25
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik-
gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appara-
ten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde-
ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie-
svak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon-
dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
40
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Dit is normaal, het betreft geen
storing.
Na het wijzigen van de tempe-
ratuurinstelling start de com-
pressor niet direct.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een ander
onderdeel van het apparaat
aan of tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig weg-
buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Instelvoetjes bijstellen.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-tro-
lelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Tenmperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Klantendienst informeren.Groene lampje defect.
Groene lampje brandt niet, gele
lampje brandt bij ingeschakelde
snelvriesfunctie.
Klantendienst informeren.Gele lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvriesfunctie,
apparaat werkt.
De temperatuur in de vriesruim-
te is niet voldoende, rode
lampje brandt.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open laten
als nodig is. Snelvriesschakelaar
gebruiken.
In de laatste 24 uur zijn grotere
hoeveelheden warme leven-
smiddelen opgeslagen.
Snelvriesschakelaar gebruiken.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Storing aan het apparaat
Snelvriesschakelaar aanzetten,
vrieskast gesloten houden,
klantendienst informeren.
Sterke rijpvorming in het appa-
raat, eventueel ook aan de deu-
rafdichting.
Deurafdichting is lek (eventueel
na het verwisselen van de deu-
raanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat
hij weer helemaal sluit.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen