AEG OEKOA.1253-4GS Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ÖKO-ARCTIS
ÖKO-ARCTIS SUPER
Tisch-Gefrierschrank
Table Top Freezer
Congélateur armoire table top
Tafelmodel diepvrieskast
Gebrauchsanweisung
Operating Instructions
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
66
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over
een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het
apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzin-
gen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(
Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Dit symbool leidt Uw stap voor stap door de bediening van het appa-
raat.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als
deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klan-
tendienst U te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
Inhoud
Veiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
Weggooien. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Transportbescherming verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Opstelplaats. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Uw diepvriezer heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Electrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Voor ingebruikname. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Bedienings- en kontrole-inrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Koude-accu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Invriezenen en diepgevroren opslaan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Ontdooien en reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Magnetische deursluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Als u gaat verhuizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Wat te doen als ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Hulp bij storingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Doel, Normen, Richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
67
68
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de erkende regels der
techniek en aan de Duitse wet op de veiligheid van apparaten. Deson-
danks zien wij ons genoodzaakt U met de volgende veiligheidsaanwij-
zingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het diepvrieskast is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmid-
delen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doel-
einden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen
voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het diepvrieskast aanbren-
gen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het diepvrieskast commercieel of voor andere doeleinden dan
voor het diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen
gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wette-
lijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het diepvriesapparaat op transportschaden. Een bescha-
digd apparaat in geen geval aansluiten! Wendt U in geval van schade
tot de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weg-
houden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht
komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige
toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explode-
ren! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de
vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen
en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen electrische apparaten (bijv. electrische ijsmachines, mixers etc.)
in het vriesapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q.
er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken,
nooit aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwij-
zingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen door geschoold personeel gerepareerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-
staan. Wendt U zich bij reparaties tot Uw vakhandel of tot onze klan-
tendienst.
69
70
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De
grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-den
en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa-
raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaar-
lijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden.
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De
omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje
dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot electrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isola-
tieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat,
is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich
71
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
72
Uw diepvriezer heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag
ontbreken is een goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen
toestel en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventilatie-
rooster. Let u erop, dat deze openingen niet worden afgedekt.
Electrische aansluiting
Voor de electrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstal-
leerde beschermkontaktdoos vereist.
De kontaktdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd
uit de kontaktdoos kan worden getrokken.
De electrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn.
Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenko-
men met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat
komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typebordje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Overzetten van het deurscharnier
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat-
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit te
stopcontact halen.
Toestel schuin naar achteren kan-
telen.
Deurscharnierschroeven (K) uit-draai-
en en deurscharnier (1) naar beneden
uit de scharnierbus nemen.
Deur iets openen en naar beneden
uitnemen.
AEG97
K
1
Bovenste scharnierstift (A) uitdraaien
en op de tegenoverliggende zijde weer
monteren.
Deur in de bovenste scharnierstift (A)
zetten en deur sluiten.
Scharnierstift van het deurscharnier
(1) in de linker scharnierbus van de
deur zetten en deurscharnier met de
schroeven (K) goed vastdraaien.
Deurgreep op de tegenoverliggende
zijde monteren. Schroefgaten met plu-
gjes afsluiten.
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
De koude–acccu uit het apparaat nemen.
De koude–accu pas na het bereiken van de optimale opslagtemperatuur
van –18 °C in de bovenste lade leggen en laten bevriezen.
Ontdooide koude–accu’s op dezelfde wijze weer invriezen, bij v. na het
schoonmaken van het apparaat.
73
AEG98
A
12
AEG75
74
Beschrijving van het apparaat
1 Lade (voor het opslaan en
invriezen)
2 Lade (voor het opslaan en
invriezen)
3 Lade (alleen voor het ops
laan)
4 Lade (alleen voor het ops
laan)
5 Bedieningspaneel
6 Temperatuuraanwijzing
De stabiele laden kunnen niet kiepen en zijn voorzien van een eindstop.
Daardoor kunt u diepvriesprodukten makkelijk en veilig rangschikken
en uitnemen.
Voor het uitnemen van de lade deze tot de eindstop naar buiten trek-
ken, optillen en naar voren uitnemen.
Bedienings- en kontrole-inrichting
1 Temperatuurregelaar en schakelaar AAN/UIT
2 Snelinvriesschakelaar
3 Deuralarm-symbol
4 Aanwijzing voor snel invriezen (geel)
5 Waarschuwingslampje (rood)
6 Lichtnetcontrolelampje (groen)
1 2 3 4 5 6
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Temperatuurregelaar (1) die tevens dient om het toestel in- en uit te
schakelen.
Het groene kontrolelampje (6) brandt als het toestel aan netspanning
aangesloten en ingeschakeld is. In deze schakelstand is het koelakkgre-
gaat automatisch in bedrijf.
