLD-7
<Terugtrekken van de Lens>
De lens kan worden ingetrokken.
Om de lens terug te trekken, drukt u op
de ontgrendelschakelaar in de ▲ richting,
draait u de modus selectiering en lijnt u de
terugtreklocatie-index uit met de modus selectie-
index.
Voorbereidingen voor opname en terugtrekken van de lens
Het is alleen mogelijk om te beginnen met het
opnemen van video’s of het maken van foto’s als
de modus selectiering is ingesteld op de normale
modus of super macromodus.
Video-opname wordt beëindigd zodra de modus
selectiering van de normale modus naar de
teruggetrokken positie wordt gedraaid tijdens
het lmen.
Een waarschuwing zal worden weergegeven op
het LCD-scherm van de camera als het lmen
niet mogelijk is te wijten aan de positie van de
modus selectiering.
Probeer niet met geweld te draaien aan
de modus selectiering wanneer deze is
vergrendeld. Dit kan leiden tot schade aan het
ontgrendelingsmechanisme.
NLD-8
Het vergrotingspercentage geeft de verhouding
aan tussen de werkelijke grootte van het subject
en de grootte van de afbeelding.
Het afstandsbereik is de afstand tussen de
markering (beeldmerk) op de camera en het
subject.
Het minimale afstandsbereik van de voorkant
van de lens tot het subject (werkafstand) is 1,8
cm in de normale modus en 1,3 cm in de super
macromodus.
Wanneer de scherpstelmodus van de camera
is ingesteld op [MF], stel dan handmatig scherp
door aan de scherpstelring te draaien.
Snel draaien aan de scherpstelring kan vertraagde
scherpstelling veroorzaken.
De scherpstelmodus wordt ingesteld door
gebruik van de camera. Raadpleeg a.u.b. de
camerahandleiding.
Na het autoscherpstellen in [AF+MF]-modus kan
u handmatig scherpstellen door de ontspanknop
half in te drukken en aan de scherpstelring te
draaien (volledig handmatig scherpstellen).
Voorbereidingen voor opname en
terugtrekken van de lens
Handmatig scherpstellen
3
NLD-9
Deze lens is uitgerust met een beeldstabilisator.
Deze functie corrigeert het schudden van
de camera, waardoor gebruikers scherpe
beelden kunnen opnemen. Ook verschaft de
beeldstabilisator optimale beeldstabilisatie
afhankelijk van de opnameomstandigheden
(zoals het fotograferen van stilstaande objecten
en volgfoto’s). Gelieve de Beeldstabilisator ON
(AAN) of OFF (UIT) te zetten door gebruik te
maken van de camera-instellingen. Raadpleeg
de handleiding van uw camera voor details.
Beeldstabilisator [On]
Beeldstabilisator [Off]
De beeldstabilisator van dit objectief is geschikt
voor het maken van foto’s met de camera in de
hand bij de volgende omstandigheden.
Handbediende close-ups (macro)
Omstandigheden met weinig licht, zoals bij
schemering of binnenshuis
Plaatsen zoals kunstgalerijen of toneelpodia waar
fotograferen met een itser niet is toegestaan
Op plaatsen waar u niet stabiel staat
In situaties waar geen korte sluitertijden gebruikt
kunnen worden
Als u achter elkaar opnamen maakt van een
bewegend onderwerp.
Beeldstabilisator
4
NLD-10
Beeldstabilisator
Hoe dichter het onderwerp bij de camera is, hoe
kleiner het effect van de beeldstabilisator.
De beeldstabilisator kan een wazige foto die
wordt veroorzaakt door beweging van het
onderwerp niet compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op OFF wanneer
u foto’s neemt met de Bulb-instelling (lange
belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar
op ON staat, kan de beeldstabilisatorfunctie
fouten veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed bij
het maken van een foto vanuit een hard op en
neer schuddend voertuig.
De beeldstabilisator verbruikt meer stroom dan
normaal fotograferen, wat resulteert in minder
foto’s en kortere lmopnamen.
Bij het fotograferen van een stilstaand
onderwerp wordt gecompenseerd voor trillingen
van de camera in alle richtingen.
Bij opnamen waarbij onderwerpen in een
horizontale richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor verticale trillingen van de
camera; bij opnamen waarbij onderwerpen in
een verticale richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor horizontale trillingen van
de camera.
Als u een statief gebruikt, moet u de
beeldstabilisator uitschakelen, om de batterij te
sparen.
Zelfs met een monopod zal de beeldstabilisator
even effectief zijn als tijdens fotograferen
vanuit de hand. Echter, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zijn er gevallen waarin
het effect van de beeldstabilisator minder
effectief kan zijn.
NLD-11
Houd de camera stevig vast
Houd de camera stevig vast zoals getoond
in de afbeelding rechts bij het nemen van
handbediende close-ups (macro), en neem
de foto’s zorgvuldig om bewegingsonscherpte
te minimaliseren en de focusvervaging te
voorkomen.
Fotograferen met de Servo-AF
Het wordt aanbevolen dat de camera is ingesteld
op Servo-AF wanneer u close-up (macro) foto’s
maakt. Zie de instructiehandleiding van de
camera voor meer informatie.
Het is noodzakelijk voorzichtig met het volgende te
zijn bij close-up (macro) foto’s maken.
• Er is een tendens voor cameratrillingen die close-
up (macro) foto’s meer beïnvloeden dan normale
foto’s, en de effecten van de beeldstabiliserende
functie zijn verminderd.
• De diepte van het veld wordt zeer ondiep
wanneer u close-up (macro) foto’s neemt, en de
focus kan vervagen als de camera naar voren en
naar achteren wordt bewogen.
Het nemen van handbediende close-ups (Macro)
5
Plaats beide ellebogen op een stevige
ondergrond zoals een tafel.
Gebruik uw knie om een
arm te ondersteunen die
de camera vasthoudt.
Leun tegen een muur of
andere stevige wand.
NLD-12
De belichting instellen
Wanneer u foto’s maakt met de TTL-
lichtmeetmethode is er geen
belichtingscompensatie vereist om het licht te
meten dat door de lens komt.
Bij de TTL-lichtmeetmethode is AE
(automatische belichting) bij alle
scherpstelafstanden mogelijk. U hoeft alleen de
gewenste fotografeermodus in te stellen en dan
de sluitertijd en het diafragma te controleren
voordat u de foto maakt.
Vergroting en effectief f-getal
Bij het diafragma dat de camera aangeeft, wordt
verondersteld dat er op oneindig is scherpgesteld.
Het feitelijke diafragma (het effectieve f-getal)
wordt donkerder (het effectieve f-getal wordt
hoger) naarmate de scherpstelafstand korter is
(de vergroting neemt toe). Dit veroorzaakt geen
belichtingsproblemen bij normale fotografie.
Bij close-upfotografie kunt u de verandering in
het effectieve f-getal echter niet negeren.
Voorwaarden overwegend met het subject zijn
van groot belang bij het maken van de keuze
van het juiste niveau van blootstelling voor
close-up (macro) foto’s. Het wordt daarom
aanbevolen dat de blootstelling zoveel mogelijk
worden gewijzigd tijdens het opnemen, of dat het
beeld van het subject wordt gecontroleerd op het
LCD-scherm van de camera.
Het gebruik van de diafragma-AE (Av) modus
of handmatige belichting (M) modus wordt
aanbevolen voor close-up (macro) fotograe,
omdat deze het gemakkelijker maken om de
diepte van het veld en belichting aan te passen.
Blootstelling bij het maken van Close-up (Macro) foto’s
6
NLD-13
Wanneer u een handbelichtingsmeter gebruikt om de belichting in te stellen, dient u rekening te
houden met de belichtingsfactor die in de volgende tabel is vermeld.
Normale modus
Vergroting 0,5 0,7 1,0 1,2
Scherpstelafstand (cm) 12,4 10,9 9,7 –
Effectief f-getal 3,9 4,0 4,1 –
Belichtingsfactor
(stops)*
+1/3 +1/3 +1/3 –
0 +1/2 +1/2 –
*
Bovenste waarden: 1/3 stops.
Onderste waarden 1/2 stops.
–: Foto kan niet worden genomen.
Super macromodus
Vergroting 0,5 0,7 1,0 1,2
Scherpstelafstand (cm) – 11,0 9,7 9,3
Effectief f-getal – 5,9 5,8 5,8
Belichtingsfactor
(stops)*
– 1+1/3 1+1/3 1+1/3
– 1+1/2 1+1/2 1+1/2
Blootstelling bij het maken van Close-up (Macro) foto’s
NLD-14
Macro Lite A
Macro Lite B
De Macro Lites op de voorkant van de lens
schijnen licht op het subject tijdens close-
up (macro) fotograe om fotograferen te
vergemakkelijken. Er zijn twee licht-emitterende
Macro Lites aan weerszijden van de lens
gelokaliseerd, en het is mogelijk om beide
gelijktijdig of afzonderlijk van elkaar op te laten
lichten.
1. Stel de modus selectiering in op de normale
modus of op de super macromodus.
2. Druk op de Macro Lite AAN-knop om de
Macro Lites te verlichten.
Macro Lites
7
De Macro Lites kunnen alleen worden verlicht
wanneer de stroom van de camera wordt
ingeschakeld.
Verwijder de kap bij het gebruik van de Macro
Lites.
Het gebruik van een Macro Lite zal schaduw
toevoegen aan het subject en voegt een gevoel van
driedimensionaliteit toe aan een foto.
NLD-15
Macro Lites
■ Beide Macro Lites verlicht
Door kort op de Macro Lite AAN-knop te
drukken, zal er tussen AAN en UIT voor beide
lichten afgewisseld worden en tussen Helder en
Dim.
UIT
[Beide lampen verlicht: Helder]
[Beide lampen verlicht: Dim]
■ Macro Lites A en B Onafhankelijk
Verlicht
H
oud de Macro Lite AAN-knop ingedrukt met de
lichtschakelaar uit om één van de lichten te laten branden.
Door kort op de Macro Lite AAN-knop te drukken
wanneer één licht brandt, zal de AAN-status naar
het andere licht afwisselen.
UIT
[Macro Lite A verlicht: Helder]
[Macro Lite A verlicht: Dim]
[Macro Lite B verlicht: Helder]
[Macro Lite B verlicht: Dim]
■ Schakelen tussen de beide Macro
Lites en één Macro Lite
Houd de Macro Lite AAN-knop ingedrukt met
het licht verlicht om af te wisselen tussen beide
lichten en een enkel licht.
NLD-16
Macro Lites
D
e Macro Lites werpen schaduwen van de camera
en lens op het subject tijdens close-up (macro)
fotograe om fotograferen te vergemakkelijken
en het eindresultaat te verbeteren. Ze zijn niet
bedoeld om voldoende licht te laten schijnen op
subjecten bij het fotograferen op donkere plaatsen.
D
e Macro Lites worden gedoofd wanneer de
energiebesparende functie van de camera
(Automatisch Vermogen Uit) de stroom uitschakelt.
De belichting-status wordt niet opgeslagen zodra
de Macro Lites zijn gedoofd wanneer de stroom
naar de camera is uitgeschakeld en de lens
ingetrokken.
M
eer batterijvermogen wordt verbruikt wanneer
de Macro Lites in gebruik zijn dan wanneer ze niet
in gebruik zijn, waardoor het aantal foto’s dat kan
worden gemaakt en de hoeveelheid tijd gedurende
video’s kunnen worden gelmd zal verminderen.
D
e Macro Lites zullen worden gecamoueerd als de kap
is bevestigd, dus vergeet niet om ze uit te schakelen.
V
erander de Macro Lite-status niet tijdens het
foto’s maken nadat de sluiterknop halverwege is
ingedrukt. Sinds het indrukken van de ontspanknop
de belichting* half vergrendeld, kan het niet
mogelijk zijn om te fotograferen in standaard
blootstelling als de Macro Lite-status is veranderd.
*
Verschilt volgens fotometrie en AF-instellingen van de
camera. Raadpleeg de instructiehandleiding van de
camera voor informatie.
Kap
8
De ES-22 lenskap vervult de volgende rollen:
In aanvulling op het blokkeren van schadelijke
licht, beschermt het ook de lens tegen regen,
sneeuw, stof en andere elementen.
H
et voorkomt dat de witte ring aan de voorzijde
van de lens wordt terug gereecteerd in beelden.
Het dient als een adapter voor ltergebruik.
Schroef de kap goed en stevig op de voorzijde
van de lens.
Het schuin bevestigen van de kap kan de
buitenkant van de lens beschadigen.
I
ndien de kap niet goed is bevestigd, kan vignettering
(donker worden van de omtrek van het beeld) optreden.
V
erwijder de kap bij het gebruik van de Macro Lites.
Het is mogelijk om de lens te bevestigen aan de voorzijde
van de kap wanneer deze is bevestigd aan de lens.
NLD-17
Kap
U kunt lters bevestigen (met een diameter van
43 mm) aan de ltermontage draadklos aan de
voorzijde van de kap.
1. Bevestig de kap.
2. Bevestig de lter op de voorzijde van de kap.
Filters kunnen alleen worden gebruikt als de kap
is bevestigd.
Er kan slechts één lter worden bevestigd.
Filters (los verkrijgbaar)
9
NLD-18
Brandpuntsafstand/diafragma 28mm f/3,5
Objectiefconstructie 10 groepen, 11 elementen
Minimaal diafragma f/22
Beeldhoek Diagonaal: 51°55′ , Verticaal: 30°10′, Horizontaal: 44°10′
Kortste scherpstelafstand
0,097 m (Wanneer in de normale modus), 0,093 m (Wanneer in de super
macromodus)
Maximale vergrotingsfactor 1x (Wanneer in de normale modus), 1,2x (Wanneer in de super macromodus)
Beeldveld
Ong. 15,0 x 22,4 mm (Wanneer 0,097 m in de normale modus),
Ong. 12,5 x 18,7 mm (Wanneer 0,093 m in de super macromodus)
Filterdiameter 43 mm (wanneer lenskap ES-22 is bevestigd)
Maximale diameter en lengte 60,9 x 45,5 mm (Wanneer het objectief is ingetrokken)
Gewicht Ong. 130 g
Zonnekap ES-22
Lensdop EF-M28
Stofkap Lensstofkap EB
Objectiefkoffer LP811 (los verkrijgbaar)
Komt overeen met 45 mm in het 35-mm lmformaat.
De lengte van de lens is de afstand tussen het bevestigingsvlak tot aan de voorkant van de lens.
Wanneer de meegeleverde lenskap en stofkap zijn bevestigd, voeg 25,8 mm toe als de kap is
bevestigd en 20,0 mm als de kap niet is aangesloten.
De opgegeven afmetingen en het gewicht zijn alleen voor het objectief, tenzij anders vermeld.
Verlengers en verlengbuizen kunnen niet worden gebruikt met deze lens.
De diafragmainstellingen zijn aangegeven op de camera.
Alle vermelde gegevens zijn gemeten volgens de Canon-normen.
Wijzigingen in de technische gegevens en het ontwerp van het product voorbehouden, zonder
voorafgaande kennisgeving.
Technische gegevens
NLD-19
Uitsluitend bestemd voor de Europese Unie en EER (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Dit symbool geeft aan dat dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijn (2012/19/EU) en de
nationale wetgeving niet mag worden afgevoerd met het huishoudelijk afval. Dit product moet worden
ingeleverd bij een aangewezen, geautoriseerd inzamelpunt, bijvoorbeeld wanneer u een nieuw gelijksoortig
product aanschaft, of bij een geautoriseerd inzamelpunt voor hergebruik van elektrische en elektronische
apparatuur (EEA). Een onjuiste afvoer van dit type afval kan leiden tot negatieve effecten op het milieu en
de volksgezondheid als gevolg van potentieel gevaarlijke stoffen die veel voorkomen in elektrische en
elektronische apparatuur (EEA). Bovendien werkt u door een juiste afvoer van dit product mee aan het effectieve gebruik
van natuurlijke hulpbronnen. Voor meer informatie over waar u uw afgedankte apparatuur kunt inleveren voor recycling
kunt u contact opnemen met het gemeentehuis in uw woonplaats, de reinigingsdienst, of het afvalverwerkingsbedrijf. U
kunt ook het schema voor de afvoer van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) raadplegen. Ga voor
meer informatie over het inzamelen en recyclen van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur naar
www.canon-europe.com/weee.
CT1-8612-002 0516Ni © CANON INC. 2016
-
1
-
2
-
3
-
4
-
5
-
6
-
7
-
8
-
9
-
10
-
11
-
12
-
13
-
14
-
15
-
16
-
17
-
18
-
19
-
20
-
21