Met de
temperatuurregelaar (1) kan de ener-
giezuinigste bewaartemperatuur trap-loos
worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -18°C.
Op de thermometer kunt u de temperatuur
kontroleren.
Snelvriesschakelaar (2) met geel kontrolelampje (4).
Het gele lampje brandt als de schakelaar (2) is ingeschakeld. Het koel-
aggregaat werkt dan kontinu.
– bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog
niet bereikt is
– als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing)
– als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast
worden gelegd
– als de deur van het toestel te lang open staat.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurre-
gelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diep-
vrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In
dit geval is er geen sprake van een storing.
Akoestisch temperatuursignaal
Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal (3) is uit-
gerust, klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (5) een
akoestisch signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog
resp. te warm is.
Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat het rode lampje uitgaat
of u door inschakelen van de snelvriesschakelaar het signaal uitscha-
kelt.
De snelvriesschakelaar kunt u uitschakelen als het rode lampje uitgaat.
75
76
In gebruik nemen en temperatuurregeling
Temperatuurregelaar (1) naar stand „1“ draaien, het groene lampje (6)
en het rode lampje (5) gaan branden, het akoestische temperatuursig-
naal (3) voorzover aanwezig, klinkt, het koelaggregaat werkt automa-
tisch.
Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (2) in, het gele lampje (4)
gaat branden, het akoestische singaal wordt uitgeschakeld en het koel-
aggregaat werkt kontinu.
Pas als het rode lampje (5) niet meer brandt, schakelt u de snelvries-
schakelaar (2) uit, het gele lampje (4) gaat uit, het akoestische signaal
is weer geaktiveerd.
Met de temperatuurregelaar (1) kan de gewenste bewaartemperatuur
(-18°C of kouder) worden ingesteld.
Stand „1“ betekent:
hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „4“ betekent:
laagste, koudste binnentemperatuur.
Aanbevolen stand:
1,5 tot 2.
Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode tempera-
tuur- kontrole-lampje (5) en de thermometer of de bewaartemperatuur
laag genoeg is.
Koude-accu
In één van de laden van de vriesruimte bevindt zich een koude-accu.
Voor het invriezen van de koude-accu s.v.p. Hoofdstuk “Voor ingebruik-
name” lezen.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de
koude-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met
meer-dere uren.
De koude-accu kunt dit echter alleen optimaal doen als ze in de boven-
ste la vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd wordt.
De koude-accu kan tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen
gebruikt worden.
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-
vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur
ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter
elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoe-
veelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de
levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte
leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesprodukten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explode-
ren! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de
vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
Voor het invriezen op de snelvriesschakelaar drukken. Het gele lampje
voor snelvriezen gaat branden. Als u de maximale invrieskapaciteit wilt
benutten, moet u 24 uur van te voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot
6 uur) de snelinvriesschakelaar inschakelen.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
77
78
De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. De in te vriezen levens-
middelen in de twee bovenste korven (1), (2) van het apparaat plaatsen.
Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
De laden (3), (4) dient allen voor het bewaren van diepvriesprodukten
gebruikt te worden. De onderste lade heeft een dichte bodem en dient
om een deel van het dooiwater op te vangen als u de diepvrieskast
ontdooit.
U kunt de 2 middelste laden (2), (3) verwijderen, zo heeft u de gehele
netto inhoud van de vriezer ter beschikking.
Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Opsteekruitertjes voor de laden worden meegeleverd. Om de inhoud
van de diverse laden te markeren de ruitertjes boven de betreffende
symbolen steken (zie hoofdstuk “Symbolen van artikelen/Vrieskalen-
der”). Daardoor heeft U een beter overzicht, wordt het lang openen van
de deur voorkomen en wordt stroom bespaard.
Nadat de vereiste opslagtemperatuur bereikt is opnieuw op de snel-
vriesschakelaar drukken. Het gele lampje gaat uit.
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
– diepvrieszakken en -folie van polyethyleen;
– speciale diepvriesdozen;
– aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt: plastic klemmen,
elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht
het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare
diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
Aanwijzing voor keuringsbureaus:
Stapelschema’s ter vaststelling van de diepvriesprestatie resp. opwarm-
tijd kunnen direct bij de fabrikant aangevraagd worden.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska-
lender
• De symbolen op de laden geven de
diverse soorten diepvriesproducten
aan.
• De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangege
ven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen
en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmidde
len met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.
• Door de meegeleverde schuifje op de
laden te steken kan aangegeven wor
den welke levensmiddelen in welk vak
opgeslagen liggen.
Het maken van ijsblokjes
Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het diepvrieskast plaatsen
en laten bevriezen.
Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder stro-
mend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
Ontdooien en reinigen
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in
het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp
van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In
geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca.
4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment
voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig
artikelen in liggen.
79
80
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvries-
produkten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snel-
friezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen.
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnel-
len.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De
handen kunnen daaraan vastvriezen.
Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik-
kelen en op een koele plaats leggen.
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
Alle laden, behalve de onderste, er uit
halen. De onderste lade dient als prak-
tische dooiwateropvang. Het laatje
uittrekken en de ijsschraper plaatsen
als verlenggootje voor de opvang van
het dooiwater.
Tip: Om het ontdooien te versnellen
een pan met heet water in het appa-
raat zetten en de deur sluiten.
Afgevallen stukken ijs voordat ze voll-
edig ontdooien verwijderen.
Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonma-
ken.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teits
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonma
ken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel
c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken!
Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2
uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen
en het apparaat weer in bedrijf nemen.
Magnetische deursluiting
Als de deur van de ingeschakelde diepvrieskast wordt gesloten, kan hij
alleen met veel kracht dadelijk weer geopend worden, omdat er eerst
een vakuum onstaat dat de deur gesloten houdt, tot de druk gekom-
penseerd is. Na enkele minuten kan de deur weer zonder moeite geo-
pend worden.
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draai-
en.
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uit-
halen.
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ont-
dooien en reinigen”).
Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
81
82
Als u gaat verhuizen
Als uw diepvrieskast niet volledig beladen is, verplaatst u alle diepvries-
produkten kompakt naar enkele laden (1) en (2).
24 uur voordat de verhuiswagen vertrekt, schakelt u de snelvriesscha-
kelaar in, zodat een koudereserve in de diepvriesprodukten onstaat.
Zorg ervoor dat de deur van de diepvrieskast tijdens het vervoer niet
open kan gaan.
Zet het toestel als laatste in de verhuiswagen, zodat het als eerste weer
uitgeladen en aan het stroomnet aangesloten kan worden.
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast
gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen:
Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afde-
ling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist
om onderdelen zelf te verwangen, bijv.:
– laden,
– deurgreep
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen opgelost kunnen worden.
Voordat u kontakt opneemt met de afdeling klantenservice, dient u te
kontroleren, of de kontrolelampjes branden, of het koelaggregaat werkt
en of de binnentemperatuur nog laag genoeg is.
Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie
in concrete gevallen niet verder helpen.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wendt U bij repara-
tie tot Uw vakhandel of onze klantendienst.
Indien het koelaggregaat niet meer werkt, kan de koudereserve in de
koude-akku (indien aanwezig) en in de diepvriesprodukten bij volle
belading een periode van ca. 27 uur overbruggen, zonder koude-akku
een periode van ca. 18 uur.
83
Storing
Apparaat werkt niet, geen-
controlelampje brandt.
Mogelijke oorzaken
Apparaat is niet aangezet.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet
door Uw electrovakman
laten verhelpen.
Verhelpen
Apparaat aanzetten.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering controleren, even-
tueel vernieuwen.
Groene lampje brandt niet,
gele lampje brandt bij
ingeschakelde snelvries-
functie.
Groene lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvries-
functie, apparaat werkt.
Gele lampje defect.
Temperatuur is te laag
ingesteld.
Klantendienst informeren.
Tenmperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
Klantendienst informeren.
Apparaat koelt te sterk.
Zekering is los of kapot.
84
Deur heeft te lang open-
gestaan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is. Snel-
vriesschakelaar gebruiken.
Temperatuut is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
In de laste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelhedenwarme
levensmiddelen opgesla-
gen.
De temperatuur in de
vriesruimte is niet vol-
doende, rode lampje
brandt, temperatuut-
geluids-signaal klinkt.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Storing aan het apparaat.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Snelvriesschakelaar aan-
zetten, vrieskast gesloten
houden, klantendienst
informieren.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het verwis-
selen van de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een föhn® ver-
warmen (niet heter dan ca.
50°C). Tegelijkertijd de ver-
warmde deurafdichting
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer hele-
maal sluit.
Snelvriesschakelaar aan-
zetten, vrieskast gesloten
houden, klantendienst
informieren.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant
van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Apparaat iets wegtrekken
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Instelvoetjes bijstellen.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling start
de compressor niet direct.
Diet is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-
trolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden
kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze klantenser-
vice te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegde
boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst".
Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten
besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
• Naam model
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
Deze gegevens staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje aan de
binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in
te vullen om ze snel bij de hand te hebben.
Aanwijzing: Voor het ten onrechte contact opnemen met de klanten-
dienst tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Doel, Normen, Richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens het Duitse Gerätesicherheitsgesetz (GSG), het Duitse Unfallver-
hütungsvorschrift für Kälteanlagen (VBG 20) en de bepalingen van het
Verband Deutscher Elektrotechniker (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMV-richtlijn
85
AEG Hausgeräte GmbH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
H 271 286 800–01-0298
2222 692-43
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

AEG OEKOA.1253-4GS Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor